Beleidsplan 2012 - 2017 Stichting HoPe Holanda Perú
STICHTING HOPE HOLANDA-PERÚ BELEIDSPLAN 2012 - 2017 VOORWOORD Stichting HoPe Holanda Perú is een non-profit organisatie die zich richt op het bevorderen van de capaciteitsontwikkeling van bevolkingsgroepen in Cusco en omgeving die zich in een positie van uitsluiting bevinden en die onvoldoende aandacht van de overheid krijgen. HoPe werkt samen met de bevolking aan initiatieven die sociale ontwikkeling bevorderen en waarbij de diversiteit van taal en cultuur in Cusco en in Peru gerespecteerd worden. De medewerkers van de stichting zijn van mening dat deze missie de mogelijkheid in zich draagt de droom van Peruanen van alle leeftijden en uit alle lagen van de samenleving waar te maken: de droom van een samenleving waarin iedereen, zonder onderscheid, de beste mogelijkheden heeft om zijn eigen leven vorm te geven, in harmonie met de sociale ontwikkeling van anderen en met de eigen cultuur en behoeften als basis. We zijn ons ervan bewust dat er een lange weg moet worden afgelegd om de sociale veranderingen te realiseren die nodig zijn om deze droom waar te maken. Elke dag worden stappen gezet, maar onderweg zijn er positieve veranderingen merkbaar die meteen al voordelen opleveren. HoPe bevindt zich nu, in 2012, in een positie waarin al veel ervaring is opgeslagen. Die ervaring koesteren wij en ook gebruiken wij haar bij de voortzetting van het werk, bij nieuwe projecten en in de samenwerkingsrelaties met collega-instellingen en overheden. Voorop staat de ondersteuning aan de mensen en gemeenschappen die wij tot onze doelgroep rekenen. Kijkend naar onszelf, de stichting HoPe Holanda-Perú, dan streven wij er met dit strategisch beleidsplan naar om in 2017 een instituut te zijn dat wezenlijk bijdraagt aan het verbeteren van leefomstandigheden van die bevolkingsgroepen in de regio Cusco, die uitgesloten zijn van mogelijkheden voor sociaal-economische ontwikkeling. Het Strategisch Beleidsplan 2012-2017 van HoPe Holanda Perú geeft de komende jaren richting aan de activiteiten van de stichting. Het is opgesteld met inachtneming van de ideeën en wensen van veel personen, waaronder: de oprichters, leden, medewerkers, gemeenschappen, ouders van kinderen, studenten, leraren, specialisten en autoriteiten. Hierbij houden wij rekening met de uitkomsten van overlegsituaties waaraan onderwijsraden, de overheid en ngo’s deelnemen. In de tekst wordt de stichting soms aangeduid met de complete naam Stichting HoPe Holanda Perú en soms simpelweg afgekort als HoPe. HoPe is de familiaire vorm waarmee wij onszelf aanduiden en zoals men ons kent. We hopen dat veel meer mensen zich aansluiten bij het werk van HoPe en dat we onze kracht kunnen verdubbelen om meer te bereiken. Cusco, 2012 Nayruth Violeta Triveño Anaya Voorzitster van de Raad van Bestuur 2010 - 2012
1
INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING: DUURZAME ONTWIKKELING I
DOELGROEP, DOEL EN MISSIE
II
UITGANGSPUNTEN
III
DOELEN, BELEIDSLIJNEN EN STRATEGIEËN
IV
PLANNEN TEN AANZIEN VAN HOPE ZELF
BIJLAGEN 1.
Geschiedenis
2.
Gebied waar HoPe werkzaam is
3.
Referentiekader Nationaal overheidsbeleid
4.
Referentiekader Internationaal beleid
5.
Lopende en nieuwe onderwijsprojecten
6.
Welzijnsprojecten
2
DUURZAME ONTWIKKELING Samenvatting Beleidsplan 2012 – 2017 Missie en visie HoPe Holanda Perú is een NGO, een niet gouvernementele non-profit organisatie. HoPe werkt in de regio Cusco, in het Andesgebergte, aan verbetering van de leefomstandigheden van bevolkingsgroepen die niet voldoende aandacht krijgen van de overheid en mede daardoor geen aansluiting vinden bij de maatschappelijke ontwikkeling. HoPe heeft de ambitie om op afzienbare termijn aan 90 tot 100 % van de bevolking in haar werkgebied basis- en voortgezet onderwijs te bieden, de gezondheid, het welzijn en het gevoel van eigenwaarde van die bevolking te verbeteren en daardoor de armoede en uitsluiting substantieel te bestrijden. De medewerkers van HoPe vinden dat de programma’s die zij ontwikkelen en uitvoeren een duurzaam karakter moeten hebben om ook op langere termijn effectief te zijn. Er is extra inspanning nodig om juist op langere termijn ‘het verschil te kunnen maken’. Allereerst gaat het dan om sociale duurzaamheid: alleen als de mensen om wie het gaat van begin af aan bij de projecten en ontwikkelingsacties worden betrokken, zullen zij de ontwikkeling als resultaat van hun eigen inspanningen zien, trots zijn op de resultaten en deze ‘bewaken’ en vasthouden. In de tweede plaats gaat het om technische duurzaamheid, het vergroten van de competentie van alle ‘medewerkers’. Leerkrachten, schoolhoofden, kleuterbegeleiders, gezondheidswerkers, dorpsbestuurders en ook ambtenaren moeten tijdens het uitvoeren van het werk gelegenheid krijgen bij te leren, hun ervaringen met collega’s te delen en hun professionaliteit te versterken. Daarvoor zoekt HoPe samenwerking met andere niet gouvernementele organisaties en ook met de verschillende overheidslagen. Ten derde is er sprake van duurzaamheid in politieke zin, door de betrokkenheid van de overheid bij de verschillende programma’s te stimuleren en nadrukkelijk aansluiting te zoeken bij het beleid. De overheden en de ambtenaren op de verschillende niveaus zullen dan dat beleid als een eigen verworvenheid beschouwen en geneigd zijn dat beleid te consolideren. Tenslotte is financiële duurzaamheid gewenst. Het streven is erop gericht de projecten op den duur structureel gefinancierd te krijgen door de overheid en eventueel door bedrijven in de regio. De missie en visie die hier in hoofdlijnen zijn weergegeven, worden in dit beleidsplan uitgewerkt in concrete activiteiten voor de komende jaren. Het betreft hier een samenvatting van het beleidsplan 2012-2017. Voor uitgebreidere informatie verwijzen wij naar het integrale beleidsplan. Eerst komen in deze samenvatting de twee programmalijnen van HoPe aan de orde: onderwijs en welzijn. Daarna gaan we in op de manier waarop HoPe daaraan werkt: er is aandacht voor participatie van de bevolking (sociale duurzaamheid), deskundigheidsbevordering van de medewerkers (technische duurzaamheid) en voor samenwerking met collega-instellingen en met de overheid. HoPe werkt niet in een beleidsvacuüm: waar mogelijk sluit de organisatie aan bij ontwikkelingen op nationaal en internationaal niveau. Uiteraard zal HoPe ook steeds proberen het overheidsbeleid op een positieve manier te beïnvloeden (duurzaamheid in politieke zin). Tenslotte staan we kort stil bij de relatie tussen de Stichting HoPe Holanda Perú en de Stichting HoPe Nederland. Doelgroepen De doelgroepen van HoPe bestaan uit arme boerengemeenschappen in afgelegen dorpen en uit mensen die vanuit de rurale gebieden naar de stad zijn getrokken en daar in armoede proberen te overleven. HoPe heeft degelijk verkend wat de situatie is waarin de mensen leven, wat de positieve en bedreigende factoren zijn die op hun situatie inwerken en wat de aanknopingspunten zijn voor ondersteunende acties en projecten. Daarbij kijkt HoPe niet alleen naar de mensen zelf maar ook naar zaken als de organisatiegraad, de kracht of zwakte van de regionale economie, de omvang en groei van de bevolking en de potentie van het locaal bestuur. Op die manier stelt HoPe samen met de bevolking een soort diagnose van de situatie, waarop zij een plan van aanpak enten.
3
Een algemeen uitgangspunt van HoPe is dat we het isolement van de boerengemeenschappen en de uitsluiting van de arme bevolking, die naar de stad is getrokken, alleen kunnen doorbreken wanneer deze mensen in staat worden gesteld hun eigen lot te verbeteren. Onderwijs, mondigheid, zelfbewustzijn en competentieversterking zijn daarbij sleutelbegrippen. Twee programmalijnen: Onderwijs en Welzijn HoPe is op twee interventiegebieden actief, te weten: onderwijs en welzijn. In het vorige plan voor de periode 2009-2011 was ‘het bevorderen van de toegankelijkheid tot de algemene gezondheidszorg voor mensen uit achterstandssituaties’ ook een belangrijk doel. Daarvoor heeft HoPe veel werk verzet en ook concrete voorzieningen voor gezondheidszorg opgezet. De huidige regering heeft nu als doel gesteld om de voorzieningen binnen de gezondheidszorg te verbeteren en voor iedereen toegankelijk te maken. HoPe heeft op grond daarvan haar gezondheidszorgprogramma’s overgedragen aan het Ministerie van Gezondheid. Onderwijsprojecten In 2012 steunt de stichting HoPe Holanda Perú via verschillende projecten 206 instellingen voor kleuteronderwijs, twee scholen voor basisonderwijs en drie scholen voor voortgezet onderwijs. Omdat de kwaliteit van het onderwijs nog onvoldoende is, zetten we de komende jaren concrete stappen om dit te verbeteren. Hoewel de aandacht primair uitgaat naar de vroege kinderjaren, geven we de laatste jaren steeds meer aandacht aan het ondersteunen van basis- en voortgezet onderwijs. Voor de komende jaren hebben de medewerkers van HoPe voor zichzelf de lat hoog gelegd. Behalve verbetering van de kwaliteit van het onderwijs – in samenwerking met andere partijen, waarover verderop meer – is er ook de ambitie het onderwijs voor aanzienlijk meer kinderen en jongeren toegankelijk te maken. In 2017 wil HoPe bereikt hebben dat in de gemeenschappen waar HoPe haar werk uitvoert, 100% van de jongens en meisjes kwalitatief goed basis- en voortgezet onderwijs volgt. Het onderwijs van de HoPe-projecten is tweetalig en intercultureel. Daaraan liggen de volgende overwegingen ten grondslag. Enerzijds moet het onderwijs aansluiten bij de leefwereld van de kinderen en hun gezinnen. In veel gevallen is voor deze kinderen Quechua de voertaal en staat de cultuur van hun boerengemeenschap ver af van de dominante Peruaanse cultuur van de stad. Anderzijds moet het onderwijs een sleutel bieden tot deelname aan de gangbare Peruaanse cultuur, om blijvende uitsluiting te voorkómen. Op deze wijze kunnen de doelstellingen van het doorbreken van het isolement en het opheffen van de grootste armoede worden bereikt. Welzijnsprojecten Het programma Welzijn bevat een groot aantal kleine buitenschoolse programma’s door middel waarvan de deelnemers zelfbewuster worden en vaardigheden leren, waardoor zij in staat zijn positieve ontwikkelingen in hun eigen leefomgeving op gang te brengen. Concreet valt te denken aan cursussen om authentiek handwerk te handhaven en te verbeteren, trainingen om saamhorigheid te bevorderen bijvoorbeeld via sport en spel, gesprekken over veel voorkomende problemen in de eigen omgeving en oriëntatie op verschillende aspecten van de maatschappij via excursies. Het blijkt dat deze projecten, die van HoPe een minimale inspanning aan begeleiding vergen, tot resultaten leiden. De deelnemers bieden hierdoor over het algemeen beter weerstand aan problemen als werkloosheid, huiselijk geweld, seksueel misbruik, alcoholisme, discriminatie en onderdrukking. HoPe Holanda Perú
4
