Bedrade schakelkasten voor installaties uitgerust met een alternatieve warmteproductie

n

Bedrade schakelkasten voor installaties uitgerust met een alternatieve warmteproductie Als u opteert voor een verwarmingsinstallatie met warmteproductie via zonnepanelen of houtketels, pellets, graan, enz.,

3

heeft

voor u de regeling

op maat.

Daar de prijs van de fossiele brandstoffen constant stijgt, ontwerpt men steeds meer verwarmingsinstallaties met zonne-energie en/of ketels werkend met hernieuwbare energie. Eén van de belangrijkste problemen van dit soort installatie is het ontwerp van een regeling en een automatisering, die het gebruik van hernieuwbare energie bevorderen, terwijl de doordachte werking van een bijverwarming zo nodig wordt verzekerd. Sinds de hernieuwbare energieën winstgevend zijn geworden heeft Tempolec, in nauwe samenwerking met de ontwerpers van diverse systemen, de meest geschikte regeling ontwikkeld.

De volgende pagina’s geven u een ruim overzicht van voorbedrade schakelkasten, beantwoordend aan specifieke toepassingen die hun doeltreffendheid reeds hebben bewezen op het terrein. Naast de basisvarianten, kunnen wij onze sturingen altijd aanpassen aan de aanbevolen hydraulische opstellingen.

U zult begrijpen dat het niet onze taak is het één of ander systeem te bevoordelen, noch merken te vermelden van zonnepanelen, multibrandstofketels of andere. Wel geven wij u graag raad bij het kiezen van de meest geschikte oplossing.

168

.be

n

n

Schakelkast voor installaties met n een zonnesysteem voor de sanitair warmwaterproductie en de vloerverwarming n een bijverwarming via gas- of stookolieketel of via warmtepomp Hydraulisch standaardschema Sanitair warm water

Boiler-voorraadvat met water voor de verwarming

3

KW (koud water) Thermostatische mengkraan 38 °C VM2

SB2 SPA

CC

V2 TS

M

V1

Verwarmingswater

SB1

KW (koud leidingwater)

CS

n

Ketel CB

Toepassing Eengezinsinstallatie met

n n

een vloerverwarming met (voor)verwarming via zonnepanelen een sanitair warmwaterproductie via geaccumuleerde zonne-energie.

REFERENTIE

GT ELIOS 2100-1

SAMENSTELLING VAN SCHAKELKAST

– 1 hoofdbeveiliging 10 A – 1 beveiliging 2 A voor de regeling – 3 beveiligingen 2 A voor de circulatiepompen – 1 beveiliging 6 A voor de ketel – 1 regelaar ELIOS DIN voor de lading van het voorraadvat – 1 weersafhankelijke regelaar SAM 2100-RP30 voor de vloerverwarming – 1 relais AZ165 voor de ketelsturing – 1 tijdrelais IK 7817N.81/200 voor de vertraging van de pomp voor bijverwarming – 29 aansluitklemmen

n

AFMETINGEN SCHAKELKAST

72 modules (355 x 750 x 142 mm)

Werkingsprincipe

Zonnelading n De zonneregelaar stuurt de circulatiepomp (CS) voor de lading van het voorraadvat tot wanneer de lage temperatuur van het voorraadvat 10 °C kouder is dan de temperatuur van de zonnepanelen. Bijverwarming sanitair warm water n De ketel en de boilerpomp CB schakelen in als de hoge temperatuur-voeler SB2 in het voorraadvat een temperatuur meet die lager is dan de instelwaarde van het sanitair warm water (bv. 55 °C). Verwarming n Een weersafhankelijke regelaar SAM 2100 stuurt een vloerverwarmingskring met mengkraan. Een voeler V1 in het boiler-voorraadvat controleert of de temperatuur van de boiler ter hoogte van de verwarmingsstekker altijd 10 °C hoger is dan de aanvoertemperatuur, gevraagd door de voeler V2. Indien de voeler V2 niet de gewenste temperatuur meet, worden de ketel en de circulatiepomp CB ingeschakeld. Nadraaitijd van de circulatiepomp CB n Na het uitschakelen van de ketel, draait de circulatiepomp CB nog 10 minuten na om oververhitting te vermijden aan de ketel. Opmerking : bij aanwezigheid van een warmtepomp in de plaats van een ketel, moeten de elektrische beveiligingen gedimensioneerd zijn in functie van het elektrisch verbruik van de warmtepomp, ofwel moeten de beveiligingen buiten het schakelkast worden voorzien.

.be

169

n

n

Schakelkast voor installaties met n een zonnesysteem voor sanitair warm water en zwembad n twee verwarmingskringen Hydraulisch standaardschema SPA

Sanitair warm water Thermostatische mengkraan 38 °C

3

KW (koud water) WW (warm water) SB2

Boiler met sanitair warm water

CS VS M

KW

SB1

(koud leidingwater) T

PF

SPI

Zwembad

TS

Radiatoren

V2 CC

V1

Vloerverwarming

M

Ketel

CB

CP

CR

VM

CBP

n

Toepassing Eengezinsinstallatie met o.a.

een zone vloerverwarming een zone radiatorverwarming n een sanitair warmwaterproductie via zonneboiler n een zwembad n n

