Are You Up To Date? Een onderzoek naar de motieven om wel of niet online te daten Abstract: Dit artikel is een bespreking van het onderzoek naar de motieven van hoogopgeleide jongvolwassen single vrouwen om wel of geen gebruik te maken van online dating websites. Uit de zes interviews blijkt dat niet alle uitkomsten uit eerder onderzoek van toepassing zijn op de respondenten. De motieven ‘eenzaamheid’, ‘moeite met sociale contacten’, ‘genderrollen omzeilen’ en ‘makkelijk en goedkoop’ zijn voor de gebruikers geen redenen geweest om voor online dating te kiezen. Onder de nietgebruikers is het motief ‘fysiek gevaar’ geen reden om niet online te daten. Ook zijn er nieuwe motieven aan het licht gekomen. Voor de gebruikers gaat het om de motieven ‘druk leven’ en ‘invloed van de omgeving’. Voor de niet-gebruikers betreft dit de motieven ‘niet aan gedacht’, ‘ontmoeten genoeg mannen’, ‘onpersoonlijk’, ‘romantische ontmoeting’, ‘geforceerd’, ‘klik en aantrekkingskracht’.
Auteurs:
Natalie van der Loos (25), BA, behaalde haar Bachelor Algemene Cultuurwetenschappen aan de Erasmus Universiteit Rotterdam Yannick Overweel (25), BA, behaalde haar Bachelor Geschiedenis aan de Erasmus Universiteit Rotterdam Beide auteurs volgen het programma Media en Cultuur van de Master Media Studies, eveneens aan de Erasmus Universiteit Rotterdam
Keywords: online dating websites, Uses Gratifications, gebruikers en niet-gebruikers
&
Inleiding Sinds de uitvinding van de computer en het internet wordt er tegenwoordig veelal online gecommuniceerd. Warschauer (2001) beschrijft online communicatie als het lezen, schrijven en communiceren via computers die verbonden zijn middels een netwerk. Deze vorm van communicatie is niet meer weg te denken uit ons dagelijks leven en het internet is een belangrijke plaats geworden voor sociale interactie, getuige het veelvuldige gebruik van online sociale netwerken (Shao, 2009;
1
Gudelunas, 2012). Boyd en Ellison (2008, p. 211) beschrijven online sociale netwerken als online services die individuen de mogelijkheid geven om (1) publieke of semi-publieke profielen te construeren binnen een begrensd systeem; (2) een lijst van andere gebruikers samen te stellen waarmee ze een connectie hebben; (3) en om hun eigen lijst met connecties en die van anderen te bekijken en doorkruisen, binnen het (begrensde) systeem. Er zijn inmiddels vele online sociale netwerken die verschillende doeleinden nastreven, zoals het onderhouden van vriendschap (Facebook), netwerken voor professionals (LinkedIn), het delen van media (YouTube) en het vinden van een partner (Lexa.nl) (Gudelunas, 2012). De opkomst van deze sociale netwerken hebben voor grote veranderingen gezorgd in ons sociale leven, zoals de manier waarop relaties worden aangegaan en onderhouden (Hardy, 2004; Barraket & Henry-Waring, 2008). Online dating websites zijn tegenwoordig één van de populairste plekken om te daten, zowel voor de zoektocht naar serieuze partners, als seksuele partners (Hancock, Toma & Ellison, 2007; Ayam, Yeow & Loo, 2011). Hancock, Toma en Ellison (2007, p. 449) definiëren online dating websites als een plek waar profielen gemaakt worden en contact wordt geïnitieerd met anderen via een online service. Uit onderzoek van Maurice de Hond (2012) blijkt dat maar liefst 21 procent van de mensen een partner via online dating websites vindt. Er is reeds onderzoek gedaan naar gebruikers van online dating websites en hun motieven voor dit gebruik. Een aspect dat echter onbelicht is gebleven zijn de niet-gebruikers van online dating websites. Hoewel het wetenschappelijk gezien belangrijk is om te achterhalen waarom er gebruik gemaakt wordt van online dating websites, zijn de tegenredenen wellicht net zo relevant. In dit onderzoek zijn dan ook niet alleen gebruikers van online dating websites onderzocht, maar ook niet-gebruikers. Het onderzoek is uitgevoerd aan de hand van kwalitatieve interviews en is gebaseerd op de Uses and Gratifications theorie. De onderzoeksvraag luidt als volgt: Wat zijn de motieven van hoogopgeleide jongvolwassen single vrouwen om wel of geen gebruik te maken van online dating websites? Hierna wordt het theoretisch kader besproken, waarna dieper wordt ingaan op de methode van onderzoek en de doelgroep. Vervolgens worden de resultaten besproken, die in de conclusie teruggekoppeld
2
worden aan de theorie, waarna er aanbevelingen en discussiepunten volgen.
