Businessplan A r t e r y
Artery Inhoud 1. Missie en doelstellingen 1.1 Missie 1.2 Doelstellingen 2. 2.1 2.2 2.3 2.4
Activiteiten & werkwijze Algemeen Workshops en kleine projecten Grote projecten Context
3. 3.1 3.2 3.3 3.4
Organisatie De basis Bestuur Partners Financiering
4. Publiek 4.1 Publiek & bereik 4.2 Marketing 5. Samenvatting Bijlage 1: overzicht projecten periode 2000-2013
Pagina 1 van 7
Businessplan A r t e r y
1. Missie en doelstellingen 1.1 Missie A r t e r y’s missie is het actief bevorderen van innovatieve vormen van kunst op onconventionele locaties vanuit een flexibele organisatie. Het realiseren van haar producties gebeurt met inachtneming van de volgende uitgangspunten: •
hoe de omgeving de relatie tussen publiek en kunst kan beïnvloeden
•
het werken met en vanuit verschillende kunstdisciplines
•
het werken op lokaal, nationaal en internationaal niveau
1.3 Doelstellingen De doelstelling van A r t e r y is het maken van nieuwe kunstprojecten, rekening houdend met de locatie, die telkens een nieuwe artistiek uitdaging vormen en waarbij uiteenlopende publieksgroepen betrokken kunnen worden. Daarnaast is het doel van A r t e r y community en outreach projecten op te zetten die de horizon verbreden van de kunstenaars en makers en inspirerend zijn voor verschillende publieksgroepen.
2. Activiteiten & werkwijze 2.1 Algemeen Uit ervaring is gebleken dat de volgende manier van werken tot succesvolle resultaten leidt: de basis wordt gevormd door uitgebreid onderzoek en het doen van workshops om werkwijzen en de inhoudelijkheid van een project te testen. De inspiratie bron voor een nieuw project kan van alles zijn: een gebouw, een instrument, een schilderij, een boek... Daarvanuit wordt een project verder ontwikkeld en worden partners gezocht. Ongeveer in dezelfde fase wordt gekeken met wie het team uitgebreid moet worden en welke specialisten erbij betrokken moeten worden. Zodra een project inhoudelijk solide en onderbouwd is met een realistische begroting- en dekkingsplan, kan de fondsenwerving beginnen.
grote producties
kleine producties
workshops
Pagina 2 van 7
Businessplan A r t e r y
2.2 Workshops & kleine projecten De workshops zorgen voor de voedingsbodem van de producties, maar kunnen ook op zichzelf staan. In de studio van A r t e r y ontmoeten kunstenaars van verschillende disciplines elkaar om vrij de mogelijkheden van een project af te tasten. Naast de druk van het maken van een project kan hier binnen een veilige omgeving gewerkt worden aan experimenten, thema’s, ideeën en concepten. De resultaten van de workshops worden soms getoond aan een klein publiek (maximaal 50 mensen), waarna een uitwisseling plaatsvindt tussen de makers en het publiek om te horen en te zien hoe iets ontvangen wordt. Of leiden tot een klein project. 2.3 Grote projecten In de grote projecten worden de vruchten geplukt van het werk dat in de kleinere projecten en de workshops wordt geïnitieerd. 2.4 Context De locatie en/of context waar(binnen) een project plaatsvindt, is onderdeel van het project, ook als dit ‘gewoon’ een museum of concertzaal is. Hoe werkt de akoestiek van de ruimte, hoe verhouden de architectuur en de theatraliteit zich tot elkaar? Hoe los je de publieksopstelling of route op? Dit zijn allemaal vragen die niet als een probleem gezien worden, maar als integraal onderdeel bij het uitdenken van de projecten. Context en inhoud zijn derhalve onlosmakelijk met elkaar verbonden.
