Basisschool De Maasköpkes

Basisschool De Maasköpkes

Samen leren, groter groeien Schoolgids (Versie 1 juli 2015) Basisschool de Maasköpkes – Samen leren, groter groeien

1

Inhoudsopgave Een woord vooraf…

pag. 4

Hoofdstuk 1: Basisschool de Maaskopkes        

Geschiedenis Ons team Identiteit Onze missie Onze visie De school en haar taak in de wijk Een brede buurtschool Schooltijden

pag. 5 pag. 6 pag. 7 pag. 7 pag. 7 pag. 9 pag. 9 pag. 9

Hoofdstuk 2: Onderwijs en begeleiding                       

Aannamebeleid Aanmelding nieuwe leerlingen Kerndoelen Een up-to-date onderwijskundig pakket voor de leerlingen Doorgaande leerlijnen Kleuterplein voor de groepen 1 en 2 Bevordering sociale redzaamheid, burgerschap en cultuureducatie Leerlingenzorg Schoolondersteuningsprofiel BS De Maasköpkes Begeleiding van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Groepsbespreking Leerlingbespreking met eerstelijnsbegeleiding Leerlingen die meer capaciteiten hebben Huiswerk Toetsen CITO-toetsen Eindtoets basisonderwijs en advisering naar voortgezet onderwijs Opbrengsten tussenresultaten BS De Maasköpkes Opbrengsten Eindtoets basisonderwijs Vensters PO Uitstroomniveau naar Voortgezet Onderwijs Gymrooster Vakantierooster, vrije dagen en benutting verplichte onderwijstijd

pag. 10 pag. 10 pag. 11 pag. 12 pag. 12 pag. 12 pag. 14 pag. 17 pag. 21 pag. 24 pag. 24 pag. 25 pag. 25 pag. 27 pag. 29 pag. 29 pag. 30 pag. 31 pag. 33 pag. 34 pag. 34 pag. 35 pag. 35

Hoofdstuk 3: Geledingen en contacten  

MosaLira Medezeggenschapsraad (MR)

Basisschool de Maasköpkes – Samen leren, groter groeien

pag. 39 pag. 42

2

        

Oudervereniging (OV) * Ouderbijdrage Ouders Educatief partnerschap Peuterspeelzaal (PSZ) Buiten Schoolse Opvang (BSO) Stichting KIX (Naschoolse activiteiten) Tussen Schoolse Opvang (TSO) Contactpersoon Overige contacten

pag. 43 pag. 43 pag. 45 pag. 46 pag. 48 pag. 49 pag. 50 pag. 51 pag. 52 pag. 52

Hoofdstuk 4: Afspraken, regelgeving en protocollen            

Verlof en verzuimbeleid van leerlingen Medicijnverstrekking en medisch handelen Toelating, schorsing en verwijdering van leerlingen Zieke leerlingen Klachtenregeling Gedragscode Passend Onderwijs Ziekte en vervanging leerkrachten Veilige School Verlies, beschadiging of diefstal Overige regels en afspraken Jeugdgezondheidszorg GGD Zuid-Limburg

pag. 54 pag. 55 pag. 56 pag. 56 pag. 57 pag. 59 pag. 60 pag. 63 pag. 64 pag. 65 pag. 65 pag. 68

Hoofdstuk 5: Tot slot 

Slotwoord

pag. 69


3

Een woord vooraf Deze schoolgids maakt deel uit van een drietal belangrijke documenten. De schoolgids, de schoolkalender en het schoolondernemingsplan 2011-2015. De schoolgids is een uitgebreid document waarin alle zaken staan beschreven die voor u als ouder belangrijk zijn. De schoolgids zal geen deel meer uitmaken van de kalender. De schoolgids is via onze website te lezen. Ouders die dat wensen kunnen een printversie vragen bij meester John. De schoolkalender wordt wel op papier uitgegeven. Hierin staan alle zaken, die jaarlijks veranderen en worden aangepast. Denk bijvoorbeeld aan het vakantierooster, de vrije dagen, activiteiten enz. Het schoolondernemingsplan is een werkdocument voor het team, waarin alle plannen voor de komende vier jaar beschreven zijn. Jaarlijks wordt hiervan een jaarplan gemaakt (planning voor dat jaar) en dit wordt in de schoolgids bijlage opgenomen. Tips voor aanvullingen of verduidelijkingen zijn welkom, zodat wij daarmee bij een volgende uitgave rekening kunnen houden. Annette Wijnen en Etienne Venhorst, schoolleiding Het team van basisschool De Maasköpkes.

R.K. basisschool De Maasköpkes Schoolstraat 15 6223 BD Maastricht Tel 043-3632281 Brinnummer: 06OJ [email protected] www.bsmaaskopkes.nl Directeur: Annette Wijnen


4

Hoofdstuk 1: Basisschool de Maaskopkes Geschiedenis Borgharen was vroeger een zelfstandig dorp maar werd in 1970 door de gemeente Maastricht geannexeerd. De school, die door de zusters Franciscanessen voor 1900 werd gesticht, heeft heel wat veranderingen doorgemaakt. Was er vroeger een aparte jongens- en meisjesschool, in het jaar 1969 werden deze samengevoegd tot een school voor de jeugd van Borgharen. De school droeg toen de naam Mariaschool. De Mariaschool veranderde in basisschool Borgharen toen in 1985 het kleuteronderwijs en de lagere school werden samengevoegd tot één geheel. Kleuterschool ’t Zonnehuis werd een onderdeel van basisschool Borgharen. Een school voor 4 tot 12 jarigen, die de basis moest leggen voor het verdere leven van de kinderen. Eind jaren 90 kwam de kleuterafdeling, die daarvoor in een aparte locatie zat, haar intrede in de school maken. Nu was het echt een school voor 4 tot 12 jaar. Met de komst van peuterspeelzaal “’De Maasköpkes” binnen de schoolmuren (2003) kunnen we ook nog beter inspelen op de ontwikkeling van kinderen van 2 tot 12 jaar. De school heeft inmiddels een nieuwe naam gekregen namelijk r.k. basisschool De Maasköpkes. Het schoolgebouw bestaat voor een groot deel uit het oorspronkelijke schoolgebouw, maar in de jaren 70 werd er een deel aangebouwd. Dat gebeurde in 2003 nog eens en zo is het huidige schoolgebouw ontstaan. Natuurlijk blijft een oud gebouw steeds aandacht en onderhoud vragen en de gemeente Maastricht en het centrale bestuur zorgen ervoor dat de benodigde gelden hiervoor ter beschikking worden gesteld. Basisschool Borgharen was in eerste instantie een zelfstandige school, met een eigen bestuur. Doordat het aantal leerlingen sterk afnam kwam de school onder de norm terecht die nodig was om de school te laten voortbestaan. Een fusie met basisschool Amby en basisschool Scharn zorgde ervoor dat het gemiddelde leerlingaantal groot genoeg was om de school in Borgharen te handhaven. Al spoedig fuseerde BOM 1 (Basis Onderwijs Maastricht 1) met SKOH (Stichting Katholiek Onderwijs Heer) tot BOM 2. Een verdere fusie met de Romeinse Heirbaan volgde al spoedig en BOM 3 was een feit. Vanaf januari 2003 heeft een nieuwe fusie met Stichting Henric van Veldeke ervoor gezorgd dat 21 Maastrichtse scholen onder een bestuur zijn gekomen, met als naam MosaLira. Ondanks deze schaalvergroting streven we ernaar om onze eigen identiteit te behouden. Vanaf mei 2007 vormen basisschool De Maasköpkes en basisschool Scharn een cluster, dat geleid wordt door een directeur. Deze is verantwoordelijk voor het beleid op de beide scholen. De beide scholen worden dagelijks geleid door een locatiedirecteur. Verdere fusies in de toekomst worden niet uitgesloten, omdat er door deze schaalvergroting een aantal zaken beter en sneller geregeld kunnen worden. De afzonderlijke scholen zijn de plekken waar het gebeurt. Het feit dat er op bestuurlijk niveau gekozen wordt voor grootschaligheid zal nooit ten koste gaan van de eigen identiteit van onze school en van uw kinderen. MosaLira stichting voor leren, onderwijs en opvoeding, is het bevoegd gezag is het bevoegd gezag van 17 scholen voor basisonderwijs, 2 scholen voor speciaal basisonderwijs en 3 voorzieningen voor (voortgezet) speciaal onderwijs. Binnen het speciaal onderwijs zijn er scholen voor zeer moeilijk


5

lerende kinderen (REC 3), kinderen met gedragsproblematiek en kinderen met een stoornis in het autistisch spectrum (REC 4). Bij de start van schooljaar 2002-2003 kreeg basisschool Borgharen een nieuwe naam. De naam werd bedacht door mevrouw Chantal Hinssen. R.K basisschool De Maasköpkes, een naam met betekenis. Maas geeft aan waar de school gelegen is. De Maas speelt in het leven van de inwoners van Borgharen een belangrijke rol. Köpkes doet denken aan kinderköpkes. Granieten stenen, die allemaal verschillend van vorm zijn, maar wel samen een weg vormen. Ze zijn allemaal onmisbaar, want als er een ontbreekt heb je een gat in de weg. Wij vinden alle kinderen, hoe verschillend dan ook, belangrijk en accepteren hun verschillen. Samen vormen zij onze school en gaan ze op weg naar volwassenheid. Ze leggen bij ons de weg af van kleuter naar puber en we hopen dat het een weg is zonder hindernissen. Het logo van de school stelt drie spelende kinderen voor. Wij willen daarmee aangeven dat we het belangrijk vinden dat onze kinderen spelend door het leven gaan en vooral veel plezier op school beleven. In het logo zijn de golven van de Maas opgenomen.

Ons team Wie werken er in of samen met onze school? 

   

Zes leerkrachten Meester Etienne Venhorst (leerkracht groep 7/8 en lid MT) Juf Dyonne (leerkracht groep 5/6) Juf Annette Diederen (leerkracht groep 7/8) Juf Judith Bruijsten (leerkracht groep 3/4) Juf Inge Pasmans (leerkracht groep 3/4) Juf Marischa van Baren (leerkracht groep 1/2) Een intern begeleider Meester Etienne (tevens leerkracht groep 7/8) Een directeur Juf Annette Wijnen Een conciërge: Meester Fons van der Staak (dinsdag en vrijdag) Administratief medewerker Peter van Oppen (maandag en woensdag)

En we werken samen met:  Vervangers  De pastoor  De schoolmaatschappelijk werkster  Externe personen (onderwijsbegeleidingsdienst, Ambulante begeleiding, Eerste lijnsbegeleiding enz.)  Stagiaires  Vrijwilligers en ouders


6

Identiteit Wij zijn een Rooms Katholieke basisschool en laten dit zien door:  De (middag) dag te beginnen met een gebed;  In groep 4 te participeren bij de communie;  In groep 8 te participeren bij het vormsel;  Jaarlijks vier vieringen met een maatschappelijk thema in de kerk houden;  Jaarlijks mee te doen aan de vastenactie of een ander doel;  Het geven van godsdienstlessen i.c.m. wereldoriëntatie;  Het doen van uitstapjes waarbij geloof, waarden en normen centraal staan.

Onze missie Onder de naam en het logo staat onze missie ‘Samen leren, groter groeien’. Hier staat heel kort geschreven wat wij belangrijk vinden en waar wij voor staan. Wij doen de dingen samen. We leren samen. We leren op veel gebieden. We worden al lerend groter en groeien als persoonlijkheid. In onze visie kun je alleen leren als je dat samen met anderen doet.

Onze visie In onze visie hebben we omschreven wat wij als school willen zijn. Het zijn de uitgangspunten van onze handelingen, de basis waarop wij de dingen doen zoals we ze doen. Naar aanleiding van deze uitspraken worden doelstellingen geformuleerd hoe we ons steeds verder willen ontwikkelen, naar het ideaal dat we ons gesteld hebben.

De volgende uitgangspunten vinden wij belangrijk: De creatieve- en sociaal-emotionele ontwikkeling krijgt veel aandacht. Wij stellen kinderen in de gelegenheid om zich te ontwikkelen op alle gebieden en hun talenten te stimuleren en te ontplooien. Onze taak is het om samen met de ouders deze ontwikkeling te begeleiden. Wij willen dit realiseren door:       

kinderen zoveel mogelijk kansen te geven om zich creatief en sociaal- emotioneel te kunnen ontwikkelen; kinderen te leren om op een positieve manier met elkaar en volwassenen om te gaan en naar elkaar te reflecteren; kinderen zoveel mogelijk kansen te geven om hun ervaringen en emoties in te brengen en daar gaan wij positief op in; kinderen in de gelegenheid te stellen om hun communicatieve vaardigheden te ontwikkelen en te trainen; Ervoor te zorgen dat de voorwaarden aanwezig zijn om in een goede sfeer creatief te kunnen werken; Gebruik te maken van een methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling (Goed Gedaan!) en met behulp van deze methode in te spelen op de behoeften van de groep; Gebruik te maken van een sociaal-emotionele Leerling Volg Systeem (SCOL).


7

Kinderen voelen zich bij ons veilig. Wij scheppen voor kinderen een omgeving, waarin geborgenheid, openheid, veiligheid, vertrouwen en bescherming vanzelfsprekend is en waarin kinderen en leerkrachten zichzelf kunnen zijn binnen duidelijk gestelde regels en grenzen. Daardoor kan iedereen, die met de school in aanraking komt, hier met plezier functioneren. De school maakt gebruik van zes gouden regels:      

Wij praten met elkaar We lopen door de gang Iedereen hoort erbij Wees zuinig en netjes Handen thuis Veiligheid gaat voor alles

Onze leerlingen komen graag naar school. We nemen onze kinderen serieus en vinden het belangrijk dat ze graag naar school komen. Door te investeren in het welbevinden van het kind verwachten we dat zij beter leren. We zien het als onze taak om signalen op te vangen van kinderen die niet graag naar school komen. Hierbij maken we gebruik van een sociaal-emotionele Leerling Volg Systeem. We vinden het ook belangrijk dat we die signalen van de ouders krijgen. Bij kinderen die niet graag naar school komen ondernemen we actie. Hierbij kan gebruikt worden gemaakt van de methode ‘Goed Gedaan!’. De zorgverbreding op school is goed verzorgd. Zorgproblemen zijn niet alleen een zaak van de huidige leerkracht, maar van het hele team. Problemen moeten we bespreekbaar maken en gezamenlijk aanpakken. We moeten van elkaars kennis gebruik maken en proberen, op verzoek, mensen met specifieke expertise in te schakelen. Leerlingen met leerproblemen evenals leerlingen met problemen op sociaal emotioneel gebied worden zo snel mogelijk opgespoord en geholpen. Er worden handelingsplannen gemaakt voor leerlingen die uitvallen. Constateren we, na zorgvuldige evaluatie, dat de leerling de mogelijkheden niet heeft om het niveau van de groep te volgen, dan wordt een aparte leerlijn opgesteld. Dit doen we zo vroeg mogelijk. Ook is er zorg voor leerlingen die meer aankunnen. Deze leerlingen worden extra uitgedaagd. Als de voorsprong te groot wordt ten aanzien van de groep, wordt er een aparte leerlijn opgesteld. Er heerst op school een prima werkklimaat onder de collega’s. Wij voelen ons veilig in het team. We kunnen elkaar aanspreken op gedrag. Iedereen mag en kan zijn mening zeggen zonder dat de ander hem/haar daarop afrekent. Wij voelen ons gesteund door onze collega’s en leidinggevende. We kunnen bij iedereen terecht met vragen over knelpunten op allerlei gebied. De leerlingen maken kennis met een breed vormings- en onderwijsaanbod. Wij zien onze leerlingen als totale mensen die we in hun hele ontwikkeling willen begeleiden. Ons aanbod is daarom breder dan het aanbod van de gehanteerde methoden. Sociaal-emotionele vorming is volgens ons de basisvorming. We willen naast de cognitieve ontwikkeling ook aandacht


8

schenken aan het begrijpen van en kunnen participeren in de wereld om ons heen. We geven kinderen de mogelijkheid om creatief en zelfstandig te werken, waarbij we het samenwerken stimuleren.

De school en haar taak in de wijk Het is de bedoeling dat wij als school ons naar de buurt manifesteren bij diverse belangrijke gebeurtenissen. Dit houdt in dat we dus ook alert daarop moeten reageren. Wij willen ons ontwikkelen tot een brede buurtschool. De school is een belangrijk onderdeel van de wijk en geen losstaand instituut. De school moet uitnodigen om binnen te lopen. Niet alleen bij problemen, maar altijd en niet alleen voor ouders. De school laat duidelijk haar eigen karakter zien naar de ouders en de wijk.

Een brede buurtschool Wij zijn geen onderwijsinstituut dat toevallig in Borgharen staat, maar wij zijn een wezenlijk onderdeel van deze gemeenschap. Wij kiezen ervoor om te participeren in het dorpsgebeuren en zoeken naar mogelijkheden om samen te werken met plaatselijke verenigingen. Door deze samenwerkingsverbanden ontstaan er nieuwe mogelijkheden en uitdagingen en ontstaat er een stimulerende werking richting verenigingen. Ook de school heeft daar profijt van. Enkele voorbeelden hiervan zijn:   

 

De carnavalsviering Beerbieters, die samen met de school het carnavalsfeest organiseert en bekostigd; De samenwerking met de parochie; De samenwerking met de buurtraad, waardoor er bijvoorbeeld aandacht geschonken kan worden aan het fenomeen “hangjongeren”. Tevens verzorgt de buurtraad computerlessen in school aan de senioren van de dorpen Borgharen en Itteren. De samenwerking met de Maaskluivers; De samenwerking met de jeu de boules-vereniging.

In de school is een steunpunt bibliotheek gevestigd voor de jeugd van Borgharen. Dit steunpunt wordt met behulp van vrijwilligers gerund. Tevens hebben de senioren de mogelijkheid om, tijdens de openingstijden van het steunpunt, boeken te komen lenen. Kortom wij willen een school zijn die interactie heeft met de buurt waarin ze staat.

Schooltijden Voormiddag Namiddag Woensdag

: 8.30 uur - 12.00 uur : 13.15 uur - 15.15 uur : 8.30 uur - 12.30 uur

Groep 1 heeft alle vrijdagen vrij. De groepen 2 en 3 hebben elke vrijdagmiddag vrij. Woensdagmiddag, zaterdag en zondag hebben alle groepen vrij.


9

Hoofdstuk 2: Onderwijs en begeleiding Aannamebeleid Alle kinderen zijn in principe op onze school welkom, mits wij naar onze inschatting kunnen voldoen aan de voorwaarden die de begeleiding van de aangemelde kinderen vraagt. Het kan dus voorkomen dat we kinderen niet zullen aannemen op BS De Maasköpkes, omdat wij niet kunnen voldoen aan de speciale zorg die uw kind(eren) nodig heeft. Vanaf 1 augustus 2014 is de Wet Passend Onderwijs van kracht. Schoolbesturen krijgen de zorgplicht voor alle leerlingen uit hun regio. Ouders melden hun kind aan bij de school van hun keuze en de school heeft de taak om het kind een passende onderwijsplek te bieden of met de ouders een passende plek te zoeken. Wij vinden het belangrijk dat leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften naar de school in de buurt kunnen gaan. Hierbij stellen wij de voorwaarde dat zowel de materiële aanpassingen als de extra zorgmaatregelen goed geregeld moeten zijn. Elke beslissing over de toelating van een leerling zal zorgvuldig overwogen moeten worden. Het is niet mogelijk om vooraf een absoluut aantal zorgleerlingen per groep of per school aan te geven. Elke leerling met specifieke zorgbehoeften heeft begeleiding nodig en dient per geval beoordeeld te worden of de school kan voldoen aan de benodigde onderwijsbehoeften. Voor meer informatie verwijzen wij u naar het hoofdstuk ‘Schoolondersteuningsprofiel’. Bij weigering van aanname volgt een gesprek met de ouders waarin de redenen van de weigering wordt uitgelegd. Deze afwijzing wordt schriftelijk vastgelegd en beargumenteerd en aan ouders en inspectie overhandigd. Wij zijn een katholieke school maar zullen anders/niet gelovigen aannemen mits deze kinderen en hun ouders de uitgangspunten van onze school respecteren. Het grootste deel van de kinderen van BS De Maasköpkes zijn woonachtig in Borgharen en hebben voorheen de peuterspeelzaal “ De Maasköpkes” bezocht. Wanneer leerlingen 4 jaar worden, kunnen ze onderwijs gaan volgen op de basisschool. Leerlingen kunnen tot de maand mei op een afgesproken datum instromen. Wanneer de aanmelding, een leerling van een andere basisschool betreft, verneemt de directeur de reden van overplaatsing en neemt hierover contact op met de schoolleiding van de huidige school. Hierbij wordt de gebruikelijke procedure gehanteerd, zoals die wordt toegepast binnen het samenwerkingsverband. Voor meer informatie over de toelatingsprocedure verwijzen wij u naar hoofdstuk 4.

