PMA Institute 3143 Hanging Moss Circle Kissimmee, Florida 34741, USA Phone: (001) 407 343 1555 E-mail:
[email protected]
Basistechniek PMA Onderdelen: 1. De basics 2. Openingsvragen van een PMA sessie 3. Standaard vragenpatroon tijdens een PMA sessie 4. Aanvullende vragen tijdens een PMA sessie 5. Vragen voor als de cliënt vastloopt 6. Meest gemaakte fouten 7. Vragen aan het einde van een sessie 8. Vragen na afloop van een sessie
1. De basics Gebeurtenis – Moment – Detail – Voelen – Volgende gebeurtenis (spontaan)
•
Ga altijd naar een specifieke situatie en niet naar samenvattingen of redenaties.
•
Geen taboe, elk plaatje kan en mag tijdens een sessie. We zoeken immers niet de objectieve waarheid maar plaatjes die de cliënt ooit als bad cluster heeft opgeslagen, voorzien van een extreem negatieve fysiologie.
•
Blijf in het plaatje! Het antwoord zit altijd in het plaatje!
•
Ga altijd in de richting waartegen je cliënt de meeste weerstand voelt!
•
Leg er de nadruk op dat het altijd gaat om de plaatjes die SPONTAAN opkomen, dus niet door bewuste herinnering!
•
Werk alleen met dat wat de cliënt waarneemt en niet met wat er voor z’n gevoel ontbreekt. (Bijvoorbeeld “Ik kan zijn gezicht niet zien” of “Ik weet niet waar dat is wat ik zie.”)
•
Wees in gedachten altijd bij je cliënt. Stel je voor dat jij op dezelfde locatie bent, in dezelfde positie en dezelfde leeftijd van de cliënt.
•
Blijf niet te lang hangen in de eerste gebeurtenis die je cliënt je geeft. Besef dat men nooit met de bad cluster situatie begint, maar dat dit eerst geladen moet worden door verschillende gebeurtenissen.
PMA Institute 3143 Hanging Moss Circle Kissimmee, Florida 34741, USA Phone: (001) 407 343 1555 E-mail:
[email protected]
2. Openingsvragen van een PMA sessie •
Is er de laatste tijd iets gebeurt dat je heeft gestoord (geïrriteerd, boos gemaakt, een vervelend gevoel heeft gegeven, etc.)? Of:
•
Zijn er deze week dingen gebeurt die je erg hebben geraakt of waardoor negatieve emoties naar boven zijn gebracht? Of:
•
Heb je de laatste tijd ergens overdreven op gereageerd (agressie, ergernis, verdriet, angst)? Of:
•
Heb je de afgelopen dagen last gehad van extreme stemmingsveranderingen?
•
Ga eens naar deze situatie en beleef deze opnieuw in je hoofd.
•
Wat is het meest vervelende moment in die gebeurtenis?
•
Wat is het meest vervelende detail?
•
Beredeneer dit niet, maar let in plaats daarvan op je lichaam. Je lichaam (gevoel) vertelt je exact wat het meest vervelende moment en detail is.
•
Focus je nu alleen op dat detail en word je volledig bewust wat je voelt.
•
Laat het gevoel volledig toe.
•
Wat is het volgende plaatje dat spontaan bij je boven komt?
•
De voorgaande cyclus herhalen totdat je bij een situatie komt die “nieuw” is voor de cliënt.
3. Standaard vragenpatroon tijdens een PMA sessie De nu volgende standaardvragen en opdrachten zullen steeds opnieuw voorkomen tijdens de sessie. Gebruik ze waar het maar nodig is om een volledig beeld te krijgen van wat er in het hoofd van de cliënt gebeurt.
•
Wat is het meest vervelende moment in die gebeurtenis?
•
Wat is het meest vervelende detail?
•
Beredeneer dit niet maar let op je lichaam, je lichaam (gevoel) vertelt je exact wat het meest vervelende moment en detail is.