Theorie Het theoretisch kader van dit onderzoek, de Uses and Gratifications theorie (hierna U&G), bestond al voor de komst van online sociale netwerken. Toch is het een bruikbare theoretische invalshoek voor onderzoek naar nieuwe media (zoals dating websites). De focus ligt bij U&G namelijk op een actief publiek, doelgericht mediagebruik en achterliggende motieven voor dit mediagebruik (Katz, Blumler & Gurevitch, 1973; Gudelunas, 2012). Rubin en Rubin (1985, in Gudelunas, 2012, p. 352) geven aan dat U&G als doel heeft de rol van de massamedia te verklaren in het leven van individuen en de maatschappij, vanuit het perspectief van de gebruiker. Gezien het feit dat het internet een massamedium is, waar online dating websites onderdeel van zijn, en de motieven voor en tegen gebruik van online dating websites centraal staan, is U&G een toepasselijke theoretische inbedding van dit onderzoek. Er is, vanuit U&G, ook al eerder onderzoek gedaan naar online dating en de motieven voor gebruik (Cooper & Sportolari, 1997; Donn & Sherman, 2002; Hardy, 2004; Lawson & Leck, 2006). Niet-gebruikers blijven vrijwel onbelicht, maar de eerdere onderzoeken bleken toch een goed startpunt te zijn. Hieronder worden de relevante onderzoeken en uitkomsten besproken.
U&G en online dating Uit het onderzoek van Lawson en Leck (2006) komt allereerst naar voren dat eenzame mensen kunnen besluiten om online te daten omdat ze ontevreden zijn met hun (verbroken) relaties en moeite hebben met sociale contacten. Online daten blijkt een makkelijkere manier te zijn om contact te maken met andere mensen, ook voor verlegen mensen en mensen in een sociaal isolement (Hardy, 2004; Lawson & Leck, 2006; Valkenburg & Peter, 2007). Verder blijkt dat online dating gebruikt wordt om troost te vinden na een traumatische gebeurtenis, zoals het verliezen van een baan, een scheiding of een sterfgeval (Lawson & Leck, 2006). Daarnaast wordt aangegeven dat mensen online meer controle hebben over de manier waarop, waar en hoe ze zichzelf presenteren, in tegenstelling tot offline dating en contactadvertenties (Hardy, 2004; Lawson & Leck, 2006; Valkenburg & Peter, 2007). Mensen hoeven zich
3
niet meteen bloot te geven op dating websites, waardoor dit een veiliger gevoel kan geven. Offline daten is vaak ongemakkelijk, risicovol en mensen kunnen zich onzeker voelen over hun fysieke gesteldheid (Hardy, 2004). Het internet is ook een veilige plek om juist die dingen te presenteren die offline niet snel zullen worden getoond en geeft mensen de kans hiermee te experimenteren (Cooper & Sportolari, 1997). Bars worden ook niet altijd als de juiste plaats gezien om een potentiële partner te vinden en worden gekarakteriseerd als een ‘meat market’ (Lawson & Leck, 2006). Online daten wordt verder beschouwd als een vrijblijvende manier van daten, ten opzichte van offline daten, wat als positief wordt ervaren (Lawson & Leck, 2006). Uit het onderzoek van Cooper en Sportolari (1997) blijkt daarnaast dat online daten makkelijk en goedkoop is, waardoor mensen het kunnen verkiezen boven offline daten. Traditionele genderrollen zijn nog steeds van kracht, maar zijn online minder prominent aanwezig (Lawson & Leck, 2006). Het stereotype, waarbij de man het initiatief dient te nemen, is online makkelijker te omzeilen (Cooper & Sportolari, 1997; Lawson & Leck, 2006). Online kan daarnaast een groter potentieel aantal partners gevonden worden; de kans om een bevredigende relatie (met gelijkgestemden) te ontwikkelen is online groter; en online daten verkleint de kans op het ontmoeten van ongewenste partners (Cooper & Sportolari, 1997; Hardy, 2004; Lawson & Leck, 2006). Online daten wordt tevens beschouwd als avontuurlijk en romantisch (Lawson & Leck, 2006). Het avontuur halen de respondenten vooral uit de spanning die een eerste (blind) date met zich meebrengt en de kick die een mogelijke nieuwe seksuele partner teweeg brengt (Lawson & Leck, 2006). Het romantische aspect van online daten heeft, volgens Lawson en Leck (2006), vooral te maken met het fantaseren over de ideale partner. Naast de positieve aspecten van online dating zijn er echter ook nadelen, die vertaald kunnen worden naar motieven voor nietgebruikers van online dating websites. Uit het onderzoek van Donn en Sherman (2002) blijkt dat er zorgen bestaan over het vertrouwen van mensen die online ontmoet worden: ze kunnen liegen en zich anders voordoen. Het onderzoek van Hancock, Toma en Ellison (2007) toont aan dat er inderdaad gelogen wordt op profielen op online dating websites, hoewel het meestal om ‘kleine leugens’ gaat (over lengte,
4
gewicht en leeftijd). Verder bestaat er de angst voor fysiek gevaar (bij een ontmoeting), mogelijke afwijzingen en teleurstellingen, en de kans op gezichtsverlies (Cooper & Sportolari, 1997; Donn & Sherman, 2002). Uit het onderzoek van Cooper en Sportolari (1997) blijkt daarnaast dat door de anonimiteit van het internet mensen minder remmingen kunnen hebben en dat kan zich uiten in seksuele intimidatie (vooral tegen vrouwen) en objectivering van vrouwen.
