Autoverzekering BA bij jongeren
Car Insurance Survey
Eindrapport
Statistics Belgium Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie
2 0 1 3
Inhoudstafel
1
Doel en onderwerp van de studie......................................................................................................... 3
2
Gegevensverzameling ........................................................................................................................... 4
3
Resultaten en bespreking ..................................................................................................................... 6 3.1
Bezit van een rijbewijs type B ....................................................................................................... 6
3.2
Proberen afsluiten van een verzekering op eigen naam .............................................................. 8
3.3
Huidige autoverzekering ............................................................................................................. 12
3.4
Tariferingsbureau ........................................................................................................................ 19
4
Conclusies ........................................................................................................................................... 21
5
Bijlagen................................................................................................................................................ 23 5.1
Bijlage1: Steekproeftrekking ....................................................................................................... 23
5.2
Bijlage 2: Berekening van de gewichten ..................................................................................... 25
5.3
Bijlage 3: Vragenlijst die gebruikt is voor de Car Insurance Survey ............................................ 27
1 Doel en onderwerp van de studie In 2012 heeft de heer Johan Vande Lanotte, Vice-Eerste Minister en Minister van Economie, Consumenten en Noordzee, aan zijn administratie gevraagd de toegankelijkheid tot de verplichte autoverzekering burgerlijke aansprakelijkheid voor jonge autobestuurders te onderzoeken. De ADSEI stelde voor een enquête uit te voeren bij de jonge autobestuurders zelf en kreeg hiertoe van de minister de opdracht. Onderzoeken hoe de toegang verloopt voor jongeren tot een autoverzekering is dan ook het centrale doel van deze enquête. Er wordt onder meer onderzocht of weigeringen vaak voorkomen wanneer jongeren een autoverzekering proberen aan te gaan, hoe actief jongeren zijn in hun zoektocht naar een autoverzekering, op welke wijze jongeren een autoverzekering aangaan en of ze hiervoor al dan niet een beroep moeten doen op het Tariferingsbureau. Hiertoe werd een vragenlijst opgesteld, die via internet of schriftelijk kon ingevuld worden. In het volgend punt van dit rapport wordt de wijze van gegevensverzameling nader toegelicht.
3
2 Gegevensverzameling Om de informatie bij de jongeren te bekomen is, omwille van het leeftijdsprofiel van de doelgroep en de beschikbare middelen, geopteerd voor een web- (CAWI) en postale bevraging. De steekproef is getrokken uit het Rijksregister. Alle individuen van 18 tot en met 29 volledige jaren oud die in België verblijven en niet tot een collectief huishouden behoren, kwamen in aanmerking. Om de representativiteit van de netto-steekproef te bevorderen, werd bij de steekproeftrekking gestratificeerd op regio, urbanisatiegraad, geslacht, leeftijd en gezinsgrootte. De initiële steekproef bestond uit 5.002 individuen. Door de lage respons en het gegeven dat 1 op 3 respondenten geen rijbewijs bezit, was een bijkomende steekproef van 9.994 personen noodzakelijk om het vooropgestelde minimum aantal van 1.500 voor analyse bruikbare respondenten te bereiken. Zie bijlage 1 voor meer informatie over de steekproeftrekking. De vragenlijst is een self-completion vragenlijst waarvan zowel een internetversie (CAWI) als een papieren versie (7 pagina’s in kleur) (zie bijlage 3)werd ontwikkeld. Er werd gepeild naar: • het actuele autogebruik, • de wagen waar men de afgelopen 12 maanden het meest mee heeft gereden, • afsluiten eerste autoverzekering op eigen naam, • het Tariferingsbureau, • socio-demografische kenmerken. De vragenlijst werd voorafgaandelijk bij 7 proefpersonen getest. Uit de test bleek dat de gemiddelde duur om de vragenlijst in te vullen 15 minuten bedraagt op voorwaarde dat de respondent goed op de hoogte is van de auto en de verzekering (of de eigenaar van de auto beschikbaar is) en de documenten (groene kaart, roze kaart, verzekeringspolis) bij de hand heeft. Omdat het Rijksregister geen e-mail adressen bevat, worden de respondenten steeds postaal benaderd: • • •
Alle geselecteerde respondenten krijgen een brief van de FOD Economie met de vraag om via een web-enquête mee te werken aan de enquête. De brief bevat de URL, hun login en paswoord. Er wordt niets gezegd over een mogelijke papieren versie. Respondenten die niet via internet meewerken, ontvangen een herinneringsbrief met papieren versie van de vragenlijst en omslag om de vragenlijst portvrij terug te sturen. Ook blijft de mogelijkheid bestaan om via internet deel te nemen. Een tweede herinneringsbrief wordt gestuurd als het antwoord uit blijft. Het gaat om een brief met de URL van de web-enquête, de login en het paswoord. Uiteraard mag ook de schriftelijke vragenlijst, die bij de eerste herinneringsbrief werd opgestuurd, nog gebruikt worden.
De eerste brieven werden op 27 maart verstuurd. Het veldwerk werd op 5 juli definitief afgesloten met 2.570 ingevulde vragenlijsten, waarvan 1.708 minstens een rijbewijs B hadden. 66% van de vragenlijsten werden via CAWI (internet) ingevuld, de overige 34% op papier.
4
De globale respons bedroeg na de tweede herinneringsbrief 17,1%. Slechts 3,6% van de respondenten vulden de vragenlijst in bij ontvangst van de eerste brief. Een eerste herinneringsbrief verhoogde de respons naar 9,3%. De respons was met 19,0% het hoogst in Wallonië. In Vlaanderen bedroeg de respons 17,2% en in Brussel 15,0%. Er was geen lineair effect op de respons voor wat betreft de leeftijd. De respons was hoger bij vrouwen (18,5%) dan bij mannen (15,8%). Voor de analyses werd de netto-steekproef gewogen in functie van de populatieverdeling voor regio, urbanisatiegraad, geslacht, gezinsgrootte, leeftijd en diploma. Zie bijlage 2 voor meer informatie over de berekening van de gewichten. Om kwaliteitsredenen werden 34 interviews niet weerhouden voor analyse. Bijgevolg bestaat de netto-steekproef uit 2.536 respondenten.
5
3 Resultaten en bespreking In dit gedeelte worden de resultaten van de enquête over de autoverzekering bij jongeren besproken. Deze zijn bekomen door op de steekproefgegevens gekalibreerde gewichten toe te passen, zoals eerder al vermeld. Meer detail over het tot stand komen van de gekalibreerde gewichten is terug te vinden in bijlage 2. Dankzij de kalibratie is het mogelijk om uitspraken te doen voor de gehele onderzochte populatie. Dit gedeelte bestaat uit 4 onderdelen. Een eerste deel gaat over het rijbewijsbezit van jongeren. Het afsluiten van een autoverzekering op eigen naam is het thema dat in het volgende deel wordt besproken. Daarna gaat het over de huidige autoverzekering. Het laatste onderdeel handelt over het Tariferingsbureau.
3.1
Bezit van een rijbewijs type B
Uit de enquête blijkt dat ongeveer 35 % van de jongeren niet in het bezit is van een rijbewijs B of hoger. Dit betekent dat deze groep van jongeren niet op zoek is naar een autoverzekering. In de grafiek hieronder kan men de exacte verdeling vinden van de categorie rijbewijs dat de jongeren bezitten, waarbij hoofdzakelijk de categorieën B of geen rijbewijs vertegenwoordigd zijn. Grafiek 1. Verdeling volgens categorie van het rijbewijs dat jongeren (18- tot 29-jarigen) behaald hebben.
Verdeling categorie rijbewijs 2,0 %
Rijbewijs type C of hoger
63,4 %
Rijbewijs type B 2,9 %
Rijbewijs type A Geen
31,7% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
Om na te gaan of dit een representatief resultaat is voor de populatie, werd aan de Federale Overheidsdienst Mobiliteit (FOD Mobiliteit) gevraagd om geanonimiseerde gegevens te bezorgen over de verdeling qua leeftijd of geboortejaar van de jongeren uit de databank rijbewijzen. De FOD Mobiliteit heeft aan het verzoek kunnen voldoen en de door hen aangeleverde verdeling qua geboortejaar is gelinkt aan de verdeling qua geboortejaar van de populatie in het Rijksregister. Hieruit blijkt dat 61,8% van de 18- tot 29-jarigen een rijbewijs B of hoger behaald heeft, terwijl 38,2% van de jongeren nog niet in het bezit is van een rijbewijs B of hoger. Op basis van deze benchmark kan besloten worden dat het verschil tussen de verdelingen klein is. Bijgevolg kan het gevonden resultaat als representatief 6
beschouwd worden voor de populatie. Het kleine verschil zou verklaard kunnen worden doordat jongeren zonder rijbewijs iets minder geneigd zijn om deel te nemen aan de enquête. Deze percentages, bekomen door de data uit de databank rijbewijzen te linken aan de verdeling qua leeftijd van de jongeren in het Rijksregister, verbergen wel dat er binnen de groep van 18- tot 29-jarigen grote verschillen zijn wat betreft het bezitten van een rijbewijs B of hoger. Als een gedetailleerde analyse wordt gemaakt per geboortejaar, dan is het duidelijk dat het vooral de jongeren onder de 21 jaar zijn die nog geen rijbewijs B behaald hebben. De onderstaande grafiek toont dit duidelijk. Het is pas vanaf de leeftijd van 21 jaar, dus met geboortejaar 1992 of vroeger, dat er meer jongeren zijn met een rijbewijs B dan zonder. Grafiek 2. Verdeling bezit rijbewijs op basis van geboortejaar (extractie 2013). 100% 80% 60% % met rijbewijs 40%
% zonder rijbewijs
20% 0% 1982
1984
1986
1988
1990
1992
1994
1996
In de studie werd nagegaan of er een verband bestaat tussen het bezitten van een rijbewijs en leeftijd. Jongeren werden opgedeeld in twee groepen om een vergelijking te maken: enerzijds de 18- tot 24-jarigen en anderzijds de 25 tot 29-jarigen. Deze opdeling vloeit voort uit het feit dat in studies met betrekking tot jonge autobestuurders jongeren ofwel als 18- tot 24-jarigen worden gedefinieerd of als 18- tot 29-jarigen1. In sommige studies zijn de 25-tot 29-jarigen inbegrepen en in andere niet, daarom is er voor gekozen om in deze studie deze twee groepen met elkaar te vergelijken. Een extra reden voor deze opdeling is dat uit de ongevallenstatistieken blijkt dat het risico op een ongeval afneemt wanneer jongeren de leeftijd van 25 jaar bereiken.2 Dit kan gevolgen hebben voor de hoogte van de premie die jongeren moeten betalen voor hun autoverzekering. Uit grafiek 3 blijkt dat er een significant verschil is tussen de 18- tot 24-jarigen en de 25- tot 29jarigen wat betreft het bezit van een rijbewijs. Van de oudere groep jongeren zijn er 78,1% in het bezit van een rijbewijs B of hoger, terwijl dit percentage voor de 18- tot 24-jarigen maar 56,1% bedraagt. Bovendien toont de chi-kwadraattoets3 aan dat er een significant verband (p<0.0001) bestaat tussen leeftijd en het hebben van een rijbewijs.
