B
U
I
T
E
N
G
E
B
I
E
D
Het glazen plafond
I
T
E
N
G
E
B
I
E
D
Het agrarisch karakter van Voorne is veranderd. De kleinschaligheid van weleer maakt plaats voor bijna industriële ondernemingen in de glastuinbouw, die ruimte nodig hebben. Van 0,1 of 0,5 hectare naar 3, 4, 5 of 6 hectaren of meer. Toch ontstond de maatschappelijke weerstand in deze regio pas écht toen het licht aanging in de polders van Tinte (gemeente Westvoorne) en Vierpolders (gemeente Brielle). Licht als bron van milieuvervuiling en vooral van ergernis. De tuinbouwsector werkt graag mee aan oplossingen. Meer kleine kavels vervangen door minder, maar om economische redenen dan wel groter. Maatregelen tegen lichthinder, al verder dan de wet eist. Want het gaat om de toekomst van een sector, die altijd al bij Voorne hoorde.
rondom
U
“Wezenlijk is dat we met de ruimtenood in dit land ontwikkelingen zo weten te sturen dat de ruimtelijke kwaliteit van een gebied behouden blijft. Enerzijds dus rekening houden met ruimtedruk en anderzijds die specifieke ruimtelijke kwaliteit van dit gebied beschermen”, zegt Arie Deelen vanuit zijn ervaring bij de DCMR. “Het eerste wat mij opviel tijdens een tocht over het grondgebied van Brielle en Westvoorne, is de landschappelijke kwaliteit. De ruimte en vooral de diversiteit. Een gebied dat ooit op de zee is veroverd, met specifieke kwaliteiten zoals het duingebied.”
Ook in de glastuinbouw ontstond de afgelopen jaren een opvallende schaalvergroting. Bedrijven kochten kleinere kavels en breidden die uit tot waar het bestemmingsplan het toestond. Maar er zijn ook kleinere kavels gekocht door burgers die bewust buiten wilden wonen. En dat conflicteert op bepaalde plaatsen en op bepaalde tijden. Een oplossing is niet zo eenvoudig. Voor een gemeente die verspreid liggende tuinbouwbedrijven wil saneren om het buitengebied niet te laten verrommelen maar open te houden, zijn er regelingen zoals Ruimte voor Ruimte. Deze regeling voorziet in het uitkopen van een tuinbouwbedrijf, door de eigenaar een kavel voor woningbouw als compensatie te bieden. Globaal: een halve hectare glasrechten = rechten voor de bouw van één woning. Met de opbrengst is het pensioen verzekerd, net zoals de verkoop van het bedrijf dat altijd was.
In de DCMR-verkenning Rondom Glastuinbouw zaten aan tafel: DCMR: Arie Deelen, directielid DCMR en hoofd Bedrijven Gemeenten DCMR: Ton Wassink, agrarisch specialist bij de afdeling Vergunningen Zuid; Gemeente Brielle: wethouder Aart Heijboer Gemeente Westvoorne: wethouders Barbara Geers en Ies Klok LTO Noord: bestuurder Jan Heykoop LTO regionaal: tuinbouwondernemers Geert van Ruyven en Wim Dingemans De stadsregio was helaas verhinderd.
MilieuSensor • oktober 2006
n d
B
13 22
rondom
Klein oppervlak, grote wensen Er liggen voor bestuurders ongelooflijk lastige keuzes, ook in de Voornse regio. Want op een klein oppervlak willen ze heel veel doen. Daarbij hebben buurgemeenten al snel met elkaar te maken. Voor de buitenstaander lijkt het ook één natuurlijk gebied. Welke prioriteiten stelt Westvoorne? En welke Brielle? Als wethouder Milieu in Westvoorne is de keuze van Barbara Geers duidelijk: “Wij profileren ons als ‘de Tuin van Rijnmond.’ Dat is ook het uitgangspunt voor beleid. Kleinschalige tuinbouw hoorde bij het verleden van Westvoorne, daar had niemand bezwaar tegen. Maar de grootschalige tuinbouw die ons de laatste 10, 15 jaar in Westvoorne, met name Tinte ‘overkomen’ is, onderstreept nog eens het belang van de Tuin van Rijnmond te zijn.” “In het verleden hebben gemeenten voor hun bestemmingsplannen met de tuinbouwsector gezamenlijke keuzes gemaakt voor economische bedrijvigheid”, memoreert LTO-bestuurder Jan Heykoop. “Dat was kleinschalig, is gaan groeien. Nu constateren we dat we de glastuinbouw net zo moeten benaderen als bedrijven op een bedrijventerrein. Dus concentreren, om die openheid in stand te houden. Dat zijn ruimtelijke wetmatigheden die de maatschappelijke weerstand kunnen verminderen.”
