EVALUATIE ARMOEDEBELEID
B. van Gastel A. van den Berg 26-05-2014
Inleiding De gemeente Moerdijk heeft de afgelopen jaren een actief armoedebeleid gevoerd, met tal van voorzieningen om mensen met een laag inkomen te ondersteunen. Deze nota kijkt terug en vormt de basis voor het beleidskader 2014 – 2017 dat in november 2014 aan de raad zal worden voorgelegd. Onze doelstelling is perspectief bieden aan kwetsbare groepen in de samenleving, het verbeteren van de materiële situatie van gezinnen en huishoudens met een minima-inkomen, en het doorbreken en voorkomen van sociaal isolement. De armoedeproblematiek kreeg het afgelopen jaar hernieuwde aandacht door het verschijnen van het rapport van de Kinderombudsman ‘Kinderen in armoede’ (juni 2013) en de reactie van staatssecretaris Klijnsma om het armoede- en schuldenbeleid te intensiveren en daarvoor extra middelen ter beschikking te stellen waarvan een groot deel bestemd zijn voor de gemeenten. Ook is afgelopen jaren mede door de veranderende economische werkelijkheid, de versobering van regelingen en de terugtredende overheid de kans op armoede toegenomen (SCP, Armoedesignalement, december 2013).
Evaluatie armoedebeleid 26-05-2014
2
Evaluatie 2010-2014
Collegeagenda 2010-2014 In de collegeagenda ‘Betrokken, betrekken, betrouwbaar 2010-2014’ is ‘Meedoen in Moerdijk ‘een belangrijk aandachtspunt. De Wmo vormt daarbij het kader om degenen die (op eigen kracht) minder goed in staat zijn te participeren te ondersteunen waarbij jeugd bijzondere aandacht verdient. Dit standpunt is ook te betrekken op degenen die bijstand ontvangen of op andere wijze onder het armoedebeleid vallen. In de (vorige) Collegeagenda, waarin schuldhulpverlening expliciet werd genoemd, is aangegeven dat activiteiten met betrekking tot schuldhulpverlening vooral gericht dienen te zijn op preventie. In 2012 is de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) in werking getreden. Het daaruit voortvloeiende beleidsplan schuldhulpverlening is na een jaar geëvalueerd en aan de raad aangeboden (3 juli 2013). Programmabegroting 2014 In de programmabegroting 2014 wordt onder programma 3 (Meedoen in Moerdijk) onder subdoel 2 ‘Iedereen kan meedoen’ het bieden van een vangnet voor kwetsbare doelgroepen nadrukkelijk genoemd. Paraplunota Maatschappij (2014 – 2030) In januari 2014 is door het college de paraplunota Maatschappij vastgesteld. De belangrijkste uitgangspunten in deze nota zijn; uitgaan van de eigen kracht van bewoners, ruimte scheppen voor eigen oplossingen, faciliteren van en participeren in initiatieven. Zo zijn schuldenaren en schuldeisers voor het voorkomen of oplossen van problematische schulden in de eerste plaats zelf verantwoordelijk. Als ze toch hulp nodig hebben, kunnen zij bij de gemeente terecht (p. 33). Armoedebeleid wordt preventief ingestoken. Door in te zetten op het hebben van een betaalde baan kan armoede worden voorkomen. Als inwoners toch onder het financiële bestaansminimum komen, zijn er verschillende vormen van inkomensondersteuning. De gemeente verstrekt bijzondere bijstand. Inwoners kunnen een beroep doen op de voedselbank. Het Jeugdsportfonds geeft kinderen, waarvan de financiële thuissituatie het niet toelaat, de gelegenheid om te gaan sporten. De stichting Leergeld richt zich op het voorkomen van sociale uitsluiting van kinderen uit gezinnen met minimale financiële middelen, door deze kinderen weer mee te laten doen aan binnen- en buitenschoolse activiteiten. In Moerdijk is een platform sociale zekerheid actief waarin alle partners vertegenwoordigd zijn die met armoedebeleid te maken hebben (p. 36). In deze paraplunota wordt het actualiseren van het (huidige) armoedebeleid genoemd. Wijzigingen in regelgeving; wetsvoorstel wijziging Wet werk en bijstand (WWB) en enkele andere sociale zekerheidswetten (Wet maatregelen WWB en enkele andere wetten): Dit wetsvoorstel voorziet in maatregelen om ervoor te zorgen dat sociale zekerheidsregelingen houdbaar en toegankelijk blijven en in maatregelen voor mensen die het zonder een extra steuntje in de rug niet kunnen redden. Om de bijstand meer activerend te maken spreekt de regering bijstandsgerechtigden aan op de inzet van de eigen mogelijkheden, tegelijkertijd oog houdend voor de menselijke maat. Dit is vertaald in de Participatiewet. In het regeerakkoord ‘Bruggen slaan’ zijn afspraken gemaakt voor de intensivering van het armoedebeleid. Er komt een verruiming van de individuele bijzondere bijstand voor daadwerkelijk gemaakte kosten. Extra aandacht is er voor gezinnen met kinderen, werkenden met een laag inkomen en ouderen met klein pensioen. Daarnaast verruimt de regering de mogelijkheden voor categoriale bijzondere bijstand in de vorm van aanvullende zorgverzekering en voor de verstrekking van (een pas voor) culturele/maatschappelijke/sportieve voorzieningen. De overheidssteun aan het Jeugdsportfonds wordt verlengd en de Sportimpuls wordt verhoogd. De langdurigheidstoeslag wordt vervangen door een individuele toeslag. De regering wil de verlening van categoriale bijzondere bijstand aan categorieën personen bij wie niet is vastgesteld of de betreffende kosten daadwerkelijk noodzakelijk of gemaakt zijn, beperken. Dit moet bijdragen aan het voorkomen van ongerichte inkomenssuppleties, het vermindert het risico op armoedeval en geeft meer rechtsgelijkheid. De beleidsruimte voor colleges om een eigen generiek inkomensbeleid te voeren worden beperkt. Het Rijk heeft ervoor gekozen om alléén de categoriale bijzondere bijstand in de vorm van een collectieve aanvullende verzekering/tegemoetkoming in de premie te handhaven. De overige vormen worden afgeschaft.