REFERENTIE

GT ELIOS 2100-2

170


– 1 hoofdbeveiliging 20 A – 1 beveiliging 2 A voor de regeling – 6 beveiligingen 2 A voor de circulatiepompen – 1 beveiliging 6 A voor de ketel – 1 regelaar ELIOS Varioplus (SCH19) voor de zonnelading van de boiler en het zwembad – 1 weersafhankelijke regelaar SAM 2100-RP40 voor de vloerverwarming en de radiatorverwarming – 1 multizone-module MZ 004 voor het sturen van de circulatiepompen CB, CP, CBP en de ketel – 1 relais AZ169 voor het sturen van de filterpomp – 44 aansluitklemmen (te voorzien : een thermostaat voor de warmtewisselaar van de zwembad-bijverwarming)

.be


72 modules (355 x 750 x 142 mm)

n

Werkingsprincipe

Zonnelading Zodra de richttemperatuur bovenaan in het buffervat bereikt is (bv. 60 °C), stuurt de zonnen regelaar de circulatiepomp (CS) en de mengkraan (VS) met voorrang voor de lading van het buffervat en vervolgens van het zwembad. Bijverwarming sanitair warm water De ketel, de primaire omlooppomp CBP en de boilerlaadpomp CB worden ingeschakeld wanneer n de hoge temperatuur-voeler SB2 in het boiler-buffervat een temperatuur meet die lager is dan de instelwaarde van het sanitair warm water (bv. 55 °C). Bijverwarming zwembad De ketel, de primaire pomp CBP en de zwembadpomp worden ingeschakeld wanneer de zwembadn thermostaat een temperatuur meet die lager is dan de instelwaarde van het zwembad (bv. 25 °C).

3

Verwarming Een weersafhankelijke regelaar SAM 2100 stuurt een mengkring en twee cv-pompen. De voeler n V1 in de evenwichtsfles controleert of de temperatuur van de ketel 10 °C hoger is dan de aanvoertemperatuur gevraagd door de voeler V2. Filtratie De filterpomp PF wordt ingeschakeld wanneer een lading van het zonnesysteem of de bijvern warming actief is. Er moet een potentiaalvrij contact aangesloten worden op het schakelbord van het zwembad. Indien de filterpomp moet werken als de zwembadverwarming uitgeschakeld is, moet er een n automatische of manuele sturing voorzien worden in het schakelbord van het zwembad. Tevens moet er een buitenwerkingstelling voorzien worden in het schakelbord van het zwembad indien de filterpomp moet uitgeschakeld worden in de winter (bv. droog zwembad).

.be

171

n

n

Schakelkast voor installaties met n een zonnesysteem voor sanitair warm water, zwembad- en vloerverwarming n een verwarmingskring met radiatoren Hydraulisch standaardschema Sanitair warm water

Boiler-voorraadvat met water voor de verwarming

3

KW (koud water) Thermostatische mengkraan 38 °C VM2

SB2 SPA

CC

V2 TS

M

V1

Verwarmingswater

SB1


VS M

CS

CP

T

CB

CR

Ketel

CBP PF

Zwembad

SPI

n


een zone vloerverwarming via zonnepanelen een zone radiatorverwarming met een ruimtethermostaat n een sanitair warmwaterproductie via zonneboiler n een zwembad. n n

REFERENTIE

GT ELIOS 2100-3

172


– 1 hoofdbeveiliging 20 A – 1 beveiliging 2 A voor de regeling – 6 beveiligingen 2 A voor de circulatiepompen – 1 beveiliging 6 A voor de ketel – 1 regelaar ELIOS Varioplus (SCH 19) voor de lading van de accumulatieboiler en het zwembad – 1 weersafhankelijke regelaar SAM 2100-RP30 voor de vloerverwarming – 1 multizonemodule MZ 004 voor het sturen van de circulatiepompen CP, CB, CR, CBP en de ketel – 1 relais AZ169 voor het sturen van de filterpomp – 46 aansluitklemmen (te voorzien : een externe thermostaat voor de niet weersafhankelijke radiatorkring en een thermostaat voor de warmtewisselaar van de zwembad-bijverwarming)

.be


72 modules (355 x 750 x 142 mm)

n

Werkingsprincipe

Zonnelading Wanneer de richttemperatuur bereikt wordt bovenaan in het voorraadvat (bv. 60 °C), stuurt de n zonneregelaar de circulatiepomp (CS) en de mengkraan (VS), teneinde voorrang te geven aan de lading van de zonneboiler gevolgd door de lading van het zwembad. Bijverwarming sanitair warm water De ketel, de primaire omlooppomp CBP en de boilerlaadpomp CB worden ingeschakeld indien de n hoge temperatuur-voeler SB2 in het voorraadvat een temperatuur meet die lager is dan de instelwaarde van het sanitair warm water (bv. 55 °C). Bijverwarming zwembad De ketel, de primaire pomp CBP en de zwembadpomp CP worden ingeschakeld indien de n zwembadthermostaat een temperatuur meet die lager is dan de instelwaarde van het zwembad (bv. 25 °C).

