f
23st« Jaargang T «»•»
•bar0t„e»-« USE MEUOTHER Vco B»r«y • v'
OOG VERTR^ Wanneer U ^ Uw rechter den gr
olen
I
en met
^ a^ordt di dan ^
I
*mm w/B* korrelige als «der U een Voigts heeHl
V/at een
9e luk
'WWW
'n ADELAAR-PRODUCT=PRIMA.>
^ vQ?6^^5^5 ■ i ■
.V.;,.X\V, 1. RBCaweuR; PAT i$ GUN JUICHEN,, 'Zt JOVWCN /» ' ZANACK
»,
IK
HOORDE
TOCH
.BIS
•RORMTN?«
Re6ISSeuR;„DAT WAC NIET Vtoo« jou MAAR VOOR HËT JOU»»N. «
.1
,2*1 IK ,(»;»«« TAAIB' SPELEN?* .ALSjeBUBFTNIET, IK HAAT T>AT PIN«/' ,ZAt »K /RW1ANce' SPEltN ?* . , AtsjERLiBFr Nun; ^ BEN p4L w pAT »Ne/
tVE
*%**} I
REGISSEUR VRAAGT OP JB VAST JE ROI. UlT ,T>E. KOOPMAN VAN VENeflE' WILT .tEEREN. " jj< (TeeiemiKt W. de Mooy)
'JÊa
4e WEEK:
4e WEEK:
Een Liefdesgeschiedenis
IMe revfle vao SHIP en SIUP
(Una Storia d'Amore) Sener*-Mm
„Tok Tok Tok aiwoer oen ei,f
Toagang 18 Jaar
Op het tooneel;
Ork«t WILLY KOK.
***?mmwx<9
GEPROLONGEERD.
GEZELSCHAP BOUBER
Sonora film
ZEEMANSVROUWEN
TOEGANG 18 JAAR 0r
Alle leeftijden Op het Tooneel
DE TWEE WEEZEN e an
AA-
e yk
Teegang 14 Jaar
N v ^ ?T il HooMredacteur: Mr. Henrik Schölte, A'dam; verantwo rdelUkyoor de advertenties: R. M. A. Ausems, Amsterdam. Ultgeefster: 0 ?óLi?o 786^6 ^^^hA?^ "^"1 A'dam-Z. - Adres 'van Paulus Potterstraat 4, A'dam-Z., telefoon 21511, 21424, 98145postglro 78676. r- Abonnementsprijs voor Nederland / 7.80r^ctU?« per jaar ad Ts Inlstratle: p r fr .Aa i**T>. / 1-95 per kwartaal bU vooruitbetaling. Prijs per nummer 16 ot. (PrUsvaststelllng no. 017-IM-307). - Verschünt 1 x per week es Vrijdags. — Druk der N.V. Rotogravure Mij., Lelden — P 1083/4 CINEMA &■ THEATER — 23ste Jahrgang - No. 4* — H October 1943
A■
■^:
./
SYMPHONIE Hoe de Tachtig-ja: geleden en moe-gestreden geleden in 't eigen gezr gestreden in onze door geloo: twisten verscheurde en verbitten gouden eeuw — zijn ganzenvel ächerpte tot dit laatste lied ovi sen figuur, waar hg jèich meer ten andere mee vereenzelvigdei'' to P : !*■ heeft men uitvoerig in het vorig nummer kunnen lezen. Nu zal niemand verwachten, dat met een veel uitgegeven, maar bij Vondel's leven, noch ook in de eeuwen na zijn dood, ooit gespeeld stuk in-" eens een dramatische ontdekking Wordt gedaan. Vondei's „Noah" heeft inderdaad nog meer tooneelzwakheden dan het werk uit de gFRITS VAH DIJK ALS NOAH krä6ht ?:qns levens. Maar het telt tevens mee van de allerschoonste verzen, die 6ij — volmaakt in zijn gedragen voordracht. hier met ongebroken geestkracht schreef. Het Er zijn figuren, die in dit drama niet inaanhooren dier verzen, tegen den mooien achtergeweven' ,zgn. zooals Apollion, „Koning des grond van Karel Brückman's decor — links het Afgronts', aan 't begin en d'Aartsengel Uriel paleis der „schoone boelen", rechts 't cederbosch idem aan 't slot. Voor John Gobau en Wim de en de „timmeraadje" der Arke — vormde een Vries bleven dit dua declamatorische soli. T)e cultuurdaad jegens ons Nederlandsch taalschoon: laatste droeg daarbij de in zin en strekking minder waardig, loffelijk en vol piëteit. nobele melding, dat ,,de deur van Godts genade Vondel's Noah, of liever Noah's Vondel, is ■ en d'ark is töêgesloten", waarmee eigenlijk de zelf een boetgezant, wien de wetenschap van behoudenis in het rechte geloof aan den god der „d'onderganck der eerste waerelt" schier een te wrake tegenover 't kwalijk lot der andersdenkenzware last op de honderd-jarige schouders is. den, dat zoo eng-kerksch is, tot 'uitdrukking komt Frits van Dijk, tevens de intelligente' regisseur en waardoor juist ook dit drama meer sticht dan van deze voorstelling, speelde hem dus ook sober, groot-menschelijk ontroert. diep-doorvoeld en zwaar-gebukt, schoon hij een De meeste dramatische bewogenheid — Waar zekere eentonigheid in gebaar niet vermijden tenslotte iedere toeschouwer om vraagt, die niet kon. Hij is 'echter Vondelzegger bij uitnemendbevredigd wordt idoor een oudtestamentische heid en menigmaal flonkerde de enorme plaskanselrede — kwam derhalve van de tafereelen tische suggestiviteit van Vondel's. vers — vooral rondom de pauze. I Waar Achiman, Grootvorst in 't breed uitmeten der komende verschrikkingen van 't Oosten, ondqr Noah's vermaningen begint
te wankelen, krijgt Urania, voorzangster van 't zondig „jofferengetimmer", haar groote kans om Eva en Lilith tegelgk te zijn en Vondel 'heeft daarbij in een wonderlijk sterk bewogen scène |lle argumenten voor en tegen d? aardsche liefde reed uitgemeten. Vera Bondam- speelde Urania iterk en met Salome-allures, ofschoon ik haar net allen eerbied voor haar talent toch niet voor een geboren Vondel-zegster houd. Johan Schmitz als Achiman had eveneens -sterke allure, maar ook alle onrust en bewogen innerlijke twijfel, bij voortreffelijke zeggingskracht. Een tweede hoogtepunt was de groepeering van Noah's gezin in 't vierde bedrijf, voorafgegaan door de tweespraak met den weerbarstigen Cham, waarbij «chter Guus Hermus met zijn.nogal sterk hedendaagschen speeltrant en vrij onbehouwen dictie eens te meer bewees, dat „klassiek" niet zijn fort is. I^ouis van Gasteren was een welluidende Bouwmeester der Arke. Zeer goed leek mij • de oplossing der alternatief vier- of vijfstemmig gesproken rijen, waaraan Vondel wederom zooveel lyrisch schoons gespendeerd heeft en die innig en verheven werden gezegd. Dat in de laatste rij het toch al psalmodiscHe karakter nog versterkt moest worden dóór een wanklankige gramofoonplaat er dwars tegen in, leek mg een stijl f out. Evenzeer was het zwak om een der schoonste liederen, die Vondel ooit schreef, het „Zwaneiilied", op te dirken met een paar balletpasjes in het kruip-door, sluip-door genre, waardoor de enkelvoudige aandacht voor den tekst werd afgeleid.- Het'werd trouwens zwak gedeclameerd door een jonge dame, die daarvoor niet alleen voor de pauze, maar tot aller verwondering ook nog eens aan het slot in 't midden der protagonisten de dank der menigte voor vi}f minuten niét bepaald gevierde triomfen in ontvangst kwam nemen. HENRIK SCHÖLTE
Bnp nam
m V
(foio'i Staff/Reijnkoudt)
„Achiman, Grootvorsi, Op 'I lijckste begenadigt Van vrou nafuura En dia Uw haarschapplj vardaagl . Met wapanan ..
i\
aldui baglnl Louis van Gasteren als da „Boumaaslar" zijn verslag aan Achiman (Johan Schmilz) (Foto 's Stapf I van der Leeuw)
Tv
■.Vi*j
Het is een bijzondere film, die de Tobis onder den titel „Levens-symphonie" presenteert. Bijzonder niet alleen om het feit, dat een der grootste Europeesche karakterspelers, Harry Baur,, er de hoofdrol in vertolkt, doch ook door de uitmuntende muziek van den bekenden, zij het nog jeugdigen Duitschen componist Norbert Schnitze, die met zijn composities de film als het ware van een „fundament" voorzag. Een rolprent, onder anonieme regie tot stand gekomen, voorzien van muziek die het verdient aan de vergetelheid ontrukt te worden en gespeeld door niemand minder dan Harry Baur met als Partnerin Henny Porten.... het is inderdaad een curiositeitI Hoe lang is het geleden, dat wij Harry Baur op hét Nederlandsche witte doek zagen? En wanneer speelde Hennny Porten haar vorige werkelijke hoofdrol? Men heeft dit jaar in de pers het bericht van het overlijden van Harry Baur gemeld en velen zullen bij het lezen van die tijding de hoop hebben opgegeven nog eens Baur's filmschaduw te aanschouwen. Doch daar is hij dan: in een betrekkelijk nieuw product van de Duitsche industrie en. ... hij is er Harry Baur ten-voeten-uitI Harry Baur en Henny Porten.... Twee namen die wenelden van filmherinneringen oproepen, twee figuren die de huidige film-generatie met eerbied en waardeering aanschouwt. Naast elkaar zien wij hen in „Levens-symphonie", gedragen door een klankenweelde, waarbij men in de verleiding komt, de oogen te sluiten en alleen , maar te luisteren. Doch het gave, diepmenscheIgke spel dwingt tegelijkertijd tot zien en tot beleven.