•
Focus je nu alleen op dat detail en word je volledig bewust wat je voelt.
•
Laat het gevoel volledig toe.
•
Wat is het volgende plaatje wat je ziet?
•
Waar ben je nu?
PMA Institute 3143 Hanging Moss Circle Kissimmee, Florida 34741, USA Phone: (001) 407 343 1555 E-mail:
[email protected]
•
Welk moment is het meest vervelend (angstig, pijnlijk, irritant, dominant)?
•
Welk detail in dat moment is het meest vervelend (angstig, dominant)?
•
Wat voel je daarbij?
•
Waar in je lichaam voel je dat?
•
Focus je nu alleen op dat detail en word je volledig bewust wat je voelt.
•
Laat het gevoel volledig toe.
•
Wat is het volgende plaatje dat spontaan bij je boven komt?
De voorgaande vragencyclus: “Gebeurtenis – Moment – Detail – Gevoel – Volgend plaatje” zijn je standaard en blijf je als basis herhalen totdat de bad cluster zich openbaart.
4. Aanvullende vragen tijdens een PMA sessie Het zou ideaal zijn als je tijdens het verloop van de hele sessie voldoende zou hebben aan de bovengenoemde vragen. Dit is helaas slechts zelden het geval. Het vriendmechanisme blokkeert je cliënt en dit maakt het noodzakelijk om aanvullende vragen te stellen. In eerste instantie komen de aanvullende vragen voort uit het feit dat jij in gedachten daar aanwezig bent waar de cliënt zich in zijn/haar herbeleving bevindt. Door daar volledig te zijn, weet je intuïtief welke vragen er nu belangrijk zijn om te stellen. Je weet dan ook automatisch of het zinvol is om andere zintuigen dan het visuele aan te spreken. Indien dat passend is, vraag: •
Wat hoor je daar?
•
Wat ruik je daar?
•
Wat proef je?
•
Is daar iets wat je aanraakt? Of maakt je lichaam contact met iets? Is dat koud, warm, zacht, hard, etc.?
Denk ook aan de volgende basisvragen:
•
Ben je buiten of binnen?
•
Waar ben je daar? (Bijvoorbeeld in het bos, of op het water, of in de woonkamer, keuken, garage, etc.) Als het binnen is, vraag dan: Waar in die ruimte ben je, in het midden, aan de zijkant, bij een deur, bij een raam?
•
Is het daar koud of warm?
•
In welke houding ben je (zit, lig, sta, loop je)?
PMA Institute 3143 Hanging Moss Circle Kissimmee, Florida 34741, USA Phone: (001) 407 343 1555 E-mail:
[email protected]
•
Ben je daar alleen of zijn er nog anderen? Zo ja, hoeveel anderen?
•
Zijn dit mannen, vrouwen, kinderen?
•
Beweegt het plaatje dat je ziet?
•
Als het niet beweegt: Als je het in beweging zou brengen, wat zou dan het meest vervelende zijn wat er zou kunnen gebeuren?
•
Wat is het meest vervelende detail in dit plaatje? Wanneer je op dit detail focust, wat voor beeld roept dit dan bij je op?
•
Als ik daar ook zou zijn, wat zou ik dan niet willen horen, zien, ruiken, voelen, proeven?
•
Wat in het plaatje geeft je dat gevoel?
•
Als nou alles kan en alles mag, wat is daar dan voor jou het vervelendste moment? Of: Als nou alles kan en alles mag, wat is dan het allerergste wat daar zou kunnen gebeuren?
•
Wordt er wat gezegd? Zijn het woorden of andere geluiden die je hoort? Zo ja, welke woorden of geluiden schieten je spontaan te binnen? Het is niet van belang of de woorden logisch klinken of zelfs niet eens of ze daar ook zijn gezegd.
Combineer alle inmiddels naar boven gebrachte details en de benoemde symptomen van gevoelens. Som deze op door te vragen: Focus je nu eens achtereenvolgens op (noem elk al bekend detail op plus de symptomen van wat ze voelden). Welk beeld komt er nu spontaan bij je op? En daarna: •
Waar ben je dan?
