Naam: Christens Leen Leidster: Juf Paulette Onderwerp: Poppenspel: de koning die niet slapen kon Thema: Prinsen en prinsessen
Klas: 2 ILKO IAJ Leeftijd: 4jarigen Datum: 13.11.2003
Beginsituatie: De kleuters zijn 4 jaar en zijn bezig met het thema prinsen en prinsessen. De kleuters hebben al een poppenspel gezien. Doelstellingen: De kleuters moeten de kans krijgen om - Zich te identificeren met de personages van het verhaal. - Te reageren op prikkels die de leidster geeft tijdens het poppenspel d.m.v. de poppen. - Plezier te beleven aan het poppenspel Materiaal:
Poppenkastpoppen:
Koning Brul Kok Bollebuik Hofnar Prinses Roosje De hond van de prinses
Attributen: -
nep ei kopje kookboek een boterham met choco warme pudding een slagroomtaartje een appelgebak een trommel met stokje kussen Muziekfragment: voor tijdens het koken van de kok
Organisatie: De kleuters zitten in hoefijzervorm rond de poppenkast. De leidster zorgt ervoor dat alle kleuters goed kunnen zien. Bronnen: Eigen inspiratie
Methodische behandeling 1. Inleiding. Vandaag ga ik poppenkast spelen. Ik ga achter de kast staan. Maar eerst maken we nog eens afspraak. Wanneer er teveel lawaai is en jullie door elkaar praten, dan kom ik er achter uit en stop ik gewoon met spelen. Het verhaal gaat over koning Brul, hij is een koning van een heel groot land, hij is altijd goedgezind. Maar pas op dat je hem niet kwaad maakt want dan kan hij zo hard brullen dat de haren op je hoofd gaan rechtstaan. Nu is het zo dat koning Brul al de hele week aan het Brullen is in het kasteel. Er komen zelfs barsten van in de kasteelmuren. Koning Brul is namelijk kwaad dat hij niet kan slapen. Iedereen maakt volgens hem veel te veel lawaai. 2. Instructie. Inhoud Prikkels Poppen en attributen (Koning Brul komt al geeuwend op) Koning Brul “MMMMHHHHGGGGGWWWW, wat ben R op ik toch zooooo moe!” “Ooh ik had jullie niet gezien, ik ben Koning Brul.” “En ik ben toch zo moe, zijn jullie ook zo moe?” “Ik heb al een hele week niet geslapen, weten jullie hoe dat komt?” “Wel iedereen hier in het paleis maakt teveel lawaai, de prinses loopt te hard door de gangen, de kok maakt teveel lawaai met zijn potten en pannen, de vogels op het dak zingen te luid. Zo kan ik toch niet slapen hoor!” (Koning Brul geeuwt nog eens met de hand voor zijn mond.) “Weet je wat ik ga nog maar eens proberen te slapen. Beloven jullie dat jullie stil zullen zijn?” (De koning legt zich neer en begint te Koning legt zich slapen.) links neer. (Dan opeens komt er een hond Hond R op tevoorschijn, het is de hond van Prinsje Roosje.) (De hond begint te snuffel en kruipt op Koning Brul, dan geeft hij hem lekjes en begint te blaffen)
Hond Koning
Prinses L op
Koning
Prinses
Prinses L af
Koning Brul
Bollebuik L op Koning Brul
Bollebuik
Koning Brul
Koning Brul R af
“WAF, WAF, WAF, WAF” “Wa, wa, wa wat is dat hier?” “Wel heb je ooit, dat is de hond van mijn prinses Roosje.” (dan wordt Koning Brul kwaad en begint te roepen op de prinses) “PRINSES Roosje!!!!!!!” “PRINSES Roosje!!!!!!” “Ja, papa wat is er je schreeuwt zo, je hebt me net wakker gemaakt van mijn middag dutje.” “Kijk een wie er hier in mijn bed ligt, jouw hond. En hij heeft me wakker gemaakt, je weet dat hij niet in het paleis mag komen!” “Sorry papa, hij zal langs de tuindeur zijn binnen geglipt.” “Ik zal hem dadelijk naar buiten brengen.” (De prinses neemt de hond mee naar buiten) (De koning is nog altijd een beetje boos omdat hij weer is wakker gemaakt.) “Zie je nu wat ik bedoel, altijd is er wel iemand die me wakker maakt.” “En ik weet niet meer wat ik moet doen, ik denk dat ik kok Bollebuik maar eens zal roepen om me te helpen.” (Koning Brul roept op Kok Bollebuik) “BOLLEBUIK, BOLLEBUIK” “Roepen jullie mee op de kok?” “BOLLEBUIK, BOLLEBUIK” “Wat scheelt er Sire, u roept zo luid?” “Kok, je moet me helpen, ik ben radeloos. Iedereen maakt me voortdurend wakker en ik heb al een week niet geslapen.” “Kan jij geen drankje maken waarvan ik kan slapen?” “Ooh, Sire dat weet ik niet hoor, dan zal ik in de keuken eens in mijn kookboek moeten gaan kijken.” “Doe dat dan maar heel erg snel, hoe vlugger ik in slaap kan vallen hoe beter” “Ik ga ondertussen een ander plaatsje zoeken om te gaan slapen.”