Evaluatie armoedebeleid 26-05-2014
3
Omdat bij de verlening van bijzondere bijstand ook in deze gevallen het individueel maatwerk het uitgangspunt is, is het stellen van de centrale inkomensnorm van 110% niet meer van toepassing. Met het vervallen van de mogelijkheid om categoriale bijzondere bijstand te verlenen aan mensen met schoolgaande kinderen ter bevordering van de participatie van die kinderen, vervalt ook de verplichting van het college om ter zake een verordening vast te stellen. In het kader van de bevordering van de deelname aan culturele, maatschappelijke en sportieve voorzieningen en activiteiten, wijst de regering op het bestaan van de zogenaamde stadspas die colleges kunnen verstrekken. De inkomensnorm van 110% voor de stadspas is per eind 2012 direct vervallen. Binnen de individuele bijzondere bijstand bestaat nog steeds de mogelijkheid om groepen aan te wijzen waarvan vaststaat dat zij door bijzondere omstandigheden daadwerkelijk specifieke noodzakelijke kosten hebben. De maatregelen met betrekking tot de afschaffing van categoriale bijzondere bijstand gaan per 1-1-2015 in.
Aanpak en consultaties Op verschillende momenten in aanloop naar deze notitie hebben we een aantal maatschappelijke organisaties verenigd in het Platform Armoede, tegenwoordig Samen In Moerdijk geheten, om hun inbreng gevraagd. In dit platform zijn onder andere Surplus, de Voedselbank, de SVB, de Zonnebloem en de Cliëntenraad vertegenwoordigd. Daarbij is concreet verzocht hun betrokkenheid aan te geven en hun visie op de aanpak van de gemeente Moerdijk. Bij de bijeenkomst van Samen in Moerdijk in februari 2014 zijn aandachtspunten voor het armoedebeleid besproken. Aan de deelnemers is vooraf gevraagd om aandachtspunten aan te dragen. Deze zijn gezamenlijk besproken tijdens de bijeenkomst. Ook met de welzijnsinstelling, het maatschappelijk werk en het Diaconaal Platform gemeente Moerdijk zijn gesprekken gevoerd. Het Diaconaal Platform kon niet aanwezig zijn bij de bijeenkomst van Samen in Moerdijk in februari. In mei jl. is aangesloten bij een bijeenkomst van het Diaconaal Platform. Daarnaast is gesproken met de cliëntenraad die een advies uitgebracht heeft op de evaluatie en mogelijke beleidsaanpassingen. Ook de WMO-raad is geïnformeerd over de evaluatie. Het is van groot belang dat er binnen de lokale organisaties draagvlak is voor het beleid. De maatschappelijke partners zijn immers belangrijke spelers als het gaat om het bereiken van de doelgroep en het bijdragen aan de uitvoering van het gemeentelijk armoedebeleid. Het Centrum Jeugd en Gezin Moerdijk heeft een specifieke taak op het preventief jeugdbeleid en kan een belangrijke signaalfunctie hebben waar het gaat om kinderen in gezinnen in armoedeomstandigheden. De kennis en ervaring van de partijen in het veld zijn voor ons van wezenlijk belang. Uiteraard is er ook ruim aandacht geschonken aan de beleidsvelden op het brede Wmo-terrein van zorg en welzijn.
Rol gemeente Armoede is meer dan gebrek aan geld; het is vooral ook het gebrek aan toekomstperspectief en voor betrokkenen een afnemend gevoel van eigenwaarde die het gevolg kunnen zijn van financiële problemen. Het huidige armoedebeleid richt zich vooral op inkomensondersteuning, en het voorkomen, verminderen en verlichten van armoede van huishoudens met een laag inkomen, maar ook op in belangrijke mate op participatie. De gemeente Moerdijk gaat – zoals in de paraplunota Maatschappij aangegeven – uit van de sociale veerkracht van de samenleving; de bewoners en maatschappelijke organisaties. De gemeente is vooral faciliterend en ondersteunend.