%
De „Symphonie" is het yerklankte leven van den kunstenaar Stephan Melchior, die eens in rustig geluk leefde tezamen met zijn vrouw en beide kinderen, doch in wien de drang, iets' grootsch te scheppen, sterker was dan zijn. verknochtheid aan de bescheiden welvaart .van zijn bestaan. Om een vrepnde, beeldschoone vro'i'w^ die toevallig een openlucht-uitvoering Van het door hem geleide kinderkoor bijwoont, verlaat hg de zijnen om m^t-.%. tfi 'reizen.- Hij ondergaat de bètoovefeng ' vir, nabijheid en put daaruit de kracm* ^ot meesterwerk, de symphonie, die hij e^jWü schrijven. Enkele jaren latïs^.ts Stephan Melchior een beroemd musicus geerden. Hij. vraagt zijn aangebedene, een Hohgaa.rsche gr^vin, ten huwelijk. Doch tijdens de brüflt,ü wordt .■heb hem duidelijk, dat hij nimmer^ fot J haar milieujzal behooren; omdat hij anders1,-'éjaard i^. Wilde tooneelen spelen zich af evkjn eé.n irnpuls vörmoordt hij den neef van zijn .hrüjd, j;,.. hejia jjoór anderen als zijn medeminnaar;W(>f-rit aangewezen. E^n troost#iOzen tijd '^wwt hij in de geangenis doöttfrenget i, dcwSh ijsindelijk, als de tareld onder J^n v^tte snéeuw-wade bedekt is, herkrijgt hij J|n Vr^'hsidJ&fjjroeit, dat hq maar ïéen gang ka»'gaan' naar Buis. Hij vindt zijn v*Ww'-pp hittr.,st'M Hbcd, doch zij kent zijn hart ■JL.t _ ^Jg^dUS hM||fc e:i schenkt hem vergiffenis, als een offer aMKifÖn ! nnstehaarschap. Oud en ge■j*—-broken besgeBiRlt .c.,: .-phanj haar naar haar laatste rustplaaj^pfdati eindeiijk, zet hij zich tot 1 schrijvenTBrvcon\poiieert, / in een extatischen toe-
IT'
stand, de symphonie v»n zjj» leven, . episoden uit zijn bewogen bestaan. weergeelFtii met de vergiffenis van zij n vrouw eindigt in een bevrijdende» klank....' De symphonie wordt uitgevoerd als een kunstwerk van een onbekea- ' ■(ien meester en terwijl na het slotaccoord de ovaties losbarsten, verlaat een gebogen gestalte de zaal. ... Sober en subtiel hebben zoowel regisseur als comronist dit aangrijpende thema voor hun film verwerkt. Wellicht ware het mogelijk geweest, de film zonder gebruik te maken van de tot een vroeger tijdperk behoorende tusschentitels te, vervaardigen, doch storend werken zij de enkele malen, dat zij de beeldenreeksen op het doek onderbreken, niet. Ook vraagt men zich af of de typen van Harry Baur als de componist en Gisela Uhlen, die de rol van het hem betooverende gravinnetje speelt, geen al te flagrante tegenstellingen vormen voor het aannemelijk maken yatt een liefdesverhouding. Doch tegenover deze bedenkingen staat als alles overschaduwende factor het spel van Baur, in combinatie met de heerlijke muziek, welke werd uitgevoerd door de Dresdener Philharmoniker o.l.v. onzen landgenoot Paul van Kempen en door de Wiener Sängerknaben. Weinig films zullen voor een zoo groot deel uit „close-up"-werk bestaan als „Levenssymphonie", maar Harry Baur's spel, met zijn plastische, diep-beheerschte mimische techniek, vraagt om gespannen aandacht voor zijn eigenaardig, soms afstootend masker. ROB ROODENBUR^n
LEVENS-SYMPHONIE V Symphonie eines Lebens Een
TO BIS-Film
i roductieleiding-: Robert Wüellner. — Architecten: Otto Erdmann en Franz Fürst. — Camerawerk: Carl Hoffmann, — Geluid: Hans Rütten. — Montage: Ella Ensink. Muziek: NORBERT SCHULTZE
Personen:
,
Stephan Melchior . . . . Harry Baur Maria, zijn vrouw . ... . . Henny Portea Ilka, gravin v. Barossin Gisela Uhlen Burgemeester Brunnlechner . Albert Florath Martin, Ilka's neef . . . Harald Paulsen Valentin, haar oom . Gustav Waldau , Julia Serda Melanie, haar tante . . ' . Muzikale medewerking: Dresdener Philharmoniker o.l.v. Paul van Kempen. — Zang; Wiener Sängerknaben.
ife'-V'- ■'''I!M ' ^ rii-«* weSeffipJ
aBaaawl
^mï^iM ^JJJ.
<••
, üè Max Halbe, die te boek staat als een Oostalle hens aan dek, de dijkgraaf Peter Doorn Pruis, wordt ook wel genoemd de man voorop, om te zorgen dat de bedreigde punten van (niet: uit) één stuk. Door „Jugend", extra worden versterkt. Wij, Nederlanders weeen „tragische idylle", is hij beroemd geworden ten^ genoeg van dergelijke spanningen, en het en hij heeft daarmee, nóg meer wellicht dan de mag bevreemden, datfdit motief zoo zelden door geniale Gerhart Hauptmann vermocht, het Duitonze eigen tooneelscl|P8vers is aangegrepen. Er sche naturalisme populair gemaakt. is misschien zelfs rejien een tikje jaloersch te Die tijd van omstreeks '89 tot tegen de eeuwzijn op .dit stuk, voorajl wanneer wij bedenken dat wisseling is voor het Duitsche tooneel een de Weichseldijk weljicht voor een groot deel interessante periode geweest, vol pro en contra, werk van Nederlandeft is geweest, en dat dezelfvol tumult, maar ook een tijd van ontdekkingen, de Peter Doorn en zijn verwanten nog aftoen aan het met bliksems doorspookte firmament stammelingen kunnen rijn van onze voorouders, nieuwe vaste sterren rich openbaarden, zoowel die immers eeuwen geleden naar Oost-Pruisen onder de schrijvers als onder de acteurs .en registrokken. ... In elk geval voelen wij verwantseurs. Het naturalisme was zeker geen toevallige schap met deze menschen, die dag aan dag met of bewust aan den gang gebrachte modestroode elementen vechten, en voor wie dus de ming van lieden, die het in Berlijn eens net Prediker het 'schoonste Bijbelboek is. zoo wilden doen als Antpine, het fascineerend In Peter's eigen huis wast het water ook. De voorbeeld, in Parijs. Het was wel degelijk ook stelling is schoon, dat de grond één en ondeeleen groep van sociaal voelen de mannen, die zich baar is, maar het was in waarheid weinig anders bewust waren hoezeer het gangbare speelstuk dan egoisme, dat hem er toe dreef bij den dood tekort deed aan het leven en aan de tooneelkunst, van zijn vader diens laatste wilsbeschikking te zoolang het alleen diende om de welgestelde verduisteren. Daarbij zou een deel van de bezitbourgeoisie een aangename tijdpasseering te beting aan de beide jongere broers, Walter en zorgen. De militante boodschappers van het Jacob toegevallen zijn, maar Peter, die zelf den naturalisme waren veelal tevens de bezielde en grond bewerkt heeft, wil de overtuigde discipelen van het socialisme. Zij vruchten ervan niet uit hanschilderden bij voorkeur de nooden van het den geven. Mieke Flink en proletariaat, en wilden het tooneel weer maken Naast deze beide motietot een kunsf van en voor de massa. De waarven, de rivier, en het testaheid — dat was 't wat zij boven alles predikten: ment, plaatst zich het-, derde .uit de waarheid en niets dan de waarheid zou in de gestalte van Renate. vanzelf de schoonheid orAspringsa. Zij is Peter's vrouw, maar Max Halbe was vergeleken bij Hauptmann de zij heeft hem afgewezen van epigoon, de navolger. Ondanks een absoluut* onden dag af dat hij haar zijn voldoende en inférieure vertolking beleefde zijn geheim van het testament „Jugend" op de Nederlandsche planken nog niet gebiecht heeft. Het ifas de lang geleden een „succes fou", maar ik geloof tragife-he dag, dat huh beidat de verwachting van sensatie en de eeuwige de kincferen in de ! rivier hang naar het sentimenteele hier een belangrijk verdronken,' een géaeurtewoord hebben meegesproken. nis, die Peter aaftzag jls een Volgens gezaghebbende Duitsche critici zou Godsgericht. En •, ïfc de Halbe na „Jugend" weinig meer geschreven hebjongere broer Water na ben, dat de moeite waard is. Vandaar de beeen twaalf-jarige affezignaming „man van één stuk". Ik ben te bescheiheid in het ouderlijkl huis den om den critici tegen te spreken, maar moet terugkeert — hij is Watertoch zeggen dat zijn drama „Der Strom", dat bouwkundige en is geroedezer 'dagen bij het Residentie-Tooneel zijn pen om de rivier te rejguleeNederlandsche première via den Utrechtschen Schouwburg beleefde, een zeker niet gering voorren, — beginnen oud? herbeeld is van het Duitsche naturalisme, en dat inneringen wakker tel worhet ophalen van dit werk met recht geschiedde. den. Want éénmaal) had Renate de keuze tussschen De „Stroom" is de Weichsel, die ondanks zijn zware eeuwenoude dijken toch vrijwel elk voorbeide broeders, en zij; koos jaar opnieuw een dreiging vormt (vormde) voor den oudste — verkeerd, de omliggende landen. Het stuk speelt in FebruJooals zij nu weet.i)Ook ari, als het ijs, dat tijdens de voorafgaande weken Jakob, de jongste. Voelt het water gestremd hield, gaat scheuren en zich tot haar aangetrokken'1 r springen en het water dusdanig stijgt, dat een en beseft plotseling, \dat' doorbraak wordt gevreesd. Op zulke dagen zijn zijn aandeel in haar ge-
negenheid hem. door Walter wordt ontroofd. Conflictstof te over, en de auteur heeft daarvan vaardig partij getrokken. In felle contrasteerende kleuren en in bont Wisselende scènes heeft Max Halbe de conflicten en dreigingen in zijn drama uitgewerkt. Vooral het eerste bedrijf is knap van bouw en suggestief. Het naturalisme' heeft gróóter werken voortgebracht, met minder litteraire ballast en minder tooneeleffect, maar deze Fabricius van het Duitsche toonvel blijft toch positief belangwekkend en geeft blij k het tooneel te kennen, zijn stof te beheerschen en zijn figuren in duidelijke omtrekken voor ons neer te kunnen zetten. Het ontbreekt niet aan logica en psychologie, en ook de warmte der overtuiging is in de objectieve teek^ning niet te loor gegaan. In één ding, het belangrijkste, is de schrijver m.i. echter niet geslaagd, nl. in zijn bedoeling om van dit drama een „Schicksalstragödie" te makeii, om zijn naturalisme tot een. waarlijk visionnair plan te verheffen. Het is waar: mystieke elementen zijn aan dit werk niet vreemd, de rivier krijgt telkens haar karakter van noodlottige -bedreiging, maar de schrijver heeft niet de'kracht van een Ibsen gehad, om den stroom tot het aangrijpend zinnebeeld te maken van het noodlot. Daarvoor is speciaal het slot, hoev knap ookt te veel „constructie", te veel „theater" gebleven. Het stuk eindigt met een worsteling tusschen den oudsten en jongsten broer op den kruin van den dijk, een worsteling, die daarop uitloopt, dat Peter en Jakob beiden in de golven verdwijnen. Een „Godsgericht" als men wil. De weg voor Rentte en Walter ligt nu open, maar gelukkig heeft de schrijver den tact om op deze mogelijkheid van een „happy ending" toch maar' niet verder te zinspelen. Met bekwame hand heeft Richard Flink, die ook de vertaling verzorgde, 'dit stuk op onze planken gebracht. Of hij er in geslaagd is, werkelijk Oost-Pruisische typen op 't tooneel te plaatsen, laat ik'in 't midden. Maar zijn regie heeft zooveel mogelijk op de innerlijke waarheid van figuren en actie aangestuurd, en al kön hier en daar het pathos nog wat worden afgevijld, in 't algemeen heeft het aan waarachtigheid, zoowel in de felle botsingen als in den innerlijken zielestrijd niet ontbroken. Licht en geluid werken op de juiste wijze mee. Dat onze tooneelspelers, al zijn zij 't de laatste jaren wat ontwend, in het naturalisme toch altijd weer Henk Rigtert een stevig honvast vinden, het is ook ditmaal weer bewezen èn door Flink zelf, die de rol van den bruten, militanten Peter in rake trekken opzette, èn door Henk Rigters, die aan zijn tegenvoeter Walter een boeiende vertolking gaf met vaak bijzonder mooie intonaties. Toch hoede hij zich voor een pathetische Schablone en voor een te onduidelijk spreken. Een jong acteur, Robert Martin, trad in de rol van den zeventien-jarigen Jakob, met zijn licht-ontvlambaar gemoed en hevige innerlijke spanningen, plotseling verblijdend naar voren. Jan van der Linden maakte van een verarmden en verloopen oom een schilderachtig stuk genrewerk. Mieke Flink had houding en wekte sympathie als Renate, de vrouw die tusschen affect en plichtsgevoel heen en weer geslingerd wordt. C. A. SCHILP (Foto's Schimmelfenningh)-
CINEMA 6> THEATER — (nr. 43)
4
'M- Vens dacht Elf ie nog heêlemaal niet aan de film, ^ \j maar alleen aan de opera. Zij' had het ook al ^^ een hefcl eind gebracht en als dere pagina, 'zingen kon, zouden wij ü haar stem laten hooren als Adèle in de „Fledermaus" of als de Cherubqa in Mozart's .iBi^iloft van Figaro", haar'bekendste anÉrollen. Elf ie was een artistenkind uit Stiermarken, Maar in Berlyii leidde de weg voor het slanke meisje met haar. expressieve gezicht vanzelf via de opera naar de film, al :.j»aren 't maar kleine rollen in „Goudhonger" en „Hotel Sacher". Als hoofdrol mocht ze voor de eerste maal de beroemde „hemelsblauwe avondjapon" dragen in „Het VrJendmnetje van Papa", al zag je die kleur niet. Ja,en foeä kwam al heel gauw Hans Söhnker, haar partner. Met hém speelde re dat prachtige liefdespaar in „Mg n Vrouw Teresa", en zoo goed is deze combinatie bevallen,sdat wij 'tó.nu dit jaar weer samen zullen zien in een film, die ini h^t Duitsch „Ein Mann mit Grundsätzen" heet. Wat niet wegneemt, dat Elf ie zelf er ook wel principes op na houdt. Een ervan is, dat zq vin4t dat. er nog te Weinig van haar zangstem gebruik gemaakt wordt. Liefhebbers van goede gramo&XHlplaten kunnen dat bevestigen. Elfie «et u hieronder'niet Hans Söhnker in „Mijn Vrouw Teresa" en daarnaajst, die mysterieuze uitdrukking, dat is in „Scherzo", die rij thans met Hans Söhnker. Opneemt. (F_oto*s Terra/Tobis) ■ S.
