Beleidsplan Wetenschapscommissie 2007 – 2011
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
INHOUDSOPGAVE Gebruikte afkortingen
4
Voorwoord
5
1. Inleiding
6
2. Visie wetenschap JBZ
7
3. Interne analyse
8
3.1 Activiteiten in 2005 en 2006 3.1.1 De Centrale Opleidings Commissie 3.1.2 Het cluster Leerhuis; oprichting van het Wetenschapsbureau 3.1.3 De METC JBZ 3.1.4 Oprichting van de Wetenschapscommissie 3.1.5 Marketing en communicatie 3.1.6 Projectbureau Subsidie 3.1.7 Resultaten van de eerste inventarisatie van het Wetenschapsbureau
3.2 Sterkte-zwakte analyse
4. Externe analyse; kansen en bedreigingen 4.1 De OOR-ON: het UMCN St. Radboud en aangesloten STZ-ziekenhuizen 4.2 Brabant Medical School 4.3 Overige STZ-ziekenhuizen (buiten OOR-ON en BMS) 4.4 Overige ziekenhuizen in de regio 4.5 Overige Universitair Medische Centra, m.n. UMCU 4.6 Huisartsen 4.7 Overige zorginstellingen 4.8 Onderwijsinstellingen en bedrijven 4.9 Privéklinieken e.a. commerciële initiatieven
8 8 8 9 9 10 10 10
11
12 12 12 13 13 13 13 13 14 14
5. Doelstellingen
15
6. Plan van aanpak
18
6.1 6.2 6.3 6.4
Huidige situatie Het definiëren van kansrijke onderzoeksgebieden: inhoudelijke keuzes Trials (Lopend) eigen onderzoek
18 18 18 19
2
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
6.5 Ontwikkelgebieden: eigen onderzoekslijnen binnen het JBZ 6.5.1 Kanker, afweer en infecties 6.5.2 Innovatie in techniek 6.5.3 Leven in balans 6.5.4 Hart & Vaten
19 20 21 21 21
6.6 Financiële aspecten
22
6.6.1 De eerste geldstroom 6.6.2 De tweede en derde geldstroom 6.6.3 De vierde geldstroom
22 23 23
6.7 Organisatie en coördinatie 6.8 Overige maatregelen
23 24
7. Evaluatie
24
Bijlagen
25
Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4. Bijlage 5. Bijlage 6. Bijlage 7. Bijlage 8.
Overzicht topklinische en topreferente functies in het JBZ volgens het jaarverslag 2006 Samenstelling van de besproken samenwerkingsverbanden Overzicht van de wetenschappelijke presentatie van een selectie van enkele STZ-ziekenhuizen in hun jaarverslag en op hun website De JBZ-onderzoekslijnen in relatie tot de speerpunten in het medisch Beleidsplan Toelichting bij de onderzoekslijn ‘Kanker, afweer en infecties’ Toelichting bij de onderzoekslijn ‘Innovatie in Techniek’ Toelichting bij de onderzoekslijn ‘Leven in balans’ Toelichting bij de onderzoekslijn ‘Hart & Vaten’
26 29 30 32 33 39 44 51
Wetenschappelijk onderzoek is doorzetten, samenwerken, het elkaar helpen en van elkaar leren, een uitdaging, bij de tijd blijven, niet inslapen, je profileren, STZ status! Onderzoek is niet alleen een “must” maar ook leuk, zeker wanneer met een enthousiast team van mensen het einddoel, een poster, presentatie of publicatie, wordt bereikt. E.F.A. Gemen, Analist Onderzoek & Ontwikkeling Laboratorium Klinische Chemie en Hematologie
3
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
Gebruikte afkortingen A(N)IOS AVD BMS CCMO COC CWZ DB EORTC GGD HBO HOVON ICT IKZ JBZ MBO MC MCA MCL METC METOPP MMC MOBG NWO OC&W OOR-ON RIVM STZ TU/e UMC VMS WMO WO
Arts-assistent (niet) in opleiding tot specialist Audiovisuele dienst Brabant Medical School Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek Centrale opleidingscommissie Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis Dagelijks bestuur European Organization of Research and Treatment of Cancer Gemeentelijke Gezondheidsdienst Hoger beroepsonderwijs Hemato-Oncologie voor Volwassenen Nederland Informatie- en communicatietechnologie Integraal Kankercentrum Zuid Jeroen Bosch Ziekenhuis Middelbaar beroepsonderwijs Medisch Centrum Medisch Centrum Alkmaar Medisch Centrum Leeuwarden Medisch-ethische toetsingscommissie Medisch-Ethische Toetsing Onderzoek Patiënten en Proefpersonen Máxima Medisch Centrum Stuurgroep Modernisering Opleidingen Beroepen Gezondheidszorg Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek Onderwijs, cultuur en wetenschap Opleiding- en OnderwijsRegio Oost-Nederland Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Stichting Samenwerkende Topklinische opleidingsZiekenhuizen Technische Universiteit Eindhoven Universitair Medisch Centrum Vereniging Medische Staf Wet Medisch Wetenschappelijk Onderzoek met Mensen Wetenschappelijk onderwijs
4
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
Voorwoord Het JBZ is een STZ-ziekenhuis met een groot wetenschappelijk potentieel. Er zijn >200 wetenschappelijk opgeleide stafleden, waarvan er 88 zijn gepromoveerd. Er zijn 20 opleidingen voor medische specialismen, en een veelvoud aan opleidingen voor andere disciplines. Het JBZ ontvangt jaarlijks grote aantallen patiënten, zowel voor brede basiszorg alsook voor topklinische patiëntenzorgfuncties. Het JBZ, één van de toonzetters bij de ontwikkeling van de STZ, wil ook bij de ontwikkeling van de wetenschap – de 3e poot van de STZ-missie – die prominente positie behouden. De drie poten van de STZ-missie zijn immers onlosmakelijk met elkaar verbonden: wetenschappelijk actieve stafleden creëren een innoverend zorgklimaat en daarmee hoogwaardige patiëntenzorg en goed onderwijs. De Raad van Bestuur erkent het belang van wetenschap in het JBZ en heeft dit mede tot speerpunt gemaakt. Daarom is in 2006 binnen het Cluster Leerhuis het Wetenschapsbureau opgericht, en is in 2007 de Wetenschapscommissie geïnstalleerd. Net als andere STZ-ziekenhuizen maakt het JBZ nog niet optimaal gebruik van de wetenschappelijke mogelijkheden die deze ziekenhuizen bieden. Dit beleidsplan beschrijft een plan van aanpak om daar iets aan te gaan doen. Het beleidsplan is – met inbreng van alle commissieleden – geschreven door het Dagelijks Bestuur van de Wetenschapscommissie, in overleg met de leden van die Commissie, de Raad van Bestuur, het DB COC, het Wetenschapsbureau, de METC, het Cluster Marketing & Communicatie, het Bureau Subsidie, en het bestuur van de VMS. De stafleden van het JBZ hebben in groten getale hun ideeën ingebracht, waardoor dit plan een reflectie is van het wetenschappelijk potentieel en enthousiasme van het hele JBZ! Na een korte inleiding is in §2 de visie op wetenschap binnen het JBZ geformuleerd, ingebed in de doelstellingen van de STZ-missie. In §3 en §4 volgen een interne en externe analyse volgens het SWOT-model (“Strengths, Weaknesses, Opportunities, Threats”). In §5 staan de wetenschappelijke doelstellingen beschreven, en in §6 een plan van aanpak om deze doelstellingen te kunnen bereiken. In 2011 – bij het betrekken van de nieuwbouw – zal een eerste evaluatie plaatsvinden, de aanpak hiervan staat beschreven in §7. In de Bijlagen is aanvullende informatie te vinden. Namens de Wetenschapscommissie JBZ spreek ik de hoop en de verwachting uit dat de voorliggende plannen voortvarend en met succes uitgevoerd zullen worden. Dan zal iedere specialist, wetenschappelijk actief of niet, een uitdagende werkplek kunnen vinden in het JBZ, wat de patiëntenzorg, onze hoofdtaak, alleen maar ten goede komt. Onder het motto ‘Samen voor zorg is zorgen voor wetenschap’ zien wij de toekomst vol vertrouwen tegemoet! `s-Hertogenbosch, november 2007 dr. Esther de Vries, kinderarts-infectioloog/immunoloog Voorzitter Wetenschapscommissie JBZ
5
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
1. Inleiding De toenemende complexiteit van de geneeskunde vereist wetenschappelijk goed opgeleide professionals. Juist de wetenschap biedt de onafhankelijkheid, de waardevrijheid en de objectiviteit die nodig zijn om de patiëntenzorg te optimaliseren. Niet voor niets is het verrichten van wetenschappelijk onderzoek binnen de vakgroep een opleidingseis zoals verwoord in het kaderbesluit Centraal College Medische Specialismen van 3 februari 2005. Talentvolle wetenschappelijk onderzoekers bezitten het vermogen zelfstandig te werken, komen regelmatig met nieuwe ideeën, en blijven kritische vragen te stellen. Allemaal eigenschappen van goede opleiders. Het Jeroen Bosch Ziekenhuis was destijds één van de toonzetters bij het opstellen van de STZ-missie waarin de betrokken ziekenhuizen hun gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van toegepast wetenschappelijk onderzoek uitspraken als logische aanvulling op onderwijs, opleiding, hoogwaardige topreferente zorg, topklinische behandeling en zorginnovatie. De aard van de STZ-patiëntenpopulatie is veelal anders dan die van de UMC’s, waardoor onderzoek in de STZ-ziekenhuizen van grote aanvullende waarde is. Gelegenheid voor promotieonderzoek van arts-assistenten en specialisten, onderzoeksactiviteiten met eventueel promotieonderzoek vanuit de verpleegkundige en paramedische beroepsgroepen, wetenschappelijke samenwerking met andere zorgaanbieders in de regio en de universitaire medische centra …, dát is waar de STZziekenhuizen voor staan. Vanzelfsprekend is een adequate ondersteunende infrastructuur met epidemiologische en statistische expertise hiervoor een conditio sine qua non. Ondanks de grote wetenschappelijke interesse en ervaring die in de STZziekenhuizen voorhanden is, blijkt het lastig het wetenschappelijk onderzoek op eenzelfde hoog niveau te brengen als de patiëntenzorg en het onderwijs. Daar zijn diverse oorzaken voor. Allereerst beperkt de nadruk op patiëntenzorg en de daarbij behorende productie de tijd die professionals aan wetenschappelijke activiteiten kunnen besteden. Daarnaast is de slaagkans voor het verkrijgen van externe financiering beperkt, terwijl de onderzoekskosten doorgaans niet intern kunnen worden gedekt. Ook gaan onderzoeksaanvragen gepaard met veel administratieve rompslomp. Om deze obstakels uit de weg te ruimen heeft het JBZ een Wetenschapsbureau en een Wetenschapscommissie opgericht. Deze waarborgen ondersteuning, meer samenhang in wetenschappelijke activiteiten, en meer overzicht en structuur in het wetenschappelijk beleid. Het voorliggende beleidsplan is opgesteld om nu in het JBZ de STZ-missie ten volle te kunnen gaan waarmaken: ‘Samen voor zorg is zorgen voor wetenschap’! De beloning van de inspanningen zit ‘m in die andere dimensie. Je gaat de diepte in op een deelgebied, je kleine niche. Bij succes word je serieus genomen buiten de eigen kring. Je werkveld wordt groter met gelijkgestemden in binnen- en buitenland. De dagelijkse patiëntenzorg in een groot STZ ziekenhuis is een prachtige bron van inspiratie. Zelf blijf je scherp en het werk met plezier doen. Goed voor de afdeling. Goed voor de kwaliteit. Dr. J.H. Hoekstra, kinderarts / kindergastroenteroloog
6
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
2. Visie wetenschap JBZ Het JBZ is een STZ-ziekenhuis dat voorop wil lopen, kwaliteit wil leveren, zich wil onderscheiden. Met de basiszorg goed op orde wordt ingezet op pluszorg, topreferente zorg en topzorg, met (hemato)oncologie, interventiecardiologie, minimaal invasieve chirurgie en moleculair biologische diagnostiek als speerpunten in het medisch beleid. De kernwaarden persoonlijke aandacht, kwaliteit en innovatie staan hierbij centraal. Voor de laatste twee is een goed onderzoeksklimaat een belangrijke voorwaarde. Immers, een open instelling, kunnen doorbijten, de diepte in gaan, elkaar kunnen en durven bevragen om tot een optimaal resultaat te komen, zijn kenmerkend voor een wetenschappelijke houding. Het JBZ heeft de ambitie het wetenschappelijk onderzoek op een niveau te brengen zoals dat van een ‘teaching hospital’ en groot STZ-ziekenhuis mag worden verwacht, waarbij onderzoekslijnen worden geformuleerd die aansluiten bij de speerpunten in het medisch beleidsplan. De JBZ-professionals worden daarbij met adequate organisatorische en financiële randvoorwaarden gestimuleerd en gemotiveerd om met elan een prominente wetenschappelijke positie te veroveren en te behouden binnen de top van de STZ. Die wetenschappelijke reputatie zal een trekpleister zijn voor nieuw aan te trekken professionals, en voor bedrijven die geïnteresseerd zijn in vestiging in het Zorgpark bij het nieuw te bouwen ziekenhuis.
Het Jeroen Bosch Ziekenhuis is bij uitstek geschikt voor patiëntgebonden wetenschappelijk onderzoek. In een groot perifeer ziekenhuis zijn immers voldoende patiënten om een wezenlijke bijdrage te kunnen leveren aan onderzoek. Onderzoek doen is stimulerend omdat het de samenwerking verbetert tussen collega’s en andere groepen binnen het ziekenhuis. Dit leidt tot vernieuwing in de zorg en uiteindelijk krijgen we ook daardoor betere patiëntenzorg. Het leuke van onderzoek is dat je kunt publiceren. Je zet daarmee je ziekenhuis in de schijnwerper. Voor jezelf betekent het dat je met een boodschap buiten het relatief veilige domein van je eigen ziekenhuis kunt treden. Alle vormen van kritiek, zowel positief als negatief, zijn een stimulans om door te gaan.
Mw. Dr. E.K. Hoogeveen, internist-nefroloog
Drs. T.J.M. Lechner, anesthesioloog
7
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
3 Interne analyse 3.1 Activiteiten in 2005 en 2006 In 2005 is begonnen met het inventariseren en structureren van de bestaande wetenschappelijke activiteiten binnen het JBZ. Met het symposium ‘Wetenschap in het JBZ; Past, present and future’ werd op 26 oktober 2006 op gepaste wijze het startschot gegeven voor een actief ziekenhuisbreed wetenschapsbeleid in het JBZ. 3.1.1 De Centrale Opleidings Commissie Het DB COC heeft middels een enquête de wetenschappelijke activiteiten binnen de opleidingsvakgroepen van het JBZ geëvalueerd, en knelpunten geïdentificeerd. Er bleek duidelijke interesse aanwezig voor het opzetten van wetenschappelijk onderzoek met en door arts-assistenten. Bestaand onderzoek binnen een vakgroep werd veelal gedragen door één of twee gemotiveerde leden, voornamelijk in eigen tijd. Structurele ondersteuning bij opstellen van onderzoeksvraag en protocol, verwerven van financiële middelen, en statistische en epidemiologische expertise werden node gemist. Andere knelpunten waren beperkingen in de mogelijkheden van ICT en AVD, en de bureaucratie van de WMO. Er was een duidelijke behoefte aan financiële ondersteuning uit een intern onderzoeksfonds. Er was interesse voor het aantrekken van studenten voor wetenschappelijke stages; slechts enkele vakgroepen hadden daar al ervaring mee. Naar aanleiding van de uitkomsten van de enquête werd geadviseerd een onderzoeksbureau op te richten, en dit te bemannen met een statisticus/epidemioloog en 2 of 3 JBZ-clinici met ervaring in het verrichten van wetenschappelijk onderzoek in het JBZ. Daarnaast werd aanbevolen het JBZ-onderzoek te gaan concentreren in vaste onderzoekslijnen, waar meerdere vakgroepen, met ondersteuning van klinische chemie en hematologie, apotheek, medische microbiologie, moleculaire biologie, klinische fysica, pathologie en radiodiagnostiek bij betrokken zijn. 3.1.2 Het cluster Leerhuis; oprichting van het Wetenschapsbureau In opdracht van de Raad van Bestuur werd vanuit het cluster Leerhuis een Wetenschapsbureau opgericht om een goede infrastructuur, afstemming, soepele procedures en secretariële ondersteuning te creëren. Dit Wetenschapsbureau ondersteunt als centraal punt voor de wetenschap in de JBZ-organisatie het toegepast patiëntgebonden wetenschappelijk onderzoek ten behoeve van zowel de onderzoeker als het JBZ in de meest brede zin, en faciliteert de voortoetsing van lokaal mensgebonden onderzoek. Het Wetenschapsbureau zal zich niet alleen richten op het medisch domein, maar ook onderzoek vanuit de verpleegkundige en paramedische disciplines faciliteren, zowel apart van de medisch specialisten als in onderlinge samenhang. Het Wetenschapsbureau houdt zich bezig met kostenregistratie en –verrekening, procesbewaking, voorbereiden en notuleren van overlegvormen en daaruit voortvloeiende correspondentie en evaluatie en rapportage van wetenschappelijk onderzoek. Het heeft ook een belangrijke informatieve rol, zowel naar de onderzoekers ten aanzien van de te volgen procedures, als naar patiënten door bijvoorbeeld het uitgeven van brochures. Kortom: het
8
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
Wetenschapsbureau zorgt voor imagoverbetering van wetenschappelijk onderzoek in het JBZ! Binnen het Wetenschapsbureau zijn een stafmedewerker en een medewerker aangesteld. De medewerker zorgt voor secretariële en operationele ondersteuning van de onderzoekers in het JBZ, secretariële afhandeling m.b.t. de voortgang van trials, secretariële ondersteuning van de procedures m.b.t. voortoetsing van onderzoeken door de METC-JBZ en toetsing door de stichting METOPP, en afhandeling van alle correspondentie. Bovendien zorgt de medewerker voor datamanagement m.b.t. toetsgegevens van studies, archiveren van onderzoeksgegevens, en secretariële ondersteuning t.b.v. de stafmedewerker van het Wetenschapsbureau. De stafmedewerker inventariseert de wetenschappelijke activiteiten in het JBZ en de behoefte aan ondersteuning op het gebied van de wetenschap bij de JBZprofessionals. De STZ-visitaties worden door de stafmedewerker mede voorbereid. Een handboek patiëntgebonden onderzoek in het JBZ is in ontwikkeling. Epidemiologische en statistische ondersteuning kan door de stafmedewerker worden geboden of elders verkregen, en de bij de METC ingediende onderzoeksvoorstellen worden vooraf gescreend. Interne en externe contacten worden onderhouden als toehoorder bij de METC, lid van het Dagelijks Bestuur van de Wetenschapscommissie, en als lid van de Wetenschapsredactie van Cura, het JBZ-blad voor externe relaties. Door het structureren en organiseren van de ondersteunende activiteiten van het Wetenschapsbureau ontplooit de stafmedewerker zich momenteel als hét centrale aanspreekpunt m.b.t. wetenschappelijk onderzoek in het JBZ. 3.1.3 De METC JBZ In verband met veranderde regelgeving heeft de METC JBZ per 1 februari 2004 geen erkenning meer als medisch ethische toetsingscommissie van de CCMO die ingevolge de WMO noodzakelijk is. Per 1 juli 2004 is een samenwerkingsverband aangegaan met de Stichting METOPP uit Tilburg die de verantwoordelijkheid voor de primaire toetsing van studies uit het JBZ op zich heeft genomen. De METC JBZ verricht nog wel veel werk voor de lokale haalbaarheidstoetsing, en beoordeelt of toetsing door de METOPP noodzakelijk is. Tevens worden de aangeboden aanvragen op kwaliteit en volledigheid getoetst voor deze aan de METOPP worden aangeboden. De METC JBZ heeft aangegeven de verantwoordelijkheid voor deze werkzaamheden in overleg aan de Wetenschapscommissie te willen overdragen. 3.1.4 Oprichting van de Wetenschapscommissie Het DB COC heeft het initiatief genomen tot het oprichten van een Wetenschapscommissie, die sinds eind 2006 als Ziekenhuiscommissie in oprichting actief is, en op 26 april 2007 formeel werd geïnstalleerd door de Raad van Bestuur. Een Voorzitter, Dagelijks Bestuur en leden werden geworven binnen de medische, verpleegkundige en paramedische beroepsgroepen van alle locaties. Een reglement werd opgesteld, en na goedkeuring vastgesteld door de Raad van Bestuur. De traditionele tweejaarlijkse Wetenschapsmiddag JBZ werd in 2006 voor het eerst onder auspiciën van de Wetenschapscommissie in oprichting georganiseerd. Vanwege de grote opkomst is direct besloten om de Wetenschapsmiddag voortaan jaarlijks te organiseren.
