Bedieningsvoorschrift DULCOMARIN II Zwembadregelaar Deel 1: Monteren en installeren
ule
M-Mod
7.12
pH
DXCa ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ Vul hier de identcode van uw regelaar in!
Lees deze voorschriften voor gebruik goed door! Bewaar deze voorschriften! Beschadigingen veroorzaakt door onjuist gebruik vallen buiten de garantiebepalingen! Artikelnummer 200.0053 ProMinent Verder BV Utrechtseweg 4a , 3451 GG Vleuten (Nederland) T +31 30 6779280, F +31 306779288,
[email protected], www.prominent.nl
ProMinent Belgium SA, NV Industriezone Sint Renelde, Landaslaan 11, 1480 Tubize-Tubeke (België) T +32 2 3914280, F +32 2 3914290,
[email protected], www.prominent.com
Bedrijfsgegevens
Bedrijfsgegevens Bedieningsvoorschrift DULCOMARIN II, Zwembadregelaar Deel 1: Monteren en installeren
ProMinent Verder B.V. Utrechtseweg 4a 3451 GG Vleuten (Netherlands) Tel.: +31 30 6779280 Fax: 6779288
[email protected] www.prominent.nl
ProMinent Belgium S.A., N.V. Industriezone Sint Renelde Landaslaan 11 1480 Tubize-Tubeke (Belgium) Tel.: +32 2 3914280 Fax: 3914290
[email protected] www.prominent.com
Technische wijzigingen voorbehouden.
Pagina 2
Inhoud Bladzijde Identcode
..................................................................................... 4
Algemene informatie ........................................................................ 6 1 Over deze regelaar ............................................................... 7 2 Veiligheid ................................................................................ 7
2.1
Het juiste gebruik ........................................................ 7
2.2
Opmerkingen over veiligheid ...................................... 8
3 Opslag en transport .............................................................. 8 4 Vereisten voor de locatie en planhulp ................................. 8
4.1
Vereisten voor de locatie.............................................. 8
4.2
Bepalen van de benodigde kabels en accessoires..... 9
5 Monteren en installeren ...................................................... 12
5.1
Procedures voor DXC behuizing (groot).................... 12
5.1.1 Montage (mechanisch).............................................. 12
5.1.1.1 Wandmontage............................................................ 13
5.1.1.2 Inbouwen bedieningspaneel ....................................... 15
5.1.2 Installatie (elektrisch).................................................... 16
5.1.2.2 Aansluiting coaxiale kabels.......................................... 18
5.1.2.3 Aansluiting klemmen.................................................... 18
5.2
Procedures voor DXM behuizing (klein) ...................... 19
5.3
CAN bus kabel, installatie . ......................................... 19
5.3.1 Externe aansluitingen.................................................. 19
5.3.2 Interne aansluitingen.................................................... 22
6 Beschrijving van de regelaar . .............................................. 24 7 Functiebeschrijving (algemeen)............................................ 25 8 Onderhoud en reparatie ....................................................... 26 9 Na gebruik . ............................................................................ 27 10 Technische gegevens ........................................................... 28 11 Onderdelen en accessoires . ................................................ 28 12 EG conformiteitsverklaring .................................................. 29
Klemmenschema (DULCOMARIN® compact) ................... 30
Aansluitingen van de modules in DULCOMARIN® compact .31
Pagina 3
Identcode
Identcode De identcode beschrijft de complete DULCOMARIN® II Compact centrale unit.
DXCa
D U L C O M A R I N ® II Z w e m b a d r e g e l a a r, D X C S e r i e
W S
Montage type: Wandmontage (IP 65) Schakelpaneelinbouw (IP 54)
0
Ontwerp: met bediening
0 5
Communicatie interfaces: geen LAN
0 1
Optioneel: geen gegevens opslag
M
Module 1: sensormodule pH, redox/ORP, temperatuur
0 A
Module 2: niet in gebruik pompmodule doseerpompen en analoge uitgangen
P N
Module 3: voedingsspanning, alarm relais, magneetventiel voedingsspanning zonder relais
S
Applicaties: zwembaden
DE EN ES FR IT
Voorinstelling talen: Duits Engels Spaans Frans Italiaans
Nederlands
NL
01
DXCa
Pagina 4
W
0
0
0
M
A
P
S
DE
01
Normering: CE
Identcode
Identcode De identcode beschrijft de complete DULCOMARIN® II Dulco®-Net centrale unit.
DXCa
D U L C O M A R I N ® II Z w e m b a d r e g e l a a r, D X C S e r i e
W S
Montage type: Wandmontage (IP 65) Schakelpaneelinbouw (IP 54)
0 2
Ontwerp: met bediening zonder bediening
0 5
Communicatie interfaces: geen embedded Web server, LAN
0 1
Optioneel: geen gegevens opslag en beeldschermschrijver
0 M A
Module 1: plaats voor uitbreidingsmodule sensormodule pH, redox/ORP, temperatuur pompmodule doseerpompen en analoge uitgangen
0 M A
Module 2: plaats voor uitbreidingsmodule sensormodule pH, redox/ORP, temperatuur pompmodule doseerpompen en analoge uitgangen
0 P N
Module 3: plaats voor uitbreidingsmodule voedingsspanning, alarm relais, magneetventiel klepsturing voedingsspanning zonder relais
S
Applicaties: zwembaden
00 DE EN ES FR IT
Voorinstelling talen: zonder bediening 4) Duits Engels Spaans Frans Italiaans
Nederlands
NL
01
Normering: CE
De identcode beschrijft de complete DULCOMARIN® II DULCO®-Net centrale unit. Voor toegewezen modules geldt het volgende:
Module 1 is bij voorkeur voor een sensormodule.