-1
In chique hotels plegen, althans in de film, eigenaardige li||ji te gebeuren — vooral des nachts. Hoeveel malen hebben de lief_ vhebbers van het „vroolijke genre" al n^t genoten van de mogel^kheden van onwaarschijnlijk onvrije hotelkamers, die door middel van balcons als brandgangen en niet afgesloten tusschéndeufen me( elkaar in verbinding stajin? Als zij er na al die keeren nog niet genoeg van hebben, kunnen «e hetrelfde thema weer gaai bewonderen m de door Theo Lingen geregisseerde film „Een nacht vol dwaasheid , waarin deze onherbergzame herbergruimten ander-; maal het tooneel van dolle verwikkelingen worden. -Ditmaal vind ik die nachtelijke historie minder geslaagd, niet zoozeer om de vele nachtgewaden, die trouwens zeer decent zSt^ Jtoaar om het gegeven. Van een man van Lingen's capaciteiten t<m Bien kunnen verwachten, dat hg hoogere eischen aah zijn filmstofe' *m. Hoewel er goede spelmogelijkheden in te vinden zijn, blijft .Sen nacht vol dwaasheid" toch een ietwat afgeknotte historie ontluikende liefde temidden van hotelbedden, hoe inspireerendtüe omgeving op zichzelf ook moge zijn voor teedere gevoelens Er komt een onbekende man, ii; pyjama, op eqn nachtelijk uur op visite bij een juffrouw in nachtjapon, die ondanks de ten haren opzichte eerbare bedoelingen van haar bezoeker, gecompromitteerd wordt, wijl haar mmnaar diens vertrek via het balcon met^veel interesse heeft geobserveerd. En die gebeurlökheid is dan weer aanleiding tot allerhande andere bezoeken van denzelfden aard De gecompromitteerde juffrouw (Marte Harell) is zangeres in een fantastisch zwaar bezette band. welke onder leiding staat van iheo Lmgen^zelf. die in deze hoedanigheid een arsenaal van instrumenten blijkt te bespelen. Deze muziekscènes zijn wel bijzonder njk van montage en het is jammer, dat het repertoire daarentegen nogal bekrompen is. Gustav Fröhlich is een smoor-verliefde jongeman (I), die zijn aangebedene tenslotte ondanks alle compromitaties toch verovert en verder is er nog een dame-op-leeftgd, die met energie een fabriek van Intieme dameskleedingstukken drijft. eze chaperonneert eèn nichtje, dat in * geheim getrouwd is met den man . Pyjama, die bij nadering van de mte een goed heenkomen zoekt in de imer van de band-zangeres, en daarmee alle ellende doet beginnen. De spelers wekten bewondering door Vaardige uitbeelding; vooral Marte Harell dient in dit opzicht genoemd. J^ Echter slagen zij er helaas niet in de film tot een succes te maken. Waarschijnlijk is dat grootendeels te wijten aan het feit. dat zij in dit genre reeds te veel voorgangsters had. s/ ' LEO J. CAPIT
i
^ ^
r
r
JB^B Naeht vol Dwaasheid 'S - Tolle Nacht Een TOBIS-Film met Jtfeo Lmgax. Marte Harell, Gustav Fröhlich, Werner Stock, Mariena Ried e.v.a. Rerie: THEO LINGEN '
??
Pi
\ 2/
<
>•? 'M
.
■
INZET VAN DE JONGSTE GARDE reetje Friese in Croningsch repertoire
Ons volk moge van nature on-heroïsch zijn, in dien zin dat het' groote woorden schuwt zelfs waar het om groote begrippen gaat — het is toch niet zoo nuchter, dat het bij groote daden niet intuïtief en plotseling „het juiste woord" weet te vinden, waar het echter uit een soort van schaamte om smaalt als het „aan de groote klok" gehangen wordt. Dat. schij nt zoo zeemans- en beere naard. Dit zijn de weken, dat de op Friesche klei en I in het Drentsche veen en op vele. vele plaatsen van ons natte land de aardappeloogst wordt binnengehaald. Daar zit misschien geen film in en geen roman van goudzoekers. Maar het is eten, en de hoofdschotel t Het is zwaar werk en het vraagt. . . . pootelingen. Uit alle kappen van den Arbeidsdienst trekken thans de groene Koenraads voor dag en dauw (en dauw is het. al wordt de herfstdag ook stralend!) er. op uit en blijven, tot de zGn'Weer ondergaat, over de zwarte aarde gebukt *•• polletje om pollet je. s Avonds eten zij borden vol van wat ze »elf gerooid hebben. En daarna rijn zij moe, maar jong. Het is dé vreedzaamste slag: die van de productie. Maar het is een front, evengoed. En het heeft zijn „Fronttheater" gekregen. De Omroep mobiliseerde daarvoor zijn jongste garde, 'iijn „Nachwuchs",'om een modewoord te gebruiken. De vrijwillige krachten uit zyn opleidingsklasse, een half dozijn jongens en meisjes van zeventien of achttien, niet ouder dan Koenraad en jonge menschen, die „zijn taal" spreken, zijn in letter,lijken zin den boer opgestuurd en geven wat ze kunnen. Het is hard werken, voor beide groepen.,. Maar beiden doen het zingend. Dat is het „mooie" in de noodzaak. Geruchten, dat dit Omroepcabaret méér was dan een belofte, en een waarlijk levende volksuiting, dreven mij vorige week naar Workum in Friesland. Maar de grijze autobus kwam dien dag uit den wortel van Groningen's kies en we troffen elkaar tenslotte in 't Geldersche Lochern. Dat was een mooie, zonnige dagreis door ons rijke Noorderland in herfsttooi, langs Velden en "velden, vol met „eereppels" onder den grond en Koenraads er vlak boven. En dat was een avond, die een ontdekking voor me werd. K Eigenlijk was het iets te mooi. want Lochern, heeft een schouwburg met grootsteedsche allures. Deze avond — de asste al in dezen oogst'van drie weken! — zong en speelde men niet op vier bijeen geschoven tafels met een deken erachter. Maar in'.de keus tusschen „de huiskamer" en „het bosch-décor" was het eerste opgesteld, zinrijk verfraaid door de gele korenschoven en de glinsterende schoppen van den A.D. Daar traden jongens en meisjes op in hun gewone jurken en pakken. Schmink en licht deed er niet zooveel toe. Het repertoire was deels van eigen maaksel, anderdeels althans naar eigen keuze. In de muziek had de accompagnateur Fred Kroon een groot aandeel. Nu zou ik, omdat het alles zoo hart verhef fend jong en pril was en zoo alleen maar een daad van levende samenwer7
' .
(nr. 43) — CINEMA &• THEATER
king aan deze en aan gene zijde van Jiet weinige voetlicht, kunnen volstaan mft'ook alleen maar te zeggen hoe diep ik van dien avond onder den indruk kwam — ware het niet, dat U de namen der uitvoerenden toch wel zult hooren. Want geen van déze zes schijnen mij krachten, die het op een gegeven oogenblik zullen opgeven, 'al „belooft" het eené «talent meer dan het andere. Maar het mooie is. dat hier jeugd aan 't woord was, die het er in dezénfnoeilijke en verscheurde tijden „hoe dan ook" niet bij laat zitten, evenmin als de Koenraads de aardappels in den grond, en niet van plan is. hun mooiste, eerste jaren voorbij te laten gaan. zonder in rond Nederlandsch aan 't woord te komen. Het sterIttt leek mij, d» streek-zang en voordracht —-vief, krachtig en bij uitstek gevoelig — van Geesje Vrieze, werkelijk een natuurtalent: een meisje van een boerderij in de Groningsc.ie Veenkoloniën, voor wie het applaus en gejuich van een paar honderd jonge kerels slag op slag het heftigst door de stampvolle zaal donderde. De goede Groninger Geert Tijs was natuurlijk in haar welgekozen liedjes aan 't woord en 't deed mijn Groningsch haft maar deugd. Friesland zette er trouwens een spruit naast in Pam van Koningsveld: een blonde, tengere, decora-
DEZE WEEK IN DEN AETHER ZATERDAG, 23 October 12.15—12.45 Dansmuziek tijdens de middagpauze door Piet van Dijk en zijn orkest. 14.00—15.00 Concert door Het Rotterdamsch Philharmonisch Orkest o.l.v. Ed. Flipse m.m.v. den pianist Eduard del Pueyo. '^ 15.00—16.45 „Waar lachen wy om .. . ?". Een vroolijke 'revue van Anton Beuving op muziek van Anton Erich. 17.20—78.00 AANSLUITING MET Sanatorium „Zonnestraal" te Hilversum, waar het orkest van Jean Buurman met zang: van Wicky Stan optreedt. 20.00—22.00 . Avondprogramma gewijd aan de Lichte ' Muze. Medewerking verleenen het Omroeporkest o.l.v. Louis Schmidt en het Septet Jonny Ombach. ZONDAG. 24 October 9.15—10.00 „Zondagmorgen zonder zorgen". 12.15—12.45 Hat Nederlandsch kamerkoor o.l.v. Felix de Nobel. 13.00—13.30 Pianovoordracht door Theo van der Pas. 13.30—14.00 „De Schijnwerper", een wekelijksche Omroepkroniek van Kunst en Letteren onder redactie, van J.'A. van Kersbergen. 15.00—15,45 Het wekelijksche luisterspel: „De berg wint altijd", door,Arjan van Seeland. 17.30—18.15 Het populaire programma „Wereldschlagers".- Medewerking verleenen o.a. Selecta o.l.v. Elzard Kuhlman en Frans van Cappelle. 18.15—19.00 NEDERLANDSCHE VOLKSKLANKEN. Muziek, tang en voordracht in bonte afwisseling. Samenstelling en regie Eddy N'oordijk. 20.00—22.00 „Carmen", opera in vier bedrijven van Georges Bizet, uit te voeren door solisten en koren en het Omroep Symphonie Orkest.