Evaluatie armoedebeleid 26-05-2014
4
Beleid in maatregelen Ondersteuning bij arbeidsinschakeling Het is belangrijk dat mensen zoveel mogelijk participeren. Participeren via werk is de beste manier, omdat werken de kortste en beste manier is om uit armoede en schulden te raken of om deze te voorkomen. De gemeente ondersteunt haar klanten bij de arbeidsinschakeling. Dit begint op het Werkplein door het geven van workshops en door begeleiding van werkcoaches en inzet van het werkgeversservicepunt. Klanten die niet direct bemiddelbaar zijn worden bij de gemeente zelf door de werkconsulent ondersteund. Inkomensondersteuning Bijzondere bijstand De algemene bijstand is de periodieke normbijstand, die voorziet in de algemeen noodzakelijke bestaanskosten. Bijzondere bijstand is een eenmalige of periodieke uitkering die ontvangen wordt als er bijzondere noodzakelijke kosten zijn. Het gaat dan om het verstrekken van een financiële voorziening indien de bijzondere individuele omstandigheden daartoe aanleiding geven en waarbij de aanvrager voor de te maken kosten geen beroep kan doen op een voorliggende voorziening. Uit het beheerssysteem (Civision) blijkt dat voor de volgende kostensoorten de meeste bijzondere bijstand wordt verstrekt (bedragen 2013): 1. Kosten inrichting en/of huisraad € 120.074,2. Kosten maatschappelijke participatie € 78.709,3. Langdurigheidstoeslag € 65.436,4. Indirecte studiekosten (schoolkosten kinderen) € 44.520,5. Overige kosten fin. transacties (o.a. rechtsbijstand, bewindvoering) € 34.594,Langdurigheidtoeslag Aan de bijstand ligt het uitgangspunt ten grondslag dat het normbedrag, dat is bedoeld ter voorziening in de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan met inbegrip van de component reservering, in beginsel toereikend is. Toch kan de financiële positie van mensen die langdurig op een minimum inkomen zijn aangewezen onder druk komen te staan als er na verloop van tijd geen enkel perspectief lijkt te zijn om door inkomen uit arbeid het inkomen te verhogen. Om die reden is bij de invoering van de WWB in 2004 de langdurigheidstoeslag in het leven geroepen. Sinds 1 januari 2009 is de langdurigheidstoeslag gedecentraliseerd. Ook is de langdurigheidstoeslag sinds die datum een bijzondere vorm van (categoriale) bijzondere bijstand. De langdurigheidstoeslag is niet gerelateerd aan bepaalde kosten. Het is een inkomensondersteunende maatregel voor bepaalde belanghebbenden die langdurig een laag inkomen hebben en daarbij geen vooruitzicht hebben op inkomensverbetering. Met ingang van 1-1-2015 zal de langdurigheidstoeslag worden vervangen door een individuele toeslag voor personen die langdurig van een laag inkomen moeten rondkomen zonder dat zij zicht hebben op verbetering van dat inkomen. Op dit moment worden in een verordening regels vastgesteld ten aanzien van de hoogte van de toeslag en de begrippen ‘langdurig en ‘laag’ inkomen. De regering is van mening dat de beoordeling of er al dan niet sprake is van zicht op inkomensverbetering aan de hand van de individuele omstandigheden van het geval moet plaatsvinden. De regering wil het risico voorkomen dat het categoriaal benaderen van de doelgroep de inkomensvoorziening tot een ongerichte verstrekking leidt. Het uitgangspunt is dat de individuele inkomenstoeslag terecht komt bij de mensen die het echt nodig hebben. In de bijstand zal worden opgenomen welke individuele omstandigheden de colleges in ieder geval in de beoordeling van het recht op de individuele inkomenstoeslag moeten betrekken, zoals krachten en bekwaamheden van de persoon, alsmede de inspanningen die de persoon heeft verricht om tot inkomensverbetering te komen. De gemeenteraad blijft desondanks verplicht om in ieder geval de hoogte van de toeslag en de wijze waarop invulling kan worden gegeven aan de begrippen langdurig en laag inkomen aan te geven in een verordening. Collectieve zorgverzekering Inwoners met een laag inkomen (tot 110% van het minimuminkomen) komen in aanmerking komen voor een collectieve zorgverzekering waarbij voor een basis- en aanvullende verzekering een en korting op de premie wordt aangeboden. Deze dekking is uitgebreid met extra vergoedingen voor
Evaluatie armoedebeleid 26-05-2014
5
