Arthroscopische enkelarthrodese
Inleiding In overleg met u is besloten tot het operatief vastzetten van het bovenste spronggewricht van uw enkel (enkelarthrodese) door middel van een kijkoperatie (arthroscopie). Deze folder geeft u meer informatie over de gang van zaken rondom deze operatie. De anatomie Het enkelgewricht maakt beweging mogelijk tussen het onderbeen en de achtervoet en wordt ook wel het bovenste spronggewricht genoemd. Het enkelgewricht bestaat uit drie botstukken. Dat zijn de uiteinden van het onderbeen: het scheenbeen (tibia), het kuitbeen (fibula) en één botstuk uit de achtervoet: het sprongbeen (talus). Elk botdeel is bekleed met een laag kraakbeen dat zorgt voor het soepel bewegen van het gewricht. Om de enkel ligt een gewrichtskapsel. Buiten dit kapsel heeft de enkel gewrichtsbanden en pezen, die voor stabiliteit van de enkel zorgen. Oorzaak en klachten Als er sprake is van ernstige invaliderende gewrichtsslijtage van de enkel (artrose) en veel pijn en bewegingsbeperking, dan kan uw orthopedisch chirurg het bovenste spronggewricht vastzetten. Dit is de zogenaamde enkelarthrodese operatie. In geval van artrose wordt het gladde kraakbeenoppervlak dun, brokkelig of het kraakbeen verdwijnt helemaal. Het lichaam kan dit zelf niet meer repareren omdat kraakbeen geen bloedvaten heeft. Als gevolg van de artrose verslechtert de kwaliteit van het kraakbeen en verdwijnt het soms helemaal, zodat het onderliggende bot geheel of gedeeltelijk bloot komt te liggen. Door slijtage van gewrichtskraakbeen en een vermindering van het (schokabsorberende) gewrichtssmeer kunnen botten over elkaar schuren bij lopen of staan, wat veel pijn veroorzaakt. Iedereen boven de zestig jaar lijdt aan een bepaalde mate van artrose zonder dat daar een duidelijke oorzaak voor te vinden is. Slijtage van het gewricht kan dus een ouderdomsverschijnsel zijn, maar ook andere factoren zijn van belang. Aantasting van het gewricht kan het gevolg zijn van een ongeval waarbij bijvoorbeeld een breuk in het gewricht ontstond. Ook kleine beschadigingen door regelmatig verzwikken kunnen een rol spelen. En een ontsteking van het gewricht zoals bij reuma of jicht, draagt bij aan het ontstaan van artrose van de enkel. Gewrichtsslijtage wordt gekenmerkt door pijn tijdens beweging van het aangedane gewricht, en door een stijf of stram gevoel. Het gewricht is vooral stijf na een tijdje niet bewegen (bijvoorbeeld na lang zitten of als u wakker wordt). De meest voorkomende klacht bij slijtage van de enkel is pijn bij (het starten van) beweging. Verder kunnen ernstig aangedane gewrichten een krakend gevoel geven en kan er een bewegingsbeperking ontstaan. Soms kan er vochtophoping optreden in het gewricht, als uiting van een ontstekingsreactie en wordt het gewricht ‘dik’. Deze klachten nemen meestal toe als de slijtage verergert.
Diagnose en onderzoek De arts stelt de diagnose aan de hand van de aard van de klachten, het beloop in de tijd en de reactie op eerder gegeven behandeling, het lichamelijk onderzoek en röntgenfoto’s en eventueel een MRIscan of tijdens een arthroscopie (kijkoperatie) van uw enkel. De behandelingsmogelijkheden De behandelingen die mogelijk zijn in het geval van gewrichtsslijtage van de enkel (artrose) dragen bij aan het verlichten van pijn en het behouden van functie. In eerste instantie zal er een ‘niet-operatieve’ behandeling worden gestart. Deze kan bestaan uit o.a. pijnstillers en ontstekingsremmers, gewichtsbeperking, fysiotherapie en hulpmiddelen zoals een wandelstok, ter ondersteuning bij lopen. Eveneens kunnen een of meerdere injecties in het enkelgewricht worden gegeven met een ontstekingsremmer of een synthetisch smeermiddel. In het uiterste geval kunnen door te lopen op op maat gemaakte schoenen de klachten verminderen. Wanneer uw klachten als gevolg van de enkelartrose niet reageren op de genoemde behandelingen, zijn er operatieve mogelijkheden. Welke ingreep nodig is, hangt van een aantal factoren af. Bij milde tot matige gewrichtsslijtage van de enkel, kan ‘schoonmaken’ van de enkel met een kijkoperatie een gunstig effect hebben op met name de pijn. Het nadeel is dat de klachten (bijna) altijd op termijn terug komen, en dat duur en mate van klachtenvermindering niet goed voorspelbaar is. Als er sprake is