Module 2 is bij voorkeur voor een pompmodule.
Module 3 is altijd een voedingsmodule met of zonder relais.
Voor elke 6 modules dient een extra voedingsspanning geplaatst te worden.
DXCa
W
0
0
0
0
0
P
S
DE
4) alleen als er bij „Ontwerp“ is gekozen voor: 2 zonder bediening
01
Pagina 5
Algemene informatie
Algemene informatie De volgende opmerkingen zijn van groot belang voor het juiste gebruik van deze voorschriften! Belangrijke opmerkingen worden als volgt aangeduid: • opsomming kenmerken aanbevelingen Algemene opmerkingen: OPMERKING
Opmerkingen zijn bedoeld om uw werk te vereenvoudigen.
Veiligheidsaanduidingen:
OPGELET Dit duidt een mogelijk zeer gevaarlijke situatie aan. Gevaar voor schade of verwonding als er van de voorschriften wordt afgeweken.
belangrijk Dit duidt een mogelijke onveilige situatie aan. Er is kans op beschadiging als van de voorschriften wordt afgeweken
Pagina 6
Over deze regelaar / veiligheid
1
Over deze regelaar
Zwemmen en baden behoren tot de meest populaire vrijetijdsbestedingen van tegenwoordig. De zwembaden worden door zeer veel mensen tegelijk bezocht en gebruikt. Het is daarom van het grootste belang dat het zwembadwater geen gevaar voor de gezondheid is en zoveel mogelijk pathogeen vrij is.
Vandaar dat het zeer belangrijk is dat voor het bewaken en regelen van zwembadwater er gebruik gemaakt wordt van regelaars welke voldoen aan DIN 19643 zodat vrij chloor en pH continu worden gemeten en zo nodig worden bijgestuurd. Een geautomatiseerde bewaking van het gebonden chloor gehalte is nog niet verplicht in Nederland maar kan van groot belang zijn om de waterkwaliteit gedurende het bedrijf te waarborgen.
De DULCOMARIN® II is de ideale oplossing. De DULCOMARIN® II is een speciaal op de wensen van de zwembaden toegesneden regelaar welke continu en simultaan de waterparameters van 1 tot 16 baden meet en zonodig bijstuurt.
ProMinent is met de DULCOMARIN® II de eerste leverancier in de zwembadbranche welke een standaard bussysteem gebruikt om de sensoren, doseerpompen en regelaar met elkaar te laten communiceren. Hiervoor wordt het gestandaardiseerd bussysteem CANopen gebruikt. Dit bussysteem heeft zich reeds vele jaren bewezen in verschillende applicaties als liften, autotechniek, scheepvaart, medische systemen, spoorwegen en bouwmachines. Deze applicaties hebben de vraag naar een snel en betrouwbare informatie overdracht met elkaar gemeen. Verschillende voorinstellingen volgens DIN 19643 zijn beschikbaar, bijvoorbeeld exclusieve privé zwembaden, whirlpool en openbare zwembaden. Doordat de setpoints en grenswaarden reeds vooringesteld zijn, is het in bedrijf nemen van deze zwembaden snel en eenvoudig uit te voeren. Dit bespaart kosten. Alle modules zijn gebaseerd op het plug & play principe.
Een flexibel systeem dat, toegespitst op specifieke vereisten, uit een compacte unit of een compleet netwerk kan bestaan. Beiden zijn voorbereid op de toekomst door software updates of uitbreiding van het netwerk door meerdere sensor-, pomp- of voedingsmodules aan te sluiten. De DULCOMARIN® II kan op twee manieren worden geconfigureerd: Als DULCOMARIN® II compact; te gebruiken om één zwembad te regelen. Als DULCOMARIN® II DULCO®-Net; om tot 16 baden simultaan te regelen.
2
Veiligheid
2.1
Het juiste gebruik
De DULCOMARIN® II zwembadregelaar is exclusief ontworpen voor: • Het meten en regelen van de pH waarde of het redox/ORP potentiaal. • Het meten en regelen van de chloorconcentratie. • Het meten van temperatuur. • Doseren van vlokmiddel. • Weergeven van gemeten waarden. • Creëren van uitgangssignalen. • Deze regelaar is alleen ontworpen voor het gebruik bij zwembaden! Alle overige toepassingen of aanpassingen dienen aan ProMinent gemeld te worden! • De regelaar is niet geschikt voor gebruik buiten.
Pagina 7
Veiligheid / Opslag en transport /Vereisten voor de locatie en planhulp
2.2
Vereisten voor de locatie en planhulp
opgelet • Om de veiligheid te garanderen dienen alle personen die met deze regelaar in aanraking komen deze voorschriften goed door te lezen. Alleen bij in acht name van deze voorschriften kunnen risico’s worden geminimaliseerd. • De DULCOMARIN® II mag alleen worden bediend door geïnstrueerd en geautoriseerd personeel! • De beschreven producten mogen alleen met gecertificeerde producten van derden worden gebruikt!
belangrijk • Voorkom excessief doseren van gevaarlijke stoffen bij sensor storing of sensor verwijdering. Bereid uw regelaar voor deze situaties voor. • Het transparante interface deksel (geopend in afbeelding 11) moet op een vocht bestendige manier worden gesloten. Bij niet goed sluiten heeft de regelaar geen IP 65 beschermingsklasse. • De DULCOMARIN® II heeft geen aan/uit schakelaar. De regelaar werkt direct zodra deze aan de voeding is aangesloten.
