Basisschool “St.Odulfus” Slegersstraat 2a 5706 AX Helmond tel: 0492 – 523701 www.odulfusschool.nl 30240 18 MK Helmond, 13 mei 2011 Wij willen als school een positieve bijdrage leveren aan de totale vorming en ontwikkeling van het kind. Van belang hierbij is een goed pedagogisch klimaat, waarin alle betrokkenen, ouders, leerkrachten en kinderen elkaar respecteren en waarderen. Op school proberen wij ieder kind de hulp en aandacht te geven waar het recht op heeft. Om een kind de mogelijkheid te bieden zich goed te ontplooien en ontwikkelen vinden wij, naast een rustgevende en prettige sfeer met duidelijke regels en afspraken, een goed zorgsysteem erg belangrijk. De zorg voor het individuele kind is een belangrijk punt binnen onze school. Wij streven ernaar om de zorg zo optimaal mogelijk te laten zijn. Om dit te bereiken is het nodig dat er kritisch geluisterd wordt naar signalen van kinderen, ouders en leerkrachten, zodat hulp al in een vroeg stadium geboden kan worden. In het zorgplan staat beschreven hoe de zorg op onze school gestalte krijgt en hoe wij ons verder professionaliseren om de zorg op peil te houden.
De heer J. Drouen Directeur
Mevrouw D. Voesten-Gerritsen Adjunct-directeur en intern begeleider
Inhoudsopgave zorgplan basisschool St.Odulfus
Inhoudsopgave
2.
Inleiding
4.
Hoofdstuk 1. Uitgangspunten in de zorg
9.
Hoofdstuk 2. De vijf zorgniveaus in de praktijk
10.
Hoofdstuk 3. De vijf zorgniveaus; verantwoordelijkheden
13.
Hoofdstuk 4. Passend Onderwijs zorgprofiel
16.
Hoofdstuk 5. Structuur van zorg 5.1. Interne ondersteuning 5.1.1. In de klas 5.1.2. Interne begeleiding 5.1.3. Remedial teaching 5.1.4. Ondersteuningsgroep 5.1.5. Leerkrachtondersteuner 5.1.6. Kids Skills 5.1.7. Onderwijsassistentes & stagiaires 5.1.8. Hulpgroep 5.1.9. Verrijkingsgroep 5.2. Externe ondersteuning 5.2.1. Ambulante begeleiding 5.2.2. O.C.G.H. 5.2.3. Orthodidact 5.2.4. Zorgadviesteam 5.2.5. Centrum voor Jeugd en Gezin 5.2.6. Zorg voor Jeugd 5.3. Overlegstructuren
17.
Hoofdstuk 6. Onderwijs op maat bieden; kinderen met een rugzak
23.
Hoofdstuk 7. Onderwijs op maat bieden; meer- en hoogbegaafde kinderen
26.
2 Basischool St.Odulfus
Hoofdstuk 8. Registratie en dossieropbouw 8.1. Registratie in de groep 8.1.1. Registratie groepsmap 8.1.2. Registratie Entreeformulier ‘Dit ben ik’ 8.1.3. Registratie Dotcom school OAS 8.1.4. Registratie LOVS 8.1.5. Registratie OVM 8.2. Registratie op school 8.2.1. Dossiermap 8.2.2. Dossieroverdracht aan derden
28.
Hoofdstuk 9. Toetskalender; Cito-toetsen
31.
Hoofdstuk 10. Groeps- en leerlingbesprekingen
33.
Hoofdstuk 11. Procedures
34.
Hoofdstuk 12. Overdracht tussen twee schooljaren
39.
Hoofdstuk 13. Sociaal emotioneel volgsysteem / begeleiding
40.
Hoofdstuk 14. Beleidsplan
44.
Nawoord
45.
11.1. Procedure aanvraag extern onderzoek 11.1.1. Onderzoek Orthodidact 11.1.2. Onderzoek GGD 11.1.3. Onderzoek GGZ 11.1.4. Onderzoek Herlaarhof 11.1.5. Onderzoek of behandeling door particuliere instellingen 11.2. Procedure verwijzing SBO 11.3. Procedure m.b.t. REC en LGF
13.1. Methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling 13.1.1. Jij en Ik 13.1.2. Programma Alternatieve Denkstrategieën 13.2. Ontwikkelingsvolgmodel OVM 13.3. Dans- en theaterlessen gericht op sociaal-emotionele exploratie 13.4. Kids Skills 13.5. Samen groep zijn, samen school zijn 13.6. Pestprotocol 13.7. Protocol bij rouw en verlies
3 Basischool St.Odulfus
Inleiding Voor u ligt het zorgplan van Basisschool St.Odulfus te Helmond. Basisschool St.Odulfus maakt deel uit van het samenwerkingsverband WSNS HelmondMierlo. Omdat ontwikkelingen binnen het samenwerkingsverband en ontwikkelingen op schoolniveau op elkaar zijn afgestemd is er sprake van gezamenlijke uitgangspunten. Daarnaast kun je spreken van schoolspecifieke uitgangspunten en ontwikkelingen op het gebied van zorg voor leerlingen. Binnen het samenwerkingsverband WSNS Helmond-Mierlo werken leerkrachten, intern begeleiders, directeuren, bestuurders en vele anderen aan een centrale opdracht: Breng de juiste zorg naar het kind! Het uitgangspunt hierbij is ‘van een leerling met problemen naar een kind met mogelijkheden.’1 Het samenwerkingsverband wil de opvangmogelijkheden voor zorgleerlingen op de basisschool vergroten door een passend aanbod te bieden en het onderwijs af te stemmen op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Waarbij de volgende uitgangspunten leidend zijn: - Kwaliteit van de eigen school:
Het samenwerkingsverband ondersteunt de basisscholen om de kwaliteit van de interne zorg te optimaliseren, zodat zoveel mogelijk kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen binnen het reguliere basisonderwijs.
-
Het collectief:
Het samenwerkingsverband spant zich optimaal in om passende zorg bij ieder kind te brengen.
-
Externe partners:
Het samenwerkingsverband spant zich in om de mogelijkheden van externe organisaties optimaal te benutten bij het realiseren van passende zorg. Zij schept voorwaarden waarbinnen het mogelijk is in 2011 aan alle kinderen binnen het samenwerkingsverband een passend onderwijsarrangement aan te bieden en draagt zorg voor een dekkend netwerk van zorg.
Binnen het samenwerkingsverband stemmen ons onderwijs af op de behoeften en mogelijkheden van het kind. De zorg gaat naar het kind. Door in te gaan op de onderwijsbehoeften van kinderen is het noodzakelijk dat er gedifferentieerd en flexibel gewerkt wordt. Het veronderstelt een denken, praten en handelen in mogelijkheden en kansen, in plaats van éénzijdig uitgaan van kindbeperkingen en/of ontwikkelings- en leerachterstanden. Het denken in termen van onderwijsbehoeften dient in juiste relatie te staan tot objectieve resultaatmeting. De groepsleerkracht speelt de centrale rol in de zorg voor leerlingen. Zij is verantwoordelijk voor het geven van goed onderwijs aan de kinderen in de groep. De leerkracht wordt uitgedaagd om aan verschillen tegemoet te komen. Niet door ze op te heffen of te verkleinen, maar door alle leerlingen onderwijs te geven dat wat betreft vorm, inhoud en planning het best bij hun mogelijkheden aansluit. Essentieel is het al eerder geciteerde begrip ‘Afstemming’.
1
Samenwerkingsverband Helmond-Mierlo WSNS meerjarenbeleidsplan 4 Basischool St.Odulfus
Kinderen benaderen vanuit onderwijsbehoeften vraagt om ‘anders denken’, het noopt tot afstemming van de bovenschoolse zorgstructuur en zorgvuldige bewaking van de doorgaande lijn. Daarmee zijn de thema’s van het samenwerkingsverband voor de komende jaren bepaald. - 1-Zorgroute - Inrichting en Positionering van het SBO - Zorg Advies Team (ZAT) - Afstemming w.o. communicatie - Passend onderwijs – Geen kind tussen wal en schip. - Professionalisering 1-Zorgroute De 1- zorgroute houdt in dat er binnen scholen binnen het samenwerkingsverband een uniform en transparant zorgtraject wordt opgebouwd. Dit traject beslaat drie niveau’s: groep, school en samenwerkingsverband. De leerkracht in de groep werkt handelingsgericht met groepsplannen. Uitgangspunt hierbij is de onderwijsbehoefte van het kind. In het schoolplan beschrijft de basisschool hoe en welke zorg op school geboden wordt (het zorgprofiel). De geboden zorg is gebaseerd op een visie. Deze visie is afgestemd op de visie en doelstelling van het samenwerkingsverband. In deze visie op begeleiding van en zorg voor leerlingen staan de instructie en ondersteuningsbehoeften van de verschillende leerlingen centraal. Het gaat erom de onderwijsleersituatie, inclusief leerkrachtgedrag, zo optimaal mogelijk hierop te willen afstemmen. Om deze visie daadwerkelijk te realiseren op de werkvloer wordt uitgegaan van de volgende punten: - Handelingsgericht werken - Samenwerking tussen leerkracht, kind, ouders, begeleiders. - Uitgaan van positieve factoren en zoeken naar mogelijkheden/kansen. - Systematisch en transparant werken. Het samenwerkingsverband biedt ondersteuning door: - de school te begeleiden en te ondersteunen bij het invoeren van groepsplannen; - de school te ondersteunen bij het opzetten van een adequaat zorgteam; - in te zetten op deskundigheid en attitude van leerkrachten in de vorm van coaching, begeleiding en scholing; - het stimuleren van ‘leren van elkaar’; het bevorderen van uitwisseling, samenwerking en overleg tussen basisscholen onderling, inclusief de school voor speciaal basisonderwijs; - communicatie en ontmoeting tussen leidinggevenden tot stand te brengen; - communicatie en ontmoeting tussen intern begeleiders tot stand te brengen.
5 Basischool St.Odulfus
Inrichting en Positionering van het SBO Als basisschool worden we door het samenwerkingsverband gestimuleerd het onderwijs en de zorg voor leerlingen met speciale onderwijsbehoeften te heroverwegen. Een ontwikkeling die aansluit bij de ontwikkelingen die gaande zijn bij ons op school. Aan ons als basisschool is gevraagd om onszelf te positioneren in de onderstaande rij van ‘passend onderwijs profielen’, die in opklimmende mate weergeeft hoeveel leerlingen met een speciale onderwijsbehoefte in de reguliere school opgevangen worden. Profiel 1: de netwerkschool Deze school heeft de lijnen met SBO en (V)SO en de overige externe zorgstructuur goed op orde en de zorg voor leerlingen veelal aan deze organisaties ‘uitbesteed’. De opvang van geïndiceerde leerlingen met speciale onderwijsbehoeften ligt op deze school tussen de 0 en 1% van de populatie. Profiel 2: de smalle zorgschool Deze school is in staat leerlingen met (zeer) speciale onderwijsbehoeften van een specifieke categorie en/of de minder ernstige van meerdere categorieën, adequaat onderwijs te bieden. 1 tot 2% van de populatie van de school heeft een indicatie. Profiel 3: de brede zorgschool Deze school is in staat leerlingen met (zeer) speciale onderwijsbehoeften van meerdere specifieke categorieën en/of grote delen van alle categorieën adequaat onderwijs te bieden. De school vangt 35 tot 70% van de geïndiceerde leerlingen op. Dit is 2 tot 4% van de schoolpopulatie. Profiel 4: de inclusieve school Deze school stelt zich open voor (nagenoeg) alle leerlingen met (zeer) specifieke onderwijsbehoeften, die nu nog veelal naar het SBO en (V)SO gaan en is in staat ze adequaat onderwijs te bieden. De school realiseert adequate opvang voor 70 tot 100% van de geïndiceerde leerlingen, ofwel 4 tot 6% van de schoolpopulatie (uitgaand van een gemiddelde spreiding van speciale onderwijsbehoeften over het land). Tot welke keuze basisschool St.Odulfus is gekomen en welke consequenties dit heeft voor de inrichting van het onderwijs staat uitgewerkt op bladzijde 13 van dit zorgplan.
