AUTOVRIJ Autovrije schooldagen Veilig en milieuvriendelijk naar school
Inhoud Inleiding School zonder auto’s Positieve spiraal Alternatieve vervoerswijzen Ontwikkelingsdoelen en eindtermen
2
2 2 2 5 6
Stappenplan De stappen Voorbeeldplanning
7 7 10
Activiteitenmodel Informatieve activiteiten Educatieve activiteiten Sensibiliserende activiteiten Activiteiten op het vlak van vervoersorganisatie Wedstrijden
11 11 12 13 14 15
De praktijk Onze-Lieve-Vrouwcollege in Oostende, SAM-dag op 3 mei 2010 Gemeente Sint-Pieters-Leeuw, Stap- en Trapweek van 20 tot 24 september 2010 Gemeente Gingelom, Autoluwe schooldag en Velodroomweek van 3 tot 7 mei 2010
16
Nuttige adressen
22
Colofon
23
Bijlages
24
16 18 20
Inleiding Autovrije schooldagen
School zonder auto’s Op autovrije schooldagen tracht de schoolgemeenschap het autoverkeer tussen thuis en school te beperken. Dan komt iedereen - leerlingen, ouders, directie en leerkrachten - zoveel als mogelijk te voet, met de fiets of met het openbaar vervoer naar school. Tijdens zo’n dag staat de zachte weggebruiker centraal en zet de school alternatieve vervoerswijzen in de kijker. Een autovrije schooldag is dan ook een actie die ouders, kinderen, leerkrachten en alle betrokkenen van de school sensibiliseert en toont hoe hun keuze voor een milieuvriendelijke vervoerswijze de schoolomgeving veiliger en leefbaarder maakt. De naam zegt het al, een autovrije schooldag duurt in principe een dag, maar je kunt de actie verlengen tot bijvoorbeeld een week. Een autovrije schooldag combineer je ook liefst met andere initiatieven. Dat kan een wedstrijd zijn, een tentoonstelling, een infoavond, een fietspool, een fietsgraveeractie of een behendigheidsparcours voor fietsers. Zo’n dag is ook een prima slot van een hele verkeersweek. Ideaal wordt het als je de boodschap van de autovrije schooldag na de actie herhaalt. Dat kan via affiches, een brief, een artikel in de schoolkrant of een infoavond.
Een regelmatig terugkerende korte, maar krachtige boodschap heeft meer effect dan een lang aanslepende campagne. Er zijn zelfs scholen die wekelijks een autovrije schooldag organiseren, op woensdag bijvoorbeeld. Als alle scholen in een gemeente samen actie ondernemen, is het resultaat van de actie groter.
Doelgroep Leerlingen uit basisscholen en hun ouders, directies en leerkrachten van basisscholen.
Doelstellingen - Veilig en milieuvriendelijk woon-schoolverkeer bevorderen. - Zelfstandigheid, zelfredzaamheid en weerbaarheid van kinderen in het verkeer vergroten. - Chaos van parkeren, af- en aanrijden aan de schoolpoort verminderen. - Alternatieve vervoerswijzen in de kijker plaatsen. - Automobilisten op hun verantwoordelijkheid wijzen. - Zachte weggebruiker centraal stellen.
Positieve spiraal Veiligheidshalve worden kinderen overal naartoe gebracht op de achterbank van de auto, ook naar school. We noemen ze al de achterbankgeneratie. De gevolgen voor het verkeer, de verkeersveiligheid, de verkeersleefbaarheid en het milieu zijn negatief. Er komen files aan de schoolpoort, het wordt steeds drukker op straat… Van op de achterbank van de auto kunnen kinderen bovendien niet leren hoe ze zich in het verkeer veilig gedragen. Ze worden passief en afhankelijk van hun ouders. Ze bewegen minder, wat ook hun gezondheid niet ten goede komt.
3
Een vicieuze cirkel
Voordelen van autovrije schooldagen
Omdat steeds meer ouders hun kinderen met de auto naar school brengen en het verkeer drukker en onveiliger wordt, kom je in een vicieuze cirkel terecht, of anders gezegd, in een negatieve spiraal.
Een autovrije schooldag is een ideaal moment om aan te tonen dat je op een veilige en aangename manier naar school kunt gaan... zonder auto. Voor de leerkrachten biedt een autovrije dag of week ook een interessante invalshoek om het thema Verkeer en mobiliteit te behandelen, zoals vastgelegd in de eindtermen (zie p.6). Kinderen nemen samen met leeftijdsgenoten actief deel aan het verkeer en doen ervaring op. De voordelen van autovrije schooldagen op een rijtje: - De actie spoort volwassenen aan om minder gebruik te maken van de auto. - Milieuvriendelijke verplaatsingen verminderen de verkeersdrukte aan de schoolpoort. - Kinderen leren samen met leeftijdsgenoten actief deel te nemen aan het verkeer. - Kinderen zijn minder afhankelijk van hun ouders: ze doen ervaring op in het verkeer, worden zelfstandiger en weerbaarder in het verkeer.
Autovrije schooldagen organiseren of acties voeren over verkeer en mobiliteit zijn een goede aanzet om die negatieve vervoersspiraal om te buigen tot een positieve vervoersspiraal.
4
- Kinderen vinden het leuk om te voet of met de fiets naar school te komen. - Milieuvriendelijke verplaatsingen zijn beter voor het milieu, gezonder en goedkoper.
Alternatieve vervoerswijzen Het STOP-principe Het uitgangspunt van het Vlaamse mobiliteitsbeleid wordt samengevat in het STOP-principe. Het STOP-principe legt een hiërarchie vast om het vervoermiddel te kiezen. Wie van A naar B moet, overweegt in de eerste plaats of dat te voet kan. Is dat niet zo, dan is de fiets de tweede optie. Op de derde plaats staat het openbaar vervoer. Pas op het allerlaatst, als de eerste drie alternatieven niet mogelijk zijn, is het gebruik van de auto te verantwoorden. Dus:
S tappen T rappen O penbaar vervoer P rivévervoer Het STOP-principe wil de negatieve spiraal doorbreken door vooral stappen en trappen aan te moedigen, de milieuvriendelijkste verplaatsingen. Dat is niet altijd mogelijk, daarom staat het openbaar en het gemeenschappelijk georganiseerd vervoer op de derde plaats. Kan het ten slotte niet anders dan met de auto, dan vind je in deze brochure nog enkele denkpistes om het autoverkeer in de buurt van de school te verminderen.
Met alternatief vervoer naar school De tijd om de kinderen’s morgens naar school te brengen is meestal beperkt. Een kwartier is dan de norm. In die tijd kun je ongeveer 750 meter tot 1 kilometer stappen of 3 tot 4 kilometer fietsen. Is de afstand tussen huis en school groter dan kun je moeilijk stappen of trappen en biedt het openbaar vervoer of de schoolbus een alternatief.
worden leerlingen uit meerdere gezinnen met één auto naar school gebracht. Ouders spreken onderling af wie de kinderen op welk moment naar school brengt en afhaalt en ze delen de kosten. Autovrije schooldagen zijn een ideale gelegenheid om poolprojecten op te starten of extra in de kijker te zetten. Meer informatie over poolen vind je op de website www.fietspoolen.be. Vaak is er een schoolbus die de kinderen volgens een vast traject tussen thuis en school ophaalt en terugbrengt. Ouders en school komen hiervoor op voorhand een vast tarief overeen. Voor individuele verplaatsingen naar school die meer dan 4 kilometer bedragen, biedt de lijnbus een alternatief voor de auto. Voorwaarden zijn wel dat de bus stopt op loopafstand van de school, regelmatig rijdt en dat de dienstregeling overeenstemt met de begin- en einduren van de school. Voor regelmatige verplaatsingen in groep (zwemmen, schoolreis...) kan de school een beroep doen op de speciale diensten die De Lijn verleent aan scholen. Sommige ouders zullen geen andere mogelijkheid zien dan hun kinderen met de auto naar school te brengen. Parkeren aan de schoolpoort hoeft echter niet. Zij kunnen hun auto wat verderop parkeren en het laatste eindje stappen. De school kan hiervoor een parking inrichten of een Kiss & Ride-zone invoeren om de drukte aan de schoolpoort te verminderen. Een leuke actie om alternatieve vervoerswijzen te promoten in jouw school, is de campagne Sam de Verkeersslang. Meer informatie daarover vind je op de campagnewebsite www.verkeersslang.be.
