beemhu"~ehri"g ~e beerlijJtbei~ oosterbout
OV.ERBLYFZELS
1989
tt o. 2
BESTUUR
Dhr. A. de Visser Lange Voren 13, Oosterhout Dhr. J.A.A.Oomen van Borsselestraat 19, Oo~terhou J Dhr. J.L.A. v.d. Gevel Achterstraat 2, Den Hout
Voorzitter
Secretaris Penningmeester Bestuurslid
Mej. M.J.C.A. Bakker Spaandonk 29, Oosterhout
Dhr. Chr. Buiks
Bestuursli.d
Roerdompstraat Bestuurslid
.
46,Oosterbout.
: Dhr. S. Burggraaf Mezenlaan 24, Oosterhout
REDAKTIE
SECRETARIAAT
Dhr. Chr. Buiks Dhr. S. Burggraaf Dhr. J. Oomen
Dhr. J.A.A.Oomen van Borsselestraat 4902 BT Oosterhout Tel. 01620-53242
19
CONTRIBUTIE
Heemkundekring + Brabants Heem f
35,-- p. jaar
Heemkundekring f 25,-- p. jaar Donateurs 1 25,-- p. jaar Alg. Bank Ned. Oosterhout nr. 52.12.89.181 Postbank nr. 133.69.92 t.n.v. Heemkundekring "De Heerlijkheid Oosterhout". Be~inàiging lidmaatschap schriftelijk vóór het nieuwe kalenderjaar aan de penningme~ster mededelen.
I
1251 ~ededelingenblad van de heemkundekring "DE HEERLIJKHEID
13e jaargang,
nummer
OOSTERHOUT"
1989
2
pago
Inhoud ven dit n~~er
1251
Tlitnoäigingen bestuursmededeling
1252
J.A.A.F"Oomen: De leerlooierijen te Oosterhout
1253
N
1275
. I~ . :
Het kasteel
Duivenvoorde
1278
Chr. Buiks:
De Heemtuin
in de meand
N.N,,: Op Loevestein: J. A. A.I.:. Oomen:
overzicht
juni middeleeuwse
1287 k3stelen
1289
De firma Adr.Huijben, koperslager te Oosterhout
Niets uit deze uitgave van de heemkundekring mag vermenigvuldigd en / of openbaar gemaakt worden - op welke wijze dan ook-, zonder de schrjfteli,jke toestemming van de auteur"
1252 UITNODIGING Hierbij nodigen we onze leden uit voor de opening van onze tentoonstelling in het Kijkhuis, Heuvel 23a te Oosterhout, op vrijdag 23 juni,. IS avonds om 8 uur. TENTOONSTELLING Op de tentoonstelling in het Kijkhuis zullen de ambachten uit Oosterhout centraal st2an. De tentoonstelling duurt tot 11 augustus. De openingstijden van het llijkhuis zijn: dinsdag t/m vrijdag: 10-12 en 14-17 uur vrijdag bovendien ook 19-21 uur zondag 14-17 uur, zaterdag gesloten. De toegang is gratis. Alweer een idee voor een reeenachtige vakantiedag! BESTUURS-~::EDEDELING
Mevrouw R. Verweijmeren, Spoorstraat 43, Dorst hebben we bereid gevonden om deel uit te maken van ons bestuur. Vanaf deze plaats heten we haar welkom in ons bestuur. Ook de band met onze leden in Dorst kan hierdoor verstevigd worden.
1253
3 4
:g
1 Y1eeIbooa voor bet afschrappen van de NWe huiden. Het mes wordt als een haalmes in beide handen gehouden en daariIa over de vleeskant van de huid naar onderen gehaald, waarbij de huid Over een ronde vorm wordt ge-
spannen. 2 ~...
<;Iebruilct aande bui-
tenkant van de huid.
3 hllll8ellolfe",e, dat dient om de looischors van de bomen te ste-
ken. .. LeenMeom huidenen veDen zo te splijten, dat ze <;IemaJckelijk kunnen worden verwerkt. S lI1ddIoJIu,eenstuJtgereedschap om bet geelacbti<;le waas aan de nerflijde van schape- en geitehuiden te verwijderen. . VIIatDaI8. gebruikt voor polijsten van bet oppervlak van huiden.
DE LEERLOOIERIJEN TE OOSTERHOUT.
door:J.A.A.M.
Oomen.
ALGEMEEN.