6 Basischool St.Odulfus
Zorg Advies Team (ZAT) Het samenwerkingsverband omschrijft de samenstelling van het ZAT als volgt: In een Zorgadviesteam zijn alle instellingen die zijn gericht op de begeleiding van kinderen (en hun ouders) met speciale behoeften, vertegenwoordigd. (Het Zorgloket, Jeugdzorg, GGD, Maatschappelijk werk, begeleidingsdienst, leerplicht, vertegenwoordigers REC-scholen, ea) Afstemming w.o. communicatie Samenwerking is daarbij geen doel op zich, maar een middel wat moet leiden naar gezamenlijke doelen. Dit ontmoeten geldt voor alle niveaus; zowel op groepsniveau (leerkracht, leerling, ouders), schools- en bovenschools niveau. Samenwerken vraagt om afstemming. Een goede communicatie is in het hele proces daarom van groot belang. Die communicatie zal gericht moeten zijn op elkaar informeren en op de hoogte houden van relevante ontwikkelingen en het streven naar het spreken en interpreteren van eenzelfde taal. Op die manier wordt afstemming de ‘smeerolie’ van het samenwerken. Het samenwerkingsverband ondersteunt scholen in dit proces door: - te informeren middels nieuwsbrieven en een website - rekening te houden met kritische succesfactoren - ontmoetingen mogelijk te maken tussen en met betrokkenen - partners te ontmoeten en van daaruit structuren kunnen verduidelijken Passend onderwijs – Geen kind tussen wal en schip Om passend onderwijs mogelijk te maken moet de draag- en spankracht van de scholen verbeterd worden onder andere door de deskundigheid van leerkrachten te bevorderen. De leerkracht moet ondersteund worden binnen en buiten de school. Daarnaast moet er goed aandacht zijn voor de doorgaande lijn. Het belang van samenwerking tussen po-vo en (v)so wordt breed onderkend. De rol van ouders als pedagogische partners dient zichtbaar in beeld te komen. Op de derde plaats vereist passend onderwijs een goede afstemming tussen onderwijs en jeugdzorg enerzijds en regulier onderwijs en vormen van speciaal onderwijs anderzijds. Het samenwerkingsverband ondersteunt in dit proces door: - zelf invulling te geven aan passend onderwijs, - te streven naar één regionaal aanmeldpunt; één loket met daarachter ZAT, PCL, REC’s in een soort indicatie/determinatiepunt; - te investeren in een optimale samenwerking tussen basisonderwijs en speciaal onderwijs; - te investeren in een optimale samenwerking tussen (speciaal) basisonderwijs en jeugdzorg; - kinderen zo schoolnabij mogelijk op te vangen; Zorg naar het kind! - het in kaart brengen van schoolprofielen van basisscholen om verwijzing bao-bao mogelijk te maken op inhoudelijke gronden.
7 Basischool St.Odulfus
Professionalisering De uitdaging van passend onderwijs is extra ondersteuning te organiseren die leerlingen met specifieke behoeften nodig hebben en deze ook te realiseren in de klas, hetzij in een reguliere, dan wel een speciale school. Dit betekent dat de leerkrachten een cruciale rol hebben als het gaat om een succesvolle realisatie van passend onderwijs. Dit laat zien dat het personeel betrokken moet worden en zich ook betrokken voelen bij de realisatie van passend onderwijs. Uitgangspunt is dat betrokken leerkrachten goed kunnen aangeven wat zij nodig hebben aan scholing en ondersteuning. De mate waarin scholing en ondersteuning zal moeten plaatsvinden is sterk afhankelijk van de ontwikkelingen op schoolniveau en op persoonlijk niveau en de ambities die de school heeft om passend onderwijs te realiseren. Het samenwerkingsverband ondersteunt scholen in dit proces door: - de centrale rol van de leerkracht in dit proces te onderkennen. - de professionalisering- en ondersteuningsbehoefte van leerkrachten te inventariseren en te faciliteren.
8 Basischool St.Odulfus
Hoofdstuk 1.
Uitgangspunten in de zorg op basisschool St.Odulfus
Op school staat de zorg voor het individuele kind centraal. Wij streven ernaar om de zorg zo optimaal mogelijk te laten zijn. Om dit te bereiken is het nodig dat er kritisch geluisterd wordt naar signalen van kinderen, ouders en leerkrachten, zodat hulp al in een vroeg stadium geboden kan worden. De rol van de ouders: 1. Juiste en volledige informatie bieden over hun kind zodat er sprake kan zijn van een open communicatie over de zorg van het kind. Het entreeformulier ‘Dit ben ik’ kan daarbij een hulpmiddel zijn. De rol van de leerkracht: 1. De zorg voor de leerlingen in de groep is ten allen tijde de verantwoordelijkheid van de groepsleerkracht. 2. De groepsleerkracht is eindverantwoordelijke voor de (uitvoering van) verleende zorg aan een (groep) leerling(en). 3. De groepsleerkracht informeert ouders en houdt ze op de hoogte van de ontwikkelingen van hun kind. De intern begeleider kan daarbij een ondersteunende rol spelen. De rol van de intern begeleider: 1. De intern begeleiders hebben vooral een bewakende, coördinerende, stimulerende en coachende rol. 2. De intern begeleiders zijn ook een veilige haven voor kinderen in crisissituaties. 3. De intern begeleiders voeren met groepsleerkrachten structureel groepsbesprekingen, leerlingenbesprekingen en overdrachtsbesprekingen. 4. De intern begeleiders hanteren een oplossingsgerichte aanpak. De rol van de school: 1. De vijf zorgniveaus spelen een functionele rol binnen het zorgsysteem van de school. 2. De school ontwikkelt zich steeds meer naar een brede zorgschool, een school waar de zorg en ontwikkeling voor het individuele kind centraal staat. 3. De school zal voldoende materiële voorzieningen moeten hebben om adequate zorg aan leerlingen te kunnen geven. 4. De school wil vooruitstrevend zijn als het gaat om onderwijs en ontwikkelingen binnen het onderwijs. Bij dit alles staat voorop dat wij als school een positieve bijdrage willen leveren aan de totale vorming en ontwikkeling van het kind. Voor ons is een goed pedagogische klimaat, waarin alle betrokkenen, ouders, leerkrachten en kinderen elkaar respecteren en waarderen, van het grootste belang. Als school streven wij naar samenwerking met als doel de zorg voor dat ene kind. Samenwerking met ouders, maar ook met externe instanties die betrokken zijn bij de zorg voor het kind.
9 Basischool St.Odulfus
Hoofdstuk 2.
De vijf zorgniveaus in de praktijk
Zorg Inhoud niveau Basiszorg in de groep: 1
het onderwijs is afgestemd op het niveau van de leerling.
2
Extra zorg voor één of meer vakken, begeleiding bij gedrag of een combinatie van aandachtsgebieden.
Wie neemt actie?
Wat is de actie?
Handelingsplan
Dossiervorming
Rol ouders
De leerkracht. Hij/zij is verantwoordelijk voor een juiste afstemming.
Afstemming van het onderwijs door het model van directe instructie toe te passen bij het methode-gericht werken, waarbij de methode geen doel op zich mag zijn.
Voor de vakgebieden rekenen en technisch lezen is de basiszorg beschreven in een groepsplan. Leerkrachten zijn vrij om dit ook voor andere gebieden zoals spelling of sociaal-emotionele ontwikkeling toe te passen.
Ouders geven de nodige informatie aan school. Na zes weken intakegesprek met nieuwe ouders a.d.v. entreeformulier. Ouders worden geïnformeerd over de ontwikkeling van hun kind via periodieke verslaglegging.
De leerkracht. Hiervoor kan hij/zij gebruik maken van collegiale consulstatie. Daarbij kan men in gesprek gaan met de duo-partner, de parrallelleerkracht, de leerkracht van de OG, de rt-er, de IB-er of de ABer.
Uitgangspunt is de behoefte van de individuele leerling. Ouders worden geïnformeerd door de leerkracht.
In het groepshandelingsplan worden diverse niveaus onderscheiden. Waar mogelijk worden kinderen met dezelfde onderwijs-behoeften geclusterd. Voor leerlingen met een Escore wordt een individueel handelingsplan opgesteld. Leerlingen met een LGF hebben een uitgebreid, individueel handelingszorgplan.
De leerkracht registreert a.d.v. zorgformulieren. Uitgangspunt is de 1-Zorgroute. OVM, LOVS en Dotcom. De gegevens worden 3x per jaar overgedragen aan de IB voor dossiervorming op schoolniveau. De leerkracht registreert a.d.v. zorgformulieren. De leerkracht vult alle relevante zorgformulieren in. Registratie in: OVM, LOVS en Dotcom. De gegevens worden 3x per jaar overgedragen aan de IB voor dossiervorming op schoolniveau.
10 Basischool St.Odulfus
Ouders geven de nodige informatie aan school. Ouders worden geïnformeerd over deze extra zorg via de periodieke verslaglegging of via een extra oudergesprek. We vragen ouders het individuele handelingsplan te ondertekenen.
Inhoud Zorg niveau Speciale zorg na intern 3
onderzoek / consultatie intern begeleider
4
Speciale zorg na extern onderzoek / externe consultatie.
Wie neemt actie?
Wat is de actie?
Handelingsplan
Dossiervorming
Rol van de ouders
De leerkracht vraagt hulp / advies aan IB-er. Ook het inroepen van de hulp van leden van het zorgteam (RT of AB) valt binnen dit niveau. Leerkracht blijft eindverantwoordelijk voor de uitvoering. IB is eindverantwoordelijk voor aansturing / bijstelling / corrigeren.
Gesprek leerkracht / IB. Besluit tot intern onderzoek en/of observatie door IB, RT of AB. Beslissingen over voortgang worden altijd genomen in samenspraak met leerkracht en IB. Ouders worden geïnformeerd.
Naar aanleiding van de onderzoeksresultaten / observaties wordt een eerder handelingsplan bijgesteld. Indien nodig ondersteuning van de leerkracht d.m.v. remedial teaching voor een bepaald vakgebied.
Ouders geven de nodige informatie aan school. Ouders worden geïnformeerd over deze extra zorg via de periodieke verslaglegging of via een extra oudergesprek. We vragen ouders het individuele handelingsplan te ondertekenen.
De leerkracht en IB-er nemen samen initiatief tot het inroepen van externe hulp. Leerkracht blijft eindverantwoordelijk voor de uitvoering. Waar mogelijk blijft de leerkracht ook verantwoordelijk voor het geven van de nodige informatie, de aansturing van het proces en de contacten met externe instanties. De IB-er heeft een begeleidende en coachende rol maar is wel eindverantwoordelijke in het hele proces.
Er wordt een nauwkeurig omschreven onderzoeks- of hulpvraag opgesteld. Aangevuld met relevante informatie uit het kinddossier.
Op grond van de resultaten van het extern onderzoek wordt de handelingsplanning uit niveau 3 bijgesteld / aangepast.
Van het hele proces wordt verslaglegging gedaan. Er is sprake van een individueel handelingsplan, indien van toepassing aangevuld met handelingsplan RT. De dossiervorming verloopt verder zoals beschreven bij niveau 2. Van het hele proces wordt verslaglegging gedaan. Er is sprake van een individueel handelingsplan, indien van toepassing aangevuld met handelingsplan RT. De dossiervorming verloopt verder zoals beschreven bij niveau 2.
11 Basischool St.Odulfus
Ouders geven de nodige informatie aan de school. Als het extern onderzoek op school plaats vindt, zijn zowel ouders als school aanwezig bij het intakegesprek. Het spreekt vanzelf dat de school geen relevante informatie aan derden verstrekt zonder toestemming van de ouders. De ouders worden regelmatig geïnformeerd over de voortgang. We vragen ouders het individuele handelingsplan te ondertekenen.
Zorg niveau
Inhoud
Wie neemt actie?
Wat is de actie?
Handelingsplan
5
De aanvraag van LFG of de zorg in de speciale school voor basisonderwijs of een andere vorm van speciaal onderwijs.
Intern begeleider in samenwerking met de groepsleerkracht. De IB levert de nodige papieren aan en de leerkracht vult ze in, indien nodig met begeleiding van de IBer.
Aanvraag LGF: - opstellen handelingszorgplan - invullen aanvraagformulieren - dossiervorming
Bij een aanvraag voor een LGF / SBO / REC vult de leerkracht, indien nodig samen met de IB-er altijd een handelingszorgplan in.
Aanvraag SBO / REC: invullen onderwijskundig rapport, aangevuld met handelingszorgplan en dossier.
12 Basischool St.Odulfus
Dossiervorming Aanvullend op onderwijskundig rapport relevantie dossiergegevens toevoegen.
Rol van de ouders Aanvraag LGF: Ouders vullen het oudergedeelte van de aanvraag in. Zij ondertekenen alle relevante documenten. Ouders geven toestemming om het dossier over te dragen. Aanvraag SBO / REC: Ouders melden aan bij de PCL voor een beschikking SBO, of rechtstreeks bij een andere vorm van S.O.
Hoofdstuk 3.
De vijf zorgniveaus; verantwoordelijkheden
Zorgniveau 1.
Ontwikkelingsgericht onderwijs
In dit zorgniveau staat het handelen van de leerkracht centraal. De leerkracht is verantwoordelijk voor onderwijs dat aansluit bij de ontwikkeling van het kind. Uitgangspunt is aansluiten bij de mogelijkheden van elk kind en een leeromgeving creëren waarbij kinderen de ruimte krijgen om zich te ontwikkelen. Deze fase is kun je ook omschrijven als een preventieve fase. Door aan te blijven sluiten bij de basisbehoeften van het kind (relatie, competentie en autonomie) probeer je als leerkracht leer- en gedragsproblemen te voorkomen. In zorgniveau 1 heeft de intern begeleider een collegiale rol. Er is geen sprake van speciale maatregelen om de zorg van de leerlingen aan te passen, behalve hetgeen er in de klas gebeurt. De leerkracht is verantwoordelijk als het gaat om het informeren van ouders over de voortgang van hun kind. Dit kan via het rapport, wat drie keer per jaar meegaat en de daarbij horende rapportgesprekken. Naast de oudergesprekken bestaat er altijd de mogelijkheid om tussendoor een keer in gesprek te gaan over de voortgang van het kind. Het initiatief kan hierbij van de leerkracht komen, maar ouders mogen ook aangeven dat zij behoefte hebben aan een gesprek.