Kinderen gaan graag zelfstandig met leeftijds- of klasgenootjes naar school. Echter niet alle lagere-schoolkinderen kunnen dat op eigen houtje. Gelukkig zijn er voldoende alternatieve manieren om je kind toch begeleid van huis naar school en terug te laten gaan. Zo is er poolen: voetpoolen, fietspoolen of carpoolen. Bij een voet- of fietspool begeleidt een volwassene te voet of met de fiets verscheidene leerlingen die langs eenzelfde route naar school kunnen. Bij carpoolen
5
Ontwikkelingsdoelen en eindtermen De autovrije schooldagen bieden een goede invalshoek om de ontwikkelingsdoelen en eindtermen te realiseren die het ministerie van Onderwijs en Vorming oplegt over verkeer en mobiliteit. Hieronder vind je ze op een rijtje, met telkens een voorbeeld.
Kleuteronderwijs1 Onder Wereldoriëntatie – Ruimte staan drie ontwikkelingsdoelen die rechtstreeks betrekking hebben op verkeers- en mobiliteitseducatie: 6.10 De kleuters herkennen in hun omgeving plaatsen waar ze veilig kunnen spelen en waar niet. Op een speelplein is het veilig om te spelen. Op straat mag je niet spelen, dat is gevaarlijk. 6.11 De kleuters beseffen dat het verkeer risico’s inhoudt. De kleuter loopt niet zomaar de straat op want hij weet dat er auto’s rijden. Als de kleuter het biepen van een vrachtwagen hoort, weet hij dat die achteruit rijdt en hij moet opletten. 6.12 De kleuters kunnen onder begeleiding elementaire verkeersregels toepassen. De kleuters stappen bij groen en stoppen bij rood. De kleuter weet: de stoeprand is de stoprand. Regelt een politieagent het verkeer dan weet de kleuter: kijk je op zijn rug of snoet, weet je dat je stoppen moet.
Lager onderwijs2 Ook voor de lagere school zitten de vijf eindtermen over Verkeer en Mobiliteit in het domein Wereldoriëntatie – Ruimte: 6.12 De leerlingen kunnen de gevaarlijke verkeerssituaties in de ruimere schoolomgeving lokaliseren. Op een plan van de schoolomgeving duiden de leerlingen met rode en groene kleuren de gevaarlijke en de veilige routes aan. Tijdens een wandeling in de
schoolomgeving kunnen de leerlingen verwoorden waar zich de belangrijkste problemen op het vlak van mobiliteit voordoen. 6.13 De leerlingen beschikken over voldoende reactiesnelheid, evenwichtsbehoud en gevoel voor coördinatie, en ze kennen de verkeersregels voor fietsers en voetgangers, om zich zelfstandig en veilig te kunnen verplaatsen langs een voor hen vertrouwde route. De leerlingen kennen de basisverkeersregels, ze geven voorrang aan rechts en steken de arm uit als ze van richting veranderen. De leerlingen maken zich zichtbaar via fluorescerend materiaal. 6.14 De leerlingen tonen zich in hun gedrag bereid rekening te houden met andere weggebruikers (attitude). In de rij geven de fietsers voorrang aan de voetgangers. Ze fietsen niet op het zebrapad. De leerlingen zijn hoffelijk op de bus. Op de trein maken ze niet te veel lawaai uit respect voor de andere treingebruikers. 6.15 De leerlingen kennen de belangrijkste gevolgen van het groeiende autogebruik en kunnen de voor- en nadelen van mogelijke alternatieven vergelijken. De leerlingen kunnen de vervoermiddelen rangschikken van meest naar minst milieuvriendelijk. De leerlingen bekijken de schoolomgeving en beschrijven zelf de knelpunten die ontstaan door het groeiende autoverkeer rond de school. 6.16 De leerlingen kunnen een eenvoudige route uitstippelen met het openbaar vervoer. De leerlingen kunnen met plannetjes, websites en dienstregelingen van trein-, tram- en busverbindingen een route uitstippelen voor een schooluitstap.
1 Bron : http://www.ond.vlaanderen.be/dvo/basisonderwijs/kleuter/ontwikkelingsdoelen/wereldorientatie_2009.htm 2 Bron : http://www.ond.vlaanderen.be/dvo/basisonderwijs/lager/eindtermen/wereldorientatie_2009.htm
6
Stappenplan
De stappen Stappenplan voor de organisatie van autovrije schooldagen Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5
Vorm een werkgroep Kies een gepast tijdstip Plan activiteiten Maak publiciteit Evalueer
Stap 1: Vorm een werkgroep Essentieel is een werkgroep die alle activiteiten coördineert. Je eerste activiteit is dan ook een werkgroep samenstellen. Die bestaat bij voorkeur uit leden van directie en leerkrachtenkorps, geïnteresseerde ouders of verkeersouders3 en een verkeersambtenaar of andere betrokkene van de gemeente. Het is interessant om de gemeente achter jouw initiatief te krijgen, vooral als je samenwerkt met andere scholen. De gemeente is een uitstekend partner om de autovrije schooldagen te ondersteunen en te begeleiden, promotiemateriaal aan te maken, een persconferentie te organiseren, financieel te ondersteunen en allerlei praktische zaken te regelen, zoals een toelating om de straat af te sluiten of politietoezicht in de schoolomgeving. De taken van de werkgroep zijn: - - - - - -
een planning opstellen; promotie voeren; perscontacten verzorgen; een bevraging organiseren; activiteiten op touw zetten; evalueren.
Stap 2: Kies een gepast tijdstip Je organiseert de autovrije schooldagen het best in een periode waarin er het meeste kans is op mooi fiets- en wandelweer. Zorg eventueel voor een reservedatum, zodat bij slechte weersomstandigheden de dag kan worden uitgesteld.
ruimte om rustig informatie te verzamelen en alle ideeën uit te werken. Een paar maanden heb je zeker nodig. Op pagina 10 vind je een voorbeeld van zo’n planning.
Stap 3: Plan activiteiten Als de werkgroep is samengesteld begint de echte aanloop naar de autovrije schooldag en is het tijd om activiteiten te plannen en uit te werken. In het volgende hoofdstuk vind je alvast enkele ideetjes. Een autovrije schooldag moet niet alleen een leerrijk evenement zijn. Vaak leer je het meest uit een ludieke actie. Je organiseert dus het best een aantal plezierige activiteiten die de dag of week zo aangenaam mogelijk maken. Door vooraf al een of meer acties voor te stellen of zelfs al uit te voeren, kun je iedereen al begeesteren. Om informatie te verkrijgen over het verplaatsingsgedrag van de leerlingen, start je met een momentopname van de leerlingen in de school. In de bijlage vind je invulformulieren. Na de verwerking maak je de resultaten bekend aan de ouders en leerkrachten. Ook voor het gemeentebestuur is het nuttig om te weten hoe je leerlingen naar school komen. Bedenk op voorhand welk materiaal en welke diensten je nodig zult hebben. Folders, affiches en enquêtes zijn onmisbaar als promotiemateriaal. Daarnaast zijn didactische hulpmiddelen van even vitaal belang om je actie te ondersteunen. Voorzie je daarom van spelmateriaal, materiaal voor verkeersveiligheid, fiets- en voetpadenkaarten of activiteiten in het verkeerspark. Doe ook een beroep op externe organisaties om je acties te ondersteunen. Met speciale verkeerslessen, trainingen in fietsvaardigheid, fietscontroles of een workshop Fietsen herstellen kun je aan educatie werken. Organiseer een infoavond over een fiets- of voetpool, over de Autovrije schooldag-actie zelf of over een veilige schoolomgeving. Vraag de politie je te ondersteunen door te helpen bij het oversteken, toezicht te houden op gevaarlijke kruispunten of gewoonte komen praten op je school. Stel een persverantwoordelijke aan.
