Juni 2005
Beeldkwaliteitsplan bedrijventerrein Flevopoort, algemene toelichting Richtlijnen bedrijventerrein Flevopoort Stedenbouwkundig uitgangspunt voor het formuleren van richtlijnen voor bebouwing en uitgifte van kavels is het realiseren van een zekere mate van homogeniteit en autonomie per cluster. De gewenste homogeniteit wordt bereikt de volgende set richtlijnen. 1. omvang van het gebouw en de kavelgrootte Per cluster wordt gedifferentieerd naar kavelgroottes (binnen een bepaalde marge). Zodoende ontstaat een eerste homogeniteit naar omvang en staan clustergewijs grote gebouwen op grote kavels bij andere grote gebouwen op grote kavels, klein bij klein, etc. 2. positie van het gebouw op de kavel Er is een onderscheid tussen gebouwen met entree en oriëntatie aan de ringweg en gebouwen aan de middenstraat. Gebouwen op kavels aan de middenstraat worden in tamelijk grote vrijheid gesitueerd. Gebouwen aan de ringweg dienen een min of meer aaneengesloten front te realiseren: het gebouw dient de kavel in de breedte zoveel mogelijk te bezetten. Hier zijn in de richtlijnen percentages voor aangegeven. Zodoende ontstaat er min of meer een aaneengesloten bebouwingsfront opgebouwd uit individueel vormgegeven gebouwen. Bijzondere aandacht behoeven de gebouwen die op de ronde koppen van de verschillende clusters gerealiseerd worden. De massa en de vormgeving van het gebouw dient als ‘offset’ van het circuit ontwikkeld te worden, d.w.z. het gebouw dient de gebogen bouwgrens te volgen. 3. overgang openbaar privé De overgang openbaar-privé bestaat uit een doorgaande beukenhaag, ingeplant op openbaar terrein, in een zone van 0.5 meter, met een hoogte van 1 meter. Indien hekwerken noodzakelijk zijn, staan deze direct achter deze haag, behalve bij woon-werkcombinaties, waar ze bij voorkeur in de rooilijn staan. Een hekwerk heeft vanwege de gewenste rustige, uniforme uitstraling een voorkeurshoogte van 1,5 m aan de voorzijde tot aan de rooilijn en 2 m aan de zijkant/ achterkant. Het bestaat bij voorkeur vóór het gebouw uit een verticaal spijlenhek, kleur donkergrijs/ zwart, en is transparant om zicht op terrein en bebouwing te bieden. Boven 1 m aan de voorzijde en 2 m aan zijkant/ achterkant dient wettelijk een bouwaanvraag te worden ingediend. Per cluster is een uniforme inrit ontwikkeld, die in overleg met de gemeente wordt aangelegd en waarvoor een aparte vergunning moet worden aangevraagd. Iedere kavel wordt met één inrit ontsloten vanaf de openbare weg. 4. volumetrische opbouw, positie, kleur, materiaalgebruik en detaillering Te nadrukkelijke expressie van de gebouwen dient te worden vermeden. Nadruk op het individuele gebouw leidt slechts tot de standaard rommelige verzameling die doorgaans het drukke beeld bepaalt van bedrijventerreinen. Het middel, herkenbaarheid van de onderneming door een expressief gebouw, schiet vaak het doel voorbij. Uitgangspunten voor volumetrische opbouw, kleur, materiaalgebruik en detaillering voor de bebouwing zijn ingetogenheid, eenvoud en eerlijk ( herkenbaar ) materiaalgebruik. In principe worden de gebouwen gemaakt van staal, glas en beton, in een zo natuurlijk mogelijke toepassing. Per cluster is er een kleurenrange vastgesteld die ertoe leidt dat er lichtere en donkere clusters ontstaan. De gebouwen dienen dan ook zoveel mogelijk ontworpen te worden binnen het voorgeschreven kleurenspectrum. Toepassen van kleur is mogelijk in de vorm van een steunkleur. Uitzonderingen op het bovenstaande zijn voor een deel van het gebouw bespreekbaar mits beargumenteerd, bijvoorbeeld vanwege een huisstijl van een keten bedrijven. Het ambitiebeeld voor de bebouwing wordt geïllustreerd met referentiebeelden.