Zorgniveau 2.
Zorg in de klas
Mocht blijken dat, ondanks het ontwikkelingsgericht onderwijs en de inzet van de leerkracht, er leerlingen zijn die specifieke onderwijsbehoeften hebben, zal de leerkracht voor een passend onderwijsaanbod moeten zorgen. De leerkracht is verantwoordelijk voor het bieden van een passend onderwijsaanbod, maar kan advies vragen bij diverse collega’s in de school. Mogelijkheden zijn: in gesprek gaan met je duopartner of collega van de parallelgroep, de zorg inbrengen tijdens een bouwoverleg, informatie inwinnen bij de IB-er, RT-er, AB-er of leerkracht van de ondersteuningsgroep. Het is altijd mogelijk om even bij iemand binnen te lopen, het initiatief en de uitvoering ligt bij de leerkracht.
13 Basischool St.Odulfus
Zorgniveau 3.
Zorg op school
In het derde niveau gaat het ook om het tegemoet komen aan de specifieke onderwijsbehoeften van leerlingen, in deze fase wordt door de leerkracht extra hulp gezocht op schoolniveau. De leerkracht meldt de leerling aan bij de intern begeleider, formuleert de hulpvraag en geeft aan welke acties er tot dan toe met de leerling zijn ondernomen en waarom deze volgens de leerkracht tot onvoldoende resultaat hebben geleid. Extra hulp op schoolniveau kan gestalte krijgen in de volgende vormen: -
Ondersteuning voor een bepaald vakgebied door de remedial teacher Onderzoek op een bepaald vakgebied door de remedial teacher Observaties door de IB-er of AB-er (met name bij gedragsproblemen) Ondersteuning vanuit de ondersteuningsgroep Bespreking in het ZAT
In samenspraak tussen de intern begeleider en de leerkracht wordt bepaald welke vervolgstappen worden ondernomen. Als een kind aangemeld is als zorgleerling, blijft de intern begeleider deze leerling volgen door extra te informeren tijdens groepsbesprekingen, maar ook door het kind terug te laten komen tijdens leerlingenbesprekingen. Niet alleen in het schooljaar waarin het kind is aangemeld, maar ook de daaropvolgende schooljaren. De intern begeleider bewaakt als het ware de doorgaande ontwikkelingslijn en voorkomt dat een kind uit beeld raakt.
Zorgniveau 4.
Handelingsverlegenheid
Als blijkt dat we als school tegen een grens aanlopen ten aanzien van de hulp aan het kind, kunnen we spreken van handelingsverlegenheid. Het is dan goed om extern op zoek te gaan naar kennis en informatie om het onderwijs aan deze leerling zo optimaal mogelijk te laten verlopen. In deze fase zijn ouders zeer nauw betrokken bij de te zetten stappen. De intern begeleider functioneert in deze fase vaak als coördinator voor de leerkracht en de ouders. Welke mogelijkheden hebben school en ouders om extern hulp in te schakelen? - Aanmelding bij Centrum voor Jeugd en Gezin (opvoedingsproblemen e.d.) - Aanmelding bij GGZ / Herlaarhof (gedragsproblemen) - Aanmelding bij Herlaarhof dyslexie-polie (vermoeden van ernstige dyslexie) - Aanmelding bij O.C.G.H. (capaciteitenonderzoek, initiatief ligt bij ouders) - Aanmelding bij AutismeTotaal (onderzoek naar autisme, thuisbegeleiding e.d.) - Bespreking in het ZAT - Bespreking met de Ambulant begeleider, gekoppeld aan huisbezoek en observaties - Enz. In sommige situaties schakelt de school Orthodidact in. De, aan deze praktijk verbonden, orthopedagoog is al jaren werkzaam voor de school. Mocht het voor ouders een probleem zijn om via bovenstaande instanties hulp te zoeken, dan bekostigd de school het onderzoek naar dyslexie of capaciteiten. Met de afname van gelden, wordt het voor de school echter steeds moeilijker om dit zelf te bekostigen. Omdat bovenstaande processen vaak langdurig zijn, neemt de verantwoordelijkheid van de intern begeleider in dit niveau toe. Er is sprake van gedeelde verantwoordelijkheid. 14 Basischool St.Odulfus
Zorgniveau 5.
Passend onderwijs
Voor ons staat het welzijn van het kind en zijn of haar ontwikkeling voorop. Er zijn echter situaties waarin blijkt, dat ondanks alle geboden hulp en aanpassingen het onderwijsaanbod tekort schiet. Om dan tegemoet te komen aan de specifieke onderwijsbehoeften van het kind kan de aanvraag van LGF-financiering uitkomst bieden. Bij de inzet van de rugzakgelden staat het individuele kind centraal. De hulp is op maat en voor elk kind anders. Mogelijkheden die de school kan bieden: - Gebruik maken van de ondersteuningsgroep; inzet van uren kan verschillen - Deelname aan een speltraining - Deelname aan een SOVA- of TOM-training (i.s.m. AutismeTotaal) - Observatie door AB-er; o.a. video-observaties - Inzet extra materialen in de groep De zorg is voor elk kind anders en dat maakt ook dat we als school steeds willen leren. Leren van de hulpvraag van kinderen maar ook openstaan voor nieuwe ontwikkelingen. Als het welzijn en de individuele ontwikkeling van het kind voorop staat, moet je als school soms ook erkennen dat onze school niet de juiste plek is voor een kind. Er zijn grenzen aan wat voor ons als school haalbaar is. Met name wanneer er sprake is van zeer ernstige gedragsproblemen, waarbij de veiligheid van het kind, maar ook de groep en de leerkracht in het gedrang komt. Dan is (crisis)plaatsing op een SBO-school of een school voor speciaal onderwijs de beste oplossing. Het invullen van het onderwijskundig rapport t.b.v. aanmelding bij de PCL of het CVI gebeurt in overleg tussen intern begeleider en leerkracht. De uitvoering van de procedures en begeleiding van de ouders blijft een gezamenlijke verantwoordelijkheid, waarbij de intern begeleider een leidende rol heeft.
15 Basischool St.Odulfus
Hoofdstuk 4.
Passend onderwijs zorgprofiel
Op onze school willen we kinderen de ruimte geven om te groeien in zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid. Wij willen kinderen waarderen zoals ze zijn en positief zoeken naar de belangstelling en talenten van ieder kind. De school moet een plek zijn waar ieder die er binnenloopt zich thuis voelt en zich gewaardeerd voelt. Als je op deze manier naar kinderen kijkt en je durft kansen te zien, is het logisch dat veel kinderen bij ons op school een plek hebben gevonden. Een plek waar we er naar streven om zo optimaal mogelijk onderwijs te bieden. Profiel 1: de netwerkschool Deze school heeft de lijnen met SBO en (V)SO en de overige externe zorgstructuur goed op orde en de zorg voor leerlingen veelal aan deze organisaties ‘uitbesteed’. Profiel 2: de smalle zorgschool Deze school is in staat leerlingen met (zeer) speciale onderwijsbehoeften van een specifieke categorie en/of de minder ernstige van meerdere categorieën, adequaat onderwijs te bieden. Profiel 3: de brede zorgschool Deze school is in staat leerlingen met (zeer) speciale onderwijsbehoeften van meerdere specifieke categorieën en/of grote delen van alle categorieën adequaat onderwijs te bieden. Profiel 4: de inclusieve school Deze school stelt zich open voor (nagenoeg) alle leerlingen met (zeer) specifieke onderwijsbehoeften, die nu nog veelal naar het SBO en (V)SO gaan en is in staat ze adequaat onderwijs te bieden. Wij zouden als school graag doorgroeien van een brede zorgschool. In dit groeiproces zijn we al een heel eind gekomen, maar wij ervaren ook de moeilijkheden waar je als brede zorgschool tegenaan loopt. Zeker wanneer het gaat om leerlingen met ernstige gedragsproblemen. Een stoornis binnen het autistisch spectrum in combinatie met ADHD bijvoorbeeld. Voor deze kinderen zou het prettig zijn als er een time-out-plek in de school is, een eigen ruimte met een leerkracht die, als het nodig is, in staat is om deze kinderen op te vangen. Op dit moment hebben wij die mogelijkheden niet en worden deze kinderen opgevangen door collega-leerkrachten die deze kinderen in hun eigen groep een plek bieden om rustig te worden. Deze situatie heeft er toe geleid dat er dit schooljaar al zeven kinderen niet aangenomen zijn omdat wij de ernst van de gedragsproblematiek te groot achten. Om toch tegemoet te komen aan deze doelgroep zijn wij in gesprek met de directie van de Antoon van Dijkschool om te zoeken naar een passende oplossing. Waar we in ieder geval komend schooljaar mee starten is de komst van een tweede ondersteuningsgroep, omdat we merken dat het aantal rugzakleerlingen toeneemt en de oudere kinderen andere begeleiding vragen dan de jongere kinderen. Uitdaging zal blijven de balans te zoeken in zorg voor alle kinderen. Zodat er ook echt sprake kan zijn van een brede zorgschool waar elk kind tot zijn of haar recht komt. 16 Basischool St.Odulfus
Hoofdstuk 5.
Structuur van de zorg op basisschool St.Odulfus
§ 5.1.
Interne ondersteuning
§ 5.1.1.
In de klas
De groepsleerkracht is de eerst verantwoordelijke in de zorg voor kinderen. Deze is ook het aanspreekpunt voor ouders. Elke groepsleerkracht heeft een groepsadministratiemap, waarin alle gegevens en resultaten van de kinderen nauwkeurig worden bijgehouden. Als een kind op een bepaald onderdeel uitvalt, wordt er actie ondernomen in de vorm van een individueel handelingsplan of groepsplan. De hulp bestaat dan uit extra uitleg, meer oefenstof, etc. De leerkracht kan hiervoor gebruik maken van een zeer actuele orthotheek. Deze bevindt zich in de RT-ruimte. Een handelingsplan wordt opgesteld voor een periode van zes tot acht weken. Na deze periode wordt gekeken of het plan werkt of bijgesteld moet worden. Deze gegevens worden opgeslagen in een zorgmap van het kind, aanwezig in de klas. In de zorgmap worden ook verslagen van oudergesprekken en onderzoeksgegevens opgeslagen.
§ 5.1.2.
Interne begeleiding
De interne begeleiders begeleiden de leerkrachten in het bedenken van oplossingen voor leer- en gedragsproblemen. Zij coördineren de zorg op schoolniveau en voeren overleg met de remedial teacher over het verloop van de geboden hulp aan individuele kinderen. Omdat er sprake is van twee intern begeleiders, richt de ene IB-er zich op de coördinatie van de specifieke zorg voor alle leerlingen met een LGF-financiering en de leerlingen waarbij een aanvraag voor een LGF-financiering loopt. De andere IB-er coördineert de totale zorg voor de leerlingen van groep 0 t/m 8.
§ 5.1.3.
Remedial teaching
Mocht het nodig zijn dat kinderen specialistische hulp nodig hebben, dan wordt de remedial teacher ingeschakeld. De remedial teacher stelt een handelingsplan voor deze kinderen op. Hierin staat beschreven wat zij met het kind in een bepaalde periode wil bereiken. Instructie vindt plaats tijdens de rt-tijd, de verwerking vindt plaats in de klas en het kind moet daar ook de tijd voor krijgen. Daarnaast is er regelmatig overleg met de groepsleerkracht en de intern begeleider. De beslissing over welk kind remedial teaching krijgt ligt altijd bij de intern begeleiders. Op school zijn twee remedial teachers werkzaam, daarnaast zijn er nog twee leerkrachten die extra ondersteuning geven. De ene leerkracht richt zich met name op leerlingen uit groep 1 t/m 3, de andere leerkracht houdt zich bezig met rekenen- en spellingsonderwijs aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben in groep 7 en 8. In totaal is er sprake van zes dagdelen remedial teaching in de week en vier dagdelen ondersteuning in de week.
17 Basischool St.Odulfus
Werkwijze RT-leerlingen 1. Groepsleerkracht vult het aanmeldingsformulier RT in na overleg met de intern begeleider. 2. Informatief gesprek tussen remedial teacher en groepsleerkracht. 3. Diagnostisch onderzoek / gesprek door de remedial teacher. 4. Handelingsplan opstellen door de remedial teacher. 5. Overleg tussen de groepsleerkracht en de remedial teacher over de behandeling tijdens de remedial teaching en het vervolg in de groep. 6. Uitvoering handelingsplan gedurende acht tot tien weken. 7. Tussentijds overleg tussen de intern begeleider en remedial teacher. 8. Evaluatiegesprek tussen de remedial teacher en de groepsleerkracht. 9. Nieuwe behandelperiode of de remedial teaching stopt.
§ 5.1.4.
Ondersteuningsgroep
Met ingang van augustus 2006 kennen we op school een ondersteuningsgroep voor kinderen met een rugzak. Deze groep wordt geleidt door twee leerkrachten, waarbij een leerkracht ruime ervaring heeft met het werken in het speciaal onderwijs. De ondersteuningsgroep draait van maandag t/m vrijdagochtend. Een uitgebreide beschrijving van de ondersteuningsgroep is terug te vinden in hoofdstuk 6.