Aanmelding nieuwe leerlingen Hoe is de inschrijvingsprocedure bij ons op school? De leerlingen worden aangemeld bij de directie van de school. Er volgt een kennismakingsgesprek, waarin er algemene informatie verstrekt wordt over de school en er een rondleiding verzorgd wordt. Daarnaast krijgen de ouders de gelegenheid om vragen te stellen. Aan het eind van dit gesprek krijgen de ouders twee formulieren ter invulling mee naar huis, samen met de schoolgids (digitaal) en de schoolkalender. Het aanmeldingsformulier en het intredeformulier, welke u heeft meegekregen, Basisschool de Maasköpkes – Samen leren, groter groeien

10

kunt u thuis op uw gemak invullen. Deze formulieren zullen de basis vormen voor een intredegesprek. Aan het eind van dit intredegesprek worden uw kind(eren) formeel aangemeld, rekening houdend met het aannamebeleid. Ter bevestiging van de inschrijving, ontvangt u een bewijs van inschrijving en een leerlingenkaart. Deze leerlingenkaart dient u te controleren en ondertekend te retourneren. De leerkracht waarbij uw kind in de groep komt krijgt een kopie van het inschrijf- en intredeformulier zodat hij/zij op de hoogte is van eventuele bijzonderheden en voorbereidingen kan treffen als de leerling de eerste schooldag komt. Op het moment dat het een zij-instromer betreft zal de directie/ groepsleerkracht en/ of Intern Begeleider contact opnemen met de vorige school. Afspraken instroomgroep in de loop van het schooljaar Basisschool de Maasköpkes laat vanaf schooljaar 2015-2016 geclusterd instromen. Dit in verband met veiligheid en geborgenheid van de nieuwe kleuters; maar ook in verband met de rust voor de leerlingen die al in groep 1/2 zitten. Tevens kunnen leerlingen vanuit de peuterspeelzaal met meerdere peuters gelijktijdig instromen. Voor deze nieuwe leerlingen wordt de overstap hierdoor minder groot. Iedere (nieuwe) leerling heeft zijn / haar inbreng in het sociale groepsgebeuren. Door vaste momenten aan te geven waar peuters in groepjes kunnen instromen ontstaan er in de loop van het jaar zo min mogelijk verandermomenten voor groep 1/ 2. Dit komt ten goede voor de continuïteit van de groep. In overleg met de peuterspeelzaal stelt de school aan het begin van ieder nieuw schooljaar instroomdata ’s vast. Van de instroomdatum van uw kind wordt u op de hoogte gesteld bij het intakegesprek. Oefenen en kennismakingsgesprek Bij aanmelding van een kleuter, komt de kleuter voor de eerste schooldag een uurtje oefenen en kennismaken. Uw kind krijgt een uitnodigingskaart voor de eerste schooldag. De leerkracht maakt nadat uw kind in de eerste week onderwijs heeft genoten een afspraak met u voor een kennismakingsgesprek. In die week wordt het ontwikkelingsformulier besproken. Ook kunt u dan eventuele vragen stellen. Dit kennismakingsgesprek kan ook eerder plaatsvinden indien ouders of leerkracht daar een reden voor zien. Na vier weken is een korte terugkoppeling tussen ouders en leerkracht hoe de instroom is gegaan. Ouders van peuters worden in het jaar dat hun kind instroomt uitgenodigd voor de ouderavond van groep 1/2 aan het begin van het nieuwe schooljaar. Tijdens deze avond geeft de leerkracht uitleg over de werkwijze van de groepen 1 en 2.

Kerndoelen Kerndoelen geven aan wat leerlingen aan het eind van hun schooltijd moeten kennen en kunnen. Het


11

zijn streefdoelen waarop basisscholen zich richten bij de ontwikkeling van hun lesprogramma. Kerndoelen garanderen een breed en gevarieerd onderwijsaanbod. Leergebieden kerndoelen basisonderwijs Kerndoelen gaan over een bepaald leergebied. De leergebieden zijn onderverdeeld in:      

Nederlandse taal; Engels; Rekenen en wiskunde; Oriëntatie op jezelf en de wereld; Kunstzinnige oriëntatie; Bewegingsonderwijs.

Wij hebben kennis genomen van de kerndoelen en richten ons onderwijs hier op in door middel van methodisch, pedagogisch en didactisch handelen. Wij streven ernaar om de kerndoelen te bereiken voor alle kinderen.

Een up-to-date onderwijskundig aanbod voor de leerlingen Het onderwijskundig aanbod is voor onze leerlingen vriendelijk en kindgericht. Het aanbod wordt stelselmatig vernieuwd en waar nodig aangevuld en/of uitgebreid. De methoden die we vernieuwen bevatten een doorlopende leerlijn voor groep 1 t/m 8. Instrumenten voor sociaal-emotionele vorming behoren tot het onderwijskundig leeraanbod. We zorgen ervoor dat ons aanbod steeds nieuwe en actuele impulsen blijft krijgen.

Doorgaande leerlijnen Onze school wil een school zijn voor leerlingen van 4 t/m 12 jaar. In de tijd dat ze bij ons op school zitten willen we bereiken dat ze een ononderbroken ontwikkelingslijn kunnen volgen. Hiervoor is nodig dat het totale programma van groep 1 t/m groep 8 op elkaar is afgestemd en dat er regelmatig overlegmomenten zijn tussen leerkrachten onderling. Er worden geregeld groepsbesprekingen gehouden naast de leerlingbesprekingen en de eventuele consultaties. Bij de keuze van een nieuwe methode wordt nadrukkelijk gezocht naar methodes die een doorgaande lijn van groep 1 t/m 8 aanbieden.

Kleuterplein voor de groepen 1 en 2 Kleuterplein is een geïntegreerd pakket voor de groepen 1 en 2. Het is opgezet rondom 16 thema’s die aansluiten bij de interesse van jonge kinderen. Kinderen ontdekken met Kleuterplein de wereld om hen heen. Spelenderwijs komen de belangrijkste ontwikkelingsgebieden voor kleuters met de bijbehorende tussendoelen aan bod. Kleuterplein is meer dan alleen taal en rekenen: ook motoriek, wereldoriëntatie, muziek en sociaal-emotionele ontwikkeling zijn onderdeel van Kleuterplein. Alle thema’s hebben een vaste opbouw met start-, kern-, keuze- en afsluitingsactiviteiten. In elk thema zijn alle ontwikkelingsgebieden vertegenwoordigd. Handpop Raai de Kraai vliegt met de kinderen mee door de thema’s. Hij is nieuwsgierig en stelt veel vragen, waarmee hij de kinderen prikkelt.


12

Daarnaast heeft elk thema een verhaal dat in het hele thema een belangrijke rol speelt en waaraan activiteiten zijn gekoppeld.

Onderwijs aan kleuters Kleuters ontwikkelen zich in hun eigen tempo en op verschillende manieren. Elk kind heeft een eigen leerstijl, een eigen manier van leren. Zo ontdekt het ene kind de begrippen breed en smal tijdens het bouwen in de bouwhoek, een ander tijdens het knutselen met doosjes. De ontwikkeling van kleuters verloopt sprongsgewijs: wat nu niet wordt opgepikt kan enkele weken later wel aanslaan. Kleuters ontwikkelen zich spelenderwijs. Het stimuleren van de ontwikkeling van kleuters vraagt om een brede aanpak: spelen, werken, bewegen en in gesprek zijn met elkaar. Met Kleuterplein bieden we de kinderen een ruim aanbod van activiteiten binnen een rijke leeromgeving, zodat elk kind de vaardigheden ontwikkelt in het tempo dat en op de manier die bij het kind past. Elk kind leert anders: waar het ene kind zijn sociale vaardigheden ontwikkelt in de huishoek kan een ander kind in datzelfde spelmoment bezig zijn om taalvaardiger te worden. Deze leermomenten noemen we incidentele leer- of ontwikkelmomenten. Naast deze incidentele momenten biedt Kleuterplein een serie intentionele leer- of ontwikkelactiviteiten. Dit zijn activiteiten met een duidelijk gericht leerdoel. We spreken in Kleuterplein van leerdoelen, waarmee ook de tussendoelen (beginnende geletterdheid en beginnende gecijferdheid) worden bedoeld. Kleuters ontwikkelen met deze intentionele activiteiten nieuwe vaardigheden en vergroten hun kennis. Het is belangrijk dat er in het onderwijs aan kleuters een goede balans is tussen incidentele en intentionele leermomenten. Kleuterplein kan gebruikt worden bij zowel ontwikkelingsgericht als ervaringsgericht onderwijs. Ook biedt Kleuterplein enkele coöperatieve werkvormen die de actieve houding van kleuters stimuleren, bijvoorbeeld in de grote kring. Kleuterplein werkt met routines. Dit zijn vaste werkvormen met een wisselende inhoud, gekoppeld aan een leerdoel binnen een ontwikkelingsgebied. Routines zorgen voor herkenbaarheid bij de kinderen. Bovendien geeft herhaling de kinderen zekerheid en biedt het houvast. Na een paar keer weten de kinderen al wat de bedoeling is en is uitleg niet meer nodig. Hoe volgen we de ontwikkeling van een kleuter? Om een goed en overzichtelijk beeld van de ontwikkeling van uw kind te krijgen hanteren we in groep 1 en 2 de volgende registratie / observatie formulieren: 



Observatielijsten vanuit kleuterplein waarbij gekeken wordt naar de volgende gebieden : Taal en lezen, rekenen, motoriek (fijne en grove motoriek), Sociaal-emotionele ontwikkeling en muziek. Deze lijsten worden twee keer per jaar voor uw kind ingevuld. Cito toetsen: ‘Taal voor kleuters’ en ‘Rekenen voor Kleuters’. Twee keer per jaar (januari en mei/juni). Kleuters die in groep 1 zijn ingestroomd worden getoetst als ze minimaal drie maanden onderwijs hebben genoten.


13



   



Vanuit ‘Protocol Dyslexie’ worden de volgende gebieden voor leerlingen uit groep 2 gecontroleerd: letterkennis, auditieve analyse (eerste klank horen), auditieve synthese(letters plakken) en het schrijven van eigen naam. Sociogram afname: Drie keer per jaar Groepsbespreking met de intern leerlingbegeleider (IB’er): Twee keer per jaar. Leerlingbespreking. Het is mogelijk dat vanuit een groepsbespreking een leerling wordt besproken. Voor de kleuters wordt een plakboek aangelegd, waar zelfgemaakte werkjes ingeplakt worden die een afspiegeling zijn van de ontwikkeling dat het kind doormaakt. Het kind kan hierbij zelf aangeven als het een werkje in het plakboek wil. Oudergesprekken worden drie keer per jaar, schoolbreed, gevoerd en in de eerste week van de instroom van een nieuwe leerling. Ook kunnen ouders of leerkracht het initiatief nemen voor extra oudergesprek.

Bevordering sociale redzaamheid, burgerschap en cultuureducatie De Nederlandse overheid hecht veel waarde aan ‘burgerschap en sociale integratie’ en ziet daarin een belangrijke rol weggelegd voor het onderwijs. De school is immers bij uitstek de plek waar elke leerling kennismaakt met de verschillende achtergronden en culturen van leeftijdsgenoten en waar leerlingen voorbereid worden op deelname aan de samenleving. Basisschool de Maasköpkes heeft een aanbod gericht op bevordering van actief burgerschap en sociale redzaamheid. Op veel momenten wordt er gesproken over de wereld om ons heen en brengen we kennis bij over het heden en het verleden. Meestal gebeurt dit in aparte vakken aan de hand van methoden zoals Nieuwsbegrip XL en de wereldoriënterende vakken. Door gebruik te maken van wereldoriënterende methoden (aardrijkskunde, geschiedenis en natuur) trachten we bij onze kinderen zoveel mogelijk een onderzoekende houding te kweken. Met de natuurmethode “In vogelvlucht” vinden wij het belangrijk dat de kinderen stil staan bij hun eigen leefwereld en het milieu en hun eigen rol hierin. Ook in onze eigen schoolorganisatie proberen we zoveel mogelijk milieubewust bezig te zijn door o.a. te letten op onnodig branden van licht, het per groep verzamelen van papier, we stimuleren het gebruik van een drinkbeker en een lunchtrommel, zamelen batterijen en oude inktcartridges in en verzamelen we kleding per kwartaal voor mensen in armere landen. Kinderen van groep 7 en 8 gaan tweejaarlijks naar het Watercentrum in Heel om te leren en ervaren hoe water uit de grond wordt gepompt en wordt gereinigd alvorens het naar de consument wordt gebracht. Bij de aardrijkskundemethode “Land in Zicht” willen we vanaf groep 5 de leerlingen stimuleren om anders naar de wereld te kijken. De leerlingen leren goed kaartlezen en verwerven specifieke kennis van regio’s. Daarnaast bouwen ze een topografisch kaartbeeld op. Door middel van het bespreken van actueel nieuws in combinatie met de begrijpend leesmethode ‘Nieuwsbegrip XL’ betrekken we de actuele wereld in de klas. Door relaties te leggen tussen huidige gebeurtenissen met het verleden willen we de kinderen oorzaak en gevolg laten ervaren. In het kader van onze identiteit staat wij stil bij godsdienstige gebeurtenissen. Zo hebben wij vier vieringen in de kerk per jaar en staan wij stil bij het geloof. Het bespreken van het geloof van de


14

katholieke kerk en andere geloven komen geregeld vakoverstijgend terug. Dit kan zijn naar aanleiding van een viering, een les uit de methode of een gebeurtenis in de wereld. In groep 7 en 8 wordt specifiek stilgestaan bij het geloof in relatie met de wereld. Zo wordt bij het vakgebied geschiedenis stilgestaan bij de wereldoorlogen en wat voor gevolgen dit heeft in het hier en nu. In groep 8 wordt stilgestaan bij het ‘Vormsel’ en groep 4 wordt veel tijd besteed aan de ‘Communie’. Jaarlijks doet de school mee aan de vastenactie of een andere doelstelling. Middels gesprekken in school komt het onderwerp van het goede doel terug. In het kader van lessen over de wereld en het geloof gaan de leerlingen van groep 7 en 8 tweejaarlijks naar het oorlogskerkhof in Margraten waarbij stil wordt gestaan bij de onderwerpen tolerantie, samenleving, waarden en normen. Ter bevordering van de sociale redzaamheid maken wij gebruik van de methode ‘Goed gedaan!’ Deze methode voldoet aan de kerndoelen van sociaal-emotionele ontwikkeling en besteedt aandacht aan inzichten en vaardigheden voor goed (wereld)burgerschap. Deze methode heeft een complete leerlijn van groep 3 tot en met 8 waarin de leerlingen acht schooljaren lang aan twaalf sociaalemotionele competenties werken. Elke competentie heeft zijn eigen leerpad met inzichten en vaardigheden. We werken in concrete kleine stapjes die centraal staan in activiteiten en opdrachten. Tevens werken we op schoolniveau met zes gouden regels die periodiek aan bod komen tijdens gesprekken en lessen. Met behulp van Sociale Competentie Observatielijst (SCOL) worden de ontwikkelingen van de kinderen van groep 3 t/m 8 jaarlijks in beeld gebracht (groep 1/2 heeft een eigen observatieformulier vanuit de methodiek Kleuterplein). De leerkracht kan hiermee inspelen op individuele verschillen of extra aandacht besteden aan situaties die spelen in de groep. Om leren om te gaan met verschillen tussen mensen, maken de leerlingen van groep 7 en 8 tweejaarlijks gebruik van het GIPS-project. In dit project gaan de leerlingen met gehandicapte volwassenen allerlei activiteiten doen en staan de leerlingen stil wat voor impact het gehandicapt zijn betekent voor het handelen in de dagelijkse praktijk. Leerlingen van groep 1 en 2 gaan om het jaar naar het Kinderziekenhuis van het AZM. Thematisch wordt in de klas besproken wat voor invloed het ‘ziek’ zijn kan betekenen voor de leerlingen en hun omgeving. Wij werken met drie dimensies (dans en muziek, beeldende kunst en toneel). Deze dimensies komen jaarlijks terug waarbij leerkrachten via Kumulus gastdocenten inhuren om lessen in het kader van culturele educatie te komen verzorgen. Binnen de omgeving van school willen we actief burgerschap en sociale integratie vormgeven door intensief samen te werken met ouders en verschillende verenigingen. Zo werkt de school samen met ‘de Maaskluivers’, fanfare, de parochie en de carnavalsvereniging om activiteiten voor de leerlingen te organiseren. Jaarlijks gaan de leerlingen van groep 5 t/m 8 met de senioren van de jeu des boules vereniging een balletje gooien en heeft de school een bibliotheeksteunpunt gerealiseerd waardoor senioren ook bij ons op school boeken kunnen lenen. Daarnaast is er vanuit de buurtraad een aanbod voor senioren zich bij te laten scholen met betrekking tot ICT-vaardigheden. Deze ICT-lessen vinden op school plaats. Cultuureducatie


15

Basisschool de Maasköpkes staat stil bij culturele educatie. Culturele educatie is voor ons werken met uitdagend onderwijs, met verleiden en stimuleren en kinderen vanuit een krachtige leeromgeving ook op een andere manier te leren kijken. Culturele educatie heeft veel raakvlakken met andere vakgebieden, met Nederlandse taal en literatuur, aardrijkskunde, geschiedenis, natuurkunde, godsdienst, maatschappij en samenleving, beeldende vakken en techniek. Vaak gebeuren er dingen op dit gebied zonder dat je je er bewust van bent. We zorgen dat alle disciplines binnen de cultuureducatie in de acht jaar, dat uw kind bij ons op school zit, aan bod komen. Hiervoor hebben we een schema opgesteld dat ons uitganspunt is bij de keuzes voor workshops of andere culturele activiteiten binnen een schooljaar. Kinderliteratuur komt elk jaar aan bod door de aandacht die we besteden aan kinderboeken tijdens de Kinderboekenweek. Jaar 1 Groep 1-2 Groep 3-4 Groep 5-6 Groep 7-8

2014-2015 Drama Beeldend Drama Beeldend

Jaar 2 Groep 1-2 Groep 3-4 Groep 5-6 Groep 7-8

2015-2016 Dans en Muziek CNME Dans en Muziek Cultureel erfgoed


16

Leerlingenzorg Er spelen vele factoren een rol bij het wel of niet effectief begeleiden van een leerling met specifieke zorgbehoeften. Denk hierbij bijv. maar aan de gebouwelijke toestand, de groepsgrootte en de financiële- en normatieve mogelijkheden. Bij de vraag of een leerling met specifieke onderwijsbehoeften op onze school geplaatst kan worden zal na overleg met de ouders, een eventuele zorginstantie en het team een beslissing genomen worden. De uitkomst van dit overleg is bindend. Op het moment dat wij niet kunnen voldoen aan de voorwaarden die een goede begeleiding van het kind van ons vraagt, zullen we aan de ouders mededelen dat het kind niet bij ons op school aangemeld kan worden. Samen met ouders gaat de school op zoek naar een school die wel deze zorg kan bieden. Zorgniveau’s Het streven is om leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften zoveel mogelijk op te vangen en te begeleiden in de basisschool. Om dit doel te realiseren is er een samenwerkingsverband opgezet van scholen uit Maastricht en Heuvelland, die een aantal keer per jaar bij elkaar komen om afspraken en beleid te maken, dat gericht is op het behalen van de doelstelling. Wij werken in Borgharen ook vanuit dit zorgsysteem van het samenwerkingsverband. De afspraken worden vastgelegd in het zorgplan voor de hele regio. Onze school heeft dit verder uitgewerkt in een schoolspecifiek zorgplan. Dit schoolspecifiek zorgplan ligt ter inzage op school. We dragen zorg voor alle leerlingen. Dat betekent dat we ons onderwijs zo adaptief mogelijk proberen te maken. Dat wil zeggen dat we, daar waar mogelijk, rekening houden met de verschillende onderwijsbehoeften van de kinderen. We onderscheiden daarbij vijf niveaus van zorg:

Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Niveau 5

Algemene zorg Extra zorg Speciale zorg na intern onderzoek Extra zorg na extern onderzoek Verwijzing naar speciaal (basis)onderwijs


17

Niveau 1

algemene zorg = adaptief onderwijs

‘Zorgniveau 1’ betekent de inrichting van ons dagelijks (adaptief) onderwijs gebaseerd op de structuur van de ‘1-zorgroute’1 binnen de groepen, waarbij ondersteuning wordt gedragen voor het geven van goed onderwijs. Uitgangspunt is de visie, structuur en aanpak van de ‘1-zorgroute’. Bij deze aanpak willen we bereiken dat leerkrachten (dit mede in het kader van ‘Passend Onderwijs’) hun onderwijs goed afstemmen op de onderwijsbehoeften van de kinderen. Zij werken handelingsgericht en gaan planmatig om met verschillen in onderwijsbehoeften tussen kinderen. De ‘1-zorgroute’: - maakt de stappen en beslismomenten in de ondersteuning binnen school transparant; - biedt impulsen om de kwaliteit van het onderwijs en de ondersteuning in school te verbeteren; - bewerkstelligt een goede aansluiting tussen de schoolinterne ondersteuning en de schoolexterne ondersteuning en stimuleert daarbij samenwerking tussen onderwijs en ondersteuning in de regio. Niveau 2

extra zorg

‘Zorgniveau 2’ betekent extra begeleiding binnen de groep. De verantwoordelijkheid van deze begeleiding ligt bij de groepsleerkracht. Mogelijke acties die onder ‘zorgniveau 2’ vallen zijn: -

observaties door leerkracht(en), ib-er en/of directeur (als onderwijskundig leider van de school). Feedback geven staat op dit niveau centraal. analyse van methodegebonden toetsen. het observeren en analyseren van specifieke kindkenmerken (denkend hierbij aan: werk (product-proces), werkhouding, taakgedrag, gedrag; analyse resultaten van het methode-onafhankelijke toetsen vanuit CITO LOVS; in kaart brengen van relevante gegevens (driehoek school/ thuissituatie/ kind) t.a.v. cognitieve alsook sociaal-emotionele aspecten; diepte-analyse op groeps-/ leerlingniveau, n.a.v. toetsresultaten, handelingsplannen, groepsplannen bij onvoldoende ontwikkeling. gesprekken met leerlingen en ouders/verzorgers; gesprekken met vorige leerkracht(en); extra inzet personeel voor de leerlingen die een periode extra ondersteuning nodig hebben; collegiale consultaties; inzet van specifieke hulpprogramma’s als Kurzweil (MosaLira breed) voor dyslectische kinderen, Levelwerk voor meer begaafde kinderen.

Extra ondersteuning in de groep: - Noteren in groepsklapper (dagplanning) / groepsplan voor welke leerlingen het volgende geldt. - pré-teaching - uitbreiden oefentijd, verwerkingstijd e.d. - verkorte inoefentijd, verdieping en verbreding leerstof - inzetten instructieprincipes


18

- methode gebonden verlengde instructie (subgroep 1) - methode gebonden verkorte instructie (subgroep 2) - leerlingen met specifieke (ondersteunings)behoeften worden in een aparte subgroep geplaatst. - methode gebonden remedial teaching (herhalingsstof n.a.v. de methode gebonden toets) - inzet hulpmaterialen Onder dit zorgniveau valt de 1- en 3-steraanpak van de groepsplannen (de instructie afhankelijke en de instructie onafhankelijke aanpak ) Niveau 3

speciale zorg na intern onderzoek

Op ‘Ondersteuningsniveau 3’ wordt ‘de verantwoordelijkheid’ van de individuele groepsleerkracht overstegen. De leerkracht/ intern begeleider/ school is in dit zorgniveau handelingsverlegen. We hebben dan te maken met een leerling met speciale onderwijs-/ ondersteuningsbehoeften. -

-

Afhankelijk van het welbevinden en/ of het gedrag van het kind, dienen eventuele opvallende/ negatieve signalen gesignaleerd te worden via de dagelijkse observaties en ervaringen door de leerkracht. Het is aan de leerkracht, eventueel in overleg met de intern begeleider en/of de directeur, om te beoordelen of bepaalde signalen van langdurige aard zijn. Daarnaast kan een situatie van een zodanige bedreigende aard zijn, dat het welzijn van een leerling of van de groep in het gedrang komt. Op dit moment zal hierdoor extra (langdurige) ondersteuning noodzakelijk zijn. We spreken van opvallend gedrag als het gedrag van een leerling leidt tot een constante storing van de dagelijkse werkzaamheden/ activiteiten binnen een groep. De grens tussen een probleem en een stoornis is discutabel. Een probleem wordt een stoornis als je het gedrag van het kind niet kunt verklaren vanuit z’n normale ontwikkelingsleeftijd. Het kind moet hierbij dan zowel schools als sociaal disfunctioneren. Op cognitief niveau spreken we van een aandachtsleerling als zijn/haar vaardigheidsscore achterblijft bij de verwachtingen. Hierbij nemen we als norm dat een leerling niet de voor hem/haar (verwachte) groei laat zien. Hierdoor zijn dus IV- en V-scorende leerlingen niet automatisch aandachtsleerlingen: als deze leerlingen een persoonlijke groei doormaken voldoen ze aan het verwachtingspatroon cq het eigen kunnen, de eigen mogelijkheden. Hierbij dienen we er wel van overtuigd te zijn dat de kwaliteit van het reguliere onderwijs (ondersteuningsniveaus 1 en 2) binnen de betreffende groep goed is. Dit kan betekenen dat een leerling met een CITO I score na mindere prestaties wel tot een aandachtsleerling bestempeld kan worden.

