Beleggen: Verzet de rentebakens! Themapublicatie | juni 2015
Van Lanschot vindt het van belang u te informeren over de ontwikkelingen en trends die zich voordoen op de financiële markten. Hierdoor kunt u samen met uw adviseur proactief inspelen op veranderingen en daarmee de juiste koers houden met uw beleggingsportefeuille. Een stijging van de rente. Dat is over het algemeen geen fijn gegeven voor obligaties. In deze themapublicatie bespreken wij (Van Lanschot) de huidige uitzonderlijke renteomgeving en onze visie hierop. Wij identificeren mogelijke valkuilen voor de vastrentende beleggingsportefeuille en reiken oplossingen aan om de effecten van een stijgende rente te beperken. Wij concentreren ons hierbij op vastrentende beleggingen met een risicomijdend karakter, waarbij de volgende categorieën aan bod komen; 1. Obligaties; 2. Gestructureerde producten; 3. B eleggingsfondsen in de vastrentende sfeer.
2 Beleggen verzet de rentebakens | De uitzonderlijke rente omgeving verklaard
De uitzonderlijke renteomgeving verklaard Het rentespoor bijster Medio april daalde de Duitse tienjaarsrente tot een niveau van 0,05% en daarmee accepteerden beleggers dat zij tien jaar lang nagenoeg geen (rente)opbrengst ontvangen. Een bizarre situatie die economisch gezien nauwelijks is uit te leggen. De inflatieverwachting voor de eurozone voor de komende tien jaar ligt rond de 1,2% op jaarbasis – en ligt daarmee op een aanzienlijk hoger punt dan de jaarlijkse rentevergoeding. Een belegging in een tienjaars Duitse staatslening betekent op voorhand al dat de koopkracht van het vermogen fors afneemt. Een erg ongebruikelijk fenomeen.
Figuur 1. Rendements- en rentebewegingen Nederlandse staatsleningen (periode 01-01-1998 t/m 31-12- 2014) 12 %
12 %
10 %
10 %
8%
8%
6%
6%
4%
4%
2%
2%
0%
0%
-2 %
-2 %
-4 %
-4 % 1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
Rendement mandje Nederlandse staatsobligaties
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
tienjaars Nederlandse rente
Bron: Thomson Reuters Datastream
In een ‘normale renteomgeving’ is de rente op een obligatie opgebouwd uit een compensatie voor de verwachte inflatie plus een reële rente (vergoeding voor het beschikbaar stellen van het vermogen). In het recente verleden lag de reële rente rond de +2,0% maar nu is deze zelfs negatief mede door het zeer ruime monetaire beleid. De Europese Centrale Bank (ECB) voorziet voor 2017 een normalisatie van de economische omstandigheden in de eurozone; een economische groei van 2,1% en – nog belangrijker – een inflatiepercentage van 1,8%. Bij deze ‘normalisering’ voorzien wij een tienjaars Duitse rente van tussen de 2% tot 3% in 2016-2017. En deze verwachte rentebeweging kan grote (negatieve) implicaties voor de koerswaarde van normale obligaties hebben.
Aandacht voor kapitaalbescherming De focus bij obligatiebeleggers verschuift van rendement naar kapitaalbescherming. Op de relatief veilige staats obligaties is een zeer beperkt rendement te behalen. Het accepteren van meer risico’s bij obligatiebeleggingen (door bijvoorbeeld een hoger faillissementsrisico, achterstelling
De waarde van uw belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst.
en/of keuze voor langere looptijden) is naar onze mening onverstandig. In de huidige lage renteomgeving zien wij juist veel te lage vergoedingen voor het lopen van dit soort risico’s. Bij normalisering van de renteomgeving ondergaan deze risico’s een herwaardering en dat betekent een extra negatief effect op dergelijke obligatiekoersen. Beleggers moeten juist nu de risico’s (van een hogere rente) in de beleggingsporte feuille inperken. Het verkorten van looptijden van obligaties en opnemen van andersoortige obligaties zijn hiervan voorbeelden. Zo kunnen zij profiteren van oplopende rentestanden en/of de negatieve gevolgen van de rentestijging beperken in de beleggingsportefeuille.