9
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
3.1.5 Cluster Marketing & Communicatie Het cluster Marketing & Communicatie heeft eind 2006 het wetenschappelijk katern van Cura, het blad dat in de gehele regio onder externe relaties wordt verspreid, uitgebreid en opnieuw vorm gegeven met de hulp van een Wetenschapsredactie bestaande uit enkele wetenschappelijk actieve medisch specialisten uit de verschillende disciplines en locaties. Wetenschappelijk onderzoek verricht in en door het JBZ wordt daarin voor een grote groep professionals op aantrekkelijke wijze toegankelijk gemaakt. In 2007 zijn de eerste uitgaven op deze wijze tot stand gekomen, en met enthousiasme ontvangen. 3.1.6 Projectbureau Subsidie In 2006 werd het Projectbureau Subsidie opgericht om beter gebruik te kunnen maken van de subsidiemogelijkheden binnen en buiten de gezondheidszorg, zowel voor de wetenschap als voor andere doeleinden. De projectleider en projectmedewerker zijn de professionals van het Projectbureau Subsidie die hulp bieden bij het zoeken naar externe financiering voor wetenschappelijk onderzoek. Zij bieden ook concrete ondersteuning bij een daadwerkelijke aanvraag. 3.1.7 Resultaten van de eerste inventarisatie van het Wetenschapsbureau In een eerste inventarisatie zijn het lopende onderzoek en de wetenschappelijke output door het Wetenschapsbureau in kaart gebracht middels gesprekken met medisch specialisten, clustermanagers, leden van de METC en de wetenschappelijk medewerker van het laboratorium Klinische Chemie en Hematologie. Ook werd gebruik gemaakt van de eerdergenoemde DB COC enquête, en van reeds aanwezige beleids- en jaarplannen. Uit de interviews bleek een grote interesse voor het doen van wetenschappelijk onderzoek in het JBZ. Wel werd duidelijk aangegeven dat het ontbreekt aan faciliteiten. Daarbij werden vooral de financiering - zowel intern als extern – genoemd, de administratieve procedures rondom het verkrijgen van de wettelijk benodigde goedkeuring, en de ondersteuning en hulp bij epidemiologische vraagstukken en statistiek. De maatschappen tonen verschillen in hun huidige wetenschappelijke activiteiten; ook is binnen de meeste maatschappen niet iedereen wetenschappelijk actief. Bij de inventarisatie bleek een duidelijke behoefte aan een ziekenhuisbreed wetenschappelijk beleid met een gemeenschappelijke visie en structuur. Er is momenteel geen overzicht over alle studies die in het JBZ worden uitgevoerd. Niet alle studies waarvoor wettelijk geen toestemming nodig is blijken voor lokale goedkeuring bij de METC te worden aangeboden. De administratieve verwerking kan beter: de studiedocumentatie van de METC wordt in een papieren dossier bewaard. Per onderzoeker is er een aparte elektronische data-opslag. De wetenschappelijke output van het JBZ is groter dan uit de jaarverslagen van de maatschappen en de VMS kan worden opgemaakt; de daarin vermelde overzichten van publicaties, lezingen en voordrachten zijn niet compleet. Het Wetenschapsbureau heeft daarom de inventarisatie over 2006 op zich genomen. De resultaten hiervan zijn op aantrekkelijke wijze in boekvorm bij de STZ-visitatie in oktober 2007 gepresenteerd.
10
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
3.2 Sterkte-zwakte analyse Het JBZ heeft een groot wetenschappelijk potentieel: op 31 december 2006 zijn 88 van de 224 leden van de VMS gepromoveerd. In het jaarverslag VMS 2004 worden 35 internationale publicaties vermeld. Na de inventarisatie van de wetenschappelijke activiteiten in 2005 zijn in 2006 de daarbij ervaren knelpunten voortvarend aangepakt met de oprichting van het Wetenschapsbureau, de installatie van de Wetenschapscommissie en het uitbreiden van Cura, het blad voor externe relaties, met een Wetenschapskatern. Ook zijn in 2006 de afdeling Marketing & Communicatie en het Projectbureau Subsidie van start gegaan, die ondersteuning en promotie van de wetenschappelijke activiteiten in het JBZ mede tot taak hebben. Uit de enquête DB COC en de interviews bij de eerste inventarisatie door het Wetenschapsbureau bleek er een grote belangstelling voor wetenschappelijke activiteiten bij de JBZ-professionals aanwezig te zijn. Het JBZ heeft een grote patiëntenpopulatie met 208.515 eerste polikliniekbezoeken in 2006. In het jaarverslag 2006 worden 169 topklinische en topreferente functies verspreid over 28 vakgebieden genoemd (zie Bijlage 1; een inventarisatie volgens de in 2007 vastgelegde definities van de STZ is gaande). Er is veel aandacht voor zorgvernieuwing en kwaliteit. Er is samenwerking en dialoog met partners uit de regio, zowel in als buiten de zorg. Kortom, de voorwaarden voor een succesvol wetenschapsbeleid zijn ruimschoots aanwezig. Een ziekenhuisbreed wetenschapsbeleid ontbrak tot voor kort, waardoor de wetenschappelijke activiteiten los van elkaar worden verricht. Dit komt de efficiëntie en productiviteit niet ten goede. Er is behoefte aan overzicht, structuur en een samenhangend beleid met duidelijke onderzoekslijnen. De ondersteuning in de vorm van ICT, AVD, epidemiologie, statistiek, dataverwerking en METC-logistiek dekt de wetenschappelijke ambities van de JBZ-professionals niet. Er is behoefte aan uitbreiding en structurering hiervan. De beperkte mogelijkheden voor interne financiering, en het ontbreken van een goede structuur voor het verkrijgen van externe financiering belemmeren de ontwikkeling van de wetenschap in het JBZ. Met vaste, voor iedereen gelijke, structuren voor aanmelding, toetsing en toekenning van interne financiële middelen ontstaat een transparante en stimulerende wetenschappelijke cultuur. Met het Wetenschapsbureau als centraal loket waar alle studies worden aangemeld ongeacht of wettelijke goedkeuring noodzakelijk is, aangevuld met een jaarlijkse inventarisatie van de complete wetenschappelijke output, ontstaat een goed – bij voorkeur elektronisch – overzicht van de wetenschappelijke activiteiten in het JBZ. De uitkomsten hiervan kunnen worden gebruikt voor evaluatie en zonodig aanpassing van het gevoerde beleid, en voor jaarverslagen en voorbereiding van opleidings- en STZ-visitaties. Promotionele activiteiten zijn in ontwikkeling, maar schieten nog te kort. Op de JBZ-website wordt wetenschappelijk onderzoek niet genoemd. In eerdere beleidsplannen en jaarverslagen worden voornamelijk de activiteiten ten aanzien van onderwijs en opleiding belicht. Een lijst van publicaties, presentaties en posters is in het jaarverslag opgenomen, maar is niet compleet. Met hulp van de nieuw opgerichte afdeling Marketing & Communicatie kan hier veel in worden verbeterd. Met het aanpakken van deze belemmeringen kan in het JBZ een goed wetenschappelijk klimaat worden opgebouwd, waardoor professionals met interesse voor wetenschappelijk onderzoek worden gestimuleerd hun werkkring in het JBZ te kiezen.
11
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
4. Externe analyse; kansen en bedreigingen 4.1 De OOR-ON: het UMCN St. Radboud en aangesloten STZ-ziekenhuizen In de OOR-ON werken het UMCN St. Radboud en een aantal ziekenhuizen en onderwijsinstellingen in de regio (zie Bijlage 2) op gestructureerde wijze samen, zowel in het (para)medisch- en verpleegkundig onderwijs, als in de medische vervolgopleidingen. Aanleiding voor de vorming van OOR-en als regionale platforms voor de ontwikkeling en uitvoering van onderwijs en opleiding in de praktijk was de van overheidswege aangestuurde modernisering van het medisch onderwijs. De OOR-ON staat borg voor de planning en vormgeving van de co-assistentschappen en AIOS-opleidingsplaatsen door samenwerking op inhoud, logistiek en financiën, en door het uitwisselen van kennis, ervaring en faciliteiten als skillslab en (digitale) bibliotheek. Deze samenwerking biedt de mogelijkheid van uitgebreidere faciliteiten gebruik te maken dan wanneer door één ziekenhuis alleen een investering zou moeten worden gedaan (kans). In onderwijs en opleiding richt de OOR-ON zich op haar diversiteit: topreferente zorg gericht op patiënten met zeer bijzondere ziektebeelden in het UMCN St. Radboud, reguliere zorg van frequent optredende problemen in de algemene ziekenhuizen, en topklinische zorg naast de basiszorg in de STZziekenhuizen. Ook in het wetenschappelijk onderzoek komt deze diversiteit tot uiting. De grote patiëntenpopulaties in combinatie met een keur aan wetenschappelijk geschoolde professionals in de organisatie bieden STZ-ziekenhuizen de mogelijkheid aan de eis voor het verrichten van wetenschappelijk onderzoek binnen AIOS-opleidingsvakgroepen te voldoen. Enerzijds kunnen tegengestelde belangen in de wetenschap ertoe leiden dat het UMCN en de STZ-ziekenhuizen binnen de OOR-ON elkaar onderling gaan beconcurreren (bedreiging). Binnen de OOR-ON profileert met name het CWZ in Nijmegen zich op wetenschappelijk gebied op de website en in jaarverslagen, maar ook de Alysis Zorggroep (Ziekenhuis Rijnstate) in Arnhem benoemt wetenschappelijk onderzoek als een prioriteit (zie Bijlage 3). Anderzijds kan samenwerking binnen de OOR-ON nieuwe kansen bieden voor het ontwikkelen van onderzoeksprojecten en het aanvragen van externe subsidies (kans). De praktijk heeft immers geleerd dat breed gedragen projecten, zeker in samenwerking met een UMC, meer kans hebben op een succesvolle subsidieaanvraag dan projecten van alleenstaande ziekenhuizen. Elders in het land zijn binnen dergelijke regionale samenwerkingsverbanden zogenaamde ‘teaching professors’ aangesteld die hun wortels zowel in het UMC als in een STZ-ziekenhuis hebben. Zij waarborgen de kwaliteit van het onderzoek mede door hun band met de universiteit, maken optimaal gebruik van de potentiële onderzoekspopulaties in het STZ-ziekenhuis, en bieden bovendien uit de aard van hun aanstelling en functie een gedegen steun in de rug bij het aanvragen van externe subsidies. Deze ontwikkeling elders kan tot concurrentie met het wetenschappelijk onderzoek in de eigen regio leiden, vooral bij de competitie aangaande de schaarse landelijke subsidiegelden (bedreiging). Anderzijds kan deze ontwikkeling tot voorbeeld dienen voor het vormgeven van het eigen wetenschappelijk beleid (kans). 4.2 Brabant Medical School Brabant Medical School (BMS) is een samenwerkingsverband van opleidingsziekenhuizen en opleidingsinstituten in Noord-Brabant (zie Bijlage 2). Het doel van
12
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
de BMS is door het aanbieden van opleidingen in de gezondheidszorg te zorgen voor voldoende en goed opgeleide artsen en andere medische professionals in de regio Brabant, innovaties in de medische opleidingen te bevorderen en medische professionals zoveel mogelijk voor Brabant te behouden. De BMS wordt financieel ondersteund door de Provincie Noord Brabant, de gemeenten Eindhoven en Tilburg en het Ministerie van OC&W. De bij de BMS aangesloten STZ-ziekenhuizen profileren zich duidelijk met hun wetenschappelijke activiteiten (zie Bijlage 3), maar op dit moment heeft wetenschappelijk onderzoek geen prioriteit binnen de BMS als zodanig. 4.3 Overige STZ-ziekenhuizen (buiten OOR-ON en BMS) De STZ-ziekenhuizen buiten OOR-ON en BMS liggen te ver verwijderd van het JBZ om een reële onderzoekspartner te kunnen zijn op grotere schaal. Het wetenschappelijk klimaat is het meest ontwikkeld in het MCA (Alkmaar) (zie Bijlage 3). 4.4 Overige ziekenhuizen in de regio Het Ziekenhuis Bernhoven in Oss/Veghel verzorgt medisch specialistische basiszorg; wetenschappelijk onderzoek behoort niet tot het takenpakket van het ziekenhuis, al wordt individueel door medisch specialisten soms wel onderzoek verricht. Datzelfde geldt voor het TweeSteden Ziekenhuis in Waalwijk/Tilburg. 4.5 Overige Universitair Medische Centra, m.n. UMCU Vier medisch specialistische opleidingen – cardiologie, klinische geriatrie, urologie en heelkunde – worden samen met het UMC Utrecht verzorgd; arts-assistenten en stafleden uit deze vakgroepen kunnen deze contacten benutten voor wetenschappelijk onderzoek (kans). Daarnaast hebben diverse medisch specialisten tijdens hun opleiding wetenschappelijk onderzoek verricht in ‘hun’ UMC, in het JBZ betreft dit ook vaak het UMC Utrecht. Regelmatig heeft dit geleid tot promotie, of komt het alsnog tot promotie tijdens de eerste werkzame jaren in het JBZ. De contacten die destijds in het UMC van herkomst zijn gelegd kunnen langdurig zeer waardevol blijven, en ook productief in wetenschappelijk opzicht. Het faciliteren van dit soort samenwerkingsverbanden kan een positieve invloed hebben op de mogelijkheden voor wetenschappelijk onderzoek in het JBZ, ook al behoort het betreffende UMC niet tot de eigen regio en het OOR-ON (kans). Incidenteel hebben stafleden ook een beperkte aanstelling in een UMC, naast hun werk als staflid in het JBZ. 4.6 Huisartsen De huisartsen in de regio houden zich bezig met nascholingsactiviteiten middels de Werkgroep Deskundigheidsbevordering Huisartsen Dommel, Aa en Maas. Wetenschappelijk onderzoek is daar op dit moment geen centraal gestuurd onderwerp. Dit zou wel een groep kunnen zijn voor overleg over toekomstige samenwerking op wetenschappelijk gebied. 4.7 Overige zorginstellingen In overleg zouden mogelijkheden voor samenwerking op wetenschappelijk gebied kunnen ontstaan met voor een specifiek onderzoeksproject relevante partners: andere
13
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
deelnemers in de Godshuizen zoals Vivent, maar ook de GGD Hart voor Brabant, of paramedici in de regio en de geestelijke gezondheidszorg in de Reinier van Arkel groep (kans). Vivent verzorgt de consultatiebureauzorg, thuiszorg en een deel van de verpleeghuiszorg. Binnen de taken van de GGD lenen vooral jeugdgezondheidszorg, epidemiologie en infectieziektenbestrijding zich voor wetenschappelijke samenwerking. Op dit moment is één van de arts-microbiologen voor enige jaren consulent bij het RIVM. Incidenteel liggen daar mogelijkheden voor wetenschappelijke samenwerking; er gaan nu gezamenlijke studies lopen. Ook andere incidentele samenwerkingen zijn mogelijk als men hier alert op is (kans). Ook het IKZ biedt legio mogelijkheden voor samenwerking op het gebied van (hemato)oncologisch onderzoek (kans). 4.8 Onderwijsinstellingen en bedrijven; Food & Health Het JBZ heeft al lange tijd een samenwerkingsrelatie met het MBO (Koning Willem I College) en HBO (HAS Den Bosch) in `s-Hertogenbosch. De activiteiten binnen de HAS bieden vele mogelijkheden voor wetenschappelijke samenwerking, die nu nog onvoldoende worden benut. De Gemeente `s-Hertogenbosch onderzoekt momenteel of daar meer vorm aan kan worden gegeven met het thema ‘Food & Health’ als trekker voor het Zorgpark in wording bij het nieuwe ziekenhuis. Het ziet er naar uit dat hier in de nabije toekomst interessante mogelijkheden zullen ontstaan (kans). Daarnaast is er ook een subsidie van de Gemeente voor het Innovatielab, waar onder het motto ‘Uw idee, onze zorg’ innovatieve ideeën uit het ziekenhuis op de markt kunnen worden gebracht (kans). Dit soort innovatieve samenwerking tussen zorginstellingen en het bedrijfsleven wordt maatschappelijk en politiek gestimuleerd. De provincie Noord-Brabant heeft ‘Health Care’ als innovatiespeerpunt (kans). 4.9 Privéklinieken e.a. commerciële initiatieven Met de komst van marktwerking in de zorg kunnen privéklinieken en andere commerciële initiatieven in de regio ontstaan, die het JBZ overigens zoveel mogelijk vanuit de eigen stafleden wil vormgeven, om adherentieverlies naar derden te beperken. Daarnaast zijn het juist de specialisatiemogelijkheden die de patiëntenzorg binnen het JBZ uniek en onvervangbaar maken. Goed wetenschappelijk onderzoek bevordert de specialisaties en biedt daarmee ook de mogelijkheid patiënten voor het JBZ te behouden (kans). De goed lopende Nederlandse economie biedt de mogelijkheid op zoek te gaan naar gefortuneerde particulieren met interesse in een ‘zorgmecenaat’, in Nederland nog relatief onbekend, maar in b.v. de Verenigde Staten zeer gebruikelijk. Het JBZ kan hierin een voortrekkersrol gaan vervullen (kans).
Het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek is voor mezelf onlosmakelijk verbonden aan het evidence based uitoefenen van mijn vak, bevredigt een mate van nieuwsgierigheid, genereert voor de AIOS een opleidingscultuur welke van belang is voor hun wetenschappelijke vorming en komt niet in de laatste plaats ten goede aan de kwaliteit van ons handelen en dus aan onze patiënten. Drs. M.J.C.M. Rutten, radioloog
14
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
5. Doelstellingen De Wetenschapscommissie stelt zich tot doel t/m eind 2011 de volgende voornemens op wetenschappelijk gebied te realiseren: I. Wetenschappelijk klimaat − aan iedere vakgroep, met of zonder opleiding, wordt gevraagd een staflid aan te wijzen als contactpersoon voor het Wetenschapsbureau betreffende de wetenschappelijke activiteiten van de vakgroep (2007); − de Wetenschapscommissie organiseert regelmatig discipline-overstijgende activiteiten die het wetenschappelijk klimaat in huis bevorderen (2008); − aan iedere vakgroep met opleiding wordt gevraagd een staflid als primair verantwoordelijke aan te wijzen voor de begeleiding en coördinatie van de wetenschappelijke activiteiten van de AIOS (2008); − aan iedere vakgroep met opleiding wordt gevraagd een staflid als primair verantwoordelijke aan te wijzen voor de begeleiding en coördinatie van wetenschappelijke stages voor co-assistenten (2008); − het streven is dat in iedere vakgroep met opleiding er AIOS bezig zijn met wetenschappelijk onderzoek (2009); − het streven is dat in iedere vakgroep met opleiding wetenschappelijke stages voor co-assistenten worden aangeboden (2009); II. Betrekken niet-medische disciplines − het Wetenschapsbureau en de Wetenschapscommissie stellen zich pro-actief op om de wetenschap vanuit de niet-medische disciplines te stimuleren (2007-2008); − de niet-medische disciplines zijn met minimaal 2 personen vertegenwoordigd in de Wetenschapscommissie (2007); − het ziekenhuis faciliteert minimaal 2 niet-medische medewerkers per jaar in hun wetenschappelijke aspiraties door daartoe geschikt geachte personen, in overleg met hun clustermanager, hieraan minimaal 10% van hun aanstelling te laten besteden (2008-2009); − 5% van de onderzoeksprojecten zijn primair geïnitieerd vanuit niet-medische disciplines (2010-2011). III. Interne samenwerking − bij minstens de helft van de interne wetenschappelijke activiteiten in het JBZ is sprake van samenwerking tussen 2 of meer vakgroepen (inclusief klinische chemie en hematologie, medische microbiologie, moleculaire biologie, beeldvormende technieken en klinische fysica), dit komt tot uitdrukking in de verdeling van de auteurschappen bij publicatie (2010-2011); − bij 10% van de onderzoeksprojecten zijn niet-medische disciplines actief betrokken (2010-2011).