MAANDAG, 25 October 12.15—12.45 Dansmuziek door Theo Uden Masman. • 1515—16-45 „Elck wat wils", een afwisselend programma m.m.v. de Pukapaka's en Otto Hendriks. ' ,17.20—18.00 Het Amusementsorkest o.l.v. Elzard Kuhlman m.m.v. Cora May, zang. 20.00—22.00 Een programma van muziek en gesproken ' woord, gewijd aan het heden en verleden van de Zuiderzee.
DINSDAG, 26 October 12.15—12.45 Schubert-programma door Harry Wiggelaar, viool, en Pierre Palla, piano. 'S.OS—:I4.00 „Om en Om"-progTamma door Frans van Cappelle en zijn musette-orkest en Theo Uden Masman. 16.00—»6.45 Concert door liet Stedelijk Orkest van Maastricht o.l.v. Hein Jordans. 17.00—•rS.oo „De Lichte Toets" wordt aangeslagen . door GretI Perelli en het Septet Jonny Ombach. 19.15—22.00 „Bonte Verscheidenheid" in den avond.
WOENSDAG, 27 October 11.00—11.30 Orgelspel door Johan Jong. 11.30—12.00 Corry Cleyndert, sopraan, aan den vleugel begeleid door Willy Francois. ' 15.15—15-45 „Halfweg", een opgewekt programma, waaraan Frans Wouters en zijn orkest medewerkt. 18.50"—18.45 Het Amusementsorkest o.l.v. Elzard Kuhlman en de 10 Vroolijke Meisjes. 19.45—22.00 Een programma, dat de geboorte van de wals behandelt. DONDERDAG, 28 October , 10.30—11.00 Otto Hendriks en lijn orkest. 12.15—12.45 Dansmuziek door Piet van Dijk. 17.00—17.30 Theo Uden Msman en zijn dansorkest. ^ 19.15—21.30 Concertgebouworkest o.l.v. Eduard van Beinum met werken van Béla Bartok en Reger.
tieve verschijning, ofschoon het gemak, waarmee zij thans reeds haar filju-schlagers zingt, mij juist een gevaar lijkt voor de toekomstige persoonlijkheid van haar talent. Voorloopig hoor ik haar nog liever in een helder gezongen „Heitelan" én zie ik haar nog liever in een fijn schetsje „Kalverliefde", met Wjide Broekhuizen, die trouwens met een zéér opvallend komisch talent, dat hem in zijn beroepsloopbaan wel den wég zal wijzen, debuteerde. De mooiste, meest geschoolde zangstem had ongetwijfeld Betty Denekamp, sterk van gevoel en bewogen, jonge voordracht. Eerlijk werk van mej. Kinker en Viehoff — „steedscher" van herkomst en sentiment, beiden veel met eigen teksten, die nog voor verbetering en verinnerlijking vatbaar zijn -— bekroonde deze avond van. jonge, verrassende en goed-Nederlandsche kleinkunst der jongste oorlogs-garde. Als u ze straks voor de miprofoon hoort — en de meesten zullen binnen korten tijd wel géén onbekende meer voor v rijn — weet u waar en hoe zij hun „plankenkoorts" leerden overwinnen. En al, hadden aardappels in Lochern 't hoogste woord, 't was niet in hun jonge kelen dat ik ze hoorde I En' als Koenraad den volgenden dag dubbel rooide, wel dan kwam het omdat hij er dien avond wat te*zingen bijgeleerd heeft. H. S.
VRIJDAG. 29 October 12.15—12.45 Dansmuziek door Theo Uden Masman. 13.05—15.00 „Tusschen. de Bedrijven", een gevarieerd programma voor de Vrouw. I 5-30—16.3O Het wekelijksche filmprogramma, getiteld „LUbespremière". 19-30—22-00 „De Allemansgading", een bont programma, dat werd samengesteld door Arjan van Seeland. Foto'tCMJ. Vermeulen
Debuut van Betty Denekamp
WkH
\T
m 1
"
l»r
II ^Aß-
vJ
9
3K
/i Ja-K^cha-tfrbexc
„
,
\
^
3
r
tfr»*-*-fce
^pWj n* den oorlog, zal men I ^WK de roman moeten schrij; --fatl van de internationale treinen van dezen tijd. Dat zijn niet de roomgele en pauwblauwe, met £*Suunen als parfums of champagnemerken, die gij in uw, vacantie hoog t tegen den wand boven het bergmeer van tunnel tot tunnel zaagt razen. Maar de - loodgrijze, vuile en welverduisterde, die •'/spaarzaam over de grenzen gaan, met zwijg' ïame officieren en vfermoeide soldaten. Daartusschen zoudt gij dikwijls een kleine, vendige vrouw met een bruinen krullekop Maar ook vermoeid en in een hoek gebken. Wereldroem van een danseres heeft in orlogsdagen een ändere romantiek: die der werkelijkheid — hard, ontluisterd en gepantserd. de eene stad hangen. aan een zuil nog de iffiches tnet haar stralende dans-sprong, die 't ^en en zijn zwaarheid tart. De datum is voorbij. een andere stad, duizend mijlen ver in een er land, worden zij ■versch opgehangen. En irtusschenin reist dagenlang Ilse Meudtner, Aein en alleen — de meest bereisde vrouw der !>rlogsjaren. I Soms leidde het raakpunt van haar zwerftochen over een villa vol geheimen, de geheimen in haar huis. Dat hoeft nu niet meer. Het huis fviel in puin, juist op den avond, dat zij van een lange, vermoeiende tournee door .Frankrijk ^terugkeerde. Bomscherven verwondden haar ee^, | danseres het meest kwestbaar is: Jiet dezelfde kleine, dappere Ilse slechts een paar dagen na den
ramp in ons land zag aankomen — beroofd en gewond, met de koffers, die nu ineens haar eenig bezit geworden zijn. Dat de danscostuums, voor zoover zij de laatste tournee hadden meegemaakt, grtiotendeels gered waren, beteekende veel voor haar werk. Maar achter het werk leeft in elke kunstenares, hoe groot haar naam ook mag zijn, tenslotte toch altijd de vrouw, de doodgewone, kwetsbare, gevoelige vrouw. En wat voor een alleen-wonende vrouw — zoo innerlijk eenzaam als alle groote kunstenaars nu eenmaal zijn — dat eigen huis beteekende, weet misschien juist een danseres het beste, die door alle landen reist en elke« nacht in een ander hotelbed slaapt als het niet een veldleger is, dicht achter de eerste linies in het Oosten of aan den Atlantischen Oceaan. Zie het niet als sentimentaliteit (die Ilse Meudtner ten eenen male vreemd is), maar denk eens, waaraan gij zelf zoudt denken, kort voor het inslapen, als de warme weelde van applaus en succes plaats gemaakt heeft voor dat lonkende rustpunt der gedachten: het verre, eigen huis. Het was het middelpunt, waarheen zij telkens uit alle windstreken terugkeerde — het borg al het eigene en verworvene uit vele' landen en vele jaren. Als eens haar dansen voorbij zou zijn, had zij het bezit ervan willen genieten om de herinnering aan haar jaren van glorie temidden van oorlog en tumult. Maat al stond in Holland geen huis voor haar, zij kende uit fleuriger tijden een klein luxerestaurant in den Haag; een leege pijpenla nu, achter gesloten luiken. Spinrag drijft rondom de hoeken en het stof wölkt uit de moquette op de vloer. Hjet wacht als een Doornroosje op den vrede. Ljangs de roomkleurige muren fluisteren de herinneringen aan roemruchte avonden, óók voor de levenslustige Ilse. Maar de uitheemsche gerechten, de niet minder uitheemsche muziek —' waar zijn zij in den totalen oorlog? Toch staat er tenminste nog een kleine vleugel: een elegante, roodgelakte, prima Bechstein. En het is hier, dat Ilse Meudtner, nog nauwelijks genezen van de operatie, die knappe Nederlandsche specialisten aan haar moesten verrichten om elke splinter te verwijderen, de stoute schoenen aantrekt, die in dit geval haar gewatteerde dansschoenen zgn.