De aanpak van deze leerlingen kan opgenomen worden in het groepsplan of bij hardnekkige problematiek kan een vorm van een individueel plan (b.v. handelingsplan of een afbuigende leerlijn) worden opgesteld door de groepsleerkracht, dit met ondersteuning van de interne begeleider. Vooraf aan het opstellen van een individueel plan kan de leerling besproken worden in een vorm van zorg-adviesteam (ZAT). De ouder(s)/verzorger(s) van de betreffende leerling worden geïnformeerd over deze extra ondersteuning. Dit doet de groepsleerkracht i.s.m. de interne begeleider. Bij multi-problem –situaties wordt de leerling (het gezin….) besproken binnen een vorm van een multidisciplinair team (b.v.: een ‘ronde tafelgesprek’).


19

Het resultaat van de uitvoering van extra ondersteuning kan leiden tot: -

-

de leerling levert weer de verwachte prestaties, er is duidelijke persoonlijke groei waarneembaar: de leerling volgt weer het reguliere onderwijs binnen de ondersteuningsniveaus 1 en 2; de leerling blijft zwakker presteren dan verwacht mag worden (dit kan dus ook op het gebied van sociaal emotionele ontwikkeling zijn). We spreken van zwakker presteren / onvoldoende resultaat als ondanks het opstellen en uitvoeren van extra ondersteuning er sprake blijft van een achterstand van 1 jaar of meer. De groepsleerkracht beslist samen met de ib-er en de directeur of deze leerling een aparte (afbuigende) leerlijn gaat volgen op school of dat de leerling op ‘Ondersteuningsniveau 4’ geplaatst wordt.

Ondersteuningsbehoeften worden verhelderd door intern onderzoek binnen de school. Hierbij kan er ook sprake zijn van handelingsverlegenheid bij de groepsleerkracht/ intern begeleider/ school. De op ondersteuningsniveau 2 uitgezette preventieve maatregelen leveren niet de gewenste resultaten op. Niveau 4

extra zorg na extern onderzoek

Wanneer een school te maken met hardnekkigheid van de leer-/ gedragsproblemen en geringe leerbaarheid op het achterblijvende terrein (er zijn nauwelijks vorderingen), dan is extern onderzoek van belang. Dit onderzoek zal gericht moeten zijn op het geven van adviezen met betrekking tot de nabije toekomst. Daarnaast is het noodzakelijk om mogelijke oorzaken (verminderde begaafdheid of een leerstoornis) voor de problemen te achterhalen (diagnosticeren) met als doel het opstellen van een reëel ontwikkelingsperspectief (OOP). Om mogelijke oorzaken en/ of problemen te achterhalen hebben we de beschikking over een vijftal gegevens: -

De resultaten van de preventieve zorg gedurende de voorgaande jaren; De gegevens vanuit het pedagogisch-didactisch onderzoek; De resultaten van de ingezette hulp gedurende minimaal een half jaar; De huidige achterstanden van de leerling; De mogelijke oorzaken, resultaten en adviezen naar aanleiding van het onderzoek naar de leermogelijkheden en belemmeringen van de leerling (extern onderzoek).

Deze gegevens leiden tot een aantal mogelijke oplossingen om de problemen van de betreffende leerling aan te pakken. Meest voorkomende interventies binnen onze school: - Doubleren (incl. onderwijsverlenging groep 2) en overslaan van een leerjaar; - Opstellen van een individueel ontwikkelingsperspectief (OPP) op een of meerdere vakgebieden. - Leerlinggebonden financiering….. ‘oude systematiek’ / bovenschools gecoördineerd t/m huidige schooljaar. - (Preventieve) ambulante begeleiding, gekoppeld aan de inrichting van het Dienstencentrum, - (Boven)schoolse ‘Plusgroepen’ MosaLira - Deelname aan de VVE-schakelklassen


20

Niveau 5

verwijzing naar speciaal basisonderwijs

Wanneer het de school niet lukt om de leerling in de reguliere setting van het basisonderwijs te begeleiden en niet langer kan voldoen aan de onderwijsbehoefte van de leerling (na intensieve begeleiding in zorgniveau 4) is het noodzakelijk een plek voor de leerling te vinden die dit wel kan bieden. Dit betreft een zeer zorgvuldige procedure welke in nauw overleg met de ouders/ verzorgers en alle betrokkenen dient te gebeuren. Het doel is dat de leerling een structurele plaatsing krijgt op een andere basisschool, SO- of SBOschool. Deze plaatsing is in eerste instantie van tijdelijke aard met als doel na intensieve begeleiding terugplaatsing in het reguliere onderwijs. De mogelijkheid bestaat dat, in belang van het kind, de leerling geplaatst blijft op de school van verwijzing. In dit zorgniveau zal er een toelaatbaarheidsverklaring ingediend moeten worden.

Schoolondersteuningsprofiel In het kader van de introductie van Passend Onderwijs per 1 augustus 2014, heeft het team van BS De Maasköpkes haar schoolondersteuningsprofiel beschreven. Dit schoolondersteuningsprofiel is vastgesteld en geaccordeerd door de MR op 9 september 2013. Het schoolondersteuningsprofiel heeft als doel om: - De mogelijkheden van de school te beschrijven met betrekking tot het bieden van Passend Onderwijs aan alle leerlingen en expliciet leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften; - Realiseren van Passend Onderwijs en binnen financiële mogelijkheden van het Samenwerkingsverband en schoolbesturen; - Sturingsinstrument om leerlingen op basis van ondersteuningsbehoefte op de juiste school te plaatsen.

Samenvatting schoolondersteuningsprofiel BS De Maasköpkes Basisschool de Maasköpkes werkt met combinatiegroepen. De school is vooral cognitief ingesteld en minder op zaak- en expressieve vakken. Hierin is orde, structuur, rust en regelmaat een belangrijk aspect binnen ons onderwijs. Basisschool de Maasköpkes doet een hoog beroep op de zelfstandigheid van kinderen. Omdat tijd voor de leerkracht spaarzaam is, wordt stapsgewijs de zelfstandigheid in de loop der jaren vergroot. Het vergroten van de zelfstandigheid heeft als bijkomende doel om meer tijd voor de leerkracht te genereren. Deze tijd heeft de leerkracht nodig om aandacht te geven aan de kinderen die verlengde instructie, extra uitdaging of individuele begeleiding nodig hebben. Samen met een goede klassenorganisatie en -management wordt er gestreefd dat alle leerlingen effectief kunnen werken en leren. Indien nodig en mogelijk, wordt de leerstof groepsoverstijgend aangeboden. Op basisschool de Maasköpkes wordt opbrengst gericht gewerkt. Opbrengsten van de methodeonafhankelijke- en afhankelijke toetsen worden op individueel-, groeps- en schoolniveau geïnventariseerd en geanalyseerd. Er wordt gebruik gemaakt van trendanalyses en


21

dwarsdoorsneden. Deze scores worden gelegd naast de inspectie en schoolnormen. Vervolgens wordt bekeken of er interventies op een vakgebied moeten plaatsvinden. Jaarlijks maken de leerkrachten een diepteanalyse en worden de opbrengsten door de school summatief gebruik; het onderwijsproces wordt indien nodig bijgestuurd. Deze bijsturing kan plaatsvinden op school-, groeps-, of individueel niveau. Het ‘Opbrengst Gericht Werken’ in relatie met passend onderwijs kan voor onze organisatie voor een spanningsveld zorgen. De groepen zijn klein en dat betekent wanneer leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften getoetst worden en mee worden genomen in de totale groepsscore, dat de opbrengsten (vaardigheidsscores van de groep) onder druk komen te staan. Het gevaar is dat de opbrengsten van een groep als beoordelingsinstrument gebruikt kan worden. Aan de hand van behaalde opbrengsten worden leerlingen ingedeeld in niveaugroepen, waarbij wordt gekeken naar de onderwijsbehoeften van kinderen. Er wordt meer gedifferentieerd in instructie- en verwerkingstijd. Vanaf schooljaar 2013-2014 vindt er een teamscholing 'Handelingsgericht Werken' vanuit de 1-zorgroute plaats. Gedurende deze scholing staat de cyclus van HGW en het middel 'groepsplan' centraal op het gebied van technisch lezen (zie werkmatrix). Door onderwijsbehoeften van leerlingen te verzamelen en hierna te clusteren (naar aanleiding van observaties en opbrengsten) willen we leerlingen preventief in niveaugroepen plaatsen. De cyclus HGW zal tweemaal doorlopen worden. Om zo goed mogelijk te kunnen voldoen aan de verschillende onderwijsbehoeften van leerlingen is er de afgelopen jaren flink geïnvesteerd in het begeleiden van leerkrachten om het didactisch handelen van de leerkracht, door middel van klasbezoeken en collegiale consultaties, en de daarbij behorende instructie zo effectief mogelijk te laten verlopen. Hierbij ligt het doel om de instructie zo kort mogelijk te houden en te werken met een verlengde instructie en meerdere niveaugroepen. Volgens de Inspectie van het Onderwijs (2011) zorgt juist deze begeleiding en scholing van leerkrachten en het verbeteren van het didactisch handelen voor de meeste opbrengsten. Tevens heeft MosaLira, door haar sterke financiële positie, extra budget vrijgegeven om extra investeringen te kunnen doen om haar doelstellingen versneld te realiseren. Basisschool de Maasköpkes kan dan, ondanks haar beperkte (financiële) middelen van een kleine school, hierdoor extra methodieken en materialen aanschaffen waardoor er meer mogelijkheden ontstaan om te kunnen differentiëren binnen de groep. Door samenwerking op stichtingsniveau probeert MosaLira steeds meer te voldoen aan specifieke onderwijsbehoeften die niet door de verschillende basisscholen alleen te realiseren zijn. Zo kunnen leerlingen die meer- en hoogbegaafd zijn meedoen aan de bovenschoolse plusklas. Een ochtenddeel in de week komen leerlingen van verschillende scholen bij elkaar en krijgen onder begeleiding van een gespecialiseerde leerkracht verrijkingsstof aangeboden die met ontwikkelingsgelijken worden verwerkt en dat ook meegenomen kan worden naar school en/ of thuis. Sinds het kalenderjaar 2013 wordt ook in samenwerking met andere stichtingen “Playing for success” aangeboden. Leerlingen die specifieke behoeften hebben op sociaal-emotioneel vlak kunnen aan dit project meedoen. Door opdrachten uit te voeren, wordt samen met spelers van MVV, gewerkt aan het sociaal-emotioneel welbevinden en het tegengaan van faalangsten.


22

Tevens beschikt de school over een eerste-lijns begeleider, die de school ondersteunt bij hulpvragen. Hiernaast werkt de school samen met de schoolarts, schoolmaatschappelijk werker en een Ambulant Begeleider. Gedurende het jaar zijn er momenten dat de school samen met samenwerkende partners in gesprek kan gaan. Deze bijeenkomsten (Zorg Advies Team=ZAT) vinden op behoefte plaats. Hierboven is de kern (samenvatting) beschreven van het schoolondersteuningsprofiel. Op verzoek is het mogelijk om het volledig schoolondersteuningsprofiel in te zien bij de directie.


23

Begeleiding van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften De leerkracht heeft de verantwoordelijkheid om leerlingen te volgen in zijn of haar ontwikkeling. Wanneer de leerkracht signaleert dat een ontwikkeling niet volgens verwachting verloopt, heeft hij/ zij de verantwoordelijkheid om hier adequaat op te anticiperen. Aanleiding hiertoe, kan een methodegebonden-, een CITO-toets of observatie zijn. De interventies die de leerkracht inzet kan van verschillende aard zijn. Dit kan zijn het bespreken van de leerling met een collega of de intern begeleider, het geven van verlengde en/of extra instructie of het meegeven van extra (leer)werk. Mogelijk wordt door de leerkracht een handelingsplan opgesteld. Dit doet de leerkracht in overleg met de Intern begeleider. In uitzonderlijke gevallen is het noodzakelijk om voor bepaalde leerlingen een aangepaste leerlijn op te stellen. Een aangepaste leerlijn houdt in dat de leerstof wordt aangepast aan de mogelijkheden van de leerling. Door een aangepaste leerlijn op te stellen kan het zijn dat het verwachte eindniveau van het kind lager ligt dan het eindniveau van groep 8. Wij dragen zorg voor alle leerlingen, maar sommige leerlingen behoeven extra begeleiding. Dit kunnen leerlingen zijn die moeite hebben de geboden leerstof eigen te maken en daarbij extra ondersteund moeten worden. Het kunnen ook leerlingen betreffen die de stof erg makkelijk verwerken. De leerlingen die de stof makkelijk verwerken kunnen extra uitdaging krijgen door verrijkings- en/of verdiepingsstof. Naast het cognitieve gebied, zijn er ook leerlingen die extra begeleiding nodig hebben op het gebied van sociaal-emotionele ontwikkeling. Door gebruik te maken van methodieken en additionele materialen willen wij tegemoet komen aan de verschillende onderwijsbehoeften van al onze leerlingen.

Groepsbespreking De groepsbespreking neemt een centrale plaats in de leerlingenzorg in. Het is een belangrijke schakel in de zorg aan leerlingen. Elke periode wordt afgerond met een groepsbespreking. Deze bespreking is tevens het begin van de nieuwe periode. Bij de groepsbespreking zijn de groepsleerkracht en de Intern begeleider aanwezig. Tijdens de groepsbespreking komen een aantal vaste gesprekspunten aan bod. Er wordt gekeken of de leerlingen de gestelde doelen bereikt hebben en voldoende geprofiteerd hebben van de aanpak van het vorig groepsplan. Hierbij dienen hulpmiddelen als CITO scores, SCOL-gegevens, de methodegebonden toetsen en de informatie uit voorgaande leerjaren. Ook de eigen observaties van de leerkracht spelen een belangrijke rol in deze bespreking. In dit gesprek is er ruimte voor de leerkracht om zijn ondersteuningsbehoeften kenbaar en bespreekbaar te maken. Vanuit deze ondersteuningsbehoeften van de leerkracht heeft de Intern begeleider de mogelijkheid om een observatie uit te voeren in de klas. Deze observatie kan betrekking hebben ten aanzien van het pedagogisch en didactisch handelen van de leerkracht. Tijdens deze observatie wordt bekeken of het beschreven groepsplan haalbaar/ functioneel is binnen de klassenorganisatie. Na deze observatie kan de Intern begeleider handelingsadviezen verstrekken. Er wordt gekeken welke leerlingen de komende periode extra aandacht nodig hebben en wat hun onderwijsbehoeften zijn. Een belangrijk onderdeel is om te kijken welke kinderen, met vergelijkbare onderwijsbehoeften, geclusterd kunnen worden. Tevens is de groepsbespreking het schakelpunt naar de leerlingenbespreking.


24

Leerlingbespreking met eerstelijnsbegeleiding In de leerlingenbespreking staat de beantwoorden van de begeleidingsvraag van de leerkracht centraal. Centraal staat om, op basis van de begeleidingsvraag van de leerkracht, de onderwijsbehoeften van de betrokken leerling te verhelderen en te bekijken hoe de leerkracht in het groepsplan aan deze onderwijsbehoeften de komende periode tegemoet kan komen. In deze bespreking wordt samen gezocht naar oplossingen die wenselijk en haalbaar zijn voor de leerkracht en voor deze leerling. De school probeert in eerste instantie zelf in de leerlingenbespreking een antwoord te vinden op de begeleidingsvraag van de leerkracht. Wanneer dit tijdens de leerlingenbespreking niet lukt, dan kan in de leerlingenbespreking (en na toestemming van de ouders) het besluit genomen worden om extern (zorgniveau 4), handelingsgerichte begeleiding of handelingsgerichte diagnostiek te vragen of om de mogelijkheden van een (tijdelijke) verwijzing (zorgniveau 5) van het kind te onderzoeken.

Leerlingen die meer capaciteiten hebben Sommige leerlingen vallen niet op omdat ze qua ontwikkeling achter blijven, maar juist doordat ze de stof sneller en beter kunnen verwerken dan het gros van de kinderen. Voor die leerlingen hebben we ook extra aandacht. Allereerst is er in de methode boeken uitloopstof en verrijkingsstof opgenomen. Daarnaast hebben we een heleboel verrijkingswerk in onze orthotheek, die we de kinderen kunnen aanbieden. Soms kiezen we er ook voor om een leerling of een groepje leerlingen zelfstandig verder te laten werken in de stof. Ook gebeurt het dat kinderen voor een bepaald onderdeel naar een andere groep gaan. In groep 8 krijgen sommige leerlingen al de beginselen van de wiskunde stof uit de brugklas van het V.O. We proberen heel nadrukkelijk deze kinderen verder te begeleiden in hun eigen ontwikkeling. Soms schakelen we deze leerlingen ook in om als maatje met een ander kind mee te werken. Ook dat is een ontwikkeling, maar dan vooral op sociaal emotioneel vlak. Werken met de Plusgroep Doelgroep Een plusgroep is een speciale groep voor kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong en/of meer/hoogbegaafde kinderen. De kinderen werken buiten de klas, onder schooltijd, aan een eigen programma onder begeleiding van een gespecialiseerde leerkracht, de plusgroepbegeleider. Deze kinderen komen op een vast tijdstip in de week bij elkaar, de rest van de week werken ze in hun eigen groep. In de eigen groep wordt aan deze leerlingen extra uitdagende leerstof aangeboden. De plusgroepen werken op verschillende locaties in Maastricht. Dit is afhankelijk van de indeling die gemaakt wordt. Elke plusgroep bestaat uit maximaal 8 leerlingen. Het schooljaar is voor de plusgroep verdeeld in twee periodes. - Vanaf de zomervakantie tot de krokusvakantie. - Vanaf de krokusvakantie tot aan de zomervakantie.


25

Halverwege het schooljaar vindt een tussenevaluatie met leerkrachten, Intern Begeleider(IB) en Plusgroepbegeleider(PB) plaats. Dan wordt o.a. bekeken welke leerlingen de tweede periode gaan deelnemen. Het doel van de plusgroep is om te voorzien in een onderwijsbehoefte van kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong en/of meer/hoogbegaafde kinderen. Deze kinderen worden op gezette tijden in staat gesteld aan de slag te gaan met ontwikkelingsgelijken. De kinderen worden uitgedaagd op cognitief, sociaal-emotioneel en creatief gebied. Leren samenwerken, zelfstandig werken en het ontwikkelen van sociale vaardigheden zijn uitgangspunten. Door de leerkracht wordt met het deelnemende kind, in overleg met de Plusgroepbegeleider een persoonlijk doel vastgesteld. Dit kan o.a. zijn: - Leren samenwerken - Het vergroten van het zelfvertrouwen - Werken aan weerbaarheid - Het verminderen van faalangst/perfectionisme - Het leren structureren van het eigen werk - Het leren leren - Het leren leven - Het kind verantwoordelijk leren maken voor zijn eigen leren - Het leren doorzetten De leerlingen hebben allemaal een map. Hierin wordt het huiswerk bewaard. Daarnaast is in deze map ook een logboek gevoegd waarin de leerlingen elke bijeenkomst beschrijven wat ze gedaan en geleerd hebben. Tevens worden hierin de huiswerkopdrachten genoteerd. De groepsleerkracht dient dit na de bijeenkomst te bekijken en te tekenen met een paraaf. Toelatingsprocedure Leerlingen worden gesignaleerd door de groepsleerkracht(en) en/of de Intern Begeleider (IB) en in overleg met de Plusgroepbegeleider(PB) voorgedragen om deel te nemen aan de plusgroep. Tevens vindt er een leerlingbespreking plaats met alle betrokken leerkrachten gericht op de plaatsing in de plusgroep. Gediagnosticeerde hoogbegaafde leerlingen of waarbij een vermoeden van meer-of hoogbegaafdheid is kunnen in aanmerking komen. Daarnaast kan plaatsing ook te maken hebben met de sociaal-emotionele ontwikkeling. Sommige meer- of hoogbegaafde kinderen kunnen uitstekend in hun eigen groep begeleid worden. De leerling wordt aangemeld voor de plusgroep nadat ouders en leerling in een gesprek met de leerkracht(en), IB en PB hebben aangegeven akkoord te zijn. De leerling wordt aangemeld voor de plusgroep na een gesprek van de leerkracht(en) met de IB en PB en nadat ouders hebben aangegeven akkoord te zijn. Ouders kunnen hun kind niet zelf aanmelden, wel kunnen zij hun vraag bij de leerkracht neerleggen. Deze zal dit met de Intern Begeleider bespreken. Een intelligentietest is geen must om deel te nemen aan de plusgroep! Deze kan wel in sommige gevallen meerwaarde hebben voor het handelingsplan.


