Bas Haring – Plastic Panda’s Bas Haring Een volksfilosoof wordt hij genoemd. Bas Haring is naast schrijver van boeken en columns ook bijzonder hoogleraar ‘publiek begrip van wetenschap’ bij Universiteit Leiden. Tevens geeft hij lezingen, ondermeer op seminars van ISBW. Hij probeert wetenschap en filosofie zo uit te leggen dat het begrijpelijk wordt voor het grote publiek. Maar hoe groter je publiek, hoe meer reacties en meningen. Haring wordt dan ook meer dan eens de termen controversieel en ondeskundig toebedeeld. Plastic Panda’s, verschenen in november 2011, is een zoektocht naar de waarde van de natuur en haar diversiteit. In Plastic Panda’s, over het opheffen van de natuur, weerlegt Haring dat hij een natuurscepticus is, maar geeft duidelijk aan dat hij ook geen natuuractivist is. Plastic Panda’s Het volgende stuk komt uit een lezing die Bas Haring gaf op een seminar van ISBW. Hij vertelt hier waarom de vraag of het erg is dat plant- en diersoorten uitsterven wel degelijk gegrond is. “Na mij verdiept te hebben in de vakkundige materie, kwam ik erachter dat de vraag of het erg is dat plant- en diersoorten uitsterven wel degelijk gegrond is. Er zijn echter twee fouten die heel veel mensen maken in het denken over de wereld en de natuur. Ten eerste is het zo dat categorieën en individuen heel makkelijk met elkaar worden verwisseld. Een diersoort is bijvoorbeeld een categorie, een verzamelnaam. Het is een soort vergaarbak waarin allemaal dingen zitten die bij elkaar horen, waar een labeltje op is geplakt. Een dier is een ding dat we allemaal kennen. Het is een wezen dat kan lopen of zich kan gedragen en bijvoorbeeld pijn kan lijden. Op de een of andere manier denken mensen dat als een soort verdwijnt, dat dan per se gepaard gaat met lijden van individuen. Dat is geenszins het geval.” Bas Haring illustreert dit met een helder en simpel voorbeeld over de gemeente Emmen: “De gemeente Emmen is een krimpgemeente. Er verdwijnen ongeveer honderd mensen per jaar uit Emmen. Als je nog duizend jaar wacht, en het gaat in dit tempo door, dan is op een gegeven moment gemeente Emmen leeg. Dat is geen drama. Dan is gewoon de gemeente Emmen verdwenen. Maar er is geen enkele Emmenaar die individueel geleden heeft. Het is iets heel anders wanneer je een Emmenaar doodschiet. Dat is wel erg. Maar het verdwijnen van Emmen niet is niet erg, of in ieder geval iets heel anders. Dat is tegen-intuïtief voor veel mensen. Veel mensen hebben moeite die dingen uit elkaar te halen.” “Ten tweede veronderstellen heel veel mensen een zekere doelmatigheid in alles. Heel veel mensen denken dat iets er niet voor niks kan zijn. Dat zit verschrikkelijk in onze manier van denken. Heel veel mensen denken: ‘Die planten- en diersoorten zijn er toch niet voor niks? Die zullen wel een of andere functie hebben toch? Voor het ecosysteem of voor de totaliteit van de natuur.’ En toch is het soms zo dat dingen gewoon gekomen zijn. Dat er wel een verhaal bestaat dat beschrijft hoe iets er gekomen is, maar niet dat iets een functie heeft. Dat is namelijk heel vaak het geval; dat iets er gewoon is, maar zonder functie. En zo kan het ook zijn met diersoorten.”
