O
novation for life in
Gezond Leven Utrechtseweg 48 3704 HE Zeist Postbus 360 3700 AJ Zeist
TNO-rapport
www.tno.nl
TNO 2014 Rt03t1 Thema 3. Voeding VP Gezonde en Veilige Voeding Voortgangsrapportage 201 3
Datum
Auteur(s)
28 januari 2014 Dr. G. Houben
lr. N. Clabbers Dr. R. Visschers Dr. lng. J.P. van der Lugt, MBA Exemplaarnummer Oplage Aantal pagina's Aantal bijlagen Regievoerder Projectnaam Projectnummer
124
Ministerie van Economische Zaken
Autorisatie Dr. N Functie (.-*\ane Handtekenin i) J_
pirector Healty Living
Alle rechten voorbehouderlr.
Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd eniof openbaar gemaakt door middel van druk, foto-kopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van TNO. lndien dit rapport in opdracht werd uitgebracht, wordt voor de rechten en
verplíchtingen van opdrachtgever en opdrachtnemer verwezen naar de Algemene Voorwaarden voor opdrachten aan TNO, dan wel de betreffende terzake tussen de partijen gesloten overeenkomst. Het ter inzage geven van het rNo-rapport aan direct belang-hebbenden is toegestaan.
o 2014 TNO
T F
+31 88 866 60 00 +31 88 866 87 28
[email protected]
2t
TNO-rapport I TNO 2014 R10311
I
123
nhoudsopgave
lnhoudsopgave............. Inleiding VP Gezonde en Veilige
...............2
Voeding
.......................4
Topsector AgroFood Thema 1: Valorisatie van zijstromen, grondstoffen en
mest..........
3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
.................6 Enkele highlights uit 2013 ..............6 Korte inleiding op Topsector Agri & Food Thema 1: Valorisatie van zijstromen, grondstoffen en .............8 Overzicht type projecten 201 ..... ... .. .... ..... .. . 1 1 Uitvoering in 2013, ......................11 Samenvatting per ............12 Output en ......1S lnnovatie ..................15
4
AgroFood Thema 6:
4.1
4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7
Enkele highlights uit Korte inleiding op AgroFood Thema 6: Overzicht type projecten Uitvoering in 2013, Samenvatting per Output en lnnovatie
5
Ag
51
5.3 5.4 5.5 5.6 5.7
Enkele highlights uit .........48 Korte inleiding op Topsector Agri & Food Thema 7 & 9: Producttechnologie & Duurzame maaktechnologie: Valorisatie van zijstromen, grondstoffen en mest ..... 50 Overzicht type projecten 201 ... .. ... ... ... ...... .. 54 Uitvoering in 2013, ......................Ss Samenvatting per ............56 Output en ......78 lnnovatie ..................T8
6
AgroFood Thema 8:
6.1
6.3 6.4 6.5 6.6 6.7
Enkele highlights uit Korte inleiding op AgroFood Thema 8: Overzicht type projecten Uitvoering in 2013, Samenvatting per Output en lnnovatie Programma's
7
AgroFood Thema 9: Processing...
7.1
Enkele highlights uit 2013 Korte inleiding op TopsectorAgri & Food Thema 9: Processing. Overzicht type projecten Uitvoering in 2013,
3.1
3.2
52
6.2
7.2 7.3 7.4
.................
mest...... 3 Resultaten project.................. kennisoverdracht Programma's................
Gezondheid.............. 2013
......................12 .........12 Ge2ondheid................ ............19 ......................21 ......................22 ............24 .....................47 ...........,.....47
2013 Resultaten project.................. kennisoverdracht..... Programma's................
roFood Thema 7: Prod ucttech nologie & Duu rzame maaktechnolog ie........ 48
2013
3 Resultaten project.................. kennisoverdracht Programma's................
Voedselveiligheid.... ......................80 2013................. ............80 Voedselveiligheid ....................82 2013 ... ...... .... ..... Bs Resultaten ......................86 project.................. ............87 kennisoverdracht ....106 ................ .............. 106 .................
2013 Resultaten
..
.
..
..........107 . . ...........108 ....................111 ....................111
TNO-rapport
I
TNO 2014 R10311
31123
TNO-rapport I TNO 2014 R1031 I
2
4t123
lnleiding VP Gezonde en Veilige Voeding Kofte inleiding op het Vraag gestuurde Programma Voeding De overheid heeft zich als doel gesteld kennis en innovatie beter te koppelen aan maatschappelijke vraagstukken bij de totstandkoming van vernieuwende producten
en diensten. Deze aanpak is in 2012 ingevuld door middel van Topsectorenbeleid,
waarbij
in
vraagsturing
tot stand komt in de gouden driehoek
overheid-
Kennisinstellingen-Bedrijfsleven. De Topsector roadmap wordt gebruikt voor de jaarlijkse invulling van de VP strategie, de afstemming hierover vindt plaats in de verschillende themacommissies in de Topsector. Een belangrijke leidraad bij het vaststellen van het jaarprogramma2013 is daarbij het programma van eisen van de overheid. ln het programma van eisen voor 2013 heeft de overheid bij monde van de kennisarena Voeding aangegeven welke kennisvragen en kennisbehoefte zij had met betrekking tot het rhema Voeding. Tevens zijn in 203 de eerste pps-en van start gegaan die door middel van het call proces in het rKl AgroFood was georganiseerd. Binnen
TNo Gezond Leven, VP Voeding, wordt hier vanuit
3
proposities aandacht aan besteedt. Het gaat daarbij om de proposities:
. ¡ .
Gezonde voeding; Voedselkwaliteit en productie; Voedselveiligheid.
TNO heeft met haar proposities een heldere koppeling met de verschillende thema's in de Topsector Agri&Food en op verzoek van de Topsector wordt langs deze Thema's de rapportage opgesteld. Eind 2013 zijn rapportages opgesteld over
de verschillende afzonderlijke projecten. ln dit document wordt een rapportage gegeven op propositie niveau. Deze rapportage heeft tot doel de betrokken Ministeries en de Topsector Agri&Food op hoofdlijnen te informeren over de voortgang en resultaten van de proposities. Onderlinge afstemming en samenwerking
Vanuit het Ministerie van EZ wordt het onderzoek afgestemd en het TKI overleg en
met DLO. Beide instituten nemen allen een specifieke plaats in binnen
het
toegepaste Voedingsondezoek in Nederland.
TNO voert voedingsonderzoek uit in een breed kennisportfolio Gezonde Voeding,
en Voedingsproductie. Het afgelopen jaar is er vanuit de verschillende kennisinstellingen verder gewerkt om de verschillende beleidsterreinen bij elkaar te brengen en daarbij ook afstemming te bereiken in de Voedselveiligheid
onderlinge samenwerking tussen de instituten. De vooziene projectsamenwerking
TNO-rapport I TNO 2014 R10311
5t123
met DLO is echter nog niet ingevuld door onderlinge verschillen in aansturing en richtlijnen vanuit het Ministerie van Ez op het gebied van contractzaken. onduidelijkheid in de werkwijze van TNo binnen het
rKl
is weggenomen door de
Memorandum of Understanding die is afgesloten met het TKl. Ook de transitienota
die door de verschillende partijen is opgesteld zal in 2014 gaan leiden tot een verdere verbetering in de afstemming en samenwerking tussen TNO en DLO.
TNO-rapport I TNO 2014 R10311
3
6t123
Topsector AgroFood Thema
1: Valorisatie van
zijstromen, grondstoffen en mest 3.1
Enkele highlights uit 2013
3.1.1
VEIlesS A4 voor KIP rappoftage en FND-update
ln
J^, ^"
2014 is het FND-project VETtesS afgerond, een samenwerkingsverband tussen VION, Euroma, TNO en Marel (voorheen Stork). Doelstelling van het project was het ontwikkelen van een nieuwe generatie voorgebakken producten
voorzien van een laag beslag, zoals kipnuggets en schnitzels, met een aanzienlíjk lager vetgehalte maar met behoud van de door consumenten zeer gewaardeerde eigenschappen, zoals krokantheid en smaak. Deze producten worden in de praktijk industrieel voorgebakken in frituurolie. Ze worden door de consument vlak voor consumptie afgebakken in een heteluchtoven of nogmaals gefrituurd.
Het project heeft vooral het industriële voorbakken onder handen genomen. Belangrijke resultaten zijn dat een optimalisatie van de samenstelling van het beslag kan zorgen voor 15 tot25o/o reductie van het vetgehalte van het eindproduct,
met tegelijkertijd een aanzienlijke verbetering van de knapperigheid. Daarnaast is vastgesteld dat met het gebruik van een nieuw bakproces op basis van oververhitte stoom, het zogenaamde impingement stoomfrituren ook op industriële schaal in een
continu proces kan worden uitgevoerd. Naast duidelijke verbetering van de gezonde samenstelling is dit alternatief voor de industrie aantrekkelijk, omdat voor het afbakken geen olie meer nodig is.
Het project heeft zich gericht op de relatie tussen de samenstelling van het beslag,
de vetopname tijdens voorfrituren en de resulterende krokantheid, de belangrijkste parameter van de productkwaliteit. ln een zogenaamd Experimental Design zijn de verbanden vastgelegd; dit inzicht is ook voor bestaande productielijnen te benutten.
Dit geldt voor de onderzochte producten, maar tevens voor diverse andere producten waarin beslag of deeg wordt gefrituurd. Het uiteindelijke vetgehalte en de producteigenschappen zijn bepaald in een praktijksituatie, dus na bevroren opslag
en afbakken in een heteluchtoven. Een duidelijke relatie is vastgesteld tussen het
TNO-rapport
I
TNO 2014 R10311
7t123
vochtgehalte van de batter en de vetopname; hoe minder water in de batter, hoe
minder vetopname. Minder water geeft een dikker beslag.
om dit te
kunnen
venryerken zijn aangepaste aanbrengtechnieken ontwikkeld. Op deze manier kan in
de praktijk worden gewerkt met een beslagsamenstelling waarin minder vetopname
in bestaande
voorbakprocessen plaatsvindt. Daarnaast kan
de
krokantheid
aanzienlijk worden verhoogd. Dit gaat uiteindelijk ten koste van het verlaagde
vetgehalte, maar
op basis van de
opgedane kennis
is
deze verhouding
klantspecifiek en gericht te optimaliseren.
Figuur
300
3,,
Crispiness (sound events)
vetopn ame va n ve rsch il len de
!
oil
be sl ag sa m
(% db)
e
n stel I i n g e n.
De eerste 4 resultaten betref-
zoo
a
fen frituren, waarb| het vetgehalte gereduceerd kan
ärt
!e ð
J¿
Krokantheid en
. o
b
1:
1OO
worden en/of de krokantheid
o
.a
è
{s0 (J
verhoogd.
Het laatste resultaat is
0
van
impingement stoomfrituren,
ot"t
oro"nu
dus geen toegevoegd vet en
"r"'t
toch een hoge krokantheid.
Een tweede ontwikkellijn betrof het vervangen van voorfrituren door bakken
in
oververhitte stoom of zeer vochtige lucht, die met hoge snelheden, impingement, op
het gebatterde product wordt geblazen. Hiermee is het mogelijk om het beslag te 'zetten' en, na afbakken in een oven, een goede krokantheid te bewerkstelligen. Dit proces resulteert dus in een krokant product met een vetvrij beslag. De hiervoor
noodzakelijke aanpassingen van
de
procesvoering
zijn in een pilot
baklijn
gerealiseerd en vraagt om doorontwikkeling naar industriële schaal. Dit resultaat kon alleen behaald worden door intensieve samenwerking tussen de deelnemende bedrijven en TNo. Marel was verantwoordelijk voor het vormen van de nuggets, het
aanbrengen van het beslag en de pilot bakapparatuur, Euroma leverde de verschillende beslagsamenstellingen en speelde een belangrijke rol in de ontwikkeling daarvan, VloN heeft als penvoerder opgetreden en was als potentiële producent van verbeterde kipnuggets en schnitzels geTnteresseerd.
TNO-rapport
I
8l
TNO 2014 R10311
Figuur
2:
'123
Proefopstelling voor
frituren en impingement stoomfrituur oven.
Referentieproducten en de in VETlesS ontwikkelde producten, vetarm gefrituurd, extra krokant gefrituurd en volledig vetvrij gebakken, zijn begin 2014 aan diverse
marktpartijen voorgelegd.
Ze
bieden interessante aanknopingspunten voor
aantrekkelijke nieuwe producten en productiewijzen. 3.2
Korte inleiding op Topsector Agri & Food Thema 1: Valorisatie van zijstromen, grondstoffen en mest De toenemende wereldbevolking leidt tot een snel toenemende vraag naar voedsel.
Daarnaast leidt het toenemende welvaartsniveau in niet-Westerse landen, zoals China en lndia, tot een sterke toename in de vraag naar voedingsproducten die van
oudsher een hoge carbon footprint hebben, zoals vlees en zuivel. Een derde probleem is de wereldwijde toename overgewicht en diabetes als gevolg van de verandering in de voedselconsumptie. De hieruit voortvloeiende voedselschaarste, gezondheids- en milieuproblematiek kunnen alleen worden afgewend indien er iets
verandert aan de huidige manier van voedselproductie en -consumptie. Enerzijds zullen productieprocessen efficiënter moeten worden, zowel wat betreft energie- als
materiaalgebruik. Dit betekent dat huidige ketens
tot hogere valorisatie
van
zijstromen moeten komen. ln veel gevallen zullen er geheel nieuwe processen ontwikkeld moeten worden en zullen productieketens efficiënter moeten worden. Anderzijds zal er meer gekeken moeten worden naar alternatieve voedingsbronnen
met een lagere carbon footprint. Hierbij kan gedacht worden aan plantaardige eiwitten en materialen, geproduceerd met behulp van biotechnologie zoals algen en schimmels. Om deze nieuwe materialen om te zetten in producten die aantrekkelijk
zin voor consumenten, is meer kennis over de eigenschappen van deze ingrediënten nodig en zullen er nieuwe processen nodig z\n. De voedsel gerelateerde gezondheidsproblematiek tenslotte vereist dat er aangepaste produc-
ten ontwikkeld worden die leiden tot een verbeterde gezondheid zonder af te doen aan de smaakbeleving waar de consument vraagt en waar de industrie naar op zoek
is.
TNO-rapport I TNO 2014 R10311
9t123
Het Vraaggestuurde Programma van TNO sluit goed aan bij de doelstellingen uit Thema 1 van de deelpropositie 'Processing'. Voor het overzicht wordt hieronder het totale VP EOP kort weergegeven. 3.2.1
On
derzoe kslij n Processi ng
Ontwikkelen van nieuwe en verbeterde processingmethoden waarmee een brede variëteit aan primaire grondstoffen omgezet kan worden in voedingsbestanddelen of -producten met een hoge toegevoegde waarde. De nieuwe technologie zal erop gericht zijn een zeer hoge mate van controle te hebben over het materiaal en de procescondities waaraan het wordt blootgesteld. De producteigenschappen en
functionaliteiten kunnen
op deze w¡ze zeer nauwkeurig
beTnvloedt worden.
Aansluitend bij de trends binnen de voedingsindustrie zullen de te ontwikkelen methoden kosteneffectief zijn door het efficiënt gebruik van zowel energie als grondstoffen. Verder zal de technologie een hoge mate van flexibiliteit bevatten
waardoor het mogelijk zal zun om snel
te
wisselen tussen verschillende
grondstoffen, recepturen en producten. Concrete uitwerking van dit doel vindt plaats
op de volgende onderdelen die vallen onder Topsectorthema's 1 (Valorisatie van reststromen) en 9 (Duurzame Maaktechnologie):
a)
Ontwikkeling van nieuwe en verbeterde processing-equipment, die efficiënter en duurzamer gebruik van grondstoffen en energie mogelijk maakt;
b)
ln-silico methoden om de invloed van samenstelling en productieproces op kwaliteitsparameters snel te kunnen voorspellen;
c) opschaalbaarheid van processen en equipment naar pilot plant of productie; d) Modellen en concepten die de implementatie van resultaten blj klanten bespoedigen. 3.2.2
O
nde rzoe ksl ij n Kwal iteit
Bepalen en verbeteren van de kwaliteit van voedselproducten
in relatie tot de gekozen ingrediënten, processing en organoleptische eigenschappen. Dit is belangrijk voor de kwaliteit die consumenten ervaren bij het bepalen van hun voedselkeuze. ln samenwerking met wuR en RlvM worden de grenzen van de gezondheidswinst die mogelijk is op basis van herformulering bepaald. ln dit programma bepalen we de ondergrenzen van zout en suikergehalte die nog door consumenten geaccepteerd worden. Hiervoor ondezoeken we de relatie tussen de ingrediëntsamenstelling, processing en textuur van voedingsmiddelen zoals snoep-
goed, vleeswaren etc. De focus is beperkt tot het beheersen van de essentiële producteigenschappen en het vaststellen van de relatie tot de organoleptische kwaliteit. Deze kennis zal worden gebruikt om bestaande technologieên zodanig
aan te passen dat onderdelen van het ontwikkelingstraject beter op elkaar aan-
TNO-rapport
I
TNO 2014 R1031
10
1
t 123
sluiten. Micromodellen van voedsel worden veel gebruikt voor specifieke ontwikkeltrajecten, waardoor het moeilijk is om de technologie te vertalen naar generieke inzichten. Het gebruik van deze micromodellen zal universeler worden
door de technologieën beter op elkaar aan te laten sluiten. Concrete uitwerking
vindt plaats op de volgende onderdelen die vallen onder Topsectorthema 7 (Product Technologie):
a)
Ontwikkeling van screeningstools die kunnen worden ingezet om de humane fysiologische respons op gezonde ingrediënten te kunnen optimaliseren m.b.t. proces condities en samenstelling;
b)
Verbetering van (high-throughput) analysemethoden die de aanwezigheid van versterkers van smaak en geurstoffen en de fysische eigenschappen zoals viscositeit kunnen kwantificeren;
c)
Methoden die de microstructuur van voedsel kunnen bepalen en daarbij relateren aan organoleptische eigenschappen;
d)
Methoden om textuur, geur en smaak beter te bepalen op grond van de fysische en chemische eigenschappen van ingrediënten en producten;
e)
Vaststellen van de ondergrenzen van zout en suikergehalte die nog door consumenten geaccepteerd worden (in samenwerking met WUR / RIVM).
3.2.3
Onderzoekslijn ingrediënten
Ontwikkelen van nieuwe en verbeterde ingrediênten die gezonder en functioneler zijn en die voldoen aan moderne randvoonryaarden met betrekking tot clean label, natuurlijke en duurzame venruerking. Door meer kennis over de chemische en
fysische eigenschappen van biopolymeren in voedsel te ontwikkelen, kunnen ingrediênten worden ontworpen en geproduceerd die beter voldoen aan de eisen van de moderne consument. Als voorbeeld kunnen chemische modificaties die nu gebruikt worden om de kwaliteit van zetmeel te verhogen worden vervangen door
milde fysische processen als er voldoende kennis is over de structuur-functie relaties van het zetmeel ingrediënt. Soortgelijke kennis kan ook gebruikt worden om
gezonde ingrediënten zoals prebiotica te verbeteren. Concrete uitwerking vindt
plaats
op de
volgende onderdelen
die
voornamelijk vallen binnen de
Topsectorthema's 7 (Product Technologie) en 9 (Duurzame Maaktechnologie):
a) b) c)
ldentificatie van relevante bronnen en materialen; Ontwikkeling kennis relatie materiaal
-
processing / treatment;
ldentificatie van relevante processing condities m.b.t. tot de gezondheid en functionaliteit;
d)
Ontwikkeling van hoogwaardige voedingscomponenten en -producten.
TNO-rapporl I TNO 2014 R1031'l
't1 I 123
Het TNO programma Efficiente Ontwikkeling en Productie van Hoogwaardig Voed-
sel draagt bij aan het Topsector thema "Valorisatie van zijstromen, grondstoffen en mest". Voor 2013 ztjn de Topsector doelstellingen opgenomen in het lnnovatiecontract versie 22 maart2012, terug te vinden op de website van de Topsectoren: (
Food 2013-10-01 9.pd0. De PPS GAIA waarin gewerkt aan de bioraffinage van algen tot food en non-food ingrediënten draagt bij aan de volgende specifieke doelstellingen van dit Thema:
.
Een zo hoog mogelijke toegevoegde waarde creëren voor AgroFood bedrijven
door het efficiënte gebruik van dierlijke en plantaardige zijstromen en groene grondstoffen, richting zo hoog mogelijke waarde van specifieke componenten en inhoudsstoffen;
.
Het ontwikkelen van nieuwe en aangepaste groene grondstoffen, gericht op realisatie van kansen van de AgroFood sector in de biobased economy;
.
Ontwikkeling van kleinschalige decentrale bioraffinage concepten voor dierlijke en plantaardige grondstoffen en zijstromen die aansluiten op een centrale, meer grootschaligere bioraffinage infrastructu
u r.
Ook het project Flying Food en het doorlopende
kennisinvesteringsproject
Sustainable Food Production dragen bij aan de doelstellingen van dit Thema. De voortgangsrapportage van deze projecten wordt echter vermeld bij Thema
7 of
Thema 9, zoals weergegeven in de volgende overzichtstabel.
3.3
Overzicht type projecten 2013
Programma EOP
Type project
TKI.AF Thema*
# Partners
Programmamanagement, kiemprojecten
TNO kennisinvestering
Nvt (1)
0
TNO cofìnanciering
1
5
Deelprogramma C: lngredients Getting Algae lngredients Applied * Vena/jst naar doelstellingen
binnen het innovatiecontract Topsector Agri&Food versie 2012.
3.4
Uitvoering in 2013, Resultaten
3.4.1
Management oordeel
3.4.1.1
Voorbereiding20l3
De voorbereiding van het programma Efficiënte Ontwikkeling en Productie van Hoogwaardig Voedsel 2012 (e.v.) op basis van vraagsturing is goed voorlopen.
INO-rapport
I
TNO 2014 R10311
12
I
',123
De vraagarticulatie door en afstemming met de overheid was vergelijkbaar met het
voorgaande jaar georganiseerd. De interne voorbereiding verliep efficiënt. Alle projecten waren tijdig voorbereid en konden op
3.4.1.2
1
januari2013 van start.
Bijstelling programma en voorbereiding 2013 e.v.
ln 2013 is actief bijgedragen aan de vraagsturing, programmering en voorbereiding voor de kennis- en technologieontwikkeling binnen Nederland voor 2014 en verder. TNO vezorgt voor het TKI Agri&Food het voorzitterschap van de themacommissie,
waarin door het bedrijfsleven de uitwerking van het innovatiecontract met betrekking tot Thema kwaliteit en Thema processing aangestuurd wordt. Ook vindt
de Biobased Economy en met Tuinbouw en Uitgangsmaterialen met betrekking tot uitgangsmaterialen en reststromen. Het programma is optimaal voorgesorteerd op de prioritaire Thema's die op nationaal en Europees niveau voorzien worden door afstemming plaats met de Topsector Chemie met betrekking tot
onder andere de participatie in het Food Manufuture project.
3.4.1.3
Uitvoering en resultaten
De planning en uitvoering van het programma en de projecten in 2013 is door de projectteams goed vormgegeven en op hoofdlijnen conform planning gerealiseerd.
Het faillissement van de firma lngrepo en het daardoor stilvallen van
het
gezamenlijke project heeft tot aanzienlijke vertraging geleid in de ontwikkeling van
de bio raffinage technologie. Deze vertraging is echter weer voor een
deel
ingelopen door het aanhaken van Algae Food en Fuels. De verwachting is dat de
pilot bio raffinage installatie in april 2014 operationeel zal zijn. De projecten zijn op
hoofdlijnen positief
te
beoordelen qua realisatie van resultaten, kwaliteit en
doelgerichtheid. De financiële realisatie is op hoofdlijnen volgens planning verlopen.
Alle projecten waren tijdig en adequaat gerapporteerd. ln 2013 is opnieuw tijd geïnvesteerd in afstemming met de Topsector Agri&Food.
3.4.1.4
Conclusie en advies
Op grond van bovenstaande overwegingen wordt geconcludeerd dat het TNO Onderzoeksprogramma voor Efficiënte Ontwikkeling en Productie van Hoogwaardig
Voedsel 2013 succesvol is voorbereid, uitgevoerd en gerapporteerd.
3.5
Samenvatting per project ln het hierna volgende wordt per project aangegeven welk type project het betreftl,
wat de doelen van het project zijn, wat de belangrijkste beoogde mijlpalen en resultaten voor 2013 waren, of en in hoeverre deze gerealiseerd zijn en wat de
output aan rapporten, artikelen, voordrachten e.d. was. Voor nadere details ten
TNO-rapport I TNO 2014 R10311
13
t 't23
aanz¡en van individuele projecten, zoals financiële details, doelgroepen en samenwerking met stakeholders, kennistoepassing en -disseminatie, en details ten aanzien van de output, wordt ven¡vezen naat de rapportages van de individuele projecten. t
Met type project wordt bedoeld:
EU-EFRO: Project met voonruaarden Europees Fonds Regionale Ontwikkeling EU-fp7: Project met voorwaarden volgens EU-fp7
TIFN: Project met voon¡vaarden volgens Top lnstituut Food & Nutrition TNO Cofinanciering: Project met voonruaarden volgens regeling TNO TNO KIP: TNO Kennis lnvesteringsProject (doorlopend programma) STW: Project met voonryaarden volgens Stichting Toegepaste Wetenschappen
3.5.1
Deelprogramma Algemeen
Het programmamanagement project voor de heft betrekking op het complete vraag gestu urde programma. De samenvattin g wordt
3.5.1.1
h
ieronder weergegeven.
Programmamanagement, Kiemprojecten
Proiect I voe' Agri&Food Call 2012
Titel: Proqrammamanaqement. Kiemproiecten
Doel
Dit project omvat het Management voor het Programma Efficiente Ontwikkeling van Hoogwaardig Voedsel en de aansturing / initiatie van ad hoc / KIEM-projecten I
Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
TNO-KIP N.v.t
vernieuwing, in het bijzonder het verkennen en opstarten van pps-en in het kader van het Topsectorbeleid. Tot dit laatste behoorde een uitvoerige verkenning en voorbereiding voor het opzetten van Shared Research Programma's die in 2014 opqestart zullen worden. Jaarrapportage over 2012', goedgekeurd (bijgesteld) meerjarenprogramma; verkenning mogelijkheden / draagvlak voor opzetten SRP's Voedselallergie; goedgekeurd jaarplan 2014; goedgekeurde KIP-plannen 2014; goedgekeurde KIPrapportaqes over 2013. Geen
TNO-rapport I TNO 2014 Rl031l
14
3.5.2
DeelprogrammaC:lngredients
3.5.2.1
Getting Algae lngredients
Applied
I 123
(GAIA)
GAIA is een voortzetting van het TERM Bioraffinage project dat in 2012 gelopen
heeft. Er wordt in dit project internationaal samengewerkt met 5 partners. Het
project beoogt verschillende toepassingen van algen-ingrediënten mogelijk te maken in samenspraak met de productietechnologie. Door de kwaliteitseisen van
de ingrediënten vanuit de toepassing te definiëren, zal het voor het eerst mogelijk worden om diverse ingrediëntenstromen vanuit algenbiomassa te valoriseren. Het project heeft inmiddels een S-tal partners. ln 2013 is gewerkt aan een mobiele pilotplant die op verschillende locaties ingezet kan worden om de bioraffinage van algenbiomassa te optimaliseren. Deze pilot zal in april 2014 operationeel zijn.
Proiect Tvoe Agri&Food Call 2012 Doel
Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
Titel: GAIA TNO Cofinancierino. 5 oartners N.v.t.
Dit project resulteert in aangetoonde haalbaarheid van het produceren van food en non-food ingrediënten uit algenbiomassa. Link cell wall type to industrial disruption technology plus optimized conditions; Link molecular presence to separation mechanisms; Lab-scale separation of inqredients of interest DONE.
. . . . . . . .
Output
o . . o
Link algae genome to algae family, cell wall type and disruption technology. POSTPONED Due to absence of selected algae in library;
Grey box model for selected disruption technologies DELAYED;
Link disruption technology
to
ingredient functionality
DELAYED;
Boundary conditions for process conditions based upon spoilage POSTPONED ls given a lower priority; Lab-scale cascade separation of at least two ingredients of interest CANCELED Combinations of chains will be done on pilot scale and not on lab scale. Poster presentation at 6th international algae conference in Rotterdam; Article called "Hogere waarde uit algen", Agro&Chemie; Presentation at Protein Summit, 25 September Rotterdam; lnterview on radio 5 concerning the production of meat reolacer from aloae.
TNO-rapport
3.6
I
TNO 2014 R10311
15
t 123
Output en kenn¡soverdracht Voor het totale TNO programma Efficiente ontwikkeling en productie van hoogwaardige voeding werd de volgende totaaloutput gerealiseerd: Publicaties. position oaÞers. oroefschriften: Presentaties: Raooorten: lnterviews / oersberichten e.d. Octrooiaanvraoen:
12 18
I >10 3
Voor nadere details t.a.v. de output wordt verwezen naar de rapportages van de individuele projecten.
De resultaten van de kennisontwikkeling worden voornamelijk gebruikt voor directe opdrachten vanuit de levensmiddelenindustrie. ln enkele gevallen worden ook in opdracht van de overheid rapporten aangeleverd, zoals over de mogelijkheden voor
het winnen en gebruik van planteneiwitten. Ook treden experts regelmatig op als deskundigen, o.a. voor onderzoekscommissies van
de Tweede Kamer en
bij
juridische geschillen.
Kennisoverdracht heeft plaatsgevonden door:
.
Het leveren van bijdragen aan workshops en symposia of congressen (zoals georganiseerd door FN D);
.
Artikelen voor en met deze doelgroepen (wetenschappelijk peer reviewed en populair wetenschappelijk). Zie uitvoering en resultaten.
3.7
lnnovatie Programma's Deelname aan grotere innovatie Programma's gebeurt in eental gevallen met een bredere doelstelling dan die van thema 1 van de Topsector. ln 2013 werd vanuit de
propositie Efficiënte Ontwikkeling
en
Productie van Hoogwaardig Voedsel
deelname aan de volgende nationale en internationale onderzoekprogramma's die ook relevant zijn voor thema 1 toeoekend:
.
ENTHALPY
De zuivelindustrie is een van de belangrijkste onderdelen van de Europese agrarische economie. Met een productie van 152 miljoen ton melk is de sector verantwoordelijk voor 15o/o
van de omzet. De vraag naar zuivel neemt nog steeds toe en omdat de
TNO-rapport I TNO 2014 R10311
16
I 123
is een verdere besparing noodzakelijk. Het ENTHALPY project heeft als doel om technologische productie van zuivelproducten veel energie kost
doorbraken voor de sector beschikbaar te maken. Hieronder vallen:
-
Efficiente voorbehandeling van melk; Verbetering van droogprocessen door reductie van kleine deeltjes, terugwinnen van warmte en water en efficiënt reinigen.
De ENTHALPY partners uit 8 Europese landen streven naar een reductie van 60% in energieverbruik en 15% reductie in watergebruik. Hiermee komen de doelen van het Europese 2020 beleid (20o/o reductie) in beeld. Het Project wordt door TNO gecoördineerd. htto://www.enthaloy-fo7.eu/
ln
2013 werd geparticipeerd
in de volgende
nationale
en
internationale
ondezoeksprogramma's die ook relevant zijn voor thema 1 qecontinueerd:
.
TIFN (zie thema 7 voor rapportage)
Participatie in het Topinstituut Food
& Nutrition (TIFN) TNO participeert langdurig in de Publiek Private Samenwerking TIFN, het grootste Nederlandse PPS op het gebied van voedselinnovatie. Vanuit dit programma wordt geparticipeerd in het Thema "Structure" en wordt concreet gewerkt in de projecten "Protein Functionality", "Fat Functionality" en " Food Chain Sustainability". http://www.tifn.
nI
ln 2013 werd participatie in de volgende nationale en internationale onderzoeksprogramma's die ook relevant zijn voor thema 1 afoerond:
.
Food Manufuture (zie thema 7 voor rapportage)
De belangrijkste doelstelling van FoodManufuture is het definiêren van een
visie en een conceptueel ontwerp voor een cross-disciplinaire kennisinfrastructuur op het gebied van voedselproductie, die zullen bijdragen aan het versterken van de innovatie, concurrentiepositie en productiviteit van de Europese voedings- en productie-industrie. Hiervoor zal FoodManufuture een
gestructureerde, pan-Europese dialoog organiseren
met relevante holders in de voedings- en productie-industrie. Gebaseerd op de
stakevisies,
behoeften en uitdagingen van deze sectoren zal FoodManufuture een aantal scenario's ontwikkelen over hoe een versterkte Europese kennisinfrastructuur kan worden geïmplementeerd, en zal FoodManufuture oplossingen aandragen
voor een verbeterde kennisuitwisseling tussen onderzoeksinstellingen
en
industriële technologie-gebruikers. Op deze manier beoogt FoodManufuture bij
te
dragen aan het creëren van een leidende positie van Europese onderzoeksinstellingen en industrie op het gebied van voedselproductie. (
htto ://food m a n uf u tu re. e u/)
TNO-rapport
I
TNO 2014 R10311
17 r 123
4
AgroFood Thema 6: Gezondheid
4.1
Enkele highlights uit 2013
4.1.1
Highlight 1: Publiek Private Samenwerking "Food4Life" Probleem:
Er is een verband tussen de microbiota in de neus / keelholte
en
infecties van de bovenste luchtwegen. Dit geldt voor zowel kalveren als voor baby's
van mensen. Een goede conditie van de microbiota in de bovenste luchtwegen heeft een beschermend effect op het ontstaan van bovenste luchtweginfecties. Dit
soort infecties komen staan zowel bij kinderen als kalveren hoog op het lijstje van
veel voorkomende aandoeningen en worden bijv. veroorzaakt door het RSV, respectievel|k BRSV virus. Zo is in Azië 70o/o van alle doktersbezoeken voor kinderen gerelateerd aan dit soort problemen.
