Archeologisch bureauonderzoek locatie Dorpshuis de Haven, Raamsdonksveer (gemeente Geertruidenberg)
Kluiving, S.J.& R.A. Lelivelt (2008) GEO-LOGICAL-reeks 37 ISSN: 1872-2350 CIS: 31321
Colofon:
Rapport nummer: Titel: Datum: Auteur: Redactie: Tekstredactie: Versie: ISSN: CIS:
Opdrachtgever: Contactpersoon opdrachtgever: Uitvoerder: Bevoegde overheid: Gemeente: Plaats: Toponiem: Coördinaten:
Beheer documentatie:
GEO-LOGICAL-reeks 37 Archeologisch bureauonderzoek, locatie Dorpshuis de Haven, Raamsdonksveer (gemeente Geertruidenberg) 30 Oktober, 2008 S.J. Kluiving & R.A. Lelivelt S.J. Kluiving N. de Kraker-Riemens Definitief 1872-2350 31321
WSG Geertruidenberg L. Timmers GEO-LOGICAL aardwetenschappelijk onderzoek & advies, Delft. Contactpersoon: S.J. Kluiving Gemeente Geertruidenberg, Contactpersoon: R. Celie Geertruidenberg Raamsdonksveer Dorpshuis de Haven 118557/412475 (cc), 118558/412463 (zo), 118571/412483 (no), 118557/412487 (nw), 118546/412466 (zw) GEO-LOGICAL, Molslaan 121, 2611 RK Delft
GEO-LOGICAL doet onderzoek op het raakvlak tussen landschap en cultuurhistorie GEO-LOGICAL Aardwetenschappelijk onderzoek & advies Molslaan 121 2611 RK Delft Postadres: Postbus 1039 2600 BA Delft T: 015 - 2624490 M: 06 - 53927697 E:
[email protected] www.geo-logical.nl KvK Haaglanden nr. 27266258
2
Inhoudsopgave Colofon........................................................................
2
Inleiding....................................................................... Aanleiding........................................................ Doel.................................................................. Leeswijzer......................................................... Werkwijze......................................................... Verantwoording................................................ Het plangebied.................................................. Archeologische verwachtingen..................................... Geomorfologie, bodem en landschap............... Historische situatie…………………………… Indicatieve waarden.......................................... Archeologische monumenten……................... Waarnemingen.................................................. Gespecificeerde verwachting……................... Conclusie en advies......................................................
4 4 4 4 4 5 5 9 9 11 13 14 15 18 20
Bronnen........................................................................
21
Bijlagen: Bijlage 1: Geomorfologische kaart .............................. Bijlage 2: Bodemkaart ................................................. Bijlage 3: Landschappelijke eenhedenkaart................. Bijlage 4: Historisch topografische kaart...................... Bijlage 5: Cultuurhistorische Waardenkaart Provincie Noord-Brabant ............................
23 23 25 27 30
Bijlage 6: Waarnemingen, monumenten en onderzoeken uit Archis2..............................
32
Bijlage 7: Archeologische tijdstabel.............................
34
3
Inleiding Aanleiding WSG Woningstichting te Geertruidenberg heeft onderzoeks- en adviesbureau GEOLOGICAL verzocht een archeologisch bureauonderzoek uit te voeren voor de locatie Dorpshuis de Haven, Raamsdonksveer, gemeente Geertruidenberg. De aanleiding voor het bureauonderzoek zijn de plannen voor de sloop van de bestaande bebouwing en de nieuwbouw van het dorpshuis en woningen in het plangebied aan de Pieter Breughelstraat. Bij de sloop van de bebouwing en de aanleg van de nieuwbouw in het plangebied treedt verstoring van het bodemprofiel op. Bij de verstoring van het bodemprofiel kan aantasting van archeologische waarden ontstaan. Een inventarisatie van archeologische waarden die in de bodem van het plangebied aanwezig zijn, is daarom noodzakelijk.
Doel Dit archeologisch bureauonderzoek heeft vier doelstellingen: • inzicht geven op de effecten die ruimtelijke ingrepen op het eventuele archeologische bodemarchief kunnen hebben; • een beeld krijgen van de archeologische verwachting; • inzicht krijgen in de huidige bodemverstoring (op basis van o.a. historisch grondgebruik); • inzicht verkrijgen in het komende archeologietraject.
Leeswijzer In deze inleiding vindt u achtereenvolgens een omschrijving van de werkwijze en een omschrijving van het plangebied. In het hoofdstuk 'Verwachtingen' leest u welke archeologische verwachting het gebied heeft, welke archeologische vondsten er eerder in of nabij het plangebied zijn gedaan en wat de aard is van de archeologische sporen die er verwacht worden. Aansluitend wordt op basis van alle verzamelde informatie een gespecificeerde archeologische verwachting voor het plangebied geformuleerd. Het hoofdstuk 'Conclusie en advies' gaat in op de relatie tussen de nieuwe inrichtingsplannen en de archeologische verwachtingen. Welke effecten hebben de maatregelen en de werkzaamheden die kunnen volgen uit de plannen op de archeologie? En andersom: welk effect heeft de archeologie op de plannen?
Werkwijze Het bureauonderzoek richt zich op archeologische bronnen als de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW), Archis 2 en de Cultuurhistorische Waardenkaart van Noord-Brabant. Voor dit onderzoek wordt eveneens gebruikgemaakt van de gemeentelijke
4
verwachtings- en advieskaart (in concept). Ook wordt gebruikgemaakt van relevante literatuur en websites, de topografische kaart, de bodem-, en de geomorfologische kaart van Nederland. Aansluitend wordt een bezoek in het veld gebracht. De onderzoeksdocumentatie wordt bewaard bij GEO-LOGICAL aardwetenschappelijk onderzoek en advies, Molslaan 121, 2611 RK Delft. Het onderzoek wordt uitgevoerd volgens de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.1.