Wederom geeft Haring een voorbeeld om even te illustreren hoe wij geneigd zijn in functie te denken. Het volgende verhaal gaat over een racefiets die hij kocht in zijn studententijd. “Ik had een racefiets gekocht en op de achtervork van die racefiets zat een ‘piefje’, een soort metalen uitsteekseltje. Ik wist niet waar dat uitsteekseltje voor diende en kon me niet neerleggen bij het idee dat het er voor niets zou zijn. Dat was ondenkbaar. Later ben ik er gelukkig achter gekomen dat het was bedoeld om de fietsketting achter te leggen als je bijvoorbeeld je band wilt plakken. Zo blijft die ketting netjes van je werk af en krijg je geen vieze vingers. Het zat er dus gelukkig niet voor niks! Het had een functie, het was er met een rede en had een doel. Het klopte gelukkig allemaal weer.” “Wij veronderstellen van bijna alles wat we om ons heen zien, dat het een functie heeft en er niet voor niks is. Maar dat is gewoon niet waar, dat is een fout in ons denken. Heel veel dingen zijn gewoon ontstaan, zijn er, zijn goed in ‘er zijn’, maar zijn niet ook nog voor iets anders goed.” “Dit was een aantal redenen voor mij om die vraag toch wat serieuzer te stellen: Is het wel echt zo erg als planten en diersoorten uitsterven?” Recensies Bij het schrijven van een boek horen zowel positieve als negatieve reacties. Dit onvermijdelijke geldt ook voor Plastic Panda’s. Hoewel door zijn toegankelijke manier van schrijven het verhaal al snel erg aannemelijk klinkt, zijn er toch felle reacties tegen het boek Plastic Panda’s. Kijk.nl1 In Plastic panda’s mengt Bas Haring zich in de discussie over biodiversiteit. Bioloog Stephan van Duin neemt zijn argumenten onder de loep. Op de voorkant van deze nieuwste van Bas Haring staat „Over het opheffen van de natuur‟. Dat is een boud statement, maar tevens slechts een marketingtrucje. Het gaat Haring in Plastic panda‟s namelijk helemaal niet over het opheffen van de natuur, maar om het opheffen van soorten, van biodiversiteit – iets heel anders. Met de huidige ontwikkelingen in mensenland is dat wel een nuttige en welkome discussie, maar het is jammer dat Haring zich hierin moet mengen: hij mist de achtergrondkennis om er iets zinnigs over te zeggen. Voor een boek dat zo barstensvol staat met controversiële uitspraken, is het aantal referenties verder erg beperkt; ongeveer één per vier pagina‟s. De meest gebruikte frasen zijn dan ook „waarschijnlijk‟, „denk ik‟ en „het lijkt mij‟ – niet echt de onderbouwing die je als KIJK-lezer verwacht. Frustrerende dwalingen Zijn vergelijkingen slaan bovendien de plank vaak mis, zoals wanneer hij de geschiedenis van het Qwertytoetsenbord vergelijkt met de ontwikkeling van een organisme. Blijkbaar ziet de auteur geen verschil tussen het stug onveranderlijke uiterlijk van het toetsenbord in een wereld van veranderende gebruikseisen en de continue finetuning van een organisme om juist zo goed mogelijk bij zijn eveneens veranderende omgeving te passen. Ook zegt Haring bijvoorbeeld: “Het water in de Noordzee weegt tientallen malen meer dan al het leven op aarde.” Hier haalt hij dan wel voor het gemak al het water uit het leven – maar water is een essentieel onderdeel van leven; gevriesdroogde massa is dood of levenloos. Aan deze nonvergelijking worden vervolgens hele ideeën opgehangen. Het zijn dit soort dwalingen die het boek frustrerend maken om te lezen, en het voelt daardoor als een eerste schets van zijn gedachten, die onder druk van de uitgever in de schappen is gekomen. Haring waagt zich aan een gedurfde en relevante discussie, maar bewijst tegelijkertijd dat kennis van zaken hierbij van grote waarde is. Dit boek krijgt dan ook niet een negatieve bespreking omdat ik het niet met hem eens ben, maar omdat zijn betoog struikelt over de feitelijke onjuistheden, bizarre aannames en persoonlijke voorkeuren. Het mag dan een Haring zijn, maar dat maakt het in dit geval nog niet het neusje van de zalm. 1