Oplossing: Doel van deze publiek private samenwerking is het optimaliseren van de microbiota in de bovenste luchtwegen met behulp van (kinder)voeding om bovenste
luchtweginfecties
bij
kinderen
innovatieve technologieên
en
kalveren
te
voorkomen. Hiertoe worden
op het gebied van microbiota-analyse en computer-
modelleren samengevoegd.
lmpact: Bij kinderen moet d¡t project leiden
tot
lagere ziektelast.
Bij
de
kalverhouderij ook specifiek tot vermindering van antibioticagebruik. Verder kunnen de technieken die gebruikt en ontwikkeld worden, in de toekomst worden ingezet op
andere gebieden waar de interactie tussen de microbiota en de gastheer positief kan worden beïnvloed door voeding, bijv. de mond of darm.
't8 t 123
TNO-rapport I TNO 2014 R10311
4.1.2
Highlight 2: De PhenFlex challenge onthult de veerkracht van het lichaam als maat voor gezondheid Probleem: Gezondheid wordt door TNO gezien als het vermogen van het lichaam
zich aan te kunnen passen aan veranderde omstandigheden, zoals voldoende veerkracht kunnen bieden onder condities van fysieke en emotionele verstoringen waaraan we blootgesteld worden. ln Europa hebben 37-57% van de vrouwen en
van de mannen overgewicht of obesitas. Dit suggereert een serieus gezondheidsprobleem, omdat mensen met deze conditie een significant hoger 51-70o/o
risico hebben op chronische ziekten, zoals hart- en vaatziekten en type 2 diabetes.
Voedingsonderzoek heeft grote moeite
om aan te tonen dat
bepaalde
voedingsproducten kunnen bijdragen aan het verbeteren van de gezondheid. De
visie van TNO is dat het uitdagen (challenging) van de metabole veerkracht de gezondheid zichtbaar
te maken en dus ook de effecten van voeding op
de
gezondheid te onderzoeken.
Oplossing: Gebaseerd op literatuur en eerdere studieresultaten heeft TNO in 2011
de PhenFlex challenge test ontworpen. De bedoeling is dat deze "stressor" de standaard wordt in voedingsonderzoek. De PhenFlex challenge is een hoog vet, hoog calorisch drankje, zodanig samengesteld dat het de metabole veerkracht van
de
belangrijkste organen
die een rol spelen in de ontwikkeling van
obesitas
gerelateerde chronische ziekten, zichtbaar kan maken. Dit wordt gedaan door naar de reactie van diverse bloed parameters te kijken na het nuttigen van de PhenFlex challenge.
lmpact: Verschillende grote publiek private samenwerkingen die in 2013lopen, zijn
gebaseerd op het idee van het TNO challenge concept. Dit concept wordt vanzelfsprekend getest in het PhenFlex project, een samenwerking tussen TNO,
lLSl en de voedingsindustrie. Binnen PhenFlex zal de PhenFlex challenge bijv. worden toegepast op een dwarssnede uit de Nederlandse bevolking variërend van optimaal gezond tot hoog risico op ontwikkelen van chronische ziekte(n) om de individuele metabole gezondheidsstatus te kunnen duiden. Ook voor het kunnen starten van de PPS'en Whole Grain Resilience en Probe is de unieke expertise van
TNO op het gebied van het meten van gezondheid essentieel geweest.
TNO-rapporl I TNO 2014 R1031
19
1
Gut .
I 123
w
Fructose, iÞgþ"S.e / XyglSig
.
.
\
Rd: .
. LiverlR lndex L",t#l:'tn . Liver lS index notrsponding
4.2
. . .
¡
¡r
MG, DG _Lest![,
un_"ffi*,"iv
'/:
ndex
Lactate, beta-alan¡ne Musclê lR index Branched chain amino acids & der¡vatives 1-mêthylhistidine,3-methylhistidine 4-hydroxyproline, 4-oxoproline
Korte inleiding op AgroFood Thema 6: Gezondheid De AgroFood sector zorgt voor gezond, veilig en lekker eten. Daarmee voorziet zij in de dagelijkse behoeften van ieder mens. Het vervullen van deze behoeften leidt tot een hogere bijdrage aan de economie en volksgezondheid.
Toekomstvisie gezondheid Topsector; waar gaan we heen?
.
Verstevigen van
de
pro-actieve
rol in het bevorderen van een gezond
voedingspatroon en leefstijl van de Nederlandse bevolking door het ontwikkelen
van producten die bijdragen aan een gezonder voedingspatroon (bijv. minder zout, suiker, verzadigde vetten of meer vezels via herformulering);
.
Bieden van uniforme, transparante productinformatie over voeding
en
gezondheid, en streven naar internationale harmonisatie daarvan;
.
Een significante inspanning om de kwaliteit van leven met als resultaat een bijdrage in het reduceren van de kosten van de (gezondheids)zorg.
Om optimaal in te spelen op de behoefte van de consument heeft de Topsector Agri&Food een vijftal innovatieve 'springboards' geformuleerd, waarvan de eerste, 'Voeding en Gezondheid', nauw aansluit bij de propositie 'Voeding en Gezondheid'
ln dit eerste springboard is speciale aandacht voor kennis- en productontwikkeling die bijdragen aan hart- en vaatgezondheid, gewichtsbinnen TNO.
beheersing, darmgezondheid, mondgezondheid, gezond ouder worden en optimale
ontwikkeling van ons brein. De algemene doelen worden beschreven in de 3 hoofdopgaven van de Topsector.
TNO-rapport ITNO 2014 R10311
20
t 123
De drie hoofdopgaven om vraag en aanbod van gezonde voedselproducten beter op elkaar af te stemmen, zijn:
.
Ontwikkelen van een nieuwe methodologie om de gezondheid van mensen te meten en de effecten van dieet op de gezondheid van consumenten te meten en om EFSA regulering en goede claimonderbouwing te bewerkstelligen;
.
Ontwikkelen en toepassen van kennis waarmee gezondheidsmarkers de fysiologische processen voorspellen op korte en lange termijn (incl. gebruik van nutrigenomics);
.
Het bepalen van effecten van gezonde voedselproducten en
nieuwe
ingrediënten op gezondheid.
Verder is een verdeling gemaakt in de onderstaande 6 programmalijnen om voor de nodige focus te zorgen binnen het Thema Gezondheid.
4.2.1
6a
Hart- en Vaatgezondheid
6b
Gewichtsbeheersing
6c
Gastro-intestinale gezond heid
6d
Mondgezondheid
6e
Gezond Ouder worden
6f
Food, cognition en behavior
Aansluiting TNO vraag gestuurde programma op Topsector Agri&Food Zoals vermeld sluit het innovatieve Topsector springboard Voeding en Gezondheid
goed aan bij de propositie 'Voeding en Gezondheid' binnen TNO. Het vraag gestuurde programma Gezonde Voeding voor TNO's strategieperiode 2011-2014
heeft tot overall doel de samenleving gezonder te maken door te helpen om
gezonde voedingsconcepten
te
introduceren
in de markt en gemakkelijk
te
maken. Hierdoor nemen overgewicht en andere voeding gerelateerde aan-doeningen zoals diabetes, hart en vaatziekten en een verminderde weerstand af. Dit is positief voor mensen en voor de nog steeds toegankelijk
oplopende kosten van de gezondheidszorg. Het doel is bovendien dat de waarde
en
bruikbaarheid van deze concepten worden erkend door overheden en
bedrijfsleven zodat deze concepten echt bijdragen aan de ontwikkeling en de marktintroductie van nieuwe gezonde concepten (producten, maar ook bijv. ideeën
TNO-rapport
I
TNO 2014 R10311
2'l I't23
die bijdragen aan gezond eetgedrag). Hierdoor zal ook het bedrijfsleven profiteren indien zij kiezen voor een gezond aanbod.
De propositie Gezonde Voeding is in 2013 binnen TNO opgedeeld in
drie
subproposities:
1. Meten van Gezondheid; 2. Verzadiging en Gezond Gewicht; 3. Darmgezondheid.
4.3
Overzicht type projecten 2013 De door de overheid gefinancierde projecten die binnen de propositie Gezonde Voeding zijn uitgevoerd in 2013, worden gerapporteerd volgens de lijnen van de Topsector Agri&Food. De indeling hiervan is als volgt:
Programma Gezonde Voeding
Type projectl
TKI.AF Thema*
Doorlopend project
Nvt.
Deelprogramma: Management 1.1 Programmamanagement, Communicatie & PR
Deelprogramma: A. Meten van Gezondheid 1.2 EU verplichtingen, NuAge, Bioclaims en NutriTech
Doorlopend project EU
6, hoofdopgave
1.3 TIFN Card¡ovascular Health Relevance of Vascular. Func-tion Markers and Vascular lnflammation
Doorlopend project TIFN
6 A: Hart- en Vaatgezondheid
1.4 ADMIT: dietary modulation of inflammatory tone
Doorlopend project FND
6, hoofdopgave
Doorlopend project KIP
6, hoofdopgave
EZ 1702 PHENFLEX - Phenotypic flexibility and diet-related health
Doorlopend project (EZ-co SMO, 25% fase)
6, hoofdopgave
PPS PROBE: ProteTne en verandering van levensstijl voor spierbehoud in obese type 2 diabetes patiënten
Doorlopend project PPS (EZ-co SMO, mix tussen 25o/o en 50% fase) 3 private partiien
PPS RESILIENCE: "Combining innovation with tradition: improving resilience with essential nutrients and whole wheat bread" (TKI-AF 12083)
Doorlopend project PPS (EZ-co SMO, mix tussen 25o/o en 50% fase) 3 private partijen
1
9 Nutritional database
6 B: Gewichtsbeheersing 6 E: Gezond Ouderworden
6 A: Hart- en Vaatgezondheid,
hoofdopgave
Deelprogramma: B. Verzadiging en Gezond Gewicht 1.5 TIFN Nutrient Sensing 1 .1 0 Stuurgroep Alcohol Research: van uitvoerend naar coördinerend
Doorlopend project
ÏIFN Doorlopend project KIP
6 B: Gewichtsbeheersing 6 F: Food, cognition en behavior 6 F: Food, cognition en behavior
TNO-rapport ITNO 2014 R10311
22
1 .1 1 VLAG (AlO): How our mouth feeds our brain: modulation of sweet and fat taste intensity and reward value by (endo)cannabinoids
KP
1.14 Endocannabinoid analysis in human saliva by LC-MS
KP
1 16 Voeding en cognitie bij kinderen
KP
6 F: Food, cognition en behavior
PPS WHOLEGRAIN SATIETY Wholegrain bread, breakfast cereals and satiety
Doorlopend project PPS (EZ-co SMO, mix tussen 25o/o en 50% fase) 2 private partijen
6 B: Gewichtsbeheersing
Doorlopend project TrFN, CCC
6 C: Gastro-intestinale gezondheid
t 't23
6 B: Gewichtsbeheersing F: Food, cognition en behavior
6 B: Gewichtsbeheersing F: Food, cognition en behavior
Deelprogramma: C. Darmgezondheid 1
.6 Verplichtingen Darmgezondheid
1.7 TIFN Oral Health
Doorlopend project TIFN
1.8 MicroFlex Human Gut Microbiota Dynamics: How Flexible is our Extended Phenotype?
KP
6 C: Gastro-intestinale gezondheid
KP
6 F: Food, cognition en behavior
KP
6 C: Gastro-intestinale gezondheid
1.1 5 Ontwikkeling Darmbarrière assay m.b.v. lnTESTine
KP
6 C: Gastro-intestinale gezondheid
EZ 1811 STREPLESS: Alternatieven voor antibioticumgebruik in de varkenshouderij
Doorlopend project (EZ-co SMO, 25o/ofase)
6 C: Gastro-intestinale gezondheid,
PPS Food4LiveSolutions: Neusholteflora in relatie tot luchtweginfecties
Doorlopend project (EZ-co SMO, mix tussen 255 en 505 fase) 2 Private oartiien
1 12 Development lnfant Screenings
Platform Microbiologie 1.13 Marktpositie verbeteren van TIM
en lnTESTine voor Voeding
hoofdopgave
6 Hoofdopgave, C: Gastro-intestinale gezondheid
* Venruijst naar doelstellingen binnen het innovatiecontract Topsector Agri&Food versie 201 3.
4.4
Uitvoering in 2013, Resultaten
4.4.1
Management oordeel
ln 2013 is het Vraaggestuurde Programma Gezonde Voeding over het algemeen naar behoren verlopen. De vraagarticulatie door en afstemming met de Topsector
via de themacommissie verliep voorspoedig en naar het oordeel van TNO betrokkenen efficiênt.
Een aantal PPS-en is door de grief van een call proces binnen het TKI Agrifood echter later dan gepland van start gegaan. Oorzaken hiervoor worden door het TKI geh a nteerde tijd sschema's.
TNO-rapporl I TNO 2014 R10311
23
I
',123
ln 2013 was er, evenals in 2012, sprake van één operationeel manager voor het hele VP (de Business Line Manager Voeding en Gezondheid). De drie hoofdlijnen
dan wel subproposities werden in 2013 inhoudelijk gecoördineerd door
drie
subpropositiemanagers die verantwoordelijk waren voor de inhoudelijke voortgang en vernieuwing alsmede de business development van zijn of haar deel. Voor 2013
is, net als in 2012 ervoor gekozen alle projecten met overheidsfinanciering te laten coördineren door één overall projectleider. Vrijgevallen middelen zijn effectief en op
tijd geheralloceerd binnen de kaders van het VP. ln de hierna volgende paragrafen wordt een nadere onderbouwing gegeven voor deze managementbeoordeling. 4.4.2
Uitvoering en resultaten
Het overgrote deel van de geplande resultaten (deliverables) is gehaald. Ook de financiële realisatie is op hoofdlijnen volgens planning verlopen. Verder zijn alle projecten tijdig en adequaat gerapporteerd. De projecten zijn op hoofdlijnen positief
te beoordelen qua realisatie van resultaten, kwaliteit en doelgerichtheid. 4.4.3
Bijstelling programma en voorbereiding 2014
ln 2011 is een start gemaakt met het uitrollen van de strategieperiode 2011-2014 en in 2013 is voortgebouwd op de goede resultaten van 2012. Door de wens nauw aan te sluiten bij de Topsector Agri&Food zijn de kennisinvesteringen voor 2013, in
samenspraak met de themacommissie van deze Topsector, ook gevormd naar dit criterium. Majeure bijstellingen waren niet aan de orde in 2013. Door de later dan geplande start van PPS'en met SMO financiering hebben sommige projecten enige
vertraging opgelopen
en
andere personele veranderingen ondergaan.
De
verschuivingen van de daardoor vrijgekomen middelen zijn nauwkeurig bijgehouden
en worden gerapporteerd in de management KIP 1.1. Een deel van de vrijgevallen middelen is ingezet voor nieuwe projecten. Deze projecten zijn gericht geweest op
het uitvoeren van een aantal kleinere onderzoeken, gericht op het snel (start en afronding
in 2013) bijdragen aan de
kennispositie
en doelstellingen van
de
propositie Gezonde Voeding.
4.4.4
Samenwerkingenkennistoepassrng
4.4.4.1
Samenwerking
lnterne samenwerking is onder andere tot uiting gekomen dor het samen met het
thema Biomedische lnnovaties van TNO acquireren en boeken van het
EU
programma'Qualify', met als thema persoon lijke gezondheid.
Naar buiten toe heeft TNO met diverse partners belangrijke samenwerkingsverbanden.
Zo is, binnen de
subpropositie Darmgezondheid
en via het
TIFN
TNO-rapport
I
TNO 2014 R10311
programma Oral Health
24
een nauwe
samenwerking ontstaan
met
I 123
ACTA
(Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam). Deze samenwerking heeft in
2013 geleid tot het gezamenlijk kunnen binnenhalen van een 100% betaalde opdracht voor een humane studie op het gebied van mondgezondheid.
Met de WUR wordt op verschillende vlakken samengewerkt. Op het belangrijke gebied van het TNO challenge concept wordt bijvoorbeeld samengewerkt in de PPS Whole Grain Resilience. Hierin neemt de WUR de uitvoer van de humane studie voor zijn rekening. Deze studie is innovatief genoeg om te passen bij de missie van de WUR, waardoor de WUR ook een deel van de kosten op zich kan nemen. Verder wordt er via VLAG een gezamenlijke AIO gefinancierd, die zich zal
bezighouden met verzadiging en de rol van endocannabinoïden. TNO is blijven investeren in meerdere TIFN programma's en draagt, door het leveren van een
AlO, bij aan Carbohealth, een PPS die voortbouwt op het
Carbohydrate
Competence Gentre CCC.
4.4.4.2
Kennistoepassrng INO in 2013
Bij de volgende selectie van projecten heeft TNO in 2013 een belangrijke rol gespeeld in de kennisopbouw. Hier is de kennis van TNO duidelijk zichtbaar geweest.
.
Starten van meerdere PPS'en in het kader van de Topsector Agri&Food met bedrijven en andere kennisinstellingen;
.
Invulling blijven geven aan de coördinatie en het kennisdeel in de gekoppelde projecten EU Nutritech en EZ-co PhenFlex, beide gericht op het meten van gezondheid en het challenge test concept;
.
Toekenning van 4 nieuwe EU programma's met een inhoudelijke rol voor TNO, namelijk Enrichmar, Qualify, Lignofood en MyNewGut;
o .
Meerdere artikelen en lezingen op het gebied van voeding en gezondheid;
Meerdere keynote lectures van TNO boegbeelden, bijv. op het gebied van darmgezondheid, verzadiging en meten van gezondheid;
. o . 4.5
TIFN Energy Harvesting: themaleider en invullen kennisdeel; lnvullen kennisdeel en themaleiderschap in TIFN Oral Health; lnvullen kennisdeel en themaleiderschap TIFN Nutrient Sensing.
Samenvatting per project ln het hierna volgende wordt per project aangegeven welk type project het betreft1,
wat de doelen van het project zijn, wat de belangrijkste beoogde mijlpalen en/of resultaten voor 2013 waren, of en in hoeverre deze gerealiseerd zijn en wat de output was aan rapporten, artikelen, voordrachten e.d. Voor nadere details ten
25 t 123
TNO-rapport ITNO 2014 R10311
aanzien van individuele projecten, zoals financiele details, doelgroepen en samenwerking met stakeholders, kennistoepassing en -disseminatie, en details ten aanzien van de output, wordt venryezen naat de rapportages van de individuele projecten. t
Met type project wordt bedoeld:
EU-EFRO: Project met voonruaarden Europees Fonds Regionale Ontwikkeling EU-fp7: Project met voonryaarden volgens EUJpT
TIFN: Project met voonruaarden volgens Top lnstituut Food & Nutrition TNO Cofinanciering: Project met voon¡vaarden volgens regeling TNO TNO KIP: TNO Kennis lnvesteringsProject (doorlopend programma) STW: Project met vooruvaarden volgens Stichting Toegepaste Wetenschappen
4.5.1
Deelprogramma: Management
4.5.1.1
Programmamanagement, Communicatie & PR
Project
Titel: 1.1 Programmamanagement, Communicatie & PR
Type
KIP
Agri&Food Call 2012 Doel
Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
N.v.t.
Management van het vraaggestuurde programma Gezonde Voeding. Dit behelst het overall management, waarin uitnutting van het budget met behoud van kwaliteit voorop staat. ln dit programma zijn verder de posten voor kennisdisseminatie (deel van communicatie) en PR opgenomen. Werkplan: geplande werkzaamheden '1. Management binnen de Business Line Gezonde Voeding De Business Line Manager draagt zorg voor:
. bewaking van uitvoering van het onderzoeksprogramma, als interne opdrachtgever; . aansturing programmeringsproces en evt. bijstelling; . sturing van de totstandkoming en bijstelling van het programma; . inhoudelijke afstemming met de andere proposities in het innovatiegebied Gezonde en Veilige Voeding, o.a. over de ontwikkeling van kennis, technologieën
. . .
en producten;
overleg met de belangrijkste stakeholders over de hoofdlijnen van het programma (ministeries, EZ-co projecten, Topsectoren, topinstituut TIFN, NMC); verdere uitwerking en invulling van het programma voor de jaren 2014-2Q15; rapportage aan de directeur van het innovatiegebied.
TNO-rapport
I
TNO 2014 R10311
26
I 123
2. Communicatie
De resultaten van veelbelovende kennisinvesteringen worden gepresenteerd in publicaties en via congressen, workshops, stakeholderbijeenkomsten, klantbezoeken e.d. 3. TOP Sectoren
ln 2013
is
budget vrijgemaakt voor het schrijven van de
volgende PPS voorstellen met partners uit het bedrijfsleven: projectvoorstel Food4life Solutions geschreven en ingediend in samenwerking met FrieslandCampina en de van Driel Groep;
is een
1.
2. PPS Health Maintenance
lnitiative
is
een
projectvoorstel geschreven en ingediend in samen-
werking met FrieslandCampina, Vitalinq,
NBC,
UMCG, WUR.
4. Do lt Yourself Human lntervention Study Doel: Een non-invasief in-home interventie onderzoek van een voedingsproduct in samenwerking met een industriële
partner. Nieuwe methodologie waarbij TNO sneller en goedkoper wetenschappelijk gefundeerd bewijs leveren van de effecten van dit product.
5. Strategy for Europe on nutrition, ovenrueight and obesity health related issues.Evaluatie van EU rapport over de effectiviteit van de Europese strategie met betrekking tot voeding, overgewicht en aan obesitas gerelateerde zaken. 051.02710 - 2 EU - Evaluatie EU project
6. Biosynthetische [14C]-LPS als een gevoelige marker voor het meten van darmpermeabiliteit.
Afronding LPS SMO project van 2013 middels een follow up project. 7. Extra KIP ideeên
Gedurende de loop van 2013 zijn SMO middelen die in eerste instantie gereserveerd waren voor PPS projecten, geheralloceerd naar de management KIP toen bleek dat deze projecten niet of later zouden starten. Hiermee kwamen middelen vrij voor het uitvoeren van een aantal kleine projecten, gericht op het bereiken van impact doelstellingen. Door projectleiders zijn hiervoor project ideeën aangedragen. Deze voorstellen zijn door het management van Gezonde
Voeding (propositie-manager, subpropositiemanager en porfoliomanager) gerankt en voor een aantal zijn SMO middelen ter beschikking gesteld. Voor de volgende voorstellen is tenslotte groen licht gegeven:
A. B.
Publicatie Groente-exercise studie
TIM Demonstrators
c.N
TNO-rapport ITNO 2014 R103'11
27
I 123
Somalogic Publicatie Standardised protocol for in-vitro digestion Publicatie Vette KIP D-Score Muis Workshop Toepassing Modellen Publicatie; Modulation of the lntestinal Flora of Newborns
D. E. F.
G. H. t.
J. K.
PublicatieOrganoïden PublicatiePompoenstudie
Gereal iseerde deliverables:
1. 2. 3. 4.
5. 6. 7.
10. 11. 12.
4.5.2
Aansluiting bij Publiek Private Samenwerkingen (bijv. TIFN, NMC) op grond van propositie Gezonde Voedingsconcepten
Budgetteringonderzoeksprogrammagereednaar
8. 9. Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output
Beoordeling en verslaglegging KIP rapportages 2012
Adequate uitvoering vanonderzoeksprogramma Programma op hoofdlijnen geactualiseerd
onderdelen en KIP 2014 KIP 2014 voorstellen gereed, goedgekeurd door lBC, projecten geopend Afstemming met productmanagers / technologiemanagers, sales / markt managers. Rapportage aan directeur innovatiegebied Operationeel en inhoudelijk projectmanagement KIP projecten Voortgangsrapportage aan ministerie M¡VS Managementrapportages (6-wekelijks) KIP Rapportages 2013 KIP lmoact Raooortaoes
Geen
. .
EU Rapport; Meerdere artikelen ingediend op basis van de extra middelen. maar noo oeen oublicatie in 2013.
Deelprogramma A: Meten van Gezondheid
Project
Titel: EU verplichtingen: NuAge, Bioclaims en NutriTech
Type'
EU-FP7
Agri&Food Call
2012
N.v.t.
TNO-rapport I TNO
201
4
R1 031
Doel
28
1
Participatie
in
EU FP7 projecten met de
I
'123
volgende
financiering.
. . .
Bioclaims; Nutritech; NuAge.
Korte omschrijving van de doelen: 1. NutriTech
Toepassen van nieuwe technologiën en methoden van onderzoek voor voedingsonderzoek. Het onderzoeken van de TNO-ideeën op het gebeid van het challenge concept en de fenotypische flexi biliteit.
2. Bioclaims
de robuustheid van de metabole homeostase voor Nutrigenomics gerelateerde Biomarkers voor
gezondheidsclaims. Ondezoeken van het challenge concept met als doel het kunnen maken van gezondheidsclaims in het kader van de interactie tussen genen en voeding. 3. NuAge
Nieuwe dieet strategieën voor de gezond ouder wordende populatie in Europa. Loopt van 1 mei 2011-1 mei 2016. Uiteindelijk doel is een specifieke voedselpiramide voor 65 plussers. Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
1. NutriTech De activiteiten van TNO in Nutritech zijn tweevoudig: coördinatie en het beheer van het project; leiden van WP7 - lntegratie activiteiten.
. .
De coördinatie van NutriTech was gericht op 2 belangrijke ondenrverpen in 2013:
. .
minimaliseren van de vertraging in de interventie-studie; eerste officiele verslag aan de EU.
Ten gevolge van vertragingen bij de werving van proefpersonen en de technische complexiteit van het onderzoek zal de humane studie pas in januari 2014 voltooid worden, in plaats van begin 2013. Naast de vertraging heeft dit geen verdere gevolgen voor het project. Het eerste officiële verslag van Nutritech over de maanden 118 werd op 22 augustus 2013 aan de EC voorgelegd. De feitelijke beoordeling vond plaats in Brussel op 23 oktober
2013. Na beantwoording van enkele vragen venvachting dat het verslag goedgekeurd gaat worden.
is
de
TNO-rapport
I
TNO 2014 R10311
29
I 123
WP 7 - data-integratie De eerste pilot-analyses zijn gedaan, op basis van de in de database verzamelde data.
2. BIOCLAIMS Uploaden van BIOCLAIMS studiegegevens (uit in totaal 22 studies) in de TNO Nutritional Phenotype databank. De upload van enkele andere studies kan plaatsvinden
.
.
na de afronding daarvan.
Opstellen biomarker prioriteitensysteem (1-3 punten) gebaseerd op de volgende
I
criteria: lngebed in fysiologisch proces, wat essentieel is voor een gezondheidseindpunt; Specifiek voor de kwantificering van homeostatische robuustheid; Mechanistisch ondersteund; Oorzakelijk i causaal; Reageert op challengetest; Gevalideerd in diermodellen / menselijke studies; Toegankelijkheid weefsel bij de mens; Prijs van assay. Op basis van deze scoring kan een ranglijst van alle biomarkers worden gemaakt. lntegrale analyse van biomarkers, waarbij nieuwe connecties tussen biomarkers gevonden kunnen worden.
-
. .
-
HEÂLTHYAGEING
CARDIO VASCTJLAR HEALTH
KIDNEY HEALTH
AOIPOSE TISSUE HEÄLTH
SYSÎEMIC HEALÎH
3. NUAGE
TNO's werkzaamheden in dit grote multidisciplinaire consortium (31 partners uit 17 EU landen, waaronder 13 voedingsbedrijven en de brancheorganisatie CIAA) bestaan voornamelijk uit het begeleiden van de promovendus Dulce Calcada, die de meeste werkzaamheden uitvoerd.
TNO-rapport l TNO 2014 R10311
30
Geplande resultaten 1. NutriTech: first offìcal report 2. Bioclaims: publication on data integration 2. Bioclaims: all studies (minimally design) uploaded in dbNP 2. Bioclaims: prioritized list of endpoints for integrative network analysis 3. NuAge: fìrst publication of PhD student Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
Output
/ 123
Opmerking(en) Ja
Publicatie in draft Ja
Ja
Ja
Opmerking(en) Uitgesteld tot2014
'Phenotypic Flexibility' symposium (4-6 February 2013 in Madrid, Spain), met BIOCLAIMS (FP7-project), NuGO en het PhenFlex project. Ca 160 bezoekers; The role of low-grade inflammation and metabolic flexibility in aging and nutritional modulation thereof: a systems biology approach. Dulce Calçada, Dario Vianello, Enrico Giampieri, Claudia Sala, Gastone Castellani, Albert de Graaf, Bas Kremer, Ben van Ommen, Edith Feskens, Aurelia Santoro, Claudio Franceschi, Jildau Bouwman. ln review; ldentification of plasma biomarkers for mitochondrial density as marker for adipose tissue health Thomas Kelder, Eveft van Schothorst, Martien Caspers, Jaap Keijer, Marijana Radonjic (Publication draft); Network analyses: the key to understand relations between food and health Marijana Radonjic (Food and Nutrition product sheet); Network Biology assessment of Phenotypic Flexibility Thomas Kelder, Andre Boorsma, Marijana Radonjic Phenotypic Flexibility Symposium, El Escorial, Madrid, Spain, February 4th-7th 2013 (Poster Presentation); Data integration empowers discovery of biomarkers for health effect of nutrients Thomas Kelder (Course lecture on data integration, Tarragona, Spain); Transcriptional regulatory network underlying adipose tissue adaptation to high-fat diet Davina Derousl,2, Thomas Kelderl, Evert M. van Schothorst2, Anja Voigt3, Susanne Klaus3, Jaap Keijer2, Marijana Radonjicl (NuGO week 2013, Munich October 2013, oral presentation);
TNO-rapport
I
TNO 2014 R10311
31
t 123
Transcriptional reg ulatory network u nderly¡ n g ad ipose tissue adaptation to high-fat diet Davina Derous, Evert M. van Schothorst, Marijana Radonjic lnternship report HAP-70424 WUR; NETWORK BIOLOGY AND SYSTEMS BIOLOGY APPLICATIONS IN NUTRITION Thomas Kelder, Ben van Ommen and Marijana Radonjic (lUNS, Granada September 2013, oral presentation); Update on WP5 integration activities and results Marijana Radonjic WP5_7th BIOC LAI MSmeeting_Granada_Septem be 2,01 3, oral presentation.
Project
Titel: TIFN Cardiovascular Health - Relevance of Vascular Function Markers and Vascular lnflammation
Typel
TIFN
Agri&Food Call 2012 Doe
N.v.t.
Eerste doel is het vinden van biomarkers die gerelateerd zijn aan de vaatfunctie en die informatie geven over het risico op
cardio-vasculaire aandoeningen. Ook het ontrafelen van de
invloed van het dieet
op deze markers in inzet van
onderzoek. Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
o . o o .
Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
Definitie van de effecten van epicatechin op vroege fase atherosclerose; Definitie van de effecten van epicatechin op late fase atherosclerose; Analyse van de effecten van polyfenolen op metabool geïnduceerde ontstekingen in CRP muizen; Analyse van de effecten van polyfenolen op NFkB in vivo Preparatie van manuscript.
Geen
TNO-rapport
I
32 I 123
TNO 2014 R10311
Output
Effects of chocolate supplementation on metabolic and cardiovascular parameters in ApoE3L mice fed a highcholesterol atherogenic diet. G.K.Yakala, P.Y.Wielinga, J Keijer, J.M. van Golde, G.Molema, R.Kleemann, T.Kooistra, P.Heeringa. Mol Nutr Food Res, 2013; improving Alternating diets and dietary regimen phenotypic flexibility. R. Kleemann (invited lecture). Phenotypic Flexibility Symposium. 2013, Madrid, Spain;
in
Metabolic inflammation and role of epicatechin in the development of atherosclerosis. P.Wielinga, M.Morrison (invited lecture). Wageningen University. 2013, Madrid, Spain;
Alternating diets and dietary regimen in improving phenotypic flexibility. R. Kleemann (invited lecture). Phenotypic Flexibility Symposium. 2013, Madrid, Spain;
ln vitro models of inflammation and anti-inflammatory role
of
polyphenols. M.Morrison (invited lecture). Spaarne Ziekenhuis, Sept 2013; Anti-inflammatory and anti-atherosclerotic effects of epicatechin in atherosclerosis; M.Morrison et al. submitted to Atherosclerosis. Project Tvpe' Agri&Food Call 20't2
Titel: ADMIT: dietary modulation of inflammatory tone
Doel
Doel in deze fase van het project was een studie die kan aantonen dat gezonde proefpersonen nóg gezonder worden door het volgen van een optimaal dieet. De uitdaging ligt in
FND N.v.t.
het kunnen meten van deze subtiele verschuiving, door middel van een challenge en m.b.v. geavanceerde analytische methoden. Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
Protocol van de Proof of Concept studie gereed.
Door problemen met de recrutering is in gezamenlijk overleg
met de industriële sponsor, de uitvoerende CRO en AgentschapNl besloten de studie stop te zetten hen het resterende budget anders in te zetten. De plannen hieromtrent zijn nog niet gefinaliseerd. Geplande resultaten Proof of concept studie Data analyse PoC studie.
Analyse en statistiek Studie raport
Opmerking(en) Nee, studie gestopt Nee, studie gestopt
Nee, studie gestopt Nee, studie gestopt
TNO-rapport I TNO 2014 R10311
Output
33
|
. .
Project Type' Agri&Food Call
2012 Doel
I 123
Boelsma, E et al. Assessment and comparison of inflammatory responses upon challenges with glucose, fat, and a combination of glucose and fat. TNO rapport nummer: V9248,2013; Wopereis, S. et al. Assessment of inflammatory resilience in healthy subjects using dietary lipid and glucose challenges. BMC Medical Genomics 2013,6:44.
Titel: Nutritional Database TNO KIP N.v.t.