kosten zoals bijvoorbeeld brillen, fysiotherapie of de tandarts. Ook de eigen bijdrage voor huishoudelijke verzorging, persoonlijke verzorging en verpleging wordt vergoed. De gemeentelijke bijdrage voor deze regeling bedraagt circa. € 8.000,-. In 2012 namen per maand gemiddeld 154 klanten met uitkering deel aan de collectieve zorgverzekering. In 2013 namen 149 klanten deel. Het betreft klanten met een bijstandsuitkering en klanten met een AOW-uitkering en AIO-aanvulling (regeling ter vervanging van aanvullende bijstand door de gemeente) van de Sociale Verzekeringsbank. Uit evaluatierapporten over 2010 en 2011 blijkt dat, in vergelijking met omliggende gemeenten die een dergelijke regeling kennen, het aantal deelnemers in Moerdijk laag is. In 2012 en 2013 namen nog minder klanten deel aan de collectieve zorgverzekering, mogelijk vanwege de verlaging van de inkomensgrens naar van 120% naar 110%. Het deelnemers percentage in Moerdijk is geraamd op 9% van het aantal huishoudens binnen de doelgroep, in de omliggende gemeenten is dit percentage circa 40%. Landelijk bedraagt het 38%. Uit de evaluatierapporten blijkt verder dat het financiële voordeel voor de klant laag is in vergelijking met omliggende gemeenten. De afgelopen jaren is niet veel over de collectieve zorgverzekering gecommuniceerd, vaak alleen in een nieuwsbrief aan de klanten die bijstand ontvangen. Schuldhulpverlening Voor schuldhulpverlening is afgelopen jaar een evaluatie uitgevoerd waarover de raad in juli 2013 geïnformeerd is. Er loopt nog een pilot met budgetbegeleiding van de Kredietbank Nederland. De evaluatie van deze pilot zal de komende periode (medio 2014) worden afgerond. In de paraplunota is aangegeven dat het beleid preventief wordt ingestoken. Er wordt al preventief ingezet op het voorkomen van schulden door middel van cursussen ‘Rondkomen met inkomen’ Dit project lopen goed, zowel in 2013 als 2014 was/is er behoefte aan een extra cursus ‘Rondkomen met inkomen’. Kwijtschelding belastingen De gemeente biedt op basis van de Invorderingswet 1990 de mogelijkheid aan mensen met een minimuminkomen kwijtschelding van belasting te verlenen. De verlening van kwijtschelding wordt volledig afgehandeld door de Belastingsamenwerking West-Brabant. In het verleden werd door Werk en inkomen een bestand aangeleverd. Dit is nu niet meer het geval. Vanuit de Belastingsamenwerking West-Brabant is aangegeven dat door het Inlichtingenbureau de gegevens worden getoetst van burgers van de gemeente Moerdijk aan wie het jaar ervoor kwijtschelding is verleend. Op basis van die gegevens van het Inlichtingenbureau wordt wel of geen geautomatiseerde kwijtschelding verleend. Dit geldt niet alleen voor bijstandsgerechtigden. In 2013 zijn totaal 505 verzoeken om kwijtschelding ingediend. Op 420 aanvragen is geheel of volledige kwijtschelding verleend voor een totaalbedrag van € 178.000,-. Noodfonds Het noodfonds is ingesteld in 2008, destijds is hiervoor € 35.000,- gereserveerd. Het is bedoeld om snel een financiële tegemoetkoming te kunnen verstrekken in acute en schrijnende noodsituaties. Dit is alleen mogelijk als de aanvrager geen aanspraak kan maken op een reeds bestaande voorziening in het kader van bijstandsverlening en schuldhulpverlening. In eerste instantie leek bij de evaluatie dat er niet of nauwelijks gebruik werd gemaakt van het Noodfonds. Sinds 2013 is er geen budget meer voor het Noodfonds en kon er geen gebruik meer van worden gemaakt. Door de casemanagers van team Werk & inkomen werd echter aangegeven dat er toch tot ruim een jaar geleden een paar keer per jaar gebruik van werd gemaakt. Dit ging vooral om kosten voor kinderen van wie de ouders een te hoog inkomen hebben om gebruik te kunnen maken van bijzondere bijstand. En bijv. om een uitgeprocedeerde vluchteling. Het gaat steeds om noodsituaties waarbij snel iets geregeld moet worden. Participatiemaatregelen Vergoeding kosten maatschappelijke participatie In de kosten van maatschappelijke participatie is een tweedeling gemaakt: - Bijzondere bijstand voor deelname aan sociaal-culturele activiteiten: Het blijkt dat bij een inkomen op minimumniveau de deelname aan sport- en culturele activiteiten onder druk komt te staan. Daarom wordt een tegemoetkoming voor deze kosten verstrekt in de vorm van bijzondere bijstand. Dit geldt net als bijzondere bijstand voor andere kostensoorten voor
Evaluatie armoedebeleid 26-05-2014
6