Begin zo snel mogelijk met voorbereiden. Je hebt immers tijd nodig om de juiste mensen te overtuigen en bijeen te brengen in een werkgroep. Bovendien is er dan
3 Geëngageerde (groot)ouders die mee de verkeerseducatie op school aansturen, ook fietspoolbegeleiders.
7
Praktisch
Stap 4: Maak publiciteit
Maak een afzonderlijke planning voor elke activiteit. Vertrek van de vragen hieronder:
Zowel bij de voorbereiding van de autovrije schooldagen als op de dag zelf is het belangrijk om publiciteit te maken voor je actie en om de boodschap van die dag te verspreiden: zo weinig mogelijk autogebruik. Voor een geslaagd resultaat is het ook belangrijk die boodschap te herhalen. Achteraf verspreid je nog een verslag met foto’s of een bedankbrief.
- - - - - -
Wat is het doel van je actie, wat wil je ermee bereiken? Wanneer en waar vindt de actie plaats? Wie is verantwoordelijk voor wat? Wie voert welke taken uit? Welk materiaal is nodig? …
Bedenk wat je een tijdje vooraf moet regelen of reserveren, wie je daarvoor moet contacteren: - straten afsluiten: gemeentebestuur, politie, buurt - vergunningen: SABAM - inhoudelijk en verkeersveilig materiaal: gemeente, Mobiel 21, BIVV - podium, tent, muziekinstallatie,…: uitleendienst van gemeente of provincie - gastsprekers: een plaatselijke minister, de burgemeester, een schepen, Mobiel 21 - gratis bussen: De Lijn - persconferentie: gemeente - EHBO-stand: brandweer, Rode Kruis - … Zorg: - voor alternatieven bij slecht weer; - voor voldoende werkkrachten (ouders, grootouders, buurtbewoners); - dat alles op tijd opgebouwd is; - dat de persverantwoordelijke op de dag zelfbereikbaar is.
8
Publiciteit in de school Tijdens de weken net voor de autovrije schooldag informeer je ouders en leerlingen en maak je ze warm voor de actie. Zo creëer je een draagvlak. Je kunt de ouders informeren met een brief of een infoavond organiseren. De kinderen houden een klasgesprek en starten met voorbereidende activiteiten over het thema Duurzame mobiliteit. Onder impuls van de werkgroep kunnen de kinderen zelf affiches en folders maken. Affiches aan de schoolpoort confronteren de doelgroep direct met de boodschap zodat sommigen hun eigen vervoergedrag al meteen zullen aanpassen. Wat de folders betreft, bepaalt de manier waarop je ze verspreidt in grote mate of mensen ze echt lezen en gaan handelen. Actief en gericht verspreiden is de boodschap. Verder kun je gebruikmaken van een infobord op school of de actie aankondigen via de schoolwebsite en via e-mail.
Publiciteit buiten de school
Aandachtspunten:
De media die je inzet, bepalen in grote mate het bereik van je boodschap en daarmee ook de efficiëntie van je campagne of actie. Verspreid je boodschap via:
- Duid een verantwoordelijke aan voor de informatieverspreiding en de perscontacten. - Vraag bij de gemeente de adressen op van plaatselijke kranten, weekbladen, radio en televisie. - Informeer je over de deadlines en publicatiedata van de media waarin je vermeld wil worden. - Stel een degelijk persbericht op en verstuur het ten laatste een week voor de actie.
- - - - - - - -
een artikel in de schoolkrant, een artikel in de gemeentelijke informatiekrant, folders, affiches, een persbericht, dag- en weekbladen, de lokale radio, de lokale televisie.
Maak ook gebruik van stickers, video’s, internet, straatspandoeken, informatieborden, debatten… Kondig de autovrije schooldagen aan in de schoolkrant en de plaatselijke pers, meld nieuwtjes zoals de oprichting van de speciale werkgroep, de bevraging over het verplaatsingsgedrag,de resultaten ervan, kondig een infoavond aan, de officiële voorstelling van de promotieaffiche, van de folder… Met een artikel in de schoolkrant en/of het gemeentelijk informatieblad spreek je de directe betrokkenen het meest aan. Persberichten hebben een groter bereik en een grotere attentiewaarde. Je hebt echter weinig controle over de manier waarop de inhoud ervan verwerkt wordt. Een persbericht maakt het meeste kans gepubliceerd te worden als je je bericht presenteert als nieuws en je het werk van de journalist al zoveel mogelijk zelf doet. Heb je contact gehad met een journalist, noteer dan zijn/haar naam, voor welk medium hij/zij werkt en wanneer het artikel zal verschijnen. Vraag of je het nog kunt nalezen voor het verschijnt.
Stap 5: Evalueer Na afloop is het nuttig de autovrije schooldagen te evalueren. Stel daarbij vragen zoals: - Waren het materiaal en de middelen geschikt voor de beoogde doelstellingen? - Werd de campagne uitgevoerd zoals bedoeld? - Is het doel bereikt? Heeft de actie Autovrije schooldagen het gewenste resultaat gehaald? - Heeft de autovrije schooldag invloed gehad op het gedrag, de houding en/of de kennis van ouders en kinderen, op het gedrag van directie en leerkrachten? In welke zin? - Heeft de actie Autovrije schooldagen negatieve effecten veroorzaakt? Welke? Maak de resultaten bekend bij ouders en kinderen, directie en leerkrachten, eventueel het gemeentebestuur en de plaatselijke pers. Als je de autovrije schooldagen jaarlijks wil herhalen, benadruk dat dan. Bedank tot slot alle medewerkers en deelnemers voor hun inzet en geef hen eventueel een kleine attentie. Tip: Vergeet niet om doorheen het proces en zeker op de dag zelf veel foto’s te nemen.
Via de lokale radio en televisie bereik je veel mensen als je actie een item in het nieuws wordt of als een van de organisatoren wordt geïnterviewd. Deze media zijn vooral geschikt als je met meerdere scholen en de gemeente samenwerkt en een grotere uitstraling van je actie wil. Bij televisie heb je het voordeel dat je het doelgedrag in beeld kunt brengen. Omdat positieve verslaggeving zeer belangrijk is, heb je er baat bij vooral de positieve gevolgen van gewenst gedrag te tonen en in mindere mate de negatieve gevolgen van ongewenst gedrag.
9
Voorbeeldplanning Afhankelijk van de intensiteit van de actie (een dag of een hele week) en de grootte ervan (alleen in je eigen school of met meerdere scholen samen) kiest de schoolgemeenschap zelf een geschikt tijdstip om met de organisatie te starten. Hieronder vind je alvast een voorbeeldplanning.
Oktober Bij het begin van het schooljaar maken schooldirectie en leerkrachten, al dan niet samen met het oudercomité, een jaarplanning op en beslissen ze over te organiseren activiteiten. Een informatievergadering is het geschikte moment om te polsen of een of meer autovrije schooldagen een optie zijn voor de schoolgemeenschap. Als dat zo is, vraag dan het best meteen wie er geïnteresseerd is om mee te werken. Leg zo mogelijk ook al een concrete datum vast. Informeer alle leerkrachten via een mededeling in de leraarskamer, alle ouders via een brief en peil naar hun interesse. Stel dan met de geïnteresseerden een werkgroep samen.
10
Doe een momentopname om meer informatie te krijgen over het huidige verplaatsingsgedrag van je leerlingen. In de bijlagen A,B en C vind je hiervoor invulformulieren. Naargelang de resultaten kies je welke vervoerswijze je extra wil promoten.
