1
Beleidsplan 2012 - 2015 Museum voor Anatomie en Pathologie UMC St Radboud Nijmegen Inleiding Een nieuw beleidsplan Het beleidsplan 2008 – 2011 is geschreven om de status van erkend museum te verwerven. In 2009 is het Museum voor Anatomie en Pathologie officieel ingeschreven in het Nederlands Museumregister. Dit houdt in dat het museum aan alle daarvoor geldende kwalificaties voldoet (Zie de website van het Nederlands Museumregister: www.museumregisternederland.nl). Deze kwalificaties zijn in het beleidsplan 2008 – 2011 uitgebreid toegelicht. Voor de komende periode, waarin het museum wil groeien naar een omvangrijkere bediening van haar doelgroepen is een nieuw beleidsplan noodzakelijk, met name om de fasering in de plannen vast te leggen. Hiervoor is het beleidsplan 2012 – 2015 geschreven. Korte terugblik Het Museum voor Anatomie en Pathologie bestaat uit een expositie/studiezaal Anatomie en een aparte expositie/studiezaal Pathologie. Anatomie betekent ontleedkunde en betreft de bouw van het menselijk lichaam; pathologie betekent ziekteleer en de pathologische anatomie bestudeert de afwijkende bouw van het menselijk lichaam. De studiezaal Anatomie is sinds 1967 ingericht vanuit een onderwijsvraagstelling: ter aanvulling en verheldering van de studieactiviteiten van de studenten in de sectiekamer (het snijzaalonderwijs) is destijds door de hoogleraar Anatomie: prof. dr. H.J. Lammers en zijn conservator Jan Fellinger een fraaie en goed gedocumenteerde collectie humane anatomische preparaten bijeengebracht in een esthetisch verantwoorde ruimte van het Studiecentrum Medische Wetenschappen van het UMC St Radboud. Door de beide oprichters van het toenmalige Museum Anatomicum is de relatie tussen de tentoongestelde anatomische preparaten en de kunst steeds als leidraad gehouden, om een zo fraai mogelijke inrichting van de studiezaal te waarborgen. In de loop der tijd is de collectie uitgebreid met een aantal nieuwe preparaten, die aan dezelfde hoge artistieke, esthetische en onderwijskundige standaard voldoen. Bovendien is de collectie uitgebreid met modellen die het bestuderen van de echte preparaten aanvullen en vergemakkelijken. Deze modellen passen harmonisch in het esthetische concept van het museum. De studiezaal Pathologie is in 2000 aan het museum toegevoegd. De werkzaamheden die in het vorige beleidsplan (2008 – 2011) staan beschreven om de collectie qua vormgeving, documentatie en inrichting in overeenstemming te brengen met de collectie Anatomie zijn in een gevorderd stadium en worden in dit beleidsplan verder toegelicht en uitgewerkt. In 2011 is de nieuwe voorgalerij gerealiseerd die op 16 januari 2012 feestelijk is geopend door Prof. Dr. Paul Smits, decaan en vicevoorzitter van de Raad van Bestuur van het
2 UMC St Radboud, samen met mevrouw Drs. Cathy van Beek, lid van de Raad van Bestuur. Perspectief, relatie tot andere musea Het museum voor Anatomie en Pathologie is uniek in Nederland en Europa. Weliswaar heeft Leiden ook een Anatomisch Museum, maar dit is niet toegankelijk voor het algemeen publiek. De Anatomische Musea van Utrecht (onder andere de collectie waspreparaten van Petrus Koning) en Groningen (onder andere de collectie van Petrus Camper) zijn ondergebracht bij de respectievelijke Universiteitsmusea en zijn daardoor grotendeels in het depot terecht gekomen. Het Museum Vrolik van de Universiteit van Amsterdam wordt heringericht en opent weer in september 2012. De collectie van dit museum bestaat voor het grootste deel uit de historische verzameling van Willem Vrolik (1801 – 1863). Uit de informatie omtrent de herinrichting blijkt dat dit museum ook voor het algemeen publiek toegankelijk zal zijn. Er is echter een groot verschil met de collectie in het Nijmeegse museum: de preparaten in het Museum voor Anatomie en Pathologie zijn met grote zorg voor de esthetische vormgeving geprepareerd en opgesteld. In de studiezaal Anatomie betreft het de anatomische collectie Fellinger. Het museum bevat geen historische collectie die verder terug gaat dan 1951. In Europa zijn verschillende anatomische kabinetten te bezoeken, meestal op afspraak en alleen voor medisch geschoolde personen/groepen. Het betreft in de meeste gevallen ook historische collecties. De beroemdste is die van La Specola in Florence, waar honderden wasmodellen uit de 17de en 18de eeuw te zien zijn. ICOM-definitie Het Museum voor Anatomie en Pathologie voldoet volledig aan de ICOM-definitie (International Council of Museums, 2007, Nederlandse vertaling): “Een museum is een permanente instelling ten dienste van de gemeenschap en haar ontwikkeling, toegankelijk voor het publiek, niet gericht op het maken van winst, die de materiële getuigenissen van de mens en zijn omgeving verwerft, behoudt, wetenschappelijk onderzoekt, presenteert en hierover informeert voor doeleinden van studie, educatie en genoegen.”