Verantwoording In 1992 is het Verdrag van Valetta (Malta) door de landen van de EU, waaronder Nederland, ondertekend. Dit verdrag verplicht de Europese overheden tot het beschermen van archeologisch erfgoed. Hierbij wordt als uitgangspunt gehanteerd dat archeologische waarden in situ bewaard moeten blijven. Dat wil zeggen, dat er naar gestreefd moet worden om de waarden op de locatie te behouden. Als dit niet mogelijk blijkt, bijvoorbeeld bij bouwplannen, dan moeten de waarden worden opgegraven en ex situ worden bewaard. Het Verdrag van Malta is in Nederland inmiddels vertaald naar provinciaal niveau en is sinds 1 september 2007 verwerkt in een nieuwe Monumentenwet. In deze wet wordt de eigen rol van de overheden nu officieel bekrachtigd. Gemeenten moeten rekening houden met archeologie bij nieuwe bestemmingsplannen. Provincies krijgen de taak om ‘archeologische attentiegebieden’ aan te wijzen. Voor die gebieden zullen gemeenten ook hun bestaande bestemmingsplannen moeten aanpassen. Provincies gaan ontgrondingen toetsen op archeologisch belang en spelen verder een belangrijke rol bij de procedures rond Milieu Effect Rapportage (MER). In de gemeente Geertruidenberg is ten behoeve van het gemeentelijk archeologisch beleid momenteel ook een archeologische verwachtings- en advieskaart voor de gehele gemeente in concept gereed1 .
Het plangebied Het plangebied ligt in de bebouwde kom van Raamsdonksveer (gemeente Geertruidenberg) (illustratie 1a). Het betreft een rechthoekig perceel dat aan de noordwestzijde grenst aan de Pieter Breughelstraat en aan de noordoostzijde aan de Haven; het perceel omvat het oostelijk deel van kadastraal perceel nr. 15 (illustratie 1b). De centrumcoördinaten zijn: 118557/412475. Het betreft een stadsvernieuwingslocatie ten westen van het oude centrum van Raamsdonksveer. Het plangebied heeft een totale oppervlakte van circa 0,4 hectare (4000 m2) en ligt op een hoogte van 2,4 m + NAP. Voor een deel is het plangebied bebouwd met het huidige dorpshuis, gelegen aan de straatkant van de Pieter Breughelstraat, (illustratie 1c). In de rest van het plangebied staat sinds 1990 op het gemeentelijke bestemmingsplan het terrein
1
Archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart gemeente Geertruidenberg. BAAC 2007 in concept, Boshoven et al.
5
als sportvoorziening aangemerkt. Tegenwoordig dient het terrein naast de locatie voor het dorpshuis als groenvoorziening (illustratie 1d). De bouwplannen voor het plangebied aan de Pieter Breughelstraat en de Haven omvatten de sloop van het oude dorpshuis en de nieuwbouw van het nieuwe dorpshuis alsmede de sloop van de oude bebouwing in het zuidoosten van het plangebied en de aanleg van 4 nieuwe woningen (illustratie 1e). De diepte van de verstoring door de aanleg parkeerkelder reikt tot 3,2 meter beneden maaiveld en beslaat praktisch het gehele plangebied. In het overige deel van het plangebied komt een zwembad (illustratie 1e). De huidige bouwplannen zijn nog in de schetsfase en kunnen nog veranderen in de nabije toekomst.
N
Illustratie 1a: Globale ligging plangebied (bron: ANWB, 2005)
6
Illustratie 1b:Links:ligging plangebied en bestaande bebouwing, Topografische kaart schaal 1 : 25.000 met kadastrale kaart; rechts: ligging kadastraal perceel nr. 15 (bron:Kadaster)
Illustratie 1c Ddetail kadastrale kaart met omgrenzing plangebied (bron: Marquart achitecten)
7
Illustratie 1d: Braakliggend deel van het plangebied aan de Jeroen Boschstraat kijkend in zuidoostelijke richting. Overzicht van het terrein waarop de nieuwbouw gepland is.
Illustratie 1e: Nieuwe situatie met schetsontwerp van voorgenomen aanleg van parkeerkelder in het grootste deel van het plangebied, schaal 1 : 500. In het centrale deel (onderbroken lijn) is een zwembad gepland. (bron: Marquart achitecten) 8
Illustratie 1f: Actueel Hoogtebestand Nederland met aanduiding van het plangebied. Lichte (gele, groene) kleuren geven hoge delen en donkere (blauwe) geven lage delen van het terrein aan. Door de kleurenlegenda is waarneembaar dat een smalle noordwest-zuidoost georiënteerde rug 1 tot 1,5 meter hoger ligt t.o.v. de omgeving (bron: (c) AHN www.ahn.nl).
9
Archeologische Verwachtingen In dit hoofdstuk worden de geomorfologie, bodem en landschap, de bekende archeologische data en de archeologische verwachting van de locatie en de omgeving ervan beschreven. De archeologische verwachting wordt afgezet tegen de bekende bodemverstoringen en de ontwikkelingsplannen. Zolang er geen archeologisch onderzoek in het veld heeft plaatsgevonden, is er in de archeologie sprake van indicatieve archeologische waarden, ook wel verwachtingswaarde genoemd. Indicatieve waarden geven aan of de kans op het aantreffen van archeologisch belangrijke bodemvondsten groot, gemiddeld of klein is.