15
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
IV. Externe samenwerking − de Wetenschapscommissie houdt de ontwikkelingen m.b.t. het Food & Health initiatief en het Innovatielab nauwlettend bij, en springt hier zo nodig op in (20072008); − de Wetenschapscommissie onderzoekt de mogelijkheden om samenwerking op wetenschappelijk gebied met het UMCN te bewerkstelligen (2008-2009); − de Wetenschapscommissie onderzoekt de mogelijkheden om samenwerking met de omringende STZ-ziekenhuizen te bewerkstelligen (2008-2009); − de Wetenschapscommissie onderzoekt de mogelijkheden voor samenwerking in de regio (Vivent, GGD, jeugdzorg, huisartsen, paramedici) (2008-2009). V. Organisatie, coördinatie en ondersteuning − de procedure aangaande de medisch ethische toetsing wordt zodanig vormgegeven dat de hoofdonderzoeker een schriftelijk definitief oordeel over ieder onderzoeksvoorstel dat correct en volledig wordt ingediend ontvangt binnen 4 weken indien het onderzoek niet toetsingsplichtig is volgens de WMO, en binnen 8 weken indien het onderzoek wel toetsingsplichtig is volgens de WMO (2007-2008); − het Wetenschapsbureau draagt zorg voor adequate inzet van de daar aanwezige expertise op epidemiologisch en statistisch gebied om de wetenschappelijke activiteiten in het JBZ te ondersteunen, en onderhoudt contacten om deze expertise zo nodig elders te verkrijgen (2007-2008); − het Wetenschapsbureau houdt een administratie bij van alle wetenschappelijke activiteiten in het JBZ, en levert hieruit de voor punt VIII benodigde informatie (2007), deze administratie wordt volledig gedigitaliseerd (2008); − de ondersteuning die door ICT en AVD kan worden geboden is toereikend om de doelstellingen te kunnen behalen (2007-2008); − de aanstelling van de stafmedewerker bij het Wetenschapsbureau wordt uitgebreid tot 1,0 fte, en van de medewerker tot 0,5 fte (2008); − bij het Wetenschapsbureau worden in de komende jaren 4 JBZ-clinici à 0,2 fte aangesteld die ervaring hebben met het doen van wetenschappelijk onderzoek in het JBZ in een vergelijkbare positie zoals de decaan die t.o.v. het onderwijs inneemt, met het oogmerk te kunnen uitgroeien tot ‘teaching professor’ met een formele deelaanstelling bij het UMCN St. Radboud (1 voor de onderzoekslijn ‘Kanker, afweer en infecties’; 1 voor de onderzoekslijn ‘Innovatie in Techniek’; 1 voor de onderzoekslijn ‘Leven in balans’; 1 vcor de onderzoekslijn ‘Hart & Vaten’) (2008-2011); − het Wetenschapsbureau onderzoekt de mogelijkheden voor het aanstellen van extra ondersteunend personeel zoals een data manager (2008-2009). VI. Financiën − de Wetenschapscommissie richt een intern onderzoeksfonds op (2007-2008); − de Wetenschapscommissie stelt de procedure van toekenning van gelden uit het intern onderzoeksfonds vast in een notitie “Beoordelingsprocedures”, na overleg
16
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
met het DB COC, de VMS, het cluster Leerhuis en de Raad van Bestuur (20072008); − de Wetenschapscommissie onderhandelt met de Raad van Bestuur, de VMS en cluster- en specialistmanagers over hun bijdragen voor het intern onderzoeksfonds tot een cumulatief bedrag van in totaal minimaal €100,000 per jaar in combinatie met externe sponsoring (2007); − het cluster Marketing & Communicatie en het Projectbureau Subsidie stellen zich samen met de Wetenschapscommissie pro-actief op om subsidies voor wetenschappelijk onderzoek in het JBZ te verwerven (vanaf 2007). VII. Wetenschappelijke output − de interne onderzoekslijnen tonen een duidelijk stijgende lijn in het aantal gestarte projecten (2009-2010); − de wetenschappelijke output van het JBZ bevindt zich in de top van de STZziekenhuizen (2011). VIII. Communicatie naar buiten − op de website en in het jaarverslag van het JBZ heeft de wetenschap een prominente plaats en aantrekkelijke presentatie, zowel wat betreft de organisatie van de wetenschap in huis, als wat betreft de uiteindelijke output (vanaf 2007); − in de publicaties van het JBZ, zowel intern als extern, wordt regelmatig aandacht besteed aan de wetenschappelijke activiteiten (vanaf 2007); − het Cluster Marketing & Communicatie stelt zich pro-actief op in het naar buiten brengen van onderzoeksresultaten uit het JBZ middels persberichten en persoonlijke contacten met de regionale en – indien aangewezen – landelijke pers (vanaf 2007); − ieder jaar wordt de wetenschappelijke output van het JBZ van het voorafgaande jaar op aantrekkelijke wijze in een boekje gepubliceerd (2007); − er zijn up-to-date algemene patiëntenfolders betreffende wetenschappelijk onderzoek in het JBZ beschikbaar op voor patiënten gemakkelijk bereikbare plaatsen (2008).
Het domein van de infectieziekten betreft de volle breedte van de geneeskunde en raakt alle medische specialismen. Een onderzoekslijn op het gebied van infectieziekten is daarom kansrijk. Dit wordt geïllustreerd door de verscheidenheid aan locaal geïnitieerde studies en case reports met betrekking tot infectieziekten. Dr. P.C. Wever, arts-medisch microbioloog
17
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
6. Plan van aanpak 6.1 Huidige situatie In de praktijk van alledag ontstaan voortdurend onderzoeksvragen, wanneer blijkt dat de bestaande kennis onvoldoende oplossingen biedt voor problemen binnen de patiëntenzorg. De continue leeromgeving die de diverse opleidingen met zich meebrengen versterkt dat nog in hoge mate. Aan onderzoeksvragen uit het eigen veld is dus geen gebrek. Op dit moment is er al allerlei meer of minder succesvol onderzoek gaande op diverse plaatsen in het JBZ op basis van interesse van individuele specialisten, al dan niet in samenwerking met anderen binnen of buiten het JBZ. In het laatste geval betreft het vaak contacten die eerder in de loopbaan zijn gelegd, bijvoorbeeld tijdens opleiding of promotie, en die worden aangehouden. Daarnaast lopen bij sommige vakgroepen regelmatig grote trials, die vaak vanuit extern worden aangestuurd (UMC’s, farmaceutische industrie). Binnen enkele vakgroepen is een begin gemaakt met het opbouwen van specifieke onderzoekslijnen. 6.2 Het definiëren van kansrijke onderzoeksgebieden: inhoudelijke keuzes Er zijn drie domeinen van medisch-wetenschappelijk onderzoek, die samen een aaneensluitend geheel vormen: funderend onderzoek (van molecuul tot organisme), translatieonderzoek (van organisme tot patiënt) en patiëntgebonden klinisch onderzoek (toegepast wetenschappelijk onderzoek; voor grote groepen patiënten, en van patiënt naar maatschappij). Het JBZ heeft als ‘teaching hospital’ met zijn grote patiëntenstromen bij uitstek mogelijkheden voor wetenschappelijk onderzoek in het derde domein. Daar zal de nadruk dan ook primair worden gelegd. Dit betekent overigens niet dat geen gebruik zal worden gemaakt van laboratoriumfaciliteiten zoals bijvoorbeeld de moleculaire biologie die biedt. De uitkomsten van patiëntgebonden klinisch onderzoek zijn ook direct te vertalen naar kwaliteitsverbetering van zowel patiëntenzorg als onderwijs, de twee andere belangrijke taken van een STZ-ziekenhuis. Het definiëren van kansrijke gebieden voor wetenschappelijk onderzoek binnen het JBZ is essentieel om tot een zo effectief mogelijk wetenschapsbeleid te komen. Immers, alleen dan zal een zo groot mogelijk effect van geïnvesteerde tijd en energie worden bereikt. Dit betekent dat er keuzes moeten worden gemaakt. 6.3 Trials Trials bieden de mogelijkheid wetenschappelijke ervaring op te doen en (een bijdrage aan) internationale publicaties te verwerven met externe financiering. De kosten die intern ten behoeve van het onderzoek worden gemaakt worden vergoed. Het participeren in trials draagt bij aan de organisatie van complexe patiëntenzorg doordat bijvoorbeeld een onderzoeksverpleegkundige kan worden aangesteld. Eigen onderzoek binnen de afdeling kan daarmee ook efficiënter worden uitgevoerd en van hogere kwaliteit zijn. Zo dragen trials bij aan een goed onderzoeksklimaat in het JBZ, en aan het verhogen van de kwaliteit van de
18
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
patiëntenzorg, en ze zijn als zodanig zeer waardevol. Ondersteuning van trials is daarom een belangrijke taak van het Wetenschapsbureau. De keuze van onderzoeksonderwerpen wordt echter door de externe financier en niet in het JBZ bepaald. Vaak liggen hier commerciële motieven aan ten grondslag, en niet zozeer onderzoeksvragen die in de dagelijkse praktijk van onderwijs en topreferente patiëntenzorg worden geboren. Alléén het verrichten van trials biedt daarom onvoldoende waarborg voor een goed wetenschappelijk niveau in het JBZ, ook eigen onderzoek verdient een belangrijke plaats. 6.4 (Lopend) eigen onderzoek Het draagvlak voor wetenschappelijk onderzoek in het JBZ wordt versterkt door professionals niet te belemmeren in hun wens onderzoek te (blijven) doen in voor hen interessante gebieden, waarin zij vaak al ervaring hebben opgedaan, en ook hun contacten hebben gemaakt. Het heeft echter de voorkeur die eigen initiatieven een plaats te geven binnen één van de geformuleerde onderzoekslijnen van het JBZ. Dat maakt de totaliteit van de onderzoeksactiviteiten binnen het ziekenhuis veel krachtiger. Door brede onderzoekslijnen te kiezen die hiervoor veel mogelijkheden bieden kan enerzijds iedere specialist binnen de eigen onderzoeksinteresses blijven werken, terwijl anderzijds toch meer structuur en inzicht, met name ook voor bijvoorbeeld externe financierende instanties wordt gecreëerd. 6.5 Ontwikkelgebieden: eigen onderzoekslijnen binnen het JBZ De Wetenschapscommissie van het JBZ wil het wetenschappelijk onderzoek in de volgende vier eigen onderzoekslijnen concentreren: 1. ‘Kanker, afweer en infecties’, 2. ‘Innovatie in Techniek’, 3. ‘Leven in balans’ en 4. ‘Hart & Vaten’. Er is gekozen voor brede onderzoekslijnen in nauwe samenhang met de speerpunten in het medisch beleidsplan (zie Bijlage 4) die aansluiten bij de interesses van de JBZ-professionals en plaats bieden aan zoveel mogelijk onderzoeksinitiatieven. Daarnaast is rekening gehouden met de maatschappelijke relevantie van de beoogde onderzoekslijnen, en de mogelijkheden voor externe financiering, zowel via de grote onderzoeksfondsen als via bedrijven in de regio en bijvoorbeeld het Food & Health initiatief. De Wetenschapscommissie streeft ernaar binnen iedere onderzoekslijn één JBZclinicus als primair verantwoordelijke voor 0,2fte binnen het Leerhuis aan te stellen, waarbij één van hen ook een algemeen coördinerende functie over de wetenschappelijke activiteiten van het JBZ als geheel heeft. Deze vier JBZ-clinici dienen ervaring te hebben met het uitvoeren van eigen onderzoek in het JBZ zelf, en in staat te zijn de uitbouw van de aan hen toevertrouwde onderzoekslijn JBZ-breed ter hand te nemen. De aanstelling is uitdrukkelijk niet bedoeld om primair aan eigen onderzoek of ten behoeve van de eigen vakgroep te kunnen werken. Een al opgebouwd nationaal en internationaal netwerk op wetenschappelijk gebied is onontbeerlijk voor een goede invulling van deze functies. In de komende jaren worden dan vier JBZ-clinici aangesteld. De primair verantwoordelijke voor de onderzoekslijn ‘Kanker, afweer en infecties’ is afkomstig uit een beschouwend of ondersteunend specialisme zoals bijvoorbeeld kindergeneeskunde of medische microbiologie, en heeft ervaring in zowel hemato-oncologie, immunologie als infectieziekten op het niveau van
19
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
patiëntenzorg en wetenschappelijk onderzoek. De professional die de onderzoekslijn ‘Innovatie in Techniek’ vorm gaat geven is afkomstig uit een specialisme waarin interventieprocedures en innovatieve technieken een belangrijke plaats hebben, zoals bijvoorbeeld radiologie, anesthesiologie of chirurgie, en heeft zelf daarin een actieve bijdrage op patiëntenzorg en wetenschappelijk niveau. De professional die de onderzoekslijn ‘Leven in balans’ gaat trekken is afkomstig uit één van de vele specialismen die zich met somatisch beschouwende of ondersteunende zorg bezighouden, en is in staat – het eigen vakgebied overstijgend – de zeer brede mogelijkheden van deze onderzoekslijn ten volle tot ontwikkeling te brengen. De professional die de onderzoekslijn ‘Hart & Vaten’ vorm gaat geven is afkomstig uit een specialisme waar veel wetenschappelijk onderzoek op dit terrein wordt verricht, zoals bijvoorbeeld cardiologie of interne geneeskunde, en is in staat de volle breedte van deze lijn ook buiten het eigen vakgebied in ontwikkeling te stimuleren. Het DB van de Wetenschapscommissie zal in overleg met de Raad van Bestuur deze aanstellingen proberen te realiseren, waarbij de te volgen procedure nog binnen de Wetenschapscommissie zal worden besproken. 6.5.1 ‘Kanker, afweer en infecties’ Deze onderzoekslijn sluit goed aan bij de speerpunten (hemato)oncologie en moleculaire diagnostiek in het medisch beleidsplan. Per jaar worden in het JBZ ongeveer 2000 nieuwe patiënten met maligne tumoren gediagnosticeerd en behandeld. Wat de hemato-oncologie betreft, positioneert het JBZ zich momenteel als regionaal centrum voor hematologische intensieve zorg (HIC-centrum) in samenwerking met het UMCN St. Radboud. Op het gebied van afweer en infecties lopen er een aantal succesvolle onderzoekstrajecten binnen het JBZ, op oncologisch gebied is er participatie in EORTC studies in samenwerking met het UMCN St. Radboud, en in Stichting HOVON studies (zie Bijlage 5). Meer dan 80% van de moleculair diagnostische analyses in het JBZ wordt verricht in het kader van de diagnostiek van infectieziekten. De moleculaire diagnostiek vervult ook een belangrijke rol bij de diagnostiek en behandeling van (hemato)oncologische patiënten. Naast de detectie van minimal residual disease (MRD) zal in de toekomst ook de farmacogenetica een belangrijke rol vervullen voor medicatiebepaling. Moleculair diagnostische methoden hebben mede aan de basis gestaan van een aantal lokaal geïnitieerde studies. De onderzoekslijn betreft de volle breedte van de geneeskunde en raakt alle medische specialismen, en heeft ook een duidelijk maatschappelijk belang. Demografische berekeningen voorspellen tussen 2000 en 2015 een groei in het aantal ouderen van circa 55%. Veroudering gaat gepaard met verminderde weerstand tegen infecties, en oncologische aandoeningen komen met het toenemen van de leeftijd in steeds hogere frequentie voor. Daarnaast bestaat de helft van de top 10 van ziekten in Nederland met de hoogste incidentie uit infectieziekten, gemeten over alle leeftijdscategorieën. Binnen de kindergeneeskunde ligt dit zelfs nog hoger. Op dit moment is 1/3 van de totale uitgaven aan preventieve maatregelen in Nederland gericht op infectieziektenpreventie. Resistentie tegen antimicrobiële middelen is in Nederland nog een relatief beperkt probleem, maar er is sprake van een stijging (b.v. MRSA), waaraan maatschappelijk en politiek gezien veel aandacht wordt besteed. Ook is er een toenemende maatschappelijke onrust betreffende grote uitbraken van infectieziekten (b.v. grieppandemie, vogelgriep, Legionella).
20
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
6.5.2 ‘Innovatie in techniek’ Deze onderzoekslijn sluit goed aan bij de speerpunten interventiecardiologie en minimaal invasieve chirurgie en de kernwaarde innovatie uit het medisch beleidsplan. De vakgroepen anesthesiologie, cardiologie, chirurgie, gynecologie, klinische fysica, nucleaire geneeskunde, radiologie, en urologie zijn allen actief bezig met innovatie in techniek zowel op het gebied van de patiëntenzorg als het wetenschappelijk onderzoek (zie Bijlage 6). Dit heeft al regelmatig tot media-aandacht geleid. Internationaal nemen de ontwikkelingen op het gebied van minimaal invasieve interventies een grote vlucht, vanuit maatschappelijk oogpunt is hier – gezien de patiëntvriendelijkheid en mogelijkheden voor kostenbesparing – ook veel belangstelling voor. Studies binnen deze onderzoekslijn bieden goede kansen voor het genereren van resultaten die op grote schaal in de directe patiëntenzorg geïmplementeerd kunnen worden, en die helpen de pluszorg, topreferente zorg en topzorg die het JBZ als STZ-ziekenhuis voorstaat (zie §2) verder te ontwikkelen. Het Innovatielab (zie §4.8) zou hieraan een belangrijke bijdrage kunnen leveren. 6.5.3 ‘Leven in balans’ Deze onderzoekslijn sluit goed aan bij de kernwaarden kwaliteit, innovatie en persoonlijke aandacht in het medisch beleidsplan. Alle vakgroepen met een beschouwende discipline zien grote groepen patiënten met chronische ziekten en problemen, die aanleiding kunnen geven tot zowel somatische als ondersteuningsgerichte onderzoeksvragen. Door de betere behandelingsmogelijkheden is dit een groeiende patiëntengroep. Ook de nietbeschouwende disciplines kunnen in deze onderzoekslijn interessante onderzoeksvragen onderbrengen. Mensen vinden het immers steeds belangrijker kwalitatief goede zorg te ontvangen die naar hun specifieke behoeftes is vormgegeven, waarbij zelfstandigheid en mondigheid van de patiënt een steeds grotere rol krijgen. De ondersteuning door paramedici heeft de afgelopen jaren een toename laten zien en een ontwikkeling doorgemaakt naar meer zelfstandig functioneren, en ook in deze beroepen ontstaan onderzoeksvragen die men beantwoord wil zien. Grote subsidiegevers zoals ZonMw spelen hier in hun programmaaanbod duidelijk op in. Binnen het JBZ gebeurt al veel onderzoek dat in deze onderzoekslijn past (zie Bijlage 7). Uitbouwen van deze initiatieven binnen de overkoepelende structuur van een onderzoekslijn zal de samenhang en daarmee de slagkracht en effectiviteit doen toenemen. Het thema ‘Food & Health’ zoals dat voor het toekomstige Zorgpark wordt ontwikkeld past ook goed bij deze onderzoekslijn. Kortom, ’Leven in balans’ biedt uitgelezen mogelijkheden om wetenschappelijk onderzoek op zowel somatisch als ondersteunend gebied in het JBZ verder te ontwikkelen. 6.5.4 ‘Hart & Vaten’ Deze onderzoekslijn sluit goed aan bij de kernwaarde kwaliteit, en het speerpunt interventiecardiologie in het medisch beleidsplan. Hart- en vaatziekten vormen een belangrijke doodsoorzaak onder de Westerse bevolking, en halen regelmatig het nieuws. Morbiditeit door hart- en vaatziekten bezorgt de samenleving een flinke kostenpost, en kan
21
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
de kwaliteit van leven van de individuele patiënt sterk doen afnemen. Met de vergrijzing zal het aantal patiënten met problemen binnen dit gebied bovendien alleen maar toenemen. Binnen het JBZ gebeurt al veel onderzoek op dit gebied (zie Bijlage 8), dat met het ontwikkelen van deze onderzoekslijn in verdere samenhang gebracht kan worden. Uiteenlopende specialismen zoals cardiologie, farmacologie, geriatrie, intensive care geneeskunde, interne geneeskunde, kindergeneeskunde, neurologie, oogheelkunde en vaatchirurgie zouden onderzoek binnen deze lijn kunnen verrichten. 6.6 Financiële aspecten Goede financiële randvoorwaarden zijn een conditio sine qua non om de in dit beleidsplan geformuleerde wetenschappelijke ambities binnen het JBZ te kunnen waarmaken. Voor de financiering van wetenschappelijke projecten staan in principe vier geldstromen ter beschikking. De eerste geldstroom betreft middelen die vanuit de eigen instelling ter beschikking worden gesteld. Binnen de tweede geldstroom vallen de middelen vanuit de overheid op basis van ingediende onderzoeksvoorstellen bij bijvoorbeeld NWO, ZonMw of SenterNovem; deze instellingen werken vaak op thematische basis, zodat het lang niet altijd mogelijk is subsidie aan te vragen. Bovendien is de hoge moeilijkheidsgraad van een aanvraag in combinatie met de lage slaagkans een forse belemmering. Om financiering te kunnen verkrijgen stellen deze fondsen doorgaans als voorwaarde dat ook de eigen instelling een aanzienlijk bedrag in het project investeert. Ook moet meestal een financiële basisgarantie worden afgegeven, o.a. in de vorm van gegarandeerde continuïteit van benodigde basisvoorzieningen. De derde geldstroom betreft de gezondheidszorg- en particuliere fondsen; deze zijn meestal orgaan- of ziektegericht, wat de mogelijkheden voor subsidieaanvragen beperkt. Ook deze fondsen stellen doorgaans als voorwaarde dat de eigen instelling een aanzienlijk bedrag in het project investeert. De vierde geldstroom bestaat uit contractonderzoek en onderzoek dat wordt gefinancierd door commerciële co-financiers en sponsors. 6.6.1 De eerste geldstroom De Wetenschapscommissie wil in overleg met de Raad van Bestuur, de VMS, het DB COC en het Leerhuis een intern onderzoeksbudget instellen. Dit intern onderzoeksbudget wordt gereserveerd voor wetenschappelijk onderzoek dat binnen het JBZ wordt geïnitieerd en uitgevoerd. Deze middelen zullen aan wetenschappelijk onderzoekers die werkzaam zijn in het JBZ worden toegekend volgens een standaardprocedure op basis van advisering door een nog in te stellen Wetenschappelijke Adviesraad, die los staat van de beoordeling door de METC / METOPP. In de standaardprocedure zal transparant worden gewerkt volgens een vaste systematiek, waarbij gemaakte keuzes worden verantwoord. De beoordeling zal plaats vinden op basis van een aantal kernpunten: de interne haalbaarheid, de kwaliteit, de relevantie en de mogelijkheden tot implementatie van de resultaten. Cruciaal is de interne haalbaarheid: is het onderzoek daadwerkelijk succesvol binnen de muren van het JBZ uit te
22
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
voeren, al dan niet met hulp van externe samenwerkingsrelaties. Als hieraan niet wordt voldaan is ondersteuning van het project niet zinvol. Vervolgens is een goede kwaliteit van het onderzoeksproject een belangrijke parameter, die vooral door de Wetenschappelijke Adviesraad zal worden beoordeeld. Belangrijke criteria voor toekenning zijn ook interdisciplinariteit, transmuralisatie en samenwerking met derden. In een separate notitie “Beoordelingsprocedures” zal dit vanaf eind 2007 verder door het DB van de Wetenschapscommissie worden uitgewerkt. Het intern onderzoeksbudget wordt – naast lokaal verkregen sponsoring – gevuld met gelden verkregen uit bijdragen van de Raad van Bestuur, de VMS, de artsassistentengelden, de co-assistentengelden, de trial- en sponsor-opslag gelden, en de clusterbudgetten. De onderhandelingen hiervoor zullen vanaf eind 2007 door het DB van de Wetenschapscommissie worden gevoerd. Een minimum van €100,000 per jaar is nodig om de in dit beleidsplan geschetste doelstellingen te kunnen behalen, waarvan circa de helft in kleinere bedragen aan primaire ondersteuning van onderzoeksprojecten zal worden toegekend, en het overige als benodigde startfinanciering ter ondersteuning van aanvragen voor de tweede of derde geldstroom zal worden ingezet. 6.6.2 De tweede en derde geldstroom Stevige ondersteuning bij het verwerven van externe gelden uit de tweede en derde geldstroom is noodzakelijk. Dat betreft zowel ondersteuning vanuit het Wetenschapsbureau om tot een zo kansrijk mogelijke subsidieaanvraag te komen, alsook ondersteuning vanuit het Projectbureau Subsidies wat behulpzaam kan zijn bij het aanboren van meer en minder bekende bronnen. Daarnaast is een intern onderzoeksbudget van voldoende omvang (zie 6.6.1) onontbeerlijk voor het betrekken van middelen uit de tweede en derde geldstroom, aangezien gedeeltelijke interne financiering een voorwaarde is die door alle fondsen wordt gesteld. 6.6.3 De vierde geldstroom Het JBZ hecht veel waarde aan het onderhouden van goede relaties met bedrijven en instellingen uit de regio. Het is zeker de moeite waard met hulp van het cluster Marketing & Communicatie op zoek te gaan naar sponsors voor de vier onderzoekslijnen van het JBZ. De Wetenschapscommissie zal hier het voortouw innemen. Het ‘Food & Health’ initiatief past hier bijvoorbeeld prima in. 6.7 Organisatie en coördinatie Het Wetenschapsbureau heeft een ondersteunende functie in de toekenning, het beheer en de verantwoording van verkregen middelen. Daartoe zal een projectadministratie worden gevoerd waarin de diverse onderzoeksprojecten en hun voortgang door de medewerker worden geregistreerd. Dit overlapt deels met de METC administratie voor mensgebonden onderzoek, beide taken kunnen door de medewerker van het Wetenschapsbureau worden gecombineerd. Door de ICT wordt hiertoe ondersteuning
23
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
geboden. De stafmedewerker van het Wetenschapsbureau functioneert als trialcoördinator, regisseert de METC-procedures, en coördineert de epidemiologische en statistische ondersteuning. Ieder jaar maakt het Wetenschapsbureau tesamen met de Wetenschapscommissie een jaarverslag. Daarin worden alle aan de METC aangeboden projecten beschreven met de uitkomst van de lokale haalbaarheidstoetsing en de medisch ethische toetsing indien van toepassing. Daarnaast worden alle lopende onderzoeksprojecten en de daaruit voortvloeiende wetenschappelijke output in het jaarverslag vermeld. De aanvragen voor toekenning van de interne wetenschapsgelden worden beschreven, en de procedure en uitkomst van de uiteindelijke selectie. Ook worden de instroom en het verbruik van de interne en externe middelen in het jaarverslag verantwoord. 6.8 Overige maatregelen Het scheppen van een goed wetenschappelijk klimaat in het gehele JBZ is essentieel om al het bovenstaande goed te kunnen uitvoeren. Er werken veel ANIOS in het JBZ, die mede de sfeer binnen een vakgroep bepalen. Voor hun verdere carrière, en voor een goede verdeling van de interesses binnen een vakgroep, is het daarom van belang ook hen te stimuleren tot het verrichten van wetenschappelijk onderzoek in het JBZ. Journal clubs binnen vakgroepen, maar ook JBZ-breed, kunnen zeker bijdragen tot het ontwikkelen van een positief kritische instelling, de voorwaarde voor een goed wetenschappelijk klimaat in de organisatie. De Wetenschapscommissie zal zich met de organisatie van dit soort activiteiten gaan bezighouden.