http://www.kijk.nl/nieuws/boek-plastic-pandas/
Bas Haring reageert op onze bespreking2 van zijn nieuwe boek Plastic panda‟s – en recensent Stephan van Duin reageert daar weer op. Haring las de recensie en reageerde daarop in de vorm van een brief aan de KIJK-redactie, die als volgt opent: “Normaal schrijf ik geen reacties op recensies. En al helemaal niet op negatieve recensies. Dat er op mijn boek Plastic panda‟s negatieve reacties zouden komen, had ik wel verwacht. Maar dat de reactie in KIJK zo negatief en ook zo onprofessioneel zou zijn had ik níet verwacht. Volgens de recensent, Stephan van Duin, mis ik de achtergrondkennis om iets zinnigs over mijn onderwerp te zeggen. Dat onderwerp is de waarde en betekenis van biodiversiteit. Waarom ik die achtergrondkennis zou missen, vertelt de recensie niet. Misschien omdat ik bekend sta als filosoof. De recensent zelf wordt opgevoerd als bioloog, waarmee de indruk wordt gewekt dat hij ingevoerd is in het onderwerp. Dat blijkt echter uit niets. De recensent studeerde dierkunde, specialiseerde zich in Business Management en heeft als hoofdinteresses voedsel en consumentengedrag.” Wat betreft de achtergrond van de recensent, laat Stephan van Duin weten dat hij het jammer vindt dat hij wordt afgeschilderd als iemand zonder verstand van zaken: “Ik ben afgestudeerd in de zoölogie aan twee topuniversiteiten op dat gebied, en heb het begrip evolutie en gerelateerde processen zodoende met de paplepel binnengekregen. Dat ik daarnaast minors in andere richtingen heb gedaan en daar nu nog steeds interesse in heb, doet daar niets aan af.” Haring reageert vervolgens op de twee concrete voorbeelden die Van Duin aanvoert in zijn bespreking van Plastic panda‟s. Ten eerste de QWERTY-vergelijking: “Ik zou „de plank misslaan‟ wanneer ik de geschiedenis van het QWERTY-toetsenbord vergelijk met de ontwikkeling van een organisme. Blijkbaar weet de recensent niet dat dit een standaardvergelijking is uit leerboeken evolutiebiologie, die bovendien toegeschreven wordt aan Stephen Jay Gould – niet de minste bioloog. Mijn bijdrage in Plastic panda‟s zit hem in het omdraaien van de vergelijking. Waar de QWERTY-vergelijking gewoonlijk gebruikt wordt om iets te zeggen over de natuur, gebruik ik hem om iets te zeggen over kunstmatige objecten.” Van Duin: “Het idee van de typemachine is inderdaad niet nieuw. Maar een idee kan ook gewoon verkeerd worden gebruikt of overgenomen. Kijk maar eens naar Intelligent Design; ook niet echt een goed gebruik van de evolutietheorie. Zoals ik het me herinner, is de manier waarop de analogie van de typemachine in Plastic panda‟s wordt gebruikt niet correct.” Daarna gaat Haring in op het andere punt dat Van Duin maakt in zijn bespreking: “Het tweede concrete punt dat aangehaald wordt, is mijn „dwaling‟ om de hoeveelheid natuur of „levend spul‟ (mijn woorden) te meten in termen van hoeveelheid droge stof. Ik zou vergeten zijn dat water een essentieel onderdeel is van het leven. Maar dit is gewoon dé norm die men hanteert in de ecologie. Biomassa wordt vastgesteld in óf kilo‟s droge stof, óf kilo‟s koolstof. Ik heb gekozen voor de eerste maat en beide zijn makkelijk in elkaar te vertalen. Het feit dat de recensent verbaasd is over mijn maat suggereert dat hij niet goed ingevoerd is in het vakgebied.” Van Duin: “Ja, droge stof wordt als parameter gebruikt door mensen die bijvoorbeeld graag een nauwkeurige manier willen hebben om gebieden qua biomassa met elkaar te vergelijken. Maar als je een leek iets wilt vertellen over de natuur en „het leven‟ en hoeveel dat is, dan moet je denk ik niet met zo‟n moeilijk 2
