BELEIDSMATIG INPASSING BELASTINGEN EN SUBSIDIES OP WONEN drs. M.T.E. (Mark) Robben Docent /promovendus bij FEI BV Zelfstandig fiscalist E: robben@ese.eur.nl T: 010-408 14 73
1
VORMEN VAN OVERHEIDSINGRIJPEN WONINGMARKT Omvangrijk, divers (via o.a. voorschriften, vergunningen, belastingheffing en subsidiëring) en intensief: Woningwet (en het daarop gebaseerde) ‒
Bouwbesluit 2012
‒
Besluit Beheer Sociale Huurwoningen
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Leegstandswet Huisvestingswet Onteigeningswet Grondwet Huur(prijs)regulering in artikel 7:246 BW e.v. Eigenwoningregeling in Wet IB 2001 Huurtoeslag Wet bevordering eigenwoningbezit Verhuurderheffing Overdrachts- en omzetbelasting Integrale vennootschapsbelastingplicht woningcorporaties Gemeentelijke onroerendezaakbelasting
2
VORMEN VAN OVERHEIDSINGRIJPEN WONINGMARKT (2) Intensiteit, enkele voorbeelden: Bouwbesluit 2012: bevat voorschriften met betrekking tot veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en milieu (55 afdelingen die samen 354 artikelen met voorschriften bevatten) Huisvestingswet: biedt gemeenten een (uitputtende) instrumentarium – huisvestings-, splitsings- en onttrekkingsvergunningen – om in te grijpen in de verdeling van woonruimte en de samenstelling van de woonruimtevoorraad Eigenwoningregime in de Wet IB 2001: bevat regels omtrent de komstenbelastingheffing betreffende eigen woningen (bijleenregeling, annuïteitenregeling, overgangsrecht t.b.v. hypotheekrenteaftrek, KEWregime en (Pre-)Brede herwaarderingsregimes, ‘aftrek-Hillen’, ‘TAKEWregeling’)
3
BUDGETTAIR BESLAG OVERHEIDSINGRIJPEN Toegespitst op belastingen en subsidies (m.n. 2014/2015; in euro’s) Eigenwoningregeling (HRA-EWF, excl. box 3, overgangsrecht
11,1 miljard
KEW en aftrek-Hillen; totale hypotheekschuld woningen per ultimo 2014 € 632 miljard)
Gemeentelijke onroerendezaakbelasting (totaal, dus ook
3,6 miljard
bedrijfsvastgoed)
Huurtoeslag Huur(prijs)regulering
3,2 miljard Géén goed beeld; door CPB in verleden becijferd op € 14,5 miljard
Overdrachtsbelasting (in totaliteit, dus inclusief bedrijfsvastgoed)
1,4 miljard
Verhuurderheffing
1,3 miljard
Vennootschapsbelasting woningcorporaties (bedrag
0,025 miljard
2013 sectoraal; volgens CFV in toekomst nettobetaler)
Wet bevordering eigenwoningbezit (‘koopsubsidie’)
0,015 miljard
(geen budget beschikbaar gesteld; betreft lopende verplichtingen)
Overzicht gebaseerd op diverse bronnen: CBS, CFV, DNB, Miljoenennota 2015, www.vois.datawonen.nl 4
ACHTERLIGGENDE BELEIDSTHEMA’S WONEN
DIVERSITEIT AAN OVERHEIDSINTERVENTIES OP DE WONINGMARKT
BETAAL- EN KWANTITEIT KWALITEIT BESCHIKWONINGWONINGDeze grondwettelijke (inspannings)verplichtingBAARHEID strekt zich niet VOORRAAD VOORRAAD WONINGalleen uit tot het aantal woningen, maar ook tot het volume, de VOORRAAD kwaliteit, veiligheid en ‘gezondheid’ daarvan
(bijv. Bouwbesluit 2012)
(bijv. Huisvestingswet)
(bijv. eigenwoningregime Wet IB 2001)
Bevordering van voldoende woongelegenheid is voorwerp van zorg der overheid (art. 22 Grw.)
