B E E L D K W A L I T E I T S P L A N H A N Z E P A R K L E L Y S T A D

BEELDK WALITEIT SPL AN

HANZEPARK

LELYS TAD

COLOFON

Gemeente Lelystad Stadhuisplein 2 Postbus 91 8200 AB Lelystad Stedebouwundige Dick Koster

Adviseurs Stedenbouwkundigen Architecten Morra 2e Postbus 244 9200 AE Drachten Supervisor Jaap Hoekstra

5 oktober 2005

Beeldkwaliteitsplan Lelystad HanzePark

INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING

1

2. STEDENBOUW

2

2.1 Inleiding

2

2.2 Stedenbouwkundige analyse

4

2.3 Relatie openbaar-privé

6

Bijzondere typologieën/hoekwoningen

3. ARCHITECTUUR

7

8

3.1 Beeldtaal

8

3.2 Stedenbouwkundige onderdelen

10

3.3 Beeldtaal per samenhangende ontwerpeenheid

11

3.4 Architectonische hoofdprincipes

13

4. BEELDKWALITEIT PER DEELGEBIED

14

4.1 Deelgebied 1

15

4.2 Deelgebied 2

17

4.3 Deelgebied 3

19

4.4 Deelgebied 4a

21

4.5 Deelgebied 4b

23

4.6 Deelgebied 4c

25

4.7 Deelgebied 5

27

4.8 Deelgebied 6

29

4.9 Deelgebied 7

31

BIJLAGE: KLEURENGROEPEN

33


TR

1. INLEIDING Schouw—oost staat op de drempel van een nieuwe toekomst. Na de sloop van ruim 708 woningen en de daaropvolgende bodemsanering ligt een uitgestrekt gebied ten westen van station Lelystad klaar om een nieuw leven te beginnen. Het stedenbouwkundig plan van de gemeente is gereed. Bij die nieuwe invulling hoort een nieuwe naam. Schouw-oost heet voortaan HanzePark. Aan de gemeente, ontwikkelaars en architecten is de uitdaging dit bijzondere gebied een aantrekkelijke invulling te geven, die inspeelt op de kansen en kwaliteiten van de plek; vlakbij het nieuwe, levendige stadshart met een breed palet aan centrumvoorzieningen én het station en een nieuwe Hanzelijn voor de deur. In opdracht van de gemeente Lelystad heeft Inbo Adviseurs Stedenbouwkundigen Architecten Drachten het beeldkwaliteitsplan opgesteld voor HanzePark. Het beeldkwaliteitsplan beschrijft en verbeeldt de kwalitatieve uitgangspunten voor de uitwerking van de inrichting en de bebouwing van de private terreinen. In sterke samenhang met het beeldkwaliteitsplan ontwikkelt de gemeente Lelystad een toolbox voor de inrichting van de openbare ruimte. Vertrekpunt voor het plan vormt het programma van eisen en randvoorwaarden (mei 2004) van de gemeente: de bouw van ca. 850 nieuwe woningen, een woonzorgcentrum en ca. 22.000 m2 bvo kantoren in een duurzame, groene omgeving met een herkenbare stedenbouwkundige structuur. Het beeldkwaliteitsplan wordt gebruikt als instrument voor het kwaliteitsbeheer van het ruimtelijk beeld. De beschrijving in woord en beeld heeft een belangrijke functie als middel bij de vertaling van het stedenbouwkundig plan, waarbij het bereiken van samenhang in de architectuur en samenhang van architectuur en openbare ruimte van essentieel belang. De in het beeldkwaliteitsplan geformuleerde richtlijnen vormen voor ontwikkelaars, gemeente, architecten en andere ontwerpers een kader voor de architectonische uitwerking. Het geeft een indruk van de sfeer en kwaliteit die wordt beoogd. Daarnaast vormt het beeldkwaliteitsplan de formele

basis voor de toetsing van het schetsontwerp door het kwaliteitsteam, bestaande uit de supervisor en een stedenbouwkundige van de gemeente en de toetsing van het voorlopig ontwerp door de welstandscommissie. Het beeldkwaliteitsplan wordt via een besluit van de raad toegevoegd aan de welstandsnota van de gemeente Lelystad. Daarmee ontstaat een formeel welstandelijk beoordelingskader. Betrokkenen bij de ontwikkeling van HanzePark, zoals ontwikkelaars, investeerders, architecten, gemeente, beleidsmakers, et cetera, zullen het beeldkwaliteitsplan moeten onderschrijven. In de beeldtaal voor HanzePark is gekozen voor een herkenbaar en karakteristiek architectuurbeeld. Stedelijkheid/Groenstedelijkheid en samenhang zijn daarbij sleutelwoorden. Vanuit deze optiek heeft de architectuur van Dudok als inspiratiebron gediend. Willem Marinus Dudok (1884-1974) staat in zijn beeldtaal voor een architectuur die ruimte biedt om op alle schaalniveaus uitdrukking te geven aan een gevoel van (groen)stedelijkheid. Van stad naar buurt, van buurt naar straat, van straat naar huis, van huis naar interieur: in een veelheid van vormen is steeds sprake van een herkenbaar idioom en een éénduidige materialisatie waardoor woningen, kantoren en publieke gebouwen deeluitmaken van één buurt. Het beeldkwaliteitsplan geeft enerzijds uitleg en informatie (inleiding, stedenbouw), anderzijds richtlijnen met betrekking tot de beeldkwaliteit van een hoog naar een laag abstractieniveau, te weten: 1. beeldtaal Dudok, HanzePark (3.1, blz. 8) 2. beeldtaal per samenhangende ontwerpeenheid (3.3, blz. 11) 3. abstracte vertaling (schets) beeldkenmerken per deelgebied (hoofdstuk 4) 4. referentiebeelden per deelgebied (hoofdstuk 4) 5. beschrijving kenmerken per deelgebied (hoofdstuk 4)

Beeldkwaliteitsplan Lelystad HanzePark 1

2. STEDENBOUW 2.1 Inleiding Momenteel heeft Lelystad meer dan 70.000 inwoners. Als hoofdstad van de provincie Flevoland wil de gemeente de komende tien tot vijftien jaar uitgroeien tot een stad van 80.000 inwoners met 32.000 arbeidsplaatsen, 10.000 meer dan nu. De Hanzelijn is daarvoor een ankerpunt. De bosrijke omgeving geeft de stad een natuurlijke inbedding in het polderlandschap. ‘De Oostvaardersplassen’ aan de zuidkant van Lelystad hebben internationale bekendheid. Lelystad is uitstekend bereikbaar via het hoofdwegennet (A6) van Nederland en via een rechtstreekse spoorverbinding met Almere en Amsterdam. De stad wordt in de nabije toekomst opgenomen in de Hanzelijn, de nieuwe oost-west spoorverbinding tussen Noord-Nederland en de Randstad. De centrale ligging in Nederland biedt ook volop recreatiemogelijkheden naar de o.a. Veluwe, het Veluwemeer en het Marker- en IJselmeer. [zie kaart 1]

Auto Enkhuizen 25 min. Hoorn 40 min.