1
Zie studie BIVV naar risico voor jonge bestuurders in het verkeer, 2011, p.37 Zie studie BIVV naar risico voor jonge bestuurders in het verkeer, 2011, p.37 3 Er werd voor alle chi-kwadraattoetsen in deze analyse gebruikt gemaakt van de SURVEYFREQ-procedure in SAS om een correcte uitspraak te doen over de significantietoetsen bij gebruik van gewichten in de analyse. 2
7
Grafiek 3. Verdeling bezit rijbewijs op basis van leeftijdsgroepen. 100% 90% 80%
21,9% 34,6%
43,9%
70% 60% GEEN rijbewijs B of hoger
50% 40% 30%
Rijbewijs B of hoger
78,1% 65,4%
56,1%
20% 10% 0% 18- tot 24-jarigen
3.2
25- tot 29-jarigen
18- tot 29-jarigen
Proberen afsluiten van een verzekering op eigen naam
Wanneer jongeren een verplichte burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering willen afsluiten als bestuurder van een wagen, kunnen ze dit doen op eigen naam of ze kunnen zich laten inschrijven als bestuurder in de verzekeringspolis van iemand anders. In het eerste geval is de jongere zelf de verzekeringnemer en gaat hij dus zelf een verzekering aan. In het andere geval sluit een andere persoon de verzekering af, maar staat in de polis vermeld dat ook de jongere met de wagen rijdt waarvoor de autoverzekering is afgesloten. In dit gedeelte worden de activiteiten behandeld die jongeren ondernemen om een verzekering af te sluiten op eigen naam. Eerst zal besproken worden hoeveel jongeren met een rijbewijs een poging ondernemen om een verzekering aan te gaan op eigen naam. Daarna gaat het over het aantal offertes die jongeren gevraagd en bekomen hebben. Vervolgens gaat het in dit onderdeel over de jongeren die geweigerd zijn geweest door verzekeringsaanbieders bij hun poging om op eigen naam een autoverzekering aan te gaan. Tot slot wordt nagegaan met welke uitspraak het resultaat van de poging het best omschreven kan worden. De activiteitsgraad van de jongeren om een verzekering af te sluiten op eigen naam, ligt niet echt hoog. Ongeveer 4 op de 10 jongeren met een rijbewijs B of hoger heeft ooit zelf een poging ondernomen om een autoverzekering voor privédoeleinden af te sluiten op eigen naam. In de grafiek hieronder is de gedetailleerde verdeling te zien.
8
Grafiek 4. Percentage jongeren die proberen een autoverzekering op eigen naam af te sluiten.
Geen poging ondernomen
58,8%
Poging ondernomen
41,2%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
Voor de jongeren die momenteel tussen de 18 en de 29 jaar oud zijn, is er een verschil in activiteitsgraad om een verzekering af te sluiten. Het verschil wordt getoond in grafiek 5. Ongeveer een kwart van de jongeren die momenteel tussen de 18 en de 24 jaar oud zijn, heeft tot op heden al een poging ondernomen om een autoverzekering op eigen naam aan te gaan. Bij de jongeren tussen de 25 en de 29 jaar daarentegen bedraagt dit percentage 58,2%. Bovendien blijkt uit de chi-kwadraattoets dat het om een significant verschil gaat (p<0.0001). Hierbij dient wel opgemerkt te worden, dat de huidige leeftijd van de jongeren niet noodzakelijk overeenkomt met de leeftijd waarop men voor het eerst geprobeerd heeft om een verzekering op eigen naam af te sluiten.
Grafiek 5. Verdeling poging om verzekering af te sluiten op eigen naam volgens leeftijdsgroepen. 100% 90% 80%
41,8% 58,8%
70% 60%
75,8%
50%
GEEN poging ondernomen
40%
Poging ondernomen
30%
58,2% 41,2%
20% 10%
24,2%
0% 18- tot 24-jarigen
25- tot 29-jarigen
18-tot 29-jarigen
Een mogelijke verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat het vooral mensen die eigenaar zijn van de wagen waarmee ze rondrijden, een autoverzekering afsluiten op eigen naam. Er kan aangenomen 9
worden dat het minder vaak voorkomt dat men, wanneer men een jongere leeftijd heeft, ook eigenaar is van de wagen waarmee men rijdt. Uit deze studie blijkt er steun voor deze hypothese. Volgens de chikwadraattoets is er een significant verband (p< 0.0001) tussen leeftijd en het eigenaar zijn van de wagen waarmee men rijdt. Jongeren met een leeftijd tussen de 25 en 29 jaar rijden vaker rond met de wagen waarvan ze ook de eigenaar zijn ten opzichte van jongeren die 18 tot 24 jaar oud zijn. Wanneer men naar de huidige leeftijd van de jongeren kijkt, mag men bovendien niet vergeten dat wie ouder is al meer tijd en meer kansen gehad heeft om een verzekering op eigen naam af te sluiten. Vervolgens wordt nagegaan hoeveel offertes jongeren vragen aan en bekomen van verzekeraars, wanneer ze voor het eerst een poging ondernemen om een autoverzekering op eigen naam af te sluiten. In de analyses hieronder gaat het dus alleen over jongeren die ooit al geprobeerd hebben om op eigen naam een autoverzekering af te sluiten. Bijna de helft van deze jongeren vraagt maar één offerte aan de verzekeraars in hun zoektocht naar een autoverzekering op eigen naam. Dat kan men vaststellen in grafiek 6. Minder dan 5% vraagt 5 of meer offertes aan de verzekeraars. Wat opvalt is dat 15,4% van de jongeren geen offertes aanvragen wanneer ze voor het eerst op eigen naam een autoverzekering willen bekomen, maar zonder offerte direct bij een verzekeraar een autoverzekering, al dan niet op eigen naam, afsluiten. Indien er geen of maar 1 offerte gevraagd wordt, gaan de jongeren vermoedelijk naar de verzekeraar waar de ouders en/of andere familieleden al klant zijn. Dit is echter niet aan te tonen met deze enquête. Aangezien de jongeren niet erg bedrijvig zijn in het vragen naar offertes, is het niet zo verwonderlijk dat bijna de helft ook slechts één offerte bekomt bij de eerste poging om een autoverzekering op eigen naam af te sluiten. Het percentage jonge bestuurders dat geen offertes heeft bekomen, is licht gestegen naar 19,3% onder andere ten gevolge van weigeringen. Bijgevolg kan besloten worden dat de jongeren bij hun eerste poging maar in zeer beperkte mate een vergelijking maken tussen de tarieven van meerdere verzekeraars. Grafiek 6. Verdeling van aantal gevraagde en bekomen offertes. 60% 49,2%
50%
48,1%
40%
30%
20%
10%
Gevraagd Bekomen
19,3% 14,8% 14,1%
15,4%
13,8%
11,3% 3,8%
2,9% 4,8%
2,5%
0% Geen offertes
1 offerte
2 offertes
3 offertes
4 offertes
5 of meer offertes
10
De percentages van het aantal weigeringen die jongeren, die voor het eerst een poging ondernamen om een autoverzekering af te sluiten op eigen naam, zijn tegengekomen, staan weergegeven in grafiek 7. Er dient opgemerkt te worden dat het hierbij om expliciete weigeringen gaat. Het percentage jongeren aan wie één keer geweigerd werd om een offerte op te maken, bedraagt 4,9%. Het percentage jongeren die twee keer zijn geweigerd door een verzekeraar is kleiner en bedraagt 2,4%. Dit percentage is ongeveer even groot als dat voor de jongeren die drie of meer weigeringen te slikken kregen. Een kleine 10% van de jongeren is dus tijdens zijn zoektocht naar een autoverzekering op eigen naam geweigerd door een verzekeraar. Een grote meerderheid van ongeveer 80% van de jongeren geeft aan dat de verzekeraars niet geweigerd hebben om een offerte op te maken. Een restcategorie van ongeveer 10% kan zich niet meer herinneren of ze tijdens hun poging om een autoverzekering op eigen naam af te sluiten, al dan niet een weigering zijn tegengekomen. Eveneens werd nagegaan of er een significant verband bestaat tussen leeftijd en geweigerd worden om een offerte op te maken voor een autoverzekering op eigen naam. Uit de chi-kwadraattoets blijkt dat er hiertussen geen significante samenhang is (p=0.82). Jonge bestuurders tussen de 18 en de 24 jaar worden dus niet meer of minder geweigerd dan jonge bestuurders van 25- tot 29-jaar.
Grafiek 7. Verdeling van aantal weigeringen om een offerte te maken.
Aantal weigeringen Weet het niet
10,0%
Drie of meer weigeringen
2,2%
Twee weigeringen
2,4%
Een weigering
4,9%
Geen weigering
80,5% 0%
20%
40%
60%
80%
100%
In tabel 1 is de verdeling zichtbaar van hoe jongeren, die geprobeerd hebben om zelf een autoverzekering op eigen naam af te sluiten, hun eerste poging evalueren. De jongeren moesten een keuze maken uit een aantal uitspraken en deze aanduiden die het best paste bij hun ervaring om zelf een autoverzekering op eigen naam aan te gaan. Voor de overgrote meerderheid van de jongeren komt de uitspraak “Er is bij een verzekeringsmaatschappij een autoverzekering afgesloten met mijzelf als gebruikelijke bestuurder” het best overeen met hun toenmalige situatie. Voor ongeveer 87% van de jongeren weerspiegelt deze uitspraak het best het resultaat van hun eerste poging om op eigen naam 11
een autoverzekering af te sluiten. Een kleine 10% heeft bij zijn eerste poging een autoverzekering afgesloten met iemand anders als gebruikelijke bestuurder van de wagen, maar met zichzelf als 2de bestuurder. De andere uitspraken blijken niet zo goed het resultaat van de eerste poging weer te geven en zijn slechts voor een kleine groep jongeren van toepassing. Tabel 1. Verdeling van uitspraak die het best overeenkomt met eerste poging autoverzekering af te sluiten. UITSPRAAK PERCENTAGE Er is bij een verzekeringsmaatschappij een autoverzekering afgesloten met mijzelf als 87,2% gebruikelijke bestuurder Er is bij het Tariferingsbureau een autoverzekering afgesloten met mijzelf als 0,4% gebruikelijke bestuurder Er is een autoverzekering afgesloten met iemand anders als gebruikelijke bestuurder 9,4% en mezelf als 2de bestuurder Er is een autoverzekering afgesloten met iemand anders als gebruikelijke bestuurder en mijn naam werd niet als bestuurder in de polis vermeld en ik heb niet zelf met het 0,3% voertuig gereden Er is een autoverzekering afgesloten met iemand anders als gebruikelijke bestuurder en mijn naam werd niet als bestuurder in de polis vermeld, maar ik heb wel zelf met 1,2% het voertuig gereden Er werd voor de wagen destijds geen autoverzekering afgesloten 1,5% TOTAAL 100,0% 3.3
Huidige autoverzekering
In dit deel zal eerst besproken worden wie als hoofdbestuurder vermeld staat in de verzekeringspolis van de auto waar de jongere het afgelopen jaar het vaakst mee gereden heeft en daarna zal het gaan over de kostprijs van de autoverzekering. Belangrijk is te vermelden dat bij de analyses alleen rekening is gehouden met een BA-autoverzekering (=verzekering burgerlijke aansprakelijkheid). Aanvullingen aan deze verzekering, zoals bijvoorbeeld rechtsbijstand of andere types van verzekeringen, zoals een gedeeltelijke of volledige omniumverzekering, zijn niet weerhouden.