De 'Database Nutritional Phenotype' is een harmonisatieproject waarin data van humane studies verzameld en gecodeerd wordt op een manier die het delen van data optimaliseert. Een groot voordeel hiervan is dat ondezoeksconsodia veel makkelijker kunnen leren van elkaars studies,
waardoor betere studies kunnen worden ontworpen en (Nederlandse
en Europese) middelen doelmatiger
kunnen
worden besteed. De doelen zijn als volgt weergegeven: 1. Faciliteren van het formen en uitvoeren van het Europese dbNP project;
Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
2.
Faciliteren van het delen van data van meerdere nutrition research projects (nutritional' intervention studies met 'high density data') in Europa;
3.
Ontwikkelen van specifieke software hiervoor.
o
Data management en training voor de phenotype database; Proof of concept paper; Raport over additional requirements JPI en NINO; Onwikkeling van ontologiën voor'omics'; Link naar ontwikkelde SOPs in EURO-DISH en andere EU programma's; Ontwikkeling van ontologiën voor behandeling en challenges samen met EU FP7 programma EURO-DISH; Ontwikkeling van 'heat map visualization'; Helpdesk functie voor de uoload van data.
o . . . . . .
Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output
Oprichting van de'Phenotype Foundation'. Eén artikel in voorbereiding; indiening in 2014.
TNO-rapport
I
TNO 2014 R1031'1
Project
34
Titel: EZ 1702 PHENFLEX
-
I 123
Phenotypic flexibility and
diet-related health Type
Agri&Food Call 2012 Doel
TNO Cofinanciering N.v.t.
"Phenotypic Flexibility and Diet-Related Health" (PhenFlex) is een onderzoeksproject van TNO met het doel gezondheid en de effecten van voeding op gezondheid op een andere manier meetbaar te maken, d.m.v. algemeen geaccepteerde
methodes.
De gebruikte definitie van gezondheid
is:
"Gezondheid is het vermogen tot aanpassen aan de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven". ln het project wordt 'de gezondheid' uit evenwicht gebracht, waarbij de reactie van het lichaam in zijn poging terug te keren naar de uitgangssituatie een maat is voor de gezondheid. Dit wordt
het 'challenge concept'
genoemd. PhenFlex
is
een
consortium met de volgende partners, naast TNO; lLSl, DSM, Nestle, Friesland Campina, Danisco - Dupont en Abbott. Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
Geplande resultaten Reduced adaptability studie Healthy ranges studie Analytical platforms voor de challenge test Reproduceerbaarheid van de challenge test ldentified reduced adaptability to the challenge Een pragmatische set parameters Acceptability strategy
Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output
. . . . .
Ja, wordt nog aangepast
aan uitkomsten Healthy Ranges studie Doorlopende activiteit
Literature review submitted: Draft begin 2014; Scientific paper reduced adaptability (draft): Eerste draft begin 2014; Scientific oaoer healthv ranqes studv: ls in 2014 qeoland Bakker et al. Biomarkers for phenotypic flexibility as evalauted in healthy and diabetic subjects. Poster presented at NUGO, September 2013; Dutman and Dupont.Stakeholderinterviews PhenFlex.
Phenotypic
flexibility een
project van TNO,
in
samenswerking met lLSl en voedingsmiddelenindustrie.
. .
TNO rapport, Oktober 2013;
Pellis et al. Biomarkers for phenotypic flexibility as evaluated in healthy and diabetic persons. Poster presented at SB@NL2013 congres. Egemond aan Zee. November 201 3;
PhenFlex. Phenotypic flexibility and diet-related health. TNO project leaflet. February 2013;
TNO-rapport
I
TNO 2014 R1031'l
35
t 't23
Prezi presentation Phenotypic flexibility voor disseminatie
(bijv. workshop, maar ook voor website) en acquisitie. 2013; Wopereis. An omics based high fat standardized liquid diet as biomarker strategy to quantify multiple aspects of phenotypic flexibility. Oral presentation at Phenotypic flexibility symposium, Madrid, February 2013.
Project
Titel: PPS PROBE: Prote'ine en verandering van levensstijl voor spierbehoud in obese type 2 diabetes
Type'
patiënten TNO Cofinanciering
Agri&Food Call 2012
Agri&Food Call2012
Doel
ln de PPS Probe, wordt in
samenwerking met het en de Hogeschool van Amsterdam gekeken naar het effect van speciale voeding en bewegen op bedrijfsleven
spierverlies bij oudere diabetespatiënten die afslanken. Dmv
challenge testen (onder andere een doe-het-zelf Orale Glucose Tolerantie Test) wordt gekeken naar de (veranderende) gezondheidsstatus van deze mensen. Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
Deze PPS is vanwege contractonderhandelingen en te volgen procedures later gestart (oktober 2013) dan oorspronkelijk gepland. Beoogde resultaten Opzet klassieke OGTT voor subtypering DM Opzet DIY OGTT in PROBE Opzet fasting challenge Opzet AccQTag methode
Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output
. o
Ontwikkelen Dry Blood Spot methode minder ver dan gepland; Studieprotocol indienen b¡j METC.
Persbericht PROBE door TKI Agri&Food (oktober 2013), € 1,1 miljoen voor onderzoek naar behoud van spiermassa in obese oudere diabetespatiënten tijdens afuallen.
TNO-rapport
I
TNO 2014 R10311
Project
36 I 123
Titel: PPS RESILIENCE: "Gombining innovation with tradition: improving resilience with essential nutrients and whole wheat bread" (TKI-AF 12083).
Type' Agri&Food Call 2012 Doel
TNO Cofinanciering Agri&Food Call2012 Fase 1 van een 2-fasen PPS met TNO Cofinanciering, waarin gezondheidsaspecten van volkorenbrood worden
de
onderzocht met innovatieve manieren om de gezondheid te meten. Deze eerste fase richt zich op het vinden van een verband tussen de nutriëntenstatus en optimale flexibiliteit, als maat voor gezondheid. Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
. . . o . . .
Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output
lndiening project voorstel voor fase 2 januari 2014. O
a
4.5.3
Kick-off meeting; WP1-voorstel; WP2-Overzicht van geschikte studies en relevante metingen van essentiele nutriënten; WP2-correlatie tussen essentiële nutriënten status en gezondheidsstatus; WP3-Keuze voor fysiologische eindpunten en gerelateerde processen voor fase 2; WP3-Selectie van relevante processen en biomarkers voor fase 2; Overzicht van de lessons learnt van de afgewezen en geaccepteerde EFSA claims gerelateerd aan 'volkoren'. br.¡
TNO IBC gepland in
Presentatie van het project op de HealthGrain Forum Workshop, 6-7 November2Ql3 in Helsinki, Finland; Persbericht start fase 1.
Deelprogramma B: Verzadiging en Gezond Gewicht
Project
Titel: TIFN Nutrient Sensinq
Type' Agri&Food Call
TIFN
2012 Doel
N.v.t.
Doel van dit TIFN project is nieuwe aangrijpingspunten te identificeren die kunnen worden gebruikt om honger en verzadiging te manipuleren met voeding. TNO levert de projectleider. Het projectleiderschap zal bijdragen aan de internationale erkende positionering van TNO op dit gebied.
Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
Humane studie in l5 vrijwilligers om het concept van de ileal brake te onderzoeken met verschillende nutriënten; Biopsieën van verschillende locaties in de humane darm voor karakterisatie van receptoren voor'nutrient sensing'; Optimalisatie van de in vitro darmsegmenten systeem om verzadigingshormonen te kunnen meten die ontstaan onder invloed van eiwit, koolhydraten en zoetstoffen.
TNO-rapport I TNO 2014 R10311
37
1',123
Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
ln het eerste jaar van het project zijn verschillende pogingen ondernomen om de activiteit van de nervus vagus te meten bij varkens, afhankelijk van de blootstelling aan nutriënten. Dit was niet succesvol. Deze onderzoekslijn is dan ook verlaten en deliverables die hiermee samenhingen zijn venruijderd. Ook een andere methode.
Output
Artikelen (2)
.
Endogenous CCK regulates satiation independently of the
o
abdominalvagal nerve at liquid meal feeding in pigs. Ripken D, van der Wielen N, van der Meulen J, Schuurman T, Witkamp RF, Hendriks HFJ, Koopmans SJ, Submitted to PLoS One (Annex 1); A new flexible plug and play scheme for modeling, simulating, and predicting physiological behavior applied to satiety related gastric emptying. Krishnan S, van Avesaat A, Troost FJ, Hendriks HFJ, de Graaf A. Submitted to Theoretical Biology and Medical Modeling (Annex 2).
Papers in preparation (working titles), to be submitted in 2013 (3) Cross species comparison of genes related to nutrient sensing mechanisms expressed along the intestine. van der Wielen N, Witkamp RF, de Wit NJW, van Avesaat A, Masclee A, Boekschoten AV, Hendriks HFJ, Meijerink J; lleal brake by carbohydrates and proteins. van Avesaat A, Troost F, Ripken D, Hendriks HFJ, Masclee A; The effect of localjejunal and ileal stimulation with various nutrients on satiety hormone response using an intestinal pig model. Ripken D, van derWielen N, Wortelboer H, Hendriks HFJ.
. . .
Lezing (1) ls neural regulation of satiation more important than
o
hormonal regulation of satiation? Presented by Dina Ripken. Authors: Ripken D, van derWielen N, van der Meulen J, Schuurmans T, Witkamp R, Hendriks H, Koopmans SJ. European Congress on Obesity, Liverpool, United Kingdom,l2-15 May 2013.
Wetenschappelijke presentaties incl. posters (10) . Cross species comparison of genes related to nutrient sensing mechanisms expressed along the intestine. Presented by Nikkie van derWielen. Authors: van der Wielen N, de Wit NJW, Hendriks HFJ, Witkamp RF, Meijerink J. Wageningen University PhD tour, Sydney and Melbourne Australia, 14-25 Oktober 2013, . The role of the intestinal endocannabinoid system in glucagon like peptide (GLP-1) release. Poster presented by Dina Ripken. Authors: Ripken D, van der Wielen N, Witkamo R. Hendriks HFJ. 23'd Annualsvmoosium of the
TNO-rapport
I
TNO 2014 R1031,1
38 I 123
lnternational Cannabinoid Research Society. Vancouver Canada, 21 -26 June, 2013; Distribution of nutrient sensing receptors in the porcine intestine. Poster presented by Nikkie van der Wielen. Authors: van derWielen N, Hendriks HFJ, Meijerink J. Nutrient sensing from brain to gut. Hamburg-Blankenesse Germany, 25-29 May 2013; First results of the BaroSense ACE stapler procedure for the treatment of morbid obesity: effect on food intake and satiety. Poster presented by Mark van Avesaat. Authors: van Avesaat M, Paulus G, Conchillo JM, Bouvy ND, Masclee AA. Digestive Disease Week. Orlando Florida USA, 18-21 May2013; First results of the BaroSense ACE stapler procedure for the treatment of morbid obesity: effect on food intake and satiety. Oral presentation by Mark van Avesaat. Authors: van Avesaat M, Paulus G, Conchillo JM, Bouvy ND, Masclee AA. Netherlandse Vereniging Gastro Enterologie, Veldhoven, Netherlands, 3-4 October 2013; Nociception induced by duodenal capsaicin infusion in healthy volunteers: a potential protective role for serotonin? Poster presentation by Mark van Avesaat. Authors: Keszthelyi D, van Avesaat M, Troost F, Jonkers D, Dekker J, Masclee A. Netherlandse Vereniging Gastro Enterologie, Veldhoven, Netherlands, 3-4 October 2013; Does colonic transit time predict the result of colonic manometry in patients with chronic obstipation? Oral presentation by Mark van Avesaat. Authors: van Avesaat A, van Hoboken EA, Rinsma NF, Masclee AA. Netherlandse Vereniging Gastro Enterologie, Veldhoven, Netherlands, 3-4 October 2013; Gastroscopic reduction of the stomach with the BaroSense ACE stapler in morbid obesity. Poster presentation by Givan Paulus. Authors: Paulus GF, van Avesaat M, Conchillo JM, Masclee AA, Bouvy ND. Society of American Gastroenterologic and Endoscopic Surgeons, Baltimore, USA, 17-20 April, 2013; The importance of hormonal versus neural regulation of satiation in pigs. Dina Ripken. Dutch Nutrition Days, Deurne, Netherlands, 10-11 October, 2013; Distribution of nutrient sensing genes along the intestine. Nikkie van der Wielen. Dutch Nutrition Days, Deurne, Netherlands, 10-1 1 October, 201 3.
TNO-rapport ITNO 2014 Rl03'1'l
39
I 123
Project
Titel: 1.10 Stuurgroep Alcohol Research: van uitvoerend naar coördinerend
Type Agri&Food Call 2012
TNO KIP
Doe
De Stuurgroep Alcohol Research heeft zich de afgelopen tientallen jaren succesvol ingezet om de positieve effecten van matige alcoholconsumptie op de lichamelijke gezondheid
N.v.t.
(hart-
en
vaatziekten, diabetes) wetenschappelijk te
onderbouwen. Dit onderzoek, veelal uitgevoerd door TNO, heeft geleid tot acceptatie van deze gunstige effecten op de gezondheid door de overheid. Gedurende de jaren 2013 en 2014 is het lopende AIO onderzoek gericht op matige alcoholconsumptie en stress / stemming afgerond en zullen nieuwe onderzoeksinitiatieven worden ontwikkeld (nieuwe coördinerende rol). Door middel
overbruggingsperiode wordt het onderzoek uitgevoerd in samenwerking met de Stuurgroep Alcohol Research van uitvoerend naar coördinerend. . Poster presentatie British Drinking and Feeding Group; . Poster / oral presentatie lnternational Cannabinoid
van deze Gerealiseerde m'rjlpalen en/of
resultaten
Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output
. ¡ . .
Research Society;
Artikel 1: Alcohol, mood en endocannabinoids; Artikel2: Alcohol en stress; Artikel 3: Alcohol en reward; Artikel4: Alcohol en insuline oevoelioheid.
Geen
Artikelen (3)
.
.
.
Schrieks lC, Ripken D, Stafleu A, Witkamp RF, Hendriks HFJ. Effect of ambiance and moderate alcohol consumption with a mealon mood and plasma endocannabinoids in humans. Submitted; I Schrieks, l, A Stafleu, V Kallen, M Grootjen, R Witkamp, H Hendriks. The Biphasic Etfects of Moderate Alcohol Consumption with a Mealon Ambiance induced Mood and Autonomic Nervous System Balance: A Randomized Crossover. Accepted for publication in PLOS One; MM Joosten, lC Schrieks and HFJ Hendriks. Effect of Moderate Alcohol Consumption on Fetuin-A Levels in Men and Women. Submitted.
TNO-rapport
I
TNO 2014 R10311
Project
Tvoe' Agri&Food Call 2012 Doel
40
I 123
Titel: VLAG (AIO): How our mouth feeds our brain: modulation of sweet and fat taste intensity and reward value by (endo)cannabinoids TNO KIP N.v.t.
AIO project gestart in 2013. Het doel van dit project is om zicht te krijgen op de rol van endocannabinoïden bij eten en 'beloning' (food-reward).
Dit project zal TNO in staat stellen het gebied van verzadiging en gezond gewicht verder te ontwikkelen in de richting van de effecten van voedinq op reward mechanismen. Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output
Geen tot dusverre
Project
Titel: Endocannabinoid analysis in human saliva by LC-
Succesvolle start project.
Geen
MS.
Tvoe'
TNO KIP
Agri&Food Call 2012
N.v.t.
Doel
van een analyse methode (m.b.v. LC MS) voor identificeren en kwantificeren van verschillende
Het opzetten
het
endocannabinoïden aanwezig in speeksel. Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output
Project Type' Agri&Food Call 2012 Doel
Lopende gevoelige LC-MS analyse voor I endocannabinoïden ; Beschrijvin g extractiemethode endocan nabinoïden uit speeksel; Analyse speeksel monsters. Geen Geen
Titel: Voeding en cognitie bij kinderen TNO KIP N.v.t.
De manier waarop de relatie tussen voeding en cognitie kan worden onderzocht bij kinderen van verschillende leeftijden / ontwikkelingsniveaus en op welke wijze deze kennis kan
worden ingezet bij het oplossen van vragen vanuit het bedrijfsleven of de overheid, is het doel van deze KlP. Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
Propositie voeding en cognitie bij kinderen, voor gebruik richting klanten; Powerpoint presentatie bruikbaar voor acquisitie.
TNO-rapport
I
41 I 123
TNO 2014 R10311
Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output
Eventueel Nederlandse of Engelstalige publicatie. Geen
Project
Titel: PPS WHOLEGRAIN SATIETY Wholegraln bread, breakfast cereals and satiety
Type' Agri&Food Call
TNO Cofinanciering Agri&Food Call2012
2012
Het kunnen bepalen van de verzadigende werking van een
Doe
voedingsmiddel, zonder humaan onderzoek te doen. Door het combineren van een voor dit doel geoptimaliseerde
TNO TIM (TNO lntestinal Model) systeem (o.a. met een maagcompartiment dat viscositeit kan meten), ex vivo darmsegmenten voor het meten van hormonen en een computermodel kan verzadiging in de toekomst worden voorspeld. Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
Start in 2013; Viscositeitsmetingen uitgevoerd in nieuwe TIM met verschillende vloeistoffen als proof of concept; User requirements gedefinieerd in samenwerking met bedrijven;
UPLC methode voor het in line metingen van calorische dichtheid opgezet; Operationalisatie van TNO lnTESTine methode voor het bepalen van verzadigingshormonen. Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output
Geen a a
4.5.4
Deel prog
ra m m
a C:
D
Poster op de lnternational Food Technology conferentie; Persbericht TKI bii start oroiect.
armg ezondh eid
Project
Titel: Verplichtingen Darmgezondheid
Tvpe' Agri&Food Call 2012
TtFN & CCC
Doel
projecten gebied van Combinatie van darmgezondheid: 1. TIFN - NCSB project korte keten vetzuren metabolisme in de darm Het ontwikkelen van een computermodel dat het mogelijk maken om de intestinale SCFA productie en afgeleide metabole processen in de gastheer te voorspellen, met behulp van de kennis over de samenstelling van de darmflora en het substraat;
N.v.t.
5
2.
op het
TIFN GH004 moleculaire interactie Ondezoeken van afbraakpatronen van specifieke vezels en prebiotica met behulp van TIM 2, een gestandaardiseerd menselijke dikke darm;
TNO-rapport I TNO 2014 R10311
Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
421 't23
3.
TIFN GH003 Energiebalans ln vitro modellen kunnen toepassen om te onthullen hoe interventies invloed hebben op de individuele colonmicrobiota;
4.
CCC- project Carbohydrate Competence Centre. Het vergelijken van microbiële fermentatie door een inheemse Afrikaanse microblota vergeleken met die van een Nederlandse / Europese microbiota in TIM-2;
5.
AIO incentive project GH004 Dit project beoogt het verschil in fermentatie te
2.
4.
onderzoeken tussen de verschillende darmflora van slanke en obese individuen. TIM-2 experimenten om de degradatie van een selectie van 'TIFN vezels' in de tijd te laten zien. Samen met de WUR;
Effect van Baobab knollen op microbiota activiteit Effect van Baobab knollen op microbiota compositie m.b.v. NGS;
5. Testen van het effect van standaardisatie
van microbiota op enterotype / microbiota compositie & activiteit; Selecteren van vezels voor TIM-2 experimenten ter evaluatie van de energie extractie (in termen van productie van microbiële metabolieten); Selecteren van een 'defined consortium of cultivable micro-organisms'.
Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
1
2
Manuscript voor publicatie 13C analyses inuline, starch en lactose fermentatie TIM-2; Manuscript voor publicatie flux balance model voor consortium van minimaal 2 micro organismen (beiden in afrondende fase);
TIM-2 experiments
to
determine time-resolved fibre
degradation of selection of TIFN fibres (collaboration with WUR); Effect of samples from TIM-2 on GPCR reporter cells; 3
TIFN GH003 is voortijdig gestopt in verband met het niet
kunnen voldoen aan de eisen van een specifiek onderzoeksmodel (TNO's lnTESTine) aan de voonraarden van het onderzoek; Geen; 5
Output
Functionele vergelijking van fecale en gedefinieerde microbiota in TIM-2; Pilot experimenten met fecale en
microbiële metabolieten op cell culture assays. Geen
43 I 123
TNO-rapport I TNO 2014 R10311
Project
Titel: TIFN Oral Health
Type' Agri&Food Call 2012
TIFN
Doel
Het TIFN Oral Health project heeft als ambitie om biologische processen te identificeren die betrokken zijn bij het behouden
N.v.t.
van onze mondgezondheid. Kennis over deze processen is op dit moment grotendeels afwezig. De verwachting is dat kennis over deze natuurlijke processen kansen biedt om nieuwe concepten / producten te ontwikkelen voor stimulatie van mondgezondheid. Op dit moment wordt mondgezondheid gezien als een situatie van afirvezigheid van mond ziekten (b.v. caries, parodontitis). De huidige kennis over natuurlijk processen een positieve bijdrage hebben op mondgezondheid is qrotendeels afi¡veziq. Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
1 WP 1: Verzamelen van FFQ questionaires voor
de
klinische studie.
2 WP 1: Praktische ondersteuning gedeelde
PhD (met
ACTA)in metagenomics; 3 WP 1: Sequencing samples klinische studie. 4 WP 1: Metabolome analyse van samples klinische studie.
5 WP 3: Netwerk model (raw data storage). 6 WP 3: Data clustering van proefpersonen in
klinische
studie (raw data storage & cleaning).
7 WP 3: Set van biomarkers
(variables van verschillende -
omics datasets);
I
WP 3: Opzetten van datawarehouse systeem voor het
klinische orale ecosysteem.
I
WPl: technische ondersteuning in saliva peptide MALDI
analvse.
Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output
Geen
Artikel(1)
.
Project
Type' Agri&Food Call 2012
lmangaleyev, S., Keijser, B.J.F., Crielaard, W., Tsivtsivadze, E. Online Semi-Supervised Learning: Alqorithm and Aoplication in Metaqenomics. IEEE 2013.
Titel: MicroFlex Human Gut Microbiota Dynamics: How Flexible is our Extended Phenotype? TNO KIP N.v.t.
TNO-rapport
I
44 I 123
TNO 2014 R10311
Doel
TNO KIP project dat parallel loopt aan het EU NutriTech project en beoogd de microflora te onderzoeken van de de proefpersonen van de 12 weken interventiestudie (20% caloriereductie) in het Nutritech project.
Dit zal ons in staat stellen de individuele verschillen tussen de deelnemers te onderzoeken.
Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output
Project Tvpe
Agri&Food Call 2012 Doe
Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
. . .
Collectionstoolsamples; Sample processing en sequencing; Sequence data analysis (lllumina amplicon tag sequencing).
Geen Geen
Titel: Development lnfant Screenings Platform Microbiologie TNO KIP N.v.t.
Vanuit de markt komen vragen om zeer specifieke voedingsproducten te onderzoeken in samenhang met zeer specifieke microbiota. ln dit onderzoeksproject wordt gekeken hoe voor dit soort vragen een stabiel onderzoeksplatform gerealiseerd kan worden. Verder wordt gekeken naar het kunnen vinden van specifieke peptiden die de interactie tussen voeding en microbiota kunnen beïnvloeden. Verbeterde compositie groeimedium.
. o
Proof of concept studie voor peptide opzuivering gestopt (na overleg experts en industriële stakeholders); Verbeterde resolutie Bacteroides (protocol uitgezocht, niet meer getest).
Output
Geen
Project
Titel: Marktpositie verbeteren van TIM en lnTESTine voor Voeding
Type' Agri&Food Call 2012 Doe
TNO KIP N.v.t.
Om de TIM-systemen beter te kunnen inzetten
voor
onderzoeksvragen is de wens om de systemen efficiënter te
kunnen gebruiken
en de verbinding met andere
TNO
systemen te versterken. Dit kan bijv. door:
o
Monster bewerking en data venverking na een TIM-run automatiseren;
TNO-rapport
I
TNO 2014 R10311
45 I 123
.
Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
.
Onderzoek naar de meenruaarde van het inTESTine model bij gebruik voor metingen aan de absorptie van mineralen en vitamines en het effect van bioactive compounds op het darmfunctioneren.
Geautomatiseerde sampling, dataprocessing en en geoptimaliseerde studie uitvoer
gestandaardiseerde
.
waardoor kostenreductie voor uitvoer TIM studies;
Demonstrator studie van
de absorptie van tlzer uit
gedigesteerde voeding gemeten mbv lnTESTine model
¡ . .
vergeleken met het Caco-2 cel model;
Demonstrator studie van het effect van bioactive compounds op darmfunctioneren; Set van 4 slides & update product sheet lnTESTine voor BD activiteiten t.a.v. mineraalabsorptie; Set van 4 slides & update product sheet lnTESTine voor BD activiteiten t.a.v. effect van bio-active compounds.
Niet gerealiseerde
mijlpalen en/of resultaten Output
Project Type' Agri&Food Call
2012 Doel
Geen Geen
Titel: Ontwikkeling Darmbarrière assay mbv lnTESTine TNO KIP N.v.t
ln dit project zal een demonstrator studie met lnTESTine uitgevoerd worden om te bestuderen of we de darmbarrière functie reversibel in lnTESTine kunnen verstoren c.q. te herstellen, zodat we een robuuste en betrouwbare in vitro assay hiervoor kunnen ontwikkelen voor de markt.
Gerealiseerde mrjlpalen en/of
resultaten Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output
Project Type' Agri&Food Call 2012 Doe
¡
Demonstrator studie
.
darmbarrière gemeten mbv lnTESTine model; Set van 2 slides & update product sheet lnTESTine voor BD activiteiten t.a.v. darmbarrière.
van de
verstoring
van
de
Darmbarrière verstoring met behulp van een of meer van de condities / stoffen was niet succesvol. Geen
Titel: STREPLESS: Alternatieven voor antibioticumgebruik in de varkenshouderij TNO Cofinanciering N.v.t.
TNO beoogt in dit project nieuwe in vitro methoden te ontwikkelen om de werking van diëten en ingrediënten snel en etficiënt te kunnen voorspellen. Het succesvol ontwikkelen van deze nieuwe technologie zal bijdragen aan het streven
TNO-rapport
I
TNO 2014 R10311
46 t 123
naar een verlaging van het antibioticumgebruik
in
de
veehouderij om de resistentievorming door bacteriën tegen te gaan. Daarnaast zal het bevorderen van de diergezondheid leiden tot minder uitval en een meer rendabele bedrijfsvoeflng. Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output
. .
Samenstelling van de microbiele flora op basis van 454 sequentie analyses (ca. 250 samples); Totale bacteriële load en absolute aantallen van S. suis, E. colien lactobacilli met qPCR.
Genoom typering van 10 S. suis stammen, zoals die worden aangetroffen in zieke varkens. Geen
Project
Titel: Food4liveSolutions: Neusholteflora in relatie tot
Type'
TNO Cofinanciering
Agri&Food Call 2012
Agri&Food Call2012
luchtweginfecties
Doel
Er is een verband tussen de microbiota in de neus / keelholte
en infecties van de bovenste luchtwegen. Dit geldt voor zowel kalveren als baby's. Doel van dit programma is het optimaliseren van deze microbiota met behulp van (kinder)voeding, om bovenste luchtweginfecties in kalveren en kinderen te voorkomen. Bij kinderen moet dit leiden tot lagere ziektelast. Bij de kalverhouderij moet dit ook leiden tot vermindering van antibioticagebruik. Gerealiseerde mrjlpalen en/of resultaten Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output 4.5.5
. o ¡
Dier Ethische Commissie goedkeuring voor studie; Demonstrator experiment kalveren uitgevoerd; Literatuur studie en bioinformatics studie naar lipases.
Geen Geen
Algemene conclusie en advies Met inachtneming van de hierboven beschreven punten kan worden geconcludeerd
dat het vraag gestuurde programma "Gezonde Voeding" in 2013 succesvol
is
voorbereid, uitgevoerd en gerapporteerd. Zoals reeds vermeld is deze rapportage allereerst een verantwoording van de vraag gestuurde programma's op hoofdlijnen.
De onderliggende projecten zijn allemaal in meer detail gerapporteerd aan de Business Line Manager Voeding en Gezondheid en lnnovatiedirecteur Gezonde en Veilige Voeding.
TNO-rapport I TNO 2014 R'10311
4.6
47
I 123
Output en kenn¡soverdracht ln de paragraaf 4.4.5 is per project aangegeven welke output en kennisoverdracht
is gerealiseerd. Voor het totale programma werd de volgende totaaloutput ken
n
isoverd racht gerealiseerd
Publicaties: Presentaties en/of lezinoen: Posterpresentaties: Rapporten: Svmoosia: Nieuwsberichten en anders:
4.7
en
:
14
15
I 3 1
7
lnnovatie Programma's Vanuit dit programma wordt bijgedragen aan het lnnovatie Programma Food and
Nutrition Delta (FND), CCC en TIFN. Het gehele vraaggestuurde programma Gezonde Voeding sluit verder aan op Thema 6, Gezondheid, van de Topsector Agri&Food.
48 I ',123
TNO-rapport ITNO 2014 R10311
5
7:
Producttechnologie & AgroFood Thema Du urzame maaktechnolog ie
5.1
Enkele highlights uit 2013
5.1.1
VEIlesS A4 voor KIP rappoftage en FND-update
I ,l ,.,
\'-
ln
2014 is het FND-project VETlesS afgerond, een samenwerkingsverband tussen VION, Euroma, TNO en Marel (voorheen Stork). Doelstelling van het project was het ontwikkelen van een
1
nieuwe generatie voorgebakken producten
voorzien van een laag beslag, zoals kipnuggets en schnitzels, met een aanzien-
lijk lager vetgehalte maar met behoud van
de door consumenten zeet gewaardeerde eigenschappen zoals krokantheid
en
smaak. Deze producten worden in de praktijk industrieel voorgebakken in frituurolie.
Ze worden door de consument vlak voor consumptie afgebakken in
een
heteluchtoven of nogmaals gefrituurd.
Het project heeft vooral het industriele voorbakken onder handen genomen. Belangrijke resultaten z¡n dat een optimalisatie van de samenstelling van het beslag kan zorgen voor 1 5 lot 25% reductie van het vetgehalte van het eindproduct
met tegelijkertijd een aanzienlijke verbetering van de knapperigheid. Daarnaast is vastgesteld dat met het gebruik van een nieuw bakproces op basis van oververhitte
stoom, het zogenaamde impingement stoomfrituren, ook op industriële schaal
in
een continu proces kan worden uitgevoerd. Naast duidelijke verbetering van de gezonde samenstelling is dit alternatief voor de industrie aantrekkelijk, omdat voor het afbakken geen olie meer nodig is.
Het project heeft zich gericht op de relatie tussen de samenstelling van het beslag,
de vetopname tijdens voorfrituren en de resulterende krokantheid, de belangrijkste parameter van de productkwaliteit. ln een zogenaamd Experimental Design zijn de
verbanden vastgelegd en dit inzicht is ook voor bestaande productielijnen te benutten. Dit geldt voor de onderzochte producten, maar tevens voor diverse
andere producten waarin beslag
of deeg gefrituurd wordt. Het uiteindelijke
vetgehalte en de producteigenschappen zijn bepaald in een praktijksituatie, dus na
bevroren opslag en afbakken in een heteluchtoven. Een duidelijke relatíe is
TNO-rapport
I
TNO 2014 R10311
49 I 123
vastgesteld tussen het vochtgehalte van de batter en de vetopname, hoe minder water in de batter, hoe minder vetopname. Minder water geeft een dikker beslag. Om dit te kunnen venruerken zijn aangepaste aanbrengtechnieken ontwikkeld. Op deze manier kan in de praktijk gewerkt worden met een beslagsamenstelling waarin
minder vetopname in bestaande voorbakprocessen plaatsvindt. Daarnaast kan de krokantheid aanzienlijk worden verhoogd. Dit gaat uiteindelijk ten koste van het verlaagde vetgehalte, maar op basis van de opgedane kennis is deze verhouding klantspecifiek en gericht te optimaliseren.
Figuur
1:
Krokantheid en
I I
3,. zoo
ä.t
n
ve rsch il le n de
n
stel I i nge n.
fen frituren, waarbij het vetgehalte gereduceerd kan
l
i
õ
1oo
l
50
j
worden en/of de krokantheid
o c
'g IJ
va
De eerste 4 resultaten betref-
1
! Ê
À
me
beslag sa me Ì
É
J¿
na
I I
o
b
vetop
l
verhoogd.
I
Het laatste resultaat is
0
ot"t
oro'ou
or*'t*
."t'o d
van
impingement stoomfrituren, dus geen toegevoegd vet en toch een hoge krokantheid.
Een tweede ontwikkellijn betrof het vervangen van voorfrituren door bakken
in
oververhitte stoom of zeer vochtige lucht, die met hoge snelheden, impingement, op
het gebatterde product wordt geblazen. Hiermee is het mogelijk om het beslag te 'zetten' en, na afbakken in een oven, een goede krokantheid te bewerkstelligen. Dit proces resulteert dus in een krokant product met een vetvrij beslag. De hiervoor
noodzakelijke aanpassingen van
de
procesvoering zijn
in een pilot baklijn
gerealiseerd en vraagt om doorontwikkeling naar industriêle schaal. Dit resultaat kon alleen behaald worden door intensieve samenwerking tussen de deelnemende bedrijven en TNO. Marelwas verantwoordelijk voor het vormen van de nuggets, het
de pilot bakapparatuur, Euroma leverde verschillende beslagsamenstellingen en speelde een belangrijke rol in aanbrengen van het beslag en
de de
ontwikkeling daarvan, VION heeft als penvoerder opgetreden en was als potentiele producent van verbeterde kipnuggets en schnitzels geïnteresseerd.
INO-rapport
I
TNO 2014 R'10311
50
I
'.123
Figuur 2: Proefopstelling voor frituren en impingement stoomfritu ur oven.