3

Verwarming De cv-kring, gevoed via de circulatiepomp CR, wordt door een ruimtethermostaat gestuurd. n De ketel, de circulatiepomp CBP en de circulatiepomp CR treden in werking bij warmtevraag van de radiatorkring. Een weersafhankelijke regelaar SAM 2100 stuurt een vloerverwarmingskring voorzien van een n mengkraan. Een voeler V1 in het boiler-voorraadvat controleert of de temperatuur van de boiler ter hoogte van de verwarmingsstekker altijd 10 °C hoger is dan de aanvoertemperatuur gevraagd door de voeler V2. Filtratie De filterpomp PF werkt wanneer een lading van het zonnesysteem of de bijverwarming actief is. n Op het schakelpaneel van het zwembad moet een potentiaalvrij contact aangesloten worden. Als de filterpomp moet werkzaam zijn buiten de zwembadverwarming, dient een automatische n of manuele sturing voorzien te worden in het schakelpaneel van het zwembad. Als de filterpomp moet uitgeschakeld worden in de winter (bv. droog zwembad), dient een buitenbedrijfstelling te worden voorzien in het schakelpaneel van het zwembad.

.be

173

n

n

Schakelkast voor installaties met n een zonnesysteem voor sanitair warm water, vloerverwarming en radiatorverwarming n een bijverwarming via gas- of stookolieketel, of warmtepomp n een houtketel of een inbouwhaard Hydraulisch standaardschema Sanitair warm water

3

Thermostatische mengkraan 38 °C

C3

V2

C4

V4 TS

M

Boiler-voorraadvat met water voor de verwarming KW (koud water)

SB2 SPA

VM2 M

V1 V3 Verwarmingswater

SB1

S1 KW (koud leidingwater)

CS C1

Houtketel of inbouwhaard met warmtewisselaar Ketel

C2

n


een vloerverwarming en radiatoren met (voor-)verwarming via zonnesysteem een sanitair warmwaterproductie via zonne-accumulator n een houtketel of inbouwhaard en een extra ketel. n n

REFERENTIE

GT ELIOS 2100-4

174


– een houtketel of inbouwhaard en een additionele ketel – 1 beveiliging 2 A voor de regeling – 5 beveiligingen 2 A voor de circulatiepompen – 1 beveiliging 6 A voor de additionele ketel – 1 regelaar ELIOS DIN voor de zonnelading van het voorraadvat en voor de sanitair warmwaterproductie – 2 weersafhankelijke regelaars SAM 2100-RP30 voor de vloerverwarming en de radiatorverwarming – 1 relais AZ165 voor de ketelsturing – 1 tijdrelais IK 7817N.81/200 voor de vertraging van de additionele circulatiepomp – 1 thermostaat TS 23-233 voor de temperatuurmeting van de houtketel of inbouwhaard – 42 aansluitklemmen

.be

AFMETINGEN VAN KAST

72 modules (355 x 750 x 142 mm)

n

Werkingsprincipe

Zonnelading De zonneregelaar stuurt de zonnepomp (CS) om de zonne-boiler op te laden wanneer de lage n temperatuur van het voorraadvat 10 °C kouder is dan de temperatuur van de zonnepanelen. Bijverwarming sanitair warm water De ketel en de circulatiepomp C2 schakelen in als de bovenste temperatuurvoeler SB2 in het n voorraadvat een temperatuur meet die lager is dan de instelwaarde van het sanitair warm water (bv. 55 °C). Verwarming De circulatiepomp C1 wordt ingeschakeld wanneer de temperatuur van de houtketel of van de n inbouwhaard 60 °C bereikt. Twee weersafhankelijke regelaars SAM 2100 sturen twee verwarmingskringen, die elk zijn n uitgerust met een mengkraan. Twee voelers in het voorraadvat zorgen ervoor dat de temperatuur van de boiler ter hoogte van de verwarmingsstekker altijd 10 °C hoger is dan de aanvoertemperatuur gevraagd door de voelers V2 of V4. Als de voelers V2 of V4 niet de gewenste temperatuur meten, worden de ketel en de circulatiepomp C2 ingeschakeld mits de houtketel of de inbouwhaard koud zijn.

3

Vertraging van de circulatiepomp C2 Na het uitschakelen van de ketel, blijft de circulatiepomp C2 nog gedurende 10 minuten werken n om oververhitting van de ketel te voorkomen. Opmerking : bij aanwezigheid van een warmtepomp in de plaats van een ketel, moeten de elektrische beveiligingen gekozen worden op basis van het elektrisch verbruik van de warmtepomp of moeten er vermogenbeveiligingen worden voorzien buiten het bedieningspaneel.

.be

175

n

n

Schakelkast voor installaties met n een zonneverwarming voor sanitair warm water, vloerverwarming en radiatorverwarming n een inbouwhaard of houtketel met warmtewisselaar n een extra verwarming d.m.v. warmtepomp n een aparte warmwaterboiler Hydraulisch standaardschema Radiatorverwarming

Boiler

3

S5

Vloerverwarming

V2 BO C4

Voorraadvat

S3

CS

Warmtepomp

C2

VM

C3

M

C1

V1

S1 VS M

S4 S2

Thermisch laadventiel 55 °C n n n n n

Toepassing Eengezinsinstallatie «lage energie-woning» Vloerverwarming met mengkraan en radiatorverwarming voor de badkamer Sanitair warmwaterproductie via aparte boiler Drie verwarmingssystemen : zonnepanelen, houtcassette en warmtepomp. REFERENTIE