Het is mogelijk dat verschillende personen met dezelfde wagen rijden. De persoon of personen die hoofdzakelijk gebruik maken van de wagen staan vermeld in de polis als gebruikelijke bestuurder of hoofdbestuurder. Het is echter ook mogelijk om andere personen als occasionele bestuurder te vermelden in de verzekeringspolis. Uit de enquête komt naar voren dat meer dan de helft van de jongeren, meer bepaald 55%, zelf als hoofdbestuurder staat vermeld in de verzekeringspolis. Een andere mogelijkheid die vaak voorkomt, is dat één of beide ouders als gebruikelijke hoofdbestuurder staan opgegeven. Deze optie wordt door net geen derde van de jongeren gebruikt. Iets minder dan 9% geeft aan te rijden met de wagen waarvan de partner in de polis vermeld staat als hoofdbestuurder. Andere opties worden bijna niet toegepast. De gedetailleerde verdeling is te zien in grafiek 8.
12
Grafiek 8. Verdeling van de verzekeringspolissen volgens de persoon die vermeld staat als hoofdbestuurder. 60%
55,0%
50% 40%
32,5%
30% 20% 10%
8,7% 1,3%
1,0%
1,5%
0%
Het gebeurt dat personen die niet de hoofdbestuurder of de gebruikelijke bestuurder zijn, vaker met een wagen rijden dan de in de verzekeringspolis vermelde hoofdbestuurder voor die wagen. Wat ook voorkomt, is dat een gebruikelijke bestuurder van een wagen, mogelijk bewust, niet vermeld wordt. Wanneer de effectieve bestuurder een ander risicoprofiel heeft dan de hoofdbestuurder, is het risico in de verzekeringspolis niet correct beschreven. Het in de polis opzettelijk onjuist laten beschrijven van een risico kan voor problemen zorgen in geval van een ongeval. Een meerderheid van de jongeren, namelijk 61,9%, die niet zelf als hoofdbestuurder of gebruikelijke bestuurder in de polis staan, rijden in werkelijkheid minder kilometers dan de persoon die als hoofdbestuurder in de polis vermeld staat. Dat is te zien in kruistabel 1. Voor de meerderheid is er dus een correcte inschatting van het risico, omdat de vermelde hoofdbestuurder ook effectief de meeste kilometers met de wagen rijdt. Echter, ongeveer een kwart van de jongeren rijdt meer kilometers met de wagen dan de in de verzekeringspolis vermelde hoofdbestuurder. Indien in dit geval de in de polis vermelde hoofdbestuurder iemand van de ouders is en de effectieve bestuurder iemand van de kinderen met minder rijervaring, kunnen er problemen opduiken in geval van een ongeval. Uit de kruistabel blijkt dat ongeveer 17% van de jongeren zich in deze situatie bevinden. De overige 15% die niet als hoofdbestuurder in de polis vermeld staan, heeft het afgelopen jaar ongeveer evenveel kilometers gereden als de in de polis vermelde hoofdbestuurder. Ook voor deze groep zouden er zich problemen kunnen voordoen indien er een wezenlijk verschil is qua risicoprofiel ten opzichte van de in de polis vermelde hoofdbestuurder.
13
Kruistabel 1. Situatie van jonge bestuurders die niet in de polis staan vermeld als hoofdbestuurder.4 Hoofdbestuurder in de polis Partner Een van de ouders Ander familielid Iemand anders Geen hoofdbestuurder vermeld TOTAAL
Meer kilometers gereden dan hoofdbestuurder 4,2% 17,0% 0,4% 0,5%
Minder kilometers gereden dan hoofdbestuurder 11,0% 46,4% 2,0% 1,3%
Evenveel kilometers gereden dan hoofdbestuurder 4,3% 9,0% 0,6% 0,5%
1,1%
1,4%
0,7%
3,2%
23,1%
61,9%
15,0%
100,0%
TOTAAL
19,4% 72,3% 3,0% 2,3%
Zoals reeds opgemerkt in de vorige paragrafen, is er een groep jongeren die met de wagen rijden waarvan (iemand van) de ouders als hoofdbestuurder vermeld staan in de polis. Wanneer deze verdeling gekruist wordt met de familiale situatie en de leeftijd van de jongeren, dan levert dit interessante inzichten op. Deze kan men nalezen in de kruistabellen 2.1, 2.2 en 2.3. Elke kruistabel geeft per familiale situatie de verdeling weer van wie er als hoofdbestuurder vermeld staat en dit opgesplitst per leeftijdscategorie. Voor de leeftijdscategorieën is dezelfde indeling gebruikt als bij de eerder besproken analyses in dit onderdeel.
Kruistabel 2.1 Kruising tussen leeftijd en wie er als hoofdbestuurder in de polis vermeld staat voor jongeren die bij de ouders wonen. Leeftijdscategorieën Hoofdbestuurder polis
TOTAAL
18-24 jaar
25-29 jaar
Ikzelf
25,0%
16,0%
41,0%
Mijn partner
1,2%
0,2%
1,4%
Mijn ouders
48,2%
5,7%
53,9%
Ander familielid
1,7%
0,0%
1,7%
Iemand anders
0,5%
0,0%
0,5%
Geen hoofdbestuurder
1,2%
0,3%
1,5%
TOTAAL
77,8%
22,2%
100,0%
4
Door afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen.
14
Kruistabel 2.2 Kruising tussen leeftijd en wie er als hoofdbestuurder in de polis vermeld staat voor jongeren die alleen wonen5. Leeftijdscategorieën Hoofdbestuurder polis
TOTAAL
18-24 jaar
25-29 jaar
Ikzelf
20,8%
54,9%
75,7%
Mijn partner
0,8%
2,7%
3,5%
Mijn ouders
5,0%
11,5%
16,4%
Ander familielid
0,0%
1,0%
1,0%
Iemand anders
0,0%
2,9%
2,9%
Geen hoofdbestuurder
0,0%
0,5%
0,5%
TOTAAL
26,6%
73,4%
100,0%
Kruistabel 2.3 Kruising tussen leeftijd en wie er als hoofdbestuurder in de polis vermeld staat voor jongeren die met hun partner samenwonen. Leeftijdscategorieën Hoofdbestuurder polis
TOTAAL
18-24 jaar
25-29 jaar
Ikzelf
11,9%
56,3%
68,2%
Mijn partner
5,4%
15,9%
21,3%
Mijn ouders
2,8%
4,0%
6,8%
Ander familielid
0,2%
0,7%
0,9%
Iemand anders
0,5%
0,6%
1,1%
Geen hoofdbestuurder
0,3%
1,4%
1,7%
TOTAAL
21,1%
78,9%
100,0%
Ongeveer de helft van de jongeren die nog bij de ouders inwonen, zijn 18- tot 24-jarigen die rijden met de wagen waarvan (een van) de ouders als hoofdbestuurders in de autoverzekeringspolis staan vermeld. De tweede grootste categorie, ongeveer een kwart van de jongeren die nog bij de ouders wonen, zijn tussen de 18 en 24 jaar, maar staan zelf als hoofdbestuurder vermeld in de polis van de wagen waarmee ze rijden. Een derde grote groep van jongeren die nog thuis wonen bestaat uit 25- tot 29-jarigen die ook zelf staan vermeld als hoofdbestuurder in de polis. De andere mogelijkheden zijn niet zo vaak voorkomend. 5
Door afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen.
15
De situatie voor jongeren die alleen wonen of samenwonen met hun partner ziet er anders uit. Meer dan de helft van de jongeren die ofwel alleen ofwel samenwonen met hun partner is tussen de 25 en de 29 jaar en staat zelf vermeld als hoofdbestuurder in de polis. De tweede grootste groep jongeren die alleen wonen, ongeveer 20%, bestaat uit 18- tot 24-jarigen die zelf als hoofdbestuurder worden vermeld in de polis. Voor de jongeren die met hun partner samenwonen, wordt de tweede grootste groep, ongeveer 16%, gevormd door jongeren tussen de 25 en de 29 jaar waarbij de partner staat vermeld als hoofdbestuurder in de polis van de wagen waarmee men rijdt. De derde grootste groep van jongeren die alleen wonen, ruim 11%, wordt gevormd door 25-tot 29-jarigen waarbij, verrassend genoeg, de ouders als hoofdbestuurder in de polis staan vermeld. Bij de jongeren die met hun partner samenwonen bestaat de derde grootste groep, ongeveer 12%, uit jongeren tussen de 18 en de 24 jaar die zelf als hoofdbestuurder in de polis staan van de wagen waarmee ze rijden. Net als bij de jongeren die bij de ouders wonen, zijn de andere mogelijkheden voor de jongeren die alleen wonen of samenwonend zijn, niet zo vaak voorkomend. Voor jongeren die nog bij de ouders wonen, zeker voor de 18- tot 24-jarigen, verloopt de toegang tot een autoverzekering veelal via de ouders, terwijl de jongeren die ofwel alleen wonen ofwel samenwonen met hun partner meestal zelf toegang zoeken tot een autoverzekering waarbij ze zelf als hoofdbestuurder of gebruikelijke bestuurder vermeld staan. Voor de analyse van het verkoopkanaal is alleen rekening gehouden met jongeren die eigenaar zijn van de wagen die verzekerd is en die minimaal een BA-autoverzekering hebben afgesloten. Ongeveer 4 op de 10 jongeren heeft een verzekering afgesloten bij een onafhankelijke makelaar. Het tweede meest gebruikte verkoopkanaal door jongeren is een bankagentschap of een agent van een bank – of verzekeringsmaatschappij. Iets meer dan een derde van de jongeren heeft langs deze weg een autoverzekering afgesloten. Directe verzekeraars vervolledigen de top-3 van de meest gebruikte verkoopkanalen. De gedetailleerde cijfers staan in grafiek 9. Grafiek 9. Verkoopkanaal waar de autoverzekering is afgesloten 45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0%
38,2% 34,1% 23,0%
1,6%
3,1%
Verkoopkanaal
16
Wanneer men kijkt naar de kostprijs van een autoverzekering, dan blijken jongeren niet geneigd om voorwaarden te verbinden aan hun autoverzekering. Ook al is het gebruikelijk dat verzekeraars hierdoor een korting geven op de premie voor de autoverzekering, toch heeft meer dan 90% van de jongeren geen voorwaarden laten opnemen in de verzekeringspolis. Dat valt af te leiden uit grafiek 10. De meest gegeven antwoordmogelijkheid door jongeren die 1 of meerdere voorwaarden hebben laten verbinden aan hun autopolis was dat er andere voorwaarden waren opgenomen dan de voorwaarden die opgesomd werden in de vragenlijst. De verplichting om andere bank- of verzekeringsproducten aan te kopen werd daarna het vaakst als antwoord gegeven door jongeren die voorwaarden lieten opnemen om een gunstiger tarief voor hun polis te bekomen. Welke voorwaarden er in de studie als antwoordmogelijkheid werden aangeboden is terug te vinden in vraag 20 en vraag 33 in de vragenlijst die als bijlage 3 bij dit rapport is toegevoegd.