3
Opslag en transport
belangrijk Bewaar en vervoer de DULCOMARIN® II in de originele verpakking. Bescherm de verpakte DULCOMARIN® II tegen vocht en blootstelling aan chemicaliën.
Omgevingscondities voor opslag en vervoer: Temperatuur: -10 °C tot 70 °C
Relatieve vochtigheid: maximaal 95 %, niet-condenserend
4
Vereisten voor de locatie en planhulp
4.1
Vereisten voor de locatie
• Plaats de DULCOMARIN® II niet in de buitenlucht! • De DULCOMARIN® II dient te worden beschermd tegen direct zonlicht en vorst! • Toegang door onbevoegde tot de DULCOMARIN® II dient te zijn beveiligd! • Er dient voedingsspanning aanwezig te zijn.
Waarschuwing Bij regeling van chloorgas dosering (bijvoorbeeld regel klep): In geval van storing dient de chloorgas dosering bedienbaar te zijn. Er dient een separate beveiligde voedingsspanning aanwezig te zijn.
belangrijk Het dient mogelijk te zijn om de voedingsspanning van de voedingsmodule onafhankelijk van andere aanwezige installaties aan en af te schakelen.
Pagina 8
Vereisten voor de locatie en planhulp 4.2
Bepalen van de benodigde kabels en accessoires
Een compleet meetsysteem kan er als volgt uitzien: 8
2
11a
21
11
20
18
19
6
7
Onderdeel
Aantal
Omschrijving
Artikelnummer
2 1
M-module DXMa M W 0 S DE 01
5 1
Doorstroomarmatuur DGMa 322T000
6 1
Chloorsensor CTE 1 CAN 10 ppm
1023427
7 1
Chloorsensor CLE 3.1 CAN 10 ppm
1023426
8 3
T-stuk M12 5P CAN
1022155
11 3
Verbindingskabel CAN M12 5P 0,5 m
1022137
11a 1
Verbindingskabel CAN M12 5P 0,3 m
1024568
18 1
pH elektrode PHES 112 SE
150702
19 1
Redox elektrode RHES-Pt-SE
150703
20 2
Coax kabel 2 m SN6
1024106
21 2
Signaalkabel 2 x 0,25 mm2
725122
Toebehoren worden met de centrale unit en externe modules meegeleverd.
Centrale unit DXCa:
11
8
Pagina 9
Vereisten voor de locatie en planhulp
Meegeleverde toebehoren
Aantal
Omschrijving
Artikelnummer
1 T-stuk M12 5P CAN
1022155
1 Afsluitweerstand M12 (male)
1022154
1 Afsluitweerstand M12 (female)
1022592
1 Verbindingskabel CAN M12 5P 0,5m
1022137
Externe module DXMa:
8
11a
DXMaA
11a
11a
8
DXMaN
DXMaR
3
Meegeleverde toebehoren
Onderdeel
Omschrijving
Artikelnummer
8 1
T-stuk M12 5P CAN
1022155
11a 1
Verbindingskabel CAN M12 5P 0,3m
1024568
Pagina 10
Aantal
Vereisten voor de locatie en planhulp
Sensor DXUa:
Meegeleverde toebehoren
Onderdeel
Aantal
Omschrijving
Artikelnummer
8 1
T-stuk M12 5P CAN
1022155
11 1
Verbindingskabel CAN M12 5P 0,5m
1022137
Bepaal de benodigde voedingsmodules (zie volgende paragraaf).
Bepaal de benodigde verbindingskabels tussen de externe modules.
ls laatste, bepaal de benodigde bevestigingsklemmen voor de verbindingskabels. A (ASV klem, 16mm, artikelnummer 359904)
Verdeel de voedingsmodules in het CAN bussysteem (DULCOMARIN® II DULCO® -Net)
• Bepaal het benodigd aantal voedingsmodules (N-module, P-module)
Vuistregel: Gebruik voor elk even bad een voedingsmodule - plus 1 voedingsmodule in de centrale unit.
Bijvoorbeeld: 5 baden In dit geval zijn de even baden 2 en 4 - overeenkomstig met 2 voedingsmodules plus 1 voedingsmodule = 3 voedingsmodules
• Verdeel de modules evenredig over de CAN bus leiding.
• De afstand tussen de modules dient niet langer te zijn dan 15 meter.
• Indien er een schrijver op een A-module wordt aangesloten, dient de voedingsmodule zo dicht mogelijk bij de A-module te worden aangesloten.
• Iedere voedingsmodule dient aangesloten te worden op een wandcontactdoos.
Pagina 11
Vereisten voor de locatie en planhulp / Monteren en installeren Uitleggen van de CAN bus hoofdleiding.
belangrijk • Raadpleeg hoofdstuk 5.3 „CAN bus kabels, installatie“. • De som van de lengte van de aftakkingen van de CAN bus hoofdleiding dient niet langer te zijn dan 10 m, inclusief de lengte van de verbindingskabels in de DXC behuizingen (lengte 0,6 m).
OPMERKING • De volgorde van de modules op de hoofdleiding is geheel vrij. De voorbeelden in dit bedieningsvoorschrift gaan uit van een ideale situatie. • De CAN bus kabels dienen te worden voorzien van koppelingen en stekkers zodat eenvoudig kan worden uitgebreid.