MilieuSensor • oktober 2006
Wethouder Ies Klok, Westvoorne, schetst dat gemeenten zich overvallen voelen
14 22
door de schaalvergroting van de glastuinbouw in het buitengebied. “Dat heeft het schrikeffect teweeg gebracht. Niemand heeft die mogelijkheden bewust willen bieden. En wij willen dat nu zeker niet meer. Westvoorne spreekt liever over clustering of intensivering dan over concentratie, want dat laatste wekt misverstanden. In Westvoorne staat 60 ha aan papieren glas (glasrechten) in bestemmingsplannen op plaatsen waar nu geen glas staat. We hebben geld ervoor gereserveerd om die rechten te saneren, dus die nemen we in het nieuwe bestemmingsplan niet meer op. Bestaande bedrijven mogen hun rechten op beperkte uitbreidingsmogelijkheden houden; we hebben niet de financiën om al die rechten af te kopen. Maar gezien de wens om het buitengebied zoveel mogelijk open te houden, willen we wel met deze mensen op vrijwillige basis bekijken wat er mogelijk is.” Ook in Brielle gaf het bestemmingsplan mogelijkheden voor grootschalige glastuinbouw en is er de nodige discussie
De gemeente Brielle overweegt ook aan de westkant van het stadje beperkte uitbreiding van glastuinbouw toe te staan.
en maatschappelijke onrust ontstaan. Als karakteristiek voor Brielle noemt wethouder Aart Heijboer het cultuurhistorisch aanzicht van de stad. “Maar het gemeentebestuur van Brielle wil burgers uit de tuinbouwsector niet zomaar hun perspectief op de toekomst ontnemen. Je kunt wel een beperkte kassenhoogte willen - zoals vroeger - maar als de productie van gewassen dan onvoldoende oplevert om uit de kosten te komen, dan kunnen we beter kiezen voor of wegsaneren of wel die ruimte geven. We hebben tuinders gevraagd met ons mee te denken over saneren of verplaatsen. Om tuinders tot sanering te bewegen heb je maar één ding nodig en dat is geld. En als ook de ruimtevoor-ruimte-regeling niet aantrekkelijk genoeg is om te stoppen, dan sta je als gemeente machteloos. Daarom - en natuurlijk is dat dubbel beleid - hebben we een bepaalde locatie als akkergrond aangekocht, in de verwachting dat we daar behoorlijk mee kunnen verdienen als we die bestemmen voor de tuinbouw.”
Het ‘Land van Piek’ is door de gemeente Brielle aangekocht als nieuw te ontwikkelen locatie voor glastuinbouw.
Saneren en herplaatsen
Verminderen maatschappelijke weerstand De tuinbouwsector is er en wil blijven; de vorm waarin dat gebeurt, is bepalend voor het wegnemen van de maatschappelijke weerstand. Jan Heykoop: “Iedereen is het erover eens dat het goed is om te streven naar meer openheid in het landschap. Het is begrijpelijk dat het grote concentratiegebied in zijn huidige vorm met deze lichtuitstoot weerstand oproept. Maar als je de bezwaren van de bevolking serieus neemt, mag je ook verwachten dat de aangedragen oplossingen serieus worden genomen. Deze open houding werkt het beste, denk ik.” Dat de sector de bezwaren onderkent, blijkt ook uit de reactie van tuinbouw-
ondernemer Geert van Ruyven: “Het overviel ons, we hadden van te voren niet gedacht dat assimilatiebelichting zo’n effect zou hebben in de polder. De sector gaat er alles aan doen om het probleem op te lossen. Drie jaar geleden heb ik samen met de leverancier een scherm ontwikkeld om de lichtkoepel rond het bedrijf weg te nemen.” (meer informatie over lichthinder op pag 22-23). “De tuinbouwondernemers hebben door zich in het concentratiegebied te vestigen - er ook aan bijgedragen dat de rest van het buitengebied open blijft. Daarom vinden die ondernemers dat ze dan wel enig toekomstperspectief moeten kunnen houden.”