Rendement in historisch perspectief Begin jaren 80 van de vorige eeuw piekten rentestanden wereldwijd, in Duitsland bedroeg de rente op tienjaars staatspapier zelfs 11%. Sindsdien zijn de rentestanden in de ontwikkelde landen geleidelijk maar gestaag gedaald. De
redenen zijn afnemende inflatieverwachtingen en later –sinds de 2008 crisis– de extreem ruime geldpolitiek van de centrale banken. In figuur 1 vindt u een overzicht van de rendements- en rentebewegingen van de Nederlandse staatsleningen gedurende de periode: 1 januari 1998 – 31 december 2014. Conclusie is dat bovengemelde rendementen op Nederlandse staatsobligaties sinds 2008 sterk beïnvloed zijn door de rente dalingen. De tijdelijke rentestijging in 2013 geeft grafisch duidelijk aan wat een hogere rente doet met het rendement op obligaties. Uit de grafiek blijkt tevens dat de tienjaarsrente niet veel verder kan dalen en dat de te verwachten rende menten op staatsobligaties nog enige tijd laag blijven.
3 Beleggen verzet de rentebakens | De uitzonderlijke rente omgeving verklaard
Rol ECB De ECB is de belangrijkste architect bij de vorming van het huidige rentelandschap. De grootschalige monetaire stimulering – om de economische groei aan te wakkeren en deflatie te voorkomen – is de belangrijkste reden voor de huidige lage renteomgeving. Deflatie-angst Deflatie is het fenomeen waarbij het prijsniveau van goederen en diensten daalt. De ECB heeft als doelstelling het handhaven van prijsstabiliteit, dit betekent een jaarlijkse inflatie van dichtbij maar onder de 2%. De ECB vreesde begin dit jaar voor een deflatiespiraal. In januari publiceerde Eurostat1 voor de eurozone een negatieve inflatie van 0,2% ten opzichte van dezelfde periode in 2014. Bij een deflatiespiraal lokken dalende prijzen alsmaar lagere lonen en een afnemende vraag naar producten uit. Hieraan is lastig te ontsnappen, omdat er grenzen zijn aan wat centrale banken kunnen doen. Volgens de ECB moet de deflatiespiraal koste wat kost voorkomen worden. De reactie: injectie van € 1.000 miljard In januari kondigde de ECB nieuwe stimuleringsmaatregelen aan om prijsstabiliteit te bereiken. Vanaf maart 2015 tot september 2016 koopt de ECB staatsobligaties op, maar liefst € 60 miljard per maand, en dit resulteert in een totale kapitaalinjectie van ruim € 1.000 miljard.
In de eurozone zien we voorzichtige tekenen van economisch herstel. De toegenomen kredietvraag bij huishoudens en bedrijven in de eurozone wijst erop dat de periode van schuldafbouw achter ons ligt. Consumenten besteden meer en bedrijven voeren de investeringen op. Een economische groei van 2,1% in 2017 ligt in het verschiet en de inflatie loopt geleidelijk op tot 1,8% in 2017 (ramingen ECB). Het IMF voorziet voor de eurozone de komende jaren een afname van de outputgap. De totale vraag naar goederen en diensten groeit hierbij sterker dan het aanbod. De outputgap is veelal een goede indicator voor toekomstige inflatie. Een snel stijgende inflatie ligt niet voor de hand. De grootste aanjager van inflatie zijn oplopende lonen. De arbeidsmarkt is voldoende ruim om potentiële groei op te vangen.
Figuur 2. Economisch sentiment en kredietgroei.
Als laatste factor voor een oplopende rentestand verwijzen we naar de VS. Er is onmiskenbaar een grote correlatie tussen de rentestand in de VS en die in Duitsland. Bij oplopende inflatieverwachtingen in de VS – lees hogere rentestanden – zal er een zuigende opwaartse werking ontstaan op de Duitse rente. Voor de tweede helft van 2015 voorzien we een aantrekkende economische groei in de VS en de Amerikaanse centrale bank (Fed) zal dan ook beginnen met het ophogen van de officiële geldmarkttarieven.
Conclusie: geleidelijke rentestijging verwacht Wij verwachten een geleidelijk oplopende rente onder invloed van economisch herstel gekoppeld aan de oplopende inflatieverwachtingen. Door de kunstmatige vraag naar obligaties vanuit de ECB kan de stijging echter geleidelijk plaatsvinden. Wij denken dat de Duitse tienjaarsrente langzaam kan oplopen naar 2% tot 3% in 2016-2017. Om deze reden stellen wij voor de rentegevoeligheid van obligatiebeleggingen binnen de beleggingsportefeuilles aanzienlijk te verkorten.