http://www.kijk.nl/nieuws/plastic-pandas-de-discussie/
voorstelbare analogie komen. Een olifant is niet alleen koolstof; daar zit nou eenmaal ook water in, en dat water is een onmisbaar deel van de olifant – en in het groot dus ook van „het leven‟. Ook mij zegt het niets als ik hoor dat al het leven ingedroogd een wereldwijde laag triplex van een paar millimeter zou zijn. Ik kan me bijvoorbeeld al geen voorstelling maken van hoe groot de aarde eigenlijk is – een vergelijking met bijvoorbeeld „het aantal keren Artis‟ zou mij een stuk meer zeggen.‟ Haring vervolgt zijn brief: “Naast bovenstaande twee punten staat er in de recensie niks. Behalve dat ik me vergis en dat ik te weinig referenties gebruik. Welke referenties worden gemist en welke bronnen en vakgebieden ik over het hoofd zou hebben gezien, staat er niet.” Van Duin: “Het punt over de referenties slaat op sommige harde uitspraken die Bas Haring doet, maar die niet (zichtbaar) gefundeerd zijn op iets. Soms spreekt hij zichzelf tegen, zoals bij de alinea over de voetbalvelden die verdwijnen. En hij schrijft zó toegankelijk, dat mensen die niet naar bewijs op zoek zijn daar overheen lezen en het voor waar aannemen. Dat komt de discussie uiteindelijk niet ten goede, denk ik.” Haring besluit zijn brief als volgt: “Tien jaar geleden schreef ik een jeugdboek over evolutie (Kaas en de evolutietheorie, red.) dat door biologen alom is geprezen en dat op diverse universiteiten wordt gebruikt als collegemateriaal. Ondertussen weet ik veel meer over biologie dan toen. Dan is het vreemd om te lezen dat ik plotseling achtergrondkennis mis. Ik ben inderdaad geen bioloog, maar mijn boek is tot stand gekomen dankzij een speciaal georganiseerde collegereeks voor en door biologiestudenten, en gesprekken met tientallen biologen. Bovendien is het manuscript gelezen door drie van de meest vooraanstaande hoogleraren biologie in Nederland. Juist om te voorkomen dat ik inhoudelijke missers zou maken. Ten slotte blijf ik zitten met de vraag hoe het kan dat iemand die er geen blijk van geeft goed ingevoerd te zijn in de materie het aandurft om publiekelijk in debat te gaan. Misschien is het antwoord dat ik te toegankelijk schrijf. Zo toegankelijk dat iedere leek de inhoud kan volgen, maar ook denkt te kunnen bekritiseren. Dat is dan een nadelige consequentie van een keuze die ik heb gemaakt, en die ik ook zal blijven maken.” Als KIJK-redactie willen we graag benadrukken dat het bovenstaande de mening weergeeft van Bas Haring, en wij niet het idee hebben dat Stephan van Duin niet goed genoeg in de materie zou zijn ingevoerd om Plastic panda‟s te kunnen bekritiseren. Verder is het misschien goed te vermelden dat Van Duin van ons de opdracht kreeg om een recensie te schrijven van driehonderd woorden. In aanmerking genomen dat zo‟n tekst ook nog een kop en staart moet hebben, moge het duidelijk zijn dat je als auteur in zo‟n bespreking niet zo uitvoerig kunt zijn als je zou willen en niet elk argument kunt behandelen dat je zou willen behandelen.