Regel: Monteer en installeer eerst de externe modules en toebehoren, verbind dan de externe modules en de CAN bus hoofdleiding met een zo kort mogelijke afstand.
Lijst van beschikbare CAN kabels, extern
Verbindingskabel – CAN M12 5P 0,3 m 1024568 Verbindingskabel – CAN M12 5P 0,5 m 1022137 Verbindingskabel – CAN M12 5P 1 m 1022139 Verbindingskabel – CAN M12 5P 2 m 1022140 Verbindingskabel – CAN M12 5P 5 m 1022141
Verbindingskabel – CAN per meter
5
1022160
Monteren en installeren
belangrijk • De DULCOMARIN® II is bestendig tegen normale atmosferische omstandigheden van regelkamers. • De regelaar moet beschermd worden tegen regen, vorst en direct zonlicht. De regelaar mag niet buiten worden geplaatst. • De plaats van montage moet een vorstvrije ruimte zijn met een omgevingstemperatuur tussen 0° C en 50° C. De temperatuur moet niet-condenserend zijn. • Het transparante interface deksel (geopend in afbeelding 11) moet op een vochtbestendige manier worden gesloten. Bij niet goed sluiten heeft de regelaar geen IP 65 beschermingsklasse.
5.1
Procedures voor DXC behuizing (groot)
5.1.1
Montage (mechanisch)
De DXC behuizing kan zowel aan een wand- als in een schakelpaneel gemonteerd worden.
Pagina 12
Monteren en installeren 5.1.1.1 Wandopbouw Materiaal (behorend bij regelaar) 1 x wandplaat 4 x PT schroeven 5 x 35 mm 4 x sluitring 5,3 4 x pluggen Ø 6 mm, plastic Volg onderstaande stappen om de regelaar aan de wand te bevestigen
Verwijder de wandplaat van de DXC behuizing:
Trek beide “snap-on” haken opzij. De muurplaat zakt een beetje (fig. 1).
Vanuit de DXC behuizing gezien, druk de muurplaat naar beneden en schuif naar de bovenkant van de regelaar (fig. 1, 2 en 3). Gebruik de muurplaat als mal en markeer de plaats voor de 4 gaten. Boor de gaten: Ø 6 mm, d = 50 mm. Bevestig de muurplaat met de schroeven en sluitringen (fig. 2). Plaats de DXC behuizing in de onderkant van de muurplaat (fig. 3, 1) en druk hem daarna voorzichtig in de bovenkant van de muurplaat (fig. 3, 2). Controleer of de regelaar van boven goed vastzit en druk deze dan naar beneden tot er een klik hoorbaar is (fig. 3, 3).
Fig. 1: muurplaat verwijderen en monteren
Pagina 13
Monteren en installeren
Fig. 2: muurplaat verwijderen en monteren
S6 6 x 50 mm
Pagina 14
Fig. 3: muurplaat verwijderen en monteren
Monteren en installeren 5.1.1.2 Inbouwen bedieningspaneel
belangrijk Om vervorming na montage te voorkomen dient het paneel voldoende stevigheid te hebben! (Staal dient tenminste 2 mm dik te zijn, kunststofpanelen dienen dikker te zijn.) Bij onvoldoende stijfheid wordt de beschermingsklasse IP 54 niet gewaarborgd. opmerking Na montage heeft de DXC behuizing ongeveer 45 mm inbouwdiepte gemeten van de voorkant van het paneel. Een boormal is bijgesloten.
Fig. 4: Montage paneelinbouw
Volg onderstaande stappen om de regelaar in te bouwen:
Gebruik de boormal om de positie van de DXC behuizing te bepalen en zet de boormal vast op het paneel.
Gebruik een centreerpen om de gaten voor de schroeven en omlijning inbouwgedeelte van de regelaar te markeren.
Gebruik boor Ø 5 mm om de gaten te boren.
Boor de binnenste 4 gaten met een Ø 5 mm boor en zaag het montage gat uit.
opgelet De randen kunnen scherp zijn en verwondingen veroorzaken! Breek de randen. Draai de vier behuizingschroeven los. Til het front van de regelaar en haal de stekker (flat-cable) uit de P-module. Verwijder het front van de regelaar. Breek de draadgaten van de onderste rij uit (nr. 1 - 10, zie ook hoofdstuk 4.2). Gebruik de meegeleverde PT schroeven om het achterste gedeelte van de behuizing aan het paneel te bevestigen. Sluit de flat-cable weer aan. Plaats het front in de “parkeerstand” op de regelaar.
Pagina 15
Monteren en installeren
opmerking Maak eerst alle elektrische verbindingen in de DULCOMARIN® II voordat u met de montage verder gaat.
Plaats het front op het achterste deel van de DXC behuizing en draai de schroeven aan.
belangrijk
Zorg dat de afdichtingen goed op hun plaats zitten!
Zonder juiste plaatsing van de afdichtingen kan de beschermingsklasse IP 54 niet gegarandeerd worden.