GT ELIOS 2100-5

176

Houtketel of inbouwhaard met warmtewisselaar


– 1 hoofdbeveiliging 10 A (exclusief beveiliging voor warmtepomp) – 1 beveiliging 2 A voor de regeling – 6 beveiligingen 2 A voor de circulatiepompen – 1 regelaar ELIOS DIN voor de zonnelading en voor de temperatuurbewaking bovenaan in het voorraadvat – 1 weersafhankelijke regelaar SAM 2100-RP60 voor de twee verwarmingskringen en de sanitair warmwaterproductie – 2 thermostaten TS 23-233 voor het meten van de temperaturen van de houtketel of houtcassette en de zonnepanelen – 1 hulprelais – 40 aansluitklemmen

.be

AFMETINGEN VAN KAST

72 modules (355 x 750 x 142 mm)

n

Werkingsprincipe

Zonnelading De zonneregelaar stuurt de lading van het voorraadvat via de 3-wegkraan VS, zodra de voeler S1 n 10 °C warmer is dan de voeler S2. De zonnepomp wordt stopgezet wanneer de temperatuur, gemeten door de voeler S5, lager is dan n 20 °C. Lading houtcassette / houtketel Als de voeler S4 een temperatuur boven de 50 °C meet, wordt de ingebouwde pomp van de n laadkraan ingeschakeld. Wanneer de watertemperatuur in de laadkraan 55 °C bereikt, vindt de lading van het voorraadvat plaats. Sanitair warm water / verwarming De weersafhankelijke regelaar SAM 2100 stuurt de circulatiepompen C2, C3 en C4 evenals de n mengkraan VM.

3

Als de temperatuur gemeten door de voeler V1 ontoereikend is, worden de warmtepomp en de circulatiepomp ingeschakeld tot de temperatuur gemeten door S3 de 60 °C bereikt.

.be

177

n

n

Schakelkast voor installaties met n een multibrandstofketel (hout, graan, pellets, enz.) of een inbouwhaard met buffervat van minimum 50 l n een voorraadvat van minimum 500 l n een stookolie- of gasketel voor bijverwarming n twee verwarmingszones waarvan één met mengkraan n een sanitair warmwaterproductie Hydraulisch standaardschema

3

Zone radiatorverwarming

Boiler

Zone vloerverwarming

BO

TS

Houtketel of inbouwhaard met warmtewisselaar V2 V1

T1

C5

T2 CECS Buffervat ³ 500 l

C4

M

C3

C2 Gas- of stookolieketel C1

n

Toepassing Eengezinsinstallatie uitgerust met een warmtegenerator met manuele ontsteking (houtketel, inbouwcassette, enz.) en bijvoorbeeld, n een ketel voor bijverwarming n een zone vloerverwarming n een zone radiatorverwarming n een sanitair warmwaterproductie REFERENTIE


GT BIO 1-2100 – 1 hoofdbeveiliging 16 A – 1 beveiliging 2 A voor de regeling – 6 beveiligingen 2 A voor de circulatiepompen – 1 beveiliging 6 A voor de ketel – 1 weersafhankelijke regelaar SAM 2100-RP60 voor sturing van de mengkraan, de twee cv-pompen, de boilerlaadpomp en de naverwarming van de evenwichtsfles – 1 thermostaat TS 23-133 voor de oplading van het buffervat – 1 thermostaat TS 23-133 voor inschakeling van de aanvullende ketel indien het buffervat de 60 °C niet bereikt – 1 hulprelais AZ165 – 1 tijdrelais IK 7817N.81/200 om de circulatiepomp C1 10 minuten na het uitschakelen van de aanvullende ketel stil te leggen – 35 aansluitklemmen

178

.be


54 modules (355 x 600 x 142 mm)

n

Werkingsprincipe

Lading buffervat Zodra de thermostaat T1 een temperatuur van bv. meer dan 50 °C meet, wordt de circulatiepomp n C2 ingeschakeld en het buffervat opgewarmd. Temperatuurregeling De weersafhankelijke regelaar SAM 2100 stuurt de mengkraan en de twee cv-pompen, evenals de n sanitair warmwaterproductie. Buiten de sanitair warmwaterproductie, zorgt de regelaar SAM 2100 ervoor dat de temperatuur in n de evenwichtsfles voldoende warm is voor de twee cv-kringen (twee aparte stooklijnen met verschillend programma). Tijdens een sanitair warmwaterproductie moet de temperatuur van de evenwichtsfles maximaal n zijn. Sturing van de circulatiepomp C3, de aanvullende ketel en de circulatiepomp C1 Tijdens de sanitair warmwaterproductie of bij warmtevraag van de SAM 2100, zal de circulatien pomp C3 het warm water van het buffervat afvoeren naar de evenwichtsfles, voor zover de temperatuur van het buffervat minimum 60 °C bedraagt (instelbaar). In tegengesteld geval wordt de circulatiepomp C3 stilgelegd en zullen de aanvullende ketel en de n circulatiepomp C1 de evenwichtsfles opwarmen. Na de werking van de aanvullende ketel, wordt de circulatiepomp C1 stilgelegd met 10 minuten nadraaitijd.

3

Weergave van de temperaturen Op de twee digitale thermostaten TS 23-133 wordt de temperatuur weergegeven van de n multibrandstofketel en van het buffervat. Op de SAM 2100 worden de buitentemperatuur, de sanitair warmwatertemperatuur, de aanvoern temperatuur (vloer) en de evenwichtsflestemperatuur weergegeven. Optie Een ruimtevoeler en/of één of twee ruimtethermostaten kunnen aan de weersafhankelijke n regeling toegevoegd worden voor de twee cv-kringen.