Grafiek 10. Voorwaarden verbonden aan de autoverzekeringspolis.
Met voorwaarden
8,7%
Zonder voorwaarden
91,3%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Voor de analyses naar de prijs van een BA-autoverzekering zijn alleen de bestuurders weerhouden die een geldig rijbewijs hebben, die bovendien eigenaar zijn van de wagen waarmee ze rijden én vermeld staan als hoofdbestuurder in de verzekeringspolis. Gemiddeld betaalden de jonge bestuurders tussen de 18 en de 29 jaar een premie van 662,78 euro voor een BA-autoverzekering, terwijl de mediaan uitkomt op 575 euro. De laagste premie bedroeg 301 euro, tegenover 2048 euro voor de hoogste premie. De standaarddeviatie bedraagt 309,90 euro. Door de analyse af te bakenen zoals in de voorgaande paragraaf vermeld, is het aantal respondenten in de steekproef beperkt tot 372. Bijgevolg moet men voorzichtig zijn met veralgemeningen over de gekalibreerde gemiddelden in dit onderdeel. In het histogram hieronder (grafiek 11) is de spreiding van de jongeren te zien voor het bedrag dat ze aan hun BA-autoverzekering betaald hebben. Het betaalde bedrag is opgedeeld in een aantal klassen. Meer dan de helft van de jongeren betaalt een premie tussen de 301 en de 600 euro. Minder dan 2% van de jongeren betaalt meer dan 1500 euro voor zijn BA-autoverzekering.
17
Grafiek 11. Histogram van de door jongeren betaalde premies voor een BA-autoverzekering. 35,0% 30,1% Percentage jongeren
30,0%
26,5%
25,0% 20,0% 14,9% 15,0%
11,3%
10,0%
6,6% 4,3%
5,0%
3,4% 1,3%
0,0%
0,4%
0,9%
0,4%
0,0% 301 tot 450
451 tot 600
601 tot 750
751 tot 900
901 1051 1201 1351 1501 1651 1801 1951 tot tot tot tot tot tot tot tot 1050 1200 1350 1500 1650 1800 1950 2100 Bedrag premie in euro
Er is een verschil in het premiebedrag tussen wat bestuurders tussen de 18 en de 24 jaar en bestuurders tussen de 25 en de 29 jaar gemiddeld betalen. Als alleen de 18- tot 24-jarigen in rekening worden gebracht, dan betaalt deze groep gemiddeld 820,61 euro. De standaarddeviatie bedraagt 371,35 euro. Dit gemiddelde is hoger dan wat de 25- tot 29-jarigen gemiddeld betalen als premiebedrag. De laatsten betalen gemiddeld 574,70 euro voor hun BA-autoverzekering. De premies die deze groep betaalt, zijn ook homogener, aangezien de standaarddeviatie 225,86 euro bedraagt. De gemiddelde premie die jongeren tussen de 25 en de 29 jaar betalen voor hun BA-autoverzekering ligt ongeveer 30% lager ten opzichte van de premie die de 18- tot 24-jarigen voor hun BA-autoverzekering betalen, wanneer men de gemiddelde premie van de 18- tot 24-jarigen als referentiepunt neemt. Verder werd er een correlatie gevonden tussen de leeftijd van de verzekerde en het betaalde premiebedrag. De correlatie is significant en de correlatiecoëfficiënt bedraagt -0.42294. Dit duidt op een samenhang tussen het hebben een jongere leeftijd en het betalen van een hogere premie voor de BAautoverzekering. De grootte van de correlatiecoëfficiënt wijst op een matig verband. Niet alleen leeftijd is een factor die in verband staat met het te betalen premiebedrag. Aangezien er meerdere factoren zijn die een invloed kunnen uitoefenen op de prijs van een BA-autoverzekering, werd een regressiemodel6 ontwikkeld om te controleren welke factoren er van belang zijn. De volgende 6
Er werd voor deze regressieanalyse gebruikt gemaakt van de SURVEYREG-procedure in SAS om een correcte uitspraak te kunnen doen bij gebruik van gekalibreerde gewichten.
18
variabelen zijn opgenomen in het regressiemodel: leeftijd, het vermogen in kilowatt van de wagen, het aantal jaren dat men zijn of haar rijbewijs heeft, urbanisatiegraad, regio, opleidingsniveau, het aantal ongevallen waarbij de bestuurder in fout was de afgelopen 5 jaar en het schadeverleden van de laatste 5 jaar dat verbonden is aan de wagen waarvoor de verzekering werd afgesloten. De R² van het regressiemodel is 0.4219. Dit betekent dat er 42% van de variantie in de kostprijs verklaard wordt door het regressiemodel. Alle variabelen in het model droegen significant bij, behalve urbanisatiegraad en het schadeverleden van de laatste 5 jaar dat verbonden is aan de wagen waarvoor de verzekering werd afgesloten. Het is mogelijk dat deze variabelen in deze studie geen effect hebben omdat ze anders geoperationaliseerd zijn dan bij andere studies. Bovendien is het mogelijk dat urbanisatiegraad een effect kan opleveren bij andere types van autoverzekeringen in tegenstelling tot bij een BA-autoverzekering. De twee variabelen met de grootste verklarende waarde in het model zijn leeftijd (R²=0.18) en het aantal ongevallen waarbij de bestuurder in fout was de afgelopen 5 jaar (R²=0.11).
3.4
Tariferingsbureau
Dit onderdeel handelt over het Tariferingsbureau. Personen die de verplichte BA- autoverzekering willen afsluiten, maar die door ten minste 3 verzekeraars geweigerd worden of alleen een verzekering kunnen afsluiten tegen een zeer hoge premie of vrijstelling, kunnen terecht bij het Tariferingsbureau voor dit type van autoverzekering. Een premie of vrijstelling wordt als zeer hoog beschouwd, wanneer deze zich boven de bij wet vastgelegde drempelwaarden bevindt. Men kan zich ofwel rechtstreeks richten tot het Tariferingsbureau ofwel via de verzekeringstussenpersoon. Veelal richten bestuurders, zowel jongeren als niet-jongeren, zich pas in laatste instantie tot het Tariferingsbureau om een BAautoverzekering te bekomen. Er zijn weinig jongeren die het Tariferingsbureau kennen. Dat is duidelijk zichtbaar in kruistabel 3. Minder dan 10% van de 18- tot 29-jarigen met een rijbewijs heeft ooit al gehoord van het bureau. Dit percentage is bovendien vermoedelijk ook nog een overschatting van de werkelijkheid aangezien de data verzameld zijn aan de hand van een self-completion vragenlijst, waarbij het mogelijk is om bij het invullen extra informatie op te zoeken. Het is dan ook niet verwonderlijk dat een overgrote meerderheid van de jongeren, ongeveer 80%, aangeeft geen idee te hebben van wat de belangrijkste opdracht van het Tariferingsbureau is. Uit de kruistabel blijkt verder dat van de overige 20%, die wel een idee hadden van wat de belangrijkste taak is van het Tariferingsbureau, de helft het juiste antwoord wist te geven op de vraag wat de belangrijkste opdracht is van het Tariferingsbureau. Ook dit aantal kan een overschatting zijn omdat al een aantal mogelijkheden werden aangereikt in de vragenlijst en jongeren eventueel naar het juiste antwoord gegokt kunnen hebben. De belangrijkste opdracht van het bureau bestaat erin de premie en de verzekeringsvoorwaarden vast te leggen voor personen die bij de verzekeraars niet langer of geen BA-autoverzekering kunnen afsluiten, of alleen maar tegen een zeer hoog tarief.
19
Kruistabel 3. Kennis van de opdracht van het Tariferingsbureau.7 Al gehoord van het tariferingsbureau JA NEE TOTAAL
Beoordeling opdracht van het Tariferingsbureau Juist antwoord Fout antwoord Geen idee 6,5% 1,5% 1,1% 4,0% 8,4% 78,7% 10,5% 9,8% 79,7%
TOTAAL 9,0% 91,0% 100,0%
Jonge bestuurders maken amper gebruik van het Tariferingsbureau om een BA-autoverzekering af te sluiten. Minder dan 1% geeft aan ooit in contact gekomen te zijn met het Tariferingsbureau. Dit is waarschijnlijk een gevolg van het feit dat de meerderheid van de jongeren het Tariferingsbureau niet kennen of omdat ze via de normale procedure aan een verzekering geraken. De kleine groep jongeren met een rijbewijs die ooit al in contact zijn gekomen met het Tariferingsbureau doen dit op verschillende manieren. Zoals te zien is in grafiek 12, komen de meeste jongeren na doorverwijzing door een verzekeraar in contact met het Tariferingsbureau. Op deze wijze zijn ongeveer de helft van de jongeren in contact gekomen met het Tariferingsbureau. De tweede meest courante manier waarop jongeren in contact geraken met het Tariferingsbureau is via informatie over het bureau die ze terugvinden op het internet. Minder gebruikte manieren waarop jongeren in contact zijn gekomen met het Tariferingsbureau is op aanraden van een familielid of van vrienden en via de ombudsman of het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds.
Grafiek 12. Wijze waarop jongeren in contact gekomen zijn met het Tariferingsbureau.
Wijze van contact met het tariferingsbureau Via ombudsman of Motorwaarborgfonds
10,0%
Via informatie op internet
28,0%
Via de verzekeraar
49,0%
Via familie of vrienden
13,6% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
7
Door afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen.