Methode Om erachter te komen wat de motieven zijn van hoogopgeleide jongvolwassen single vrouwen om wel of geen gebruik te maken van online dating websites, maken wij gebruik van het kwalitatieve interview als methode van onderzoek. Met behulp van het kwalitatieve interview kunnen de ervaringen en meningen van individuen achterhaald worden, om deze beter te begrijpen (Kvale, 1996; Evers, 2007). Hieruit blijkt dat deze methode het beste past bij ons onderzoek en de geformuleerde onderzoeksvraag. Alle interviews zijn opgenomen zodat deze terug geluisterd kunnen worden, waardoor de verwerking van de resultaten betrouwbaarder is. Er is gebruik gemaakt van een semi-gestructureerd interview. Het interview is open gestart door de respondent eerst zelf naar de motieven te vragen, maar is vervolgens gestructureerd aan de hand van kaarten waarop ‘voors’ (wel-gebruiker) en ‘tegens’ (niet-gebruiker) staan vermeld. Deze ‘voors’ en ‘tegens’ kunnen mogelijke motieven zijn en zijn samengesteld op basis van de eerder besproken onderzoeken. De respondenten is na de open vraag gevraagd om de kaarten te ranken naar de mate waarin deze van toepassing zijn. Gebruikers kregen alleen de ‘voors’ voorgelegd en niet-gebruikers alleen de ‘tegens’. In tabel 1 zijn de motieven voor gebruik (‘voors’) te zien en in tabel 2 de motieven tegen gebruik (‘tegens’). De motieven in kolom 1 staan op de kaarten vermeld en dit is mondeling toegelicht (uitleg kolom 2).
5
Tabel 1: Motieven voor het gebruik van online dating websites Motivatie voor gebruik
Uitleg
Eenzaamheid
Eenzaamheid in offline leven is een reden om te kiezen voor online daten
Moeite met sociale contacten
Moeite met het leggen van contact in de offline wereld (bijv. verlegenheid)
Troost
Online troost zoeken na een traumatische gebeurtenis, zoals een overlijden of ontslag
Zelfrepresentatie & hiermee experimenteren
Meer controle over zelfrepresentatie en de mogelijkheid hiermee te experimenteren
Vrijblijvend
Online daten is vrijblijvend
Makkelijk & goedkoop
Online daten kan vanuit de luie stoel worden gedaan, geen dure autoritten, diners en drankjes in bars/restaurants
Genderrollen omzeilen
Omzeilen van traditionele genderrollen is makkelijker online, niet alleen de man mag initiatief nemen
Meer potentiële & minder ongewenste partners
Mogelijkheid tot selecteren a.d.h.v. criteria, dus meer potentiële partners en minder ongewenste partners, die vooral in het uitgaansleven gevonden worden
Avontuur & spanning
Spanning van de eerste date en kans op nieuwe seksuele partner
Romantisch
Fantaseren over de andere persoon: een eigen beeld van de ander creëren
6
Tabel 2: Motieven tegen het gebruik van online dating websites Motivatie tegen gebruik
Uitleg
Vertrouwen
Moeite met vertrouwen van mensen online, omdat ze kunnen liegen over zichzelf
Fysiek gevaar
Angst voor fysiek gevaar bij een eerste ontmoeting, omdat je de persoon niet echt kent (ze kunnen liegen)
Afwijzingen & teleurstellingen
Mogelijke afwijzingen en teleurstellingen, bijvoorbeeld door onzekerheid over eigen fysieke gesteldheid (je kent elkaar nog niet echt)
Gezichtsverlies
Kans op gezichtsverlies (online daten vaak met insteek om serieuze relatie aan te gaan, terwijl offline daten vaak spontaner is)
Seksuele intimidatie
Vrouwen kunnen lastig gevallen worden online door mannen die niet de intentie hebben een serieuze relatie aan te gaan, maar alleen seks willen
Objectivering vrouw
Vrouwen worden geobjectiveerd en benaderd om hoe ze er uit zien, niet om wie/hoe ze zijn, terwijl dat wel de insteek is van online daten