Geomorfologie, bodem en landschap Raamsdonksveer ligt ten oosten van Geertruidenberg dat op het oostelijke uiteinde van een dekzandrug ligt. Raamsdonksveer is ten westen en ten noorden van de Donge gelegen die toenmaals dezelfde slinger rond het hoger gelegen Geertruidenberg maakte. De locatie van Raamsdonksveer is duidelijk lagergelegen aan de oostzijde van de Donge en heeft de laatste 10.000 jaar, in het Holoceen, een ‘natte’ geschiedenis gehad. Raamsdonksveer ligt op een overgangsgebied tussen het dekzandlandschap en het rivieren/getijdengebied. De afzettingen die zich momenteel aan de oppervlakte bevinden, zijn gevormd en afgezet in het Pleistoceen en het Holoceen. Aan het einde van het Pleistoceen tijdens de laatste ijstijd, het Weichselien, is tijdens koude, zogenaamde periglaciale condities een reeks sedimenten gevormd die voornamelijk door de wind zijn afgezet, dekzand, en voor een deel door sneeuwsmeltwater. In het plangebied kan binnen de verwachte verstoringsdiepte een dergelijk dekzandlandschap in de ondergrond aanwezig zijn. Gedurende het Holoceen warmt het klimaat op en komt pas in het latere deel van het Holoceen het plangebied onder de invloed van rivieren (o.a. de Maas) te liggen. Intussen heeft zich dan ook een groot dik veenpakket gevormd dat door menselijke zowel als natuurlijke oorzaken uit het landschap verdwenen is 2 . Vanaf de 11e eeuw vinden de eerste bedijkingen plaats om overstromingen te voorkomen (Hendriks 1990). De dijken breken echter regelmatig door, waarbij grote delen onder water komen te staan. Dit komt niet in de laatste plaats door het op grote schaal winnen van veen tot aan de voet van de dijken (Hendriks et al. 2004). Na het jaar 1250 na Chr. zijn afzettingen van zand, silt en klei, die onder invloed van getijden stonden, afgezet ten noorden van het 2
Leenders (1989) Verdwenen venen
10
Brabantse dekzandlandschap. Voor de St. Elizabethsvloed van 1421 maakte het gebied ten noorden (en ook deels ten zuiden) van Geertruidenberg en Raamsdonksveer deel uit van een groot veengebied (Grote Waard), waar de Donge o.a. bij Raamsdonksveer doorheen snijdt. Raamsdonksveer ligt aan de zuidrand van dit veengebied. Na de St Elizabethsvloeden van 1421 tot 1424 veranderde het gebied ten noorden van de lijn Zevenbergen–Made-Oosterhout drastisch 3 , de Grote Waard verdween, en de invloed van zee en rivieren nam toe 4 . Door gebrekkige herstelwerkzaamheden aan de dijken in deze periode breken deze daarna nogmaals herhaaldelijk door. De rivier de Merwede komt door deze dijkdoorbraken in verbinding te staan met een nieuw ontstaan zeegat (het latere Hollandsch Diep) waardoor nog meer veen wordt aangetast en er nog meer land verloren gaat. De omgeving van Raamsdonksveer ligt dan in een zoetwater getijde-gebied. De Donge krijgt een kreekachtig patroon. In deze periode worden veel getijdenafzettingen afgezet, die overwegend bestaan uit fijnzandige kleien 5 . Deze sedimenten worden ook afgezet op oudere lagen waaronder de lagere delen van de dekzandruggen. Op de geomorfologische kaart is waar te nemen dat het plangebied zich bevindt in een bebouwde zone. Het plangebied ligt in het verlengde van een getijdenkreekbedding. In de toelichting op de geomorfologische kaart is te lezen dat erlangs twee noordoost-zuidwest georiënteerde getij-oeverwallen zijn te verwachten met een lokaal reliëfverschil van ½ tot 1 ½ meter. Het is mogelijk dat het getijdekreeksysteem in de bebouwde kom (niet gekarteerd) doorloopt in de richting van het plangebied (bijlage 1). Op de hoogtekaart van het AHN is dat niet waar te nemen (illustratie 1f) In de omgeving komen vlaktes van getijdenafzettingen voor met een minimaal reliëf van minder dan een ½ meter (bijlage 1). Deze vlaktes zijn grotendeels ontstaan door afvlakking van het dekzandreliëf en door bedekking met Holocene sedimenten. Op de bodemkaart is het plangebied als bebouwing weergegeven maar vanuit omliggende delen op de kaart kan worden aangenomen dat het plangebied zich op kalkrijke lichte tot zware zavel bevindt. De veel voorkomende bodemtypes in de omgeving staan bekend als poldervaaggronden (bijlage 2). Vaaggronden in klei (zavel) zijn typerende bodems voor een jonge bodemontwikkeling. Bij poldervaaggronden is de bodem geheel gerijpt. De textuur kan sterk wisselen. De poldervaaggronden liggen meestal relatief laag en zijn kenmerkend voor komgebieden.
3
Uit het overzicht van overstromingen door Leenders blijkt dat Raamsdonksveer rond 1425 te maken krijgt met het overstromingsfront (Leenders, 1996). 4 Damoiseaux & Vos, 1987; Hendriks et al., 2004 5 Boshoven et al. 2007 concept archeologische verwachtingskaart.
11
Uit sonderinggegevens die gezet zijn bij de aanleg van het politiebureau aan de overzijde van de Pieter Breugelstraat, 25 meter ten westen van het plangebied, blijkt dat daar een heterogene bodemopbouw aanwezig is, bestaande uit een 1½ tot 2 meter dik zandpakket dat uit zand met klei en leem bestaat gelegen op een minimaal 2 meter dikke zandlaag. 6 Het bovenste heterogene deel van de bodem zou opgebracht materiaal kunnen zijn, het zandpakket eronder zou natuurlijke afzettingen kunnen betreffen.