115
0,5
110
0
105
- 0,5 -1
100
- 1,5
95
-2 90
- 2,5
85
-3
80
- 3,5
75
-4
15 20 rt m 015 2 4 jan 01 v2 4 no 201 pt se 14 0 l2 4 ju 1 20 ei 4 m 01 2 rt m 014 2 3 jan 01 v2 3 no 201 pt se 13 0 l2 3 ju 01 2 ei 3 m 01 2 rt m 013 2 2 jan 01 v2 2 no 201 pt se 12 0 l2 2 ju 1 20 ei 2 m 01 2 rt m 012 2 1 jan 01 v2 1 no 201 pt se 11 0 l2 1 ju 1 20 ei 1 m 01 2 rt m 011 2 0 jan 01 v2 0 no 201 pt se 10 0 l2 0 ju 01 2 ei 0 m 01 2 rt m 010 2 9 jan 00 v2 9 no 200 pt se 09 0 l2 ju
De gevolgen: De vraag naar Europese obligaties – ondanks de lage rendementen – stijgt fors door de ECB. De aankondiging creëerde de spreekwoordelijke free lunch voor beleggers. Hoewel obligaties beperkte rendementen bieden, is er de vaste vraag vanuit de ECB. En de ECB zal tot een negatieve rente van 0,2% obligaties inkopen. Dit had tot gevolg dat renteniveaus op de geld- en kapitaalmarkten verder daalden, zelfs tot voor kort ondenkbare niveaus.
Economisch herstel eurozone om de hoek, renteverhogingen in de VS in aantocht
Economic Sentiment Indicator Eurozone, linkeras (bron: Europese Commissie) Jaarlijkse groei kredietverlening aan huishoudens binnen de eurozone, rechteras (bron:ECB)
4 Beleggen verzet de rentebakens | Categorie: Obligaties
Categorie: Obligaties Voor menig obligatiebelegger boezemt een oplopende rente angst in. Angst voor koersverliezen op de aanwezige obligatieleningen. Is deze angst terecht? Als u niets doet wel, maar als u inzicht heeft in de rentegevoeligheid van het obligatiedeel van de beleggingsportefeuille en vervolgens de juiste aanpassingen doet, kunt u de schade beperken of zelfs profiteren van een rentestijging. Begrip Duration Om te bepalen hoe gevoelig het obligatiedeel van uw beleggingsportefeuille is, is het belangrijk te weten wat de duration van uw obligaties is. Duration is de belangrijkste indicator om de impact van een renteverandering (stijging of daling) op de ontwikkeling van obligatiekoersen te bepalen. De relatie tussen rente en koers is invers, wat betekent dat een stijging van de rente resulteert in een daling van de koers en vice versa. Een stijgende rente is voor een langlopende lening A met een vaste couponrente ongunstig. In de markt komen andere leningen met een vergelijkbare looptijd beschikbaar die een hogere couponrente geven. De consequentie is dat het rendement van lening A stijgt en de koers daalt. Hoe langer de duration van een obligatie, hoe groter de impact van een rentestijging of -daling.
oploopt, dan heeft dit voor deze lening een negatief koerseffect van 2,75% (1,0% * 2,75). Uit deze voorbeelden blijkt dat de negatieve impact van een oplopende rente dus aanmerkelijk kleiner is voor de vastrentende lening met een kortere resterende looptijd.
Beheersen risico’s van een rentestijging? Voor een obligatiebelegger is het vooruitzicht dat de kapitaalmarktrente gaat stijgen niet prettig. Het is dus van belang om een lage rentegevoeligheid of duration in de beleggingsportefeuille aan te houden. Dit kan op verschillende manieren. Een eerste oplossing is om de looptijden van de obligaties binnen de beleggingsportefeuilles aanzienlijk te verkorten. Dit kan door vastrentende obligaties met langere looptijden te ruilen naar korter lopende obligaties. Het rendement op de obligatieportefeuille daalt hierdoor weliswaar, maar de neerwaartse koersrisico’s bij een rentestijging eveneens. Kapitaalbescherming voert dus de boventoon.