Er zijn vanwege het korte tijdsbestek zes respondenten geïnterviewd. De groep respondenten bestaat uit drie gebruikers en drie nietgebruikers van online dating websites. Het opleidingsniveau van de respondenten is minimaal HBO-niveau, de leeftijdscategorie is 20 tot 28 jaar en ze zijn allen single. Cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) laten zien dat het gebruik van online sociale netwerken het populairst is onder jongeren in de leeftijd van 16 tot 25 jaar (CBS, 2011a), maar de gemiddelde leeftijd voor online dating blijkt een stuk hoger te liggen, namelijk 35 jaar (Valkenburg & Peter, 2007; CBS, 2011b). Het is daarom interessant om onderzoek te doen naar de motieven van jongvolwassenen (20-28 jaar) om wel of geen gebruik te maken van online dating websites. Hoewel er voor het gebruik van reguliere online sociale netwerken (als Facebook) geen (significant) onderscheid te ontdekken is tussen verschillende opleidingsniveaus, blijken de meeste mensen, die een partner via online dating websites
7
vinden, hoogopgeleid te zijn (CBS, 2011b). Om deze reden is voor hoogopgeleide jongvolwassenen gekozen. De keuze voor vrouwelijke respondenten is gebaseerd op de uitkomst van het onderzoek van Alam, Yeow en Loo (2011), waaruit blijkt dat vrouwen voornamelijk op zoek zijn naar een serieuze relatie. Mannen blijken daarentegen vooral interesse te hebben in oppervlakkige relaties. De doelgroep bestaat daarnaast alleen uit single vrouwen, om op die manier achterliggende motieven te kunnen achterhalen. Bij het ondervragen van niet-single vrouwen zijn de motieven voor niet-gebruik voor de hand liggend (niet op zoek naar een partner, want die hebben ze al).
Resultaten Hieronder worden de uitkomsten, die zijn voortgekomen uit de zes interviews, per groep (gebruikers en niet-gebruikers) besproken. Om de anonimiteit van de respondenten te waarborgen zullen de respondenten aangeduid worden met R1, R2, R3, R4, R5 en R6. In tabel 3 is de samenstelling van de respondenten te zien. Tabel 3: Samenstelling respondenten Respondent Groep Leeftijd (in jaren)
Opleiding
Respondent 1 (R1)
Gebruiker
26
WO
Respondent 2 (R2)
Gebruiker
28
HBO
Respondent 3 (R3)
Gebruiker
26
WO
Respondent 4 (R4)
Niet-gebruiker
25
WO
Respondent 5 (R5)
Niet-gebruiker
24
WO
Respondent 6 (R6)
Niet-gebruiker
23
HBO
Gebruikers Onder de gebruikers van online dating websites blijkt voor R1 en R3 hun drukke leven een belangrijke reden om online te daten, voor R3 zelfs de belangrijkste. “Omdat ik net afgestudeerd ben, ik werk, ik heb het super druk (...) het meest belangrijke motief voor mij is dat ik gewoon
8
eigenlijk geen tijd heb”, aldus R3. Het belangrijkste motief voor R2 is dat veel mensen in haar omgeving ermee bezig zijn: “Eigenlijk omdat heel veel mensen om mij heen het doen”. Zij zegt hier verder nog het volgende over: “Het had altijd zo’n imago van je bent echt een loser als je gaat internet daten, en ik denk dat in de afgelopen jaren minder is geworden en zeker direct om mij heen”. Na het ranken van de kaarten blijkt dat het grotere aantal potentiële partners en kleinere aantal ongewenste partners voor alle drie de respondenten een belangrijke reden is om online te daten. Tijdens het uitgaan komen de respondenten namelijk veel ongewenste partners tegen. R1 en R2 vinden bars en clubs ook niet de juiste plek om een potentiële partner te ontmoeten. “(...) ik denk niet dat je in het uitgaansleven de man van je leven gaat ontmoeten (…). Of het op internet gebeurt, weet ik ook niet”, aldus R2. Het vrijblijvende karakter van online daten spreekt ook alle respondenten aan. “Als ik zijn foto zie en denk nee, of als ik het niks vind, doe toch maar niet, of ik bedenk me, dan is dat geen probleem”, aldus R3. Voor R1 is de controle over haar zelfrepresentatie en het experimenteren daarmee de voornaamste reden om online te daten: “Je moet goed nadenken over hoe je jezelf presenteert en door online dating wordt je gedwongen goed na te denken over hoe je bent en waar je naar op zoek bent”. Avontuur en spanning zijn voor de respondenten ook redenen om aan online dating te doen en R1 vindt online dating ook romantisch: “Je kan je eigen beeld vormen van een persoon, voordat je diegene ontmoet hebt. Meestal is dit andersom”. Troost blijkt alleen op R3 van toepassing te zijn, die soms troost zoekt bij vreemden: “Iemand die in het zelfde schuitje