Bollebuik
Bollebuik L op
Bollebuik L af Koning Brul R op
Bollebuik L op
Koning Brul
Bollebuik
Bollebuik L af
“Oei, oei wat moet ik toch doen, ik zal maar snel in mijn kookboek gaan kijken!” (Bollebuik gaat naar de keuken toe (voetstappen nadoen van de trap) en zoekt zijn dikste kookboek dat hij maar kan vinden) “PFFF, wat een dik boek. Nu nog een goed recept vinden waarvan de koning zal gaan slapen.” (Bollebuik bladert in zijn dik kookboek, tot dat hij iets vindt.) “AHA, ik heb het gevonden. Ik ga voorde koning een lekker warm tasje melk maken met honing. Daarvan zal hij slapen als een roosje!” (Bollebuik, maakt het drankje en gaat ermee naar de koning.) “MMh, hier ziet het me er een goed plekje uit om me lekker neer te leggen en te gaan slapen!” “GGGGEEEEEUUUUUW!” (koning Brul legt zich neer en begint te snurken, totdat plots Bollebuik begint te roepen en met het drankje aan komt gelopen) “SIRE, SIRE, ik heb het gevonden, kijk eens lekker warme melk met honing om in slaap te vallen. Probeer het maar het zal vast wel lukken.” “BOLLEBUIK, je moet toch niet zo schreeuwen, ik probeerde te gaan slapen. Ik ben benieuwd of je drankje wel zal werken!” (De koning neemt het drankje en drinkt het helemaal leeg) “Mm, dat heeft gesmaakt!” “Dank je Bollebuik, nu zal ik zeker lekker kunnen slapen!” (De koning legt zich neer en gaat slapen) (Bollebuik fluistert naar de kinderen) “SSSSttt, nu moeten we heel stilletjes zijn, anders maken we de koning wakker, ik ga hem lekker laten slapen. Tot straks!” (de koning ligt te slapen, stilletjes komt
Hofnar L op
Hofnar L af Hofnar L op
Koning Brul
Hofnar Koning Brul
Hofnar Hofnar L af
Koning Brul Bollebuik Koning Brul
Bollebuik
Koning Brul R af Bollebuik L af.