20
4 Conclusies Hieronder worden de belangrijkste conclusies van het onderzoek opgesomd: •
•
•
•
•
•
•
•
Ongeveer een derde van de jongeren tussen 18 en 29 jaar beschikt niet over een rijbewijs B en is dus niet op zoek naar een autoverzekering. Bovendien is er een significante samenhang tussen het hebben van een rijbewijs B en de leeftijd van de jongeren. Het percentage jongeren tussen de 18 en de 24 jaar dat geen rijbewijs heeft is groter dan bij de 25- tot 29-jarigen. Ongeveer 4 op de 10 jongeren heeft ooit al geprobeerd om een autoverzekering op eigen naam af te sluiten. Wanneer men kijkt naar de huidige leeftijd van de jongeren, dan is er ook hier een significant verband tussen leeftijd en het ondernemen van een poging om op eigen naam een autoverzekering af te sluiten. De jongeren die proberen een verzekering op eigen naam af te sluiten vragen weinig offertes aan de verzekeraars. Ongeveer 60% van de jongeren die op eigen naam een verzekering wil aangaan vragen maximaal maar 1 offerte aan. Ook al is het mogelijk dat er grote verschillen zijn in de premies die de verzekeraars aanrekenen wanneer de jongere opgenomen is als hoofdbestuurder in de eigen polis, toch zijn er weinig jongeren die een vergelijking tussen de verzekeraars maken. Nochtans kunnen jongeren door offertes aan te vragen een objectieve vergelijking maken van de tarieven van de verzekeraars die van toepassing zijn op hun situatie. Iets minder dan 10% van de jongeren die een autoverzekering heeft proberen af te sluiten op eigen naam is in de zoektocht naar een verzekering ten minste één keer geweigerd door een verzekeraar geweigerd. Er is echter geen verband gevonden tussen de leeftijd die men had ten tijde van de weigering en de weigering om een offerte op te maken voor een verzekering. Voor meer dan 95% van de jongeren heeft de poging om een verzekering op eigen naam af te sluiten geresulteerd in een autoverzekering waarbij ze zelf als gebruikelijke bestuurder in de polis vermeld staan of als 2de bestuurder in de polis van iemand anders. Ongeveer 87% van de jongeren heeft bij de poging om een verzekering op eigen naam af te sluiten een autoverzekering gevonden waarbij ze zelf als hoofdbestuurder in de polis vermeld staan. Voor jongeren die nog bij de ouders wonen, zeker voor de 18- tot 24-jarigen, verloopt de toegang tot hun huidige autoverzekering veelal via de ouders. De ouders staan dan meestal als hoofdbestuurder vermeld in de polis. Dit in tegenstelling tot de jongeren die ofwel alleen wonen ofwel samenwonen met hun partner en meestal zelf toegang zoeken tot een autoverzekering waarbij ze zelf als hoofdbestuurder of gebruikelijke bestuurder vermeld staan. Voor meer dan 90% van de jongeren zijn er geen voorwaarden opgenomen in de verzekeringspolis. Nochtans kunnen er voorwaarden opgenomen worden in de polis om zo een korting op de verzekeringspremie te bekomen. De premie voor een BA-autoverzekering is afhankelijk van verschillende factoren. Uit deze studie komt naar voren dat leeftijd en het schadeverleden van de bestuurder de twee factoren zijn die de grootste invloed hebben op de hoogte van de premie voor jongeren die eigenaar zijn van de wagen waarmee ze rijden en die als hoofdbestuurder in de polis vermeld staan. Hoe jonger de bestuurder
21
•
is, hoe hoger de premie zal uitvallen en hoe zwaarder het schadeverleden van de bestuurder, hoe hoger de premie zal zijn die betaald moet worden voor de BA-autoverzekering. Het Tariferingsbureau is weinig bekend bij de jongeren. Bijna 80% heeft geen idee waaruit de hoofdopdracht van het Tariferingsbureau bestaat en minder dan 1% van de jongeren is ooit al in contact gekomen met het Tariferingsbureau.
22
5 Bijlagen 5.1
Bijlage1: Steekproeftrekking
Steekproefkader en stratificatie • • •
•
De studiepopulatie bevat de individuen van 18 tot en met 29 volledige jaren oud die in België verblijven. De adressen komen uit het Rijksregister. Collectieve huishoudens worden uitgesloten. Het steekproefkader (universum), afgeleid uit het Rijksregister dd. 2/3/2013, omvat 1 645 527 individuen o tussen 18 (incl.) en 30 (excl.) jaar oud (op 2/3/2013), o en die behoren tot private huishoudens. Er wordt gestratificeerd naar: o Regio: 3 klassen, nl. Brussels Hoofdstedelijk Gewest (BHG), Vlaanderen (VLA) en Wallonië (WAL) o Urbanisatiegraad 8, met aantal klassen afhankelijk van Regio, als volgt: 1 klasse in BHG: A (“dichtbevolkt gebied”), 2 klassen in VLA: A (“dichtbevolkt gebied”) en B of C (“gemengd gebied” of “dunbevolkt gebied, resp.) 3 klassen in WAL: A, B en C o Geslacht: 2 klassen o Gezinsgrootte: 5 klassen, nl. 1-persoons-, 2-persoons-, 3-persoons-, 4-persoons- en 5- of meerpersoonsgezinnen o Leeftijd: 3 klassen, nl. [18, 22[, [22, 26[ en [26, 30[
Steekproefgrootte en -plan •
•
•
Golf 1. Een eerste totale steekproefgrootte werd bepaald, in functie van de beschikbare middelen (budget, personeel, …) en een verwachte globale responsgraad van 30%, op 5 000 individuen. Rekening houdend met een traditioneel lagere respons in BHG en (in mindere mate) in WAL, werd bepaald dat in de regio’s BHG, VLA en WAL respectievelijk 1 250, 2 350 en 1 400 individuen dienden gecontacteerd te worden. Golf 2. Omdat tijdens het veldwerk bleek dat de respons veel lager (~10% i.p.v. de verhoopte 30%) en het aandeel personen zonder rijbewijs hoog was (33%), werd beslist om een aanvullende steekproef van 10 000 personen te trekken, te verdelen over de regio’s BHG, VLA en WAL, respectievelijk, als 2 500, 4 700 en 2 800. Voor trekking van de aanvullende steekproef werd het steekproefkader beperkt tot de niet in golf 1 geselecteerde individuen; voor golf 2 is overigens het steekproefkader eveneens afgeleid uit het Rijksregister dd. 2/3/2013. Vervolgens werd binnen elke regio de steekproef verdeeld over de cellen (strata) in de kruising van de overige stratificatievariabelen Urbanisatiegraad, Geslacht, Gezinsgrootte, en Leeftijd, volgens de wortel-N-allocatieregel, waarbij de steekproefgrootte voor elk stratum proportioneel is met de
8
Details over Urbanisatiegraad kunnen gevonden worden op http://economie.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/leefmilieu/geo/typologie_gemeenten.
23
•
vierkantswortel van de grootte van het stratum in de populatie (of het steekproefkader). Deze allocatiemethode heeft het voordeel dat in kleinere strata de steekproef wordt opgehoogd t.o.v. de steekproefgrootte die zou bekomen worden met een eenvoudige proportionele allocatie, wat de precisie in kleinere strata kan ten goede komen. Omdat toepassing van een allocatieregel leidt tot niet-gehele steekproefgrootten voor de strata, moeten deze afgerond worden, en bekomen we aldus de volgende finaal toegepaste steekproefgrootten voor de regio’s en het Rijk: Regio BHG VLA WAL Rijk
•
•
Steekproef Steekproef Golf 1 Golf 2 1 249 2 499 2 352 4 697 1 401 2 798 5 002 9 994
Globale steekproef 3 748 7 049 4 199 14 996
In elke golf, binnen elk stratum, werd ten slotte een enkelvoudige aselecte steekproef (EAS; Engels: simple random sampling (SRS)) van individuen getrokken. Gezien de stratificatie op basis van de 5 variabelen Regio, … Leeftijd, kunnen we dus spreken van een gestratificeerde enkelvoudige aselecte steekproef (STR-EAS) in elke golf. De berekening van selectiekansen, en bijgevolg van steekproefgewichten (design weights), voor STR-EAS is welbekend. Bijgevolg kunnen selectiekansen en steekproefgewichten voor elke golf op de voor de hand liggende manier worden berekend. Maar uiteindelijk zullen de steekproeven (van respondenten) van beide golven samengevoegd worden voor analyse, waaruit volgt dat de steekproeven voor golven 1 en 2 moeten samengevoegd worden tot een globale steekproef, en dat voor die globale steekproef selectiekansen en steekproefgewichten dienen berekend. Het zal intuïtief duidelijk zijn dat die globale steekproef ook als het resultaat van (eenmalige) STR-EAS kan behandeld worden.
24
5.2
Bijlage 2: Berekening van de gewichten
Steekproefgewichten •
• •
In bijlage 1 werd reeds geargumenteerd dat de steekproeven uit golven 1 en 2 samengevoegd kunnen worden en behandeld als één enkele STR-EAS. De selectiekans voor elk individu in een willekeurig stratum h is dan nh Nh , met Nh de grootte van het stratum in de populatie en nh de grootte van de globale steekproef in stratum h. Het steekproefgewicht voor elk individu in een willekeurig stratum h is bijgevolg Nh nh , nl. de inverse van de selectiekans. Voor berekening van de aantallen Nh gebruikten we het steekproefkader, dat – zoals reeds gezegd – afgeleid is uit het Rijksregister dd. 2/3/2013.
