persmap
M HKAtoont
Col
i V X X e i t C le
E T R A e D M U T C FA R E N J A→ 20.01.2011 0 1 0 2 . 9 0 10.
Tijdsbeeld aan de hand van collectiewerken van de gouden jaren 80-90 met het tijdschrift Artefactum als leidraad. Met gerestaureerde werken van Lili Dujouri, Jan Vercruysse, … Er is een publicatie beschikbaar vanaf 07.10.2010
Beeld: Cindy Sherman, Untitled 120, 1983, foto Syb’l. S. – Pictures Het M HKA is een initiatief van de Vlaamse Gemeenschap
Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen www.muhka.be
persmap
Index De Artefactum-jaren Publicatie Lijst met werken
P3-7 P8 P9-10
LONELY AT THE TOP Modern Dialect
P11
Andere tentoonstellingen in het M HKA
P12-13
Cinema Zuid Kunstenaarsweken
P14-17
Praktisch
P18
2
persmap
De Artefactum-jaren Met dit project vervlecht het M HKA verschillende inzetten. Het wil het een beeld geven van het kunstbeeld in de periode 1985-1995 in Vlaanderen. Het beeld dat wordt geboden is geen kunsthistorische synthese, zoals Ulrich Loock die ambieerde in de tentoonstelling ‘A Topology’ in de Fondacao Serralves in Porto in 2006. Het is de neerslag van een tijd in een Vlaamse openbare collectie, gefilterd door de bril van het tijdschrift Artefactum dat lokaal beeldbepalend was voor de periode. Dit zijn de beginjaren van het M HKA; na de eerdere aandacht voor het ICC brengt het museum hiermee opnieuw een deel van zijn historiek in beeld. Het kijkt daarbij naar de correlatie tussen Artefactum en de aankopen van het M HKA, waarbij blijkt dat het tijdschrift een belangrijke bron daarvoor is; verschillende werken die achteraf worden aangekocht, prijken zelfs op de voorpagina ervan. De periode van midden jaren 1980 tot midden jaren 1990 is een decennium van hoop en bloei voor de beeldende kunstscène in Vlaanderen. Het begin ervan wordt gesymboliseerd door de zomer van 1986 in Gent, met ‘Chambres d’Amis’, de tentoonstelling van kunstwerken in huizen van burgers met een engagement voor het museum en de hedendaagse kunst, project dat de cultstatus van het Gentse Museum voor Hedendaagse Kunst internationaal bevestigt en lokaal publiek bekend maakt, en met de tentoonstellingscluster ‘Initiatief 86’ waarin de lokale kunstscène bewust een springplank construeert naar een internationale erkenning. In het najaar van 1986 zijn er in Gent in de Sint-Pietersabdij drie debatten met als kernvraag: ‘waarom was in de vorige Documenta maar één Belgische kunstenaar vertegenwoordigd, en dan nog een die overleden is,Marcel Broodthaers?’. Op het eind van het laatste debat staat achterin de zaal een kunstenaar op die roept ‘maar wat kunnen we eraan doèn?’. Een jaar later gaat in de Nieuwe Kerk in Amsterdam een debat door met als vraagstelling waarom de Belgische kunst internationaal zo succesvol is en de Nederlandse zo weinig voorstelt. Zo snel is het gegaan. Midden jaren 1990 eindigt die glorietijd. De negende documenta heeft nochtans kort daarvoor niet alleen negen Belgische kunstenaars getoond maar is zelfs geleid door Gentenaar Jan Hoet en een reeks Vlaamse kunstenaars zijn inmiddels internationale referenties geworden. Toch lijkt in 1995 de fut eruit. De prille musea vallen terug in de werkelijkheid van hun infrastructurele, financiële, organisatorische en intellectuele beperkingen, de paar uitzonderlijke tentoonstellingen her en der die af en toe punctueel wel nog op een internationale radar als referentieel zullen geduid worden, vinden lokaal amper weerklank, het galerijwezen raakt niet echt uitgebouwd en verliest met de sluiting van galerie Joost Declercq eind 1992 zijn meest ambitieuze project, de carrières van individuele kunstenaars raken soms strop en dragen in elk geval niet meer bij tot een gevoel dat vanuit Vlaanderen de wereld kan worden veroverd. Dit beeldende kunstverhaal staat in zijn aanzet niet alleen. Het gaat samen met een bewuste ambitie in een zelfbewuste regio, met na Flanders Technology de campagne ‘Vlaanderen Leeft!’ van minister van cultuur Patrick De Wael die voor het eerst de kunsten centraal stelt. Maar het zijn toch vooral de diverse veldactoren die het doen. Die impuls tot vernieuwing en internationalisering heeft de beeldende kunst gemeen met de andere kunsten in Vlaanderen; ‘new beat’ is in die periode een succesfenomeen in de commerciële dansmuziek, de ‘zes van Antwerpen’ veroveren de internationale modewereld, en zowel de hedendaagse dansscène als theater beginnen internationaal hoge ogen te gooien én dat verhaal lokaal bestendigen in de uitbouw van een infrastructuur, met het tijdschrift ‘Et Cetera’ als spreekbuis en opleidingen theaterwetenschappen als broedplaats. Voor de beeldende kunst zullen daarentegen magere jaren beginnen nadat het feestgewoel is weg gedeind, met kunstenaars, embryonale instellingen en kritiek die elkaar wederzijds klein trachten te maken. Maar dat is een ander verhaal.
3
persmap
Eerst schrijven zowel die kunstenaars als de instellingen geschiedenis. Terwijl het institutionele verhaal het meest in het oog springt, is dat van de kunstenaars feitelijk het best onderbouwd. Het niveau van de ambitie wordt gezet door de groep rond Joost Declercq als die in 1986 het in 1980 opgerichte Gewad omvormt tot een galerie. Het zijn mensen die al vanaf eind 1970 de scene bepalen. Ze zijn uitstekend geïnformeerd en weten via hun vrienden-verzamelaars hoe de internationale kunstmarkt werkt. Ze beseffen dat de Amerikaanse hegemonie afneemt en wordt vervangen door regionaal gebaseerde scènes, weliswaar nog altijd in een tot Europa en de Verenigde staten beperkte kunstwereld. Ze maken een kunsthistorische stamboom die Belgisch is – van Ensor over Magritte tot Broodthaers – maar zijn vooral radicaal internationaal van ambitie. Hun kunst is kunst, en daar mag geen bijvoeglijk naamwoord als ‘Vlaams’ of ‘Belgisch’ voor. Na 1986 bouwen ze snel een internationaal netwerk van artistieke contacten en galerieën uit. De periode wordt immers niet alle1en gekenmerkt door internationalisering, maar ook door vermarkting. Dit is tevens de tijd van de postmodernistische relativering, van het yuppyïsme met zijn branie en snel gewin. De markt wordt sexy, het wordt in deze periode dè manier om aan belang te winnen. De kunst van deze tijd leent zich daar uitstekend toe. Nadat de schilderkunst van de nieuwe wilden en de transavantguardia hapklare brokken had aangeleverd, is er nu de sculptuur die hoogtij viert, heldere, afgebakende werken. De strengste, meest kritische vorm daarvan wordt gevat door ‘Sonsbeek 86’; een sculptuur die zijn huid cultiveert in een postminimale vormentaal, en die het absolute van de kunst zoekt te herontdekken in een mysterieuze geslotenheid. In Antwerpen 93 wordt dit verhaal afgesloten met de synthesetentoonstelling ‘Het Sublieme Gemis’. De tegenhanger daarvan, ‘On taking a normal Situation …’ in het M HKA en meer nog ‘Sonsbeek 93’ geven al een nieuwe artistieke ruimte aan die wel substantieel zal blijken maar die zich niet meteen zal vertalen in een verder zetting van het elan van de scène en van een publiek draagvlak. ‘Sonsbeek 86’ is enkel een scherpe kernkeuze in een veel breder veld van aantrekkelijke ruimtelijke voorstellen, zoals dat zich toont in ‘Chambres d’Amis’, of, het jaar ervoor, in ‘Investigations’ door Laurent Jacob in Luik, een grandioze thematisering van de betonnen publieke spilzucht onder de place Saint-Lambert. Artefactum als tijdschrift is een perfecte weerspiegeling van die periode als publieke verschijning. Het begint met een gretige internationale ambitie – niet minder dan zes talen moet het hebben –en gaat steeds moeizamer en met steeds minder door, valt, staat op, valt weer – de herfinancieringen zijn een verhaal op zich - om tenslotte failliet te gaan na het uitblijven van een formeel toegezegde loterijsubsidie, in de tijd van de bezuinigingen om de Maastrichtnorm te halen. Artefactum bepaalt het tijdsbeeld zoals het tijdschrift Quadrum – voorbeeld voor Artefactum - dat doet voor de periode midden jaren 1950 tot midden jaren 1960 - of De Witte Raaf het zal doen voor het erop volgende decennium. Artefactum is glossy, voert voor het eerst in België de overdadige advertenties in die bij het beeld van een succesvol internationaal kunsttijdschrift zijn gaan horen. Het houdt tekst en grote, aantrekkelijke afbeeldingen in evenwicht. Het wil het laatste van de kunst brengen voor een breed publiek van kunstliefhebbers en kunstkopers. Het gaat daarbij ongecompliceerd mee met de markt die op dat moment zo bepalend is. Het doet mar occasioneel aan bevraging van het kunstsysteem. De kunstwereld die erin verschijnt is vooral die van kunstwerken die worden tentoon gesteld. De ambitie erin gaat verder dan journalistiek; ze betreft een klassieke kunstkritiek. De teksten schrijven aandachtig over kunst, met Wim Van Mulders als lichtend voorbeeld. Artefactum heeft daarbij de mogelijkheid van het schrijven over kunst uit de obscuriteit van vergeten hoeken en goedkoop krantenpapier gehaald. Het heeft het glanzend gemaakt, zoals ook de kunst plots fonkelend kan zijn.
4
persmap
In een synthese van het onderzoek door Jan Devree met medewerking van Liliane Dewachter en Leen De Backer verderop in deze publicatie wordt een proeve tot beschrijving gemaakt van wat het tijdschrift is geweest; een gesprek tussen enkele hoofdredacteurs van tijdschriften die momenteel in de regio verschijnen, gemodereerd door Wim Van Mulders, tracht de mogelijkheidsruimte van kunsttijdschriften aan te geven, afgetoetst aan wat Artefactum ooit was; een korte bijdrage van Dieter Roelstraete op grond van onderzoek door hem en Grant Watson naar de toonaangevende internationale kunsttijdschriften uit die periode geeft aan hoe er in dat marktgerichte beeld toch een belangrijke injectie is van filosofie die richtinggevend zou worden. Artefactum heeft wel een niet genoeg te waarderen sectie waar Ernst Goldschmidt een overzicht geeft van nieuwe internationale publicaties, maar stelt het discursieve niet op zich centraal. Het focust op kunstwerken en hun presentatie. In het onderzoek van het M HKA naar Artefactum heeft het M HKA een externe referentielijst gemaakt van kunstenaars die in deze periode belangrijk worden geacht, in andere toen wijdverbreide kunsttijdschriften ( Flash Art / Art in America / Texte zur Kunst / Metropolis M / Parkett / Art Monthly / October / Frieze ) en zoals ze verschijnen in het recente ‘A Topology’. Een aantal van die kunstenaars komen in Artefactum niet voor, Miroslav Balka bijvoorbeeld, Pedro Cabrita Reis, Jimmie Durham, Katherina Fritsch, Peter Hally, David Hammons, Mona Hatoum, Candida Höfer, Guillermo Kuitca, Louise Lawler, Raymond Pettobon, Chales Ray, Doris Salcedo, Tunga, Christopher Wool … . Zij ontbreken, zowel in de museumaankopen als in het tijdschrift. Algemeen kan hier worden gezegd dat Artefactum geen uitputtend overzicht geeft van wat er zichtbaar is en dat met name de prille verbreding van de blanke, mannelijke West-Europees/Noordamerikaanse kunstscène amper wordt gethematiseerd. Ook Ilya Kabakov komt bijvoorbeeld maar beperkt aan bod, met een kleine review van zijn ‘vliegen’tentoonstelling in Keulen en een afbeelding bij een groepstentoonstelling. Kabakov zal ook maar later in de collectie komen, in 1998, in het voorruitzicht van de tentoonstelling in 1999. Een kwantitatief onderzoek van de tentoonstellingslijsten in de kalender en van alle advertenties toont achteraan in deze publicatie precies wat in die periode de internationale horizon van het tijdschrift is. Wat ontbreekt, maakt net zo goed een collectie uit als wat er wel is. Nog belangrijker in deze concrete oefening van verbinding tussen een tijdschrift en een verzameling, zijn kunstenaars waaraan wèl herhaalde malen ‘belang wordt gehecht’ in Artefactum maar die niet in de collectie zijn terecht gekomen. Dit klinkt bijna als een wish list van kunst uit deze periode; Herbert Brandl, Jean-Marc Bustamente, James Coleman, René Daniels, Fischli & Weiss, Rodney Graham, Mike Kelley, Jeff Koons, Reinhard Mucha, Thomas Schütte, Haim Steinbach, Thomas Struth, Bill Viola, Jeff Wall, Richard Wendworth, … Opvallend is dat geen maar weinig vrouwelijke kunstenaars op een dergelijke manier nadrukkelijk meer dan één keer worden besproken. Dat een kunstenaar als Thomas Schütte, die in niet minder dan vijf nummers belangrijke aandacht krijgt, telkens met illustraties, in de collectie ontbreekt, wijst op de beperkingen van het aankoopbeleid dat ook toen al met zeer beperkte middelen moest worden waargemaakt. Deze bredere horizon van wat wel gezien maar niet gekocht wordt, is in de tentoonstelling aangegeven door artikels in Artefactum van ‘ontbrekende’ referentiekunstenaars, waar wel aandacht en waardering naar uitging.
5
persmap
Algemeen was voor de selectie van werken in de tentoonstelling de correlatie bepalend. Daarom is bijvoorbeeld de grote Allan McCollum uit de collectie niet opgenomen hoewel McCollum wel wordt vermeld en afgebeeld (in een groepstentoonstelling). Het werk wordt immers pas in 1999 aangekocht. Om een gelijksoortige reden ontbreekt b.v. Narcisse Tordoir, die wel al in 1984 en in 1987 wordt aangekocht maar met ander werk dan in Artefactum later wordt besproken. Voor de tentoonstelling is nog een verdere beperking ingevoerd, omdat de inzet ook is om een tijdsbeeld op te hangen. Kunstenaars waarbij er eveneens een correlatie is tussen Artefactum en collectie-aankopen maar die veeleer aan een eerder momentum kunnen worden gekoppeld, zijn niet opgenomen. Voor Vlaanderen zijn om die reden Raoul De Keyser, Luc Deleu, Jef Geys, Bernd Lohaus en Panamarenko afwezig. Daarbij horen verder kunstenaars die voor Flor Bex al lang sleutelkunstenaars waren, Benni Efrat of James Lee Byars, en enkele sleutelwerken in de collectie, zoals Richard Artschwager die in deze periode wel ‘geactualiseerd’ wordt maar toch al langer een referentie is, of Eugenio Dittborn die toch een uitzonderlijk buiten-Europees aandachtspunt is. Een voorname referentie voor wat als ‘verleden’ kan worden beschouwd is voor het M HKA het kunstbeeld in de documenta van Rudi Fuchs geweest. Enige uitzondering zijn hier Barbara Kruger en Cindy Sherman, die wel in deze documenta waren opgenomen maar die – net als Jenny Holzer die in de collectie ontbreekt maar wel een belangrijke aandacht in Artefactum krijgt - volgens ons eerder in de hier behandelde periode hun belang krijgen. Dit project is gerealiseerd in een dialoog tussen een museum en zijn stichtend directeur, Flor Bex. Flor Bex startte van een lijst van alle werken uit de collectie die in Artefactum zijn opgenomen, het M HKA met een lijst van kunstenaars die uit het internationaal tijdschriftenonderzoek naar voor komen als belangrijk in het kunstbeeld van toen. Die twee zijn aan elkaar afgetoetst. Flor Bex pleitte er daarbij voor om ook enkele kunstenaars op te nemen die minder in een internationaal kader geplaatst kunnen worden maar wel kwalitatief zijn en belangrijk voor het beeld in Vlaanderen. Ook Ben werd uiteindelijk opgenomen al hoort hij bij fluxus, omdat hij zo prominent in Artefactum figureert. Aan Flor Bex laten we graag de laatste hand, zowel voor het maken van de tentoonstelling als voor de vormgeving van het vervolgnummer van Artefactum waarbij hij, zoals vroeger, zelf de vormgeving verzorgt..
6
persmap
Naar aanleiding van de tentoonstelling zijn enkele werken uit de verzameling gerestaureerd waaronder: Kamer III (1985) van Jan Vercruysse1, Abris provisoir (1986) van Sylvie Blocher2, The Kiss (1986) van Lili Dujourie3 en Image du Monde ou le Problème XXX (1986) van Ludwig Vandevelde en Everything I say (1986) van Tom Puckey. De tentoonstelling omvat verder een plooiwerk van alle Artefactumnummers van Denmark en documentatiemateriaal zoals de vormgeving en foto’s voor het laatste, ongepubliceerd nummer (nummer 54), originele documenten en tekeningen van Jacques Charlier, het boek Sophia’s Terugkeer van Francis Smets en andere parafernalia.
1
2
3
In het verlengde van de tentoonstelling wordt een publicatie uitgegeven, die de vorm zal krijgen van een Artefactum en die verschillende teksten omvat en de neerslag van een rondetafelgesprek tussen de hoofdredacteurs van een aantal kunsttijdschriften Wim Van Mulders, Flor Bex (Artefactum), Marc Ruyters (
ART), Dieter Roelstraete (Afterall), Dirk Pültau (De Witte Raaf), Domeniek Ruyters (Metropolis M) en Wouter Hillaert (Rekto:Verso). De publicatie wordt voorgesteld tijdens de M HKA seizoensopening op 7 oktober 2010. Nog in het kader van Artefactum: M HKA XL-avond: in het teken van Artefactum op DO 18 november 2010. Finissage: Tijdens de finissage, op ZO 20 februari 2011, stelt Bart Stouten (Klara), zijn nieuwe (en vijfde) poëziebundel voor. Tussen Dood en Herleven wordt ingeleid door kunstcriticus Frans Boenders.
4
5
7
persmap
Publicatie In het verlengde van de tentoonstelling wordt een publicatie uitgegeven, die de vorm zal krijgen van een Artefactum en die verschillende teksten omvat en de neerslag van een rondetafelgesprek tussen de hoofdredacteurs van een aantal kunsttijdschriften (Wim Van Mulders, Flor Bex (Artefactum), Marc Ruyters (ART), Dieter Roelstraete (Afterall), Dirk Pültau (De Witte Raaf), Domeniek Ruyters (Metropolis M) en Wouter Hillaert (Rekto:Verso). De publicatie wordt voorgesteld tijdens de M HKA seizoensopening op 7 oktober 2010.
INHOuD Woord vooraf door Bart De Baere Een panelgesprek met Marc Ruyters (ART), Domeniek Ruyters (Metropolis M), Wouter Hillaert (Rekto:Verso), Dirk Pültau (De Witte Raaf), Dieter Roelstraete (Afterall) en Flor Bex (Artefactum) en Wim Van Mulders Winterbloemen Denkend over & aan kunst in de jaren tachtig door Dieter Roelstraete Korte inleiding tot het tijdschrift Artefactum door Anne-Marie Poels en Jan De Vree Tentoonstellingscatalogus met tekstfragmenten uit Artefactum Index auteurs en kunstenaars Epiloog door Flor Bex
8
persmap
Lijst tentoongestelde werken COLLECTIE M HKA Marina Abramović Anima Mundi (Bangkok), 1983
Marlene Dumas Sacrifice, 1993
Richard Baquié Dérive, 1986
Anish Kapoor Zonder titel, 1991
Guillaume Bijl 10 foto’s van installaties, 1979-1985
Niek Kemps Het Tellurium, 1985 John Körmeling Gat in de wolk, 1989
Jean-Marie Bijtebier Boom, 1999 Kate Blacker Portable Glory, 1986 Sylvie Blocher Abris Provisoires , 1986 Christian Boltanski Réserves: Meurtres, 1989-1990 Alan Charlton Zonder titel, 1988 Patrick Corillon A Beaubourg la grande rétrospective J. Beuys, 1987 Tony Cragg Selfportrait with bottles and bricks, 1982 Thierry De Cordier Hoofdbreker (casse-tête 88), 1988 Richard Deacon Body of thought n°2, 1988 Luc Deleu Station Europa Centraal-Gare Europe Centrale, 1986-1989 Wim Delvoye Twee Delftse Butaangasflessen, 1988 Denmark Artefactum, 1983 -94, nr. 1 – 50, 1994 Lili Dujourie The Kiss, 1986
John Körmeling Starting House, 1991 Barbara Kruger We are not what we seem, 1988 Wolfgang Laib Blütenstaub von haselnuss, 1987 Ange Leccia Conversation, 1987 David Mach She always saved the best bit’till the last, 1988 Ulrich Meister Zonder titel (Der Boden lag ruhig unter ihm, nichts bewegte sich), 1993 Juan Muňoz Conversation piece with a stick, 1994 Thom Puckey Everything I say is not true, 1986 Guy Rombouts Gebeurtenissen die zich verharden tot het object waarop we zitten en abstracte zelfstandige naamwoorden die de stevigheid van een tafel verwerven, 1986 Guy Rombouts Geen dag zonder lijn, 1989 Rui Sanches Marat d’après David, 1987 Marc Schepers The Deconstructed Image, 1994
9
persmap
Cindy Sherman untitled 120A, 1983
BRuIKLENEN FLOR EN LIEVE BEX-DE DEYNE
Cindy Sherman untitled 121A, 1983
Jacques Charlier Moi aussi parfois je lis Artefactum, 1983
Ettore Spalletti Stanza, Giallo Oro, 1994 Walter Swennen Zonder titel, 1985
Jacques Charlier Art-Way, 1983
Luc Tuymans Antichambre, 1985
Jacques Charlier Ontwerp voor T-shirt voor Artefactum, 1985
Guy Van Bossche Zonder titel, 1989
Jacques Charlier Stripverhaal voor Artefactum, 1983
Philippe Van Snick J. Beuys en M. Broothaers, 1986
Keith Haring Bankcheck 0722 The Chase Manhattan Bank, 1985
Ludwig Vandevelde Image du Monde, 1988 Ben Vautier Er is geen volk zonder taal, 1987
Denmark Glazen fles met verpulverde Artefactum, 1984
Ben Vautier Er is geen kultuur zonder avant-garde, 1987
Ben Vautier Portrait de Flor Bex, 1990
Ben Vautier Er is geen taal zonder kultuur, 1987
Ben Vautier Encore de l’art (ontwerp voor kaft Artefactum)
Carlo Verbist Waarneming-box, 1982 (1) Carlo Verbist Waarneming-box, 1982 (2)
Jef Geys Ontwerp voor kaft Artefactum Lay-out voor Artefactum nummer 54 Nooit gepubliceerd
Jan Vercruysse Kamer (III), 1986 Didier Vermeiren Zonder titel, 1985 Jean-Luc Vilmouth Zonder titel, 1986 Michael Witlatschil Ich 3, 1983
10
persmap
LONELY AT THE TOP Modern Dialect Hedendaagse kunstenaars kijken naar het oeuvre van Renaat Braem 10.09-14.11.10 Op 29 augustus is het precies 100 jaar geleden dat de Belgische architect Renaat Braem in Antwerpen geboren werd. Dat was voor het Vlaams Architectuur Instituut een fijne aanleiding om het oeuvre van Braem een jaar lang in de kijker te zetten. In het kader daarvan loopt op de 5de en 6de verdieping van het M HKA, die voor iedereen vrij toegankelijk zijn, één van de luiken van het tentoonstellingsproject Modern Dialect. Renaat Braem (1910-2001) staat internationaal bekend om zijn vernieuwende en radicale opvattingen omtrent stedenbouw. Als leerling van Le Corbusier drukte hij na de Tweede Wereldoorlog zijn stempel op de heropbouw van verschillende Vlaamse steden. Vooral in Antwerpen en Brussel hebben zijn grootschalige en utopische huisvestingsprojecten, zoals de woonblokken op het Kiel in Antwerpen of de modelwijk aan de Heizel in Brussel de skyline mee vorm gegeven. Opgehemeld om hun overzichtelijkheid en praktisch nut, verguisd om hun onpersoonlijkheid en eentonigheid, laten Braems realisaties maar weinigen ongeroerd. De 100ste verjaardag van deze visionaire ontwerper biedt dan ook een ideale gelegenheid om terug te blikken op een oeuvre dat architectuur, engagement, politiek en reflectie verenigt tot een kunstvorm. In de tentoonstelling Modern Dialect wordt het werk van hedendaagse kunstenaars gerelateerd aan de modernistische architectuur van Braems. De beelden en installaties van de kunstenaars leggen een aantal paradoxen bloot en creëren een veelzijdig perspectief op het modernisme en de sociale utopie van deze vormentaal die tot vandaag invloed heeft op de architectuur wereldwijd. met werk van: Corey McCorkle, Marte Johnslien, Mark Macken, Jef Verheyen, Mona Vatamanu & Florin Tudor, Erik van Lieshout, Kris Fierens / Tinka Pittoors, David Diao, Luc Kheradmand, Susanne Kriemann, Pavel Büchler, Tim Etchells De tentoonstelling Modern Dialect vindt plaats in het M HKA (10.09-14.11) en in CO Nova (10.09-22.10). > De toegang is steeds gratis. M HKA Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen Leuvenstraat 32 2000 Antwerpen CO Nova Schijfstraat 105 2020 Antwerpen
Modern Dialect is een tentoonstellingsproject van d’vis vzw in co-productie met het M HKA i.h.k.v. het Braemjaar, georganiseerd door Vlaams Architectuur Instituut. Curator: Win Van den Abbeele Meer info: www.muhka.be Bezoek ook de tentoonstelling RENAAT BRAEM 1910-2010 van het Vlaams Architectuur Instituut (VAi). Deze is te bezoeken tussen 01.10.2010 en 09.01.2011 in De Singel. DeSingel Desguinlei 25 B-2018 Antwerpen meer info: www.braem2010.be
11
persmap
Volgende tentoonstellingen in het M HKA CRAIGIE HORSFIELD Schering en inslag Confluence and consequence 08.10.10-16.01.11 > pers preview op DO 7.10 om 11:00 Dit najaar organiseert het M HKA een solotentoonstelling van Craigie Horsfield (Cambridge, UK, 1949), één van de invloedrijkste hedendaagse kunstenaars van dit moment op het gebied van sociale projecten. Door het opzetten van dit soort projecten heeft zijn werk veelbetekende opvattingen over de gemeenschap en het individu geïnitieerd. De presentatie die de kunstenaar in het M HKA brengt, spitst zich toe op de wandtapijten van de kunstenaar. Met behulp van een uitgebreide waaier aan media (video, fotografie, geluid, tekeningen, performance en installatie) herdenkt Horsfield op een radicale manier de begrippen ‘relatie’, ‘slow time’ en ‘aandacht’ –hetgeen op vele gebieden van invloed is. Horsfields sociale projecten, installaties, foto’s, films, prints en geluidswerken hangen onderling nauw samen en vloeien uit elkaar voort. Maar in welk medium de kunstenaar ook werkt, hij is vooral bekommerd om het gegeven ‘relatie’ dat ‘zijn’ en ‘vertellen’ uitdrukt. Horsfields werk heeft een nieuwe dimensie gekregen met de jacquard tapijten, die de kunstenaar sinds drie jaar maakt in nauwe samenwerking met Flanders Tapestries. Deze tapijten op groot formaat zijn van belang gebleken voor het opnieuw teruggrijpen naar en herdenken van dit medium binnen de hedendaagse kunst en voor de renaissance van de Vlaamse tapijtindustrie in het algemeen. De tentoonstelling omvat sleutelwerken binnen de ontwikkeling van dit herdenken zoals Above the road east toward Taibique, El Hierro. 15 minutes. February 2002, 2008 (een indrukwekkende wolkenlucht) en The tree at the edge of the World, Sabinar. La Dehesa, El Hierro. 38 minutes, just before dark, March 2002, 2008 (een boom). Speciaal voor deze tentoonstelling heeft Horsfield ook negen nieuwe tapijten gemaakt.
12
persmap
LONELY AT THE TOP Parallel Doors of Perception 26.11.10-30.01.11 Antonio Jose Guzman is een Nederlands-Panamese audiovisuele kunstenaar, die werkt in verschillende media, rond thema’s als DNA, migratie en zwaartekracht. Op de 5de en 6de verdieping van het M HKA toont Guzman The State of L3, een project waar hij sinds 2008 aan werkt en dat in het verlengde ligt van The day we surrender to the air, de documentaire die hij maakte over zijn zoektocht naar zijn DNA. The State of L3 is een project dat de continenten Afrika, ZuidAmerika en Europa met elkaar verbindt, op zoek naar de Afrikaanse identiteit van en verwantschap tussen kunstenaars en jongeren op die continenten. Het is een project over pan-Afrikanisme, over multimedianetwerken en over de noodzaak van een pan-Afrikaans collectief voor hedendaagse kunst en film. > Een tentoonstelling door Antonio Jose Guzman en The State of L3 Pan African Contemporary Arts & Film Collective: Antonio Jose Guzman (Amsterdam), Ton van Beers (Amsterdam), Abdulaye Armin Kane (Dakar), Felipe Peres Calheiros (Recife), Neil Fortune (Suriname/NL), Edduin Gonzalez (Panama/ Paris) and Raul Balai (Amsterdam).
LAWRENCE WEINER - LIAM GILLICK A Syntax of Dependency: A Pilot 04.02.11-22.05.11 COLLECTIE XXVII 12.03-21.08.11 COLLECTIE XXVIII 09.06-18.09.11 JEF GEYS Martin Douven – Leopoldsburg – Jef Geys 10.09.11–01.01.12 EUROPALIA BRAZILIË 07.10.11 – 22.01.12
13
persmap
Cinema Zuid Kunstenaarsweken Met regelmaat organiseert Cinema Zuid events waarbij de grenzen van de cinema worden afgetast en overlappingen met andere media worden onderzocht. HET VOLLEDIGE OVERZICHT 24.04-03.10.10 Closing Time > met Kees van Kooten, Hanneke Groenteman, Eric De Kuyper en Marc Didden Nog tot begin oktober loopt in het KMSKA Closing Time waarin kunstenaar Jan Vanriet verbanden legt tussen zijn oeuvre en werken uit de collectie van het museum. Hetzelfde gebeurt vier woensdagavonden lang in Cinema Zuid. Vanriet selecteerde vier films en nodigde ook vier eminente gasten uit om te praten over de referentiepunten tussen film en schilderkunst. Kees van Kooten bijt de spits af op 8 september. Die avond wordt ook Vittorio de Sica’s Ladri di biciclette (1948) vertoond. Een week later is Hanneke Groenteman te gast en wordt Die grosse Liebe (1942) aanleiding tot een gesprek. Op woensdag 22 september leidt cineast, docent en schrijver Eric De Kuyper Menschen am Sonntag (1930) in en de reeks wordt afgesloten met F.W. Murnaus meesterwerk Der letzte Mann (1934), van commentaar voorzien door Marc Didden. Met een toegangsticket voor een van de filmavonden kun je tot 3 oktober gratis de tentoonstelling Closing Time bezoeken. Ticket omruilen aan de kassa van het museum. > Met een toegangsticket van de tentoonstelling Closing Time betaal je €3 in plaats van €5 voor de filmavonden Woensdag 15 september 20:30 Die Grosse Liebe Rolf Hansen > inleidend gesprek tussen Jan Vanriet en Hanneke Groenteman In Die große Liebe, de succesrijkste Duitse film uit de oorlogsjaren, speelt de legendarische Zarah Leander eigenlijk een beetje zichzelf: ze is een gevierde zangeres uit Scandinavie die door haar liefde voor een gevechtspiloot leert wat de plicht is van een Duitse soldatenvrouw. De film biedt de perfecte mengeling van propaganda en entertainment die propaganda-Minister Goebbels voor ogen had en hij werd dan ook ingezet om het moreel op het thuis-front op te krikken (dat was nodig want de R.A.F. had toen net Keulen gebombardeerd). Zarah Leander zingt o.a. Mein Leben für die Liebe – jawohl,Davon geht die Welt nicht unter, Blaue Husaren enIch weiß, es wird einmal ein Wunder gescheh’n.
14
persmap
Woensdag 22 september 20:30 Menschen am Sonntag Robert Siodmak, Edgar ulmer > inleidend gesprek tussen Jan Vanriet en Eric De Kuyper unieke semidocumentaire over 24 uur in het leven van enkele doorsnee Berlijners die een zorgeloze zondagnamiddag doorbrengen aan de Nikolassee. Menschen am Sonntag haalde de filmgeschiedenisboeken vanwege zijn accurate en laconieke portrettering van het leven van de gewone Duitse burger die zich blijkbaar nog zalig onbewust waren van wat hen te wachten stond (drie jaar later zou Hitler aan de macht komen). Weinig films zijn zo cruciaal geweest voor zoveel filmmakers als Menschen am Sonntag: Robert Siodmak en Edgar ulmer regisseerden, Curt Siodmak en Billy Wilder schreven het script, Eugen Schufftan was de cameraman en Fred Zinneman zijn assistent. Ze zouden later allen carriere maken in Hollywood. Woensdag 22 september 20:30 Der letzte Mann F.W. Murnau > inleidend gesprek tussen Jan Vanriet en Marc Didden Een portier in een groot luxehotel, die trots is op zijn werk en zijn uniform, wordt te oud bevonden voor zijn taak en gedegradeerd tot toiletbediende. Het lijkt wel alsof ‘s mans wereld in elkaar stort. Emil Jannings is imposant in deze tragedie van de kleine burgerman die zijn status en daardoor ook zijn waardigheid verliest. Murnau had geen tussentitels nodig: zijn expressieve camera vertelde alles. Weinig films hadden zo’n grote impact als Der letzte Mann, die een van de grote meesterwerken van de stille film is.
15
persmap
Vrijdag 17 september 20:00 Mesrine: L’Instinct de mort Jean-Francois Richet Tweedelige true crime-biopic van Jacques Mesrine > inleidend gesprek met Jan Fabre Jan Fabre is al decennialang gefascineerd door de figuur van Mesrine en naar aanleiding van zijn tentoonstelling Art kept me out of jail in het M HKA, leidt de kunstenaar op vanavond (1936-79), Frankrijks topcrimineel en anti-establishment poster boy van de jaren ’60 en ’70. Tijdens zijn legerdienst in de jaren ’50 in Algerije krijgt de jonge Mesrine de smaak van het geweld, het avontuur en het doden te pakken. Terug in Frankrijk heeft hij niets om handen tot hij Guido ontmoet, die hem introduceert in het Parijse misdaadmilieu. In de daaropvolgende jaren legt Mesrine een indrukwekkend crimineel parcours af: hij werd Frankrijks topgangster mede dankzij een geobsedeerde media-aandacht voor zijn exploten en het onvermogen van de politie om hem voor het gerecht te dagen. Vincent Cassel leek een voor de hand liggende keuze om de charismatische Mesrine te spelen. Hij legt de nodige energie en ambiguiteit in zijn rol en zorgt ervoor dat de film geen apologie voor ’s mans daden wordt. Vrijdag 19 september 20:00 Mesrine: L’ennemi public n°1 Jean-Francois Richet Tweede deel van de biopic van Jacques Mesrine.
16
persmap
Woensdag 20 oktober 20:00 The Clandestine in the Work of Jef Cornelis > Dirk Pultau (De Witte Raaf) leidt deze filmavond in. Voor een hele generatie televisie-kijkers is Jef Cornelis een levende legende. In het huidige matte televisieklimaat is wat Cornelis in de jaren 70 en 80 deed nu ondenkbaar. Meer dan gewone registraties of reguliere reportages wist Cornelis weerbarstige en subversief gemaakte beelddocumenten in de context van de openbare omroep binnen te smokkelen. Naar aanleiding van het intrigerende boek The Clandestine in the Work of Jef Cornelis (Koen Brams & Dirk Pultau) is dit een unieke kans om enkele vergeten parels als Het gedroomde boek (1980), CogelsOsylei (1970) of De Straat (1972) te (her)ontdekken. • James Lee Byars: een Amerikaans kunstenaar BE 1969 • Cogels-Osylei 1 BE 1970 • Cogels-Osylei 2 BE 1970 • De straat BE 1972 • Het gedroomde boek BE 1980 • Daniel Buren BE 1971 > De ‘Tour de Cornelis’ is een samenwerking tussen Extra City, Argos/Centre for Art and Media en Cinema Zuid
17
persmap
M HKA praktisch PERSCONTACTEN Rita Compère / Kathleen Weyts > T +3 (0)3 60 99 91 of +3 (0)3 60 80 97 > [email protected]
OPENBAAR VERVOER > Station Antwerpen-Berchem: tram 8 > Station Antwerpen-Centraal: bus 3 > Station Antwerpen-Zuid: tram 4 > www.delijn.be / www.nmbs.be
Persteksten en beeldmateriaal kan je downloaden op www.muhka.be/press Dank bij voorbaat om bij publicatie ook telkens onze website te vermelden: www.muhka.be
EIGEN VERVOER > www.antwerken.be > gratis parkeergelegenheid
M HKA Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen Leuvenstraat 32 2000 Antwerpen > DI→WO en VR→ZO 10:00→18:00, DO 11:00→21:00 > T +3 (0)3 60 99 99 > [email protected] TOEGANG > €6 > €4 (- 6 / 60+ / groepen vanaf 10 pers. /werkzoekenden / andersvaliden en hun begeleiders / leden NICC / Antwerpenaren / lerarenkaart Klasse / Knack Club) > gratis (-13 / BIG-kaart / Vrienden van het M HKA / ICOM /VMV)
CINENEMA ZUID Lakenstraat 14 2000 Antwerpen > T +32 (0)3 242 93 57 > [email protected] > www.cinemazuid.be Het M HKA is een initiatief van de Vlaamse Gemeenschap en wordt gesteund door Provinciebestuur Antwerpen, Stad Antwerpen, Nationale Loterij, Akzo Nobel Decorative Coatings-Levis en Klara
INLICHTINGENEN EN RESERVATIES > MA→VR 09:00→12:00 en 13:00→17.00 > T + 32 (0)3 260 99 90 > [email protected] > www.muhka.be/ontvangt M HKAFE > DI→ZO 11:00→16:00 > gratis toegang tot het M HKAFE en de 5de en 6de verdieping M HKAbibliotheek > DI→VR 11:00→17:00 > T +32 (0)3 260 99 98 > gratis toegang
18