•
Gevolgd door de standaardvragen naar moment, detail, gevoel.
Zodra de cliënt aarzelt of stopt met praten tijdens een herbeleving vraag dan:
•
Wanneer ik daar ook ben en exact hetzelfde ervaar als jij, wat zou ik dan zien?
•
Wat gebeurt er?
•
Wat zou ik dan voelen?
•
Ga verder …
•
Blijf beschrijven wat er gebeurt, wat je ziet, hoort, ruikt, proeft en voelt.
•
Vertel me wat er gebeurt, ongeacht hoe bizar of onwaarschijnlijk het is.
•
Blijf praten.
PMA Institute 3143 Hanging Moss Circle Kissimmee, Florida 34741, USA Phone: (001) 407 343 1555 E-mail:
[email protected]
•
Denk niet na maar gooi het eruit zodra je het ziet.
5. Vragen voor als de cliënt vastloopt Basisregel: Wees altijd in gedachten volledig daar waar je cliënt is en stel jezelf voor in de situatie van de cliënt. Als je dat doet, dan weet je automatisch welke vraag je op dat moment niet zou willen horen. Laat de cliënt niet ‘voorlezen uit eigen werk’. Je herkent dit aan het gebruik van uitdrukkingen als: ‘en toen…’, ‘we dachten...’, ‘daarna...’, ‘we deden...’, ‘we gingen...’, ‘altijd...’, enzovoort. In een herbeleving speelt alleen ‘ik’ en ‘mij’ in de tegenwoordige tijd een rol. De eerste stap is om vast te stellen waarom de cliënt vastloopt. Is het door onwil, onkunde, schuld, schaamte of angst? Je kunt dit rechtstreeks vragen. Weet de cliënt niet waarom, vraag dan: •
Wat doe je precies in je hoofd?
•
Als ik nu in je hoofd kon zijn, wat zou ik dan zien?
•
Wat gebeurde er net voordat je vastliep?
•
Bevroor het plaatje?
•
Verdween het plaatje?
•
Wat was het laatste plaatje dat je zag? Ga daar naar terug.
•
Wat is daar dominant? Wat zie, hoor, ruik, voel, proef je? Focus daarop.
Wanneer er wel plaatjes zijn maar deze stil staan, stel dan de volgende vragen:
•
Als dit plaatje een onderdeel van een hele angstige film zou zijn en jij bent de regisseur van deze film, wat komt er dan spontaan bij je op als je deze film op de meest angstige wijze verder wilt laten gaan?
•
Welk scenario zie je spontaan dat zelfs bij jou nu angst oproept?
•
Welk scenario zou je vervelende gevoel zelfs nog intensiveren?
•
Als je het meest angstige in die film weg zou mogen laten, wat zou dit dan zijn?
PMA Institute 3143 Hanging Moss Circle Kissimmee, Florida 34741, USA Phone: (001) 407 343 1555 E-mail:
[email protected]
Als de cliënt veel redeneert of samenvat, kun je hem/haar helpen om naar specifieke plaatjes te gaan door een van de beschreven thema’s of samenvattingen te nemen (bijvoorbeeld ze keek altijd zo boos, of hij was gemeen, of ze was heel jaloers, of ik vertrouwde hem niet) en te vragen: •
Als ik nu van een andere planeet kom en ik weet niet wat ... is (noem thema of samenvatting), wat zijn dan de signalen voor jou dat je weet dat “hij gemeen was”? Zijn dat zijn bewegingen, zijn gelaatsuitdrukking, etc.?
•
Focus je op deze signalen tot er een ander beeld opkomt.
Zodra de cliënt in de gebeurtenis zit, vervolg je de standaardprocedure: Gebeurtenis – Moment – Detail – Gevoel – Volgend plaatje. Als je het gevoel hebt dat de cliënt dissocieert, vraag dan: •
Daar waar je nu bent, kijk je dan naar jezelf of ben je jezelf?