Aanpassing van de steekproefgewichten •
•
•
•
Het doel van een aanpassing van de steekproefgewichten is tweeledig: o compensatie voor non-respons, die (mogelijk) een vertekening in de schattingen veroorzaakt; o aanpassing aan gekende populatieverdelingen van bepaalde (achtergrond-) variabelen, zodat uitspraken over de studiepopulatie zinvol zijn. De tweede aanpassing wordt gewoonlijk extrapolatie of kalibratie genoemd, de eerste nonrespons-correctie. Merk op dat slechts de steekproefgewichten voor de respondenten moeten aangepast worden. Voor compensatie voor non-respons moet een (regressie-)model gevonden worden dat toelaat de responskans te schatten in functie van geschikte verklarende variabelen. Deze variabelen moeten dan gekend zijn voor alle geselecteerde individuen, en dus niet alleen voor de respondenten. Behalve de variabelen die in het steekproefkader (dus in het Rijksregister) aanwezig zijn, hebben we geen potentieel verklarende variabelen voor non-respons ter beschikking, zodat een expliciete nonresponscorrectie van de steekproefgewichten in deze studie niet wordt toegepast. We kunnen deze werkwijze ook zien als het gevolg van de (stilzwijgende) veronderstelling dat voor non-respons impliciet wordt gecorrigeerd via de kalibratie. Voor kalibratie, d.w.z. de aanpassing van de steekproefgewichten van de respondenten zodat de gewogen steekproefverdelingen van bepaalde variabelen gelijk zijn aan gekende populatieverdelingen, moeten die variabelen gekend zijn voor alle respondenten en moet de (absolute) populatieverdeling van die variabelen gekend (of ten minste op betrouwbare manier geschat) zijn. De variabelen, die uiteindelijk werden weerhouden in het kalibratiemodel, zijn: o Regio: zoals in bijlage 1 o Urbanisatiegraad: zoals in bijlage 1 o Geslacht: zoals in bijlage 1 (maar vermits in de vragenlijst naar geslacht wordt gevraagd (vraag 42), werd de geobserveerde waarde gebruikt) o Gezinsgrootte: zoals in bijlage 1 o Leeftijd: zoals in bijlage 1 (maar vermits in het antwoordformulier naar geboortedatum wordt gevraagd (vraag 41), werd leeftijd op basis van deze geobserveerde datum berekend, en dit op 18/5/2013) o Diploma, met 5 klassen (vraag 44 in de vragenlijst): 25
•
•
•
Geen of lager onderwijs Lager secundair onderwijs Hoger secundair onderwijs Hoger niet universitair onderwijs Universitair onderwijs De meeste populatieverdelingen werden berekend uit een kalibratiekader dat, volledig naar analogie met het steekproefkader, afgeleid is uit het Rijksregister dd. 18/5/2013. Deze datum valt immers zowat in het midden van de observatie- of veldwerkperiode. Alleen de populatieverdeling van Diploma (zie hieronder) werd geschat op basis van een steekproefenquête, nl. LFS 2013 T1 (Enquête naar de Arbeidskrachten, 2013, 1ste kwartaal). Op te merken valt ten slotte dat de (geschatte) populatieverdelingen voor Urbanisatiegraad, Geslacht, Gezinsgrootte, Leeftijd en Diploma bepaald werden binnen elke regio. M.a.w. kalibratie gebeurde naar de gezamenlijke verdelingen (joint distributions) van Regio en Var, waarbij Var voor elk van de variabelen Urbanisatiegraad, Geslacht, Gezinsgrootte, Leeftijd en Diploma staat. Dit is hetzelfde als het uitvoeren van een kalibratie binnen elke regio apart naar de marginale populatieverdelingen binnen deze regio van de variabelen Urbanisatiegraad, Geslacht, Gezinsgrootte, Leeftijd en Diploma. De techniek die werd gebruikt voor kalibratie (binnen elke regio) is bekend als een getrunceerd lineaire methode. Dit is een variant op de lineaire methode, die equivalent is met de GREG (generalized regression) schattingsmethode. Het trunceren bestaat erin een boven- en een ondergrens op te leggen aan de correctiefactoren die door de kalibratie worden berekend, om aldus te vermijden dat die correctiefactoren, en dus ook de uiteindelijke aangepaste gewichten, te extreem, of zelfs negatief, zouden zijn. Die grenzen voor de correctiefactoren werden uiteindelijk als volgt gekozen: Regio BHG VLA WAL
•
Ondergrens 1,0 2,5 2,5
Bovengrens 17,5 11,0 11,0
Ten slotte merken we op dat als o d i = Nh nh het steekproefgewicht is voor elk individu i in stratum h, en o g i de door kalibratie bepaalde correctiefactor is voor respondent i in stratum h, dan is het gekalibreerde of aangepaste gewicht voor respondent i in stratum h gelijk aan w i = di gi
Het zijn de gekalibreerde gewichten w i (voor de respondenten) die gebruikt worden voor de analyse van de steekproefgegevens.
26
5.3
Bijlage 3: Vragenlijst die gebruikt is voor de Car Insurance Survey
27
Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie WTC III - Simon Bolivarlaan 30 - 1000 Brussel Ondernemingsnummer: 0314.595.348 http://economie.fgov.be - http://statbel.fgov.be
Car Insurance Survey 2013
@
AUTOVERZEKERING BIJ JONGEREN Deelnemen kan postaal, maar ook via onze website: https://websurveys.economie.fgov.be/CIS. Opgelet: HTTPS ! Daar vult u in: uw identificatienummer: uw paswoord:
De Algemene Directie Statistiek van de FOD Economie, organiseert momenteel een enquête bij jongeren over autoverzekeringen. In deze vragenlijst willen we u een aantal vragen stellen over uw (eventueel) autogebruik, de voertuigen waar u momenteel gebruik van maakt en het afsluiten van een eerste autoverzekering. Scooters en motors maken GEEN deel uit van deze enquête. Uw deelname aan deze enquête is uitermate belangrijk voor de kwaliteit van het onderzoek. Voor de betrouwbaarheid van de resultaten is het belangrijk dat jongeren die niet met de wagen rijden of jongeren die geen wagen bezitten, ook onderstaande vragen beantwoorden. Het invullen van de vragenlijst zal ongeveer 15 minuten in beslag nemen. Het invullen verloopt vlotter indien u de verzekeringspolis, de verzekeringskaart en het inschrijvingsbewijs van de wagen waar u de afgelopen 12 maanden mee gereden hebt en uw rijbewijs bij de hand heeft. Graag ontvingen wij de ingevulde vragenlijst zo vlug mogelijk terug. U kunt desgewenst ook via internet antwoorden (raadpleeg hiervoor de instructies die samen met deze vragenlijst heeft ontvangen). Indien u nog vragen hebt, kunt u van maandag tot en met vrijdag, telkens van 9 u 15 tot 12 en van 14 tot 16 uur, terecht op het gratis nummer 0800 92 502. Wij hopen op uw medewerking. Alvast bedankt! Wie dient de vragen te beantwoorden? Alleen de persoon naar wie de begeleidende brief gericht is, komt in aanmerking voor deelname aan het onderzoek. Het is wel toegelaten dat anderen u helpen bij het invullen van vragen waarbij u het antwoord niet meteen weet, MAAR de antwoorden moeten steeds betrekking hebben op de situatie van de jongere zelf. Het gaat voor alle duidelijkheid om een persoon van minstens 18 jaar oud en jonger dan 30 jaar. Hoe de vragenlijst in te vullen? Antwoorden doet u door het nummer te omcirkelen van de antwoordmogelijkheid die op u van toepassing is. Als er meerdere antwoorden gegeven mogen worden, dan zal dit aangegeven worden in de vraag: “U mag meerdere antwoorden omcirkelen”. Bij sommige vragen dient u zelf een getal (waarde) te noteren dat overeenkomt met uw situatie. Mogen wij u vriendelijk verzoeken alle vragen te beantwoorden? Indien er echter naast de door u gekozen antwoordmogelijkheid Ga naar volgende vraag” staat, beantwoordt u de eerstvolgende vraag. Indien in de verwijzing een vraagnummer vermeld “ staat (bijvoorbeeld “ Ga naar vraag 3”), ga dan onmiddellijk over naar deze vraag. De tussenliggende vragen hoeft u dan niet te beantwoorden. Het kan gebeuren dat u een antwoord nadien wil wijzigen. In dat geval omcirkelt u het nummer van het nieuwe antwoord en doorkruist u (X) het nummer van het eerst gegeven antwoord.
Cars Insurance Survey 2013 Deel A: UW ACTUEEL WAGENGEBRUIK Deel A van de vragenlijst peilt naar uw actueel wagengebruik als bestuurder. Het maakt niet uit of u er eigenaar van bent of niet. Ook bestelwagens en pick-up’s komen in aanmerking.
1. Heeft u een rijbewijs en zo ja, welk is het hoogste rijbewijs dat u heeft?
Het maakt niet uit of het rijbewijs momenteel ingetrokken is of niet. In het kader van deze enquête tellen voorlopige rijbewijzen ook als een rijbewijs.
Nee, ik heb geen rijbewijs .........................................................................................1
Ja, ik heb een rijbewijs A ........................................................................................2 ik heb een rijbewijs B ........................................................................................3 ik heb een rijbewijs C of hoger .......................................................................4
Ga naar deel E Ga naar volgende vraag
2. Op welke datum hebt u uw rijbewijs behaald?
/ / (dag/maand/jaar) Ga naar volgende vraag 3. Hebt u de laatste 12 maanden de wagen ook gebruikt voor professionele verplaatsingen?
Onder professionele verplaatsingen verstaan we alle verplaatsingen voor het werk, behalve woon-werkverplaatsingen.
Ja, ....................................................................................................................................1 Nee, .................................................................................................................................2
Ga naar volgende vraag
4. Hoeveel km hebt u de laatste 12 maanden met de wagen gereden als bestuurder voor verplaatsingen voor privédoeleinden, woon-werkverplaatsingen inbegrepen en zonder eventuele professionele verplaatsingen ?
Minder dan 5000 km ...................................................................................................1 Tussen de 5.000 en de 9.999 km .............................................................................2 Tussen 10.000 en de 19.999 km ...............................................................................3 20.000 km per jaar of meer ......................................................................................4
5. Bij hoeveel ongevallen bent u in de afgelopen 5 jaar als autobestuurder betrokken geweest?
We vragen u alle ongevallen waarbij u als bestuurder van een wagen, inclusief bestelwagens en pick-ups, betrokken was, in rekening te nemen. Onder ongevallen verstaan we alle ongevallen waarvoor een ongevalsaangifte is ingediend. Indien u geen ongevallen gehad heeft in de afgelopen 5 jaar, noteert u het cijfer “0”.
ongeval(len)
Ga naar volgende vraag
Indien het cijfer “0” is ingevuld, ga dan naar Deel B. In alle andere gevallen gaat u naar de volgende vraag.
6. . Bij hoeveel ongevallen die u de afgelopen 5 jaar als autobestuurder hebt gehad, was u in fout? Indien u geen ongevallen in fout gehad heeft in de afgelopen 5 jaar, noteert u het cijfer “0”.
ongeval(len)
Ga naar volgende vraag
Deel B: WAGEN WAAR U DE AFGELOPEN 12 MAANDEN GEBRUIK VAN HEEFT GEMAAKT
In deel B worden vragen gesteld over de wagens waar u de afgelopen 12 maanden om privéredenen (inclusief woon-werkverplaatsingen) heeft gebruik gemaakt als bestuurder. Het maakt niet uit of u er zelf de eigenaar van bent of niet. Ook bestelwagens en pick-up’s komen in aanmerking.
7. Van welke van de volgende wagens heeft u de afgelopen 12 maanden voor privégebruik als bestuurder gebruik gemaakt? U mag meerdere antwoorden omcirkelen.
Wagen waarvan u eigenaar bent ..............................................................................................................................1 Wagen waarvan uw partner eigenaar is ................................................................................................................2 Wagen waarvan een van uw ouders eigenaar is .................................................................................................3 Wagen van een ander familielid of een vriend / kennis .....................................................................................4 Een leasing - of bedrijfswagen/ huurwagen ........................................................................................................5 Ga naar volgende vraag tenzij u enkel antwoorden 4 en/of 5 hebt aangeduid. Dan mag u doorgaan naar deel C.