3. Organisatie 3.1 De basis A r t e r y is gevestigd op de NDSM werf in Amsterdam-Noord en wordt geleid door een zakelijk en een artistiek leider. Bij het uitwerken van het artistieke en zakelijke plan hoort ook het voorbereidend onderzoek, het scheppen van de juiste voorwaarden en het vinden van de juiste context waarbinnen nieuwe projecten gecreëerd kunnen worden. Zodra er een budget is voor een project kan A r t e r y technici en andere specialisten betrekken bij de productiefase. Het team van medewerkers wordt per productie samengesteld en bestaat altijd uit zelfstandigen. Er wordt geregeld geput uit een vaste kern van medewerkers die al vaker aan A r t e r y projecten hebben gewerkt en dit wordt waar nodig uitgebreid met specialisten, kunstenaars, medewerkers van musea of andere partnerorganisaties waarmee het project gerealiseerd zal worden. Daarnaast wordt gewerkt met stagiaires en vrijwilligers. De studio van A r t e r y op de NDSM werf is de plek waarvan uit het creatieproces op gang komt en praktisch gezien ook de plek waar de producties in elkaar gezet worden. Dit kan gezien de ruimte, de technische mogelijkheden en de mankracht die daar beschikbaar is. 3.2 Bestuur Het bestuur van A r t e r y weerspiegelt de fundamentele aspecten die een organisatie nodig heeft. Het uitgangspunt is dat een bestuurslid aan één van de volgende profielen moet voldoen: iemand uit het culturele veld, een zakenman/vrouw en iemand met een juridische achtergrond. Bestuursleden krijgen geen vergoeding voor hun werk en hebben deze in het verleden ook nooit gekregen.
Pagina 3 van 7
Businessplan A r t e r y
3.3 Partners De partners van A r t e r y kunnen bestaan uit kunstenaarscollectieven, musea, concert- of theaterzalen, festivals, orkesten of ensembles, die op bereid zijn de grenzen van hun eigen discipline op te zoeken en te verkennen. 3.4 Financiering A r t e r y heeft veel ervaring met fondsenwerving. Alle projecten zijn altijd binnen budget gebleven en waar gewenst wordt een accountantsverklaring verleend. Behalve via fondsenwerving realiseert A r t e r y haar projecten door samenwerkingsverbanden aan te gaan met partners. Afhankelijk van de afspraken kan de bijdrage van deze partners behalve in geld ook in natura zijn, door bijvoorbeeld bepaalde expertise te leveren of door het beschikbaar stellen van ruimte zonder die in rekening te brengen. Zie in dit verband ook de onder 2.1. genoemde lijst van fondsen en partners. De anbi status, verkregen in 2014, biedt de stichting de mogelijkheid ook meer aan crowdfunding te doen, sponsors te vinden en particuliere donaties voor projecten mogelijk te maken. De belastingvoordelen die horen bij de anbi status zal het voor deze groepen aantrekkelijker maken om een financiële bijdrage te leveren. Ook zijn er tegenwoordig fondsen die alleen organisaties met een anbi status kunnen steunen. A r t e r y is een non-profit organisatie en geld wordt per project bijeengebracht. De administratie wordt nauwkeurig bijgehouden door de zakelijk manager en hierop wordt toezicht gehouden door het bestuur.
4. Publiek 4.1 Publiek & bereik Het publiek van A r t e r y varieert van de doorgewinterde liefhebbers van cultuur en kunst, jong nieuwsgierig uitgaanspubliek tot studenten en bewoners van een dorp op het platteland. Het hangt af van de plek waar we staan en thematiek van een project. De relatie met het publiek wordt bij iedere productie bewust telkens opnieuw bepaald. A r t e r y speelt in haar projecten voortdurend met de rol van het publiek door dit niet als passieve toehoorder of toeschouwer, maar als actieve partner te beschouwen. Leidraad voor de hoeveelheid te bereiken publiek is de aard van het project. Bij Het Kasteel bijvoorbeeld konden mensen één voor één door de installatie lopen, dat was belangrijk en cruciaal voor het ervaren van het werk en omdat er aan het einde van de installatie een interview plaatsvond met de bezoeker. Bij Faust konden maximaal 300 mensen per voorstelling toegang krijgen, omdat het een promenade voorstelling was en bij een grotere massa mensen, de kwaliteit van de ervaring niet meer te garanderen zou zijn. Door de voorstelling 2x per avond te laten gaan konden toch 600 man (en in totaal 5000) de voorstelling zien. De Van Gogh Mile is nog afgezien van terloopse passanten, door tienduizenden mensen gezien.