Het is hier, dat tiit hard werken in 'dramatische omstandigheden, de dansver halen van haar nieuwe programma ontstaan. Achter den vleugel zit als altijd Chris Veelo, de knappe Rotterdamsche pianist, die het laatste jaar met Ilse al heel wat van Europa heeft gezien en vaak op mindere instrumenten moest spelen. Het is een wonderlijke en meesleepende muziek. Ilse vond die ergens in Joego-Slavië en kent de herkomst niet. Misschien Turksch, misschien Grieksch. Maar het was voor haar de muziek voor haar nieuwe „Salome" en in het fuga-gedeelte hoort men de zeven sluiers zinken, de een na de ander. Die sluiers liggen thans als een veelkleurige vlammenzee op een trap-naaimachine voor een open raam, omdat de herfst zoo zacht is. Schuif de gordijnen van een nachtclub open bij dag. . . . en tien tegen een, dat ge een binnenplaats voor u hebt, die levendig 'aan Montmartre herinnert, zelfs in den Haag! Voor dat snorrende ding zit Ilse met haar trouwe kleedster, die meer huilt dan zij zelf, én geeft aldus haar gewonde voeten al evenmin de noodzakelijke rust. Want de voorstelling gaat dóór: half October wacht Salzburg en Karinthië, waar haar nieuwe seizoen begint.
verlegen. Want dan drijft er een groote, rose groote zilveren cirkels, het edele lamé voor „An wolk voorbij — dat is deze sjawl. Komt uit dé den Mond". lucht en hij speelt ermee, tot de wolk, hoog opEn met haar nog gewonde voeten danst Ilse gegooid, verdwenen is. Bedenkt zich — het is tijd Meudtner over het moquette, dat zulk een ideale geworden. Hij moet nog -alle sterren in den dansvloer vormt, Chopin, Mozart, Goya.... hemel hangen en de melkweg onder zijn voeten lederen dag urenlang. Doorzetten is haar motto bezaaien met die mand vol sterren, die hij haastig nu meer dan ooit. Alleen AJ«. wil die voet weer, haalt. Heeft hij er een verloren? Hij komt een te als xij wil I Er wacht de volgende week al eeü kort. Telt — wijst — tript terug. Daar is hij zaal vol menschen in Klagenfurt. Die weten niet gelukkig, stoute ster. Joep, hangt ook, de laatste 1 en hoeven niet te weten wat ik u thans vertel. En nu de hemelsche bazuinen, voor de engelen, Als ik het hier, waaaEjiA. misschien eerst na die straks statig op hun orkestplaatsen zullen maanden als een komeet op tpurnée weer door gaan zitten. Gek ding, zoo'n bazuin. Hij steekt zal komen, toch doe, is het omdat ik niet alleen 'm en wil ook eens blazen. Oei, zit spuug inl de toevallige getuige bén geweest van het wonAls hij 'm uitschudt, ontdekt hij ineens, dat je aiSpijke droojngeheim van haar kvrnst. Maar jniser ook doorheen kunt kijken. Net een verrekijker. , schiea dit keer meet nog van de verbeten werkeWaar is nou de aarde ? O zeker daar, met al die lijkheid van haar weerstandskracht, haar aanmalle menschen in een donkere zaal. Goedenvaarden der omstandigheden en haar onverzetavond, Dames en Heeren, hier is. . . . Mozart telijke wil tot. volbrengen.'. wordt boos — engeltje buigt en af. 'k Heb die Ilse Meudtner heeft geleerd wat naast en Mozart-suite „Und der Himmel hängt voller soms boven de konst, sfort is. Eens begon zij. Geigen" genoemd en ik hoop niet dat Mozart het half kind nog, haar loopbaan ■ als Olympisch me kwalijk neemt. Ik hoofde dat liedje zoo maar kampioene schoonspringen. Eens scheen zij, eens aankondigen op de radio en toen viel me dit naast Kreutzberg, het overmoedige, haast balin. De muziek kwam vanzelf." dadige gelukskind in een wereld, waar reize» . In den hoek staat een oude étalage-pop met nog een genot en een nachtrestaurant alleen maar:, een vreemd, bont costuum, die ik door Ilse, dié het slot van een „grooten" avond was. alles namen geeft, heb hoeren aanspreken met Thans is dansen noodzaak voor Brünhilde. „Sonntagnachmittagshexe". Wat is dat, Ilse? Want «S danst voor de,..zalen van een Europa„O, een nieuwe dans van een mal, raar en een in-oorlog. Voor bedreigde menschén, die haar Ik weet niet mèt wie ik liever over dansen beetje getikt heksje, dat vreeselijk bezemt tot 't kunst meer noodig hebben dan 'ooit. Voor solpraat dan met Ilse Meudtner. Als zij de eene twaalf uur zal slaan en lij mag gaan spoken, daten, die voor een oogenblik verlangen naar minuut op den rand Van den vleugel zit te geWat ze nog niet goed kan en wat haar altijd heel ^tÖj jself nu niet'meer bezit. Vóör allen, die baren met haar altijd geestdriftige, altijd „teeer^ in de war maakt. Dan slaat de klok. elf, evenveel inzetten als zg — zoo zij Intusschen niet kenende" en zoekende handen, of het andere twaalf... en stelj^^w: Aert^f/ 't Heksje «og meer verloren, HENRIK SCÖOLTE oogenblik eraf springt om met een bonte lap omkrij gt er wat van en begint van alles «toor elkaar ^ geslagen een pose uit de diepten van haar gulle te spoken. Aan 'tielnd slaat de klok. . . .ik kan (Exclusieve Refortage voor „Cinema fantasie voor te tooveren, dan voelt men hoe haar 't niet helpen. . .~ veertien. En dan fladdert ze mter". Foto's Staff/S. maar heelemaal beduusd wereld bevolkt is met kabouters en gnomen: lieksjee heB^ gezien, hier binnen in mi wezens, die zij ziet en -wij niet kennen. Dan, als tgêkt, zij den zwarten oefenmantel omslaat en als een een stoel klimmend, nog; n; rare'^er^'ln des ontembare Brünhilde, grooter lijkend dan zij is, heb ik jj, maar vän stroogele pruik. J\ Costw tegen ^ den wand staat, geniet men ook di tragiboven weet ik nog niet e er uit moet ficn." >s sche vervoering van een tenger lichaam op het reenvblgens de Vele En nu wijst fte mij . kla.vier van Chopin — Chopin, die voor iedere costuums,. die als fantasl e vleermuizen aan danseres zooiets als een innerlijke vereffening de spijkers vä* deze leege nachtclub hangen. schijnt te zijn: een tweespraak tusschenJichaam Drie rijke dansrokken vorken haar nieuwe, gfr en klank. Use's .Chopin isjlse's zeTfbekentënis. te Goya-suite,
\y^. ^6uc yiif>*^c>'
'**;
■"■
Een jeugdige verschijning hangt af van de verzorging van het lichaam. Steeds aangenaam en frisch is Vasenol-Toilet-Poeder dat de huid krachtig en elastisch houdt.
TOILET-POEDER
Hè, ik heb zop'n luizig week-eAdjffläd 1 Zoo'n wild -week-end, waarna je de heelTweek noodig hebt, om weer in 't gareel te komen. Ik loop op m'n wenkbrauwen, maar wat was 't knijs! En dat alles ter eere van het feit, dat het Zaterdag achttien jaar geleden was, dat Paps, óp van de zenü%en, door de gangen van 'n kliniek ijsbeerde, omdat Mams mij — het was een stralende maannacht en je schreeuwde vreeselykl, vertelt ze me altijd — ter wereld bracht. Als ie nu van zijn zakenreis thuis komt en ontdekt, dat we zijn „beslist laatste flesch" (die er twee waren) ter yerhooging van de feestvreugde confisceerden en opslokten, zal ie wel wat anders doen dan ijsbeeren. Nou 'k er „boven" ben, voel ik me toch wel 'n tikje anders. Gisteravond werd ik zelfs door zoo'n kind met 'n „kiekkast" als Mevrouw aangesproken. Ik offerde grif mijn cent, want mijn neus krulde van trots, al ben ik voor de rest altijd bang dat ik iets te zien krijg wat, vies is of niet leuk. Fred, mijn broer, praat over dat „kiekkast-verschijnsel" als over den meest primitieven vorm van film. Hij beweert, dat ze in Grootvader's tijd „zoo" begonnen zijn. Lijkt me nogal naïef! Eigenlijk is achttien al bar oud, als ik er zoo over nadenk. Waar zijn de tijden, dat ik in de regenjas van Pa en een ouden sporthoed van Els, de oudste van njijn zussen, afgesnäuwd door Fred, die toen zestien was, naar de buurtbioscoop toog, omdat ik zoo graag „De Vier Duivels" wou zien en hem toch vreeselij k kneep, omdat ik kennelijk. . . . nog geen veertien was? En nu kan ik zoo maar iedere film gaan sten! Als nou een controleur het waagt, me wantrouwig te bespeuren, ruk ik lekker mijn persoonsbewijs (idiote foto staat daar van me op!) tevoorschijn en zeg; „Ha, meneer, ik mag!" En toch vind ik niet, dat het veel verschil maakt, of je 'n film met zeventien of achttien ziet. Alleen, dat ik nu tenminste mééningen kan en mag hebben — o zoo; en dat ben ik dan ook van plan. Ik laat me niet meer den mond snoeren. Niks hoor — ik ga me UITEN! Maar ik zou van de fuif vertellen. Die flesschen van Paps en door Mams gewrochte hussemedeetjes van paprika, aubergines, appelen en tomaten, waren het begin van 't end. Het end was, tegen vier uur Zondagochtend, heete koffie, met walgelijk-lekkere broodjes en het begin was Zaterdagavond, half acht, toen we met de heele kluit naar „Lieve Schat" togen. Net de goeie film om in de juiste slappe-lach stemming te komen, die we dan ook hadden! Stel je voor, je vindt in je Grootma's bureautje een liefdesbrief, dien zij, toen ze achttien was, aan Grootpapa schreef; die brief wordt op school afgepakt, omdat de klas er te veel keet mee schopt. Je chartert je kinderjuffrouw (nogal onwaarschijnlijk, die Lotte — Sonja Ziemann — ziet er heusch niet zoo achterlijk uit, dat iemand gelooft, dat ze er nog 'n kinderjuf op na houdt), je chartert dan je Juf om dien brief weer los te krijgen. Juf verliest hem en de brief begint zijn veldtocht, huiselijk 'geluk verstorende, huwelijken ruïneerende.... Als Oma eindelijk uril doen, wat nu eenmaal de taak van Oma's is, n.1. de boel in 't reine brengen en haar schoonzoon, die verondersteld wcyrdt, door een daartoe onbevoegd vrouwspersoon met „Lieve Schat" te zijn betiteld, de les wil lezen. . . . ziet zij op het rose (het zal in dien tijd qok wel geparfumeerd geweest zijn) briefje: haar eigen handschrift, van,toen zij achttien was.... Tableau! Wat deden die lui dan ook, met die liefdesbrievenschrijverij ! Nou ja, kkssian, ze hadden natuurlijk geen telefoon in dien'tijd. Maar aan wien zou ik liefdesbrieven moeten schrijven, . . . als ik wou?
man, wiens „Faust" en „Roméo et Juliette" de hoogtepunten van zyn oeuvre waren, in zijn villa te Montretout overleed. In de negentiende eeuw hebben vele meesters der muziek het Faust-thema aangeroerd. Wagner schreef in 1840 een „Ouverture voor Faust", Liszt componeerde een Faust-symphonie, Berlioz schreef zijn geniale „Damnation de Faust". Maar geen dezer werken werd zoo populair als de opera van Gounod, den „man van Faust". Toen hij in 1839, als winnaar van den Prix dé5 Rome voor compositie, naar Italië trok, las Gounod Goethe's werk voor het eerst en toen trok het hem al aan. Het zou evehwel bijna twintig jaar duren, eer hij zijn opera componeerde. Hoe' hij er tenslotte toe kwam het plan ten uitvoer te brengen, heeft de tooneeldirecteur Carvalho later verteld. In 1856 verzocht Carvalho hem een opera te maken. „Ik wil graag", zei Gounod; „maar ik weet geen onderwerp...." „Welnu", vroeg Carvalho, „waarom niet Faust?" — „Maar dat plan heb ik eigenlijk al jaren!", riep Gounod uit. Onmiddellijk ving hij aan met de compositie. Aan Jules Barbier en Michel Carre werd opdracht gegeVen het libretto te schrijven. In 1858 was de opera bijna gereed.