zit. Zij hebben hetzelfde probleem, zij zijn ook niet voorzien in de liefde”. Een viertal motieven die op de kaarten staan vermeld, blijkt op geen van de respondenten echt van toepassing te zijn: eenzaamheid, moeite met sociale contacten, genderrollen omzeilen en makkelijk en goedkoop. De drie respondenten zijn allen jonge vrouwen met veel vrienden en kennissen, die aangeven genoeg contact te hebben met andere mensen. Als ze troost nodig hebben, zoeken ze dat niet online, maar in hun eigen omgeving. “Ik ben niet echt eenzaam, ik heb onwijs veel sociaal contact met vriendinnen, het is alleen dat ik die vonk, dat vuurtje, het kleine stukje mis ik nog”, aldus R3. Het omzeilen van genderrollen is op geen van de respondenten ook maar enigszins van
9
toepassing. R3 geeft aan dat zij zich hier niks van aantrekt en in het dagelijks leven ook het initiatief neemt. Online daten is daarnaast niet per se makkelijker, want het kan erg tijdrovend zijn: “Enerzijds is het makkelijk, anderzijds kost het ook veel tijd. Je zou er een dagtaak van kunnen maken als je dat wilt”, aldus R2. R1 denkt er ook zo over.
Niet-gebruikers Uit de interviews met de niet-gebruikers blijkt dat R4 en R5 geen gebruik maken van online dating websites omdat ze daar eigenlijk nooit over nagedacht hebben. Beide respondenten ontmoeten in het dagelijks leven genoeg mannen door de vele sociale contacten die ze hebben en verkiezen daarnaast face-to-face contact boven online contact. R5 geeft aan dat ze online daten wellicht zou overwegen als ze straks fulltime werkt, nog steeds single is en niet meer zoveel mannen ontmoet. R6 heeft daarentegen wel regelmatig over online daten nagedacht, omdat het in haar omgeving gebruikt wordt, “maar”, zegt ze, “ergens heb ik nog hoop en geloof ik nog in die ene romantische ontmoeting”. Daarnaast vindt zij online daten bijna geforceerd aanvoelen. “(...) omdat je geforceerd op zoek gaat naar iemand die een online profiel invult. In hoeverre je weet of dat waar is of niet, je hebt geen idee”, aldus R6. De behoefte aan face-to-face contact bij R4 en R5 blijkt voor hen het belangrijkste motief te zijn om geen gebruik te maken van online dating websites. R6 geeft ook aan dit belangrijk te vinden, maar niet als hoofdreden. Zij zegt hier wel het volgende over: “Een gevoel wanneer je iemand ontmoet is voor mij heel belangrijk, dat stukje dat mis je dan bij zo’n site”. R4 en R5 vinden online daten te onpersoonlijk en vinden het belangrijk dat er een klik met iemand is, voordat er gedatet wordt. R4: “Het [online daten] is gewoon onpersoonlijk”. Een klik ontstaat volgens R4 en R5 offline en is een combinatie van uiterlijk, aantrekkingskracht en lichaamstaal. R5: “In het echt moet er wel een klik zijn, of een bepaalde aantrekkingskracht (...)”. “Ik denk dat het heel moeilijk is om dat [een klik] achter een computer bij iemand te hebben”, aldus R4. R5 voegt hier het volgende aan toe: “Liefde is niet rationeel. Op zo’n dating website ga je het meer rationaliseren (...)”. R6 geeft tijdens het ranken van de kaarten aan dat vertrouwen de voornaamste reden is om niet aan online daten te doen: “Het gevoel wat
10
ik bij iemand heb wanneer ik iemand ontmoet, op basis daarvan categoriseer ik iemand in wel of niet goed volk (...) Ik gebruik mijn intuïtie daarvoor en op het moment dat ik iemand niet heb ontmoet (...), kan ik daar geen oordeel over geven.” Bij R4 blijkt vertrouwen ook een belangrijke reden te zijn om niet aan online daten te doen. Seksuele intimidatie ziet R4 ook als een potentieel probleem en haar beeld van dating websites bestaat vooral uit de gedachte dat dit een plek is waar vrouwen alleen door mannen benaderd worden voor seks. “Mannen selecteren dan heel erg op uiterlijk, ja, dat draait gewoon om seks”, aldus R4. R6 denkt hier hetzelfde over, maar schaart dit onder een ander motief, namelijk objectivering van vrouwen. R5 ziet seksuele intimidatie en objectivering van vrouwen niet als reden om het niet