Voordelen intensiveringsgebied Clustering van tuinbouwbedrijven biedt de gemeente de mogelijkheid om het landschap in de rest van het buitengebied zoveel mogelijk open te houden. Ook indirecte hinder van transportbewegingen en geluid door aan- en afvoer kan tot een bepaald gebied beperkt
Glastuinbouw in Tinte, onderdeel van het buitengebied van de gemeente Westvoorne.
blijven. Maar er zijn nog interessantere opties voor milieuwinst. Ton Wassink, DCMR: “Clustering biedt de glastuinbouw in deze omgeving het voordeel dat bedrijven technisch en financieel eenvoudiger kunnen aansluiten op het het restwarmteproject (zie kader). Het is ook efficiënter, zowel vanuit kosten als vanuit milieu gezien, dat meerdere bedrijven restwarmte gaan gebruiken. Het levert een hogere energie-efficiency, dus ook milieuwinst. Gemeenten zouden dit aspect ook kunnen meewegen bij de plannen om bedrijven te verplaatsen.” Wethouder Heijboer ziet nog een voordeel door clustering: “Het waterschap meldt dat er te weinig waterberging is in dit gebied. Nu we in Vierpolders met het ‘land van Piek’ 33 ha hebben aangekocht voor verplaatsing en clustering van tuinbouw, is ook het plan ontstaan om samen met het waterschap in de beginfase al te kijken naar de aanleg van een gezamenlijk waterbassin voor de berging van water en opvang van hemelwater.”
In Rockanje ligt het gebied Stuifakker. De gemeente onderzoekt de mogelijkheid hier beperkt woningbouw toe te staan en daarmee verspreid liggend glas (glastuinbouw in het buitengebied) te saneren.
MilieuSensor • oktober 2006
De keuze van de gemeente Brielle leidt tot een uitbreiding van het concentratiegebied. Het is ook een bewuste keuze. Heijboer: ”Als we die 25 tot 30 ha in het buitengebied laten staan, stort de boel in elkaar. Daarom gaan we 33 ha wegsaneren waarvan we er 25 herplaatsen in een nieuw concentratiegebied, dus we hebben een reductie van 8 ha plus al het papieren glas dat we hebben gesaneerd. Wij ontwikkelen als gemeente dat gebied zelf, dat is voor de tuinders fiscaal gunstiger. Woningen plaatsen we zoveel mogelijk op de plaats waar nu glas staat, want dat levert de gemeente weer financiën op die nodig zijn voor de herplaatsing van tuinderijen.”
15
rondom
B
Warmte niet weggooien De glastuinbouw die in het aansluitend gebied Tinte/Vierpolders is gevestigd, heeft nu de mogelijkheid om een rendabele investering te doen in een leidingnetwerk waarmee warmte en CO2 wordt geleverd. De warmte wordt getransporteerd als warm water, verwarmd met warmte die nu bij de industrie nog gewoon de lucht in gaat. Via warmtewisselaars wordt de warmte bij de kassen afgegeven en daarvoor hoeft dus de ‘ketel’ niet meer te branden. Het leidingnetwerk voor restwarmte biedt nog een tweede mogelijkheid: ook tuinders die in hun bedrijf met een warmtekrachtinstallatie eigen energie opwekken en daarbij ook energie en CO2 over hebben, kunnen deze aan andere bedrijven leveren. Minder verbranding van fossiele brandstoffen staat maatschappelijk volop in de belangstelling. Het betekent lokaal een concrete bijdrage aan de luchtkwaliteit en internationaal aan de klimaatbeheersing. Dit milieuproject wordt uitgevoerd onder auspiciën van ROM-Rijnmond R3. De glastuinbouw in Tinte-Vierpolders heeft voor de organisatie van de restwarmtelevering een eigen coöperatie opgericht: T4P. De continuïteit van de glastuinbouw is - begrijpelijk - de basis voor de benodigde investeringen.