Historische situatie De grenzen van Raamsdonksveer en Raamsdonk gaan terug naar die van een middeleeuwse parochie, waarvan de naam voor het eerst in 1273 als ‘Dunc’ in akten voorkomt. In de loop van de eeuwen tekenden zich de kernen af. Raamsdonk ontwikkelde zich tot een voornamelijk op landbouw gericht dorp. Het ‘Veer’ werd een oord van schippers, vissers, polder- en griendwerkers. De oorsprong van de nederzetting Raamsdonksveer lag in de stichting van het Karthuizerklooster in 1336 (bijlage 6). Vanwege het werk dat voor de kloosterlingen verricht kon worden, vestigden zich mensen in de buurt van het klooster. In de 16e eeuw werd een ringdijk in dit gebied aangelegd die ook nu nog voor een deel de structuur van Raamsdonkveer bepaalt (bijlage 4). De dijk liep van het klooster via Sandoel, Grote Kerkstraat, Heereplein, Hoofdstraat en Prins Hendrikstraat naar de Stadsweg (de huidige Julianalaan) dwars over de oude kavels. De meeste huizen werden vervolgens aan deze ringdijk opgetrokken. Gaandeweg de 19e eeuw kwam hier verandering in toen een aantal mensen zich vestigde aan de Dorpshaven (Kerksloot). Vanuit deze vaart werd een veerdienst met Geertruidenberg onderhouden. Gaandeweg kwamen takken van nijverheid langs de haven tot ontwikkeling 7 . Van der Aa omschrijft Het Raamsdonksche-Veer of het Veer-van –Raamsdonk (ook Aan-het Veer genoemd) als een gehucht in de Langestraat zoals de streek tussen Geertruidenberg en ’s-Hertogenbosch wordt genoemd 8 . De plaats bevat de haven van Raamsdonk, die op de Donge uitloopt, over welke rivier een ‘veer’ was, maar deze werd in 1843 door een brug vervangen. Naast kerk en school, is er een station van de ‘paardenposterij’, kantoor van de ‘brievenposterij’, een ‘zoutziederij’ (sinds 1846), een klooster (Chartroise), en een bierbrouwerij. Op de concept-archeologische verwachtingskaart (bijlage 3) staat het gehele plangebied aangegeven als bebouwing die al in 1832 aanwezig was 9 . Volgens deze kaart ligt de haven ingegraven in een smalle noordwest-zuidoost georiënteerde dekzandrug met een hoge 6
Bron: gemeentelijk bouwdossier Boshoven et al. (2007) 8 Van der Aa (1844) 9 Boshoven et al (2007). 7
12
archeologische verwachting. Daarbuiten zijn vlaktes van getij-afzettingen (lage archeologische verwachting) te zien met een smalle strook oeverwallen (middelhoge archeologische verwachting) langs de rivier de Donge. In het veld is een duidelijk hogere ligging van het terrein van het plangebied ten opzichte van de omgeving waar te nemen. De verhoogde ligging van het plangebied op een smalle noordwest-zuidoost georiënteerde zone wordt verduidelijkt door het beeld van het Actueel Hoogtebestand Nederland (illustratie 1f). Op verschillende (historische) kaarten zoals de Bonnekaart uit 1900 10 en op de minuutplan uit de periode 1811-1832 11 is te zien dat in het zuiden van het plangebied bebouwing aanwezig is (bijlage 4). De aard van de toenmalige bebouwing in het plangebied is onbekend. Het noordwesten is open water (haven). De directe omgeving ten zuiden van het plangebied is in die periode nog in gebruik als landbouwgebied. Verder is op de historische kaarten waarneembaar dat de haven ter hoogte van de huidige Pieter Breughelstraat ten dele in het plangebied een lichte slinger vertoont (illustratie 2). Mogelijk is dit het gevolg van natuurlijk aanwezig reliëf, zoals dekzandruggen of getijoeverwallen. Een andere mogelijkheid is dat de slinger is veroorzaakt door mensen opgeworpen verhogingen, bijvoorbeeld tegen de vloedstanden die destijds tweemaal daags in de toenmalige haven voorkwamen. Gezien het ontginningspatroon dat parallel aan de haven is georiënteerd (bijlage 4), de weergave van de haven op de kadastrale kaart uit 1832 en het ‘ingeknikte’ patroon van de 16e -eeuwse ringdijk ter hoogte van de haven (illustratie 2), kan vastgesteld worden dat de voorloper van de haven (ver) voor de 19e eeuw actief was. De haven ligt mogelijk op de plaats van een oude ontwateringssloot 12 . De haven werd meest waarschijnlijk gedurende de 19e eeuw verder uitgediept. De bewoning van Raamsdonksveer is in de 19e eeuw geconcentreerd langs de haven en langs bewoningslinten. Deze bevinden zich op ruim 300 meter zuidoostelijk van de haven en de centrale bebouwing van Raamsdonksveer langs de Wilhelminalaan, Emmalaan, Julianalaan, Prins Hendriklaan, Prins Bernhardlaan, Keizersdijk en Grote Kerkstraat. Hierlangs staan tegenwoordig nog vele gemeentelijke monumenten zoals te zien valt op de Cultuurhistorische Waardenkaart van de provincie Noord-Brabant (bijlage 5). Het gaat vooral om woonhuizen van de periode rond 1900. Zo bevindt zich ten noorden van het plangebied een monument (Haven 27, MIP code 13 BK090-002182), een historisch structuurelement, een bouwwerk met
10
Uitgeverij Nieuwland 2005. Digitaal te raadplegen op Archis2 Kadasterkaart (Minuutplan) uit 1811-1832. Geertruidenberg, Noord-Brabant, sectie E, blad 01. Digitaal te raadplegen op watwaswaar.nl 12 Mondelinge mededeling J. van Gils (Oudheidkundige Kring) 13 Monumenten Inventarisatie Project. Landelijk project, uitgevoerd tussen 1986 en 1995 waarbij monumenten (waardevolle .gebouwen en objecten) werden gedocumenteerd en gewaardeerd. 11
13
schuren (bedrijfswoning, fabriekswoning) uit 1900, dat een duidelijke relatie met de toenmalige haven op deze plaats heeft gehad.