Maart Het wordt tijd voor de praktische organisatie van de actie, de activiteiten zijn nu definitief bepaald en worden concreet uitgewerkt. Leg locatie(s) vast, verdeel de taken, contacteer sprekers, vraag vergunningen aan, maak promotie, …
April - mei In het voorjaar is de kans op mooi weer redelijk groot. Mei of juni vormen daarom de ideale periode voor je actie. Deel op voorhand aan leerlingen en ouders promotiemateriaal uit. Je informeert ze over de autovrije schooldagen, over alternatieve manieren om naar school te komen, je maakt ze warm voor de dag zelf. De pers contacteer je uiterlijk een week voor de actie.
Januari - februari
Juni
De werkgroep komt een eerste keer samen. De opzet van de actie wordt verduidelijkt, een eerste brainstorm over mogelijke activiteiten vindt plaats en ieders inbreng wordt besproken.
Evalueer de autovrije schooldagen. Publiceer de resultaten: intern met een verslag in de schoolkrant, eventueel ook extern via de plaatselijke pers.
Activiteitenmodel
Hieronder vind je enkele voorbeelden van activiteiten om te koppelen aan autovrije schooldagen. Een brainstorm met de werkgroep of de leerlingen levert beslist nog creatieve ideeën of nieuwe invalshoeken op.
Informatieve activiteiten Formele opening en slotmoment van een autovrije schoolweek Laat de autovrije schooldag of schoolweek officieel van start gaan. Voor de plechtige opening kun je bijvoorbeeld de burgemeester of een schepen aanspreken, maar evengoed geeft de directeur, een verkeersouder, een leraar of een leerling het officiële startsein. Natuurlijk zijn leerlingen en leerkrachten aanwezig maar nodig misschien ook de ouders en de mensen van de buurt uit. Sluit de dag of de week af met een toespraak en maak resultaten bekend: hoeveel leerlingen ervoor kozen niet met de auto naar school te komen, wie een wedstrijd won,… Infoavond voor ouders Met een infoavond betrek je de ouders bij de autovrije schooldag of schoolweek en voer je tegelijkertijd promotie voor het project. Thema’s die aan bod kunnen komen: - een video met de concrete verkeers- en parkeersituatie aan jouw school; - een debat over verkeersknelpunten in de schoolomgeving; - het lokale verkeers- en vervoersbeleid; - tips voor een veilige schoolomgeving; - de fiets- of voetpool. Kinderkrant In een krantje kunnen de leerlingen verwoorden wat hen bezighoudt in verband met verkeer en mobiliteit, ze bepalen ook samen de onderwerpen waarover ze willen schrijven. Ze interviewen mensen, schrijven de teksten en maken foto’s en tekeningen. Ten slotte verdelen ze de krant in de school en de omliggende wijk. De kinderen werken het best met een redactieraad waar een of meer leerkrachten ondersteuning bieden. De school zorgt eventueel voor logistieke ondersteuning, bijvoorbeeld het drukwerk.
Schoolroutekaart Leerkrachten en leerlingen verkennen de belangrijkste schoolroutes en de gevaarlijkste punten in de schoolomgeving. Die duiden ze aan op een plan van de gemeente. Mobiel 21 kan hiervan een mooie schoolroutekaart maken waarop de veiligste routes en de gevaarlijke punten terug te vinden zijn. De schoolroutekaart is niet alleen een informatief instrument, ze kan tijdens de lessen ook gebruikt wordenals educatief hulpmiddelen daarnaast zowel kinderen als ouders sensibiliseren en motiveren om met de fiets naar school te komen.
Educatieve activiteiten Fietsvaardigheidstraining Hoe behendiger met de fiets, hoe veiliger een leerling naar en van school fietst. Organiseer daarom voor de leerlingen behendigheidsproeven met de fiets. Wil je hen daarin trainen, dan is er Meester op de fiets, een project dat scholen helpt om een fietsvaardigheidstraining te organiseren. Voor dit project werkt Mobiel 21 samen met de Stichting Vlaamse Schoolsport (SVS) en het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid (BIVV). Meer informatie vind je op www.meesteropdefiets.be. De Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV) biedt ook nog de handleiding FietsIEfieTS – Handleiding over fietsbehendigheid, fietsproeven en fietsbrevetten aan. Die handleiding bestel je via www.verkeerskunde.be.
Spandoeken, affiches, folders Creatieve leerlingen en leerkrachten maken spandoeken, affiches en folders om op te hangen of te verspreiden op school en in de buurt.
Fietsherstelworkshop Een band oppompen, een lekke band vervangen, een afgelopen fietsketting weer opleggen… In een workshop leren jong en oud op een leuke manier hoe ze zulke kleine mankementen aan de fiets kunnen verhelpen.
11
Verkeerseducatieve route of knelpuntenwandeling Onder begeleiding wandelen en fietsen de leerlingen in de omgeving van de school. Tijdens zo’n tochtje stoppen ze op elke plek die ze als knelpunt ervaren. Ze bespreken daar kort wat het probleem is en waarom ze dat zo ervaren. Als fietser ervaar je vaak andere knelpunten dan als voetganger. Daarom is het belangrijk om een route zowel te voet als met de fiets af te leggen. Ook van deze activiteit maakt Mobiel 21 desgewenst een fraaie brochure.
Voetgangerstraining Organiseer een voetgangerstraining op school. Meer informatie hierover vind je bij VSV. Die vereniging beschikt over vier voetgangersbrevetten, een voor de kleuterschool en drie voor het lager onderwijs: Meestapper, Startstapper, Vaardige stapper en Superstapper.
Openbaar vervoer Leerlingen kunnen leren hoe het openbaar vervoer te gebruiken. VSV werkte daarover een educatief pakket uit, Meester, mag ik op de bel duwen? De Lijn ontwikkelde zelf een lessenpakket voor leerlingen uit de derde graad van het basisonderwijs.
Verkeersborden en preborden De leerlingen leren natuurlijk de betekenis van de verschillende verkeersborden. Om de borden te oefenen kun je een verkeerspark opstellen of de leerlingen spelletjes laten spelen zoals een Sudoku, Memory, Wie is het?… Om de drempel voor de jongste kinderen te verlagen is het handig ze preborden te laten maken. Preborden zien eruit als echte verkeersborden, maar met symbolen uit de leefwereld van het kind. Dat bereidt de kinderen voor op echte verkeersborden. Een verbodsbord met iemand die roept, wil zeggen dat je hier niet mag roepen; een gebodsbord met jassen aan een kapstok betekent dat je hier je jas moet ophangen… Die borden kunnen overal op school opgehangen worden.
Een sportdag met bewegingsen fietsbehendigheidsproeven Waarom zou je de autovrije schooldagen niet koppelen aan een sportdag met veel bewegingsproeven en proefjes van fietsbehendigheid? Of waarom leggen de leerlingen in de lessen lichamelijke opvoeding niet eens een conditietest af? In zo’n test zitten onder andere fietsen, lopen, springen en klimmen.
Integreren in de lessen Het thema Verkeer en mobiliteit valt natuurlijk op allerlei manieren in de lessen te integreren: van een schrijfoefening en leergesprek tot een video bekijken, een stellingenspel of een discussie houden, quizzen… Heel wat leuke lesideeën vind je in de themabundel Mobiliteit van MOS (Milieuzorg Op School)4.
4 http://www.lne.be/doelgroepen/onderwijs/mos/onderwijsniveau/secundair/thema/verkeer-mobiliteit/achtergrondinfo
12
Sensibiliserende activiteiten
Voorstel tekenen – muurkrant – wenszuil
Sam de Verkeersslang
Als leerlingen tekenen of schilderen, kunnen ze hun eigen voorstellen of bekommernissen over verkeer en mobiliteit kwijt. Zorg ook voor een muurkrant: op een toegankelijke plaats, bijvoorbeeld de inkomhal, hang je een groot papier of doek op de muur. Elke leerling mag daar zijn mening over een thema, een vraag of een stelling noteren. Eens er voldoende meningen op de muurkrant staan, bespreken de leerlingen die en schrijven ze de conclusies neer. Als je ook nog een wenszuil voorziet, kunnen de kinderen daarop hun wensen schrijven of plakken. Overhandig een aantal tekeningen, de conclusies van de muurkrant en de wensen aan de gemeente of de mobiliteitsdienst.