5.1.2
Installatie (elektrisch)
belangrijk • Het installeren mag alleen uitgevoerd worden door speciaal opgeleid personeel! • Lees de relevante instructies in hoofdstuk 10 “Technische gegevens” en de data sheets van de modules door voor u met installatie begint. • Haal de spanning van de regelaar gedurende de installatie. • Zowel hardwarematig als softwarematig dient de DULCOMARIN® II zo te worden ingesteld dat deze tijdens een storing een veilige toestand aanneemt. • In het geval dat componenten via het systeem gevoed worden dient te worden gecontroleerd dat het voltage overeenkomt met de benodigde voltage van de componenten. • Indien componenten via een externe 24V worden gevoed, zorg dan dat deze extra lage voeding gescheiden is van de andere voltages. • Signaalkabels mogen niet direct naast hoog-interferentie kabels worden gelegd. • Veel interferentie kan tot storingen in de DULCOMARIN® II leiden. • Bij montage in een regelpaneel dient de kabel in een kabelgeleider gelegd te worden om mechanische spanningen te voorkomen. Bepaal welke draadgaten uitgebroken dienen te worden (markeer deze). Het is aan te bevelen om de modules te demonteren voordat de gaten worden uitgebroken (draai de rode schroef los). Op deze manier wordt schade aan de modules voorkomen.
Pagina 16
Monteren en installeren
belangrijk Zorg ervoor dat de schroevendraaier niet te ver in de behuizing gestoken wordt bij het uitbreken van de draadgaten. Inwendige delen kunnen anders beschadigd worden. Steek een kleine schroevendraaier (maat 3,5-4 mm) in het slot in het midden van het draadgat en druk het materiaal uit (fig. 5). Haal de scherpe kanten van de randen.
Fig. 5: Draadgat uitbreken
Bevestig de modules. Sluit de “flat-cable” van het front aan en plaats het front in de “parkeerstand”. Plaats de kabelwartels in de gaten en draai deze met de bijbehorende moeren goed vast
(fig. 6, 1). Plaats de juiste (zie klemmenschema in de bijlage) afdichtingen (fig. 6, 2) in de wartels. Voer de kabels door de wartels. Volgende stappen worden beschreven in Hoofdstuk. 5.1.2.2 “Aansluiting coaxiale kabels” en 5.1.2.3 “Aansluiting klemmen”.
Ga verder met de volgende stappen: Draai de wartel goed aan (fig. 6.4) zodat een goede afdichting wordt verkregen. Plaats het front van de regelaar op het achterste gedeelte.
belangrijk Zorg dat de afdichtingen goed op hun plaats zitten! Zonder juiste plaatsing van de afdichtingen kan de beschermingsklasse IP 54 niet gegarandeerd worden! Draai de schroeven van de behuizing niet te stevig aan.
Pagina 17
Monteren en installeren
Fig. 6: Montage wartels
1 2 3 4
5 1 2 3 4 5
moer wartel afdichting wartelmoer blindplug
5.1.2.2 Aansluiting coaxiale kabels
De pH en/of redox/ORP elektroden worden met een coaxiale kabel aangesloten. Haal isolatie weg tot de afscherming van de kabel zichtbaar is (referentie elektrode). Zie fig. 7 (rechter zijde) en monteer deze aan de afscherm klip.
De vloeistof potentiaal vereffening wordt in normale omstandigheden niet aangesloten. In geval van lastige elektrische situaties kan een potentiale pin op klemmen nr. 5 of nr. 6 worden aangesloten. (Activeer de vloeistofpotentiaal vereffening later in het softwaremenu „configuratie“ en „parameter settings“.) In de bijlage (klemmenschema) staat een overzicht van de verschillende aansluitings mogelijkheden.
5.1.2.3 Aansluiting klemmen Strip de draadeinden zoals in fig. 7 (linker zijde) en voorzie deze van kabelschoentjes. Haal de klemmen blokken P1 tot P4 los om deze aan te sluiten. Om de bedrading goed aan te sluiten dient u de bijgeleverde schroevendraaier geheel in de vierkante opening te steken zodat de bedrading in het klemmenblok ingevoerd kan worden. Sluit de bedrading aan zoals in het aansluitschema is weergegeven. Na het bedraden dient elk klemmenblok op de juiste locatie terug geplaatst te worden. Controleer de complete bedrading aan de hand van het aansluitschema. opmerking Het aansluitschema is als bijlage bijgevoegd.
Pagina 18
De modules zijn ook voorzien van een label met aansluitschema.
Monteren en installeren Fig. 7: Bedrading, strippen
3459_4
5.2
3713_DXC
Procedures voor DXM behuizing (klein)
Het installeren van de DXM behuizing is beschreven in de “aanvullende voorschriften DULCOMARIN® II, module DXMa”.
5.3
CAN bus kabel, installatie
belangrijk De som van de lengte van de aftakkingen van de CAN bus hoofdleiding dient niet lange te zijn dan 10 m, inclusief de lengte van de verbindingskabels in de DXC behuizingen (lengte 0,6 m).
5.3.1
Externe aansluitingen
belangrijk • Sluit de verschillende componenten op de CAN bus trein in volgorde aan; begin aan één kant. Anders kunnen stekkerverbindingen niet aan te sluiten zijn (stekker-stekker of bus-bus verbindingen). • Plaats nooit een T-stuk direct op de behuizing! De verbinding op de behuizing kan dan afbreken! • Draai de CAN busverbindingen handvast tot aan de aanslag. Bij niet goed aandraaien kan de beschermingsklasse IP 65 niet gegarandeerd worden. opmerking
CAN apparatuur wordt altijd met stekkeraansluiting geleverd, nooit met koppelingen. Externe Modules, CAN-type chloormeetcellen en de DULCOMARIN® II worden door een CAN bus trein met elkaar verbonden. Dit is een CAN bus kabel met een afsluitweerstand aan beide kanten van de trein (onderdelen op de gestippelde lijn in fig. 8). De verschillende CAN componenten worden op deze CAN bus trein aangesloten.