§ 5.1.5.
Leerkrachtondersteuner
Vier dagdelen in de week is er een leerkrachtondersteuner vanuit de Antoon van Dijkschool bij ons op school werkzaam. Zij begeleidt kinderen met een rugzak d.m.v. speltraining maar biedt ook hulp in de klas en kan zo leerkrachten ondersteunen en begeleiden.
§ 5.1.6.
Kids skills; sociaal-emotionele vaardigheden
Sinds twee jaar krijgen de kinderen van groep 1 t/m 8 dans- en theaterlessen. De nadruk bij deze lessen ligt op de sociaal-emotionele exploratie. Daarnaast wil de Odulfusschool kinderen die op sociaal-emotioneel gebied net iets meer tijd nodig hebben om vaardigheden te leren, de mogelijkheid geven om op een speelse manier zich die vaardigheden eigen te maken. Niet alleen, maar in een groep, bestaande uit kinderen uit groep 5 en 6. De groep is samengesteld in samenspraak met de groepsleerkracht(en), de leerkracht dans- en theaterlessen en de intern begeleidster.
18 Basischool St.Odulfus
§ 5.1.7.
Onderwijsassistenten en stagiaires van ROC en Hogeschool De Kempel
Sinds enkele jaren hebben we op de maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag stagiaires van de opleiding ROC Sport en beweging. Zij verzorgen de gymlessen en dit geeft leerkrachten de mogelijkheid om te observeren, maar ook om de kinderen met bijvoorbeeld het syndroom van Down deel te laten nemen aan de gymlessen van hun eigen groep op een verantwoorde manier. Ook stagiaires van de opleiding tot onderwijsen klassenassistent zijn waardevolle krachten in de groepen.
§ 5.1.8.
Hulpgroep
Sinds enkele jaren krijgen de leerlingen van groep 7 en 8 met een E- en/of D-score op de vakgebieden rekenen en spelling per vakgebied een uur extra ondersteuning in de week. Naast herhaling van de aangeboden leerstof heeft deze hulpgroep ook als doel het zelfvertrouwen van deze kinderen te vergroten en ze vaardigheden aan te leren.
§ 5.1.9.
Verrijkingsgroep
Voor sommige kinderen is de aangeboden leerstof te moeilijk terwijl voor andere kinderen de aangeboden leerstof weer veel te gemakkelijk is. Voor deze laatste groep kinderen, de kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong, is onderwijs op maat net zo belangrijk als voor de leerlingen met leerproblemen. Voor hen is twee jaar geleden de verrijkingsgroep opgericht. Een uitgebreide beschrijving van de verrijkingsgroep is terug te vinden in hoofdstuk 7.
19 Basischool St.Odulfus
§ 5.2.
Externe ondersteuning
§ 5.2.1.
Ambulante begeleiding
Het gaat hier om de ambulante begeleiding vanuit een regionaal expertise centrum voor kinderen met specifieke zorgbehoeften. Cluster 1: voor kinderen met visuele handicaps Cluster 2: voor kinderen met communicatieve handicaps (gehoor, spraakproblemen) Cluster 3: voor kinderen met een verstandelijke en/of lichamelijke handicap Cluster 4: voor kinderen met psychiatrische of gedragsstoornissen Omdat wij op school relatief veel kinderen met een cluster 3-indicatie hebben, is er sinds enkele jaren sprake van een verregaande samenwerking met de Antoon van Dijkschool, een REC-school voor cluster 3. Daarnaast is er een afspraak met De Hilt, een REC-school voor cluster 4, dat de ambulant begeleider van de Antoon van Dijkschool ook de leerlingen met een REC-4 indicatie mag begeleiden. Hierdoor is het mogelijk dat de ambulant begeleider een dagdeel in de week op school aanwezig is en daardoor een vast teamlid is geworden. Voor ouders, kinderen en teamleden werkt dit erg positief. Omdat wij ook kinderen met een andere indicatie hebben, hebben wij ook te maken met ambulant begeleiders vanuit De Taalbrug (REC-2), De Mythylschool (REC-3) en de Berkenschutse (REC-3).
§ 5.2.2.
O.C.G.H.
De onderwijsbegeleidingsdienst ondersteunt ons bij het ontwikkelen van een instrument, gekoppeld aan het Entreeformulier, waardoor het mogelijk is om de schoolpopulatie snel in beeld te krijgen. Daarnaast begeleiden zij de intern begeleiders bij het vaststellen van het ontwikkelingsperspectief voor leerlingen vanaf groep 5. Dit is een proces wat nog volop in ontwikkeling is.
§ 5.2.3
Orthodidact
Als blijkt dat een kind, ondanks alle hulp die geboden wordt, vastloopt, kan de school de hulp inschakelen van Orthodidact, de schoolarts of Centrum voor Jeugd en gezin. Orthodidact wordt ingeschakeld als er nader onderzoek gedaan moet worden naar dyslexie of capaciteiten. De praktijk leert echter dat we ouders steeds vaker door verwijzen naar andere instanties, zoals de dyslexiepoli van Herlaarhof, de GGZ enz.
§ 5.2.4.
Zorg Advies Team
Zorg- en adviesteams (ZAT’s) zijn multidisciplinaire teams, waarin instellingen die zorg en ondersteuning bieden aan jeugdigen en hun ouders, aansluiten bij de zorg die het onderwijs biedt. Scholen kunnen vroegtijdige signalen bij jeugdigen herkennen die erop wijzen dat extra zorg of hulpverlening nodig is. De ZAT’s zorgen er voor dat die signalen snel en vakkundig beoordeeld worden en schakelen zo snel mogelijk de juiste hulp of ondersteuning voor de jeugdige, de ouders en de docenten in.2
2
website WSNS-Helmondmierlo.nl 20 Basischool St.Odulfus
§ 5.2.5.
Centrum voor Jeugd en Gezin Helmond
Het Centrum voor Jeugd en Gezin Helmond biedt ouders, kinderen, jongeren en professionals ondersteuning bij vragen over opvoeden en opgroeien. Zij beantwoorden vragen, geven informatie of handige tips en bieden begeleiding. Mocht er na de eerste gesprekken meer ondersteuning nodig zijn dat zetten zij samen met de ouders de mogelijkheden op een rij en zorgen voor de juiste hulp.3 De school kan ouders rechtstreeks naar CJG verwijzen maar kan ook, in samenspraak met de ouders, een intakeformulier invullen. De intern begeleider neemt dan het initiatief. CJG houdt school op de hoogte van de voortgang van het proces, na toestemming van de ouders.
§ 5.2.6.
Zorg voor Jeugd
Sinds twee jaar wordt binnen de gemeente Helmond gewerkt met een digitaal kindsignaleringssysteem. Dit systeem sluit vanuit verschillende doelstellingen aan bij het Centrum van Jeugd en Gezin. Bijvoorbeeld als het gaat om vroegsignalering op een uniforme wijze, het coördineren van de zorg rondom een kind waarbij verschillende partijen betrokken zijn en het tijdig inzetten van de juiste hulpverlening. Verschillende organisaties vanuit de domeinen gezondheidszorg, wonen, werken en welzijn zijn hierbij actief betrokken en registreren wanneer zij een kind of gezin in zorg hebben. Van daaruit wordt de zorgcoördinatie opgepakt door de, vanuit een convenant toegewezen, organisatie. De kracht van dit systeem is dat sneller afgestemd kan worden tussen verschillende partijen. De zorg voor het kind en gezin worden daardoor adequater, efficiënter en doeltreffend ingezet.4
3 4
website WSNS-Helmondmierlo.nl website WSNS-Helmondmierlo.nl 21 Basischool St.Odulfus
§ 5.3.
Overlegstructuren
Overlegvorm:
Doel van overleg:
Overleg interne begeleiders Overleg IB / groepsleerkracht
Dagelijkse gang van zaken bespreken. Individuele zorgleerlingen bespreken. Groepsbespreking met nadruk op de zorgleerlingen. Overdrachtsbespreking tussen de groepsleerkracht en de leerkracht van het komende schooljaar. Voortgang rt-leerlingen bespreken, nieuwe aanmeldingen doorspreken. Voortgang OGleerlingen bespreken, nieuwe aanmeldingen doorspreken. Voorbespreking leerlingen met een verzoek om een onderzoek naar dyslexie, intelligentie, dyscalculie. Voortgang van de leerling bespreken, ervaringen school en thuis uitwisselen.
Overleg IB / groepsleerkracht Overleg IB / groepsleerkracht
Overleg IB / RT
Overleg IB / OG / AB Overleg IB met Orthodidact
Overleg LGFleerling
Overleg ZAT
Overleg IB / Yet (dansexpressie / Kids skills)
het Betrokkenen:
Voortgang van de zorgleerlingen bespreken. Vaak gaat het om leerlingen met gecompliceerde problemen. Doel van dit overleg is ook informatie verstrekken aan het zorgloket. Voortgang danslessen bespreken Kids Skills bespreken
Frequentie:
Interne begeleiders (+directie) Intern begeleider en groepsleerkracht(en) Intern begeleider en groepsleerkracht(en) Groepsleerkrachten en intern begeleider.
Wekelijks
Interne begeleiding en remedial teachers.
Augustus – November – Maart – Juni
Interne begeleiding, ambulant begeleider en leerkrachten OG. (ondersteuningsgroep) Intern begeleider en mevr. Miranda Bruil. Orthopedagoge van Orthodidact
Augustus – Januari – Juni
Ouders, groepsleerkracht(en), AB, IB en leerkracht OG. Bij groot overleg ook externe hulpverleners, zoals logopedie, caesartherapie, thuisbegeleiding enz. Intern begeleider, Ambulant begeleider REC-3, mevr. Erica van der Zanden van het Zorgloket, werkzaam op de Toermalijn, sbo.
September – Januari – Juni
Intern begeleider + directie Leerkrachten gr.5+6
Januari – Juni
22 Basischool St.Odulfus
In overleg. November – Maart – Juni Einde van schooljaar
het
In overleg. Vaak vlak na de groepsbesprekingen.
September – Januari – April
Maandelijks
Hoofdstuk 6.
§ 6.1.
Onderwijs op maat bieden… aan kinderen met een rugzakje!
Wat is de ondersteuningsgroep zeker niet?
De ondersteuningsgroep is geen vergaarbak waar alle kinderen, van de Odulfusschool die een rugzakje hebben, in zijn gestopt. De ondersteuningsgroep is zeker geen dependance van de Antoon van Dijkschool, m.a.w. speciaal onderwijs weggestopt in een apart lokaal binnen een basisschool.
§ 6.2.
Wat is de ondersteuningsgroep dan wel?
We hebben bewust gekozen voor de benaming ondersteuningsgroep omdat deze naam in een noemer de functie van de groep duidelijk maakt. Namelijk ondersteuning bieden aan kinderen die vanwege hun handicap of gedragsstoornis niet in staat zijn deel te nemen aan het reguliere onderwijs op de basisschool.
§ 6.3.
Hoe is de ondersteuningsgroep ontstaan?
In maart 2006 is vanuit de Antoon van Dijkschool de vraag gesteld of er interesse was om een intensieve samenwerking op te starten in de vorm van een ondersteuningsgroep. Voor ons als school heeft steeds voorop gestaan dat het geen apart klasje speciaal onderwijs moest worden, maar dat de kinderen die in aanmerking zouden komen gekoppeld bleven aan hun eigen jaargroep en zoveel mogelijk mee blijven doen met de activiteiten van de eigen groep. Activiteiten zoals gymlessen, kringgesprekken, creatieve vakken, maar ook zelfstandige werktaken aangepast aan het niveau van het betreffende kind. Als school hebben we gekeken of het financieel haalbaar was om een leerkracht aan te stellen die de ondersteuningsgroep ging bemannen. Door de gelden van de rugzakjes te bundelen is het financieel mogelijk geweest om bij het begin van het schooljaar te starten. De Antoon van Dijkschool levert haar bijdrage door de aanwezigheid van een leerkrachtondersteuner voor vier dagdelen in de week (de maandag-, dinsdag- en donderdagmiddag en de woensdagochtend) en een ambulant begeleider voor een dagdeel in de week.
23 Basischool St.Odulfus
§ 6.4.
Voor wie is de ondersteuningsgroep opgezet?
In elke groep zitten kinderen die niet mee kunnen draaien met het reguliere programma van hun jaargroep. Dit wordt op de Odulfusschool opgevangen door onderwijs op maat te bieden. Daarnaast zijn er in diverse groepen kinderen die vanwege hun handicap of gedragsstoornis recht hebben op extra hulp, het rugzakje. Deze kinderen blijven onderdeel van hun eigen jaargroep, maar per kind wordt gekeken waar ondersteuning nodig is. Voor het ene kind kan dit betekenen dat er in de ondersteuningsgroep een half uur per dag aan pre-teaching wordt gedaan, voor het andere kind kan het betekenen dat er gewerkt wordt aan het vergroten van taakgerichtheid en zelfstandigheid in het maken van opdrachten. Dan kan het nodig zijn dat een kind meerdere uren per dag in de ondersteuningsgroep aanwezig is. Doelgroep voor de ondersteuningsgroep zijn de kinderen die een rugzakje hebben of in aanmerking komen voor een rugzak. Het gaat dan op de St.Odulfus om kinderen met het syndroom van Down, kinderen met een stoornis in het autistisch spectrum, gedragstoornissen, spraak- en taalstoornissen en kinderen met een ontwikkelingsstoornis.