1. Ligging

Spoor Toekomstige Hanzelijn richting Zwolle

Recreatie Markermeer en bossen

Locatie

Spoor Almere 17 min. Amsterdam 38 min. Utrecht 71 min.

HanzePark vormt een belangrijk strategisch onderdeel van de totale vernieuwing van het stadshart. Het vormt met zijn ligging in het centrum een overgangsgebied tussen stad en Stadshart. Het gebied met het naastliggende station wordt door stedelijke verkeerswegen en spoor uitstekend ontsloten. Het stadscentrum met winkelcentrum, horeca, theater en stadhuis ligt op loopafstand, evenals het waterrijke Bultpark. Op fietsafstand ligt de jachthaven, het vliegveld, de toekomstige kustboulevard, een golfbaan, het natuurpark en overige poldernatuur. De plek in de stad kan worden gekenmerkt als een binnenstedelijke ontwikkelingslocatie waar dynamiek en rust als contrast, kwaliteit geeft. [zie kaart 2]

Auto Heerenveen 45 min. Leeuwarden 60 min. Groningen 75 min.

Station

Auto Almere 20 min. Gooimeer 20 min. Amsterdam 40 min. Utrecht 50 min.

2. Locatie binnen Lelystad Auto Enkhuizen, Hoorn

Recreatie Veluwemeer 20 min. Veluwe 30 min.

Spoor Toekomstige verbinding met noordelijke provincies

Recreatie Golfbaan, bossen

Recreatie Haven, kustboulevard

Kempenaar Groene wijk, strakke architectuur, 2 lagen, plat, stucwerk

Kempenaar

Bultpark

Schouw-west

Locatie

Stadshart

Station

Stadshart Winkelcentrum. kantoren, horeca, theater, stadhuis

Schouw-west 2 lagen plus kap, gele baksteen

Provinciehuis

Spoor Almere, Amsterdam en Utrecht

2


Auto [A6] Almere, Amsterdam en Utrecht Heerenveen, Leeuwarden en Groningen

2. STEDENBOUW 3. Kernkwaliteiten locatie

Ruim talud met volwassen groen.

Bultpark op loopafstand

Groen en water langs woonhoven

Markermeer, kustboulevard en bossen op fietsafstand Stadshart op loopafstand

Naast de eerder genoemde kwaliteiten van dynamiek en rust voegt het stedenbouwkundig plan van de gemeente intrinsieke kwaliteiten toe aan deze plek in de stad. Aan de Noordzijde biedt het water en groen een goede woonkwaliteit. Aan de oostzijde wordt deze groenzone voortgezet langs de woonhoven. De groene carré is de met bomen omzoomde ringvormige ontsluitingsstructuur van het stadshart. De RGD cluster en de vier woontorens grenzen aan een groenzone langs de Visarenddreef. Het centraal gelegen stedelijk park, als verbindende schakel tussen het zuidelijk gelegen stedelijk deel en het noordelijk groen-stedelijk deel, is een openbare ruimte met volop gebruiksmogelijkheden. De verkeersring biedt als groene hoofdontsluiting een rijke sequentie van beelden en woon(werk)sferen. De kantoorzone benut de economische potentie van de toekomstige Hanzelijn. [zie kaart 3]

Groene ringstructuur als drager


Stedelijk park

Economische ontwikkelingszone langs spoor en station

Groene carré RGD cluster Station op loopafstand

Groen en water tussen dreef en woonbebouwing

Station


2. STEDENBOUW 2.2 Stedenbouwkundige analyse

4. Stedelijk/groenstedelijk

5. Groenstructuur Legenda Bestaand groen + water als uitloper Bultpark

Het stedenbouwkundige plan biedt mogelijkheden voor een grote differentiatie in woontypologieën, sferen en werklocaties (functiemenging). Het plan is in zijn hoofdstructuur te lezen als een gebied met twee sferen (delen), een noordelijk “groenstedelijk” en een zuidelijk “stedelijk deel”. De werkvoorzieningen (kantoren), gestapelde woningbouw en wijkvoorzieningen bevinden zich voornamelijk in het stedelijk zuidelijk deel. Grondgebonden woningen bepalen voor het overgrote deel het karakter en de sfeer van het groenstedelijke noordelijke deel. De kamstructuur aan de oost- en zuidzijde verleent het stedenbouwkundig plan aan deze zijden ritme en transparantie. Het groen als structurerend element binnen het plangebied bepaalt voor een belangrijk deel de kwaliteit van de openbare ruimte. De groene ring verbindt de verschillende sferen van wonen en werken. De groenzones langs de randen van de locatie en het stedelijk park zijn belangrijke stedenbouwkundig elementen.

Groen stedelijk Stedelijk

Groen en water

Woonstraatjes


Bestaand groen


Stedelijk park

Parkeerhof

Groene carré

Bestaand groen + water

Hoofdstructuur:

Het plan is in zijn hoofdstructuur te lezen als een gebied met twee sferen (delen), een noordelijk groenstedelijk en een zuidelijk stedelijk deel.

4


Groen:

Het groen als structurerend element binnen het plangebied bepaalt voor een belangrijk deel de kwaliteit van de openbare ruimte. Belangrijke elementen zijn de groenzones aan de randen, de groene ringstructuur en het stedelijk park.

2. STEDENBOUW 6. Kamstructuur

7. Ring als collier

8. Functies

Parkrand

Hofjes

Kleinschalige bebouwing

Losse objecten in het groen

De kamstructuur aan oost- en zuidzijde verleent het stedenbouwkundig plan ritme en transparantie.

Stedelijk park Kantoor en•of woonbebouwing

Wand

Kamstructuur:

Wand

Ring als collier:

De ring is als stedenbouwkundige drager een ruimtelijk element van bijzondere betekenis. Het vormt de verbinding van verschillende sferen van wonen en werken.

Functies:

De werkvoorzieningen (kantoren), gestapelde woningbouw en wijkvoorzieningen bevinden zich voornamelijk in het stedelijk zuidelijk deel. De grondgebonden woningen bepalen voor het overgrote deel het karakter en de sfeer van het groenstedelijke noordelijke deel.


2. STEDENBOUW 2.3 Relatie openbaar-privé

TR

6

Om het totale gebied een kwalitatief hoogwaardige uitstraling te geven, is extra aandacht nodig voor de inrichting van de openbare ruimte. De afscheiding tussen openbaar/privé wordt met het oog op een rustige, eenduidige vormgeving consequent vormgegeven door tuinmuren en op sommige plekken door hagen.