van ernstige invaliderende slijtage van de enkel en veel pijn en bewegingsbeperking, dan is alleen ‘schoonmaken’ niet de uiteindelijke oplossing. Uw orthopedisch chirurg kan dan het bovenste spronggewricht vastzetten, de zogenaamde enkelarthrodese operatie. Ook een kunstenkel behoort tot de mogelijkheden. Of u in aanmerking komt voor het vastzetten voor het bovenste spronggewricht of voor een kunstenkel hangt o.a. af van uw leeftijd, activiteitsniveau, de stand van uw enkel en oorzaak van de gewrichtsslijtage. Voorbereiding vóór de operatie Haal vóór uw ziekenhuisopname elleboogkrukken. Het is belangrijk, dat u de krukken bij opname in het ziekenhuis meebrengt. U kunt deze o.a. lenen bij Thuiszorgwinkels (neem hiervoor een legitimatiebewijs mee). Regel hulp bij thuiskomst van familie of vrienden. U bent direct na de operatie namelijk minder mobiel. Mocht u persoonlijke of huishoudelijke hulp willen hebben, is het verstandig dit van tevoren te regelen. U bent na de operatie niet in staat zelf auto te rijden. Regel dus vooraf vervoer naar huis. Om het herstel zo voorspoedig mogelijk te laten verlopen is het belangrijk dat u, in overleg met de orthopeed, direct na thuiskomst te starten met fysiotherapie. Om er zeker van te zijn dat dit mogelijk is, maakt u voor de opname al een afspraak met een fysiotherapeut bij u in de buurt. U heeft tijdens uw preoperatief consult overlegd met de anesthesieassistent over de inname van medicijnen vóór de operatie. Wij verzoeken u het gedeelte van het lichaam waar u wordt geopereerd niet meer te scheren of anders te ontharen. Dit vermindert het risico op een infectie. Als de chirurg scheren noodzakelijk acht, gebeurt dit op de operatiekamer. Verhindering Als u ziek bent, koorts heeft of om andere redenen verhinderd bent om op het afgesproken tijdstip voor de ingreep te komen, neem dan zo spoedig mogelijk contact op met Medisch Centrum Amstelveen, tijdens kantooruren te bereiken op telefoonnummer 020 – 240 40 40. In uw plaats kan dan iemand anders geholpen worden. Met u maken we dan een nieuwe afspraak.
De dag van de operatie U meldt zich op de dag van de operatie nuchter op het afgesproken tijdstip bij de receptie van Medisch Centrum Amstelveen. Eventuele medicatie kan, volgens de afspraken die zijn gemaakt tijdens de preoperatieve screening, worden ingenomen met een slokje water. Nadat u zich gemeld heeft bij de receptie kunt u plaatsnemen in ons Atrium. Een medewerker brengt u naar de operatiekamer, alwaar u voorbereid wordt op de operatie. De opnametijd is niet altijd de operatietijd. Voor de operatie wordt het te opereren gebied gemarkeerd met een pijl, die met viltstift op uw lichaam wordt gezet. Tijdens uw preoperatief consult en op de dag van de operatie heeft u overleg met de anesthesieassistent en anesthesist over welke anesthesietechniek bij u zal worden toegepast. Een arthrodese van de enkel wordt meestal onder algehele narcose of met een ruggenprik uitgevoerd soms in combinatie met een onderbeenblokkade. Tijdens de periode dat u opgenomen bent in het ziekenhuis krijgt u 1x per dag een spuitje (Fraxiparine) om trombose te voorkomen. Tot 4-6 weken na de operatie spuit u thuis ook dagelijks deze injectie. Ook krijgt u vlak voor de operatie antibiotica om de kans op infectie te verminderen. De operatie: de arthroscopische enkelarthrodese Bij de operatie maakt de orthopedisch chirurg twee kleine sneetjes aan de voorzijde van de enkel waardoor de camera en instrumenten worden ingebracht. Met die instrumenten wordt het overgebleven kraakbeen verwijderd en het bot opgeruwd. Hierna worden door een derde snee een tweetal schroeven geplaatst om het gewricht uiteindelijk vast te zetten. Door deze minimaal invasieve techniek heeft de patiënt beduidend minder pijn na de operatie in vergelijking met de open procedure. Helaas is niet iedere enkel geschikt voor een arthroscopische arthrodese, waardoor er soms over moet worden gegaan op een open techniek. Direct na de operatie Na de operatie verblijft u op de verkoever (uitslaapkamer). Direct na de operatie wordt er een drukverband aangelegd. Dit verband blijft in principe twee dagen zitten. Tijdens de opname wordt al gestart met fysiotherapie. Ontslag De ochtend na de ingreep mag u naar huis. U verblijft een nacht in de kliniek.