Leder of leer is een van de oudste technische materialen. Het werd reeds door de Egyptenaren gebruikt. Leder wordt vervaardigd van een dierlijke huid, die zodanig behandeld is, dat zij vrij goed bestand is tegen allerlei weersinvloeden. Voor de lederbereiding wordt voornamelijk gebruik gemaakt van de huiden van runderen, g~iten, schapen, varkens en bUffels. Voor fijne lederwaren en schoenen maakt men bovendien gebruik van zgn. reptielleer zoals slang, krokodil, schildpad en hagedis.
1254
Deze leersnede (rechts) vonnt het silhouet van een eland en werd oemaaJctin de Se eeuw voor Christus. De voorstellingwerd gevonden in de bev!oren grafsteden in Siberiê, waarin het ijs het leer in volledig goede staat had gehouden.
DE LEDERBEREIDING. De verwerking van de huiden in de leerlooierij vindt in drie fasen plaats nl. de voorbereiding het looien en de afwerking. De VOORBEREIDING bestaat uit weken, waarbij gezouten huiden ontzout worden en gedroogde huiden het normale watergehalte terugkrijgen. Vervolgens wordt bij het zgn. kalken de bovenlaag, de epidermis met haar, verwijderd, zodat men de eigenlijke lederhuid (het corium) en het' onderhuidse bindweefsel overhoudt. Dit geschiedt met kalkmelk, meestal onder toevoeging van Na2S. Bij de volgende behandeling, het ontvlezen, wordt ook het bindweefsel verwijderd, zodat men de lederhuid overhoudt. Het ontkalken, dat daarna geschiedt, gebeurt om kalk en andere alkalische stoffen te neutraliseren. De huiden worden vervolgens gebeitst, waardoor zij soepel worden, terwijl bovendien de laatste keratine- en haarresten worden verwijderd. Het zg. pikkelen, waarbij een oplossing van een zuur en een zout (een pikkel) wordt gebruikt, zoals bv. bij chroom-
1255 looiing om het zwellen tegen te gaan. Het LOOIEN was vroeger een zeer langdurig proces, doordat men toen uitsluitend plantaardige looistoffen gebruikte in de vorm van schorsen. De natte vellen (bloten) werden opgestapeld en daartussen werd gemalen schors gestrooid. Deze statische looimethode, de zgn. kuiplooiing kostte zeer veel tijd, soms twee tot drie jaar. In de 1ge eeuw kwam er een verbetering in, toen men met extracten ging werken en de statische methode door de dynamische verving. Het looien werd toen een kwestie van enkele maanden. Het steeds meer gebruik maken van chemicalien en van verder verbeterde technieken bij de voorbereiding en de eigenlijke looiing heeft de bewerkingstijd inmiddels nog verder bekort. Plantaardige looistoffen worden voor bepaalde leersoorten nog steeds gebruikt, maar vaak in combinatie met synthetische looistoffen (meestal mengsels van sulfonzuren en -zouten met anorganische zouten). Zo levert de combinatie chroom-plantaardig een sterke en slijtvaste kwaliteit zoolleer opo De belangrijkste minerale looimethode is de chroomlooiing. De andere looistoffen worden alleen nog maar gebruikt voor de bereiding van lichte leersoorten en als men het leder bepaalde eigenschappen wil geven, die het chroomleder niet bezit bv. het vermogen om water op te nemen bij zeemleer, waarvoor een van de oudst bekende looimethoden wordt toegepast, nl. de vetlooiing met meestal traan als looistof.
De AFWERKING hangt samen met de gevolgde looiwijze en de soort leder die men wenst te maken. Chroomleer, dat, zoals hierboven omschreven, zeer snel wordt gelooid, stelt aan de afwerking hoge eisen. Het wordt gespoeld, geneutraliseerd en nagespoeld, daarna met
1256 anilinekleurstof geverfd, gevet, gefixeerd en gedroogd. Ten slotte wordt het soepel gemaakt door het over een scherpe rand te trekken (stollen), dan op ramen gespannen en met de dekkleurstoffen geverfd.
L8enD8_ kennen een welhaast eindeloze vemebeidenheid in 'IOrm en stijl van het blad. EDemes
beeft weer zijneigen wijze van snijden en beantwooldt zo aan de verschiI1ende eisen, die e1lceJe. derbewerlcinosteJt. J Ba9Ollu8. 8 L88nDIIm... oebogen. t Dl8plealJduom insneden van precieze diepte te maken.