Richtlijnen cluster 1 kavelgrootte 5.000 tot 20.000 m2 (met mogelijkheden voor afwijkingen naar boven en beneden). parkeren bezoekers Aan voorkant gebouw, aan A6 zijde indien meegenomen in terreinontwerp. bevoorrading Vanaf middenstraat en in bevoorradingszone aan zijkant gebouw parkeren werknemers/ vrachtwagens In bevoorradingszone Hekwerken Voorkeur: verticale spijlen, donkergrijs/ zwart, hoogte 1,5m aan de voorzijde tot aan de rooilijn, 2m aan de zijkant/ achterkant. vorm bebouwing breedte dak materiaal kleur
reclame
specials
A: gebouw met voor- en achtergebouw. B: sculptuur. gebouw vult minimaal 75% van het bebouwbare gedeelte van de kavel in de breedte. Plat. Staal, glas en beton, uitzonderingen in overleg mogelijk. In de vorm van in drie dimensies omsluitende huid. uitgangspunt is een wit/ grijs/ zwart cluster, gebouwen zoveel mogelijk binnen dit spectrum, natuurlijk en eerlijk materiaalgebruik, steunkleur toegestaan, uitzonderingen vanwege huisstijl van bedrijfsketens in overleg mogelijk tot maximaal 30 % v.h. oppervlak per gevel. Aan centrale ontsluitingstraat op gevel in zone vanaf 3 tot 6 meter vanaf maaiveld gemeten, aan A6-zijde mag –in overleg- reclame (mits onlosmakelijk onderdeel van de architectuur) 100% van de gevel beslaan. Uitzonderingen in overleg mogelijk. Reclamemast: maximaal 1 mast per bedrijf, hoogte maximaal 15 m, oppervlak reclame max. 1 m2 per strekkende meter masthoogte. Gestandaardiseerd bord bij entree kavel. Speciale gebouwcomplexen op de ronde hoeken.
cluster 2 kavelgrootte 4.000 tot 8.000 m2 (met mogelijkheden voor afwijkingen naar boven en beneden). parkeren bezoekers Aan zijkant gebouw en aan middenstraatzone. Aan A6 zijde indien opgenomen in terreininrichtingsontwerp. bevoorrading Vanaf de middenstraat, aan zijkant gebouw. parkeren werknemers en vrachtwagens In middenstraatzone, aan zijkant gebouw. Hekwerken Voorkeur: verticale spijlen, donkergrijs/ zwart, hoogte 1,5m aan de voorzijde tot aan de rooilijn, 2m aan de zijkant/ achterkant. vorm bebouwing hoogte bebouwing breedte dak materiaal kleur
reclame
specials
Gebouw dient een eenheid te zijn kan echter wel geleed zijn in voor- en achtergebouw, maar kantoor en hal vormen één hoofdmassa. Ieder gebouw heeft een continue of aaneengesloten hoogte. Verschil tussen voor- en achterbebouwing mag in breedte niet meer dan 10% bedragen. Plat. Staal, glas en beton, uitzonderingen in overleg mogelijk. In de vorm van een in drie dimensies omsluitende huid, Uitgangspunt is een spectrum wit/ grijs/ zwart cluster, gebouwen zoveel mogelijk binnen dit spectrum, natuurlijk en eerlijk materiaalgebruik, steunkleur toegestaan, uitzonderingen vanwege huisstijl van bedrijfsketens in overleg mogelijk tot maximaal 30% van het oppervlak per gevel. Aan centrale ontsluitingstraat op gevel in zone vanaf 3 tot 6 meter vanaf maaiveld gemeten, aan A6-zijde mag –in overleg- reclame (mits onlosmakelijk onderdeel van de architectuur) 100% van de gevel beslaan .Uitzonderingen in overleg mogelijk. Reclamemast: maximaal 1 mast per bedrijf, hoogte maximaal 15 m, oppervlak reclame max. 1 m2 per strekkende meter masthoogte. Gestandaardiseerd bord bij entree kavel. Speciale gebouwcomplexen op de ronde hoeken.