7. Evaluatie In 2011 stelt de Wetenschapscommissie een finale evaluatie op van de uitkomsten van het beleid zoals dat in de periode van het onderhavige beleidsplan (2007-2011) is gevoerd. Op basis van die evaluatie en een hernieuwde SWOT-analyse wordt in 2011 een nieuw beleidsplan voor de daarop volgende periode van vijf jaar (2011-2015) door de Wetenschapscommissie opgesteld.
24
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
BIJLAGEN Bijlage 1.
Overzicht topklinische en topreferente functies in het JBZ volgens het jaarverslag 2006.
Bijlage 2.
Samenstelling van de besproken samenwerkingsverbanden.
Bijlage 3.
Overzicht van de wetenschappelijke presentatie van een selectie van enkele STZ-ziekenhuizen in hun jaarverslag en op hun website.
Bijlage 4.
De JBZ-onderzoekslijnen in relatie tot de speerpunten in het medisch beleidsplan.
Bijlage 5.
Toelichting bij de onderzoekslijn ‘Kanker, afweer en infecties’.
Bijlage 6.
Toelichting bij de onderzoekslijn ‘Innovatie in techniek’.
Bijlage 7.
Toelichting bij de onderzoekslijn ‘Leven in balans’.
Bijlage 8.
Toelichting bij de onderzoekslijn ‘Hart & Vaten’.
25
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
Bijlage 1. Overzicht topklinische en topreferente functies in het JBZ volgens het jaarverslag 2006. Oogheelkunde
Derdelijns behandelcentrum voor patiënten met verschillende vormen van macula degeneratie middels photodynamische therapie en intravitreale behandelingen. Derdelijnscentrum voor refractiechirurgie en –pathologie. Derdelijnscentrum voor de (overige) oogheelkunde (complexe cataractoperaties vinden binnen JBZ plaats; ook glaucoom chirurgie wordt uitgevoerd). Complexe traanwegchirurgie in samenwerking met de Keel-, Neus- en Oorheelkunde.
Keel- Neus- en Oorheelkunde
Derdelijnscentrum voor complexe oor- en gehoorchirurgie. Centrum voor bone anchored hearing aid. Derdelijnscentrum voor vertigo onderzoek en behandeling. Derdelijnscentrum voor spraak-, taal- en stemstoornissen en achterstanden. Botuline toxine behandeling van spastische dysfonie en hypersalivatie, in samenwerking met Neurologie. Audiologisch centrum in samenwerking met Viataal. Slaapapneu onderzoek en behandeling in samenwerking met Neurologie.
Chirurgie
Thoraxchirurgie. Centrum of excellence en ‘last resort’ voor longchirurgie en experimentele longchirurgie. Complexe galweg (tumor) en pancreas chirurgie. Derdelijnscentrum voor grote boogvatoperaties. Laparoscopische colonchirurgie en TEMbehandeling. Derdelijnscentrum voor behandeling van cerebropetale vaten. Thoracale en thoraco-abdominale aneurysmachirurgie (TAAA). Derdelijnscentrum voor gastrointestinale chirurgie (toepassing en productontwikkeling van nieuwe minimaal invasieve gastro-intestinale operaties; complexe slokdarmchirurgie en maagchirurgie; bijzondere operaties en behandelingen van Colitis ulcerosa en Crohn, al dan niet met endotechniek). Derdelijnscentrum voor Bariatrische chirurgie, waaronder maagbanden. Productontwikkeling en innovatie in de gastro-intestinale chirurgie. Derdelijnscentrum voor oncologische chirurgie. Traumazorg (erkend subcentrum voor traumatologie). Mobiele Intensive Care unit. Bijzondere taken in het kader van regionale Spoedeisende Hulp-afspraken. Bijzondere taken in het kader van de Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen, toezicht op rampenopvangplannen. Derdelijnscentrum in de flebologie. Productontwikkeling en innovatie in de proktologie. Chivo opleiding longchirurgie.
Urologie
Derdelijnscentrum voor urologische oncologie. Laparoscopische retroperitoneale lymfklierdissectie bij testis tumoren. Operatieve behandeling inclusief totale liesklierdissectie van het gemetastaseerd penisca. Orthotope blaasvervanging. Niertumoren met uitbreidingen. Derdelijnscentrum voor (brachytherapie van) prostaatcarcinoom. Derdelijnscentrum voor innovatieve laparoscopische technieken in de oncologische urologie. Productontwikkelingen urologische tumoren met préklinisch onderzoek. Derdelijnscentrum voor hormonale andrologische stoornissen en/of seksuele disfuncties. Penisprothese. Centrum voor genitale reconstructieve chirurgie bij kinderen. Centrum voor reconstructieve urochirurgie bij volwassenen. Derdelijnscentrum voor incontinentiebehandeling. Derdelijnscentrum voor neuromodulatie urologie. Productontwikkeling van de botoxbehandeling van de overactieve blaas. TUM-T productontwikkeling.
Plastische Chirurgie
Complexe oculoplastische chirurgie. Complexe pols/handchirurgie. Centrum voor genitale reconstructieve chirurgie bij kinderen. Centre of excellence voor de plastische chirurgie. Derdelijnscentrum voor plastische en reconstructieve chirurgie in bijzondere gevallen (plastische (borst) reconstructie met vrije lappen).
Orthopedie
Centrum voor complexe operaties en gevallen inzake banden, heupen, knieën en sporttraumatologie. Schouderprothesiologie. Derdelijnscentrum voor arthroscopie. Schouderoperaties. Derdelijnscentrum voor wervelkolomchirurgie. Derdelijnscentrum voor sportgeneeskunde.
Mondheelkunde
Centre of excellence voor het plaatsen van permucosale implantaten volgens de Nobel Bio-guide methode. Speekselsteenvergruizing. Behandelingen met de Waterlaser.
Anesthesiologie
Derdelijnscentrum voor acute en chronische pijnbestrijding. Derdelijnscentrum voor neurologische pijnbestrijding. Bronchoscopie bij kinderen. Centrum voor loco regionale anesthesie.
26
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
Longziekten
Derdelijnscentrum voor longtumorbehandelingen met radiotherapie. Multidisciplinaire revalidatie astma/COPD.
Gynaecologie
Seksuologie. Uterus embolisaties in samenwerking met interventieradioloog. Derdelijnscentrum voor complexe gynaecologische operaties. Derdelijnscentrum voor prenatale diagnostiek en erfelijkheidsadvisering. Derdelijnscentrum voor geassisteerde voortplanting (IIVF/ICSI-transportkliniek, Semenbank). Productontwikkeling en innovatie in de gynaecologie: Essure sterilisatie, ambulante therapeutische hysteroscopie.
Klinische Chemie en Hematologie
Geavanceerde chemieverrichtingen voor andere ziekenhuizen. Experimentele klinisch chemische diagnostiek in préklinische- en overgangsfase. Hemato-oncologische laboratoriumdiagnostiek inclusief moleculaire diagnostiek van bloed en beenmerg. Gespecialiseerd stollingslaboratorium inclusief moleculaire diagnostiek. Diagnostiek van hemoglobinopathien. Geavanceerde transfusiegeneeskunde. Wetenschappelijk onderzoek op het gebied van trombocyten pathologie.
Moleculaire Diagnostiek
Geavanceerde moleculairbiologische diagnostiek van somatische en overerfbare aandoeningen, micro-organismen en farmacogenetica.
Medische Microbiologie
Geavanceerde microbiologie verrichtingen voor andere ziekenhuizen en regio. Afdeling moleculaire biologie voor ontwikkeling diagnostiek en ondersteuning van epidemiologie. Centraal meldpunt prikaccidenten. Centrum voor reizigerszorg in samenwerking met de GGD. Polikliniek voor patiënten met MRSA of andere multiresistente micro-organismen. Wetenschappelijke onderzoekslijnen.
Pathologie
Geavanceerde pathologieverrichtingen voor andere ziekenhuizen.
Farmacologie
Gespecialiseerde klinische farmacologie en toxicologie. Geavanceerde farmacie verrichtingen voor andere ziekenhuizen. Experimentele farmacie in preklinische- en overgangsfase.
Klinische Fysica
Health Technology Assessment. Technology Risk Management.
Kindergeneeskunde
Kinderincontinentieteam. Psychosociale problematiek bij kinderen (multidisciplinair; ADHD, Kindermishandeling). Kinderurologie. Kinderoncologie in samenwerking met UMC St Radboud te Nijmegen. Spierteam. HAIO-team (hematologische, auto-immunologische en oncologische aandoeningen). Neonatologie Post IC/HC. Lipidenpolikliniek. Zorg voor kinderen met Syndroom van Down. Kindergastro-enterologie en scopieën. Eetteam. Kinderdiabetesteam en insulinepompbehandeling. Poli allergologie. Cystic fibrose behandeling.
Geriatrie
Centrum voor geheugenproblematiek (diagnostiek en behandeling). Valpolikliniek. Geriatrisch consult team voor diagnostiek en behandeling delier. Incontinentiepolikliniek. Derdelijnscentrum-functie voor klinische geriatrie. Triage polikliniek.
Revalidatie
Regionaal centrum voor multidisciplinaire specialistische revalidatiebehandeling. Diabetische voetpolikliniek. Botuline toxine of fenol behandeling van spasticiteit. Productontwikkeling van Dupuytren nabehandeling. VSN adviescentrum (Vereniging Spierziekten Nederland). Productontwikkeling van verbeterde decubitusbehandeling. Revalidatiecentrum voor pijnrevalidatie en revalidatietechnologie. Productontwikkeling en innovatie van de invasieve pijnbestrijding: neuromodulatie.
Reumatologie
Regionale zorg reumatologie Noordoost-Brabant. Diagnostiek ziekte van Bechterew. Derdelijnscentrum complexe en bijzondere reumatologie. Geavanceerde radiofarmaca therapie door de nucleaire geneeskunde. Reumadagbehandeling. Derdelijnscentrum voor osteoporose.
Intensive Care
Level 3 IC (CBO richtlijn 2006). Locaal MICU (Mobiele Intensive Care Unit) team. Spoed interventie team. NICE-registratie. PDMS (elektronisch dossier).
Dermatologie
Varicesbehandeling, onder andere (foam)sclerose en ambulante flebectomie. Ulcus cruris, transmurale behandeling. Polikliniek voor systemische behandeling psoriasis. Chemische peelings en laserbehandelingen.
27
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
Neurologie
Multiple Sclerosecentrum. Trombolyse na herseninfarct. Humaan-immunoglobuline behandeling van polyneuropathie. Botuline toxine behandeling van focale dystonieën. Hoofdpijn/migraine centrum, ontwikkeling. Topklinische zorginnovatie voor Parkinson. Stroke unit in samenwerking met Medische Psychologie. Multidisciplinair slaapcentrum (in samenwerking met Keel-, Neus en Oorheelkunde en Longziekten).
Interne Geneeskunde
Multidisciplinair oncologisch centrum. Supraregionale zorg voor testiscarcinoom. Derdelijnscentrum voor hemodialyse (ook nacht). Derdelijnscentrum voor hematooncologie. Derdelijnscentrum voor diabetesvoeten. Hematologische Intensive Care. Zorg voor zeldzame hematologsiche ziektes (mastocytose, trombotische thrombocytopenische purpura). Multidisciplinaire polikliniek voor risicofactoren van hart- en vaatziekten. Osteoporosepolikliniek.
Maag, Darm, Lever
Hepatologie. Embolisatie van tractus digestivus bloedingen in samenwerking met interventieradioloog. Centrum gespecialiseerd in inflammatoire darmziekten. Derdelijns diagnostiek en interventies door de MDL-arts (ERCP, stentplaatsing, laserbehandeling, Endoscopische Mucosale Resecties, slokdarmmanometrie).
Cardiologie
Centrum voor complexe hartrevalidatie. 64 multi-slice CT beeldvorming van hart en hartkransslagaderen. SPECT-gammacamera beeldvorming van het myocard. Hartkatheterisatie. Regionaal centrum met level 3 IC en mogelijkheden voor intra-aortaal. Ballonpomp.
Radiologie
Derdelijnscentrum voor veneuze en arteriële interventies door de interventieradiologie. Derdelijnscentrum voor overige interventies door de interventieradiologie, met name: echogeleide radiofrequente ablatie van levermetastasen; longembolie behandeling (thrombectomie); dotterdilataties/stenting van ductus lasonacrimalis. Derdelijnscentrum voor radiodiagnostiek. Samenwerking met andere vakgroepen en specialismen op derdelijnsniveau.
Nucleaire Geneeskunde
Positronemissietomografie (PET-CT). SPECT-gammacamera. Geavanceerde radiofarmaca therapie door de Nucleaire Geneeskunde. Geavanceerde nucleaire diagnostiek voor andere ziekenhuizen.
Bron: Jaarverslag JBZ 2006
28
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
Bijlage 2. Samenstelling van de besproken samenwerkingsverbanden.
OOR-ON Actief samenwerkend binnen de OOR-ON: UMC St. Radboud Nijmegen Jeroen Bosch Ziekenhuis `s-Hertogenbosch Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis Nijmegen Alysis Zorggroep (Rijnstate Arnhem; Velp; Zevenaar) Sint Maartenskliniek Nijmegen Slingeland Ziekenhuis Doetinchem TweeSteden Ziekenhuis Tilburg/Waalwijk Behorende tot de OOR-ON, maar (nog) niet participerend in de bestuurlijk-inhoudelijke samenwerking: Ziekenhuis Bernhoven Oss / Veghel Streekziekenhuis Koningin Beatrix Winterswijk Maasziekenhuis Boxmeer. Ziekenhuizen in het grensgebied met beperkte samenwerking met de OOR-ON: Maxima Medisch Centrum Veldhoven Ziekenhuis Gelderse Vallei Ede
Brabant Medical School Catharina-ziekenhuis Eindhoven St. Elisabeth Ziekenhuis Tilburg Máxima Medisch Centrum Eindhoven / Veldhoven Elkerliek Ziekenhuis Helmond St. Anna Zorggroep Geldrop TweeSteden Ziekenhuis Tilburg Amphia Ziekenhuis Breda Technische Universiteit Eindhoven Universiteit van Tilburg Fontys Hogescholen (Eindhoven en Tilburg) Avans Hogeschool (Breda en Tilburg)
29
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
Bijlage 3. Overzicht van de wetenschappelijke presentatie van een selectie van enkele STZ-ziekenhuizen in hun jaarverslag en op hun website.