Pagina 19
Monteren en installeren
Sluit een zo kort mogelijke (0,3 m bijvoorbeeld) verbindingskabel aan een T-stuk (zie afbeelding in fig. 8) en verbind deze verbindingskabel met elke chloormeetcel en de DULCOMARIN® II (DXC: aansluiting CAN 1). Verbind de T-stukken van de CAN modules één voor één aan de CAN kabel of verbind de
T-stukken direct aan elkaar. Plaats een afsluitweerstand aan beide uiteinden van de CAN bus trein (1x met stekker en 1x met koppeling).
Fig. 8: Doorlussen van componenten op de CAN bus trein, compact versie
0,5 m
0,3 m
9
3 4 5 6 7 8
Chloormeetcel CTE Chloormeetcel CLE T-stuk M12 afsluitweerstand koppeling M12 afsluitweerstand stekker CAN verbindingskabel (stub kabel 0,3 of 0,5 m) 9 CAN verbindingskabel
Pagina 20
Monteren en installeren Fig. 9: Doorlussen van componenten op de CAN bus trein, DULCO®-Net versie
Badmeester ruimte
11a
11a
11a
11a
Machinekamer bad 1
3
Machinekamer bad 2
Pagina 21
Monteren en installeren 5.3.2
Interne aansluitingen
opmerking
Het is niet nodig om de bedrading in de DXC aan te passen.
Alle CAN bus kabels eindigen in de P-Module (voedingsmodule) (5), zie fig. 10. of de N-Module
• De vijf draden van de flush-type connector CAN 1 (1) aan (2).
• De 16P flat kabel van het beeldscherm en bedieningspaneel (niet weergegeven) aan (3).
• D e 10P flat kabel van de A-Module (pompmodule) (6) en de M-Module (sensormodule) (7) op (4). 7
6
5
4 3
Fig. 10: CAN aansluitingen in de DXC behuizing 2
1 1 2 3 4 5 6 7
Pagina 22
Flush-type connector CAN 1 Kabelaansluiting van de flush-type connector CAN 1 Kabelaansluiting van de A-Module en M-Module Kabelaansluiting van het beeldscherm en bedieningspaneel P-Module (Voedingsmodule) A-Module (Pompmodule) M-Module (Sensormodule)
Monteren en installeren
Indien er geen P-Module of een N-Module in de DXC-behuizing is gemonteerd: Monteer een zogenaamde L-board als doorverbinding voor de CAN bus kabels (zie fig. 11)
Fig. 11: gebruik van L-board
1 Flush-type verbinding CAN I 2 Kabelverbinding naar de flush-type verbinding CAN I 3 Kabelverbinding naar de A-module en de M-module 4 Kabelverbinding naar de het display en bedieningspaneel
Pagina 23
Beschrijving van de regelaar
6 Fig. 11: Toetsen
ProMinent
®
Beschrijving van de regelaar
1
2 3 5
4 STOP START
1 Functietoetsen, variabele functies 2 Pijl toetsen 3 ESC toets 4 Start/stop toets 5 Enter toets
3701_3_1
Fig. 12: Scherm
6
6 Plasmascherm 7 NetDevice LED 8 CAN 1 LED
7
8 3701_3_2
Pagina 24
Functiebeschrijving (algemeen)
7
Functiebeschrijving (algemeen)
De DULCOMARIN® II zwembadregelaar is ontworpen om één of meerdere filtersystemen (zwembaden) te regelen. De basisfuncties zijn onderverdeeld in de volgende modules (zie ook fig. 10) • M-Module (sensormodule) • A-Module (pompmodule) • R-Module (Cl2-stuurmodule) • P-Module (voedingsmodule met relais) • N-Module (voedingsmodule) M-Module (sensormodule) • Meten en regelen van de pH-waarde • Meten en weergeven (optioneel regelen) van het redox/ORP potentiaal • Meten en weergeven van de meetwater temperatuur • Meten en weergeven van circulatieflow • Bewaken van de meetwaterflow • Meten van de temperatuur van het meetwater • Meten van de vrij chloor concentratie • Meten van de totale chloor concentratie • Weergeven van de gebonden chloor concentratie (berekend uit het verschil tussen de totale en vrij chloor meting) A-Module (pompmodule) • Sturen van doseerpompen voor pH en desinfectant (door 3 frequentie uitgangen, 3 digitale ingangen voor pompstoring of niveaubewaking in de chemicaliën tanks) • Uitgang voor gemeten waardes van pH, redox/ORP, vrij chloor, totaal chloor, gebonden chloor of temperatuur (4 analoge uitgangen 0/4…20 mA, vrij programmeerbaar en in te stellen bandbreedte) R-Module (Cl2 stuurmodule) • Sturen van een pomp met positie terugmelding voor het doseren van desinfectant (2 relais uitgangen, positie terugmelding ingang) P-Module (voedingsmodule met relais) • Sturen van een magneetventiel of slangenpomp ten behoeve van pH correctie (pulslengte sturing) • Sturen van een magneetventiel of slangenpomp ten behoeve van desinfectant correctie (pulslengte sturing) • Sturen van een slangenpomp ten behoeve van vlokmiddel dosering (pulslengte sturing) of het verminderen van gebonden chloor (relais uitgang) • Alarm (relais uitgang) • Voeden van het CAN bussysteem N-Module (voedingsmodule) • Voeden van het CAN bussysteem
Pagina 25
Functiebeschrijving (algemeen) / Onderhoud en reparatie
Fig. 13: Meet- en regelsysteem voor één zwembad
Machinekamer
1 Zwembadregelaar DULCOMARIN II 2 Doorstroomarmatuur DGMa 3 Chloormeetcel CTE 4 Chloormeetcel CLE 5 T-stuk
8
6 7 8 9 10
M12 afsluitweerstand koppeling M12 afsluitweerstand stekker CAN verbindingskabel pH elektrode Redox/ORP elektrode
11 12 13 14 15
Coaxiale kabel Stuurkabel Doseerpomp 1 Doseerpomp 2 Alarm
Onderhoud en reparatie
Onderhoud De DULCOMARIN® II is onderhoudsvrij. Reinig de behuizing met een vochtige doek en wrijf droog.