.be

179

n

n

Schakelkast voor installaties met n een multibrandstofketel (hout, graan, pellets, enz.) met elektrische ontsteking (of eventuele warmtepomp) n een buffervat van minimum 500 l met of zonder ingebouwde boiler n twee verwarmingszones met mengkranen n een sanitair warmwaterproductie via aparte boiler indien deze niet in het buffervat is voorzien Hydraulisch standaardschema Zone radiatorverwarming

3

Zone vloerverwarming TS

Sanitair warm water Thermostatische mengkraan 38 °C

V1

V2

C2

C3

EVF M

M

S1

T KW (koud leidingwater)

CSWW

Multibrandstofketel met elektrische ontsteking C1 n

Toepassing Eengezinsinstallatie uitgerust met een multibrandstofketel met elektrische ontsteking of warmtepomp en b.v., n een buffervat met of zonder boiler voor het sanitair warm water n twee verwarmingszones met mengkranen (vloer en/of radiatoren) n een sanitair warmwaterproductie indien deze niet in het buffervat is voorzien REFERENTIE



74 modules GT BIO 2-2100 – 1 hoofdbeveiliging 16 A – 1 beveiliging 2 A voor de regeling (355 x 750 x 142 mm) – 4 beveiligingen 2 A voor de circulatiepompen – 1 beveiliging 10 A voor de ketel – 2 weersafhankelijke regelaars SAM 2100 (hydraulische opstelling RP20) voor sturing van twee mengkranen en de cv-pompen – 1 thermostaat TS 23-133 voor het inschakelen van de ketel of de warmtepomp indien de temperatuur van het buffervat onvoldoende warm is – 1 hulprelais AZ169 – 1 tijdrelais IK 7817N.81/200 om 30 minuten na het uitschakelen van de ketel de circulatiepomp C1 stil te leggen – 34 aansluitklemmen (in geval van aparte boiler, moet deze van een thermostaat voorzien worden)

180

.be

n

Werkingsprincipe

Lading van buffervat Om te frequent in- en uitschakelen van de warmtegenerator te voorkomen, wordt de temperan tuur in het buffervat meestal tussen minimum 50 °C en maximum 75 °C gehandhaafd (tussen 40 en 50 °C bij aanwezigheid van een warmtepomp). De circulatiepomp C1 wordt samen met de ketel ingeschakeld en 30 minuten na het uitschakelen n van de ketel stilgelegd. Temperatuurregeling De 2 mengkranen worden door 2 weersafhankelijke regelaars SAM 2100 gestuurd, naargelang de n buitentemperatuur en twee verschillende stooklijnen. Na het sluiten van de betreffende mengkraan worden de circulatiepompen C2 en C3 uitgeschan keld. Sanitair warmwaterproductie via afzonderlijke boiler Een thermostaat (T) schakelt zo nodig de circulatiepomp CSWW in. n

3

Instellingen Stooklijn om de temperatuur van cv-kring 1 te bepalen in functie van de buitentemperatuur Stooklijn om de temperatuur van cv-kring 2 te bepalen in functie van de buitentemperatuur. n n

Opmerking De aparte boilerkring kan eventueel vervangen worden door een radiatorkring voor de badkamer n (niet weersafhankelijk).

.be

181

n

n

Schakelkast voor installaties met

een houtketel of inbouwhaard n een buffervat van minimum 500 l n een gas- of stookolieketel voor de bijverwarming n een verwarmingszone met mengkraan n een sanitair warmwaterproductie n

Hydraulisch standaardschema Boiler


BO

3


V2

S1

CC

S2 V1

C2

CB

M

Buffervat

C1

Stookolieketel

Zonnewarmtewisselaar (facultatief)

n

C3

Toepassing Eengezinsinstallatie uitgerust met een houtketel of inbouwhaard en bijvoorbeeld,

een ketel voor bijverwarming een radiator- of vloerverwarmingszone n een sanitair warmwaterproductie. n n

REFERENTIE


GT BIO 3-2100 – 1 hoofdbeveiliging 16 A – 6 beveiligingen 2 A voor de regeling en de circulatiepompen – 1 beveiliging 6 A voor de stookolieketel – 1 weersafhankelijke regelaar SAM 2100-RP70 voor het sturen van de mengkraan, de verwarmingspomp en de boilerlaadpomp – 2 digitale thermostaten TS 23-233 voor de temperatuurmeting van het buffervat en de houtketel – 2 hulprelais voor het sturen van de brander en de circulatiepompen C2 en C3 – 1 tijdrelais IK 7817N.81/200 voor de vertraging van de circulatiepomp C3 – 31 aansluitklemmen

n n n n

n n

n

182

.be


54 modules (355 x 600 x 142 mm)