zet de ondersteuning van deze projecten de komende jaren voort en zal bij gebleken behoefte vanuit de rurale en wijkgemeenschappen nieuwe projecten ondersteunen. Participatie van de bevolking Het is duidelijk dat Stichting HoPe Holanda Perú niet werkt in een zelf gecreëerde wereld. De activiteiten sluiten aan op de noden en behoeften van mensen en groepen. HoPe inventariseert en analyseert die noden en behoeften voortdurend. De medewerkers hebben geleerd goed naar de leden van de doelgroepen te luisteren en samen met hen relevante activiteiten te ontwikkelen. Het is een voorwaarde om te komen tot sociale duurzaamheid van de projecten, of het nu gaat om onderwijs – of welzijnsprojecten. De betrokkenheid van de bevolking en de steun vanuit de gemeenschap blijken van plaats tot plaats te kunnen verschillen: in de ene situatie is de bevolking meer gemotiveerd dan in andere situaties. Op sommige plekken is het locaal bestuur coöperatiever dan ergens anders. De medewerkers geven zich er rekenschap van welke de factoren zijn die bijdragen tot een grotere betrokkenheid en steun. De inzichten die zij daarmee opdoen, worden in andere situaties weer zoveel mogelijk benut. Deskundigheidsbevordering medewerkers De medewerkers van HoPe leren al doende, bijvoorbeeld door hun ervaringen regelmatig en systematisch onderling te bespreken en er lering uit te trekken. HoPe heeft een eigen strategie voor het opleiden en na- en bijscholen van leerkrachten bedacht en uitgewerkt. Daar blijft het echter niet bij. Bij de ontwikkeling en verbetering van de onderwijsprogramma’s zoekt HoPe samenwerking met andere niet gouvernementele organisaties die met vergelijkbare of daarbij aansluitende programma’s bezig zijn. Ook zoekt HoPe de komende jaren samenwerking met opleidingsinstituten voor leerkrachten, zoals de Peruaanse Pedagogische Academie voor Basisonderwijs en de universiteit in Cusco. Beide ‘partijen’ kunnen veel van elkaar leren. De praktijkervaring van HoPe is voor de samenwerkingspartners van belang en op hun beurt kunnen de partners helpen bij de verdieping en het kwalitatief verbeteren van het werk van HoPe. Dit alles komt de technische duurzaamheid van de inspanningen van HoPe ten goede. Het leidt ertoe dat de kennis en vaardigheden van de medewerkers toenemen en kunnen worden overgedragen op nieuwe generaties van medewerkers. Samenwerking met collega-instellingen en de overheid HoPe werkt ook bij het uitvoeren van haar programma’s niet geïsoleerd. Evenmin is er sprake van concurrentieverhoudingen met andere instellingen. In tegendeel: HoPe maakt deel uit van een netwerk van niet gouvernementele organisaties die vergelijkbare of aanvullende doelstellingen nastreven en vergelijkbare of aanvullende projecten uitvoeren. Zo neemt HoPe deel aan het regionale educatieve netwerk in Cusco en omgeving, waarbij verschillende collega-instellingen zijn aangesloten. Op bovenregionaal niveau maakt HoPe deel uit van het programma Allianza Perú voor het onderwijs in rurale gebieden, met als hoopgevende naam: Ruta del Sol. Dit soort samenwerkingsverbanden bevordert op verschillende manieren de duurzaamheid van de ontwikkelingen die HoPe op gang brengt. In de eerste plaats delen de instellingen kennis en menskracht bij de uitvoering van bestaande programma’s en bij de opzet en uitvoering van nieuwe projecten. Zo is er het voorbeeld van een nieuw programma waarbij informatietechnologie wordt geïntroduceerd binnen het tweetalig intercultureel onderwijs. Dit soort samenwerking bevordert de technische duurzaamheid. In de tweede plaats ontstaat er door de samenwerking tussen gelijkgestemde organisaties een maatschappelijk middenveld van betekenis, dat de overheden zo nodig onder druk kan zetten om adequaat beleid te ontwikkelen en ook uit te voeren. Ook zal vanuit de samenwerkingsverbanden de noodzaak van financiële deelname van de overheid aan programma’s en projecten worden bepleit. De laatste tijd zijn op het gebied van gezondheidszorg en het onderwijs aanzienlijke successen gescoord. Hierdoor worden zowel de politieke als de financiële duurzaamheid van de programma’s en activiteiten meer dan vroeger gegarandeerd.
5
Aansluiting bij nationale en internationale ontwikkelingen Stichting HoPe Holanda Perú houdt zich goed op de hoogte van politieke ontwikkelingen zowel op lokaal en nationaal niveau, als op internationaal niveau. Zij volgt nauwlettend de ontwikkelingen en standpunten met betrekking tot het recht op onderwijs, gezondheidszorg, armoedebestrijding en sociale vooruitgang. Waar mogelijk gebruikt HoPe deze feiten als aanknopingspunten voor samenwerking met overheden. In enkele gevallen zijn activiteiten die HoPe jaren geleden heeft opgezet, overgedragen aan de overheid, die zich voor de continuïteit verantwoordelijk stelt. Ook dit leidt tot politieke en financiële duurzaamheid van het door HoPe begonnen werk. Enkele voorbeelden ter illustratie: De medewerkers van HoPe kennen de beleidsvoornemens van de regering waaronder - het meerjarig macro-economisch kader, waarin onder meer sprake is van het terugdringen van armoede, vermindering van ongelijkheid en bevorderen van maatschappelijke integratie van alle inwoners; - het Nationaal Plan ‘Onderwijs voor iedereen’ met voornemens voor kwaliteitsverbetering van het onderwijs; - de speerpunten van beleid 2011-2016 van het Ministerie van Onderwijs, waarin concrete acties zijn opgenomen.
De medewerkers van HoPe hebben ook oog voor de internationale verdragen en overeenkomsten waaraan de regering van Peru zich gebonden heeft en die deels ook betrekking hebben op rechten van minderheden, recht op onderwijs en persoonlijke ontplooiing. De internationale verdragen en het nationaal beleid worden door HoPe gebruikt om haar werkzaamheden te legitimeren, uit te bouwen en om de overheden te bewegen zich met het werk te engageren en daarvoor ook verantwoordelijkheid te nemen. Een Peruaanse en een Nederlandse Stichting HoPe Stichting HoPe Holanda Perú is in 1999 in Cusco opgericht. Het was een initiatief van twee Nederlanders en een Peruaan, die al vanaf het begin van de negentiger jaren in Cusco en omgeving werkten aan de verbetering van de leefomstandigheden van de arme bevolking. Het beleidsplan dat hier aan de orde is, is het beleidsplan van deze stichting. Het beleidsplan is tot stand gekomen in samenspraak met alle beroepskrachten van de stichting, vertegenwoordigers van de doelgroepen en samenwerkingpartners zoals vertegenwoordigers van andere stichtingen en positief ingestelde ambtenaren van verschillende overheidslagen. Uiteraard kan het bestuur van de stichting op de inhoud van het beleidsplan volledig worden aangesproken. De Stichting HoPe Holanda Perú ziet ook op middellange termijn een duidelijk perspectief voor zichzelf. In de periode 2012-2017 steekt HoPe energie in de versterking van de capaciteiten van het team. De medewerkers worden voortdurend bijgeschoold, zodat zij met hun werk goed kunnen aansluiten bij de sterk veranderende sociale en economische omstandigheden in Perú. Naast de Peruaanse Stichting HoPe is er sinds 2002 de Stichting HoPe Nederland. Deze Stichting heeft als doel de eerder bestaande Stichting HoPe Holanda Perú te ondersteunen met fondswerving. De Nederlandse stichting werkt met ongeveer dertig vrijwilligers. Zij kennen het werk en de projecten in Cusco en dragen zorg voor de PR, die gericht is op scholen en op het net van sponsoren.
6
Indeling Strategisch Beleidsplan 2012 – 2017 In het bovenstaande is het Strategisch Beleidsplan 2012 – 2017 van de Stichting HoPe in grote lijnen samengevat. In het integrale plan zijn de meeste aspecten uitgewerkt. Om de geïnteresseerde lezer de weg te wijzen in dit uitgebreide plan, geven wij hier de lijn van het betoog van het integrale beleidsplan weer. Uiteraard is HoPe een stichting met een geschiedenis. De geschiedenis is niet in het beleidsplan zelf beschreven. Wie belangstelling heeft voor de historie leze bijlage 1. Het eerste hoofdstuk van het beleidsplan is besteed aan de beschrijving van de doelgroepen van HoPe Holanda Perú, het doel dat de stichting nastreeft en de missie die zij zich heeft opgedragen. Om de achtergrond van de doelgroep enigszins te kunnen begrijpen is in bijlage 2 het gebied waar HoPe werkt, het ‘verzorgingsgebied’, geschetst. Daar wordt enigszins inzichtelijk onder wat voor omstandigheden de verschillende rurale gemeenschappen leven. Hoofdstuk II gaat over de uitgangspunten van HoPe bij het bedenken en opzetten van programma’s en projecten. De hulp van HoPe sluit aan bij de omstandigheden en behoeften van de doelgroep, en wordt zo veel mogelijk in samenwerking met andere NGO’s en de overheden uitgevoerd. Alleen op die manier kan de hulp een duurzaam karakter krijgen. Wanneer de uitgangspunten verwijzen naar het overheidsbeleid en de internationaal vastgelegde mensenrechten, is het belangrijk de meest relevante elementen van het nationale en internationale beleid te benoemen. De bijlagen 3 en 4 bevatten informatie met het oog hierop. Hoofdstuk III is een kernhoofdstuk: het bevat informatie over de doelen, de beleidslijnen en de strategieën van HoPe. Deze worden in schema’s gepresenteerd, zodat ook de samenhang tussen doelen en strategieën inzichtelijk wordt. De concrete projecten waar HoPe zich de komende jatren mee bezig houdt, zijn weergegeven in de bijlagen 5 en 6. Hoofdstuk IV tenslotte gaat over HoPe Holanda Perú zelf. HoPe is de organisatie die, in samenwerking met anderen, de programma’s en projecten op gang brengt, gaande houdt en tot een goede afronding moet zien te brengen, zodat de beoogde effecten worden bereikt. Het bestuur heeft de zorg voor een goed lopende organisatie en voor monitoring, evaluatie en effectmeting. In dit hoofdstuk wordt geschetst waar het bestuur met HoPe Holanda Perú naar toe wil en hoe het dat de komende jaren denkt te bereiken.
7
I Doelgroepen, doel en missie Doelgroep De doelgroep van Stichting HoPe bestaat uit mensen en gemeenschappen in Cusco en omgeving, die leven in isolement en armoede en zonder adequate ondersteuning niet kunnen deelnemen aan de Peruaanse maatschappelijke ontwikkeling. Deze mensen en groepen worden vooralsnog uitgesloten van participatie aan de Peruaanse maatschappij en krijgen onvoldoende aandacht van de Peruaanse overheid. Het isolement, de achterstelling en armoede zijn in de eerste plaats zichtbaar in de rurale gemeenschappen die vaak in zeer afgelegen en moeilijk bereikbare nederzettingen leven, hoog in de Andes. Vanwege het gebrek aan ontwikkelings- en overlevingskansen trekken veel mensen naar de stad in de ijdele hoop daar betere levensomstandigheden aan te treffen. Zij zijn aangewezen op nederzettingen in de buitenwijken van de stad, waar het isolement voortduurt en hun kansen niet of nauwelijks beter zijn. Zo bestaat de doelgroep van Stichting HoPe uit twee subgroepen: bewoners van de rurale gemeenschappen uit de Andesregio Cusco en bewoners van de buitenwijken van de stad Cusco.
DE DOELGROEP:
Inwoners uit de rurale gemeenschappen uit de Andes, regio Cusco. Inwoners uit de buitenwijken van de stad Cusco.