26

Regelmatig wordt de voortgang van de betreffende leerlingen door de PB met de leerkrachten besproken. De ouders van de plusgroepleerlingen worden geïnformeerd door de groepsleerkracht over de deelname aan de plusgroep. Tijdens de 10-minutencontactavond is het voor de ouders van de plusgroepkinderen mogelijk om een aparte afspraak over de voortgang met de plusgroepbegeleider te maken. De PB houdt zelf een logboek bij over elke leerling die deelneemt. De PB maakt een schriftelijke beoordeling van de plusgroepleerling. Einde schooljaar wordt op schoolniveau met directie en team, ouders en leerlingen geëvalueerd of de plusgroep aan de verwachting heeft voldaan. Hierbij wordt gevraagd: - Hoe de plusgroep ervaren is door de leerlingen - Of deze past binnen het opgestelde beleid(Hoog)begaafdheid; - Hoe de communicatie met leerkracht, team en IB is verlopen; - Hoe de ouders de communicatie hebben ervaren; - Of er voldoende tijd en middelen en deskundigheid zijn; - Of en welk effect te bemerken is bij de leerlingen tijdens en na de deelname aan de plusgroep. Naar aanleiding van deze evaluatie wordt bepaald op welke wijze we voortgaan.

Huiswerk Basisschool de Maasköpkes heeft een beleidsstuk gemaakt omtrent het geven van huiswerk. 1. Waarom wordt huiswerk gegeven: Huiswerk is grotendeels “uitbreiding van de leertijd”. Behandelde leerstof kan door huiswerk extra ingeslepen worden. Als voorbereiding op een proefwerk of een overhoring. Bijvoorbeeld het oefenen van rekenen en topografische kennis. Door geregeld herhalingen van het geleerde, krijgt dit een vaste plaats in het geheugen. Indien nodig kan het dan opgeroepen worden. Door deze herhaling moeten de leerlingen de geleerde kennis zelfstandig toepassen. Huiswerk wordt tevens gegeven om de verantwoordelijkheid en de zelfstandigheid van kinderen te vergroten. Kinderen leren op tijd het huiswerk te maken en dient uiteindelijk ter voorbereiding op het voortgezet onderwijs. Huiswerk wordt niet alleen gegeven om de behandelde stof in te slijpen, maar kan ook gebruikt worden ter voorbereiding van nieuwe opdrachten. Bijvoorbeeld leerlingen moeten thuis materialen en/of informatie verzamelen ter voorbereiding van een boekbespreking, spreekbeurt, klassikaal behandeld onderwerp enz. Wanneer opdrachten niet klaar zijn, kan deze ook als huiswerk mee naar huis gegeven worden. Dit is een manier om kinderen die niet zo snel werken, thuis rustig alles af te laten maken. Hierin willen we een verbinding leggen tussen thuis en school. We willen ouders mee laten participeren in het onderwijs.


27

2. Rol van de school: De school heeft een belangrijke rol in het geven van huiswerk. Zo geeft de school aan hoe groot de weeklast is van de leerlingen: hoeveel huiswerk per dag en per week, aantal werkstukken en proefwerken per periode. De school begeleidt en stimuleert de leerlingen en biedt een duidelijke structuur. Voordat het huiswerk gegeven wordt geeft de leerkracht aan wat de bedoeling is van het huiswerk en hoe ze dit kunnen aanpakken. Het huiswerk is gepast (instructie heeft op school plaatsgevonden) met de reden dat leerlingen dit huiswerk thuis zelfstandig moeten kunnen maken. Wanneer er huiswerk wordt gegeven, is het van belang dat kinderen hier feedback op krijgen. Zowel op het product als op het proces. Huiswerk wordt daarom op school gecontroleerd en moeilijkheden worden besproken. Omdat we een verbinding met thuis willen leggen en ouders mee willen laten participeren in het onderwijs, is het van belang om regelmatig met ouders de huiswerkattitude te bespreken. Wanneer leerlingen regelmatig het maken van huiswerk verzaken wordt er contact opgenomen. 3. Rol van de ouders: Zoals gezegd, levert huiswerk een bijdrage aan de vergroting van de verantwoordelijkheid en zelfstandigheid van de leerlingen. Bij de realisering van dit doel spelen ook ouders, als pedagogische partners van de school, een belangrijke rol. Als pedagogische partner van de school wil elke ouder, naar beste vermogen, bijdragen aan een goed verloop van het ontwikkelings- en leerproces van het eigen kind. Kinderen hebben er baat bij als hun ouders belangstelling tonen voor het huiswerk en zo nodig ondersteuning bieden. Niet alleen als het tegenzit of als er echte problemen zijn, maar ook als het goed gaat. De ouder dienen zicht het liefst op te stellen als coach, luister en stel vragen. Stimuleer het kind en ondersteun het als het daarom vraagt. Een valkuil daarbij is dat het bieden van ondersteuning niet hetzelfde is als het maken van het huiswerk door de ouders. Het doel moet altijd zijn: het kind is zelf verantwoordelijk voor het maken van huiswerk. Houdt daarbij voor ogen dat het bijdraagt aan de groei naar zelfstandigheid van het kind. Hoe verleidelijk het soms ook is om het wel eens even aan het kind voor te doen, het is niet het huiswerk van de ouder! Dit laat onverlet dat het heel goed is als ouders belangstelling tonen voor school en hun kind helpen.

4. Overzicht van het “standaard”huiswerk: Groep Groep 1/2:

Groep 3: Groep 4: Groep 5: Groep 6:

Huiswerk en frequentie Geen structureel huiswerk. Indien nodig kan de leerkracht, in overleg met ouders, opdrachten voor thuis meegeven om te werken aan ontwikkelingsgebieden. Eén keer per week. Leesoefeningen vanuit Veilig Leren Lezen Twee keer per week. Spelling en rekenen (keersommen en redactiesommen) Twee keer per week. Spelling en rekenen (redactiesommen) + om de vier weken zaakvak Twee keer per week. Spelling en rekenen (redactiesommen) + om de vier weken zaakvak

Tijdsduurindicatie n.v.t.

5 tot 10 minuten per dag 10 tot 15 minuten per vakgebied 15 minuten per vakgebied 15 minuten per vakgebied


28

Groep 7:

Groep 8:

Drie keer per week. Spelling/ rekenen/ studievaardigheden + om de vier weken zaakvak + 2x p.j. spreekbeurt + 2x p.j. werkstuk Drie keer per week. Spelling/ rekenen/ studievaardigheden + om de vier weken zaakvak + 2x p.j. spreekbeurt + 2x p.j. werkstuk

20 minuten per vakgebied

20 minuten per vakgebied

Schoolafspraken: Huiswerk wordt minimaal een week van te voren opgegeven. Boeken van school worden niet meegegeven. Een kopie is wel mogelijk.

Toetsen Gedurende het schooljaar worden meerdere toetsen afgenomen. Zo maken wij gebruik van methodegebonden toetsen en methode onafhankelijke toetsen. Methode gebonden toetsen worden gegeven in de groepen 3 tot en met 8. Met deze toetsen gaan we na in hoeverre kinderen de aangeboden leerstof van de afgelopen periode hebben begrepen. Deze toetsen worden telkens na een nieuw onderdeel afgenomen. Dit zijn diagnostische toetsen. Dit wil zeggen dat ze een beeld geven welke onderdelen nog niet beheerst worden en waar herhaalde instructie nodig is. In groep 1 en 2 worden ook toetsen afgenomen en observeert de leerkracht op meerdere gebieden. Meer informatie kunt u vinden bij het hoofdstuk: kleuteronderwijs. Toetsmap: Wanneer er methodegebonden toetsen zijn afgenomen, worden deze, in een toetsmap, meegegeven. In deze map kunt u de meest recente toetsen van uw kind terugvinden. Op deze wijze heeft u inzage in de resultaten van uw kind en krijgt u een beeld van zijn/haar ontwikkeling. Het is de bedoeling dat u alle afzonderlijke toetsen voor gezien ondertekend en de leerlingen de map mee terug naar school nemen. Het staat u uiteraard vrij om contact met de leerkracht op te nemen, om een gemaakte toets te bespreken. Afspraken:       

De map komt op vrijdag mee naar huis, mits er nieuwe nagekeken toetsresultaten zijn. U ontvangt een e-mail van de leerkracht wanneer de map mee naar huis komt. In deze e-mail staat ook het aantal gemaakte toetsen vermeld. De map dient op maandag weer ingeleverd te worden op school. U ondertekent alle, afzonderlijke toetsen voor akkoord. Alle toetsen komen in de map mee terug naar school. De leerkracht bewaart alle gemaakte toetsen van het lopende schooljaar. Wanneer de leerkracht de map terug krijgt, wordt deze leeg gemaakt.

CITO toetsen Het Cito Volgsysteem primair onderwijs (LOVS) omvat de LOVS-toetsen, de Entreetoetsen, de Eindtoets Basisonderwijs voor groep 1 tot en met 8. Met de toetsen van het volgsysteem volgen wij vorderingen op systematische wijze. Door leerlingen op systematische wijze te volgen krijgen we inzicht in de resultaten van het geboden onderwijs op leerling-, groeps- en schoolniveau. Met deze


29

informatie formuleren wij aandachtspunten en waar nodig treffen wij maatregelen om het onderwijs te verbeteren. LOVS-toetsen LOVS-toetsen zijn een begrip in het basisonderwijs. Dat is niet voor niets, voor een aantal belangrijke leerstofgebieden zijn er één of meerdere toetsen beschikbaar. Met de LOVS-toetsen hebben wij betrouwbare informatie in handen over de vorderingen van leerlingen en de groep als geheel. Bovendien krijgen wij inzicht in de kwaliteit van het onderwijs op school. Deze LOVS-toetsen worden vanaf groep 5 digitaal afgenomen. CITO Entreetoets Het is prettig om te weten hoe onze leerlingen ervoor staan. Waar zijn zij goed in en bij welke onderdelen is extra ondersteuning nodig? Met de Entreetoetsen in groep 5 tot en met 7 meten wij de basisvaardigheden van leerlingen op de onderdelen Taal, Rekenen-Wiskunde en Studievaardigheden. CITO kijkt de antwoorden na en verzorgen een rapportage. De CITO Entreetoets wordt aan het eind van groep 5,6 en 7 op papier afgenomen en is een onderdeel van ons LOVS. Het helpt ons inzicht te krijgen in het niveau van de kinderen en op welke onderdelen nog aandacht op school-, groeps- en individueel niveau gegeven kan worden. CITO Eindtoets en advisering naar Voortgezet Onderwijs De Eindtoets Basisonderwijs maakt deel uit van het Cito Volgsysteem primair onderwijs (LOVS). Alle toetsen van dit volgsysteem zijn op elkaar afgestemd, onder meer op het gebied van de rapportage. Met de toetsen van het volgsysteem volgen wij de vorderingen van individuele leerlingen, groepen leerlingen en het onderwijs op onze school van groep 1 tot en met 8. Van de Eindtoets Basisonderwijs verschijnt jaarlijks een nieuwe versie. De specifieke functie van de Eindtoets is het geven van onafhankelijke informatie voor de keuze van het best passende brugklastype voortgezet onderwijs. De Eindtoets is een school- of leervorderingentoets: de toets meet wat een kind in vergelijking met andere kinderen in acht jaar basisonderwijs geleerd heeft. En leervorderingen zeggen iets over de kansen op succes in de verschillende typen van het voortgezet onderwijs. Om tot een basisschool eindadvies te komen, maakt basisschool de Maasköpkes gebruik van de gegevens met betrekking tot de afgenomen methodeonafhankelijke toetsen uit het CITO LOVS, de resultaten van de Entreetoets van de groepen 5,6, en 7 (onderdeel van het CITO LOVS), methodegebonden toetsen, observaties van de leerkracht, de geboden ondersteuning, sociale competenties en vaardigheden en de werkhouding van de leerling. Onder werkhouding wordt de zelfstandigheid, werktempo, (diepte)concentratie, zelfvertrouwen en de samenwerking verstaan. Basisschool de Maasköpkes moet in haar schooladvies aangeven welk type voortgezet onderwijs het beste bij een leerling past. Daarnaast moet de basisschool zorgen voor een tweede, onafhankelijk gegeven als een kind naar het voortgezet onderwijs gaat. Bij de meeste scholen is dat de Citoeindtoets. Basisschool de Maaskopkes heeft voor dit onafhankelijk meetinstrument ook gekozen. Deze Eindtoets wordt in februari, klassikaal en digitaal afgenomen. De keuze voor een digitale afname is gemaakt op basis van een aantal ondersteunende bijkomstigheden die door de school als positief wordt ervaren. Zo biedt de digitale Eindtoets zowel


30

auditieve alsook visuele ondersteuning. Tevens heeft de CITO eindtoets de mogelijkheid om de toets over meerdere dagen te verspreiden of een eigen afnamemoment te kiezen. Voor de leerlingen is het prettig dat de opgaven overzichtelijk worden aangeboden. Daarbij groeien de leerlingen, in deze tijd, op met het gebruik van computers en worden er in de klas de methodegebonden toetsen ook al digitaal afgenomen. Om uiteindelijk tot het eindadvies te komen, wordt uitgegaan van de beschikbare gegevens van de basisschool. De CITO Eindtoets zou het eindadvies van de basisschool moeten ondersteunen en bevestigen. Wanneer er een grote discrepantie is tussen het schooladvies en het onafhankelijk advies wordt dit samen met ouders besproken en meegenomen in de eindadvisering. Alle leerlingen, die onze school verlaten, krijgen een onderwijskundig rapport, bestemd voor de vervolgschool. In dit rapport wordt beschreven hoe het kind op de basisschool heeft gefunctioneerd en hoe het zich heeft ontwikkeld. In feite is het een samenvatting van het leerlingendossier. Ook wordt beschreven hoever het kind in verschillende leergebieden gevorderd is. Het onderwijskundig rapport wordt naar de nieuwe school en de ouders toegestuurd.

Opbrengsten tussenresultaten BS De Maasköpkes: De inspectie beoordeelt de resultaten tijdens de schoolperiode aan de hand van toetsresultaten op meerdere CITO-toetsen. Deze toetsen representeren wezenlijke inhouden op cruciale momenten in de basisschoolperiode. In de groepen 3 en 4 dienen leerlingen op een zodanig niveau technisch te leren lezen, dat zij met succes kunnen deelnemen aan alle overige onderdelen van het onderwijs. In groep 4 staan de basisvaardigheden in het rekenonderwijs centraal. In groep 6 wordt de overstap gemaakt gemaakt naar complexere, wiskundige principes. Verder moet in groep 6 het niveau van begrijpend lezen voldoende hoog zijn met het oog op het onderwijs in de zaakvakken. Als de resultaten op meer dan de helft van deze toetsen voldoende zijn, is het oordeel op de tussenresultaten positief.   

Technisch lezen (TL) in groep 3 en 4 Rekenen en Wiskunde (RW) in groep 4 en 6 Begrijpend Lezen (BL) in groep 6

De scores worden beschreven in vaardigheidsscores van de hele groep, die afgenomen zijn in het midden van het jaar (M-afname). In de getoonde resultaten zijn geen leerlingen buiten de opbrengsten gelaten.


31

Behaalde tussenopbrengsten in schooljaar 2013-2014 en 2014-2015 Toets DMT (TL) groep 3 DMT (TL) groep 4 DMT (TL) groep 5 Rekenen (RW) groep 4 Rekenen (RW) groep 5 Rekenen (RW) groep 6 Rekenen (RW) groep 7 Rekenen (RW) groep 8 Begrijpend Lezen (BL) groep 5 Begrijpend Lezen (BL) groep 6 Begrijpend Lezen (BL) groep 7 Begrijpend Lezen (BL) groep 8

2013-2014 Inspectienorm Schoolscore 21 27,9 48 57,9 66 70,5 50 56,1 71 81,1 84 94,4 98 106,1 110 111,6 25 33,2 32 51,2 45 49 55 58,4

2014-2015 Inspectienorm Schoolscore 21 23 48 60,2 66 78,7 50 48,3 71 85 84 98,8 98 106 110 120,5 25 37,3 32 43,5 45 59,5 55 62,9

BS De Maasköpkes voldoet bijna aan alle gestelde inspectienormen. Alleen bij het onderdeel rekenen-wiskunde in groep 4 wordt de inspectienorm niet behaald. BS De Maasköpkes is een kleine school en werkt heeft leerjaren waarin minder dan 10 kinderen in de klas zitten. Doordat er weinig kinderen in een leerjaar kunnen zitten, kunnen opbrengsten jaarlijks behoorlijk fluctueren. Met moet dan ook voorzichtig zijn met conclusies trekken wanneer men groepsopbrengsten wil vergelijken t.o.v. voorgaande jaren. Wanneer de groepen 3,4 en 6 uit minder dan 10 leerlingen bestaan, betrekt de inspectie ook de toetsresultaten van groep 5 en eventueel 7 bij de beoordeling. Lezen en de leesresultaten: De school ziet dat kinderen tegenwoordig steeds minder lezen en / of voorgelezen worden. Hierdoor zien we dat de woordenschat en letterkennis van kinderen achteruit gaan. Dit heeft uiteindelijk gevolgen voor het (lees)onderwijs. BS De Maasköpkes is drie jaar geleden begonnen met tal van interventies om het technisch- en begrijpend leesonderwijs aan te pakken. Dit met als doelstelling om uiteindelijk de kennis en vaardigheden van de leerlingen op het gewenste niveau te krijgen, te onderhouden en verder uit te bouwen. BS De Maasköpkes ziet dan ook de leesopbrengsten van haar leerlingen steeds verder stijgen. Deze lijn zetten we dan ook voort. Na drie jaar zien we de tussenresultaten verbeteren. Inspectienormen worden behaald; resultaten op het gebied van technisch- en begrijpend lezen is ook een stijgende trend zichtbaar. Het team ziet dat de gedane interventies (boekenaanbod, instructietijd, leestijd en boekpromotie/ leesplezier) werken en effect hebben. Dit schooljaar is daarbij een nieuwe technisch leesmethodiek ‘Estafette’ aangeschaft om de positieve leesontwikkeling nog verder te ondersteunen en uit te bouwen. Ook u kunt een effectieve bijdrage leveren aan het verkrijgen van kennis– en vaardigheden van uw kind op het gebied van lezen. Mocht u vragen hebben hoe u het lezen thuis kunt stimuleren, dan kunt u dit bespreken met de leerkracht van uw kind.


32

Opbrengsten Eindtoets Basisonderwijs Jaartal 2014-2015 (10 leerlingen) 2013-2014 (15 leerlingen) 2012-2013 (16 leerlingen) 2011-2012 (6 leerlingen)

Schoolscore CITO Eindtoets 541,2 533,9 (534,7 gecorrigeerd) 534,7 (537,2 gecorrigeerd) 542,2

Landelijk gemiddelde 534,8 534,4 534,7 535,1

De scores van de CITO-Eindtoets kunnen liggen tussen 501 en 550. BS De Maasköpkes heeft in het schooljaar 2014-2015 een ongecorrigeerde schoolscore op de CITO Eindtoets behaald van 541,2. We merken hierbij op dat alle leerlingen hebben deelgenomen aan de toets. Het landelijk gemiddelde op de Eindtoets basisonderwijs is 534,8. In schooljaar 2013-2014 heeft onze school een ongecorrigeerde schoolscore behaald van 533,9. Alle leerlingen hebben in dit schooljaar deelgenomen aan de CITO Eindtoets. Per 1 januari 2011 geldt een aangepaste beleidslijn voor het herberekenen van de schoolscore. De inspectie stelt dat de volgende leerlingen niet in de schoolscore meegerekend hoeven te worden:    

Leerlingen die toelaatbaar zijn tot het Praktijk Onderwijs of Voortgezet Speciaal Onderwijs; Leerlingen die een lgf- so- of sbo-indicatie hebben en als gevolg van beperktere capaciteiten geheel of gedeeltelijk zijn losgekoppeld van het reguliere curriculum van de groep; Leerlingen die in groep 7 of 8 zijn ingestroomd; Leerlingen die kort in Nederland verblijven en om die reden het Nederlands minder goed beheersen

Wanneer we opbrengsten van leerlingen buiten de beoordeling zoals hierboven beschreven; heeft BS De Maasköpkes een schoolscore behaalt van 534,7. Met ingang van schooljaar 2011-2012 geldt een nieuwe systematiek voor de beoordeling van de CITO Eindtoets. De inspectie maakt gebruik van de ongecorrigeerde schoolscore. De onder en bovengrens zijn afhankelijk van het percentage gewogen leerlingen op de hele school. Deze grenzen zijn afgeleid van het landelijk gemiddelde voor scholen met hetzelfde percentage gewichtenleerlingen.

De resultaten van een bepaald jaar zijn: Goed Voldoende Onvoldoende

Jaar

Ondergrens

2014-2015 (10 leerlingen) 2013-2014 (15 leerlingen)

Als de standaardscore van de Eindtoets: Op of boven de bovengrens ligt; Op of boven de ondergrens en onder de bovengrens ligt; Onder de ondergrens ligt.

535,2

Landelijk Gemiddelde 537,2

Bovengrens % gewichten leerlingen 539,2 0%

Score BS De Maasköpkes 541,2

534,3

536,3

538,3

534,7

6%


33

2012-2013 (16 leerlingen) 2011-2012 (6 leerlingen)

534

536

538

8%

537,2

534,2

536,2

538,2

7%

542,2

Op basis van bovenstaande normering van de inspectie scoorde onze school in de jaren 2012-2013 t/m 2014-2015 ‘Voldoende’. Vensters PO (Primair Onderwijs): Politici, journalisten, mensen op straat, vrijwel iedereen heeft een mening over onderwijs. Er zijn oordelen en vooroordelen. Gevolg: vaak ongenuanceerde en onvolledige verhalen, waar scholen last van kunnen hebben. Met Vensters PO wil de PO-Raad de regierol van de sector versterken in de beeldvorming over het onderwijs. Werken aan de kwaliteit van het onderwijs wordt weer teruggelegd bij de scholen. Van cijfers naar heldere rapportages Vensters PO is een project dat cijfermatige informatie over scholen voor basisonderwijs verzamelt in één systeem. Het gaat dan bijvoorbeeld om gegevens op het gebied van onderwijsopbrengsten, leerlingenpopulatie, financiën en personeel. De data zijn afkomstig van DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs), de Inspectie en voor een deel van de scholen zelf. Vensters PO geeft deze cijfers in heldere rapportages terug aan de scholen en schoolbesturen. Doelstellingen Het doel van Vensters PO is om samen met de schoolbesturen en scholen te komen tot een instrument dat gebruikt kan worden om: * aan belanghebbenden verantwoording af te leggen en transparant te communiceren * de eigen organisatie professioneler te besturen en opbrengstgerichter te werken * informatie voor ouders beschikbaar te stellen, onder andere met het oog op schoolkeuze Het SchoolVenster is al te gebruiken Het project Vensters PO levert de informatie in delen op, zodat scholen en besturen nu al resultaten online zichtbaar kunnen maken. Het instrument zal medio 2015 compleet zijn. Het SchoolVenster van BS De Maasköpkes wordt getoond op www.scholenopdekaart.nl. Uitstroomniveau naar voortgezet onderwijs De advisering van en de uitstroom naar het voortgezet onderwijs in het schooljaar 2013-2014 is als volgt opgebouwd:

Praktijkonderwijs VMBO-basis VMBO-basis/ -kader VMBO-kader VMBO-kader/ -TL VMBO-TL VMBO-TL/HAVO

Aantal leerlingen: 0 0 0 2 0 2 1

Percentage:


0% 0% 0% 20% 0% 20% 10%

34

HAVO HAVO/VWO VWO Totaal

0 1 4 10

0% 10% 40% 100 %

Na advisering is door ouders en leerlingen gekozen voor de volgende scholen voor voortgezet onderwijs: School: Bonnefanten College Bonnefanten College Vrije School Porta Mosana College Sint Maartens College Stella Maris College België Totaal

Aantal leerlingen: 0 0 0 4 4 2 10

Percentage: 0% 0% 0% 40% 40% 20% 100%

Gymrooster Groep 1-2 Groep 3-4-5 Groep 6-7-8

Dinsdagochtend Dinsdagmiddag en donderdagmiddag Dinsdagmiddag en donderdagmiddag

De gymlessen voor de groepen 3 tot en met 8 vinden plaats in de gymzaal gelegen aan de burgemeester Limpensweg 1. Groep 1 en 2 gymmen in onze eigen speelzaal.