Bijgaande tekening bevat richtlijnen ten behoeve van samenhang in het beeld van de inritten op Flevopoort. Dit is geen technische omschrijving. Het aanvragen van een inritvergunning is een aparte procedure waarbij naast deze richtlijnen ook de technische uitvoering een rol speelt .
Juni 2005
Beeldkwaliteitsplan bedrijventerrein Flevopoort, algemene toelichting Richtlijnen bedrijventerrein Flevopoort Stedenbouwkundig uitgangspunt voor het formuleren van richtlijnen voor bebouwing en uitgifte van kavels is het realiseren van een zekere mate van homogeniteit en autonomie per cluster. De gewenste homogeniteit wordt bereikt de volgende set richtlijnen.
1. omvang van het gebouw en de kavelgrootte Per cluster wordt gedifferentieerd naar kavelgroottes (binnen een bepaalde marge). Zodoende ontstaat een eerste homogeniteit naar omvang en staan clustergewijs grote gebouwen op grote kavels bij andere grote gebouwen op grote kavels, klein bij klein, etc.
2. positie van het gebouw op de kavel Er is een onderscheid tussen gebouwen met entree en oriëntatie aan de ringweg en gebouwen aan de middenstraat. Gebouwen op kavels aan de middenstraat worden in tamelijk grote vrijheid gesitueerd. Gebouwen aan de ringweg dienen een min of meer aaneengesloten front te realiseren: het gebouw dient de kavel in de breedte zoveel mogelijk te bezetten. Hier zijn in de richtlijnen percentages voor aangegeven. Zodoende ontstaat er min of meer een aaneengesloten bebouwingsfront opgebouwd uit individueel vormgegeven gebouwen. Bijzondere aandacht behoeven de gebouwen die op de ronde koppen van de verschillende clusters gerealiseerd worden. De massa en de vormgeving van het gebouw dient als ‘offset’ van de ringweg ontwikkeld te worden, d.w.z. het gebouw dient de gebogen bouwgrens te volgen.
3. overgang openbaar privé De overgang openbaar-privé bestaat uit een doorgaande beukenhaag, ingeplant op openbaar terrein, in een zone van 0.5 meter, met een hoogte van 1 meter. Indien hekwerken noodzakelijk zijn, staan deze direct achter deze haag, behalve bij woon-werkcombinaties, waar ze bij voorkeur in de rooilijn staan. Een hekwerk heeft vanwege de gewenste rustige, uniforme uitstraling een voorkeurshoogte van 1,5 m aan de voorzijde tot aan de rooilijn en 2 m aan de zijkant/ achterkant. Het bestaat bij voorkeur vóór het gebouw uit een verticaal spijlenhek, kleur donkergrijs/ zwart, en is transparant om zicht op terrein en bebouwing te bieden. Boven 1 m aan de voorzijde en 2 m aan zijkant/ achterkant dient wettelijk een bouwaanvraag te worden ingediend. Per cluster is een uniforme inrit ontwikkeld, die in overleg met de gemeente wordt aangelegd en waarvoor een aparte vergunning moet worden aagevraagd. Iedere kavel wordt met één inrit ontsloten vanaf de openbare weg.