•
Wat als ik daar ook ben in dezelfde situatie en ik voel precies wat jij voelt en ziet, waar ben ik dan, wat zie/ervaar ik dan ?
Zodra je waarneemt dat de fysiologie van de cliënt afneemt, dan weet je dat hij/zij uit de herbeleving is gestapt. Vraag dan: Noot: Volg je intuïtie om te bepalen of de cliënt uit de herbeleving is gestapt of is gedissocieerd en/of het gevoel heeft uitgeschakeld. Dit kan in enkele gevallen worden voorkomen. •
Wat zie je nu?
Omdat het plaatje rust geeft, is het waarschijnlijk een bekend plaatje vanuit het vriendmechanisme. Vraag daarom: •
Ken je dit plaatje?
•
Wordt hiermee het negatieve gevoel versterkt, verminderd of blijft het gelijk?
Zegt de cliënt: ”Verminderd” of “Het blijft gelijk”, dan vraag je:
•
Gebruik je dit plaatje vaker om je een kalmer gevoel te geven?
•
Wat in dat plaatje geeft je dat kalme of fijne gevoel?
•
Welk detail is dominant?
PMA Institute 3143 Hanging Moss Circle Kissimmee, Florida 34741, USA Phone: (001) 407 343 1555 E-mail:
[email protected]
Combineer dit met wat je de cliënt ziet doen. Bijvoorbeeld: friemelen met de vingers of aan kleding, herhaalde bewegingen, trekkingen van gelaatsspieren, etc. Attendeer daar op en zeg: •
Betrek dat bij het plaatje.
De gedragingen (rituelen) plus het plaatje behoort tot het beeld van het vriendmechanisme dat destijds is gebruikt om te overleven. Om dit compleet te maken, vraag je: •
Wat zeg je tegen jezelf? (Zijn vaak krachtige geloofssystemen)
•
Welke woorden schieten je te binnen?
•
Is er, behalve het laatste plaatje, nog iets anders waar jij je op focust (geluid, visueel, smaak, spierspanning, ademhaling, etc.)?
Indien dat nog steeds te angstig voor ze is, vraag dan: •
Als ik door jouw ogen zou kijken, wat zie ik dan?
•
Als ik het ben naar wie je kijkt en er gebeurt met mij precies hetzelfde als met jou, wat voel, zie, ruik ik dan?
Wat heel goed werkt en gelijktijdig de cliënt leert om volledig te vertrouwen op het feit dat zijn/haar onderbewustzijn geen fouten maakt, is het gebruik van een aantal reeds eerder besproken fundamentele vragen maar met de toevoeging: “Als je niet denkt maar puur je gevoel volgt... “ Je vraagt dan:
•
Als we nu even geen plaatjes kijken en niet denken of proberen te herinneren maar puur je gevoel volgen, waar moeten we dan zijn, ergens binnen of buiten?
•
Volg puur je gevoel, dus ook al zie je geen plaatje, wat zegt je gevoel, je eerste ingeving?
•
Puur voor je gevoel, zonder na te denken; waar bevind jij je daar? (Bijvoorbeeld buiten: in het bos, op het water, op de straat, in een weiland, etc. Is het binnen: ben je in de woonkamer, keuken, garage, etc.)
•
Als het binnen is, vraag dan: Waar in die ruimte ben je, in het midden, aan de zijkant, bij een deur, bij een raam?
•
Is het daar koud of warm?
•
Ook al zie je geen plaatje, maar op basis van het eerste gevoel dat onmiddellijk bij je opkomt, in welke houding ben je dan (zit, lig, sta, loop je)?
•
Ben je daar voor je gevoel alleen of zijn er nog anderen? Zo ja, hoeveel anderen?
PMA Institute 3143 Hanging Moss Circle Kissimmee, Florida 34741, USA Phone: (001) 407 343 1555 E-mail:
[email protected]
•
Zijn dit mannen, vrouwen, kinderen?