De Peruaanse overheid voldoet niet aan haar verplichtingen om voor deze bevolkingsgroepen goede openbare diensten te verzorgen. Zij doet vooralsnog te weinig om duurzame voorwaarden en mogelijkheden te creëren zodat deze mensen en gemeenschappen zich kunnen ontwikkelen in harmonie met hun eigen normen, waarden en cultuur, en tegelijkertijd kunnen deelnemen aan de Peruaanse maatschappij die snelle ontwikkelingen doormaakt. Een fundamentele voorwaarde voor persoonlijke en sociale ontwikkeling is goed openbaar onderwijs. De doelgroep van HoPe heeft echter vooralsnog geen of beperkte toegang tot kwalitatief goed openbaar onderwijs. De mensen waar het hier om gaat leven, zoals gezegd, in beperkte en beperkende omstandigheden, waardoor zij in hun mogelijkheden tot persoonlijke en sociale ontplooiing ernstig worden belemmerd. Toch bezitten deze gemeenschappen vanuit hun cultureel erfgoed veel capaciteiten en potentieel om vorm te geven aan hun eigen sociale ontwikkeling. Dit gegeven bepaalt de manier waarop HoPe vorm geeft aan de ondersteuning. Doel HoPe organiseert samen met de doelgroep projecten op het gebied van welzijn, bewustwording en onderwijs. Het doel hiervan is dat de bevolkingsgroepen zelfbewuster worden en competenties verwerven waarmee zij zichzelf en hun gemeenschap een betere positie kunnen geven in de zich moderniserende Peruaanse samenleving, zonder hun culturele identiteit te verliezen. HoPe werkt mét de mensen en niet voor de mensen. HoPe ontneemt de bevolking nooit het recht om zelf te denken en zelf te beslissen. HoPe sluit overeenkomsten met groepen van mensen waarin een
8
manier van samenwerken wordt vastgelegd. Samenwerking is wezenlijk voor het welslagen van projecten. Samenwerking verbetert het gevoel van eigenwaarde en het zorgt ervoor dat mensen uit de doelgroep zich verantwoordelijk voelen voor hun eigen project. Om beter aan de behoeften van de doelgroep tegemoet te komen, werkt Stichting HoPe met verschillende personen die een sleutelpositie in het sociale veld innemen, bijvoorbeeld leerkrachten, gemeenschapsleiders, autoriteiten, ambtenaren, zakenlieden, leden van het maatschappelijk middenveld en van andere NGO’s. Over de werkwijze van HoPe verderop meer. Missie Op grond van het voorgaande komt de missie van HoPe Holanda Perú op het volgende neer. Stichting HoPe Holanda Perú is een niet-gouvernementele non-profit organisatie, die initiatieven voor ontwikkeling stimuleert en steunt waarin die bevolkingsgroepen centraal staan, die zich binnen de Peruaanse gemeenschap, in een positie van sociale uitsluiting bevinden en die niet voldoende aandacht van de overheid krijgen. HoPe richt zich daarbij op het creëren van omstandigheden die bevorderend zijn voor de capaciteitsontwikkeling van die bevolkinggroepen. Dit gebeurt door middel van initiatieven die sociale ontwikkeling bevorderen en de diversiteit van cultuur en taal in de regio Cusco respecteren. Het uiteindelijke doel van de ontwikkelingsprojecten is het verminderen van armoede, waarin de doelgroep leeft. De werkwijze impliceert het bevorderen van samenwerking met de bevolking bij het vaststellen van doelen en inhoud van projecten, zoveel mogelijk in overeenstemming met het nationale ontwikkelingsbeleid dat in opbouw is en de bestaande programma’s op lokaal en regionaal niveau. Kijkend naar de eigen plaats in de regio heeft HoPe de ambitie om in 2017 een instituut te zijn dat bijdraagt aan verbetering van de levensstandaard van de doelgroepen in de regio Cusco die uitgesloten zijn van mogelijkheden voor sociaal-economische ontwikkeling.
WAARDEN Eerlijkheid Respect Productiviteit Transparantie Verantwoordelijkheid Zelfkritiek Solidariteit Punctualiteit Optimisme Netheid Tolerantie Vlijt Ordelijkheid
9
II Uitgangspunten HoPe gaat bij het uitvoeren van haar werkzaamheden weloverwogen en niet vrijblijvend te werk. Daarbij zijn de in het vorige hoofdstuk genoemde algemene waarden leidraad. In het navolgende zijn, mede gestuurd door de genoemde waarden, een aantal uitgangspunten geformuleerd, die bij het werk worden gehanteerd. Deels zijn zij reeds genoemd in de formulering van de doelstellingen en de missie in het voorgaande hoofdstuk. 1.
HoPe stelt mensen centraal en draagt bij aan menselijke ontwikkeling.
Het belangrijkste uitgangspunt van HoPe is het stimuleren van persoonlijke en sociale ontwikkeling van mensen in achterstandssituaties. HoPe is van mening dat de ontwikkeling van mensen gerelateerd is aan hun sociale context met specifieke kenmerken zoals wereldbeeld, cultuur, geschiedenis, behoeften, projecten, etc. Deze context speelt een rol in alle processen van het leven van ieder individu en zijn o.a. van invloed op persoonlijke ontwikkeling, relaties met andere mensen, uiting van emoties, uiting van spiritualiteit, leerprocessen, manier van samenwerken met anderen, creativiteit en productiviteit. HoPe beschouwt persoonlijke en sociale ontwikkeling als: “het uitbreiden van capaciteiten van een persoon waardoor hij of zij meer mogelijkheden en kansen krijgt op een beter leven en een groter individueel en sociaal welzijn”. Die persoonlijke kansen kunnen variëren van politieke, economische en sociale vrijheid, tot de mogelijkheid om creatief of productief te zijn, zonder verlies van zelfrespect en volgens de internationale afspraken over de rechten van de mens. 2.
HoPe zet in op de ontwikkeling van capaciteiten.
HoPe gelooft dat ontwikkeling van capaciteiten van mensen een centrale rol speelt bij het werken aan verbetering van de samenleving. Het stimuleren van deze ontwikkeling houdt in dat je mensen leert hoe ze zelf iets kunnen maken in plaats van ze iets te geven. Capaciteitsontwikkeling heeft daarom een centrale rol, zowel bij de uitvoering van projecten en programma’s als binnen de eigen organisatie.Op het gebied van onderwijs streeft HoPe naar de ontwikkeling en het versterken van capaciteiten van kinderen, adolescenten en jongeren, alsook naar het versterken van hun identiteit, hun zelfrespect, zelfstandigheid, emotionele intelligentie en sociale vaardigheden, waardoor ze zich zonder problemen kunnen redden in verschillende socio-culturele omstandigheden. Deze basisvaardigheden zijn essentieel om gemotiveerd te zijn om iets te leren en voor het benutten van kansen op persoonlijke vooruitgang, in verschillende levensfasen. 3.
HoPe werkt samen met de bevolking.
Stichting HoPe werkt niet voor, maar samen met de bevolking. De mensen geven zelf aan wat zij nodig hebben om zich te kunnen ontwikkelen en de projecten richten zich op die doelen. Samenwerken om een gemeenschappelijk doel te bereiken is een belangrijk element binnen de Andescultuur. De projecten van HoPe kunnen daarom, waar mogelijk, altijd rekenen op de steun van leden van de gemeenschap. De implementatie van een project verloopt volgens een aantal fasen waar verschillende mensen aan meewerken: vaststellen van het doel, uitwerking, uitvoering, evaluatie en, indien aan de orde, uitbreiding. HoPe motiveert de bevolking om zelf verantwoordelijkheid te nemen voor hun persoonlijke en sociale ontwikkeling. De stichting claimt niet eigenaar te zijn van de projecten maar erkent dat haar rol ligt in het stimuleren van ontwikkeling vanuit het uitgangspunt van de werkelijke eigenaren, namelijk de gemeenschappen, hun autoriteiten, of groepen mensen die dezelfde belangen hebben (docenten, jongeren in de periferie van een stad, vrouwen). De projecten beslaan een vastgestelde periode. De resultaten worden, dankzij de medewerking van autoriteiten in de projectuitvoering, overgedragen aan de gemeenschap en aan de overheid.
10
4.
De prioriteit van HoPe ligt in het onderwijs.
Stichting HoPe onderstreept de stelling: “onderwijs is de motor voor ontwikkeling”, en is ervan overtuigd dat onderwijs de sleutel is tot het uitbannen van sociale uitsluiting. Kinderen en jongeren hebben niet alleen goed en compleet onderwijs nodig, maar hebben daar recht op. Ze moeten de mogelijkheid hebben al hun fysieke, mentale en emotionele talenten te ontwikkelen door toegang te krijgen tot alle socio-culturele middelen. Op die manier kunnen zij hun capaciteiten op het gebied van expressie, communicatie, sociale interactie, ethiek en esthetiek ontwikkelen, om zo op te groeien tot actieve burgers. Jongens, meisjes, tieners en jongeren hebben er recht op dat in het onderwijs hun onderlinge verschillen en specifieke behoeften op sociaal, cultureel, etnisch en religieus gebied gerespecteerd worden. HoPe heeft uitstekende resultaten behaald op tientallen scholen in Andesgemeenschappen. Hierdoor krijgen duizenden kinderen beter onderwijs. HoPe werkt binnen het reguliere onderwijssysteem in het kleuteronderwijs, lager onderwijs en middelbaar onderwijs. Op deze manier stimuleert HoPe goed onderwijs dat een eerste stap is in menselijke ontwikkeling. Dit onderwijs heeft als uitgangspunten: interculturaliteit (respecteren van diversiteit, gelijkheid en cultuurverschillen), mensenrechten, sekseverschillen en productief en actief onderwijs. 5.
HoPe respecteert in haar werk de maatschappelijke structuren van de overheid.
De projecten die Stichting HoPe uitvoert sluiten aan op het beleid en de structuren van de Peruaanse overheid ten behoeve van zwakkere bevolkingsgroepen in een positie van sociale uitsluiting. Het betrekken van regionale en lokale autoriteiten bij de activiteiten, benadrukt de functie van deze autoriteiten. HoPe creëert geen structuren parallel aan de Peruaanse maatschappij, maar werkt juist binnen al bestaande structuren en draagt bij aan de versterking daarvan. Om die reden werkt de Stichting alleen met openbare scholen. 6
HoPe is zichtbaar binnen de samenleving.
Stichting HoPe Holanda Perú wordt erkend als een organisatie binnen de samenleving, een organisatie die actief samenwerkt met o.a. groepen of collectieven van burgers en gemeenschappen. HoPe is ook actief binnen netwerken van NGO’s. HoPe doet mee aan open discussies, publieke consultaties en besluitvorming (vooral voor wat betreft het onderwijs) en is ook actief binnen het politieke en maatschappelijke veld. Via de netwerken met andere NGO’s, houdt HoPe toezicht op de uitvoering van overheidsbeleid. 7.
HoPe bevordert op verschillende manieren de duurzaamheid van haar acties.