Maar het zou door concurrentiestrijd (er verscheen intusschen zelfs een andere „Faust" ten tooneele!) nog ruim een jaar duren eer de première kon plaatshebben. 19 Maart 1859 was de groote dag. Het publiek, dat "ch in de zaal bevond, geleek in het geheel niet op dat van andere avonden. Men zag er geen financiers, geen beursheeren en geen „dames uit de groote wereld". Het was een publiek van bijna uitsluitend letterkundigen en artisten. Auber en Berlioz en de schilders Delacroix, Vernet behoorden er ook toe. Berlioz wijdde aan de Opera den volgenden dag in de „Débats" een bijna enthousiaste bespreking. In het algemeen waren de overige critieken ook goed, maar een eclatant succes was de opvoering toch zeker niet. Het klinkt in dezen tijd vreemd, een uitlating van Carvalho te lezen, dat „Faust" door velen aangevallen werd, omdat zij de muziek onbegrijpelijk gevonden. Vooral de tuin-acte was in het bijzonder het slachtoffer van allerlei opmerkingen. Gounod had zelfs de grootste moeite om een 1 uitgever te vinden. Prosper Pascal, een zijner vrienden, bewoog hemel en aarde om Choudens, die tegelijk postambtenaar en muziekuitgever was, te overreden het manuscript uit te geven. Choudens placht in dien tijd zijn kinderen, als ze stout waren te dreigen: „Als jullie niet goed oppassen, gaan jullie voor straf naar „Faust"! Geleidelijk aan groeide het succes, want op den duur had het publiek toch wel oor voor de muziek van „Faust". In 1862 volgde een tournee door Duitschland. Uit Hamburg schreef Gounod met trots, dat de Koning hem persoonlek ten zeerste bedankt had voor het schrijven van „Faust". Hij had hem gezegd, dat hij nooit had gedacht, dat een Franschman zoo zeer in den geest en de schepping van Goethe zou kunnen doordringen. Zoo langzaam als het met het populair worden van. „Faust" ging, zo4 spontaan was het succes van „Roméo et Juliette", de opera, die in »8Ö7 ten doop werd gehouden. Een Duitsche criticus schreef, dat zij het ideaal van de Duitsche opera benaderde en prees haar met het woord „gemüthlichvol-sinnig". Zijn groote eerbied voor Wagner hebben de anti-Wagnerianen Gounod overigens wel eens verweten. \ Sentiment was hem niet vreemd. Het ontbrak hem aan imaginatie en tegenover actie en handeling stond hij altijd een beetje onhandig en onwennig. (Zijn priyé-leven was ongewoon vlak). Hij was een kind van zijn tijd. Hij stond er niet boven. Er waren grootere meesters in Frankrijk in de negentiende eeuw. Toch mag niet ontkend worden, dat hij melodische en rhythmische vernieuwingen in de Fransché muziek gracht In een tijdperk, waarin stijl en zuiverheid in de opera-muziek veel aan waarde hadden verloren.
TO.
Sen groote kring! Het is geen wonder, dat Santé een grooten kring van gebruikers heeft. Een drank met zulke goede kwaliteiten moet wel allerwege gewaardeerd worden.
Santé Santé is goed,
iedereen drinkt het!
Wilt U hef kwaad der mofschade volledig uitroeien dan
EULAN-betvcindeling J
Links: De meester achter het orgel-klavier. -*- Onder: Het decor der „Faust"-première. ( Archief-reproducties }
reeds bij de fabricatie Blijvend motecht.
/M**4* 11 (nr. 43) — CINEMA & THEATER ■^.m,,^.-
f
'--'ü -^,
J ''
AMSTEKUAM
poy^L TWEEDE «n LAATSTE Waak I
TWEE FLIEREFLUITERS een vroolijk« sensatie met FRANS du MÉE ■ MATTHIEU v EIJSDEN HARRY BODA e.v.a.
Dag.lljlti 2.30-7.30 uur Zondag 2 uur — 4.15 uur — 7.30 uur
AMSTERDAM
AlHAHBRA breng« voor da 3de waak WILLI FORST s
Vrouwen zijn geen engelen ■
(Frauen sind keine Enget) Wien-film
—
Toegang 1 4 Jaar
Dagelijks 2.15 - 6 00 - 8.15 uur Zondag 1.30 — 3.30 - 6.00 - 8.1 5 uur
ROTTERDAM
ARENA TWEEDE an LAATSTE weak I
Wereldstad-Yariété mat de VIER KAETHS Da 3 Rythma's - Cees SpaanhoH Jr. Dagelijks 2.15—7.30 uur Zondag 2 uur
-
4.30 uur -
7.30 uur
'als in 000« €SW/IN H.ßAINALTCß sj V€I2TALIN6 LOUIS THIJSS6N ^| IO)
Korte inhoud van het voorafgaande:
Fanny Elssler, de beroemde Weensche danseres, verwacht te Berlyn op haar verjaardag een koerier met een brief van haar — veel ouderen 3— minaaar, den Hofraad von Genu.. De brief blijft echter uit en Fanny zoekt tenslotte troost bij haar jeugdvriend en danspartner Stuhlmüller. Gentz heeft overigens den brief geschreven, waarin hij van zyi^-'eroote liefde voor Fanny getuigt. De koerier is onderweg. Toen het donker werd, rustten man en paard uit. Het paard deed zich aan den haver in den herbergstal te goed. De man zat in de gelagkamer, at, en dronk vervolgens bij zijn pijp een glas wijn, tevreden over de prestatie van den afgeloopen dag. De nachtrust in een goed bed schonk hem volledig de nieuwe krachten, die hij noodig had. En zoo brak hij bij de morgenschemering, toen het no.g koel was en de hitte niet op de aarde drukte, weer op. Hij was vergenoegd en floot lustig voor zich uit en het leek of het paard tusschen zijn beenen danste, alsof het op eei} open weide was en alsof het niet een ruiter naar een vastgesteld doel behoefde te dragen. Dien dag gebeurde er niets bijzonders. Bij de middagrust dacht de koerier: „Heer Hofraad zou met mij tevreden zijn, wanneer hij kon zien. hoe ver ik al ben." 's Middags zat.hij weer in den zadel en reed maar door, onophoudelijk, door bosschen en langs velden, langs dorpen en vrijstaande boerderijen. Toen het avond werd, dook een kleine stad voor hem op. En hij was verheugd, wam hier moest het prettig rusten zijn. De weg, d/e naar de stad leidde was smal en het verdrtiot den ruiter, dat hij hier hindernissen ontmqette, die hij tot nu toe op zijn rit nauwelijks gezien had. De hooioogst was in vollen gang en een paar maal kwam hij met groote moeite aan hoogbeladen karren voorbij. Een keer had een boer zijn hooi zoo breeduit opgeladen, dat er tusschen den berm en den wagen nauwelijks meer plaats voor den ruiter openbleef. De ruiter stormde voorwaarts, hij vertrouwde op zijn paard, maar juist toen het paard voorbij den hooiwagen schieten wilde, knalde de boer, die de teugels hield, met zijn zweep dat het dreunde alsof het een pistoolschot was en wild sloegen zijn paarden met hun hoeven. Daarvan schrok het paard van den koerier, schichtig maakte het een grooten sprong naar den kant van den weg, geraakte in den diepen greppel, verwarde zich in struikgewas en losse steenen, kon zich, terwijl het angstig de pooten uitsloeg, niet meer bevrijden en viel. In een grooten boog vloog de ruiter tegen een appelboom en bleef liggen. Toen de koerier half verdoofd weer tot zichzelf kwam, zag hij het breede roode gezicht van den boer over zich gebogen en hoorde hij hem vragen: „Is je wat overkomen, ruiter?" „Vervloekt! Moet jij zoo met je zweep knallen, dat dooden uit hun graf opstaan en paarden ip hol slaan? Wat is er met m'n paard?" Hij keek op en zag het paard trillend aan den fand van den weg staan. Het was erin geslaagd uit den greppel omhoog te klauteren. Het mankeerde niets. „God zij dank", bromde hij, en het gezicht van het paard had hem nog nooit zoo .
HEER gevraagtl bij lo klas Cabaret Gezelschap Vereischten: goede zangstem en tooneelverschijning — aanleg en algemeen ontwikkeld. — Goede garderobe. Brieven m. photo (wordt geretourneerd) onder 43-205
t
• .
\
!'■ • •■
'
■«-^ .
verrukt als tfif keer. „Ik mag geen tijd verlieren en moet direct verder". Hij wilde heelemaal opstaan maar met ean gesmoorde kreet liet hij zich weer vallen. „Mijn rechterarm is niet in orde, daar moet .iets mee gebeurd zijn".; . ■ . . ;,' „Je bent met een klap tegen den boom gevlogen, ruiter.", zei de boer.. *■ . : .. t . Maar de koerier zette de tanden op elkaar. „Kan gebeuren wat wil, ik moet verder. Help me opstaan boer". . .,, S . s-. De boer hief hem op en toen de ryiter op zijn beenen stond keek hij woedend en met 'een pijnlijken blik naar zijn rechterarm, die slap langs zijn lichaam afhing. „Dan moet ik me alleen maar met den linker behelpen, de teugels kun je ook met één. hand houden". Toen ging hij haar zijn'paard en wilde in den zadel klimmen. Was het mogelijk, dat zooiets aan een man, die van zijn jeugd afaan met paarden- omging, niet gelukte? „Zie je dan niet dat je me helpen moet, boer?" brulde hij. „Gaap me niet aan, maar steek '■ je handen uit". „Zoo kom je niet verder", zei de boer terwyl hij bedenkelijk het hoofd schudde. „De arm is gebroken en daarom kan ik je niet helpen maar alleen een dokter. Wil je dat niet, dan.is al je haast toch tevergeefs,- want dan blijf je ergens onderweg liggen en krijg je bovendien een ontsteking in je arm". De koerier trok zijn voet weer uit 'den stijgbeugel en maakte een berustende beweging. „Je hebt gelijk. Mijn arm moet verbonden en gespalkt worden. Is dat gebeurd dan kan ik verder". Het paard met de linkerhand bij den teugel voerend, liep hij naar de stad en de boer wses hem den weg. Vlak voorbij den poort w.oonde de chirurg en toen de koerier het gewichtige gezicht zag, waarmede deze de schade opnam, kwam er een wild verzet in hem. Terwijl hij de pijn. die het onderzoek veroorzaakte, met knarsende tanden verbeet, zei hij : „Een verband, dat voorloopig mijn arm in orde maakt is alles wat ik wil en noodig heb. Tijdbom hier te blijven of om zelfs in het ziekenhuis té gaan liggen heb ik niet. Ik moet mijn doel bereiken". De chirurg glimlachte alleen maar bij deze woorden: „Waarde vriend, v?at mij betreft kunt u vandaag nog doorrijden, ik heb niet de macht om u tegen te houden. Maar zoowaar ik dezen arm nu verbindenen spalken zal, zoowaar valt u na een- paar uur van uw paard als u zich nu geen rust gunt. Vleesch is geen staal en de mensch is geen machine. Zoo. Ik heb gezegd. En u kunt ervan denken wat u wilt". De chirurg was een tamelijk klein mannetje, dat met een beetje waterige oogen over den ■ rand van zijn stalen bril heenkeek. Hij zjig er niet naar uit, alsof hij er in het burgerlijke leven bijzonder op uit was respect af te dwingen, maar op dit oogenblik, nu hij zijn beroep uitoefende ea hij met een paar snelle en handige grepen den gebroken arm rechtzette, ging er jen bijzondere macht van hem uit, waaraan de koerier zich tegen zijn wil moest onderwerpen. Ook was de pijn feller geworden en daardoor brak zijn wil geheel en al. Zoo liet hij het dan gebeuren dat men hem naar een huis bracht, waarin hem in een kamer een schoon overtrokken bed aangewezen werd, dat men hem uitkleedde en in" dit bed stopte, dat men hem eten en drinken bracht en hem aanspoorde, dat hij op zijn arm zou letten opdat daaraan door een plotselinge beweging hog niet meer schade toegebracht zou worden. „Waar is m'n paard ?" vroeg de koerier. „In den stal beneden achter het huis", was het antwoord. „Is- het goed verzorgd?" „Even goed als u hier, en u heeft wel over niets te klagen". (Wordt vervolgd)'
Foto's of de strook van de voor-pagina: Tobh (i); CNF/Nosie; CNF/Vermeulen; SS-Büdberickter S. Fritz
CINEMA & THEATER — (pr. 43) 12
'• ...-^.W-^ijß \f
.