Sam de Verkeersslang is een spel dat speciaal voor kinderen werd ontwikkeld. Het is geschikt voor elke school: groot of klein, kleuterschool of lagere school. Het doel ervan is kinderen en ouders een week lang te stimuleren om veilig en milieuvriendelijk naar school te komen. Telkens als een kind tijdens die week op een veilige en milieuvriendelijke manier naar school is gekomen, plakt het een stip op het spandoek van Sam de Verkeersslang. De bedoeling is dat op het einde van de campagneweek Sam de Verkeersslang helemaal vol stippen zit. Dan krijgen de leerlingen een beloning. Je kunt het spel aanpassen aan je eigen school en je eigen streefdoel en er met de hele school aan deelnemen. Meer informatie vind je op www.verkeersslang.be.
Bon of bonbon Vaak staan auto’s geparkeerd op het voetpad voor de schoolpoort. De leerlingen ontwerpen een boete voor foutparkerende ouders en delen die op een of meerdere actiedagen uit. Sommige scholen kiezen ervoor om de ouders te belonen die wel goed parkeren en de anderen te straffen: ze krijgen een bonbon of een bon.
Beloningsactie Leerlingen die op een milieuvriendelijke manier naar school komen, krijgen een beloning. Dat kan een drankje zijn of een stuk fruit. Geen huiswerk voor een dag, …
Tentoonstelling, fotoboek of collage over duurzame mobiliteit Als de kinderen een tentoonstelling, fotoboek of collage over duurzame mobiliteit willen uitwerken, laat hen dan eerst discussiëren over stappen, fietsen en meerijden met het openbaar vervoer. Dan beslissen ze over wat ze in de tentoonstelling of het fotoboek willen verwerken en daarna gaan ze op zoek naar achtergrondinformatie, foto’s en ander materiaal. Een andere soort tentoonstelling krijg je als kinderen, jongeren en volwassenen samenwerken en ieder een specifieke taak of specifiek thema op zich neemt. Zo’n tentoonstelling is een prima inleiding op of afsluiter van een infoavond voor ouders.
Mobiliteitsdagboek In een dagboekje noteren de leerlingen een week of langer alle verplaatsingen van en naar school en ook die buiten de school. Ze noteren waarheen ze gingen, of het regende of mooi weer was, welke afstanden ze aflegden en met welk vervoermiddel ze dat deden. Zo kun je achterhalen en illustreren welke vervoermiddelen de leerlingen kiezen en hoe die middelen gespreid zijn. Op basis van de dagboekjes breng je een discussie op gang en worden de leerlingen zich bewust van hun verplaatsingwijze. Samen met de leerlingen bekijk je of het anders kan.
Fiets Morgana Naar analogie met Fata Morgana (een tv-programma op Eén) organiseer je op school een Fiets Morgana. De leerlingen krijgen enkele opdrachten die ze binnen een bepaalde periode tot een goed einde moeten brengen. Een autovrije schooldag is een mogelijke opdracht. Andere zijn onder meer een verkeerslied verzinnen, met z’n allen een bepaalde afstand afleggen met duurzame vervoermiddelen of alle leerlingen een behendigheidsparcours laten fietsen.
Fietscontroles Nodig de politie uit om op school een fietscontrole te doen. Iedere leerling laat dan gratis zijn fiets controleren. Op persoonlijke controlekaarten noteert de politie of er wat mankeert aan de fiets. Later mogen de leerlingen hun fiets opnieuw laten nakijken zodat ze weten of alles in orde is. Als je zelf een fietscontrole wil opzetten, kun je bij het BIVV terecht voor een handleiding en fietscontrolekaarten.
13
Activiteiten op het vlak van vervoersorganisatie Fietsgraveeractie
Voetpool en/of fietspool
Vraag of de politie naar school wil komen voor een fietsgraveeractie. Iedere fiets krijgt een eigen nummer in het kader gegrift en de leerlingen ontvangen een identiteitskaart voor hun fiets. Daarop noteren zij het nummer en de kenmerken van de fiets. Op die manier is het voor de politie gemakkelijker om een gestolen fiets op te sporen.
Autovrije schooldagen zijn het ideale moment om een al dan niet tijdelijke fiets- of voetpool op te zetten. Voet- of fietspoolen is stappen of fietsen met een kleine, duidelijk herkenbare groep kinderen en een begeleider. Om te fietspoolen, moeten kinderen wel voldoende fietsvaardig zijn, op de openbare weg en in groep kunnen fietsen. Meer informatie vind je op de website www.fietspoolen.be.
Markt van tweedehandsfietsenen fietsmateriaal
Geen parking aan de schoolpoort
Organiseer een echte tweedehandsfietsenmarkt op school. Leerlingen kopen en verkopen zelfgebruikte fietsen en materiaal aan democratische prijzen. Denk aan fietsvlagjes, afneembare verlichting, fietsbellen, fietssloten, lichtgevende armbandjes, fluohesjes, fietshelmen…
Speelstraat Als de straat voor de schoolpoort mag worden afgesloten, kun je er een heuse speelstraat van maken. Speel er met de kinderen een groot spel, organiseer er een optreden, laat de kinderen hun creatieve voorstellen voor veiliger verkeer en veiligere mobiliteit met stoepkrijt op het wegdek tekenen.
Gemachtigde opzichters aan de schoolpoort Bij de meeste scholen staan al gemachtigde opzichters aan de schoolpoort, maar voor de autovrije schooldagen zijn misschien extra mensen nodig.
Fietsenstallingen
Een lied maken
Krijgt of plant je school nieuwe fietsenstallingen? Huldig ze in op een autovrije schooldag.
De kinderen maken met z’n allen een uniek Autovrije schooldag-lied.
Openbaar vervoer
Speciale actie Misschien haalt je school wel de media met een speciale stunt. Hou bijvoorbeeld met alle leerlingen een optocht doorheen de gemeente of geef een fietsbelconcert.
Fiets- en voetwash Leerlingen wassen de fietsen en poetsen de schoenen van al wie met de fiets of te voet naar school is gekomen.
Wandel- of fietstocht In het weekend voor of na de autovrije schooldag of schoolweek organiseer je een grote wandel- of fietstocht voor de leerlingen en hun ouders.
14
Tijdens de autovrije schooldagen richten leerlingen en leerkrachten de parkeerplaatsen aan de schoolpoort anders in en benutten ze die voor andere activiteiten. Op die manier tonen ze dat het daar zonder auto’s een gezellige en veilige ontmoetingsplek is. Waarom eens niet koffie en gebak uitdelen aan de ouders die hun kind autovrij hebben gebracht?
Je kunt met De Lijn onderhandelen over een halte aan de school als dat voor jouw school wenselijk is. Zorg voor een begeleider die de kinderen veilig van de halte tot op school brengt en omgekeerd.
Reorganisatie van de schooltoegang Maak de omgeving rond de schoolpoort autovrij en richt verderop een parking in. Je kunt ook een Kiss & Ride-zone inrichten, zodat de verkeersdrukte aan de schoolpoort afneemt. Bovenstaande voorbeelden en ideeën komen van Mobiel 21 zelf, van de website van verkeersouders (www. verkeersouders.be), uit de brochure Van verkeersdag tot verkeersweek van VSV of uit de themabundel Mobiliteit van MOS (Milieuzorg Op School). De scholen en gemeenten die achteraan in deze brochure vermeld staan, zorgden ook voor praktijkvoorbeelden en beeldmateriaal.
Wedstrijden Fiets schilderen en versieren
Sponsorwedstrijd
Organiseer een workshop om de fietsen van de kinderen te schilderen of te versieren. Vraag wel eerst toestemming aan de ouders. Koppel hieraan een wedstrijd voor de mooiste fiets.