9. Relatie openbaar-privé

2. STEDENBOUW 10. Bijzondere typologie/hoekwoningen

Bijzondere typologieën/ hoekwoningen


3. ARCHITECTUUR 3.1 Beeldtaal In de beeldtaal voor HanzePark is gekozen voor een herkenbaar en karakteristiek architectuurbeeld. Stedelijkheid/Groen stedelijkheid en samenhang zijn daarbij sleutelwoorden. Vanuit deze optiek heeft de architectuur van Dudok als inspiratiebron gediend.

Inspiratie Dudok Willem Marinus Dudok (1884-1974) was een Nederlandse architect, onder meer bekend door zijn ontwerp van het Raadhuis in Hilversum. Dudok behoorde niet tot en bepaalde stroming maar stond open voor het beste wat de verschillende stromingen hem boden. In het Hilversumse Raadhuis is bijvoorbeeld onmiskenbaar de invloed van Frank Lloyd Wright zichtbaar. In het buitenland wordt de stijl van Dudok nog steeds gezien als de ideale samenvoeging van de Nederlandse architectuurstromingen uit het begin van de twintigste eeuw. Dudok werkte van een hoog schaalniveau naar een laag. Van stad naar buurt, naar straat, naar gevels, naar plattegronden die logisch uit de vorm van het gebouw voortkwamen. Dudok respecteerde de bestaande stad, zijn woonwijken sluiten aan op het eigen karakter van die stad. De natuur wordt zoveel mogelijk gerespecteerd en ingezet ter verhoging van de esthetische beleving van de openbare ruimte. De openbare ruimte staat centraal.

8


Hij gebruikte monumenten als dragers van de wijken en groene zones-door-de-wijk en pleinen om ‘het plastische ritme’ te verhogen. De voornaamste eis van de bouwblokken was dat de vorm een economische en fraaie bebouwing mogelijk maakte. Daarin was het onderscheid tussen (brede) verkeerswegen en (smalle) woonstraten van groot belang. Dudok gebruikte deze hiërarchie om zijn straten levendig te maken. Het instrumentarium hiervoor bestond uit verspringing of kromming van gevelwanden, verhoogde bouwblokken, uitbouwen maar ook poorten. Dudok ontwierp verschillende wijken, scholen en gemeentelijke gebouwen voor Hilversum en bepaalde daarmee het gezicht van de stad. Daarnaast was hij een veelgevraagd architect in het gehele land. In 1954 ging Dudok met pensioen, maar bleef nog wel betrokken bij het bouwen in Hilversum. Op 6 april 1974 overleed de toen al wereldberoemde architect.

3 ARCHITECTUUR 1

3.1 Beeldtaal Beeldkenmerken HanzePark De architectuur van Dudok kent in hoofdlijnen de volgende karakteristieken: • Rijke, gedifferentieerde vormgegeven hoofdvolumes; • Binnen rijk vormgegeven hoofdvolumes, ingetogen gevelbehandeling; • Plastiek, sterke schaduwwerking; • Horizontale belijning met verticale accenten; • Sterke ritmiek; • Warme baksteenarchitectuur; • Subtiele, verfijnde detaillering.

2

4

3

5

De vertaling van deze beeldkenmerken in abstracte en meer letterlijke zin vormt de verbindende factor in de beeldtaal voor het beeldkwaliteitsplan voor HanzePark Lelystad. In het zuidelijk gelegen stedelijk deel en in de noordelijk gelegen parkrand leidt een abstracte vertaling tot een moderne sculpturale architectuur. Het noordelijk plandeel draagt meer letterlijke vormkenmerken van de architectuur van Dudok in zich, met een menging van kubisme en zadeldaken. Naast deze overkoepelende beeldtaal komt de samenhang binnen het totaalplan tot stand door de eenheid in materialisering van de bebouwing, het groen als bindend element, de inrichting van de openbare ruimte en de vormgeving van de afscheiding tussen openbaar en privé. Alle bebouwing is gedacht in baksteen in warme aardetinten, variërend van donker rood/bruin via (donker) bruin, bruin/rood, naar diep oker. Uitzondering op deze regel zijn een tweetal eyecatchers (specials) met een bijzonder en afwijkend materiaalgebruik.

1.

Woningbouw Marconistraat Hilversum

2/3.

Woningbouw Merelstraat Hilversum

4.

De Bijenkorf Rotterdam

5.

Johannes Calvijnschool Hilversum


3. ARCHITECTUUR 11. Stedenbouwkundige situatie

3.2 Stedenbouwkundige onderdelen Rekening houdend met de verschillende omliggende gebieden en de rijke differentiatie van functies en sferen binnen het stedenbouwkundig plan is een opdeing gemaakt in stedenbouwkundig te onderscheiden onderdelen. [zie kaart 11] Op basis van deze indeling is gekozen voor ontwerpeenheden met een beschrijving van de beeldtaal per ontwerpeenheid [zie kaart 12 op volgende pagina]. In het hart van het plan, ter plaatse van het stedelijk park, zijn drie stedenbouwkundige onderdelen samengevoegd tot één ontwerpeenheid om op deze wijze op deze specifieke plek het stedelijke en het groenstedelijke gebied in architectonische zin te koppelen. Per ontwerpeenheid wordt door middel van schetsen met beeldkenmerken, referenties en een beschrijving naar kenmerken de beeldkwaliteit per onderdeel uitgewerkt.

1. (Losse) bebouwing in groene parkrand aansluitend op wijk Kempenaar

4. Hofjes opgespannen tussen groene ring en groene parkrand langs spoor 2. Kleinschalige bebouwing aan ring en as aansluitend op bebouwing Schouw West

5.Rijwoningen als begeleiding van

3. Rijwoningen als begeleiding van diagonaal

8. Bebouwing aansluitend op bebouwing Schouw-west en bestaande kerk & school

6. (Grootschalige) kantoorbebouwing langs spoor

7. Park en ring gerelateerde

10. Rijksgebouwendienst 9. Grootschalige bebouwing gerelateerd aan Visarenddreef en kantoorbebouwing

10


3 ARCHITECTUUR 12. Ontwerpeenheden

3.3 Beeldtaal per samenhangende ontwerpeenheid 1. Moderne sculpturale en plastische architectuur gecombineerd met de kwaliteiten van traditionele materialen; relatie met platte daken in het groen, wijk de Kempenaar.

1 S

2. Landelijke (dorpse) stijl, rijk qua hoofdvorm en detaillering; a-symmetrische 2/1 kappers, vrijstaande woningen en seniorenwoningen; pannendaken.

4a

2

3. Hofjes: korte stroken rijwoningen (en appartementen) met plastische, kubistische beëindigingen aan spoor en ring; daartussen zadeldaken (muv. appartementen). Ritmiek van “koppen” aan spoor en ring. Straat met verblijfskwaliteit; op begane grond open relatie met straat.