l"rTTt"l>t --tt-t^--
In 1936 kwain een donker-oogige Hongaar naar Nederland, die een voor dien tijd zeer ongebruikelijke bagage met zich voerde. Hij kwam op uitnoodigmg van de ondernemende lieden, die hier te lande zelf films wilden gaan vervaardigen en in zijn koffers bracht hij camera's, filters, lenzen en wat daar verder nog aan te pas komt mee. Want Andor von Barsy was cameraman en behoorde toentertijd tot de weinigen in Europa, die da{ vak beheerschten. Om zijn ervaring, die hij sinds 1919 in Duitschland opgedaan had, werd hij hier geëngageerd. Zeventien jaren zijn -ihtusschen voorbij gegaan en in dien tijd is Von Barsy Nederlander geworden. Hij leerde onze taal vloeiend spreken en filmde in ons land, wat er maar te filmen was. Onze landgenooten, die hem in '36 naar Nederland haalden, deden daarmee een goeden greep. Dat werd overtuigend bewezen toen in 1934 op de Biennale te Venetië de Nederlandsche film „Dood Water" bekroond werd. Von Barsy en Rutteh hadden haar vervaardigd en wonnen er de internationale film-coupe mee, die voor en nadien steeds aan groote filmlanden is toegekend. De oorlog kwam en daarmee het voorloopige einde dier Nederlandsche filmproductie, doch Von Barsy, aldus op non-actief, liet zich niet ontmoedigen en ging rustig door met de experimenten, die hem al jaren' bezig .hielden. Zijn voornaamste hobby was de kleurenfilm en de kleurenfotografie. Hij zag de geweldige toekomstmogelijkheden van de kleur op het witte doek en maakte er een diepgaande studie van. Intusschen was men in Duitschland aan het vervaardigen van kleurenfilms toe. Achtereenvolgens verschenen .-.Frauen "sind doch bessere Diplomaten" (een film die nooit in ons land is vertoond) en „De Gouden Stad" en Von Barsy volgde met belangstelling de ontwikkeling. Toen de grootste Duitsche productie-maatschappij, de Ufa, eenmaal met kleurenfilm-productie was begonnen, wilden ook de andere maatschappijen niet achterblijven en zoo besloot in het voorjaar van 1943 de Tobis ook een kleurenfilm te gaan vervaardigen. Daar kleurenfilm-specialisten echter dun gezaaid waren, zat men voor de groote moeilijkheid een cameraman te vinden, die van de materie op de hoogte was. Men ontdekte Von Barsy, die daarop de vereerende opdracht kreeg de eerste Tobis-speelfilm in kleuren volgens het Agfacoïor-procedé op te nemen. Deze rolprent, getiteld „Het Bad in de Schuur" (Das Bad auf der Tenne) zal eerdaags in de Nederlandsche bioscopen verschijnen en daarom èn omdat vooral oök door „Munchhausen" de kleurenfilm thans in het centrum vande belangstelling staat, is het interessant eens een praatje met Andor von Barsy te gaan maken en hem te vragen naar zijn belevenissen met de kleurenfilm. Hij is intusschen weer in zijn huis te Baarn teruggekeerd en komt daar op verhaal na enkele inspannende producties in dienst van de Tobis. Lang zal zijn rust echter niet duren, want in November begint hij weer aan de Voorbereidingen voor een nieuwe kleurenfilm, nu in dienst van de Bavaria. „Maar nu geniet ik nog een paar dagen van de rust en van de Baarnsche lucht," zoo vertelt hij. „Die lange draaidagen van tegenwoordig gaan je niet in je kouwe kleeren zitten. Van
13 (nr. 43)
beter kunnen. Ik zal u laten zien hoe de kleurenfotografie in de laatste tien jaren al verbeterd is." Een. oogenblik later zit ik met de resultaten van Von Barsy's eerste proefnemingen voor me. Het zijn glasplaten, waartusschen doorzichtige diapositief-lagen gephrkt zijn, drie op elkaar, een roode, een geele en een blauwe. Als men deze op elkaar gelegd worden, ziet men het beeld in natuurlijke kleuren. „Het Agfacolor-systeem berust op hetzelfde principe," vertelt Von Barsy, „met dit verschil, dat alle drie lagen op één filmstrook zitten en dus tegelijk belicht worden." Na deze technische uiteenzetting noodigt hij mij uit hem naar zijn donkere kamer te volgen, die echter nog heelemaal niet donker is. De twee vertrekken, die hij voor zijn experimenten bezigt, negen uur 's morgens tot zeven uur 's avonds doen meer denken aan chemische laboratoria dan wordt er in de studio's ingespannen gewerkt, met aan foto-technische ateliers. Terwijl ik de honeen half uur middagpauze. En daarbij komt dan derden fleschjes en potjes wat van naderbij benog, dat een kleurenfilm iets anders is dan een kijk, laat Von Barsy de gordijnen zakken om zwart-wit film, vooral voor den cameraman. enkele kleur-opnamen uit „Das Bad auf der Bovendien is het technisch personeel, zooals de Tenne" te laten zien. Bij ieder beeld volgt een belichters, lang niet zoo vakkundig als voor den technische uiteenzetting over het hoe en waarom oorlog. Men treft nu in Duitschland in de van de belichting en ik moet beamen, dat ■ de studio's heel wat buitenlanders aan, vooral kleuren in deze film inderdaad zyn aangewead Nederlanders en Franschen." om bepaalde stemmingen te verwekken. „Hebt u met het kleurprocedé prettig ge„Ik ben," zoo vertelt Von Barsy nog, „bij' de werkt?" „Tenne" voor 't eerst gebruik gaan maken van „O ja, in aanmerking genomen dat het nog gekleurde filters voor de lampen." Hij demon-, in het eerste stadium verkeert, ging dat heel best. ' streert, hoe groot het verschil is tusschen „koud" Maar je mist als cameraman wel de zekerheid, licht, waarin blauw overheerscht, en „warm" die de zwart-wit film verschaft." licht, waarin geel de boventoon voert. „Hoe bedoelt u dat?" De bezoeker, die Andor von Barsy in deze „Wel, het Agfacolorprocedé heeft één nadeel. omgeving gadeslaat, krijgt respect voor het namelijk, dat de kleurnuances van de verschillenlevenswerk van dezen pionier der kleurenfilm en de deelen van de film niet constant zijn. De eene voor zijn duidelijken betoogtrant en enthouemulsie is anders genuanceerd dan de andere, en siasme. de moeilijkheid is, dat men maar 3000 meter in Als het mijn tgd wordt om afscheid te nemen, één en derelfde emulsie kan opnemen. Met 3000 begeleidt hij me tot de deur van zijn villa. Het meter doet een cameraman ongeveer drie dagen, is herfst. Een natuurlijke kleurenweelde welft daarna is de strook op en moet hij aan een volzich boven ons. Een oogenblik kijkt Von Barsy gende beginnen, daarbij de kans loopend, dat de er naar. Dan zegt hij : nieuwe 3000 meter de kleuren anders weergeeft „Ja, Nederland is een prachtig land. Ik heb dan de vorige. Daartegenover staat, dat het oper nooit spijt van gehad, dat ik hier mijn tweede nemen zelf tamelijk eenvoudig gaat. Men behoeft vaderland gevonden heb." C. geen speciale toestellen te hebben, de kleurenKleurendiepte in het door Von. Barsy film wordt in een gewone camera opgenomen." opgenomen „Das Bad auf der Tenne". „Hoe lang hebt u gewerkt aan „Das Bad auf (Foto Tobis) der Tenne"?" „Van eind April tot eind Augustus 1942. Dat is een heel korte tijd, en we maakten dan ook ongeveer acht instellingen per dag. Af en toe was ik wel zeer benieuwd om de resultaten van. een dag hard werken te zien. Een kleurenfilmcameraman heeft evenveel houvast als een Eifeltoren, die met zijn steunpunten op vier verschillende ijsschotsen balanceert! Maar daarin doe je ook ervaring op .... " „Is een kleurenfilm veel duurder dan een zwart-wit film ?" „Neen. dat is ook een van de grootste voordeelen van het Agfacolor-systeem. „Das Bad auf der Tenne" kost niet veel meer dan een gewone film." „Wij hebben hier in Nederland alleen nog maar ,,De Gouden Stad" gezien. Bent u op dezelfde wijze tewerk gegaan als uw collega, die die film vervaardigd heeft ?" „Nee, in de kleurenfilms, die Veit Harlan geregisseerd heeft, is de kleur in hoofdzaak eer technische vooruitgang, zonder artistieke gevolgen. Volker von Collande, de regisseur var „Das Bad auf der Tenne", en ik, hebben getracht in onze film de kleur te laten meespelen. Ik ben namelijk vast overtuigd, dat de kleur in de film ook dramaturgische waarde heeft. Omdat „Das Bad auf der Tenne" een echte costuumfilm is, die in de late middeleeuwen in Vlaanderen speelt, bood zij voor kleuren-dramaturgie vele mogelijkheden." „Bent u tevreden met de bereikte resultaten?' „Ja en nee. In aanmerking genomen dat de kleurenfilm nog in haar kinderschoenen staat ea de kleuren-dramaturgie bij wijze van spreken nog in de wieg ligt, mogen wij niet ontevreden zijn. Maar in de toekomst zal het zeker nog veel
OVER
KLEURENFILM
C/NE MA & THEATFK
_^i^„:■:::.■:..i:Jt ■..'