Pinkbullets.nl3 Eind vorig jaar deed Bas Haring veel stof opwaaien met zijn boek Plastic Panda’s, waarin hij pleit voor het opheffen van de natuur. Alle natuurliefhebbers waren direct van slag en boos op Haring. Controversieel is het boek zeker, maar is Plastic Panda’s ook fijn om te lezen? (…) Bas Haring is filosoof en geen bioloog. En dat is ook de grootste kritiek op het boek, dat Haring zijn stellingen niet voldoende onderbouwt met feiten. Haring besloot dan ook een brief te sturen naar de Kijk (zie hierboven), om te reageren op deze kritiek. Ook al is hij geen afgestudeerd bioloog, dit is niet zijn eerste boek over biologie en hij is voldoende ingevoerd in het onderwerp, om erover te filosoferen. 3
http://www.pinkbullets.nl/2012/03/boekenclub/boekrecensie-plastic-panda-s-bas-haring-6227
En dat is wat Haring doet in Plastic Panda's. Hij is heel voorzichtig in zijn woordkeuze, onderzoekt, denkt en filosofeert. En dit alles heeft hij op zeer toegankelijke wijze beschreven, met de nodige humor. Daarnaast is het boek bezaaid met prachtige foto's en tekeningen en achterin is uiteraard een uitgebreide bronnenlijst opgenomen. Toegankelijker kan een ingewikkeld onderwerp volgens mij niet gepresenteerd worden. Dus om mijn eigen vraag te beantwoorden; ja, Plastic Panda's is een fijn boek om te lezen. Wel heb ik er lang over gedaan, want het is geen boek wat je in een ruk van kaft tot kaft uitleest. Haring presenteert immers zo'n nieuwe kijk op de natuur en onze relatie daarmee, dat je enorm veel nieuwe informatie voorgeschoteld krijgt. De Boekblogger Het betoog is redelijk waterdicht. Zoals Haring zijn verhaal opbouwt kun je het bijna niet met hem oneens zijn. Dat wil zeggen, je kunt misschien met emotionele argumenten aankomen, maar logisch steekt zijn verhaal heel goed in elkaar. Trouwens, die emotionele argumenten behandelt hij ook. Zoals het idee dat iets wat zeldzaam is (bijv. een bepaalde diersoort), waardevol is en daarom bewaard moet worden. Maar waarde is iets dat met schaarste te maken heeft: heb je het nodig maar er is niet veel van, dan gaat de waarde omhoog. Dat is niet hetzelfde als zeldzaam zijn. En waarom vinden we trouwens het behoud van de panda zo belangrijk en gaan we niet op de bres voor dat insectje in het regenwoud? Ik heb het boek met plezier gelezen en weer wat nieuwe dingen geleerd. Als je geïnteresseerd bent in de toekomst van de natuur is dit een mooie manier om eens op een andere manier na te denken over het nut van biodiversiteit (want veel natuurliefhebbers nemen als waar aan dat biodiversiteit belangrijk is, maar waarom, daar hebben ze het meestal niet over). Het leest ook nog eens lekker weg, zodat je zonder veel moeite allerlei nieuwe dingen leert. -Uit bovenstaande reactie blijkt dat er meer commentaar wordt gegeven op het boek dan op de inhoud. Een boek kan nog wel goed geschreven zijn, maar dat zegt weliswaar niets over de inhoud en vice versa. Tussen Stephan van Duin en Bas Haring (Kijk.nl) wordt het een soort touwgetrek over wie de meeste achtergrondkennis heeft over het besproken gebied, namelijk biodiversiteit in de natuur, en of de ander dan eigenlijk wel „recht‟ heeft op een mening daarover. Van Duin zegt dan ook dat hij het niet een negatieve bespreking vindt omdat hij het niet met hem eens is, maar omdat hij vindt dat het betoog van Haring struikelt over de feitelijke onjuistheden, bizarre aannames en persoonlijke voorkeuren. Na het lezen van de reacties komen een hoop vragen naar boven. Waar blijven de reacties over de feitelijke mening van Haring? Wie is het er mee eens en wie absoluut niet? En de belangrijkste vraag, waarom dan? Is dit te wijten aan het feit dat slechts weinig mensen zich hierin hebben verdiept of ligt er zo‟n taboe op het onderwerp dat men niet durft? In een maatschappij waar je bijna als ketter wordt gezien als je de natuur niet wilt „redden‟ of ook maar pretendeert dit niet te willen, zullen dergelijke vragen misschien wel helemaal niet beantwoord worden. Het is dan ook begrijpelijk dat enthousiastelingen van het boek graag een vervolg willen lezen op deze nieuwe kijk naar de natuur, wellicht dit keer door een bioloog die door van Duin wel als een autoriteit op het gebied van biodiversiteit wordt beschouwd.