Vakantierooster, vrije dagen en benutting verplichte onderwijstijd schooltijden In het schooljaar 2015 – 2016 zijn de schooltijden als volgt:

maandag

dinsdag

woensdag

donderdag

vrijdag

Basisschool de Maasköpkes kent “ïnlooptijd”; dit betekent dat de kinderen 10 minuten voor aanvang van de lessen naar hun lokaal kunnen. 08.30 – 12.00 uur 13.15 – 15.15 uur

08.30–12.00 uur 13.15–15.15 uur

08.30 – 12.30 uur

08.30 – 12.00 uur 13.15 – 15.15 uur

08.30 – 12.00 uur 13.00 – 15.15 uur let op: groep 2 en 3 elke vrijdagmiddag geen school groep 1 heeft alle hele vrijdagen vrij


35

vakanties en vrije dagen

vakanties schooljaar 2015 – 2016

eerste dag

laatste dag

Herfstvakantie

maandag 26 oktober

vrijdag 30 oktober

Kerstvakantie

maandag 21 december

vrijdag 1 januari

Carnavalsvakantie

maandag 8 februari

vrijdag 12 februari

Pasen

vrijdag 25 maart + maandag 28 maart + dinsdag 29 maart

Meivakantie

maandag 25 april

Hemelvaart

donderdag 5 mei en vrijdag 6 mei (valt samen met meivakantie)

Pinksteren

maandag 16 mei en dinsdag 17 mei

Zomervakantie

maandag 25 juli

vrijdag 6 mei

vrijdag 2 september

vrije dagen groep 1 -2

Zie jaarrooster volgende bladzijde

groep 3 en 4


groep 5 t/m 8



36

jaarrooster

In de onderstaande tabel kunt u zien hoeveel uren de leerlingen op jaarbasis onderwijs volgen. De marge-uren worden gebruikt om studiedagen voor de leerkrachten te houden.

Groep 1

Groep 2-3

Groep 4

Groep 5 -8

morgen

3.30 uur

3.30 uur

3.30 uur

3.30 uur

middag

2.00 uur

2.00 uur

2.00 uur

2.00 uur

dag totaal

5.30 uur

5.30 uur

5.30 uur

woensdag

4.00 uur

4.00 uur

4.00 uur

weektotaal

26.00 uur

26.00 uur

26.00 uur

vrijdag(middag)

-5.30 uur

-2.00 uur

jaartotaal (52 x)

1066.00 uur

1248.00 uur

1352.00 uur

+ 30.09.2015

4.00 uur

4.00 uur

4.00 uur

totaal

1070.00 uur

1252.00 uur

1356.00 uur

Groep 2-3

Groep 4

Groep 5 -8

288.00 uur

312.00 uur

312.00 uur

Vakanties

af:

Groep 1

246.00 uur

Pasen: Vrijdag 25 maart = 5,5 uur 5.30 uur Maandag 28 maart = 5,5 uur 4.00 uur Dinsdag 29 maart = 5,5 uur 26.00 uur

Pinksteren: Maandag 16 mei = 5,5 uur Dinsdag 17 mei = 5,5 uur

Totaal vrije uren groepen: Groep 1 = 4x5,5 uur = 22 uur Groep 2-3 = 4x5,5 uur + 1x3,5 4.00 uur uur = 25,5 uur Groep 4-8 = 5x5,5 uur = 27,5 1356.00 uur uur 1352.00 uur

Studiedagen: Maandag 7 december = 5,5 uur + 4 woensdagen = 16 uur = total 21,5 uur

Vrije dagen lln. 22.00 uur

25.30 uur

27.30 uur

27.30 uur

268.00 uur

313.30 uur

339.30 uur

339.30 uur

af:

Totaal af

Verplichte vrije dagen leerlingen:

Woe: 30 september Woe: 9 februari Woe: 8 mei Woe 6 juli


37

jaartotaal

802.00 uur

938.30 uur

1016.30 uur

1016.30 uur

Verplicht aantal

880.00 uur

880.00 uur

880.00 uur

940.00 uur

over

78 uur tekort

58.30 uur

136.30 uur

76.30 uur

af: studiedagen

21.30 uur

21.30 uur

21.30 uur

21.30 uur

marge uren

99.50 uur tekort

37.00 uur

115.00 uur

55.00 uur

Vakanties: herfstvakantie (5 dgn), kerstvakantie (10 dgn), carnavalsvakantie (5dgn), meivakantie (10 dgn), zomervakantie (30 dgn) Verplichte vrije dagen: pasen (vrij: 25 mrt + ma: 28 mrt + di: 29 mrt), hemelvaart (5+6 mei  in meivakantie), pinksteren (ma: 16 + di: 17 mei) Studiedagen: 4 woensdagen + Sinterklaas (ma: 7 dec) Totaal aantal uren groep 1 t/m 4: 780.50 + 917.00 + 917.00 + 995.00 = 3609.50 uur Totaal aantal uren groep 5 t/m 8: 995 x 4 = 3980 uur Totaal aantal uren groep 1 t/m 8: 7589.50 uur De wettelijke eisen voor onderwijstijd zijn: Basisscholen moeten van groep 1 tot en met 8 minimaal 7.520 klokuren les geven. Leerlingen moeten in de eerste vier leerjaren (onderbouw) ten minste 3.520 uur les krijgen. In de laatste vier leerjaren (bovenbouw) is dit 3.760 uur. De 240 uur die overblijven mogen scholen naar eigen inzicht verdelen over de onder- en bovenbouw.


38

Hoofdstuk 3: Geledingen en contacten MosaLira - Schoolbestuur MosaLira stichting voor leren, onderwijs en opvoeding is opgericht in 2003 en gevestigd te Maastricht. MosaLira is het bevoegd gezag van 17 scholen voor basisonderwijs, twee scholen voor speciaal basisonderwijs, drie voorzieningen voor speciaal onderwijs en United World College Maastricht (Primary). Op onze scholen werken circa 740 personeelsleden voor ruim 5.400 leerlingen. Het marktaandeel van MosaLira binnen het basisonderwijs in Maastricht is bijna 67%. De stichting heeft zonder winstoogmerk ten doel het geven van basisonderwijs, speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs van één of meer richtingen en openbaar onderwijs in afzonderlijke scholen voor bijzonder onderscheidenlijk openbaar onderwijs in Maastricht en omgeving. Daarnaast heeft MosaLira tevens ten doel het verzorgen van kinderopvang-, peuterspeelzaal- en overige pedagogische begeleidingsactiviteiten. Missie MosaLira biedt een veilige uitdagende leeromgeving waarin kinderen zich ontwikkelen tot verantwoordelijke en succesvolle medeburgers. Ouders zijn partners bij het onderwijs. Persoonlijke talenten, respect voor elkaar en een duurzame samenleving zijn voor MosaLira leidend. Hoofddoelstelling MosaLira streeft naar het behalen van maximale leeropbrengst voor ieder kind, waarbij in een waarde gerichte benadering de vorming en het welbevinden van het gehele kind centraal staat. MosaLira denkt dat haar hoofddoelstelling het meest effectief gerealiseerd kan worden door te werken aan de hieronder genoemde drie strategische doelstellingen. Visie MosaLira heeft in haar toekomstvisie richting 2025 samen met het directeurenberaad en de GMR de onderstaande richtinggevende uitgangspunten geformuleerd. Deze punten vormen de stip op de horizon waar naartoe gewerkt wordt. 1.

2. 3. 4. 5.

De talentontwikkeling van kinderen wordt zoveel als mogelijk vormgegeven in een inclusieve setting, waarbij alle beschikbare expertise en middelen worden ingezet om kinderen passend en thuisnabij bij hun onderwijs- en ondersteuningsbehoefte te kunnen bedienen. Intensieve en professionele samenwerking op alle niveaus intern en extern is noodzakelijk om de ambities en doelstellingen te realiseren. Het professionaliseringsbeleid is gericht op de continue ontwikkeling en kwaliteitsverbetering van zowel de organisatie als ook individuele personeelsleden. Het personeelsbeleid, onder andere mobiliteit en scholing, is gericht op een evenwichtige verdeling op basis van leeftijd, expertise en duurzame inzetbaarheid. De omvang en organisatie van scholen en de stichting zijn passend bij een effectieve en efficiënte inzet van middelen en de realisatie van de gestelde doelen en maatschappelijke opdracht.


39

Identiteit Het onderwijs binnen alle MosaLira scholen wordt gegeven met aandacht voor de godsdienstige, levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden zoals die leven in de Nederlandse samenleving en met onderkenning van de betekenis van de verscheidenheid van die waarden. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen katholieke, protestants-christelijke, interconfessionele, algemeen bijzondere of openbare scholen. MosaLira is een waarden gestuurde stichting. De sturende waarden van de stichting en haar scholen geven richting aan het denken, voelen en handelen van alle betrokkenen, aan de wijze van besturen, aan de inhouden en de vormen van leren, onderwijs en opvoeding en aan de relatie met de ouders en andere opvoedingspartners en de samenleving. Het College van Bestuur van MosaLira heeft een commissie ‘Onderwijs en Identiteit’ in het leven geroepen die gevraagd en ongevraagd adviseert met betrekking tot levensbeschouwelijke zaken en die de levensbeschouwelijke oriëntatie van het onderwijs op alle scholen van MosaLira stimuleert, versterkt, begeleidt en ondersteunt. De commissie voert haar taak uit vanuit de aanname dat de levensbeschouwelijke oriëntatie van de stichting en haar scholen de basis en de toetssteen vormt voor een waarden gestuurde ontwikkeling. Alle scholen van MosaLira formuleren de voor hen sturende waarden en beschrijven die in hun schoolondernemingsplannen en schoolgidsen. Ze geven daarbij aan op welke wijze zij zich verhouden tot hun levensbeschouwelijke grondslag, het wat en hoe van hun onderwijs en opvoeding, het wat en hoe van hun levensbeschouwelijke educatie en hoe zij de relatie vormgeven met ouders, andere opvoedingspartners, kerkgenootschappen en de samenleving. Dit geheel geeft een eigen kleur aan elke school, het bepaalt wie de school wil zijn, het geeft haar een eigen gezicht, het bepaalt haar identiteit. Voor onze school zijn de volgende waarden sturend in haar pedagogische en educatieve omgang met kinderen en ouders en in de omgang met de samenleving : 1. Door een positieve omgang met elkaar te hebben 2. Door het geven van kansen 3. Door met elkaar te reflecteren 4. Het werken in een goede sfeer , waarin geborgenheid, openheid, veiligheid en vertrouwen centraal staan Wat deze keuze concreet betekent beschrijven wij in hoofdstuk 1, paragraaf identiteit, missie en visie, op pagina 6 t/m 8. Bestuur De stichting kent 2 organen: -

Het College van Bestuur De Raad van Toezicht


40

Het College van Bestuur Het College van Bestuur is belast met het besturen van de stichting en komt alle taken en bevoegdheden toe die wettelijk het bestuur van de stichting toekomen, met uitzondering van de taken en bevoegdheden die in de statuten en de wet expliciet aan de Raad van Toezicht zijn toegekend. Het College van Bestuur is verantwoordelijk voor de eenheid van het totale beleid en schept op bestuursniveau waarborgen ter bescherming van en bevordering van de denominatieve identiteit respectievelijk het openbaar karakter van de stichting en van de onderscheiden onder zijn beheer staande scholen en overige voorzieningen. Het College van Bestuur heeft zijn werkzaamheden vastgelegd in het bestuursstatuut. Het College van Bestuur bestaat uit de volgende personen: Voorzitter: Dhr. T. van Mulken Lid: Dhr. D. Huntjens De Raad van Toezicht De Raad van Toezicht houdt toezicht op de verwezenlijking van de doelstelling van de stichting, de algemene gang van zaken binnen de stichting alsmede het functioneren van het College van Bestuur. De Raad van Toezicht heeft de taken en bevoegdheden van de Raad van Toezicht vastgelegd in het bestuursstatuut. De Raad van Toezicht bestaat uit de volgende personen: Voorzitter Lid Lid Lid Lid

Dhr. F. Groutars Dhr. H. Manders Dhr. R. Wedler Mevr. M. Depondt Mevr. A. Boeijen

Directeurenberaad De directeuren van de scholen ressorterend onder de stichting vormen tezamen het directeurenberaad. Dit is een overlegorgaan met een adviserende functie. De volgende scholen ressorteren onder het bevoegd gezag van MosaLira: Bs. St. Aloysius Bs. Amby Bs. Anne Frank Bs. de Vlinderboom UWC Primary Bs. John F. Kennedy Bs. De Lètterdoes Bs. Het Mozaïek Bs. De Maasköpkes Bs. Manjefiek Bs. Montessori Binnenstad Bs. St. Oda Bs. Petrus en Paulus


41

Bs. St. Pieter Bs. de Schans Bs. Scharn Bs. ’t Spoor Bs. Wyck SBO De Opstap SBO de Sprong ZMLK Jan Baptist SO en VSO Don Bosco SO en VSO diplomastroom IvOO SO, VSO diplomastroom, VSO AD, JRK Adresgegevens MosaLira MosaLira stichting voor leren, onderwijs en opvoeding Pastoor Habetsstraat 40a 6217 KM Maastricht Tel. : 043-35 40 133 e-mail: [email protected] website:www.mosalira.nl

Medezeggenschapsraad (MR) De Wet Medezeggenschap Onderwijs (WMO) regelt de inspraak van de bij de school betrokkenen, met namen personeel en ouders, bij de besluitvorming van de directie. Op onze school bestaat de MR uit twee ouders en twee leerkrachten. De directeur en/ of teamleider is een deel van de vergadering aanwezig. De MR en directie gaan in gesprek over de schoolspecifieke voorgenomen besluiten waar de MR een advies en/ of instemmingrecht in heeft. Deze rechten zijn beschreven in de WMO en in het MR reglement. Naast de MR bestaat er een gemeenschappelijke MR, de GMR. De GMR behartigt de zaken die een schooloverstijgend karakter hebben. De gesprekspartner van de GMR is de Algemene Directie van de stichting, die hiervoor gemandateerd is door het Centraal Bestuur. De GMR bestaat uit zes personeelsleden van MosaLira en zes leden uit de oudergeleding. Via verkiezingen worden deze leden benoemd voor een tijdsduur van drie jaar. Zowel ouders als leerkrachten van Mosalira scholen worden jaarlijks op de hoogte gesteld van deze verkiezingen en uitgenodigd hieraan deel te nemen. De MR vergaderingen zijn in beginsel openbaar en kunnen te allen tijde bezocht worden. Op verzoek kan de agenda van een MR-vergadering opgevraagd worden bij de voorzitter van de MR. De vergaderdata vindt u in de schoolkalender. Hoe kunt u lid worden en wat houdt dit lidmaatschap in? De zittingsperiode van de MR leden is 3 jaar. Ieder jaar treedt 1/2 deel van de leden af volgens een rooster. Na afloop van de zittingsperiode worden er verkiezingen gehouden. Kiesgerechtigd zijn de ouders en het personeel, met dien verstande dat per ouderpaar slechts één ouder verkiesbaar is. Leden, van wie de zittingsperiode voorbij is, kunnen zich herkiesbaar stellen. U kunt zich schriftelijk


42

kandidaat stellen en er wordt van u verwacht dat u de visie van de school respecteert. De belangrijkste voorwaarde om MR lid te worden/zijn is dat u ouder bent van één van onze leerlingen. Het MR lidmaatschap eindigt altijd als uw kind(eren) van school is(zijn). De huidige MR bestaat uit: Marischa van Baren Etienne Venhorst

Voorzitter Lid schoolgeleding

Maurice Gennotte Cecile Alewijnse

Secretaris Lid oudergeleding

Oudervereniging (OV) Het bestuur van de oudervereniging (onze oudervereniging is een vereniging) bestaat uit gekozen ouders van schoolgaande kinderen De oudervereniging heeft de volgende taken: - Medewerking verlenen bij het organiseren van schoolfeesten. - Organisatie of medeorganisatie van een aantal activiteiten zoals sportdag, vieringen, verkeersbrigade. - Het beheren van de vrijwillige contributie/ouderbijdrage. Tenminste een maal per jaar wordt er gelegenheid geboden om een algemene ledenvergadering te houden. Hiervoor krijgen alle ouders gedurende het schooljaar een uitnodiging. Daar krijgen ze een (financieel) jaarverslag uitgereikt. Bij een te geringe behoefte aan een algemene ledenvergadering worden beide verslagen in de nieuwsbrieven vermeld. In de oudervereniging 2015-2016 zitten: Chantal Kleynen Kim Vrieselaar Sonja Stassen Daniëlle van der Linden Bianca Panis Myra Rings-Kerkhofs

Voorzitter Secretaris Penningmeester Lid Lid Lid

Joyce Romans Ben Lumens Belinda Sporken Anouk Schoonbrood

Lid Lid Lid Lid

Ouderbijdrage De ouderbijdrage is een vrijwillige bijdrage, die wordt geïnd door de school en jaarlijks – na instemming van de oudergeleding van de MR – wordt vastgesteld. De directie legt jaarlijks verantwoording af aan de MR over de jaarlijkse hoogte en bestemming van de ouderbijdragen. De jaarlijkse vrijwillige bijdrage is in het schooljaar 2015-2016 €27,50 per leerling en vanaf het derde kind is er een gereduceerd tarief van €15,-. U kunt, nadat uw kind op onze school is toegelaten, lid worden van de oudervereniging. De contributie voor het lidmaatschap van de oudervereniging wordt geïnd door de oudervereniging en jaarlijks vastgesteld tijdens de algemene ledenvergadering. De oudervereniging legt jaarlijks


43

verantwoording af over de hoogte en de bestemming van deze contributie. Hoe vrijwillig is deze bijdrage? Nadat uw kind op onze school is toegelaten - dit is niet afhankelijk van het betalen van een geldelijke bijdrage - , wordt er aan u een bijdrage gevraagd voor extra activiteiten en andere zaken die niet tot het gewone onderwijs behoren. Mocht u de bijdrage niet of slechts gedeeltelijk betalen, dan kan uw kind worden uitgesloten van de activiteiten waarvoor niet betaald is. De school is wèl verplicht om uw kind deel te laten nemen aan het reguliere onderwijsprogramma. Verantwoording gelden ouderbijdragen schooljaar 2014-2015 In bijgaand overzicht is het resultaat, van de inkomsten en uitgaven, beschreven zoals bekend bij de oudervereniging tot aan begin juni 2015. Het schooljaar is op dat moment nog niet afgerond en niet alle activiteiten zijn al financieel afgehandeld. Er zullen nog wijzigingen plaatsvinden daar in de laatste 6 weken voor de schoolvakantie nog een paar activiteiten plaatsvinden. Om toch een resultaat te kunnen bepalen, is voor deze activiteiten het bedrag van de begroting aangehouden dan wel een inschatting van de geplande geldmutaties. In het overzicht zijn de betreffende activiteiten gemarkeerd met een *. De bedragen zijn afgerond op hele euro’s. Activiteit Ouderbijdrage Schoolkalender Schoolbijdrage Wafel-actie Kledingactie Open Huis Paasbraderie Sponsorloop * Musical * Schoolkalender Kinderboekenweek Open Huis Wafel-actie Sinterklaas Kerst Carnaval Pasen Koningsspelen Zitzakken schoolbieb Schoolkamp (aanbetaling) Schoolreisje * Anne Frank Huis gr. 7-8 * Musical * Continu rooster * Diversen * Totaal

Inkomsten € 2.450 € 1.275 € 90 € 985 € 63 € 40 € 445 € 500 € 100

€ 5.948,00

Uitgaven

€ 1.089 € 35 € 90 € 226 € 444 € 171 € 154 € 105 € 86 € 190 € 500 € 2.250 € 200 € 30 € 42 € 52 € 5.664,00


44

Namens de Oudervereniging BS De Maasköpkes, Sonja Stassen - penningmeester

Ouders Ouders en de school De betrokkenheid van ouders bij het leerproces is bijna vanzelfsprekend. U bent de eerste en belangrijkste opvoeder van uw kind. Ondanks dat uw kind een groot deel van de dag bij ons doorbrengt, blijft u degene die de opvoeding bepaalt. Wij proberen daar op aan te sluiten. Wij gaan er ook vanuit dat we elkaar aanvullen. Het is wenselijk dat school en ouders op één lijn staan. Dat betekent dat men elkaar respecteert en aanvult vanuit de eigen taak en invalshoek. In school krijgen kinderen te maken met een heel andere situatie, waar ze op een veilige en correcte manier mee moeten leren omgaan. Kinderen zijn op school gebonden aan groepsregels en schoolregels. Wij vinden het prettig als u op de hoogte bent van die regels en afspraken. We maken die duidelijk tijdens de kennismakingsavond. Wij vinden het heel belangrijk om duidelijke waarden en normen te hanteren en die ook voor kinderen herkenbaar te maken. Het hanteren van deze waarden en normen biedt de kinderen een gevoel van veiligheid. Het kind weet waar het aan toe is en hoeft niet op zoek te gaan naar zijn grens. Wij verwachten van ouders dat ze achter onze regels en normen staan. Wij willen graag met u praten als u een andere mening heeft. Wilt u zich nog meer betrokken voelen bij de school, dan kunt u op allerlei manieren participeren in het schoolgebeuren. U kunt zitting nemen in een van de vele werkgroepen, u kunt lid worden van de ouderraad en van de medezeggenschapsraad. Wij vinden het erg fijn als we veel ouders om ons heen hebben die zich betrokken voelen bij de school. Communicatie met ouders Wij vinden het heel belangrijk dat wij regelmatig met de ouders contact hebben. Wij zijn samen opvoeders van uw kind(eren) en het is goed dat die opvoeding op elkaar is afgestemd. Wij nodigen u daarom ook uit om altijd bij ons binnen te komen lopen als u daar behoefte aan heeft. We maken dan graag een afspraak met u. De school zal u ook benaderen als wij het belangrijk vinden om een contactmoment met u te hebben. Voor de groepen 3 tot en met 8 zijn er vijf momenten per jaar waar wij de vorderingen van uw kind willen bespreken. Dit doen we drie keer mondeling en twee keer schriftelijk (het rapport). De kinderen van de 1-2 groepen krijgen geen rapport, maar u krijgt drie keer per jaar een gespreksuitnodiging van de leerkracht om over de vorderingen te komen praten. Wij geven elke maand een uitgebreide nieuwsbrief uit. Hierin staan allerlei wetenswaardigheden over de school. Wij vinden het belangrijk om u zoveel mogelijk informatie te geven. Naast de nieuwsbrief komen er ook wel eens “losse” brieven mee naar huis. Bij voorkeur worden de (nieuws)brieven digitaal verzonden naar uw privé e-mailadres. Veel informatie hangt ook op de prikborden in de gangen. Natuurlijk is er ook de Oekie Spoekie. Dit is een boekje dat door de leerlingen zelf geschreven wordt en waar een leerlingenredactie, onder leiding van een leerkracht en/ of conciërge, bepaalt wat er in komt te staan. De Oekie Spoekie bestaat al meer dan 30 jaar, maar is steeds heel erg actueel.