Inhoud van dit beleidsplan Het beleidsplan is ingericht volgens de richtlijnen van de museumnorm en is onderverdeeld in de volgende twaalf thema’s: 1. Rechtspositie, bestuur en beleid 2. Kwaliteitssysteem 3. Financiële middelen 4. Voorzieningen en veiligheidszorg 5. Toegankelijkheid 6. Personeel 7. Collectie: beleid, verwerving en afstoten 8. Collectie: registreren en behouden 9. Collectie: Onderzoek 10. Presentatie 11. Communicatie en Marketing 12. Educatie
3
1. Rechtspositie, bestuur en beleid Rechtspositie Het Museum voor Anatomie en Pathologie is onderdeel van de afdeling Anatomie van het Universitair Medisch Centrum (UMC) St Radboud. Het UMC St Radboud wordt geleid door een Raad van Bestuur en valt samen met de Radboud Universiteit onder het bestuur van de Stichting Katholieke Universiteit Nijmegen. De Stichting Katholieke Universiteit Nijmegen is de zelfstandige rechtspersoon onder wiens verantwoordelijkheid het Museum voor Anatomie en Pathologie ressorteert. In het statuut van het Museum voor Anatomie en Pathologie is de rechtspositie vastgelegd. Dit statuut is naar aanleiding van het vorige beleidsplan opnieuw geformuleerd en aangepast aan de hervorming “Beter worden in het Radboud” van 2009. Het museum wordt ondersteund door de Steunstichting Vrienden van het Museum voor Anatomie en Pathologie. Het UMC St Radboud heeft voor haar steunstichtingen de ANBI (Algemeen Nut Beogende Instelling) status. Bestuur en beleid Het Museum voor Anatomie en Pathologie heeft als directeur een conservator. Deze is in dienst van de afdeling Anatomie en maakt deel uit van de staf van de afdeling. De conservator is verantwoording verschuldigd aan het hoofd van de afdeling Anatomie. Het beleid van het museum wordt bepaald door de conservator in samenspraak met het hoofd en de bedrijfsleider van de afdeling Anatomie, na afstemming met de staf Anatomie, staf Pathologie, Steunstichting Vrienden van het Museum voor Anatomie en Pathologie, Raad van Bestuur van het UMC St Radboud en stakeholders, waaronder studenten en medewerkers van het UMC. Missie van het Museum Het Museum voor Anatomie en Pathologie stelt zich ten doel om: a. het algemene publiek te informeren over de bouw en functie van het menselijk lichaam en zijn onderdelen door middel van de vaste collectie, thema collecties en rondleidingen; b. het onderwijs in de vakgebieden van de Anatomie en de Pathologie aan studenten van medische en paramedische opleidingen van het UMC St. Radboud te ondersteunen; c. het onderwijs in de genoemde vakgebieden aan medische en paramedische onderwijsinstellingen buiten het UMC te ondersteunen; d. het algemeen vormend onderwijs met betrekking tot het vakgebied Anatomie en Pathologische Anatomie in het kader van lessen Biologie voor VMBO en HAVO/VWO, en opleidingen Gezondheidszorg of Zorg en Welzijn van ROC’s te ondersteunen; e. het bevorderen van de relatie tussen kunst en anatomie door middel van thematische tentoonstellingen, in samenspraak met de kunstcoördinator van de Radboud Universiteit en het UMC St Radboud. Visie op het Museum Om de missie van het Museum te verwezenlijken heeft het Museum voor de jaren 2012 – 2015 een visie geformuleerd. Hieruit zullen een aantal strategische en operationele doelstellingen worden beschreven. Belangrijke elementen in de visie op het museum zijn: a. Er zal onderscheid gemaakt gaan worden tussen de museale collectie (uniek, kwetsbaar, in vitrines) en het onderwijsmateriaal (robuust, toegankelijk);