Werkingsprincipe Als de houtketel koud is (£ 50 °C), wordt C1 uitgeschakeld. Als de regeling SAM 2100 de mengkraan dicht stuurt en er geen boilervraag is, worden de circulatiepompen C3 en CB stilgelegd. De circulatiepompen C2 en CC worden vertraagd stilgelegd. De SAM 2100 meet permanent de temperatuur in de evenwichtsfles. Als deze onvoldoende is en de temperatuur van het buffervat lager is dan 60 °C, wordt de circulatiepomp C2 stilgelegd en worden de stookolieketel en de circulatiepomp C3 ingeschakeld. Als de SAM 2100 de gewenste temperatuur bereikt, wordt de stookolieketel uitgeschakeld, de circulatiepomp C3 10 minuten vertraagd en de circulatiepomp C2 wordt opgestart om de restwarmte op te slagen in het buffervat. Bij warmtevraag van de boilervoeler (BO) wordt CB ingeschakeld om de boiler op te laden, voor zover vrijgegeven door het klokprogramma. Indien de via de voeler S2 gemeten boilertemperatuur de 60 °C overschrijdt, treedt circulatiepomp C2 in werking en wordt de boiler opgewarmd door het buffervat. Indien de temperatuur van het buffervat echter lager is dan 55 °C, worden de stookolieketel en de circulatiepomp C3 ingeschakeld om de boiler op te warmen; de circulatiepomp C2 wordt dan stilgelegd. Indien de verwarming en de boiler gelijktijdig warmte vragen terwijl de temperatuur van het buffervat lager is dan 60 °C, zorgt de stookolieketel voor de opwarming; de circulatiepomp C2 wordt stilgelegd.

n

n


een houtketel of inbouwhaard n een buffervat van minimum 500 l n een gas- of stookolieketel voor de bijverwarming n een verwarmingszone met mengkraan n een sanitair warmwaterproductie n



BO

3

V2 CC V CB

M

Gas- of stookolieketel C2 Buffervat van minimum 500 l

V1 S2

S1


Houtketel of inbouwhaard met warmtewisselaar n

C1


een ketel voor bijverwarming een radiator- of vloerverwarmingszone n een sanitair warmwaterproductie. n n

REFERENTIE


GT BIO 4-2100 – 1 hoofdbeveiliging 16 A – 5 beveiligingen 2 A voor de regeling en de circulatiepompen – 1 beveiliging 6 A voor de aanvullende ketel – 1 weersafhankelijke regelaar SAM 2100-RP70 voor het sturen van de mengkraan, de cv-pomp en de boilerlaadpomp – 2 digitale thermostaten TS 23-233 voor de temperatuurmeting van het buffervat en de houtketel – 2 hulprelais voor het sturen van de aanvullende ketel en de circulatiepomp C2 – 1 tijdrelais IK 7817N.81/200 voor de nadraaitijd van de circulatiepomp C2 – 29 aansluitklemmen

n n n n

n

.be


54 modules (355 x 600 x 142 mm)

Werkingsprincipe Als de houtketel koud is (£ 50 °C), wordt C1 stilgelegd. Als de regelaar SAM 2100 de mengkraan dicht stuurt en er geen boilervraag is, wordt de circulatiepomp CB stilgelegd. Na een vertragingstijd wordt CC eveneens stilgelegd. De regelaar SAM 2100 meet permanent de temperatuur van het buffervat. Als de temperatuur in het buffervat te laag is (onder de 55 °C bv.) en de SAM 2100 warmte vraagt voor de verwarmingsbehoeften en de sanitair warmwaterproductie, worden de aanvullende ketel en bijbehorende circulatiepomp C2 ingeschakeld om het bovenste gedeelte van het buffervat te verwarmen. Als de SAM 2100 de gewenste temperatuur bereikt heeft of indien de temperatuur van het buffervat de 60 °C overschrijdt, wordt de bijverwarming stilgelegd en de circulatiepomp C2 draait nog 10 minuten na.

183

n

3

n

Schakelkast voor installaties met n een multibrandstofketel (graan, pellets, enz.) n een gas- of stookolieketel voor bijverwarming n een buffervat met warmtewisselaar voor sanitair warm water en eventuele warmtewisselaar op zonne-energie n een verwarmingszone met mengkraan n een sanitair warmwaterproductie Hydraulisch standaardschema Zwembad

Sanitair warm water Stookolieketel (


CBS)

T

C2 38 °C

KW (koud water) Thermostatische mengkraan 38 °C

Buffervat

V2 CC

S1 M

BO

C3

V1


C1

Zonneverwarming (facultatief)

n


Toepassing Eengezinsinstallatie uitgerust met een multibrandstofketel en bijvoorbeeld,

een aanvullende ketel een radiator- of vloerverwarmingszone n een zwembadverwarming n een buffervat met warmtewisselaar voor sanitair warm water. n n

REFERENTIE


GT BIO 5-2100 – 1 hoofdbeveiliging 20 A – 5 beveiligingen 2 A voor de regeling en de circulatiepompen – 2 beveiligingen 6 A voor de ketels – 1 weersafhankelijke regelaar SAM 2100-RP61 voor het sturen van de mengkraan, de circulatiepomp CC, de circulatiepomp C2 en de stookolieketel – 1 digitale thermostaat TS 23-233 voor de temperatuurmeting van de multibrandstofketel – 1 klok TR 610 top2 voor vrijgave van de sanitair warmwaterproductie en de zwembadverwarming – 1 manuele schakelaar om de zwembadverwarming uit te schakelen in de winter – 31 aansluitklemmen

n n n

n

184

.be


54 modules (355 x 600 x 142 mm)