45

Openheid en privacy Wij staan open voor ouders, kinderen en anderen die de school kunnen verrijken. Openheid wil ook zeggen dat we proberen om laagdrempelig te zijn. Ouders en kinderen moeten bij ons binnen kunnen lopen zonder enige beperking. Onze deuren staan open en u kunt altijd bij ons terecht. In onze communicatie proberen we eerlijk en duidelijk te zijn. U en wij hebben er baat bij dat we een open communicatie hebben. U kunt te allen tijde in het dossier van uw kind inzicht krijgen. Deze privégegevens zitten in een gesloten dossierkast en u kunt daar alleen inzicht in krijgen na afspraak met de directeur en/ of teamleider. Wij geven geen persoonlijke gegevens aan derden, zonder uw toestemming te hebben gevraagd. Datzelfde geldt voor telefoonnummers en adressen.

(Educatief) partnerschap MosaLira laat zich in haar verantwoordelijkheid leiden door de navolgende missie. ‘MosaLira biedt een veilige uitdagende leeromgeving waarin kinderen zich ontwikkelen tot verantwoordelijke en succesvolle medeburgers. Ouders zijn partners bij het onderwijs. Persoonlijke talenten, respect voor elkaar en een duurzame samenleving zijn voor MosaLira leidend. Vanuit deze missie heeft MosaLira strategische doelstellingen en ambities geformuleerd. MosaLira acht het van eminent belang, dat elke school ouders actief betrekt als partner bij de ontwikkeling van hun kind. Dit zogenaamde primaire partnerschap heeft een cruciale plek in het dagelijks handelen van alle professionals binnen MosaLira. M.b.t. de samenwerking en de verdere vormgeving van kindcentra vormen andere onderwijsorganisaties en kind- en agogische partners de meest voor de hand liggende partners. In dit geval spreken we van secundair partnerschap. Educatief partnerschap is een proces waarbij school, ouders en andere instellingen rondom de ontwikkeling en opvoeding van kinderen elkaar wederzijds ondersteunen en opteren zoveel mogelijk samen te werken en op elkaar af te stemmen met als doel het bevorderen van het leren, de motivatie en de ontwikkeling van kinderen. Primair partnerschap. De keuze voor gelijkwaardig of educatief partnerschap wordt ingegeven door een aantal overwegingen. Zowel ouders/verzorgers als school zijn nauw betrokken bij de opvoeding en de begeleiding van kinderen. Ze hebben een gezamenlijk belang, namelijk het zorgen voor optimale omstandigheden voor de ontwikkeling en het leren van kinderen, op school en thuis. Door de koppeling aan dat gezamenlijk belang wordt duidelijk dat partnerschap geen doel op zich is. Partnerschap dient in feite drie doelen (zie schema). Deze doelen worden sterk ingekleurd door de keuze voor educatief partnerschap. De relatie tussen school en ouders/verzorgers krijgt zo een sterke focus mee. Immers, alle activiteiten die verband houden met die relatie, laten zich beoordelen vanuit de bijdrage die ze leveren aan één van die doelen, met als uiteindelijk criterium: worden de kinderen er beter van?


46

Educatief partnerschap past ook prima bij de ontwikkeling waarin scholen zichzelf weer positioneren als leef- en leergemeenschap waarin naast kinderen en professionals ook de ouders/verzorgers participeren. Ouders/verzorgers staan bij educatief partnerschap niet aan de zijlijn (zie het organisatorische en het participatiedoel in onderhavig schema ).

Doelen voor de relatie tussen school en ouders

Invulling bij de keuze voor gelijkwaardig partnerschap

Pedagogisch doel

Realiseren van enige afstemming in de benadering van kinderen thuis en op school

Organisatorisch doel

Ouders leveren een bijdrage aan het reilen en zeilen van de school – ze voeren activiteiten niet alleen mee uit maar denken daar bijvoorbeeld ook over mee

Participatiedoel

Ouders denken en beslissen informeel en formeel mee met de school. De school legt verantwoording af over haar werk aan de ouders

Partnerschap is vervolgens herkenbaar in: De herkenbaarheid per school aangeven = schoolspecifieke invulling; - een grondhouding Vb. Zowel ouders als leerkracht nemen elkaar serieus. Ze luisteren naar elkaar, tonen inlevingsvermogen, gaan respectvol en vriendelijk met elkaar om. Ouders en leerkrachten gaan met elkaar om op basis van gelijkwaardigheid. Beide hebben een rol in de opvoeding van hun kind/de leerling. Samenwerking vindt dan ook plaats op basis van acceptatie van ieders rol/expertise. - een professionele cultuur Vb. Een cultuur die een open en ondersteunende houding van leerkrachten ten opzichte van ouders bevordert - communicatie - pedagogisch profiel Educatief partnerschap is uiteindelijk een belangrijk kwaliteitskenmerk van de school en impliceert: – – – – – –

past bij de school als leef- en leergemeenschap dient een gezamenlijk belang is doelgericht gaat uit van gelijkwaardigheid impliceert wederzijdse betrokkenheid erkent verschillen in eindverantwoordelijkheden


47

– – –

vraagt een investering van beide partners vraagt een consistente toonzetting vraagt een partner die het voortouw neemt

Secundair partnerschap. (Integrale) kindcentra Elke school heeft een bredere functie dan kennisoverdracht. Dit komt onder andere goed tot uitdrukking in de realisatie van (integrale) kindcentra. Ofschoon kindcentra lokale initiatieven zijn, die per gemeente, dorpskern of wijk in doelstellingen, aard en omvang kunnen verschillen, is een kindcentrum een samenwerkingsverband tussen verschillende instellingen rondom kinderen, hun ouders en de buurt. Wij zijn van mening dat onze basisscholen een belangrijke schakel in die keten vormen. Bijna altijd betreft het samenwerking tussen basisscholen, peuterspeelzalen en kinderopvang, vaak uitgebreid met bibliotheken, consultatiebureaus, welzijnswerk, schoolmaatschappelijk werk, GGD, muziekschool, centrum voor kunst en cultuur en sportverenigingen. Wat ook de bandbreedte van een kindcentrum mag zijn, ouders en kinderen hebben baat bij meer samenhang tussen onderwijs, voor-, tussen-, en naschoolse opvang en welzijnsactiviteiten: met andere woorden een kindcentrum biedt meer kansen voor kinderen. Dat kan in een gebouw zijn, maar het hoeft niet. We zijn wel van mening dat bij de ontwikkeling van elk kindcentrum maatwerk nodig is om tot goede oplossingen te komen, waarin continuïteit van partners en middelen, naast draagvlak binnen de gemeenschap, belangrijke criteria zijn. Als er in een kindcentrum concept sprake is van een situatie dat alle betrokken partners zich verbinden aan een gedeelde visie, dan kan men spreken van een ultieme vorm van educatief partnerschap.

Peuterspeelzaal de Maasköpkes (PSZ) Peuterspeelzaal de Maasköpkes maakt deel uit van STEPS, de Stedelijke Peuterspeelzaal Stichting waar 22 peuterspeelzalen in de stad deel van uit maken. De peuterspeelzaal is bedoeld voor kinderen van 2-4 jaar en is geopend op maandag- dinsdag- en donderdagochtend van 8.45-11.45 uur. Gedurende deze ochtenden is een professionele peuterleidster samen met een andere volwassene er om het beste te doen voor uw peuter samen met nog 15 andere leeftijdsgenootjes. Het centraal bureau van STEPS, waar u als ouder terecht kunt voor vragen en voor een plaatsing in de peuterspeelzaal of mutaties, is gehuisvest in de Past. Habetsstraat 40a, 6217 KM Maastricht. Telefonisch te bereiken gedurende kantooruren 043-3270998. Fax: 043-3278383 en e-mailadres [email protected]. Voor meer informatie zie: www.steps-peuterspeelzalen.nl Er is een goede samenwerking tussen Basisschool en peuterspeelzaal. Regelmatig is er overleg tussen de peuterleidster, de leerkracht van groep 1/2 en directie van BS De Maasköpkes over de afstemming van het leerprogramma van de peuter en kleuter. Door intensieve samenwerking zal de ontwikkeling van de kinderen vloeiender verlopen en kunnen eventuele hiaten eerder worden


48

gesignaleerd met als doel hier proactief op te reageren. Thema’s van de basisschool en de peuterspeelzaal worden zoveel mogelijk op elkaar afgestemd, zodat de stap van peuterspeelzaal naar basisschool kleiner wordt. Voor het kind en ouder erg fijn. Al is de samenwerking met groep 1/2 optimaal, zijn wij er ons goed van bewust dat wij met peuters werken. De leerstof wordt spelenderwijs aangeboden. Naast het feit dat thema’s, waar mogelijk, op elkaar worden afgestemd, wordt de peuterspeelzaal, waar mogelijk, betrokken bij allerlei activiteiten van de basisschool. U kunt hierbij denken aan bijv. de Kinderboekenweek, Sinterklaas, kerstviering, carnaval etc. De signaleringslijsten van de peuterspeelzaal worden doorgesproken met de ouders en alleen, na goedvinden en ondertekening door zowel ouders als peuterleidster, doorgesproken met de leerkracht van groep 1/2. De school heeft hierdoor bij aanvang van de schoolperiode een goed beeld waar het kind staat in zijn of haar ontwikkeling. De signaleringslijsten worden, bij goedkeuring door ouders, in het archief van de basisschool opgeslagen. Het bevorderen van de doorgaande lijn van de peuterspeelzaal naar de basisschool staat bij ons centraal. Kortom, ook in Borgharen wordt door de kindpartners STEPS en MosaLira hard gewerkt om het beste te doen voor uw kind en zijn we een heel eind op weg naar een volwaardig IKC (Integraal Kindcentrum) in onze wijk.

Buiten Schoolse Opvang (BSO) en dag-arrangementen Sedert 1 augustus 2007 bestaat voor het schoolbestuur de wettelijke verplichting tot het organiseren van een voorziening voor buitenschoolse opvang. Buitenschoolse opvang (BSO) is bedoeld om kinderen voor en na schooltijd en in de schoolvakanties (m.u.v. wettelijk erkende feestdagen) op te vangen. BSO is een gezamenlijke aangelegenheid van het schoolbestuur (stichting MosaLira) en de ouders. Binnen de stad Maastricht is door de gezamenlijke schoolbesturen besloten de buitenschoolse opvang uit te besteden aan erkende kinderopvangorganisaties. Voor onze school betekent dit dat er een samenwerkingsovereenkomst is gesloten met stichting BSO De Boomhut en MIK. Op deze manier voldoet het schoolbestuur aan haar zorgplicht; de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de opvang ligt bij de opvangorganisatie zelf. Alle zaken rondom kwaliteit, personeel en huisvesting zijn dus een verantwoordelijkheid van de kinderopvangorganisatie. Ouders dienen zelf een overeenkomst met de eerder genoemde organisatie af te sluiten. Vanzelfsprekend staat het u als ouder vrij om voor een andere aanbieder van kinderopvang te kiezen. Voor adresgegevens van kinderopvangorganisaties in Maastricht verwijzen we u naar het register kinderopvang. Dit kunt u vinden op de website van de gemeente Maastricht: www.maastricht.nl (ga naar: kinderopvang en peuterspeelzalen, register kinderopvang). Met dag-arrangementen wordt een doorlopend en goed op elkaar aansluitend aanbod van onderwijs, opvang, welzijn en mogelijke activiteiten tussen 7.30 uur en 18.30 uur bedoeld. Doel van deze dag-arrangementen is om de voor-, tussen- en naschoolse opvang beter op elkaar te


49

laten aansluiten met name om werkende ouders met kind(eren) ondersteuning te bieden bij het combineren van zorg en werk. De mogelijkheden van dag-arrangementen zullen in de naaste toekomst ook voor onze school verder uitgewerkt en ingevuld worden. Kinderopvang is mogelijk goedkoper dan u denkt: werkende ouders hebben immers in bijna alle gevallen recht op een kinderopvangtoeslag. Ook indien u niet werkt, maar aan bepaalde voorwaarden voldoet, heeft u recht op deze toeslag. Voor nadere informatie over de kinderopvangtoeslag verwijzen we u naar de website van de belastingdienst: www.belastingdienst.nl (ga naar: privé; toeslagen; informatie over toeslagen; kinderopvangtoeslag). BSO De Boomhut Molenweg 4 6225 NC Maastricht Tel. 043 3631793 [email protected] www.bso-deboomhut.nl

MIK BSO Buitenste Binnen Lindenlaan 73 6241 BB Bunde Tel. 043 365 56 48 [email protected] www.mik-kinderopvang.nl

Stichting KIX (Naschoolse activiteiten) De na- en buitenschoolse activiteiten vormen een onderdeel van het aanbod in het kader van dag-arrangementen binnen ons kindcentrum/onze school. Deze naschoolse activiteiten worden sinds schooljaar 2013-2014 in Maastricht centraal gecoördineerd door Stichting KIX. Samen willen we er voor zorgen dat alle kinderen van 2-13 jaar in Maastricht via de naschoolse activiteiten kunnen kennismaken met allerlei leuke en uitdagende activiteiten op het gebied van sport, spel, cultuur, creatieve vormgeving, natuur, techniek, theater, dans en muziek. De aangeboden activiteiten vinden plaats in of nabij ons kindcentrum. Voor meer informatie en inschrijving voor de naschoolse activiteiten van ons kindcentrum/onze school kunt u terecht op de website www.kix-maastricht.nl Via nieuwsbrieven houden wij u en de kinderen steeds op de hoogte op welke activiteiten en in welke periode kan worden ingeschreven. De keuze van activiteiten wordt in nauw overleg tussen KIX en de kindcentrumpartners bepaald: dus een aanbod op maat en gestuurd door de vraag!


50

Tussen Schoolse Opvang (TSO) De opzet en inrichting van de TSO wordt in begin schooljaar 2015-2016 aangepast. Ouders zullen hierover geïnformeerd worden middels een brief. Kinderen kunnen, tegen betaling, overblijven tijdens de middagpauze. Er zijn een viertal (voor ieder dag 1) overblijfmoeders die toezicht houden op het overblijven. Het overblijven gebeurt in het overblijflokaal. Om het overblijven zo verantwoord mogelijk te laten verlopen wordt ’s morgens geïnventariseerd wie er overblijft. Zijn dat meer dan 15 kinderen, dan wordt gezorgd voor een tweede overblijfmoeder. De kosten zijn : Incidentele overblijvers betalen € 2,00 per keer. Een kaart kost € 18,00. Deze wordt op school bewaard. Er kan dan 10 keer worden overgebleven. Uw kind hoeft dan niet elke keer met geld over straat. Wanneer een gezin bestaat uit 3 leerlingen en alle kinderen uit het gezin, gelijktijdig naar de TSO gaan, wordt voor het derde kind €1,- betaald. Deze kosten van €5,- kunnen niet verrekend worden met de overblijfkaart en moeten derhalve, per keer, los betaald worden. Coördinatie en contactpersoon : Mevr. Annemie Doms: telefoonnummer: 043-3626275


51

Contactpersoon Contactpersonen zijn personeelsleden van de school, zij praten over, horen van en zien onveilige situaties. De contactpersoon is voor iedereen die betrokken is (ouders, kinderen personeel, e.a.) bij de school aanspreekpunt met betrekking tot klachten over de schoolsituatie, bijvoorbeeld over pedagogisch klimaat, begeleiding van leerlingen, toepassing van een strafmaatregel, (cyber)pesten, intimidatie, roddels, discriminatie, agressie, een medewerker die zijn handen niet thuis kan houden, enzovoorts. Bij de behandeling van een klacht zet de contactpersoon de procedure in werking. De contactpersoon controleert en bewaakt of een klacht volgens de procedure juist wordt behandeld, maar bemiddelt niet tussen klager en aangeklaagde. De belangrijkste taak van de contactpersoon is verwijzen naar de klachtenprocedure. (zie klachtenprocedure) De contactpersoon van onze school is: Marischa van Baren 043-3632281 of [email protected]

Overige contacten en externen Wij zijn een school in de maatschappij en hebben ook veel contacten met anderen uit die maatschappij. 

De jeugdgezondheidsdienst GGD. o Schoolarts Jeugdgezondheidsdienst GGD Gelissendomein 8, 6229 GJ Randwyck-Maastricht Mevr. Marie-Adele Daalderop, jeugdarts (046) 8506644 Mevr. Sonja Yerna, assistente (046) 8506644

  



Samenwerkingsverband WSNS, regio 54. Diverse hulpverleningsinstanties; stichting jeugdzorg, SOM, raad van kinderbescherming, RIAGG e.d., Stagiaires o Pabo o SPW o VMBO (snuffelstages) De inspectie van het primair onderwijs ziet erop toe dat de school functioneert zoals dat in de Wet op het Primair onderwijs is omschreven. De inspectie heeft in samenwerking met de scholen een aantal kwaliteitsstandaarden beschreven die regelmatig onder de loep gehouden worden. Omdat wij pretenderen een lerende organisatie te zijn, willen we zo’n inspectiebezoek niet afwachten, maar vragen we een keer per jaar aan ouders om ons feedback te geven over de kwaliteit van onze school. Middels een kwaliteitsenquête en een kwaliteitsmatrix geven ouders, leerlingen en leerkrachten hun mening over de school. Uit dit onderzoek komen verbeterpunten, die we in ons jaarplan opnemen. De inspectie sluit aan bij dit kwaliteitsonderzoek. De rol van de


52

inspectie is veranderd van toezichthouder naar stimulator om de kwaliteit zo goed mogelijk te houden. Voor meer informatie (waaronder het laatste inspectierapport van onze school): www.onderwijsinspectie.nl en Rijksinspectiekantoor Eindhoven Postbus 530 5600 AM Eindhoven Vragen over onderwijs 0800-8051 Algemeen 088-6696000  

Gemeente Maastricht. Op allerlei gebied is de gemeente betrokken bij de school. Enkele gebieden zijn: huisvesting, leerplichtambtenaar, vakantieregeling, schoolplein e.d. Overheid. De school is voor haar financiële middelen afhankelijk van de overheid en heeft hier bepaalde verplichtingen aan.

Steunpunt van de stadsbibliotheek Onze school heeft een collectie jeugdboeken van de stadsbibliotheek. Deze worden door vrijwilligers uitgeleend en hiervan kunnen alle kinderen uit Borgharen gebruik maken. Ons streven is om deze bibliotheek op termijn ook toe te rusten voor 55 plussers, die dan in school boeken kunnen lenen. In dat zelfde steunpunt is ook het documentatiecentrum gevestigd. Een hele collectie boeken, gerangschikt naar onderwerp, die de kinderen kunnen gebruiken om spreekbeurten voor te bereiden of als naslagwerk bij het maken van werkstukken. Ook kan er in dit documentatiecentrum gebruik worden gemaakt van een aantal computers, aangesloten op het netwerk, om allerlei wetenswaardigheden op te zoeken.