Daarnaast bestaat de obligatiemarkt gelukkig niet enkel uit langlopende vastrentende – en dus rentegevoelige – leningen. Er zijn tal van varianten; varianten die het mogelijk maken ook bij een oplopende rente (of inflatie) de koersschade beperkt te houden of zelfs hiervan kunnen profiteren. Floating Rate Notes Een floating rate note (FRN) is een obligatie waarbij de coupon afhankelijk is van de geldmarktrente, meestal de driemaandsrente of zesmaandsrente die banken elkaar onderling in rekening brengen (euribor). De coupon wordt iedere drie of zes maanden opnieuw vastgesteld op basis van de dan geldende korte rente. De uitbetaling van de coupon over de afgelopen periode vindt plaats met de herziening van de nieuwe couponrente. Doordat de rente voor iedere korte periode wordt aangepast aan de actuele geldmarktrente, zal de koers van dit soort leningen minder gevoelig zijn voor renteveranderingen. Enkele voorbeelden van Floating Rate Notes vindt u terug in tabel 3.
Tabel 3. Floating Rate Notes Isincode
Naam
Coupon-berekening
Huidige coupon
Afloopdatum
Composite Ratings
XS0254356057
Ge Capital Euro Funding
3-mnds euribor + 22,5bp
0,216%
17-5-2021
AA-
XS1040422526
ABN Amro Bank
3-mnds euribor + 80bp
0,838%
6-3-2019
A
XS1167637294
Volkswagen Fin Services
3-mnds euribor + 30bp
0,308%
16-7-2018
A
Bron: Bloomberg, 3 juni 2015
Voorbeeld: Bij een stijging van de tienjaars Duitse rente, van 0,6% naar 1,6%, zal de koers van de 0,5% Duitse staatslening tot 2025, met een duration van 9,4, met 9,4% dalen, (1,0% rentestijging * de duration van 9,4). Ter vergelijking: Een driejarige Duitse staatslening met een coupon van 0,5% en aflossing in februari 2018 heeft een duration van 2,75. Als we veronderstellen dat de Duitse driejaarsrente ook met 1,0%-punt
– Composite rating: een gemiddelde beoordeling, van de vier meest toonaangevende kredietbeoordelaars, of de uitgevende instelling in staat is om aan zijn aflossings- of renteverplichtingen te voldoen. – De waarde van uw belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst.
5 Beleggen verzet de rentebakens | Categorie: Obligaties
Variabelrentende leningen Variabelrentende leningen zijn obligaties waarbij de hoogte van de coupon afhankelijk is van de kapitaalmarktrente. Veelal wordt bij deze leningen de rentecoupon op jaarbasis herzien. Het oplopen van de kapitaalmarktrente leidt tot een verhoging van de rentevergoeding. Doordat de rente veelal ieder jaar wordt aangepast, zal de koers van dit soort leningen meestal minder gevoelig zijn voor renteveranderingen.
Inflatiegerelateerde obligaties Naast eerdergenoemde specifieke obligatiesoorten kunnen ook inflatiegerelateerde obligaties weer interessanter worden. De Europese Centrale Bank (ECB) beoogt immers om de inflatieverwachtingen te verhogen door het omvangrijke opkoopprogramma. Voordeel van een inflatiegerelateerde obligatie is dat de betaling van couponrente en aflossing gekoppeld zijn aan de daadwerkelijke inflatie. U bent daarmee dus beschermd tegen een oplopende inflatie.
Voorbeelden van deze variabelrentende leningen vindt u terug in tabel 4. Tabel 4. Variabelrentende leningen Isincode
Naam
Coupon-berekening
Huidige coupon
Afloopdatum
Composite Ratings
XS0545059148
Rabobank
30-jaars swap - 0,5%-punt
1,249%
17-11-2020
AA-
XS0575962286
BNG
30-jaars CMS - 0,65%-punt
0,541%
09-02-2021
AA+
NL0009706761
Van Lanschot
30-jaars CMS + 0,35%-punt
1,699%
28-05-2024
BBB
NL0009706407
Van Lanschot Vast & Variabel Note
4% tot november 2016, daarna 1,25* 10-jaars CMS
4,000%
19-11-2020
BBB
Bron: Bloomberg, 3 juni 2015 – Dertigjaars CMS is de dertigjaarsrente waarmee banken onderling transacties aan elkaar verrekenen; dit wordt ook wel de swaprente genoemd. – De waarde van uw belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst.