§ 6.5.
De ondersteuningsgroep in de praktijk
De ondersteuningsgroep draait van maandag t/m vrijdagochtend. Twee leerkrachten zijn werkzaam in deze groep, waarbij een leerkracht eerder werkzaam was op de Antoon van Dijkschool en bekend is met het werken met kinderen in het speciaal onderwijs. Door scholing en interne coaching is ook de andere leerkracht volledig bekend met het werken met deze speciale doelgroep. Daarbij worden zij ondersteund door de leerkrachtondersteuner. Er is een apart lokaal beschikbaar waar in alle rust gewerkt kan worden. De individuele begeleiding speelt een grote rol in het leerproces bij de kinderen. Vanuit de gelden van de rugzakjes worden allerlei materialen aangeschaft en lesmethoden om zo goed mogelijk aan te sluiten bij het ontwikkelingsproces van de kinderen. De ambulant begeleider is veelal bij de reguliere groepen betrokken. Hij ondersteunt leerkrachten bij de begeleiding van de kinderen in de reguliere groep, stelt handelings- en begeleidingsplannen op en zit de diverse overlegmomenten tussen ouders, leerkrachten, interne begeleiding en externe deskundigen voor. Daarnaast voert hij observaties uit, maakt video-opnames, gaat met kinderen (met name in de bovenbouw) in gesprek en legt huisbezoeken af. Voor alle leerlingen met een rugzak is een begeleidingsplan opgesteld en een handelingsplan. Dit handelingsplan wordt regelmatig bijgesteld. Voor elk kind met een rugzak zijn er drie overlegmomenten in het schooljaar gepland. In september / oktober is er een eerste gesprek met ouders, groepsleerkracht, interne begeleider en ambulant begeleider. Tijdens dit gesprek worden het begeleidingsplan en het handelingsplan doorgenomen. In januari / februari is er groot overleg. Naast alle eerder genoemde personen worden bij dit gesprek ook logopediste, cesar-therapeute en andere mensen die buiten schooltijd met het kind werken uitgenodigd. In mei / juni vindt het laatste gesprek plaats. Hierbij is ook de leerkracht van het nieuwe schooljaar aanwezig. Indien nodig vinden er vaker gesprekken plaats. 24 Basischool St.Odulfus
§ 6.6.
Wie bepaalt welk kind in aanmerking komt voor de ondersteuningsgroep?
In principe komen alleen de kinderen die de beschikking hebben over een rugzak in aanmerking. Daarnaast zijn er diverse kinderen waarbij de aanvraag voor een rugzak nog loopt. Zij zijn al opgenomen in het ondersteuningstraject. Hoe gaat het met kinderen waar nog geen aanvraag voor loopt? Er is inmiddels zoveel kennis in huis dat leerkrachten zelf weten wanneer een kind verregaande ondersteuning nodig heeft. Zij kaarten dit aan bij de intern begeleider en dan worden er verdere stappen ondernomen. Er kan bijvoorbeeld een verzoek uitgaan richting ambulant begeleider om eens te komen observeren in de groep van het desbetreffende kind. We gaan met ouders in gesprek om te kijken of het haalbaar is om een aanvraag voor een rugzak te doen.
§ 6.7.
Aantal leerlingen met een lgf-financiering REC-2
Groep 1 t/m 2 Groep 3 t/m 4 Groep 5 t/m 6
Groep 7 t/m 8
§ 6.8.
REC-3 REC-4 3 lln. met het Syndroom van Down 3 lln. met het 1 lln. met autisme Syndroom van Down 1 lln. met het Syndroom van Down 2 lln. vanuit Mythyl 1 lln. met epilepsie 1 lln. met autisme 1 lln. met ADHD
Aantal leerlingen waar procedure voor een lgf-financiering in gang is gezet.
Groep 1 t/m 2 Groep 3 t/m 4 Groep 5 t/m 6 Groep 7 t/m 8
REC-2 REC-3 REC-4 1 lln. met spraaktaalproblemen 1 lln. met ernstige 1 lln. met ADHD leerproblemen. 1 lln. met ernstige 1 lln. met AD(H)D leerproblemen. 1 lln. met epilepsie 1 lln. met autisme
25 Basischool St.Odulfus
Hoofdstuk 7.
§ 7.1.
Onderwijs op maat bieden… aan meer- en hoogbegaafde kinderen!
Zorg voor meerbegaafde kinderen
Onze zorg richt zich op alle kinderen. Kinderen die meer aan kunnen vragen om een ander aanbod. In samenspraak met het OCGH zijn we in 2009 met een verrijkingsgroep gestart. Leerlingen vanaf groep 5 krijgen wekelijks een gevarieerd aanbod waarbij uitdaging voorop staat. Naast de verrijkingsgroep is het van belang dat deze leerlingen ook in de eigen groep voldoende uitdaging krijgt. Voor rekenen en taal gaan we in samenspraak met de leerkrachten bekijken hoe we onze huidige methodes voor deze leerlingen kunnen compacten en hoe we voor voldoende uitdagend materiaal kunnen zorgen. Veel materiaal is al aanwezig op school. Onze zorg voor meerbegaafde kinderen willen we vastleggen in een protocol, zodat voor ouders en leerkrachten duidelijk is over welke leerlingen we het hebben als we over meerbegaafde kinderen spreken.
§ 7.2.
De verrijkingsgroep in de praktijk
Leerlingen vanaf groep 5 gaan wekelijks naar de verrijkingsgroep. Het aanbod wat zij daar krijgen is gebaseerd op het aanbod van de Leonardo-scholen. De kinderen maken kennis met filosofie, vreemde talen (Spaans en Italiaans), denkspelen, Mindstorms en zaakvakken waarbij geschiedenis het uitgangspunt vormt. Op dit moment zijn er drie leerkrachten actief betrokken bij de verrijkingsgroep. Op maandag geeft een docent levensbeschouwing / maatschappijleer de vakken filosofie en vreemde talen. Op de dinsdag en de vrijdag geeft een docent geschiedenis zaakvakken en op de dinsdagmiddag geeft de leerkracht van groep 7 denkspelen en Mindstorms. Dit schooljaar zijn we ook gestart met een pilot waarbij leerlingen van groep 4 gedurende drie kwartier in de week naar de verrijkingsgroep gaan. Uitgangspunt is daarbij het vak geschiedenis maar het sluit aan bij de thema’s die in de klas aangeboden worden. O.a. ridders en kastelen, piraten, het verre Oosten. De leerlingen van groep 5 t/m 8 zijn gemiddeld twee uur per week werkzaam in de verrijkingsgroep, daarnaast wordt van hen verwacht dat zij een gedeelte thuis of in de klas uitwerken. Deze leerlingen werken voor de vakgebieden rekenen en taal met de compactlijn.
§ 7.3.
Samenwerking Carolus Borromeus College in Helmond
Ook dit jaar mochten er twaalf leerlingen van onze school deelnemen aan een project voor meerbegaafde leerlingen op het Carolus Borromeus College in Helmond. Tijdens 20 bijeenkomsten op woensdagochtend maakten de kinderen kennis met wiskunde, grieks en zaakvakken op thematische basis. De leerlingen die hiervoor in aanmerking komen worden door de groepsleerkracht geselecteerd op basis van hun resultaten en leerhouding. De leerlingen komen uit groep 7 en 8.
26 Basischool St.Odulfus
§ 7.4.
Criteria voor de verrijkingsgroep
Aan het einde van groep 4 bepalen de groepsleerkrachten welke leerlingen in groep 5 in aanmerking komen voor de verrijkingsgroep. Zij hanteren hiervoor de volgende criteria: - voor de belangrijkste vakgebieden een A-score op de Cito-toets - analyse Sibel-vragenlijst - getoonde interesse voor algemene onderwerpen - werkhouding en motivatie - observaties door de groepsleerkracht Als de groepsleerkracht een keuze heeft gemaakt, worden de ouders ingelicht en de namen doorgegeven aan de intern begeleider en groepsleerkracht van groep 5. Gaandeweg het proces kan blijken dat een leerling niet op zijn of haar plek zit in de verrijkingsgroep of juist toe is aan de verrijkingsgroep. In overleg met ouders, leerkrachten van de verrijkingsgroep, intern begeleider, groepsleerkracht en leerling kan dan besloten worden om de leerling uit de verrijkingsgroep te halen of juist toe te laten. Het is voor de groepsleerkracht een uitdaging om juist de onderpresteerders naar boven te halen. Door voor een goed pedagogisch klimaat te zorgen, waar ruimte is om je te profileren, moet het mogelijk zijn om meer- en hoogbegaafde leerlingen al in een vroeg stadium te herkennen. Het onderwijs in groep 1 t/m 4 moet hierop ingericht zijn. Afgelopen schooljaar hebben zo’n 50 leerlingen vanaf groep 5 deelgenomen aan het programma van de verrijkingsgroep.
27 Basischool St.Odulfus
Hoofdstuk 8.
Registratie en dossieropbouw
§ 8.1.
Registratie op groepsniveau
§ 8.1.1.
Registratie groepsmap
Binnen de groep wordt de ontwikkeling van de leerling geregistreerd m.b.t. zijn cognitieve ontwikkeling en m.b.t. zijn sociaal-emotionele ontwikkeling. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de computerprogramma’s Dotcomschool O.A.S. en Cito LOVS. Voor de sociaal-emotionele ontwikkeling vullen de leerkrachten het OVM in. Leerkrachten uit groep 1 en 2 vullen daarbij nog het document ‘Voortgang groep 0 t/m 2’ in. Voor de registratie van de leerontwikkeling van de leerling maakt de leerkracht gebruik van methodetoetsen en de toetsen uit de Cito-toetskalender. Voor de registratie van de sociaal-emotionele ontwikkeling vult de leerkracht twee keer per jaar het OVM in. Op dit moment zijn er negen lijnen die ingevuld worden. In een afsluitbare kast bewaard de leerkracht de groepsmap van zijn of haar groep. In deze map(pen) worden de volgende documenten opgeslagen: Groepsmap 1. Algemene gegevens - adresgegevens - groepsoverzicht van zorg - overleg groepsleerkracht – intern begeleider - groepsoverzicht didactisch - groepshandelingsplannen - groepsoverzicht OVM / EGGO+ groepskaart - Sociogram + observatiesgegevens - overzicht van rapporten - AVI & DMT-uitslagen - Cito-gegevens
Groepsmap 2. Individuele gegevens Per leerling worden relevante gegevens bewaard zoals: individuele handelingsplannen, verslagen van oudergesprekken, onderzoeksgegevens, screeningslijsten, observaties, individuele uitdraai van het LOVS, rapporten enz. In sommige klassen is er sprake van een derde of vierde groepsmap. Al naar gelang de groepsgrootte en de hoeveelheid informatie per kind. Leerlingen met een LGF-financiering hebben in sommige situaties een individuele map. We streven er naar uniforme groepsmappen in november 2011.
§ 8.1.2.
Registratie entreeformulier ‘Dit ben ik’
Voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van een kind kan informatie over de voorschoolse periode van groot belang zijn. Daarom hebben we als school het entreeformulier “Dit ben ik” ontwikkeld. Leerkrachten gaan samen met ouders in gesprek over hun kind en zijn of haar ontwikkeling, het formulier is leidraad. Het gaat hierbij om kinderen die nieuw zijn op school. Het gesprek vindt plaats wanneer het kind zes tot zeven weken op school is. In samenwerking met het OCGH zijn we een instrument aan het ontwikkelen waarbij de gegevens vanuit het Entreeformulier snel vertaald kunnen worden naar een duidelijk beeld van onze schoolpopulatie. 28 Basischool St.Odulfus
§ 8.1.3.
Registratie Dotcom school O.A.S.
Stichtingbreed is men aan het kijken naar alternatief voor Dotcom. Zolang Dotcom gehandhaafd blijft gelden op school de volgende afspraken: - leerkrachten registeren de absenten via Dotcom - leerkrachten kunnen via Dotcom per leerling alle relevante informatie bekijken, wijzigen of invoeren. Zoals verslaglegging, leerlinginformatie, toetshistorie e.d. - leerkrachten voegen de documenten van de 1-Zorgroute handmatig toe aan Dotcom. Zij doen dit voor hun groep en/of de individuele leerling bij het onderdeel verslaglegging. Wij maken geen gebruik van het onderdeel handelingsplanning. De leerkrachten hebben alleen de bevoegdheid om hun eigen jaargroep te bekijken, de intern begeleiders en de systeembeheerder kan alle leerlingen oproepen.
§ 8.1.4.