personen met een inkomen tot 110% van de bijstandsnorm. De bijdrage bedraagt € 180,- per gezinslid per draagkrachtjaar. De bijzondere bijstand wordt betaald na overleg van nota’s. Er is op dit moment geen limitatieve lijst. De kosten die voor bijzondere bijstand in aanmerking kunnen komen zijn derhalve zeer divers en kunnen uiteen lopen van een abonnement voor de schouwburg tot zwemlessen en lidmaatschap voor een sportvereniging. Dit brengt wel met zich mee dat soms kosten worden ingediend waarvan twijfelachtig is of deze onder sociaal-culturele activiteiten vallen. - Verordening maatschappelijke participatie voor schoolgaande kinderen WWB 2012: Voor schoolgaande kinderen is er een aparte regeling voor de kosten van maatschappelijke participatie. Dit betreft een vorm van categoriale bijzondere bijstand. Voor deze regeling gelden dezelfde voorwaarden als die van de bijzondere bijstand voor deelname aan sociaal-culturele activiteiten. De vergoeding wordt direct uitbetaald aan de aanvrager, zonder dat er nota’s hoeven te worden ingeleverd. Uit het beheerssysteem (Civision) blijkt dat er in 2013 ongeveer 250 klanten een bijdrage hebben ontvangen. In totaal werd er in 2013 een bedrag van € 78.708,- aan maatschappelijke participatie uitgegeven. Jeugdsportfonds Het Jeugdsportfonds wordt ingezet vanaf 1-1-2009. Het is één van de uitwerkingen van het Convenant ‘Kinderen doen mee’ uit 2008. Het doel hiervan is het aantal kinderen in de leeftijd van 4 tot 18 jaar dat om financiële redenen niet sport zoveel mogelijk terug te brengen. Jaarlijks kunnen maximaal 100 kinderen gebruik maken van het jeugdsportfonds. In eerste instantie gold dit voor kinderen van ouder(s)/verzorger(s) met een inkomen tot 125% van de bijstandsnorm. Later is deze grens gewijzigd naar 110%, conform de inkomensgrens die geldt voor bijzondere bijstand. Het Jeugdsportfonds werkt met intermediairs zoals leraren, maatschappelijk werkers, en buurtwerkers. Ouders en sportverenigingen zelf kunnen geen bijdrage aanvragen. De vergoeding per kind bedraagt maximaal € 225,- per jaar. Het budget voor de contributies wordt rechtstreeks overgemaakt aan de club of vereniging en het budget voor de sportartikelen aan de intermediair. In de eerste jaren zijn de kosten voor het Jeugdsportfonds door de gemeente voldaan uit Aboutalebmiddelen. Daarnaast doet het Jeugdsportfonds aan fondsenwerving en levert het fonds zelf een bijdrage. Deze bijdragen zijn toereikend geweest tot 1-1-2014. Uit de evaluaties over de periode van 1-1-2009 tot en met 31-12-2012 blijkt dat er gemiddeld ongeveer 50 kinderen per jaar kunnen sporten dankzij het Jeugdsportfonds. Surplus heeft aangegeven dat mensen het Jeugdsportfonds weten te vinden en dat ze het ook waarderen. Het Jeugdsportfonds draagt dus bij aan sportstimulering en aan de participatie van kinderen. Wel is het belangrijk regelmatig te communiceren over het Jeugdsportfonds, zodat de inwoners van de gemeente op de hoogte zijn en blijven van deze mogelijkheid. In 2013 hebben er 81 kinderen gebruik gemaakt van het Jeugdsportfonds. De afgelopen jaren is gebleken dat de vergoeding voor de kosten van zwemles vanuit het Jeugdsportfonds niet voldoende was om diploma A te behalen. Regelmatig moeten kinderen tussentijds stoppen omdat de maximale vergoeding bereikt is. Dit is niet wenselijk. Tijdschriftenregeling De tijdschriftenregeling komt net als Jeugdsportfonds voort uit Convenant ‘Kinderen doen mee’ en bestaat sinds 1-12-2009. Er worden gratis tijdschriften verstrekt voor schoolgaande kinderen van minima, ter bevordering van de educatieve en maatschappelijke participatie van kinderen uit gezinnen met een laag inkomen. Het doel is kinderen ook na schooltijd te laten leren door te spelen, lezen en onderzoeken. De bladen sluiten aan bij de ontwikkeling en de belevingswereld van het kind en bij de lesmethoden van school. De tijdschriftenregeling geldt voor kinderen van groep 1 tot en met 8. De resterende middelen uit de zogenaamde Aboutaleb-gelden zijn hiervoor ingezet. In samenwerking met uitgeverij Malmberg werd een gratis abonnement aangeboden op een educatief tijdschrift (2 x een abonnementsperiode van 1 jaar). De regeling is later overgenomen door Blink Uitgevers. Een gemiddeld abonnement kost € 40,- per jaar. De gemeente maakt vergoeding rechtstreeks over aan de uitgever. Aanvragen kunnen worden ingediend bij de balie van de Gemeentewinkel. De inkomensgrens was in eerste instantie 125%, maar is per 1-1-2012 aangepast naar 110%, conform de inkomensgrens voor bijzondere bijstand.