•
Welke leeftijd hoort hierbij?
Als geen van bovenstaande technieken werkt, benader je cliënt dan via een andere invalshoek door te vragen: •
Wat vond je het meest pijnlijke moment in deze sessie?
•
Ga nog eens terug naar dat moment.
Dit is nu je gebeurtenis en je gaat vervolgens weer verder met de standaardvragen die naar het moment, detail, gevoel leiden, gevolgd door een ander plaatje. Een andere route die je kunt gaan is: •
Laten we eens met een ander voorval beginnen.
•
Wat was deze afgelopen week nog meer een moment dat je erg heeft geraakt?
•
Is er een moment geweest waarop je sterke emoties naar boven voelde komen? Heb je ergens overdreven op gereageerd (agressief, geërgerd, verdrietig, angstig)?
Dit vormt dan je beginpunt waarna je vervolgens weer met de standaardvragen verder gaat die naar het moment, detail, gevoel leiden, gevolgd door een volgend plaatje. Het “niets” zien Vaak zal de cliënt aangeven “niets” te zien. Besef dat dit onmogelijk is! Vind dus uit wat dit “niets” van je cliënt precies is. Stel vragen als: •
Hoe ziet dit niets eruit?
•
Welke kleur heeft het?
•
Is het voor je als een soort scherm of zit het rondom je heen?
•
Kun je het aanraken?
•
Is het hard of zacht, koud of warm?
•
Beweegt het?
•
Is het één gelijkmatige kleur of zitten er kleurvariaties in?
•
Zitten er strepen, punten, vormen, etc. in?
Besef dat de ingrediënten van wat de cliënt beschrijft als “niets zien” altijd fundamentele plaatjes van het vriendmechanisme zijn. Dit mechanisme zal er alles aan doen om niet tot de kern te komen die de oorsprong van de ingrediënten van het “niets zien” openbaart. Hiervan kun je gebruik maken door te vragen:
PMA Institute 3143 Hanging Moss Circle Kissimmee, Florida 34741, USA Phone: (001) 407 343 1555 E-mail:
[email protected]
•
Wat doe je liever, doorgaan totdat we de oorsprong van het plaatje dat jij als “niets” beschrijft boven water hebben, of zullen we verder gaan met het laatste plaatje waar je blokkeerde?
In bijna alle gevallen zal de cliënt onmiddellijk verder gaan met het geblokkeerde plaatje.
6. Meest gemaakte fouten Een aantal van de meest wezenlijke fouten ontstaan doordat de coach eerder geleerde methoden vermengt met PMA. De voornaamste fout ontstaat door de denkwijze dat de coach de leiding moet nemen en de cliënt moet meenemen naar een bepaalde gebeurtenis of moet brengen tot een bepaalde conclusie. Het is de cliënt die de leiding heeft in het bepalen van de richting. De cliënt neemt jou als coach mee. Als coach zet je de cliënt alleen weer op het goede spoor door herhaling van de details die de cliënt je heeft gegeven. Hier volgen enkele van de meest voorkomende fouten: •
In het begin van de sessie, wanneer de cliënt vertelt over een recente gebeurtenis die hem/haar getriggerd heeft, te veel in de breedte gaan door te vragen naar te veel onbelangrijke details. Het enige dat werkelijk van belang is, is het detail, de trigger. Van daaruit ga je naar het eerste plaatje dat opkomt. Besef dat het eerste beeld niet meteen de bad cluster is, maar dat zich hierin ingrediënten bevinden die ook in de geactiveerde bad cluster zitten.
•
Te veel tijd besteden aan een gebeurtenis in plaats van zo snel mogelijk het moment en detail te vinden. Het is altijd het detail dat het volgende plaatje oproept. Een goed begrip van de gebeurtenis wordt pas relevant als je in de herinnering (onderdrukte cluster) zit net voor of net na de bad cluster. Je herkent deze doordat de fysiologie krachtiger wordt en er meer weerstanden ontstaan om verder te gaan.