Tabel 5. Inflatiegerelateerde obligaties Isincode
Naam
Reële couponrente
Afloopdatum
Composite Ratings
Duration
DE0001030542
Duitsland
0,100%
15-4-2023
AAA
7,90
FR0010050559
Frankrijk
2,250%
25-7-2020
AA+
4,90
ES00000126W8
Spanje
0,550%
30-11-2019
BBB
4,40
Bron: Bloomberg, 3 juni 2015 – De waarde van uw belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst.
Net als voor gewone obligaties geldt ook voor inflatiegerelateerde obligaties dat tussentijds koersfluctuaties kunnen optreden. Het is dus niet zo dat een belegging in inflatiegerelateerde obligaties de rentegevoeligheid elimineert! De kapitaalmarktrente is in feite opgebouwd uit twee componenten: de reële rente en inflatieverwachting. Als de ECB erin slaagt de inflatie(verwachtingen) te verhogen, zal de kapitaalmarktrente normaal gesproken oplopen en de koers van een obligatielening dalen. Een belegger in inflatiegerelateerde obligaties profiteert in dit scenario echter wel van de inflatiebescherming. De koers van dit soort obligaties beweegt dus vooral door veranderingen in de reële rente. Deze zijn vaak – maar zeker niet altijd – minder groot dan veranderingen in de kapitaalmarktrente. Voorbeelden van deze inflatiegerelateerde leningen vindt u terug in tabel 5. Vraag uw adviseur om meer informatie over de specifieke kenmerken van de hierboven genoemde obligaties en/of raadpleeg de Obligatiewijzer. Deze wijzer kunt u aan uw adviseur vragen of teruglezen op de beleggingswebsite van Van Lanschot: https://beleggingsinformatie.vanlanschot.nl/ analyses/wijzers.html.
6 Beleggen verzet de rentebakens | Categorie: Gestructureerde producten
Categorie: Gestructureerde producten Onze visie is dat beleggen in Europese aandelen kansrijker is dan beleggen in obligaties. Een gestructureerd aandelenproduct met hoofdsombescherming biedt u de mogelijkheid om op een relatief veilige manier te profiteren van de kansen bij aandelen. Deze bescherming kost geld. U levert een zeker periodiek inkomen in – zoals de huidige lage rente bij een obligatiebelegging – en krijgt daar een onzeker – maar mogelijk hogere – (eind)uitkering voor terug. Die einduit kering wordt gevormd door:
Van Lanschot biedt verschillende gestructureerde producten aan met hoofdsombescherming. Het geselecteerde voorbeeld, zoals opgenomen in onderstaande tabel, biedt u een jaarlijkse coupon mits de koers van de onderliggende aandelenindex gelijk of hoger is dan de waarde bij aanvang van het gestruc tureerde product. Doordat de uitkering afhankelijk is van de koersontwikkeling op aandelen, zal de koers van dit product minder gevoelig zijn voor renteveranderingen. Vraag uw adviseur om meer informatie over de specifieke kenmerken van gestructureerde producten en/of raadpleeg de Gestructureerde ProductenWijzer. Deze wijzer kunt u aan uw adviseur vragen of teruglezen op de beleggings website van Van Lanschot: https://beleggingsinformatie. vanlanschot.nl/analyses/wijzers.html.
– De hoofdsomgarantie: op einddatum krijgt u bij een garantieproduct 100% van de vastgestelde hoofdsom terug (behoudens faillissement uitgever); – Variabele uitkering: deze uitkering is veelal afhankelijk van de koersbeweging van de onderliggende aandelenindex. Noteert deze aandelenindex hoger dan de waarde bij aanvang van het gestructureerde product, ontvangt u bovenop de hoofdsom een extra rendement. Met de opname van een gestructureerd aandelenproduct met hoofdsombescherming neemt u dus een beperkt risico. Immers, door de lage rente offert u niet veel aan renteopbrengst op en u krijgt er de kans op een hoger rendement voor terug. Tabel 6. Gestructureerde producten Isincode
Naam
Coupon-berekening
Huidige coupon
In emissie
Van Lanschot Digital Coupon Note
3,5% als koers EuroStoxx50- nog te bepalen index gelijk of hoger staat als de startwaarde anders 0%
Afloopdatum
Composite Ratings
Huidige indicatieve laatkoers
04-07-2022
BBB
100,00%
Bron: Bloomberg, 3 juni 2015 – De definitieve voorwaarden worden aan het eind van de emissieperiode vastgesteld. Deze loopt van 15 t/m 26 juni 2015, 16:00 uur. – De waarde van uw belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst.