De volgende vragen in deel B gaan over de wagen waar u de afgelopen 12 maanden als bestuurder het meest aantal km mee heeft afgelegd voor privédoeleinden, woon-werkverplaatsingen inbegrepen. 8. Met welk type wagen hebt u de afgelopen 12 maanden het vaakst gereden voor privédoeleinden?
Heel kleine wagen/A-segment (bv. Citroen C1, Fiat 500, Toyota Aygo) ..........................................................1
Kleine wagen/B-segment (bv. Volkwagen Polo, Ford Fiesta, Renault Clio) .................................................2 Medium wagen/C-segment (bv. Volkswagen Golf, Renault Megane, Opel Astra) ......................................3 Grote wagen/D-segment (bv. Volkswagen Passat, Mercedes C-klasse, Audi A4) .....................................4 Monovolumewagen/G1-segment (bv. Peugeot 5008, Opel Zafira, Volkswagen Touran) ...........................5 Terreinwagen, SUV/G2-segment (bv. Dacia Duster, Peugeot 3008, KIA Sportage) ...................................6 Bestelwagen, pick-up (bv. Ford Transit, Mercedes Sprinter, Renault Trafic) ..............................................7 Andere .............................................................................................................................................................................8
Pagina 2 van 8
Ga naar volgende vraag
Cars
Insurance Survey 2013
9. Wat is het vermogen van de wagen waarmee u de afgelopen 12 maanden het vaakst hebt gereden voor privédoeleinden uitgedrukt in kilowatt (kW)?
Deze informatie kan u terugvinden op het inschrijvingsbewijs of in de verzekeringspolis. Indien u enkel het aantal DIN PK’s van het voertuig kent, noteer dan het aantal DIN PK’s.
KW of
DIN pk
10. In welk jaar is de wagen waarmee u de afgelopen 12 maanden het vaakst hebt gereden voor het eerst ingeschreven?
Deze informatie kan u ook op het inschrijvingsbewijs of in de verzekeringspolis terugvinden.
Ga naar volgende vraag
Ga naar volgende vraag
11. Voor welke prijs werd de wagen waarmee u de afgelopen 12 maanden het vaakst hebt gereden, aangekocht?
EURO (incl. BTW)
Ga naar volgende vraag
12. Welke verzekering(en) heeft de wagen waarmee u de afgelopen 12 maanden het vaakst hebt gereden? U mag meerdere antwoorden aanduiden.
Verzekering burgerlijke aansprakelijkheid .........................................................................................................1 Gedeeltelijke omniumverzekering (mini-omnium) .........................................................................................2 Omniumverzekering ................................................................................................................................................3 Rechtsbijstand ..........................................................................................................................................................4 Bestuurdersverzekering .........................................................................................................................................5 Verzekering andere inzittenden ...........................................................................................................................6
Ga naar volgende vraag
13. Bij wie werd de autoverzekering afgesloten voor de wagen?
Onafhankelijke verzekeringsmakelaar.................................................................................................................1
Bankagentschap of agent van bank- of verzekeringsmaatschappij ............................................................2 Directe verzekeraar (bv. Corona, Actel, Touring, Ethias) ...............................................................................3 Autogarage (bv. Citroën, Skoda, Volvo)...................................................................................................4 Weet niet .....................................................................................................................................................................5
Ga naar volgende vraag
14. Hoeveel bedraagt de huidige TOTALE jaarlijkse verzekeringspremie?
Let op, indien om de drie maanden een deel van uw jaarlijkse premie betaald wordt, volstaat het om het bedrag op de driemaandelijkse factuur met 4 te vermenigvuldigen om de jaarlijkse premie te bekomen. Indien maandelijks een deel van de jaarlijkse premie betaald wordt, moet het bedrag van de maandelijkse factuur vermenigvuldigd worden met 12 om de jaarlijkse premie te bekomen.
EURO (alle taksen en kosten inbegrepen)
Ga naar volgende vraag
15. Indien u op vraag 12 meerdere antwoorden hebt aangeduid, dan zal de premie BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID (BA) slechts een onderdeel uitmaken van de jaarlijkse premie die u hebt vermeld in vraag 14. Hoeveel bedraagt de huidige premie voor de verplichte burgerrechtelijke aansprakelijkheidsverzekering?
U vindt dit bedrag op het (jaarlijks) vervaldagbericht.
EURO (alle taksen en kosten inbegrepen)
Ga naar volgende vraag
16. Wie staat in de verzekeringspolis van de wagen waarmee u de afgelopen 12 maanden het vaakst gereden hebt, vermeld als de hoofdbestuurder of gebruikelijke (of courante) bestuurder?
Ikzelf .............................................................................................................................................................................1
Mijn partner ...............................................................................................................................................................2 Mijn ouders ................................................................................................................................................................3 Een ander familielid ................................................................................................................................................4 Iemand anders dan de hierboven gegeven opties ..........................................................................................5 Geen hoofdbestuurder aangeduid .......................................................................................................................6
Ga naar vraag 20
Ga naar volgende vraag
17. Wat is de geboortedatum van de gebruikelijke bestuurder of hoofdbestuurder van de wagen waarmee u de afgelopen 12 maanden het vaakst gereden hebt? /
/ 19
(dag/maand/jaar)
Ga naar volgende vraag
18. Wat is de postcode van de woonplaats van de gebruikelijke bestuurder of hoofdbestuurder (domicilie) van de wagen waarmee u de afgelopen 12 maanden het vaakst gereden hebt?
Ga naar volgende vraag
Pagina 3 van 8
Cars Insurance Survey 2013 19. Het gebeurt dat personen die niet de hoofdbestuurder of de gebruikelijke bestuurder zijn, vaker met een wagen rijden dan de in de verzekeringspolis vermelde hoofdbestuurder voor die wagen. Welk van de onderstaande uitspraken komt het best overeen met de situatie voor de wagen waarmee u de afgelopen 12 maanden het vaakst gereden hebt.
Ik rijd de meeste kilometers maar sta in de polis niet vermeld als hoofdbestuurder
of gebruikelijke bestuurder ....................................................................................................................................1
bestuurder rijdt de meeste kilometers ..............................................................................................................2
ik rijden ongeveer evenveel kilometers ...............................................................................................................3
De in de polis vermelde hoofdbestuurder of gebruikelijke
De in de polis vermelde hoofdbestuurder of gebruikelijke bestuurder en
Ga naar volgende vraag
20. Zijn er voorwaarden verbonden aan de verzekeringspolis van de wagen waarmee u de afgelopen 12 maanden het vaakst gereden hebt? Deze voorwaarden kunnen het resultaat zijn van een overeenkomst met de verzekeraar om een korting op de premie te bekomen. En indien ja, welke? U mag meerdere antwoorden aanduiden.
Geen voorwaarden ....................................................................................................................................................1
Verbod om te rijden op bepaalde tijdstippen (Weekend / ’s nachts).............................................................2 Verplichting om een cursus defensief rijden te volgen ..................................................................................3 Beperking van het aantal toegelaten passagiers ............................................................................................4 De installatie van een zwarte doos in de wagen ..............................................................................................5 Verplichting om andere verzekerings- of bank producten te nemen bij de verzekeraar .......................6 Andere voorwaarden ................................................................................................................................................7
Ga naar volgende vraag
21/a. Zijn er de afgelopen 5 jaar ongevallen met aangifte geweest voor de wagen waarvoor de verzekeringspolis is afgesloten?
Ja, .................................................................................................................................1 Nee, ..............................................................................................................................2
21/b. Hoeveel ongevallen hiervan in fout?
Noteer het exacte aantal:
21/c. Hoeveel ongevallen hiervan in recht?
Noteer het exacte aantal:
Ga naar volgende vraag Ga naar deel C
Deel C: AFSLUITEN EERSTE AUTOVERZEKERING OP EIGEN NAAM met u als hoofdbestuurder of gebruikelijke (of courante) bestuurder In deel C worden vragen gesteld over eventuele pogingen die u ooit heeft ondernomen voor het afsluiten van een autoverzekering voor privédoeleinden met u als gebruikelijke of courante bestuurder. Het gaat dus zowel om het concrete afsluiten van een autoverzekering als om eventuele pogingen die u heeft ondernomen, zonder een contract af te sluiten. Het is best mogelijk dat de autoverzekering besproken in Deel B, ook in dit onderdeel van de enquête van toepassing is.
22. Heeft u ooit getracht om een autoverzekering voor privédoeleinden af te sluiten onder uw eigen naam? Het maakt niet uit hoe lang het is geleden en of er effectief een contract werd afgesloten of niet. Ja ..................................................................................................................................1 Nee ...............................................................................................................................2
Ga naar volgende vraag Ga naar deel D
23. In welk jaar heeft u voor het eerst getracht om een verzekering voor privédoeleinden te bekomen op uw naam?
Het maakt niet uit hoe lang het is geleden en of er effectief een contract werd afgesloten of niet. 20
24. Op het ogenblik dat u voor het eerst een autoverzekering op eigen naam wou afsluiten, bevond u zich in volgende situatie:
Aantal ongevallen in fout:
Jaartal laatste ongeval voor de eerste aanvraag: 20
Aantal ongevallen in recht:
Jaartal laatste schorsing voor de eerste aanvraag: 20
Aantal schorsingen rijbewijs:
25. De wagen waarvoor u toen een verzekering wou afsluiten: gaat het om de zelfde wagen als in deel B of om een andere wagen? Zelfde wagen als in deel B......................................................................................1 Andere wagen dan in deel B...................................................................................2
Pagina 4 van 8
Ga naar vraag 29 Ga naar volgende vraag
Cars
26. Voor welk type wagen wou u toen een verzekering afsluiten?
Heel kleine wagen/A-segment (bv. Citroen C1, Fiat 500, Toyota Aygo) .......................................................1 Kleine wagen/B-segment (bv. Volkwagen Polo, Ford Fiesta, Renault Clio) ..............................................2 Medium wagen/C-segment (bv. Volkswagen Golf, Renault Megane, Opel Astra) ..................................3 Grote wagen/D-segment (bv. Volkswagen Passat, Mercedes C-klasse, Audi A4)................................4 Monovolumewagen/G1-segment (bv. Peugeot 5008, Opel Zafira, Volkswagen Touran) ......................5 Terreinwagen, SUV/G2-segment (bv. Dacia Duster, Peugeot 3008, KIA Sportage) .................................6 Bestelwagen, pick-up (bv. Ford Transit, Mercedes Sprinter, Renault Trafic) ...........................................7 Andere ..........................................................................................................................................................................8
Insurance Survey 2013
Ga naar volgende vraag
27. Wat was het vermogen van de wagen uitgedrukt in kilowatt (kW) waarvoor u toen een verzekering wou afsluiten?
Indien u enkel het aantal DIN PK’s van het voertuig kent, noteer dan het aantal DIN PK’s. KW of
DIN pk
Ga naar volgende vraag
28. Voor welke prijs heeft u toen de wagen aangekocht?
Maak een schatting indien u de exacte prijs niet meer weet of ga direct naar de volgende vraag.