Werkingsprincipe Als de pelletketel koud is (£ 55 °C), wordt de circulatiepomp C1 stilgelegd. Als de regelaar SAM 2100 in het buffervat een temperatuur meet (voeler V1) die niet hoger is dan 10 °C in verhouding tot de temperatuur vereist aan de mengkraan, worden de stookolieketel en de circulatiepomp C2 ingeschakeld. Dit is ook het geval bij sanitair warmwatervraag of indien de zwembadthermostaat T ingeschakeld is en de temperatuur aan de voeler S1 lager is dan 60 °C. Bij aanwezigheid van zwembadverwarming, wordt de circulatiepomp C3 eveneens ingeschakeld. Als de temperatuur van de pelletketel ³ is aan 60 °C, treedt de circulatiepomp C1 in werking en de stookolieketel kan niet inschakelen.

n

n


een houtketel of inbouwhaard n een buffervat van minimum 500 l n een gas- of stookolieketel voor bijverwarming n een verwarmingszone met mengkraan n een sanitair warmwaterproductie n



BO

3

V2 Zonnewarmtewisselaar (facultatief)

CC

CB

VM2 M

S1

V1 VM1 M

Ketel

Buffervat ³ 500 l Houtketel of inbouwhaard C1 met warmtewisselaar


n


een aanvullende ketel een radiator- of vloerverwarmingszone n een sanitair warmwaterproductie. n n

REFERENTIE


GT BIO 6-2100 – 1 hoofdbeveiliging 16 A – 3 beveiligingen 2 A voor de regeling en de circulatiepompen CC en CB – 1 beveiliging 6 A voor de houtketel en de circulatiepomp C1 (sturing ingebouwd in de houtketel) – 1 beveiliging 6 A voor de gas- of stookolieketel – 1 weersafhankelijke regelaar SAM 2100-RP70 voor sturing van de mengkraan, de circulatiepomp CC, de circulatiepomp CB en de ketel indien de temperatuur van het buffervat te laag is – 1 digitale thermostaat TS 23-233 voor de temperatuurmeting van het buffervat – 30 aansluitklemmen

n n n

n

n

.be


54 modules (355 x 600 x 142 mm)

Werkingsprincipe Als de houtketel koud is (£ 50 °C), wordt de circulatiepomp C1 stilgelegd. Als de regelaar SAM 2100 geen warmte vraagt voor de verwarming of het sanitair warm water, worden de circulatiepomp CB en de aanvullende ketel stilgelegd. De circulatiepomp CC is in werking zolang de mengkraan niet sinds 15 minuten gesloten is. Als de houtketel warm is, gaat de circulatiepomp C1 het buffervat opladen. Wanneer deze laatste de 60 °C overschrijdt, wordt de mengkraan VM1 naar de buffer gericht. Een eindcontact gaat open en voorkomt zodoende elke werking van de aanvullende ketel. De sanitair warmwaterproductie en de verwarming worden gevoed via het buffervat. Indien de temperatuur van het buffervat onder de 55 °C daalt, wordt de mengkraan VM1 weer naar de aanvullende ketel gericht en het eindcontact laat opnieuw de werking van deze laatste toe in geval van warmtevraag van de SAM 2100.

185

n

n


een houtketel of inbouwhaard n een buffervat met boiler van het type «tank-in-tank» n een gas- of stookolieketel voor bijverwarming n een verwarmingszone met mengkraan n

Hydraulisch standaardschema Zone radiator- of vloerverwarming

Sanitair warm water

3

(

V2

CBS) 38 °C

KW (koud water) Thermostatische mengkraan 38 °C

Gas- of stookolieketel

CC V M

BO

C2

V1 Boiler S1 KW (koud leidingwater)

Zonnewarmtewisselaar (facultatief) Houtketel of inbouwhaard met warmtewisselaar n

C1

Toepassing Eengezinsinstallatie uitgerust met een houtketel of inbouwhaard en bijvoorbeeld, n een ketel voor bijverwarming n een zone radiator- of vloerverwarming n een sanitair warmwaterproductie via «tank-in-tank» systeem. REFERENTIE


GT BIO 7 2100 – 1 hoofdbeveiliging 16 A – 4 beveiligingen 2 A voor de regeling en de circulatiepompen – 1 beveiliging 6 A voor de aanvullende ketel – 1 weersafhankelijke regelaar SAM 2100-RP61 voor het sturen van de mengkraan, de verwarmingspomp en de aanvullende ketel – 1 digitale thermostaat TS 23-233 voor de temperatuurmeting van de houtketel – 25 aansluitklemmen

n n n

n n

186

.be


54 modules (355 x 600 x 142 mm)

Werkingsprincipe De circulatiepomp C1 wordt gestuurd door de digitale thermostaat TS 23-233 wanneer de temperatuur van de houtketel de 60 °C overschrijdt. De regelaar SAM 2100 (configuratie RP61) stuurt de mengkraan en de verwarmingspomp. Wanneer de door voeler V1 gemeten temperatuur niet meer aan de verwarmingsbehoeften voldoet, worden de aanvullende ketel en de circulatiepomp C2 ingeschakeld. Indien de regelaar SAM 2100 een te lage boilertemperatuur meet (voeler BO), worden de aanvullende ketel en de circulatiepomp C2 eveneens ingeschakeld. Na de werking van de aanvullende ketel, wordt de circulatiepomp C2 stilgelegd met 15 minuten nadraaitijd.