te doen. R4 en R5 zijn verder van mening dat afwijzingen, teleurstellingen en gezichtsverlies geen redenen zijn om niet online te daten, maar voor R6 speelt dit wel een belangrijke rol: “Als ik in het echte leven al wordt afgewezen en voor mijn gevoel grijp ik dan naar een laatste toevlucht, namelijk een online dating site, en ik wordt daar óók nog op afgewezen, dan is het einde zoek”. Onder de niet-gebruikers blijkt één motief op niemand van toepassing te zijn, namelijk ‘fysiek gevaar’. Dit is voor de drie respondenten geen reden om niet aan online daten te doen. R4 geeft bijvoorbeeld aan dat je “altijd, als je iemand niet kent, in het openbaar moet afspreken”.
Conclusie U&G is een bruikbare theoretische invalshoek gebleken voor dit onderzoek naar de motieven om wel of geen gebruik te maken van online dating websites. De eerdere onderzoeken, op basis van deze theorie, zijn namelijk een goed startpunt geweest voor de uitvoering van dit onderzoek. In de interviews zijn deze uitkomsten gebruikt om dieper in te kunnen gaan op de motieven, omdat dit niet altijd even makkelijk uit te leggen is voor respondenten. Op basis van de kaarten is er doorgevraagd, waardoor meer aan het licht is gekomen dan wanneer er alleen een open vraag was gesteld. Dit onderzoek is complementair en voegt nieuwe motieven en invalshoeken toe aan eerder onderzoek binnen dit gebied. Niet alle
11
genoemde motieven in de interviews zijn naar voren gekomen in de eerdere onderzoeken en niet alle motieven uit die onderzoeken zijn van toepassing op de respondenten in dit onderzoek. Zo blijken de motieven ‘eenzaamheid’ en ‘moeite met sociale contacten’ (Hardy, 2004; Lawson & Leck, 2006; Valkenburg & Peter, 2007) niet van toepassing op de gebruikers. Dit is mogelijk te verklaren door de doelgroep die centraal staat in dit onderzoek. Alle respondenten zijn jonge vrouwen met veel sociale contacten, die zich daarom niet eenzaam voelen. De gemiddelde leeftijd van de respondenten in dit onderzoek is 25 jaar, terwijl die het onderzoek van Lawson en Leck (2006) hoger ligt, namelijk 32 jaar. De leeftijd van de respondenten in het onderzoek van Valkenburg en Peter (2007) varieerde van achttien tot en met zestig jaar. Het omzeilen van genderrollen (Cooper & Sportolari, 1997; Lawson & Leck, 2006) blijkt ook op geen van de respondenten van toepassing. Dit is ook mogelijk te verklaren door de samenstelling van de doelgroep in dit onderzoek. De gemiddelde leeftijd ligt niet alleen lager, maar de respondenten zijn daarnaast allen hoogopgeleid, zelfstandig en zelfvoorzienend. De respondenten laten zich niet leiden door genderrollen, ook niet in het dagelijks leven. Het makkelijke en goedkope karakter van online dating, zoals beschreven door Cooper en Sportolari (1997), blijkt in de praktijk niet op te gaan. Het typen van een bericht en het zoeken naar een potentiële partner kan soms wel uren in beslag nemen, waardoor online daten makkelijk een dagtaak kan worden. Online daten is daarnaast niet per definitie goedkoop, omdat een (volledig) lidmaatschap voor een online dating website ook geld kost. Onder de niet-gebruikers is het motief ‘fysiek gevaar’ (Cooper & Sportolari, 1997; Donn & Sherman, 2002) niet genoemd als reden om niet aan online daten te doen. Fysiek gevaar is volgens de respondenten te vermijden door altijd in het openbaar af te spreken met een onbekend iemand. Tevens is dit motief niet per se van toepassing op online daten, maar ook op offline daten. Motieven die naar aanleiding van dit onderzoek toegevoegd kunnen worden aan de eerder onderzochte motieven om wel gebruik te maken van online dating websites zijn: het ‘drukke leven’ en ‘invloed van de omgeving’. Het drukke leven van de respondenten zorgt ervoor dat er weinig tijd en energie is om regelmatig uit te gaan en op die manier
12