MilieuSensor • oktober 2006
Combinaties met glastuinbouw
16 22
Als voorzitter van de stuurgroep voor de ontwikkeling van de Zuidplaspolder was Jan Heykoop recent getuige van een interessant proces. “Clustering biedt kansen die veel verder gaan dan de tuinbouw. Voor de Zuidplaspolder heeft een stedenbouwkundig bureau namelijk een heel nieuw concept ontwikkeld, waarbij verschillende thema’s samenkomen. Zo denkt men aan clusters van glastuinbouw, met aan de rand ondernemers uit het midden- en kleinbedrijf die graag aan de doorgaande weg op een zichtlocatie willen zitten. De waterberging is niet alleen bestemd voor de glastuinbouw maar krijgt ook een recreatieve functie. Daarnaast komt een groenzone met daarin luxe woningen aan datzelfde water. Een bijzonder concept dus. En er blijkt een markt voor te zijn. Het gaat er niet om dat hier te kopiëren; ik wil er vooral mee zeggen dat de creativiteit in het zoeken van oplossingen
U
I
T
E
N
G
E
B
I
E
D
soms heel nieuwe mogelijkheden biedt. Met de juiste voorlichting staan mensen open voor nieuwe creatieve ideeën.” “Maar de gemeente Westvoorne wil vooral dat groene gebied met de cultuurhistorische fijne verkaveling zichtbaar houden”, benadrukt Barbara Geers nogmaals. Volgens Jan Heykoop doet een gemeente er goed aan die karakteristieke pijler als randvoorwaarde voor planontwikkeling mee te nemen. “Het gaat erom de verschillende ruimtelijke opgaven te combineren. Dat kan door te denken in segmentering, maar ook, zoals in Zuidplaspolder, door die taken te integreren.” Wim Dingemans, regionaal actief voor LTO, is net als collega Van Ruyven teleurgesteld over de kansen die de glastuinbouw momenteel krijgt. “De provincie had een visie op gebiedsgerichte aanpak. LTO presenteerde in dat kader een plan voor sanering en herstructurering in de glastuinbouw. Maar na bijna drie jaar constateer ik een gebrek aan regie en een te eenzijdige sturing op sanering. Want sanering vraagt om ruimte elders. Dat blijkt ook uit het convenant voor het binnenduinrandgebied, dat de tuinbouwsector met de gemeente Westvoorne
heeft gesloten om in dat kwetsbare gebied verspreid glas te saneren. De sector wil graag bij verdere planontwikkeling in gemeenten betrokken blijven. Ook Westvoorne kan toch een vitaal tuinbouwgebied zijn, mits we dat met elkaar landschappelijk weten in te passen? En de toekomst van de ondernemer is ook de toekomst van een gebied.”
Regie van de toekomst Gemeenten willen recht doen aan de cultuurhistorische en landschappelijke waarden van hun gebied en rekening houden met bevolkingsgroepen die hier een toekomst hadden en graag willen houden. Maar de uitwerking daarvan verschilt, omdat de randvoorwaarden binnen gemeenten verschillen: de karakteristieke pijlers, de financiële mogelijkheden. “Het is goed dat de stadsregio een lijn uitzet”, bevestigt wethouder Heijboer. “Maar een gemeente wil zich na alle inspanningen wel herkennen in het eigen bestemmingsplan.” Het bestuur van de provincie Zuid-Holland is het bevoegd gezag dat uiteindelijk goedkeuring moet geven aan bestemmingsplannen en streekplannen. Over de lokale uitwerking van het streekplan zal elke gemeente heldere afspraken willen maken met de stadsregio.
DCMR-discussie rondom glastuinbouw bij de firma Van Ruyven in Tinte, voorloper in afscherming van assimilatiebelichting. Van links naar rechts: A. Deelen, T. Wassink, W. Dingemans, I. Klok, A. Heijboer, J. Heykoop, mw. B. Geers en gastheer G. van Ruijven.