53

Hoofdstuk 4: Afspraken, regelgeving en protocollen Verlof en verzuimbeleid van leerlingen Verzoek om verlof In welke gevallen kunt U extra verlof aanvragen? De Leerplichtwet kent geen snipperdagen (bijvoorbeeld om een dag eerder met wintersport te gaan om de files voor te zijn), maar in bepaalde bijzondere omstandigheden kunt u wel extra verlof aanvragen. Extra verlof is mogelijk als de volgende omstandigheden zich voordoen: 1. Huwelijk van bloed- of aanverwanten tot en met de 3e graad van het kind: maximaal 2 dagen 2. 12,5- of 25-jarig huwelijksjubileum van ouders: 1 dag 3. 25-, 40-, of 50-jarig ambtsjubileum van ouders of grootouders: 1 dag 4. Ernstige ziekte van ouders, bloed- of aanverwanten tot en met de 3e graad van het kind: duur in overleg met de directeur 5. Overlijden van bloed- of aanverwanten tot en met de 4e graad van het kind: duur in overleg met directeur 6. Verhuizing van gezin: 1 dag 7. Sommige religieuze feesten: in overleg met directeur Extra verlof kunt u aanvragen bij de school of de leerplichtambtenaar. Om tijd te creëren voor overleg of een eventuele bezwaarprocedure, dient uw verlofaanvraag minimaal acht weken van tevoren bij de directeur van de school binnen te zijn. Dit geldt niet in het geval er sprake is van bijzondere omstandigheden. Bij de leerkracht/administratie zijn eventueel standaardformulieren verlofaanvragen te verkrijgen. De schooldirecteur is bevoegd een besluit te nemen over een extra verlofaanvraag voor maximaal tien dagen in een schooljaar (aaneensluitend of bij elkaar opgeteld). De leerplichtambtenaar is bevoegd een besluit te nemen over een extra verlofaanvraag voor meer dan tien dagen. Hij doet dit altijd in overleg met de schooldirecteur. Na ontvangst van uw ingevulde formulier, ontvangt u het formulier retour, voorzien van de vermelding van de directeur : akkoord, dan wel niet akkoord. Indien nodig neemt de directeur telefonisch contact met u op. Een kopie van de verlofaanvraag bewaren we in het leerling-dossier. De leerkracht vindt het verleende verlof terug op de maandelijkse absentielijst. Vakantie onder schooltijd De Leerplichtwet stelt heel duidelijk dat vakantie onder schooltijd vrijwel onmogelijk is. Alleen als het gaat om een gezinsvakantie, die het gezin niet in de schoolvakantie kan opnemen door de specifieke aard van het beroep van (een van) de ouders, kan extra verlof worden verleend. Hierbij moet gedacht worden aan seizoensgebonden werkzaamheden in de agrarische sector en de horeca. In dat geval mag de schooldirecteur eenmaal per schooljaar het kind vrij geven (voor maximaal 10 schooldagen), zodat het gezin toch op vakantie kan. Het gaat daarbij om de enige gezinsvakantie in dat schooljaar. De verlofperiode mag overigens niet in de eerste twee weken van het schooljaar vallen. Op het aanvraagformulier is een werkgeversverklaring opgenomen.


54

Bijzondere talenten Sommige kinderen hebben bijzondere talenten op het gebied van sport of kunst. Als zij iets met hun talenten doen, kan het voorkomen dat zij hiervoor lessen moeten verzuimen. De Leerplichtwet biedt hiervoor echter geen vrijstellingsmogelijkheid. Het is wel mogelijk hierover afspraken te maken met de schooldirecteur; hij kan vrijstelling geven van bepaalde onderwijsactiviteiten. Dit zijn structurele afspraken die jaarlijks bij het begin van het schooljaar worden gemaakt. Incidentele verzoeken om te mogen verzuimen vallen buiten deze regeling. Verzuim Als uw kind ziek is of om een andere reden een dag(deel) niet naar school kan komen, dient u dit altijd de school te melden. Dit kan ’s morgens vanaf acht uur tot kwart voor negen. Komt uw kind ’s middags niet naar school dan kunt u dit doorgeven tot kwart over één. Een kwartier na aanvang van de schooltijden wordt gecontroleerd welke kinderen afwezig zijn, en of deze kinderen zijn afgemeld. Als we niet weten waarom een kind afwezig is, dan proberen we dit te achterhalen door (telefonisch) contact op te nemen met thuis. Afwezigheid wordt vastgelegd in het (leerling)dossier. Als een leerling ongeoorloofd afwezig is, neemt de school als eerste contact op met de ouders. Wanneer binnen vijf dagen zestien uur ongeoorloofd verzuim is, wordt de leerplichtambtenaar door de school ingelicht. De gemeente is namelijk met de school verantwoordelijk voor de aanpak van verzuim en voortijdig schoolverlaten. De leerplichtambtenaar houdt hierbij toezicht op de leerlingen, de ouders en de school. Hij spreekt leerlingen en ouders aan op verzuim en kan ouders of leerlingen een boete opleggen. De leerplichtambtenaar spreekt de school aan op verzuimbeleid en –administratie. Als de school verzuim niet of onvoldoende meldt aan de leerplichtambtenaar, dan informeert de leerplichtambtenaar de inspectie hierover. Tijdens regulier onderzoek kan de Inspectie van het Onderwijs steekproefsgewijs de verzuimadministratie van scholen controleren. Bij signalen kan de inspectie de verzuimadministratie op scholen inspecteren. De inspectie handhaaft de naleving van de leerplichtwet bij scholen en kan het hoofd van de school een boete opleggen bij niet-naleving.

Medicijnverstrekking en medisch handelen Het komt regelmatig voor, dat een leerling ziek wordt of een ongeluk krijgt op school, waarbij de leerkracht direct bepaalt wat er moet gebeuren; vaak kan het verholpen worden met eenvoudige middelen. Ook krijgt de schoolleiding steeds vaker het verzoek van ouder(s)/verzorger(s) om hun kinderen de door een arts voorgeschreven medicijnen te laten toedienen of een medische handeling te laten verrichten. De schoolleiding aanvaardt met het verrichten van dergelijke handelingen een aantal verantwoordelijkheden en kan ervoor kiezen wel of geen medewerking aan het toedienen van medicijnen en het verrichten van medische handelingen te verlenen. Voor de individuele leerkracht geldt dat hij mag weigeren handelingen uit te voeren waarvoor hij zich niet bekwaam acht. Een en ander staat beschreven in het protocol medicijnverstrekking en medisch handelen van MosaLira, dat ter inzage ligt op school.


55

Toelating, schorsing en verwijdering van leerlingen Wanneer kinderen vier jaar zijn kunnen ze tot de basisschool worden toegelaten. De ouders melden hun kind minimaal 10 weken voorafgaand aan de datum dat het kind 4 jaar wordt aan bij de basisschool. De school (c.q. schoolbestuur)heeft vanaf dat moment de zorgplicht voor het kind. Dit betekent dat de school op dat moment 2 dingen kan doen. Het eerste is dat het kind aangenomen wordt op de school van aanmelding. Het kind mag 5 dagen naar school komen, voordat het daadwerkelijk 4 jaar wordt. Deze regeling is bedoeld om kinderen alvast aan de nieuwe situatie te laten wennen, alvorens ze definitief tot school worden toegelaten. Afspraken hierover worden door de betreffende leerkracht gemaakt. Het kan ook zijn dat de school om gegronde redenen niet kan plaatsen. De school (c.q. schoolbestuur) gaat dan met de ouders op zoek naar een school die wel kan voldoen aan de onderwijsbehoefte van het kind. Het schoolbestuur blijft verantwoordelijk (zorgplicht) totdat er een school is gevonden. Wanneer ouders/verzorgers hun kind(eren) van een andere school op onze school willen overplaatsen wordt er altijd contact opgenomen met de vorige school. De directeur van de school waar het kind op zit blijft verantwoordelijk totdat de nieuwe school het kind inschrijft. Pas dan houdt de zorgplicht op. Indien er twijfels zijn of een kind wel op een reguliere basisschool thuishoort dan zal er een school gezocht worden in het S(B)O. Hiervoor zal de directeur van de school waar de kinderen zitten een trajectbegeleider consulteren. Deze trajectbegeleider zal in een breed overleg samen met ouders, de huidige school en een mogelijke nieuwe school zoeken naar de best passende school voor het kind. Ouders ontvangen van de “oude” school een afschrift van dit onderwijskundig rapport. Bij de overgang van onze school naar een andere school zijn vanzelfsprekend dezelfde voorwaarden van toepassing. De beslissing over schorsing en verwijdering van leerlingen ligt bij het bevoegd gezag, nadat de school en eventueel de ouders/verzorgers hierover zijn gehoord. Indien een leerling om welke reden dan ook niet meer toegelaten kan worden tot onze school kan de school (het schoolbestuur) overgaan tot verwijdering van deze leerling. De school (het schoolbestuur) dient alles in het werk te stellen een andere school bereid te vinden deze leerling op te nemen. De school (het schoolbestuur) blijft verantwoordelijk voor het kind totdat er een nieuwe school gevonden is. Gedurende deze periode is de school verantwoordelijk voor het aanbieden van onderwijs aan dat kind en wordt thuiszitten zoveel als mogelijk vermeden. De regeling “Toelating, schorsing en verwijdering” ligt ter inzage op school en staat ook op de website van MosaLira (www.mosalira.nl)

Zieke leerlingen Als blijkt dat uw kind door ziekte het onderwijs niet (regelmatig) kan volgen, dan is het van belang dat u als ouders dit aan de leerkracht kenbaar maakt. De leerkracht kan dan samen met u bekijken hoe het onderwijs aan uw kind toch voortgezet kan worden. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van de deskundigheid van een Consulent


56

Onderwijsondersteuning aan Zieke Leerlingen van de onderwijsbegeleidingsdienst: OZL in Middenen Zuid- Limburg of van de Educatieve Voorziening van een academisch ziekenhuis. Vanzelfsprekend is het continueren van het onderwijs belangrijk omdat een zieke leerling dan actief blijft met wat bij het dagelijkse leven hoort namelijk: onderwijs. Hierdoor wordt voorkomen dat een leerling die ziek is achterstand oploopt, waarbij zelfs sprake zou kunnen zijn van doubleren. Als u meer wil weten over onderwijs aan zieke leerlingen dan kunt u informatie vragen aan de leerkracht van uw kind. Meer informatie en de bereikbaarheid van consulenten in uw regio kunt u vinden op de website van Ziezon, het landelijk netwerk Ziek Zijn & Onderwijs, www.ziezon.nl.

Klachtenregeling Door de klachtenregeling, die door de overheid verplicht is gesteld, krijgen ouders en leerlingen wettige mogelijkheden hun klachten aan de orde te stellen. Onze school wil stimuleren, dat ouders en leerlingen een passend gebruik maken van deze wetgeving, omdat klachten door team en directie beschouwd worden als een hulpmiddel, een handreiking om een veilig schoolklimaat te behouden. Veiligheid op school in de praktijk van alle dag is voor kinderen, ouders en personeel van groot belang. Klachten kunnen gaan over bijvoorbeeld onderwijskundige zaken, pedagogisch klimaat, leerkrachten, discriminerend gedrag, geweld, pesten of vermoedens van seksuele intimidatie. Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school zullen in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en directie op de juiste wijze afgehandeld kunnen worden. Indien dat echter niet mogelijk is, gezien de aard van de klacht of indien de afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, kan men een beroep doen op de klachtenregeling. In het stappenplan is een en ander schematisch weergegeven. Voor het Reglement Klachtencommissie voor het Katholiek Onderwijs zie: http://www.geschillencommissiesbijzonderonderwijs.nl/index.php/klachten of www.mosalira.nl. Een exemplaar van dit reglement ligt ter inzage bij de schoolleiding en een exemplaar bij de contactperso(o)n(en) van de school. Voor de klachtenregeling van MosaLira zie: www.mosalira.nl. Een exemplaar van deze klachtenregeling ligt ter inzage bij de schoolleiding en een exemplaar bij de contactpersonen van de school. Stappenplan Klachtenregeling: Schema klachtenprocedure en adres klachtencommissie Stap 1. De klager gaat met zijn klacht zo mogelijk in gesprek met degene tegen wie de klacht gericht is. (de aangeklaagde) De klacht is afgehandeld indien de klager tevreden is, indien niet: volg stap 2. Stap 2. De klager gaat met zijn klacht zo mogelijk in gesprek met de schoolleiding. De klacht is afgehandeld indien de klager tevreden is. Indien niet, dan attendeert de schoolleiding de klager op de interne contactpersoon die de klager de weg wijst in de mogelijke klachtroutes.


57

Stap 3. De klager kan, via de schoolleiding of de interne contactpersoon, een externe (bemiddelende) vertrouwenspersoon (laten) inschakelen om te bemiddelen tussen klager en aangeklaagde. De klacht is afgehandeld indien de klager tevreden is, indien niet: volg stap 4. Stap 4. De klager kan, al dan niet bijgestaan door een andere externe vertrouwenspersoon, (deze vertrouwenspersoon is niet dezelfde persoon als de bemiddelend vertrouwenspersoon waarnaar verwezen wordt in stap 3.) een klacht indienen bij het bestuur. Het bestuur neemt de klacht in behandeling. De klacht is afgehandeld indien de klager tevreden is, indien niet: volg stap 5. Stap 5. De klager kan, al dan niet bijgestaan door een vertrouwenspersoon, een klacht indienen bij de landelijke klachtencommissie. Deze onafhankelijke klachtencommissie onderzoekt de klacht en adviseert het bevoegd gezag hierover. De klachtencommissie geeft advies over:

a. de (niet-) ontvankelijkheid van klacht; b. de (on-) gegrondheid van de klacht; c. het nemen van maatregelen; d. overige door het bevoegd gezag te nemen besluiten. Het indienen van een klacht bij de landelijke klachtencommissie moet binnen een jaar, gerekend vanaf de dag na die waarop de feiten waarop de klacht betrekking heeft moet hebben plaatsgevonden, dan wel vanaf de dag waarop de klager daarvan heeft kennis genomen. Binnen 4 weken na ontvangst van het advies van de klachtencommissie zal het bevoegd gezag het besluit hierop kenbaar maken aan: a. de klager b. de aangeklaagde c. klachtencommissie d. directie school e. onderwijsinspectie Externe vertrouwenspersoon Voor het inschakelen van de externe vertrouwenspersoon kan contact worden opgenomen met: MosaLira stichting voor leren, onderwijs en opvoeding Bestuursondersteuner MosaLira, mevr. A. Lemmens tel. 043-35 40 133 [email protected] Adres College van Bestuur MosaLira: College van Bestuur MosaLira MosaLira stichting voor leren, onderwijs en opvoeding Voorzitter College van Bestuur, dhr. T. van Mulken Pastoor Habetsstraat 40a 6217 KM Maastricht Tel. 043- 35 40 133 www.mosalira.nl [email protected] Adres landelijke klachtencommissie: Klachtencommissie voor het Katholiek Onderwijs


58

Ambtelijk secretaris dhr. Mr. H.N. Nentjes Postbus 82324 2508 EH DEN HAAG Tel. 070-3 86 16 97 Fax. 070-302 08 36 www.geschillencommissiesbijzonderonderwijs.nl [email protected]

Gedragscode Stichting MosaLira en onze school werken aan een veilige school: een school waar het voor iedereen prettig werken en leren is. Goede relaties tussen allen die in de school werken en afspraken over hoe je met elkaar omgaat, zijn daarbij heel belangrijk. Een school kan niet zonder afspraken. Voor kinderen kennen wij schoolregels en voor volwassenen is er een gedragscode opgesteld. Het naleven van de afspraken in deze gedragscode zal leiden tot een veilig, werkbaar en prettig schoolklimaat voor iedereen. Een schoolklimaat dat zich kenmerkt door veiligheid, acceptatie, respect en vertrouwen is een voorwaarde voor alle leden van de scholengemeenschap om optimale leer- en werkprestaties te kunnen leveren. Voorop staat dat iedereen op school gelijkwaardig is en dat er geen enkel onderscheid gemaakt wordt in de manier waarop we elkaar benaderen. Met ‘elkaar’ bedoelen we de relaties tussen leerlingen onderling, leerlingen en volwassenen en volwassenen onderling. Onder volwassenen verstaan wij ouders, personeel, stagiaires en vrijwilligers op school. Het doel van de Gedragscode van MosaLira is dat:       

duidelijk is wat we van elkaar in school verwachten; duidelijk is welk gedrag kan en welk gedrag niet kan; we elkaar kunnen aanspreken op het naleven van de afspraken; het personeel van de school aan de ouders of verzorgers kan uitleggen hoe het omgaat met de leerlingen; vóór er een problematische situatie ontstaat, duidelijk is hoe de regels zijn; overtreding van de regels getoetst kan worden aan de Gedragscode; bij overtreding de juiste maatregelen genomen kunnen worden. Voor personeel gelden de afspraken in de CAO PO onder het hoofdstuk “ordemaatregelen en disciplinaire maatregelen”.

Op de scholen van MosaLira houdt men zich aan de volgende “Gouden Regels”: 1. Wij werken aan een goed en veilig leer- en werkklimaat. 2. Wij delen de taken en verantwoordelijkheden met alle betrokkenen op onze school. 3. Wij werken in een open communicatie, waarbij zorgvuldigheid een leidraad is. We lossen problemen op door erover te praten. 4. Wij nemen elkaar serieus en helpen elkaar waar dat nodig is. 5. Wij hebben respect voor de persoonlijke levenssfeer van de ander. 6. Wij zijn ons bewust van de kwetsbare en afhankelijke relatie tussen leerling en volwassene en tussen leerlingen en volwassenen onderling. 7. Wij houden ons aan de Gedragscode, het mediaprotocol en privacyprotocol en spreken elkaar hierop aan wanneer dat niet wordt gedaan. 8. Wij vertonen professioneel gedrag, gerelateerd aan schoolse activiteiten.


59

De gedragscode met bijlagen ligt ter inzage op school of via de website van MosaLira (www.mosalira.nl)

Passend Onderwijs Zorgplicht Vanaf 1 augustus 2014 is de Wet Passend Onderwijs ingegaan. Vanaf dat moment heeft het schoolbestuur een zorgplicht. Dat betekent dat zij vanaf dat moment iedere leerling die extra ondersteuning nodig heeft een passende onderwijsplek moet bieden. Vroeger moesten ouders zelf op zoek naar een geschikte school. Vanaf 1 augustus 2014 melden ouders hun kind aan bij de school van hun keuze. In de Wet Passend Onderwijs wordt een aanmeldingsprocedure geïntroduceerd. Hierin is nieuw dat een leerling voortaan schriftelijk aangemeld moet worden. De school heeft de taak om een passende onderwijsplek te bieden. Op de eigen school of, als de leerling daar beter op zijn plaats is, op een andere school in het reguliere onderwijs of het (voortgezet) speciaal onderwijs. Iedere school heeft een ondersteuningsprofiel opgesteld. Dit profiel is bedoeld om aan te geven welke ondersteuning een school kan bieden. De school van aanmelding bekijkt of ze het kind een passende plek kan bieden. Kan de school uw kind niet toelaten, dan biedt ze binnen 6 weken een plek aan op een andere school waar het kind wel geplaatst kan worden. De school mag deze termijn 1 keer met maximaal 4 weken verlengen. Daarom is het van belang dat u uw kind minimaal 10 weken van te voren inschrijft bij de nieuwe school, zeker als het een verhuizing betreft. Samenwerken Om de zorgplicht te kunnen waarmaken en alle leerlingen een passend aanbod te kunnen bieden, werken reguliere scholen en scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs samen in een samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband heeft een ondersteuningsplan gemaakt. In dit plan ligt vast welke basisondersteuning alle scholen binnen het samenwerkingsverband bieden. Daarnaast is er vastgelegd hoe de extra ondersteuning georganiseerd wordt en hoe ze het geld gaan besteden. Alle basisscholen, en de scholen voor speciaal basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs van MosaLira vallen onder het Samenwerkingsverband Maastricht-Heuvelland. Maatwerk Passend Onderwijs kijkt vooral naar de mogelijkheden van leerlingen en wat er nodig is om het onderwijs te geven dat daarbij past. Dat kan met extra ondersteuning in de klas of het inrichten van nieuwe voorzieningen, maar ook in het (voortgezet) speciaal onderwijs. Onderwijs op maat is nodig om elke leerling tot zijn recht te laten komen. Passend Onderwijs biedt deze ruimte. Wat Passend Onderwijs voor u en uw kind betekent, is afhankelijk van de school en de keuzes die in het samenwerkingsverband worden gemaakt. Deze keuze bepaalt bijvoorbeeld of veel of extra ondersteuning in de reguliere klas wordt geboden, of er binnen het reguliere onderwijs speciale arrangementen worden ingericht of dat juist de extra ondersteuning vooral in het (voortgezet) speciaal onderwijs wordt geboden.


60

In het schoolondersteuningsprofiel (SOP)stelt iedere school vast welke extra ondersteuning de school kan bieden, aanvullend op de basisondersteuning die alle scholen in het samenwerkingsverband bieden. Dit profiel borduurt voort op het ondersteuningsbeleid dat de school al heeft. In hoofdstuk 2 vindt u een samenvatting van het profiel, zodat u weet welke extra ondersteuning de school wel en niet kan bieden. Ontwikkelingsperspectief Scholen zijn verplicht een ontwikkelingsperspectief op te stellen voor alle leerlingen in het (voortgezet) speciaal onderwijs en het speciaal basisonderwijs. Ook is het opstellen van een ontwikkelingsperspectief verplicht voor leerlingen die extra ondersteuning krijgen in het regulier basisonderwijs. In een ontwikkelingsperspectief staat beschreven wat de verwachte uitstroombestemming van de leerling is en de onderbouwing daarvan. In het ontwikkelingsperspectief voor leerlingen in het regulier onderwijs wordt ook beschreven welke ondersteuning en begeleiding de leerling nodig heeft en hoe die wordt aangeboden. Het ontwikkelingsperspectief wordt door de leerkracht en de Intern Begeleider opgesteld. Een belangrijke rol is ook weggelegd voor u als ouders/verzorgers: u kunt de school van informatie voorzien over de situatie thuis of eerdere begeleiding op een andere school. Het ontwikkelingsperspectief wordt in overleg met de ouders vastgesteld. Ook daarna wordt er regelmatig (tenminste jaarlijks) overleg gevoerd met ouders en de leerling. Als daar aanleiding voor is wordt het ontwikkelingsperspectief bijgesteld. Vragen over Passend Onderwijs? Voor vragen kunt u terecht bij het ouderinformatiepunt 5010 van de Rijksoverheid én de website www.steunpuntpassendonderwijs.nl www.passendonderwijszuid.nl

Passend primair onderwijs in Zuid Limburg Schoolbesturen voor primair onderwijs hebben met ingang van schooljaar 2014-2015 de opdracht om voor alle leerlingen passend onderwijs te organiseren. De schoolbesturen werken samen om invulling te geven aan de zorgplicht. Elk kind heeft recht op passend onderwijs, ongeacht niveau van leren en ontwikkeling. Schoolbesturen en scholen geven vorm aan passend onderwijs in het ondersteuningscontinuüm: hoogwaardige basisondersteuning en extra ondersteuning. Uitvoering vindt plaats in afstemming met ketenpartners, zoveel mogelijk regulier en thuisnabij in één integraal plan binnen de beschikbare middelen. Hiertoe werken schoolbesturen samen in het samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband is faciliterend bij het vormgeven van deze collectieve verantwoordelijkheid. In Zuid Limburg zijn drie samenwerkingsverbanden primair onderwijs: Regio Westelijke Mijnstreek: Beek, Schinnen, Sittard-Geleen en Stein. Regio Maastricht-Heuvelland: Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Maastricht, Meerssen, Vaals en Valkenburg aan de Geul


61

Regio Heerlen eo:

Brunssum, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Nuth, Onderbanken, Simpelveld en Voerendaal.