Weer thuis Nazorg Het drukverband mag na 48 uur verwijderd worden. U mag de eerste week niet baden en zwemmen. Droog houden van de wond bevordert een goede wondgenezing, dus kunt u beter ook geen afsluitende pleister op de wondjes gebruiken. Na 4 dagen mag de wond kortdurend nat worden onder de douche. Tot 4-6 weken na de operatie moet u 1x per dag een spuitje (Fraxiparine) toedienen om trombose te voorkomen. Een goede pijnbestrijding is belangrijk voor het genezingsproces. De recepten voor de medicijnen krijgt u tijdens uw opname in het ziekenhuis. Als dit onvoldoende helpt, neemt u dan contact op met Medisch Centrum Amstelveen. Poliklinische controle Ongeveer 2 weken na de ingreep komt u voor het verwijderen van de hechtingen op de polikliniek van Medisch Centrum Amstelveen. Na 6 weken komt u voor controle bij de orthopeed. Adviezen en leefregels In de eerste periode na de operatie is het van belang om de voet zoveel mogelijk hoog te houden ter preventie van zwelling en pijn. U mobiliseert met twee elleboogkrukken, volgens de instructies van uw fysiotherapeut. Het moment waarop u weer aan het werk kunt, is afhankelijk van de behandeling en het soort werk dat u verricht. In het algemeen kan aangehouden worden dat werkhervatting voor zittend werk mogelijk is twee weken na de operatie. Voor zwaarder werk waarbij u veel moet lopen, is het raadzaam de hervatting uit te stellen tot de poliklinische controle waar u met uw orthopedisch chirurg overlegt wanneer het werk hervat kan worden. Wanneer de botverbindingen volledig genezen zijn kunnen aanpassingen in uw schoen helpen om het lopen te versoepelen. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van een aanpassing aan de zool van de schoen. In tegenstelling tot een normale, vlakke zool, kan een afgeronde zool bijdragen tot een meer soepele afwikkeling van de voet. Deze discrete aanpassing is lang niet altijd noodzakelijk. Met autorijden mag u beginnen als u de auto veilig kunt besturen i.v.m. verzekeringstechnische bepalingen. Dit betekent in ieder geval dat u geen gips of walker meer draagt en u zonder krukken kunt lopen. U moet weer goed en volledig belast kunnen lopen alvorens u achter het stuur mag zitten. In het algemeen kunt u aanhouden dat autorijden weer mogelijk is ongeveer vier maanden na de operatie. Het weer beoefenen van uw sport is uiteraard afhankelijk van de sport zelf. Meestal is sporten weer mogelijk vanaf ongeveer zes tot twaalf maanden na de operatie. Hierbij zult u echter rekening moeten houden met mogelijke beperkingen doordat het enkelgewricht niet meer beweeglijk is. Indien u wilt douchen maak dan gebruik van een beschermende hoes om de voet en onderbeen. Deze hoes kunt u verkrijgen op de gipskamer. Voor uw veiligheid is het beter om zittend te douchen. U kunt hiervoor een douchestoel of douchekruk lenen/huren bij de thuiszorgwinkel.
Complicaties Een arthrodese van de enkel is bij de meeste patiënten succesvol. Desondanks zitten er ook risico’s aan de behandeling en kunnen er complicaties optreden. Algemene risico’s zijn onder andere de kans op een nabloeding, infectie of trombosebeen. Specifieke risico’s bij het vastzetten van de enkel zijn overcorrectie of ondercorrectie van de stand wanneer de enkel wordt vastgezet. Dit hoeft op zich niet meteen te leiden tot problemen maar kan mogelijk het afwikkelen van de voet na de operatie beïnvloeden of het vinden van de juiste schoenen bemoeilijken. Verder kan door de operatie een huidzenuwtje gekneusd worden of verkleefd raken in het litteken. Er ontstaat dan een tintelend gevoel van de huid of juist een gevoelloos plekje op een deel van de voet. Dit kan zich doorgaans in de loop van de tijd herstellen, tot zelfs 1 jaar na de operatie. Soms is dit van blijvende aard. Wanneer bij een operatie bot aan elkaar gezet is, moet dit vervolgens aan elkaar vastgroeien. Alleen als bot weer één geheel wordt, resulteert dat in een stabiele en pijnloze enkel. Een enkele keer groeien de botten niet goed aan elkaar vast en moet de enkel opnieuw geopereerd worden. De kans hierop is groter bij mensen die roken, suikerziekte of vaatafwijkingen hebben. Hierdoor kan het zijn dat uw orthopedisch chirurg er voor kiest u iets voorzichter na te behandelen. Indien een dystrofiebeeld (zogenaamd CRPS) ontstaat is sprake van heftige extreme pijn bijvoorbeeld al bij aanraking van de huid. Gelukkig komt deze complicatie heel weinig voor. Wanneer de enkel is vastgezet is het mogelijk dat in de toekomst een toename van slijtage in de overige gewrichten van de voet ontstaat. Dit komt doordat deze gewrichten meer belast worden. Dit kan leiden tot nieuwe klachten maar valt over het algemeen mee. Mocht u een van deze complicaties opmerken na de operatie, bel dan met Medisch Centrum Amstelveen. Tussen 08.00 - 18.00 uur zijn wij te bereiken op: 020 – 240 40 40. Tussen 18.00 - 08.00 uur zijn wij te bereiken op: 06 – 832 456 13.
Medisch Centrum Amstelveen Burgemeester Haspelslaan 131 1181 NC Amstelveen 020 – 240 40 40
[email protected] www.mc-amstelveen.nl