•
Te snel naar het gevoel vragen. Dit wordt pas relevant nadat je waarneemt dat er fysiologie is. Het doel is immers dat de cliënt gaat benoemen waar hij/zij in het lichaam iets voelt en wat het precies is dat er wordt gevoeld.
•
Het gebruik van de term: “Maak het eens groter/Maak dat gevoel eens groter”. Dit is verwarrend omdat in ons onderbewustzijn een gevoel niet iets tastbaars is dat je groter kunt maken. De juiste opdracht is: Intensiveer dat gevoel, laat het volledig toe, verwelkom het, onderdruk het niet, etc. Of zeg: Wanneer is het gevoel het meest vervelend, als je het dichterbij haalt of verder weg duwt? Wanner het snel of langzaam beweegt? Focus je op dat wat de sterkste weerstand oproept. Wat zou er moeten gebeuren om het negatieve gevoel te versterken/intensiveren? Zou het dan dichterbij moeten komen, of verder bij je vandaan moeten gaan, etc.?
PMA Institute 3143 Hanging Moss Circle Kissimmee, Florida 34741, USA Phone: (001) 407 343 1555 E-mail:
[email protected]
•
Het gebruik van de term: “Wat doet het met je?” (Dit zet aan tot denken en redeneren, iets wat we juist willen vermijden!)
•
Andere vragen die aanzetten tot denken, zoals: Welke conclusie trek je daar uit? Wat is het gevolg als je dit of dat blijft doen? Waarom denk je dat die ander dat deed? Wat was de reden dat ... gebeurde? Waarom was je daar en liep je niet weg? (Noot: deze vragen kunnen soms wel helpen als de cliënt sowieso al uit de herbeleving weg is. Door ze dan te laten redeneren, kun je op een onverwachts moment vragen: Waar herinnert je dat aan? Zodra ze dan een gebeurtenis beschrijven, ga je verder met moment, detail.)
•
Zeggen: “Als ik jou ben, of als ik … (naam van cliënt) ben …” Jij bent die cliënt niet! Voor zijn/haar gevoel ontneem je de cliënt hiermee zijn identiteit. Vraag daarom: Als ik daar ook zou zijn en hetzelfde met mij zou gebeuren …
•
De redenerende cliënt te veel ruimte geven om eindeloos te redeneren of ‘voor te lezen uit eigen werk’ (reporter). Dit is zinloos voor het bereiken van het doel.
•
Het toestaan van het geven van samenvattingen in plaats van het herbeleven van een werkelijk gebeurde situatie. Zeg: Wees daar, je moeder heeft niet gezegd: (als voorbeeld) “Ze zegt dat ik niet lief ben.” Wat heeft ze letterlijk gezegd? Wat zijn de woorden die jij daar hebt gehoord?
•
Het toelaten van het trekken van rationele conclusies tijdens de ‘herbeleving’. Wat wel zinvol kan zijn, is het leggen van verbindingen en het maken van conclusies dat men daarom in het verleden altijd dit of dat of zus of zo heeft gedaan. Maar nog beter is het om dit na de sessie te bespreken!
•
Het toelaten dat de cliënt blijft nadenken over wat hij/zij niet ziet en over wat er ontbreekt. (Door de gebeurtenis later steeds opnieuw te laten beleven, zullen de ontbrekende stukjes vanzelf bovenkomen.) Focus op dat wat er wel is, niet op dat wat er niet is!
De meest voorkomende reden dat een sessie moeizaam verloopt, ontstaat door denken of redeneren. Bewust denken of redeneren berust bij het bewustzijn. Zodra het bewustzijn redeneert, concludeert of nadenkt worden de onderbewuste processen sterk geremd. Vermijd vragen als:
•
Waarom?
•
Waarom denk je dat?
•
Waarom deed die persoon dat?
•
Wat zou de reden daarvoor kunnen zijn?