4.2 Marketing Omdat de aard van de projecten verschillend is in bereik, locatie en doelgroepen wordt de marketing strategie aangepast per project. De marketing en pr kan ook in handen zijn van een partner, zoals dat het geval was bij de Van Gogh Mile. Het Van Gogh Museum was in staat over de hele wereld aandacht te genereren voor de installatie.
Pagina 4 van 7
Businessplan A r t e r y
5. Samenvatting A r t e r y ontwikkelt nieuwe projecten waarin verschillende kunstdisciplines en publieksgroepen samengebracht worden. De organisatie is opgericht om artistieke projecten van hoge kwaliteit te realiseren die inspirerend en vernieuwend zijn voor makers en publiek. A r t e r y is een onafhankelijk en flexibele organisatie die zowel op grote als op kleine schaal kan werken. Door haar brede netwerk is A r t e r y een belangrijke brug tussen gevestigde organisaties en opkomende kunstenaars en organisaties. A r t e r y geeft opdrachten voor nieuw werk en haalt inspiratie uit wat al gemaakt is in ons rijke bestaande culturele verleden, omdat juist ook vanuit de traditie de belangrijkste vernieuwingen tot stand komen. A r t e r y is internationaal georiënteerd. A r t e r y onderscheidt zich van andere organisaties door haar werkwijze, waarbij workshops en een lange voorbereidingstijd de voedingsbodem vormen voor de projecten. Binnen de veilige omgeving van de workshops, waarbij kunstenaars nog niet blootgesteld worden aan het grote publiek of de pers, kan nieuw werk ontwikkeld worden. Omdat de tijd genomen wordt, kunnen we daarom ook binnen het experiment kwaliteit waarborgen. De basis van A r t e r y is de NDSM werf in Amsterdam-Noord. Door de aanwezige infrastructuur op deze broedplaat en de ruimte is dit een ideale plek om nieuwe ideeën tot ontwikkeling te laten komen en de grenzen van verschillende kunstdisciplines op te zoeken.
Pagina 5 van 7
Businessplan A r t e r y
Bijlage 1: Overzicht projecten periode 2000-2013 Algemeen Sinds de oprichting in 2000 heeft A r t e r y hebben workshops en samenwerkingsverbanden geleid tot door pers en publiek geprezen projecten als Who Goes There? (2001, 2002), Faust (2004) en de Van Gogh Mile (2012-2103). Het realiseren van veel van de A r t e r y producties in de afgelopen jaren is te danken aan uiteenlopende fondsen en instellingen die door hun toekenningen de kwaliteit van onze producties erkend hebben: het Amsterdams Fonds voor de Kunst; de Koninklijke Ambassade der Nederlanden in Londen; Eduard van Beinum Stichting; Fonds voor Amateurkunst en Podiumkunsten, de Arts Council (UK); Fonds voor de Scheppende Toonkunst; VSB Fonds; Mondriaan Fonds en het Prins Bernhard Cultuurfonds. Toonaangevende organisaties hebben met veel enthousiasme A r t e r y gesteund en met A r t e r y gecoproduceerd, waardoor een hecht netwerk is ontstaan: het International Brighton Festival, Toneelschuur Producties, het Nederlands Kamerkoor, de Nationale Reisopera, Battersea Arts Centre Londen, Almeida Opera Londen, Studium Generale Technische Universiteit Eindhoven, het Van Gogh Museum, de Hermitage en het Holland Festival Oude Muziek. De projecten hadden niet gerealiseerd kunnen worden zonder de steun en het volste vertrouwen van deze organisaties. Producties De Van Gogh Mile (2012-2013) was een installatie in de openbare ruimte waarbij het Van Gogh Museum middels een rode draad die op 5 meter hoogte door de stad hing verbonden werd met de Hermitage aan de Amstel. De wandelroute, begeleide bezoekers op inspirerende wijze op weg naar het tijdelijke gastverblijf van het Van Gogh Museum in de Hermitage Amsterdam. Met de stad Amsterdam als decor werden de zintuigen van de wandelaars geprikkeld met geluidskunstwerken, virtuele verschijningen via een bijbehorende app, beeld en tekst, geïnspireerd op de brieven van Vincent van Gogh. De Van Gogh Mile was in feite een drieluik dat bestaat uit de 'Rode Lijn', geluidsinstallaties en de Van Gogh Mile app. Deze lagen geven verschillende dimensies van hetzelfde beeld. Samen lieten zij zien hoe thema’s die Van Gogh in zijn brieven beschrijft nog steeds actueel kunnen zijn. Dit kunstwerk van 2.2 kilometer door Amsterdam was gedurende de zeven maanden te zien.