De kinderen zoeken sponsors voor de kilometers die ze nu te voet of met de fiets afleggen in plaats van met de auto. Als kilometergeld rekenen ze bijvoorbeeld de kostprijs van de brandstof die voor hun verplaatsing verbruikt zou worden. De opbrengst besteed je aan een gepaste beloning voor de kinderen of geef je aan een goed doel.
Opstelwedstrijd Laat de kinderen iets schrijven bij titels als: Wat als de auto niet meer bestond? Hoe ziet de omgeving van je droomschool eruit?
Tekenwedstrijd Vraag ze om een tekening van de omgeving van hun droomschool, het vervoermiddel van hun dromen, ...
Fietsbehendigheidswedstrijd
Zoek de zeven verschillen Leerlingen vergelijken twee fietsen op gebied van veiligheid. Ze zoeken de verschillen tussen een fiets die wettelijk in orde is en een waaraan heel wat mankeert.
Miss en Mister Fiets, Fluoverkiezing, modeshow
Zoektocht met opdrachten in de schoolomgeving
In de Ms & Mr Fiets-verkiezing worden fietser en fiets beoordeeld, de eerste op uitrusting, de tweede op veiligheid. Draagt de fietser een helm of een fluovestje? In de Fluoverkiezing of modeshow wordt de meest zichtbare leerling verkozen.
Organiseer een schattenjacht, een oriëntatieloop, …
Attenties en prijzen:
Spaarkaart
- een eetbare verrassing (bv. ijsje) of een drankje; - een ontbijt voor diegenen die duurzaam naar school kwamen; - leuke stickers, petjes, balpennen, fluobandjes, fietsbellen,… (via sponsors); - een langere speeltijd; - een dag zonder huiswerk; - een fietstocht met de klas.
De kinderen rijden zo snel als mogelijk over een smal bruggetje, slalommen tussen kegels,…
Telkens als de leerlingen te voet of met de fiets naar school komen, verdienen ze een sticker of een stempel op hun spaarkaart. Met elke volle spaarkaart maken ze kans om prijzen te winnen.
15
De praktijk Hieronder vind je enkele voorbeelden van een autovrije schooldagenschoolweek.
Onze-Lieve-Vrouwcollege in Oostende, SAM-dag In het kort
Lesmoment
Op maandag 3 mei 2010 organiseerde de school voor de eerste maal een Sam-dag, een dag waar verkeer, mobiliteit, milieu en veiligheid centraal stonden. Die dag vond plaats tijdens de campagneweek van Sam de Verkeersslang, in de eerste week van mei.
Voor de kinderen begonnen met de workshops kregen ze nog een les over de invloed van het milieu op het verkeer.
Initiatiefnemers
Om 10.30 uur gingen de workshops van start, ze waren klasoverschrijdend. Hier volgt een overzicht:
Directie en leerkrachten van de school.
Verkiezing van Miss en Mister Fluo
Doelstellingen Veilige en milieuvriendelijke verplaatsingen in de kijker zetten. Leerlingen en ouders motiveren om op een milieuvriendelijke en veilige manier naar school te komen.
Activiteiten Door te voetpoolen en deel te nemen aan allerlei workshops werden de kinderen een dagje ondergedompeld in de wereld van Sam.
Voetpoolen Om 8.30 uur ’s ochtends verzamelden de kinderen aan een poolpunt dat zich het dichtst bij hun woning bevond. Er waren zes poolpunten. Een leerkracht wachtte hen daar op om samen naar een verzamelpunt te wandelen. Alle leerlingen trokken een fluohesje aan, hun boekentassen mochten ze die dag thuis laten. Ouders konden ook meepoolen.
16
Workshops
Om het imago van het fluohesje een boost te geven, konden de kinderen tijdens deze workshop hun hesje personaliseren, op een veilige manier leren lopen op de catwalk (met verkeerskegels op de runway), ze bedachten ook een liedje of een slogan om andere leerlingen te motiveren en maakten promotiefolders en een affiche. Aan het einde van de dag organiseerde de school een verkiezing voor alle leerlingen, ouders en leerkrachten.
Sleutelen aan de fiets Een fietsenhandelaar uit de buurt kwam de workshop geven en leerde de kinderen hoe zorg te dragen voor hun fiets en hoe die te onderhouden.
Zoek Sam de Verkeersslang De kinderen ondernamen een zoektocht naar Sam. Op een stratenplan kregen ze eerst de locatie te zien. Dan gingen ze onder begeleiding van een politieagent op zoek. Tijdens hun zoektocht markeerden ze de verkeersonveilige plaatsen.
op 3 mei 2010 Fietsbellied en concert
Geflitst
De kinderen leerden met de fietsbel een lied spelen en gaven daarna een heus fietsbellenconcert.
De leerlingen gingen flitsen. Zij maakten foto’s van verkeersvriendelijke situaties en leuke verkeersmomenten.
Fietsschilderen De kinderen toverden oude fietsen om tot een kunstwerkje.
Verkeersspel De turnjuf werkte een verkeersspel uit dat je enkel kon winnen door je milieubewust te verplaatsen. Dat werd gecombineerd met een memoryspel van verkeersborden.
In de namiddag wisselden de kinderen van workshop. De leerlingen van het zesde leerjaar namen daar niet aan deel, wel aan het fietsexamen. De stad Oostende nodigde de leerlingen uit om te werken aan hun fietsvaardigheden en een echt fietsexamen af te leggen. Ze kregen het bijbehorende diploma.
Slotmoment
De leerlingen werkten aan een kort theaterstukje waarvan hen de titel was opgelegd: Wat als de auto niet bestond?
Vanaf 14.45 uur waren ook de ouders welkom om de resultaten te komen bewonderen. De kinderen uit de verschillende workshops stelden hun werk voor: het toneeltje, de modeshow met fluohesjes, het fietsbellied, de fietskunst en het sleutelen aan de fiets. De directeur sloot de Sam-dag af.
Het openbaar vervoer
Evaluatie
Een medewerker van De Lijn of de NMBS leerde de leerlingen een dienstregeling lezen en vertelde over de voordelen van het openbaar vervoer.
Alle betrokkenen evalueerden het project als zeer positief. Ouders, leerlingen, leerkrachten en directie willen volgend jaar opnieuw een Sam-dag.
Theater
Filmpje over het verkeer Via een zelfgemaakt of bestaand filmpje vertelden de leerlingen wat zij vonden van de relatie tussen verkeer en milieu.
17
Gemeente Sint-Pieters-Leeuw, Stap- en Trapweek In het kort
Activiteiten
In 2010 organiseerde de gemeente voor de elfde keer een Stap- en Trapweek (vroeger onder de naam Autoluwe schoolweek) met een scholencross als afsluiter. De gemeente vroeg aan ongeveer 1.350 kinderen van alle negen basisscholen en aan hun ouders om gedurende minstens één week de achterbank van de auto in te ruilen voor meer duurzame vervoerswijzen, zoals het stappen en trappen (=fietsen).
Stempelkaart
Initiatiefnemers De Stap- en Trapweek waaraan de scholen van SintPieters-Leeuw meewerkten, groeide vanuit enkele gemeentelijke initiatieven voor verkeer en mobiliteit. De krachten werden verenigd om het draaiboek voor deze Stap- en Trapweek te realiseren.
Doelstellingen Gezonde functionele en recreatieve verplaatsingen aanmoedigen, m.a.w.: - aanzetten tot meer bewegen; - meer zin doen krijgen in sporten; - bij de woon-schoolverplaatsing stappen en trappen stimuleren; - tijdens de Stap- en Trapweek verkeerseducatieve initiatieven stimuleren; - de schoolkinderen en hun ouders sensibiliseren.
18
Voor elke dag dat een leerling tijdens de Stap- en Trapweek te voet of met de fiets naar school kwam, kreeg hij van de leerkracht een stempel of paraaf. Had de leerling op het einde van de week vijf stempels of parafen verzameld, dan kwam hij in aanmerking om verkozen te worden als laureaat van de school. Iedere school kon slechts een laureaat bekronen. Aan het slot van de scholencross kregen alle laureaten een mooie prijs (bijvoorbeeld fietsattributen).