Het op gang brengen van duurzame ontwikkelingen en verbeteringen is hèt belamgrijke uitgangspunt van alle activiteiten die Stichting HoPe uitvoert. Het begrip duurzaamheid heeft verschillende aspecten. HoPe onderscheidt sociale duurzaamheid, technische duurzaamheid, politieke duurzaamheid en financiele duurzaamheid. Elk aspect van duurzaamheid verlangt een specifieke benadering. Uiteraard is er daarbij wel samenhang. Sociale duurzaamheid Sociale duurzaamheid betekent dat de projecten en programma’s die zijn uitgevoerd door de betrokkenen worden gezien als een geïntegreerd onderdeel van de sociale omgeving. Dit kan worden bereikt wanneer de doelgroep vanaf het begin van het project, eigenlijk al bij de planontwikkeling,
11
wordt betrokken. Directe participatie van jongens, meisjes, jongeren, jongvolwassenen, ouders, gemeentelijke of wijkleiders en overige bewoners is wezenlijk voor het bereiken van sociale duurzaamheid. Daarnaast is het belangrijk om organisaties als ouderraden (binnen het onderwijs) en sociale samenwerkingsverbanden te ondersteunen en te versterken in hun rol van bewakers van de projecten en programma’s en van het algemeen sociaal belang. De eerder genoemde uitgangspunten 1, 2 en 3 zijn dus van belang voor de sociale duurzaamheid. Technische duurzaamheid Technische duurzaamheid houdt in dat de ideeën en werkwijzen die bij het ontwikkelen en uitvoeren van projecten en programma’s bedacht zijn, gebaseerd zijn op rationele of zelfs wetenschappelijke inzichten en dat de ‘technieken’ die daarbij worden gebruikt, beschreven zijn, overdraagbaar zijn en ook worden overgedragen op samenwerkingspartners en ‘nieuwe medewerkers’. Concreet betekent dit, dat binnen de onderwijsprogramma’s van HoPe altijd samenwerkingsverbanden met de ambtenarij worden gesloten. Ambtenaren worden vanaf het begin betrokken en door HoPe opgedane kennis wordt aan hen overgedragen. Technische duurzaamheid wordt ook bevorderd via de deelname aan de uitvoering van de programma’s door leerkrachten, schooldirecteuren, kleuterbegeleiders en dorpsbestuurders. Onderwijzend personeel wordt binnen de programma’s geschoold door HoPe. Ook personeelsleden van HoPe groeien binnen de projecten in hun persoonlijke capaciteiten. Zij kunnen deze ook ‘meenemen’ wanneer zij ergens anders gaan werken. Om de onderwijsprogramma’s van HoPe in de toekomst technisch zeker te stellen, wordt gekeken naar de mogelijkheid om samen te werken met opleidingscentra voor leerkrachten, zoals PABO en universiteit. Politieke duurzaamheid Politieke duurzaamheid wordt gegarandeerd wanneer de verschillende overheden de beleidsideeën, beleidsintenties en de beleidsmiddelen die door HoPe zijn ontwikkeld en toegepast goeddeels overnemen, waardoor de beweging ten goede die door HoPe in gang is gezet door de overheid wordt voortgezet. Bij het opzetten en uitvoeren van de programma’s heeft HoPe steeds geprobeerd, direct vanaf het begin, de medewerking en participatie van de Staat, de provincie en de plaatselijke overheden te bevorderen. Concreet realiseert HoPe bij het uitvoeren van onderwijsprogramma’s samenwerkingsverbanden tussen de Staat, de lokale gemeenschap en NGO HoPe. Slechts door intensieve samenwerking met ministeries, gemeenten, lokale autoriteiten en andere instanties, is er meer kans op duurzame oplossingen die op langere termijn stand kunnen houden. Om de politieke duurzaamheid te bevorderen werkt HoPe direct met belangrijke ambtenaren van de ministeries en tracht HoPe om goed lopende of geslaagde programma’s gezamenlijk uit te voeren met en uiteindelijk over te dragen aan de Staat. Financiële duurzaamheid Bij het opbouwen van projecten en het op gang brengen van programma’s worden, steeds meer dan vroeger, afspraken gemaakt met de autoriteiten over het voorzetten van programma’s en onderhouden van gebouwen en inrichtingen. Niet in de laatste plaats worden daarbij ook afspraken gemaakt met de overheid over de financiering van het geheel. In toenemende mate neemt de overheid de bouw van voorzieningen en de uitvoering van projecten en programma’s voor haar rekening. Voor een groot deel vloeit de financiële duurzaamheid voort uit de eerder genoemde politieke duurzaamheid. Daarbij stimuleert en ondersteunt HoPe de groepen die betrokken zijn bij de HoPe-projecten en programma’s bij het zoeken naar gehele of gedeeltelijke financiering van hun activiteiten. Concreet worden die groepen ondersteund bij het ondernemen van sponsoractiviteiten in de eigen maatschappij en bij het opbouwen van een netwerk van sponsoren. Ook dit leidt uiteindelijk tot financiële duurzaamheid van het werk.
12
HoPe stimuleert tweetalig openbaar onderwijs dat zich baseert op de eigen cultuur van de Andesgemeenschappen.
8.
HoPe evalueert voortdurend de effecten van haar activiteiten.
Elk jaar evalueert het team van HoPe Holanda Perú alle projecten, waarbij er op een kritische manier naar het eigen werk wordt gekeken met als doel dingen te verbeteren. Door de effecten te analyseren, kan het bestuur betere beslissingen nemen. Aandachtspunten zijn bijvoorbeeld: De impact van projecten met betrekking tot institutionele doelen. De efectiviteit, eficiëntie en relevantie van projecten. De relatie met de doelgroep en de betrokkenheid van de doelgroep bij de projecten. De medewerking van de lokale autoriteiten om duurzaamheid te bereiken. De kansen of risico’s die externe factoren kunnen meebrengen, zoals bijvoorbeeld de invloed van het beleid van de nationale overheid. De relatie met andere NGO’s en de mogelijkheden om nieuwe relaties aan te gaan met nieuwe partners of sociale instanties. De relatie met de Nederlandse partner: Stichting HoPe Nederland. 9.
HoPe is transparant en legt verantwoording af over haar activiteiten.
Non-profit organisatie HoPe Holanda Perú past het principe van transparantie zeer strikt toe. HoPe ziet transparantie als een sociale verantwoordelijkheid, het afleggen van verantwoording is een vast onderdeel van het beleid dat zorgt voor meer vertrouwen van de gemeenschap en van de donateurs ten aanzien van de projectuitvoering van HoPe.
Jongeren uit Racchi maken hun eigen kleding
13
III Doelen, beleidslijnen en strategieën De uitgangspunten die in het vorige hoofdstuk aan de orde waren leiden natuurlijk in de komende jaren tot gerichte acties. Onderwijsprogramma Op het gebied van het onderwijs is in onderstaand schema in hoofdlijnen weergegeven wat er in 2013 en 2017 volgens plan zal zijn bereikt. Schema 1. Doelen, beleidslijnen en strategieën Actiegebied Onderwijs
Doelen
Indicator
Bijdragen aan het verbeteren van openbaar onderwijs binnen scholen die zijn geselecteerd door Stichting HoPe in samenwerking met het Ministerie van Onderwijs en andere NGO’s.
Doel 1. In 2017, werkt 100% van de scholen die door HoPe worden bestuurd, geheel autonoom. Hierbij voeren zij een Tweetalig Intercultureel Onderwijsprogramma (TIO) uit waarbij uitgegaan wordt van capaciteitsontwikkeling en leerprojecten voor de leerlingen. Doel 2. In 2017, voert 80% van de scholen die hebben deelgenomen aan het onderwijsprogramma van HoPe een tweetalig intercultureel onderwijsprogramma uit waarbij uitgegaan wordt van capaciteitsontwikkeling en leerprojecten voor de leerlingen.
Beginpunt vanaf 2012
Uitgangspunten
Strategieën
Op de vijf scholen die HoPe bestuurt is de kwaliteit van het onderwijs gestegen. De kwaliteit is echter nog steeds onvoldoende en nog niet duurzaam. Minder dan 40% van de onderwijsinstellingen werkt volledig vanuit het tweetalig intercultureel onderwijs. 10 mensen van het HoPe Onderwijsteam bezitten de vereiste kennis op basis van hun specialisme, maar zijn niet voorbereid om de uitdagingen aan te gaan zoals aangegeven in het Beleidsplan.
Prioriteit voor de vroege kinderjaren (kinderen tot 6 jaar)
Aanmoedigen van lokale, nationale en internationale investeringen in sociale projecten en projecten ter verbetering van de onderwijsinfrastructuur.
Kwalitatief en transparant bestuur van scholen. Versterking van ouders en gemeenschap in hun rol van opvoeder binnen het schoolgebeuren.
Doel 3. In 2013 beschikken tien personen van het onderwijsteam van HoPe over capaciteiten om zelfstandig innoverende pedagogische en sociale projecten op te zetten.
14
Tweetalig Intercultureel Onderwijs (TIO) met extra aandacht voor de productieve vakken. De ontwikkeling van studieprogramma voor de TIO, onderzoek en innovatie. Ontwikkelen van een curriculum voor het tweetalig intercultureel onderwijs met extra aandacht voor onderzoek en innovatie. Bijscholing voor leerkrachten
Versterken en positioneren van de betrokkenheid van ouders in het onderwijsbestuur. Positioneren en verrijken van de expertise van HoPe in sociale projecten. Innoveren van onderwijsprogramma’s en bestuursinstrumenten ter bevordering van de capaciteitsopbouw. Hierin IT betrekken. Scholen van docenten en onderwijs specialisten. Het betrekken van de ministeries in de uitvoering van projecten van HoPe. Opstellen van overeenkomsten met de sector en partnerschappen met de burgermaatschappij.
In kolom 3 staan drie belangrijke indicatoren weergegeven aan de hand waarvan de vooruitgang in de komende jaren kan worden afgemeten. Het gaat daarbij in 2017 om overdracht van de scholen van HoPe aan de lokale gemeenschap en om het realiseren van het tweetalig intercultureel onderwijsprogramma. In de loop van 2013 is er binnen HoPe een tienkoppig onderwijsteam beschikbaar dat in staat is innoverende en sociale projecten op te zetten. In principe worden alle projecten opgenomen in samenwerkingsverbanden met andere NGO’s zoals het Regionaal Educatief Netwerk, het Regionaal Netwerk voor de vroege kinderjaren en de ‘Ruta del Sol’. De Ruta del Sol is een samenwerkingsverband waarbinnen tien NGO’s op nationaal niveau samenwerken (inclusief HoPe). Het gezamenlijke doel is het verbeteren van het ruraal onderwijs. Tussen 2012 en 2017, zal de Stichting HoPe, werken aan het consolideren van bestaande initiatieven en het opzetten van nieuwe projecten. Een beknopte beschrijving van lopende en nieuwe onderwijsprojecten, is opgenomen in Bijlage 5. Programma Welzijn Via het Programma Welzijn voert HoPe projecten uit die de leden van de doelgroep in staat stellen zich te ontwikkelen via buitenschoolse activiteiten. Het hoofddoel van het programma welzijn is de versterking van de persoonlijke en sociale ontwikkeling van jongens en meisjes, jongeren en jongvolwassenen. In het beleidsplan van 2009-2011 stelde HoPe als doel binnen het programma welzijn: “Het bevorderen van de toegankelijkheid tot de algemene gezondheidszorg voor mensen uit achterstandssituaties”. Hieronder werd onder andere verstaan het inrichten van medische centra, persoonlijke ondersteuning van patiënten, fysiotherapie voor patiënten met brandwonden en het instellen van dagtherapie voor patiënten binnen het Regionaal Ziekenhuis. De huidige regering van Perú stelt als doel om de voorzieningen binnen de gezondheidszorg te verbeteren en voor iedereen toegankelijk te maken. HoPe heeft dan ook besloten om de programma’s binnen het ziekenhuis (fysiotherapie en dagtherapie) in 2012 over te dragen aan het Ministerie van Gezondheidszorg. Het doel van het programma welzijn is nu:
Verduurzamen van het aanbod van kwalitatief goede programma’s voor de persoonlijke en sociale ontwikkeling in wijken, voorsteden en dorpsgemeenschappen waar Stichting HoPe hulp biedt.
Het programma welzijn omvat kleine projecten waarbinnen de leden van de doelgroep zelfstandig in kleine groepen samenwerken ter bevordering van hun eigen sociale en persoonlijke ontwikkeling. Via het programma ontwikkelen de leden van de doelgroepen vaardigheden waarmee zij een bijdrage kunnen leveren aan de ontwikkeling van hun leefomgeving. Meer concreet: de doelgroep wordt zich bewust van de eigen mogelijkheden, ziet kansen om hun eigen situatie te verbeteren en leert vaardigheden aan om zichzelf te organiseren en redelijke eisen te stellen aan de lokale en provinciale overheden. Allemaal zaken die van belang zijn voor hun persoonlijke ontwikkeling en voor de sociale ontwikkeling van hun leefomgeving. De leden van de groepen die zich in hun persoonlijke ontwikkeling gesterkt voelen, zijn beter toegerust om hun bestemming in eigen handen te nemen en weerstand te bieden aan de talloze sociale problemen die zich in hun gemeenschap voordoen, zoals werkeloosheid, huiselijk geweld, seksueel misbruik, alcoholisme, discriminatie, onderdrukking. Vooral de jongeren nemen veel initiatieven en maken het verschil in hun wijk.