n

n

Schakelkast voor installaties met n een houtketel of een inbouwhaard n een buffervat van minimum 500 l n een aanvullende ketel op stookolie of gas of een warmtepomp n een verwarmingszone met mengkraan en een andere zone zonder mengkraan n geen sanitair warmwaterproductie Hydraulisch standaardschema RuimteRadiatorthermostaat 1 verwarming

Vloerverwarming

Ruimtethermostaat 2

3

V2 CC2 Gas- of stookolieketel of PAC

CC1

V M

C2 Buffervat van minimum 500 l

V1

S1


Houtketel of inbouwhaard met warmtewisselaar n

C1

Toepassing Eengezinsinstallatie voorzien van een houtketel of inbouwhaard met bv., n een aanvullende ketel of een warmtepomp n een zone met radiatorverwarming en een zone met vloerverwarming. REFERENTIE


GT BIO 8-2100 – 1 hoofdbeveiliging 10 A – 5 beveiligingen 2 A voor de regeling en de 4 circulatiepompen – 1 weersafhankelijke regelaar SAM 2100-RP40 voor sturing van de mengkraan, de vloerverwarmingspomp en de circulatiepomp voor de radiatorverwarming – 1 digitale thermostaat TS 23-233 voor de temperatuurmeting van de houtketel of inbouwhaard – 2 hulprelais voor het sturen van de extra ketel of de warmtepomp en voor de radiatorzone (potentiaalvrij contact 10 A) – 1 tijdrelais IK 7817N.81/200 met 15 minuten vertraging bij inschakeling van de warmtepomp, in geval de weersafhankelijke regeling reeds 15 minuten het openen van de mengkraan wanneer de voeler V1 is kortgesloten door de ruimtethermostaat 1 – 29 aansluitklemmen

n n n n

n

.be

AFMETINGEN VAN KAST

54 modules (355 x 600 x 142 mm)

Werkingsprincipe Indien de temperatuur van de houtketel of -haard de 50 °C overschrijdt, treedt de circulatiepomp C1 in werking en vindt een lading in het onderste gedeelte van het buffervat plaats. Twee ruimtethermostaten met potentiaalvrij contact bewaken de ruimtetemperatuur in de twee verwarmingszones. De thermostaat nr. 1 beïnvloedt de voeler V1 (kortsluiting) om deze te neutraliseren en de circulatiepomp CC1 te stoppen als er geen warmtevraag is. In dit geval zal de bijverwarming slechts starten wanneer de mengkraan sinds 15 minuten een bevel tot openen ontvangt. De thermostaat nr. 2 werkt in op de regeling voor de omschakeling van de comfort/verlaagdregimes van de vloerverwarming.

187

n

3

n

Schakelkast voor installaties met n een multibrandstofketel (graan, pellets, enz.) of een inbouwhaard n een ketel voor aanvullende verwarming op gas of stookolie n een buffervat met warmtewisselaar voor sanitair warm water en met eventuele zonnewarmtewisselaar n twee verwarmingszones met mengkraan n een sanitair warm waterproductie n een zwembadverwarming Hydraulisch standaardschema Sanitair warm water Stookolieketel

(

CBS) 38 °C

C2

KW Thermostatische mengkraan 38 °C

Buffervat

BO

S1

Verwarmingszone radiatoren

Vloerverwarming V4 TS

V2 C3

M

C4

M

V3 V1


C1

Zonneverwarming (facultatief)

n


Toepassing Eengezinsinstallatie voorzien van een multibrandstofketel of een inbouwhaard met bv., n een aanvullende ketel n een zone radiatorverwarming n een zone vloerverwarming n een buffervat met warmtewisselaar voor sanitair warm water. REFERENTIE


GT BIO 9-2100 – 1 hoofdbeveiliging 16 A – 5 beveiligingen 2 A voor de regeling en de circulatiepompen – 2 beveiligingen 6 A voor de ketels – 1 beveiliging 6 A voor de aanvullende ketel, indien de multibrandstofketel niet van een elektrische ontsteking voorzien is – 2 weersafhankelijke regelaars SAM 2100-RP61 voor sturing van de mengkranen, de circulatiepompen C3 en C4, de circulatiepomp C2 en de aanvullende ketel – 1 digitale thermostaat TS 23-233 voor de temperatuurmeting van de multibrandstofketel – 1 hulprelais voor het sturen van de aanvullende ketel – 1 tijdrelais IK 7817N/200 voor de vertraging van de circulatiepomp C2 – 42 aansluitklemmen

n n n

n

188

.be

AFMETINGEN VAN KAST

54 modules (355 x 600 x 142 mm)

Werkingsprincipe Als de multibrandstofketel koud is (£ 55 °C), wordt de circulatiepomp C1 gestopt. Indien de regelaars SAM 2100 in het buffervat een temperatuur meten (voelers V1 en V3) die geen 10 °C hoger is dan de temperatuur gevraagd door de mengkranen, worden de aanvullende ketel en de circulatiepomp C2 ingeschakeld. Dit geldt ook bij sanitair warmwatervraag, indien de temperatuur aan de voeler S1 onder de 60 °C ligt. Als de temperatuur van de multibrandstofketel ³ is aan 60 °C, is de circulatiepomp C1 in werking en de aanvullende ketel kan niet starten.

Bedrade schakelkasten voor installaties uitgerust met een alternatieve warmteproductie

Recommend Documents