Illustratie 4 Historisch topografische kaart uit 1880-89 met aanduiding plangebied (bron: Boshoven et al., 2007) Eind jaren zestig van de vorige eeuw is de haven, welke een diepte van 2 tot 3 meter onder het maaiveld had, gedempt. Er is reden om aan te nemen dat de bodem van de haven uit vervuild slib bestaat, o.a. afkomstig van afvalproducten van de schoenen- en lederindustrie welke langs de Donge aanwezig was 14 . Na de demping van de haven is het plangebied onbebouwd gebleven tot in ieder geval eind jaren tachtig 15 .
Indicatieve waarden Volgens de concept-archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart van de gemeente Geertruidenberg ligt het plangebied in een zone met een hoge archeologische verwachting (Boshoven et al., 2007) op basis van het voorkomen van een dekzandrug in de ondergrond 14
Mondelinge mededeling J. van Gils (Oudheidkundige Kring) Grote Provincie Atlas 1:25.000 Noord-Brabant (Topografische Dienst, 1988), Digitaal te raadplegen op watwaswaar.nl 15
14
zoals te zien is in bijlage 3. De dekzandrug is smal en noordwest-zuidoost georiënteerd. Te zien is verder dat de haven zich grotendeels in de dekzandrug bevindt. De rug heeft in zijn geheel een hoge archeologische verwachting aangezien hoger (en droger) gelegen zones in het verleden vaak aantrekkelijk bleken als vestigingsplaats. Voor deze zone geldt dat in de gemeente Geertruidenberg archeologisch onderzoek noodzakelijk is bij ingrepen dieper dan 40 cm en met een oppervlakte van minimaal 100 m². Buiten de dekzandrug zijn vlaktes van getij-afzettingen (lage archeologische verwachting) te zien met een smalle strook oeverwallen langs de rivier de Donge (middelhoge archeologische verwachting). Volgens de - minder gedetailleerde - IKAW en Cultuurhistorische Waardenkaart van de provincie NoordBrabant heeft het plangebied een lage trefkans op archeologische sporen (zie ook bijlage 5).
Archeologische monumenten In Archis 2 is volgens de Archeologische Monumenten Kaart (AMK) op 500 meter ten westen van het plangebied, in het naburige Geertruidenberg, een terrein van hoge archeologische waarde aanwezig (ARCHIS-monument 15466). Het betreft een terrein met resten van een 14e-eeuws kasteel op ca 1 meter onder het maaiveld op de noordoever van de Donge. Door leden van de Archeologische Werkgroep Geertruidenberg zijn waarnemingen verricht in een rioolsleuf en is booronderzoek uitgevoerd om de begrenzing in kaart te brengen. Op het Wilhelminaplein heeft in 2006 een geofysisch onderzoek plaatsgevonden waarbij de resten van het kasteel verder in kaart zijn gebracht. Op 1.000 meter ten zuidwesten van Dorpshuis de Haven, buiten de bebouwde kom van Geertruidenberg, is een terrein van zeer hoge archeologische waarde (beschermd) aanwezig (ARCHIS-monument 549). Het betreft een terrein met resten van een klooster uit de Late Middeleeuwen, met als locatienamen Karthuizer polder en Kloosterweg. Het voormalige Karthuizer klooster 'Domus Beatae Mariae Virginis' is de eerste vestiging van de kartuizerorde in Nederland (ook 'het Hollandsche Huis'; 'Domus Hollandiae'). Het klooster is in 1336 gesticht, vervolgens deels verwoest door de St. Elisabethsvloed (1421) en na wederopbouw (waarbij niet of nauwelijks het oorspronkelijke grondplan werd gevolgd) definitief door de Geuzen verwoest in circa 1573. Verder is in Archis2 de gehele historische stadskern van Geertruidenberg (stadsrecht in 1213) als monument van zeer hoge archeologische waarde aangegeven (ARCHIS-monument 16792). De stadskern ligt op circa 1.400 meter van het plangebied aan de overzijde van de Donge.
15
Waarnemingen In de directe omgeving van het plangebied zijn recentelijk enkele archeologische onderzoeken verricht. Op 25 meter ten noordwesten van het plangebied, aan de overzijde van de Pieter Breughelstraat, is door GEO-LOGICAL in 2008 een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd in het plangebied aan de Jeroen Boschstraat. Op basis van een hoge en middelhoge verwachting voor Nieuwe Tijd en Late Middeleeuwen vondsten (in associatie met de oude haven) is een non-destructief inventariserend veldonderzoek d.m.v. weerstandsmetingen geadviseerd 16 . Dit geofysisch onderzoek wordt in oktober 2008 uitgevoerd. Op 140 meter ten noorden van het plangebied is wegens de aanleg van een woonwijk bij een booronderzoek in 2004 door SOB het zuidelijk deel van een terrein onderzocht dat verder bestond uit een bestaande scheepswerf. In ARCHIS staan verder geen resultaten vermeld uit dit onderzoek (ARCHIS-onderzoek 2818). Op 400 meter ten oosten van het plangebied zijn bij een booronderzoek door Oranjewoud in 2006 geen resultaten aangetroffen die tot een advies voor vervolgonderzoek hebben geleid (ARCHIS-onderzoek 14212) 17 . Op 500 meter ten oosten van het plangebied is door GEO-LOGICAL in 2008 een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd in het plangebied Hoge Veer. Op basis van een hoge en middelhoge verwachting voor Nieuwe Tijd en Late Middeleeuwen vondsten (in associatie met een hoge ligging op oud dekzandreliëf) is een inventariserend veldonderzoek d.m.v. proefsleuven geadviseerd 18 . Op ruim 500 meter ten zuidoosten van het plangebied zijn tijdens het proefsleuvenonderzoek van adviesbureau Becker & Van de Graaf bv geen archeologisch relevante sporen of vondsten aangetroffen. Het westelijke deel van de ondergrond van het terrein is in tact aanwezig, in het oostelijke deel zijn verstoringen tot in de natuurlijke ondergrond vastgesteld. Er is geen vervolgonderzoek geadviseerd 19 . In de wijdere omgeving van het plangebied komen een aantal waarnemingen en onderzoeken voor in Archis2 die hieronder besproken worden (fig. 4).