Registratie LOVS
Met ingang van dit schooljaar werken we weer met LOVS. Leerkrachten kunnen zelf gegevens opvragen van hun groep, zij hebben echter niet de bevoegdheid om toetsgegevens in te voeren. Voor deze taak zijn enkele leerkrachten aangewezen, verdeeld over de vier bouwen. Op dit moment is een leerkracht aanspreekpunt voor de registratie binnen het LOVS. Leerkrachten kunnen bij deze leerkracht aangeven wat zij graag willen. Bijvoorbeeld het invoeren van toetsresultaten, een uitdraai van een groepsoverzicht of een uitdraai van een individueel leerlingrapport. De mogelijkheden van het LOVS zijn enorm. Omdat het programma voor ons relatief nieuw is, zijn we nog volop aan het ontdekken wat er allemaal mogelijk is. Het digitaal analyseren van Cito-toetsen is bijvoorbeeld een ontwikkeling waar we nog volop mee bezig zijn. Op schoolniveau is het maken van trendanalyses en dwarsdoorsneden heel interessant om zo een goed beeld te krijgen van de vorderingen van onze leerlingen. In dit proces worden wij ondersteund door het OCGH.
§ 8.1.5.
Registratie OVM
Omdat wij het belangrijk vinden dat kinderen zich sociaal-emotioneel goed ontwikkelen zijn we gestart met het Ontwikkelingsvolgmodel van Dick Memelink. Uitgangspunten van het OVM: - gebaseerd op een ontwikkelingsgericht onderwijsconcept - gaat uit van de drie basisbehoeften van een kind: relatie (ik hoor erbij), autonomie (ik ben iemand) en competentie (ik kan wat) - signalering en registratie van het ontwikkelingsverloop van een kind door de leerkracht - gerichte observaties in de dagelijkse lespraktijk - geeft een gedifferentieerd beeld van de totale ontwikkeling van een kind Het Ontwikkelingsvolgmodel is er voor leerlingen van 4 t/m 12 jaar. Naast de sociaal-emotionele ontwikkeling volgt het OVM ook de ontwikkeling van het kind op de leerlijnen, zoals rekenen en taal. Het OVM geeft een beeld van de persoonlijke ontwikkeling van het kind en zijn ontwikkeling ten opzichte van leeftijdsgenootjes. Omdat het OVM veelomvattend is en de nodige tijdsinvestering van de leerkracht vraagt, hebben we afgesproken dat we dit schooljaar voor alle leerlingen van de school negen ontwikkelingslijnen invullen. Deze lijnen richten zich allemaal op de sociaal-emotionele ontwikkeling en vervangt daarmee het vorige observatiesysteem Pravoo en Eggo+. 29 Basischool St.Odulfus
§ 8.2.
Registratie op schoolniveau
§ 8.2.1.
Dossiermap
Naast het digitale systeem heeft ook ieder kind en elke groep een dossiermap. Deze dossiermappen staan per groep gerangschikt en zijn opgeborgen in de archiefruimte van de interne begeleiding. Alle relevante informatie van een kind of groep zit hierin opgeborgen. De leerkrachten zijn verantwoordelijk voor het aanleveren van de formulieren die in deze mappen moeten. Het gaat met name om de formulieren die verband houden met de 1-Zorgroute. De intern begeleider draagt zorg voor het archiveren van de aangeleverde formulieren. Ouders hebben altijd de mogelijkheid om het dossier van hun kind in te zien. Op het dossier is de wet op bescherming van persoonsgegevens van toepassing. Geen gegevens uit het dossier worden verstrekt aan derden, zonder toestemming van betrokken ouders / verzorgers. Zodra een leerling van school gaat, verhuizen alle dossiermappen van de schoolverlaters naar het archief. Daar worden de map, per schooljaar, gedurende vijftien jaar bewaard. Zodra een leerling gaat verhuizen, zorgt de leerkracht voor een overdrachtsdossier naar de andere school. Een kopie hiervan en de gegevens van dit kind uit de groepsmap gaan naar de dossiermap van de interne begeleiding en komt in het archief bij verhuizers te staan. De directie en de interne begeleider hebben inzage in de dossiers van alle leerlingen.
§ 8.2.2.
Dossieroverdracht aan derden
Het leerlingdossier in zijn geheel, of onderdelen uit het dossier, worden nooit overgedragen aan derden zonder toestemming van de ouders. Bij verhuizing en/of verplaatsing naar een andere basisschool wordt de rapportage ‘Verhuizing naar een andere school’ ingevuld en opgestuurd naar de ontvangende school. Bij deze rapportage gaat een uitdraai van het Cito-leerlingvolgsysteem mee. Wanneer er sprake is van relevantie onderzoeksgegevens, niet ouder dan twee jaar, zal de leerkracht een kopie aan de rapportage toevoegen. Ouders krijgen altijd een kopie van het complete verhuisdossier zodat zij weten wat er naar de ontvangende school gaat. Dit geldt overigens ook voor de rapportage omtrent de rugzakaanvraag of een aanvraag richting PCL.
30 Basischool St.Odulfus
Hoofdstuk 9.
Toetskalender; Cito-toetsen
Afnamemoment:
Toets:
Bestemd voor:
Oktober:
Toetsen behorend bij protocol dyslexie Drie Minuten Toets AVI-toetsen
groep 3 groep 4 – 5 – 6 groep 4 – 5 – 6
November:
Taalschaal
M5 – M6
December:
Luisteren Leeswoordenschat
M4 – M5 – M6- M7 M7
Januari:
Taal voor kleuters Ordenen Rekenen-Wiskunde Begrijpend lezen
M2 M2 M4 – M5 – M6 – M7 M5 – M6 – M7
Februari:
Toetsen behorend bij protocol dyslexie Luisteren Woordenschat Rekenen-Wiskunde Spelling SVS AVI-toetsen Leestempo Lezen met Begrip SVR – SBR Eindtoets CITO
groep 3 groep 3 groep 3 groep 3 M3–M4–M5–M6–M7 groep 4 – 5 – 6 groep 4 – 5 – 6 – 7 M4 groep 8
Maart:
AVI-toets en AVI-begripskaarten DMT
groep 3 groep 3 – 4 – 5 – 6
April:
Woordenschat Leeswoordenschat
groep 4 groep 5 – 6
Mei:
Toetsen behorend bij protocol dyslexie
groep 3
Juni:
Taal voor kleuters Ordenen Ruimte en tijd voor D- en E-scores Woordenschat AVI-toetsen + DMT Spelling SVS Entreetoets CITO Lezen met begrip SBR Lezen met begrip SVR Luisteren Rekenen-Wiskunde Wereldoriëntatie
E1 – E2 E1 – E2 E1 – E2 groep 3 groep 3 – 4 – 5 – 6 groep 3 - 4 groep 5 – 6 – 7 E3 – M4 E3 – E4 E3 – E4 E3 – E4 – E5 – E6 E6 – E7
Opmerking: Door de komst van nieuwe Cito-toetsen en het LOVS is de toetskalender in ontwikkeling. Met ingang van het nieuwe schooljaar treedt de nieuwe toetskalender in werking, alle nieuwe Cito-toetsen zijn hier dan in opgenomen. 31 Basischool St.Odulfus
§ 9.1.
Afspraken m.b.t. de toetskalender
- de Cito-toetsen worden afgenomen zoals vermeld staat in de toetskalender. - de gegevens worden door, daarvoor aangewezen leerkrachten, ingevoerd in het LOVS op de computer. - de D- en E-scores worden geanalyseerd door middel van analyseformulieren van de desbetreffende toets of door middel van de digitale analyse in het LOVS. (deze laatste mogelijkheid is nog in ontwikkeling) - alle leerlingen worden voor de vakgebieden rekenen en technisch lezen opgenomen in een groepshandelingsplan. Voor leerlingen met een E-score wordt een individueel handelingsplan opgesteld. - de CITO-gegevens van kinderen met remedial teaching worden doorgegeven aan Jetty, coördinator remedial teaching. - bij kinderen met een diagnose dyslexie of een vermoeden van dyslexie worden, indien nodig, de toetsen mondeling afgenomen. - alle kinderen doen mee met de entreetoetsen voor groep 5 t/m 7. - alle kinderen doen mee met de Cito-eindtoets in groep 8.
§ 9.2.
Functie van de Cito-toetsen op school
De kinderen vanaf groep 1 worden twee à drie keer per jaar getoetst op het gebied van rekenen, lezen, spelling en leervoorwaarden. Deze resultaten worden vergeleken met de landelijke normen. Zodoende kunnen we de leerontwikkeling van kinderen nog beter volgen en leerproblemen sneller opsporen. Het CITO hanteert een norm van A (goed) tot E (zwak). Als een kind een D- of E-score behaalt op de CITO maakt de leerkracht een analyse van de toets. Waar zitten de gemaakte fouten en hoe kan er op een adequate manier hulp geboden worden aan het kind? In de groepen 5 t/m 7 wordt de entreetoets CITO afgenomen. Deze toetst de diverse vaardigheden van begrijpend lezen, spelling en rekenen. In groep 8 wordt de eindtoets CITO afgenomen. De eindtoets wordt afgenomen in februari en is een belangrijke indicatie voor het soort vervolgonderwijs. De CITO-toetsen zijn niet bedoeld om kinderen op hun niveau af te rekenen. De toetsen worden door de leerkrachten gebruikt als graadmeter voor hun eigen werken in de klas. De gegevens die de Cito-toetsen opleveren kunnen ingezet worden om op schoolniveau trendanalyses en dwarsdoorsneden uit te voeren. Met deze ontwikkeling zijn we volop bezig, reden voor de school om aan het eind van het vorige schooljaar het LOVS aan te schaffen. Samen met het OCGH zijn we druk bezig om alle gegevens vanuit Dotcom om te zetten naar het LOVS en een rapportage op te stellen van de afgelopen vijf jaar ten aanzien van rekenen-wiskunde, spelling en begrijpend lezen. Deze rapportage moet in juni 2011 aan het team gepresenteerd worden. Op basis van deze rapportage worden ontwikkelpunten voor de school geformuleerd waar we het komende schooljaar mee aan de slag kunnen.
32 Basischool St.Odulfus
Hoofdstuk 10. Groeps- en leerlingbesprekingen § 10.1.
Groepsbesprekingen
Een groepsbespreking is een algemene bespreking van de hele groep tussen IB-er en groepsleerkracht. Voorafgaand aan dit gesprek levert de groepsleerkracht, zo compleet mogelijk, de formulieren van de 1-Zorgroute aan bij de intern begeleider. Formulieren 1-Zorgroute
- algemeen groepsoverzicht - individuele handelingsplannen + evaluatie - groepshandelingsplannen voor rekenen en technisch lezen + evaluatie leerkracht is vrij om groepshandelingsplannen voor andere vakgebieden of gericht op sociaal-emotionele ontwikkeling te maken. - verslag oudergesprekken - verslag externe instanties - aanmeldingsformulier RT; aanmelding bij de remedial teachers, gebeurt altijd in overleg met de intern begeleiders. Aanmelden gebeurt pas dan, wanneer er in de klas, na een periode van tenminste zes weken handelen, geen vooruitgang zichtbaar is. - aanmeldingsformulier OG; aanmelding bij de ondersteuningsgroep, gebeurt altijd in overleg met de intern begeleiders.
De groepsbespreking vindt drie keer per jaar plaats. Op dit moment gebeurt dat nog in november, in maart en in juni. De zorgrondes zijn vaak na een vakantie en gekoppeld aan de momenten waarop de rapporten meegaan. Daarnaast is er nog een groepsbespreking om de overdracht naar het nieuwe schooljaar zo compleet mogelijk te laten verlopen. De intern begeleider functioneert hier met name als toehoorder en notulant. De beide groepsleerkrachten zijn hier gespreksleider en toehoorder. Deze groepsbespreking vindt altijd in de laatste weken van het schooljaar plaats.
§ 10.2.
Leerlingbesprekingen
Voor de leerlingenbesprekingen met de groepsleerkracht zijn geen vaste momenten ingepland. De leerkracht kan zelf bij de intern begeleider, op elk moment in het jaar, een gesprek aanvragen om één of meerdere leerlingen, door te spreken. Voor de leerlingenbesprekingen met de ambulante begeleider en het ZAT staan wel een drietal momenten per jaar ingepland. Vaak hangen deze momenten samen met de periode van de zorgrondes. Voor deze besprekingen word vaak een dagdeel ingepland. De leerlingenbesprekingen met de orthopedagoge van Orthodidact worden ingepland naar aanleiding van de hulpvraag van leerkrachten en vinden meestal twee keer per jaar plaats na de groepsbesprekingen.
33 Basischool St.Odulfus
Hoofdstuk 11. Procedures § 11.1.
Procedure aanvraag extern onderzoek
§ 11.1.1.
Onderzoek door de orthopedagoge van Orthodidact
Sinds enkele jaren schakelen we Orthodidact in als het gaat om didactisch onderzoek of onderzoek naar capaciteiten van leerlingen. De aanvraag van dit onderzoek gebeurt in samenspraak met de ouders. Tijdens een leerlingenbespreking met de orthopedagoge bespreekt de intern begeleider de leerlingen die voor een onderzoek in aanmerking komen. Gang van zaken: Intakegesprek tussen orthopedagoge, ouders en groepsleerkracht Onderzoek Eindgesprek waarbij orthopedagoge, ouders, leerkracht en IB aanwezig zijn Vanuit het onderzoek komen vaak adviezen voor ouders en leerkracht. Deze adviezen worden meegenomen in de handelingsplanning. Het kan ook zijn dat uit het onderzoek blijkt dat er meer aan de hand is. Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van een vermoeden van autisme. Ouders worden dan doorverwezen naar AutismeTotaal voor een vervolgonderzoek.