\
RAADSEL-VARIËtl —
—
^4_
Oplossingen der onderstaande opgaven qesglie men — liefst op een briefkaart — uit^rijfjk 4 November a.s. aan den „Raadsel-regisséar", Redactie „Cinema & Theater", Paulus Potterstraat 4, Amsterdam-Zuid. Op de adresrijde te vermelden: ,,Raadselvariété 4 November". Onder de inzenders van de twee opgaven worden verloot: een hoofdprijs van ƒ 2.50 en vijf troostprijzen van ƒ 1.—. LETTERGREEPRAADSEL. Van de hierbij gegeven lettergrepen woorden .te vormen van de volgende beteekenis: kalender — spteraandoening — voortreffelijk — zakboekje!— tinkleurig metaal — spraakkunst — wettig — klaaglied — strekking — zuinigheid .— lekkerbek. De lettergrepen zijn: a a al, ca, co, cu, de den
duni, e e e, gi graai, je, Ie lu, ma ma ma me mi mi mi ^ mie mo, nak nerit ni no, pi, ran rheu ri rist, ten ti tie ti?k tiem, um. Wanneer de gevonden woorden in de juiste volgorde onder elkaar worden geplaatst, vormen de eerste letters den naam van een filmacteur.
= J k .= 1 = m := n = 0
=
P
^S
voorwerp suiker uit suikerriet meisjesnaam bolgewas medeklinker bijwoord de.naam van een Ned. tooneelspeler.
OPTEL- EN AFTREKPUZZLE. OPLOSSINGEN VAN n OCTOBER (No. 46) (a—b—c) + (d—e—f) + (g—h) + (i—j) + (k—1—m—n—o) = p a b c d e f g h i
= = = = = ==
= = =
juichen lengtemaat voegwoord ontleedkundige klinker v teugel de beweging van iets tegenwerken onbep. vnw. mededeeling
Filmsterraadsel, f. mama; 2.'ader; 3, raai; 4- idee; 5. nood. — Marina Ried. . Verschuif raadsel,
Ko van Dijk.
PRIJSWINNAARS. Hoofdprijs:
Mevr. M. S. te 's-Gravenhage.
Troostprijzen: J. K. te Alkmaar; J. H. N. te Tilburg; J. C. v. d. B. te Zuilen; J. M. v. d. H. te 's-Gravenhage; J. J. v. N. te Utrecht.
DUITSCH of ENGELSCH leeren ook in Duitschland fl. 2.05 p. mnd.
♦♦
Nieuwste sehr, meth., bevoegde M.O.-leeraren.
Middenstandsdiploma (aig. ontw.)
^ ^
Ned. Taal en Corresp. .. fl. 1.50 p. mnd. Boekhouden .... fl. 1.—p.mnd. met correctie NEDERL. TALEN INST. - R'DAM
/die kleuren en mo/ dellen. En, als U ze ivuldig wascht, hebt U er lang plezier van
■% All ' Kljra lals
Zendt
(No. C)
W
Naam: Adres:
lessen óók naar Duitschland) zenden ^ — Gratis les van • te
j Vanaf 28 October!
X EEN UITGEBREID VARIÉTÉ
Si oJuqineete KteuUjortcfA
♦
lederen
HI
onder leiding van TOEMJATI e«n
Nederlandsch
Over goede tafelmanieren Om goed te eten zijn twee dingen noodig: bekendheid met de geurige en verfijnde Van Rijn's mosterd en . . .
dan helpt Silvilcrin Roos, haaruitval en kaalheid ontstaan, wanneer de bloedsomloop de haarwortels niet meer voorziet van de 14 organische subhaar-
groei. De gezonde toestand van het haar wordt hersteld, wanneer de uitgeputte haarwortels met deze 14 stoffen van buitenaf (door hoofdmassage) worden gevoed. In zijn Neo Sllvlkrln Haarvoeding heeft Dr. Weidner
deze
14 stoffen, in hoofdzaak
zwavel-albumosen, op vernuftige wijze geconcentreerd en er verrassende resultaten mede bereikt.
(
242.o
Neo Silvilcrin Haarvoeding: wordt toegepast in alle gevallen van roos, haaruitval, dun haar, vet haar, kale plekken en dreigende kaalheid. Flacon voor | O 7C Met Lotion t A Of\ •en maand • *#.#«/ v. ean mnd. ' "t»~W
Jfouun
(A^JZêoiJiAin
vertrouwd zijn met het correct hanteeren van glas, lepel, mes en vork. En over beide zal men iets interes» sants lezen, als men wil letten op de volgende publicaties van
VanRIJN waar Abram al eeuwen de mosterd haalt.
CINEMA 6- THEATER
■ÉÉÜi
_
oud 7.SO uur
van het gezelschap SINAR LAOET voor het eerst In
stanties, onmisbaar voor gezonden
!
♦
^
brief
♦
Het Nieuwe Theater in de Roetersstraat 34-36 brengt U
Theater
♦
t
DE KLUCHTSPELERS MET PIET KÖHLER
PAS ÓP Jt VROUW OF LIEVER: PAS OP HET TOONEEL Tegen het einde van het tweede bedrijf staat Piet Köhler, de onverwoestbare, alleen op het tooneel. Gekleed is hij in een curieus en buitenissig Buziau-achtig pak; een broek, welks snit de niet rechte lijnen van zijn beenen nog: wat overdrijft, een jasje met verticale insteekzakken. Het orkest speelt een paar zeer in het gehoor liggende maten en dan zingt hij, of liever: spreekt hij met .een wonderlijk ver-dragende en schorrige stem een liedje: „Pas op je vrouw/Al heeft ze ook haar kuren./Pas op je vrouw,/De huisvrind en de buren. ..." enzoovoorts. Het is alles zeer aandoenlijk en men is ondanks zichzelven wat verteederd. Zoo met het idee van: daar staat hij nu gelukkig nog en wat doet hij het toch goed. Ook verder is hij eigenlijk de man, die met zijn bonhommie, het gemak, waarop hij met zijn zooveel en zeventig jaren zich op de planken beweegt en zijn Groningsch dialect („Dit is mien dochter" stelt hij een paar keer voor) deze zoutelooze klucht van Carl Max Haas draagt. Het stuk is een werkelijk onmogelijke geschiedenis van een graaf, die aan den grond zit en die zijri kasteel moet verkoopen aan een worstfabrikant, het tegelijkertijd verhuurt aan een volslagen idioot van een filmregisseur (gfeen caricaturale figuur maar een mislukte persiflage), ook al omdat er nog geld moet komen om een kwestie met een vondelingentehuis, waar een onecht kind van jaren her zou worden verpleegd, iil het reine te brengen. Het slot van de geschiedenis is dan dat er een filmactrice trouwt met den verloofde van de'dochter van den worstfabrikant, die dochter zelf met den zoon van den graaf, terwijl de graaf de moeder van het onechte kind terug vindt in de vrouw van den worsffabrikant en de ex-verloofde voornoemd het onechte kind eveneens voornoemd blijkt. Eer het zoover is, zijn er drie bedrijven voor noodig met verkleedpartijen (onder lakens als geestverschijning — bar origineel!), vele met handgebaar geïllustreerde grapjes over den ooievaar en ■ het terrein van deszelfs werkzaamheden, en nog meer van die dingen. Nu begrijp ik best, dat het uiterst moeilijk is om voor de „Kluchtspelers" een geschikte klucht te vinden en ik begrijp nog beter dat men zich bij de keuze van een stuk wel eens kan vergissen. Maar ik vind het onvergeeflijk wanneer men er zich, wanneer men eenmaal een stuk heeft, dan zoo van af maakt. Ik ben geen zedenmeester en er zijn vele woordspelingen en „geestigheden", welke ik op zijn tijd best kan waardeeren, maar niet wanneer het geheel zoo zouteloos en zoo beneden den middelmaat wordt gebracht als in dit geval. Piet-Köhler vormt dan betrekkelijk de uitzondering en met hem Sien de la Mar als Seraphine Krapoftke, de bazige vrouw van den worstmagnaat, in welke hoedanigheid ze een aantal bigotte toiletten met zwier weet te dragen. Verder geven Kalman Knaack, Frans Nienhuis, Sonja van Weerdenburg, die een geweldige stem kan opzetten, Walther Knaack, Annie Schuitema, Rudi West en Kees van Dair hun krachten aan dit stuk. Nemen we aan, dat het hen eenigszins handicapt in hun spel zobdat het niet geheel en al aan hen is te wijten, dat men steeds weer denkt een verdienstelijke dilettantenvoorstelling bij te wonen. Voor de regie teekende — ook al iets onbegrijpelijks — Constant van Kerckhoven verantwoordelijk. Het publiek denkt er voor een groot deel heel anders over: de mevrouw vóór me «ei dat ze het een „echt stuk" vond, de juffrouw naast me zat
15 (nr. 43) — CINEMA 6- THEATER
_
1/ ^_ i
Piet Köhler at* tvorttfabrikant. (Bedrijfsfoto Royal Concern) bij de spookscènes bij voortduring haar minnaar te knijpen (hetgeen ik overigens zonder jaloerschheid constateerde) en een liedje werd door Je zaal ook zonder uitnoodiging al uit volle borst meegezongen. Wanneer revancheeren „De Kluchtspelers" zich voor dit triest gedoe? A. GLAVIMANS
MAANDAG 25 OCTOBER over Hilversum I In het van 15.15-16.45 uit te zenden programma
KINDERPOEDER QROOTE STR00IBUS 40 c. - NAVULZAKJE 30 c.
,M
il
WJSt WtlB
ff
23rt,
Jaargang rk va« **;h, n
"
u studio
B''eve0o,NoeF'LM SP«» n,,eter spaan»ch ■ >Nie da"'l-conV.deoti«» Camera cv
I
I-o0PenJ;rkeW porancl Uv, oog rf «»vÄ ^ft e"
Ulm de Wat een 9 •luk aler tland U een 'Voig heeH!
^^j^^i
'•z-;'. *) T^AT ONTZETTENP
' EN PAN HOE WAAGT
SCHREEUWT U VéRONTWAARPIGP: ,„ u Her IN M,jN BAfKAMER TE KOMEN'/
AAKOIö, 'DAT
U
UW
iNSJKoMEMf Heer WILLEN ^eeNeMBN. HET SPIJT ONS Xop DAT Wi> 6B(IN eELÊ
HAPPEN U EK OP TB. MOOREN SPELEN.*
IK HEB NU AL EEN JAAK BRIEVEM OP6ftBRA£HT. KAN IK NIET ECNS EEN BCLANóK'iKEK ROL KRiJäEN?» „BEiT, tN HET VÊKVOLÖ ALLEEN
(TeekeningeH IV. de Mooy)
Verantwoordelijk Hoofdredacteur: Mr. Henrik Schölte, A'dam; verantwool-deiyk voor de advertenties: Mr. D. Wisboom Verstegen, A'dam. Uitgeefster: N.V. Ned. Uitgeverij „Opbouw", A'dam-Z. — Adres van redactie en. administratie: Paulus Potterstraat 4, A'dam-Z., telefoon 21511, 21424, 98145; postgiro 78676. — Abonnementsprijs voor Nederland ƒ7.80 per jaar, /*3.90 per half jaar, ƒ1.95 per kwartaal bij vooruitbetaling. Prijs per nummer 15 et. (Prysvaststelling no. 017-IM-307). — Verschijnt 1 X per week des Vrijdags. — Druk der N.V. Rotogravure Mij., Leiden — P 1083/4. CINEMA & THEATER
23ste 'Jaargang
r.
1 ■ j^ffbïiÉ -• *
)
It;
No. 43 —22 October 1943
I