4. volumetrische opbouw, positie, kleur, materiaalgebruik en detaillering Te nadrukkelijke expressie van de gebouwen dient te worden vermeden. Nadruk op het individuele gebouw leidt slechts tot de standaard rommelige verzameling die doorgaans het drukke beeld bepaalt van bedrijventerreinen. Het middel, herkenbaarheid van de onderneming door een expressief gebouw, schiet vaak het doel voorbij. Uitgangspunten voor volumetrische opbouw, kleur, materiaalgebruik en detaillering voor de bebouwing zijn ingetogenheid, eenvoud en eerlijk ( herkenbaar ) materiaalgebruik. In principe worden de gebouwen gemaakt van staal, glas en beton, in een zo natuurlijk mogelijke toepassing. Per cluster is er een kleurenrange vastgesteld die ertoe leidt dat er lichtere en donkere clusters ontstaan. De gebouwen dienen dan ook zoveel mogelijk ontworpen te worden binnen het voorgeschreven kleurenspectrum. Toepassen van kleur is mogelijk in de vorm van een steunkleur. Uitzonderingen op het bovenstaande zijn voor een deel van het gebouw bespreekbaar mits beargumenteerd, bijvoorbeeld vanwege een huisstijl van een keten bedrijven. Het ambitiebeeld voor de bebouwing wordt geïllustreerd met referentiebeelden.
Richtlijnen
cluster 4 kavelgrootte parkeren bezoekers bevoorrading Hekwerken
2.500 tot 5000m2 (met mogelijkheden voor afwijkingen naar boven en beneden). In voorzone. Vanaf de middenstraat of vanaf de ringweg aan de achterzijde van de gebouwen. Voorkeur: Verticale spijlen, donkergrijs/ zwart, hoogte 1,5m aan de voorzijde tot aan de rooilijn, 2m aan de zijkant/ achterkant.
vorm bebouwing
A: gebouw met voor- en achtergebouw. B: sculptuur. Gebouwbreedte is 85 tot 95% van de kavelbreedte. Plat. Staal, glas en beton, uitzonderingen in overleg mogelijk. In de vorm van een in drie dimensies omsluitende huid (zie toelichting). Uitgangspunt is een spectrum wit/ grijs/ zwart cluster, gebouwen zoveel mogelijk binnen dit spectrum, natuurlijk en eerlijk materiaalgebruik, steunkleur toegestaan, uitzonderingen vanwege huisstijl van een keten bedrijven in overleg mogelijk tot maximaal 30% van het oppervlak per gevel. Op de gevel in een zone van 3 tot 6 meter gemeten vanaf maaiveld, reclame (mits onlosmakelijk onderdeel van de architectuur) mag – in overleg -100% van de gevel beslaan. Uitzonderingen in overleg mogelijk. Reclamezuilen: maximaal 1 per bedrijf, autodealers maximaal 1 per merk met een maximum van 3 zuilen, hoogte max. 6 m, oppervlak reclame max. 1 m2 per strekkende m hoogte. Gestandaardiseerd bord bij entree kavel. Speciale gebouwcomplexen op de ronde hoeken.
breedte dak materiaal kleur
reclame
accenten
cluster 5b en 5c ( m.u.v. woon-werkcombinaties )
kavelgrootte parkeren bezoekers bevoorrading Hekwerken
1.000 tot 2.500 m2 ( met mogelijkheden voor afwijkingen naar boven en beneden ) In voorzone. Vanaf de middenstraat of vanaf de ringweg, aan de achterzijde van de gebouwen. Voorkeur: verticale spijlen, donkergrijs/ zwart, hoogte 1,5m aan de voorzijde tot aan de rooilijn, 2m aan de zijkant/ achterkant.