4 b. Bij de wijze van exposeren zal een aantrekkelijk en aanschouwelijk repertoire worden ontwikkeld: verhaallijnen met verschillende lagen, thema’s, ruimte voor tijdelijke exposities, moderne audiovisuele mogelijkheden benutten met speurtochten en virtuele reizen door lichaamsgebieden, embryologie en ziekteleer; c. In de studiezaal Anatomie staat het gezonde lichaam centraal, in de studiezaal Pathologie staat het zieke lichaam centraal. Door een betere fysieke verbinding tussen de beide zalen te creëren kan een samenhang bereikt worden in het presenteren van het gezonde en het zieke lichaam; d. De voornaamste doelgroep is een breed publiek dat wil kennismaken met de menselijke anatomie (inclusief de embryologie) en de pathologie (op hoofdlijnen), zoals blijkt uit de grote aantallen mensen die op de gratis museumdagen (Nationaal Museumweekend en Gelderse Museumdag) afkomen; e. Het UMC St Radboud zet momenteel in op patiënt- en studentparticipatie, dit betekent een duidelijker maatschappelijke oriëntatie met meer inbreng van de kliniek. Hier ligt tevens een mogelijkheid voor het museum om bepaalde thema’s en tijdelijke exposities te ontwikkelen; f. Potentiële subsidiegevers (BankGiroLoterij) dringen aan op een versterking van de museale functie, de bereikbaarheid van het museum en de wijze van exposeren. Doelstellingen en hoe deze te bereiken: * Strategische doelen Uit de visie op het museum zijn de volgende hoofddoelstellingen (strategische doelen) af te leiden: 1. Om de infrastructuur te versterken wordt een plan uitgewerkt waarbij de toegankelijkheid voor het algemeen publiek wordt verbeterd (een separate ingang zodat het museum ook in de weekenden geopend kan zijn) en de museale uitstraling wordt versterkt; de infrastructuur van de pathologiezaal zal worden aangepast zodat hier naast de verbeterde museale uitstraling ook een representatieve functie wordt gerealiseerd (lezingen en bijeenkomsten voor grotere groepen); 2. Met betrekking tot de collectie wordt ingezet op het uitwerken van verschillende thema’s en de presentatie hiervan met behulp van digitale mogelijkheden, die tevens de integratie bewerkstelligen van de beide collecties (Anatomie en Pathologie); 3. De doelgroepen van de bezoekers nader analyseren en de publiciteit hierop afstemmen. Met betrekking tot de bezoekersdoelgroepen zullen voor de verschillende belangstellenden gerichte thema’s worden ontwikkeld zoals speurtochten, praktische vaardigheden op gebied van anatomische vormgeving (korte cursussen anatomisch tekenen, body painten, boetseren), relatie met de beeldende kunst bestendigen. * Operationele doelstellingen - Aanstellen van een projectleider ten behoeve van de coördinatie tussen de verschillende deelprojecten. Inmiddels is dit gerealiseerd: prof. dr. Dirk Ruiter, voormalig hoofd van de afdeling Anatomie, voormalig decaan en voormalig hoofd van de afdeling Pathologie, is voor de periode waarin dit beleidsplan voorziet aangesteld als projectleider; - Bouwkundige zaken verder uitwerken en plannen met V&I en eventueel een architect uitnodigen met museale visie. Een blauwdruk voor de verbouwing is in ontwikkeling, het bestaande plan dat toegevoegd was aan de subsidieaanvraag in 2010 wordt als uitgangspunt gebruikt (bijage); - met een museale expert de doelstellingen verder uitwerken (Nederlandse Museumvereniging, consulent Gelders Erfgoed, Stichting NOX). Een eerste brainstormsessie is reeds geweest, de volgende wordt gepland na gereedkomen van dit document (juli/augustus 2012);