Website
Jaarverslag
Intern wetenschaps fonds
Leerstoel
+
Wetenschap ++
-
Bijzondere leerstoel verplegingswetenschap samen met UMCN St. Radboud en Hogeschool Arnhem/Nijmegen
Vermelding publicaties, promoties
-
-
+
Vermelding publicaties, abstracts, voordrachten
-
-
Vermelding publicaties, presentaties, posters
-
-
METC verslag
-
-
METC verslag
Hoogleraar infectiepreventie
Lijst wetenschap AIOS
Vermelding BMS
Vermelding BMS
Beleidsvisie 2003-2007: investeren in onderwijs en wetenschap
METC verslag
MMC Veldhoven (BMS, OOR-ON)
Wetenschap ++
Vermelding publicaties, promoties
+
Wetenschap ++ Verslag intern wetenschappelijk fonds
Vermelding BMS
MCA Alkmaar
Catharina Eindhoven (BMS)
St. Elisabeth Tilburg (BMS)
CWZ Nijmegen (OOR-ON)
+
Weten schaps bureau
Alysis Arnhem (OOR-ON)
Wetenschap ++
Wetenschaps commissie
+
+
Beleidsplan: wetenschap speerpunt
Bijzonder leerstoel Obstetrie samen met TU Eindhoven
Wetenschap ++ METC verslag
Vermelding BMS +
Wetenschap ++
+
Twee hoogleraren voor onderwijs en opleiding MCA / VUMC
30
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
Jaarverslag
+
+
Wetenschap +
+
+
Wetenschap +
Wetenschap +
Wetenschap +
Medisch Spectrum Twente Enschede
Wetenschap +
Wetenschap +
MC Haaglanden Leidschendam /Den Haag
Wetenschap +
Wetenschap +
Wetenschap +
St. Antonius Nieuwegein
Wetenschap +
Wetenschap +
Wetenschap +
MCL Leeuwarden
OLVG Amsterdam
Weten schaps bureau
Atrium MC Heerlen
Wetenschaps commissie
Reinier de Graaf Delft
Website
Wetenschap +
Wetenschap +
Intern wetenschaps fonds
Leerstoel
31
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
Bijlage 4. De JBZ-onderzoekslijnen in relatie tot de speerpunten in het medisch beleidsplan.
LEERHUIS JBZ
MEDISCH BELEIDSPLAN
BELEIDSPLAN WETENSCHAP
ONDERWIJS
Kanker, afweer en infecties
OPLEIDING
Leven in balans
Interventie in Techniek
Moleculair biologische diagnostiek
(Hemato) oncologie
Minimaal invasieve chirurgie
Hart & Vaten
Interventie cardiologie
KENNIS & EXPERTISECENTRUM JBZ
KWALITEIT
INNOVATIE
32
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
Bijlage 5. Toelichting bij de onderzoekslijn ‘Kanker, afweer en infecties’ Infectieziekten ontstaan bij een individu in een keten van gebeurtenissen ten gevolge van een interactie tussen de microbiële verwekker, gastheerfactoren (de afweer) en omgevingsfactoren. Hemato-oncologische patiënten hebben een verzwakte afweer en ondervinden veel infectieuze comorbiditeit. Deze interactie tussen de (hemato)oncologie, infectiologie en immunologie heeft ertoe geleid dat op veel plaatsen zowel patiëntenzorg als wetenschappelijk onderzoek in deze vakgebieden in samenhang worden verricht. Een algemeen ziekenhuis met een belangrijke regionale functie zoals het JBZ leent zich vanwege het grote patiëntenaanbod bij uitstek voor een onderzoekslijn op het gebied van infectie en afweer. Het speerpunt (hemato)oncologie in het medisch beleidsplan van het JBZ leidt tot grote aantallen (hemato)oncologische patiënten; ook het speerpunt moleculaire diagnostiek speelt een belangrijke rol binnen deze onderzoekslijn. Dit alles maakt de combinatie van reeds bestaande studies in een onderzoekslijn ‘Kanker, afweer en infecties’ tot een logische keuze. De afdelingen die binnen deze onderzoekslijn actief kunnen zijn betreffen Chirurgie, Farmacologie, Gynecologie, Medische microbiologie, Kindergeneeskunde, Klinische chemie en hematologie, Longziekten, Interne Geneeskunde, Moleculaire Diagnostiek, Pathologie en Urologie. Op dit moment lopen er diverse studies in het JBZ die binnen de reikwijdte van deze onderzoekslijn vallen: Infectiologie - Ontwikkeling van moleculair diagnostische testen voor infectieuze verwekkers (één zelfs octrooi voor verkregen). - Community acquired MRSA en ‘varkens MRSA’. - Snelle detectie van antimicrobiële resistentie met gebruik van Anapore, een poreus keramisch materiaal. - Kwaliteitsproject ‘Regionaal Meldpunt Prikaccidenten’ voor geprotocolleerde afhandeling van prik-, spat-, snij- en bijtongevallen; dit heeft landelijke uitrol gekregen in ArboNed, een landelijke arbodienstverlener, en de protocollen zijn vertaald naar een landelijke richtlijn. - Lymfocytensubpopulaties bij patiënten met een pneumonie op basis van Legionella pneumophila serogroep 1. - Een retrospectieve studie naar de voorspellende waarde van het C-reactief proteïne gehalte, het leucocytengetal en het absolute lymfocytengetal voor een positieve bloedkweek bij patiënten op de afdeling Spoedeisende Hulp. (Hemato)oncologie - Deelname aan diverse EORTC studies. - Deelname aan diverse Stichting HOVON studies. - De ontwikkeling en toepassing van nieuwe methoden en moleculaire markers voor de diagnostiek en monitoring van tumoren; deze lijn wordt uitgevoerd in samenwerking met de laboratoria Klinische Chemie en Hematologie en Moleculaire Diagnostiek. Immunologie - Lymfocytensubpopulaties bij kinderen met het syndroom van Down. - M-proteïnen bij kinderen met het syndroom van Down. - Vaccinatieresponsstudies bij kinderen met het syndroom van Down (tetanus, difterie, pneumokokken). - Lymfocytensubpopulaties bij prematuren, met longitudinale follow-up. - Stamboom- en genetisch onderzoek bij families met patiënten met Common Variable ImmunoDeficiency (een antistofdeficiëntie). - Dubbelblinde placebogecontroleerde koemelkprovocatietesten met aandacht voor late reacties en lange termijn follow-up. - Consensusontwikkeling diagnostiek bij vermoeden van een afweerstoornis op Europees niveau. - Immunodiagnostiek bij primaire immuundeficiënties.
33
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
- Interleukine-18 en complementsysteem studies bij Legionella patiënten. Chirurgie: - Beeldvorming bij het mammacarcinoom. - De schildwachtklierstatus van het mammacarcinoom en het DCIS. - Radio Frequente Ablatie van het mammacarcinoom. - Sentinel node bij het maagcarcinoom. - De rol van neoadjuvante chemotherapie bij het operabel maagcarcinoom. - Sentinel node bij het colorectale carcinoom. - Resultaten van colorectale chirurgie en resecties van metastasen van het colorectale carcinoom. - De lymfeklierstatus en de waarde van micrometastasen bij het colorectale carcinoom. - De waarde van peroperatieve kweken bij appendicitis acuta. Gynecologie: - De voorspellende waarde van de Chlamydia antistoftiter en het CA-125 voor de aanwezigheid van tubapathologie bij subfertiele vrouwen. Radiologie: - Beeldvorming bij het mammacarcinoom. - Radio Frequente Ablatie van het mammacarcinoom. - De waarde van een lymfklierspecifiek contrastmiddel ter stadiëring van het prostaatcarcinoom (promotie-onderzoek A. Hövels). - Magnetisch resonantie lymfangiografie als substitutie voor lymfklierdissectie bij prostaatcarcinoom (promotie-onderzoek R. Heesakkers). Urologie: - De oppervlakkige blaastumoren zijn met de klassieke cystoscopie soms moeilijk te herkennen. Door de blaas voor de scopie te spoelen met een kleurgelabelde tumormarker kan bij scopie met blauwlicht de aanwezigheid van tumor of CIS beter worden beoordeeld. Hierdoor wordt een betere stadiëring en behandeling van patiënten met een blaascarcinoom mogelijk. In de nabije toekomst zijn de volgende ontwikkelingen voorzien: - Proefschrift van Paul van Wijk, ziekenhuishygiënist, over het prikaccidenten onderzoek met dr. Peter Schneeberger als co-promotor. - Proefschrift Peter de Jager, internist-intensivist, op het Legionella/lymfopenie onderzoek met dr. Peter Wever als co-promotor. - Een 3-jarige syndroom surveillance studie naar community-acquired pneumonie geïnitieerd vanuit het RIVM met het Groot Ziekengasthuis als exclusieve onderzoekslocatie (beoogde startdatum oktober 2007). - Uitbreiding van de vaccinatieresponsstudies bij kinderen met het syndroom van Down. - Normaalwaarden onderzoek van immunologische tests. - Ontwikkelen van microtestsysteem voor lymfocytenproliferatie. - Intraveneuze immunoglobulinesubstitutie versus antibiotische profylaxe bij IgG-subklassen en/of polysacharideantistofdeficiëntie. - Projecten m.b.t. MRSA (sneldiagnostiek, epidemiologie van community acquired MRSA in de huisartsenpraktijk en op de polikliniek chirurgie, veehouderijen. - De ziekenhuisapotheek (ZANOB) wil en kan participeren in onderzoek gericht op individuele ("farmacogenetische") variaties in therapierespons en toxiciteit bij oncolytica en immunosuppressiva. Expertise en gespecialiseerde onderzoeksapparatuur (laboratorium apotheek en laboratorium moleculaire diagnostiek) zijn aanwezig om de variaties van enzymen, transporteiwitten en receptoren te linken aan optimale farmacotherapie. Er kan gedacht worden aan replicatie van associatiestudies, een farmacogenetische component in bestaande studies onderbrengen (eventueel retrospectief op oud PA-materiaal), epidemiologisch statusonderzoek, logistiek en toediening van oncolytica, comfortabeler toedienen van oncolytica, onderzoek naar de arbeidsomstandigheden van de medewerkers
34
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
op oncologische afdelingen. Enkele concrete voorbeelden zijn: de CYP2D-status in relatie tot respons en/of toxiciteit van Tamoxifen bij mammacarcinoom; DPYD-status en toxiciteit bij 5fluoruracil en dihydropyrimidinedehydrogenase, en irinotecan, UDP-glucuronosyltransferase (UGT1A1) en ernstige neutropenie bij colorectaal carcinomen; door aanleg voor TPMT kan toxiciteit bij azathioprine en 6MP voorspeld en/of verklaard worden; multi-drug resistance; spiegelbepalingen. Dit alles met als doel dat farmacotherapie voor de patiënt én de medewerker efficiënter en veiliger wordt. Ook vanuit de ICU, SEH, en de vele andere disciplines die raakvlakken met deze onderzoekslijn hebben zouden bijdragen kunnen worden geleverd. Er zijn diverse publicaties en abstracts voortgekomen uit JBZ-studies die binnen de reikwijdte van deze onderzoekslijn vallen: 1. Penninx J, de Bruin JP, Schneeberger PM, Hamilton CJCM. The ability of Chlamydia antibody test and CA-125 to predict pelvic pathology in subfertile women. Submitted. 2. van de Veerdonk FL, de Jager CPC, Schellekens JJA, Huijsmans CJJ, Beaumont F, Hermans MHA, Wever PC. Presence of Legionella pneumophila DNA in serum samples during Legionnaires’ disease in relation to C-reactive protein levels. Submitted. 3. van de Veerdonk FL, Bisschops LLA, Hermans MH, Wever PC, Huijsmans CJJ, Weers-Pothoff G, Schneeberger PM. Viral loads of Epstein-Barr virus (EBV) and Cytomegalovirus (CMV) in immunocompetent patients with infectious mononucleosis. Abstract Interscience Conference on Antimicrobial Agents and Chemotherapy 2006. 4. van der Hoeven AM, Scholing M, Wever PC, Fijnheer R, Hermans M, Schneeberger PM. Lack of discriminating signs and symptoms in clinical diagnosis of influenza of patients admitted to the hospital. Infection 2007;35:65-8. 5. Janssen MJR, Schneeberger PM, de Boer WA, Laheij RJF, Jansen JBMJ. Prevalentie van metronidazol en clarithromycine resistente Helicobacter pylori in de regio 's-Hertogenbosch. Ned Tijdschr Geneesk 2005;149:2175-7. 6. Tjon GM, Wijkmans CJ, Coutinho RA, Koek AG, van den Hoek JA, Leenders AC, Schneeberger PM, Bruisten SM. Molecular epidemiology of hepatitis A in Noord-Brabant, The Netherlands. J Clin Virol 2005;32:128-36. 7. Peters CWM, Brouwers M, van der Zanden AGM, Bruisten SM, Harmsen HG, Schneeberger PM, Weers-Pothoff G, Hermans MHA. Specific and sensitive detection of Neisseria gonorrhoeae in clinical specimens by real time PCR. J Clin Microbiol 2005;43:5653-9. 8. Schneeberger PM, Dorigo-Zetsma JW, van der Zee A, van Opstal JL. Diagnosis of atypical pathogens in patients hospitalised with community-acquired respiratory infection. Scand J Infect Dis. 2004;36:269-73. 9. Mathoera RB, Wever PC, Rozendaal W, Broekman JM, de Jager CPC. Intravascular changes during activated protein C/immunoglobulin combination therapy for necrotising fasciitis caused by invasive Group A Streptococcus: a case-report. Submitted 10. Scholing M, Drenth JPH, PM Schneeberger PM. Solitary liver abcesses due to Listeria monocytogenes and review. Infection, in press. 11. van Brummelen SE, de Vries E, Schneeberger PM, van Binnendijk RS, Lestrade P, Wever PC. Twee patiënten met de bof. Ned Tijdschr Geneeskd 2006;150:1732-5. 12. Dillingh SJ, Jira P, Wolters B, Morroy G, Beutler J, Schneeberger PM. Twee patiënten met een Hantavirus-infectie; sterke toename van de incidentie in de ons omringende landen. Ned Tijdschr Geneesk 2006;150:1303-6. 13. van de Veerdonk FL, Schneeberger PM. Patient with fever and diarrhea. Clin Infect Dis 2006;42:994-5,1051-2. 14. Smeets LC, Lestrade PJ, de Visscher AVM, Schneeberger PM. Heesheid bij een tropenganger door een infectie van de larynx met Histoplasma capsulatum. Ned Tijdschr Geneesk 2005;149:657-9. 15. Kemink SAG, Fouchier RAM, Rozendaal FW, Broekman JM, Koopmans M, Osterhaus ADME, Schneeberger PM. Een fatale infectie door aviair influenza A (H7N7) virus en aanpassing van het preventiebeleid. Ned Tijdschr Geneeskd 2004;148:2190-4.
35
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
16. Hermans MHA, inventor Jeroen Bosch Hospital, assignee. Internationale Octrooi aanvrage: Neisseria gonorrhoeae assay. The Netherlands. 2006 9 feb 2006. 17. Huijsdens XW, Janssen M, Renders NH, Leenders AC, van Wijk PT, van Santen-Verheuvel MG, Koel J, Morroy G. Methicillin-resistant Staphylococcus aureus in a Beauty Salon. Submitted. 18. Renders NH, Janssen M, Leenders AC. Clindamycine is niet geschikt voor de behandeling van “varkens” MRSA. Ned Tijdschr Geneeskd, in press. 19. Leenders AC, Renders NR, Pelk M, Janssen M. Tonsillectomy for treatment of persistent methicillin-resistant Staphylococcus aureus throat carriage. J Hosp Infect 2005;59:266-7. 20. Ingham CJ, van den Ende M, Wever PC, Schneeberger PM. Rapid antibiotic sensitivity testing and trimethoprim-mediated filamentation of clinical isolates of the Enterobacteriaceae assayed on a novel porous culture support. J Med Microbiol 2006;55:1511-9. 21. Ingham CJ, van den Ende M, Pijnenburg D, Wever PC, Schneeberger PM. Growth and multiplexed analysis of microorganisms on a subdivided, highly porous, inorganic chip manufactured from anopore. Appl Environ Microbiol 2005;71:8978-81. 22. van Wijk PT, Pelk M, Wijkmans C, Voss A, Schneeberger PM. Improving handling of blood exposure accidents; a 3 year prospective study. Submitted. 23. van Wijk PT, Pelk M, Wijkmans C, Timen A, Voss A, Schneeberger PM. Variation in interpretation and counselling of blood exposure incidents. Am J Infect Control, in press. 24. van Wijk PT, Pelk M, Wijkmans C, Voss A, Schneeberger PM. Quality control for handling of accidental blood exposures. J Hosp Infect 2006;63:268-74. 25. van Wijk PT, Pelk M, de Boer E, Voss A, Wijkmans C, Schneeberger PM. Differences between hospital- and community acquired blood exposure incidents revealed by a regional expert counseling center. Infection 2006;34:17-21. 26. de Jager CPC, Gemen EFA, Weers-Pothoff G, Mathoera RB, Beaumont F, Walsh IBB, Wever PC. Dynamics of peripheral blood lymphocyte subpopulations in the acute and subacute phase of Legionnaires’ disease. Abstract European Working Group for Legionella Infections 2007. 27. de Jager CPC, Mathoera RB, de Jongh-Leuvenink J, Wever PC. Significance of absolute lymphocytopenia in prediction of bacteremia. Abstract Interscience Conference on Antimicrobial Agents and Chemotherapy 2007. 28. Kusters MA, van der Vossen PW, Gemen EF, Wever PC, Peer PG, de Jongh-Leuvenink J, de Vries E. Normal CD8+ Tlymphocyte subpopulations after cytomegalovirus infection in children with Down syndrome. Abstract European Society of Pediatric Infectious Diseases 2007. 29. Netea MG, Schneeberger PM, de Vries E, Kullberg BJ, van der Meer JW, Koolen MI. Th1/Th2 cytokine imbalance in a family with hyper-IgE syndrome. Neth J Med 2002 (60) 349-53. 30. Levelink B, van Dissel JT, van Dongen JJM, de Vries E. Pulmonary Mycobacterium avium intracellulare infection in an immunocompetent child. Ped Inf Dis J 2004 (23) 892. 31. de Hingh YCM, van der Vossen PW, Gemen EFA, Mulder AB, Hop WCJ, Brus F, de Vries E. Intrinsic abnormalities of lymphocyte counts in children with Down Syndrome. J Pediatr 2005 (147) 744-747. 32. de Vries E, for the Clinical Working Party of the European Society for Immunodeficiencies (ESID). Patient-centred screening for primary Immunodeficiency: a multi-stage diagnostic protocol designed for non-Immunologists. Clin Exp Immunol 2006;145:204-214. 33. van de Loo M, Walstra BRJ, Plat AW, de Vries E. A five-year-old girl with low-grade fever and pain in the leg. Acta Paediatrica 2007 (96) 764-767. 34. Boele van Hensbroek M, de Vries E, Dolan G, Schneeberger P. A rash and petechiae as presenting symptoms of Q fever. Pediatr Infect Dis J 2000 (19) 358. 35. Nijenhuis T, Klasen I, Weemaes CMR, Preijers F, de Vries E, van der Meer JWM. Common variable immunodeficiency (CVID) in a family: an autosomal dominant mode of inheritance. The Netherlands Journal of Medicine 2001 (59) 134-139.