16
GEO-LOGICAL reeks 28, Kluiving, 2008 Oranjewoud Archeologisch Rapport 2006/30, auteur staat niet vermeld in Archis2 18 GEO-LOGICAL reeks 32, Kluiving & Lelivelt, 2008 19 Hoven & Moerman, 2008 17
16
Op 500-750 meter ten westen van het plangebied komen in het centrum van de historische stad Geertruidenberg een tiental waarnemingen voor van onder meer de Late-Middeleeuwen en Nieuwe Tijd. Het 14e-eeuwse kasteel van Geertruidenberg staat op de AMK lijst (ARCHIS-monument 15466). Naast de vele vondsten komen ook veel funderingen en verdedigingswerken voor die stammen uit de Late Middeleeuwen tot in de Nieuwe tijd. Ook oudere vondsten zijn gedaan zoals een Laat-Romeinse munt die met behulp van een metaaldetector is aangetroffen (ARCHIS-waarneming 46824) 20 . Ook werd in Geertruidenberg in 1983 een vuurstenen bijl, type Flint-Ovalbeil uit de Steentijd aangetroffen (ARCHIS-waarneming 14672) 21 . Op ruim een kilometer ten oosten van het plangebied is een booronderzoek bij de Omschoorweg uitgevoerd 22 . Uit telefonisch contact met dhr. T. Nales van Becker en van de Graaf is duidelijk geworden dat er zich in het plangebied dekzand bevindt binnen de bovenste twee meter van de bodem. Het dekzand wordt afgedekt door een dun laagje klei van enkele decimeters dik. Op ruim een kilometer ten westen van het plangebied zijn aan de oevers van de Donge bij een archeologische opgraving vanuit de AWN (Archeologische Werkgroep voor Nederland) resten van het laatmiddeleeuwse nonnenklooster Sint Catharinadal aangetroffen, waaronder keramiek, houtskool en ijzer afkomstig uit een afvalkuil, huisgreppel, of huisplattegrond. In totaal zijn 15 dozen aardewerk en ijzervondsten aangetroffen (ARCHISwaarneming 31589) 23 . Op 1.800 meter ten zuiden van het plangebied is in 1983 in de Polder Hooislobben een stuk steengoed gevonden dat gedateerd kan worden in de Late Middeleeuwen en in de Nieuwe Tijd, 1250-1650 jaar na Christus. Het is een losse vondst waarbij de waarneming berust op een kaartje uit het archief (ARCHIS-waarneming 46611). In het jaar 2000 is, op twee en een halve kilometer ten oosten van het plangebied, onderzoek verricht door de Archeologische Werkgroep Geertruidenberg in het koor van een kerk in Raamsdonk. De aanleiding was de algehele restauratie van het interieur van de kerk. Er werd grondwerk verricht ten bate van de aanleg van een nieuwe vloer en leidingwerk. Het onderzoek was een aanvulling op eerder gedaan onderzoek in het schip en in de zijbeuken van de kerk. In een sleuf in het zuiden van het koor werden de bakstenen funderingsresten van het koor van de voormalige Romaanse kerk van ca. 1300 aangetroffen. In het oostelijk deel van
20
Munt gedetermineerd door het Penningenkabinet. Het betreft een 'biljoenen tetradrachme'. Geen verder details bekend. 22 Becker en van de Graaf (‘Omschoorweg ‘, ARCHIS- onderzoeksmeldingsnummer 22760) 23 Kooiman & Zijlmans 1994 en Verwers 1990. 21
17
het koor werd de grafkelder van de familie van Son onderzocht, onder andere door middel van fysisch antropologisch onderzoek (ARCHIS-waarnemingen 50398 en 40725) 24 . Op ruim drie kilometer ten noordoosten van het plangebied staat in ARCHIS een vondst van een zwaard door een particulier vermeld. De datering van het zwaard is in de Late Middeleeuwen, 1250 - 1500 na Christus. De waarneming berust op een briefje met een zeer vage aanduiding. Tevens is een foto toegevoegd (ARCHIS-waarneming 46821). Op ruim drie kilometer ten zuiden van plangebied zijn in het stroomdal van de Donge bij een archeologische veldkartering oppervlaktevondsten aangetroffen die afkomstig waren van de aangeploegde toppen van dekzandruggetjes of rivierduinen. De vondsten bestonden uit vuursteen: één kern, één kling en twee afslagen. De datering van het vuursteen is onzeker en ligt in het Mesolithicum-Neolithicum: 8800- 2000 jaar voor Christus. De vindplaats ligt circa 90 meter ten oosten van het Kromgat, een zijbeekje van de Donge. In de Late Middeleeuwen is op de vindplaats een laagje klei afgezet, dat ter plaatse een dikte van 30 tot 40 cm kan hebben 25 (ARCHIS-waarneming 33226).