10 SI6yd..... 11 Icolloa",."--... 11 ltoDdm... 13 EnbDdg adeJmakenm...
1257 DE LEDERSOORTEN. De belangrijksteledersoorten zijn: CHROOMLEDER, leder met de chroomlooiingbereid. GEITELEDERwordt uit geitevellen bereid. ~oomgelooid geiteleer zoals dit wordt gebruikt 'voor het bovenleer van fijne schoenen, het wordt chevreau genoemd en andere bekende geiteledersoorten zijn glac~leder voor handschoenen en plantaardig gelooid leder voor boeken e.d. het zgn. saffraanleder. JUCHTLEDER,meestal met wilgebast gelooid leder van huiden van jonge koeien, paarden of varkens; door invetten verkrijgt dit leder een grote waterdichtheid; het wordt gebruikt voor zadels, tassen en (jacht1schoenen. Kalfsleder, vervaardigd uit huiden van jonge kalveren; plantaardig gelooid wordt het gebruikt voor boekbanden en fijne lederwaren. Veel belangrijker is het chroomgelooide boxcalfleder, dat fijn van structuur is, in allerlei kleuren wordt gemaakt en voor luxeschoenen en lederwaren wordt gebruik§. LAKLEDERis leder dat men met een laklaag bedekt is en gebruikt wordt als overleder voor schoenen (lakschoenen) en lederwaren; vroeger werd voor lakleer meestal warme lak ~it lijnolievernis en kleurstoffen gebruikt. De moderne lakleersoorten (waaronder ook kreuklak) zijn van een toplaag uit polyurethaan voorzien, die o.m. een aanmerkelijk betere weerstand tegen herhaald buigen heeft.
SpUtappanat
wordtge-
bruikt om leer tot een gelijke dikte te splijten. De bladen zijn verstelPaar. zodat men verschillende dikten kan krijgen. Als het leer door de bladen wordt getrolcJcen, wordt er een stuk van de bovenzijde van het leer weggeschaafd.
1258 LEDERVEZELPLAATis een op leder gelijkend materiaal, in hoofdzaak bestaande uit ledervezels, welke echter op kunstmatige wijze zijn vervilt en niet meer de natuurlijke structuur van de huid bezitten. Voor de berei-. ding van ledervezelplaat worden afvalstukjes van leder fijngemalen, in water gesuspendeerd, vervilt en geperst, en daarna behandeld met een looivocht waarin zich 2-5% aluminimumacetaat bevindt. Na het drogen wordt dan geimpregneerd met lijnolievernis onder druk en nabehandeld met lijm en looistofoplossingen, waardoor een waterdicht materiaal verkregen wordt. Het wordt gebruikt voor tassen, koffers, binnenzolen enz. MAROKIJNLEDERwordt plantaardig gelooid uit geite- en schapevellen en gebruikt voor galanterien en fijn schoenwerk; komt zeer veel overeen met saffraanleder, maar terwijl dit bont gekleurd wordt is marokijnleder steeds zwart. NAPPALEDERis chroomgelooid glac~leer dat plantaardig is nagelooid en daarna geverfd. NERFLEDER is leder waarop zich nog de nerf bevindt, in tegenstellingtot SPLITLEDER, waar deze is verwijderd. NUBUCKLEDERis chroomgelooidrundleer waarvan de nerf enigszins is afgeslepen, waardoor het een fluweelachtig uiterlijk heeft gekregen. Het wordt gebruikt als overleder voor schoeisel, soms ook voor damestassen e.d. PEAU DE SUÈDE of kortweg SUÈDE, is een ledersoort, gemaakt uit lichte kalfs- geite- of schapevellen (Persians), die steeds met chroomzouten worden gelooid en, in tegenstel_ ling tot andere lichte leersoorten, aan de vleeszijde worden afgewerkt. Na het looien worden de vellen aan de vleeszijde bewerkt met fijn schuurpapier en na het verven in
~
1259
7 Leenc:Ia&u met één recht al. gesneden blad om een precieze insnijding te kunnen maken. 8 LeenDijmea van Frans modeL geblUikt om de lcantenvan leer al te schuinen (beter. schalmmes). 9 LeenDijmea van Zweeds model 10 SpUjbu8. 11 SpUjtmHmet pat.
afpecJI1IiIade
11 !r.oh.I ea; de opening in het midden Ican voorzien worden van een scheermesje en daarmee kan men een volkomen gelijke diJcte leer 'wegschillen' van een gesne.
den rand 13 SDijpaaer, het ene been daarvan is voorzien van een sni)blad. zodat men ronde vormen Jeanwt.
srujden.