5 - Uitwerken van de virtuele reis door het lichaam met als leidraad het boekje “Wie ik ben”. Advies vragen aan Zero Creative B.V. die in 2010 de filmtrailer Anatomisch Museum hebben gemaakt; - Uitwerken van de verschillende thema’s voor belangstellende doelgroepen, inclusief de algemene pathologie in de voorziene achtergalerij met verschillende vensters op de algemene ziektekunde. Stakeholders actie, plannen in 2013, doelgroepanalyse op basis van de jaarcijfers van de bezoekersaantallen die jaarlijks worden bijgehouden( zie bijlage); - Inrichten van de pathologiezaal volgens de museale standaard van de studiezaal anatomie (vervolg van de actie uit het vorige beleidsplan). In de blauwdruk van V&I het onderdeel Studiezaal Pathologie er uit lichten en uitvoeren in 2013. Opnemen in de begroting Museum, onderdeel van de begroting afdeling Anatomie; - Bezoekersaantallen eigen studenten verhogen door vergroting draagvlak en verkrijgen van input van de stakeholders binnen het UMC. Actie in september 2012 met Roos van Vugt van MijnZorgnet.nl en Arnolf Hendriks, student, die al enige ervaring heeft met het opzetten van communities; - Collectie pathologie verder toegankelijk maken voor het algemeen publiek met daar bij behorende uitleg. Actie die door Jasper Holtslag en Koen van Tertholen, studentassistenten wordt uitgevoerd; - Inrichten voorgalerij met historisch materiaal uit collectie prof. De Moulin en archief gemeente Nijmegen. De collectie prof De Moulin heeft een vitrine gekregen; het project archief Gemeente Nijmegen wordt in augustus 2012 weer opgestart; - Realiseren lichtplan 2012 volgens ontwerp conservator in het kader van een betere museale uitstraling van de infrastructuur. Realisatie in juli 2012; - Uitvoeren van de jaarlijkse zelfanalyse ten behoeve van de registratie in het Museumregister Nederland; de zelfanalyse van 2012 zal aan dit beleidsplan worden toegevoegd; - Subsidieaanvraag bij de BankGiroLoterij in principe indienen vóór september 2013; - In 2014 vindt de nieuwe audit van het Museumregister plaats (wordt elke 5 jaar uitgevoerd, zie website); - Punt c van de Visie op het museum geeft mogelijkheden aan om patiëntparticipatie een rol in het museum te laten spelen. In samenspraak met stakeholders van enkele klinische afdelingen en de afdeling patiëntenvoorlichting wordt dit gepland in 2013;
2. Kwaliteitssysteem Plan-Do-Check-Act (PDCA) methode Het kwaliteitssysteem van het Museum voor Anatomie en Pathologie werkt globaal volgens de PDCA methode die ook in het UMC St Radboud en op de afdeling Anatomie wordt gehanteerd. Uit het beleidsplan wordt een jaarplan opgesteld van geprioriteerde zaken die gedurende dat jaar in uitvoering worden genomen. In tweemaandelijkse werkbesprekingen wordt de voortgang van de werkzaamheden besproken en eventueel bijgestuurd. In het kwartaaloverleg met de Raad van Bestuur worden relevante zaken uit het beleidsplan en de voortgang hiervan gerapporteerd. Aan het einde van het jaar wordt het jaarverslag gemaakt dat in verkorte vorm in het jaarverslag van de afdeling Anatomie wordt opgenomen en wordt aangeboden aan de Raad van Bestuur.