15
HoPe ondersteunt de zelfontwikkeling van personen via buitenschoolse programma’s. HoPe heeft ook met het oog op het programma welzijn voor de periode tot 2017 de volgende doelen gesteld: Schema 2. Projecten van het Programma Welzijn Doelen tot 2017 Projecten 1. Zelfontwikkelingsgroepen voor kinderen, Doel 1. In 2013, 100% van de door HoPe opgestarte jongeren en jong- volwassenen. sociale groepen stellen hun eigen programma’s 2. Zelfontwikkelingsgroep voor vrouwen van op en voeren deze geheel zelfstandig uit. Racchi 3. Bibliotheek Kallpanchis Doel 2. In 2017 is 90% van de gebruikers van de 4. Persoonlijke hulp aan jongeren. buitenschoolse opvang en van de jongeren die ondersteuning krijgen via HoPe, goed geïntegreerd in het onderwijssysteem. Het is duidelijk dat het onderwijsprogramma en het programma welzijn niet los van elkaar kunnen worden gezien. Enerzijds bergt het programma welzijn voor de kinderen en jongeren stimulansen in zich om deel te nemen aan de onderwijsprogramma’s. Aan de andere kant is het programma welzijn een ondersteuning voor verdere persoonlijke en sociale ontplooiing en, wat niet onbelangrijk is, biedt het de volwassenen de mogelijkheden om voor hun kinderen thuis een adequaat pedagogisch klimaat te creëren, wat ondersteunend is voor het schoolbezoek. In Bijlage 6 zijn de belangrijkste projecten van het programma welzijn beschreven.
16
IV Plannen ten aanzien van HoPe zelf Bij het uitvoeren van alle activiteiten en het realiseren van de ambitieuze doelstellingen van HoPe is de Stichting HoPe Holanda Perú het werktuig. Het team van de stichting speelt een wezenlijke rol en verdient dan ook waardering. Het stichtingsbestuur heeft tot taak het team met de nodige middelen toe te rusten en op de been te houden zodat de medewerkers goed toegerust en met plezier gemotiveerd aan het werk blijven. De ontwikkeling van de interne capaciteiten van het team van Stichting HoPe heeft dan ook een grote prioriteit binnen het huidige strategische beleidsplan 2012-2017. De zorg voor persoonlijke ontwikkeling geldt niet alleen voor leden van de doelgroepen waar HoPe mee werkt maar zeer zeker ook voor het eigen personeel. HoPe gaat er vanuit dat het eigen personeel over goede kwaliteiten en waarden moet beschikken die het in staat stellen om ontwikkelingsprogramma’s voor anderen uit te voeren. Uiteraard moet het personeelbeleid gebaseerd zijn op een goede selectie. Daarnaast moet het bestuur er echter voor zorgen dat het personeel voordurend bijgeschoold wordt binnen de sterk veranderende sociale en economische contexten binnen Peru. De capaciteitsontwikkeling binnen Stichting HoPe in de periode 2012-2017 gaat er vanuit dat het team de volgende taken kan uitvoeren: a) Uitvoering van resultaatgerichte welzijns- en onderwijsprogramma’s b) Onderzoek en vernieuwing ten dienste van het ontwikkelen van onderwijsprogramma’s c) Uitvoering van scholingsprogramma’s voor docenten d) Bevorderen van het gebruik van multimedia binnen de kennisoverdracht en communicatie e) Fondswerving De personeelsleden zijn er aan gehouden productief te opereren binnen de stichting en dienen een positieve rol te spelen binnen het team van HoPe en bij de uitvoering van haar programma’s. De capaciteitsopbouw gaat hand in hand met een beloningssysteem. Het team van HoPe 2012
17
Financiering Stichting HoPe financiert haar programma’s in de periode 2012-2017, met de basisbijdrage die Stichting HoPe Nederland verzekert. Daarnaast tracht HoPe Perú haar inkomsten aan te vullen met bijdragen van (nieuwe) nationale en internationale fondsen. Binnen Perú wordt gezocht naar fondsen uit diverse bronnen, te weten: Privédonaties door personen of bedrijven. Overheidsinvesteringen via het gezamenlijk met de Staat uitvoeren van programma’s. Samenwerking en gedeelde financiering met collega NGO’s Fondswervingsacties Voor de fondswerving ten bate van de projecten van HoPe Perú blijft de band met Stichting HoPe Nederland erg belangrijk. Samen moet gekeken worden hoe de fondswerving in de komende jaren vorm te geven. Beheersing voortgang en periodieke evaluatie De voortgang van het uitvoeren van de projecten en het behalen van de in het huidig Strategisch Plan 2012-2017 gestelde doelen, zal continu geëvalueerd worden. Evalueren en monitoren is een continu en participatief proces. De bevindingen en resultaten zullen de basis zijn voor het nemen van tussentijdse beslissingen over voortgang van de programma’s en het beslissen over de opzet van nieuwe programma’s. Evaluatie en monitoren van het huidige Strategisch Plan valt in eerste instantie onder de directe verantwoordelijkheid van het bestuur van Stichting HoPe Holanda-Perú en van de directie. De coördinatoren van de verschillende programma’s hebben de verantwoordelijkheid om het monitoren en de evaluatie een vorm te geven waarin deelnemende partijen, waaronder de doelgroep, de overheid en collega-NGO’s, kunnen participeren. De belangrijkste referentiepunten voor de monitoring en de jaarlijkse evaluatie van de onderwijsprogramma’s zijn te vinden in schema 1 op pagina 12. Monitoring zal permanent plaatsvinden en jaarlijks zal er een evaluatie van alle projecten worden uitgevoerd. Zoals gezegd zal jaarlijks de voortgang van de projecten en de programmaontwikkeling worden geëvalueerd om tussentijds te kunnen bijsturen en zo nodig verwachtingen bij te stellen. Aan het einde van de periode van dit beleidsplan zullen de effecten van de inspanningen worden gemeten. Hierbij zal het bestuur van HoPe Holanda-Perú uitgaan van de indicatoren genoemd in het hierna volgende schema, schema 3. Schema 3. Indicatoren met betrekking tot de resultaten van het Beleidsplan 2012-2017 Soorten onderwerpen
Positie HoPe HoPe wil in 2017 een instituut zijn dat bijdraagt aan verbetering van de levensstandaard van de doelgroepen in de regio Cusco, die uitgesloten zijn van mogelijkheden voor sociaaleconomische ontwikkeling.
Indicatoren van het beleidssucces
Indicator: in 2021 is 61% van de bevolking van de regio Cusco, gevormd door de deelnemers aan de projecten van HoPe, ontstegen aan de armoede waarin zij zich in 2011 bevonden. Opmerking: jaarlijks helpt HoPe 1200 personen. We verwachten in zes jaren 7200 personen te helpen, zij vertegenwoordigen 61% van de regionale bevolking. De indicator van de armoede werd gekozen vanwege de toegankelijkheid tot officiële data waaraan gerefereerd kan worden.
18
Algemeen Doel:
Indicator.
Bijdragen aan verbetering van de levenskwaliteit van achtergestelde bevolkingsgroepen, door middel van het uitvoeren van strategische projecten binnen de regio Cusco in samenwerking met de overheid en collega NGO’s.
In 2021 is 93% van de bevolking in de provincies waar HoPe programma’s uitvoert, de armoede waarin zij zich in 2011, bevond, ontstegen. Opmerking: Voor deze berekening nemen we de bevolking van de acht provincies waarin HoPe programma’s uitvoert. In totaal zijn dat 775.703 inwoners. De indicator van de armoede werd gekozen vanwege de toegankelijkheid tot de data.
1e specifieke doel:
In 2017:
Bijdragen aan het verbeteren van openbaar onderwijs binnen scholen die zijn geselecteerd door Stichting HoPe in samenwerking met het Ministerie van Onderwijs en andere NGO’s.
Indicator 1. 90% van de leerlingen en studenten van de dorpsgemeenschappen in de Andes, waar HoPe haar onderwijsprogramma uitvoert, ronden hun basis- en middelbaar onderwijs geheel af. Indicator 2. 100 % van de meisjes en van de jongvolwassenen van de dorpsgemeenschappen in de Andes, waar HoPe haar onderwijsprogramma’s uitvoert, nemen deel aan kwalitatief goed onderwijs binnen de niveaus basis- en middelbaar onderwijs. Indicator 3. 60% van de studenten van de onderwijsinstellingen die door HoPe worden ondersteund, behalen de competenties zoals omschreven in het curriculum. Indicator 4. 90% van de onderwijzers en de schoolhoofden van de instellingen die door HoPe worden ondersteund, beschikken over de benodigde capaciteiten om op verantwoorde wijze een school te leiden. Indicator 5. 70% van de dorpsgemeenschappen in de Andes waar HoPe onderwijsprogramma’s uitvoert, neemt deel aan het bestuur van de school en bewaakt de duurzaamheid van een adequaat schoolsysteem. Indicator 6. 100% van de studenten van de onderwijsinstellingen die geadministreerd worden door HoPe, meent dat zijn/haar mening in acht wordt genomen bij de uitvoering van het schoolprogramma. Indicator 7. 80% van de onderwijsvoorstellen die door HoPe zijn opgesteld zijn opgenomen in de programma’s en projecten van de onderwijssector en van de lokale en regionale besturen. Indicator 8. 100% van de sociale programma’s die HoPe, in samenwerking met de overheid en collega NGO’s binnen het onderwijs uitvoert, leveren duurzame resultaten op.
2e specifieke doel:
In 2017:
Consolideren van het aanbod van hoogwaardige programma’s voor de persoonlijke en sociale ontwikkeling in achterstandswijken en plattelandsdorpen waar HoPe werkzaam is.
Indicator 9. 90% van de deelnemers aan de groepen voor zelfontwikkeling heeft capaciteiten en toont bereidwilligheid tot het verbeteren van de persoonlijke en sociale condities. Indicator 10. 90% van de gebruikers van de bibliotheek Kallpanchis en van de leden van de Jongerengroep JUNICONAMI ontwikkelt zich adequaat in zijn/haar studie- en of werkomgeving.