24 25
Literatuur onder meer Gils & Spee van 2001 Ter Schegget (1997), p. 17
18
Gespecificeerde verwachting Op basis van de hiervoor verzamelde informatie op het gebied van de aardwetenschappelijke, archeologische en historische informatie gecombineerd met gegevens van de huidige situatie wordt een analyse gegeven waaruit een gespecificeerde archeologische verwachting wordt opgesteld voor het plangebied 26 . Samenvattend kan gesteld worden dat het plangebied een hoge verwachtingswaarde op de gemeentelijke archeologische verwachtings- en advieskaart (in concept) heeft. De samenvatting van de aangetroffen archeologische waarden uit monumenten, waarnemingen en onderzoeken in Raamsdonkveer in dit bureauonderzoek in de omgeving van het plangebied wijst op een aantal verspreide laatmiddeleeuwse en Nieuwe Tijd waarnemingen in de omgeving van Raamsdonksveer, alsmede een sporadische prehistorische vondst. Het onderzoeksgebied ligt ten westen van de middeleeuwse kern van Raamsdonksveer. De geïnventariseerde landschappelijke en historisch geografische kenmerken geven aan dat het plangebied ter hoogte van de oude haven van Raamsdonksveer is gelegen. In de noordelijke helft van het plangebied zou zich de (opgevulde) haven in de ondergrond bevinden. De verhoging waarop het plangebied is gelegen is dus deels een opgevulde haven. De haven ligt mogelijk ter plaatse van een oude ontwateringsloot. De bodem van de oorspronkelijke haven ligt waarschijnlijk 2 tot 3 meter beneden het maaiveld en bevat mogelijk verontreinigde grond. De huidige bebouwing van het dorpshuis, en daarmee ook de verstoring van de ondergrond, bevindt zich in het noordelijke deel van het plangebied. In de zuidelijke helft van het plangebied bevindt zich volgens historische kaarten 19e-eeuwse bebouwing in de ondergrond. Het overige deel betreft ofwel een dekzandrug of een getijdenoeverwal, ofwel een door mensen opgeworpen wal tegen overstromingen vanuit een door getijden gedomineerde haven (illustratie 3).
26
Archeologisch verwachtingsmodel (conform KNA 3.1, LS05)
19
Noordelijk deel
Zuidelijk deel
Illustratie 3: Historisch topografische kaart uit 1900 met daarop in blauw de omtrekken van ARCHIS-onderzoeksmeldingen, In rood staat aangegeven de grens tussen het noordelijke en zuidelijke deel van het plangebied (onderzoeksmelding 31321). Op grond van de hier verzamelde indicatieve waarden uit archeologische gegevens gecombineerd met historische gegevens en de gegevens van huidige verstoring, kan de verwachting voor bewoningssporen uit de Nieuwe Tijd als hoog, voor de Late Middeleeuwen als middelhoog, en voor de Vroege Middeleeuwen als laag gesteld worden. Het te verwachten complextype bestaat uit nederzettingssporen, infrastructuur en losse vondsten in relatie tot de oude haven. De sporen van de Nieuwe Tijd en Late Middeleeuwen kunnen vanaf het oppervlak tot 2,5 meter beneden het maaiveld voorkomen. Op grond van de indicatieve waarden uit archeologische waarnemingen gecombineerd met geomorfologische en bodemkundige gegevens kan de verwachting voor de Romeinse Tijd, IJzertijd, Bronstijd en Steentijden (Laat-Paleolithicum, Mesolithicum en Neolithicum) als laag gesteld worden voor nederzettingssporen of losse vondsten. De sporen uit deze periodes kunnen vanaf 2,5 meter onder het maaiveld worden aangetroffen. Ontgravingen in het plangebied ten behoeve van de aanleg parkeerkelder en zwembad zullen een diepte bereiken (3,2 meter beneden maaiveld) die tot in het voormalige dekzandoppervlak reikt, of een getijdenoeverwal, ofwel een door mensen opgeworpen wal tegen overstromingen vanuit een door getijden gedomineerde haven. De slinger die de haven maakt ter hoogte van het plangebied kan met een afwijkende structuur van de ondergrond te maken hebben welke in het zuidelijk deel van het plangebied aanwezig zou moeten zijn.
20
Conclusie en Advies De conclusie die men kan trekken uit de hierboven gepresenteerde gegevens, leidt tot het advies om, in navolging van het huidige beleid, de eventuele archeologische resten in kaart te brengen en te waarderen d.m.v. een archeologisch vervolgonderzoek. Op grond van de verzamelde resultaten en de gespecificeerde verwachting is het advies tweeledig voor het zuidelijke deel en het noordelijke deel (illustratie 3). 27 Het zuidelijke deel van het plangebied heeft een verhoogde kans op de aanwezigheid van archeologische waarden, die met de historie van de haven en de bebouwing daarlangs verband kunnen houden. Op grond van de gespecificeerde hoge en middelhoge archeologische verwachting voor respectievelijk de Nieuwe Tijd en Late Middeleeuwen adviseren wij in het zuidelijk deel van het plangebied, na de sloop van de huidige bebouwing tot aan maaiveld, een proefsleuvenonderzoek te laten uitvoeren, teneinde de bevindingen uit dit bureauonderzoek te toetsen en na te gaan, of inderdaad archeologische waarden in het terrein aanwezig zijn. Bij de voorgenomen werkzaamheden dient ook goed kennis genomen te worden van de resultaten van het geofysisch onderzoek aan de Jeroen Boschstraat. Dit onderzoek heeft tijdens het schrijven van dit rapport plaatsgevonden. Voor het inventariserend veldonderzoek gelden de minimumeisen voor proefsleuvenonderzoek van de Provincie Noord-Brabant. Afhankelijk van de resultaten kan vervolgonderzoek nodig zijn. Voor het noordelijk deel wordt archeologisch vervolgonderzoek niet noodzakelijk geacht, gezien de aangegeven verstoring die hier tot in de oude havenbodem heeft plaatsgevonden. De bodem van de oude gedempte haven in het noordelijk deel bevat (mogelijk vervuild) slib, waarin eventuele archeologische resten zijn weggezakt. In situ sporen worden hier niet meer verwacht doordat de haven destijds tot een diepte van 2 tot 3 meter is uitgegraven, waarbij verstoring van het bodemarchief tot in de oude havenbodem heeft plaatsgevonden. De kans wordt dan ook zeer gering geacht dat bij de uitvoering van de geplande werkzaamheden archeologische waarden worden aangetast in het noordelijk deel van het plangebied. Gezien de mogelijke aanwezigheid van vervuild havenslib is een milieukundig bodemonderzoek wel te adviseren.