~~
~:;'~~.j\ ~ 1 I
%
I. .
S ~ ~
i
.:j
~
1
'I ~i
IS Elgagemaald 18encJauI. gemaakt van een in een houten hecht gezet spooJcschaa1blad Men geblUikt een dergelijk apparaat om grole oppervJalcJcen bij te
schaven.
1260
droge toestand sterk gekneed ( het zgn. millen) waardoor zij een fluweelachtig uiterlijk krijgen en zeer soepel worden. SUEDE wordt gebruikt voor schoenen, kleding enz. REPTIELLEDER is de verzamelnaam van leersoorten die voor meestal exclusief schoeisel en lederwaren worden gebruikt en vervaardigd worden uit huiden van reptielen. Zeer bekend is KROKO, gemaakt uit de flanken van krokodillen en alligators; SLANGENLEER wordt vooral van de whipsnake, python en h:agedisverkregen; ook het leer van (zee)schildpadsoorten is zeer bruikbaar. RUNDBOX is leder, gemaakt uit huiden van bijna volwassen koeien (pinken en vaarzen) het is daardoor minder fijn van structuur en nerftekening dan KALFSBOX, gemaakt uit vellen van zeer jonge kalveren, en MASTBOX, gemaakt uit vellen van kalveren, die enkele maanden oud zijn. Door de grotere dikte (1,2-1,5 mm) is het wel sterker dan de andere boxsoorten; rundbox wordt gebruikt als overleder voor goedkoop of zwaar schoenwerk. SCHAPELEDER is de verz~elnaam voor verschillende ledersoorten die uit schapevellen worden bereid; de voornaamste hiervan zijn VOERINGLEDER en ZEEMLEDER. Verder wordt schapeleder, dat inferieur is aan de meeste andere ledersoorten, gebruikt voor mindere soorten kledingnappa-, suèdeleder. SPLITLEDER is leder, bereid uit de vleeskant van huiden waarvan voor de looiing de nerf met een deel van de reticulairlaag is afgesplit, welke dan een andere bestemming krijgt. Doordat dus de nerftekening verloren is gegaan, kan men aan dit leder dikwijls niet zien van welke diersoort het afkomstig is. Dikwijls wordt kunstmatig een nerf- of andere tekening ingeprent. Men krijgt zo een goedkope ledersoort, die wordt gebruikt als overleder voor
t
1261 go€,jkopeschoenen, voeringleder, mindere kwaliteit tassen, koffers. TUIGLEDER wordt gemaakt uit huiden van volwassen runderen en veelal plantaardig gelooid; ofschoon chroomgelooid leder sterker is, wordt dit toch vrijwel nooit gebruikt, daar het contact met de huid van paard dikwijls eczeemachtige ontstekingen veroorzaakt. De lichtere soorten tuigleder worden ook wel gebruikt voor tassen, broek- en bagageriemen. ZADELLEER gelijkt veel op tuigleder en is eveneens plantaardig gelooid. VARKENSLEDER is de verzamelnaam voor de verschillende ledersoorten die uit varkenshuiden worden bereid. Zo maakt men uit zware huiden tassen, zadels en leder voor het inbinden van boeken; uit lichte vellen (meestal van de in Zuid- en Midden-Amerika levende waterzwijnen) maakt men handschoenleder, overleder voor schoenen en leder voor lederwaren. Varkenshuiden bevatten zeer veel vet; dit moet voor de looiing verwijderd worden, aangezien de looistoffen anders niet de huid binnendringen. Het leder wordt hierdoor echter zeer poreus en daarom is na de looiing een flinke vetting noodzakelijk in die gevallen waarin een waterdicht leder wordt verlangd. De varkensharen (borstels) staan zo diep ingeplant, dat zij door de gehele huid heen dringen. Hierdoor kan men aan de vleeszijde van het leder nog kleine gaatjes zien; zodoende is echt varkensleder te onderscheiden van imitatie, waarbij de karakteristieke nerftekening op de nerf geprent en dus niet aan de vleeszijde zichtbaar is. VEULENLEDER wordt gemaakt uit de kern van goede vaars- of koehuiden; het wordt meestal gecombineerd chroom-plantaardig gelooid en moet goed gevet worden om het een behoorlijke waterdichtheid te geven; de vorm moet ~oed behouden blijven en daarom mag de rek ~n dit leder niet groot zijn.