19
Bijlage 1 Geschiedenis Stichting HoPe Holanda Perú, een Non-profit organisatie, is op 8 april 1999 opgericht in de stad Cusco door drie personen, te weten: Walter Meekes, Teresa Griffioen (beiden Nederlanders) en César Tupacyupanqui Arredondo (Peruaan). De oprichting van de stichting betekende de formalisering van een privé-initiatief dat al was gestart in 1991. Begin jaren negentig kende Peru grote politieke, sociale en economische instabiliteit door de interne strijd die het land voerde tegen het terrorisme. Dit had in de jaren tachtig de kop opgestoken. Het geweld versterkte het sociale isolement van de rurale bevolking en bevorderde migratie naar steden als Cusco. Ook al was hun positie daar niet veel beter, daar hadden deze mensen iets meer kansen om te overleven. Tegen de achtergrond van deze barre omstandigheden vestigde de jonge Nederlander Walter Meekes zich in Cusco. Hij voelde zich aangetrokken tot de Andescultuur en besloot vrijwilligerswerk te doen in de wijk San Isidro, Picchu. Het was zijn bedoeling om daar een jaar te blijven. Dagelijks kwam hij in aanraking met de bevolking die naar de stad was geëmigreerd. Bij het zien van en het zich inleven in de zware omstandigheden waarin de mensen leefden, zonder enige vorm van ondersteuning van de overheid, besloot hij te blijven. Vanaf dat moment zette hij zich ervoor in om samen met deze mensen hun leefomstandigheden te verbeteren en hun kansen op een betere toekomst te vergroten. Inmiddels woont en werkt Walter al meer dan 20 jaar in Cusco. Walter vestigde zich in de achterstandswijk Pueblo Joven San Isidro in de noordwestelijke periferie van Cusco. Van daaruit activeerde hij alle contacten en mogelijkheden die hij had in Nederland om de financiering bij elkaar te krijgen voor de bewoners van de achterstandswijken. Met dit geld werden kleine maar voor de bevolking wezenlijke infrastructurele projecten gerealiseerd: drinkwater, bestrating van trappen en straten. Ook werden er projecten gestart die de zelfredzaamheid en sociale participatie bevorderden, zoals jongerengroepen, cursussen en activiteiten gericht op persoonlijke ontwikkeling. Hierbij werd hij gesteund door Teresa Griffioen, of Tineke, zoals velen haar kennen. In 1993 bezochten Walter en Tineke een pasgeboren baby met ernstige gezondheidsproblemen in het ziekenhuis Hospital Regional de Cusco. Daar zagen zij dat de zorg op de afdeling brandwonden erbarmelijk was. Zij spraken hierover met de leidinggevend arts Dr. Mario Cornejo Portillo om een plan te maken om de afdeling te ondersteunen. Via Walter en Tineke ontving de afdeling donaties en later werd het een van de projecten van HoPe. Nu, in 2012, beslaan de activiteiten van HoPe in het ziekenhuis een revalidatiezaal op de brandwondenafdeling en speltherapie op de afdelingen traumatologie, chirurgie, pediatrie en brandwonden. Bij het uitbreiden van hun activiteiten ging het eigenlijk altijd zo dat de ene situatie leidde naar de volgende. Zo kwamen Walter en Tineke voor werk in de gemeenschap Racchi Ayllu (Huayllabamba – Urubamba) waar het hen opviel dat er verschillende doofstomme kinderen waren. Ze startten een lesgroep voor deze kinderen. Omdat andere kinderen en adolescenten in de gemeenschap ook interesse toonden voor het programma, besloten ze een groep op te zetten voor zelfontplooiing, met activiteiten die aansloten op de behoeften van de verschillende groepen. De vrouwen in de gemeenschap werden georganiseerd in een groep
20
om samen hun leefomstandigheden te verbeteren. Daarnaast leerden zij handwerken (breien en naaien) om hun financiële situatie wat te verbeteren. In deze periode bezochten Walter en Tineke ook de zone rond Patacancha (Ollantaytambo, Urubamba) en leerden daar de docente en directrice van de lagere school van Patacancha, Matilde Huamanttica, kennen. Daaruit groeide een nieuwe samenwerking. De projecten, die inmiddels waren gestart onder de vlag van HoPe, namen vastere vormen aan, met een duidelijke oriëntatie op onderwijs. Dit werd nog eens versterkt toen Nohemí Estrada, hoofd kleuteronderwijs van het Ministerie van Onderwijs te Cusco, HoPe vroeg te helpen met het verbeteren van de werkomstandigheden (zowel van meubilair als onderwijsmateriaal) binnen het kleuteronderwijs. Het is een kenmerkende eigenschap van HoPe geworden dat het haar eigen processen voortdurend evalueert en onderzoekt waar de grootste problemen liggen die om oplossingen vragen. Dit heeft ertoe geleid dat HoPe, op het moment dat er voldoende bereikt was op de scholen voor wat betreft de materiële kant van de zaak, zich bezig ging houden met educatieve processen. Meteen na de officiële oprichting van de Stichting HoPe werd er een onderwijsteam samengesteld om de samenwerking tussen alle in het onderwijs actieve instanties en personen te bevorderen en om de kwaliteit van onderwijs te verbeteren. Het uitgangspunt daarbij is het ontwikkelen van vaardigheden door middel van interculturaliteit, tweetaligheid en productiviteit. Binnen de historie van HoPe vervult de school van Patacancha een belangrijke rol omdat dit project een goed voorbeeld is van de bundeling van krachten van mensen uit de gemeenschap en van docenten. De middelbare school zorgt ervoor dat de tieners uit de dorpen rond Patacancha er in slagen hun opleiding af te ronden en daardoor meer mogelijkheden voor ontwikkeling hebben, zonder dat ze daarbij hun moedertaal of hun cultuur opzij hebben hoeven te zetten. De school is vernoemd naar César Tupacyupanqui Arredondo, een van de oprichters van de stichting, die helaas het leven verloor bij een werkongeval. Momenteel heeft Stichting HoPe Holanda Perú een overeenkomst met het Ministerie van Onderwijs, waarin het ministerie het bestuur van de school voor een aantal jaren aan HoPe overdraagt. Vanaf het begin van de oprichting van de stichting HoPe was Walter Meekes directeur van de werkorganisatie van de stichting. In 2009 heeft hij de directeursfunctie overgedragen aan Nayruth Violeta Triveño Anaya, voormalig docente aan de PABO in Cusco. In 2010 zijn er meer leden toegetreden tot het bestuur. Sinds 1997 is het werken binnen gemeenschappen in de Andes de prioriteit van de HoPe. Gedurende de jaren zijn de activiteiten uitgebreid, maar er zijn ook projecten overgedragen aan de staat, zoals onder andere CETPRO, het centrum voor technisch onderwijs, en het dagprogramma in het centrum voor geestelijke gezondheidszorg Juan Pablo II. In 2012 steunt HoPe via verschillende projecten 206 instellingen voor kleuteronderwijs, 2 voor basisonderwijs en 3 voor middelbaar onderwijs. Support uit Nederland Zoals uit het voorgaande duidelijk is geworden is de Stichting HoPe Holanda Perú een Peruaanse stichting, zij het dat deze Stichting van meet af aan hechte banden had met Nederland, zoals ook uit de naamgeving blijkt. Om de zaak zowel voor de Peruaanse werkers als de Nederlandse supporters transparanter te maken, vooral ook met betrekking tot zeggenschap over het stichtingsbeleid in Perú en het nemen van initiatieven daar, is in 2002 de Stichting HoPe Nederland opgericht. Deze Nederlandse stichting heeft als expliciete en enige doel om de Peruaanse stichting HoPe vanuit Nederland te ondersteunen met fondsenwerving. Tot op de dag van vandaag is de Nederlandse stichting actief met meer dan 30 vrijwilligers die de projecten in Cusco kennen, de PR daarover verzorgen en via uiteenlopende activiteiten fondsen werven.
21
Bijlage 2 Gebied waar HoPe werkzaam is Stichting HoPe werkt in de regio Cusco. Het grondgebied van de regio Cusco is gelegen in het zuidoosten van Peru, coördinaten 11° 10’ 00” en 15° 18’ 0” zuiderbreedte;; 70° 25’00” en 73° 58’ 00” westerlengte. Het gebied bestaat uit jungle en gebergte en heeft een totale oppervlakte van 17.891.97 km2. De Andes bergketen overheerst in dit gebied. Het hoogste punt is de sneeuwtop Ausangate (6.372 meter boven zeeniveau) in de provincie Quispicanchi. De regio Cusco is zowel Amazonegebied als Andesgebied en wordt gekenmerkt door drie bekkens – die van de rivieren Vilcanota – Urubamba, Apurímac en Araza-Mapacho – die dienen als assen van economische en sociaal-culturele integratie. Het gebied bestaat uit 6 verschillende ecologische hoogtegebieden:
Ecologisch hoogtegebied Lage jungle Hoge jungle Quechua Suni Puna of Jalca Jalca of Cordillera
Tabel 1: Ecologische hoogtegebieden regio Cusco Omvang Hoogte in meters Lage jungle Hoge jungle Quechua Suni Puna of Jalca Jalca of Cordillera
600 meter Tussen 600 en 2.500 Tussen 2.500 en 3.500 Tussen 3.500 en 4.100 Tussen 4.100 en 4.800 Tussen 4.800 en 6.372
Klimaat
Warm-nat Halfwarm en heel nat Hard en halfdroog Koud en halfdroog Onder nul en halfdroog Ver onder nul en halfdroog
Bron: Strategisch plan gebiedsontwikkeling, Cusco tot 2021. De verscheidenheid aan ecologische hoogtegebieden bepaalt de potentiële voordelen van de regio in de nationale en internationale context. Deze verscheidenheid maakt de regio echter ook kwetsbaar voor de effecten van klimaatverandering op onze planeet. De Andes en de Amazone zijn sinds mensenheugenis al uitdagingen voor de mens. In de loop van de geschiedenis hebben vele inheemse volken zich in dit gebied gevestigd en sinds 500 jaar delen zij het gebied met verschillende allochtone volkeren. Al deze bevolkingsgroepen hebben voor diverse identiteiten gezorgd en hebben de verschillende gelaatstrekken van de Cusqueense bevolking gevormd. Vanaf 1991 ondersteunt HoPe het openbaar (basis) onderwijs. HoPe werkt veelal op slecht toegankelijke plekken, plaatsen waar andere organisaties niet komen.
De regio Cusco heeft 13 provincies en 108 districten. De provincies zijn: Acomayo, Anta, Calca, Canas, Canchis, Chumbivilcas, Cusco, Espinar, La Convención, Paruro, Paucartambo, Quispicanchi
22
en Urubamba. De stad Cusco is de hoofdstad van de provincie en van de hele regio, tevens het politieke, economische, sociale en bestuurlijke centrum. Stichting HoPe voert in het jaar 2012 projecten uit in 8 provincies van Cusco, te weten: Acomayo, Anta, Calca, Chumbivilcas, Cusco, Paucartambo, Quispicanchi en Urubamba. Het werkgebied van HoPe omvat de Andesregio – gelegen tussen 3.500 en 6.372 meter hoogte – en de regio van de Andesvalleien -gelegen tussen de 2.500 en 3.500 meter hoogte. De Andes-valleien beslaan 23% van het grondgebied van het departement Cusco maar herbergen maar liefst 63% van de bevolking Hoewel HoPe niet direct in de hoofdstad van Peru werkt, komen de bestuurders en de medewerkers daar regelmatig. Lima is immers wel een belangrijke plaats voor beleidsbeïnvloeding en coördinatie met de ministeries.
Kaart 1: Werkterrein van Stichting HoPe
Binnen het huidige Beleidsplan (2012-2017) richt HoPe zich vooral op de blauw gekleurde provincies waar HoPe al werkzaam is. De stichting houdt echter de mogelijkheid open om hier nieuwe gebieden aan toe te voegen of gebieden af te stoten.