Referentieproducten en de in VETlesS ontwikkelde producten, vetarm gefrituurd, extra krokant gefrituurd en volledig vetvr'rj gebakken, zijn begin 2014 aan diverse
marktpartijen voorgelegd.
Ze
bieden interessante aanknopingspunten voor
aantrekkelijke nieuwe producten en productiewijzen.
5.2
Korte inleiding op Topsector Agri & Food Thema 7 & 9: Producttechnologie & Duurzame maaktechnologie: Valorisatie van zijstromen, grondstoffen en mest De toenemende wereldbevolking leidt tot een snel toenemende vraag naar voedsel.
Daarnaast leidt het toenemende welvaartsniveau in niet-Westerse landen, zoals China en lndia, tot een sterke toename in de vraag naar voedingsproducten die van
oudsher een hoge carbon footprint hebben, zoals vlees en zuivel. Een derde probleem is de wereldwijde toename van overgewicht en diabetes als gevolg van
de verandering in voedselconsumptie. De hieruit voortvloeiende voedselschaarste, gezondheids- en milieuproblematiek kunnen alleen worden afgewend indien er iets
verandert aan de huidige manier van voedselproductie en -consumptie. Enerzijds zullen productieprocessen efficiënter moeten worden, zowel wat betreft energie- als
materiaalgebruik. Dit betekent dat huidige ketens tot hogere valorisatie van zij-
stromen moeten komen. ln veel gevallen zullen er geheel nieuwe processen ontwikkeld moeten worden en zullen productieketens efficiënter moeten worden.
Andezijds zal er meer gekeken moeten worden naar alternatieve voedingsbronnen met een lagere carbon footprint. Hierbij kan er gedacht worden aan plantaardige eiwitten en materialen, geproduceerd met behulp van biotechnologie zoals algen en schimmels. Om deze nieuwe materialen om te zetten in producten die aantrekkelijk
zin voor consumenten is meer kennis over de eigenschappen van deze ingrediënten nodig en zullen er nieuwe processen nodig zijn. De voedsel gerelateerde gezondheidsproblematiek tenslotte, vereist dat er aangepaste producten ontwikkeld worden, die leiden tot een verbeterde gezondheid zonder af
TNO-rapport I TNO 2014 R10311
51 I 123
te doen aan de smaakbeleving waar de consument vraagt en waar de industrie naar op zoek is.
Het Vraaggestuurde Programma van TNO sluit goed aan bij de doelstellingen uit Thema 7 van de deelpropositie 'Processing'. Voor het overzicht wordt hieronder het totale VP EOP kort weergegeven. 5.2.1
O
nde rzoe ksl ij n P rocessin g
Ontwikkelen van nieuwe en verbeterde processingmethoden waarmee een brede variëteit aan primaire grondstoffen omgezet kan worden in voedingsbestanddelen
of -producten met een hoge toegevoegde waarde. De nieuwe technologie zal erop gericht zijn een zeer hoge mate van controle te hebben over het materiaal en de procescondities waaraan het wordt blootgesteld. De producteigenschappen en
functionaliteiten kunnen
op deze wijze zeer nauwkeurig worden beïnvloedt.
Aansluitend bij de trends binnen de voedingsindustrie zullen de
te
ontwikkelen
methoden kosteneffectief zijn door het efficiënt gebruik van zowel energie als grondstotfen. Verder zal de technologie een hoge mate van flexibiliteit bevatten
waardoor het mogelijk zal zijn om snel
te
wisselen tussen verschillende
grondstoffen, recepturen en producten. Concrete uitwerking van dit doel vindt plaats
op de volgende onderdelen die vallen onder Topsectorthema's 1 (Valorisatie van reststromen) en 9 (Duurzame Maaktechnologie):
a)
Ontwikkeling van nieuwe en verbeterde processing-equipment die efficiënter en duurzamer gebruik van grondstoffen en energie mogelijk maakt;
b)
ln-silico methoden om de invloed van samenstelling en productieproces op kwaliteitsparameters snel te kunnen voorspellen;
c) d)
Opschaalbaarheid van processen en equipment naar pilot plant of productie;
Modellen en concepten die
de
implementatie
van resultaten bij
klanten
bespoedigen. 5.2.2
On
dezoeksl ijn Kwal iteit
Bepalen en verbeteren van
de kwaliteit van voedselproducten in relatie tot de
gekozen ingrediënten, processing
en
organoleptische eigenschappen.
Dit
is
de kwaliteit die consumenten ervaren bij het bepalen van hun voedselkeuze. ln samenwerking met WUR en RIVM worden de grenzen van de gezondheidswinst, die mogelijk is op basis van herformulering, bepaald. ln dit belangrijk voor
programma bepalen we de ondergrenzen van zout en suikergehalte die nog door consumenten geaccepteerd worden. Hiervoor onderzoeken we de relatie tussen de
en textuur van voedingsmiddelen zoals snoepgoed, vleeswaren etc. De focus is beperkt tot het beheersen van de ingrediëntsamenstelling, processing
52 I 123
TNO-rapport I TNO 2014 R'10311
en het vaststellen van de relatie tot de kwaliteit. Deze kennis zal worden gebruikt om bestaande
essentiële producteigenschappen organoleptische
technologieën zodanig aan te passen dat onderdelen van het ontwikkelingstraject beter op elkaar aansluiten. Micromodellen van voedsel worden veel gebruikt voor specifieke ontwikkeltrajecten waardoor het moeilijk is om de technologie te vertalen
naar generieke inzichten. Het gebruik van deze micromodellen zal universeler worden door de technologieën beter op elkaar aan te laten sluiten. Concrete uitwerking vindt plaats op de volgende onderdelen die vallen onder Topsectorthema 7 (Product Technologie):
a)
Ontwikkeling van screeningstools die kunnen worden ingezet om de humane fysiologische respons op gezonde ingrediënten te kunnen optimaliseren m.b.t. proces condities en samenstelling;
b)
Verbetering van (high-throughput) analysemethoden die de aanwezigheid van versterkers van smaak en geurstoffen en de fysische eigenschappen zoals viscositeit kunnen kwantificeren;
c) Methoden die de microstructuur
van voedsel kunnen bepalen en daarbij
relateren aan organoleptische eigenschappen;
d)
Methoden om textuur, geur en smaak beter
te bepalen op grond van de
fysische en chemische eigenschappen van ingrediënten en producten;
e)
Vaststellen van
de ondergrenzen van zout en suikergehalte die nog
door
consumenten geaccepteerd worden (in samenwerking met WUR / RIVM).
5.2.3
3. Onderzoekslijn ingrediënten Ontwikkelen van nieuwe en verbeterde ingrediënten die gezonder en functioneler
zijn en die voldoen aan moderne randvoon¡vaarden met betrekking tot clean label, natuurlijke en duurzame ven¡verking. Door meer kennis over de chemische en
fysische eigenschappen van biopolymeren
in voedsel te ontwikkelen kunnen
ingrediënten worden ontworpen en geproduceerd die beter voldoen aan de eisen van de moderne consument. Als voorbeeld kunnen chemische modificaties die nu gebruikt worden om de kwaliteit van zetmeel te verhogen, worden vervangen door
milde fysische processen als er voldoende kennis is over de structuur-functie relaties van het zetmeel ingrediënt. Soortgelijke kennis kan ook gebruikt worden om
gezonde ingrediënten zoals prebiotica te verbeteren. Concrete uitwerking vindt
plaats
op de
volgende onderdelen
die
voornamelijk vallen binnen de
Topsectorth ema 7 (Product Technolog ie) en 9 (Duu zame Maaktech nolog ie):
a) ldentificatie van relevante bronnen en materialen; b) Ontwikkeling kennis relatie materiaal- processing
c) ldentificatie
/ treatment;
van relevante processing condities m.b.t. tot de gezondheid en
functionaliteit;
TNO-rapport
I
s3 I 123
TNO 2014 R1031 I
d)
Ontwikkeling van hoogwaardige voedingscomponenten en -producten.
Het TNO programma Efficiënte Ontwikkeling en Productie van Hoogwaardig Voed-
sel draagt bij aan het Topsectorhema "Valorisatie van zijstromen, grondstoffen en mest". Voor 2013 zijn de Topsector doelstellingen opgenomen in het lnnovatiecontract versie 22 maart.2012,lerug te vinden op de website van de Topsectoren:
Food 2013-10-01 9.odf. De PPS GAIA gerapporteerd onder thema 1 waarin gewerkt aan de bioraffinage van algen tot food en non-food ingrediënten draagt bij aan de volgende specifieke doelstellingen van dit Thema:
.
Een zo hoog mogelijke toegevoegde waarde creëren voor AgroFood bedrijven
door het efficiênte gebruik van dierlijke en plantaardige zijstromen en groene grondstoffen, richting zo hoog mogelijke waarde van specitieke componenten en inhoudsstoffen;
.
Het ontwikkelen van nieuwe en aangepaste groene grondstoffen gericht op realisatie van kansen van de AgroFood sector in de biobased economy;
.
Ontwikkeling van kleinschalige decentrale bioraffinage concepten voor dierlijke en plantaardige grondstoffen en zijstromen die aansluiten op een centrale, meer g
rootscha igere bio raff nag e nfrastructu I
i
i
u r.
Ook het project Flying Food en het doorlopende
kennisinvesteringsproject
Sustainable Food Production dragen bij aan de doelstellingen van dit thema. De voortgangsrapportage van deze projecten wordt echter vermeld bij Thema 9 zoals weergegeven in de volgende overzichtstabel.
TNO-rapport I TNO 2014 R10311
5.3
54
I 123
Overzicht type projecten 2013
Programma EOP
Type project
TKI.AF Thema*
# Partners
Programmamanagement, kiemprojecten
TNO kennisinvestering
Nvt (1)
0
VetLess
PPS (FND)
7
3
Food Manufuture
EU fp7
7
EU
Performance
EU fp7
7
EU
Extraction of Hydrophobic Proteins
STW
7
lnnovative Food Structuring
TNO cofinanciering
7
1
KIP Quality: Fermentation
TNO kennisinvestering
7
0
KIP Quality: Preservation2.0
TNO kennisinvestering
7
0
KIP Quality: Synergie
TNO kennisinvestering
7
0
KIP Quality; Multitexture
TNO kennisinvestering
7
0
KIP Quality: Cleanlabel
TNO kennisinvestering
7
0
KIP Quality: 3DFoodTexture
TNO kennisinvestering
7
0
TNO kennisinvestering
7
0
Meervoudig Herformuleren
TNO cofinanciering
7
7
TA Coast
PPS (STW/NWO)
7
TIFN Protein Functionality
PPS (T|FN 201
1)
7
3
TIFN Food Chain Sustainability
PPS (T|FN 2012)
7
4
TIFN Fat Functionality
PPS- (T|FN 2011)
7
3
Reductie Antibioticumgebruik (RedAnt)
TNO cofinanciering
7
1
Deelprogramma: A. Processing
Deelprogramma: B. Quality
Kl P
Quality: Herformuleren Structureren
EU-HealthBread
EU fp7
7
>10
Go Without Salt EFRO
EU-rp7 2012)
7
5
Hygiene van de Toekomst
TNO cofìnanciering
7
1
Flying Food
TNO cofinanciering
7
>20
Carbohydrate Competence Center
PPS-CCC
7
3
VBZ lnnovaties in de bakkerij
TNO cofinanciering
7
>10
Zoutreductie in Hoog Aw producten
TNO cofinanciering
7
1
St. Nederland Schoon
TNO cofinanciering
7
,|
TNO kennisinvestering
7
0
Deeloroqramma C: lnoredients KIP New Technologies
. Venivijst naar doelstellingen binnen het innovatiecontract Topsector Agri&Food versie 2012.
TNO-rapport I INO 2014 R10311
55
5.4
Uitvoering in 2013, Resultaten
5.4.1
Management oordeel
5.4.1.1
Voorbereiding 2013
I 123
De voorbereiding van het programma Efficiente Ontwikkeling en Productie van Hoogwaardig Voedsel 2012 (e.v.) op basis van vraagsturing is goed voorlopen. De
vraagarticulatie door en afstemming met de overheid was vergelijkbaar met het
jaar georganiseerd. De interne voorbereiding verliep efficient. Alle doorlopende projecten waren tijdig voorbereid en konden op l januari 2013 van voorgaande
start.
5.4.1
.2
Bijstelling programma en voorbereiding 2013 e.v.
ln 2013 is actief bijgedragen aan de vraagsturing, programmering en voorbereiding voor de kennis- en technologieontwikkeling binnen Nederland voor 2014 en verder. TNO verzorgt voor het TKI Agri&Food het voorzitterschap van de themacommissie
waarin door het bedrijfsleven
de
uitwerking van het innovatiecontract met
betrekking tot Thema kwaliteit en Thema processing wordt aangestuurd. Ook vindt
afstemming plaats met de Topsector Chemie met betrekking
Economy
tot de
Biobased
en met Tuinbouw en Uitgangsmaterialen met betrekking
tot
uitgangsmaterialen en reststromen. Het programma is optimaal voorgesorteerd op
de prioritaire Thema's die op nationaal en Europees niveau voorzien worden door onder andere de participatie in het Food Manufuture project.
5.4.1.3
Samenwerking en kennistoepassing
Het jaar 2013 stond
in het teken van
continuering van
de interactie en
samenwerking met stakeholders alsmede het opbouwen van nieuwe relaties met het oog op de onderzoekslijnen voor 2015 ev. Met name is sterk geïnvesteerd in
het voorbereiden van Europese samenwerkingen en operationele samenwerking
met DLO zoals dat nu o.a. plaatsvindt in het GO-efro project en het project Meervoudig Herformuleren.
5.4.1.4
Uitvoering en resultaten
De planning en uitvoering van het programma en de projecten in 2013 is door de projectteams goed vormgegeven en op hoofdlijnen conform planning gerealiseerd. Niet uitgevoerde projecten zijn:
o
PPS Eindeloos, hier is geen overeenstemming bereikt met de industriële partners over de inhoudelijke deliverables;
TNO-rapport I TNO 2014 R10311
56
I 123
Dutch drying lnstitute, dit nationale initiatief is uiteindelijk vanwege gebrek aan financiering stopgezet, een deel van de doelstellingen wordt mogelijk binnen het lnstitute for Sustainable Process Technology (ISPT) uitgewerkt;
ResFood, D¡t EU
Íp7 project is wel ingediend en goedgekeurd,
maar
ondergebracht in het Thema Chemie van TNO waar het ook gerapporteerd wordt;
.
Milde conservering, clean label strategies & flexible sourcing zullen opgaan
in
de nieuwe programmering die in 2014 verder uitgewerkt zal worden.
5.4.1.5
Conclusie en advies
Op grond van bovenstaande ovenregingen wordt geconcludeerd dat het TNO Onderzoeksprogramma voor Efficiënte Ontwikkeling en Productie van Hoogwaardig
Voedsel 2013 succesvol is voorbereid, uitgevoerd en gerapporteerd. 5.5
Samenvatting per project ln het hierna volgende wordt per project aangegeven welk type project het betreft1,
wat de doelen van het project zijn, wat de belangrijkste beoogde mijlpalen / resultaten voor 2013 waren, of en in hoeverre deze gerealiseerd zijn en wat de output aan rapporten, artikelen, voordrachten e.d. was. Voor nadere details ten
aanzien van individuele projecten, zoals financiële details, doelgroepen en samenwerking met stakeholders, kennistoepassing en -disseminatie, en details ten aanzien van de output, wordt verwezen naat de rapportages van de individuele projecten. t
Met type project wordt bedoeld:
EU-EFRO: Project met voonruaarden Europees Fonds Regionale Ontwikkeling EU-fp7: Project met voonvaarden volgens EU-fp7
TIFN: Project met voonruaarden volgens Top lnstituut Food & Nutrition TNO Cofinanciering: Prolect met voorwaarden volgens regeling TNO TNO KIP: TNO Kennis lnvesteringsProject (doorlopend programma) STW: Project met voorwaarden volgens Stichting Toegepaste Wetenschappen 5.5.1
Deelprog ramma A: Processing
5.5.1.1
VEILeSS Dit FND project met een looptijd van 4 jaar is op 1 februari 2010 formeel gestart en in 2013 nagenoeg afgerond. Het doel van dit project was om een nieuwe generatie
van voorgebakken producten te ontwikkelen die voldoen aan de kwaliteitseisen van de consument met betrekking tot smaak en structuur en tegelijkertijd in vetgehalte
TNO-rapport I TNO 2014 R1031
57
1
I 123
significant zijn verlaagd. Het probleem is dat dit niet meer berelkt kan worden door
op onderdelen richt, zoals de samenstelling van batters of het proces. Om dit doel te bereiken moeten twee technologische vernieuwing die zich uitsluitend
belangrijke technologische ontwikkelingen met betrekking tot de productie van deze producten worden samengebracht:
.
Er moeten nieuwe batter-samenstellingen worden ontwikkeld welke, zonder
het gebruik van olie in de voorbakstap, een goede hechting en een krokante en smakelijke korst opleveren. Dit geldt zowel voor tempura batters als voor adhesiebatters met paneermeel (ook ontwikkeling van nieuwe typen paneermeel welke resulteert
in een lagere
vetopname
behoort hiertoe);
.
Het voorbakken zal niet langer plaatsvinden in alleen olie, maar tevens of alleen in een ander, vetloos medium. Bakken in oververhitte stoom of SHS, lijkt het beste perspectief te bieden voor een proces waarin krokant bakken mogelijk is, zonder het nadeel van vetopname. ln dit project is bekeken welk proces het meest geschikt is voor de voorbakstap.
Proiect
Titel: VETlesS
I voe' Agri&Food Call
PPS IFND)
2012 Doel
N.v.t
Dit project resulteert in verlaging van het vetgehalte
in
oefrituurde oroducten die voorzien ziin van een coatino. Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
. ¡ o . o
Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output
5.5.1.2
Batterhoudervoorbakexperimenten; Effectbattersamenstelling; Effect processing; lntegratie battersamenstelling en processing; Pilotoroces.
Geen
"Towards healthy deep-fried battered snacks: relationship among oil uptake, texture and morphology papei' qeoresenteerd oo het lnside Food Svmoosium.
FoodManuFuture De belangrijkste doelstelling van FoodManufuture is het definiêren van een visie en
een conceptueel ontwerp voor een cross-disciplinaire kennisinfrastructuur op het gebied van voedselproductie, die zullen bijdragen aan het versterken van de innovatie, concurrentiepositie en productiviteit van de Europese voedings- en productie-industrie. Hiervoor
zal
FoodManufuture een gestructureerde, pan-
Europese dialoog organiseren met relevante stakeholders
in de voedings- en
productie-industrie. Gebaseerd op de visies, behoeften en uitdagingen van deze
INO-rapport
I
58
TNO 2014 R10311
I 123
sectoren zal FoodManufuture een aantal scenario's ontwikkelen over hoe een versterkte Europese kennisinfrastructuur kan worden geïmplementeerd, en zal FoodManufuture oplossingen aandragen voor een verbeterde kennisuitwisseling
tussen onderzoeksinstellingen en industriële technologie-gebruikers. Op deze manier beoogt FoodManufuture bij te dragen aan het creëren van een leidende positie van Europese onderzoeksinstellingen en industrie op het gebied van voedselproductie. Belangrijkste deliverable voor 2013: voor het verkrijgen van feedback op de resultaten zal TNO, in samenwerking met Food & Nutrition Delta (het Nederlandse NTP voor ETP Food for Life), een nationaal 'consultation event' organiseren waarvoor verschillende stakeholders, worden uitgenodigd.
Proiect Tvpel Agri&Food Call 2012
Titel: Food Manufuture
Doe
Het definiëren van een visie en een conceptueel ontwerp voor een cross-disciplinaire kennisinfrastructuur op het gebied van
Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
Niet gerealiseerde mrjlpalen en/of resultaten Output
5.5.1.3
EU-1o7
N.v.t.
voedseloroductie Indeling en prioritering van gaps; Uitwerking van TNO gerelateerde technische gaps; Bijdrage aan conceptual design report; Deelname aan European stakeholder events; Organisatie van een 'national dissemination event' n.a.v. het eindresultaat.
. . . . .
Geen
Zie htto://foodmanufuture. eul
Pefformance
Doel van het Performance project is de ontwikkeling van een geïntegreerde voedselbereidingslijn waarin maaltijden voor de kwetsbaren in de maatschappij gemaakt kunnen worden. ln dit specifieke geval gaat het over maaltijden voor mensen met kauw en slikproblemen. Door middel van printtechnologie kunnen geTndividualiseerde maaltijden geproduceerd worden, waarbij de samenstelling van
de producten afgestemd is op de dieetbehoefte van de betrokken persoon. Hierbij moet gedacht worden aan structuur, hardheid en samenstelling van het product (nutriënten). Hiervoor ontwikkelt TNO de infrastructuur benodigd voor het printen van de maaltijden.
Doel
Titel: Performance Methoden voor duurzame productie van algenbiomassa ten
Tvoe
behoeve van waardevolle qrondstoffen voor de lndustrie. EUJoT
Proiect
TNO-rapport I TNO 2014 R1031
59
1
Agri&Food Call 2012
N.v.t
Gerealiseerde
a
mrjlpalen en/of
a
resultaten
a
a a
Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output 5.5.1.4
I 123
Kick off, Nomenclature; Draft mixing deliverable; Draft printing deliverable; Draft control deliverable; Draft 3D motion deliverable.
Geen
Zie htto://www. oerform anc e-lo7 .eul
STW Extraction of hydrophobic proteins Dit project is een samenwerking tussen TNO / DLO en STW en is in 2012 ingediend
in de STW call
industriële eiwitten. Het project
is in
2013 gestart.
De
probleemstelling van dit project komt voort uit het gegeven dat bij de winning van
Rubisco een groot gedeelte van het eiwit uit het blad of alg, niet wordt gebruikt. Deze eiwitten zijn vooral de membraam gebonden eiwitten, die deel uitmaken van
het de thylakoiden waar de zonne-energie in wordt gevangen. Deze eiwitten zijn daarom ook groen gekleurd door de aanwezigheid van de aan het eiwit geboden chlorofyl. De doelstelling van het project is het mild isoleren en ontkleuren van membraameiwitten, zodat
ze functionele eigenschappen hebben die
kunnen
worden gebruikt voor verschillende voedingstoepassingen.
Proiect Doe
Titel: Extraction of Hvdrophobic Proteins Mild isoleren en ontkleuren van membraameiwitten , zodat ze functionele eigenschappen hebben die kunnen worden qebruikt voor verschillende voedinqstoepassinqen.
I voe' Agri&Food Call 2012 Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output
5.5.1.5
STW N.v.t.
. . .
lsolatie membraaneiwitfractie; Ontkleuring van membraameiwitten; Massabalans.
Geen Zie ez-en-stw-voor-e iwitin novaties-va n-sta rt
lnnovative Food Structuring Het innovative Food Structuring project richt zich op het verder ontwikkelen van 3D
printtechnologie voor voedingsapplicaties.
Er wordt
samengewerkt met een
multinational die zich op een specifiek applicatiegebied wil richten. ln 2013 is de
25% fase afgerond en is een extra partner gevonden die aan de 50% fase mee gaat doen. Deze is inmiddels gestart.
ïNO-rapport
I
TNO 2014
R1
031
60
1
Proiect
I 123
Titel: lnnovative Food Structurinq TNO Cofinancierinq 10o/o en 25o/o fase
1
I vpe' Agri&Food Call
N.v.t.
2012
Dit project onderzoekt de mogelijkheden om met behulp van zogenaamde additive manufacturing technology voedselproducten te maken. Het doel is aan te tonen in welke mate verschillende technologieën geschikt zijn om 3d food structuren te vervaardigen door ze laag voor laag op te
Doel
bouwen.
Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output
.
Dedicated small-scale multi-nozzle FDM research setup
. . .
with climate chamber; Shapes made with this research setup; lmproved PBP process suitable for various products; Possible lP on AM of food.
Geen
.
Diaz, Jerome. A guide on how to print your own food. The world of food ingredients. November 2013. A general description of the printing activities and technologies; On SLS the following patent is filed: NP P101504EP00
-
. .
Title: Method for the production of edible objects using SLS and food products; De TNO technologie voor het foodprinten kreeg in 2013 buitengewoon veel media-aandacht.
5.5.2
Deelprog ram ma B: Quality
5.5.2.1
Fermentation, Preservation 2.0, Synergie, MultiTexture, Clean Label, 3d FoodTexture, HeÍormuleren en Structuur Meten Om verdere innovaties op het gebied van voedselkwaliteit te bewerkstelligen, zijn in 2013 een aantal kennisinnovatie projecten uitgevoerd die zich gericht hebben op de
verbetering van textuur, houdbaarheid en de relatie daar tussen. fermentation is gekeken naar de toepassing van fermentatie op tomatenproducten als een voorbeeld voor veel bredere toepassing. Het
doel was aan te tonen dat deze technologie
kan worden toegepast op het gebied van natuurlijke conserveermiddelen (organische zuren), antimicrobiêle middelen, maar ook de mogelijke valorisatie van reststromen (in dit gevaltomato pomace).
ln het
project
TNO-rapport I TNO 2014 R'l0311
61
I 123
ln het project preservation 2.0 is onderzocht wat de bijdrage is van de verschillende
stappen in een productieproces op de gehele levenscyclus (energieconsumptie, waarde). Met behulp van een life cycle assessment (LCA) is in kaart gebracht wat
de invloed is van conserveringsprocessen op de gehele productieketen en tevens waar de meeste winst valt te behalen. ln het project Svneroie is onderzocht hoe het
mogelijk
is om ingrediënten met een
identificeren.
synergistisch antimicrobieel effect te
ln het project Multitexture is gekeken
naar nieuwe
eetbare
ingrediënten die vochtmigratie voorkomen en procestechnologie om vochtbarrières aan te leggen.
Vanuit de industrie is er een groeiende belangstelling voor concepten rondom Clean Label Technologie. Consumenten worden steeds kritischer met betrekking tot
de
inhoudsdeclaraties
op voedingsmiddelen. Ter voorbereiding op een
groter
samenwerkingsproject is er een beperkt onderzoek uitgezet naar mogelijke Clean Label concepten. Dit heeft geresulteerd in een aantal overzichten en benaderingen die gepubliceerd zijn. Met printtechnologie is het in principe mogelijk om on-demand voedsel te bereiden dat is afgestemd op de individuele wens van consumenten. Om
dit mogelijk te maken moet de printtechnologie verder ontwikkeld worden
en
moeten de eigenschappen van voedselingrediënten hierop afgestemd worden. ln
het project 3DFoodTexture is gekeken naar de relaties tussen
ingrediënten,
samenstelling, printtechnologie en uiteindelijke structuur en textuur. Herformulerinq
en structuur meten (verbeteren van de
nutriënt-samenstelling) van voedings-
middelen heeft momenteel hoge prioriteit. Het is een grote uitdaging om sterke verbeteringen te realiseren, met behoud van organoleptische kwaliteit. Dit laatste is
een vooruaarde om te komen tot producten die door de consument geaccepteerd
zullen worden. Toename van welvaartsziekten is o.a. gerelateerd aan het dieet. Een verbetering van de samenstelling van het voedselaanbod kan een belangrijke bijdrage hebben aan het tegengaan van welvaartsziekten.
Proiect Tvoe'
Titel: Fermentation TNO Kennisinvesterino
Agri&Food Call 2012
N.v.t.
Doel
Toepassing van fermentatie op tomaten-producten als een voorbeeld voor veel bredere toepassing op het gebied van natu u rlijke conserveermiddelen (organ ische zu ren ), antim icro-
biële middelen, maar ook de mogelijke valorisatie van restGerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
stromen lin dit oeval tomato oomace). Beschikbaarheid stammencollectie met brede diversiteit;
. .
.
Overzicht kweekmethoden voor breed panel
van
stammen;
Overzicht analysemethoden voor interessante ingrediênten:
TNO-rapport I TNO 2014 R10311
62 I 123
. .
Werkplanfermentatiedemonstrator; Demonstrator conservering op basis
van
microbiële
fermentatie. Niet gerealiseerde
mijlpalen en/of resultaten Output
Geen
Proiect
Titel: Preservation 2.0 TNO Kennisinvesterino
Tvpe' Agri&Food Call 2012 Doel
Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Outout
Proiect Tvoel Agri&Food Call 2012 Doel
Geen
N.v.t.
Demonstrator die de belangr¡kste aspecten van conservering verbindt en waar tevens een start is gemaakt om een nieuwe Life Cvcle benaderinq (Quadro P) oo te zetten.
.
Showcase
die het effect van verschillende conserveringsop de product kwaliteitsaspecten (Fl) en
strategieën
.
microbiolog ische aspecten demonstreert;
Model LCA analyse gebaseerd op de door Fl ontwikkelde model-tomatensaus.
Geen Geen
Titel: Svneroie TNO Kennisinvesterinq N.v.t.
Nieuwe strategieën voor conservering maken het mogelijk om traditionele ingrediënten zoals zout en suiker te vervangen. Door ingrediënten met een synergistisch antimicrobieel effect
te identificeren, zijn lagere
hoeveelheden nodig, waardoor smaak minimaal beïnvloedt wordt, tenruijl microbiële stabiliteit
gegarandeerd blijft. Momenteel zijn methoden om dit synergistisch effect snel en efficient te meten nog niet beschikbaar. ln de huidige situatie kunnen we één-op-één interacties tussen stoffen meten, een aanpak die bij meer ingrediënten exponentieel toeneemt in tijd en uitvoering van het experiment. ln het platform wat beoogd wordt binnen dit project, is het mogelijk om synergie tussen 2 tot 5 stoffen in verschillende combinaties of onder verschillende condities binnen I experiment te screenen. Hierdoor wordt het bepalen van synergistische combinaties en condities sneller en Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
efficiënter. Screeningsplatform voor synergie, waarin het effect van 5 ingrediënten simultaan gemeten kan worden; Proof of Concept voor Beverages; Klantoresentatie.
.
. .
TNO-rapport
I
TNO 2014 R1031'1
Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output
63
I 123
Geen
Geen
Proiect lvoe'
Titel: Multitexture
Agri&Food Call 2012
N.v.t.
Doel
Nieuwe eetbare ingrediënten die vochtmigratie voorkomen en orocestechnoloqie om vochtbarrières aan te leqqen. Physical-chemical characterization of physically modified biopolymer; physical-chemical modification First identification responsible for en hanced moisture barrier fu nctional ity; ldentification of potential technology for industrial production of film; Demonstrator (presentation) of texture design for crispy m icrowaved multi-textu re prod ucts.
1
Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
TNO Kennisinvesterinq
.
o
of
. . Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output
Geen
Modulating state transition and mechanical properties of viscoelastic resins from maize zein through interactions with plasticizers and co-proteins. D.P. Erickson (1), S. Renzetti (2), A. Jurgens (2), O. H. Campanella (1), B. R. Hamaker (1) (1) Purdue University, West Lafayette, lN, U.S.A.; (2)TNO, Expertise Group Functional lngredients, Zeist, The Netherlands The paper was awarded the first prize as Best Research Paper at AACC meeting 2013, Albuquerque, New Mexico, US.
Proiect 1
Titel: Clean Label
voe' Agri&Food Call 2012
TNO Kennisinvesterinq
Doel
Developing technologies and concepts for use in clean label products.
I
Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output
N.v.t.
a a
Clean labelconcept; Clean label publications.
Geen
. ¡ .
Diaz, J. Clean up your label- part 1. The world of food ingredients, June 201 3; Diaz, J. Clean up your label-part 2. The world of food ingredients, July 201 3; Clean uo vour label consortium concepts:
TNO-rapport
J
TNO 2014 R10311
64
a a
I 123
Clean up your label flyers, brief, presentations; Clean up your label, Verkleij T, Voedingsindustrie juni
2013. Proiect voe' Agri&Food Call I
2012
Titel: 3DFoodTexture TNO Kennisinvesterino N.v.t.
Doel
Verder geschikt maken van Powder Bed Printing
Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
Selective Laser Sinterinq voor voedselprinten. Equipment with 3 high viscous capable printheads for the 3D food texture experiments; Use case for 3D food texturizing; Formulation and cookino reoime.
Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output
and
. . .
Geen
Diaz
J,
How
to print your own food. The world of
food
inqredients. October 2013 issue.
Proiect Doel
Titel: Herformuleren. Structureren. Meten Vergelijken van verschillende methodieken om de (micro) structuur van verschillende productmatrices te bepalen. Opzetten en gebruiken van (reeds bestaande) beeldanalyseprogramma's om belangrijke structuurparameters te kwantificeren.
Tvoe Agri&Food Call
2012 Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
TNO Kennisinvesterino N.v.t.
. . o
Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Outout 5.5.2.2
M ee
ruoudig He¡form
Aansluiten bij COST action F41001 'The application of innovative fu ndamental food-structure-property relationships to the design of foods for health, wellness and pleasure'; Deelname aan inside food symposium april 2013 Leuven (state of the art); Demonstrator case.
Geen Geen ul e re
n
Binnen het project "Meervoudig Herformuleren van ingredient naar consument"
wordt gewerkt aan het ontwikkelen en implementeren van (nieuwe) strategieen t.b.v. een gezondere ingrediëntsamenstelling. Zowel ingrediéntfunctionaliteit, als productkwaliteit en perceptie door de consument, komen in dit project aan de orde,
en daarmee zal dit project een centrale positie in de voorgenoemde propositie innemen. Gezien het aantal deelnemende bedrijven en de maatschappelijke
TNO-rapport I TNO 2014 R10311
65
I 123
aandacht voor gezonde productsamenstelling van zowel burgers als overheid, mag
dat dit project belangrijke impact zal hebben: uitstraling en voorbeeldfunctie voor de industrie, gezonde en smakelijke voeding voor veruvacht worden
consumenten.
Doel van dit project is om de voedingsindustrie in staat te stellen een aantal producten op de markt te zetten met een gezondere nutriëntsamenstelling.