potentiële partners te ontmoeten. Verder blijkt uit dit onderzoek dat de respondenten toch op zoek zijn naar een bepaalde goedkeuring van hun omgeving. Online daten lijkt onder de doelgroep steeds meer sociaal geaccepteerd te worden, echter is het taboe op online daten nog niet geheel opgeheven. De omgeving blijft een belangrijke rol spelen in de keuze om wel of niet online te daten. Onder de niet-gebruikers kwamen zes ‘nieuwe’ motieven naar voren, die in toekomstig onderzoek gebruikt kunnen worden: ‘niet aan gedacht’, ‘ontmoeten genoeg mannen’, ‘onpersoonlijk’, ‘romantische ontmoeting’, ‘geforceerd’, ‘klik en aantrekkingskracht’. Dat de respondenten er nooit echt aan gedacht hebben om online te daten kan te maken hebben met het feit dat ze in hun dagelijks leven genoeg mannen ontmoeten. Daarnaast zijn de drie respondenten niet per se op zoek naar een relatie, waardoor het niet nodig is om online te daten. Het hele concept van online daten en mannen op die manier ontmoeten vinden ze daarnaast alle drie onpersoonlijk. Ze hebben vooral behoefte aan face-to-face contact. Op die manier weten ze of er een klik en aantrekkingskracht is met degene die ze ontmoeten. Online daten wordt ook geforceerd gevonden en een toevallige romantische ontmoeting heeft de voorkeur. De samenstelling van de doelgroep kan een verklaring zijn dat deze ‘nieuwe’ motieven genoemd zijn. Allereerst staat namelijk voorop dat ze niet online hoeven te daten omdat ze niet op zoek zijn naar een partner. De noodzaak voor het vinden van een partner kan zich wellicht manifesteren als de respondenten wat ouder zijn. Dat de respondenten er geen behoefte aan hebben, er nooit over nagedacht hebben en er nooit gebruik van hebben gemaakt, kan ertoe leiden dat zij de voordelen van online daten niet inzien en zich vooral op negatieve aspecten richten. Uit de interviews met de gebruikers is namelijk niets gezegd over het onpersoonlijke karakter van online daten. Dit zijn echter aannames en er zal verder onderzoek uitgevoerd moeten worden om aan te geven waar dit door veroorzaakt wordt. Dat geldt eveneens voor de andere motieven die in dit onderzoek naar voren zijn gekomen. Verder onderzoek is vereist om meer te weten te komen over de achterliggende redenen, oorzaken en de geldigheid van de uitkomsten.
13
Aanbevelingen en discussie Om een beter en volledig beeld te krijgen van de motieven van hoogopgeleide jongvolwassen single vrouwen om wel of geen gebruik te maken van online dating websites, zullen er meer respondenten ondervraagd moeten worden. Dan wordt duidelijk of de ‘nieuwe’ motieven die in dit onderzoek naar voren zijn gekomen daadwerkelijk van toepassing zijn op deze doelgroep. Ook kunnen de niet genoemde motieven op andere leden van de doelgroep wel van toepassing zijn. Met meer respondenten kan er een goed beeld verkregen worden van de motieven onder deze doelgroep. Het is daarnaast interessant om de groep niet-gebruikers aan te vullen met ‘actieve’ niet-gebruikers. Hiermee worden niet-gebruikers bedoeld die in het verleden wel gebruik hebben gemaakt van online dating websites, maar dat bewust niet meer doen. Deze groep kan wellicht andere motieven hebben om geen gebruik te maken van deze websites, omdat zij hier (meer) kennis over hebben. Verder is het aanvulling om de doelgroep te verbreden door niet alleen naar hoogopgeleide jongvolwassen vrouwen te kijken, maar ook naar mannen, verschillende leeftijden en verschillende opleidingsniveaus. Een onderzoek naar respondenten met verschillende etnische achtergronden en/of respondenten uit verschillende landen is ook een interessante invalshoek. Dit onderzoek is een klein onderzoek met een beperkt aantal respondenten. Om die reden kunnen de uitkomsten niet gegeneraliseerd worden voor de onderzochte doelgroep, maar bieden deze wel een aanzet voor verder onderzoek. Zowel voor onderzoek onder dezelfde doelgroep, als onder een grotere en andere doelgroep. De gebruikte onderzoeksmethode is een passende methode gebleken in dit onderzoek. Het gebruik van deze methode in toekomstig vergelijkbaar onderzoek wordt dan ook aangeraden.