de hofnar aangeslopen) “Hallo allemaal, ik ben de hofnar. Ik zorg ervoor dat iedereen lij is op het kasteel.” “OOOH, kijk eens hier. De koning ligt nog te slapen en het is al middag.” “Dat kan toch zomaar niet, wie gaat het land nu besturen? Weet je wat lieve kinderen ik ga de koning wakker maken met een beetje muziek.” (de hofnar gaat even weg en neemt een trommel) “Ziezo, hier ben ik weer. Nu een beetje muziek spelen en dan zal de koning blij en gelukkig wakker worden van mijn heerlijke muziek, denken jullie ook niet?” (De hofnar begint op de trommel te slaan en te zingen, de koning wordt kwaad wakker) “Alle kronen nog aan toe, wat maak jij toch zo een lawaai hofnar. Zie je niet dat ik ook het slapen ben?” “Euh, jawel Sire, maar ik dacht dat u zich overslapen had.” “Overslapen, ik heb al een hele week niet geslapen. Maak maar snel dat je weg bent.” “Ja, Sire, sorry Sire, het zal nooit meer gebeuren Sire. Dag Sire.” (de hofnar gaat weg en koning Brul roept kok Bollebuik weer.) “BOLLEBUIK, BOLLEBUIK!” “Ja Sire, ik dacht dat u aan het slapen was?” “Dat was ik ook maar de hofnar heeft me wakker gemaakt. Je melk met honing heeft niet geholpen maak maar snel iets anders om in slaap te kunnen vallen Bollebuik en snel!” “Komt in orde Sire, ik zal gaan kijken wat er nog allemaal er in mijn groot kookboek staat.” (Koning Brul gaat weg en Bollebuik gaat naar de keuken.) “Ik zal dan maar eens snel gaan kijken in de keuken, tot zo”
Bollebuik R op
Koning Brul R op
Bollebuik Koning Brul
Koning Brul
Bollebuik Koning Brul
(Bollebuik komt terug in de keuken aan) “Zo ik zal eens mijn kookboek nemen en alles maken wat ik kan vinden om de koning te doen slapen.” (Bollebuik kijkt in zijn dikke kookboek en noemt op wat hij allemaal kan maken) “Mhh, een boterham met choco, warme thee, een gebakken eitje, warme pudding, een slagroomtaartje, een appelgebak.” “Zo als ik dat allemaal gemaakt heb dan zal de koning zeker wel van iets in slaap moeten vallen.” (Bollebuik begint te koken, hij neemt een kookpot en een lepel en begint erin te roeren, ondertussen speelt er een liedje af dat bij het koken hoort) “PPfff, wat ben ik nu moe van dat koken zeg. Straks val ik nog in slaap in plaats van de koning.” (Bollebuik proeft eens van de lekker dingen die hij gemaakt heeft) “Mhh dat smaakt lekker.” (ondertussen komt de koning de keuken binnengelopen) “Bollebuik ben je nu eindelijk klaar met koken? Mhh wat ruikt het hier lekker. Zeg eens mag ik daar overal aan proeven?” “Maar natuurlijk Sire, ik hoop dat er iets tussen ligt waarvan u kunt gaan slapen.” “Dan ga ik niet langer wachten en dadelijk beginnen te smullen” (de koning begint te eten van al het lekkers, Bollebuik geeft alles aan en zegt wat het is, de koning smikkelt van al het eten) “Mhh, zeg Bollebuik zo lekker heb je nog nooit gekookt. Mijn buik is al dik en rond. (de koning heeft nu een dikke buik gekregen) “Dank u Sire, maar zeg eens is er nu iets bij waarvan u in slaap kan vallen?” “Mhh, neen niet echt Bollebuik. Maar ik begin me wel een beetje moe te voelen. Ik denk dat ik ja, ik weet het zeker ik
Bollebuik
Koning Brul
Bollebuik
Bollebuik L af
ben moe en wil gaan slapen.” (De koning legt zich neer en geeuwt) “Maar Sire, als er niets bij was waarvan u in slaapgeraakt hoe komt het dan dat u moe bent?” “Wel geeuuww Bollebuik ik denk Geeeuuww dat het van dat geeeeuuuww lange wachten was tot geeeeuuuw al het eten klaar was geeeuuuw en nu zit mijn buikje zo vol dat ik er moe van geworden ben! GEEEEEEEEEEUUUUUW.” (de koning valt in slaap en snurkt) “Maar Sire, Sire, u kunt toch hier niet slapen in de keuken? Sire.” “Oooh weetje wat kinderen, ik zal hem maar laten slapen dan zal ik maar wat in de tuin gaan rondlopen!” “Daaag, en jullie weten het stilletjes zijn want de koning slaapt!”
3.Verwerking. - De kleuters kunnen het verhaal naspelen met de poppen of in het rollenspel in de themahoek. - De kleuters mogen vertellen of zij misschien nog iets lekkers willen eten voor het slapen gaan om beter te slapen of als ze iets speciaals doen ervoor.