3

4. Koppeling in architectonische vormgeving van noordelijk stedelijk en zuidelijk groen stedelijk gebied.

4b

4c

4a. Wand langs ring; kubistische plastische beëindiging van blokken met daartussen zadeldaken, referend aan tegenoverliggende hofjes. Begeleiding van ring, horizontale belijning, ritmiek op verschillende schaalniveaus.

S

5 6

4b. Rijwoningen als begeleiding van diagonaal. Architectuur gekarakteriseerd door platte daken, plastiek en ritmiek.

4c. Bouwblok met patio-woningen aan park en rijwoningen aan diagonaal en ring. Platte daken aan diagonaal, vormgeving refererend aan tegenoverliggende luxe rijwoningen. Plastiek, ritmiek, wandwerking aan ring. Horizontale belijning met vertikale accenten als ritmiek. Patiowoningen aan de parkzijde: overstek op collonade als overgangsgebied naar park. 5. Kantoorbebouwing: kamstructuur met binnenhoven aan ring. Plint als begeleiding van de groene allee. Begane grond transparant met mogelijkheid voor bijzonder programma. Basis metselwerk (als overgang naar hoven in zuidelijk deel) met transparante “koppen” uitkijkend over spoor, richting Stadshart. 6. Moderne sculpturale en plastische architectuur gecombineerd met de kwaliteiten van traditionele materialen. 7. Sculpturaal vormgegeven moderne appartementen op de schaal van de bestaande kantoren van de Rijksgebouwendienst en de Visarenddreef. Kamstructuur met groene binnenhoven met halfverdiept parkeren. S. Specials: autonome objecten op verschillende plaatsen binnen stedenbouwkundig plan met een bijzondere vormgeving in de zin van materialisering en architectuur.

7


3. ARCHITECTUUR 2/1 kap, vrijstaande woningen aansluitend op Schouw-west

Strakke wand al begeleiding diagonaal, ruimtevormend richting park

Sculpturale architectuur in parkzone gerelateerd aan bebouwing de Kempenaar

Special

Parkgerelateerde architectuur

Ritme van koppen aan spoor

Wand met langskappen als begeleiding van ring

Intermediair tussen kantoorbebouwing [links] en hofwoningen

Kwalitatief hoogwaardige architectuur in kamstructuur aansluitend op architectuur RGD-kavel Special

Ritme van koppen op hoger schaalniveau

12


Massaschets stedenbouwkundig plan (geen toetsingscriterium)

3 ARCHITECTUUR

3.4 Architectonische hoofdprincipes De architectonische hoofdprincipes voor het plan zijn in het kort: •

Aan de oostzijde langs het spoor is gekozen voor een sterke ritmiek van kubistisch vormgegeven koppen oplopend in schaal vanaf de hofwoningen in het noorden naar de grootschalige kantoorbebouwing in het zuidelijk deel. Het kantorencomplex ten noorden van de diagonaal vormt in architectonische zin de overgang van de kantoorbebouwing naar de hofwoningen.

•

Langs de Visarenddreef wordt de kwalitatief hoogwaardige architectuur van de RGD kavel voortgezet in een reeks van 4 torentjes met appartementen.

•

In de noordelijke parkzone wordt in een kubistisch/sculpturale vormgeving aansluiting gezocht bij de bouwblokken met platte daken in het groen van de wijk de Kempenaar.

•

De lange wand in het noordoostelijke deel van het gebied begeleidt met langskappen de ring ter plaatse en refereert met een ritmiek van verticale accenten aan de koppen van de hofbebouwing aan de overzijde van de ring.

•

Een strakke horizontaal gelijnde wand met verticale accenten begeleidt de diagonaal in het hart van het plan. Daarnaast werkt de drielaagse wand sterk ruimtevormend als een van de opstanden langs het park.

•

De door wanden van de diagonaal en ring omsloten bebouwing van twee-onder-één-kapwoningen en vrijstaande woningen vormen in architectonische zin een overgang naar de rijwoningen met kappen in Schouw-west.

•

De gevels van de bebouwing direct grenzend aan het park worden specifiek vormgegeven met een overgangsgebied naar het groen.

•

Tenslotte verlevendigen een tweetal, verspreid door het plan liggen eyecatchers het architectonische beeld.


4. BEELDKWALITEIT PER DEELGEBIED Rijke, gedifferentieerde hoofdvorm

S

Kubistisch, sculpturaal

Vensters richting groen

�

Dudok • • • • • • •

Plastiek

Rijke, gedifferentieerde vormgegeven hoofdvolumes; Binnen rijk vormgegeven hoofdvolumes, ingetogen gevelbehandeling; Plastiek, sterke schaduwwerking; Horizontale belijning met verticale accenten; Sterke ritmiek; Warme baksteenarchitectuur; Subtiele, verfijnde detaillering.

Tuinmuur als afscheiding openbaar/privé

Kubistisch, sculpturaal

Rijke, gedifferentieerde hoofdvorm

Beeldtaal

Moderne sculpturale en plastische architectuur gecombineerd met de kwaliteiten van traditionele materialen; relatie met platte daken in het groen, wijk de Kempenaar. Vensters richting groen; open relatie met park

Plastiek Bouwkundig vormgegeven terrassen in park

14


4.1 DEELGEBIED 1 A. Relatie met de omgeving Stedenbouwkundige context

• losse objecten in groenzone aan noordrand; 1 • sterke relatie met water; • aanzicht HanzePark aan noordzijde.

S

Woningschakeling en typologie 4a 3 2 • vrijstaande woningen, patiowoningen en appartementen.

Rooilijnen

• verspringend.

4b

Uitstraling naar openbare ruimte S S • alzijdige uitstraling (richting openbare ruimte). 4c

Overgang openbaar-privé

5

• vrijstaande- en patiowoningen: aan voorzijde tuin6 muurtje 50cm hoog, aan waterzijde d.m.v. ontworpen walbeschoeiing/steigers/terrassen; S • appartementen: bebouwing vormt7 afscheiding, eventuele terrassen bouwkundig vormgegeven.

B. Bouwwerk op zichzelf

�

Architectonische expressie

Vrijstaande woningen, appartementen • moderne kubistische en plastische architectuur; • rijke gedifferentieerd vormgegeven hoofdvolumes. Patiowoningen • eyecatcher (special) binnen stedenbouwkundig plan met bijzondere vormgeving in de zin van materialisering en architectuur. Bouwhoogte

• patiowoningen: 1 hoog + opbouw; • vrijstaande woningen 3 lagen; • appartementen: (oost) halfverdiepte parkeerlaag + 5 lagen; • appartementen: (west) halfverdiepte parkeerlaag + 4 lagen. Dakvorm

• plat dak. Massaopbouw

• harmonieus vormgegeven hoofdvolumes met een rijke plastiek; • bijgebouwen geïntegreerd. Compositie gevel

• vanzelfsprekende, ingetogen en hoofdvorm ondersteunende gevelcompositie.