§ 11.1.2.
Onderzoek door de schoolarts GGD
Onze school werkt samen met de GGD Brabant-Zuidoost, team Jeugdgezondheidszorg. Dit team bestaat uit een jeugdarts, jeugdverpleegkundige, assistente, logopedist en een psycholoog. Tijdens de basisschoolperiode komen ouders met hun kind in groep 2 en in groep 7 in contact met de medewerkers van het team Jeugdgezondheidszorg. Het team Jeugdgezondheidszorg besteedt aandacht aan de lichamelijke, psychische en sociale ontwikkeling van het kind. Afhankelijk van de leeftijd en ontwikkelingsfase ligt de nadruk steeds op andere gezondheidsaspecten, zoals groei, motoriek, leefstijl, spraak en taal, maar ook schoolverzuim en gedrag. Bij een onderzoek worden de resultaten altijd na afloop met ouders en kind besproken, zo nodig aangevuld met advies. De ouders zijn bij een onderzoek aanwezig. Daarnaast is er ook altijd een nabespreking met de groepsleerkracht. Buiten deze twee contactmomenten om kan de school altijd contact opnemen met de schoolarts als er zorgen zijn over de ontwikkeling van een kind. Na overleg met de interne begeleider neemt de groepsleerkracht rechtstreeks contact op.
34 Basischool St.Odulfus
§ 11.1.3.
Onderzoek door GGZ
Als school mogen wij ouders niet rechtstreeks doorverwijzen, wij kunnen ouders wel attenderen op de mogelijkheid van onderzoek door de GGZ. Meestal gebeurt de verwijzing via de huisarts of door een verwijzing via bureau Jeugdzorg. Op dit moment zijn er geen lange wachtlijsten bij de GGZ.
§ 11.1.4.
Onderzoek en behandeling door Herlaarhof dyslexiepoli, kinderpsychiatrie en leerstoornissen
Herlaarhof biedt onderzoek en behandeling voor emotionele stoornissen, ADHD, tics en gedragsregulatiestoornissen, Leerstoornissen en Autisme Spectrum Stoornissen. Wie mogen verwijzen naar Herlaarhof? Bureaus Jeugdzorg, huisartsen, jeugdartsen van de GGD en medisch specialisten. Ouders/verzorgers kunnen hun kind niet zelf aanmelden. Aanmeldingen verlopen altijd via een verwijzer. 5
§ 11.1.5.
Onderzoek of behandeling door particuliere instellingen
Ouders zijn vrij om gebruik te maken van de mogelijkheid om via particuliere bureaus onderzoek te laten uitvoeren, of hun kind te laten behandelen. De school verleent haar medewerking aan deze onderzoeken, maar zal niet bijdragen in de kosten van het onderzoek of de behandeling, tenzij de school zelf het initiatief neemt.
§ 11.2.
Procedure verwijzing SBO
Zowel de ouders als de interne begeleider van de school kunnen hun verzoek tot toelating tot de SBO-school of advies hieromtrent richten tot de PCL. De school doet dit altijd met toestemming van de ouders. De PCL Helmond-Mierlo richt zich in eerste instantie op de vaststelling of een kind aangewezen is op de zorg van een speciale school voor basisonderwijs, De Toermalijn. Zo nodig kan ook een ander schooladvies gegeven worden. De PCL bestaat uit een multidisciplinair team van deskundigen. Vaste PCL-leden: José Arnoldi: voorzitter, GZ psycholoog Ton Gieling: jeugdarts GGD Margot Clermonts: vertegenwoordiger van SBO-school De Toermalijn Zo nodig worden nog andere betrokkenen uitgenodigd. U kunt de PCL-voorzitter bereiken via: de telefoon (0492-538855 of 06-43361200), de mail (
[email protected]) het postadres (Postbus 515, 5700 AM Helmond) De verzoeken om toelating worden gestuurd naar het postadres t.a.v. de voorzitter van de PCL Helmond-Mierlo.
5
website www.herlaarhof.nl 35 Basischool St.Odulfus
Procedure besluitvorming Permanente Commissie Leerlingenzorg De ouders verzoeken voor hun kind om toelating tot SBO-school De Toermalijn middels het ouderformulier. Meestal wordt het verzoek van de ouders in overleg en samen met het onderwijskundig rapport van de school ingediend Daarin zijn de gegevens opgenomen op grond waarvan de directeur van mening is dat de leerling al dan niet op de basisschool kan worden gehandhaafd. Ook worden de maatregelen beschreven die zijn getroffen om te bewerkstelligen dat de leerling op de basisschool zou kunnen blijven. De basisschool wordt verzocht het onderwijskundig rapport binnen de wettelijke termijn van 1 maand te verstrekken. De commissie heeft hiervoor een standaard aanvraagformulier ontwikkeld. De handtekeningen van beide ouders (of van degene die met het gezag is belast) moeten hier op staan om aan te geven dat zij het onderwijskundig rapport gelezen hebben en akkoord gaan. Na ontvangst van het onderwijskundig rapport wordt door de PCL een ontvangstbevestiging gestuurd aan de school en ouders. Op een later tijdstip worden de ouders en/of de school uitgenodigd voor de bespreking. Voorafgaand aan de zitting hebben de PCL-leden het dossier bestudeerd aan de hand van de criteria. Na het horen en wegen van de argumenten wordt een beslissing genomen door de commissie. Deze wordt altijd op papier aan de ouders medegedeeld met een afschrift daarvan aan alle betrokkenen.6
§ 11.3.
Procedures m.b.t. REC en LFG
Aanmelding moet altijd door de ouders gedaan worden. Daarna wordt, aan de hand van een onderzoek beoordeeld of het kind toelaatbaar is tot die school of instelling. Dit wordt gedaan door een aan die school of instelling verbonden commissie van toelating (indicatiecommissie). Leerlingen die aangemeld worden bij een school voor speciaal onderwijs anders dan het SBO, worden geïndiceerd door de commissie voor indicatiestelling (cvi). De CVI geeft een beschikking af voor plaatsing en/of begeleiding aan het rugzak-kind. Voor die plaatsing / begeleiding ontvangen de ouders (fictief) een ‘rugzak’ met geld waarmee de extra zorg voor die leerling betaald kan worden. Dit noemen we de leerlinggebonden financiering (lgf). Ouders kunnen ervoor kiezen hun kind met deze rugzak aan te melden op een reguliere basisschool. De basisschool is dan verplicht aan te tonen welke maatregelen en middelen zij nemen / inzetten om dit kind op de school te begeleiden. Ondersteuning door het r.e.c. is hierbij mogelijk.
6
Schoolbrochure PCL Helmond-Mierlo versie januari 2011 36 Basischool St.Odulfus
Cluster
Indicatie
Indicatiecriteria
Cluster 1
Slechtzienden en Blinden
Cluster 2
Leerlingen met een auditieve en/of communicatieve beperking
- Visus (gezichtsscherpte) < 30% - Gezichtsveldbeperking > 70% - Cerebrale visuele problemen (aangeboren of traumatisch) - Progressieve oogaandoening - Doof: gehoorbeperking aan het beste oor > 80 dB - Slechthorend: gehoorbeperking aan het beste oor > 35 dB met een onderwijsbeperking (een leerachterstand of zeer geringe communicatieve redzaamheid) - ESM: Ernstige spraaktaal moeilijkheden die niet toe te kennen is aan het niveau van cognitief functioneren. IQ > of = 80. Achterstand van minimaal -1,5 standaarddeviatie of Cito E op minstens 2 van de volgende gebieden: * Spraakproductie * Spraakperceptie * Taalvorm * Taalbegrip * Pragmatiek Er moet gerichte logopedie van een half jaar zijn geweest. - Autisme Spectrum Stoornis Altijd ASS diagnose (diagnostisch onderzoek) met DSM-IV classificatie. Ernstige uitval op taalbegrip en/of taalgebruik.
Cluster 3
Leerlingen met een lichamelijke of verstandelijke handicap Langdurig of chronisch zieke kinderen. - ZML(zeer moeilijk lerend) - LG(lichamelijk gehandicapt) - MG(meervoudig gehandicapt) - LZ(Langdurig ziek bijv. kanker)
- ZML: IQ lager dan 55 IQ tussen 54 en 70 als het kind zeer geringeleervorderingen en zeer geringe sociale redzaamheid laat zien. Ernstige stoornissen/beperkingen (DSM-IV / Syndroom van Down) Structurele beperkingen in de onderwijssituatie ( leerachterstand, ontbrekende leervoorwaarden of zeer geringe sociale redzaamheid) - LG: 1 of meer stoornissen, waardoor motorische beperkingen, die leiden tot een ernstige belemmering om aan het onderwijs deel te nemen. Structurele beperkingen in de onderwijssituatie (zeer geringe zelfredzaamheid, behorend tot de 10% zwakst presterende leerlingen, 25% verzuim) - LZ: Lichamelijke, neurologische of psychosomatische stoornis die leidt tot ernstige belemmering om aan het onderwijs deel te nemen. (zeer geringe zelfredzaamheid, behorend tot de 10% zwakst presterende leerlingen, 25% verzuim)
37 Basischool St.Odulfus
Cluster 4
Kinderen met ernstige gedrags-problemen en/of psychiatrische stoornissen REC Chiron
- Er sprake is van een ernstige psychische stoornis dan wel van een ontwikkelingspsychopathologie. (onderbouwd door GZ-psycholoog of psychiater en niet ouder dan twee jaar) - Het probleemgedrag moet niet alleen op school voorkomen, maar ook in de thuissituatie of vrije tijd (moet in onderzoeksverslag staan). - Er is sprake (geweest) van begeleiding of jeugdhulpverlening. (gaat om begeleiding van het gedrag buiten school). Je kunt ook op de wachtlijst staan voor begeleiding. - Er is sprake van een onderwijsbeperking ten gevolge van het gedrag / de stoornis. blijkt uit psychodiagnostisch onderzoek (niet ouder dan 1 jaar) en uit het onderwijskundig rapport. Sinds aug. 2008 moet een leerling van cluster 4 voldoen aan twee van de volgende punten: * Leerachterstand * Geringe Werkhouding * Slechte interactie personeel * Storend gedrag * Extreem gedrag
Bij elke aanvraag moet vermeld worden welke zorg er vanuit school en het Samenwerkingsverband geboden is. Tevens moeten er goed onderbouwde en geëvalueerde handelingplannen bij zitten die niet ouder zijn dan een half jaar. Je beschrijft als school de effecten en toont aan dat er sprake is van handelingsverlegenheid. De geboden zorg vanuit het samenwerkingsverband is ontoereikend. In situaties waar nog geen sprake is van handelingsverlegenheid, kan er preventieve ambulante begeleiding aangevraagd worden. Zij helpen je dan op weg en zorgen ervoor dat het dossier compleet wordt zodat de stap naar de aanvraag van een rugzak kleiner wordt.
38 Basischool St.Odulfus
Hoofdstuk 12. Overdracht tussen twee schooljaren Bij de inrichting van ons onderwijs vinden wij het belangrijk dat leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen van groep 1 t/m 8. Dit vraagt om een goede overdracht aan het einde van een schooljaar. Bij het overdrachtsgesprek zijn alle betrokken leerkrachten aanwezig. Daarnaast is de intern begeleider aanwezig als toehoorder en notulant. Indien nodig kan zij informatie verduidelijken of aanvullen. Zij bewaakt in principe de doorgaande lijn en zorgt ervoor dat het gesprek ‘zakelijk’ verloopt. Datgene wat belangrijk is komt ter sprake, nietrelevante informatie blijft achterwege. De nieuwe leerkracht moet een helder en zo objectief mogelijk beeld van zijn of haar nieuwe groep krijgen. Bij het overdrachtsgesprek zorgt de leerkracht van de groep ervoor dat alle gegevens die betrekking hebben op zijn groep aanwezig en compleet zijn, zodat de ontvangende leerkracht de tijd krijgt om zich voor te bereiden op zijn nieuwe groep. Gegevens die meegaan naar de nieuwe groep: - Groepsmappen met daarin de documenten zoals genoemd in § 8.1.1. - Recente uitdraai van het Cito-leerlingvolgsysteem - Voor groep 5 t/m 7 de groepsgegevens van de Entreetoets - Overzicht van handelingsplannen en/of zorgafspraken die in de vakantie doorlopen zoals Zuidvallei, Maatwerk enz. - Overzicht van gemaakte afspraken met ouders tijdens laatste rapportgesprekken - Overzicht van onderzoeken (intern/extern) die over de vakantie worden heen getild Bij kinderen met een rugzak heeft er in juni een eindgesprek plaats gevonden, naast de AB-er, IB-er, groepsleerkracht en ouders is hier ook altijd de nieuwe groepsleerkracht bij aanwezig. Voor ouders is het erg prettig als zij vast kennis kunnen maken met de nieuwe leerkracht, voor de nieuwe leerkracht is het prettig om als toehoorder bij dit gesprek aanwezig te kunnen zijn en zich vast een beeld te kunnen vormen van de leerling. Om de overgang ook op didactisch gebied zo soepel mogelijk te laten verlopen, staan de eerste twee weken na de zomervakantie in het teken van herhaling en rustig wennen aan de nieuwe groep en de nieuwe leerkracht. De nieuwe leerkracht mag er vanuit gaan dat de groep de eindstof van de voorgaande groep beheerst. Wanneer dit bij individuele kinderen of bij bepaalde onderdelen niet het geval is, is de nieuwe leerkracht hiervan op de hoogte gebracht. Zes weken na de start van het nieuwe schooljaar vindt er een evaluatie plaats tussen de nieuwe en de oude leerkracht over hoe het nu gaat. Klopt het beeld wat voor de zomervakantie gegeven werd, zijn de verwachtingen reëel, moeten er zaken bijgesteld worden?