23
Bijlage 3 Referentiekader, nationaal overheidsbeleid Het navolgende bevat een opsomming van enkele belangrijke wetten en beleidskaders die in verband met het werk van HoPe van belang zijn. HoPe houdt rekening met deze regelingen en maatregelen en maakt er waar mogelijk ook gebruik van. Daar waar de overheid regels heeft gesteld over bijvoorbeeld het recht op gezondheidszorg en onderwijs, houdt HoPe de overheid daaraan. De opsomming is verre van volledig. De Peruaanse grondwet, uit 1993 vormt de basis voor het beleid dat de staat voert op nationaal niveau en dient ook als kader voor regionaal beleid. Alle activiteiten van Stichting HoPe Holanda Perú respecteren zonder uitzondering de inhoud van de Peruaanse grondwet en alle legale maatregelen die daaruit voortvloeien. Het Meerjarig macro-economisch kader 2013 - 2015. Het Peruaanse ministerie van economie en financiën streeft naar “een zo hoog mogelijk niveau van maatschappelijke integratie, dat wil zeggen: terugdringen van armoede, vermindering van ongelijkheid, creëren van gelijke kansen, meer positieve en efficiente beïnvloeding van de situatie in de rurale gebieden van het land”. Hiermee is een van de uitgangspunten van het economisch beleid van Peru weergegeven. Dit beleid biedt duidelijke aanknopingspunten voor het beleid van HoPe en haar beleidsplan. Hoofdlijnen van beleid met betrekking tot ontwikkeling en maatschappelijke integratie, (Lineamientos Básicos de la Política de Desarrollo e Inclusión Social). Dit document van het Peruaanse ministerie van ontwikkeling en maatschappelijke integratie (MINDIS) bevat het beleid van de huidige regering tot 2016. Het Beleidsplan van Stichting HoPe gebruikt dit document als referentie. Het sluit ook aan bij de opvatting van het ministerie dat beleid voor maatschappelijke integratie niet alleen moet gaan over materiële aspecten, maar ook de positie en de kansen van de Peruaanse bevolking op economisch vlak positief moet beïnvloeden. Het beleid dient de toegang tot goede sociale voorzieningen en instituties te bevorderen, met name voorzieningen voor gezondheidszorg en onderwijs. De algemene onderwijswet (Ley General de Educación N° 28044) en de normen binnen deze sector. Volgens deze wet is Onderwijs een basisrecht voor de mensen en voor de gemeenschap en is het de taak van de overheid dit recht te garanderen. De algemene onderwijswet bevat de algemene richtlijnen voor onderwijs en het Peruaanse onderwijssysteem, de bevoegdheden en verplichtingen van de staat en de rechten en verantwoordelijkheden van personen en van de gemeenschap. Stichting HoPe Holanda Perú, als onderdeel van de samenleving, ziet toe op de realisering van dit recht op onderwijs en werkt mee aan de ontwikkeling ervan. Door middel van directe interventie draagt HoPe ook bij aan het verwezenlijken van goed onderwijs, vooral voor diegenen die zich in een positie van sociale uitsluiting bevinden vanwege culturele, linguïstische, sociaaleconomische- of gender verschillen. Nationaal plan voor onderwijs voor iedereen (Plan Nacional de Educación Para Todos) 2005 – 2015. Dit plan beoogt nieuw beleid tot stand te brengen, waarvan zes punten goed aansluiten bij het Strategisch Plan: Uitbreiden van de onderwijsmogelijkheden voor kinderen onder de zes jaar en zorgen voor kwaliteit van onderwijs voor hen. Garanderen van continuïteit, kwaliteit, en mogelijkheid tot afronding van het basis-en middelbaar onderwijs. Aanbieden van onderwijs dat is aangepast aan de taalvariëteit in rurale gebieden. Creëren van omstandigheden of voorwaarden die docenten nodig hebben om professioneel en adequaat te kunnen werken. Voorzien in de basiscondities voor infrastructuur, meubilering en onderwijsmateriaal. Zorgen dat onderwijsinstituties bijdragen aan het uitvoeren van de ambitie van het onderwijssysteem.
24
Speerpunten van het beleid 2011 - 2016 van het ministerie van onderwijs. De huidige Peruaanse regering is voornemens gelegenheid op kwalitatief goed onderwijs te creëren voor alle kinderen, zowel jongens, meisjes als adolescenten door middel van zeven speerpunten en hun respectievelijke doelen. Het huidige Beleidsplan van HoPe sluit aan op zes van de zeven speerpunten van het beleid: Iedereen krijgt goed onderwijs, met speciale aandacht voor communicatie, rekenen, burgerschap, kennis en technische vaardigheden. Meisjes en jongens onder de vijf jaar hebben toegang tot goed onderwijs. Meisjes en jongens in rurale gebieden overbruggen de bestaande achterstand en boeken voortgang op school. Kinderen uit de Quechua, Aymara of Amazone cultuur overbruggen de bestaande achterstand doordat zij onderwijs krijgen in hun eigen taal en in het Spaans, met oog voor de eigen cultuur. Docenten volgen een opleiding en vervullen hun beroep volgens een traject dat vernieuwd is door de overheid. Onderwijsinstanties krijgen meer invloed in het kader van gedecentraliseerd, participatief, effectief en transparant bestuur. Nationaal onderwijsproject tot 2012: het onderwijs dat we willen voor Peru, uit 2007. Dit is een beleidsplan van de overheid met zes strategische doelen. Het vormt het kader voor een aantal opeenvolgende onderwijsplannen van de overheid en garandeert continuïteit en coherentie op de lange termijn binnen veranderingsprocessen in het onderwijs. Het nationaal onderwijsproject (PEN) is verbonden aan de regionale (PER) en de lokale (PEL) onderwijsprojecten. Stichting HoPe gebruikt het nationale onderwijsproject en de regionale en lokale onderwijsprojecten in de provincies van Cusco waar HoPe actief is als referentiekader. Op regionaal niveau zijn de belangrijkste officiële middelen die betrekking hebben op het Beleidsplan: Het Strategisch plan voor regionale ontwikkeling: Cusco tot 2021, het Regionaal onderwijsproject Cusco tot 2021 en het Onderwijsplan voor middellange termijn in Cusco 20122016 met als doel dat jongens, meisjes en adolescenten in de regio Cusco bij het afronden van het basisonderwijs betere resultaten behalen door middel van intercultureel, tweetalig onderwijs, binnen hun eigen culturele context .
Middelbare school Patacancha
25
Bijlage 4 Referentiekader, internationaal beleid De millenniumverklaring, vastgesteld door de algemene vergadering van de Verenigde Naties. De aangesloten landen, waaronder Peru, hebben besloten ervoor te zorgen dat in 2015 alle jongens en meisjes in de hele wereld de mogelijkheid hebben om het basisonderwijs te voltooien en dat jongens en meisjes gelijke toegang hebben tot alle onderwijsniveaus. In overeenstemming met dit beleid, zal het Beleidsplan van HoPe bijdragen tot de verwezenlijking van millenniumdoel 2: het bereiken van universeel (basis)onderwijs. Het Beleidsplan van Stichting HoPe, refereert ook aan het Verdrag van Parijs over de doeltreffendheid van de hulp en de Accra actie agenda waarin wordt ingegaan op de maatregelen die moeten worden genomen door de internationale samenwerking om effectiever bij te dragen aan de verwezenlijking van de millenniumdoelen. De Peruaanse overheid heeft beide verdragen ondertekend. Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (ONU). Geratificeerd door Peru op 28 april 1978. De primaire referentie voor het Beleidsplan kan worden gevonden in artikel 27: "In de Staten waarin etnische, religieuze of linguïstische minderheden bestaan, mag men deze personen die tot minderheden behoren niet weigeren, om hun eigen culturele leven te hebben, hun eigen godsdienst te belijden en hun eigen taal te gebruiken”. Besluit 169 van de OIT (International Labour Organization, agentschap van de United Nations) betreffende autochtone bevolkingsgroepen en volksstammen in onafhankelijke landen. Geratificeerd door Peru op 2 februari 1994. Dit besluit is een belangrijke referentie omdat de Staten gehouden zijn aan het beschermen en eerbiedigen van de integriteit van de inheemse volkeren, altijd rekening houdend met de deelname van de betrokken volkeren aan het maatschappelijk leven in een land. Artikel 26 van het verdrag bepaalt: “Er zullen maatregelen genomen moeten worden om ervoor te zorgen dat de leden van de betrokken volkeren de mogelijkheid krijgen om onderwijs op alle niveaus te kunnen volgen, op zijn minst op gelijke voet met de rest van de nationale gemeenschap”. De artikelen 27 tot 31 bepalen vorm, verantwoordelijkheden, functies en maatregelen ter bescherming van het recht op onderwijs van inheemse volkeren. Wereldverklaring over Onderwijs voor iedereen: “Tevredenheid over fundamentele leerbehoeften”, Jomtien, Thailand 1990. Het belangrijkste punt uit de verklaring is: elke persoon – kind, jongere of volwassene – moet de mogelijkheid krijgen om te profiteren van het onderwijsaanbod om zo te voldoen aan zijn/haar fundamentele leerbehoeften, dit gezien het feit dat onderwijs een voorwaarde voor de persoonlijke en sociale ontwikkeling is. Als gevolg van de evaluatie van ‘Onderwijs voor iedereen, werd in 2000 Het actiekader van Dakar opgesteld. Hierin werd toegezegd te zorgen voor basisonderwijs voor alle inwoners en alle samenlevingen. De Peruaanse staat ondertekende beide overeenkomsten en de uitvoering ervan wordt weerspiegeld in het beleid en regelgeving in de onderwijssector; reden waarom de verklaring een belangrijk uitgangspunt is voor het huidige Beleidsplan van HoPe. Het verdrag inzake de rechten van het kind. Het betreft een verklaring, in 1989 aangenomen door de Verenigde Naties, om beleid, plannen en programma's ter bevordering en bescherming van de rechten van het kind vast te stellen, “ (…) ongeacht ras, kleur, geslacht, taal, godsdienst, politieke overtuiging of andere mening, nationale, etnische of sociale afkomst, economische positie, fysieke beperkingen, de geboorte of een andere voorwaarde van het kind, zijn ouders of hun wettelijke vertegenwoordigers”. Voor het verdrag is een kind een persoon jonger dan achttien jaar oud. Het verdrag betreffende de rechten van het kind geldt voor Stichting HoPe als een belangrijk referentiepunt.
26
Bijlage 5 Lopende en nieuwe onderwijsprojecten In hoofdstuk 3 van het beleidsplan zet het bestuur van de Stichting HoPe de doelen, beleidslijnen en strategieën uiteen van onder meer het onderwijsprogramma. Daar werd opgemerkt dat HoPe tussen 2012 en 2017 zal werken aan het consolideren van bestaande initiatieven en het opzetten van nieuwe projecten. Een beknopte beschrijving van een aantal meest in het oog springende onderwijsprojecten is opgenomen in deze bijlage. We maken een onderscheid tussen lopende projecten en nieuwe projecten.
LOPENDE PROJECTEN Patacancha: Versterking van het voortgezet onderwijs Tweetalig Intercultureel Onderwijs (TIO). Het onderwijsprogramma binnen de middelbare school "Caesar Tupacyupanqui" van Patacancha, is voor HoPe van grote betekenis. Het is het eerste grote onderwijsprogramma van HoPe waarbinnen HoPe een progamma heeft opgezet dat uitgaat van de behoeftes aan onderwijs en sociale ontwikkeling van jongeren uit de inheemse boerengemeenschappen van de vallei van Ollantaytambo. Binnen het programma zijn echter nog een aantal zaken - met name met betrekking tot pedagogiek en duurzaamheid - waar nog hard aan moet worden gewerkt. In de periode 2012-2017 wil HoPe ervoor zorgen dat de leraren het programma zelfstandig en verantwoord uitvoeren. De ondersteuning van HoPe zal gaandeweg worden teruggebracht. Hiervoor is het belangrijk dat ouders, leerlingen, de gemeenschap maar ook het Ministerie van Onderwijs volledig worden betrokken. Tiracancha: Pilot integratie onderwijsniveaus. Stichting HoPe Holanda Perú voert sinds 2006 een onderwijsprogramma uit in de inheemse boerengemeenschap van Tiracancha. Het doel van het programma is het verbeteren van het onderwijsniveau binnen het kleuter-, lager en middelbaar onderwijs binnen de gemeenschap. Ondanks het feit dat het programma aan het begin te kampen heeft gehad met een aantal problemen, is het uitgegroeid tot een voorbeeldprogramma binnen de provincie Calca. Het programma beschikt over een volledige infrastructuur, over aangepaste leermaterialen, over productieve programma’s en over een goed scholingsprogramma voor de leerkrachten van de drie onderwijsniveaus. In Tiracancha zijn de omstandigheden gunstig, de leraren werken zelfstandig met slechts een minimale ondersteuning van HoPe. De huidige situatie vormt een positieve basis van waaruit gewerkt kan worden aan het integreren van de drie onderwijsniveaus in één programma voor Tweetalig Intercultureel Onderwijs. De positieve betrokkenheid van de gemeente San Salvador en het provinciale kantoor van het Ministerie van Onderwijs bevorderen de duurzaamheid van het project. Eveneens zijn er andere educatieve partners (Provinciaal kantoor van het Ministerie van Onderwijs (UGEL) Calca en gemeente San Salvador) positief betrokken bij het project. Deze factoren helpen mee de duurzaamheid van het project te bevorderen. We moeten echter niet ophouden te werken aan het institutionaliseren van de processen die effectief zijn gebleken bij het behalen van kwalitatieve resultaten. De komende tijd zal er nog hard worden gewerkt aan het verbeteren van de onderwijsresultaten binnen de scholen.