Om dit doel te bereiken is het begrijpen van de keten ingrediêntfunctionaliteit
-
productkwaliteit
-
consumentenacceptatie, en het ontwikkelen van kennis op het
gebied van meervoudig herformuleren essentieel. Vanuit de 'state of the art' blijkt
dat de integrale aanpak van herformuleren in de keten, én het concept
van
meervoudig herformuleren onontgonnen gebied is. De beoogde vernieuwing zit dan
ook in deze twee aspecten. ln dit project wordt ingezoomd op de volgende aspecten: het vertalen van meervoudig herformuleringsconcepten in modelsystemen naar producten, het generaliseren en valideren van generieke kennis over ingrediëntfunctionaliteit en interacties in 4 verschillende modelsystemen en producten, acceptatie en implementatie van geherformuleerde producten in de hele keten van leveranciers
-
producent
- retailer - consument.
Proiect
Titel: Meervoudiq Herformuleren
voe' Agri&Food Call 2012
TNO Cofinancierino
Doel
De voedingsindustrie in staat te stellen producten op de markt
I
N.v.t.
te zetten met een gezondere nutriëntsamenstelling op basis Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output
van doorbraken m.b.t. meervoudio herformuleren. lnventarisatie huidige ingrediënten en procesmethoden on-site en identificatie van quick-wins; Definitie modelsystemen; Vervangen huidige ingrediënt door verrijkt ingredient; Combineren enkelvoudig vervangen door meervoudig; Maken van een matrix van ingrediëntfunctionaliteit; Vertalen van modelsysteem naar product; Profilering producten op smaak en mondgevoel; Selectie van producten voor consument studie; Uitvoeren consumenten test; Onderzoek naar suikervervanging (20.); Disseminatie van kennis onder de partners; lnteractie tussen de verschillende partners.
.
. . . . o . . o . . .
Bespreken selectie van ingrediënten producten en marktkennis.
ln overleg met de industriële partners werd over het project noo niet oeoubliceerd.
TNO-rapport I TNO 2014 R'|0311
5.5.2.3
I 123
66
TA Coast
Dit NWO project heeft als doel de ontwikkeling van PTR-MS technologie
om
specifieke vluchtige moleculen zeer nauwkeurig te detecteren en te bepalen. Deze technologie kan onder andere worden toegepast voor smaak en geur in voedsel.
ln 2013 is een eerste werkzame versie van het instrument gemaakt, echter de gevoeligheid bleef achter bij de verwachtingen. Vervolgens is er in 2013 gewerkt
aan het optimaliseren van het systeem via ontwerpen en maken van nieuwe hardware. ln het bijzonder is gewerkt aan een ion-funnel voor het focusseren van de gegenereerde ionen om beoogde gevoeligheidswinst t.o.v. bestaande systemen te bereiken. Resultaten van deze nieuwe ion-funnelzijn beschikbaar in Q1 2014.
Naast hardware ontwikkeling is er gewerkt aan software voor het automatisch verwerken van de continue datastroom die een PTR-MS machine oplevert. Doel
van de software is het herkennen van 'sample pulses' (bijv. uitademen over een langere tijd), de spectra in de sample pulses te verwerken, te middelen en op te slaan in een generiek data formaat voor verdere statistische analyse.
Er is een plan gemaakt voor het uitvoeren van een Oral Glucose Tolerance Test bij
een aantal vrijwilligers om relevante componenten in adem te vinden (bijv. die correleren met glucose concentratie in bloed). Omdat de eerste versie van het systeem niet de vereiste gevoeligheid heeft, is dit nog niet uitgevoerd.
Proiect I
Titel: TA Coast PPS (STW/ NWO)
VDE'
Agri&Food Call 2012 Doe
N.v.t.
Dit NWO project heeft als doel de ontwikkeling van PTR-MS technologie om specifieke vluchtige moleculen zeer nauwkeurig te detecteren en te bepalen. Deze technologie kan onder andere worden toegepast voor smaak en geur in voedsel.
Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Outout
5.5.2.4
a a
Eerste werkzaam prototype; Statistische analyse.
Oral glucose tolerance test Geen
TIFN Protein Functionality
Het TIFN project "Engineering Protein Functionality" ontwikkelt kennis betrekking
tot eiwitaggregatie; het
beheersen
van de
met
functionaliteit van
TNO-rapport
I
TNO 2014 R10311
67
geaggregeerde eiwitten;
de relatie tussen lengteschalen en
I 123
macroscopische
functionaliteit waarbij textuur en waterbindend vermogen belangrijke factoren zijn; eiwitmodificatietechnologie (enzymatisch, chemisch, fysisch); bevorderen van
specifieke functionele aggregatievormen, zoals fibers
en de
synergie
in
eiwitmengsels. Voor TNO zijn met name de werkpakketten waarin modelsystemen worden ontwikkeld om nieuwe functionaliteiten aan te tonen interessant, aangezien hiermee de kennisbasis van de propositie met betrekking
tot
kwaliteit kan worden
versterkt. Deelname vanuit het programma in dit TIFN project is in 2011 geborgd. Er wordt zowel op senior als op junior niveau door TNO aan dit project gewerkt. De
eerste experimentele invulling is na de zomer van 2011 opgestart. Voor TNO is van belang dat de ontwikkelde kennis doorvertaald kan blijven worden naar de industrie.
lnhoudelijke deliverables voor 2014 worden vanuit het TIFN project geformuleerd. Voor TNO is de aansluiting via regelmatige updates en overleggen van belang.
Proiect 1
lvpe'
Agri&Food Call 2012 Doel
Titel: TIFN Protein Functionalitv PPS (TIFN 2011 N.v.t.
De probleemstelling ligt in de vraag hoe je door processing verschillende eiwitstructuren kunt maken van plantaardige
de functionaliteit is van deze nieuwe eiwitstructuren. De doelstelling voor dit door TNO uitgevoerde eiwitten en wat
onderdeel was om een aantal plantaardige eiwitten te zuiveren om er vervolgens met verschillende methodes eiwitdeelties van te maken. Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output 5.5.2.5
a
a
lsoleren van plantaardige eiwitten; Maken van eiwitdeeltjes.
Geen
Zie TIFN oublicaties
TIFN Food Chain Sustainability
Sustainability vraagstukken vanuit een keten perspectief, worden door de industrie
steeds nadrukkelijker naar voren geschoven. Verschillende deelprojecten in de portfolio richten zich op efficiency verbeteringen van individuele processtappen met
betrekking tot energie en grondstofgebruik. Reduce spoilage of fresh and chilled
products (SD003). De projecten zijn in de loop van 2012 van start gaan. De combinatie van gezond en duurzaam krijgt hierbij
in het bijzonder aandacht.
Belangrijkste deliverable voor 2014: Aansluiting houden en TIFN sustainability programma borgen en implementatie van de daar opgebouwde kennis.
TNO-rapport
I
TNO 2014 R10311
Proiect Doel
1
voe' Agri&Food Call 2012 Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten I
68
I 123
Titel: TIFN Food Chain Sustainabilitv ldentificatie van microbiële biomarkers met een voorspellende waarde voor shelf life van vers gesneden groenten voorsoellen. PPS ITIFN 2OI2) N.v.t.
. o
Relation initial bacterial population and shelf life;
Microbial population dynamics
in
fresh cut
lettuce
depending on environmental conditions;
o Predictive model describing relations
between
environmental conditions and microbioloqical status. Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output
5.5.2.6
Geen
EvgeniTsivtsivadze, Eveline Lommen, Roy Montijn, and Jos van der Vossen Semi-supervised Multi-view Gaussian Processes for Microbial Growth Prediction lntelligent Systems for Molecular Biology (ISMB/ECCB), 2013 EvgeniTsivtsivadze, Eveline Lommen, Roy Montijn, and Jos van der Vossen Multi-View Gaussian Processes for Modeling Microbial Growth Annual Belgian-Dutch Conference on Machine Learning (BEN ELEARN), 20'13 Evgeni Tsivtsivadze, Jos van der Vossen Multi-task Kernel Canonical Correlation Analysis for Microbial data Bioinformatics 201 3 (submitted)
TIFN Fat Functionality
Het structureren van een eetbare hydrofobe fase als vet kent, in tegenstelling tot het structureren van een waterig systeem, zeer beperkte mogelijkheden. Daarbij is het de vraag of het structureren met nieuwe methoden de gewenste theologie kan opleveren. Participatie
in het TIFN Fat functionality project beoogt de
volgende
doelen:
.
Opzetten van methoden voor het analyseren van de vet en deegtheologie onder elongatiedeformatie (toerproces)
.
;
Opzetten van methoden voor het bepalen van structuurherstel en de kinetiek daarvan in vetten;
.
Vastleggen van relatie tussen de vetstructuur in de verschillende processtappen en condities;
.
ldentificeren van kritische stappen in het proces in relatie tot de kwaliteit van het eindproduct.
TNO-rapport
I
TNO 2014 R1031
69
1
I 123
Belangrijkste deliverables voor 2013 waren:
¡ .
Definiëren van de gewenste meetmethoden voor theologie van vet en deeg; Vaststellen kritische fysische eigenschappen van vet in relatie tot veteigenschappen.
Proiect
Titel: TIFN Fat Functionalitv Develop technology for mild extraction and isolation of the hydrophobic, membrane bound proteins from sugar beet
Doel
leaves and stems as representative rest stream. PPS- (TIFN 2011)
Tvoe' Agri&Food Call 2012 Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
N.v.t.
. . . ¡
Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Outout
5.5.2.7
Fat compositions defined; Fats produced; Fat Properties; Renorf
Geen
Zie TIFN oublicaties
Reductie Antib ioticu mgeb
ru i k
TNO wil met dit project de identificatie van natuurlijke voederingrediënten mogelijk
maken die als alternatief voor antibiotica gebruikt kunnen worden om de darmgezondheid van dieren te bevorderen. Dergelijke ingrediênten kunnen zowel direct werken op pathogene organismen als indirect hun effect uitoefenen door de
samenstelling
van de natuurlijke darmflora zo te beïnvloeden dat
pathogene
organismen zich niet kunnen vermeerderen. Daartoe zal in het project een nieuw screeningsplatform worden ontwikkeld. Daarin kunnen
de directe en
indirecte
effecten van voederingrediënten op complexe ecosystemen, zoals die van de darm
worden gemeten. De meting van die effecten wordt gebaseerd op de activiteit van specifieke genen (transcriptomics) die voorkomen in specifieke bacteriestammen (genomotyping), die geactiveerd worden onder invloed van voederingrediënten en
waarbij die activatie niet geremd wordt door het natuurlijke ecosysteem. Die specifieke genen die als voorspellende markers gaan fungeren in het Minidarm Plus
Platform, moeten geïdentificeerd worden op basis van biostatistische correlaties tussen expressie van die specifieke genen van de te bestrijden ziektevenruekker en
de reductie daarvan zonder een gezonde samenstelling van de darmflora aan te tasten. Het project is in 2013 afgerond met een rapportage. Aan een publicatie wordt nog gewerkt.
TNO-rapporl I TNO 2014 R10311
Proiect Doel
1
I
voe'
Agri&Food Call 2012 Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
70
I 123
Titel: Reductie Antibioticumqebruik (RedAnt) TNO wil met dit project de identificatie van natuurlijke voederingredienten mogelijk maken die als alternatief voor antibiotica gebruikt kunnen worden om de darmgezondheid van dieren te bevorderen. TNO cofinancierinq N.v.t.
. .
Flora Analysis
of 150 chicken intestine samples from
healthy and unhealthy farms;
Degree of growth inhibition of E. coli and Clostridium a set of 50 formulations / compounds which might have a positive effect on the intestine health; ln vitro screenings tool to access the degree of growth inhibition of E. coli in a model chicken intestine flora (for caused by
. . Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output
Report.
Geen
. o
5.5.2.8
healthy and unhealthy animals);
Schuren, dr. F.H.J., Rapportage RedAnt, TNO-rapport 2013; Lukovac, dr. S. en Schuren, dr. F.H.J., Microbiota dynamics and composition of broiler developing intestine, Manuscript in oreparation. 2013.
Healthbread
ln 2011 is een aanvraag ingediend voor het Europese KBBE programma Research for the Benefits of SME's. Hierin wordt de kennis uit het Healthgrain EU-KPO project
die betrekking heeft op herformuleren van producten met meer gezonde vezels beschikbaar gemaakt voor het MKB. TNO is algeheel coördinator en betrokken bij 3
WPs. Het project is in 2013 inhoudelijk gestart.
Proiect Doel
Titel: EU-Healthbread The HealthBread project will, based on SME and consumer oriented approach, develop whole grain and white breads with further improved nutritional and product quality by applying scientific and technological knowledge from the EU FP6 HEALTHGRAIN project into production and marketing of commerciallv viable. healthier bread.
Tvoe
Agri&Food Call 2012 Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
EU fo7 N.v.t.
. . . .
Overall Project coordination; WP coordination of 3 WPs; Development of nutritionally improved breads with high product quality and consumer claims;
Dissemination.Publications.
TNO-rapport
I
TNO 2014 R10311
Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output
5.5.2.9
7',t
I 123
Geen Noort, M.W.J. and Flander, L., HealthBread first results, HealthGrainForum, 6 November 2013, Helsinki, Finland; Kamp, JW van der, HealthBread - attractive bread products with high nutritional value, Press conference, 25 September 2013, Parma, ltaly; Kamp, JW van der, and Noort, M.W.J. THE HEALTHBREAD EU PROJECT, NEW OPTIONS FOR NATURAL, NUTRITIONALLY ENRICHED AND SENSORY ATTRACTIVE BREAD, 7th lnternational FlourBread Congress, 16-18th October2013, Opatija, Croatia; Funk, C. and Kamp, JW van der, EU-Projekt HealthBread - erste Ergebnisse, Bakery Technology Conference, 1214 Nov. 2013- Detmold, Germany; Folloni, S., Ranieri, R. and Kamp, J.W. Van der, "ll progetto HealthBread", poster at 9th AISTEC conference "Un mondo di cereali. Potenzialità e sfide" ("A world of cereals. Potential and challenges"), Bergamo, llaly 12-14 June 20'13; Zie ook htto://www.healthbread.eu/.
Go Without Salt Een consortium van Oost Nederlandse bedrijven gaat zout vervangende systemen
voor voedingsproducten ontwikkelen, met als doel op termijn een vermindering van ten minste 50% van het keukenzout in voedingsproducten te realiseren, zonder dat dat kwaliteit, veiligheid en vooral smaak inboeten. Het project 'Go without salt' zal bovendien extra werkgelegenheid opleveren in Oost-Nederland. Terugbrengen van
de hoeveelheid zout zonder aantasting van de smaak en houdbaarheid is een ingewikkeld proces. onder regie van TNo moet naar vele varianten gekeken worden. Het project stimuleert de kennisuitwisseling tussen de verschillende spelers, waardoor de economische kracht van deze bedrijven en de positie van de kennisinstellingen in Oost Nederland versterkt wordt. Het is de bedoeling dat er aan het einde van het project een (grotendeels ) zout vervangend systeem ontwikkeld is
dat betrokken partijen in hun producten kunnen gebruiken, waarbij consumenten enthousiast zijn over de smaak en de kwaliteit.
TNO-rapport I TNO 2014 Rl03l1
72
Proiect
Titel: Go Without Salt Een vermindering van ten minste 50% van het keukenzout in voedingsproducten te realiseren, zonder dat dat kwaliteit,
Doel
veiliqheid en vooral smaak inboeten. EU-fo7 2012
Tvoe' Agri&Food Call 2012 Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Outout 5.5.2.10
I 123
N.v.t.
2 projectrapportages aan EFRO (aprilen oktober)
Geen Geen
Hygiene van de Toekomst
De huidige gouden standaard voor analyse van micro-organismen in voedingsmiddelenindustrie is momenteel de kweek van micro-organismen voedingsbodems. Deze analyses kunnen zeer kosten-efficiënt
en
de op
routinematig
worden uitgevoerd volgens standaardvoorschriften, waarbij deze analyses zich
meestal richten
op
specifieke, vooraf geselecteerde micro-organismen. De
belangrijkste beperkingen van de huidige werkwijze zijn het gebrek aan snelheid en
details. Een standaardanalyse duurt minimaal 1 tot enkele dagen, waardoor directe
sturing op resultaten onmogelijk is en producten langere tijd moeten worden opgeslagen voordat duidelijk is of ze microbiologisch in orde zijn. Verder levert een
microbiologische analyse alleen resultaat
op voor vooraf geselecteerde
doel-
organismen en moet voor elk doelorganisme een andere analyse worden uitgevoerd. Ook de informatie die wordt verkregen is beperkt: op zijn best kan een soortnaam worden verkregen.
Moleculaire analyses maken het
in principe mogelijk om binnen enkele uren
resultaten op te leveren en daarbij, indien gewenst, ook meer details te verkrijgen.
Proiect Doel
voe' Agri&Food Call I
2012 Gerealiseerde miiloalen en/of
Titel: Hvqiêne van de toekomst Doel van het project is het ontwikkelen van een in-factory microbiologische screening tool voor de voedingsmiddelenmarkt. Om hiertoe te komen, moet eerst een combinatiemethode worden ontwikkeld. Met deze combinatiemethode moeten dode en levende micro-organismen van dezelfde soort van elkaar onderscheiden kunnen worden, evenals lage besmettingsniveaus van micro-organismen kunnen worden aanqetoond. TNO cofinancierinq Ja
. .
Werkende DNA isolatiemethode uit sap; Werkende lllumina methode oo DNA uit sao samoles:
TNO-rapport I TNO 2014 R10311
73
.
resultaten
Werkende data analyse (pipeline) voor data verkregen m.b.v. lllumina; Bepalen van ondergrens detectie voor relevante microorganrsmen; Onderscheid tussen levende en dode micro-organismen m.b.v. PMA in oroduct-relevante condities.
. . Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output
I 123
Geen ln overleq met de partner wordt noq niet qeoubliceerd.
5.5.2.11 Flying Food ln Afrika, en met name in Kenia en Uganda is het grootste deel van de bevolking
voor hun voedselvoorziening afhankelijk van kleinschalige producties. Deze vorm van productie is essentieel maar slaagt er niet in de producenten van voldoende inkomen te voorzien. Ook wordt onvoldoende hoogwaardig voedsel geproduceerd.
Om hierin verandering te brengen moet de productieketen verbeterd
worden
waarbij duurzame productie, opslag en processing naast hoogwaardige kwaliteit, distributie en marketing de belangrijkste uitdagingen zijn. Met het Flying Food initiatief wordt de productie en consumptie van krekels op deze
wijze aangepakt.
ln
potentie zun krekels een hoogwaardige bron die
op
kleinschalige wijze geproduceerd kunnen worden.
Titel: Flvinq Food lnsecten het hele jaar door beschikbaar maken voor
Proiect Doel
consumptie in Afrika. 1
vpe' Agri&Food Call 2012 Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output I
TNO confinancierinq Ja
. .
Check on technical feasibility (done); First design of rearing unit, manual (2012,2013).
Geen
Veel belangstelling van de media voor dit aansprekende project. We ontwikkelen een communicatie beleid en zijn wel
terughoudend in te veel publiciteit, waardoor venruachtingen te hooq komen te liqqen, en te vroeq in de tiid. 5.5.2.12
Carbohydrate Compete nce Center
Deelname
aan het
privaat-publieke samenwerkingsverband Carbohydrate
Competence Center (CCC) is belangrijk voor de kennis en technologie positie van
Nederland op het gebied van de koolhydraat modificatie. Dit leidt tot een vergroting
van de zichtbaarheid naar de markt, een versterking van de reputatie en een verbreding van de kennis die aangeboden wordt aan de markt. Het doel van dit
TNO-rapport
I
74 I 123
TNO 2014 R10311
specifieke project is om de flora in het darm te herstellen nadat de persoon een antibiotica kuur heeft ondergaan of vooraf de darmflora 'voor te bereiden' op een antibiotica kuur. Een specifiek micro-gut screening platform zal hiervoor ingericht
worden op basis van kennis van de ontwikkeling van een vergelijkbaar basis platform.
Proiect Doel
1
voe' Agri&Food Call I
2012 Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output
Titel: Carbohvdrate Gompetence Center Develop technology for mild extraction and isolation of the hydrophobic, membrane bound proteins from sugar beet leaves and stems as reÞresentative rest stream. PPS-CCC N.v.t. a a
Toepassing in interventiestudies; GOS effect op microflora in vivo.
Geen Ladirat SE, Schols HA, Nauta A, Schoterman MH, Keijser BJ, Montijn RC, Gruppen H, Schuren FH. High{hroughput analysis of the impact of antibiotics on the human intestinal microbiota composition.J Microbiol Methods. 2Q 1
3 Mar ;92(3) 387-97 :
;
Ladirat SE, Schuren FH, Schoterman MH, Nauta A, Gruppen H, Schols HA. lmpact of galactooligosaccharides on the gut microbiota composition and metabolic activity upon antibiotic treatment during in vitro fermentation. FEMS Microbiol EcoL 2014 Jan;87(1):4151;
Ladirat S.E., Schoterman M.H.C., Nauta 4., Rahaoui H., Mars M., Schuren F.H.J., Gruppen H. Schols H.A. Effects of the intake of galacto-oligosaccharides on the gut microbiota of healthy adults receiving amoxicillin treatment. Submitted for publication; Ladirat S.E., Schols H.A. , Nauta 4., Schoterman M.H.C., Schuren F.H.J., Gruppen H; lmpact of Galacto-Oligosaccharides and its specific sizefractions on non-treated and amoxicillin{reated human inoculum. Submitted for publication. 5.5.2.13
VBZ lnnovaties in de Bakkerij
lnnovaties binnen de bakkerij en zoetwaren productgroepen zijn essentieel voor de bedrijven binnen deze sector. De brancheorganisatie VBZ heeft de ambitie om door middel van zowel technische als sociale innovatie dusdanige stappen te zetten, dat er tussen nu en 2 jaar een sector staat, welke gezonde(re) producten produceert en
welke aantrekkelijk is om in te werken. Het Branche lnnovatie Contract, wat
INO-rapport ITNO 2014 R10311
75
I 123
kennisoverdracht inhoudt, is in de volgende werkpakketten opgedeeld: Kick off meeting, Project 1, Natriumreductie in bakkerijproducten, Project 2, Verrijking, een kans om te innoveren?!, Workshop met presentatie resultaten en vaststelling laatste
twee projecten, Project 3: Verrijking van producten die voldoen aan de eisen gesteld voor het voeren van IKB logo om daar mee te innoveren en dit zo mogelijk
te claimen en project 4: Op welke wijze kan ICT bijdragen aan verbeteren van de bedrijfsvoering. Het project is in 2013 afgerond.
Proiect Doe
I VDe'
Agri&Food Call 2012 Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
Titel: lnnovaties in de Bakkerii Vergelijken van verschillende methodieken om de (micro) structuur van verschillende productmatrices te bepalen. Opzetten en gebruiken van (reeds bestaande) beeldanalyseprogramma's om belangrijke structuurparameters te kwantificeren. TNO cofinancierino N.v.t.
De functionaliteiten van Natrium in
bakkerijproducten
gezondheidseffecten van Natrium;
Consequenties (organoleptisch / technologisch / microbiologische en fysische stabiliteit) van natriumreductie in bakkerijproducten; Beschikbare oplossingen in de markt;
Oplossingsroutes
en beperkingen voor aanpassen
van
recepturen;
Wet- en regelgeving inzake het verrijken van producten en claims (door TNO); Mogelijkheden van claims (door TNO);
Kansen voor verrijking en claims voor VBZ specifieke productgroepen (Door VBZ i.s.m. TNO);
Marketing kansen voor verrijkte producten en claims (Door VBZ -Ton Baas); Technologische consequenties en toepasbaarheid (door TNO); Overdracht kennis ICT; Disseminatie van oeoevens. Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Outout 5.5.2.14
Geen
Geen in 2013
Zoutreductie in Hoog Aw producten
Zowel in Nederland als in de rest van de westerse wereld is de gemiddelde zoutinname van consumenten te hoog. Volgens de Gezondheidsraad is de huidige
gemiddelde inname van zout (natriumchloride) ongeveer negen gram per dag, terwijl de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid ligt op 6 gram per dag. Bij een te hoge
consumptie van natrium neemt het risico op het ontstaan van een verhoogde
TNO-rapport
I
TNO 2014 R1031
76
1
I 123
bloeddruk en als gevolg daarvan hart- en vaatziekten, toe. De gezondheidsraad adviseert om de dagelijkse consumptie van 9 naar 6 gram zout per dag terug te brengen. Aangezien 80% van de zoutinname uit voedingsproducten komt (en 20%
uit het zoutvaatje op tafel), zal verlaging van het zoutgehalte in voedselproducten hieraan een belangrijke bijdrage geven. ln dit project staat de verlaging van zout in
sauzen en soepen centraal. Dit zijn producten met een hoog Aw gehalte. Naast broodproducten (25%) en vlees met vleesproducten (18%), draagt de consumptie van sauzen en soepen voor 10% bij aan de dagelijkse zoutinname (RIVM rapport VCP-3 (1997t1998) (rapport V98 807).
De uitdaging bij het verlagen van zout in voedingsproducten is het behouden van de huidige zoutperceptie voor de consument. Vooral bij soepen en sauzen is de rol
van zout voornamelijk die van smaakmaker, meer dan die van houdbaarheid of texturant, zoals bij brood en vlees wel het geval is. ln dit project wordt gestreefd
naar het verlagen van het zoutgehalte in soepen en sauzen met 33%, omdat volgens de wetgeving het product dan het label 'laag zout' mag dragen.
Doelstelling: Het doel van het project is het ontwikkelen van een nieuwe strategie
om zout te reduceren in vloeibare producten, die gebruik maakt van zowel moleculaire interacties tussen zout en biopolymeren als textuur-smaak interacties. De uitdaging van het project ligt enerzijds in het binden van zout, het gebonden houden ervan tijdens shelf life en het vrijkomen van zout in de mond, zodat het geproefd wordt. Anderzijds ligt de uitdaging in het sturen van de textuur-smaak interacties door middel van biopolymeren.
Proiect Doel
Titel: Zoutreductie in hooq Aw Producten Het ontwikkelen van een nieuwe strategie om zout te reduceren in vloeibare producten, die gebruik maakt van zowel moleculaire interacties tussen zout en biopolymeren als textuur-smaak interacties.
Tvoe' Agri&Food Call 2012
Gerealiseerde mrjlpalen en/of
resultaten
Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output
TNO Cofinancierinq met
I
Partner
N.v.t
. . o o o
Kwalitatieve bepaling van zoutbinding aan biopolymeren; Relatie tussen eigenschappen biopolymeer, textuur en afbraak van textuur; Zoutbinding aan koolhydraten; Afbraak koolhydraten met o amylase; RaoÞortaqe.
Geen Timmermans, raooort V.
J
Zoutverlaging in hoog aw producten, TNO
TNO-rapport
I
TNO 2014 R'10311
77
5.5.2.15 Stichting Nederland Schoon
- Niet plakkende
I 123
kauwgom
Kauwgom afual is een van de grootste zwertafval problematieken in Nederland. Het venruijderen kost veel geld en een oplossing voor dit probleem is dus zeer gewenst.
ln 2012 werd duidelijk dat TNO
technologie voor
de modificatie van zetmeel
ingrediënten mogelijk zou kunnen resulteren in een beter afbreekbare, natuurlijke
basis voor kauwgom. Om dit verder te kunnen onderzoeken is samen met de stichting Nederland Schoon een project opgezet. Dit project is in 2013 succesvol afgerond.
Niet plakkende kauwqom Het ontwikkelen van een afbreekbare gum-base voor kauwqom op basis van qemodificeerd zetmeel.
Stichtinq Nederland Schoon
Proiect Doel
-
ïNO Cofinancierinq
Tvoe' Agri&Food Call
N.v.t.
2012 Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
.
Ontwikkelen analyse methoden voor het bepalen van
.
desintegratie en kleverigheid van kauwgom; Het ontwikkelen van additieven d.m.v. fysische modificatie van koolhydraten;
.
Het testen van de additieven in de applicatie en het evalueren oo basis van desinteqratie en kleveriqheid.
Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output
5.5.3
Deel prog ra m m a
C
Model ontwikkelen dat desintegratie van kauwgom kan voorspellen. Twee patenten zijn ingediend betreffende het modificeren van koolhydraten. . New proces for making resistant maltodextrines; . Thermallv modified starches. :
I
ng red ie
nts
De verdere afstemming met innovatiecontract van de strategie in de periode 2015-
2018 is door verschillende werkgroepen uitgevoerd. Het resultaat hiervan wordt
in
de loop van 2014 aan de Topsector gepresenteerd.
Proiect
KIP New Technoloqies
Doel
Afstemmen
IVôE'
Doorlooend oroiect
Agri&Food Call
2012 Gerealiseerde miiloalen/resultaten Niet gerealiseerde m
iiloalen/resu ltaten
Outout
van 10
technologieportfolio's strateqie en wiiziqinqen binnen de Toosector.
op de
nieuwe
N;v.t
Beschrijvingen Technologielijnen contract Aorifood. Geen Geen
in relatie tot
innovatie-
TNO-rapport I TNO 2014 R10311
5.6
78
I
',123
Output en kenn¡soverdracht
Voor het totale TNO programma Efficiënte ontwikkeling en productie van hoogwaardige voeding werd de volgende totaaloutput gerealiseerd:
Publicaties. oosition DaDers. oroefschriften: Presentaties: Raooorten: lnterviews, persberichten e.d. Octrooiaanvraoen:
12
18 9
>10 3
Voor nadere details t.a.v. de output wordt venryezen naar de rapportages van de individuele projecten.
De resultaten van de kennisontwikkeling worden voornamelijk gebruikt voor directe opdrachten vanuit de levensmiddelen industrie. ln enkele gevallen worden ook in opdracht van de overheid rapporten aangeleverd, zoals over de mogelijkheden voor
het winnen en gebruik van planteneiwitten. Ook treden experts regelmatig op als deskundigen, o.a. voor onderzoekscommissies van
de Tweede Kamer en
bij
juridische geschillen.
Kennisoverdracht heeft plaatsgevonden door:
.
Het leveren van bijdragen aan workshops en symposia of congressen (zoals georganiseerd door FND);
.
Artikelen voor en met deze doelgroepen (wetenschappelijk peer reviewed en populair wetenschappelijk). Zie uitvoering en resultaten.
5.7
lnnovatie Programma's
ln
2013 werd vanuit de propositie Efficiente Ontwikkeling en Productie van
de volgende nationale en zijn voor Thema 7 voorbereid en
Hoogwaardig Voedsel deelname aan
internationale
onderzoekprogramma's die relevant
inqediend:
.
CIBUS-Food
Het doel van het CIBUS project is te onderzoeken in hoeverre Additive Manufacturing (AM) ingezet kan worden voor duurzame productie van voedsel. Het zogenaamde 3D printen wordt aangeduid als de 3" industriële revolutie en
wordt nu al volop gebruikt voor prototyping en productie van objecten van plastic, keramiek, metaal en biocampatibele materialen. AM van voedselproducten zal de voedingssector transformeren omdat het een hoge mate van etficiency, "zero-waste" mogelijk zal maken. Niet alleen materiaalgebruik, maar
TNO-rapport
I
TNO 201 4
R'1
79 I 123
031 I
ook de personalisatie van de productie zal er voor zorgen dat voedsel afgestemd kan worden op de individuele behoefte van doelgroepen zoals ouderen. Het project is in 201'3 ingediend en goedgekeurd en zal in 2014 starten. httos://www. susfood-era. neU
ln 2031 werd geparticipeerd in de
volgende nationale en internationale
onderzoeksprogramma's toegekend dan wel qecontinueerd:
Participatie
in het Topinstituut Food &
Nutrition (TIFN) TNO participeert
langdurig in de Publiek Private Samenwerking TIFN, het grootste Nederlandse
PPS op het gebied van voedselinnovatie. Vanuit dit programma wordt geparticipeerd in het Thema "Structure" en wordt concreet gewerkt in de projecten "Protein Functionality", "Fat Functionality" en "Food Chain Sustainability". htto://www.tifn.
n
I
HEALTHBREAD
Een
Europees samenwerkingsverband dat zich wil richten op gezondheidsaspecten van de consumptie van volkorenbrood en vezels (ingediend voor call K888.2012.2.3-02: Exploitation of Framework Program project resu lts n food ). i
htto //www. hea lth bread. eu/ :
PERFORMANCE
Een Europees samenwerkingsverband dat zich wil richten op de mogelijkheden
om op individuele basis voedsel te produceren en te distribueren, met name voor ouderen. htto ://www. performa nce-fo7. eu/
Carbohydrate Com petence Center Een publiek privaat samenwerkingsplatform waarin WUR, RUG, UMCG en TNO
samen met een groot aantal Nederlandse industriële partners kennis op het gebied van koolhydraten genereren, ontwikkelen en delen om innovatie te bevorderen en bij te dragen aan een gezonde en duurzame samenleving. htto ://www. cccresearch.
n
I
TNO-rapport I TNO 2014 R10311
80
I í23
6
AgroFood Thema 8: Voedselveiligheid
6.1
Enkele highlights uit 2013
6.1.1
Ondezoek naar allergiersrbo's van insecten als alternatieve eiwitbron in voeding Probleem: Gezien de groeiende wereldbevolking en de beperkte eiwitvoorraden zal
er de komende jaren een steeds grotere vraag zijn naar alternatieve eiwitbronnen
(b[v. insecten, algen of genetisch gemodificeerde organismen). Voor ieder voedingsmiddel geldt dat de veiligheid ervan zeer belangrijk is. Een van de belangrijkste aspecten van de veiligheid van eiwitten betreft het risico op het ontstaan van allergieën. Voedselallergieën hebben een grote impact op de kwaliteit
van leven en leefomgeving van de allergische patiënt en kunnen
zelfs
levensbedreigend zijn. De Verenigde Naties zien insecten als deeloplossing tegen
ondervoeding in de wereld. Hoewel in de Westerse samenleving het eten van
insecten nu nog relatief ongebruikelijk is, bieden insecten veel voordelen als
dit moment door overheid en bedrijfsleven geïnvesteerd in ondezoek naar de toepassing van insecten als
alternatieve en duuzame eiwitbron. Er wordt op
alternatieve voedingsbron. Meelwormen, de larven van de meelwormkever, zijn een serieuze kandidaat om gebruikt te worden als duuzame alternatieve eiwitbron voor
kip, rund en varkensvlees. Echter, er is nauwelijks iets bekend over de mogelijke allergeniciteit van meelwormeiwitten.