Scholencross Als afsluiter van de Stap- en Trapweek werd voor alle scholen een scholencross georganiseerd. Begeleid door de lokale politie, ouders en grootouders fietsten ongeveer 700 kinderen naar de gemeentelijke sporthal. Daar werd voor het eerste en tweede leerjaar een Start to Run georganiseerd. Met dat programma leerden de jongste leerlingen hoe zij een aanvaardbare conditie kunnen opbouwen. De leerlingen van het derde en vierde leerjaar namen deel aan een Start to Run met aangepaste oefeningen. De kinderen van het vijfde en zesde leerjaar liepen naar aloude traditie 1.000 meter.
van 20 tot 24 september 2010 Campagne Zien en gezien worden in het verkeer! Omdat zichtbaarheid in het verkeer levensbelangrijk is, organiseerde het gemeentebestuur tijdens de Stap- en Trapweek ook de campagne: Zien en gezien worden in het verkeer! Hiermee wilde het bestuur zoveel mogelijk mensen ervan overtuigen hoe belangrijk het is dat fietsers en voetgangers in het verkeer goed zichtbaar zijn. De gemeente stelde een verkeerseducatieve brochure op met allerlei informatie en tips en bezorgde die aan elk kind.
Modeshow
Evaluatie Tijdens de vorige edities werd de Stap- en Trapweek Autoluwe week genoemd. Naar aanleiding van een bevraging bij de kinderraad werd vanaf editie 2009 de naam Stap- of Trapweek gebruikt. Die nieuwe naam maakt het voor kinderen gemakkelijker om zich een beeld te vormen van de inhoud van het initiatief. Door het blijvende engagement en enthousiasme van de deelnemende scholen, schoolkinderen en hun ouders, krijgt de Stap- en Trapweek binnen de gemeente Sint-Pieters-Leeuw stilaan een duurzaam karakter.
In het kader van de campagne Zien en gezien worden in het verkeer! werd op de laatste dag ook een modeshow georganiseerd, waarbij elke school één leerling op een ludieke manier omtoverde tot een opvallende zachte weggebruiker.
Randanimatie Op de laatste dag van de week werd, naast de scholencross en de modeshow, ook allerlei randanimatie georganiseerd. Zo waren er gekke fietsen, een human soccer game, een verkeersquiz, hockey, springkasteel, danssessies,… en als afsluiter een muziekconcert.
19
Gemeente Gingelom, Autoluwe schooldag en Velodroomweek In het kort
Doelstellingen
In mei 2010 vond in alle Gingelomse basisscholen de Velodroomweek plaats met als slogan: Wij doen het op de fiets. De Velodroomweek is een initiatief van de provincie Limburg, waarbij gemeenten, scholen en verenigingen werden opgeroepen om die week fietsactiviteiten te organiseren. Die week in het teken van de fiets vindt jaarlijks in mei plaats en is het hoogtepunt van tal van andere mobiliteitsinitiatieven en verkeersactiviteiten in de gemeente. Tijdens de week werden op de basisscholen in Gingelom verschillende activiteiten gepland en op woensdag werd een autoluwe schooldag georganiseerd.
Alle acties hebben als doel:
Initiatiefnemers De mobiliteitsdienst van de gemeente coördineert de acties die de scholen over duurzame mobiliteit organiseren. Een viertal keer per schooljaar komt een werkgroep Mobiliteit samen om de geplande activiteiten te bespreken. Die werkgroep bestaat uit afgevaardigden van de gemeentelijke mobiliteitsdienst, de lokale politie, de Gingelomse scholen en de schepen van Mobiliteit.
20
- duurzame verplaatsingen volgens het STOP-principe te stimuleren; - de leerlingen in het verkeer weerbaarder te maken.
Activiteiten Voet- en fietspools Op de autoluwe schooldag van woensdag werden verscheidene voet- en fietspools ingericht. Die pools kregen begeleiding van de leerkrachten, de mobiliteitsdienst en de politie. Omwille van veiligheidsredenen konden leerlingen pas vanaf het derde leerjaar deelnemen. Ook de leerlingen die met de schoolbus kwamen, deden een extra inspanning. Voor een keertje stapten zij eerder van de bus, op enkele honderden meters voor de schoolpoort. De rest van hun traject legden ze te voet af.
Dag van de jonge fietser in het verkeer Op donderdag werd voor alle leerlingen van het zesde leerjaar een fietsparcours georganiseerd. In kleine groepjes legden ze met de fiets een parcours af dat was afgezet met nadars en waarbinnen zone 30 van toepassing was. Het verkeer mocht wel passeren, maar op gevaarlijke punten stond er een gemeenschapswacht
van 3 tot 7 mei 2010 of politieagent. Onderweg zagen de leerlingen zich geconfronteerd met verschillende verkeersituaties en voerden ze opdrachten uit, zoals een behendigheidsparcoursrijden of vragen over de verkeersregels beantwoorden. De doelstelling van die dag was de leerlingen te laten kennismaken met reële verkeerssituaties.
Spaaractie duurzame verplaatsingen Stappers en trappers werden beloond met een spaarpunt als ze zich te voet of met de fiets verplaatsten. Droegen ze een fluohesje en/of een fietshelm, dan kregen ze extra punten. Van elke school werd de klas beloond die naar verhouding de meeste spaarpunten had verzameld. Zij mochten op uitstap naar een verkeerspark. De spaaractie begon net na de paasvakantie (april) en liep tot einde mei 2010. De autoluwe schooldag viel dus midden in die spaaractie.
Fietscontroles De wijkagent of de gemeenschapswacht voerde tijdens de Velodroomweek fietscontroles uit. Op basis van de fietscontrolekaart werden de fietsen aan een grondige technische controle onderworpen.
Mascotte Jeroom, de haai In 2009 introduceerdede provincie Limburg de mascotte van de autoluwe schooldag: Jeroom, de haai. Hij is geen onbekende voor de Gingelomse schoolkinderen. Jeroom duikt op regelmatige tijdstippen op om de leerlingen attent te maken op het belang van duurzame verplaatsingen. In Gingelom kwam Jeroom ook echt tot leven en riep hij leerkrachten, leerlingen en (groot)ouders op om de auto te laten staan, zeker op de autoluwe schooldag. Hij wou dat ze kozen voor een gezonder, milieuvriendelijker en bovendien goedkoper alternatief: te voet of met de fiets naar schoolgaan.
Evaluatie Alle betrokken partijen waren positief over de initiatieven over duurzame mobiliteit. De aantrekkingskracht van de mascotte Jeroom speelde zeker een rol in de goede afloop van de acties. De pools kenden in alle scholen een groot succes. Ook het fietsparcours voor de zesdejaars werd als geslaagd bestempeld en zal voortaan jaarlijks herhaald worden.