EURO (alle taksen en kosten inbegrepen)
Ga naar volgende vraag
29. Toen u voor het eerst een autoverzekering voor privédoeleinden op eigen naam wou; hoeveel offertes heeft u toen...?
Offertes gevraagt
Offertes bekomen
Ga naar volgende vraag tenzij u geen offertes hebt bekomen. Dan mag u onmiddellijk naar vraag 34a
De volgende vragen handelen over de offertes die u heeft ontvangen toen u voor het eerst een autoverzekering voor privédoeleinden wou afsluiten. Als u slechts één offerte heeft ontvangen, dan beantwoordt u de vragen bij “Goedkoopste offerte”. Indien u meerdere offertes heeft ontvangen, dan beantwoordt u de vragen voor de “goedkoopste” en de “duurste” offerte.
30. Welke verzekering(en) was/waren opgenomen in de offerte(s) die u toen heeft ontvangen?
U mag meerdere antwoorden aanduiden.
Goedkoopste offerte
Duurste offerte
Verzekering burgerlijke aansprakelijkheid
1
1
Gedeeltelijke omniumverzekering of mini-omnium
2
2
Omniumverzekering
3
3
Rechtsbijstand
4
4
Bestuurdersverzekering
5
5
Verzekering andere inzittenden
6
6
Weet niet
7
7
Goedkoopste offerte
Duurste offerte
Onafhankelijke verzekeringsmakelaar
1
1
Bankagentschap of agent van bank- of verzekeringsmaatschappij
2
2
Directe verzekeraar (bv. Corona, Actel, Touring, Ethias)
3
3
Autogarage (bv. Citroën, Skoda, Volvo)
4
4
Weet niet
7
7
31. Van welke type verzekeraar kwam de offerte?
32. Hoeveel bedroeg bij de offerteaanvraag de jaarpremie voor de aangeboden autoverzekering?
Goedkoopste offerte:
EURO (alle taksen en kosten inbegrepen)
EURO (alle taksen en kosten inbegrepen)
Duurste offerte:
Ga naar volgende vraag
33. Welk van de onderstaande voorwaarden waren gekoppeld aan de offerte? U mag meerdere antwoorden aanduiden. Deze voorwaarden kunnen het resultaat zijn van een overeenkomst met de verzekeraar om een korting op de premie te bekomen. Indien er geen voorwaarden zijn vastgelegd in de ontvangen offertes, dan kiest u voor geen voorwaarden in de mogelijkheden hieronder. Goedkoopste offerte
Duurste offerte
Geen voorwaarden opgelegd
1
1
Verbod om te rijden op bepaalde tijdstippen (weekend / ’s nachts)
2
2
Verplichting om een cursus defensief rijden te volgen
3
3
Beperking van het aantal toegelaten passagiers
4
4
De installatie van een zwarte doos in de wagen
5
5
Verplichting om andere verzekerings- of bankproducten te nemen bij de verzekeraar
6
6
Weet niet
7
7
Pagina 5 van 8
Cars Insurance Survey 2013
34/a. Waren er maatschappijen die u toen geweigerd hebben om een offerte te maken, en indien ja, hoeveel?
Nee ................................................................................................................................................................................1
Ga naar vraag 36
Ga naar volgende vraag
Ja
Eén maatschappij ........................................................................................................................................2 Twee maatschappijen .................................................................................................................................3 Drie maatschappijen of meer ...................................................................................................................4
Weet niet .....................................................................................................................................................................5
Ga na vraag 36
34/b. In welk jaar gebeurde dit voor de laatste keer?
Ga naar volgende vraag
35. Van welk type was (waren) de maatschappij(en) die u een offerte hebben geweigerd? Als het om meerdere offertes gaat, mag u meerdere antwoorden aanduiden.
Onafhankelijke verzekeringsmakelaar ...............................................................................................................1 Bankagentschap of agent van bank- of verzekeringsmaatschappij ..........................................................2 Directe verzekeraar (bv. Corona, Actel, Touring, Ethias) ..............................................................................3 Autogarage (bv. Citroën, Skoda, Volvo) ...............................................................................................................4 Weet niet ...................................................................................................................................................................7
Ga naar volgende vraag
36. Welke van de onderstaande uitspraken geeft het best het resultaat weer van uw eerste poging om een autoverzekering af te sluiten?
Er is bij een verzekeringsmaatschappij een autoverzekering afgesloten met mijzelf als gebruikelijke bestuurder .............................. 1 Er is bij het Tariferingsbureau een autoverzekering afgesloten met mijzelf als gebruikelijke bestuurder ............................................... 2 Er is een autoverzekering afgesloten met iemand anders als gebruikelijke bestuurder en mezelf als 2de bestuurder ...................... 3 Er is een autoverzekering afgesloten met iemand anders als gebruikelijke bestuurder en mijn naam werd niet als bestuurder in de polis vermeld en ik heb niet zelf met het voertuig gereden .......................................................................................4 Er is een autoverzekering afgesloten met iemand anders als gebruikelijke bestuurder en mijn naam werd niet als bestuurder in de polis vermeld, maar ik heb wel zelf met het voertuig gereden .................................................................................5 Er werd voor de wagen destijds geen autoverzekering afgesloten ....................................................................................................................... 6
Deel D: TARIFERINGSBUREAU In deel D worden enkele vragen gesteld over het Tariferingsbureau. 37. Hebt u al van het Tariferingsbureau gehoord?
Ja ..................................................................................................................................1 Nee ...............................................................................................................................2
Ga naar volgende vraag
38. Wat is de belangrijkste opdracht van het Tariferingsbureau ? Onder verzekeraars worden zowel makelaars, agenten, banken als directe verzekeraars verstaan.
Het opleggen van maximumtarieven die de verzekeraars mogen aanrekenen aan de verschillende types van bestuurders voor een autoverzekering ....................................................................................................1 Voorwaarden en premie vastleggen voor bestuurders die niet of aan een zeer hoog tarief aan een autoverzekering geraken ..............................................................................................................................................................2 Het bemiddelen bij geschillen over de hoogte van een premie voor een autoverzekering .........................................3 Geen idee ...........................................................................................................................................................................................4
Ga naar volgende vraag
39. Bent u ooit in contact gekomen met het Tariferingsbureau?
Ja ..................................................................................................................................1 Nee ...............................................................................................................................2
Ga naar volgende vraag Ga naar deel E
40. Op welke wijze bent u in contact gekomen met het Tariferingsbureau?
Page 6 de 8
Aangeraden door familie of vrienden ..........................................................................................................................................1 Doorverwezen door een verzekeraar .........................................................................................................................................2 Via informatie op het Internet die ik zelf gevonden heb .........................................................................................................3 Via het Motorwaarborgfonds of de ombudsman .....................................................................................................................4
Ga naar volgende vraag
Cars
Insurance Survey 2013
Deel E: OVER UZELF Tot slot nog enkele vragen over uzelf.
41. Wat is uw geboortedatum?
/
/ 19
(dag/maand/jaar)
Ga naar volgende vraag
42. Bent u man of vrouw? Man ..............................................................................................................................1
Vrouw ..........................................................................................................................2
Ga naar volgende vraag
43. Wat is de postcode van uw woonplaats (domicilie)?
Ga naar volgende vraag
44. Wat is het niveau van uw hoogst behaald diploma?
Geen of lager onderwijs ...........................................................................................................................................1 Lager secundair onderwijs ....................................................................................................................................2 Hoger secundair onderwijs ....................................................................................................................................3 Hoger niet universitair onderwijs (bachelor, graduaat, A1, regentaat) .......................................................4 Universitair onderwijs (Licentiaat, master, ingenieur) ....................................................................................5
Ga naar volgende vraag
45. Welke van de onderstaande omschrijvingen geeft het best uw huidige familiale situatie weer?
Ik woon nog bij mijn ouders ....................................................................................................................................1 Ik woon alleen ...........................................................................................................................................................2 Ik woon samen met een partner ...........................................................................................................................3
Ga naar volgende vraag
46. Welke van de onderstaande omschrijvingen geeft het best uw beroepsstatus weer? Student / scholier ......................................................................................................................................................1 Arbeider ......................................................................................................................................................................2 Bediende ......................................................................................................................................................................3 Zelfstandige ................................................................................................................................................................4 Werkloos ......................................................................................................................................................................5 Huisman / huisvrouw ...............................................................................................................................................6 Niet beroepsactief om een andere reden ...........................................................................................................7
Ga naar volgende vraag
47. In welke categorie bevindt zich uw gemiddelde maandelijkse netto inkomen? Het kan zowel om inkomsten uit arbeid gaan, als inkomsten uit kapitaal of giften. Indien u het niet exact weet, gelieve dan een schatting op te geven. Omcirkel het antwoord in kolom A. Kolom A
Kolom B
499 euro per maand of minder
1
1
Tussen 500 euro en 749 euro per maand
2
2
Tussen 750 euro en 999 euro per maand
3
3
Tussen 1.000 euro en 1.249 euro per maand
4
4
Tussen 1.250 euro en 1.499 euro per maand
5
5
Tussen 1.500 euro en 1.999 euro per maand
6
6
Tussen 2.000 euro en 2.499 euro per maand
7
7
Tussen 2.500 euro en 2.999 euro per maand
8
8
Tussen 3.000 euro en 3.999 euro per maand
9
9
4.000 euro per maand of meer
10
10
Weet niet
77
77
Ga naar volgende vraag
48. In welke categorie bevindt zich het gemiddelde maandelijkse netto inkomen van alle gezinsleden samen? Het kan zowel om inkomsten uit arbeid gaan, als inkomsten uit kapitaal of giften. Indien u het niet exact weet, gelieve dan een schatting op te geven. Omcirkel het antwoord in kolom B van vraag 47
Page 7 de 8
Dank u voor de medewerking ! Gelieve deze vragenlijst in de bijgevoegde voorgedrukte envelop terug te sturen naar de FOD Economie. Een postzegel is niet nodig.
Cars Insurance Survey 2013
© scottchan - Fotolia.com
Car Insurance Survey 2013 Bezoek onze website www.statbel.fgov.be
© Maridav - Fotolia.com
FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Communicatieverantwoordelijke Stephan Moens
[email protected] WTC III - Simon Bolivarlaan, 30 B-1000 Brussel E-mail:
[email protected] ONDERNEMINGSNUMMER: 0314.595.348 VERANTWOORDELIJKE UITGEVER: ANNIE VERSONNEN WTC III - SIMON BOLIVARLAAN, 30 B-1000 BRUSSEL