Oplossing:
ln de
afgelopen jaren is TNO samen met het Universitair Medisch
Centrum Utrecht (UMC Utrecht) en de Wageningen Universiteit een pilot ondezoek gestart naar de potentiele allergeniciteit van meelworm eiwitten. Dit onderzoek heeft
aangetoond dat mensen met een schaaldier- en huisstofmijtallergie mogelijk een risico lopen op een allergische reactie als ze meelwormen gaan eten. Dit ondezoek
is recent gepubliceerd in een wetenschappelijk tijdschrift. Echter, het is niet bekend of mensen daadwerkelijk op meelwormen een allergische reactie zullen vertonen.
TNO en UMC Utrecht zijn daarom een vervolgondezoek gestart
in
samen-
werking met de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NMÂ/A).
ln het onder-
zoek van TNO en UMC Utrecht worden
mensen
met een
schaaldier-
en
huisstofmijtallergie;of mensen met een meelwormallergie (doordat zij met meelwormen werken), geprovoceerd met een
1
TNO-rapport
J
81 t'123
TNO 2014 R1031'l
meelwormproduct in een dubbel-blind placebo-gecontroleerde voedselprovocatie. Bt1
de
voedselprovocatie krijgen
de personen een oplopende
hoeveelheid
meelwormen te eten. Gedurende de provocatie wordt gekeken of er een allergische reactie optreedt.
lmpact: Met de resultaten uit dit onderzoek over risico's op allergische reacties door
meelwormen wordt
er een belangrijke stap gezet in het beoordelen van
de
veiligheid van insecten als toekomstig eiwitbron in onze voeding. Uitkomsten van dit
ondezoek moet de diverse partijen ondersteunen en informeren. Primair ten behoeve van allergische consumenten, maar ook producenten die meelwormen toepasbaar maken voor humane consumptie en overheden die over de regelgeving gaan, zijn bijde resultaten gebaat.
6.1.2
HydroChip
Probleem: Ons oppervlaktewater wordt voor verschillende doeleinden gebruikt, zoals voor drinkwatenivinning, visserij en recreatie. Het is dan ook van groot belang
dat ons oppervlaktewater van voldoende kwaliteit is en deze kwaliteit nauwgezet gemonitord wordt. De huidige manier van monitoren
is het nemen van water-
monsters, welke geanalyseerd worden door per individueel monster de diatomeeën
te tellen met behulp van lichtmicroscopie. Dit is een zeer kostbaar en tijdrovend proces; in sommige gevallen kan het nemen van het watermonster tot de analyse een half jaar duren. Daardoor is de monitoring van oppervlaktewater niet actueel en
kan er niet direct op waterkwaliteit worden gestuurd. Voor de winning van veilig drinkwater en voedselveiligheid is dit een probleem.
Oplossing: Samen met Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, STOWA,
Vitens en Waternet heeft TNO binnen een EU LIFE project de HydroChip ontwikkeld. De HydroChip is een DNA chip met daarop de genetische informatie van al 75 van de 150 belangrijkste diatomeeën, die kenmerkend zijn voor de kwaliteit van
Nederlandse wateren. Deze zogenaamde DNA probes bevinden zich
op
de
HydroChip en kunnen door specifieke, complementaire bindingsreacties met de DNA sequenties van de relevante diatomeeên paren vormen. De probes die ge-
paard zijn met een bijbehorende sequentie geven een signaal, waardoor een patroon ontstaat dat de aanwezigheid van verschillende diatomeeën weergeeft. Dit
kan digitaal worden uitgelezen en geeft de aanwezigheid en hoeveelheid van de diatomeeën in het watermonster weer. Dit wordt vertaald naar een kwaliteitsmaat voor het oppervlaktewater.
Deze manier van analyseren kost slechts
2
uur vanaf het moment
monstername en kan met meerdere monsters tegelijkertijd worden uitgevoerd.
van
TNO-rapport I TNO 2014 R1031
82 I 123
1
lmpact: Met de komst van de HydroChip kan niet alleen de analyse van de oppervlaktewaterkwaliteit veel sneller en goedkoper worden uitgevoerd, ook zal de
monitoring van oppervlaktewater actueler worden. Dit geeft mogelijkheden tot het
direct sturen van waterbeheer op basis van gemeten oppervlaktewaterkwaliteit. Waterbeheer wordt hierdoor beter uitvoerbaar, wat de kwaliteit van oppervlaktewateren en daarmee de veiligheid van ons drinkwater, ten goede zal komen. De HydroChip
is momenteel toegespitst op de Nederlandse situatie, maar kan
op
relatief eenvoudige wijze ook voor andere typen wateren worden aangepast. Op die
manier is het mogelijk om de HydroChip ook buiten de landsgrenzen in te zetten voor actief beheer van water.
Hydrochip
6.2
Korte inleiding op AgroFood Thema 8: Voedselveiligheid
De internationale voedselproductie staat voor grote uitdagingen.
Dreigende
tekorten aan grondstoffen en voeding, en de toename in voeding-gerelateerde ziekten vragen om sterke innovaties in voeding, zoals ontwikkeling en gebruik van
nieuwe bronnen, grondstoffen, productiesystemen veiligheidsbeoordeling
en
productconcepten. De
die hiervoor nodig is, vormt echter een
belangrijke
bottleneck. We hebben onvoldoende etficiënte, maatschappelijk verantwoorde en
geaccepteerde methoden voor de veiligheidsbeoordeling van grote aantallen onbekende bestanddelen, die doorgaans in relatief lage concentraties aanwezig
zijn in complexe voedingsmatrices. Voor wat betreft risico's van hoogmoleculaire voedselbestanddelen zijn de risico's en gezondheidslast door allergeniciteit van eiwitten een groot maatschappelijk probleem. Methoden voor het beoordelen van de risico's van allergeniciteit van nieuwe eiwit of peptiden houdende producten zijn onvoldoende beschikbaar. Gezien het feit dat introductie van nieuwe eiwitbronnen
voor voeding een zeer grote bijdrage kan gaan leveren aan
duurzamere
voedselproductie, zijn adequate methoden voor het beoordelen van de risico's van allergeniciteit van nieuwe eiwit- of peptiden hsudende produeten van groot belang
INO-rapport
I
83 I 123
TNO 2014 R10311
Maar ook de risico's van bestaande voeding vragen aandacht. Strategieën voor het
voorkomen of genezen van voedselallergie zijn niet beschikbaar. Het voorkomen
van contact met allergenen in voeding is derhalve de belangrijkste strategie ter bescherming van de voedsel-allergische consument. Risicobeoordelings- en risico-
management benaderingen dienen daartoe verder ontwikkeld te worden. ln onze voeding komen honderdduizenden stoffen voor. Van het overgrote deel van die stoffen kennen we de identiteit niet (denk aan acrylamide tot voor kort!) en weten we weinig of niets van de toxicologische risico's. Een ander belangrijk aandachtsgebied betreft potentiële microbiologische risico's, o.a. voortkomend uit veranderde
wijzen van primaire productie, herkomst van grondstoffen en processing. Deze kunnen leiden tot veranderende ecologie van voedingsproducten met het risico op
nieuwe microbiële gevaren. Onder de risico's vallen nieuw emerging ziektevenruekkers, parasieten en virussen, maar evenzeer veranderde resistenties tegen
antibiotica en desinfectiemiddelen en -regimes. Geschikte tools voor identificatie, detectie en karakterisering van zulke gevaren ontbreken veelal, waardoor snelle interventies niet goed mogelijk zijn. Ondanks de inspanningen voor het signaleren van gevaren wordt de maatschappij
nog frequent getroffen door (doorgaans internationale) voedselincidenten
en
-crises, en daarmee door maatschappelijke onrust; gezondheidsrisico's en econo-
mische schade. Een toenemende intensivering
en globalisering van
de
voedselproductie, handel en transport zet de veiligheid verder onder druk en maakt dat incidenten al snel uitgroeien tot internationale crises. lnformatie m.b.t. mogelijke
(relevante) gevaren wordt vaak niet of te laat gegenereerd en/of is onvoldoende beschikbaar. lnadequate
of
inconsistente informatievoorziening over allergenen
blijkt een frequente oorzaak van recalls waarvoor oplossingen nodig zijn.
ln Thema I
(Voedselveiligheid)
van het lnnovatiecontract voor de Topsector
Agri&Food zijn innovatieopgaven en doelstellingen geformuleerd die een antwoord dienen te leveren voor uitdagingen zoals hierboven beschreven. Een programma is voorgesteld dat de volgende benodigde resultaten dient op te leveren:
a)
Risico's chemische bestanddelen:
-
een geaccepteerde strategie en methoden voor het opsporen en beoordelen van de chemische veiligheid / risico's van complexe voedselproducten en nieuwe product- en productieconcepten;
-
snelle, mobiele- en in- en at-line detectie-technologie voor het opsporen of monitoren van gevaren.
b) Risico's allergeniciteit: - risicoanalyse-instrumenten
voor voedselallergenen: analytische metho-
den, actiegrenzen voor etikettering en beheersing van allergenen;
TNO-rapport
I
TNO 2014 R10311
-
84
I 123
een geaccepteerde strategie en methoden voor het beoordelen van de risico's van allergeniciteit van (nieuwe) eiwitten en peptiden in producten.
c)
Risico's mícro-organismen:
-
kennis en methoden voor het voorspellen van gedrag en gevaar van micro-organismen, inclusief resistentie-ontwikkeling en gen verspreiding;
-
instrumenten voor het efficient detecteren, identificeren, beheersen en bestrijden van microbiële gevaren.
d)
Risicomanagementen crisispreventie
-
instrumenten en systemen voor het identificeren en traceren van (nieuwe)
gevaren en optimale risicoanalysebenaderingen
en
beheersing van
logistieke processen met tracking & tracing systemen;
-
kennis van gedrag van de consument en optimalisatie communicatiestrategie over technologische ontwikkelingen, risico's en incidenten / crises.
De programmalijn Voedselveiligheid van TNO richt zich op in het innovatiecontract
geformuleerde innovatieopgaven en het ontwikkelen van diverse van bovengenoemde beoogde resultaten. De TNO Programmalijn Voedselveiligheid is gericht op het ontwikkelen van:
a)
Risico's chemische bestanddelen:
-
een geaccepteerde strategie en methoden voor het beoordelen van de chemische veiligheid / risico's van complexe voedselproducten;
-
in- en at-line detectie-technologie voor het opsporen of monitoren van chemische gevaren.
b)
Risico'sallergeniciteit:
-
risicoanalyse-instrumenten voor bekendevoedselallergenen;
een geaccepteerde strategie en methoden voor het beoordelen van de risico's van allergeniciteit van (nieuwe) eiwitten en peptiden en (nieuwe) eiwit en peptiden houdende producten.
c)
Risico's micro-organismen:
-
detectie- en karakteriseringstechnologie voor het opsporen en monitoren van microbiële gevaren en het voorspellen van het gedrag en gevaar van mrcro-organrsmen.
d)
Risicomanagementen crisispreventie:
-
methoden om informatie m.b.t. mogelijke gevaren etficiënt op te sporen en
beschikbaar
te maken
instrumenten voor risicomanagementañrvegingen risico's.
en kaders en en het omgaan met
((re)emerging risk identification)
TNO-rapporl I TNO 2014 R10311
6.3
85
I 123
Overzicht type projecten 2013 Programma Voedselveil igheid
Type project
VP W Programmamanagement en vernteuwtnq
TNO KIP
TKI.AF
Thema'
I
Deelprogramma A: Risico's chemische bestanddelen Chemische analyse
TNO KIP
8a
Methoden veiligheidsbeoordeling
TNO KIP
8a
Geur- en smaakafwijkingen in kuilvoer - fase 2 haalbaarheid
TNO Cofinanciering
8a
Authenticiteit - TEGGS
TNO KIP
8a
Publieke-private samenwerking nonselective extracts
TNO Cofinanciering
8a
Deelprogramma B: Risico's allergeniciteit Biologische en fysisch chemische parameters
TNO KIP
8b
TNO-UMCU-NVWA project: allergeniciteiten insecten
TNO KIP met matching
8b
Risico's van allergeniciteit
TNO KIP
8b
iFAAM: lntegrated approaches to food allergen and allergy risk manaqement
EU-fp7
8b
Kruiscontaminatie met allergenen in de droge productie-omgeving, het ontwikkelen van A-Cross, een allergenen kruiscontaminatie model: 25o/o en 50% fase
TNO Cofinanciering
8b
Deelprogramma C: Risico's micro-organismen NanoNext 5A
TNO KIP met matching
8c
EU LIFE
EU
8c
Challenge test based on transcriptonomics
TNO Cofinanciering
8c
VITA FAST Snelle detectie methodoloqie voor viabilitv controle
TNO Cofinanciering
8c
BioDiversiteit in Drinkwater
TNO Cofinanciering
8c
Genomics technologieontwikkeling voor voedselveiligheid & applicatieontwikkelino
TNO KIP
8c
Mould spoilage and safety
ÏNO
8c
TIFN Biofllm Lifecycle
TIFN
8c
TIFN Detection
TIFN
8c
KIP
Deelprogramma D: Risicomanagement en crisispreventie ERIS - Emerging Risk ldentification Support & Manaqement
TNO KIP
8d
EU project (FP7): Connect4Action
EU-fp7
8d
lntern Testproject Emerging Risk ldentificatie Voedselveilioheid
TNO KIP
8d
" Verwijst naar doelstellingen binnen het innovatiecontract Topsector Agri&Food versie 2012.
TNO-rapport
I
TNO 2014 Rl031l
86
6.4
Uitvoering in2013, Resultaten
6.4.1
Management oordeel
6.4.1.1
Bijstelling programma en voorbereiding 2013 e.v.
I 123
De voorbereiding van het TNO Onderzoeksprogramma Voedselveiligheid 2013 (e.v.) op basis van vraagsturing is goed voorlopen. ln voorgaande jaren heeft onder
regie van ministeries en de NMIVA een afstemming met andere kennisinstellingen plaatsgevonden ter voorkoming van overlap en voor identificatie en realisatie van mogelijkheden tot samenwerking. Deze afstemming is bij het implementeren van het Topsectorbeleid gecontinueerd. Bij het uitwerken van de programmaplannen is
sterk ingespeeld op aansluiting op Topsector-prioriteiten en is tevens gebruik gemaakt van input van publieke en private stakeholders verkregen bij het opstellen
van diverse roadmaps. Er was geen aanleiding tot substantiële bijstelling van het
programma. De interne voorbereiding van de projecten verliep efficiënt. Alle projecten waren tijdig voorbereid en konden op 1januari2013 van start.
6.4.1.2
Samenwerking en kennistoepassing
Het jaar 2013 stond in het teken van continuering van de interactie en samenwerking met stakeholders, alsmede het verder opbouwen van nieuwe relaties met het oog op de samenwerking in Topsectorverband. Hierbij is ingespeeld op de ontwikkeling van de positie van TNO in het (inter)nationale kennisnetwerk en een positionering van ïNO als lnnovation Gatalyst, waarbij TNO innovatie-ecosystemen bouwt en samen met bedrijven en overheden samenwerking creêert in de vorm van Shared Research Programs en daarin oplossingen ontwikkelt die te complex zijn om door de markt te worden opgelost. ln
lijn hiermee en in afstemming met stakeholders zijn de eerste voorbereidingen getroffen voor het opzetten van een Shared Research Program Voedselallergie.
De ontwikkelde kennis en technologie zal met name toegepast worden voor het beoordelen
en waarborgen van de veiligheid van (nieuwe) technologie
en
processen en (nieuwe) producten (denk ook aan biotechnologie, nieuwe eiwitten,
eiwitmodificatie, nanotechnologie e.d.) en voor het vroegtijdig identificeren of traceren en karakteriseren van gevaren in (geïmporteerde) producten. Toepassing gericht op nieuwe technologie en processen en
liry
producten is met name ook
bedoeld om bedrijven vroegtijdig bij innovaties te ondersteunen en daarmee hun in
novatiepotentie te versterken.
TNO-rapport I TNO 2014 R10311
6.4.1.3
87
I 123
Uitvoering en resultaten
De uitvoering van het programma en de projecten in 2013 is doorde projectteams
goed vormgegeven en op hoofdlijnen conform planning gerealiseerd. Er hebben zich geen noemenswaardige niet-oplosbare knelpunten voorgedaan. De projecten zijn op hoofdlijnen positief te beoordelen qua realisatie van resultaten, kwaliteit en toepassingsgerichtheid. De financiële realisatie is op hoofdlijnen volgens planning verlopen. Alle projecten waren tijdig adequaat gerapporteerd. Zowel ministeriële als
overige stakeholders (N\ ¡r/A, andere kennisinstellingen, bedrijven, brancheorganisaties) waren over het algemeen zeer positief over het programma. Er was geen aanleiding tot tussentijdse substantiële aanpassingen in het programma.
6.4.1.4
Algemene conclusie en advies
Op grond van bovenstaande ovenrvegingen wordt geconcludeerd dat het TNO Onderzoeksprogramma Voedselveiligheid 2013 succesvol is voorbereid, uitgevoerd en gerapporteerd. 6.5
Samenvatting per project ln het hierna volgende wordt per project aangegeven welk type project het betreftl, wat de doelen van het project zijn, wat de belangrijkste beoogde mijlpalen / resultaten voor 2013 waren, of en in hoeverre deze gerealiseerd zijn en wat de output
aan rapporten, artikelen, voordrachten e.d. was. Voor nadere details ten aanzien van individuele projecten, zoals financiële details, doelgroepen en samenwerking met stakeholders, kennistoepassing en -disseminatie, en details ten aanzien van de output, wordt verwezen naar de rapportages van de individuele projecten. t
Met type project wordt bedoeld:
EU-EFRO: Project met voorwaarden Europees Fonds Regionale Ontwikkeling EU-fp7: Project met voonvaarden volgens EU-fp7
TIFN: Project met voorwaarden volgens Top lnstituut Food & Nutrition TNO Cofinanciering: Project met voon¡vaarden volgens regeling TNO
TNO KIP: TNO Kennis lnvesteringsProject (doorlopend programma) STW: Project met voorwaarden volgens Stichting Toegepaste Wetenschappen
I
TNO-rapport I TNO 2014 R10311
6.5.1
88
I
'123
VP VV Programmamanagement en vernieuwing
Proiect Tvoe
Agri&Food Call 2012 Doel
Titel: VP W Proqrammamanaqement en vernieuwinq TNO KIP N.v.t.
Dit project omvat het Management voor het Programma Voedselveiligheid en de aansturing / initiatie van ad hoc / KIEM-projecten / vernieuwing, in het bijzonder het verkennen
en
opstarten
Topsectorbeleid.
Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
van pps-en in het kader van Tot dit laatste behoorde een
het uitvoerige
verkenning en voorbereiding voor het opzetten van een Shared Research Program Voedselallergie, welke in 2013 is oestart en in 2014 oecontinueerd zullen worden. Jaarrapportage over 2012; goedgekeurd (bijgesteld) meerjarenprogramma; verkenning mogelijkheden / draagvlak voor opzetten SRP Voedselallergie; goedgekeurd jaarplan 2014; goedgekeurde KIP-plannen 2014 goedgekeurde KIPraooortaoes over 2013.
Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output
6.5.2
Geen Geen
Deelprogramma A: Risico's chemische bestanddelen
Proiect voe' Agri&Food Call I
2012 Doe
Titel: Chemische analvse TNO KIP N.v.t.
Het doel van dit project is het ontwikkelen van duurzame en innovatieve multi analyse technieken en procedures die in staat zijn om complexe (dier)voedingsproducten te analyseren op de aanwezigheid van bekende en ook onbekende
(nieuwe) chemische componenten en mogelijk nieuwe (re)emerging risico's. ln 2013 is een nieuw onderdeel in deze kip ondergebracht dat zich richt op authenticiteit. Er is een groeiende behoefte om de authenticiteit van voedingsmiddelen te kunnen onderbouwen. Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
Analyse protocol voor generieke LC / GC methoden voor kwantificering onbekende stoffen in ca. 3 voedingsmatrices zoals niet selectieve voedingsextracten; analyse protocol holistische screening voor papier / karton; analyse protocol holistische screening voor plastic verpakkingen; analyse protocollen specifieke screening (afhankelijk van type matrix en gap analyse) voor eenvoudige matrices; protocol voor een
generieke vertaling
van
response naar concentratie;
tussentijdse resultaten TA-Coast project; protocollen target methoden voor alle stoffen uit te sluiten in stap 2 van het TTC raamwerk ge-update met klassen van verbindingen die nieuw
qenoemd worden in de recente EFSA ooinie over TTC,
TNO-rapport I TNO 2014 R10311
89
I 123
overzicht van verschil in remming tussen verschillende organofosfaten en carbamaten m.b.v. een commerciële assay en inventarisatie ter vereenvoudiging van de assay; evaluatie van vluchtige verbindingen relevant in voedingsmiddelen en toepasbaarheid photo-akoestische detectie (PAS).
TI-COAST project is een doorlopend project wat goed verloopt, maar waarbij in 2013 geen concrete mijlpaal / resultaat is behaald. Dit zal in 2014 gebeuren. Publicatie gebruik concept voor papier / karton is gerealiseerd en het concept is opgenomen in een draftversie van de warenwet om NIAS in voedselcontactmaterialen te kunnen evalueren. Dit liqt ter evaluatie bii de Europese Commissie.
Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output
Publicatie gebruik concept voor plastic verpakkingsmaterialen. NB. Aangezien project 1 en 2 nauw samenhangen is publiciteit over het veiligheidsbeoordelingsconcept voor complexe matrices in beide verslagen opgenomen.
Publicaties (4) Houben, G., Blom, M, van Bilsen, J and Krul, L. Chapter X: New developments in food safety assessment: innovations in food allergy and toxicological safety
.
assessment. Springer Book Series Pharma-Nutrition- an
. . .
overview (accepted for publication); Koster et al. (2013). A novel safety assessment strategy for NIAS in carton FCM. Geaccepteerd voor publicatie in Food additives and Contaminants; Leeman WR, Krul L, Houben GF. Complex mixtures: Relevance of combined exposure to substances at low dose levels. FCT. 201 3;58:141-148; Spies, E., Krul, L. Koster, S.'Risicobeoordeling voedselcontactmaterialen; andere invalshoek voor beoordeling van NIAS' 2013 VMT 5, p.22-24.
Presentaties (6) . Analytical strategy to evaluate the safety of FCM with a focus on NIAS. European meeting on the toxicology Forum, Brussels, October 222013; . A novel safety assessment strategy for non-intentionally added substances (NIAS) in carton food contact materials. lnternational symposium on worldwide regulation of food packaging, Baltimore, USA, June 4-6, 2013; . Complex food matrix safety assessment strategy. NVT symposium on TTC, RIVM, April 2013; . lntegrated analytical chemistry / toxicological / risk assessment approach to evaluate the safety of NIAS in FCM, Swiss Food Science Meeting, Neuchatel,
.
Switzerland, June 27 -28 2Q13; Safety assessment of complex mixtures. Relevance of oral exoosure to substances at low dose levels. Eurotox.
90 I 123
TNO-rapport I TNO 2014 R10311
a
Proiect 1
IVÞE'
September 2013; Safety assessment of Food Contact Materials: use of the Threshold of Toxicological Concern principle. AOAC Lowlands, Breda November 2013.
Titel: Methoden veiliqheidsbeoordelinq TNO KIP
Agri&Food Call 2012
N.v.t.
Doel
De doelstellingen van dit project zijn:
1.
2. 3. Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
het door ontwikkelen van een nieuwe veiligheidsbeoordelingssystematiek waarmee op een etficiëntere (sneller en slimmer) en valide manier de veiligheid van nieuwe en bestaande (dier)voedingsproducten beoordeeld en onderbouwd kunnen worden;
het vastleggen van alle relevante benodigde kennis en databronnen in een geautomatiseerd expertsysteem ten behoeve van het waarborgen van een efficiënte veil igheidsbeoordelin g;
het creëren van draagvlak voor de vernieuwde beoorde-
linosmethodiek bii zowel bedriifsleven als overheid. Wetenschappelijke publicatie inzake cumulatieve effecten bij lage blootstelling; aangepast protocol betreffende generieke blootstellingsscenario's; up{o-date expertsysteem voor veiligheidsbeoordeling voedingsmiddelen een afgeronde marktverkenning ten aanzien van externe positionering van het systeem; up-to-date kennis van nieuwe relevante TTC ontwikkelingen; publicatie ingediend voor acceptatie betref-
en
fende Cramer klasse lll herstructurering en gevolgen voor TTC limieten; deelname NVT bestuur sectie risicobeoordeling, lLSl werkgroep NIAS en Food Contact Materials, Nanodeskundigenplatform en VCP begeleidingscommissie; publiciteit beoordelingsstrategie middels congressen (zie output); rapportage inzake haalbaarheid innovaties op immunolooische risicobeoordelino. Niet gerealiseerde
mijlpalen en/of resultaten
/
publicatie accumulerende stoffen in relatie tot beoordelingsconcept (venrvacht Q1-Q2 2üÐ; publicatie TTC Rapportage
kortdurende blootstelling versus langdurende blootstelling (verwacht Q1-Q2 2014\.
Output
project 1 en 2 nauw samenhangen is publiciteit over het veiligheidsbeoordelingsconcept voor complexe matrices in beide verslagen opgenomen. NB. Aangezien
Publicaties (4)
.
r
Houben, G., Blom, M, van Bilsen, J and Krul, L. Chapter X: New developments in food safety assessment: innovations in food allergy and toxicological safety assessment. Springer Book Series Pharma-Nutrition- an overview (accepted for publication); Koster et al. (2013). A novel safety assessment strategy for NIAS in carton FCM. Geaccepteerd voor publicatie in Food additives and Contaminants,
TNO-rapport
I
TNO 2014 R10311
91
I 123
Leeman WR, Krul L, Houben GF. Complex mixtures: Relevance of combined exposure to substances at low dose levels. FCT. 201 3;58:141-148', Spies, E., Krul, L. Koster, S.'Risicobeoordeling voedselcontactmaterialen; andere invalshoek voor beoordeling van NIAS' 2013 VMT 5, p.22-24.
Presentaties (6)
. .
. . o .
Analytical strategy to evaluate the safety of FCM with a focus on NIAS. European meeting on the toxicology Forum, Brussels, October 222013; A novel safety assessment strategy for non-intentionally added substances (NIAS) in carton food contact materials. f nternational symposium on worldwide regulation of food packaging, Baltimore, USA, June 4-6, 2013; Complex food matrix safety assessment strategy. NW symposium on TTC, RIVM, April2013; lntegrated analytical chemistry / toxicological / risk assessment approach to evaluate the safety of NIAS in FCM, Swiss Food Science Meeting, Neuchatel, Switzerland, June 27 -28 2Q13; Safety assessment of complex mixtures. Relevance of oral exposure to substances at low dose levels. Eurotox. September 2013; Safety assessment of Food Contact Materials: use of the Threshold of Toxicological Concern principle. AOAC Lowlands, Breda, November 2013.
Project
Titel: Geur- en smaakafwijkingen in kuilvoer haalbaarheid
I voe' Agri&Food Call
TNO Cofinancierino
2012 Doel
- fase 2
N.v.t.
Doel van dit project is het ontwikkelen van een instrument om geur- en smaakañruijkingen snel en objectief vast te stellen
alsook om inzicht te verkrijgen in de oorzaken van deze afwijkingen. Als de oorzaken bekend zijn kunnen mogelijk ook maatregelen genomen worden om minder kuilvoer verloren te laten qaan. Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output
4 gevalideerde markers die gebruikt worden in Wp2 en WP3; een ontwikkelde demonstrator / labopstelling PAS-QCL. Bepaling minimale set van markers en optimalisatie van de demonstrater (zal in 2014 plaatsvinden). Geen
TNO-rapport I TNO 2014 R10311
92
t 123
Proiect
Titel: Autheniticiteit - TEGGS
voe' Agri&Food Call 2012
TNO KIP
Doel
Het vinden van een bruikbare marker om biologische eieren te kunnen identificeren. Twee ionositol isomeren zijn geïdentificeerd als bruikbare markers waarmee niet eenvoudig gefraudeerd kan worden; publicatie voor het blad Pluimveehouderij is geschreven, maar moet nog geaccepteerd worden; workshop georganiseerd om belangrijkste stakeholders in de eierbranche te
I
Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
N.v.t.
informeren over uitkomsten van het proiect. Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Outout
Project a
voe' Agri&Food Call 2012 I
Geen Geen
Titel: Publieke-private samenwerking non-selective extracts TNO Cofinancierino Ja
Haalbaarheid en efficiëntie van het door TNO ontwikkelde innovatieve veiligheidsbeoordelingsconcept aantonen in
Doel
voedingsmatrices, namelijk een tweetal non-selective extracts (NSEs) uit pompoen en vlierbes die als extract toegevoegd worden aan voedingsmiddelen als frisdranken en snoep. Doel
van het project is om een vergelijking te maken tussen de vers geperste sappen en de sappen na processing (de NSE's) waarbij een voedingskleurstof wordt verkregen. Hierbij wordt
zal worden bestudeerd of de processing stap die
toegepast leidt tot nieuwe stoffen of stoffen die toenemen in concentratie tijdens processing en die een gevaar voor de Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output
6.5.3
qezondheid kunnen vormen. Het project is naar tevredenheid afgerond en het is gebleken dat het veiligheidsbeoordelingsconcept zich er goed voor leent om de veiligheid van de NSEs op een pragmatische manier te onderzoeken en beoordelen. Publicatie van het project. De rapportage / publicatie wordt in Q1 van 2014 afgerond. Geen
Deelprogramma B: Rrslco's allergeniciteit
Proiect lvpe' 1
Agri&Food Call
2012 Doel
Titel: Bioloqische en fvsisch chemische oarameters TNO KIP N.v.t.
Dit project heeft tot doel fysisch chemische en biologische parameters en methoden te identificeren om de allerqeniciteit
INO-rapport ITNO 2014 R10311
93
I 123
van eiwitten en peptiden te voorspellen. Het maakt onderdeel uit van een groter programma waarin een toolbox wordt ontwikkeld met daarin biologische- en fysisch-chemische parameters, om een goede risicobeoordeling voor allergenici-
Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
teit te kunnen uitvoeren voor nieuwe eiwitten, peptiden en nieuwe eiwit / oeotiden houdende voedinosproducten. Conceptmodel allergeniciteit opgesteld; lijst met fysisch chemische en biologische parameters in database gecontroleerd en beschikbaar voor statistische analyse en allergeniciteits{oolbox; rapportage relatieve allergeniciteit, inclusief potentieel lage allergeniciteit, van een set bekende allergenen; afronding literatuur onderzoek naar functionaliteit eiwitten; nieuwe methode(n) voor het bepalen van parameters voor het voorspellen van allergeniciteit uitgezocht en eerste pilots, zoals DC Tcell interactie in dier, mens, transport
over darmcellen; allergeniciteits diermodel opgezet.
een
literatuurstudie over eiwittransport over de darm als review paper geaccepteerd; publicatie met partners over validatie van het hypo-allergeniciteitsmodel; start STW project Nutrall
en het bijwonen van de
Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
Output
projectmeetings; stakeholder
acceptatie, netwerken in relevante (inter)nationale groepen, zoals formuleren van PPS-en Cost Action voortel opgezet; bijhouden van literatuur en nieuwe ontwikkelingen op gebied van allergenen en allergeniciteit; diverse publicaties over allerqeniciteit en bioloqische oarameters. Een voorkeurs-set aan fysisch chemische en biologische parameters identificeren, publicatie en rapportage metabolomics, publicatie metabolomics onderzoek, publicatie pinda digestie: verschoven naar 2014 i.v.m. prioritering van onderzoek naar allergeniciteit insecteneiwitten. PPS-en in overleg met BL niet ingediend als PPS, onderdeel in SRP opzet in 2014.
Publicaties (4)
.
.
.
Havenaar, de Jongh, Koenen, van Bilsen 2013 Journal of Agricultural and Food Chemistry 61 (31) , pp.7636-7644 Gastric and small-intestinal digestibility of transglutaminase cross-linked caseinate versus native caseinate in an in vitro multi-compartmental model simulating young child and adult gastrointestinal conditions; van Esch BC, van Bilsen JH, Jeurink PV, Garssen J, Penninks AH, Smit JJ, Pieters RH, Knippels LM. Accepted in Toxicol Lett. 2013 Apr 22. lnterlaboratory evaluation of a mouse model for cow's milk allergy to assess the allergenicity of hydrolysed cow's milk based infant formulas; L.J. Masthoff*, R. Hoff-, K.C.M. Verhoeckx H. van OsMedendorp A. Michelsen- Huisman J.L. Baumert, S.G. Pasmans Y. Meijer A.C. Knulst Allergy. 2013 Aug; 68(8):983-93. A systematic review of the effect of thermal processing on the allergenicity of tree nuts; Léon MJ Knippels, André H Penninksl, Willem F Nieuwenhuizenl,3, Harmen HJ De Jongh1,4 and Stef J Koppelmanl,5 Clinical and Translational Allergy 2013, 3:36The protein structure determines the sensitizino caoacitv of Brazil nut 2S
. @
TNO-rapport ITNO 2014 R1031'l
94
I 123
albumin (Ber e1) in rat food allergy model. Lezingen / presentaties (1) Kit!g!þ¡þg(4 Harm Jansen, lrene Nooijen, Geert Houben, Heleen Wortelboer INFO GEST 6-8 March 2013 Madrid ls protein transport a supplementary approach in the prediction of allergenicity of (novel) food proteins?