Evaluatie armoedebeleid 26-05-2014
7
Het aantal ingediende aanvragen over de afgelopen jaren bedraagt: 2009: 50 kinderen 2010: 12 kinderen 2011: 4 kinderen 2012: 10 kinderen In 2013 werden er geen aanvragen ingediend. De tijdschriftenregeling is na 2009 niet meer actief gepromoot. Alleen in dat jaar is hierover voorlichting gegeven via de Bode, een nieuwsbrief aan het WWB-uitkeringsbestand, een brief aan scholen en de nieuwsbrief jeugd. Dit verklaart waarschijnlijk de daling van het aantal aanvragen. De kosten voor de periode van 1-12-2009 tot 1-12-2011 waren vastgesteld op maximaal € 16.000,- per jaar. Hierbij werd uitgegaan van 400 aanvragen per jaar. Voedselbank Binnen de gemeente is de Voedselbank Moerdijk actief. Zij verstrekken wekelijks een voedselpakket aan ongeveer 100 gezinnen in de gemeente. De doelstellingen van de Voedselbank zijn het bieden van directe voedselhulp aan mensen in armoede en het voorkomen van verspilling van voedsel. De gemeente waardeert de manier waarop de Voedselbank zich inzet voor inwoners in armoede. De Voedselbank heeft de afgelopen jaren, tot 2013, een financiële bijdrage ontvangen van de gemeente. Hierbij zijn werkafspraken vastgelegd. Uitvoering Aan de medewerkers die zich bezig houden met de uitvoering van de bovengenoemde regelingen is naar hun ervaringen met de bovengenoemde regelingen gevraagd. Door de uitkeringsadministratie is aangegeven dat er veel tijd wordt besteed aan de bonnencontrole voor de vergoeding van kosten van maatschappelijke participatie. Ook worden er vaak bonnen ingeleverd van kosten waarvan discutabel is of deze wel of niet onder de kosten van maatschappelijke participatie vallen. Dit werd ook aangegeven door de Gemeentewinkel. Aan de collectieve ziektekostenverzekering heeft de uitkeringsadministratie op dit moment niet veel werk. Het gaat alleen om bekende klanten, waarbij geen nader onderzoek hoeft te worden gedaan naar inkomsten of vermogen. De gemeentewinkel constateert geen bijzonderheden m.b.t. de uitvoering van de armoederegelingen. Ze hebben toegang tot alle benodigde systemen en kunnen de aanvragen goed afhandelen. Door de casemanagers van team Werk & Inkomen werd aangegeven dat er geen bijzonderheden worden geconstateerd in de uitvoering. Er zijn wel wat opmerkingen over het bijzondere bijstandsbeleid, zoals de hoge bedragen voor inrichtingskosten en ze merken dat de bijzondere bijstand voor schoolkosten en reiskosten naar school niet toereikend zijn. Deze opmerkingen zullen worden meegenomen in de actualisering van het bijzondere bijstandsbeleid. Algemeen Tijdens het evalueren bleek dat het moeilijk zo niet soms zelfs onmogelijk was om uit het huidige beheerssysteem adequate beleidsinformatie te genereren. Verder bleek dat er veel verschillende regelingen zijn en dat het voor de klant niet altijd inzichtelijk is waarvoor hij of zij in aanmerking kan komen. Ook is over een aantal regelingen weinig gecommuniceerd. Hierdoor is de deelname aan sommige regelingen laag of is deze verminderd in de periode waarin geen informatie over de regeling verstrekt werd.
Evaluatie armoedebeleid 26-05-2014
8
Conclusie algemeen Het armoedebeleid van de gemeente Moerdijk van de afgelopen jaren kenmerkt zich vooral door een ruim aanbod van regelingen. Inwoners met een laag inkomen worden ondersteund met een breed scala aan voorzieningen; het gaat dan zowel om directe financiële ondersteuning maar ook om mogelijkheden om mee te doen in de Moerdijkse samenleving. Er is – in het kader van de bijzondere bijstand – veel maatwerk mogelijk. Meer en betere afstemming tussen de verschillende regelingen lijkt raadzaam en mogelijk. Voor de cliënt is het niet altijd overzichtelijk waarvoor hij in aanmerking kan komen. Op dit moment wordt gewerkt aan drie grote decentralisaties (de Jeugdwet, de WMO 2015 en de Participatiewet) waardoor een bredere en meer integrale aanpak in het sociale domein ontstaat. Armoedebeleid als een van de (vele) problematieken maakt daarvan een onderdeel uit. De samenwerking met maatschappelijke partners en vrijwilligersorganisaties wordt belangrijker. De gemeente is slechts een van de spelers in het veld en bovendien brengen de afnemende gemeentelijke financiële middelen een zekere bescheidenheid met zich mee. Conclusies per onderdeel Bijzondere bijstand: De bijzondere bijstand blijft gehandhaafd. Wel wordt het beleid, en met name bedragen, op onderdelen herzien. Voorbeelden van kostensoorten waarbij de bedragen worden herzien zijn de inrichtingskosten, schoolkosten en uitvaartkosten. Momenteel wordt voor inrichtingskosten uitgegaan van de bedragen van Nibud. Deze bedragen zijn hoog. Door de gemeenten in de regio wordt uitgegaan van ongeveer de helft van deze bedragen. De hoogte zal daarom worden gewijzigd naar 50% van de Nibudbedragen. Hierdoor worden klanten meer gestimuleerd tot een verantwoorde besteding van het budget en hebben ze een minder hoge schuld bij de gemeente. Witgoed (te weten gasfornuis, koelkast, wasmachine en televisie) zal buiten deze verlaging worden gehouden. Wanneer men dit tweedehands aanschaft, moet er vaak sneller iets vervangen worden en zal er opnieuw bijzondere bijstand worden aangevraagd. Klanten mogen niet verplicht worden naar een kringloopwinkel of andere organisatie die tweedehands spullen verkoopt te gaan voor de inrichting van hun woning. Dit kan echter wel worden gestimuleerd. Bij de toekenning kunnen ze op de hoogte worden gesteld van de mogelijkheden in de regio. Als meer klanten naar de kringloopwinkel gaan, kan dit ook een positieve invloed op de reintegratiemogelijkheden hebben voor klanten in de bijstand. Er wordt regelmatig vrijwilligerswerk verricht door bijstandsgerechtigden bij Kringloopwinkels. Hetzelfde geldt voor de verkoop van tweedehands computers. Soms worden deze in een projectvorm verstrekt vanuit de gemeente, of gaan