vorm bebouwing
A: gebouw met voor- en achtergebouw. B: sculptuur. Gebouwbreedte 70 to 80% van de breedte van de kavel. Plat. Staal, glas en beton, uitzonderingen in overleg mogelijk, in de vorm van een in drie dimensies omsluitende huid.( zie toelichting ) Uitgangspunt is een grijs tot zwart cluster, gebouwen zoveel mogelijk binnen dit spectrum, natuurlijk en eerlijk materiaalgebruik, steunkleur toegestaan, uitzonderingen vanwege huisstijl van een keten bedrijven in overleg mogelijk tot maximaal 30% van het oppervlak per gevel. Op de gevel in een zone van 3 tot 6 meter gemeten vanaf maaiveld, reclame (mits onlosmakelijk onderdeel van de architectuur) mag –in overleg- 100% van de gevel beslaan. Uitzonderingen in overleg mogelijk. Reclamezuilen: maximaal 1 per bedrijf, hoogte max. 6 m, oppervlak reclame max. 1 m2 per strekkende m hoogte. Gestandaardiseerd bord bij entree kavel. Speciale gebouwcomplexen op de ronde hoeken.
breedte dak materiaal kleur
reclame
accenten
Toelichting richtlijnen Vorm bebouwing:
Zoals in de inleiding omschreven is wordt met name aan de buitenring een zoveel mogelijk aaneengesloten bebouwingsfront van loodsen nagestreefd (type A). Een ondergeschikt gebouwdeel (het kantoor) kan vóór de loods geplaatst worden en is bij voorkeur substantieel in massa afwijkend van de massa van de loods. Een andere mogelijkheid die het gewenste beeld ondersteunt is een “sculptuur” (type B), dwz een gebouw waarin loods en kantoor geïntegreerd zijn.
Afstand tot voorste perceelsgrens : Het gewenste bebouwingsfront wordt bereikt door de loodsen zoveel mogelijk binnen gelijke afstanden van de voorste perceelsgrens te plaatsen en de gebouwen zoveel mogelijk de breedte van het kavel te laten benutten. Het heeft de voorkeur een “sculptuurgebouw” (gebouwtype B) op dezelfde afstand van de voorste perceelsgrens te plaatsen als de loods in type A (12.5-25 m), maar een vrijstelling kan bij showrooms verleend worden tot 7.5 m. Ook is het gewenst de gevels van gebouwen met name aan de buitenring de perceelsgrenzen te laten volgen. Aan de binnenstraat kan grotere vrijheid gehanteerd worden en is bijvoorbeeld het volgen van één van de perceelsgrenzen mogelijk.
Materiaal:
Ook in materiaalgebruik wordt een eenvoudig, ingetogen beeld nagestreefd. Met een “in drie dimensies omsluitende huid” wordt bedoeld dat door een eenduidige materiaalkeuze rondom het gebouw zoveel mogelijk het volume van het gebouw dient te worden benadrukt en ondersteund. Al te nadrukkelijke architectonische expressie van verschillende vlakken en onderdelen wordt vermeden.
Kleur:
Onder het begrip steunkleur wordt verstaan: een kleur passend bij het aangegeven spectrum, gekoppeld aan een ondergeschikt oppervlak, zoals een kozijn of een constructief element.
Accenten:
De koppen van de cluster zijn van groot belang voor het totaalbeeld en het nagestreefde bebouwingsfront. Met het realiseren van een “offset “van het circuit wordt bedoeld dat de gebogen vorm van de weg zoveel mogelijk door het gebouw gevolgd wordt binnen dezelfde zone als de overige gebouwen van het cluster, waardoor het bebouwingsfront hier doorgezet wordt. Het is gewenst de gebouwen hier zoveel mogelijk hoogte mee te geven, maar het begeleiden van de ringweg heeft prioriteit.
terughoudende vormgeving en materiaalgebruik
gebouwen volgen de buitenring
bebouwingsfront, geïntegreerd kantoorvolume
“sculptuurgebouw”
onderscheid kantoor/ loods, in drie dimensies omsluitende huid
Referentiebeelden
Bijgaande tekening bevat richtlijnen ten behoeve van samenhang in het beeld van de inritten op Flevopoort. Dit is geen technische omschrijving. Het aanvragen van een inritvergunning is een aparte procedure waarbij naast deze richtlijnen ook de technische uitvoering een rol speelt