.
Posters (2)
o
o
B.C.A.M. van Esch, J.H.M. Van Bilsen, P.V. Jeurink2, J. Garssen, K.C.M. Verhoeckx, J. J. Smit, R.H.H. Pieters, L.M.J. Knippels Multicenter validation of a mouse model for cow's milk allergy to assess the allergenicity of hydrolysed cow's milk based infant formulae Clinical and Translational Allergy 201 3, 3(Suppl 3):P142; B.C.A.M. van Esch, J.H.M. van Bilsen, P.V. Jeurink2, J. Garssen, K.C.M. Verhoeckx, J.J. Smit, R.H.H.Pieters, L.M.J. Knippels Multicenter validation of a mouse model for cow's milk allergy to assess the allergenicity of hydrolysed cow's milk infant formulae: Fase lll EAACI
2013, Milan.
Rapporten (5)
. . . . . Project Tvpe' Agri&Food Call
2012 Doel
Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output
Predictive modeling of allergenicity. The effect of food allergens on the epithelial cells of the small intestine and the underlying immune cells. Stage verslag; Allergenicity assessment of food proteins in female C3H/He(OU)J mice. TNO TriskelionV20276. Dr. GJD van Mierlo; ln vitro studie DC-T cells TNO. IRAS. Dr. J. Smits; ln vitro DC-T cell exp TNO 2. IRAS. Dr. J. Smits; Physiochemical Parameters of proteins; experimental analysis of l3 proteins. TNO report (concept)drAard de Jon
Titel: TNO-UMCU-NVWA project : allergeniciteiten insecten TNO KIP met matchinq N.v.t.
Dit project richt zich op het demonstreren van een strategie voor de risicobeoordeling van de allergeniciteit van nieuwe voedinqseiwitten en is qericht oo meelworm. Publicatie in vitro studie geaccepteerd; METC aanvraag ingediend, start werving en selectie van patiënten en uitvoer van het klinisch deel van het onderzoek. N.v.t.
Publicaties (1)
q K!lty-Ql[þt@(¡,
Sarah van Broekhoven, Constance F. den Hartog-Jager, Marco Gaspari, Govardus A.H. de Jonq. Harrv J. Wichers, Els van Hoffen. Geert F. Houben.
TNO-rapport
I
95 I 123
TNO 2014 R10311
André C. Knulst Food and ChemicalToxicology online: 9JAN-2014 House dust mite (Der p 10)and crustacean allergic patients may react to food containing Yellow mealworm proteins.
Lezingen / presentaties (2) Kittv Verhoeckx SUPRO -2, Sept Wageningen Hoe veilig
o .
zijn meelworm eiwitten? reIh.ggg[X,_reM, van Broekhoven, S, Broekman, HCHP, den Hartog Jager, CF , Gaspari, M , de Jong, Govardus AH., Wichers, H , van Hoffen, E , Houben, GF , Knulst, AC June EAACI 2013, Milan Are House dust mite or shellfish allergic patients at risk when consuming food containing mealworm proteins.
Posters (2)
. !ft¡h-g@,
S. van Broekhoven, M. Gaspari, S.C. de Hartog-Jager, G. de Jong, H. Wichers, E. van Hoffen, G. Houben, A.C. Knulst House dust mite (Derp 10) and crustacean allergic patients may be at risk when consuming food containing mealworm proteins. Clinical and Translational Allergy 2013, 3(Suppl 3):P48; S. van Broekhoven, M. Gaspari S. C. de Hartog-Jager, G. de Jong , H. Wichers, E. van Hoffen, G. Houben, A.C. Knulst House dust mite (Derp 10) and crustacean allergic patients may be at risk when consuming food containing mealworm proteins. Eurotox September 201 3, lnterlaken.
. !ft¡@[4,
Publicatie in nieuwskranten / websites (3) lnterview in Volkskrant vrijdag 5 juli Risico eten van
. . .
meelworm; lnterview VMT/Bloomberg vrijdag 5 juli Risico eten van meelworm; Nieuwsbericht op TNO website 05 juli 2013 TNO en UMC Utrecht zien alleroie-rísico voor insecten.
Proiect
Titel: Risico's van allerqeniciteit
Tvoe Agri&Food Call
TNO KIP
2012 Doe
Gerealiseerde mijlþalén en/of resultaten
N.v.t.
De doelstelling van dit project is het ontwikkelen van methoden voor het beoordelen van de veiligheid / risico's van (potentiele) allergenen in voeding: het afleiden van actielimieten voor may contain labeling van allergenen en het ontwikkelen van een geaccepteerde strategie voor het beoordelen van de risico's op allergeniciteit van (nieuwe) eiwitten en oeotiden houdende oroducten. Publicatie(s) m.b.t. methode en toepassing Risicobeoordelingsystematiek en/of drempelwaarden, voor zover mogelijk in samenwerking met derden; Bijdrage aan de stakeholderacceptatie (mede-orqanisatie van biieenkomst(-en), voorbe-
TNO-rapport
I
TNO 2014 R10311
96
I 123
reiding van een presentatie en/of publicatie); literatuuronderzoek naar drempelwaarde gegevens en data aangevuld; lijst
van mogelijke centra voor ontbrekende drempelwaarden; METC aanvraag voor walnootstudie goedgekeurd, rekrutering
eerste walnoot patiënten, en project bijeenkomst; eerste concept model voor het voorspellen van allergeniciteit van eiwitten is gegenereerd; database voor allergeniciteits gegevens is gebruiksvriendelijker gemaakt, aangevuld en gecontroleerd; rapportage relatieve allergeniciteit, inclusief potentieel lage allergeniciteit, van een set bekende allergenen; 2 officiele samenwerkingsverbanden zijn getekend, en projecten inzake drempelwaarden gestart, verschillende andere internationale samenwerkingen zijn geïnitieerd; activiteiten voor PR en imoact: oublicaties en lezinqen. Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output
N.v.t.
Publicaties (6)
o
.
.
.
o .
Dambacher WM, de Kort EH, Blom WM, Houben GF, de Vries E. Double-blind placebo-controlled food challenges in children with alleged cow's milk allergy: prevention of unnecessary elimination diets and determination of eliciting doses. Nutr J. 2013 8,12:22; Taylor SL, Baumert JL, Kruizinqa AG, Remington BC, Crevel RW, Brooke-Taylor S, Allen KJ; The Allergy Bureau of Australia & New Zealand, Houben G Establishment of Reference Doses for residues of allergenic foods: Report of the VITAL Expert Panel. Food Chem Toxicol. 201 4;63:9-17 : Allen KJ, Remington BC, Baumert JL, Crevel RW, Houben GF, Brooke-Taylor S, Kruizinqa AG, Taylor SL. Allergen reference doses for precautionary labeling (VITAL 2.0): Clinical implications. J Allergy Clin lmmunol. 2014133,1, Pages 156-164; Gibert A, Kruizinqa AG, Neuhold S, Houben GF, Canela MA, Fasano A, Catassi C. Am J Clin Nutr. 2013 Jan;97(1):109-16. doi: 10.3945/ajcn.112.047985. Epub 2012 Nov28. PubMed PMID: 23193005. Mightgluten traces in wheat substitutes pose a risk in patients with celiac disease? A population-based probabilistic approach to risk estimation; Kruizinqa AG, Klein Entink RH. Blom WM, Houben GF, Van Bilsen JHM. Toxicol Lett221:5124 The scaling of allergenic products for the hazard characterisation of new proteins; Crevel RWR, Baumert J, Baka A, Houben G, Knulst A, Kruizinga A, Luccioli S, Taylor S, Madsen C. Development and evolution of risk assessment for food allergens - ingediend bij Food ChemicalToxicology.
Lezingen / presentaties (3)
. Bþro
Leven met voedselallergie - Hoe is het risico op een allerqische reactie te verminderen? Patiënten Vereni-
TNO-rapport
I
TNO 2014 R10311
97
o .
I 123
ging Stichting Voedselallergie Amersfoort, October 201 3; Prior knowledge in predictive models Rinke Klein Entink UCFA meeting 26 September, Utrecht; Kruizinqa en van Bilsen The scaling of allergenic products for the hazard characterisation of new proteins. UCFA June 2013, Utrecht.
-
Posters (4) A Michelsen, HV Os-Medendorp, A Versluis, A Kruizinqa, J Castenmiller, H Noteborn, G H-gg,æ4, A Knulst
.
.
o
.
Unexpected allergic reactions to food, a prospective study Clinical and Translational Allergy 2013,3(Suppl 3):P143 (25 July 2013); A. C. B. C. Remington, W. M. Blom, Allergy: L. Taylor. Legume L. Baumert, S. Knulst, J. clinical threshold doses in legume-allergic individuals Clinical and Translational Allergy 2013, 3(Suppl 3):P141 (25 July 2013); A Versluis, A Knulst, A Kruizinqa, A Michelsen, G Houben, J Baumert, H Van Os-Medendorp.Frequency, severity and causes of unexpected allergic reactions to food, a systematic literature review.Clinical and Translational Allergy 2013, 3(Suppl 3):P134 (25 July
@þg!,
2013);
Kruizinqa AG. Klein Entink RH. Blom WM. Houben GF. van Bilsen JHM The scaling of allergenic products for the hazard characterization of new proteins. Eurotox Sept 2013 lnterlaken.
Populair wetenschappelijk (4) Blom WM Houben GF 2013 Actiegrenswaarden voor een
. . .
o
mogelijke kruisbesmetting van een levensmiddel met allergenen Nederlands Tijdschrift voor Astma en Allergie 13:74-80;
[email protected]!-!!ou@ GF 2013 waarschuwingslabels voor voedselallergenen in kaart (interview en artikel) Medisch Contact April 2013; Blom WM Houben GF 2013 Oplossing voor "kan sporen bevatten van ..."Allergie en Voeding2013l4p 12-14; Houben GF Vital 2.0 Een grote hulp bij uw allergenenbeheer. Foodindustry Feb 2013 p22-23.
Nieuwsbericht (1)
o
Allergische reacties in kaart door onderzoek 10 jan 2013. https://www.tno. n l/content.cfm?context=overtno&content= n ieuwsberich t&laag 1 =37 &laag2=2&item_id=20 1 3-0 1 - 1 0 14:02:52.0
TNO-rapport
I
TNO 2014 R10311
98
I 123
Project
Titet: iFAAM : lntegrated approaches to food allergen and allerqv risk manaqement
I vne' Agri&Food Call
EUJoT
2012 Doel
N.v.t.
De doelstelling van het meerjarige EU project iFAAM is om: Wetenschappelijk onderbouwde benaderingen en instrumen-
ten te ontwikkelen voor het beheersen van allergenen
in
voeding en integratie van kennis uit de toepassing ervan in allergenen management en dieetadvisering door gezondheidszorg beoefenaars. TNO is coördinator van WP 5 (Risicoanalyse) met als doel: een gevalideerde stapsgewijze risicobeoordeling en een wetenschappelijk onderbouwde benadering van risicomanagement voor voedselallergenen in de voedselketen te ontwikkelen. Subdoelen zijn: Het afleiden en valideren van referentiewaarden voor allergenen op de EUlijst op basis van individuele drempelwaarden van patiënten; formuleren van representatieve consumptie modellen voor risicobeoordeling van allergenen in Europa; het ontwikkelen van allergeen kruiscontaminatie scenario's voor de belangriikste oroductieorocessen. Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
Kick off van WPS; diverse meetings met consortium en/of werkpakket leden; afstemming tussen WPs en binnen WP; eerste basis opgezet van de risk assessment benadering; promotie student op consumptie gegevens en probabilistische risicobeoordeli nosmodel oestart.
Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output
Project
Tvoe' Agri&Food Call 2012 Doel
Nieuwe referentiedoseringen vertraagd door vertraagde levering europrevall drempelwaarde data (EU project 20072012).
Publicatie in nieuwskranten / websites (1)
.
Nieuwsbericht op TNO website 28 maart 2013. TNO actief in grootste onderzoek naar voedselallergie ter wereld.
Titel: Kruiscontaminatie met allergenen in de droge productie-omgeving, het ontwikkelen van A-Gross, een alleroenen kruiscontaminatie model:. 25% en 50% fase INO Cofinancierinq N.v.t.
Dit project heeft tot doel het
ontwikkelen
van
een
voorspellend model voor het kruiscontaminatiepatroon van
allergenen ontwikkeling
in de is
voedselproductielijnen. Voor deze uitgegaan van de case study van droge
oroductie van droqe soepen en sauzen en het allergeen melk.
TNO-rapport I TNO 2014 R10311
99
I 123
ldentificatie van productiestappen in de productie van droge soepen en sauzen. ldentificatie van risicoparameters bij elke
Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
productiestap
voor
kruisbesmetting
met
allergenen.
Praktische analyse informatie is verzameld; een A-Cross model ontwikkeld dat de kruiscontaminatie op basis van een aantal parameters berekent. De model parameters ztJn geverifieerd op basis van analyse resultaten van 2 productielocaties.
Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output
Kick off van 50% fase van het oroiect in december 2013. N.v.t., met de opmerking dat de verificatie zich heeft gericht op het meng onderdeel van het productieproces vanwege praktische problemen.
Rapport (1): Voogt J et al. Development of A-Cross, a cross contamination modelfor allergens at dry production lines. TNO 2014 R1
6.5.4
Deel p rog
ra m m
a
C
Proiect Tvoe Agri&Food Call 2012 Doel
Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Niet gerealiseerde m'rjlpalen en/of resultaten Outout
0233.
: Rrslco 3
m
icro-orga n isme n
Titel: NanoNext 5A TNO KIP met matchinq N.v.t.
Het realiseren van snelle at-line detectiesystemen die ooint of care diaqnostiek en bronopsporinq moqeliik maken lsotherme amplificatie procedure voor Campylobacfer in kip.
Geen Geen
Proiect
Titel: EU LIFE
Tvpe'
EU
Agri&Food Call 2012
N.v.t.
Doe
Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
Ontwikkeling en implementatie van een moleculaire methodiek ("De Hydrochip") om snel en betrouwbaar de kwaliteit van het oppervlaktewater vaststellen via de samenstellinq van de diatomeeën populatie. Opstellen van een communicatieplan; Voortgangsrapportage "Biomarker Composition"; Eerste versie van gestandaardiseerde protocollen; Training van laboratoriummedewerkers;
Bepalen van representatieve bemonsterings-locaties in Nederland; Evaluatie voortgangsrapportages; lnception Report richting de EC; Goedkeuring vanuit EC om door te oaan oo basis van het lnceotion reoort. Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
Geen
TNO-rapport I TNO 2014 R10311
Output
'100
I 123
I Lezingen / presentaties (1)
.
Frank Schuren. Determining water quality with diatom DNA barcodes. 7th Central European Diatom Meeting (CE-Diatom), Thonon-les-Bains, France, 18-20 september 2013.
Media optredens (1):
¡
Nominatie Waterinnovatieprijs 2013.
Nieuwsberichten (4) Over Nominatie Waterinnovatieprijs 2013 op diverse websites (december 2013): TNO website; Milieufocus.nl; Waternieuws.blogspot.nl;
. . . .
Nuiii.nl.
Proiect
Titel: Ghallenoe test based on transcriotonomics
Tvpel Agri&Food Call 2012
TNO Cofinancierinq
Doel
Het opzetten van een meetsysteem dat de klassieke challengetest, ter validatie van de microbiologische stabiliteit van voedingsmiddelen, kan vervangen met daarbij een significante tijdwinst voordat een indicatie van houdbaarheid kan worden afoeoeven.
Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output
Project 1
I
voe'
Agri&Food Call 2012 Doel
N.v.t.
Dit project is eind 2013 gestart en nog geen van de geplande resultaten is in dit kofte tijdsbestek gerealiseerd.
Geen Geen
Titel: VITA FAST Snelle detectie methodologie voor viabilitv controle ïNO Cofinancierino N.v.t.
Het verbeteren van de RTV technologie en het daardoor breder toepasbaar maken voor vraagstukken op het gebied van voedselveiliqheid en oroductkwaliteit.
Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
Resultaat van de RTV assays op
5 soorten schimmels
schimmelsporen met probes zoals gevonden in
en
2012;
resultaat van de RTV assays op 5 mengsels van schimmels
en schimmelsporen met probes zoals gevonden in 2012; protocollen voor voorbewerking van 2 troebele media op
Niet gerealiseerde miiloalen en/of
basis van filtratie en centrifugatie; resultaten voor RTV assays van een micro-orqaRisme=anweziq in een troebel medium. lmage analyse voor single-cell fluorescente signalen op qeconcentreerde cellen en vaststellinq van de maximale
TNO-rapport
I
TNO 2014 R103'11
resultaten
Output
101
I 123
gevoeligheid van de assay (gepland in vervolg EZ Co project); correlatieanalyse van RTV uitlezing met 2 performance indicatoren voor 3 micro-organismen bij relatief hoqe concentraties (qeoland in vervolq EZ Co oroiect). Rapporten (1): . TNO Rapport2013 R11001 "VITA FAST: Snelle methodoloqie voor viabilitv controle."
Proiect
Titel: BioDiversiteit in Drinkwater
voe' Agri&Food Call
TNO Cofinancierinq
I
2012 Doel
N.v.t.
Het in kaart brengen van de biodiversiteit van drinkwatersystemen van bron tot kraan en het toetsen van een door TNO ontwikkelde nieuwe DNA concentratiemethode op toepasbaarheid voor online monitoring
in de
drinkwater
sector. Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
Diepgaande inventarisatie van de microbiële diversiteit
in
drinkwaterdistributiesystemen van twee waterleid ing bedrijven; aangetoond dat de microbiële diversiteit zeer sterk samen-
hangt met het type grondwater en dat deze diversiteit in de tijd zeer stabiel is; de nieuw ontwikkelde DNA concentratiemethode is uitvoerig getest in het lab en biedt mogelijkheden tot octrooierinq. Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output
Project Tvoe Agri&Food Call 2012 Doe
Geen Geen
Titel: Genomics technologieontwikkeling voor voedselveilioheid & aoolicatieontwikkelino TNO KIP N.v.t.
Ontwikkelen van snelle, mobiele- en in- en at-line detectiemethoden voor: High througput genome sequencing van nieuwe voedsel pathogenen of bederf micro-organismen; Differentiatie van micro-organismen op basis van pangenomische sequentie informatie (taxonomie, pathogeniciteit, antibiotica resistenties, endemiciteit, epidemiciteit, herkomst Iinfectiebron]); Risico voorspellend meetsysteem op basis van gecombineerde pan-genomische en -phenotypische data zoals hierboven benoemt; Gerichte uitlezing van het gedrag van organismen in processing, desinfectie, conserveringsreg imes en gezondheid; Gebruik van micro-organismen als meetsysteem om processen en beheersreqimes te beoordelen en zelfs
.
.
o
.
.
TNO-rapport I TNO 2014 R10311
102
t 123
relaties te leggen tussen veranderingen in de microbiële populatie en milieuveranderingen en gezondheidsveranderingen bij mens en dier. Ondersteuning professoraat aan de VUA: kennisnetwerken en kennisdisseminatie. Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
Het opzetten van een pan-genoom array voor Listeria ocytog enes; Demon strator v oor Leg io nel/a biof ms
mon
iI
Proof of principle viruskweek op darmorganoïden: Op basis van een literatuurstudie is geconcludeerd dat de kennispositie van TNO op dit gebied ontoereikend is om hiermee op korte termijn voortgang te boeken. De activiteiten rondom dit onder-
werp zijn daarom gestopt; Uitgewerkte uitbraakcase voedselveiligheid met pan-genoom aanpak: Er is gepoogd aan te haken bij diverse uitbraakcases die zich voordeden in 2013;
bedrijven blijken hier in zo'n situatie zeer terughoudend; Publicatie over E coli pan-genoom en twee publicaties over genomotyping van Legionel/a stammen uit Spanje en ltaliê: Afrondino Output
v
ooriaar 201 4.
Publicaties (3): . Sybesma W, Molenaar D, van lJcken W, Venema K, Kort
.
o
R. Genome instability in Lactobacillus rhamnosus GG. Appl Envi ro n M icro b iol. 20 1 3 Apr ;7 9 (7 ):2233-2239; van der Hoeven-Hangoor E, van derVossen JM, Schuren FH, Verstegen MW, de Oliveira JE, Montijn RC, Hendriks WH. lleal microbiota composition of broilers fed various commercial diet compositions. Poult Sci. 2013 92(10):2713-23; Den Boer JW, Euser SM, Nagelkerke NJ, Schuren F, Jarraud S, Etienne J. Prediction of the origin of French Legionella pneumophila strains using a mixed-genome microarray. BMC Genomics. 2013 14:435.
Lezingen / presentaties (3): G. Roeselers, Hygiëne van de toekomst: snelle detectie en karakterisering van microbiële besmettingen, 28
o o .
November 2013, EHEDGA/MT Symposium, Maarsen;
G. Roeselers, De impact van moleculaire diagnostica op microbiologische veiligheid, 16 January 2014, Sym posium Ketenverantwoordelij kheid, De Bilt;
Remco Kort, lnternational Conference and Workshop on the Microbiome and Probiotics. 19-21 November,2013. lnternational Livestock Research lnstitute (lLRl), Nairobi, Kenva.
Proiect Tvoe' Agri&Food Call
2012 Doel
Titel: Mould spoilaqe and safety TNO KIP Ja
Een methode ontwikkelen om het transcriptoom van schim-
mels die een risico vormen voor de
voedselveiliqheid
TNO-rapport
I
TNO 2014 R1031'1
103
I 123
qedetailleerd in kaart te brenqen. Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
Er is een functional RNAseq platform voor schimmels
en schimmelsporen opgezet; er zijn markers voor detectie van hitteresistente schimmelsporen geïdentificeerd; er is over de
resultaten van dit project een PowerPoint rapportage ter ondersteuning van salesactiviteiten gemaakt; er is een eerste aanzet voor een publicatie gedaan; eerste contact met een oroot levensmiddelenconcern over dit onden¡verp is qeleqd. Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output
Geen Geen
Proiect I vpe'
Titel: TIFN Biofilm Lifecvcle ÏIFN
Agri&Food Call 2012
N.v.t.
1
Doel
Genereren van mechanistische kennis omtrent factoren die bijdragen aan biofilmformatie en -behoud, teneinde biofilmvorming en (re)contaminatie van voedingsproducten beter te kunnen controleren.
Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output
Lab modelsysteem biofilmvorming met thermofiele sporenvormers.
Geen
Publicaties (2):
.
.
Zhao Y, Caspers MP, Metselaar Kl, de Boer P, Roeselers G, Moezelaar R, Nierop Groot M, Montijn RC, Abee T, Kort R. Abiotic and microbiotic factors controlling biofilm formation by thermophilic sporeformers. Appl Environ Microbiol. 201 3. Sep;79(1 8):5652-60; Caspers MP, Boekhorst J, Abee T, Siezen RJ, Kort R. Complete genome sequence of Anoxybacillus fl avith e rm u s TNO-09. 006, a thermoph ilic sporeformer associated with a dairy-processing environment. Genome Announc. 201 3 Jan;1(1 ).
Lezingen / presentaties
o
Proiect I voe'
(l):
Remco Kort, Evaluation and optimization of bar-coded amplicon sequencing for the characterization of spoilage microbiota in food products, 1 July 2013, Spoiler2013, Quimoer France.
Titel: TIFN Detection TIFN
Agri&Food Call 2012
N.v.t.
Doel
Ontwikkeling van een geïntegreerde benadering voor de detectie en evaluatie van microbiële contaminaties.
TNO-rapport I TNO 2014 R10311
Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
'104
I 123
Geen, TIFN heeft in overleg met TNO-MSB besloten om dit project af te ronden en de resterende middelen en menskracht onder te brengen in het lopende TIFN project Biofilm I ifecvcle
Niet gerealiseerde
mijlpalen en/of resultaten
De detectiemethode voor inactivatie met geïmmobiliseerde bacteriën kon niet worden gerealiseerd, want door immobilisatie vindt interferentie met cell viability plaats en daardoor is deze wiize van meten niet moqeliik.
Outout 6.5.5
Geen
Deelprogramma D: Risicomanagement en cr¡s¡sprevent¡e
Project vpe' Agri&Food Call I
2012 Doel
Titel: ERIS
-
Emerging Risk ldentification Support &
Manaoement TNO KIP N.v.t.
Ontwikkeling van ERIS
en het toepasbaar maken voor
overheid en industrie.
Marktgerichte doorontwikkeling van (re)emerging risk identificatie support (ERIS) systeem, met in het bijzonder aandacht voor (1) filtering en selectie van ERIS-output en (2) evaluatie / beoordeling van ERIS-output aan de hand van transparante criteria, om te komen tot een overzichtelijke presentatie en werkbare hoeveelheid ERIS-resultaten voor de
gebruiker. Daarnaast versterking van de ontologie voor microbiolooische voedselveiliqheid. Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
Werkwijze voor filtering en selectie van ERIS-output; werkwijze voor beoordeling van gefilterde ERIS-output; wetenschappelijke publicatie over filtering en beoordeling van ERIS-output; up{o-date ERIS Ontologie o.g.v. microbiolooische oevaren: uo-to-date lT-infrastructuur voor ERIS.
Niet gerealiseerde
mijlpalen en/of resultaten Output
Geen
Publicaties (5):
. . .
o .
Brug F.J. van de, N.B. Lucas Luijckx, H.J. Cnossen, G.F. Houben. Early Signals for Emerging Food Safety Risks: from Past Cases to Future ldentification. Food Control 39 (2014) 75-86; 2013; Doi:10.1016/j.foodcont.2Ol 3.10.038; Heeres, H.L., 2013. Gebruik aroma's vastgelegd. VMT 2013, editie 6, pagina 31; Heeres, H.L., 2013. Additieven voor vleesbereidingen. Nieuw systeem voor gebruiksmogelijkheden additieven. VMT 2013, editie I 1, pagina: 22-23; Heeres, H.L., 2013. Claims en wetgeving in de Europese U nie. Voed ingsindustrie 20(7 ): 23; Heeres, H.L., 2013. Vreemde voorwerpen en aansprakelijkheid. VMT 2013 editie 25, pagina 25-26.
TNO-rapport
I
TNO 2014 R10311
105
I 123
Lezingen / presentaties (4): Lucas Luijckx, N.8., F.J. van de Brug, H.J. Cnossen, G.F. Houben, ldentification of Food Safety Risks for Emerging Technologies in Food. Presentatie voor het 4e MoniQA
.
lnternationale Congres, Boedapest, Hongarije, 26
.
februari-1 maart2013 Lucas Luijckx, N.8., F.J. van de Brug, H.J. Cnossen, G.F. Houben, E. Tielemans. Emerging Risk ldentification - The
.
case of food safety and occupational health. Presentatie voor het 5e iNTeg-Risk congres, Stuttgart, Duitsland, 21 -22 mei 2013; Cnossen, H.J., E. Voogd, F.J. van de Brug, S. Spaan, E. Tielemans. Early signals for emerging risks in occupational safety and health. Presentatie voor Cost Modernet international vergadering, Parijs, Frankrijk, 16-
o
18 October2013;
Lucas Luijckx, N.B., et al., Early signalling guide / tool for Connexct4Action Toolbox. Presentatie gehouden op satelliet-workshop Connect4Action van het EFFOSTna. ltalië. 12 November2013.
Proiect
Titel: EU proiect lFPTl: Gonnect4Action
I voe' Agri&Food Call
EUJoT
2012 Doel
N.v.t.
ln dit project is de
cofinanciering van Connect4Action
geregeld. Connect4Action is een EU project gericht op het identificeren van nieuwe technologieen in de voedselproductie en de gevoeligheden bij (alle) stakeholders. Het project wil
de communicatie tussen stakeholders vormgeven. TNO vervult een kleine rol door de toepassing van ERIS te realiseren voor het identificeren van emerging technologies Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Outout
en de sentimenten. Connect4Action wordt in 2014 afqerond. Maken van een specifieke ontologie voor deze toepassing; inregelen van queries en rules; genereren van de eerste resultaten als testcase. N.v.t.
Geen
Project
Titel: lntern Testproject Emerging Risk ldentificatie Voedselveiliqheid
Tvoe'
TNO KIP
Agri&Food Call
N.v.t.
2012 Doel
Meeruvaarde van het ontwikkelde ERIS instrument aantonen door het instrument feitelijk toe te passen op basis van interne vraagstellingen, gebaseerd op in de klantenpraktijk levende issues, op gebied van voedselveiligheid, in het
biizonder microbioloqie, allerqeniciteit en toxicoloqie.
TNO-rapport I TNO 2014 R10311
Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
106
t
123
Notitie / rapport over (re)emerging risico's en selectiecriteria o.g.v. microbiologie, allergeniciteit en toxicologie; feedback naar project ERIS - Emerging Risk ldentification Support & Management t.b.v. nadere ontwikkeling / verfijning ERIS; wetenschappelijk artikel over (re)emerging risico's o.g.v. voedselveiligheid (ie mic, all, tox): opgenomen in publicatie Bruq et a|.2013 (zie oroiect hierboven).
Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
Output
Demo- en showcases diverse resultaten: er zijn lijsten opgesteld met meest interessante hits, niet geschikt als demo- en showcase. Deze hebben vooral waarde voor onderzoek en strategie; Congrespresentatie: geen passend conqres in 2013. Zie bij project ERIS - Emerging Risk ldentification Support & Manaqement.
6.6
Output en kennisoverdracht
ln paragraaf 6.4 is steeds per project aangegeven welke output en kennisoverdracht is gerealiseerd. Voor het totale programma werd de volgende totaaloutput en kennisoverd racht gerealiseerd
:
Publicaties: Presentaties en/of lezinoen: Posterpresentaties: Raooorten: N ieuwsberichten en/of mediaoptredens: Populainryetenschapoelii ke ou blicaties: 6.7
25 21
I 7 10
4
lnnovatie Programma's Vanuit dit programma wordt bijgedragen aan het lnnovatie Programma Food and
Nutrition Delta. D¡t betreft een bijdrage aan
2
TIFN projecten en
de
cofinancieringsprojecten. Het programma sluit aan op Thema 8: Voedselveiligheid, van de Topsector Agri&Food.
TNO-rapport
I
TNO 2014 R1031
107 t 123
1
7
AgroFood Thema 9: Process¡ng
7.1
Enkele highlights uit 2013
7.1.1
Food Manufuture Afgelopen december is na 2 jaar het FoodManufuture project afgerond en heeft het consortium een blauwdruk gepresenteerd voor een pan Europees samenwerkingsverband voor de Food sector. ln deze zogenaamde Research lnfrastructure komen bedrijven, kennisinstellingen en universiteiten bij elkaar om de behoeften vanuit de industrie te koppelen aan onderzoeksonderwerpen. Dit platform kan op deze wijze
input leveren aan de Europese Unie voor ondezoeksprogramma's, partijen bij elkaar brengen voor open innovatie samenwerkingen of business
to
business
project voor rechtstreeks ontwikkeling.
I I |
'-=-- --.'ll-þuo-
t'..-
---'-::-l!'b
t-, I
\__
,
llr¡¡r¡dc Plrrlc¡n sl
i...rrh ¡nta.t¡rcrtr¡
llra$e¡r of Rl: corrrornigr. gihr næ frcloricr, ¡ilot Þt"ntì rê!ÉËrdr ¡ñ*rtitutrônrr a!tÊ- froñ Íood õd rn¿wfacturino tEctor Furtls¡r¡¡lo-¡n¡¡ {nonnrmber, tg, Fr¡grnhr) mffng tr¡. of acìl'/ill¡¡ ¡¡rd r¡rvlcÚ cl R¡ pbÚorm
r -r -
r_-_1
|
Lrnl.l.ñ..¡t.
fill grpr ¡n Ep.çifrc
/ R¡ t .ü1t.. nÊêdêd ¡o lopic or regiori
Figuur 7; Sysfemafrsche weergave van de Research lnfrastructure. De leden van het Food Factory of the future network definiëren de onderwerpen en sturen deze bij omdat de ondenuerpen van vandaag niet hetzelfde zijn als die over
5 jaar. Hieruit volgen sub platforms rond onderzoeksonderwerpen vanuit waar projecten en samenwerkingen opgezet kunnen worden. Door middel van dit netwerk hebben bedrijven makkelijk en snel toegang tot verschillende onderzoeksfaciliteiten. Bedrijven kunnen via dit netwerk door een contactpunt in contact komen met een brede Europese kennisinfrastructuur.
TNO-rapport I TNO 2014 R1031'1
108
I 123
Het Foodmanufuture project heeft gelopen van 1 januari 2012 Um 31 december 2014 en ín deze periode is doormiddel van een scenario analyse van de Food sector en identificatie van de huidige behoeftes van deze sector en mogelijke oplossingen vanuit de maakindustrie de blauwdruk voor de Reseacrh lnfrastructure tot stand gekomen. Meer informatie over het project is te vinden op: htto://foodman ufuture. eu/ 7.2
Korte inleiding op Topsector Agri & Food Thema 9: Processing De toenemende wereldbevolking leidt tot een snel toenemende vraag naar voedsel.
Daarnaast leidt het toenemende welvaartsniveau
in niet-Westerse landen zoals
China en lndia tot een sterke toename in de vraag naar voedingsproducten die van
oudsher een hoge carbon footprint hebben, zoals vlees en zuivel. Een derde probleem is de wereldwijde toename overgewicht en diabetes als gevolg van de verandering in de voedselconsumptie. De hieruit voortvloeiende voedselschaarste gezondheids- en milieuproblematiek kunnen alleen worden afgewend indien er iets
verandert aan de huidige manier van voedselproductie en -consumptie. Enerzijds zullen productieprocessen efficiënter moeten worden, zowel wat betreft energie- als
Dit betekent dat huidige ketens tot hogere valorisatie van zijstromen moeten komen. ln veel gevallen zullen er geheel nieuwe processen ontwikkeld moeten worden en dat productieketens efficiënter moeten worden. materiaalgebruik.