eua~~nT ap do +a~ euap~n~ ~ap ~u~~o~p ap ~OOA ~apToz +sw ~~~ap~aog e90L +~e~+s~ooH
1263
~,
vooral voor zweemlappen, wordt vrijwer-ürtSïuitend gemaakt uit schapevellen. Deze worden voor de looiing gesplit; de vleeszijde van de split wordt dan verwerkt tot zeemleder, terwijl de nerfzijde, de zgn. skiver, wordt verwerkt tot boekbinderleder of leder voor goedkope lederwaren. De zeemlooiing wordt uitgevoerd met walvis- of robbetraan, tegenwoordig soms ook wel met bepaalde synthetische looistoffen. Een van de voornaamste eigenschappen die zeemleder moet bezitten, is een groot wateropnemend vermo~en. Verder mag het geen vuil opnemen, of althans vasthouden, en geen strepen op het glas achterlaten; in verband met het laatste is het noodzakelijk na de looiing het ongebonden vet zorgvuldig te verwijderen. ZOOLLEDER is alle leder dat wordt gebruikt
voor het vervaardigenen repareren van schoe .~n. Het wordt gemaakt uit zware koe-,osse- en stierehuiden. Naar gelang het doel waarvoor het wordt gebruikt, maakt men het meer of minder hard. Reparatiezoolleder moet hard en goed waterdicht zijn en wordt tegenwoordig volgens de moderne snellooiing bereid, nl. door de voorbehandelde huiden te looien met extracten van plantaardige looistoffen; vacheleder voor het maken van nieuwe schoenen is soepeler dan reparatieleder. Ook dit leder wordt door looiing met extracten bereid. Naast deze soorten is er ook zoolleder dat een gecombineerde chroom-plantaardige looiing heeft ondergaan. DE LOOISTOFFEN.
Deze kunnen we onderscheiden in:PLANTAARDIGE LOOISTOFFEN, MINERALE LOOISTOFFEN en ORGANISCHE NIET- PLANTAARDIGELOOISTOFFEN. DE PLANTAARDIGE LOOISTOFFEN zijn verkregen uit de bast, het hout, de bladeren, vruchten en/of
-uaq~1nH Ç1~a1oo1~aal
ap s+q~a~
+am
-::>
TaAnaqpuez
U'eA
ea
1265 de wortels van sommige planten, alsmede uit sommige ziekelijke uitwassen (gallen) daarvan. Hiertoe behoren onder andere Acacia- eikemangrove en denneschors, kastanje- en eikehout. MINERALE LOOISTOFFEN zijn de chroomzouten, aluminiumzouten (aluin) ijzer-zouten en kiezelzuur en dergelijke. ORGANISCHE NIET-PLANTAARDIGE LOOISTOFFEN zijn de organische synthetische looistoffen zoals fenolen of koolwaterstoffen. Daarnaast kent men de looiende vetten zoals walvis-en andere traansoorten.