C. Detaillering, materialisering en kleurgebruik Materialisering

Vrijstaande woningen, appartementen • baksteen. Patiowoningen • bijzonder. Kleurgebruik

• kozijnen gebroken wit, grijs, houtkleur naturel of aluminium naturel; • geen accentkleuren; • toevoegingen in naturelkleur materiaal. Bijzondere details referentie special: patiowoningen

• ingetogen, subtiele en verfijnde detaillering; • detaillering gericht op versterken plastiek en schaduwwerking.



zadeldaken

Rijke, gedifferentieerde hoofdvorm, asymmetrisch

Landelijke (dorpse) stijl

Dudok • • • • • • •


Rijke, subtiele detaillering

Beeldtaal

Landelijke (dorpse) stijl, rijk qua hoofdvorm en detaillering; a-symmetrische 2/1 kappers, vrijstaande woningen en seniorenwoningen; steile pannendaken. Tuinmuur als afscheiding openbaar/privé

16



• vrijstaande- en 2/1 kap woningen aan ontsluitingsring en woonstraten in binnengebied; • noordelijk gelegen 2/kappers maken deel uit van aanzicht HanzePark aan noordzijde. Woningschakeling en typologie

• vrijstaande en 2/1 kap woningen Rooilijnen

• westelijk gelegen woningen en woningen aan ontsluitingsring: continue rooilijn; • overige woningen: verspringend. Uitstraling naar openbare ruimte

• duidelijke woonuitstraling naar openbaar gebied; • daar waar woningen met zijgevels grenzen aan de openbare ruimte extra aandacht besteden aan kopgevels. Overgang openbaar-privé

• aan voorzijde tuinmuurtje 50cm hoog, aan openbaar gebied omlopend langs zijtuin tot aan lijn voorgevel; • daar waar zij- en achtertuinen grenzen aan openbaar gebied hoge haag vanaf gevellijn voorgevel.

B. Bouwwerk op zichzelf Architectonische expressie

• landelijke (dorpse) stijl; • rijke gedifferentieerde a- symmetrische hoofdvorm met kappen; • noordzijde meer stedelijk kubistische /plastische architectuur met platte daken. Bouwhoogte

• 1 en 2 lagen + kap; • noordzijde 3 lagen, plat dak. Dakvorm

• asymmetrische zadeldaken met per blok hoge en lage gootlijn en langs- en dwarskappen; • noordzijde plat dak. Massaopbouw

• harmonieus vormgegeven hoofdvolumes; • bijgebouwen ruim achter voorgevelrooilijn met mogelijkheid voor 2 opstelplaatsen voor auto’s. Compositie gevel

• vanzelfsprekende, ingetogen en hoofdvorm ondersteunende gevelcompositie.


• baksteen; • gebakken dakpan, donkergrijs Kleurgebruik

• kozijnen gebroken wit; • geen accentkleuren; • toevoegingen in naturelkleur materiaal. Bijzondere details

• ingetogen, subtiele en verfijnde detaillering gericht op versterken plastiek en schaduwwerking; • gootoverstek minimaal 60 cm; • kopgevels geen overstek, gevelpan; • (goot) overstekken maximaal 18 cm hoog. referentie noordelijke 2/1 kapwoningen



Kubistische/plastische koppen parkrand/spoor Dudok • • • • • • •


Zadeldak Parkrand

Groene ring

Kubistische/plastische koppen aan ring

Beeldtaal

Hofjes: korte stroken rijwoningen met plastische, kubistische beëindigingen aan spoor en ring; daartussen zadeldaken. Ritmiek van “koppen” aan spoor en ring. Straat met verblijfskwaliteit; op begane grond open relatie met straat.

Tuinmuur als afscheiding openbaar/privé richting ring Straat met verblijfskwaliteit

Erkers: open relatie met straat

18


4.3 DEELGEBIED 3 A. Relatie met de omgeving • rijwoningen en appartementen in hofstructuur gespannen tussen groenzone en ontsluitingsring; • ritmiek van kubistische koppen aan spoor en ring; • aanzicht HanzePark spoorzijde.

Appartementen: • harmonieus vormgegeven totaalcompositie; • buitenruimtes uitgevoerd als loggia’s, indien in straatgevel • bijgebouwen geïntegreerd in hoofdvolume of uitgevoerd in baksteen op binnenterrein.

Woningschakeling en typologie

Compositie gevel

Stedenbouwkundige context

• rijwoningen, geen standaard tuinkamerwoning, eetkamer aan straatzijde; • appartementen (meest zuidelijk). referentie appartementen

Rooilijnen

• rechte lijn; • eindwoningen (appartementen) aan spoor- en ringzijde minimaal 70 cm voor- en achter voorgevellijn respectievelijk achtergevellijn. Uitstraling naar openbare ruimte

• duidelijke woonuitstraling richting hof; • kopwoningen (appartementen) overhoekse uitstraling richting ring respectievelijk groenzone. Overgang openbaar-privé

• aan voorzijde lage tuinmuurtje 50cm hoog, omlopend langs zijtuin; • langs achtertuinen ringzijde en groenzone tuinmuur 180 cm als architectonische opgave.


Rijwoningen: • Horizontaal geleed hoofdvolume met kap en verticale kubistische beëindigingen; • rijke plastiek.

• ingetogen, rustige gevelcompositie, ondergeschikt aan totaalcompositie


Rijwoningen: • baksteen; • gebakken dakpan, donkergrijs Appartementen: • baksteen. Kleurgebruik

Rijwoningen/appartementen: • kozijnen gebroken wit; • geen accentkleuren; • toevoegingen in naturelkleur materiaal. Bijzondere details

Rijwoningen/appartementen: • ingetogen, subtiele en verfijnde detaillering gericht op versterken plastiek en schaduwwerking; • gootoverstek minimaal 60 cm (rijwoningen); (goot) overstekken maximaal 18 cm hoog

Appartementen: • horizontaal geleed kubistisch hoofdvolume met plat dak en beëindigen aan ring en spoorzijde. Bouwhoogte

Rijwoningen: • 2 lagen + kap; • eindwoningen 3 lagen, plat. Appartementen: • 3 lagen, plat (noordzijde); • 3/4 lagen, plat (zuidzijde). Dakvorm

Rijwoningen: • zadeldak; • eindwoningen plat dak. Appartementen: • plat dak. Massaopbouw

Rijwoningen: harmonieus vormgegeven totaalcompositie; individuele woning ondergeschikt aan totaalbeeld; maximale breedte hoofdvolume eindwoningen 5,50 m. bijgebouwen in baksteen.