5
INTERACTIE MET ANDERE MARKTEN
Zorgmarkt
Grondmarkt
Vermogensmarkt
Voorbeeld: LTVrestricties, GHF en Woningmarkt Basel III
Voorbeeld: OVB en HT Arbeidsmarkt
Energiemarkt
N.B.: ‘de’ Woningmarkt bestaat niet! → er is sprake van regionale diversiteit (zie o.a. Brounen en Huij (2004)) 6
MOTIEVEN VAN OVERHEIDSINGRIJPEN Diversiteit aan te onderscheiden motieven*: Aanwezigheid van externe effecten Voorkomen van misbruik van markmacht Herverdelings- en rechtvaardigingsmotief Paternalistisch getinte argumenten Nakomen van (inter)nationale verplichtingen Inspelen op demografische ontwikkelingen Budgettaire motieven Overheidsfalen
* Gebaseerd op o.a. Adriaansens en Fortgens (1990), Barr (1998), VROM-raad (2007), Besseling e.a. (2008), Elsinga e.a. (2008), Rosen en Gayer (2008), Hof, Koopmans en Teulings (2006), Schilder, Conijn en Jong-Tennekes (2012)
7
MOTIEVEN VAN OVERHEIDSINGRIJPEN (2) Toegespitst op belastingen en subsidies: Misbruik van marktmacht → huur(prijs)regulering Herverdelings- en rechtvaardigingsmotief → huurtoeslag Paternalistisch → eigenwoningregime Nakomen van (inter)nationale verplichtingen → huurtoeslag Budgettaire motieven → overdrachtsbelasting, verhuurderheffing, en annuïteitenregeling Overheidsfalen → eigenwoningregime en huurtoeslag
8
MAATSCHAPPELIJKE EN POLITIEKE CONTEXT De beleidsmatig aanpak van volkshuisvesting is een product van de tijd en de op dat moment heersende opvattingen daarover Interventie zien binnen context van (verschil in) welvaartstaattypologie (bijv. liberaal of sociaal democratisch; zie o.a. Esping-Andersen) In NL is de politiek de laatste 15 jaar erg ‘instabiel’ Sinds Balkende I (2002) telt NL inmiddels het 7e kabinet (Rutte II), terwijl dat normaliter 28 (!) regeringsjaren zouden zijn Toegespitst op volkshuisvesting (‘woonministers’- dus excl. financiën): − Kamp (VVD) (2002-2003) − Dekker (VVD) (2003-2006) − Winsemius (VVD) (2006-2007) − Cramer (PvdA) (2007-2010) / Vogelaar (PvdA) (2007-2008) / Van der Laan (PvdA) (2008-2010) − Huizinga (ChristenUnie) (2010) − Spies (CDA) (2011-2012) − Melanie Schultz van Haegen (VVD) (2010-heden) (als minister van Infrastructuur en Milieu) − Blok (VVD) (2012-heden) (als minister van Wonen en Rijksdienst)
Soms extreme koerswijziging (bijv.): van een ‘banvloek’ op de HRA onder Balkenende IV, naar invoering van de annuïteitenregeling onder Rutte I 9
ENKELE BELANGRIJKE ‘LESSEN’ Overheidsingrijpen op de woningmarkt is divers, omvangrijk, intensief, complex en interactief; het behelst derhalve méér dan enkel het eigenwoningregime (HRA) of de huurtoeslag Binnen het beleidsterrein van de volkshuisvesting kunnen verschillende thema’s worden onderscheiden; het is derhalve meer dan enkel een betaalbaarheidskwestie Overheidsingrijpen op de woningmarkt is door verschillende motieven ingegeven, die liggen op juridische, economische en sociaal maatschappelijke vlak, en met elkaar kunnen ‘conflicteren’ Het belasten en subsidiëren van wonen zijn ‘producten’ van hun tijd en de heersende maatschappelijke opvattingen over de verhouding tussen overheid en burger; kortom sla acht op de (veranderlijke) context waarbinnen ze gestalte krijgen Subsidiëring van wonen vormt een hybride beleidsinstrument, dat zowel een volkshuisvestelijke als een inkomenspolitieke kant kent De overheid neemt – wat betreft de subsidiëring van de vraag naar woningen – géén neutrale houding in; eigenwoningbezitters ‘krijgen’ HRA en aftrek-Hillen, huurders met een laag inkomen ‘krijgen’ huurtoeslag, en huurders met een hoog inkomen ‘krijgen’ NIETS 10