startende zelfstandigen vanuit de bijstand hiermee aan de slag (eventueel via SOM). Het is goed dit te stimuleren. De bedragen bijzondere bijstand voor schoolkosten en voor uitvaartkosten zijn op dit moment te laag om in de kosten te kunnen voorzien en zullen daarom verhoogd worden. De computer is op dit moment in de kostensoort ‘schoolkosten’ opgenomen. Deze zal voortaan apart worden beschreven en de doelgroep zal worden uitgebreid naar schoolkinderen én personen die een inburgerings- of re-integratietraject volgen. De hoogte van de bijzondere bijstand zal worden verlaagd naar maximaal € 450,- per gezin per 5 jaar. Het huidige bedrag van € 600,- is afkomstig van Nibud. Dit is ook een zeer ruim bedrag. € 450,- is ruim voldoende voor de aanschaf van een laptop. Langdurigheidtoeslag: De langdurigheidstoeslag moet op grond van de Participatiewet per 01-01-2015 worden vervangen door een individuele toeslag voor personen die langdurig van een laag inkomen moeten rondkomen zonder dat zij zicht hebben op verbetering van dat inkomen. De basisvoorwaarden zijn gelijk aan die van de langdurigheidstoeslag. Nieuw is dat gekeken zal moeten worden naar de krachten en bekwaamheden van de persoon en naar de inspanningen die zijn verricht om tot inkomensverbetering te komen. Collectieve zorgverzekering: De collectieve zorgverzekering voldoet in de huidige situatie niet (lage deelname, weinig aantrekkelijk) De regeling wordt ‘opgewaardeerd’ door een hogere inkomensgrens en een hogere bijdrage door de gemeente waardoor er meer voordeel voor de klant is. De regering wil met ingang van 1-1-2015 de verlening van categoriale bijzondere bijstand beperken. Alleen de categoriale bijzondere bijstand in de vorm van een collectieve aanvullende verzekering,
Evaluatie armoedebeleid 26-05-2014
9
dan wel een tegemoetkoming in de premie van een dergelijke verzekering wordt gehandhaafd. Deze vorm van categoriale bijzondere bijstand wordt bovendien verruimd door het schrappen van de centrale inkomensnorm van 110% van het sociaal minimum. Hierdoor wordt een grotere doelgroep bereikt, met name ook werkenden met een laag inkomen en ouderen met een klein pensioen. Daarnaast is gebleken dat er onvoldoende is gecommuniceerd naar de inwoners van Moerdijk over de collectieve zorgverzekering. Hier zal in de toekomst meer aandacht aan moeten worden besteed. Dit kan de deelname vergroten. Schuldhulpverlening: De schuldhulpverlening zoals deze op dit moment wordt uitgevoerd voldoet. De pilot met budgetbegeleiding door de Kredietbank Nederland wordt medio 2014 geëvalueerd. Vanuit het armoedeplatform Samen in Moerdijk werd aangegeven dat er behoefte is aan een thuisadministratie/formulierenhulp. Men verwacht dat deze behoefte de komende jaren groter zal worden door de decentralisaties in de zorg. Meer zaken moeten zelf geregeld gaan en hierbij krijgt men minder of geen hulp meer vanuit de thuiszorg of AWBZ. Ook is er behoefte aan vrijwilligers als ondersteuning bij de schuldhulpverlening. In 2014 kan worden onderzocht of er vanuit de gemeente een vrijwilligerspool ingericht kan worden. Vanuit deze pool kunnen dan voor verschillende werkzaamheden op verschillende terreinen vrijwilligers worden ingezet. Kwijtschelding belastingen: Het beleid voor de uitvoering van de kwijtschelding gemeentelijke belastingen voldoet. Noodfonds: Uit het overleg met de casemanagers bleek dat er toch af en toe gebruik wordt gemaakt van het Noodfonds en dat het behoefte is om dit noodfonds voort te zetten. Vergoeding kosten maatschappelijke participatie: De vergoeding van kosten voor maatschappelijke participatie kan worden gehandhaafd, dit geldt zowel voor de voorwaarden als de hoogte. Met ingang van 1-1-2015 mag er voor deze kosten geen categoriale bijzondere bijstand meer worden verstrekt op grond van de Participatiewet. Dit betekent dat de verordening ‘Maatschappelijke participatie voor schoolgaande kinderen WWB 2012’ met ingang van 1-1-2015 zal moeten vervallen. De vergoeding kan dan voorlopig onder het reguliere bijzondere bijstandsbeleid vallen, zoals de vergoeding voor kosten van maatschappelijke participatie van de overige klanten. Het is wel raadzaam de werkwijze voor het aanvragen van de vergoeding aan te passen. De bedoeling is een webshop in te richten, waar mensen digitaal een aanvraag kunnen indienen. Als ze in aanmerking komen, wordt er een tegoed toegekend waarmee ze digitaal producten (bijv. lidmaatschap bij een vereniging) kunnen bestellen. Verscheidene gemeenten hebben al een dergelijke webshop, waaronder de gemeente Etten-Leur. Met de webshop wordt het indienen van een aanvraag laagdrempeliger, men kan dit zelf thuis van achter de computer doen en er is meer keuzevrijheid. Mensen worden gestimuleerd deel te nemen aan sportieve, maatschappelijke of culturele activiteiten. Dit bevordert de participatie van de inwoners en is ook aantrekkelijk voor de verenigingen binnen de gemeente. Voor de gemeente levert het een voordeel op, omdat de werkwijze efficiënter wordt met een digitale aanvraag en omdat er minder bonnen hoeven te worden gecontroleerd. In deze webshop kan ook worden verwezen naar andere vergoedingen of organisaties, zodat de klant een beeld krijgt van de mogelijkheden. Jeugdsportfonds: Het Jeugdsportfonds voldoet en wordt gehandhaafd. Aanvullend wordt aansluiting gezocht bij het Jeugdcultuurfonds voor culturele activiteiten. Met het Jeugdsportfonds en Sportplaza zijn afspraken gemaakt over de vergoeding van zwemles voor het behalen van zwemdiploma A. Met de vergoeding van € 225,- per jaar lukte het niet altijd om door te gaan met de zwemlessen. Kinderen moesten soms tijdelijk stoppen met zwemles omdat de vergoeding verbruikt was. Dit wordt nu zo ingericht dat het kind diploma A kan halen en niet tijdelijk hoeft te stoppen met zwemmen, in afwachting van de vergoeding voor het jaar erop.