Anderzijds zal er meer gekeken moeten worden naar alternatieve voedingsbronnen
met een lagere carbon footprint. Hierbij kan er gedacht worden aan plantaardige eiwitten en materialen geproduceerd met behulp van biotechnologie zoals algen en schimmels. Om deze nieuwe materialen om te zetten in producten die aantrekkelijk
zijn voor consumenten is meer kennis over de eigenschappen van deze ingrediënten nodig en zullen er nieuwe processen nodig zijn. De voedsel gerelateerde gezondheidsproblematiek tenslotte, vereist dat er aangepaste producten ontwikkeld
worden die leiden tot een verbeterde gezondheid zonder af te doen aan de smaakbeleving waar de consument vraagt en waar de industrie naar op zoek is.
Het Vraaggestuurde Programma van TNO sluit goed aan bij de doelstellingen uit Thema 1 van de deelpropositie 'Processing'. Voor het overzicht wordt hieronder het totale VP EOP kort weergegeven. 7.2.1
O
nderzoe ksl ijn P rocessi n g
Ontwikkelen van nieuwe en verbeterde processingmethoden waarmee een brede variéteit aan primaire grondstoffen omgezet kan worden in voedingsbestanddelen of -producten met een hoge toegevoegde waarde. De nieuwe technologie zal erop gericht zijn een zeer hoge mate van controle te hebben over het materiaal en de
TNO-rapport I TNO 2014 R10311
109
I 123
procescondities waaraan het wordt blootgesteld. De producteigenschappen en
functionaliteiten kunnen
op deze w1ze zeer nauwkeurig beïnvloedt
worden.
Aansluitend bij de trends binnen de voedingsindustrie zullen de te ontwikkelen methoden kosteneffectief zijn door het efficient gebruik van zowel energie als grondstoffen. Verder zal de technologie een hoge mate van flexibiliteit bevatten
waardoor het mogelijk zal
zin om snel te
wisselen tussen verschillende
grondstoffen, recepturen en producten. Concrete uitwerking van dit doel vindt plaats
op de volgende onderdelen die vallen onder Topsectors Thema 1 (Valorisatie van reststromen) en Thema 9 (Duurzame Maaktechnologie):
a)
Ontwikkeling van nieuwe en verbeterde processing-equipment die efficiënter en duurzamer gebruik van grondstoffen en energie mogelijk maakt;
b)
ln-silico methoden om de invloed van samenstelling en productieproces op kwaliteitsparameters snel te kunnen voorspellen;
c)
Opschaalbaarheid van processen en equipment naar pilot plant of productie;
d)
Modellen
en concepten die de implementatie van resultaten bij
klanten
bespoedigen.
7.2.2
OnderzoekslijnKwaliteit Bepalen en verbeteren van de kwaliteit van voedselproducten
in relatie tot
gekozen ingrediënten, processing en organoleptische eigenschappen. Dit
de is
belangrijk voor de kwaliteit die consumenten ervaren bij het bepalen van hun voedselkeuze. ln samenwerking met WUR en RIVM worden de grenzen van de gezondheidswinst
die mogelijk is op basis van herformulering bepaald. ln
dit
programma bepalen we de ondergrenzen van zout en suikergehalte die nog door consumenten geaccepteerd worden. Hiervoor onderzoeken we de relatie tussen de
en textuur van voedingsmiddelen zoals snoepgoed, vleeswaren etc. De focus is beperkt tot het beheersen van de essentiële producteigenschappen en het vaststellen van de relatie tot de organoleptische kwaliteit. Deze kennis zal worden gebruikt om bestaande ingrediëntsamenstelling, processing
technologieen zodanig aan te passen dat onderdelen van het ontwikkelingstraject
beter op elkaar aansluiten. Micromodellen van voedsel worden veel gebruikt voor specifieke ontwikkeltrajecten waardoor het moeilijk is om de technologie te vertalen
naar generieke inzichten. Het gebruik van deze micromodellen zal universeler worden door de technologieën beter op elkaar aan te laten sluiten. Concrete uitwerking vindt plaats op de volgende onderdelen die vallen onder Topsector 7 (Product Technologie):
a)
Ontwikkeling van screeningstools die kunnen worden ingezet om de humane fysiologische respons op gezonde ingrediêitén te kunnen optimaliseren m.b.t. proces condities en samenstelling;
TNO-rapport I TNO 2014 R1031
b)
'110
1
I 123
Verbetering van (high-throughput) analysemethoden die de aanwezigheid van versterkers van smaak en geurstoffen en de fysische eigenschappen zoals viscositeit kunnen kwantificeren;
c)
Methoden die de microstructuur van voedsel kunnen bepalen en daarbij relateren aan organoleptische eigenschappen;
d)
Methoden om textuur, geur en smaak beter te bepalen op grond van de fysische en chemische eigenschappen van ingrediënten en producten;
van de ondergrenzen van zout en suikergehalte die nog door consumenten geaccepteerd worden (in samenwerking met WUR / RIVM).
e) Vaststellen
7.2.3
Onderzoekslijn ingrediënten
Ontwikkelen van nieuwe en verbeterde ingrediênten die gezonder en functioneler
zijn en die voldoen aan moderne randvoonryaarden met betrekking tot clean label, natuurlijke en duurzame verwerking. Door meer kennis over
fysische eigenschappen van biopolymeren in voedsel
de chemische en
te ontwikkelen,
kunnen
ingrediênten ontworpen en geproduceerd worden die beter voldoen aan de eisen van de moderne consument. Als voorbeeld kunnen chemische modificaties, die nu gebruikt worden om de kwaliteit van zetmeel te verhogen, worden vervangen door
milde fysische processen als er voldoende kennis is over de structuur-functie relaties van het zetmeel ingrediënt. Soortgelijke kennis kan ook gebruikt worden om
gezonde ingrediënten zoals prebiotica te verbeteren. Concrete uitwerking vindt plaats op de volgende onderdelen die voornamelijk vallen binnen de Topsector Thema's 7 (Product Technologie) en Thema 9 (Duurzame Maaktechnologie):
a) ldentificatie van relevante bronnen en materialen; b) Ontwikkeling kennis relatie materiaal - processing / treatment;
c) ldentificatie
van relevante processing condities m.b.t. tot de gezondheid en
functionaliteit;
d)
Ontwikkeling van hoogwaardige voedingscomponenten en -producten.
Het TNO programma Efficiënte Ontwikkeling en Productie van Hoogwaardig Voed-
sel draagt bij aan het Topsector thema "Valorisatie van zijstromen, grondstoffen en mest". Voor 2013 zijn de Topsector doelstellingen opgenomen
in het
lnnovatie-
contract versie 22 maar|2012, terug te vinden op de website van de Topsectoren:
Food 2013-10-01 9.odf.
1't1 I 123
TNO-rapport I TNO 2014 R10311
De PPS GAIA waarin gewerkt aan de bioraffinage van algen tot food en non-food ingrediênten draagt bij aan de volgende specifieke doelstellingen van dit Thema:
.
Een zo hoog mogelijke toegevoegde waarde creëren voor AgroFood bedrijven
door het efficiënte gebruik van dierlijke en plantaardige zijstromen en groene grondstoffen, richting zo hoog mogelijke waarde van specifieke componenten en inhoudsstoffen;
o
Het ontwikkelen van nieuwe en aangepaste groene grondstoffen gericht op realisatie van kansen van de AgroFood sector in de biobased economy;
.
Ontwikkeling van kleinschalige decentrale bioraffinage concepten voor dierlijke en plantaardige grondstoffen en zijstromen die aansluiten op een centrale, meer grootschaligere bioraffinage infrastructu ur.
Ook het project Flying Food en het doorlopende
kennisinvesteringsproject
Sustainable Food Production dragen bij aan de doelstellingen van dit Thema. De voortgangsrapportage van deze projecten wordt echter vermeld bij Thema
7 of
Thema 9 zoals weergegeven in onderstaande overzichtstabel.
7.3
Overzicht type projecten 2013
Programma EOP
Type project
TKI.AF Thema*
# Partners
Programmamanagement, kiemprojecten
TNO kennisinvestering
Nvt (1)
0
0
0 1
Deelprogramma A: Processing KIP Processing: Kleinschalige Bioraffinage
TNO kennisinvestering
KIP Processing: DroogTechnologie
TNO kennisinvestering
KIP Processing: SHS behandeling Bloem
TNO kennisinvestering
KIP Processing Solvent lmpregnated Resins
TNO kennisinvestering
I I I I
Dense Dispersion Droplet Drying
PPS (FND)
9
Natuurlijke Conservering
TNO cofinanciering
Ontzouten ZonderZoul
TNO cofinanciering
I I
0 0
1
1
Deelproqramma C: lnqredients Hydrothermally Modifi ed Starches TNO cofinanciering I 2 * Venruijst naar doelstellingen binnen het innovatiecontract Topsector Agri&Food versie 2012.
7.4
Uitvoering in 2013, Resultaten
7.4.1
Management oordeel
7.4.2
Voorbereiding 2013
De voorbereiding van het programma Efficiênte Ontwikkeling en Productie van Hoogwaardig Voedsel 2012 (e.v.) op basis van vraagsturing is goed voorlopen. De
vraagarticulatie door en afstemming met de overheid was vergelijkbaar met het
TNO-rapport
I
112 I 123
TNO 2014 R10311
voorgaande jaar georganiseerd. De interne voorbereiding verliep efficient. Alle projecten waren tijdig voorbereid en konden op 7.4.3
1
januari2013 van start.
Bijstelling programma en voorbereiding 2013 e.v.
ln 2013 is actief bijgedragen aan de vraagsturing, programmering en voorbereiding voor de kennis- en technologieontwikkeling binnen Nederland voor 2014 en verder. TNO verzorgt voor het TKI Agri&Food het voorzitterschap van de themacommissie
waarin door het bedrijfsleven de uitwerking van het innovatiecontract met betrekking tot Thema kwaliteit en Thema processing aangestuurd wordt. Ook vindt
afstemming plaats met de Topsector Chemie met betrekking tot de Biobased Economy en met Tuinbouw en Uitgangsmaterialen met betrekking tot uitgangs-
materialen en reststromen. Het programma prioritaire thema's die op nationaal
is optimaal voorgesorteerd op
de
en Europees niveau voorzien worden door
onder andere de participatie in het Food Manufuture project. 7.4.4
Samenwerki ng e n
ke
n
n
istoepassi ng
Het jaar 2013 stond
in het teken van continuering van de interactie en
samenwerking met stakeholders alsmede het opbouwen van nieuwe relaties met het oog op de onderzoekslijnen voor 2015 ev. Met name is sterk geïnvesteerd
in
het voorbereiden van Europese samenwerkingen en operationele samenwerking
met DLO zoals dat nu o.a. plaatsvindt in het GO-efro project en het project meervoudig herformuleren. 7.4.5
Uitvoering en resultaten
De planning en uitvoering van het programma en de projecten in 2013 is door de projectteams goed vormgegeven en op hoofdlijnen conform planning gerealiseerd.
Niet uitgevoerde projecten zijn:
.
PPS Eindeloos, hierover is geen overeenstemming bereikt met de industriële partners over de inhoudelijke deliverables;
o
Dutch Drying lnstitute, dit nationale initiatief is uiteindelijk vanwege gebrek aan financiering stopgezet, een deel van de doelstellingen wordt mogelijk binnen het lnstitute for Sustainable Process Technology (ISPT) uitgewerkt;
.
ResFood,
dit EU fp7 project is wel
ondergebracht wordt.
ingediend en goedgekeurd, maar
in het Thema Chemie van TNO waar het ook
gerapporteerd
TNO-rapport I TNO 2014 Rl031l
7.4.6
1',13
I 123
Conclusie en advies
Op grond van bovenstaande ovenrvegingen wordt geconcludeerd dat het TNO Onderzoeksprogramma voor Efficiénte Ontwikkeling en Productie van Hoogwaardig
Voedsel 2013 succesvol is voorbereid, uitgevoerd en gerapporteerd. 7.5
Samenvatting per project ln het hierna volgende wordt per project aangegeven welk type project het betreft1,
wat de doelen van het prolect zijn, wat de belangrijkste beoogde mijlpalen / resultaten voor 2013 waren, of en in hoeverre deze gerealiseerd zijn en wat de output aan rapporten, artikelen, voordrachten e.d. was. Voor nadere details ten
aanzien van individuele projecten, zoals financiële details, doelgroepen en samenwerking met stakeholders, kennistoepassing en -disseminatie, en details ten
aanzien van de output, wordt ven¡¡ezen naar de rapportages van de individuele projecten. t
Met type project wordt bedoeld:
EU-EFRO: Project met voonruaarden Europees Fonds Regionale Ontwikkeling EU-fp7: Project met voon¡vaarden volgens EU-fp7
TIFN: Project met voorwaarden volgens Top lnstituut Food & Nutrition TNO Cofinanciering: Project met voonraarden volgens regeling TNO
TNO KIP: TNO Kennis lnvesteringsProject (doorlopend programma) STW: Project met voorwaarden volgens Stichting Toegepaste Wetenschappen
7.5.1
Deelprogramma A: Processing
7.5.1.1
Keinschalige Bioraffinage Het doel van dit project is om de technische en economische kansen aan te geven
van kleinschalige bioraffinage in de efficiënte en duurzame valorisatie van relatief natte biomassastromen naar humane voeding, bio-based producten, veevoer en bio energie. Hierbij was de insteek om binnen de PPS kleinschalige bioraffinage samen
met de WUR en ruim 30 MKB-bedrijven een drietal specifieke ondenruerpen te bestuderen, namelijk zeÏne productie in combinatie met bioethanol productie, limonene venrvijdering
uit biogas van GFT biovergistings
installaties
en
de
bioraffinageketen van suikerbietenblad. Er zijn nog problemen met de contractuele afstemming tussen TNO en DLO.
TNO-rapport
I
TNO 2014 R10311
Proiect 1
vpe' Agri&Food Call I
2012 Doel
'114
I
'123
Processinq: Kleinschaliqe Bioraffinaqe Doorlopend proiect N.v.t.
De technische en economische kansen aan te geven van kleinschalige bioraffinage in de efficiënte en duurzame valorisatie van relatief natte biomassastromen naar humane voedinq, bio-based producten, veevoer en bio enerqie.
Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Outout
7.5.1.2
lnventarisatie mogelijke ondenrverpen voor samenwerking.
lnhoudelijke samenwerking met DLO. Geen
Droogtechnologie
Doel is om innovatieve (droog)processen te ontwikkelen die op duurzame wijze hoge kwaliteit poeders kunnen produceren, onder andere gebaseerd op nieuwe versproeiingstechnologieên, zoals die eerder zijn ontwikkeld door TNO. Speciale aandacht zal uitgaan naar
de mogelijkheden om met HVJ naar hogere
droge
stofgehaltes te gaan, vanwege de grote voordelen voor energiebesparing. De Pilot droger zal gebruikt worden om aan de industrie vernieuwende droogprocessen aan
te bieden en om aan te tonen dat hogere kwaliteit en andere eigenschappen kwaliteiten geproduceerd kunnen worden met monodisperse verprinten, tenvijl minder nadelige effecten ontstaan, die efficiency verhoging tegenwerken. Hieronder vallen bijvoorbeeld fines en ongewenste agglomeratie van poeders.
Proiect
Processinq : DrooqTechnoloqie
Tvoe' Agri&Food Call
Doorlopend proiect
2012 Doel
N.v.t.
lnnovatieve (droog)processen ontwikkelen die op duurzame
wijze hoge kwaliteit poeders kunnen produceren,
onder
andere gebaseerd op nieuwe versproeiingstechnologieën Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
zoals die eerder ontwikkeld ziin door TNO. a Temperatuur monitoring systeem filterhuis; a Karakterisatie opwarmgedrag droogtoren ; a Druppelvisualisatie systeem in droogtoren; a Verificatie orintqedraq in drooqtoren.
Niet gerealiseerde m'rjlpalen en/of
Geen
resultaten Output
. .
RBJ Koldeweij, RJ Houben et al, Producing well-defined powders by inkjet tèchnology, Partec 2013; RBJ Koldeweij, HC van Deventer et al, High quality oowders bv inkiet technoloqv, ECCE 2013.
TNO-rapport I TNO 2014 R10311
7.5.1.3
1'15
I
',123
SHS behandeling bloem
SHS behandeling kan de eigenschappen van ingrediënten verbeteren. Het nadeel bij de SHS behandeling van mengsels van koolhydraten en eiwitten is dat er eerst
waterige suspensies gemaakt moeten worden om de ingrediënten goed te mixen. Deze waterige mengsels moeten worden gedroogd omdat de SHS behandeling alleen met vaste materialen kan worden uitgevoerd en niet met vloeistoffen. Door het suspenderen en weer drogen ontstaan extra kosten. Het lijkt daarom een goed
alternatief om relatief goedkope commerciële poeders te gebruiken die zowel eiwit
als ook koolhydraat bevatten en die nu in diverse voedingsmiddelen worden gebruikt. Dit zijn commerciële bloemen zoals tanvebloem en sojabloem. Zowel de eiwitten als ook het type koolhydraat is bij beide bloemen geheel anders waardoor het goed is beide soorten bloem te testen.
Proiect Tvoe' Agri&Food Call
2012 Doel
Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Outout
7.5.1.4
Processinq: SHS behandelinq bloem Doorlopend proiect N.v.t.
Optimaliseren van productverbetering van bloem. . Variatie van procescondities; . Variatie van de divers bloemen;
o o
bij SHS behandeling
Reologische karakterisering; Moleculaire analyse (degradatie, cross-linking, heteropolvmeervorminq.
Gebruik van gemodificeerde bloemen in modelapplicaties. Geen
Kleinschalige bioraffinage Het doel van dit project is om de technische en economische kansen aan te geven
van kleinschalige bioraffinage in de efficiënte en duurzame valorisatie van relatief natte biomassastromen naar humane voeding, bio-based producten, veevoer en bio energie. Hierbij was de insteek om binnen de PPS kleinschalige bioraffinage samen
met de WUR en ruim 30 MKB-bedrijven een drietal specifieke ondenrerpen te bestuderen, namelijk zeïne productie in combinatie met bioethanol productie, limonene verwijdering
uit biogas van GFT
biovergistings installaties
en
de
bioraffinageketen van suikerbietenblad. Er zijn nog problemen met de contractuele afstemming tussen TNO en DLO.
TNO-rapport
I
TNO 2014 R10311
Proiect I
voe',
Agri&Food Call 2012 Doel
116
I 123
Processinq: Kleinschaliqe Bioraffinaqe Doorlooend oroiect N.v.t.
De technische en economische kansen aan te geven van kleinschalige bioraffinage in de efficiënte en duurzame valorisatie van relatief natte biomassastromen naar humane voedinq, bio-based producten, veevoer en bio enerqie.
Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Niet gerealiseerde mijlpalen eniof resultaten Outout 7.5.1.5
lnventarisatie mogelijke onderuverpen voor samenwerking.
lnhoudelijke samenwerking met DLO. Geen
Dense Dispersion Droplet Drying
Dit is een FND samenwerking met Corbion, voorheen Purac, waarin de mogelijkheid om dense dispersion droplets (druppels met een hoog droge stof gehalte) effectief met betrekking tot energiegebruik en productkwaliteit te kunnen drogen. ln 2013 is aangetoond wordt dat energieverbruik verder gereduceerd kan worden door implementatie van nieuwe droogtechnologie. Het project is in 2013 nagenoeg afgerond en zal in 2014 door de penvoerder gerapporteerd worden.
Proiect Tvoe' Agri&Food Call 2012 Doel
Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output
Titel: Dense Disoersion Droolet Druino FND subsidietraiect met 1 industriële partner N.v.t.
Druppels met een hoog droge stof gehalte effectief drogen betrekkinq tot enerqieqebruik en oroductkwaliteit. Print Calcium Lactate droplets with small crystals; Print dense calcium citrate suspension; Generate 1 kq/h of oowder.
¡ . o
Geen
ln overleg met de industriële partner wordt over het project noq niet qeoubliceerd.
7.5.1.6
Natuurlijke Conservering Doel van het project is om kennis te ontwikkelen over de conserverende werking en
de chemische samenstelling van natuurlijke kruiden en specerijen. Het is op dit moment nog onduidelijk of de antimicrobiële eigenschappen van deze stoffen op moleculair niveau gescheiden kunnen worden van de smaakeigenschappen. Ook
het effect van processing op deze eigenschappen wordt nog niet begrepen.
1't7 I 123
TNO-rapporl I TNO 2014 R10311
is het nog onbekend in
Daarnaast
hoeverre verschillende ingrediënten elkaars
antimicrobiële werking kunnen versterken (synergie).
Het25% MicroTaste project is in 2013 afgerond met werkzaamheden op het gebied van scheiden van smaak en antimicrobiële activiteit en synergie. De resultaten laten
zien dat de smaakcomponent van een kruid ook veelal de component is met antimicrobiële activiteit en dat deze dus niet van elkaar gescheiden kunnen worden. Met verschillende kruiden fracties (i.p.v. hele kruiden) zijn meerdere synergetische effecten geïdentificeerd tegen
I
bederforganisme. Het bleek echter niet mogelijk om
aan de hand van de transcriptoom profielen synergistische effecten te voorspellen. De synergie resultaten hebben tot een vervolg in de 50% fase geleid.
ln de
25o/o
fase is gebleken dat specifieke kruiden een antimicrobieel effect hebben
tegen de relevante spoilage organismen Z. bailii, L. plantarum en B. cereus. Daarnaast
is
gebleken dat specifieke mengsels van kruidenextracten een
synergistische antimicrobiële werking hebben tegen L. plantarum, wat een grote doorbraak betekent. Het voorspellende model dat was opgenomen in de 25% fase
is niet haalbaar gebleken. Het doel van de 50% fase is om deze opgebouwde kennis over de antimicrobiêle werking van kruiden en kruidenextracten uit te breiden en de vertaalslag naar product-relevante condities
te maken,
zodat
natuurlijke kruiden en specerijen ingezet kunnen worden als natuurlijke conserveringsmiddelen. Uiteindelijk moet
dit resulteren in een demonstrator voor
het
verkrijgen van synergistische antimicrobiële effecten tegen spoilage organismen
met behulp van kruiden en specerijen in een praktijk product. Wanneer we dit bereiken zal dit een doorbraak zijn en een grote bijdrage leveren aan onze marktpositie in dit segment.
Proiect I voe' Agri&Food Call 2012 Doe
Titel: Natuurliike Conserverinq
25o/o
Fase
TNO Cofinancierinq N.v.t.
Demonstratie van synergistische antimicrobiële effecten tegen spoilage organismen met behulp van kruiden en soeceriien in een praktiik product
Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
¡
o
Welke screeningsmethode het meest geschikt is voor vaststellen van antimicrobiële werking van kruiden en speceflJen;
Welke kruiden en specerijen hebben wel en
geen
antimicrobiële werking;
o Via welk werkingsmechanisme ¡ .
beïnvloeden actieve kruiden en specerijen de groeivan bederforganismen; lnzicht in de mogelijkheid om smaak en antimicrobiële componenten van elkaar te scheiden;
lnzicht
in
effecten van processing
antimicrobiële comoonenten:
op smaak
en
TNO-rapport
I
TNO 2014 R10311
118
o
I 123
lnzicht in synergetische effecten tussen verschillende kruiden en soeceriien.
Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output
Het opstellen van een model om synergetische effecten te
voorspellen bleek niet mogelijk.
ln overleg met de industriële partner wordt over het project noo niet oeoubliceerd.
Proiect 1
I vpe' Agri&Food Call
2012 Doe
Titel: Natuurliike Conseruerinq 50% Fase TNO Cofinancierino N.v.t.
Demonstratie
van synergistische antimicrobiële
effecten
tegen spoilage organismen met behulp van kruiden
en
soeceriien in een oraktiik oroduct. Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
Overzicht
van
combinaties kruidenextracten,
die
een
synergistisch antimicrobieel effect hebben op drie spoilage organismen en op een cocktail van spoilage organismen in standaard kweekmedia.
Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output
Het project loopt door in 2014.
ln overleg met de industriele partner wordt over het project noq niet qeoubliceerd.
7.5.1.7
TNO-Co ontzouten van productstromen (25%) De voedingsmiddelenindustrie heeft productstromen waaruit zouten moeten worden
verwijderd omdat er vraag is naar zoutvrije ingrediênten. Voor de cofinancierder
geldt dit bij de productie van babyvoeding uit koemelk. Conventioneel gebeurt het ontzouten in grote kolommen gevuld met FrieslandCampina
ionenwisselaars. Bij de regeneratie ontstaat, naast de zoutstroom die moet worden venrvijderd, een extra zoutstroom die 2-3 maal zo groot is. Dit zout wordt geloosd
naar het milieu, wat door zowel de voedingsmiddelenindustrie als regelgevende overheden wordt gezien als een belangrijk duurzaamheidprobleem.
Dit onderzoek richt zich op het ontzouten van productstromen, zonder de zoutlast
van de agro-procesindustrie te vergroten. De nieuwe technologie maakt daartoe gebruik van adsorbentia die scheiden op grootte en/of lading van moleculen (sizeen/of ion-exclusie).
De nieuwe technologie zal kostenefficiënt zijn, door toepassing van kleine deeltjes.
Deze materialen verkorten de weglengte voor massaoverdracht, waarmee de installatie een factor 75 wordt verkleind. Daarnaast moet de technologie robuust
zijn, wat vraagt om fundamentele thermodynamische kennis van het gedrag van componenten in een complexe, veranderende productstroom..
TNO-rapport
I
TNO 2014 R10311
ProiectTitel 1
vpe' Agri&Food Call I
2012 Doel
Gerealiseerde mijlpalen eniof resultaten
1',19
Ontzouten van oroductstromen (25%l TNO cofinancierino met 1 industriële oartner N.v.t.
Druppels met een hoog droge stof gehalte effectief drogen betrekkinq tot enerqieqebruik en productkwaliteit. ¡ De reinigbaarheid van size- en ion-exclusie materialen; . Maat voor de mechanische sterkte van adsorptiematerialen en hoe deze vertaald wordt in een advies voor een operationele druk; . lnvloed van de operationele druk op de kolomdimensies; . Maat voor de levensduur van size- en ion-exclusie materialen in een SMB-opstelling met korte schakeltijden; . Richtlijn voor het'doodvolume'van een SMB-installatie en de locatie van het'doodvolume';
.
Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output
I 123
De technisch minimale schakeltijd op lab-schaal
en
industriële schaal;
.
Aantonen technische haalbaarheid verkleinen SMB
.
proces met factor 75; Mogelukheid om de binding van zouten aan grote eiwitten te voorsoellen oo basis van de orimaire structuur.
Methode voor het identificeren van processen die van belang zijn tijdens het ontzouten van een eiwitoplossing.
Boon MA, Bussmann PJTh, Vercauteren FF, Vroon RC. 2012. Design of a new technology for desalting of product streams. TNO-report.
l.v.m. octrooi aanvraag zijn er geen openbare publicaties. Voor de ECCE9 is een abstract ingediend voor een presentatie. Deze is niet gehonoreerd. Er is geen poster gepresenteerd. 7.5.1.8
T NO-Co
Hyd rotherm ally Modified Sfarches (2 5%)
Het ontwikkelen van een proces voor het maken van clean label gemodificeerde
zetmelen door middel van fysische modificatie van zetmeel. Momenteel wordt hiervoor op industriële schaal door het bedrijf lngredion, het thermally inhibition proces voor toegepast. lngredion is hier For runner in dit veld van technologie. Het
blijkt voor andere bedrrjven moeilijk te zijn om dit proces na te bootsen of te implementeren. Bovendien blijkt dat de kwaliteit van de producten die door lngredion maakt nog steeds achter blijft op die van de chemisch gemodificeerde zetmelen.
TNO heeft uit eerder ondezoek een hypothese opgesteld die gebaseerd is op de verbetering van het huidige proces namelijk: Wat is de invloed van de methode van
dehydratie op het inhibitie proces dat opeenvolgend plaatsvind in droge toestand. De 25o/o fase is succesvol afgerond en de 50% fase zal begin 2014 worden gestart.
TNO-rapport
I
TNO 2014 R'10311
ProiectTitel
Hvdrothermallv Modified Starches |25%l
Tvoe
TNO cofinancierino met 1 industriële oartner
Agri&Food Call 2012
I 123
N.v.t.
Doel
Druppels met een hoog droge stof gehalte effectief drogen
Gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten
betrekkinq tot enerqieoebru ik en prod uctkwal iteit. . lnvloed methode van dehydratie op inhibitie; . lnvloed initiële pH op inhibitie; . Karakterisatiedehydratie; o Functionaliteitsbeoalino in aoolicatie.
Niet gerealiseerde mijlpalen en/of resultaten Output
7.6
'120
Experimental design (volgt in volgende fase).
. o .
2 patentvragen; Hydrothermally modified starch; P6042452EP; Thermallv modified starch: P6044933EP.
Output en kenn¡soverdracht
Voor het totale TNO programma Efficiënte ontwikkeling en productie
van
hoogwaardige voeding werd de volgende totaaloutput gerealiseerd:
Publicaties. oosition papers, proefschriften: Presentaties: Raooorten: lnterviews en/of oersberichten e.d. Octrooiaanvraqen:
12 18
I >10 3
Voor nadere details t.a.v. de output wordt venryezen naat de rapportages van de individ uele projecten.
De resultaten van de kennisontwikkeling worden voornamelijk gebruikt voor directe opdrachten vanuit de levensmiddelen industrie. ln enkele gevallen worden ook in opdracht van de overheid rapporten aangeleverd, zoals over de mogelijkheden voor
het winnen en gebruik van planteneiwitten. Ook treden experts regelmatig op als
deskundigen, o.a. voor onderzoekscommissies van de Tweede Kamer en bij juridische geschillen.
Kennisoverdracht heeft plaatsgevonden door:
.
Het leveren van bijdragen aan workshops en symposia of congressen (zoals georganiseerd door FND);
o
Artikelen voor en met deze doelgroepen (wetenschappelijk peer reviewed en populair wetenschappehjk). Zie uitvoering en resultaten.
TNO-rapport
7.7
I
INO 2014
R'10311
121
I 123
Innovatie Programma's
ln 2013 werd vanuit de Hoogwaardig
propositie Efficiënte Ontwikkeling en Productie van
Voedsel deelname aan de volgende nationale en
internationale
onderzoekprogramma's die relevant zijn voor thema 9 ooedqekeurd:
.
ISPT-CMS
Doel van het ISPT-CMS project binnen het lnstitute for Sustainable Proces Technology
is om de adsorptieve zuivering van complexe moleculen
zoals
eiwitten uit verschillende grondstoffen te verbeteren en economisch rendabeler te maken. Het project zal in het voorjaar van 2014 starten.
.
ENTHALPY
De zuivelindustrie is een van de belangrijkste onderdelen van de Europese agrarische economie. Met een productie van 152 miljoen ton melk is de sector verantwoordelijk voor 15o/o vân de omzet. De vraag naar zuivel neemt nog steeds toe en omdat de productie van zuivelproducten veel energie kost is een
verdere besparing noodzakelijk. Het ENTHALPY project heeft als doel om technologische doorbraken voor de sector beschikbaar te maken. Hieronder vallen:
-
Efficiente voorbehandeling van melk;
Verbetering van droogprocessen door reductie van kleine deeltjes, terugwinnen van warmte en water en etficient reinigen. De ENTHALPY partners uit
I Europese landen streven naar een reductive van
60% in energieverbruik en 15% reductive in watergebruik. Hiermee komen de doelen van het Europese 2020 beleid (20% reductie) in beeld. Het Project wordt door TNO gecoordineert. htto://www.enthalov-fo7.eu/
ln
2031 werd geparticipeerd
in de
volgende nationale
en internationale
onderzoeksprogramma's die relevant zijn voor thema 9 oecontinueerd:
o TIFN (zie Thema 7) Participatie
in het Topinstituut
Food
&
Nutrition (TIFN) TNO participeert
langdurig in de Publiek Private Samenwerking TIFN, het grootste Nederlandse
PPS op het gebied van voedselinnovatie. Vanuit dit programma wordt geparticipeerd in het Thema "Structure" en wordt concreet gewerkt in de projecten "Protein Functionality", "Fat Functionality" en "Food Chain Susta i nabi ity". I
h!!g/¡lvtlyt4li[U]
122 I 123
TNO-rapport ITNO 2014 R1031'l
ln 2013 werd participatie in de volgende nationale en internationale onderzoeksprogramma's afoerond:
.
Food Manufuture
De belangrijkste doelstelling van FoodManufuture is het definiëren van een visie en een conceptueel ontwerp voor een cross-disciplinaire kennisinfrastructuur op het gebied van voedselproductie, die zullen bijdragen aan het versterken van de
innovatie, concurrentiepositie en productiviteit van de Europese voedings- en productie-industrie. Hiervoor
zal
FoodManufuture een gestructureerde, pan-
Europese dialoog organiseren met relevante stakeholders in de voedings- en productie-industrie. Gebaseerd op de visies, behoeften en uitdagingen van deze
sectoren zal FoodManufuture een aantal scenario's ontwikkelen over hoe een versterkte Europese kennisinfrastructuur kan worden geïmplementeerd, en zal FoodManufuture oplossingen aandragen voor een verbeterde kennisuitwisseling
tussen onderzoeksinstellingen en industriële technologie-gebruikers. Op deze manier beoogt FoodManufuture bij te dragen aan het creëren van een leidende
positie van Europese onderzoeksinstellingen en industrie op het gebied van voedsel prod uctie. ( http://food man ufutu
re.
eu/)
TNO-rapport I TNO 2014 R10311
I
Ondertekening Zeist,
Datum: 28februari2014
Dr. lng. J.P. van der Lugt MBA Managing Director Food and Nutrition
123
I 123