39 Basischool St.Odulfus
Hoofdstuk 13. Sociaal emotioneel volgsysteem / begeleiding Wij vinden het belangrijk dat kinderen zich op een goede manier sociaal-emotioneel vormen. Belangrijke aandachtspunten zijn: - het bevorderen van het zelfvertrouwen van kinderen; - het leren omgaan met gevoelens en opvattingen van jezelf en de ander; - het ontwikkelen van sociale vaardigheden, zoals samenwerken en omgaan met conflicten; - het stimuleren van positief gedrag.
§ 13.1.
Methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling
§ 13.1.1.
Jij en Ik
Om de kinderen te ondersteunen bij hun sociaal-emtionele ontwikkeling maken we gebruik van de methode “Jij en ik”. Vanuit verhalen en voor kinderen herkenbare situaties worden onderwerpen genomen die kinderen uitdagen actief na te denken over gevoelens, normen en waarden en hun eigen manier van omgaan met situaties.
§ 13.1.2.
Programma Alternatieve Denkstrategieën
Op dit moment zijn we ons als team aan het oriënteren op de methode PAD. PAD staat voor Programma Alternatieve Denkstrategieën. Het is een van oorsprong Amerikaans preventieprogramma dat sinds 1987 in Nederland wordt gebruikt op scholen voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en scholen binnen een REC. PAD richt zich vooral op de preventie: door niet alleen aandacht te besteden aan gedrag dat wel of niet mag, maar ook systematisch en intensief aan de achterliggende normen en waarden, aan de gedachten en gevoelens van het kind zelf en van de andere betrokkenen, en aan verschillende manieren om problemen op te lossen, worden kinderen sociaal en emotioneel competenter. De lessen richten zich op vier aspecten van de sociale competentie: zelfbeeld: hoe waardeer en zie ik mijzelf? zelfcontrole: hoe stem ik mijn gedrag op mijn emoties af? emoties: hoe ga ik om met de emoties van mijzelf en de ander? probleemoplossingstrategieën: hoe kan ik op bevredigende wijze een probleem oplossen
40 Basischool St.Odulfus
§ 13.2.
Ontwikkelingsvolgmodel OVM
Om de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen goed te kunnen volgen gebruiken we het Ontwikkelingsvolgmodel van Dick Memelink. Uitgangspunten van het OVM: - gebaseerd op een ontwikkelingsgericht onderwijsconcept - gaat uit van de drie basisbehoeften van een kind: o relatie (ik hoor erbij) o autonomie (ik ben iemand) o competentie (ik kan wat) - signalering en registratie van het ontwikkelingsverloop van een kind door de leerkracht - gerichte observaties in de dagelijkse lespraktijk - geeft een gedifferentieerd beeld van de totale ontwikkeling van een kind Het Ontwikkelingsvolgmodel is er voor leerlingen van 4 t/m 12 jaar. Naast de sociaal-emotionele ontwikkeling volgt het OVM ook de ontwikkeling van het kind op de leerlijnen, zoals rekenen en taal. Het OVM geeft een beeld van de persoonlijke ontwikkeling van het kind en zijn ontwikkeling ten opzichte van leeftijdsgenootjes. Afspraken met betrekking tot het OVM: - een leerkracht is coördinator van het OVM - elke leerkracht vult het OVM twee keer per jaar in - per leerling worden er negen ontwikkelingslijnen ingevuld (s.e.o.)
§ 13.3.
Dans- en theaterlessen gericht op sociaal-emotionele exploratie
Sinds twee jaar krijgen de kinderen dans- en theaterlessen. Deze lessen worden op woensdagochtend gegeven door een docent dans, theater en coaching. De nadruk bij deze lessen ligt op de sociaal-emotionele exploratie. De lessen worden op maat aangeboden waarbij rekening gehouden wordt met de leeftijdsgroep. Doelen voor groep 3 en 4: - leren spelwerkelijkheid en dagelijkse werkelijkheid onderscheiden - gebruiken van situaties en beleving uit de dagelijkse werkelijkheid - zichzelf kunnen uitdrukken met dansbewegingen die naar gevoelens en ervaringen verwijzen Doelen voor groep 5 en 6: - spelen vanuit gegeven spelsituatie over emotie, tijd, plaats, verhaalbegin en improviseren verder en ronden dit met behulp van sidecoaching af - betrekken dag, situatie in spel, richten op vinden van adequate handelingsmogelijkheden in een situatie - kunnen hanteren van danskwaliteiten en elementen Doelen voor groep 7 en 8 - herkennen in de verbeelde werkelijkheid de metafoor van de realiteit - putten uit inspiratiebronnen zoals gevoelens, gewaarwordingen, teksten en thema’s - werken met dagelijkse situaties en exploreren met verschillende handelingsmogelijkheden 41 Basischool St.Odulfus
§ 13.4.
Kids Skills
Kids Skills betekent vaardigheden van kinderen. Het is een speelse methode voor het oplossen van problemen bij kinderen. Centraal staat het idee dat vrijwel alle problemen kunnen worden gezien als vaardigheden die nog ontwikkeld moeten worden. Deze methode is oplossingsgericht (i.p.v. probleemgericht). De methode is ontwikkeld door een Finse psychiater Ben Furman. De Odulfusschool wil kinderen die op sociaal emotioneel gebied net iets meer tijd nodig hebben om vaardigheden te leren, de mogelijkheid geven om op een speelse manier zich die vaardigheden eigen te maken. Niet alleen, maar in een groep, bestaande uit kinderen uit groep 5 en 6. De groep is samengesteld in samenspraak met de groepsleerkracht(en), juffrouw Yet en de interne begeleiding. Samen (ca. 18 kinderen) werken zij gedurende een periode van acht bijeenkomsten aan het leren van vaardigheden. Ieder kind leert zijn/haar eigen vaardigheid.
§ 13.5.
Samen groep zijn, samen school zijn
In het samen spelen met elkaar, het samen werken in de groep, het samen ‘school’ zijn komen kinderen en leerkrachten elkaar dagelijks tegen. Respect voor elkaar, solidariteit, sociale vorming, tolerantie en openstaan voor de ‘ander’ vinden wij van groot belang in de dagelijkse omgang met elkaar. Dit betekent dat je als leerkracht moet investeren in je eigen groep en een positief groepsklimaat moet stimuleren. Als team zijn we verantwoordelijk voor alle kinderen van de school. Er zijn duidelijke afspraken over hoe kinderen met elkaar en met volwassenen dienen om te gaan. Bij de start van het nieuwe schooljaar staan de eerste twee weken heel erg in het teken van het samen groep worden en de daarbij horende groeps- en schoolafspraken.
§ 13.6.
Pestprotocol
Pesten of plagen wordt niet geaccepteerd op school. Toch is het niet altijd te vermijden dat een kind zich geplaagd of gepest voelt. Het is dan heel belangrijk om signalen van kinderen en ouder serieus te nemen: je kunt als leerkracht niet altijd zien wat er gebeurt op momenten dat er minder toezicht is. Op school is een pestprotocol aanwezig, maar het is goed om dit protocol het komend schooljaar te herzien.
42 Basischool St.Odulfus
§ 13.7.
Protocol bij rouw en verlies
Kinderen die het overlijden meemaken van een geliefd/belangrijk persoon in hun leven, moeten niet alleen die persoon missen, maar hun hele leven staat op de kop. In deze roerige tijden is school een belangrijke plek voor het kind. Ze kunnen uiting geven aan hun gevoelens en ermee om leren gaan. In het geval van een overlijden in de familie van het kind is school vaak de enige plek waar het kind in een situatie komt die nog hetzelfde is, waar geen verdrietige ouder rondloopt, geen lege stoel staat, iedereen zich net als anders gedraagt. Het is dan belangrijk een balans te vinden in het actief ondersteunen van het kind en het kind juist ‘gewoon’ te laten zijn. 7 De school heeft een aantal jaren geleden een protocol opgesteld en ook een ‘rouw en verlies’-kist samengesteld. Deze kist staat op een vaste plek in de school en bevat praktische informatie maar vooral heel veel prentenboeken en leesboeken voor kinderen van groep 1 t/m 8 met thema’s die passen bij rouw en verlies. In samenwerking met SOL-identiteitsbegeleiders hebben we dit jaar gekeken of het protocol nog kloppend was en of de ‘rouw en verlies’-kist compleet is. Wat kan SOL voor de school doen: - ‘rouw en verlies’-kist aanvullen zodat zij een basis vormt in het omgaan met rouw, met individuele en groepsactiviteiten voor in de klas en tips voor leerkrachten. - protocol bij overlijden - checklist in het omgaan met rouw op school - rouwbegeleiding bieden op school
7
www.sol-identiteitsbegeleiders.nl 43 Basischool St.Odulfus
Hoofdstuk 14. Beleidsplan In dit hoofdstuk worden kort de onderwerpen genoemd die in het beleidsplan ter sprake komen. Het volledige beleidsplan is terug te vinden in het schoolplan wat in juni 2011 helemaal afgerond moet zijn. In april 2011 zijn er ouder-, leerling- en leerkrachtentevredenheidonderzoeken geweest, de uitkomsten van deze onderzoeken worden verwerkt in het schoolplan. Mochten er actiepunten uit voortkomen die specifiek voor de zorg zijn, dan worden zij verwerkt in een nieuwe versie van het zorgplan. Sociaal Emotioneel - invoering methode Preventief Anders Denken - implementatie OVM Didactisch - invoering nieuwe rekenmethode ‘Rekenrijk’ - doorgaande lijn voor rekenen voor groep 1 t/m 8 opstellen - referentiekader rekenen-wiskunde goed in beeld krijgen - stimulans auditieve ontwikkeling en woordenschatontwikkeling groep 1 en 2 - referentiekader taal goed in beeld krijgen Kwaliteitszorg Schoolpopulatie in beeld Entreeformulier toetsen op volledigheid. Omzetten naar een werkbaar instrument waardoor je snel en overzichtelijk je schoolpopulatie met kenmerken en risico’s in beeld hebt. Ontwikkelingsperspectief Groep 6 t/m 8 in kaart brengen en presentatie aan de groepsleerkrachten / het team. Beleid zetten op ontwikkelingsperspectief in kaart voor groep 1 t/m 8. Borging LOVS - Citotoetsen worden ingevoerd - twee keer per jaar dwarsdoorsneden bespreken - als leidinggevende systematisch trendanalyses analyseren en bespreken; o.a. in functioneringsgesprekken (startgesprek – voortgangsgesprek – beoordelingsgesprek) gekoppeld aan klassenobservaties (kan door leidinggevende, maar ook door collega’s aan de hand van observatielijsten communicatie-verhogend. Senioren gaan kijken bij junioren) - gegevens worden met leerkrachten / bouw besproken - afspraken maken tijdens groepsbesprekingen 1-Zorgroute Goede procedures opstellen t.a.v. aannamebeleid kinderen en verwijzingen naar sbo/so. Zelfstandig werken Pedagogische en didactische doelstelling. Binnen het proces van de 1-Zorgroute-proces gaan we kijken wat de gevolgen zijn voor het zelfstandig werken. Belangrijk is het creëren van een doorgaande lijn van groep 1 t/m 8. Het pilot-project ELLO:2 in groep 8 past hier goed bij. 44 Basischool St.Odulfus
Nawoord Bij het schrijven van een document zoals dit zorgplan, probeer je zo volledig mogelijk te zijn. In de praktijk zal echter blijken dat de zorg voor kinderen een voortdurend proces van ontwikkeling is. Nieuwe ontwikkelingen die vanuit Passend Onderwijs worden aangestuurd, nieuwe ontwikkelingen vanuit bestuursniveau, maar ook nieuwe ontwikkelingen op schoolniveau. Het is een uitdaging om met deze nieuwe ontwikkelingen om te gaan zonder daarbij het doel wat wij als school hebben uit het oog te verliezen: Een school zijn waar kinderen de ruimte krijgen om te groeien in zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid. Waar we kinderen waarderen zoals ze zijn en positief zoeken naar de belangstelling en talenten van ieder kind. Bij het samenstellen van dit zorgplan is dankbaar gebruik gemaakt van de opzet van het zorgplan van basisschool De Bolster uit Sambeek. Mei 2011
45 Basischool St.Odulfus