‘Onverwacht genie waarmee Henk Schut bezoekers van het gesloten Van Gogh naar Hermitage leidde.’ Beste kunstwerk 2012 volgens kunstcriticus Bianca Stigter, NRC Handelsblad Tallis in Wonderland (2009) was een coproductie met het Britse kamerkoorensemble I Fagiolini. De oude muziek van Tallis werd op innovatieve wijze ten gehore gebracht. Zangers zongen om en door het publiek en een installatie met kleine speakers op de stoelen van de bezoekers zorgden ervoor dat deze voor sommigen moeilijk toegankelijke muziek tot de verbeelding ging spreken. Tallis in Wonderland was in verschillende theaters in Groot-Brittannië en in Nederland te zien.
‘It is not out to shock, but to open the ear to every wonder-filled strand of Renaissance polyphony by means of a highly physical aural fantasy created by six singers and Henk Schut installation team Artery, from Amsterdam. The project is not half as coy as its title, and it works. Not one aural effect, not one staged movement distracts and that is something of a small miracle. Schut exploits the ears unique ability to assimilate many layers of sound simultaneously and, in doing so, creates space for the individual imagination.’ The Times In 2005 werd The Tenor Man’s Story gerealiseerd. Een zanger ziet zichzelf na zijn optreden in de spiegel van zijn kleedkamer en vraagt zich af wat hij nu net gezongen heeft en wat dat voor hem betekent. Drukte het uit wat hij zelf voelde? Wat zou er gebeuren als deze zanger volledige vrijheid had zijn eigen repertoire te kiezen en met een eigen muziekkeuze een persoonlijk verhaal kon vertellen? A r t e r y vroeg de tenor Nigel Robson zijn eigen repertoire samen te stellen. Zijn
Pagina 6 van 7
Businessplan A r t e r y
verhaal ging over zijn zusje Christine, dat stierf twee en een half jarige leeftijd door een tragisch ongeluk nog voordat hij geboren was. Nu hij zelf vader is van twee jonge kinderen, kan hij zich enkel voorstellen hoe het geweest moet zijn voor zijn ouders om een kind te verliezen. En kan hij alleen in zijn verbeelding een beeld schetsen van een volwassen Christine zou ze nog geleefd hebben. In The Tenor Man’s Story stromen herinneringen en dromen voorbij in een muziek theatrale vertelling; folk muziek, poëzie, middeleeuwse chansons, jazz en de popmuziek brengen de centrale thema’s - liefde, de dood, verloren onschuld, vreugde en eenzaamheid, tot leven. In september 2004 ging Faust in première. De voorstelling was te zien op de Docklands in Amsterdam, tijdens het Holland Festival Oude Muziek, het Muziek Festival Enschede en Musikfest Bremen (D). Faust was gebaseerd op de vertelling van het aloude verhaal Faust aan de hand van 500 jaar muziek: van Bach en Cardoso tot Schnittke en Heppener. Net als bij Goethe’s Faust begon alles in het kleine studeerkamertje. Alleen via dit kamertje kwam men in de eigenlijke voorstellingsruimte. De gigantische deuren werden voor Faust opengegooid om zich daarna hermetisch te sluiten. Een nieuwe wereld lag aan de voeten van het publiek. Het maximale potentieel van de nog onbeschreven ruimte werd onherroepelijk. Kunnen de toeschouwers het pact met de duivel aan? Mefisto, werd muzikaal vertegenwoordigd door het Nederlands Kamerkoor, begeleide het publiek, in de rol van Faust, bij deze ontdekkingsreis naar de betekenis van het leven.