3. Financiële middelen
Het museum is organisatorisch onderdeel van de afdeling Anatomie zoals in hoofdstuk 2 onder het kopje rechtspositie is geformuleerd. Dit houdt tevens in dat de financiën van het museum samenvallen met die van de afdeling Anatomie. Het museum heeft een eigen
6 kostenplaatsnummer, waar inkomsten en uitgaven op te zien zijn. In de jaarlijkse begroting van de afdeling Anatomie worden de voorziene uitgaven van het museum onder dit kostenplaatsnummer vermeldt. Begroting en jaarrekening van de afdeling anatomie worden gecontroleerd en gefiatteerd door de Raad van Bestuur van het UMC St Radboud. De Steunstichting Vrienden van het Museum voor Anatomie en Pathologie heeft als doel de aard en de kwaliteit van dit unieke museum te garanderen. Verder bevordert de stichting de culturele functie voor het algemene publiek naast de opleidingsmogelijkheden voor diverse opleidingen in de geneeskunde en de zorg, alsook voor leerlingen in het basis- en voortgezet onderwijs. Door middel van fondsenwerving maakt de stichting vernieuwing en uitbreiding van de collectie mogelijk, evenals het inrichten van thematentoonstellingen. De financiën zijn afkomstig uit jaarlijkse bijdragen van donateurs, sponsorgelden en schenkingen, en verder uit subsidies en legaten. Wanneer de separate ingang voor het publiek gerealiseerd wordt, zal dit tot gevolg hebben dat er een entreeprijs gevraagd gaat worden. In overleg met de bedrijfsleider in opleiding (BIO) die vanaf september 2012 een businessplan voor het museum gaat maken zal gekeken worden welke mogelijkheden hiervoor zijn. Deelname aan de museumkaart is mogelijk omdat we lid zijn van de Nederlandse Museumvereniging en als erkend museum zijn ingeschreven. Voor studenten blijft de entree gratis.
4. Voorzieningen en Veiligheidszorg Het museum is sinds jaar en dag gehuisvest in het Studiecentrum van het UMC St Radboud. De vaste ruimte van het Anatomisch Museum is in 2000 uitgebreid met de studiezaal Pathologie, waarbij de entree van het Museum voor Anatomie en Pathologie tussen de beide studiezalen is gelegen. Begin 2012 is het museum uitgebreid met een voorgalerij. In de strategische doelen (kopje 1) is aangegeven dat er naar gestreefd wordt om de bereikbaarheid en toegankelijkheid te vergroten door een nieuwe ingang direct aan de openbare weg te creëren. Omdat het museum is gehuisvest in een van de gebouwen van de Radboud Universiteit, die beheerd worden door het UMC St Radboud, is de beveiliging geheel aangesloten op het beveiligingssysteem van het UMC. Hiervan is in het museum een uitgebreide instructie aanwezig en worden er regelmatig oefeningen en praktische instructies uitgevoerd.
5. Toegankelijkheid
De ANWB-wegwijzers op het terrein verwijzen bezoekers naar het Studiecentrum waarin het Anatomisch Museum is gehuisvest. Het Studiecentrum en dus ook het museum voor Anatomie en Pathologie is volledig toegankelijk voor rolstoel gebruikers en mensen met een beperking. Het museum is geopend op maandag tot en met donderdag van 9.00 – 17.00 uur en op vrijdag van 10.00 – 14.00 uur. In het weekend en op feestdagen is het museum gesloten, met uitzondering van de open dagen van de Universiteit, het Nationaal Museumweekend en de Gelderse Museumdag. In vakantieperioden gelden aangepaste openingstijden die op de website van het museum worden aangekondigd. In de strategische doelen onder kopje 1 staat aangegeven dat er naar wordt gestreefd om het museum ruimer open te stellen, met name ook in de weekenden.