Deze drie samenwerkingsverbanden in Zuid Limburg werken nauw samen op zowel beleidsmatig als uitvoeringsvlak. Informatie over de samenwerkingsverbanden kunt u terugvinden op de website: www.passendonderwijszuid.nl Dekkend aanbod Het samenwerkingsverband organiseert een dekkend aanbod, waarin alle leerlingen een passende plek vinden. Voor alle leerlingen met een ondersteuningsbehoefte wordt zo passend mogelijk onderwijs gerealiseerd. Daartoe werken de scholen in het samenwerkingsverband samen. Op Zuid Limburgs-niveau ontstaat een ondersteuningscontinuüm van reguliere tot zware ondersteuning binnen de samenwerkingsverbanden passend onderwijs. Ondersteuningscontinuüm Het ondersteuningscontinuüm bestaat uit 5 niveau ’s:  Ondersteuningsniveau 1: Onderwijs in de groep  Ondersteuningsniveau 2: Ondersteuning in de groep  Ondersteuningsniveau 3: Ondersteuning op school met interne deskundigen  Ondersteuningsniveau 4: Ondersteuning op school met externe specialisten  Ondersteuningsniveau 5: Extra ondersteuning speciaal (basis)onderwijs In het samenwerkingsverband wordt een onderscheid gemaakt tussen basisondersteuning en extra ondersteuning. Alle basisscholen bieden de basisondersteuning (ondersteuningsniveau 1 tot en met 4). Dit doen zij autonoom of met behulp van netwerkpartners. Ondersteuningsniveau 5 is extra ondersteuning op het speciaal (basis)onderwijs. Elke school heeft een schoolondersteuningsprofiel: dit is een beschrijving van de voorzieningen die zijn getroffen voor leerlingen die ondersteuning nodig hebben. Het schoolondersteuningsprofiel geeft een beeld van de wijze waarop scholen het ondersteuningscontinuüm vorm geven. Het schoolondersteuningsprofiel kunt u terugvinden op de website van de school. Aanmelding, zorgplicht en toelaatbaarheid tot speciaal (basis) onderwijs Ouders melden hun kind schriftelijk, minimaal 10 weken voorafgaand aan de gewenste plaatsing, aan bij de school van voorkeur. De verantwoordelijkheid voor tijdig plaatsen begint dus op het moment dat de leerling schriftelijk wordt aangemeld bij een school in het samenwerkingsverband. Aanmelding betekent niet automatisch plaatsen. Ouders stellen de school op de hoogte als zij vermoeden dat hun kind ondersteuning nodig heeft. Bij de eerste aanmelding in het primair onderwijs is die informatie, eventueel aangevuld met informatie van een voorschoolse voorziening, de belangrijkste basis voor de school van voorkeur om vast te stellen wat (welke ondersteuning) het kind nodig heeft. Er is geen voorgeschreven of uniform aanmeld-/inschrijfformulier vanuit het samenwerkingsverband. Besturen en scholen gebruiken hun eigen formulieren voor aanmelding. Deze aanmeldformulieren staan altijd op de website van de school. Aan een verzoek tot aanmelding geeft een school gehoor, waarbij de afspraak geldt dat niet mondeling wordt doorverwezen. De school beslist, binnen zes weken na aanmelding, of de leerling kan worden toegelaten. Deze periode kan eenmaal met maximaal vier weken worden verlengd. Als een school de leerling niet kan plaatsen binnen de basisondersteuning, zoekt de school (of het schoolbestuur) een passende onderwijsplek op een andere school. Dat kan een reguliere school zijn of een school voor speciaal


62

(basis)onderwijs. Belangrijk daarbij is dat een goede balans wordt gevonden tussen de wensen van ouders en de mogelijkheden van scholen. Als extra ondersteuning in het speciaal (basis)onderwijs nodig is, dan wordt een toelaatbaarheidstraject gestart. Het samenwerkingsverband bepaalt of een leerling toelaatbaar is tot het speciaal (basis)onderwijs. Ook stelt het samenwerkingsverband het beleid en de procedure vast met betrekking tot de terugplaatsing of overplaatsing van leerlingen voor wie de periode waarop de toelaatbaarheidsverklaring betrekking heeft, is verstreken. Meer informatie over de toelaatbaarheid tot speciaal (basis)onderwijs kunt u terug vinden op de website www.passendonderwijszuid.nl Contactinformatie Samenwerkingsverband Westelijke Mijnstreek Adres: Eloystraat 1a 6166 XM Geleen Directeur: Tiny Meijers-Troquet Telefoon: 085 - 488 12 80 E-mail: [email protected] Samenwerkingsverband Maastricht-Heuvelland Adres: Nieuw Eyckholt 290E 6419 DJ Heerlen Directeur: Doreen Kersemakers Telefoon: 085 - 488 12 80 E-mail: [email protected] Samenwerkingsverband Heerlen en omstreken Adres: Nieuw Eyckholt 290E 6419 DJ Heerlen Directeur: Doreen Kersemakers Telefoon: 085 - 488 12 80 E-mail: [email protected]

Ziekte en vervanging leerkrachten Elke leerkracht houdt middels een logboek het onderwijs in zijn of haar groep bij. Bij ziekte kan een vervangende leerkracht direct zien, waar de groep mee bezig is. - MosaLira beschikt over een vervangerspool. De schoolleiding maakt -indien nodig - gebruik van deze voorziening. -Stagiaires van de Pabo, kunnen in hun stagetijd een klas tijdelijk opvangen onder verantwoordelijkheid van de "buur"-leerkracht. -Intern wisselen bij een vervanging in de bovenbouw als er een vervangend leerkracht voor de onderbouw beschikbaar is. -Inzet van onderwijsondersteunend personeel en ouders, wederom onder verantwoordelijkheid van de "buur"-leerkracht, is een optie in uiterste nood. -Het "openzetten van de deur" naar de naast gelegen klas is ook een mogelijkheid in uiterste nood.


63

-Activiteiten gezamenlijk laten plaatsvinden: videopresentatie, gymnastiek, buitenspel. -Spreiden van de groep indien mogelijk, voor ten hoogste een dag. -De directie of diens gemachtigde bekijkt de omstandigheden waaronder de vervanging al dan niet plaats vindt en maakt mogelijk keuzes die afwijkingen van deze regeling rechtvaardigen. -Leerkrachten wordt gevraagd om bij ziekte dit in een zo vroeg mogelijk stadium te melden, zodat er tijd is om vervanging te regelen. -Indien het niet gelukt is een vervanger te vinden, rest slechts onderstaande noodoplossing -Thuis blijven: indien er geen vervanger gevonden wordt voor de volgende dag, blijft een groep thuis. Ouders/verzorgers worden hiervan de dag van tevoren in kennis gesteld zodat zij in de gelegenheid zijn om, indien nodig, voor opvang te zorgen. Tevens worden het bestuur en de inspectie vooraf geïnformeerd over de calamiteit en de gekozen oplossing. -Bij opeenvolgende dagen blijven de groepen wisselend thuis; op deze wijze wordt de vervallen lestijd gespreid; de ouders / verzorgers van de kinderen van de betreffende groepen worden zo spoedig mogelijk daarvan in kennis gesteld.

Veilige School Op onze school streven we naar een veilig pedagogisch klimaat voor leerlingen en volwassenen. Naast fysieke veiligheid – heel belangrijk – gaat het ook om sociale veiligheid. Pas dan kan een mens tot ontwikkeling komen. We zorgen ervoor dat iedereen zichzelf kan zijn, we praten met elkaar, we helpen elkaar om te gaan met problemen en luisteren naar elkaar. Door kinderen te leren dat respect hebben voor elkaar ook betekent, dat je rekening houdt met anderen en dat je mensen respecteert zoals ze zijn, willen we bereiken dat kinderen zich veilig voelen op onze school. Tegen pesten treden we onmiddellijk op. Onze school heeft omgangsregels voor zowel kinderen als volwassenen die afgeleid zijn van de gedragscode van MosaLira. Onze school onderschrijft het “convenant veilige school”, dat in oktober 2009 door MosaLira is ondertekend. MosaLira heeft ervoor gekozen om een veiligheidsplan op bestuursniveau te formuleren en dit plan vervolgens, waar nodig geacht door de directeur van de school, te laten specificeren voor de individuele scholen in schoolveiligheidsplannen. In dit veiligheidsplan vindt u allerlei documenten waarin beschreven wordt op welke wijze de school de veiligheid voor uw kind probeert te waarborgen. Om de fysieke veiligheid meer te waarborgen is sinds schooljaar 2011-2012 ervoor gekozen om beide toegangsdeuren onder schooltijd af te sluiten. Hoewel wij als school een ‘open’ karakter belangrijk vinden, hadden we niet altijd zicht erop wie de school binnenkwam. Wanneer een persoon onder schooltijd de school in wil, kan dat nog altijd. De persoon dient zich eerst via de intercom bij de hoofdingang kenbaar te maken. De deur kan dan alsnog handmatig of via een telefoon geopend worden. De eerste toegangsdeur blijft ten alle tijden onder schooltijd dicht, met uitzondering van pauzes.


64

Beide toegangsdeuren (ook al zijn ze op slot) zijn door personen wel uit te lopen en dus vluchtveilig bij calamiteiten zoals brand e.d.

Verlies, beschadiging of diefstal De school is niet verantwoordelijk voor het verlies, diefstal of beschadiging van persoonlijke eigendommen zoals mobiele telefoons, fietsen en kledingstukken enz. Deze zaken worden onder eigen verantwoordelijkheid meegenomen naar school. Het onder schooltijd gebruiken van mobiele telefoons door de kinderen is niet toegestaan. Dit, omdat wij als school bereikbaar zijn en er in noodgevallen altijd contact opgenomen kan worden met ons. Voor dringende zaken mogen de kinderen gebruik maken van de 'schooltelefoon'. Wanneer er voor een leerling een dringende noodzaak is een mobiele telefoon bij zich te hebben, dan kan dit uiteraard met de groepsleerkracht worden besproken. Wanneer een leerling tijdens schooltijd gezien wordt met een mobiele telefoon, al dan niet in gebruik, zal de leerkracht deze innemen en afhankelijk van de situatie een passende maatregel nemen. Tevens neemt de leerkracht contact op met de ouders om verslag te doen. Naast mobiele telefoons bezitten veel kinderen ook andere waardevolle apparaten zoals MP3-spelers, iPods en spelcomputers. Het meenemen van deze producten is overbodig en raden wij ten sterkste af. De school is in geen enkele situatie aansprakelijk voor beschadiging of diefstal.

Overige regels en afspraken Sponsorbeleid Het kan voorkomen dat de school iets wil en dat daar geen geld voor is. Er wordt dan wel eens gebruik gemaakt van sponsoren. Dit zijn vaak ondernemers die in geld of in natura iets voor de school willen betekenen. Wij maken daar dankbaar gebruik van. We zullen ons onderwijs nooit laten afhangen van sponsorgelden en we zullen ook nooit verplichtingen aangaan, die gebaseerd zijn op sponsorgelden. Ook zullen wij ons niet verplichten tot tegenprestaties. Wij zijn gehouden aan het Convenant over sponsoring dat het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen heeft afgesloten met de besturen- en ouderorganisaties. Abonnementen Aan het begin van het schooljaar krijgt uw kind verschillende flyers mee naar huis van educatieve bladen die wij als school zinvol vinden. U kunt , indien u dat wenst , hieruit een keuze maken en zelf een abonnement voor uw kind nemen dat dan aan het huisadres per post geleverd wordt. Afval Afvalverwijdering is een dure zaak geworden en wij denken dat we ons geld wel beter kunnen gebruiken. We hebben daarvoor een aantal maatregelen getroffen, waardoor de afvalberg van de school beduidend kleiner geworden is. Kinderen hebben de (goede) gewoonte om iets te eten en/of drinken mee te nemen voor de ochtendpauze. De drank moet in een beker of flesje die steeds weer opnieuw bruikbaar is. Er mogen geen drinkkartons mee naar school worden genomen. De kinderen krijgen verpakkingsmateriaal mee terug naar huis.


65

Verkeersveiligheid Basisschool de Maasköpkes is een VEBO-school (Verkeerseducatie Basisonderwijs). Dat wil zeggen dat we op school speciale aandacht geven aan de verkeersveiligheid en het verkeersgedrag van onze kinderen. Daarvoor is een beleidsplan geschreven en hebben we een verkeerscoördinator en een tweetal verkeersouders. Zij zorgen ervoor dat alle aspecten die met verkeersopvoeding te maken hebben, een plek krijgen in het verkeersonderwijs dat op school gegeven wordt. De school heeft ook een verkeersbrigade. Leerlingen van groep 8 zorgen ervoor dat de kinderen veilig kunnen oversteken op een tweetal drukke punten in onze wijk. Uiteraard kunt u als ouder altijd lid van die brigade worden. Informatie daarover kunt u krijgen bij de verkeerscoördinator. Veilig naar school komen betekent ook dat de kinderen ongehinderd de poort in en uit kunnen lopen. Heel vaak wordt de ingang van de school geblokkeerd door auto’s van ouders die hun kinderen even naar school brengen of halen. U brengt daarmee het leven van de kinderen in gevaar, omdat er vaak geen overzicht meer is. Vandaar dat wij een dringend beroep op u doen om elders te parkeren en uw kind lopend te komen halen. Hoe minder auto’s in de Schoolstraat, des te veiliger is het. Verkeerscoördinator: Juf Annette Diederen Verjaardagen Alle kinderen op onze school mogen hun verjaardag vieren in de klas. Ze zijn niet verplicht om dat te doen. Er wordt door de groepsleerkracht in elk geval aandacht aan besteed. Alle kinderen mogen trakteren. Die traktatie is een kleinigheid. Snoep mag maar hebben we liever niet. Er zijn ook alternatieven te bedenken. Wij willen voorkomen dat de traktaties uit de hand lopen. Het gaat er niet om wie het meeste geeft maar om het gebaar. Wij hopen dat ouders hier verstandig mee omgaan. Luizen Net als op andere plaatsen waar veel mensen samenkomen, hebben wij ook wel eens last van luizen. Om luizen te bestrijden heeft Basisschool de Maasköpkes een protocol hoofdluisbestrijding opgesteld. Na elke schoolvakantie worden alle leerlingen van basisschool de Maasköpkes door de luizenmoeders op de eerste dinsdag gecontroleerd op luizen. Hieronder staan de verschillende stappen/handelingen beschreven hoe die in volgorde plaatsvinden. Tevens staat beschreven wie in welke handeling verantwoordelijk is.

Handeling

Wie verantwoordelijk

1. Na elke schoolvakantie worden alle leerlingen gecontroleerd op hoofdluis. 2. Wanneer er luizen zijn gevonden neemt de directie telefonisch contact op met de ouders van leerlingen. 3. Er wordt, bij constatering van hoofdluis, een digitale klassenbrief naar alle ouders verstuurd met de mededeling dat er hoofdluis is geconstateerd.

Luizenmoeders Directie Leerkrachten


66

Handeling 3 vindt 1x plaats na elke vakantie. 4. Er wordt een behandelbrief voor hoofdluis naar de ouders, van de leerlingen waarbij hoofdluis is geconstateerd, gestuurd. Handeling 4 vindt 1x plaats na elke schoolvakantie. 5. Na de hoofdcontrole direct na de schoolvakantie zal wekelijks, bij leerlingen waar hoofdluis is geconstateerd, gecontroleerd worden op hoofdluis. 6. Wanneer na wekelijkse controle hoofdluis gevonden blijft worden bij de desbetreffende leerlingen wordt vervolgd met handeling 2. 7. Wanneer in de hele school geen luis meer is geconstateerd wordt er vervolgd met handeling 1.

Leerkrachten

Luizenmoeders

Directie

Luizenmoeders

Mochten er vragen zijn die niet zijn beschreven in het protocol, dan vindt er overleg plaats met de directie en de luizenmoeders. Pestbeleid Als grondregel op onze school hanteren we de volgende uitspraak: Pesten kan niet, mag niet en tolereren we niet. Als het toch gebeurt, moet je erover praten om zodoende gepaste maatregelen te kunnen nemen.

Onze school wil een veilige plek zijn voor alle kinderen. Dat lukt niet altijd; voor sommige kinderen is de school geen veilige plek. Ze worden namelijk gepest door anderen en kunnen zich daardoor bang en onzeker gaan voelen. Dit kan weer negatieve gevolgen hebben voor het zelfvertrouwen en de schoolprestaties voor de kinderen. Gepest worden ligt niet aan het kind; er is immers altijd een pestkop en er zijn altijd kinderen die dat laten gebeuren of meedoen (meelopers). Om beter inzicht te krijgen in het pestgedrag van kinderen nemen we vanaf groep 3 twee keer per jaar de zogenaamde pestenquête af. Dit is een anonieme vragenlijst die pesters en gepesten herkenbaar maakt bij de leerkrachten. Naar aanleiding van de analyse van deze vragenlijst wordt het gesignaleerde probleem besproken in de groep of met kinderen apart. Omdat de vragenlijst regelmatig wordt afgenomen worden de leerlingen op dit gebied goed gevolgd en kunnen we de problemen uit de wereld helpen. In groep 1 en 2 (en de eerste keer ook in groep 3) worden sociogrammen (3 per schooljaar) gemaakt. We spreken hier meestal nog niet van bewust pesten, maar potentiële pesters (en gepesten) krijgen we zo wel in beeld. Wat kunt u doen als een kind zich angstig en bedreigd voelt? Het is van groot belang dat u direct contact opneemt met de groepsleraar. Via gesprekken met betrokken ouders en bespreking van het probleem met de gepeste en de pester zal getracht worden het probleem op te lossen. Basisschool De Maasköpkes wil een veilige plek zijn voor kinderen, leerkrachten, medewerkers en ouders. Een plek waar in alle openheid en met respect voor elkaar wordt gecommuniceerd en omgegaan.


67

Wij willen u in elk geval op deze plaats op de klachtenregeling wijzen in hoofdstuk 4 van deze schoolgids.

Jeugdgezondheidszorg GGD Zuid-Limburg

Jeugdgezondheidszorg GGD Zuid Limburg De Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van de GGD Zuid Limburg zet zich in voor een gezonde lichamelijke en psychosociale ontwikkeling van alle vier- tot negentienjarigen in de regio. Het team JGZ bestaat uit een jeugdarts, jeugdverpleegkundige en een doktersassistente. Bij de JGZ kunnen ouders en verzorgers, maar ook de school en de wat oudere kinderen, terecht met de meest uiteenlopende vragen over opvoeden en opgroeien. Bij vragen of zorgen over een kind kan men een afspraak maken voor een gesprek met een van onze JGZ-medewerkers. Als uit het gesprek of onderzoek blijkt dat hulp of zorg nodig is, dan zoeken wij samen naar een oplossing. Soms kunnen wij die zorg of hulp zelf bieden, maar het kan ook zijn dat we voor verder onderzoek, advies of hulp verwijzen naar een van onze partners op het gebied van opvoeden en opgroeien. Binnen de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) werken we nauw samen met het consultatiebureau, het welzijnswerk en met andere professionals die zich bezighouden met de zorg voor en de gezondheid van de jeugd. Hierdoor kunnen we kinderen nog beter helpen. Vinger aan de pols Het team JGZ houdt de vinger aan de pols als het gaat om de lichamelijke, psychische en sociale ontwikkeling van het kind tijdens zijn (of haar) schoolcarrière. We kijken bijvoorbeeld naar groei, motoriek en spraak, maar ook - bij oudere kinderen - naar eventueel schoolverzuim en het gebruik van genotmiddelen. Om te weten of er dingen zijn waar we extra op moeten letten, vragen we ouders en - in het voortgezet onderwijs - leerlingen regelmatig om een vragenlijst in te vullen waarin allerlei gezondheidsaspecten aan bod komen. Daarnaast kijken we natuurlijk in het kinddossier, met informatie over de groei en ontwikkeling van uw kind vanaf zijn eerste bezoek aan het consultatiebureau. Inentingen Als JGZ zorgen we ervoor dat kinderen volledig worden ingeënt tegen difterie, tetanus en polio (DTP) en tegen bof, mazelen en rode hond (BMR). De laatste inentingen krijgt het kind op 9-jarige leeftijd. Meisjes van 12 jaar krijgen bovendien de HPV-vaccinatie tegen baarmoederhalskanker. De GGD doet meer ▪ We kijken of de school of het kinderdagverblijf schoon en veilig is en geven waar nodig adviezen om de hygiëne en veiligheid te verbeteren.


68

▪ We helpen scholen om hoofdluis te voorkomen en/of te bestrijden. ▪ Ook ondersteunen we scholen bij hun lessen en/of projecten over bijvoorbeeld overgewicht, genotmiddelen, pesten en seksuele vorming. ▪ Jongeren t/m 24 jaar kunnen met al hun vragen over seksualiteit en soa gratis terecht bij Sense, het Centrum voor Seksuele Gezondheid van de GGD’en in Limburg. ▪ Elke vier jaar doet de GGD Zuid Limburg onderzoek naar de gezondheid en het welbevinden van alle kinderen van 12 tot 18 jaar in Zuid-Limburg. Gemeenten en scholen gebruiken de resultaten van dit onderzoek bij het maken van beleid. Vragen? Meer weten? Neem dan contact op met de Jeugdgezondheidszorg van de GGD Zuid Limburg. T E I

046 – 8506644 [email protected] www.jeugdgezondheidszorg.ggdzl.nl

Hoofdstuk 5: Tot slot Slotwoord Wij hebben onze uiterste best gedaan om in deze schoolgids zo volledig mogelijk te zijn. We denken dat u er de meest noodzakelijke informatie over onze school in terug zult vinden. We zijn ons er ook van bewust dat we nooit helemaal volledig kunnen zijn. De maatschappij verandert en invloeden daarvan zullen hun weerslag vinden in onze school. Wij proberen om samen een fijne school te zijn. Samen met kinderen, ouders, leerkrachten en alle anderen die verbonden zijn met onze school. Samen proberen we om het onderwijs in Borgharen zo goed mogelijk gestalte te geven. Samen leren want je leert van elkaar. Zo proberen we de kinderen die onze school bezoeken groter te laten groeien. Niet alleen op kennisgebied, maar vooral op sociaal gebied. Samen leren we kinderen zich te ontwikkelen tot mensen die blij zijn dat ze op basisschool De Maasköpkes hebben gezeten. Jonge mensen die voldoende bagage in hun rugzak hebben om uit te groeien tot zelfbewuste en zelfstandige persoonlijkheden in de wereld om ons heen. Het team van basisschool de Maasköpkes


69

Basisschool De Maasköpkes

Recommend Documents