DE OOSTERHOUTSE LEERLOOIERIJEN. Aan de hand van gegevens, verkregen uit het archief van de gemeente Oosterhout is na moeizaam spit- en graafwerk, toch een aardig beeld verkregen van de Oosterhoutse leerlooierijen in onze gemeente. Maar ook bij de verschillende opgravingen, die in Oosterhout zijn uitgevoerd kwam een en ander over dit onderwerp aan het licht. Zo werden er bv. bij de opgraving op het Waterlooplein, uit een put restanten van Middeleeuws schoeisel opgedolven. Het betrof hier een klein aantal kinder- en damesschoenen, uit twee delen vervaardigd nl. de zool, spits toelopend en het bovenleer, dat uit een stuk was gesneden. Deze twee stukken waren door middel van een lederen veter aaneen genaaid. Veelal werd het looien vroeger als neveninko~sten door de boeren gedaan, bij verschillende oude boerderijen zijn n.l. nog zolderluiken aanwezig, die verband houden met het drogen van huiden. Werden deze luiken niet op de juiste wijze opengezet, dan verkreeg men geen goed resultaat. Zette men de luiken te ver open, dan waren de huiden te snel droog en werden te hard, als de luiken niet voldoende werden opengezett dan begon de zaak te schimmelen, wat ook nlet bevorderlijk was voor het
.uaTowpu1M +aw .uaqr1nH.~ UeA r1~a1ooT~aaTap s~u~T +aw TaAnaqpuez aa 1;)"nll'1l'uvz
1267 leder. In 1840 waren er in Oosterhout elf leerlooierijen te weten: Johannes NuijtenAndries Timmermans-Rumoldus van den Bogaardt Cornelis van Loon-Pieter Schillemans-Adriaan van Hassel-Petrus Johannes van Beugen-Theodorus de Peffer-Dirk van der Linden-Adriaan van der Wee en Gerard Beekmans. In hetzelfde jaar waren er volgens de volkstelling 70 schoenmakers in Oosterhout werkzaam. Uit de verstrekte hinderwetsvergunningen bleek, dat er vanaf 1852 tot 1904 in totaal 51 nieuwe vestigingen van leerlooierijen plaats hadden. Uitschieters waren de jaren 1865 en 1871 met elk vier nieuw opgerichte leerlooierijen en ook 1873 met vier; in 1875 met drie: in 1876 met vier; en 1877 zelfs met zes nieuwe vestigingen. Vanaf 1840 zien we dus een geleidelijke stijging van het aantal in werking zijnde leerlooierijen. Het hoogst aantal was in 18791882 en 1883 met in totaal 47 leerlooierijen. Daarna gaat het bergafwaarts en in 1920 zijn er nog slechts 8 over. Dit aantal daalt nog verder en in 1925 zijn er nog 5 over te weten: Gebr. Blom-Wed.P. de Jong-Van RijkevorselHuijben en de Zuid Nederlandse Zeemlederfabr. De aantallen schoenmakersdaarentegen vertonen een gestadige groei:In 1840 zijn er 70; in 1880 zijn er 156; in 1894 zijn er 201 en in 1920 zijn er zelfs 249 schoenmakers. Na de eerste een enorme De oorzaak de looiers toen echter aanvoer van op de beurs
F. 25,-
wereldoorlog 1914-1918, zien we teruggang in de leerlooierijen. moet gezocht worden in het feit,dat dure huiden in hun kuipen hadden. uit Argentinië na de oorlog de huiden op gang kwam, werden deze in Antwerpen tegen prijzen van
op de markt
gebracht.
tijdig kunnen inspelen op deze voer zaten de leerlooiers voor vele van hen moesten liquideren.
Door het niet goedkope het blok
aanen
co \D C\J
..-
De
Laan met rechts de leerlooierij van Adriaan de Hoogh.
Opgericht 12-4-1878.
1269 Dat de leerlooierij een belangrijke tak van industrie was, blijkt ook uit diverse krantenberichten. In 1867 is er sprakevan een LOOIERSBEURS in de Klappeijstraat, daar werden regelmatig vergaderingen gehouden van de looiers. Ook zijn er een aantal berichten over de vervuiling van de verschillende waterlopen. Het hoofd van de school op de Keiweg klaagt over de ondragelijke stank van de leerlooierijen. Ook de bekende Oosterhoutse RUL werd steeds verontreinigd door de afval van de leerlooie rijen. Het zogenaamde run werd verkregen door het malen van eikeschors. De standardmolen op de Veerse weg maalde veel schors, maar ook de andere molens verwerkten de schors tot run. Een aantal prentbriefkaarten uit Oosterhout geven nog een beeld van enkele leerlooierijen. Op de Zandheuvel zien we een leerlooierij van Huijben, welke door een windmolen werd aangedreven. Tot slot nog een opgave van de nieuw opgerichte leerlooierijen volgens de afgegeven hinderwetsvergunningen. 12-10-1852 12-10-1852 12-4-1853 7-8-1857 13-1-1860 24- 5-1861
31-1-1862 28-11-1862
NUIJTEN,Godefridus Zandheuvel E 360 VERMEULEN,Cornelis Groenstraat F. 712 Wed. STADHOUDERS, Joh. Andr. G. 553 LUKWEL.
B.