7 Beleggen verzet de rentebakens | Categorie: Beleggingsfondsen (in de vastrentende sfeer)
Categorie: Beleggingsfondsen (in de vastrentende sfeer) Stel: U belegt in een actief beheerd obligatiebeleggingsfonds. Onze verwachting is dat de rente op termijn weer zal oplopen. Het lijkt dan ook vanzelfsprekend dat de actieve fondsbeheerder inspeelt op een stijgende rente en de rente- gevoeligheid (duration) van het fonds significant verlaagt. Of ziet de praktijk er toch anders uit?
Beheren van duration door obligatie beleggingsfondsen Beleggingsfondsen zijn grofweg te verdelen in twee categorieën: 1. Passief beheerde beleggingsfondsen met als belangrijkste doelstelling het rendement van een vooraf vastgestelde referentie-index (de benchmark) zo goed mogelijk na te bootsen. 2. Actief beheerde beleggingsfondsen met als belangrijkste doelstelling het rendement van een vooraf vastgestelde benchmark te overtreffen.
Logischerwijs voeren passief beheerde beleggingsfondsen per definitie geen actief beleid ten aanzien van de duration van de portefeuille2. De duration is direct een afgeleide van de referentie-index. In tabel 7 vindt u een overzicht van de belangrijkste obligatiebenchmarks en hun duration (tevens de duration van een passief beheerd beleggingsfonds). Actief beheerde beleggingsfondsen hebben soms de ruimte af te wijken van de rentegevoeligheid van de benchmark. Dit is echter bijna altijd aan limieten gebonden. Bij een verwachte stijging van de rente heeft een beheerder dus niet de vrijheid om actief de rentegevoeligheid naar nul terug te brengen. Praktijkvoorbeelden Van de door Van Lanschot geadviseerde beleggingsfondsen is het BlueBay Euro Investment Grade Government Bond Fund een van de fondsen met de grootste flexibiliteit ten aanzien van het sturen van de rentegevoeligheid van de portefeuille. Wat betekent dat in de praktijk? Wanneer het beheerteam van – in dit geval – BlueBay overtuigd is van een stijgende rente kunnen zij een duration onderweging van maximaal twee jaar toepassen ten opzichte van de benchmark. Bij een dalende rente zal dit een durationoverweging zijn.
Tabel 7. Rentegevoeligheid obligatiebenchmarks Categorie
Benchmark
Duration (ultimo april 2015)
Staatsobligaties wereldwijd
Citigroup World Government Bond Index
7,25
Staatsobligaties Europa
Barclays Euro Aggregate Treasury Index
7,23
Staatsobligaties Europa Kern
Barclays Euro Sovereign High Quality Index
7,7
Bedrijfsobligaties Europa
Barclays Euro Corporate Bond Index
5,2
Bedrijfsobligaties Verenigde Staten
Barclays Global Aggregate U.S. Credit Float Adjusted Bond Index
6,3
Bij een huidige duration van 7,2 (per 30 april 2015) betekent dit dat het beheerteam minimaal een duration van 5,2 zal aan moeten houden. Ondanks de maximale onderweging blijft er dus een renterisico in de portefeuille aanwezig. Het is overigens niet vanzelfsprekend dat een beheerder actief de rentegevoeligheid van de portefeuille stuurt. De beheerders van bijvoorbeeld het Kempen Euro Credit Fund beschouwen een actief beleid ten aanzien van de duration van de portefeuille niet als een rendementsbron. In de regel is de duration van een bedrijfsobligatiebenchmark lager dan die van een staatsobligatiebenchmark. Een veel gehanteerde benchmark voor Europese bedrijfsobligaties (Barclays Euro Corporate Bond-index) heeft momenteel een duration van 5,2.