Verticale ritmiek

Dudok • • • • • • •


Zadelkap Sculpturale/plastische beëindiging blokken

Tuinmuur als afscheiding openbaar/privé

Beeldtaal

Koppeling in architectonische vormgeving van noordelijk stedelijk en zuidelijk groen stedelijk gebied. Wand langs ring; kubistische plastische beëindiging van blokken met daartussen zadeldaken, referend aan tegenoverliggende hofjes. Begeleiding van ring, horizontale belijning, ritmiek op verschillende schaalniveaus.

20


Wand als begeleiding van ring

4.4 DEELGEBIED 4A A. Relatie met de omgeving Stedenbouwkundige context

• rijwoningen als begeleidende wand van ontsluitingsring met horizontale belijning en verticale ritmering op verschillende schaalniveaus. Woningschakeling en typologie

• rijwoningen, geen standaard tuinkamerwoning Rooilijnen

• continue lijn, eindwoningen minimaal 70 cm voor en achter voorgevellijn respectievelijk achtergevellijn Uitstraling naar openbare ruimte

• duidelijke woonuitstraling richting ring; • eindwoningen grenzend aan openbaar gebied, overhoekse uitstraling. Overgang openbaar-privé

• aan voorzijde woningen tuinmuurtje 50 cm hoog, aan openbaar gebied omlopend langs zijtuin tot aan lijn voorgevel; • daar waar eindwoningen grenzen aan openbaar gebied hoge haag vanaf voorgevellijn. (Zoals aangegeven op de kaart blz. 6)


•Horizontaal gelede hoofdvolumes met kap en verticale ritmiek op verschillende schaalniveaus, kubistische beeindigingen Bouwhoogte

• 2 lagen + kap; • eindwoningen 3 lagen, plat. Dakvorm

• zadeldak; • eindwoningen plat dak. Massaopbouw

• harmonieus vormgegeven wand als totaalcompositie; • individuele woning ondergeschikt aan totaalbeeld; • maximale breedte hoofdvolume eindwoningen 5,50 m Compositie gevel

• ingetogen, ritmische gevelcompositie ondergeschikt aan totaalcompositie.


• baksteen; • gebakken dakpan, donkergrijs Kleurgebruik

• kozijnen gebroken wit; • geen accentkleuren; • toevoegingen in naturelkleur materiaal Bijzondere details

• ingetogen, subtiele en verfijnde detaillering gericht op versterken plastiek en schaduwwerking; • gootoverstek minimaal 60 cm; • (goot) overstekken maximaal 18 cm hoog.



Ritme

Dudok • • • • • • •


Beeldtaal

Koppeling in architectonische vormgeving van noordelijk stedelijk en zuidelijk groen stedelijk gebied. (Luxe) rijwoningen als begeleiding van diagonaal. Voorname, statige uitstraling. Architectuur gekarakteriseerd door platte daken, plastiek en ritmiek.

22


Plastiek Wand als begeleiding van diagonaal door plan.

Muur als afscheiding openbaar/privé

4.5 DEELGEBIED 4B A. Relatie met de omgeving Stedenbouwkundige context

• rijwoningen als begeleidende wand van diagonale wijkontsluitingsweg met verbijzonderde eindwoningen, reagerend op doorsnijding van wegenstructuur; Woningschakeling en typologie

• rijwoningen met splitlevel op begane grond; • verblijfsgebied aan straatzijde ± 1 m. plus peil. Rooilijnen

• continue lijn. Uitstraling naar openbare ruimte

• uitstraling richting diagonaal; • eindwoningen overhoekse uitstraling richting diagonaal, woonstraat en ontsluitingsring. Overgang openbaar-privé

• aan voorzijde tuinmuur minimaal 1m hoog omlopend langs zijtuinen eindwoningen; • langs achtertuinen grenzend aan openbaar gebied tuinmuur 180 cm hoog vanaf achtergevellijn, als architectonische opgave.


• overwegend horizontaal gelede hoofdvolumes met sterke ritmiek en rijke plastiek; • mogelijk verticale accenten ter plaatse van eindwoningen. Bouwhoogte

• 2 lagen (+ 1m) + opbouw. Dakvorm

• plat dak. Massaopbouw

• harmonieus vormgegeven wand als totaalcompositie; • binnen blok sterk ritmische en plastische bewerking van massa. Compositie gevel

• ingetogen, rustig en overwegend horizontale gevelcompositie.


• baksteen; Kleurgebruik

• kozijnen gebroken wit; • geen accentkleuren; • toevoegingen in naturelkleur materiaal. Bijzondere details

• ingetogen, subtiele en verfijnde detaillering gericht op versterken plastiek en schaduwwerking; • overstekken maximaal 18 cm hoog.



S

Plastiek, ritmiek ��

Dudok • • • • • • •


Overgangsgebied naar park

Ritme

Beeldtaal

Koppeling in architectonische vormgeving van noordelijk stedelijk en zuidelijk groen stedelijk gebied. Bouwblok met patio•woningen aan park en rijwoningen aan diagonaal en ring. Platte daken aan diagonaal, vormgeving refererend aan tegenoverliggende luxe rijwoningen. Plastiek, ritmiek, wandwerking aan ring. Horizontale belijning met vertikale accenten als ritmiek. Patiowoningen aan de parkzijde: overstek op collonade als overgangsgebied naar park.

Plastiek referenties special: appartementen

Muur als afscheiding openbaar/privé

Wand als begeleiding diagonaal door plan

referentie: rijwoningen/patiowoningen

24


4.6 DEELGEBIED 4C Appartementengebouw • alzijdige uitstraling gebouw. Overgang openbaar-privé

Gesloten bouwblok • aan voorzijde rijwoningen tuinmuurtje 50 cm hoog; • langs achtertuin ringzijde tuinmuur 180 cm hoog, als architectonische opgave; • aan parkzijde creëren van overgangsgebied over 2 bouwlagen, bijvoorbeeld door middel van collonade. Woonzorgcentrum • bebouwing vormt afscheiding • aan parkzijde creëren van overgangsgebied over minimaal 2 bouwlagen. • eventuele terassen bouwkundig vormgeven. Appartementengebouw • bebouwing vormt afscheiding; • eventuele terrassen bouwkundig vormgegeven.