6. Personeel Personeel in vaste dienst Het museum heeft twee vaste medewerkers in dienst: de directeur/conservator heeft een 0,4 fte dienstverband en een senior secretaresse met een 0,9 fte dienstverband. Beiden zijn in dienst bij de afdeling Anatomie van het UMC St Radboud. Gezien de plannen zoals
7 neergelegd in de visie en de strategische en concrete doelstellingen zal de taakstelling van de conservator uitbreiding behoeven. Voor het op peil brengen van de documentatie van de pathologiepreparaten zijn er twee studenten geneeskunde in tijdelijke dienst (0-uren contract). Zij verrichten bovendien hand en span diensten voor de conservator. Ten behoeve van uitbreiding van de preparaatcollectie zijn er regelmatig twee student preparateurs in dienst van het museum. Ook zij hebben een tijdelijk 0-uren contract. In de loop van 2012 heeft zich in een open sollicitatie een jongeman gemeld die de opleiding aan de Hogeschool Arnhem Nijmegen(HAN), richting laboratoriumtechniek heeft afgerond en die zich in zijn vrije tijd al geruime tijd bezighoudt met het prepareren en monteren van dierlijke skeletten. Hij heeft aangegeven en aangetoond over uitstekende prepareereigenschappen te beschikken. Door een bijdrage van de Stichting Vrienden van het Museum voor Anatomie en Pathologie onderkent het elementaire belang van een ervaren preparateur en heeft daarom een subsidie verleend om hem op tijdelijke basis in dienst te nemen. Gedurende deze periode wordt beoordeeld of hij voor een langere periode in dienst genomen kan worden. Vrijwilligers De rondleidingen in het museum worden verzorgd door een groep vrijwilligers: studenten geneeskunde uit het tweede, derde en vierde studiejaar. Zij ontvangen daarvoor een onkostenvergoeding.
7. Collectie: beleid, verwerven en afstoten In het beleidsplan 2008 – 2011 is de collectie uitgebreid beschreven. In overleg met de kunstenaars van de Stichting NOX die het ontwerp hebben gemaakt van de voorgalerij, is geconstateerd dat het ontwerp van de huidige studiezaal anatomie, voor wat het museumdeel betreft, tot het culturele erfgoed van het UMC behoort. Dit is een uniek ontwerp van de kunstenaar Jan Fellinger, de eerste conservator van het museum. Bij een volgende uitbreiding casu quo herinrichting zal hiermee rekening gehouden worden, zodanig dat dit ontwerp niet wordt aangetast. De opstellingen aan de raamkant (noorden) met uitzondering van de grote vitrine en de hele achterzijde, achter de scheidingswand vallen buiten dit ontwerp. Door de organisatie van de Elective Course Anatomy in de afgelopen 3 jaren door de conservator, waarin een beperkte groep geneeskunde studenten mochten prepareren zijn er weer mogelijkheden ontstaan om de collectie uit te breiden met nieuwe preparaten. In 2012 zijn er twee uitstekende preparateurs aan het werk om enkele leemtes in de collectie Anatomie op te vullen. Met betrekking tot de pathologie collectie kan worden opgemerkt dat het vernieuwen van de bakken waarin de preparaten zich bevinden een tijdrovende zaak is en dat het werk nauwelijks is op te dragen aan hulpkrachten: dit dient door de conservator zelf, of onder toezicht van de conservator, te worden uitgevoerd. Met de komst van de nieuwe preparateur kan dit onderdeel voortvarend worden vervolgd. Het afstotingsbeleid van het museum is vastgelegd in de regeling die ook voor de afdeling Anatomie geldt: humaan materiaal mag niet verhandeld worden. Wanneer preparaten niet meer bruikbaar zijn en geen historische waarde hebben worden ze gecremeerd.
8. Collectie: registreren en behouden In het vorige beleidsplan is de registratie van de collectie uitgebreid aan de orde geweest en is een plan gepresenteerd om de geschreven registratie om te zetten in een digitale vorm. Dit plan is in 2010 afgerond: de hele collectie is beschikbaar voor raadpleging in het programma AdLib Museum. Momenteel wordt nog gewerkt aan een beschrijving van alle preparaten uit de pathologie collectie die geschikt is voor het algemeen publiek. Hierop aansluitend zal de beschrijving worden gebruikt voor het uitwerken van bepaalde thema’s en tijdelijke exposities
8 (zie visie en operationele doelen). In het kader van subsidieverwerving zijn hiervoor de mogelijkheden: maag-darmkanaal, hersenen, urinewegen(niertransplantatie), hart en longen. Geëigende sponsoren zullen hiervoor worden benaderd (bijvoorbeeld voedingsmiddelen industrie, medische instrumenten en farmaceutische industrie).