8 Beleggen verzet de rentebakens | Categorie: Beleggingsfondsen (in de vastrentende sfeer)
Passief afdekken van het renterisico behoort tot mogelijkheden van een beleggingsfonds Er zijn diverse fondsaanbieders die wel actief het negatieve effect van een oplopende rente afdekken. Dit gebeurt via een zogenaamde rentehedged fondsklasse3 van een bestaand beleggingsfonds. Bij een rentehedged fondsklasse wordt met behulp van een derivatenconstructie doorlopend het renterisico tot een absoluut minimum gereduceerd. Deze wijze van het afdekken van renterisico is passief van aard, immers het doel van de fondsklasse is om het risico standaard tot een minimum te beperken. Hierbij houdt men geen rekening met de verwachte renteontwikkeling. Anders gezegd; bij een verwachte rentedaling zal de duration van de fondsklasse nog steeds zo dicht mogelijk bij de nul gehouden worden.
Tabel 8. Beleggingsfondsen rentehedged / lage duration Fondsnaam
ISIN
Rentehedged Kempen Euro Credit Fund Rentehedged
LU0927664465
iShares $ Corporate Bond Interest Rate Hedged UCITS ETF
IE00BCLWRB83
iShares Euro Corporate Bond Interest Rate Hedged UCITS ETF
IE00B6X2VY59
Lage duration iShares Euro Ultrashort Bond UCITS ETF
IE00BCRY6557
iShares $ Ultrashort Bond UCITS ETF
IE00BCRY6227
iShares $ Short Duration Corporate Bond UCITS ETF
IE00BCRY5Y77
iShares Euro Corporate Bond ex-Financials 1-5yr UCITS ETF
IE00B4L5ZY03
In tabel 8 vindt u een overzicht van beleggingsfondsen waarbij het renterisico wordt ingeperkt.
iShares Euro Corporate Bond 1-5yr UCITS ETF
IE00B4L60045
Inflatiegerelateerde obligatiebeleggingsfondsen
Tabel 9. Inflatiegerelateerde obligatiebeleggingsfondsen
Naast individuele inflatiegerelateerde obligaties zijn er ook passief beheerde beleggingsfondsen (ETF’s) die inspelen op de oplopende inflatieverwachtingen. Voor de specifieke werkwijze van inflatiegerelateerde obligaties verwijzen wij naar de vermogenscategorie obligaties (eerder besproken in deze themapublicatie) waar de systematiek al is toegelicht. Binnen het Van Lanschot-universum bieden wij passief beheerde beleggingsfondsen aan op inflatiegebied. Enkele voorbeelden van inflatiegerelateerde beleggingsfondsen vindt u terug in tabel 9.
Fondsnaam obligatiebeleggingsfondsen
ISIN
Inflation Linked iShares $ TIPS UCITS ETF
IE00B1FZSC47
iShares Euro Inflation Linked Government Bond UCITS ETF
IE00B0M62X26
iShares Global Inflation Linked Government Bond UCITS ETF
IE00B3B8PX14
9 Beleggen verzet de rentebakens | Voetnoten en disclaimer
Met deze publicatie attenderen wij u op de kansen die er naar onze mening zijn en hoe u de beleggingsportefeuille kunt aanpassen aan de zich wijzigende renteomgeving. Of deze beleggingsmogelijkheden passen bij uw wensen en behoeften is sterk afhankelijk van uw persoonlijke situatie. Wij adviseren u dan ook contact op te nemen met uw beleggingsadviseur die op basis van uw persoonlijke doelstellingen en risicoprofiel kan aangeven welke mogelijkheden voor u passend zijn om in te spelen op een stijgende rente. Voetnoten 1 Eurostat Newsrelease Euroindicators. 9/2015 – 16 January 2015. December 2014. Annual Inflation down to -0,2% in the Euro Area.
2
3
Rentegevoeligheid van een index (of beleggingsfonds) wordt bepaald door het gewogen gemiddelde van de rentegevoeligheid van de individuele, onderliggende obligatieleningen. Een beleggingsfonds is doorgaans beschikbaar in verschillende fondsklassen. Voorbeelden hiervan zijn een uitkerende of herbeleggende fondsklasse, waarbij rente- en dividendinkomsten worden uitgekeerd of worden herbelegd. Een rente hedged fondsklasse is een variant op de uitkerende en herbeleggende fondsklasse.