36
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
36. de Vries E, Visser DM, van Dongen JJM, Jacobs JWFM, Hoekstra JH, van Tol MJD. Oligoclonal gammopathy in phenotypic diarrhea. J Ped Gastroenterol Nutr 2000 (30) 349-351. 37. van Dijk IAG, de Vries E. Meningokokkenziekte: lang niet altijd een fulminant beloop. Tijdschr Kindergeneeskd 2006;74:97100. 38. van der Vossen PW, Gemen EFA, de Hingh YCM, Mulder AB, de Vries E. Opvallende B-lymfopenie bij kinderen met Down syndroom. 24e congres Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde, Veldhoven, 2002. 39. bij de Vaate A, Bökkerink J, de Vries E. Antistofdeficiëntie tijdens leukemiebehandeling: een onderbelicht probleem. 27e congres Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde, Veldhoven, 2005. 40. Delemarre LC, van der Burg M, van Dongen JJM, de Vries E. Klinische toepasbaarheid van ontwikkelingen in het CVIDonderzoek. 27e congres Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde, Veldhoven, 2005. 41. Netea MG, Schneeberger P, de Vries E, van der Meer JWM, Koolen M. A family with Job’s syndrome: recurrent infections, chronic eczema, high IgE concentrations and a distorted Th1/Th2 balance. Voorjaarsvergadering Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie / Nederlandse Vereniging voor Microbiologie / Nederlandse Vereniging voor Parasitologie, Arnhem, 2001. 42. de Vries E, on behalf of the Clinical Working Party of the European Society for Immunodeficiencies (ESID). Patient-centred screening for suspected immunodeficiency: a multistage diagnostic protocol. 1st joint meeting of European national societies of immunology under the auspices of EFIS, Paris, 2006. 43. de Vries E, on behalf of the Clinical Working Party of the European Society for Immunodeficiencies (ESID). A multistage diagnostic protocol for patient-centred screening in suspected immunodeficiency. European Society for ImmunoDeficiencies, Budapest, 2006. 44. de Vries E, Atypical mycobacterial cervical lymphadenitis: infrequent or overlooked? European Society for Paediatric Infectious Diseases, Kreta, 1999. 45. de Vries E, Noordveld RB, Leenders ACAP. Propionibacterium acnes: chronic osteomyelitis or contamination? European Society for Paediatric Infectious Diseases, Noordwijk, 2000. 46. Brouwer CAJ, Gemen EFA, de Hingh YCM, van der Vossen PW, Mulder AB, de Vries E. The immune system in Down syndrome: more likely primary immunodeficiency than precocious aging. European Society for ImmunoDeficiencies, Weimar, 2002. 47. van der Vossen PW, Gemen EFA, de Hingh YCM, Mulder AB, de Vries E. Striking B-lymphocytopenia in children with Down syndrome. Joint meeting Belgian and Dutch Societies for Immunology, Veldhoven, 2002. 48. Gemen EFA, de Hingh YCM, van der Vossen PW, Brouwer I, de Vries E, Mulder AB. Imbalance of lymphocyte apoptosis in children with Down syndrome. Joint meeting Belgian and Dutch Societies for Immunology, Veldhoven, 2002. 49. van Dijk IAG, de Vries E. Meningococcenziekte, beslist niet altijd een fulminant beloop. Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde, Veldhoven, 2004. 50. van der Vossen PW, de Hingh YCM, Schreurs C, Gemen E, van Tol MJD, Brus F, de Vries E. Afwijkingen in het humorale immuunsysteem bij kinderen met Down syndroom. Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde, Veldhoven, 2003. 51. van der Vossen PW, de Hingh YCM, Schreurs C, Gemen E, van Tol MJD, Brus F, de Vries E. Het humorale immuunsysteem bij kinderen met Down syndroom. Wintermeeting Nederlandse Vereniging voor Immunologie, Noordwijkerhout, 2003. 52. Visser DM, Hoekstra JH, Jacobs JWFM, van Tol MJD, de Vries E. Een peuter met oligoclonale gammopathie. Nederlandse Vereniging voor Immunologie, Noordwijkerhout, 1998. 53. Oostvogels B, Kleijer M, van Tol MJD, de Haas M, de Vries E. Een afwijkende FcγRIIIa receptor (CD16a) bij kinderen met allergie. NVB/Sanquin Onderzoeksdag, Ede, 2000. 54. de Hingh YCM, Gemen EFA, van der Vossen PW, Mulder AB, de Vries E. Een protocol voor flowcytometrisch onderzoek naar de lymfocytensubpopulaties bij kinderen met het syndroom van Down. 55e Voorjaarscongres van de Nederlandse Vereniging voor Klinische Chemie, Lunteren, 2002. 55. Kokke MC, Jannink I, Barneveld PC, Van der Linden JC, Gelderman WA, Wissing JC, Bosscha K. Incidence of axillary recurrence in 113 sentinel node negative breast cancer patients: a 3-year follo-up study. Eur J Surg Oncol 2005; 31:221-5.
37
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
56. Van Schaik PM, Van der Linden JC, Ernst MF, Gelderman WA, Bosscha K. Ex vivo sentinel node “mapping” in colorectal cancer. Eur J Surg Oncol 2007. 57. Van Schaik PM, Kouwenhoven EA, Bolhuis RJ, Biesma B, Bosscha K. Pulmonary resection for metastases from colorectal cancer. J Thorac Oncol 2007; 2: 652-6. 58. Hettinga YM, Verdonck LF, Fijnheer R, Rijkers GT, Rothova A. Anterior uveitis a manifestation of graft-versus-host disease. Ophthalmology. 2006 Dec 20; [Epub ahead of print] 59. Niermeijer JM, Eurelings M, Lokhorst H, Franssen H, Fijnheer R, Wokke JH, Notermans NC. Neurologic and hematologic response to fludarabine treatment in IgM MGUS polyneuropathy. Neurology. 2006 Dec 12; 67(11): 2076-9. 60. Huisman C, van der Straaten HM, Canninga-van Dijk MR, Fijnheer R, Verdonck LF. Pulmonary complications after T-celldepleted allogeneic stem cell transplantation: low incidence and strong association with acute graft-versus-host disease. Bone Marrow Transplant. 2006 Oct; 38(8): 561-6. Epub 2006 Sep 4. 61. De Mast Q, Haverman J, Netten PM, Sinnige HA. Remission of a primary thyroid lymphoma after methotrexate withdrawal. Clinical Endocrinology (2006) 64, 716-717. 62. Jansen NC, Kingma A, Schuitema A, Bouma A, Huisman J, Veerman AJ, Kamps WA. Post-treatment intellectual functioning in children treated for acute lymphoblastic leukaemia (ALL) with chemotherapy-only: a prospective, sibling-controlled study. Eur J Cancer. 2006 Nov;42(16):2765-72. Epub 2006 Aug 28. 63. Von dem Borne PA, Beaumont F, Starrenburg CW, Oudshoorn M, Hale G, Falkenburg JH, Fibbe WE, Willemze R, Barge RM. Outcomes after myeloablative unrelated donor stem cell transplantation using both in vitro and in vivo T-cell depletion with alemtuzumab. Haematologica. 2006 Nov;91(11):1559-62. 64. Futterer JJ, Engelbrecht MR, Jager GJ, Hartman RP, King BF, Hulsbergen-Van de Kaa CA, Witjes JA, Barentsz JO. Prostate cancer: comparison of local staging accuracy of pelvic phased-array coil alone versus integrated endorectal-pelvic phased-array coils : Local staging accuracy of prostate cancer using endorectal coil MR imaging. Eur Radiol. 2006 Oct 6; [Epub ahead of print] 65. Futterer JJ, Heijmink SW, Scheenen TW, Jager GJ, Hulsbergen-Van de Kaa CA, Witjes JA, Barentsz JO. Prostate cancer: local staging at 3-T endorectal MR imaging--early experience. Radiology. 2006 Jan;238(1):184-91. Epub 2005 Nov 22.
38
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
Bijlage 6. Toelichting bij de onderzoekslijn ‘Innovatie in techniek’. Binnen het JBZ wordt veel werk verricht op het gebied van minimaal invasieve ingrepen en ontwikkeling van nieuwe technieken: Anesthesiologie - Studies naar de bruikbaarheid van de APAD (acoustic puncture assist device), waarmee op geleide van een akoestisch signaal holtes in het menselijk lichaam worden aangeprikt. De resultaten met de epidurale punctie zijn tot op heden zeer succesvol, en krijgen internationaal de aandacht. Cardiologie - Betrokken bij onderzoek in het UMC Utrecht. Chirurgie: - Laparoscopische resecties van benigne en maligne colorectale afwijkingen; transanale endoscopische microchirurgie (TEM). - Sinds twee jaar behandeling van patiënten met Polycysteuze Leverziekte (PCLD), een aangeboren afwijking waarbij in de loop van het leven multipele cysten in de lever zullen ontstaan, in samenwerking met de afdeling MDL-ziekten van het UMC St. Radboud. Laparoscopische fenestratie is een behandeling welke betere, langdurigere resultaten lijkt te boeken dan de traditionele percutane aspiratie en alcoholinstillatie, en stelt vermoedelijk het moment waarop een levertransplantatie noodzakelijk is, uit. Aangezien dit in Nederland een nieuwe behandelmethode is zijn wij (samen met Nijmegen) onderzoek gestart naar het effect van deze symptomatische ingreep op de klachten. - De laatste jaren is een ruime ervaring en landelijke bekendheid opgebouwd met de behandeling van patiënten met grote buikwanddefecten, waarvoor een zogenaamde Ramirez buikwand-plastiek wordt verricht, een zware maar innovatieve operatietechniek waarbij een groot buikwanddefect met behulp van de eigen buikspieren kan worden gesloten, meestal zónder gebruik van prothetisch materiaal. Onderzoek naar deze methode wordt vanaf de beginperiode verricht, en deze onderzoekslijn zal worden voortgezet. - De toevoeging van PET in de preoperatieve workup van het slokdarmcarcinoom. - De toegevoegde waarde van beeldvorming bij vermoeden van appendicitis acuta. - Röntgenstereofotogrammetrische analyse (RSA) na endovasuclaire chirurgie in samenwerking met radiologie en LUMC. Gynecologie: - Ontwikkeling gecompliceerde laparoscopische ingrepen: hysterectomie, refertilisatie, prolapschirurgie, oncologische ingrepen. - Minimaal invasieve prolaps- en incontinentiechirurgie met synthetische en bio-implantaten. - Multicentre RCT naar urodynamisch onderzoek voorafgaand aan prolapschirurgie. - Multicentre RCT naar de veiligheid en toegevoegde waarde van een nieuwe vorm van foetale bewaking durante partu, de ST-analyser. - Deelname aan de M.A.K.E. studie, implentatie van multiplex ligation-dependent probe amplification als sneltest bij detectie van chromosomale afwijkingen bij invasieve prenatale diagnostiek. - Pulse-studie, RCT naar effectiviteit en veiligheid van een computergestuurde infuuspomp op zakformaat voor hormonale stimulatie van de ovaria bij IVF-behandelingen. - Ontwikkeling van In Vitro Maturatie als nieuwe geavanceerde kunstmatige voortplantingstechniek in Nederland. Klinische fysica: - Binnen de vakgroep Klinische Fysica is know how opgebouwd op het gebied van HTA (Health Technology Assessment); hierbij wordt bekeken of het mogelijk is de klinische resultaten van verschillende behandelmethoden (of verschillende ziekenhuizen) op betrouwbare wijze met elkaar te vergelijken. Medische Technologie/Klinische Fysica ondersteunt de medisch technologische infrastructuur nodig voor het uitvoeren van geavanceerde medische
39
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
behandelingen. Tot op heden werd op dit gebied samengewerkt met de vakgroepen Intensieve Geneeskunde (het meten van cerebrale bloedflow, 1999-2003) en Nucleaire Geneeskunde (2D versus 3D PET-onderzoek, 2004-2007). Maag-, darm- en leverziekten: - De MDL-artsen zien minimaal invasieve ingrepen als één van de speerpunten van hun beleid. Deze maken reeds deel uit van het werk van de MDL-artsen, en dit zal naar verwachting verder toenemen, bijvoorbeeld bij de behandeling van voorstadia van maligniteiten in het maagdarmkanaal. Nucleaire geneeskunde: - Ontwikkeling van een Rubidium-82 generator voor gebruik bij positronemissietomografie (Rubidium-PET) bij patiënten met arteria coronaria lijden in samenwerking met de afdeling cardiologie. Wanneer de – inmiddels aangevraagde – toestemming van het Ministerie van VWS wordt verkregen, zal het JBZ het eerste en voorlopig enige ziekenhuis zijn op het Europese vasteland, dat over Rubidium-82 zal kunnen beschikken. In samenwerking met een commercieel bedrijf is een apparaat in ontwikkeling dat computergestuurd de toediening van Rubidium aan patiënten kan regelen, en dat het beladen van de Rubidium-generator met de grondstof Strontium-82 kan verzorgen. Deze ontwikkeling zal de positie van het JBZ als toekomstig centrum voor interventiecardiologie versterken. Oogheelkunde: - cataract extracties via de phaco-emulsificatie techniek, een minimaal invasieve techniek die nog steeds in ontwikkeling is. - endonasale dacryocystorhinostomie in samenwerking met de afdeling KNO. - traanweg dotters en stentplaatsing in samenwerking met de afdeling Radiologie. Orthopedie: - een Europese multi-center studie, geleid vanuit het UMCUtrecht, waarbij de fusie bij gebruik van autoloog bekkenkambot wordt vergeleken met de fusie na gebruik van Osigraft (OP1); het doel is op termijn een vervanger te vinden voor autoloog bekkenkambot, waarmee de donorsite morbidity en de complicatie risico’s bij het verkrijgen van bekkenkambot kunnen worden voorkomen. - de eerste resurfacing heupprothese van Nederland werd in 2001 in het JBZ geplaatst; inmiddels heeft de vakgroep daarin een expertise verworven, waardoor patiënten uit heel Nederland naar het JBZ worden verwezen. Uit deze patiëntenserie zijn een aantal onderzoekslijnen ontstaan: in samenwerking met de SPO, de orthopedische patiëntenvereniging, wordt een vergelijkend tevredenheidsonderzoek gedaan; de gehele patiëntengroep wordt nauwkeurig vervolgd en regelmatig worden voordrachten en publicaties verzorgd over deze patiëntenserie. Plastische chirurgie: - Ontwikkeling en implementatie van driedimensionale digitale beeldvergroting bij reconstructieve- en microchirurgie (TOMS). Deze methode zal ook toegepast kunnen worden voor direkte en uitgebreidere onderwijsdoeleinden. Radiologie: - Minimaal invasieve interventies bij lever- en mammatumoren. - De toegevoegde waarde van beeldvorming bij vermoeden van appendicitis acuta. Urologie: - Vrijwel alle grote operaties binnen de urologie kunnen middels laparoscopie of endoscopie worden verricht. De vakgroep urologie van het JBZ is hierin koploper in Nederland. Om de resultaten van deze operaties verder te verbeteren zal de aanschaf van een operatierobot op korte termijn nodig zijn, hier wordt hard aan gewerkt. - Binnen de steenchirurgie wordt veel geopereerd met laser. Deze techniek zal verder worden verfijnd. Ook zouden Kaakchirurgie en Keel, neus en oorheelkunde in deze onderzoekslijn een wetenschappelijk project kunnen inpassen.
40
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
In de nabije toekomst zijn de volgende ontwikkelingen voorzien: - Nieuwe toepassingen van de APAD techniek, ook in samenhang met andere vakgebieden. - Fractionele flow reserve meting van het myocardium van de niet-infarctgerelateerde coronairarterie in samenwerking met het UMC Utrecht. - Studie naar de voorspellende waarde van fractionele flow reserve meting van het myocardium in het beoordelen van de functionele capaciteit van collateralen van een geoccludeerde infarctgerelateerde coronairarterie. - Minimaal invasieve radiologische interventies op het gebied van longziekten, urologie en orthopedie (vertebroplastiek). - Een vergelijkende studie naar de resultaten van conventionele SPECT met Technetium-99mtetrofosmin en PET met Rubidium-82 bij geselecteerde patiënten verdacht voor coronarialijden. - Een vergelijkende studie naar de resultaten van PET met Rubidium-82 en coronair angiografie. Er zal met name worden onderzocht bij welke categorieën patiënten PET met Rubidium-82 op een betrouwbare en veilige manier angiografie overbodig maakt en bij welke categorieën dat niet het geval is. Dit onderzoek zal naar verwachting de selectie van patiënten voor diagnostische coronairangiografie en interventie verbeteren. - Een studie naar de mogelijkheid van het fuseren van PET en CT beelden, en de waarde hiervan voor de cardiologische diagnostiek. De beschikbaarheid van twee state-of-the-art 64slice CT scanners met voorzieningen voor coronaire CTA en een PET voorzien van een 16slice CT scanner eveneens uitgerust met moderne voorzieningen voor cardiologisch onderzoek, en de beschikbaarheid van de benodigde fusiesoftware maken deze unieke studie goed uitvoerbaar in het JBZ. - Minimaal invasieve radiologische oncologische interventies (tumor-ablatie technieken eventueel in combinatie met selectieve chemo-embolisatie o.a. op het gebied van lever-, borst- long- en niertumoren). - Met de komst van een nieuwe assistent Klinische Fysica in 2008 zijn er meer mogelijkheden voor wetenschappelijk onderzoek, waarbij de volgende zaken goed inpassen in de huidige activiteiten van het JBZ: evaluatie en verbetering van de behandeling van blaastumoren m.b.v. hyperthermie (i.s.m. de vakgroep Urologie); het optimaliseren van beademingstechnieken (i.s.m. de vakgroep IC); de toepassing van cardio CT (i.s.m. de vakgroepen Cardiologie en Radiologie), met name op het terrein van beeldkwaliteit in relatie tot stralingsbelasting; de zin en onzin van de toepassing van pacepuls analyse bij pacemaker patiënten (i.s.m. de vakgroep Cardiologie); het optimaliseren van de beeldkwaliteit van endoscopische video-opstellingen (i.s.m. een of meerdere snijdende specialismen); het gebruik van fysiologische parameters t.b.v. de optimalisering van de dialysebehandeling (i.s.m. de vakgroep Interne – Nefrologie); mathematische analyse van endoscopische beelden ter ondersteuning van diagnostiek (i.s.m. de vakgroep Interne – MDL); thermografie bij reumatische aandoeningen (i.s.m. de vakgroep Reumatologie); registratie van elektrische hersenactiviteit bij IC-patiënten (i.s.m. de vakgroep IC); de door NG (in samenwerking met cardiologie en radiologie) opgevoerde studies naar de betekenis van PET(-CT) onderzoek van het myocard met Rb-82 PET in relatie tot conventionele SPECT met Tc-99m tetrofosmin, conventionele coronair angiografie en CT angiografie met de multislice CT; met name aandacht voor beeldkwaliteit in relatie tot de stralingsdosis. - De verdere ontwikkeling van de laparoscopische techniek en het onderzoek betreffende de resultaten van laparoscopische resecties versus die van de klassieke resecties zullen onderzoeksspeerpunten worden binnen de vakgroep chirurgie. Hieruit volgend zal er vanuit de vakgroep Chirurgie, maar zeker ook vanuit de vakgroepen Urologie en Gynaecologie in het JBZ een duidelijke vraag ontstaan naar skills-lab-technieken, waarbij dit soort ingrepen in oefenmodellen en in een virtuele setting kunnen worden geoefend. Ook deze oefentechnieken zullen onderwerp van onderzoek worden.
41
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
-
Proefschrift M.J.C.M. Rutten ‘US of the shoulder: clinical applications’, co-promotor G.J. Jager. Proefschrift AIOS B. Looij over RFA/microwave behandeling van het mammacarcinoom, copromotores M.J.C.M. Rutten en G.J. Jager. De waarde van low-dose CT bij patiënten met acute buik. De waarde van MDCT bij pre-operatieve work-up van vaatvoorziening van de buikwand. Closure device application for the subclavian artery. De verdere ontwikkeling van de RSA techniek zal de stralenbelasting en het gebruik van contrastmiddel bij endovasculaire procedures verminderen. Endovasculaire behandeling van arterieel vaatlijden (toename hybride procedures op de OK), daarmee voorkomen van amputatie door kritische ischemie.
Er zijn diverse publicaties en abstracts voortgekomen uit JBZ-studies die binnen de reikwijdte van deze onderzoekslijn vallen: 1. Lechner TJM. De acoustisch geleide epidurale punctie. Anesthesiologendagen Papendal, 2003. 2. Lechner TJM. Monitoring the epidural puncture. ESRA Berlijn, 2005. 3. Lechner TJM. Monitoring the epidural puncture. PGA New York, 2005. 4. Lechner TJM. De acoustisch geleide epidurale punctie. Refereeravond UMCU en UMCN, 2006. 5. Lechner TJM. Acoustic and visible monitoring of the epidural puncture. VI international congress on orthopaedics and anaesthesia Istanbul, 2007. 6. Lechner TJM. The acoustic guided epidural puncture. Workshop European conference on paediatric anaesthesia Amsterdam, 2007. 7. Lechner TJM, van Wijk MGF, Maas AJJ. Clinical results with a new acoustic device to identify the epidural space. Anaesthesia 2002; 57: 768-772. 8. Lechner TJM, van Wijk MGF, Maas AJJ et al. Clinical results with the Acoustic Puncture Assist Device, a new acoustic device to identify the epidural space. Anesth Analg 2003; 96: 1183-1187. 9. Lechner TJM, van Wijk MGF, Maas AJJ et al. Thoracic epidural puncture guided by an acoustic signal: clinical results. EJA 2004; 21: 694-699. 10. Lechner TJM, van Wijk MGF, Maas AJJ. De akoestisch geleide epidurale punctie. Ned. Tijdschrift voor Anesthesiologie 2004. 11. Promotie dr. HJAA van Geffen betreffende de behandeling van patiënten met grote buikwanddefecten met een Ramirez buikwand-plastiek. 12. Waanders E, Maass CN, te Morsche RHM, van Geffen HJAA, van Krieken HJM, Drenth JPH. Divergent pathogenesis for hepatocystin and Sec63P associated polycystic liver disease? Abstract voor NVGIC 2007 en UEGW 2007. 13. Waanders E, Croes HJE, Maass CN, te Morsche RHM, van Geffen HJAA, van Krieken HJM, Fransen JAM, Drenth JPH. Cysts of PRKCSH mutated polycystic liver disease patients lack hepatocystin but over-express SEC63p. Submitted. 14. Van Keimpema L, Ruurda JP, Ernst MF, van Geffen HJAA, Drenth JPH. Laparoscopic fenestration of liver cysts in polycystic liver disease with review of literature. Submited. 15. Van Geffen HJAA, Kreb D, Simmermacher RKJ, Olsman J, Van der Werken Chr. Long term results of reconstructing large abdominal wall defects with the Components Separation Method. Abstract Experts meeting Recurrent Hernia, Zwitserland 2006. 16. Van Geffen HJAA, Kreb D, Simmermacher RKJ, Olsman J, Van der Werken Chr. Long term results of reconstructing large abdominal wall defects with the Components Separation Method. In: Recurrent Hernia; Prevention and Treatment (4th Expert Meeting on Hernia Surgery, St. Moritz, February 2006. Editors: Prof. Dr. V. Schumpelick and Prof. Dr. Robert J. Fitzgibbons. Springer-Verlag. ISBN: 978-3-540-37545-6. 17. Kreb DL, Simmermacher RKJ, van Geffen HJAA. Prospective evaluation of lung and muscle function after Ramirez abdominoplasty in patients with abdominal wall defects. Submitted.