Evaluatie armoedebeleid 26-05-2014
10
Tijdschriftenregeling: In het eerste jaar 2009 liep de tijdschriftenregeling succesvol. Daarna is de regeling niet of nauwelijks gepromoot waardoor de deelname heel sterk terugliep. In 2013 is er helemaal geen gebruik meer van gemaakt. Omdat de regeling zich op kinderen richt die van huis uit minder snel in aanraking komen met het geschreven woord is het wenselijk de regeling nieuw leven in geblazen. Ook hierbij moet meer aandacht worden besteed aan (jaarlijkse) communicatie over de regeling. Voedselbank In februari 2014 is een nieuwe subsidieaanvraag ingediend door de Voedselbank. Wanneer een subsidie wordt toegekend, zullen er duidelijke prestatieafspraken worden gemaakt. Er zal gestuurd worden op het nakomen van deze afspraken. Het doel is om tot een betere samenwerking en uitwisseling van informatie te komen. De Voedselbank zal worden verzocht informatie te verstrekken over de doelgroep (algemene informatie, die niet is terug te leiden tot personen) en vanuit de gemeente zal meer aan informatieverstrekking worden gedaan bij de Voedselbank, zodat klanten beter op de hoogte zijn van de bestaande regelingen en zo kort mogelijk een beroep hoeven te doen op de Voedselbank. Actualisering communicatieplan en –planning Uit de evaluatie blijkt verder nog dat de communicatie richting minima en maatschappelijke partners verbeterd kan worden. Het gaat er daarbij dan niet alleen om welke regelingen er zijn maar ook hoe ze bereikbaar zijn (zo laagdrempelig mogelijk) en welke voordelen ze opleveren. Ook het moment van het onder de aandacht brengen is van belang (denk bijvoorbeeld aan de collectieve zorgverzekering of regelingen voor schoolgaande kinderen). Communicatie is een belangrijk instrument om de doelstellingen van de armoede-aanpak te behalen. Uit de evaluatie blijkt dat niet alle regelingen goed gecommuniceerd zijn naar de inwoners van de gemeente en dat daarom het gebruik ervan achter bleef. Over het algemeen werd bij aanvang wel gecommuniceerd, maar werd dit niet gecontinueerd. We zorgen in het beleidskader 2014 - 2017 dat in november 2014 aan de raad zal worden voorgelegd voor een actuele jaarlijkse communicatieplanning (nieuwsbrief, Moerdijkse Bode, plaatsing op website). Heldere, begrijpelijke en goed toegankelijke informatie Alle schriftelijke en digitale informatie bieden we op een goede toegankelijke manier aan. We gaan op een open manier over armoede communiceren en dragen uit dat het vanzelfsprekend is dat mensen die dat nodig hebben gebruik maken van voorzieningen en regelingen. Alle partijen die contact hebben met de doelgroep, vragen we goed op de hoogte te zijn van het aanbod en in hun contacten met onze inwoners op de mogelijkheden wijzen. Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van de digitale sociale kaart die op dit moment gemeente breed ontwikkeld wordt. Monitoring beleidsmaatregelen Tot slot wordt er geconstateerd dat het huidige beheersysteem het moeilijk maakt om adequate beleidsinformatie te genereren. Dit maakt een goede monitoring van de beleidsmaatregelen lastig zo niet onmogelijk. Het heeft te maken met keuzes die in het verleden zijn gemaakt over de inrichting en actualisering van het systeem. Bij de vervanging van het huidige systeem in 2011 is hier niet op ingezet vanwege de plannen tot het vormen van een Intergemeentelijke Sociale Dienst (ISD) met ingang van 2013. Als gevolg van verschillende omstandigheden is de vorming van de ISD echter uitgesteld tot 2015.
Evaluatie armoedebeleid 26-05-2014
11