27
Chumpe Poques: Versterking van methodologische innovatie in het Tweetalig Intercultureel Onderwijs. Stichting HoPe ondersteunt sinds 2009 het onderwijsprogramma in de inheemse boerengemeenschappen Chumpe en Poques. In tegenstelling tot de twee vorige scholen, begon HoPe haar interventie in een gunstige omgeving; de leerkrachten waren eensgezind en gemotiveerd, de directrice is een bekwame en daadkrachtige docent en de ouderparticipatie was vanaf het begin erg hoog. HoPe heeft ondersteund in het opzetten van middelbaar onderwijs waarbij HoPe gedurende een periode de betaling van leerkrachten heeft verzorgd. Deze ondersteuning was echter slechts tijdelijk en is ondertussen overgenomen door het Ministerie van Onderwijs. Ook ondersteunt HoPe de scholing van de leerkrachten binnen het TIO en de distributie van leer- en werkmateriaal. In de eerste jaren van het project heeft HoPe geholpen bij het verbeteren van de infrastructuur van de school. De school van Chumpe Poques krijgt ook financiële support vanuit andere bronnen waardoor de materiële bijdrage van HoPe sterk teruggebracht kan worden. Het verbeteren van het onderwijssysteem waardoor betere leerprestaties gehaald worden, blijft echter een belangrijk aandachtspunt.
NIEUWE PROJECTEN Ternura, mijn eerste leren II. Dit project zal worden gebaseerd op de resultaten van de eindevaluatie van het project "Ternura, mijn eerste leren" (2009-2012), welke in de tweede helft van 2012, wordt uitgevoerd. Aan het nieuwe programma zullen de drie partners deelnemen die sinds 2009 binnen het programma Ternura samenwerken: het Ministerie van Onderwijs (kantoor Departement Cusco), Plan International en de Stichting HoPe. Tarpusunchis: Versterking van het Tweetalig Intercultureel Onderwijs in de provincie Quispicanchi. Dit project is het resultaat van een nieuwe samenwerking tussen Fe y Alegria, afdeling Andahuaylillas (Quispicanchi, Cusco) en de Stichting HoPe. Via het programma willen we de expertise van beide organisaties vergroten. Binnen het programma zal direct samengewerkt worden met het provinciaal kantoor van het Ministerie van Onderwijs. De uitgebreide ervaring die HoPe heeft binnen het kleuteronderwijs in de provincie Quispicanchi en de grote ervaring die Fe & Alegria heeft binnen het lager onderwijs in dezelfde provincie, kunnen worden beschouwd als basis van het programma. Binnen het programma willen we beide ervaringen samenbrengen om te komen tot één onderwijsprogramma voor het gehele basisonderwijs voor kinderen van drie tot 12 jaar. Een kanttekening: Tijdens het opmaken van het strategisch plan, is de financiering van het programma door Fe & Alegria onzeker geworden. Of het progamma, zoals gepland, in 2013 van start kan gaan is op dit moment (september 2012) dan ook onzeker. Versterking van het Tweetalig Intercultureel Onderwijs binnen de verschillende provincies van het departement Cusco. HoPe houdt de mogelijkheid open om vanaf 2013 nieuwe onderwijsprojecten op te starten. HoPe heeft hiertoe onder andere een aanvraag gekregen van de gemeente Velille (provincie Quispicanchi). Bij het opzetten van nieuwe programma’s zullen gemeentes en regionale kantoren van het Ministerie van Onderwijs zo veel mogelijk worden betrokken. Hierdoor kan HoPe ook een beroep doen op financiële middelen van de overheid.
28
Versterking van de institutionele capaciteiten voor onderzoek, innovatie en uitvoering van onderwijsprojecten. Het betreft een intern programma van Stichting HoPe waarbinnen HoPe de kwaliteiten van haar eigen onderwijsteam verder wil ontwikkelen. Het doel is om via onderzoek en innovatie het onderwijsmodel dat HoPe in de loop van de jaren heeft ontwikkeld, verder uit te bouwen. Het programma is onderdeel van het programma voor capaciteitsontwikkeling van Stichting HoPe. Het doel is dat HoPe in 2017 een gespecialiseerde organisatie zal zijn in
Het ontwikkelen van onderwijsprogramma’s en curricula waarbinnen aandacht is voor het ontwikkelen van persoonlijke capaciteiten, mensenrechten, interculturaliteit, productief en vernieuwend onderwijs. Hierbinnen moeten ook materialen en processen ontwikkeld worden die de leerkrachten ondersteunen in de uitvoering van hun taken. Het ontwikkelen, distribueren en evalueren van onderwijsmethoden en -materialen voor leerkrachten in het kleuter-, lager en middelbaar onderwijs waarmee leerprocessen worden gestimuleerd. Het invoeren van Informatie Technologie binnen het onderwijs en binnen het scholingsprogramma voor leerkrachten. Het ontwerpen, uitvoeren en systematiseren van innoverende scholingsprogramma’s voor leerkrachten. Het opstellen en begeleiden van bestuursvormen of -modellen voor scholen. Het opstellen, uitvoeren, begeleiden en evalueren van programma’s voor sociale ontwikkeling binnen het onderwijs in inheemse boerengemeenschappen. Het gebruik van programma’s voor IT, waarbinnen ook het gebruik van fotografie en video, geluidsopnames, grafisch ontwerp en presentaties via verschillende digitale programma’s. Het gebruik van instrumenten ten bate van politieke lobby en sociaal bewustzijn. Het uitvoeren van ontwikkelingsprogramma’s in samenwerking met lokale autoriteiten en de ouders van de leerlingen.
29
Bijlage 6 Welzijnsprojecten In hoofdstuk 3 van het beleidsplan was onder meer het programma welzijn aan de orde. In het kader van dat programma worden projecten uitgevoerd, die de leden van de doelgroep in staat stellen zich te ontwikkelen via buitenschoolse activiteiten. Het hoofddoel van het programma welzijn is de versterking van de persoonlijke en sociale ontwikkeling van jongens en meisjes, jongeren en jongvolwassenen. Het programma welzijn omvat een aantal kleine projecten waarbinnen de leden van de doelgroep zelfstandig in kleine groepen samen werken ter bevordering van hun eigen sociale en persoonlijke ontwikkeling. In deze bijlage wordt een aantal projecten beschreven. Zelfontwikkelingsgroepen voor kinderen en jongeren Deze groepen bestaan al een aantal jaren. Het doel van de groepen is om de deelnemers in staat te stellen hun eigen sociale en persoonlijke ontwikeling te bevorderen. De jongeren en jong volwassenen hebben in de afgelopen jaren capaciteiten ontwikkeld die hen in staat stellen hun eigen programma’s op te stellen en uit te voeren. Ondersteuning van HoPe is dan ook minimaal. De programma’s van de groepen variëren van handwerken, korte cursussen, sociaal werk binnen de eigen gemeenschap tot sport, spel en excursies. HoPe ondersteunt vier groepen: Kinder- en jongerengroep Villa Maria (achterstandswijk in Cusco) – 50 deelnemers Kinder- en jongerengroep San Isidro (achterstandswijk in Cusco) – 40 deelnemers Kinder- en jongerengroep Racchi (boerengemeenschap 40 km van Cusco) – 40 deelnemers Jongerengroep JUNICONAMI - (20 deelnemers) Elk jaar wordt er een studieweekend georganiseerd waaraan de jongeren van de diverse groepen kunnen deelnemen. Hier worden ervaringen uitgewisseld en worden belangrijke thema’s besproken die door de deelnemers zijn aangedragen. De leden van de groepen die zich in hun persoonlijke ontwikkeling gesterkt voelen, zijn beter opgeleid om hun bestemming in eigen handen te nemen en weerstand te bieden aan de talloze sociale problemen die zich in hun gemeenschap voordoen, zoals werkeloosheid, huiselijk geweld, seksueel misbruik, alcoholisme, discriminatie en onderdrukking. De jongeren nemen veel initiatieven en maken het verschil in hun wijk. Samen betreden zij het pad naar een beter leven, zoals de resultaten uit de afgelopen jaren bewijzen. Zelfontwikkelingsgroep van de vrouwen van Racchi. De vrouwengroep in Racchi is in het jaar 2000 van start gegaan, het initiatief komt van de deelneemsters zelf. De groep van vrouwen van de gemeenschap van Racchi Ayllu (Huayllabamba, Urubamba, op 40 km van Cusco) werkt al sinds twaalf jaar met hulp van HoPe; zij hebben bereikt dat hun levensomstandigheden zijn verbeterd. Het bewijs daarvan is dat er in hun dorp minder alcoholisme, minder huiselijk geweld en meer aandacht voor vrouwen en voor de behoeften van de vrouwen is. De groep telt 55 deelneemsters. Zij hebben zelf een eenvoudig werkplan opgesteld. Het programma omvat onder andere ambachtelijke werkzaamheden en korte cursussen over zaken die de vrouwen zelf aangaan, zoals gezondheid van de vrouw, voeding, gezinsplanning, onderwijs, alcoholisme en huiselijk geweld.
30
De vrouwen zijn erin geslaagd om hun eigen inkomsten te genereren door artikelen die zij zelf gemaakt hebben aan toeristen te verkopen. De vrouwengroep van Racchi is een groep die met een klein beetje hulp erin geslaagd is om hun eigen levensomstandigheden te verbeteren. Bibliotheek Kallpanchis. De bibliotheek Kallpanchis is een buitenschoolse opvang en functioneert in het gemeenschapshuis van de wijk Villa Maria. Villa Maria is een achterstandswijk van de stad Cusco. Kinderen en jongeren hebben thuis nauwelijks mogelijkheden om het huiswerk dat zij van school mee krijgen te maken. Het ontbreekt hen aan rust en ruimte en aan boeken, naslagwerken, computers en internet. Het programma biedt leerlingen van het lager en voortgezet onderwijs de gelegenheid om hun huiswerk te maken. De bibliotheek biedt uitgebreide naslagwerken en heeft computers met een internetverbinding. Twee leerkrachten helpen de leerlingen bij hun schoolopgaven, daarnaast helpt een IT specialist de kinderen en jongeren bij het werk op de computer en bij het zoeken van informatie op het internet. Dagelijks maken ongeveer 65 leerlingen en studenten gebruik van het programma. De bibliotheek of buitenschoolse opvang functioneert sinds 2005 en voorziet in een sterke behoefte van de bevolking. Persoonlijke ondersteuning aan jongeren. Het programma “Persoonlijke ondersteuning aan jongeren” bestaat ook al een aantal jaren. Via het programma ondersteunt HoPe jongeren uit de groepen van HoPe en jongeren die afgestudeerd zijn aan een van de scholen voor voortgezet onderwijs die HoPe bestuurt, bij het realiseren van een korte beroepsopleiding. Jongeren betalen zelf ongeveer 20% van hun studiekosten, HoPe financiert de overige 80%. De studenten worden begeleid door een medewerkster van HoPe. Zij bezoekt de studenten maar ook de opleidingscentra om zodoende participatie en leerresultaten van de studenten te monitoren. Via het programma ontvangen jaarlijks ronds de 40 studenten ondersteuning in hun studie. Na verschillende jaren van studieondersteuning kunnen we stellen dat veel jongeren profijt hebben gehad van het programma. Veel jongeren hebben vanuit de opleiding die zij hebben genoten werk gevonden. Hierdoor staan zij steviger in de maatschappij en kunnen verder studeren of hun eigen familie financieel ondersteunen.
31