belangrijk Gebruik geen oplosmiddelen! Deze kunnen het oppervlak van de regelaar beschadigen.
Pagina 26
Reparatie Stuur de DULCOMARIN® II naar ProMinent indien reparatie nodig is.
Na gebruik
9
Na gebruik
opgelet Lithium batterijen kunnen stoffen afgeven welke gevaarlijk zijn voor de gezondheid, Bij onjuist gebruik kunnen ze heet worden en exploderen (bij verwarmen, kortsluiten, vermalen, ….)!
belangrijk • De lithium batterij is chemisch afval! De batterij dient separaat van de regelaar afgevoerd te worden. Neem de lokale wetgeving hiervoor in acht! • Elektronica is chemisch afval! Neem de lokale wetgeving hiervoor in acht!
De batterij zit in een batterijhouder aan de achterkant van het frontpaneel. Draai de vier schroeven los van het front en verwijder het front om bij de batterijhouder te komen. Druk op het lipje van de houder (zie fig. 14) en verwijder de batterij.
Fig. 14: Verwijderen van de batterij
Pagina 27
Technische gegevens / Onderhoud en accessoires
10
Technische gegevens
11
(aanvullingen op modules)
Onderhoud en accessoires
Omschrijving
Artikelnummer
Chloormeetcel CLE 3-CAN-10 ppm**
1023425
Chloormeetcel CLE 3.1-CAN-10 ppm**
1023426
Chloormeetcel CTE 1-CAN-10 ppm**
1023427
Chloormeetcel CGE 2-CAN-10 ppm**
1024420
T-distributor M12 5P CAN
1022155
M12 afsluitweerstand koppeling
1022154
M12 afsluitweerstand stekker
1022592
Verbindingskabel - CAN, M12, 5P, 0.3 m
1024568
Verbindingskabel - CAN, M12, 5P, 0.5 m
1022137
Verbindingskabel - CAN, M12, 5P, 1 m
1022139
Verbindingskabel - CAN, M12, 5P, 2 m
1022140
Verbindingskabel - CAN, M12, 5P, 5 m
1022141
Verbindingskabel - CAN, per meter
1022160
Stekker-CAN M12 5P
1022156
Koppeling-CAN M12 5P
1022157
pH elektrode PHES 112 SE
150702
Redox/ORP elektrode RHES-Pt-SE
150703
Kabelcombinatie coax 0,8 m - SN6
1024105
Kabelcombinatie coax 2 m - SN6
1024106
Kabelcombinatie coax 5 m - SN6
1024107
Signaalkabel, per meter, 2 x 0,25 mm2
725122
Buffer oplossing pH 4, rood, 50 ml
506251
Buffer oplossing pH 7, groen, 50 ml
506253
Buffer oplossing redox/ORP 465 mV, 50 ml
506240
Zekering 5 x 20, traag, 0.63 AT VDE
712030
Batterij 3V, ongeveer 190 mAh Li-batterij BR2032
732829
**voor membraankapjes en elektrolyt, zie catalogus
Pagina 28
EG Conformiteitsverklaring
12 EG Conformiteitsverklaring en standaarden waaraan wordt voldaan
Hiermee verklaren wij,
EG Conformiteitsverklaring ProMinent Dosiertechnik GmbH Im Schuhmachergewann 5-11 D-69123 Heidelberg
Dat het volgende omschreven product op basis van zijn ontwerp en constructie voor de door ons in omloop gebrachte uitvoeringen voldoet aan de relevante veiligheids- en gezondheidseisen zoals omschreven in de EG-richtlijnen. Bij een niet met ons afgesproken wijziging van het product verliest deze verklaring haar geldigheid.
Benaming van het product
Meet- en regelsysteem DULCOMARIN II
Producttype
DXCa, DXMa
Serienummer
zie typeplaatje
EG-richtlijnen
EG-laagspanningsrichtlijn (73/23/EWG) EG-EMV-richtlijn (89/336/EWG) later 93/68/EWG)
Toegepaste norm
DIN EN 60068-2-30, DIN EN 61010-1, DIN EN 60335-1, DIN EN 50106, DIN EN 60204-1, DIN EN 60529, DIN EN 61326, DIN EN 61000-3-2, DIN EN 61000-3-3, DIN EN 50325-4, DIN EN 60746-1
Toegepaste nationale norm
DIN 19265, ISO 11898-2
Datum/handtekening fabrikant 23.03.2005 Ondertekend door
Dr. Andreas Höhler, manager onderzoek en ontwikkeling
Voor alle genoemde apparatuur met CANopen geldt: Alle hardware voldoet aan CAN specificaties 2.0 (ISO99-1, ISO99-2) alsook het CAN protocol (ISO 11898-1). Datatransfer over de physical layer is conform ISO 11898-2 (hoge snelheid CAN tot 1 Mbit/sec) en ISO 11898-3 (lage snelheid CAN tot 125 kBit/sec). Het apparaat voldoet aan de CANopen specificatie CIA-DS401 en de Europese norm EN50325-4. Er wordt aan regelapparaatprofiel Cia-404 voldaan.