42
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
18. Van Geffen HJAA, Simmermacher RKJ. Incisional Hernia Repair – Abdominoplasty, Tissue Expansion and methods of Augmentation. World Journal of Surgery 2005; 29: 1080-1085. 19. Koning OH, Kaptein BL, Garling EH, Hinnen JW, Hamming JF, Valstar ER, van Bockel JH. Assessment of threedimensional stent-graft dynamics by using fluoroscopic roentgenographic stereophotogrammetric analysis. J Vasc Surg. 2007 Oct;46(4):773-9. Epub 2007 Aug 30. 20. Koning OH, Garling EH, Hinnen JW, Kroft LJ, van der Linden E, Hamming JF, Valstar ER, van Bockel JH. Accurate detection of stent-graft migration in a pulsatile aortic model using Roentgen stereophotogrammetric analysis. J Endovasc Ther. 2007 Feb;14(1):30-8. 21. Koning OH, Oudegeest OR, Valstar ER, Garling EH, van der Linden E, Hinnen JW, Hamming JF, Vossepoel AM, van Bockel JH. Roentgen stereophotogrammetric analysis: an accurate tool to assess stent-graft migration. J Endovasc Ther. 2006 Aug;13(4):468-75. 22. Futterer JJ, Engelbrecht MR, Jager GJ, Hartman RP, King BF, Hulsbergen-Van de Kaa CA, Witjes JA, Barentsz JO. Prostate cancer: comparison of local staging accuracy of pelvic phased-array coil alone versus integrated endorectal-pelvic phased-array coils : Local staging accuracy of prostate cancer using endorectal coil MR imaging. Eur Radiol. 2006 Oct 6; [Epub ahead of print] 23. Futterer JJ, Heijmink SW, Scheenen TW, Jager GJ, Hulsbergen-Van de Kaa CA, Witjes JA, Barentsz JO. Prostate cancer: local staging at 3-T endorectal MR imaging--early experience. Radiology. 2006 Jan;238(1):184-91. Epub 2005 Nov 22. 24. Rutten MJ, Maresch BJ, Jager GJ, Blickman JG, van Holsbeeck MT. Ultrasound of the rotator cuff with MRI and anatomic correlation. Eur J Radiol. 2006 Dec 27; [Epub ahead of print] 25. Rutten MJ, Jager GJ, de Waal-Malefijt MC, Blickman JG. Double line sign: a helpful sonographic sign to detect occult fractures of the proximal humerus. Eur Radiol. Epub 2006 Jun 7; [Epub ahead of print] 26. Rutten MJ, Jager GJ, Blickman JG. Ultrasound of the rotator cuff: pitfalls, limitations and artefacts. Radiographics 2006 MarApril;26(2):589-604. 27. Speets AM, Van der Graaf Y, Hoes AW, Kalmijn S, Sachs AP, Rutten MJ, Gratama JW, Montauban van Swijndregt AD, Mali WP. Chest radiography in general practice: indications, diagnostic yield, and consequences for patient management. Br J Gen Pract. 2006 Aug;56(529):574-8. 28. Speets AM, Hoes AW, van der Graaf Y, Kalmijn S, de Wit NJ, Montauban-van Swijndrecht AD, Gratama JW, Rutten MJ, Mali WP. Upper abdominal ultrasound in general practice: indications, diagnostic yield, and consequences for patient management. Fam Pract. 2006 Oct;23(5):507-11. Epub 2006 Jun 21.
43
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
Bijlage 7. Toelichting bij de onderzoekslijn ‘Leven in balans’. Binnen het JBZ wordt op zeer veel plaatsen patiëntenzorg verricht met een chronisch en/of preventief karakter. Paramedici leveren ondersteunende zorg op allerlei terreinen. Ook de afdeling Medische Psychologie biedt ondersteuning aan. Dit alles kan aanleiding geven tot onderzoeksvragen op somatisch of ondersteunend gebied die onder deze onderzoekslijn vallen. Dat blijkt ook uit de vele projecten die binnen het JBZ lopen: Chirurgie: - Kwaliteit van leven onderzoek bij transanale endoscopische microchirurgie (TEM) patiënten. - Een multicenter studie naar de rol van de persoonlijkheid en kwaliteit van leven op morbiditeit, mortaliteit en consumptie van gezondheidszorg bij vrouwen met borstkanker. - Kwaliteit van leven van patiënten met een colorectaal carcinoom voor en na resectie. - Postoperatief delier bij grote vaatchirurgie. Dit onderzoek loopt en zal verder worden uitgebreid voor zowel acute als electieve aneurysma chirurgie in samenwerking met de afdeling geriatrie. Geriatrie: - Probleemgeoriënteerde organisatie van de patiëntenzorg voor ouderen. In 2002 is de valpoli gestart; dit vindt nu navolging in 21 klinieken in het land. De incontinentiepoli werd in 2007 gestart; er vindt zowel in de kliniek als daarbuiten frequent consultatie plaats. Voor de delier behandeling wordt werk verricht in de DELTA-studies. - Dementie is gezien de vergrijzing een in omvang fors toenemend probleem. Er lopen studies naar de bijkomende gedragstoornissen, naar het effect van cognitieve therapieën en ook naar het diagnostisch proces (evaluatie MOCA, evaluatie Parkinson dementie). Gynecologie: - Multicentre RCT's aangaande obstetrisch beleid bij hypertensie/preeclampsie, foetale groeivertraging, prematuur gebroken vliezen en partus prematures bij gemellizwangerschappen. - Participatie studie "Wat bevalt beter?", vergelijkende studie naar uitkomsten en kosten van zwangerschap en bevalling bij gezonde zwangeren onder controle in eerste versus tweede lijn. - Langlopend prospectief cohortonderzoek fertiliteitspatienten Bossche regio naar effectiviteit van diverse geassisteerde voortplantingstechnieken in relatie tot gestelde diagnose. - Tevredenheidsonderzoeken fertiliteitspatienten binnen certificeringstraject ISO 9001. - Studie mannelijke dyspareunieklachten na prolapschirurgie met synthetische implantaten. Interne geneeskunde: - Preventie van achteruitgang door eerdere herkenning van chronisch nierfalen wordt bestudeerd in de multicentre PREPARE studie. - Binnen de oncologie vallen enkele studies ook onder dit profiel: Studie Nivel MO-1478 ‘Communication with elderly patients during nursing encounters preceding chemotherapy’ Studie wordt binnenkort uitgebreid naar patiënten < 65 jaar gezien goede resultaten; Studie IKZ ‘Value of comprehensive geriatric assessment, clinical judgement, and performance status in the treatment of patients with epithelial ovarian carcinoma aged 70 years and older’; Studie IKZ ‘A multicentre study to determine the efficacy and patient acceptability of scalp cooling in the prevention of docetaxel-induced hair loss’. Er loopt een landelijk project “Herstel en Balans” over het beloop bij patiënten na afsluiten van de chemotherapie. Longziekten: - De chronische zorg voor patiënten met astma en COPD geeft aanleiding tot farmacotherapeutische onderzoeksvragen. Hier is samenwerking met de apotheek mogelijk. Maag-, darm- en leverziekten: - De MDL in het JBZ ziet preventieve gastroenterologie als één van de speerpunten van haar beleid. Er zijn diverse gebieden in het specialisme MDL waar preventie centraal staat en waar
44
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
samen met andere disciplines in huis en daarbuiten kan worden samengewerkt, en landelijk kan worden geparticipeerd in reeds lopende onderzoeken. Ook bieden deze gebieden ruimte voor het initiëren van eigen onderzoek. Medische psychologie: - De klinisch psycholoog in opleiding gaat een onderzoek doen naar de mogelijkheden van screening bij prostaatkankerpatiënten i.v.m. de behoefte aan ondersteuning bij de verwerking. Hierbij zal gebruik worden gemaakt van de Psychosocial Distress Questionnaire. Er wordt aangesloten bij een project dat loopt in het Sint Elisabeth Ziekenhuis in Tilburg en dat wordt uitgevoerd in samenwerking met de Universiteit van Tilburg. - De neuropsycholoog werkzaam op de GAAZ verleent ondersteuning bij lopende studies vanuit de Geriatrie (o.a. evaluatie MOCA). Oogheelkunde: - Voedingssupplementen bij diverse vormen van macula degeneratie. Psychiatrie: - De invloed van de vitamine B12 status op het voorkomen van psychiatrische klachten bij patiënten met psychiatrische stoornis. Revalidatiegeneeskunde: - Het effect van somato-sensore stimulatie op de balanshandhaving bij post-acute CVApatiënten met en zonder hemineglect. - Prognose van herstel van arm en handvaardigheid na CVA. - Prognose van afasie na CVA (SPEAK study). - Duurzaamheid prothese knie scharnieren. Project in samenwerking met Fontys Hogescholen Eindhoven. - Non-invasieve neurostimulatie Handmaster onderzoek in samenwerking met CVZ. - Validiteit en inter- en intra-beoordelaarsbetrouwbaarheid van indirecte meetmethoden van het stompvolume. - Validiteit meetmethoden functionele ambulantie bij beengeamputeerden in samenwerking met UMC Groningen. - Validiteitsonderzoek MFM bij spierziekten in samenwerking met UMCN St Radboud. - Efficacy of client-centred occupational therapy in patients with multiple sclerosis: a clusterrandomised trial in samenwerking met VUMC Amsterdam. - Efficacy of forced used to improve upper limb activities in children with cerebral palsy in samenwerking met Sint Maartenskliniek Nijmegen. - Effectiviteit en draagcomfort (dynamische) orthesen (ultraflex) bij kinderen met cerebrale parese. - Effectiviteit en draagcomfort (dynamische) orthesen (ultraflex) bij volwassenen met spasticiteit van de arm/hand. - Behandeling van speekselvloed middels botuline toxine bij Multipele Sclerose. Seksuologie: - Alertheid bij hulpverleners met betrekking tot seksueel (dis)functioneren kan veel verdriet voorkomen. Ook bijvoorbeeld Dermatologie, Gynaecologie, Verloskunde en fertiliteit, Kindergeneeskunde, Neurologie, Reumatologie, Revalidatie en Sportgeneeskunde zouden in deze onderzoekslijn een project kunnen inpassen. In de toekomst zijn de volgende ontwikkelingen mogelijk: -
Eerdere herkenning van nierfalen kan op termijn óók bij patiënten op andere afdelingen worden geïmplementeerd, waarbij onderzocht kan worden of dit achteruitgang voorkomt. Aangezien dit vooral oudere patiënten betreft, betekent dit dat grote aantallen patiënten onderzocht kunnen worden in het JBZ.
45
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
-
-
-
-
De afdeling seksuologie is momenteel bezig zich meer bekend te maken in het ziekenhuis: samenwerking met revalidatie, MOC, dialyse afdeling etc. behoort tot de mogelijkheden. Er zijn veel contacten met Nutricia / Numico over onderzoek naar voeding bij kanker, concrete plannen moeten nog worden uitgewerkt. Dit zou kunnen aansluiten bij het ‘Food & Health’ initiatief. Het meten van welbevinden bij diabetespatiënten. Door patiënten via een gestandaardiseerde computergestuurde vragenlijst naar hun welbevinden te vragen kan op snelle eenvoudige wijze een completer beeld van factoren die een goede instelling bij diabetes belemmeren worden verkregen, waardoor arts en diabetesverpleegkundige patiënten gerichter kunnen adviseren of zo nodig psychologische hulp aan kunnen bieden. Dit project zou in samenwerking met het VU-ziekenhuis uitgevoerd kunnen worden. Er is contact met de Universiteit van Tilburg over medewerking aan een onderzoek naar o.a. de rol van psychological mindedness, van angst en van depressie bij de aanmelding en therapietrouw bij deelname aan een fysiek revalidatie programma respectievelijk een psychologisch interventie (groeps)programma voor hartinfarctpatiënten. Opsporen van personen at risk voor het ontstaan van een colorectaal carcinoom middels screening op darmpoliepen, faecesonderzoek op occult bloed en tumormarkers; Goede inventarisatie bij personen met familiaire vormen van colerectaal carcinoom in samenwerking met de klinisch geneticus. Opsporen van personen met ernstige vormen van metaplastisch slijmvlies in de slokdarm (Barrettslokdarm) en behandeling daarvan met onder meer mucosectomie in trialverband met diverse modaliteiten zoals die de laatste jaren ter beschikking zijn gekomen. Opsporen van patiënten met leversteatose al dan niet als onderdeel van het metabool syndroom; een deel van deze patiënten zal uiteindelijk een levercirrhose ontwikkelen. Opsporen van osteoporose bij patiënten met chronische inflammatoire aandoeningen van darm of lever al dan niet behandeld met steroïden. Preventie van bloedingen in de tractus digestivus middels het opstellen van protocollen met een duidelijk beleid rond het gebruik van antistolling en NSAID bij gehospitaliseerde patiënten. Preventie van morbiditeit bij patiënten met een ernstige obesitas. Goede informatie geven middels foldermateriaal, voorlichtingsavonden, spreekuur door MDLverpleegkundigen over diverse aspecten van leefstijl/voeding met het oogmerk onrust weg te nemen over aandoeningen zoals prikkelbaar darmsyndroom, lactasedeficiëntie en refluxziekte met als belangrijk doel deze categorie buiten het medisch circuit te houden. Opsporen van patiënten met virale hepatitis met het oogmerk terminaal leverlijden en hepatocellulair carcinoom te voorkomen door adequate follow-up en eventueel behandeling met antivirale medicatie. Multidisciplinaire wetenschappelijk gestuurde aanpak voor kinderen met obesitas.
Er zijn diverse publicaties en abstracts voortgekomen uit JBZ-studies die binnen de reikwijdte van deze onderzoekslijn vallen: 1. Dautzenberg PLJ, Leytens J. Reversible perfusion disorder in the brain on SPECT after treatment with prednisone in temporal arteritis. Clinical Nuclear Medicine 1995;463-4. 2. Dautzenberg PLJ, Delescen ECJ, Dermout KMT, Duursma SA. De frequentie van niet-reanimeer opdrachten in oudere patiënten in een psychiatrisch ziekenhuis. Ned Tijdschr Psychiatrie 1996;38:205-15. 3. Dautzenberg PLJ, Hooijer C, Schonwetter RS, Dermout KMT, Veer vd JK, Duursma SA. Dementia in resuscitation policy. A prospective study on a psychogeriatric ward in a Dutch general teaching hospital. Age Ageing 1996;25:234-8. 4. Dautzenberg PLJ, Bremer RHJ, Lormans MH, Tanis JEP. Een oriënterend onderzoek naar ontslagvertraging in het algemeen ziekenhuis. Omvang, patiëntgebonden kenmerken en beleidsvoorstel. MC 1997;52:1310-3. 5. Dautzenberg PLJ, Smulders CMF. Een protocol voor de transmurale behandeling van mensen met een alcoholprobleem. MC 1998;53:712-4.
46
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
6. Dautzenberg PLJ, Wouters CJ. The Yale geriatric care program is not effective in a pilot study in The Netherlands. Letter to the editor J Am Geriatr Soc vol 46, juni 1998. 7. De Deyn PP, Rabheru K, Rasmussen A, Bocksberger JP, Dautzenberg PLJ, Eriksson BA. An international, double-blind, randomised trial of risperdone, placebo, and haloperidol in patients with behavioural and psychological symptoms of dementia. Neurology 1999;53:946-55. 8. Allain H, Dautzenberg PLJ, Maurer K, Schuck S, Bonhomme D, Gérard D. Double blind study of tiapride versus haloperidol and placebo in agitation and aggressiveness in elderly patients with cognitive impairment. Psychopharmcacology 2000;148:361366. 9. Waale WHE, Bruijns E, Dautzenberg PLJ. Een delier bij blaasretentie: verwarrend voor patiënt en dokter. Tijdschr Gerontol Geriatr 2001;32:100-3. 10. Dautzenberg PLJ, Wouters CJ. Behandeling van dementie. DIMS, september 2002:11-14. 11. Dautzenberg PLJ, Wouters CJ, Oudejans I, Samson MM. Rivastigmine in prevention of delirium in a 65 years old man with Parkinson’s disease. Int J Ger Psychiatry 2003;18:555-6. 12. Dautzenberg PLJ, Marum v RJ, Hammen vd R, Paling HA.Patients and family’s desire a patient to be told the diagnosis of dementia. A survey by questionnaire on a Dutch memory clinic. Int J Ger Psychiatry 2003. Int J Ger Psych 2003;18:777-9. 13. Dautzenberg, Wouters CJ, Jonghe d JFM. Medicamenteuze behandeling van gedrags- en psychische problemen bij dementie (BPSD). Vanuit een overzicht van effectiviteit naar een summier behandelvoorstel. Tijdschrift voor verpleeghuisgeneeskunde 2003;27:5-9. 14. Dautzenberg PLJ, Mulder LJ, Olde Rikkert MGM, Wouters CJ, Loonen AJM. Delirum in elderly hospitalised patients: protective effects of chronic rivastigmine usage. Int J Geriatr Psychiatry 2004;19:641-4. 15. Dautzenberg PLJ, Mulder LJ, Olde Rikkert MGM, Wouters CJ, Loonen AJM. Adding rivastigmine to antipsychotics in the treatment of a chronic delirum. Age Aging 2004;33:516-7. 16. Dautzenberg PLJ. Medicamenteuze behandeling van gedrags- en psychische problemen bij dementie (BPSD). Patiënt Care februari 2005:5-14 17. Dautzenberg PLJ. Medicamenteuze behandeling van gedragsstoornissen- en psychische problemen bij dementie. Patiënt Care Neuropsychiatrie april 2005:15-24. 18. Dautzenberg PLJ, Buurman BHT, Loonen AJM, Wouters CJ, Olde Rikkert MGM. Angst voor vallen op een valpolikliniek geriatrie: een pilotstudy. T Gerontol Geriatrie 2005;36:138-45. 19. Dautzenberg PLJ, Wouters CJ, Bootsma J. Observations from a 14-week open label trial with memantine suggest behavioural improvements in patients with AD and mixed dementia. European Journal of Neurology 2005;12 Supplement 2;6263. 20. Dautzenberg PLJ, Wouters CJ, Bootsma J Observations from a 14-week open-label trial with memantine suggest variable response on behavioral symptoms and cognition, depending on former treatment of AD. Int Psychogeriatr. 2006 Mar;18(1):17981. 21. Rovers JMP, Dautzenberg PLJ, Bruggen JP ter. Rivastigmine als ondersteuning bij het dilemma van de behandeling van hallucinaties optredend bij ziekte van Parkinson. Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie 2006;37:117-20. 22. Baron, M, Braamhorst W, Koek, HL, Dautzenberg PLJ. Patients and relatives desire their physician to give a judgement about driving abilities: a survey by questionnaire on a Dutch memory clinic. Int J Ger Psychiatry 2006;21:1217-8. 23. Meer vd AC, Dautzenberg PLJ. Allochtonen in de geriatrische gezondheidszorg. Enkele valkuilen. Tijdschrift voor VerpleeghuisGeneeskunde 2007;32:58-61. 24. Jonker M, van den Hout Y, Noort RC, Versteeg MFJ, Claas FHJ, van der Woude FJ, Hollander AAMJ, Perico N, Remuzzi G. Immunomodulation by intrathymic injection of donor leukocytes in Rhesus monkeys. Transplantation 2001; 72 (8): 1432-6. 25. Akol H, Hendriks MP, Koolen MI, Jansen JLJ, Hollander AAMJ. Acute renal failure associated with salmonella enteritidis infection. The Netherlands Journal of Medicine 2001; 58: A69.