Gesloten bouwblok •overwegend horizontaal gelede hoofdvolumes met sterke ritmiek en plastiek, mogelijk met verticale accenten ter plaatse van hoekwoningen en doorgang langzame verkeersroute. Woonzorgcentrum • moderne sculpturale (eventueel kubistisch) en plastische architectuur; • rijk, gedifferentieerd vormgegeven bouwblok als 1 volume (niet samengesteld). Appartementengebouw • eyecatcher (special) binnen stedenbouwkundig plan met bijzondere vormgeving in de zin van materialisering en architectuur. Bouwhoogte

Gesloten bouwblok • rijwoningen: 2 lagen + opbouw. • patiowoningen: 2 lagen; begane grond, 3,5 m hoog referenties: woonzorgcentrum

A. Relatie met de omgeving Stedenbouwkundige context

Gesloten bouwblok • patiowoningen aan parkzijde (ruimtevormend) en rijwoningen als begeleidende wand aan diagonaal en ontsluitingsring. Woonzorgcentrum • gesloten bouwblok met binnenhof en hoogteaccent aan park; • wanden ruimtevormend richting park, begeleidend aan ontsluitingsring; Appartementengebouw • autonoom object in park, op de meest prominente plek binnen het stedenbouwkundig plan. Woningschakeling en typologie

• Gesloten bouwblok: rijwoningen, patiowoningen. • Woonzorgcentrum • Appartementengebouw met verdiepte parkeergarage.

Rooilijnen

Gesloten bouwblok • langs diagonaal en ring continue lijn; • in park geknikt. Woonzorgcentrum • rechte lijnen, mogelijk geknikt aan zuidzijde. Appartementengebouw • vrij binnen bebouwingsvlak. Uitstraling naar openbare ruimte

Gesloten bouwblok • duidelijke woonuitstraling richting ring, diagonaal en park; • hoeken eindwoningen overhoekse uitstraling. Woonzorgcentrum sterke (open) relatie met openbare ruimte langs ring, minimaal op begane grond, aan park minimaal over 2 bouwlagen.

Woonzorgcentrum • 3-5 lagen: • toren 8-10 lagen Appartementengebouw • 8/9 lagen. Dakvorm

• platte daken. Massaopbouw

Gesloten bouwblok • harmonieus vormgegeven bouwblok als totaalcompositie; • binnen bouwblok aan ontsluitingsring en diagonaal sterk ritmische en plastische bewerking van massa; • aan parkzijde overgangsgebied tussen gevel en openbare ruimte.

Woonzorgcentrum • harmonieus vormgegeven bouwblok als totaalcompositie reagerend op verschillende schaalniveaus directe omgeving en omliggende gebieden; • sculpturale (eventueel plastische) bewerking van massa; • aan parkzijde verzachting van massa door overgangsgebied tussen gevel en openbare ruimte. Appartementengebouw • harmonieus, als 1 volume vormgegeven autonoom object. Compositie gevel

S

Gesloten bouwblok • ingetogen, rustig en overwegend horizontale gevelcompositie. Woonzorgcentrum • ingetogen, hoofdvorm ondersteunende gevelcompositie. Appartementengebouw • ingetogen, hoofdvorm ondersteunende gevelcompositie.

��


Gesloten bouwblok • baksteen. Woonzorgcentrum • baksteen; • aan parkzijde mogelijk invulling met lichte materialen. Appartementengebouw • bijzonder Kleurgebruik

Gesloten bouwblok • kozijnen gebroken wit; • geen accentkleuren; • toevoegingen in naturelkleur materiaal. Woonzorgcentrum • kozijnen gebroken wit, grijs, houtkleur naturel of aluminium naturel; • geen accentkleuren; • toevoegingen in naturelkleur materiaal. Appartementengebouw • kozijnen gebroken wit, grijs, houtkleur naturel of aluminium naturel; • geen accentkleuren; • toevoegingen in naturelkleur materiaal. Bijzondere details

Gesloten bouwblok •ingetogen, subtiele en verfijnde detaillering gericht op versterken plastiek en schaduwwerking; • overstekken maximaal 18 cm hoog. Woonzorgcentrum • ingetogen, subtiele en verfijnde detaillering gericht op versterken plastiek en schaduwwerking. Appartementengebouw • ingetogen, subtiele en verfijnde detaillering gericht op versterken plastiek en schaduwwerking.



Vertikale accenten

Rijke, kubistische hoofdvorm

Dudok • • • • • • •


Beeldtaal

Kantoorbebouwing: kamstructuur met groene binnenhoven aan ring. Plint als begeleiding van de groene allee. Begane grond transparant met mogelijkheid voor bijzonder programma. Basis metselwerk (als overgang naar hoven in zuidelijk deel) met transparante “koppen”uitkijkend over spoor, richting Stadshart.

26


Subtiele detaillering

Plastiek

Horizontale belijning

4.7 DEELGEBIED 5



Muur als tuinscheiding

Plastiek

Transparante plint, open relatie straat (en veiligheid)

�

Dudok • • • • • • •

Rijwoningen

Ritme


Plastiek Groen binnenhof met parkeren

Beeldtaal

Moderne sculpturale en plastische architectuur gecombineerd met de kwaliteiten van traditionele materialen.

Plastiek Haag als afscheiding openbaar/privé

Hofwoningen

28


Ritme

referenties: rijwoningen/hofwoningen


• Verzameling van drie bouwblokken in binnengebied, grenzend aan Schouw-west aan westzijde en aan de ontsluitingsring aan oostzijde; • Vanaf zuiden richting noorden: twee gekoppelde stroken rijwoningen (blok 1), bouwblok met gesloten hoeken aan ringzijde met hofwoningen (blok 2), appartementengebouw als autonoom object in het groen (blok 3). Woningschakeling en typologie

Blok 1 Rijwoningen • rijwoningen met parkeren in binnenterrein. Blok 2 Hofwoningen • appartementen en grondgebonden woningen met parkeren in binnenhof. Blok 3 Appartementengebouw • appartementen; parkeren op maaiveld aan westelijke zijde. Rooilijnen

Blok 1, 2 en 3 • continue lijn. Uitstraling naar openbare ruimte

Blok 1 Rijwoningen • duidelijke (woon) uitstraling in voor- en kopgevels naar openbare ruimte. Blok 2 Hofwoningen • alzijdige (woon) uitstraling naar openbare ruimte. Blok 3 Appartementengebouw • alzijdige uitstraling; hoofdaccent richting ontsluitingsring. Overgang openbaar-privé

Rijwoningen/Hofwoningen/Appartementengebouw • platte daken. Massaopbouw

Blok 1 Rijwoningen • harmonieus sculpturaal vormgegeven totaalcompositie; • individuele woning ondergeschikt aan totaalbeeld; • gecombineerde carport of garage/berging in binnengebied als architectonische opgave. Blok 2 Hofwoningen • harmonieus sculpturaal vormgegeven totaalcompositie; • individuele woning ondergeschikt aan totaalbeeld; • korte zijden bouwblok in 3/4 lagen, lange zijden 2/3 lagen; • poort naar binnenhof aan zuid- of oostzijde.

Compositie gevel

Rijwoningen/Hofwoningen • ingetogen, sterk vertikaal geritmeerde gevelcompositie; • toevoegingen gericht op versterken plastiek gevel. Appartementengebouw • ingetogen, hoofdvorm ondersteunende gevelcompositie.