Pagina 29
(aanvullend bedieningsvoorschrift)
M-Module (sensormodule) DXMaM (aanvullend bedieningsvoorschrift)
A-Module (pompmodule) DXM_A
Pagina 30
P3
6/7
P2
4/5
P1
1..3
8/9
P4
PE
N
L1
(aanvullend bedieningsvoorschrift)
P-Module (voedingsmodule) DXMa_P
X1
Bijlage
Klemmenschema (DULCOMARIN® II compact)
(Voorbeeld opstelling van de modules)
CAN1
Bijlage
Aansluitingen van de modules in de DULCOMARIN® compact (voor de voorbeelden op voorgaande pagina)
Omschrijving
Klemmen Klemmen Polariteit Functie om- nummer schrijving
Rec. kabel diameter
Opening / maat
1 + Temp.- d5 1/M16 Temperatuur Pt1000/100 RTD sensor 2 - 3 ref. Redox/ORP pH/ORP ingang 1 ORP(pH) elektrode d3/d5 2 / M20 4 meet sig.
Module DXMaA
Module DXMaM
Vloeistof potentiaalvereffening 1 Pot.1 5 11 / M12 Vloeistof potentiaalvereffening 2 Pot.2 6 11 / M12 7 ref. pH pH/ORP ingang 2 (ORP)pH d3/d5 2 / M20 sensor 8 meet sig. 9 + Fout d4 Digitale ingang 1 K1 10 - meetwater 3 / M16 11 + Pauze Digitale ingang 2 K2 d4 12 - (terugspoeling) 13 + Digitale ingang 3 K3 d4 12 / M12 14 - 1 + Pompsturing zuur of Relais uitgang 1 R1 d5 13 / M12 2 - pompsturing alkalinemiddel 3 + Pompsturing chloor of Relais uitgang 2 R2 d5 14 / M12 4 - pompsturing zuur 5 + Pompsturing Relais uitgang 3 R3 d5 15 / M12 6 - vlokmiddel of pompsturing chloor 7 + Foutmelding pomp of Digitale ingang 1 K1 d4 8 - niveau 4 / M20 9 + Foutmelding pomp of Digitale ingang 2 K2 d 4 niveau 10 - 11 + Foutmelding pomp of Digitale ingang 3 K3 d4 5 / M16 12 - niveau 13 + Analoge uitgang 0/4-20mA 1 I uit 1 Analoge uitgang pH waarde d4 14 - 6 / M16 2 15 + Analoge uitgang 0/4-20mA 2 I uit 2 Analoge uitgang redox-waarde d4 16 17 + Analoge uitgang vrij chloor- Analoge uitgang 0/4-20mA 3 I uit 3 d4 18 - waarde of temperatuur 7 / M16 2 19 + Analoge uitgang gebonden chloor- Analoge uitgang 0/4-20mA 4 I uit 4 d4 20 - waarde of temperatuur 1 Alarm relais P1 2 Controle alarm uitgang d 6.5 8 / M16 3 Sturen van magneetventiel (DulcoFlex) zuur of 4 d 6.5 9 / M16 Voedingsrelais 1 P2 5 Sturen van magneetventiel (DulcoFlex) alkaline Sturen van magneetventiel (DulcoFlex) chloor of 6 Voedingsrelais 2 P3 d 6.5 18 / M12
Opmerkingen
Voor kabel door afdichtingset 2x5 of 2x4 mm
Voor kabel door afdichtingset 2x5 mm Voor kabel door afdichtingset 2x4 mm
Voer 2 kabels door afdichtingset 2x4 mm
Voer 2 kabels door afdichtingset 2x4 mm
Voor 2 kabels door afdichtingset 2x4 mm
Sturen van magneetventiel (DulcoFlex) ORP of
CAN moduleverbinding
Module DXMaP
Voedingsrelais 3 P4 Voeding X1 CAN 1 - bus verbinding CAN 1
Sturen van magneetventiel (DulcoFlex) zuur 7 8 Sturen van UV installlatie (ozon, actief kool) 9 10 PE 11 N 12 L(1) afscherming 1 2 24V 3 aarde 4 CAN hoog 5 CAN laag
d 6.5
19 / M12
d 6.5
10 / M16
Plug
(A-gecodeerd)
16 / M12
* Voor meer details zie „ Aanvullend bedieningsvoorschrift DULCOMARIN® II, DXMa“ Opmerking Het klemmenschema van andere modules zijn beschreven in „Aanvullend bedieningsvoorschrift DULCOMARIN® II, DXMa“
Pagina 31
Technische wijzigingen voorbehouden. ProMinent Verder B.V. Utrechtseweg 4a NL-3451 GG Vleuten Tel: +31 30 6779280 Fax: +31 30 6779288
[email protected] www.prominent.nl ProMinent Belgium S.A., N.V. Industriepark Sint Renelde/Saintes Landaslaan 11 B-01480 Tubeke Tel.: +32 2 3914280 Fax: +32 2 3914290
[email protected] www.prominent.com
Pagina 32