9. Collectie: onderzoek Het museum is een werkplaats voor studenten die de anatomie en de pathologie willen bestuderen. In het kader van de onderzoekslijn Evidence Based Education van de afdeling Anatomie is het museum tevens een proeftuin voor dit onderzoek: wat leert een student, hoe leert een student en wat blijft er als bruikbare kennis bij de student aanwezig. Voor het eigen onderzoek van de collectie is er een uitgebreid depot aanwezig. Voor de komende periode waarin dit beleidsplan voorziet wordt dit depot gesaneerd en opgeruimd, zodat het weer ordelijk en netjes is voor de inrichting van tijdelijke exposities.
10.
Presentatie
11.
Communicatie en Marketing
Het Museum verzorgt voor het Nationaal Museumweekend jaarlijks een expositie van werk van een of enkele kunstenaar(s) dat een relatie heeft met anatomie in de breedste zin van het woord. In de komende jaren zal onderzocht worden of het mogelijk is om thema exposities te maken rondom bepaalde organen of orgaansystemen, die interessant zijn voor zowel studenten als het algemeen publiek.
Het UMC St Radboud heeft een afdeling communicatie waarvan ook het museum gebruikt dient te maken. Voor contacten met pers en dergelijke is er een afdeling persvoorlichting waar vooraf contact opgenomen dient te worden. De PR (public relations) van het museum zal vooral ook gericht worden op het grote potentieel aan toekomstige bezoekers door de grote aantallen scholieren en studenten uit de zorg, die later met hun gezinnen het museum kunnen komen bezoeken. Hiervoor wordt de eigen website ingezet en er wordt een community gestart voor belangstellenden via www.MijnZorgNet.nl.
12.
Educatie
Een belangrijk onderdeel van de missie van het museum is de educatie. Het museum is oorspronkelijk opgezet als een studiemuseum voor de studenten van het UMC. Daarnaast hebben vele opleidingen in de zorg het museum weten te vinden als aanvulling op hun lessen anatomie, fysiologie en pathologie. Het algemeen publiek is steeds meer geïnteresseerd in de ontwikkeling, de bouw en functie en het ontstaan van ziekten in het lichaam. Hierin ligt een belangrijke educatieve taak van het museum. In aansluiting hierop heeft het museum als onderdeel van het UMC St Radboud ook een belangrijke voorlichtende taak aan patiënten en hun familieleden. Daar zal de komende jaren uitvoering aan gegeven worden in de vorm van lesbrieven, speurtochten en thematische rondleidingen in digitale vorm, waarbij de anatomie en de pathologie geïntegreerd wordt aangeboden, waar mogelijk rondom bepaalde ziektebeelden en aandoeningen. Omdat in het museum lichaamsdelen worden getoond van mensen die hun lichaam na de dood ter beschikking van de wetenschap hebben gesteld heeft het museum zich namens de afdeling anatomie geprofileerd met een gedenkruimte voor de nabestaanden, waarin een monument is geplaatst ter nagedachtenis aan allen die hun lichaam gedoneerd hebben aan de wetenschap en het onderwijs. Dit monument is opgedragen aan alle studenten geneeskunde, gezondheidswetenschappen en tandheelkunde die hun anatomie leren met behulp van deze donatie. De gedenkruimte met het monument voorziet in een duidelijke behoefte bij de
9 nabestaanden van de overledenen, gezien de grote belangstelling voor de jaarlijkse herdenkingsplechtigheid die door de afdeling wordt georganiseerd en gezien de vele ontroerende reacties in het gastenboek bij het monument. Nijmegen, juli 2012 Dr. Joop van der Straaten, conservator.