47
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
26. Hilkens MGEC, Netea MG, Hollander AAMJ, Jansen JLJ, Koolen MI.. Proinflammatory but not antiinflammatory cytokines, are upregulated in patients with chronic renal failure undergoing peritoneal dialysis. The Netherlands Journal of Medicine 2001; 58: A15. 27. Bakker RC, Hollander AAMJ, Mallat MJK, de Bruijn JA, Paul LC, de Fijter JW. Conversion from cyclosporine to azathioprine at 3 months reduces the incidence of chronic allograft nephropathy. Kidney international 2003, 64: 1027-34.. 28. Sharma AM, Hollander AAMJ, Köster J. Efficacy and safety in patients with renal impairment treated with Telmisartan (ESPRIT): an open label, multicentre study in patients with mild to moderate hypertension and mild to moderate or severe renal impairment or requiring maintenance dialysis. 2003. 29. Du Buf PWG, Feith GW, Hollander AAMJ, Gerlag PGG, Wirtz JM, Noordzij TC, Wetzels JFM. Restrictive use of immunosuppressive treatment in patients with idiopathic membranous nephropathy: high renal survival in a large patient cohort. Q J Med 2004, 97 (6): 353-60. 30. Branten AJW, du Buf PWG, Klasen IS, Bosch FH, Feith GW, Hollander AAMJ, Wetzels JFM. Urinary excretion of B2microglobulin an IgG predict prognosis in idiopathic membranous nephropathy: a validation study. J Am Soc Nephrol 2005, 16 (1): 169-174. 31. Wolfenbuttel BHR, et al on behalf of the Dutch Corall study group. Cholesterol lowering effects of rosuvastatin compared with atorvastatin in patients with type 2 diabetes-Corall study. Journal of of internal Medicine 2005, 257: 531-539. 32. Hoogeveen EK, Rothman KJ. Hyperhomocysteinemia increases the risk of death in type 2 diabetes. Cardiovascular reviews and reports. 2001;22:207-212. 33. Homocysteine Studies Collaboration: Alfthan, Arnesen, Blacher, Boers, Bostom, Bots, Brattstrom, Breteler, Chambers, Coull, Evans, Evers, Folsom, Freyburger, Genest, Graham, Hoogeveen, Hopkins, Jacques, Joubran, Jungers, Lindgren, Lolin, Malinow, Nygard, Omenn, Pancharuniti, Perry, Robinson,Schwartz, Silberberg, Stampfer, Stehouwer, Ubbink, Verhoef, Von Eckardstein, Wald, Whincup, Wilcken, Clarke, Lewington, Donald, Collins. Homocysteine and risk of ischemic heart disease and stroke: a meta-analysis. JAMA. 2002;288:2015-2022. 34. Hoogeveen EK, Kostense PJ, Jakobs C, Dekker JM, Nijpels G, Heine RJ, Bouter LM, Stehouwer CDA. Hyperhomocysteinemia increases risk of death, especially in type 2 diabetes: 5-year follow-up of the Hoorn Study. In: Bowman MA, Dexter WW, Gilchrist VJ, Morrison EH, Neill RA, Scherger JE, eds. Year Book of Family Practice. St Louis: Mosby, 2001:911. 35. Hoogeveen EK, Kostense PJ, Jakobs C, Dekker JM, Nijpels G, Heine RJ, Bouter LM, Stehouwer CDA. Hyperhomocysteinemia increases risk of death, especially in type 2 diabetes: 5-year follow-up of the Hoorn Study. In: Fitzpatrick LA, Horton ES, Kannan CR, Kreisberg RA, Mazzaferri EL, Meikle AW, Molitch ME, Morley JE, Osei K, Poehlman ET, Rogol AD, eds. Year Book of Endocrinology. St Louis: Mosby, 2001:57-59. 36. Hoogeveen EK, Kostense PJ, Jakobs C, Dekker JM, Nijpels G, Heine RJ, Bouter LM, Stehouwer CDA. Hyperhomocysteinemia increases risk of death, especially in type 2 diabetes: 5-year follow-up of the Hoorn Study. In: Porter J, eds. Year Book of Vascular Surgery. St Louis: Mosby, 2002. 37. Hilkens MG, Netea MG, vander Meer JW, Koolen MI. Leptin and proinflammatory cytokins in patients undergoing peritoneal dialysis Eur J Clin Invest 2002 32 (11):811-817. 38. Nouwen JL, v Houten J, Schneeberger P, Snijders S, Maaskant J, Koolen MI, van Belkum A, Verbrugh HA. Staphylocooccus aureus carriage patterns and the risk of infections in continuous peritoneal dialysis. Thesis: 8 december 2004 Rotterdam (ISBN 90-8559-013-2) . 39. Nouwen J, Schouten J, Schneeberger P, Snijders S, maaskant J, Koolen MI, van Belkum A, Verbrugh HA. Staphylococcus aureus carriage patterns and the risk of infections associated with continuous peritoneal dialysis. J Clin Microbiol 2006 jun 44(6) 2233-2236. 40. Van Wijk I, Algra A, van de Port IGL, Bevaart B, Lindeman E. Archives of Physical Medicine and Rehabilitation 2006;87:4550). 41. Van Nes IJW, Latour H, Schils F, Meijer R, van Kuijk AA, Geurts ACH Long-term effects of 6 weeks whole-body vibration on balance recovery and ADL in the post-acute phase of stroke: a romdomized controlled trial. Stroke June 2006. 42. Van Kuijk AA, Pasman JW, Hendricks HT, Geurts ACH. How salient is the silent period? The role of the silent period in the prognosis of upper extremity motor recovery after stroke. J Clin Neurophysiol 2005;22:10-24.
48
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
43. Van Kuijk AA, Hendricks HT, Geurts ACH. Motorisch herstel en spasticiteit na een cerebro vasculair accident. Gebruik van transcraniele magneetstimulatie bij de voorspelling van motorisch herstel en spasticiteit van de arm en hand na cerebro vasculair accident. Ned. Tijdschrift voor Handtherapie, 2005;14:8-12. 44. Van Kuijk AA, Pasman JW, Hendricks HT, Geurts ACH. Silent period in the prognosis of hand motor recovery after severe stroke. Revalidata 2005;123:27. 45. Geurts ACH, van Kuijk AA. Pharmacological management of spasticity of the upper limb. In Syllabus: Up-date Course on Orthotic Mangement and related Therapies after Stroke, International Society for Prosthetics and Orthotics (ISPO), 2005 Sept 29-Oct 1. 46. Geurts AC, van Kuijk AA, Pasman JW, Hendricks HT. A review of the silent period in the prognosis of upper extremity motor recovery after severe stroke. Proceedings of the 3th world congress of the International Society of Physical and Rehabilitation Medicine, Sao Paulo April 2005. 47. Van Kuijk AA, Hendricks HT, Pasman JW, Kremer BH, Geurts ACH. Are clinical characteristics associated with upperextremity hypertonia in severe ischemic supratentorial stroke J Rehabil Med 2007. 48. Van Kuijk AA, De rol van het revalidatiecentrum bij MG. VSN nieuwsbrief Myasthenia Gravis februari 2006; 9-10. 49. Van Kuijk AA, Hendricks HT, Pasman JW, Kremer BH, Geurts ACH. Are neuroradiological or neurophysiological characteristics associated with upper- extremity hypertonia in severe ischemic supratentorial stroke? J Rehab Medicine 2007. 50. Van Kuijk, AA, Hendricks HT, Pasman JW, Kremer HPH, Geurts AC. Spasticity of the upper extremity in patients with severe stroke: incidence and clinical course. Neurorehabilitation and Neural Repair 2006;20:149. 51. Van Kuijk, AA, Hendricks HT, Pasman JW, Kremer HPH, Geurts AC. Predicting chronic spasticity of the upper extremity after severe stroke. Neurorehabilitation and Neural Repair 2006;20:149. 52. Van Kuijk AA. Voetproblemen bij spina bifida.. Proceedings of the NVvP congres, Doorn 6 oktober 2006; 4-6. 53. Roorda LD, Molenaar IW, Lankhorst GJ, Bouter LM, de Laat FA, Willems WJ, Heyligers IC, Van der Eijken JW, Beelen A, Stover-Van Herk IE, Perez RS, Boonstra AM: Measuring activity limitations in rising and sitting down: further development of a questionnaire. Arch Phys Med Rehabil 2005; 86: 2204-2210. 54. Roorda LD, Roebroeck ME, Van Tilburg T, Molenaar IW, Lankhorst GJ, Bouter LM, Boonstra AM, de Laat FA, Caron JJ, Burger BJ, Heyligers IC, Nollet F, Stover-Van Herk IE, Perez RS, Meijer JW, Rijken PM: Measuring activity limitations in walking: development of a hierarchical scale for patients with lower-extremity disorders living at home. Arch Phys Med Rehabil 2005; 85: 2277-2283. 55. Rosbergen W, de Laat FAJ, van Kuijk AA. Inventarisatie van de ervaren beperkingen in mobiliteit bij amputatiepatiënten met behulp van de vragenlijst loopvaardigheid. Revalidata 2005;128:32. 56. Meijer JWG, Heijnen ICM, Bevaart BJW, Hermens RAE, Franken RJP. Long-term outcome of Superficialis-to-Profundus tendon transfer in patients with clenched fist due to spastic hemiplegia. Neurorehab and Neural Repair 2006;20:197. 57. Meijer JWG, van Kuijk AA, Geurts ACH, Schelhaas HJ, Zwarts M. Acute deterioration of bulbar function after botulinum toxin treatment for sialorrhoea in amyotrophic lateral sclerosis. Congress Proceedings Future Experts Meeting Botulinum Toxin, Madrid 14 mei 2006. 58. Meijer JWG, van Kuijk AA, Geurts ACH, Schelhaas HJ, Zwarts MJ. Serious side effects of botulinum toxin for sialorrhoea in ALS: a case report. Neurorehabilitation and Neural Repair 2006;20:129. 59. Meijer JWG, van Kuijk AA, Geurts ACH, Schelhaas HJ, Zwarts M. Serious side-effects of botulinum toxin for sialorrhoea in amyotrophic lateral sclerosis: a case report. Revalidata 131, juni 2006, 19-20. 60. Meijer JWG. Gebruik van de Handmaster: een praktijkevaluatie. Verslag van onderzoeksopdracht CVZ, ’s-Hertogenbosch, februari 2006. 61. Meijer JWG. Revalidatie en Multiple Sclerose. Revalidata 132 : aug 2006, 13-16. 62. Heijnen ICM, Franken RJP, Bevaart BJW, Meijer JWG. Long-term outcome of Superficialis-to-Profundus tendon transfer in patients with clenched fist due to spastic hemiplegia. Revalidata 2006;134:23-24. 63. Meijer JWG, Santegoets KMLW. Evaluatie van de WCN aanbeveling voor het voorschrijven van de Handmaster. Revalidata 2006;134:26.
49
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
64. Meijer JWG. Revalidatiegeneeskundige overwegingen bij het voorschrijven van orthesiologie van de bovenste extremiteit bij een spastische parese. In: Rolstoelen en Orthesen, deel 2 Orthesen. JG Becher, LHV van der Woude, eds. PAOG Heyendaal Nijmegen, ISBN 13-078-90-373-0132-8.
50
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
Bijlage 8. Toelichting bij de onderzoekslijn ‘Hart & Vaten’ Op dit moment lopen er diverse studies in het JBZ die binnen de reikwijdte van deze onderzoekslijn vallen: Cardiologie - Betrokken bij onderzoek in het UMC Utrecht. Chirurgie - Röntgenstereofotogrammetrische analyse (RSA) na endovasuclaire chirurgie in samenwerking met radiologie en LUMC. Interne geneeskunde - De aanwezigheid van een bepaalde mutatie bij patiënten met trombose m.b.v. moleculaire diagnostiek. - Er wordt veel onderzoek verricht aangaande stolling en vasculaire pathologie, o.a. naar de rol van de von Willebrand factor en trombocyten bij hart- en vaatziekten. Deze onderzoekslijn wordt uitgevoerd in samenwerking met het UMC Utrecht. - Onderzoek naar vasculair lijden bij chronische nierziekten. Kindergeneeskunde - Lipidenpolikliniek en analyse van bijwerkingen en effectiviteit van simvastatine gebruik bij kinderen. - Ontwikkeling van een richtlijn m.b.t. screening op cardiale bijwerkingen van psychiatrische medicatie. Nucleaire geneeskunde - Ontwikkeling van een Rubidium-82 generator voor gebruik bij positronemissietomografie (Rubidium-PET) bij patiënten met arteria coronaria lijden in samenwerking met de afdeling cardiologie. Wanneer de – inmiddels aangevraagde – toestemming van het Ministerie van VWS wordt verkregen, zal het JBZ het eerste en voorlopig enige ziekenhuis zijn op het Europese vasteland, dat over Rubidium-82 zal kunnen beschikken. In samenwerking met een commercieel bedrijf is een apparaat in ontwikkeling dat computergestuurd de toediening van Rubidium aan patiënten kan regelen, en dat het beladen van de Rubidium-generator met de grondstof Strontium-82 kan verzorgen. Deze ontwikkeling zal de positie van het JBZ als toekomstig centrum voor interventiecardiologie versterken. Radiologie - Vascular closure device misplacement. - Closure device application for the subclavian artery. In de toekomst zijn de volgende ontwikkelingen mogelijk: -
-
Fractionele flow reserve meting van het myocardium van de niet-infarctgerelateerde coronairarterie in samenwerking met het UMC Utrecht. Studie naar de voorspellende waarde van fractionele flow reserve meting van het myocardium in het beoordelen van de functionele capaciteit van collateralen van een geoccludeerde infarctgerelateerde coronairarterie. Een vergelijkende studie naar de resultaten van conventionele SPECT met Technetium-99mtetrofosmin en PET met Rubidium-82 bij geselecteerde patiënten verdacht voor coronarialijden. Een vergelijkende studie naar de resultaten van PET met Rubidium-82 en coronair angiografie. Er zal met name worden onderzocht bij welke categorieën patiënten PET met Rubidium-82 op een betrouwbare en veilige manier angiografie overbodig maakt en bij welke categorieën dat niet het geval is. Dit onderzoek zal naar verwachting de selectie van patiënten voor diagnostische coronairangiografie en interventie verbeteren. Een studie naar de mogelijkheid van het fuseren van PET en CT beelden, en de waarde hiervan voor de cardiologische diagnostiek. De beschikbaarheid van twee state-of-the-art 64-
51
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
-
-
slice CT scanners met voorzieningen voor coronaire CTA en een PET voorzien van een 16slice CT scanner eveneens uitgerust met moderne voorzieningen voor cardiologisch onderzoek, en de beschikbaarheid van de benodigde fusiesoftware maken deze unieke studie goed uitvoerbaar in het JBZ. De door Nucleaire Geneeskunde (in samenwerking met cardiologie en radiologie) opgevoerde studies naar de betekenis van PET(-CT) onderzoek van het myocard met Rb-82 PET in relatie tot conventionele SPECT met Tc-99m tetrofosmin, conventionele coronair angiografie en CT angiografie met de multislice CT; met name aandacht voor beeldkwaliteit in relatie tot de stralingsdosis. De verdere ontwikkeling van de RSA techniek zal de stralenbelasting en het gebruik van contrastmiddel bij endovasculaire procedures verminderen. Endovasculaire behandeling van arterieel vaatlijden (toename hybride procedures op de OK), daarmee voorkomen van amputatie door kritische ischemie.
Er zijn diverse publicaties en abstracts voortgekomen uit JBZ-studies die binnen de reikwijdte van deze onderzoekslijn vallen: 1. Poodt J, Fijnheer R, Walsh IBB, Hermans MHA. A sensitive and reliable semi-quantitative real-time PCR assay to detect JAK2 V617F in blood. Hematological Oncology 2006;24:227-33. 2. Strobbe L, Lestrade P, Hermans MHA, Fijnheer R. Detection of the JAK2 V617F mutation in patients with slightly elevated platelets or hemoglobin without a secondary cause. Submitted. 3. Groot E, Hulstein JJ, Rison CN, de Groot PG, Fijnheer R. FRETS-VWF73: a rapid and predictive tool for thrombotic thrombocytopenic purpura. J Thromb Haemost. 2006 Mar; 4(3): 698-9. 4. Luken BM, Kaijen PH, Turenhout EA, Kremer Hovinga JA, van Mourik JA, Fijnheer R, Voorberg J. Multiple B-cell clones producing antibodies directed to the spacer and disintegrin/thrombospondin type-1 repeat 1 (TSP1) of ADAMTS13 in a patient with acquired thrombotic thrombocytopenic purpura. J Thromb Haemost. 2006 Nov; 4(11): 2355-64. Epub 2006 Aug 8. 5. Luken BM, Turenhout EA, Kaijen PH, Greuter MJ, Pos W, van Mourik JA, Fijnheer R, Voorberg J. Amino acid regions 572579 and 657-666 of the spacer domain of ADAMTS13 provide a common antigenic core required for binding of antibodies in patients with acquired TTP. Thromb Haemost. 2006 Sep; 96(3): 295-301. 6. Hulstein JJ, van Runnard Heimel PJ, Franx A, Lenting PJ, Bruinse HW, Silence K, de Groot PG, Fijnheer R. Acute activation of the endothelium results in increased levels of active von Willebrand factor in hemolysis, elevated liver enzymes and low platelets (HELLP) syndrome. J Thromb Haemost. 2006 Dec; 4(12): 2569-75. Epub 2006 Sep 12. 7. Poodt J, Fijnheer R, Walsh IB, Hermans MH. A sensitive and reliable semi-quantitative real time PCR assay to detect the JAK2 V617F in blood. Hematol Oncol 2006 december; 24(4): 227-33. 8. Promotie dr. P. Elsman op 06-07-07 te Groningen, met het proefschrift 'Clinical and Angiographic Predictors of Outcome after Primary Angioplasty'. 9. Balink H, Mertens IJ, Stevens H, van Rijk PP, Beutler JJ, De Klerk JM. Captopril renography and the relevance of abnormal but bilateral identical curves in the diagnosis of renal artery stenosis. Nucl Med Commun. 2001 Sep;22(9):971-4. 10. Beutler JJ, Van Ampting JM, Van De Ven PJ, Koomans HA, Beek FJ, Woittiez AJ, Mali WP. Long-term effects of arterial stenting on kidney function for patients with ostial atherosclerotic renal artery stenosis and renal insufficiency. J Am Soc Nephrol. 2001 Jul;12(7):1475-81. 11. Kanters SD, Banga JD, Algra A, Frijns RC, Beutler JJ, Fijnheer R. Plasma levels of cellular fibronectin in diabetes. Diabetes Care. 2001 Feb;24(2):323-7. 12. Van Ampting JM, Hijmering ML, Beutler JJ, van Etten RE, Koomans HA, Rabelink TJ, Stroes ES. Vascular Effects of ACE Inhibition Independent of the Renin-Angiotensin System in Hypertensive Renovascular Disease : A Randomized, Double-Blind, Crossover Trial. Hypertension. 2001 Jan;37(1):40-45. 13. Postma CT, Beutler JJ, Thien T, Alcazar JM, Rodicio JL J Hypertens. 2002 Jun;20(6):1241-4.
52
Beleidsplan Wetenschap Jeroen Bosch Ziekenhuis 2007-2011
14. Bax L, van der Graaf Y, Rabelink AJ, Algra A, Beutler JJ, Mali WPThM; SMART Study Group. Influence of atherosclerosis on age-related changes in renal size and function. Eur J Clin Invest 2003;33:34-40. 15. Van Ampting JM, Penne L, Beek FJ, Koomans HA, Boer WH, Beutler JJ. Prevalence of atherosclerotic renal artery stenosis in patients starting dialysis. Nephrol Dial Transplant 2003;18:1147-51. 16. Prinsen BHCMT, Rabelink TJ, Beutler JJ et al. Increased albumin and fibrinogen synthesis rate in patients with chronic renal failure. Kidney Int 2003;1495-1504. 17. Bax L, mali WP, Buskes E, Koomans HA, Beutler JJ et al. The benefit of stent placement and blood pressure and lipid lowering for the prevention of progression of renal dysfunction caused by atherosclerotic ostial stenosis of the renal artery. The STAR-study: rationale and study design. J Nephrol 2003;16:807-12. 18. Bax L, Bakker CJ, Klein,WM, Banken N, Beutler JJ, Mali WP Renal blood flow measurements with use of phase-contrast magnetic resonance imaging: normal values and reproducibility. J Vasc Interv Radiol. 2005 Jun;16(6):807-14. 19. Julius S. for the Value trial group. Outcomes in hypertensive patients at high risk treated with regimens based on valsartan or amlodipine: the Value randomised trial. Lancet 2004, 363: 2022-31. 20. Penne EL, Blankestijn PJ, Bots ML, van den Dorpel MA et al. namens de CONTRAST-onderzoekers. Nieuw onderzoek naar online-hemodiafiltratie voor de vermindering van cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit bij patiënten die chronisch worden behandeld met hemodialyse. Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150:1583-1585. 21. Koning OH, Kaptein BL, Garling EH, Hinnen JW, Hamming JF, Valstar ER, van Bockel JH. Assessment of threedimensional stent-graft dynamics by using fluoroscopic roentgenographic stereophotogrammetric analysis. J Vasc Surg. 2007 Oct;46(4):773-9. Epub 2007 Aug 30. 21. Koning OH, Garling EH, Hinnen JW, Kroft LJ, van der Linden E, Hamming JF, Valstar ER, van Bockel JH. Accurate detection of stent-graft migration in a pulsatile aortic model using Roentgen stereophotogrammetric analysis. J Endovasc Ther. 2007 Feb;14(1):30-8. 22. Koning OH, Oudegeest OR, Valstar ER, Garling EH, van der Linden E, Hinnen JW, Hamming JF, Vossepoel AM, van Bockel JH. Roentgen stereophotogrammetric analysis: an accurate tool to assess stent-graft migration. J Endovasc Ther. 2006 Aug;13(4):468-75.
53