‘Regisseur Henk Schut creëert een fascinerende eenheid van klank, beeld en ruimte, die acteurs en koor delen met het publiek. Hier is geen vierde wand: wij zijn Faust, dragen zijn jas en volgen hem en een oude man , ineens afgevoerd door Mefistofeles. Niet in de laatste plaats door een fantastisch zingende Nederlands kamerkoor zou je graag langer met faust van Mefisto’s verleidingen genieten.’ NRC Handelsblad In mei 2004 was de installatie Het Kasteel in de nachtclub Bitterzoet in Amsterdam te zien. Zeven jonge kunstenaars kregen de opdracht ieder de wereld van een de kamers van het kasteel te maken. De toeschouwer dwaalde door een labyrinth van geluid en video fragmenten. Chinese Whispers (2002/03) was een muziektheaterinstallatie waarbij vijf nieuwe composities door vijf verschillende componisten op één avond werden uitgevoerd door zes musici en één zangeres. Een uitdagende wisselwerking tussen geluid, muziek en beeldende elementen. Voorstellingen vonden plaats op de Stubnitz boot, Amsterdam, Theater aan het Vrijthof Maastricht, Gaslab (een oud laboratorium op het terrein van de Technische Universiteit Eindhoven) en Felix Meritis, Amsterdam. De eerste productie van A r t e r y was de internationale productie Who Goes There? (coproducent de Toneelschuur, Haarlem en Dreamthinkspeak). Dit was een gedeconstrueerde versie van Hamlet uitgevoerd als wandelvoorstelling in conventionele theaters. Er zat een uitgebreid educatief programma dat zowel tijdens de tournee in Nederland (2001) als in GrootBrittannië (2001/02) werd uitgevoerd. In Who Goes There? werden alle ruimtes van het theater, van de kleedkamers tot en met de daken, benut en kregen de bezoekers ruimtes te zien waar ze nog nooit geweest waren. Voor de Toneelschuur was dit één van de laatste producties in het oude gebouw waardoor de voorstellingen voor veel bezoekers voelde als een bijzonder afscheid.
‘Vaak treffen die filmbeelden: een hand die een revolver koestert, voorzichtig als om te wennen aan de macht iemand te doden. Of een uitbundig verliefde Hamlet en Ophelia. Maar ook de toneelvondsten mogen er zijn. Een uitgekauwde monoloog als “To be or not to be” wordt plots aanschouwelijk als Hamlet die tekst zegt terwijl hij rondstapt met zijn dode vader op zijn rug. De Hamlet van de jonge Angus Hubbard is de troef van de voorstelling. Een gedreven waarheidszoeker aan wie je onmiddellijk ziet dat hij geen zweem hypocrisie verdragen kan. In zijn eentje neemt hij het op tegen de hele wereld. Je loopt zonder aarzelen achter hem aan als hij het theater uitvlucht om de geest van zijn vader te zoeken.’ Marjan Buijs, De Volkskrant ‘I would wager this is one of the freshest, most original productions in London. Full marks.’ Theatreworld Magazine Pagina 7 van 7