G. 606 AKKERMANS,Nicolaas Oosteind F 442 HAL, van, Johannes Jan Dwarsstraat G 94 JANSSENS,J.J.B. Arendstraat J. 778 en J. 779 Wed. Ger. MARTENS
Groenstraat F. 712
1270 30-10-1863
17-3-1865 31-3-1865 16-6-1865 28-7-1865 15-9-1865 27-7- 1866 14-8-1868 24-9-1869 26-8-1870 17-2-1871 26-7-1871 15-9-1871 15-9-1871 22-9-1871 29-9-1871 11-10-1872 24-1-1873 25-4- 1873 23-5-1873 1-8-1873
BOER,de, Chr. Abraham S 582, S 203 en S 1~02 IN 't GROEN,Johannes Den Horst A. 105 PAIJMANS,Adrianus F. 371 OLISLAGERS,Cornelis Jacobus Kerkpad F Sectie S 441 JONG, de, Bart
Den Horst F 396 en F 397 en A 110 LIPS,J.S.F. Einde Keiweg S 695 LEENDERS,Adrianus Cornelis S 144b, 145, 757 en 924 HELVERT, van, Gijsbert Oosteind F 931 MENDES DA COSTA,Daniel Sectie S 225 KUIJTEN, Hendrik Hoofdschen weg S. 477 JONG,de , Marinus Den Horst F 922 HUIJBEN,Cornelis Zandheuvel D 161 SCHENKELS,Adriaan Kruisstraat Q 515 KORT,de,H. K 146 CORPUT,van der,C.A S. 749 SANGSTER,J.W.A. S. 312 SCHAEPMAN, Henri Leijsenhoek R 392 HELVERT,van, Antonie Oosteind F 97 en 1014 HAEST,de,J.H. Arendstraat S 1177 SPAANDONK,van,R. steenoven H 103 LAURIJSEN,Franciscus Den Horst F 1011
De leerlooierij van de Gebrs. Blom in de Sint Jozefstraat.
4-9-1874 12-4-1875 21-8-1875 15-10-1875 23-6-1876 15-7-1876 29-7-1876 24-11-1876
2-3-1877 13-7-1877 25-8-1877 21-9y1877 24-11-1877 28-12-1877 12-4-1878 19-7-1878 23-1-1879 27-5-1881 24-2-1882 15-9-1882
1272 HORSIGH,van,P.J.B. Zandheuvel S 1229 KOOLEN,Antonie Keiweg
S 758 en 759
BAAL,van,Gerardus Jacobus Zandheuvel R 975 HOEK,van den,Jacob Leijsenhoek R 383 en 384 STERNEBERG,G.A.C. S 847 HAL,van,J.J. Kruisstraat Q 452 en 453 DONKERS,Antoni e Leijsenakkers R 977 HEIJKANT,van den,Cornelis Oosteind F 333 huis A 107 KOOLS,A.A. Gorichemse steenweg C 5 OOMEN, Antonie Rutselbosch R 991 ETTEN,van,P.J.H. S 815 Markt E 244 sectie BOUWMAN,Eimert N 248 Bredasche straatweg BOSSERS,Adriaan Oosteind F 1118 ETTEN,van,Adrianus Zandheuvel R 1130 HOOGH1de,Adriaan Domin~laan F 478 sectie S 518 BOSSERS,Willem Oosteind F 320 KOOPERBERG,Philip Kegelstraat G 713 sectie S 1075 JONGH,de,J. Zandheuvel R 1881 JANSEN,Adriaan Sectie S 1605 wijk F 672 MARTENS,C. Leijsenstraat R 1357 en 1358
6-7-1888
1273 HORSIGH,van,I.I.F.
Kloosterstraat
8-11-1889 9-5-1895 26-7-1895 10-4-1903 30-9-1904 12-4-1917 10-6-1920 11-8-1920 9-9-1920 17-11-1921 1921
Schocnn1ilkcr
D 289
zeepziederij in een leerlooierij HUIJBEN,Petrus Zandheuvel D 171 Sectie R 518R 518a en R 519 ROOVERS,Andries Oosteind F 1324 DRIESSEN,J.J. Oosteind F 273 en 274 BOSSERS,Adrianus Vergroting leerlooierij Oosteind A 169 F 1270 RIJKEVORSSEL,van Hendrik Gorichemse weg R 2004 TEURLINGS,J.M. Oosteind WIT,de,H.P.J. Oosteind plaatsen benzinemotor 10 PK DRIESEN,P.F. Oosteind plaatsen benzinemotor 2 PK JONG,Wed.P. de Oosteind plaatsen petroleummotor van 8 PK. BLOM,Gebrs. Sectie R 2407 plaatsen electromotor van 2 PK en uitbreiding. SCHRODERS,A.Oprichting Zuid Nederl. Zeemlederfabriek
Z.liIhmlkcr