C. Detaillering, materialisering en kleurgebruik

Blok 2 Hofwoningen • rondom lage haag.

Kleurgebruik

Architectonische expressie

Rijwoningen/Hofwoningen • moderne sculpturale en plastische architectuur met een sterke vertikale en ritmische bewerking van de gevels. Appartementengebouw • moderne sculpturale en plastische architectuur. Bouwhoogte

Blok 1 Rijwoningen • 3 lagen. Blok 2 Hofwoningen • 2, 3 en 4 lagen.

�

Blok 3 Appartementengebouw • harmonieus, als sculpturaal volume vormgegeven autonoom object. • bergingen geïntegreerd in hoofdvolume.

Materialisering

B. Bouwwerk op zichzelf

referenties: appartementengebouw

Dakvorm

Blok 1 Rijwoningen • direct grenzend aan voetpad met privé overgangszone van ca. 60 cm; • langs achtertuinen tuinmuur 180 cm hoog als architectonische opgave.

Blok 3 Appartementengebouw • bebouwing vormt erfscheiding; • parkeren omzoomd door haag van 150 cm hoog; • parkeerplaatsen ingericht met groen en bomen; • maaiveld bij voorkeur in halfverharding.

referenties: rijwoningen/hofwoningen

Blok 3 Appartementengebouw • 6 lagen.

Rijwoningen/Hofwoningen • baksteen. Appartementengebouw • baksteen Rijwoningen/Hofwoningen • kozijnen gebroken wit, grijs of houtkleur naturel; • geen accentkleuren; • toevoegingen in naturelkleur materiaal. Appartementengebouw • kozijnen gebroken wit, grijs of houtkleur naturel, aluminium naturel; • geen accentkleuren; • toevoegingen in naturelkleur materiaal. Bijzondere details

Rijwoningen/Hofwoningen • ingetogen, subtiele en verfijnde detaillering gericht op versterken plastiek en schaduwwerking; • overstekken maximaal 18 cm hoog. Appartementengebouw • ingetogen, subtiele en verfijnde detaillering gericht op versterken plastiek en schaduwwerking.



Appartementen (kamstructuur) op de schaal van de kantoren van de RGD

Koppen richting Visarenddreef �

Dudok • • • • • • •

Groene binnenhoven Moderne, kloeke blokken

Rijke, gedifferentieerde vormgegeven hoofdvolumes; Binnen rijk vormgegeven hoofdvolumes, ingetogen gevelbehandeling; Plastiek, sterke schaduwwerking; Horizontale belijning met verticale accenten; Sterke ritmiek; Warme baksteenarchitectuur; Subtiele, verfijnde detaillering. Relatie plint met groen en water

Beeldtaal

Sculpturaal vormgegeven moderne appartementen en kantoorgebouwen op de schaal van de bestaande kantoren van de Rijksgebouwendienst en de Visarenddreef. Kamstructuur met groene binnenhoven en halfverdiepte parkeergarage.

30


Plastiek, verfijning

1ste toren schuin of orthogonaal geplaatst

referenties: torentjes


• Torentjes met appartementen in kamstructuur verbonden door halfverdiepte plint (parkeergarage) op de schaal van de bestaande kantoren en de Visarenddreef; • opmaat voor het stedelijke stadshart en aanzicht HanzePark aan zuidzijde sterke relatie met water (en groen). Woningschakeling en typologie

• Appartementen in vier torentjes verbonden door plint met halfverdiepte parkeergarage. Appartementengebouw • parkeren op maaiveld. Rooilijnen

Torentjes • rechte lijn. Appartementengebouw • verspringend ten opzichte van bestaande kantoren. Uitstraling naar openbare ruimte

Torentjes • alzijdige uitstraling richting openbaar gebied; • koppen richting Visarenddreef. Appartementengebouw • alzijdige uitstraling. Overgang openbaar-privé

referenties: appartementengebouw

Torentjes • bebouwing vormt afscheiding; • plint mogelijk verlagen met glas/roosterstrook; • aan noord/oost/westzijde plint mogelijk verzachten met bijvoorbeeld verticaal groen, glas of glasachtige materialen. Appartementengebouw • bebouwing vormt afscheiding. • parkeren omzoomd door haag hoog 150 cm; • parkeerplaatsen ingericht met groen en bomen; • maaiveld bij voorkeur in halfverharding.


Torentjes • moderne sculpturale en plastische architectuur, reagerend op verschillende schaalniveaus directe omgeving en omliggende gebieden. Appartementengebouw • moderne sculpturele en plastische architectuur.

Massaopbouw

Torentjes • harmonieus sculpturaal vormgegeven totaalcompositie; • daarbinnen sculpturale bewerking van massa torentjes; • parkeren, bergingen geïntegreerd in plint. Appartementengebouw • harmonieus, als sculpturaal volume vormgegeven autonoom object. • bergingen geïntegreerd in hoofdvolume Compositie gevel

Torentjes • ingetogen, rustig en hoofdvorm ondersteunende gevelcompositie. Appartementengebouw • ingetogen, hoofdvorm ondersteunende gevelcompositie.

C. Detaillering, materialisering en kleurgebruik �

Materialisering

Torentjes • baksteen. Appartementengebouw • baksteen. Kleurgebruik

Torentjes • kozijnen gebroken wit, grijs, houtkleur naturel of aluminium naturel; • geen accentkleuren; • eventuele toevoegingen in naturelkleur materiaal Appartementengebouw • kozijnen gebroken wit, grijs, houtkleur naturel of aluminium naturel; • geen accentkleuren; • eventuele toevoegingen in naturelkleur materiaal Bijzondere details

Torentjes • detaillering afgestemd op schaalniveau directe omgeving en omliggende gebieden, mogelijk grootschalige detaillering aan Visarenddreef; • algemeen: ingetogen subtiele en verfijnde detaillering gericht op versterken sculpturaliteit en schaduwwerking. Appartementengebouw • ingetogen, subtiele en verfijnde detaillering gericht op versterken plastiek en schaduwwerking.

Bouwhoogte

Torentjes • half verdiepte parkeerlaag + 7 à 8 bouwlagen. Appartementengebouw • 6 lagen. Dakvorm

Torentjes en appartementengebouw • platte daken.


BIJLAGE: KLEURENGROEPEN Kleurengroep I

III

kleurcode Aberson Zwolle

20N4

20N74

60B3

33NMix

kleurcode Aberson Zwolle 19b14

33n122

33nMix

72B14

Kleurengroep II II I

III

IV

III

Kleurengroep III IV

III III

IV

I

IV

IV


3n36

29n26

33b26


36n6

39n51

13n18

Kleurengroep IV

I

39n35


B E E L D K W A L I T E I T S P L A N H A N Z E P A R K L E L Y S T A D

Recommend Documents