21
Nuttige adressen
Mobiel 21 vzw
Stichting Vlaamse Schoolsport (SVS)
Vital Decosterstraat 67 A 3000 Leuven Tel. 016 23 94 65 Fax 016 29 02 10
[email protected] www.mobiel21.be
Centraal secretariaat Leopold II-laan 184 D 1080 Brussel Tel. 02 420 06 80 Fax 02 420 31 71 www.schoolsport.be www.meesteropdefiets.be
Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV) Louizastraat 40 2800 Mechelen Tel. 015 44 65 50 Fax 015 44 65 59
[email protected] www.verkeerskunde.be
Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid (BIVV) Haachtsesteenweg 1405 1130 Brussel Tel. 02 244 15 11 Fax 02 216 43 42
[email protected] www.bivv.be
22
Milieuzorg Op School (MOS) Koning Albert II-laan 20 bus 8 Fax 02 553 80 55 1000 Brussel
[email protected] www.milieuzorgopschool.be
Colofon
Redactie herwerking 2011 Jasper Vandenberghen Kim Theys Marjan Frederix
Eindredactie Katleen Stroombergen Diane De Bruyn
Lay-out Nadine Maes
Datum Augustus 2011 ISBN 9789074633925 D/2011/6695/06
Met dank aan Onze-Lieve-Vrouwcollege te Oostende Gemeente Gingelom Gemeente Sint-Pieters-Leeuw
Verantwoordelijke uitgever Elke Bossaert Mobiel 21 vzw Vital Decosterstraat 67 A 3000 Leuven Tel. 016 23 94 65 Fax 016 29 02 10
[email protected] www.mobiel21.be Mobiel 21 vzw realiseerde deze brochure binnen de campagne Sam de Verkeersslang, met steun van KBC en Levenslijn
Alle rechten voorbehouden. Behoudens de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets van deze uitgave worden verveelvoudigd, vertaald of aangepast, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Mobiel 21 vzw©2011
23
Bijlage A
Klasformulier Verplaatsingswijze Hoe komen de leerlingen naar school? De leerkracht vult achter elke vervoerswijze in hoeveel leerlingen op die manier van thuis naar school gaan en omgekeerd. Vraag dat de kinderen de hand opsteken. Noteer alleen het hoofdvervoermiddel, dat waarmee het kind meestal de grootste afstand tussen thuis en school aflegt.
Vervoerswijze
Aantal leerlingen
Te voet Begeleide rij1 Met de fiets Fietspoolen2 Met de schoolbus Met een De Lijnbus Met de trein Carpoolen3 Met de auto als passagier Met de auto als bestuurder* Met de bromfiets klasse A* Met de bromfiets klasse B* Totaal
1 Begeleide rij: de leerkracht begeleidt een groep leerlingen op weg naar school en naar huis een paar 100 meter te voet. Begeleiders hebben vaak het statuut van gemachtigde opzichter. 2 Fietspoolen: fietsen met een kleine, duidelijk herkenbare groep kinderen onder begeleiding van een volwassene. 3 Carpoolen: samen naar school rijden met de auto, kinderen meenemen die geen deel uitmaken van het gezin. * Enkel voor het secundair onderwijs
24
Bijlage B
Klasformulier Verplaatsingswijze per seizoen herfst – winter – lente – zomer Hoe komen de leerlingen naar school? De leerkracht vult achter elke vervoerswijze en per seizoen in hoeveel leerlingen op die manier van thuis naar school gaan en omgekeerd. Vraag dat de kinderen de hand opsteken. Noteer alleen het hoofdvervoermiddel, dat waarmee het kind meestal de grootste afstand tussen thuis en school aflegt.
Vervoerswijze
Aantal leerlingen per seizoen Herfst
Winter
Lente
Zomer
Aantal
%
Te voet Begeleide rij1 Met de fiets Fietspoolen2 Met de schoolbus Met een De Lijnbus Met de trein Carpoolen3 Met de auto als passagier Met de auto als bestuurder* Met de bromfiets klasse A* Met de bromfiets klasse B* Totaal
1 2 3 *
Begeleide rij: de leerkracht begeleidt een groep leerlingen op weg naar school en naar huis een paar 100 meter te voet. Begeleiders hebben vaak het statuut van gemachtigde opzichter. Fietspoolen: fietsen met een kleine, duidelijk herkenbare groep kinderen onder begeleiding van een volwassene. Carpoolen: samen naar school rijden met de auto, kinderen meenemen die geen deel uitmaken van het gezin. Enkel voor het secundair onderwijs
25
Bijlage C
Schoolformulier Verplaatsingswijze seizoen: herfst – winter – lente – zomer Hoe komen de leerlingen naar school? Op dit schoolformulier brengt de directie of verantwoordelijke de gegevens van de verschillende klasformulieren samen.
Aantal leerlingen per leerjaar 1ste jaar
Vervoerswijze
2de jaar
1ste jaar
3de jaar
2de jaar
4de jaar
3de jaar
4de jaar
5de jaar
5de jaar
6de jaar
6de jaar
Aantal
Aantal
%
Te voet Begeleide rij1 Met de fiets Fietspoolen2 Met de schoolbus Met een De Lijnbus Met de trein Carpoolen3 Met de auto als passagier Met de auto als bestuurder* Met de bromfiets klasse A* Met de bromfiets klasse B* Totaal
1 2 3 *
26
Begeleide rij: de leerkracht begeleidt een groep leerlingen op weg naar school en naar huis een paar 100 meter te voet. Begeleiders hebben vaak het statuut van gemachtigde opzichter. Fietspoolen: fietsen met een kleine, duidelijk herkenbare groep kinderen onder begeleiding van een volwassene. Carpoolen: samen naar school rijden met de auto, kinderen meenemen die geen deel uitmaken van het gezin. Enkel voor het secundair onderwijs
Aanbod Mobiel 21 Inhoudelijke begeleiding Mobiel 21 begeleidt scholen en gemeenten bij het opstarten van een fiets-, voet- of carpool: - toelichten van het stappenplan - video fietspoolen - specifieke vragen van betrokkenen Meer informatie: www.fietspoolen.be
Ondersteunend materiaal - handleiding poolen - dvd fietspoolen - fietspoolpas
Aanbod scholen SAM: Die campagne stimuleert milieuvriendelijke verplaatsingen van en naar school. De campagne bestaat uit een spel en een inhoudelijk aanbod over verkeer en mobiliteit. Een week lang krijgen de leerlingen een sticker als ze op een duurzame manier naar school komen. De stickers worden op de slang verzameld. Schoolvervoerplan: Dat plan bestaat uit een knelpuntenanalyse en actieplan om milieuvriendelijke verplaatsingen naar en van school te stimuleren. Mobiel 21 werkt hierbij samen met de directie, leerkrachten, leerlingen, ouders, politie en gemeente. Schoolroutekaart: Op die kaart staan de veiligste schoolroutes van en naar school. Fietsen staat centraal, eventueel aangevuld met staproutes en openbaarvervoerfaciliteiten. Meester op de fiets: De school nodigt een fietsmeester uit die samen met de leerkracht fietsvaardigheidstraining aan de leerlingen geeft. MORE: Een spel over duurzame mobiliteit voor leerlingen van de tweede en derde graad lager onderwijs. De leerlingen nemen het werk over van een journalist die een speciale bijlage in de krant moet maken over duurzame mobiliteit.
Kwartet: Duurzame-mobiliteitskwartet om leerlingen uit het secundair onderwijs op een speelse manier te informeren over alle aspecten van duurzame mobiliteit. Live: Een interactief lessenpakket over verkeer en mobiliteit voor het secundair onderwijs. In tien lessen nemen de leerlingen de verkeersleefbaarheid in de schoolomgeving onder de loop. Autovrije schooldagen: Op autovrije schooldagen probeert de school het autoverkeer zoveel mogelijk te beperken. Het is een bewustmakingsactie om leerlingen en leerkrachten op een milieuvriendelijke manier naar school te doen komen. Scholenovereenkomst: De gemeente en haar scholen sluiten een overeenkomst over verkeer en mobiliteit af voor een vastgelegde termijn. Het gaat om maatregelen en initiatieven op vlak van infrastructuur, informatie, sensibilisatie, educatie of vervoersorganisatie die gemeenten, directies, ouders en andere betrokken partijen realiseren binnen een afgesproken termijn. Ruimte gevraagd: Plaatsen waar de zachte weggebruiker nauwelijks ruimte heeft en waar voetgangers of fietsers gevaar lopen, worden visueel benadrukt met verkeersfiguren. Zo worden ze zichtbaarder voor het gemotoriseerd verkeer en kan je buurtbewoners, weggebruikers en het lokale beleid op een ludieke manier bewustmaken van het probleem. Begeleiding op maat: Mobiel 21 begeleidt scholen bij het uitwerken of invoeren van bovenstaande projecten. Heeft de school een andere vraag of zelf een idee, dan helpt Mobiel 21 graag een antwoord te zoeken of het idee uit te werken.
Meer informatie www.verkeersslang.be www.meesteropdefiets.be www.mobiel21.be
27