27
Conform het advies en beoordeling rapportage Monumentenhuis Brabant BV d.d. 27-10-2008
21
Bronnen Internet: ahn.nl atlas.brabant.nl Archis II, Archeologische database van de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschappen en Monumenten (RACM). brabant.nl Google Earth watwaswaar.nl Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW). kadata.nl kich.nl KNA 3.1: sikb.nl Geldmuseum: numis.nl Kaarten Damoiseaux, J.H. & Vos, G.A.(1987) Bodemkaart van Nederland 1 : 50 000, blad 44 West Oosterhout. Boshoven E.H., A. Buesink, N.J. Krekelbergh, L.A. Tebbens & H. Willems, (concept) 2007. Archeologische Verwachtingskaart Geertruidenberg BAAC rapport V07.0377. Deventer. Topografische Dienst, 1988. Topografische Atlas van Nederland 1 : 25 000. Noord-Brabant, Emmen. Ter Schegget, M.E., 1997. Een aanvullende inventarisatie ten behoeve van de indicatieve kaart van archeologische waarden (IKAW). Uitgeverij Nieuwland, 2005. Grote Historische topografische Atlas, ± 1905, (Noord-Brabant), schaal 1:25.000, Tilburg.
Literatuur Aa, van der, 1844. Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden. Es, van W.A., H. Sarfatij & P.J. Woltering, (red.) 1988. Archeologie in Nederland. De rijkdom van het bodemarchief, Amsterdam. Gils en Spee van, 2001. Luikse en heerlijke strategie in de Brabantse noordwesthoek: De kerk van Raamsdonk in de Middeleeuwen
22
Hendriks, J.P.C.A., 1990. Archeologie en bewoningsgeschiedenis van het Land van Heusden en Altena. Loevestein, Almkerk. Hendriks J.P.C.A., P. Cleveringa, L. van Beurden, H.J.T. Weerts, T. Meijer, D.C. van Smeerdijk & D.B.S. Paalman, 2004. ‘Dar vordrunken 16 schone kerspele. Introductie op het moderne interdisciplinaire onderzoek naar de St. Elisabethsvloeden’, in: Westerheem. 53e. nr. 3, 94-112. Hoven, E. & S. Moerman, 2008. Inventariserend veldonderzoek d.m.v. proefsleuven: Raamsdonksveer, Het Block, gemeente Geertruidenberg. Becker & Van de Graaf rapport. Kluiving, S.J.,2008. Archeologisch bureauonderzoek, locatie Jeroen Boschstraat, Raamsdonksveer (gemeente Geertruidenberg). ISSN 1872-2350, GEO-LOGICAL reeks 028, Delft Kluiving, S.J. & R.A. Lelivelt, 2008. Archeologisch bureauonderzoek, locatie Hoge Veer, Raamsdonksveer (gemeente Geertruidenberg). ISSN 1872-2350, GEO-LOGICAL reeks 031, Delft Kooiman, L.G. &.Zijmans B, 1994. In de Hollantsche Tuyn III.Van Klooster tot Prinsenhof. Een archeologisch Bodemonderzoek in Hollands oudste Stad 1994. Oudheidkundige Kring "Geertruydenberghe". Leenders, K.A.H.W.,1996. Van Turnhoutervoorde tot Strienemonde. Ontginnings- en nederzettingsgeschiedenis van het noord-westen van het Maas - Schelde – Demergebied, 400 - 1350. Een poging tot synthese. Zutphen, 366. Verwers, 1990. Jaarverslag van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek.
Mondeling Gemeente Geertruidenberg Oudheidkundige Kring Geertruidenberghe
23
Bijlage 1 Geomorfologische kaart
Bijlage 2 Bodemkaart
24
Bijlage1: Geomorfologische kaart (bron Archis2). De ligging van het plangebied wordt aangegeven door de rode pijl.
Bijlage 2: Bodemkaart (bron Archis2). De ligging van het plangebied wordt aangegeven door de rode pijl.
25
Bijlage 3 Landschappelijke eenhedenkaart uit: archeologische verwachtingskaart (concept)
26
Bijlage 3: Uitsnede landschappelijke eenhedenkaart, archeologische verwachtingskaart (concept) de positie van het plangebied wordt door de rode pijl weergegeven (bron: Boshoven et al.,2007 ).
27
Bijlage 4 Historisch topografische kaarten
28
16e -eeuwse ringdijk Æ (situatie 1811-1832)
16e -eeuwse ringdijk Æ (situatie eind jaren tachtig)
29
16e-eeuwse ringdijk Æ (situatie circa 1900)
16e-eeuwse ringdijk Æ (huidige situatie) Bijlage 4: Enkele topografische kaarten ter vergelijking. De minuutplan uit de periode 1811-1832 en de topografische kaart uit eind jaren tachtig. