LITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACO ECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACOM DEFENSIE OND DE SPOOR BELGACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 D GACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB G E ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FIN EP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTER LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE S LITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACO ECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACOM DEFENSIE OND DE SPOOR BELGACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 D GACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB G E ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FIN EP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTER LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE S LITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACO ECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACOM DEFENSIE OND DE SPOOR BELGACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 D GACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB G E ONDERWIJS GROEP POST FIN OP EN B2 DE A RPOLITIE E SLRB EFINANCIËN CGROEP T O RPOLITIE EP 2 DE POST LRB GROEP RECHTER LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE S AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X · P409836
België - Belgique P.B.- P.P Brussel X BC 9791
argument
www.vsoa.eu www.vsoa.eu
MAANDBLAD VAN HET VRIJ SYNDICAAT VOOR HET OPENBAAR AMBT
5 DE J A A R G A N G · N ° 8 · O K T O B E R 2 0 1 1 · M A A N D E L I J K S E U I T G A V E V A N H E T V S O A · O P E N B A R E S E C T O R V A N D E A C LV B
PAGINA’S 8-9
SOCIALE VERKIEZINGEN 2012
GROEP SPOOR NMBS : BESTEMMING BETER ? JA, MAAR VOOR WIE ? PAGINA’S 10-11
GROEP DE POST
UNI WORLD CONGRES
PAGINA’S 14-15
GROEP DEFENSIE GEDRAGSCODE OF DEONTOLOGISCHE CODE ? HOE MEER, HOE STERKER >> PAGINA 3 2012 wordt op sociaal en syndicaal vlak een belangrijk jaar. Hoewel de overheidssector niet rechtstreeks betrokken is, belangen de sociale verkiezingen ons allen aan. Vandaar deze oproep aan alle VSOA-leden: steun de ACLVB door kandidaten aan te brengen via uw familie, kennissen en vriendenkring. Hoe meer ACLVB-kandidaten er zijn, hoe meer mandaten er gewonnen kunnen worden. Des te luider zal de stem van onze organisatie klinken op alle niveaus van het sociaal overleg.
WE HEBBEN ER ALLEMAAL BELANG BIJ.
RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACOM DEFENSIE OND DE SPOOR BELGACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 GACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB G E ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FI OEP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTE LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE S LITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGAC RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACOM DEFENSIE OND DE SPOOR BELGACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 GACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB G E ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FI OEP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTE LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE S LITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGAC RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACOM DEFENSIE OND DE SPOOR BELGACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 GACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB G E ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FI OEP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTE LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE S LITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGAC
V S OA
2
inhoud O N Z E CO Ö R D I N AT E N
INHOUD
SECRETARIAAT-GENERAAL Lang Levenstraat 27-29 - 1050 BRUSSEL Tel 02/549.52.00 - 02/512.91.63 - Fax 02/514.16.95 E-mail :
[email protected]
Blz. 8 tot 9 : SPOOR - NMBS : Bestemming beter ? Ja, maar voor wie ? - Mercato bij de NMBS.
GROEP SPOOR Kantersteen16 - 1000 BRUSSEL Tel 02/213.60.60 - Fax 02/224.66.10 E-mail :
[email protected] Nationaal Voorzitter : Roland VERMEULEN
Blz. 9 : FINANCIEN - Overlijdens van Eddy VERDOODT en Erik GODIJNS.
GROEP 2 : FEDERALE GEMEENSCHAPS- EN GEWESTADMINISTRATIES Boudewijnlaan 20-21 (2de verd.) - 1000 BRUSSEL Tel. : 02/201.19.77- Fax : 02/203.54.10 N.M.K.N. 145-0526116-47 E-mail :
[email protected] Nationaal Voorzitter : François FERNANDEZ-CORRALES
Blz. 10 tot 11 : DE POST - Internationaal - Uni World congres : Een verhelderend congres. - De postmannen van Braine-l’Alleud gingen 2 dagen in staking.
GROEP LOKALE EN REGIONALE BESTUREN Vooruitgangstraat 319 - 1030 BRUSSEL Tel 02/201.14.00 - Fax 02/201.14.34 E-mail :
[email protected] Nationaal Voorzitter : René MARTENS GROEP ONDERWIJS Boudewijnlaan 20-21 (1ste verd.) - 1000 BRUSSEL Tel 02/529.81.30 - Fax 02/529.81.39 E-mail :
[email protected] Wnd. Gemeenschapsvoorzitter : Willy HENDRIKX GROEP DE POST Centrumgalerij 244 (3e verdieping) - 1000 BRUSSEL Tel 02/223.00.20 - Fax 02/223.09.43 P.R. : 000-0674537-96 E-mail :
[email protected] Nationaal Voorzitter : Marc DE MULDER GROEP BELGACOM Prinses Elisabethplein 12 - 1030 BRUSSEL Tel 02/245.21.20 - 02/245.12.70 - Fax 02/245.27.94 P.R. : 000-0259656-84 E-mail :
[email protected] Nationaal Voorzitter : Pierre MOTTOULLE GROEP RECHTERLIJKE ORDE Centrumgalerij - Blok 2, 4de verdieping Kleerkopersstraat 15-17 - 1000 BRUSSEL Tel 02/513.05.55 - Fax 02/503.25.02 E-mail :
[email protected] Nationaal Voorzitter : Jean-Marie MICHIELS GROEP DEFENSIE Lozenberg 2 - 1932 ZAVENTEM Tel 02/223.57.01 - Fax 02/219.02.15 E-mail :
[email protected] Nationaal Voorzitter : Erwin DE STAELEN GROEP FINANCIEN Centrumgalerij - Blok 2, 4de verdieping Kleerkopersstraat 15-17 - 1000 BRUSSEL Tel 02/226.41.11 - Fax 02/226.41.10 E-mail :
[email protected] Nationaal Voorzitter : Paul MONSAERT
Dit nummer werd samengesteld met de medewerking van de verantwoordelijken van het Redactiecomité
- VSOA Rechterlijke Orde speelt actieve rol in Basis Overlegcomité (BOC).
Blz. 13 tot 16 : DEFENSIE Blz. 1 en 3 : SECRETARIAAT-GENERAAL - Sociale verkiezingen 2012 “ACLVB” - Woord van de Voorzitter, Jan EYNDELS : De kruisbestuiving.
Blz. 4 : GROEP 2 - Nieuwe benoeming : Groep 2 wordt FGGA.
Blz. 5 : BELGACOM - Congés pour examens médicaux prénataux. - Agenda : octobre 2011.
Blz. 17 tot 19 : POLITIE - Prememorandum (4) : “Veiligheid heeft zijn prijs”. - De syndicale wet. - Politieke toekomst en de gevolgen voor onze sector : Waar gaan we naar toe ? - EuroCOP en de directie invloed van Europa op ons beroepsleven.
- Bericht aan de leden : Brandweermannen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. - Statuut arbeiders-bedienden : Het verschil in de opzeggingstermijnen verdwijnt binnen 2 jaar. - Vacature LRB-Vlaanderen.
VSOA-LRB VLAANDEREN STANDPLAATS
WERFT AAN ! > PAGINA 7 LRB R. MARTENS G. HENDRICKX BELGACOM P. MOTTOULLE F. CLAUDE SPOOR R. VERMEULEN R. DE THAEY
- Edito van de Voorzitter Erwin DE STAELEN : Hold-up op de middelen van Defensie. - Gedragscode of deontologische code ? - Overlijden van Willy VERMEIREN. - Slachtoffer van een dienstongeval.
Blz. 6 en 7 : LRB
GENT
GROEP POLITIE Minervastraat 8 - 1930 ZAVENTEM Tel 02/660.59.11 - Fax 02/660.50.97 E-mail :
[email protected] Bank : 310-0543030-13 Nationaal Voorzitter : Vincent GILLES ECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACOM DEFENSIE OND DE SPOOR BELGACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 D GACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB G E ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FIN EP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTER LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE S LITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACO ECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACOM DEFENSIE OND DE SPOOR BELGACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 D GACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB G E ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FIN EP 2 DE POST LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTER LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE S LITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACO ECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACOM DEFENSIE OND DE SPOOR BELGACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 D GACOM DEFENSIE ONDERWIJS GROEP 2 DE POST LRB G E ONDERWIJS GROEP POST FIN OP EN B2 DE A RPOLITIE E SLRB EFINANCIËN CGROEP T O RPOLITIE EP 2 DE POST LRB GROEP RECHTER LRB GROEP POLITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE S LITIE FINANCIËN RECHTERLIJKE ORDE SPOOR BELGACO
Blz. 12 : RECHTERLIJKE ORDE
DEFENSIE E. DE STAELEN C. WILLEM ONDERWIJS Wnd. W. HENDRIKX M. HEYNDRICKX FINANCIËN P. MONSAERT P. BOQUET
GROEP 2 F. FERNANDEZ-CORRALES R. TOURLAMAIN R. WILLEMS POLITIE V. GILLES L. MAESEN M. TIELEMANS R. PARADE
Blz. 20 tot 24 : ONDERWIJS - Het integratiedossier : alles op een rij. - VSOA Onderwijs vervelkomt Wauter LEENKNECHT. - Nieuwe brochures : Beschikbaar vanaf 14/11/2011. - Belangrijke mededeling : Wijzigingen locatie zitdag Oost-Vlaanderen en persoonsgegevens. - ACLVB en het VSOA onderwijs samen sterk. - Formaliteiten bij deeltijdse of volledige werkloosheid. - VSOA Onderwijs reageert op lerarenenquête. DE POST M. DE MULDER H. CLAUWAERT RECHTERLIJKE ORDE V. VANVAL C. HARDY Verantw. Uitgever: J. EYNDELS
Beheer en Publiciteit: H. HERMAN Eindredactie: B. CORNELIS Fotoredactie: M. SMITS Prepress en druk Creative Plus Production & Nevada-Nimifi
VERSCHIJNT NIET IN JULI EN AUGUSTUS
editoriaal A R G U M E N T · O K TO B E R 2 0 1 1
3
VSOA
Woord van de voorzitter De kruisbestuiving 2012 wordt op sociaal en syndicaal vlak een belangrijk jaar. Hoewel de overheidssector niet rechtstreeks betrokken is, belangen de komende sociale verkiezingen in de privésector ons allen aan. Daarom zal het VSOA de komende maanden samen met de ACLVB een gezamenlijke actie ontwikkelen zodat het syndicaal liberalisme versterkt uit de stembusgang komt. VSOA en ACLVB zullen op tal van domeinen de handen in elkaar slaan. Veel meer dan in het verleden het geval was. Samenwerken is immers voor beide organisaties een win-winsituatie. Het wordt als het ware een kruisbestuiving waarbij beiden de gemeenschappelijke belangen zullen verdedigen om zo het vrije syndicalisme groter te maken. Groter worden betekent immers: ‘meer representativiteit’ en dus nog steviger staan in het verdedigen van de belangen van onze leden. Op welke vlakken gaan we samenwerken? Onze actie zal zich vooreerst toespitsen op het lokale vlak, want daar vindt de ware syndicale actie plaats: op de werkvloer in de bedrijven. De vertegenwoordigers van de verschillende groepen van het VSOA zullen uitgenodigd worden op activiteiten die verband houden met de voorbereiding en het verloop van de kiescampagne op plaatselijk niveau. Wij vragen aan onze leden dan ook uitdrukkelijk ACLVB-kandidaten te steunen en te helpen met hun campagne. Dit zal ondermeer via informatieavonden gebeuren. Veel van onze leden kennen wat mensen in hun vriendenkring, in hun familie of gezin die in de privésector werken. Iedereen zal moeten gemobiliseerd worden om een sterk resultaat te bereiken. VSOA-leden kennen bovendien mensen in de bedrijven waar ACLVB aan de verkiezingen meedoet. Wie goede kandidaten kent, laat het ons weten. Heel ons netwerk zal als het ware aan één opdracht meehelpen: winnen! Ook op het vlak van de communicatie zal er worden samengewerkt. Argument stelt de volgende maanden enkele pagina’s ter beschikking voor informatie over de verkiezingen. Ook op de VSOA-website zal er ruimte zijn om rond de verkiezingen te sensibiliseren. Ten slotte zal er speciale aandacht zijn voor de ondernemingen die verbonden zijn aan autonome overheidsbedrijven of die het resultaat zijn van herstructureringen
“2012 wordt een belangrijk jaar voor het liberaal syndicalisme” binnen deze bedrijven. Zij zijn ook potentiële reservoirs waaruit steun kan komen. 2012 is voor het liberaal syndicalisme nog op een ander vlak een belangrijk jaar. 2012 wordt een jaar vol verjaardagen met name 40 jaar VSOA, 85 jaar liberaal syndicalisme in de overheidsdiensten en ook nog 65 jaar Syndicale Strijd, die op 1 januari 2007 gemoderniseerd en omgevormd werd tot Argument en ondertussen al 5 jaar in zijn nieuwe vorm verspreid wordt. We vieren ook 120 jaar ACLVB. En die geschiedenis is onlosmakelijk verbonden met die van het VSOA. Immers in 1927 werd de liberale federatie van het personeel van de staat en de spoorwegen een onderdeel van de ACLVB, toen nog de NCLVB (Nationale Centrale der Liberale Vakbonden van België). De federatie nam op het moment van de fusie de benaming Liberaal syndicaat van het personeel van de Staat en de Spoorwegen aan. Gaandeweg groeiden beide organisaties in alle segmenten van de privésector en de openbare dienst voor de verdediging van de belangen van alle personeelscategorieën, zowel statutairen als contractuelen. Onze syndicale activiteiten worden in volledige filosofische en politieke onafhankelijkheid uitgeoefend. De eerbiediging van de principes van vrijheid, solidariteit en verdraagzaamheid zijn van essentieel belang. Er zal vanuit alle hoeken met veel belangstelling gekeken worden naar de resultaten van de sociale verkiezingen. Het is het instrument bij uitstek om het recht op sociale democratie uit te oefenen en is tegelijkertijd een barometer voor de representativiteit van de Liberale Vakbond. In deze barre sociale en economische tijden is de belangenverdediging van onze leden meer dan ooit het speerpunt van onze actie. Op de tafel van de regeringsonderhandelaars ligt een nota die voor ons sociaal op vele punten onverteerbaar is. We zijn dan ook zeer benieuwd naar wat er de komende weken uit de bus zal komen. Alleszins hebben we behoefte aan een sterke regering die de nodige maatregelen treft om de koopkracht en inkomens te garanderen om de sociale zekerheid overeind te houden en de werking van de overheidsdiensten te bestendigen. Jan Eyndels Algemeen voorzitter
groep 2 V S OA
4
A R G U M E N T · O K TO B E R 2 0 1 1
Nieuwe benoeming
Groep 2 wordt FGGA Voortaan zegt men FGGA (Federale Gemeenschaps- en Gewestadministraties) in plaats van Ministeries en Parastatalen – Groep 2 Na enkele maanden van vertraging is ons nieuw informaticaprogramma operationeel. De ontwikkeling hiervan heeft bloed, zweet en tranen gekost en daarom dank ik al onze medewerkers van het Nationaal Secretariaat voor hun geduld en inzet.
A
Het nieuwe programma stelt ons in staat om nog beter te presteren en om onze leden nog beter van dienst te zijn voor al hun vragen.
NIEUWE E-MAILADRESSEN
Nationaal Voorzitter : Nationaal Secretaris :
[email protected] [email protected]
NATIONAAL SECRETARIAAT :
[email protected]
Nadine FIERMANS JacquelineVERVAET Micheline ZAMAN
[email protected] [email protected] [email protected]
FEDERALE SECTOREN:
Tegelijkertijd hebben we ook onze nieuwe website geïntroduceerd naar analogie van de website van het VSOASecretariaat Generaal zodat er een meer homogeen en sterker beeld ontstaat van onze organisatie. Hierdoor kunnen jullie dan ook alles weten en onze activiteiten, onze acties en onze verschillende onderhandelingen volgen. Twijfel niet onze website te bezoeken vanaf eind oktober 2011.
Zoals jullie reeds vastgesteld hebben, gebruiken we alleen nog onze officiële naam, namelijk FGGA. Ter herinnering, in 1998 hebben we de naam van onze groep veranderd van « Ministeries en Parastatalen » naar “Federale Gemeenschaps- en Gewestadministraties”. Dit was een vooruitziende beslissing van het toenmalig Nationaal Permanent Bureau. Als gevolg van de verschillende hervormingen van de Staat en van het Openbaar Ambt, was deze naamaanpassing nodig om dicht bij de realiteit te blijven en om te tonen dat de 5 niveaus voor ons allemaal even belangrijk zijn. Deze naam verwijst er naar dat wij bevoegd zijn voor alle personeelsleden in alle administraties die onder deze 5 niveaus ressorteren.
De nieuwe website vermeldt ook de nieuwe e-mailadressen. Al onze medewerkers die op de zetel van onze groep werken, hebben een elektronisch adres « .eu ». Alleen de elektronische boodschappen die van deze adressen worden verstuurd, worden beschouwd als officieel. Later zullen onze gedecentraliseerde medewerkers ook een gelijkaardig e-mailadres krijgen. François Fernadez-Corrales Voorzitter FGGA
Marc DE VOS Guy MILIS Cédric NYS Johan PEETERS Rudy TOURLAMAIN Pascal VERHELST Jacqueline.VERVAET
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
SECTOR BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST:
Claudine DE MEULENAERE Yves LATINIE Hugo STULTJENS Pierre VANDERWAEREN
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
SECTOR FRANSTALIGE GEMEENSCHAP:
Gérald BAUDSON Françoise REMY
[email protected] [email protected] [email protected]
SECTOR WAALS GEWEST :
Guillaume CORMEAU Olivier DEBEN Jean-Luc GENERET Léon GILLET Angélique TROMME Dominique VAES
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
SECTOR VLAAMSE OVERHEID :
Gerda DE NORRE Cédric EEREBOUT Jos MERMANS Ben NEDERSTIGT Brigitta PARISIS Paul ROELENS Christine SERMANT Francis Van LINDT
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
belgacom A R G U M E N T · O K TO B E R 2 0 1 1
Het verlof voor prenatale medische onderzoeken Dames! U bent niet steeds op de hoogte… lopen zelfs het risico moeilijkheden te ondervinden met uw onmiddellijke N+1 bij herhaalde afwezigheden, maar u moet weten dat het verlof voor prenatale medische onderzoeken onder bepaalde voorwaarden moet toegekend worden! rtikel 39bis van de arbeidswet van 16 maart 1971 voorziet dat een vrouwelijk personeelslid het recht heeft om afwezig te zijn om prenatale medische onderzoeken te ondergaan die niet buiten de diensturen kunnen plaatsvinden.
A
Volgende voorwaarden dienen echter vervuld. Het is noodzakelijk: 3 dat het personeelslid de N+1 ingelicht heeft over de zwangerschap, 3 dat de onderzoeken niet buiten de diensturen kunnen plaatsvinden, 3 dat het personeelslid een medisch attest voorlegt, dat de reden en afwezigheid rechtvaardigt en tevens aantoont dat het onderzoek niet buiten de diensturen kon plaatsvinden Deze afwezigheid is dus een recht en moet u toelaten over de nodige tijd te beschikken om u naar
het onderzoek te begeven , te ondergaan en terug te keren naar uw plaats van tewerkstelling. Het vrouwelijk personeelslid dat – onder deze omstandigheden – afwezig is, behoudt haar bezoldiging en haar weddebevordering De afwe-
zigheid heeft verder ook geen impact op het vakantieverlof noch op het toekomstig pensioen. Zeker weten! Het VSOA Team Groep Belgacom met de medewerking van A.G.
Agenda : oktober 2011 Even in het oog houden : 1) Afsluiting van aanvragen voor deeltijdse loopbaanonderbreking voor 01/01/2012 a) gewone loopbaanonderbreking: hetzij vanaf 50 jaar, hetzij door de aanvaarding van een halftijdse betrekking, hetzij voor de opvang van kinderen; b) de thematische loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof. Contacteer in alle gevallen je personeelsdienst (0800 ALL HR of per mail) en vervolledig het document A45/1. 2) Planning verlof einde jaar.
NUTTIGE TELEFOONNUMMERS 0800 / 91002: contactnummer voor BeST leavers i.v.m. wachtgeld02 / 558 66 84: contactnummer voor rust- en overlevingspensioen (statutaire) 02 / 237 03 11: contactnummer i.v.m. betalingsmodaliteiten van pensioen (statutaire) 0800 / 50246: contactnummer voor het pensioen van de contractuele medewerkers Altijd uw nationaalnummer bij de hand hebben en uw brevetnummer (geboortejaar, geboortemaand gevolgd door 5 cijfers). Het VSOA Team Groep Belgacom
5
VSOA
lrb V S OA
6
Lokale en Regionale Besturen A R G U M E N T · O K TO B E R 2 0 1 1
Brandweermannen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Eindelijk een taalkader 3§ 2. Voor ieder voorstel tot bevordering, brengt de directieraad een met redenen omkleed advies uit. 3§ 3. Voor de bevordering naar een graad die niet behoort tot dezelfde gecontingenteerde groep als deze waartoe de ambtenaar behoort, heeft dit advies betrekking op de naleving van de bevorderingsvoorwaarden, bedoeld in artikel 58 en bepaald in § 4, door de kandidatuur. Voor de bevordering naar een graad die niet behoort tot een gecontingenteerde groep, heeft dit advies betrekking op de naleving van de bevorderingsvoorwaarden, bedoeld in artikel 60 en bepaald in § 4, door de kandidatuur.
1) Taalkader Eindelijk hebben wij na 3 jaar van blokkage een taalkader. Deze is gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 09/08/2011.
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST - MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 20 JULI 2011. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende vaststelling van de taalkaders van het personeel van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp.
2) Promotie HERRINERING OPROEP VAN DE PROCEDURE VAN PROMOTIE (Besluit van 17 februari 2011 tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 juni 2002 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van het operationeel personeel van de DBDMH)
3§ 4. Voor de in § 3 bedoelde bevorderingen neemt het advies van de directieraad, eenmaal de bevorderingsvoorwaarden gecontroleerd, vóórieder ander beoordelingselement de niveau-anciënniteit van de ambtenaar binnen het operationele kader van de DBDMH en, bij gelijke niveauanciënniteit, de ambtsanciënniteit van de ambtenaar binnen het operationele kader van de DBDMH in overweging. Bij gelijke niveau- en dienstanciënniteit binnen het operationele kader van de DBDMH, geeft de directieraad in zijn advies de voorkeur aan de kandidatuur van de oudste ambtenaar. Het feit dat een ambtenaar binnen het operationele kader van de BDBMH werd aangeworven op basis van een arbeidscontract heeft geen invloed op de berekening van de anciënniteit, die op dezelfde wijze wordt berekend als voor een ambtenaar die als statutair werd aangeworven. De kandidaturen worden in de aldus verkregen volgorde door de directieraad geklasseerd. Voor het VSOA groep LRB afdeling DBDMH Eric Labourdette Verantwoordelijke leider 0475/96 75 85
Art. 61. § 1 Dit artikel is van toepassing op de bevorderingen van ambtenaren van niveau C en D.
Statuut arbeiders-bedienden
HET VERSCHIL IN DE OPZEGGINGSTERMIJNEN VERDWIJNT BINNEN TWEE JAAR De verschillen in de opzeggingstermijnen tussen arbeiders en bedienden verdwijnen vanaf uiterlijk 8 juli 2013. De komende twee jaar blijven de verschillende termijnen wel nog van kracht. Het Grondwettelijk Hof heeft in het arrest van 7 juli 2011 beslist dat het onderscheid tussen arbeiders en bedienden op het vlak van de opzeggingstermijnen in strijd is met het gelijkheidsbeginsel, zoals dat
is vastgelegd in de Grondwet (artikelen 10 en 11). Dit betekent dat de verschillen in de opzeggingstermijnen van arbeiders en bedienden ongrondwettelijk zijn en moeten verdwijnen. Het Hof heeft wel een overgangsperiode toegekend van twee jaar. Dit betekent dat er voorlopig nog niks veranderd. Pas uiterlijk op 8 juli 2013 moet de ongelijke behandeling rond de opzeggingstermijnen van arbeiders en bedienden verdwijnen.
Het Hof vestigt er zijdelings ook de aandacht op dat de ongelijke behandeling zich niet beperkt tot de opzeggingstermijnen, maar dat het onderscheid ook in de andere bepalingen van het arbeidsrecht en de sociale zekerheid moet worden opgeheven. Bron: Grondwettelijk Hof, Arrest nr. 125/2011 van 7 juli 2011, Rolnummer 5008. SD WORKS VSOA Groep LRB
lrb Lokale en Regionale Besturen A R G U M E N T · O K TO B E R 2 0 1 1
7
VSOA
Zet je in voor je collega’s en word
VASTE MEDEWERKER VSOA-LRB Regio Vlaanderen - Standplaats Gent Vertoef je graag onder de mensen, zoek je een job met respect en verantwoordelijkheid en hou je van dialoog ?
DAN IS DIT JE KANS ! WIJ BIEDEN: 3 Een boeiende en gevarieerde job met veel sociale contacten. 3 Een functie met veel verantwoordelijkheid en waarbinnen je een echte meerwaarde voor anderen kan betekenen 3 Kansen om uw functie zelf vorm te geven, initiatief te nemen. 3 Binnen een dynamische organisatie waarin veel kansen worden geboden om jezelf te ontplooien en opleiding te volgen. Ben jij een dynamisch persoon, sociaal ingesteld, communicatief vaardig, assertief, flexibel en betrouwbaar, dan is dit wellicht de geknipte job voor jou ! VOORWAARDEN: 3 Werkzaam zijn (statutair of contractueel) binnen een openbaar bestuur (Lokaal bestuur, Vlaamse Gemeenschap, Belgacom, Defensie, Onderwijs, …); 3 Minimaal C niveau en maximaal niveau B1-B3 bezitten; 3 In het bezit zijn van een rijbewijs B; 3 Bereid zijn om binnen de door ons gestelde voorwaarden mee te werken aan de verdere ontplooiing/uitbreiding van onze organisatie; INTERESSE ?
Stuur dan onmiddellijk je kandidatuur, voorzien van een motivatiebrief en een CV via post of email aan VSOA-lrb, dhr. Serge Meeuws, VinaBovypark 3, 9000 GENT of e-mail :
[email protected] en dit tegen uiterlijk 18 oktober 2011 (via brief : postdatum geldt als bewijs via mail : datum mailbericht geldt als bewijs). Een eerste selectie zal gebeuren op basis van de ingediende motivatiebrieven en het hieraan gekoppelde cv. Later volgt er ook nog een assessment gedeelte.
Indien u nog bijkomende informatie wenst dan kan u, tijdens de kantooruren, contact opnemen met ons op 09/221.64.15 of stuur gerust een mailtje naar
[email protected]
spoor V S OA
8
A R G U M E N T · O K TO B E R 2 0 1 1
NMBS: bestemming beter? Ja, maar voor wie? Een kwarteeuw geleden werd het imago van de NMBS bepaald door de begrippen veiligheid, stiptheid en kwaliteit van de dienstverlening. Zijn die woorden nog van enige betekenis vandaag? VOOR DE KLANTEN ? NEEN ! De NMBS heeft het zelf toegegeven, de resultaten van de kwaliteitsbarometer (rondvraag bij de reizigers) zijn nog nooit zo slecht geweest: het item stiptheid brengt een magere score van 5.22/10 op, nog lager dan bij de vorige enquête (5.88/10). Hoe kan het anders wanneer vertragingen (die wel met de regelmaat terugkomen), treinafschaffingen, materiaaldefecten en plaatsgebrek een overschot aan keuze bieden aan de reizigers. Het enige dat een stijgende vaart kent zijn … de tarieven ! Welke oplossingen stelt men voor ? Een transportplan voor 2013 ! Ja, maar ondertussen ? Een actieplan in 100 punten, dat 7 werkgebieden omvat die slaan op de stiptheid. Met de laatste resultaten voor ogen moeten we vaststellen dat de positieve inslag van deze maatregelen nog niet merkbaar is.
VOOR HET PERSONEEL ? NEEN ! Indien wij er ons niet zwaar tegen verzetten, staat ons een afzwakking van een groot deel van de dienstverlening te wachten (afschaffing van “niet rendabele” treinen, afschaffing van spitstreinen, concentratie van de seincabines, toeslag bij de aankoop van biljetten aan het loket, afschaffing van loketten, vermindering van de activiteiten in de werkplaatsen, enz.). Al die maatregelen zullen een belangrijke sociale weerslag hebben: personeelsinkrimping, slechtere werkomstandigheden. En de zogenaamde liberalisering van het binnenlands verkeer zal zeker geen verbetering brengen. Wij handhaven onze eisen over de kwaliteit van de diensten en het personeelsbelang zoals zij door de ETF verdedigd worden (zie vorige artikels).
VOOR DE CONSULTANCY ? JA ! Een expert (= de consultant) is een man (of vrouw) die veel weet over heel beperkte onderwerpen en die altijd maar meer weet over altijd maar beperktere onderwerpen zodanig dat hij (zij) uiteindelijk alles weet over niets. Een manager is een man (of vrouw) die weinig weet over een groot aantal onderwerpen en die altijd maar minder weet over een altijd maar groter aantal onderwerpen zodanig dat hij (zij) uiteindelijk niets weet over alles.
Conclusie: op het einde van de rit zouden die twee mensen elkaar goed moeten begrijpen. Het bewijs bij de NMBS: ongeveer 40 miljoen euro verspild in 4 jaar tijd aan ondernemingen die ons valse goede oplossingen voorschotelen (ingeblazen door de opdrachtgever van het onderzoek) of goede oplossingen die reeds lang bekend zijn binnen de onderneming; of waar dacht u dat die grote denkers hun remedies zouden vinden indien het niet bij het personeel was? Vergeten we ook niet de 80 miljoen euro die nodig waren voor de installatie van het SAP beheersysteem.
Zou het personeel van de NMBS-groep zo incompetent zijn dat de minste studie systematisch aan de consultancy moet toevertrouwd worden?
VOOR HET TOP MANAGEMENT ? JA ! Wat ook de resultaten (financiële, operationele en andere) zijn, de dolle vaart van benoemingen, promoties en geldelijke voordelen op topniveau kent geen stationsstop (zie volgend artikel). In feite wordt het werkingssysteem van de groep nooit fundamenteel in vraag gesteld, noch van binnenuit (management), noch van buitenaf (politiek). Tot besluit, bij de vaststelling van de sociale en financiële verwoesting die de “autonomie” van het overheidsbedrijf heeft teweeggebracht, denken wij dat de politieke verantwoordelijken zich dringend en ernstig over de situatie van de NMBS-groep moeten buigen, dat zij nieuwe duidelijke doelstellingen moeten bepalen en de materiële middelen moeten ter beschikking stellen om eindelijk een mobiliteitspolitiek te ontwikkelen die overeenstemt met de verwachtingen van de burgers. Jacques Joie Federaal Secretaris
spoor A R G U M E N T · O K TO B E R 2 0 1 1
9
VSOA
“Mercato” bij de NMBS ind augustus heeft de raad van bestuur van de NMBS-Holding (na veel aarzelen over de wettigheid van de beslissing onder een regering van lopende zaken), het voorstel aanvaard om Michel Bovy in de functie van Directeur Generaal “Strategie en Coördinatie” aan te stellen, ter vervanging van Alex Migom, en Sven Audenaert in de functie van Directeur Generaal “Human Resources”, ter vervanging van Tony Van den Berghen, vanaf 01/10/2011.
E
De eerst genoemde, beter bekend bij het Spoor dan de tweede, was de voormalige voorzitter van ACV Transcom, werd Directeur Generaal bij de NMBS en uiteindelijk verantwoordelijke van de cel “Overheidsbedrijven” van de ministers Vervotte en Vanackere.
De tweede heeft het grootste deel van zijn carrière besteed aan Personeelszaken, namelijk bij Belgacom. De toekomst zal uitwijzen aan wie van beide, het personeel van Belgacom of de NMBS groep, deze transfer ten goede zal komen. Wat zeker is, deze twee nieuwkomers zullen werk bij de vleet hebben, het groot aantal gevoelige dossiers, onder meer over de vooruitzichten voor het personeel, in acht genomen. Wij hopen dat deze nieuwe DG’s met een jarenlange ervaring in sociale betrekkingen, niet alleen een luisterend oor zullen hebben voor de vakbonden, maar vooral maatregelen zullen nemen in overeenstemming met onze voorstellen. Goed nieuws komt nooit alleen. Zo vernamen we, ook eind augustus, dat Vincent Bourlard, Directeur
Generaal der Stations, een plaats neemt in de Waalse gewestelijke politiek en CA voorzitter wordt van de SRWT (Société régionale wallonne des transports), moeder onderneming van de TEC (bustransporten). Wij zijn ervan overtuigd, en dit in tegenstelling tot de regels in het voetbal, dat de transfermarkt niet is stopgezet op 31 augustus maar de volgende maanden nog actief zal blijven, namelijk na de vorming van de nieuwe regering. Zo zie je maar dat er niet enkel slecht nieuws is bij de NMBS, al moeten we toegeven dat het goede nieuws dikwijls dezelfde mensen betreft en niet het geheel van de werknemers! Jacques Joie Federaal Secretaris
groep financiën Eddy VERDOODT 24/04/1956 – 25/08/2011
Eddy wat kwelde je toch zo? Als vriend en als syndicaal afgevaardigde verdedigde ik je door dik en dun. Annemie en ikzelf zijn er meerdere keren in geslaagd om het tij te keren door jou in een andere werkomgeving te laten functioneren. Van een gesprek met de interne pestadviseur wilde je niet eens weten en ook een gezamenlijk onderhoud met het diensthoofd blies je af.
Op 25 augustus 2011 nam je op een drastische wijze afscheid van het leven. Ik ontmoette je regelmatig maar ik gaf mij geen rekenschap van je gevecht tegen de uitzichtloosheid van jouw bestaan. Nochtans wist ik dat je het moeilijk had in het leven. Relationeel lukte het amper, op het werk voelde je je niet langer aanvaard en de spiraal waarin je terecht kwam leek onomkeerbaar.
Vorige week smeekte ik je nog om het werk te hervatten al was het maar om je uit de lethargie te halen; ik had samen met het diensthoofd een ploeg gezocht van mensen waarvoor ik door het vuur ga en die je gingen opvangen zoals het hoort. Niemand die je bewust angst zou inboezemen. Waar is de tijd toen we als wielertoeristen in de bergen reden en jij als enige nog adem genoeg had om een sappige mop te vertellen? Wie zal nog voor leven in de brouwerij zorgen als we tijdens de campagne de streek doorkruisen met
verkiezingsborden? Een syndicale actie zonder Eddy die maar al te graag in blauwe uitfit op een fluitje liep te blazen? Een ontgoochelde afgevaardigde, een vriend die je zal blijven gedenken. Chris MACHIELS
IN MEMORIAM ERIK GODIJNS Wij delen u het overlijden mee van onze medestander Erik GODIJNS. Erik is in stilte van ons heengegaan. Hij was een plichtsgetrouw, werkzaam en hulpvaardig man actief in de Regionale Oost-Vlaanderen. Het VSOA Groep Financiën bewaart de beste herinneringen aan onze medestander en biedt aan zijn mama en de naaste familieleden onze blijken aan van diepe rouw.
de post V S OA
10
A R G U M E N T · O K TO B E R 2 0 1 1
Internationaal
Uni World congres : Een verhelderend congres We horen dikwijls commentaren over de evolutie van ons bedrijf en de teloorgang van een eeuwenoude traditie die de post meedraagt. Alleen al wanneer wij de oude majestueuze postkantoren in binnen- en buitenland vergelijken met de fabriekshallen waarin wij vandaag werken, zien wij dat de belangrijke rol die de post in het verleden gespeeld heeft, vandaag niet meer dezelfde waarde heeft. Zo bleek op het Uni World congres. e feiten liegen er niet om: zowat alle postoperatoren zitten met de handen in het haar om antwoorden te vinden op de krimpende markt en daar bovenop nog de stijgende concurrentie ingevolge de ongeremde liberaliseringen.
D
Onrust Enkele voorbeelden: In Amerika staan 120.000 jobs (!) op de helling, en dreigen tussen de 2.100 en 3.700 kantoren te moeten sluiten. Onze Deense ex-collega’s die een tandem vormen met de Zweedse post zien hun volume op één jaar met 14 tot 17 % dalen. Tegen 2020 zal de internetgeneratie meer dan 50 % van de bevolking beslaan. Het zijn deze feiten die ons vandaag ongerust maken over de toekomst. Amerikaans Senator Susan Collins mag dan nog een speach gegeven hebben over de sentimentele waarde van een geschreven brief, de houdbaarheid ervan en de bescherming op de privacy bij een geschreven brief ten opzichte van mail, ook zij zal het tij niet kunnen doen keren. Geschreven brieven worden de uitzondering. Vele collega’s operatoren in de wereld zoeken alternatieven om de afbouw van de tewerkstellingsgraad te stoppen of minstens te vertragen, maar verder dan een marginale recuperatie komt men niet.
Zwitserland kiest radicaal voor totale onafhankelijkheid: wat we zelf doen, doen we beter is de leuze. Daarom kannibaliseren zij ook enigszins hun eigen jobs door agressief campagne te voeren bij de bedrijven voor het digitaliseren van de bedrijfswisseling, maar via het postbedrijf.
Just in time Amerika zoekt inkomsten via projecten zoals het plaatsen van sondes op de postvoertuigen om bijvoorbeeld de luchtkwaliteit te meten, meteorologische waarnemingen te doen, luchtvervuiling te detecteren enz… in opdracht van andere overheden of bedrijven. Tikklok, gps of andere controlemiddelen worden daarmee definitief overbodig. Tegelijk trachten zij overeenkomsten te sluiten met andere operatoren om toegang te verlenen in elkaars business. Er wordt geëxperimenteerd met ‘just in time delivery, of on time delivery’. In Engeland experimenteert men daar momenteel mee. De klant krijgt een contract waarbij Royal Mail zich ertoe verbindt om de post op een vooraf vastgelegd uur te bezorgen met een speling van maximum 15 minuten. Daarvoor betalen de klanten ongeveer
300 euro. Het succes is zeer miniem, het brengt omzeggens geen nieuwe jobs met zich mee en de winst is miniem, temeer men in sommige gevallen een beroep moet doen op taxi’s om het product tijdig ter plaatse te krijgen. Sommige operatoren pleiten voor het verminderen van de frequentie voor een deel van de briefwisseling tot 2 à 3 dagen per week. Als dit er komt zal dit een belangrijke impact hebben op de tewerkstelling ! Hybride post, combinatie post-internet, leveren weliswaar meer inkomsten op, maar zorgen slechts voor een marginale extra tewerkstelling. Bijna alle operatoren werken hier aan.
de post A R G U M E N T · O K TO B E R 2 0 1 1
11
VSOA
DE POSTMANNEN VAN BRAINE L’ALLEUD GINGEN TWEE DAGEN IN STAKING De 120 postmannen van de gemeentes Waterloo, Braine l’Alleud en Tubize zijn vandaag gegroepeerd in een enkel kantoor, een “platform”, en hebben de laatste ingreep van een daling van zo’n 10% van hun effectief nog niet verteerd. De uitreikers worden dagelijks geconfronteerd met de moeilijkheden om de briefwisseling uit te reiken zoals voorzien in de organisatie en zien het niet meer zitten om op die manier verder te werken.
Het verhaal van Nederland hebben wij vorige maand kunnen lezen in Argument. In Canada werd ook getracht de kostprijs te doen dalen. Door een classificatie creëerde men de job van codeurs die 23 % minder betaald werden dan de gewone postmannen. Ingevolge de druk van de vakbonden werd deze discriminatie afgeschaft door meer variatie in de jobs te brengen en alles terug te brengen op het niveau van de postman. Tegelijk werd daardoor een voltijdse tewerkstelling opnieuw de regel. Er viel ook positief nieuws te rapen. Argentinië had haar postdiensten geprivatiseerd, maar na korte tijd werd het bedrijf opnieuw overgenomen door de staat. De plannen voor een verdere privatisering van de post in Japan zijn ook opnieuw opgeborgen. In sommige Afrikaanse landen is de brievenpost daarentegen nog altijd een noodzaak omdat er in vele gebieden zelfs geen elektriciteit voorhanden is. Maar ook dat zal (snel) evolueren.
Post blijft hoedanook belangrijk. Sommige zaken zijn te belangrijk om ze zomaar via internet te verzenden. Andere zaken kunnen enkel fysiek via onze uitreikers bezorgd worden. Alleen dreigt dat soort zendingen onbetaalbaar te worden, omdat het in de toekomst eerder een zeldzaam product zal zijn. Renovatie, nieuwe initiatieven, sensibiliseren van de gebruiker : het zullen de uitdagingen worden voor de komende decennia. Want stilstaan is achteruit gaan …
Minder volume De vermindering van de volumes is een feit, maar niet van die aard dat ze de nieuwe organisatie rechtvaardigt. Bpost motiveert het afschaffen van de 11 diensten vooral met de automatisatie van de sortering van de briefwisseling (sequencing). Vroeger werd de “voorgesorteerde” briefwisseling nog eens manueel behandeld door de postmannen, en gesorteerd volgens de volgweg van elke rond. Deze voorbereidende werkzaamheden maakten het mogelijk dat de postmannen een deel van hun werk in het kantoor konden doen. Vandaag gebeurt een groot deel van deze werkzaamheden automatisch, en de tijd die voorzien was voor de voorbereidende werkzaamheden in het kantoor alvorens in uitreiking te gaan, is grotendeels achterhaald. Dit heeft tot gevolg dat het aantal diensten vermindert en dat de uitreikingsrondes langer en zwaarder worden. Uiteindelijk worden de postmannen geconfronteerd met het feit dat ze ook fysiek steeds zwaardere diensten moeten verzekeren. Zo zwaar dat meer en meer postmannen hun week-end echt nodig hebben om zowel fysiek als mentaal tot rust te komen, en dat meer en meer mensen een deeltijdse tewerkstelling aanvragen omdat ze het anders niet meer volhouden ! Veel jonge postiers voelen zich niet meer goed in hun vel nu ze vaststellen dat ze elders aan de slag kunnen voor een beter loon, of voor minstens eenzelfde loon maar met een job die minder belastend is. Anderzijds stellen we wel vast dat enkel de Deense en Zwitserse postbodes een betere verloning genieten, en bpost houdt rekening met de eigenheden op Europese markt waarmee alle postoperatoren geconfronteerd worden. Bpost zoekt zelf naar oplossingen om te overleven in deze geliberaliseerde markt, en om het divident van de aandeelhouders te vrijwaren. Het bedrijf moet echter ook de wet op het welzijn
van de werknemers respecteren, en in het kader daarvan test men momenteel de toekomstige uitgebreide uitreikingsrondes, ook wel de “pure uitreiking” genoemd (wat wil zeggen : 7u36 buitenwerk met een belangrijke uitbreiding van de volgweg van de uitreikingsronde en het ermee gepaard gaande bijkomende gewicht). Deze testen worden gedaan door universitaire specialisten. Met deze haalbaarheidsstudie wil bpost haar voorzorgen nemen om straks realistische organisaties in lijn te stellen, met respect voor de medisch aanvaardbare limieten inzake de fysieke mogelijkheden van de postbodes. Alle spelers op het terrein volgen deze haalbaarheidsstudie nauwgezet, en dan vooral de aanbevelingen die eruit zullen volgen … De postbodes van Braine L’Alleud, zoals de postbodes van alle andere kantoren, wachten intussen op oplossingen, die voor zij dit het willen een voltijdse tewerkstelling garanderen aan een waardig inkomen en aan aanvaardbare arbeidsomstandigheden. De twee dagen van staking was een signaal van de postbodes dat ze er genoeg van hadden, en een waarschuwing naar het management, die moet begrijpen dat mensen geen machines zijn, en dat postbodes ook een sociaal leven hebben dat moet gerespecteerd worden. Deze acties werden beperkt door een snelle syndicale interventie en door het engagement van bpost om de klachten van het personeel te onderzoeken, en om in tussentijd de reorganisatie te bevriezen.
Beter loon Alle werknemers van bpost hebben de voorbije 20 jaar van herstructureringen al voldoende bewezen dat ze de noodzaak van het anders gaan organiseren voor het behoud van het bedrijf en hun job begrijpen. Maar de werknemers stellen ook vast dat het fysiek almaar moeilijker wordt om hun job uit te voeren. Het VSOA blijft vechten voor betere arbeidsomstandigheden en voor een betere verloning van het personeel.
rechterlijke orde V S OA
12
A R G U M E N T · O K TO B E R 2 0 1 1
VSOA Rechterlijke Orde speelt een actieve rol in het Basis Overlegcomité (BOC) De bevoegdheden van het BOC zijn zeer divers, zo o.a.: 3 het nemen van maatregelen m.b.t. de bedrijfsethiek: dit zijn maatregelen die hun consequenties hebben op het welzijn van de werknemers bij de uitoefening van hun werk; 3 het nemen van preventieve maatregelen: er voor zorgen dat de werkgever de juiste arbeidsmiddelen ter beschikking stelt en de werkplaats dusdanig inricht dat de werknemer op een aangename en verantwoorde manier zijn werk kan uitoefenen; De leden van het BOC: - de werkgever (de overheid); - de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk (IDPB); - de Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk (EDPB); - de arbeidsgeneesheer; - de syndicale vertegenwoordigers; De wet voorziet dat de werkgever (FOD Justitie) ertoe gehouden is: “aan het comité alle nodige informatie te verstrekken opdat het met volkomen kennis van zaken advies zou kunnen uitbrengen” en “alle nodige informatie betreffende de risico’s voor de veiligheid en de gezondheid (…) en het nemen van de nodige maatregelen met betrekking tot de eerste hulp, brandbestrijding en evacuatie van de werknemers.” In de praktijk vertaalt zich dat in het feit dat het BOC minimaal tweemaal per jaar dient te vergaderen en dat er verplicht jaarlijks een bezoek dient plaats te hebben van de gebouwen. Ingeval de werkgever verzuimd om hieraan te voldoen kan deze worden veroordeeld tot betaling van boetes en zelfs tot gevangenisstraffen. Steeds vaker worden onze afgevaardigden geconfronteerd met problemen die behoren tot de bevoegdheid van het BOC. Om met kennis van zaken te kunnen tussenkomen hebben sommigen onder hen de opleiding tot preventieadviseur niveau C gevolgd. De cursus wordt georganiseerd in de lokalen het VSOA Politie in Zaventem en wordt gegeven door professionele lesgevers van de groep Politie. De cursus wordt gespreid over negen lesdagen; na het slagen in een examen en het neerleggen en verdedigen van een eindwerk, hebben zij allen hun officieel diploma, dat wordt erkend door de FOD Economie en Werk, behaald. Bovendien hebben de deelnemers aan de cursus de kans gekregen om kennis te maken met de praktijk d.m.v. een bedrijfsbezoek, het welk hen heeft toegelaten de theorie aan de praktijk te toetsen. Het heeft hen ook het belang laten inzien van de functie en het belang van aan preventie te doen en zo de risico’s op arbeidson-
Vincent Vanval, Federaal ondervoorzitter VSOA-Rechterlijke Orde
gevallen te verminderen en de daaruit volgende afwezigheden aanzienlijk terug te dringen. Het VSOA Rechterlijke Orde is zich terdege bewust van zijn verantwoordelijkheid binnen de werking van het BOC, en heeft de laatste jaren sterk geïnvesteerd in zijn betrokkenheid. Dit blijkt o.a. uit het feit dat in sommige BOC’s de overheid al enkele malen op zijn verantwoordelijkheid werd gewezen, zowel op burgerlijk als strafrechtelijk vlak. De vaststelling dat de lakse houding van de overheid steeds toenam, heeft ons er toe gedwongen om te reageren en tot actie over te gaan, zo onder meer door de sluiting van sommige gebouwen te eisen om bijvoorbeeld volgende redenen: afwezigheid van evacuatieplannen, ontbreken van een branddetectiesysteem, het neerleggen van een klacht bij de sociale inspectie wegens het niet respecteren van het welzijn op het werk, edm.) Het VSOA Rechterlijke Orde maakt er een erezaak van om de preventie te promoten en aan te moedigen. Het is de hoogste tijd dat de FOD Justitie en de andere Rechterlijke Overheden zich gaan focussen op de veiligheid en de gezondheid van hun werknemers! Als we dit alles nog eens van dichtbij gaan bekijken en bestuderen dat staat het onomstotelijk vast dat er een economisch verband bestaat tussen de preventie tegen professionele risico’s en de motivatie om te werken! Inderdaad: het personeel dat niet beschikt over een beveiligd loket voor het ontvangen van de rechtzoekende voelt zich meer kwetsbaar voor verbale en fysieke agres-
sie en zal een zekere vorm van terughoudendheid aan de dag leggen bij het verstrekken van inlichtingen aan deze laatste. De beide factoren “kwalitatieve service” en “veiligheid” zijn zonder enige twijfel met elkaar verbonden en dienen parallel te worden ontwikkeld; en, op het ogenblik dat de FOD Justitie zich zal bewust zijn van de noodzaak om de rechtszoekende op kwaliteitsvolle manier te helpen, zal ze automatisch meer aandacht besteden aan de veiligheid van zijn werknemers. Trouwens, op federaal niveau, kan men zonder veel onderzoek vaststellen dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen de verzekeringspremies die moeten betaald worden voor de verzekering van de risico’s m.b.t. de arbeidsongevallen en het op punt stellen van een adequaat preventiebeleid. Thans is het onze opdracht om bij de verschillende actoren in de BOC’s de juiste déclic te forceren om het laksisme waar in ze soms verzanden, hetzij door tijdsgebrek hetzij door een gebrek aan opleiding, te laten verdwijnen en hen te wijzen op hun wettelijk verplichtingen en de er aan verbonden sancties. De talrijke tussenkomsten en opmerkingen van de afgevaardigden van het VSOA Rechterlijke Orde hebben er niettemin toe geleid dat het één en ander beweegt. Zo is de overheid die zetelt in het BOC te Bergen zich bewust geworden van haar burgerlijke en strafrechtelijke verantwoordelijkheid en hebben zij in 2010 aan het IGO gevraagd een passende opleiding te organiseren. Naar wij vernomen hebben zou met deze opleiding worden gestart tegen eind 2011 en zal zij worden opengesteld voor alle effectieve en plaatsvervangende leden van de BOC’s!!! Dit moet op korte termijn leiden tot een gevoelige verbetering van het welzijn en de veiligheid van alle medewerkers van de rechterlijke orde. Wenst u over dit onderwerp nog meer te weten, raadpleeg dan volgende site: www.werk.belgie.be Vincent VANVAL
defensie A R G U M E N T · O K TO B E R 2 0 1 1
13
VSOA
editoriaal op de middelen HOLD-UP van DEFENSIE Erwin DE STAELEN, Voorzitter
Dat Defensie een gemakkelijke prooi is wanneer het aankomt op inleveren, is geen geheim. De afgelopen jaren werd telkens aan het defensiebudget geknabbeld en de opeenvolgende hervormingsplannen zijn daar het mooiste bewijs van.
« De veiligheid van onze troepen staat op het spel » u de voltooiing van de transformatie bijna een feit is, laat de politiek Defensie alweer in de steek en zet hiermee de veiligheid van onze manschappen op het spel. Als bewijs, de aankoop van 61 MPPV (pantservoertuigen, MultiPurpose Protected Vehicles) stond op de agenda van de Ministerraad van 20 juli en kreeg een ‘njet’ vanwege de PS (Parti Socialiste). Het dossier zou opnieuw besproken worden op de Ministerraad van 2 september. Dit gebeurde echter niet. Niet opportuun in tijden van crisis volgens de PS . Hiermee hypothekeert dit eenzijdig standpunt de trainingsmogelijkheden van de operationele eenheden van de landcomponent. We herinneren eraan dat het dossier is opgestart onder PS-minister André Flahaut. Bij de eerste bestelling in 2004 was nog sprake van een aankoop van 352 voertuigen van het type Dingo II, hetzij een aankoop van 220 en een optionele schijf van 132 voertuigen. In het kader van de hervormingsplannen is de optionele schrijf naar beneden bijgesteld waardoor nog 61 pantservoertuigen aangekocht moeten worden. Dit plan wordt nu blijkbaar afgevoerd.
N
De politici moeten begrijpen dat het systeem van minimum voldoende, echt wel onvoldoende is. Ook de Chef Defensie, generaal Delcour, heeft al meermaals geuit dat er onvoldoende materieel is om de militairen goed te kunnen opleiden, trainen en uitrusten. Wanneer worden wij eindelijk au sérieux genomen? In zijn transformatieplan, goedgekeurd door de Regering, stelt minister De Crem dat tegen het einde van 2012 de zeven manoeuvrebataljons uitgerust kunnen zijn met nieuw materieel, waaronder de MPPV en de AIV. Waar blijft dit engagement nu? Erger nog, ook de aankoop van de LMV, AIV en de vrachtwagens acht ton is essentieel, willen we de toekomst van onze Belgische defensie vrijwaren. Een non-investeringspolitiek stelt de operationaliteit van de eenheden in vraag en doet de transformatie wankelen. Wil België een geloofwaardige partner blijven in internationaal midden, dan moeten de politici hun engagementen respecteren en de genomen beslissingen uitvoeren. Indien het echter de bedoeling is om het ambitieniveau te verlagen of de kerntaken te heroriënteren door in bepaalde domeinen te specialiseren, dan is VSOA-Defensie van oordeel dat het hoog tijd is om de intenties kenbaar te maken. Indien onze ambitieniveau of specialisatie niet wijzigt, is het van kapitaal belang om het actuele potentieel van de landcomponent te behouden. Dit moet via de aankoop van de optionele schijven van de investeringen.
defensie 14
A R G U M E N T · O K TO B E R 2 0 1 1
Gedragscode of deontologische code?
DG COM - DEPLANQUE
V S OA
Gewenst gedrag, normen en waarden, gedragsregels, integriteit, loyaliteit… klinken als een evidentie in het militair milieu. Moed en eerbied bijvoorbeeld, maken deel uit van de plichten hernomen in de tuchtwet. Om een duidelijk referentiekader te schetsen, werkt Defensie aan een tekst getiteld “militair zijn”. Of het een gedragscode of deontologische code wordt, blijft onduidelijk. Defensie één van de weinige West-Europese strijdkrachten is waarvan de waarden niet eenduidig terug te vinden zijn, wordt eveneens aangehaald. De dienst motivatiebeleid stelt acht waarden voor die het resultaat zijn van een benchmarking en die werden getoetst aan de generieke competenties en de tuchtwet. De voorgestelde waarden zijn : moed, plichtsbesef, respect, kameraadschap, loyaliteit, integriteit, onbaatzuchtige inzet, en uitmuntendheid.
In het kader van het welzijn op het werk moet de werkgever verplicht een strategie van permanente risicoanalyse ontwikkelen en de uitvoering van preventiemaatregelen plannen. Dit gebeurt via een vijfjarenplan en een specifiek jaaractieplan. De implementatie van een deontologische code was één van de maatregelen hernomen In het jaaractieplan 2009 en 2010 van Defensie. Ongepaste gedragingen voorkomen en als leidraad dienen op het vlak van gedrag waren de objectieven van de invoering van deze code. Tijdens het Hoog overlegcomité welzijn van juni werd echter beslist om dit actiepunt niet langer
in het actieplan te noteren omdat er nog een risicoanalyse dient aan vooraf te gaan.
De militaire waarden Met zijn tekst getiteld “De militaire waarden” pleit luitenant-kolonel Bart Vandenberghe (chef van de sectie motivatiebeleid van DGHR) voor de opstelling van een lijst van de militaire waarden en een gedragsgids. De noodzaak schrijft hij toe aan het feit dat het bepalen, communiceren en nastreven van waarden heel belangrijk zijn voor een organisatie en voor de effecten die een organisatie ambieert. Het feit dat de Belgische
Welke meerwaarde? De vooropgestelde waarden zijn onlosmakelijk verbonden aan trouw zijn aan de werkgever en vertrouwen hebben in elkaar. Deze zijn dan weer voor een stuk gebaseerd op niet-vastgelegde regels. Een set van normen en waarden over hoe je met elkaar en de buitenwereld omgaat. Het gaat vaak om eenvoudige zaken als belangstelling tonen voor een zieke collega of een schouderklopje wanneer je collega het even moeilijk heeft. Van huis uit heb je al de nodige opvoeding meegekregen over normen en waarden. Ze worden je ook bijgebracht door leidinggevenden en collega’s tijdens de opleiding, je inwerking en op de werkplek zelf. Maar waarom dan nog een gedragscode formuleren? Verandert de wereld en daarmee Defensie zo snel dat normen en waarden maar eens vastgelegd moeten worden? Is er een gebrek aan vertrouwen, dat het opstellen van een gedragscode noodzakelijk is geworden? Zijn vervelende incidenten de aanleiding voor het opstellen van een gedragscode? In het rapport van het Rekenhof aan de Kamer van Volksvertegenwoordigers (november 2010) getiteld: ‘Leren van buitenlandse militaire ope-
defensie raties’ komt een paragraaf ‘Gedragsproblemen’ aan bod. De oorsprong van dit rapport doet ons verwijzen naar de parlementaire Rwanda-commissie. Deze wees Defensie erop dat het noodzakelijk is de buitenlandse operaties grondig te evalueren en de resultaten van die evaluatie om te zetten in operationele richtlijnen voor volgende operaties. Daartoe richtte Defensie een sectie Evaluatie & Lessons Learned op. Het Hof rapporteert een frequent terugkerende les in de laatste operaties van elk theater (Libanon, Kosovo en Afghanistan), namelijk het probleemgedrag dat voorkomt uit gebruik van alcohol, drugs enzovoort. De detachementscommandanten schuiven meerdere oorzaken naar voren: te weinig rekening gehouden met verslavingsproblemen bij de selectie van het personeel, richtlijnen over alcoholgebruik onvoldoende strikt en duidelijk… De geleerde lessen tonen aan dat Defensie wijst op het bestaan van duidelijke regels (cf. Chodoporders). Het probleem wordt verwezen naar de detachementscommandanten door te stellen dat het hun verantwoordelijkheid is de richtlijnen te laten respecteren.
15
DG COM - BOGAERT
A R G U M E N T · O K TO B E R 2 0 1 1
Niets nieuws onder de zon ‘Een nieuwe gedragscode bij Landsverdediging’ (Un nouveau code de conduite à la Défense nationale), was de titel in Le Soir van 2 juni 1999. De aankondiging van een nieuwe gedragscode, te ondertekenen na de vorming door elke burger en militair bij Defensie gebeurde via de JS ECHO nummer 15 van 2 juni 1999. De tekst kwam er op verzoek van toenmalig minister van Landsverdediging Jean-Pol Poncelet, als gevolg van de moraliteitszin die men wilde opkrikken na de onthullingen over de misdragingen van een aantal Blauwhelmen in Somalië en Kroatië onder UNO-mandaat. ‘Ik geef het beste van mezelf, ik voer de taken die mij werden opgedragen op professionele wijze en in alle omstandigheden uit…’ zijn twee elementen van de acht bevelen die de gedragscode omvatten. Onze organisatie reageerde destijds en nam toen een houding aan van waakzaamheid en voorzichtigheid. We maakten voorbehoud omdat de code niet stoelde op enige wettelijke basis. Het feit dat de code regels bevatte die strenger overkwamen dan hetgeen al voorzien was bij wet en initieel elk personeelslid ertoe zou verplicht worden om de code te onderteken, en desgevallend zou kunnen gebruikt worden tegen hem of haar, baarde ons zorgen.
in de krijgsmacht had gepresenteerd. Uit het onderzoek kwam naar voor dat binnen Defensie veranderingen nodig waren om ongewenst gedrag te bestrijden. Heel wat grote bedrijven en organisaties beschikken ook over een code, al varieert de naam nogal. Electrabel bijvoorbeeld heeft een ‘ethische code’ waarin ze haar engagementen, waarden en ethiek weergeeft. Ikea heeft vijf ‘gedragscodes’, die elk een specifieke behoefte weerspiegelen. Een voorbeeld is “De IKEA Way voor het voorkomen van kinderarbeid”. Ook in het federaal openbaar ambt zijn er voorbeelden. Bij de federale politie moet iedereen zich houden aan de ‘deontologische code’ sinds juni 2006. Deze is hernomen in een Koninklijk Besluit en werd dus onderhandeld met de vakbonden. Ook de federale ambtenaren beschikken over een ‘deontologisch kader’ dat de gemeenschappelijke waarden en de gedragsregels bundelt. Ook deze tekst verscheen in het Belgisch staatsblad, maar dan in de vorm van een omzendbrief. Deze tekst is ook de reden waarom DGHR eerder opteert voor een louter militaire gedragscode dan wel een code voor al het defensiepersoneel. Ondanks het feit dat onze organisatie de ‘militaire specificiteit’ volledig onderschrijft, zijn wij ervan overtuigd dat een gemeenschappelijke tekst, waarin de specificiteit kan hernomen worden voor de militairen, onze Defensie beter zou ten goede komen.
Anderen doen het ook Bij de Nederlandse Defensie is een eenduidige ‘gedragscode’ van kracht sedert januari 2007. Die kwam er nadat een Parlementaire Commissie haar rapport over ongewenst gedrag
Waarom een deontologische code? Een deontologische code is meer dan een eenvoudige gedragscode waarin voorschriften en regels worden opgenomen. In eerste instantie verwijst deze naar fundamentele waarden zoals
integriteit, onpartijdigheid en beroepsernst. Vervolgens herneemt de deontologische code een reeks concrete principes waaronder nondiscriminatie en leadership. Daarnaast komen de gedragsregels aan bod zoals de houding. Niet alleen de plichten worden in de verf gezet maar er moet tevens plaats zijn voor de rechten van het personeel. Bijvoorbeeld het recht op vrije meningsuiting, op een correcte behandeling van de chefs maar ook vanwege de collega’s… Vertrouwen is een tweerichtingsverkeer, het gaat over geven en nemen, over plichten en rechten. Zo heeft de Federale Politie het aangepakt. VSOA-Defensie is ervan overtuigd dat dit een goed voorbeeld is van de juiste werkwijze. Defensie is een veeleisende werkgever. Je weet vrijwel zeker dat je vaak lang van huis bent en in gevaarlijke omstandigheden moet werken. Daarom heeft elk personeelslid recht op erkenning. Dit kan via een goede nazorg voor veteranen, de bevordering van de veiligheid op de werkvloer, het nakomen van gemaakte afspraken, marktconforme verloning, voldoende logement, de juiste waardering,… Een evenwicht tussen rechten en plichten is dan ook belangrijk in dergelijke deontologische code. In elk geval zal VSOA-Defensie pleiten voor een deontologische code met een wettelijke basis, dit wil zeggen onderhandeld met de vakbonden, waarin zowel plichten als rechten aan bod komen. Een code die bijgevolg niet repressief maar constructief is en kadert in een motivatiebeleid waarin wederzijds respect van bottom-up én bottum-down centraal staat. Afwachten dus tot de concrete ontwerpteksten op tafel komen. Cindy WILLEM
VSOA
defensie V S OA
16
A R G U M E N T · O K TO B E R 2 0 1 1
IN MEMORIAM
WILLY VERMEIR Op 4 september namen we afscheid van Willy Vermeir, ereafgevaardigde van onze organisatie. Willy was meer dan 50 jaar lid van onze organisatie. Hij stond mee aan de wieg van ‘Syndic’ en besliste in 1974 mee als actieve vakbondsman over de overstap naar het VSOA. Hij was een goede vriend van wijlen oud-voorzitter Luc Heyvaert en bedenker van de naam ‘Pensionorama’. Hij begon zijn militaire loopbaan op 19-jarige leeftijd als onderofficier. Hij was eerst bij het 5de Linie Bataljon in Soest vooraleer hij het 6de Genie Bataljon te Dellbrück vervoegde. In 1990 ging hij met pensioen op 60-jarige leeftijd. Hij bleef daarna actief als vakbondsman voor de
militairen in Duitsland. Bovendien had hij in ‘de Club 21’ in Dellbrück-Heidehof een bureel voor de mutualiteit VEMUREL, intussen EUROMUT genaamd. Een tweetal maanden geleden werd Willy wegens ziekte opgenomen in het ziekenhuis Bergisch Gladbach (Duitsland), waar hij de strijd verloor en overleed. We zullen ons Willy herinneren als een optimistisch en wijze man met een gulle glimlach. Hij was er altijd voor iedereen. Aan zijn kinderen, partner en familie bieden wij namens onze organisatie onze oprechte deelneming aan. Als vakorganisatie zijn wij fier te kunnen zeggen dat Willy één van de onzen was. Willy, het was een voorrecht om je te kennen. We zullen je missen. Cindy Willem
SLACHTOFFER VAN EEN DIENSTONGEVAL Als u een ongeval tijdens de dienst of op weg van of naar het werk hebt, kan u aanspraak maken op een vergoedingspensioen. Om al uw rechten te vrijwaren, dient u binnen de drie maanden na het schadelijk feit een aanvraag te richten aan de Pensioendienst voor de Overheidssector. Elke kwetsuur of beroepsziekte, opgelopen ten gevolge van de dienst en tijdens de dienst is voldoende om een dossier in te dienen. Indien het slachtoffer meent dat er zich verwikkelingen kunnen voordoen, zelfs bij het lichtste ongeval, heeft het er alle belang bij een procedure te starten. Zelfs bij onvoldoende invaliditeitspercentage (minder dan 10%) om onmiddellijk een vergoedingspensioen te ontvangen, worden eventuele latere rechten gevrijwaard.
Wat moet het dossier bevatten? De aanvraag moet de volgende originele documenten bevatten om ontvankelijk te zijn: 3 Een aanvraagformulier; 3 Een model 150 (ongevallenverslag dat het verband met de dienst aanwijst); 3 Een medisch attest; 3 Een verklaring van het slachtoffer (aan te raden); 3 Twee of meer getuigenverklaringen (in elk geval bij gebrek aan een model 150). Om aanvaard te kunnen worden, moet elke verklaring en elk attest afgesloten worden met de volgende formule: “ik verklaar op mijn eer dat deze verklaring oprecht en volledig is”. Deze formule dient u eigenhandig toe te voegen. Let er vooral op dat de formulering van de kwaal op het aanvraagformulier identiek is aan deze op het medisch attest. Best bevat het dossier ook een verklaring op eer van de aanvrager waarbij de omstandigheden van het overkomen ongeval en de klachten uiteengezet worden. Het dossier moet binnen de drie maanden na het voorval ingediend worden om het
vergoedingspensioen te kunnen laten ingaan op de dag van het voorval. Indien het later wordt ingediend, kan het pensioen slechts ingaan op de eerste dag van de maand volgend op de aanvraag. De aanvraag richt u aangetekend met ontvangstmelding aan: Pensioendienst voor de Overheidssector Ontvangst briefwisseling Victor Hortaplein 40 bus 30 1060 BRUSSEL Alle verzendingen dienen best steeds aangetekend met ontvangstmelding te gebeuren. Het is bovendien onontbeerlijk dat u van alle documenten een kopie bijhoudt.
Wat moet bewezen worden? 3 Dat het schadelijk feit (ongeval of ziekte) bestaat en medisch aantoonbaar is. Hiervoor dient de kwaal zo juist en zo omstandig mogelijk beschreven te worden. 3 Dat het feit ontstond tijdens en door het feit van de dienst. Begeleiding In elk geval raden wij u aan contact op te nemen met de lokale vakbondsafgevaardigde van het VSOA vooraleer u stappen onderneemt. De materie van de vergoedingspensioenen is zeer technisch en zo zal hij of zij u bijstaan en ons een kopie van uw dossier overmaken zodat wij uw aanvraag op de voet kunnen volgen. Referte: DGHR-SPS-SOCPENV-001
De nieuwe editie van de richtlijn, daterende van 4 augustus 2011, kan je consulteren op onze website www.vsoa-defensie.be in de rubriek FAQ/Ongevallen.
groep politie A R G U M E N T · O K TO B E R 2 0 1 1
17
VSOA
Pré memorandum (4)
Veiligheid heeft zijn prijs In Maart 2011 stelde het VSOA Politie zijn pré-memorandum voor aan de pers. In de vorige edities werden reeds de eerste onderwerpen van het pré-memorandum aangehaald. In de komende maanden wordt telkens aandacht besteed aan onze visie waarbij de verschillende onderwerpen worden voorgesteld.
Vincent Gilles – Nationaal voorzitter Vincent Houssin – Nationaal ondervoorzitter
DE SYNDICALE WET
den, dat het welzijn van het personeel een positieve boost zou krijgen, dan willen wij daar onze medewerking aan geven. Let wel, het verhogen van het aantal BOC’s vergt ook een niet te onderschatten inspanning van de vakorganisaties wat een capaciteitsverhoging zal rechtvaardigen.
Bescherming van de syndicaal afgevaardigde Wij vernemen meer en meer dat afgevaardigden die durven hun nek uit te steken en op te komen voor het algemeen belang, bedreigd worden door hun overheden, hun carrièremogelijkheden teniet zien gaan, herplaatst worden onder het mom van reorganisatie (art 44), enz... Er wordt tevens vastgesteld dat er vooral op lokaal niveau in zekere politiezones een syndicaal misprijzen bestaat dat harmonieuze relaties tussen overheid en personeelsvertegenwoordiging onmogelijk maken. Wij willen dus vragen aan de overheid om maatregelen, die een betere bescherming van de syndicale afgevaardigde voorzien, te willen invoeren. De syndicale afgevaardigden dienen, na de beëindiging van hun syndicaal mandaat, gedurende een zekere periode nog over een wettelijke bescherming te beschikken dit naar analogie van datgene van toepassing in zekere andere sectoren. Er dient tevens te worden voorzien in een stelsel waarbij de overheid, in geval van unaniem negatief advies vanwege de vakbonden, formeel motiveert (waar naar
onze mening de wet van 1992 niet ver genoeg gaat) waarom zij de bestreden maatregel toch wenst door te voeren. Teneinde tegemoet te komen aan de kritieken inzake de uitoefening van de syndicale prerogatieven “ buiten ressort “ dient het syndicaal verlof te worden beschouwd zoals de gehypothekeerde capaciteit. Anderzijds is de benaming van het syndicaal «verlof» totaal inadequaat en geeft andere personeelsleden de indruk dat het om verlof gaat, hetgeen uiteraard totaal niet correct is : het gaat wel degelijk over werk – supplementair aan het professionele werk – om de collectieve belangen te verdedigen. Deze verouderde en niet adequate benaming dient dan ook te worden veranderd.
Hervorming Federale BOC’s Binnen de federale politie wordt de werking van de provinciale overlegcomités als disfunctioneel ervaren. De hervorming van federale boc’s zullen in de zeer nabije toekomst onderhandeld worden. Wanneer deze hervorming ervoor kan zorgen dat de aangehaalde problematieken een snellere oplossing zou geboden wor-
SOCIALE DIENST NOG SOCIALER De sociale dienst van de geïntegreerde politie werd in tien jaar tijd langzaam opgebouwd. De tijd is volgens ons aangebroken om ook projecten te starten in samenwerking met andere sociale diensten, met als doelstelling dit aanbod van diensten te openen voor alle personeelsleden. Nochtans dient men toe te geven dat een sociale dienst hoofdzakelijk georiënteerd moet zijn naar de zwakste categorie in onze sector. Een bijkomende uitdaging die snel dient gelanceerd te worden : een aanbod van diensten georiënteerd naar de personeelsleden met mindere inkomsten. Tenslotte zijn wij de mening toegedaan dat de sociale dienst een zeer belangrijke rol dient te spelen om de job attractief te maken voor jongeren en zodoende de gevolgen van de leeftijdspiramide te verminderen. Er worden echter praktisch geen initiatieven genomen voor deze jonge gezinnen om een degelijke kinderopvang te voorzien. Het lijkt ons dan ook belangrijk dat de sociale dienst zich engageert om een aanbod in die zin te kunnen doen.
groep politie V S OA
18
A R G U M E N T · O K TO B E R 2 0 1 1
Politieke toekomst en de gevolgen voor onze sector
Waar gaan we naar toe ? De vakantie is uit. Misschien hebt u tijdens uw welverdiend verlof, naast wat schandalen binnen de geïntegreerde politie, de politieke actualiteiten niet echt gevolgd. Je vraagt je toch af : “Waar gaan we naar toe ? Alles verhoogt, behalve mijn inkomen ! En waar gaan ze die beruchte 22 miljard euro zoeken om het gat in de begroting te dichten, eens de nieuwe regering uiteindelijk gevormd zal zijn? p het ogenblik dat ik dit schrijf, eind augustus, lijken de politieke onderhandelingen sinds veertien dagen constructief te verlopen. Of ze uiteindelijk zullen leiden tot de samenstelling van een regering… wie kan zoiets voorspellen. Als verantwoordelijke van de grootste syndicale organisatie van de sector, moeten we het hele plaatje bekijken. Maar we moeten ook de dingen zeggen zoals ze zijn, naargelang we ons naar situatie A of B begeven.
O
Voorlopige twaalfden Als we geen regering hebben binnen de twee komende maanden zal het budgetair beheer van onze sector (evenals dat van de federale politie) blijven berusten op het concept van 12den van de provisie, zoals trouwens alle andere sectoren van het Openbaar Ambt. Algemeen betekent dit dat de administratie elke maand werkt met het equivalent van één twaalfde van het budget van vorig jaar. U begrijpt uiteraard dat in een dergelijke situatie, op het niveau van de politiewerking, er geen enkele bewegingsruimte mogelijk is noch om een visie op lange termijn te ontwikkelen. Een regering van lopende zaken bedrijft trouwens geen politiek op lange termijn. De sociale dialoog is eenvoudigweg beperkt tot « alles wat geen budgettaire weerslag heeft ». We kunnen dus blijven verder werken met weliswaar belangrijke onderwerpen maar dan eerder beperkt. Een grote discussie over de eisenbundel van de sector is bijvoorbeeld volledig uitgesloten. Als er al een akkoord voortkomt uit de huidige onderhandelingen, zal dat bij het in plaats stellen van een regering onmiddellijk getoetst worden aan de financiële en budgettaire politiek met haar ongelofelijke doelstelling van « 22 miljard in 5 jaar ». En dat zal pijnlijk zijn… voor de (leden van de) openbare diensten waaronder de dienst van de politie aan de bevolking. De situatie zal misschien erger zijn dan met de regering in lopende zaken, beperkt tot provisies van 12den… maar zonder de plicht tot doortastende besparingen. Het is paradoxaal maar zo is het nu eenmaal. En om dat moeilijke doel te bereiken, zal de nieuwe overheid geneigd zijn de loonlast van het Openbaar Ambt te drukken (bv : weet dat +/- 95% van het budget van de geïntegreerde politie wordt besteed aan lonen, de minste inkrimping een rekenkundig effect heeft dat zich uitdrukt in bedragen met zes nullen…). Aan deze snelle situatieschets moeten we de doelstellingen van verlenging van loopbaan voegen die aan onze politieke verantwoordelijken worden opgelegd (wie ook aan de macht komt) zeker in de Openbare Sector. Ze willen de gemiddelde 62 jaar nog optrekken en daar zijn ze in onze sector nog ver van verwijderd.
U hebt het begrepen : het einde van dit jaar dreigt gruwelijk te worden maar in 2012 zal dit niet anders worden. Twee elementen dreigen door te wegen op het volgende jaar : de Copernicusprocedures en het vakantiegeld (bestemd voor het operationeel kader) die misschien een gehele of gedeeltelijke ontknoping zullen kennen in 2012. Nogmaals, stel U voor dat deze twee elementen een hap uit de openbare uitgaven één derde van het jaarlijkse budget van de geïntegreerde politie betekenen. Het gaat om een recht voor deze personeelsleden daar zijn we van overtuigd. Toch zal men het ons verwijten. Of het zal gebruikt worden om de personeelsleden te verdelen binnen de sector, wees daarvan overtuigd. Onder het voorwendsel dit te hebben moeten uitbetalen, zullen anderen hun toelagen waar ze recht op hebben, geweigerd worden zoals baremische herwaardering voor bepaalde groepen die nauwelijks 1.200 € netto per maand verdienen.
Blijven zitten ? Blijven we nu versteend zitten, neergebliksemd door deze beangstigende voorspellingen ? Natuurlijk niet. Maar laten we niet vergeten dat een syndicale organisatie, hoe machtig ook, haar macht ontleent aan haar leden. In de lente is het niet onmogelijk dat het sociaal overleg zó gespannen wordt dat wij U zullen oproepen om aan te tonen hoeveel al die maatregelen concreet en verwoestend ingrijpen in Uw leven en in Uw welzijn. Vincent GILLES – Nationaal voorzitter Vertaling : Luc MAESEN
groep politie A R G U M E N T · O K TO B E R 2 0 1 1
EuroCOP en de directe invloed van Europa op ons beroepsleven Wanneer men spreekt over EuroCOP, heb je snel door dat het over een « kunstwerk » van Europa gaat maar je stelt je even snel de vraag : « Waar leidt dit vehikel ons ? »
De collega’s van Ierland hebben deze verscheidenheid goed aangetoond want ze bevinden zich in een middeleeuwse ATO-reglementering).
Op het ogenblik dat ik dit neerschrijf (op 1 en 2 september), zit ik in het halfrond van het economisch en sociaal comité van Europa, vlakbij de Béliardstraat te Brussel. EuroCOP organiseert een voorbereidende vergadering op z’n congres van november te Barcelona waar een nieuwe ploeg wordt geïnstalleerd die het hoofd biedt (zal moeten bieden)??? aan serieuze uitdagingen.
Een neutrale partner van EuroCOP is de Europese Federatie van Syndicaten (EFS).
Zo kom ik precies op de essentie van EuroCOP. Het gaat over een organisatie die geen enkele overheid vertegenwoordigt maar die meer dan 30 organisaties (syndicaten of beroepen) verenigt in het politioneel milieu van Europa. Onophoudelijk onderhoudt EuroCOP nieuwe banden met Europese personen en organisaties – zoals de Europese Commissie waarvan regelmatig sprake – met als doel Europa te beïnvloeden wanneer ze aanwijzingen geeft die vervolgens moeten vertaald worden in de wetten van elk soeverein land. Het VSOA is lid van EuroCOP.
Met dit onderwerp zijn we beland in het hart van de invloed van Europa op ons beroepsleven en stellen we het nut van het voortdurend werk van EuroCOP vast om de belangen van het personeel van de politiesector van geheel Europa te verdedigen, onze belangen inbegrepen.
Nu op 1 september in dit halfrond nam ik deel aan een debat tussen vertegenwoordigers van de Europese Commissie en vertegenwoordigers van de EFS… over de volgende Europese aanwijzingen over arbeidstijd.
Op die manier doelt deze aanwijzing de arbeidstijdorganisatie in een kader te plaatsen voor heel Europa waar een ongelofelijke verscheidenheid heerst (het is niet vreemd weken van 80 uur in bepaalde sectoren vast te stellen in buurlanden.
Wanneer ik over « kaderen » spreek, moet dat gerelativeerd. Sommige beoogde doelen zijn een stap voorwaarts (voor de collega’s van andere landen en voor ons, Belgische politie, een beperking van uren per week instellen), maar anderen openen de deur voor een nieuwe vorm van slavernij (referentieperiodes van meer dan een jaar… ik geloof dat dit voorbeeld voor zich spreekt). U zal begrepen hebben dat zowel de EFS, erkend als syndicaat door de Europese Commissie in het kader van het sociaal overleg op dit hoge niveau, als EuroCOP door zijn voortdurende lobbywerk, een geweldig belang betekenen voor onze professionele toekomst door hun directe invloed op de besluitvorming van de aanbevelingen van Europa. Onze investering in het werk van EuroCOP is ver van nutteloos, geloof mij vrij. Vincent GILLES – Nationaal voorzitter Vertaling : Luc MAESEN
19
VSOA
onderwijs V S OA
20
A R G U M E N T · O K TO B E R 2 0 1 1
Hoger onderwijs
Het integratiedossier: alles op een rij Sinds 2003 wordt het landschap van het hoger onderwijs stapsgewijs hervormd. Dat begon met de invoering van de bachelor – en masterstructuur en de oprichting van associaties. Binnen die associaties zijn hogescholen en universiteiten sindsdien gaan samenwerken, onder meer door de tweecycli-opleidingen van de hogescholen meer in te bedden in het wetenschappelijk onderzoek. De Vlaamse regering heeft beslist om deze academische hogeschoolopleidingen volledig te integreren in de universitaire structuur. den tot de goedkeuring van een aantal decreten die de integratie van de academische hogeschoolopleidingen in de universiteiten wettelijk omkaderen. De uitrol van de integratie is voorzien vanaf 2013-2014.
Geen verplaatsingen In de praktijk zal de integratie niet leiden tot een fysieke verplaatsing van deze opleidingen. De universiteiten worden wel verantwoordelijk voor onder anderen: het onderwijs- en onderzoeksbeleid, de kwaliteitszorg voor onderwijs en onderzoek, het personeelsbeleid en het uitreiken van de diploma’s.
eer concreet worden 7 studiegebieden bij deze integratie betrokken: architectuur, gezondheidszorg, industriële wetenschappen & technologie, biotechniek, productontwikkeling, toegepaste taalkunde en handelswetenschappen & bedrijfskunde. Vandaag zijn er meer dan 21.000 studenten die deze studierichtingen volgen. De opleidingen die niet worden geïntegreerd, zijn de opleidingen uit de studiegebieden nautische wetenschappen, de muziek & podiumkunsten en de audiovisuele & beeldende kunst. De nautische wetenschappen worden verder aangeboden door de gespecialiseerde Hogere Zeevaartschool in Antwerpen. Voor het hoger kunstonderwijs worden er binnen de hogescholen wel ‘schools of arts’ ingericht met medebestuur van de universiteiten. Nu de regering beslissingen genomen heeft over de principes, kunnen de decretale voorbereidingen en het bijbehorende overleg beginnen. Die moeten dan tussen juni 2011 en april 2012 lei-
Z
Deze operatie werd al enige jaren voorbereid. Het standpunt van de Commissie Soete, die in 2008 een rapport uitbracht over de optimalisatie van het hogeronderwijslandschap, diende als uitgangspunt. Het maatschappelijk debat werd verder uitgediept door de synthesenota (januari 2010) van Dirk Van Damme, die op haar beurt werd aangevuld met een advies van een speciaal daarvoor opgerichte werkgroep van de Vlaamse Onderwijsraad (VLOR). Dit VLOR-advies beperkte zich tot een overzicht van de verschillende mogelijkheden met een opsomming van de vooren nadelen van elk model. Mede op basis van deze input werd in mei 2010 een platformtekst geschreven door een ministeriële werkgroep o.l.v. Peter Leyman. Tot slot werd er ook een parlementaire ad hoc commissie o.l.v. Fientje Moerman opgericht, die in dit verband: hoorzittingen, een colloquium en een themadebat in de plenaire vergadering van het Vlaams parlement organiseerde en haar werkzaamheden afrondde met een motie van aanbeveling voor de Vlaamse regering. Dit alles dien-
de als basis voor de beslissing van de Vlaamse regering, die ook een budgettair kader uitwerkte en goedkeurde. Gebaseerd op deze beleidsstellingen en op het themadebat dat hierover gevoerd is, heeft het Vlaams parlement op 8 juli 2010 een motie van aanbeveling aangenomen met 18 aanbevelingen over de toekomst van het Vlaamse hoger onderwijs. In deze motie vraagt het Vlaams parlement de Vlaamse regering om die aanbevelingen in realiteit te brengen door onder meer de nodige decretale basis te verschaffen voor de implementatie van deze veranderingen.
42 miljoen euro De Vlaamse Regering keurde een budgettair kader goed, dat loopt van 2012 tot 2024 en dat een significante investering in onderwijs en onderzoek inhoudt en dit bovenop het zogenaamde ‘constant beleid’. Deze inspanningen zijn een gedeelde inspanning van minister van Onderwijs Smet en minister van Innovatie Lieten. Tegen 2014 zal er bijkomend 42 miljoen euro in het hoger onderwijs worden geïnvesteerd, waarvan 29,1 miljoen vanuit onderwijs & vorming en 12,9 miljoen vanuit wetenschap en innovatie. In 2024 zal dit oplopen tot 121,1 miljoen euro voor onderwijs en vorming en 104,9 miljoen euro voor wetenschap en innovatie. Samen is dit maar liefst 225,9 miljoen euro extra voor het Vlaamse hoger onderwijs. Bron: http://www.ond.vlaanderen.be/nieuws
Het leest als een sprookje, maar we weten beter. Volgende maand zetten we de 18 aanbevelingen van het Vlaams Parlement even op een rijtje met onze bemerkingen en bezorgdheden. Dirk De Vos Gemandateerd secretaris
onderwijs 21
A R G U M E N T · O K TO B E R 2 0 1 1
Nieuwe secretaris hoger onderwijs
VSOA Onderwijs verwelkomt Wauter Leenknecht September 2011 zal alweer niet onopgemerkt voorbijgaan voor het VSOA Onderwijs. Wauter Leenknecht gaf zijn carrière een nieuwe wending en maakt zijn opwachting als nieuwe secretaris voor het hoger onderwijs. Samen met Louis Demeyere vormt hij het team Hoger Onderwijs. Mission statement van Wauter Wauter behaalt in 1999 zijn diploma industrieel ingenieur chemie aan de Hogeschool WestVlaanderen, departement PIH in Kortrijk en gaat daarna aan de slag als Software ingenieur bij Colruyt in Halle. Eén jaar later gaat hij de uitdaging aan als lector Wiskunde/programmeren in de toen nog prille opleiding Multimedia en Communicatietechnologie. Daarmee keert hij terug naar het thuisfront. De opleiding Multimedia en Communicatietechnologie, in het kort en in de volksmond gekend als ‘MCT’, is in volle ontwikkeling en piekt met meer dan 500 eerstejaarsstudenten. Deze sterke groei in combinatie met een bevroren enveloppe vormen de oorzaak voor een te krappe personeelsomkadering met als gevolg een overwerkt korps. De noodzaak voor een vertegenwoordiging in het DOC dringt zich dan ook op. Wauter neemt de verantwoordelijkheid op zich en gaat voor het VSOA Onderwijs zetelen in het DOC van het
Departement PIH. Enige tijd later gaat hij het VSOA Onderwijs ook vertegenwoordigen in het HOC van de Hogeschool, waar er na 10 jaar een arbeidsreglement wordt onderhandeld, dat aan het - voornamelijk tijdelijk - personeel de nodige rechtszekerheid biedt en hen beschermt tegen de “vrijwillige” weekend- en avondlessen. Sedert vorig jaar vertegenwoordigt Wauter het VSOA Onderwijs in het VAPSO samen met Dirk De Vos en Louis Demeyere. Vanaf 1 september 2011 wordt hij secretaris hoger onderwijs. Het is zijn bedoeling om in de toekomst de plaatselijke afgevaardigden te faciliteren en te ondersteunen bij het behartigen van de belangen van de leden. Ook het VSOA Onderwijs nog performanter op de kaart zetten als onderwijsvakbond is één van zijn verdere doelstellingen en dit door het voeren een actieve ledenwerving. Dit zou de representativiteit van het VSOA nog moeten doen toenemen.
VSOA
NIEUWE BROCHURES BESCHIKBAAR VANAF 14 NOVEMBER In de septembereditie van Argument kon u al lezen, dat het VSOA-Onderwijsteam de laatste hand aan het leggen was aan de actualisering van de informatiebrochures. De zetduivel heeft ons echter parten gespeeld, want de kop: “ Nieuwe brochures beschikbaar vanaf 14 november” is weggevallen, waarvoor onze welgemeende verontschuldigingen.
Volgende brochures: 1. Schoolverlaters & Starters in het onderwijs, 2. Informatiebrochure voor afgevaardigden 3. Verlofstelsels en uitstapregelingen 4. Wat bij ziekte? 5. Functioneren en Evalueren ... kan u dus vanaf 14 november 2011 aanvragen via e-mail op:
[email protected] (met vermelding van uw lidnummer). Daarna krijgt u ze elektronisch of op papier – graag aanduiding van uw voorkeur - toegestuurd. Een overzicht van alle brochures met daarbij een korte toelichting vindt u ook op onze website. De aanvragen die tot op vandaag al werden ingediend, werden wel geregistreerd en opgelijst en zullen worden behandeld. U hoeft desgevallend geen nieuwe aanvraag meer te doen. De VSOA-secretarissen
Belangrijke mededeling Wijziging locatie zitdag Oost-Vlaanderen Met ingang van oktober 2011 zal de wekelijkse zitdag voor de provincie Oost-Vlaanderen niet meer doorgaan in het ACLVB-gebouw Koning Albertlaan 93, 9000 Gent. Vanaf woensdag 5 oktober 2011 kan u voortaan terecht op het volgend adres: ACLVB-kantoor Antwerpsesteenweg 127, 9040 Sint-Amandsberg. Deze locatie is gemakkelijk te bereiken met het openbaar vervoer (vlakbij station Dampoort).
ACLVB EN HET VSOA ONDERWIJS SAMEN STERK
Voor meer informatie kan u terecht bij:
Als VSOA vertegenwoordigen we de personeelsleden van de openbare sector binnen de grote familie van de Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België (ACLVB). Het VSOA Onderwijs is, zoals u waarschijnlijk wel al weet, één van de elf beroepsgroepen van het VSOA en verdedigt de belangen van alle personeelsleden uit de onderwijswereld die bij ons zijn aangesloten.
Karine De Dier Secretaris Oost-Vlaanderen 0478/ 64 00 56
[email protected]
De leden die tijdelijk – voor bepaalde of onbepaalde duur - zijn aangesteld, kunnen hun eventuele werkloosheidsuitkeringen via ACLVB uitbetaald krijgen. Concreet wil dit zeggen, dat ze als lid van het VSOA Onderwijs hun werkloosheidsdossier kunnen laten behandelen door ACLVB. Ze dienen dan wel hun lidnummer voor te leggen in het ACLVB-kantoor. De nauwe samenwerking tussen het VSOA Onderwijs en ACLVB vormt dus een meerwaarde voor onze leden. Alle andere belangen (bijstand in geval van problemen, advies…) van de personeelsleden worden door het VSOA Onderwijs behartigd. Wij raden hen dan ook stellig aan hun persoonlijke gegevens aan onze organisatie door te geven, zodat wij hen te allen tijde kunnen contacteren en informeren over de meest recente ontwikkelingen in het onderwijslandschap. Men kan dat doen via e-mail gericht aan
[email protected] Bij deze roepen wij de schoolafgevaardigden van het VSOA Onderwijs dan ook op om de tijdelijke personeelsleden die aangesloten zijn bij ACLVB hiervan op de hoogte te brengen. Ze kunnen ook aan hun ACLVB-kantoor melden, dat ze wensen aangesloten te worden bij het VSOA Onderwijs.
Belangrijke mededeling Wijziging persoonsgegevens Van tijd tot tijd gebeurt het wel eens, dat je van e-mailadres, telefoonnummer of zelfs van woonplaats verandert. Met het oog op een optimale dienstverlening, verzoeken wij u om ons dat zo snel mogelijk te laten weten, zodat wij uw gegevens in ons ledenbestand kunnen aanpassen. Wijzigingen kunt u doorgeven via
[email protected]. Breng tegelijkertijd ook uw provinciaal secretaris op de hoogte. Haar of zijn e-mailadres vind je in deze editie van Argument en op de website: www.vsoa-onderwijs.be De VSOA-secretarissen
onderwijs V S OA
22
A R G U M E N T · O K TO B E R 2 0 1 1
Werkloosheid
Formaliteiten bij deeltijdse of volledige werkloosheid Wordt een personeelslid tijdelijk aangesteld voor bepaalde duur, dan kan dit voor een volledig schooljaar (tot en met 30 juni) of voor een deel van het schooljaar zijn. De dag nadat de tijdelijke aanstelling voor bepaalde duur wordt beëindigd, wordt men onvrijwillig werkloos en is men verplicht om binnen een bepaald tijdsbestek een aantal formaliteiten vervullen. Wij zetten ze hieronder alvast op een rij met de nodige toelichtingen. Volledige werkloosheid tijdens het schooljaar Wie onvrijwillig werkloos wordt, moet zich met het formulier C4-Onderwijs (Afdankingsbewijs) binnen de 8 kalenderdagen na het beëindigen van de tijdelijke aanstelling aanmelden bij zijn vakbond, die de aanvraag voor werkloosheidsvergoeding zal behandelen. Daarna laat men zich als werkzoekende inschrijven bij de VDAB. Deze procedure moet worden gevolgd telkens een tijdelijke aanstelling wordt beëindigd. Onder onvrijwillig werkloos verstaat men, dat men zelf zijn ontslag niet mag hebben gegeven, tenzij om dringende redenen. Men mag ook niet zijn ontslagen als gevolg van zijn houding. Een werkloze leerkracht is niet verplicht de eerste 6 maanden van de werkloosheid een andere betrekking dan die van leerkracht aan te nemen.
Deeltijdse werkloosheid tijdens het schooljaar Wie tijdens het schooljaar deeltijds werkloos wordt of maar een deeltijdse betrekking krijgt aangeboden, vraagt bij de aanvang van die deeltijdse tewerkstelling het statuut van deeltijdse werknemer met behoud van rechten aan. Je doet dat door het formulier C131A-WERKNEMER in te vullen. De werkgever vult het formulier C131A-ONDERWIJS-WERKGEVER in. Deze formulieren dien je in bij je uitbetalingsinstelling (vakbond). Je doet ook aangifte van de deeltijdse tewerkstelling bij de VDAB. Iedere maand dien je ook het formulier C3DT en het formulier C131B-ONDERWIJS dat je door de school laat invullen, in bij je vakbond.
WilJeje hebt een werkloosheidsvergoeding kunnen claimen, dan als: is het noodzakepas recht op een bijkomende uitkering lijk3datje jevoldoet gedurende een bepaalde periode een aantal dagen gewerkt. aan de voorwaarden deeltijds werknemer methebt behoud Dit wilvan zeggen dat je toelaatbaar bent. Daarnaast moet je ook vergoedbaar rechten, zijn; d.w.z. dat je moet voldoen aan een aantal voorwaarden. 3 je bruto maandloon niet hoger is dan 1440,67 €, Je 3 bent toelaatbaaropdracht als je onderstaand dagen gewerkt: je deeltijdse niet hoger isaantal dan 4/5 van hebt een voltijdse • betrekking, 18 tot 36 jaar: 312 dagen op de 18 maanden die de werkloosheidsuitkeringsaanvraag voorafgaan, bentjaar: voor468 eendagen voltijdse betrekking, • 3 je kandidaat 36 tot 50 op de 27 maanden die de werkloosheidsuitkeringsaanvraag voorafgaan, 3 je ingeschreven bent en blijft als voltijds werkzoekende, • 50 jaar en ouder: 624 dagen op de 36 maanden die de werk3 je beschikbaar bent voorvoorafgaan. een voltijdse betrekking, loosheidsuitkeringsaanvraag 3 je aangifte hebt gedaan van de deeltijdse tewerkstelling bij de VDAB Je bent als je:d.m.v. het invullen van de formulieren en vergoedbaar RVA (via vakbond) • C131A-WERKNEMER onvrijwillig werkloos, en C131A-ONDERWIJS-WERKGEVER, • arbeidsgeschikt, de formulieren C3DT enbent. C131B ONDERWIJS • 3 je maandelijks ingeschreven als werkzoekende indientmoet bij de vakbond. Daarnaast je bereid zijn om een passende betrekking te aanvaarden
onderwijs A R G U M E N T · O K TO B E R 2 0 1 1
Wil je een werkloosheidsvergoeding kunnen claimen, dan is het noodzakelijk dat je gedurende een bepaalde periode een aantal dagen hebt gewerkt. Dit wil zeggen dat je toelaatbaar bent. Daarnaast moet je ook vergoedbaar zijn; d.w.z. dat je moet voldoen aan een aantal voorwaarden.
Je bent toelaatbaar als je onderstaand aantal dagen hebt gewerkt: 3 18 tot 36 jaar: 312 dagen op de 18 maanden die de werkloosheidsuitkeringsaanvraag voorafgaan, 3 36 tot 50 jaar: 468 dagen op de 27 maanden die de werkloosheidsuitkeringsaanvraag voorafgaan, 3 50 jaar en ouder: 624 dagen op de 36 maanden die de werkloosheidsuitkeringsaanvraag voorafgaan. Je bent vergoedbaar als je: 3 onvrijwillig werkloos, 3 arbeidsgeschikt, 3 ingeschreven als werkzoekende bent.
Werkloosheid tijdens de zomervakantie De tijdelijke personeelsleden die bezoldigde prestaties – de duur speelt geen rol - hebben geleverd tijdens het voorafgaande schooljaar moeten tijdens de zomervakantie niet beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt. Zij die een volledig schooljaar met een volledige opdracht hebben gewerkt en die een uitgestelde bezoldiging krijgen die de maanden juli en augustus volledig dekt, hoeven pas op 01-09 een werkloosheidsvergoeding aan te vragen voor zover zij op 01-09 geen uitzicht hebben op een betrekking. In dat laatste geval moeten zij zich tussen 01-09 en 08-09 ook bij de VDAB laten inschrijven als werkzoekende. Wie geen volledig schooljaar of al dan niet een schooljaar met een onvolledige opdracht heeft gewerkt, meldt zich aan op 01-07. Marnix Heyndrickx Secretaris VSOA Onderwijs
VSOA
CONTACTGEGEVENS SECRETARISSEN VSOA ONDERWIJS Dirk De Vos
Marnix Heyndrickx
Gemandateerd Secretaris
Persverantwoordelijke Gsm : 0478 64 00 73
Gsm : 0477 59 26 26
[email protected]
[email protected]
Marleen Deboes
Karine De Dier
Secretaris Limburg en Vlaams- Brabant Gsm : 0476 74 01 33
Secretaris Oost-Vlaanderen Gsm : 0478 64 00 56
[email protected]
[email protected]
Annie Bogaert
Kristina Verpoten
Secretaris West-Vlaanderen en Vlaams-Brabant Gsm : 0478 64 00 72
Diversiteit (LOP, GOK) Gsm : 0478 64 00 54
[email protected]
Daarnaast moet je bereid zijn om een passende betrekking te aanvaarden en moet je in België verblijven.
Schoolverlaters Wie na zijn studies nog niet heeft gewerkt en ouder is dan 18 jaar en jonger is dan 26 jaar, moet een wachttijd doorlopen van 233 werkdagen. Het slaat hier zowel op arbeidsdagen als dagen ingeschreven als werkzoekende. De wachttijd kan ten vroegste ingaan op 01-08. Voor wie zich na die datum inschrijft, begint de wachttijd pas te lopen op de datum van inschrijving. Het is dus belangrijk dat je je op 01-08 inschrijft.
23
[email protected]
Wauter Leenknecht
Louis Demeyere
Secretaris Hoger Onderwijs Team Hoger Onderwijs Gsm : 0470 19 29 88
Stafmedewerker Team Hoger Onderwijs HoGent, UGent, VOC, VLOR
[email protected]
[email protected]
FAQ In deze terugkerende rubriek plaatsen wij een aantal vaak gestelde vragen van de afgelopen maand in de schijnwerpers. Van ons krijgt u het passende antwoord er bovenop… V | Ik ben in juni afgestudeerd. Ik heb gesolliciteerd bij een aantal scholen en een paar inrichtende machten. Het is bijna herfstvakantie en ik heb nog altijd geen werk… Wat kan ik nog meer doen? A | Je nam al rechtstreeks contact op met: scholen, inrichtende machten, scholengroepen of onderwijsnetten van je voorkeur. Beperk je echter niet tot instellingen in je nabije omgeving, maar verruim je selectie. Contactgegevens vind je op: www.ond.vlaanderen.be/onderwijsaanbod. Schrijf je ook in op de leerkrachtendatabank van de VDAB: www.vdab.be/leerkrachtendatabank. Hier kunnen leerkrachten hun cv publiceren voor het basis- en secundair onderwijs. De meeste scholen maken zeer vaak gebruik van de databank wanneer zij op zoek zijn naar interimarissen. De site biedt correcte en upto-date gegevens aan en op basis van de meldingen van de scholen past de VDAB nagenoeg dagelijks het
aanbod aan. Als je een interessante vacature ziet, reageer dan onmiddellijk door rechtstreeks contact op te nemen met de contactpersoon en wacht zeker niet tot men u contacteert; ook al staan je gegevens al in de leerkrachtendatabank. V | Ik ben al voltijds vast benoemd, maar zou graag tijdelijk een andere opdracht vervullen (TAO) in hetzelfde of in een ander ambt. Moet ik ook een kandidatuur voor een tijdelijke aanstelling indienen? A | Wanneer je reeds volledig vast benoemd bent, hoef je in principe niet langer te kandideren voor een tijdelijke aanstelling. Je bent het stadium van tijdelijke als het ware ontgroeid. Maar om directeurs te laten weten dat je vanuit een vaste benoeming bereid bent tijdelijk een andere opdracht uit te voeren (TAO) in hetzelfde of in een ander ambt, is het aan te raden toch een aanvraag voor een tijdelijke aanstelling in te dienen. Het aanvragen van het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur (TADD) is echter niet nodig. Als fulltime vastbenoemd personeelslid kan je je niet beroepen op het recht voor een TADD.
onderwijs V S OA
24
A R G U M E N T · O K TO B E R 2 0 1 1
VSOA Onderwijs reageert op lerarenenquête Eind augustus organiseerde Het Nieuwsblad de inmiddels veelbesproken en druk becommentarieerde lerarenenquête. Naar aanleiding van de toch wel opmerkelijke resultaten van die enquête werd ook bij VSOA Onderwijs gepeild naar een reactie. Die reactie - bij monde van gemandateerd secretaris Dirk De Vos - stond op maandag 29 augustus in de desbetreffende krant te lezen. “Enquête bevestigt wat onder het lerarenkorps leeft!” Uit de enquête blijkt, dat meer dan twee op de drie leerkrachten van oordeel is, dat de kwaliteit van het Vlaamse onderwijs erop achteruitgaat. Het opinieonderzoek brengt echter ook nog een aantal andere, op zijn minst frappante vaststellingen aan de oppervlakte. Zo zegt meer dan de helft van de leerkrachten, dat zij stress hebben als gevolg van hun job en 85 procent is van mening dat de werkdruk jaar na jaar toeneemt. Eén op de vijf uit het basis- en secundair onderwijs zou dan ook niet opnieuw in het onderwijs aan de slag gaan en in het secundair onderwijs overwegen vooral de jongere leerkrachten om alsnog de overstap te maken naar een andere sector. Niettegenstaande dit alles bedraagt het algemene cijfer van tevredenheid onder het onderwijzend personeel toch 7,7 op tien, zou 75 procent van de bevraagden tot aan het pensioen graag in het onderwijs blijven en gaan 7 op de tien elke dag met plezier naar school. Dualiteit Het valt niet te ontkennen, dat bovenstaande vaststellingen enigszins op een dualiteit wijzen. Niettegenstaande het lerarenkorps op het eerste gezicht al bij al meer dan tevreden lijkt, zou het echter van weinig gezond verstand getuigen om hun verzuchtingen en bekommernissen zomaar weg te wuiven. Op de vragen: 3 Wat is er aan de hand in het onderwijs? 3 Kunnen leerkrachten dan niet genoeg leerkracht zijn? 3 Is de extra werkdruk te wijten aan externe omstandigheden? 3 Hoe kan men de dalende jobtevredenheid aanpakken?
3 Vanwaar de tegenstrijdigheid in de resultaten van de rondvraag?, antwoordde het VSOA Onderwijs aan de journalist van het Nieuwsblad het volgende: “Het probleem is veel complexer dan het lijkt. In het loopbaandebat hopen wij dan ook bepaalde oplossingen te kunnen aanreiken om de job van leraar opnieuw aantrekkelijker te maken. Een mogelijke verklaring voor de dualiteit in de enquête vindt wellicht zijn oorsprong in het feit dat voor velen van de oudere generatie van het huidige lerarenkorps het beroep van leerkracht een “roeping” was. De keuze voor een onderwijscarrière was in hun geval dan ook een weloverwogen en bewuste keuze. Zij waren en zijn nog altijd overtuigd van de maatschappelijke waarde van hun beroep; een beroep dat bovendien ook een zeker aanzien had in de maatschappij. Daardoor en mede door het feit, dat de vroegere lerarenopleiding zich enkel en eenzijdig focuste op het beroep van leerkracht vormen een obstructie voor het verlaten van het onderwijs voor die generatie. Hun kwalificaties zijn dikwijls ontoereikend om vandaag in andere sectoren aan de bak te komen, aangezien ook daar alles veel complexer en specifieker is geworden. Een overstap is dus geen evidentie. Dit alles verklaart wellicht grotendeels waarom 75 procent graag tot aan zijn of haar pensioen in het onderwijs wil blijven ondanks de almaar toenemende werkdruk van de laatste jaren. Het feit dat zij bewust gekozen hebben voor het onderwijs én hun nog altijd grote gedrevenheid, maken dat zij hun job nog altijd graag doen wat dan weer resulteert in het vrij hoge cijfer van tevredenheid.
Zorgen voor morgen? De laatste twee decennia – en dit in tegenstelling tot de jaren daarvoor – is de keuze voor een carrière in het onderwijs vaak een “tweede keuze” geworden. De opleiding van de jongere generatie is veelzijdig en multidisciplinair geworden; dit geldt vast en zeker voor wie een universitaire opleiding heeft gevolgd. Dat maakt het voor hen gemakkelijker om de overstap naar andere arbeidssectoren te maken; als zij al zouden overwegen om een baan in het onderwijs aan te nemen.
Zoals de enquête zelf al aangeeft, situeren de pijnpunten zich vooral in de zeer nabije toekomst. Ondanks het (nog) hoge cijfer m.b.t. de werktevredenheid, neemt die tevredenheid echter jaar na jaar af en dit vooral in het leerplichtonderwijs. Dit is zeer zeker te wijten aan de steeds toenemende werkdruk, maar ook het gebrek aan stabiliteit – de veranderingen de laatste jaren in de onderwijswereld zijn legio - en de toename van de verwachtingen van de maatschappij t.a.v. het onderwijzend personeel spelen hierbij zeker een voorname rol. Die verwachtingen (leerzorg, gelijke onderwijskansen…) zijn zo hoog gespannen en maken de taakinvulling vaak zo complex, dat ze een bijkomende omkadering vragen waarvoor er op dit moment niet genoeg financiële ruimte is. Vaak kunnen die verwachtingen dan ook niet worden ingelost wat dan weer de ontevredenheid in de hand werkt. Leerkrachten hebben als dusdanig het gevoel dat ze niet genoeg leerkracht (meer) kunnen zijn en dat was voor de meesten de beweegreden bij uitstek waarom ze “ooit” voor het onderwijs hebben gekozen. De vaste benoeming is wellicht één van de belangrijkste drijfveren waarom men nog voor een onderwijsloopbaan kiest; zeker in deze tijden van economische crisis… Tot op vandaag is de combinatie van een job in het onderwijs met een gezin en sociaal leven (nog) haalbaar. De vraag die velen – vooral jongere leerkrachten - zich stellen is of dit in de toekomst nog het geval zal zijn. Nog meer werkdruk, nog meer veranderingen zonder dat er daarvoor een draagvlak is en nog meer administratieve planlast zou ook hen er wel eens kunnen toe aanzetten om het onderwijs voorgoed de rug toe te keren. Dirk De Vos Gemandateerd Secretaris VSOA Onderwijs Marnix Heyndrickx Secretaris VSAO-Onderwijs