14
Literatuur en referenties Alam, S.S., Yeow, P.H.P., & Loo, H.S. (2011). An Empirical Study on Online Social Networks Sites Usage: Online Dating Sites Perspective. International Journal of Business and Management, 6(10), 155-162. DOI: 10.5539/ijbm.v6n10p155 Barraket, J. & Henry-Waring, M.S. (2008). Getting it on(line): Sociological perspectives on e-dating. Journal of Sociology, 44(149). DOI: 10.1177/1440783308089167 Boyd, D. M., & Ellison, N. B. (2008). Social network sites: Definition, history, and scholarship. Journal of Computer-Mediated Communication, 13(1), 210–230. DOI: 10.1111/j.10836101.2007.00393.x. Centraal Bureau voor de Statistiek. (2011a). Nederlandse jongeren zeer actief op sociale netwerken, geraadpleegd op http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/vrije-tijdcultuur/publicaties/artikelen/archief/2011/2011-3296wm.htm Centraal Bureau voor de Statistiek. (2011b). Partner steeds vaker via internet of werk, geraadpleegd op http://www.cbs.nl/nlNL/menu/themas/bevolking/publicaties/artikelen/archief/2 011/2011-3485-wm.htm Cooper, A., & Sportolari, L. (1997). Romance in cyberspace: Understanding online attraction. Journal of Sex Education and Therapy, 22, 7-14. Geraadpleegd via: http://neuage.org/phd/vc/39-romance.html De Hond, M. (2012). 1 op de 5 relaties start via online dating, geraadpleegd op http://www.datinginsider.nl/maurice-dehond-1-op-de-5-relaties-start-via-online-dating Donn, J.E. & Sherman, R.C. (2002). Attitudes and Practices Regarding the Formation of Romantic Relationships on the Internet. CyberPsychology & Behavior, 5(2), 107-123. Evers, J. (2007). Kwalitatief interviewen: kunst én kunde. Den Haag: Boom/Lemma. Gudelunas, D. (2012). There’s an App for that: The Uses and Gratifications of Online Social Networks for Gay Men. Sexuality & Culture, 16(4), 347-365. DOI: 10.1007/s12119012-9127-4
15
Hancock, J.T., Toma, C., and Ellison, N. (2007). The Truth about Lying in Online Dating Profiles, Chi 2007 Proceedings. Online Representation of Self, April 28-May 3, 2007, San Jose, CA, USA. Hardey, M. (2004). Mediated Relationships: Authenticity and the possibility of romance. Information, Communication & Society, 7[2], 207- 222. DOI: 10.1080/1369118042000232657 Katz, E., Blumler, J.G. & Gurevitch, M. (1973). Uses and gratifications research. The Public Opinion Quarterly, 37(4), 509–523. Kvale, S. (1996). Interviews: An introduction to qualitative research interviewing. Thousand Oaks, CA: Sage. Lawson, H.M. & Leck, K. (2006). Dynamics of Internet Dating. Social Science Computer Review, 24, 189-208. DOI: 10.1177/0894439305283402 Shao, G. (2009). Understanding the appeal of user-generated media: a uses and gratification perspective. Internet Research, 19(1), 725. Valkenburg, P.M. & Peter, J. (2007) Who Visits Online Dating Sites? Exploring Some Characteristics of Online Daters. CyberPsychology & Behaviour, 10[6], 849- 852. Warschauer, M. (2001). Online communication. In R. Carter & D. Nunan (Eds.), The Cambridge guide to teaching English to speakers of other languages (pp. 207-212). Cambridge: Cambridge University Press. Geraadpleegd via: http://gse.uci.edu/person/warschauer_m/oc.html
16