•
Wat zou er gebeurt zijn als ... ?
PMA Institute 3143 Hanging Moss Circle Kissimmee, Florida 34741, USA Phone: (001) 407 343 1555 E-mail:
[email protected]
Een doorslaggevend aspect waarom een sessie moeizaam verloopt, is jouw eigen terughoudendheid als coach. Wanneer de cliënt wel bereid is verder te gaan, maar jij als coach zelf je grens hebt getrokken (in je eigen sessie) bij dat specifieke materiaal waar de cliënt naartoe wil, dan is het niet erg waarschijnlijk dat de cliënt dit bij jou zal bereiken. In dat geval is het zaak de cliënt door te verwijzen naar een collega die geen moeite heeft met dat materiaal. Besef dat wanneer je goede resultaten wilt behalen als coach, je ook aan jezelf moet blijven werken. Denk nooit dat je “klaar” bent als coach. Inactieve bad clusters kunnen op elk moment geactiveerd worden, dus ook bij jou als coach. Blijf je dus afvragen waar jij de grens legt. Zodra jij geen enkele taboe kent en geen grenzen hebt gesteld, ben je ook in staat naar elke gebeurtenis van je cliënt te gaan. Dit wil niet zeggen dat jij al je bad clusters al moet hebben opgeruimd om de ander effectief te kunnen helpen. Het betekent dat je de volledige bereidheid hebt om overal bij jezelf naartoe te gaan wat zich aandient. De mening dat je het allemaal al weet, is de meest krachtige drogreden van het vriendmechanisme!
7. Vragen aan het einde van een sessie Zodra je het gevoel hebt dat de sessie afgerond kan worden omdat de cliënt niet meer midden in een herbeleving zit, is het zaak zo veel mogelijk verbindingen te maken. Dit gaat het beste als de cliënt de ogen nog gesloten heeft. De volgende vragen kunnen daarvoor gebruikt worden: •
Geven de plaatjes die je hebt gezien je antwoorden?
•
Herken je de negatieve gevoelens die je net hebt ervaren ook tijdens je dagelijkse leven?
•
Kun je me daar wat voorbeelden van geven?
•
Verklaart hetgeen je net hebt gezien en gevoeld bepaalde overtuigingen, beslissingen en gedragspatronen uit je dagelijkse leven?
•
Kun je me daar wat voorbeelden van geven?
•
De kleuren, vormen, bewegingen en andere triggers die als onderdeel van de bad clusters naar boven zijn gekomen, herken je die ook vanuit je dagelijkse omgeving? (Noot: Als het bijvoorbeeld om kleuren gaat: Waar in je huis, auto, werkplek, kleding, etc. heb je die kleuren ook?)
8. Vragen na afloop van de sessie
PMA Institute 3143 Hanging Moss Circle Kissimmee, Florida 34741, USA Phone: (001) 407 343 1555 E-mail:
[email protected]
Nadat de nodige verbindingen zijn gemaakt en de cliënt de ogen vervolgens heeft geopend, kun je vervolgen met:
•
Hoe kun je de negatieve geloofssystemen en gedragspatronen die zijn veroorzaakt door de net opgeloste bad cluster(s) nu doorbreken?
•
In welke huidige zaken die je nog moet afhandelen hebben deze ook een rol gespeeld?
•
Hoe ga je die zaken (benoem de zaken die ze hebben aangegeven) nu afhandelen?
•
Wanneer ga je dat doen?
•
Zodra je nog tegen andere weerstanden aanloopt, ga daar dan mee verder volgens de aanwijzingen van het PMA Easy Plan.
•
Maak de cliënt duidelijk dat het hen nu bekend is dat er een oplossing is en ze hun klachten en negatieve overtuigingen kunnen overwinnen, maar dat zij de keuze maken en dat ze tot niets verplicht zijn.
•
Zij bepalen zelf wat ze ermee gaan doen en hoe ver ze met PMA willen gaan.