Disclaimer De opstellers van deze publicatie kunnen op enig moment posities hebben in de financiële instrumenten die in deze publicatie worden genoemd. Deze publicatie is opgesteld door F. van Lanschot Bankiers N.V. (Van Lanschot) om informatie te verstrekken aan haar klanten. De in deze publicatie verwerkte gegevens zijn ontleend aan bronnen die door F. van Lanschot Bankiers N.V. (Van Lanschot) betrouwbaar worden geacht. Bij de totstandkoming van deze publicatie hebben wij de grootst mogelijke zorgvuldigheid betracht bij de selectie van externe bronnen. Wij kunnen niet garanderen dat de informatie van deze bronnen die in deze publicatie is opgenomen juist en volledig is of in de toekomst zal blijven. Wij aanvaarden geen aansprakelijkheid voor druken zetfouten. De strekking van deze publicatie en de daarin opgenomen opinies en aanbevelingen gelden per de dag van publicatie. De in deze publicatie opgenomen opinies en aanbevelingen kunnen, zodra wij daartoe aanleiding zien, zonder vooraf gaand bericht worden gewijzigd. . De inhoud van deze publicatie is niet bedoeld en dient ook niet te worden beschouwd als een aanbod of als een uitnodiging om enige van de hierin genoemde financiële instrumenten te kopen of te verkopen. Een belegging in de in deze publicatie genoemde financiële instrumenten is mogelijk niet geschikt voor elke belegger, u dient de passendheid van een beleggings transactie telkens te beoordelen in het licht van uw eigen omstandigheden en doelstellingen. Raadpleeg hiervoor uw beleggingsadviseur. Van Lanschot aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor ongeacht welke kosten, verliezen of schade resulterend uit, dan wel op enigerlei wijze verbonden aan, enige beslissing genomen op basis van het gebruik van (delen van) de inhoud van deze publicatie. De beloning van de opsteller[s] van deze publicatie [is/zijn] niet gekoppeld aan de door Van Lanschot verrichte zakenbank
transacties voor de bedrijven die in deze publicatie worden genoemd. Het is mogelijk dat zowel Van Lanschot als de aan haar gelieerde ondernemingen (short- of long-) posities hebben in financiële instrumenten die worden genoemd in deze publicatie. Ook doet de mogelijkheid zich voor dat Van Lanschot financiële diensten, zoals vermogensbeheer, verleent aan de bedrijven die in deze publicatie worden genoemd of hun medewerkers en/of hun pensioenfondsen of ten behoeve van hun winstdelingsregelingen, zoals aandelenoptieplannen of deze financiert. Van Lanschot heeft een beleid inzake de preventie van belangencon flicten. Dit beleid kunt u terugvinden op onze website www.vanlanschot.nl. Het is niet toegestaan de gegevens uit deze publicatie, geheel of gedeeltelijk te reproduceren, door te sturen of anderszins te verspreiden in welke vorm dan ook, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Van Lanschot. De Stichting Administratiekantoor van gewone aandelen A Van Lanschot houdt alle aandelen A van Van Lanschot. Overige informatie F. van Lanschot Bankiers NV is statutair gevestigd aan de Hooge Steenweg 29, 5211 JN te ’s-Hertogenbosch, KvK ’s-Hertogenbosch nr. 16038212 met BTW-identificatienummer NL.004 670632.B.01. F. van Lanschot Bankiers NV is als bank geregistreerd in het Wft-register en staat onder toezicht van De Nederlandsche Bank NV (DNB), Postbus 98 1000 AB Amsterdam, en de Autoriteit Financiële Markten (AFM), Postbus 11723 1001 GS Amsterdam. F. van Lanschot Bankiers NV kan optreden als aanbieder van betaal-, spaar en kredietproducten, als bemiddelaar in verzekeringsproducten en als aanbieder en/of uitvoerder van beleggingsdiensten. Voor eventuele klachten inzake onze financiële dienst verlening kunt u zich richten tot uw eigen kantoor van F. van Lanschot Bankiers NV, de afdeling Klachtenmanagement van het hoofdkantoor, Postbus 1021 5200 HC ‘s-Hertogenbosch of het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (KiFiD),Postbus 93257 2509 AG Den Haag.
06/15
Nadere details over deze fondsen en/of deze passend zijn voor uw beleggingsportefeuille kunt u bespreken met uw beleggingsadviseur.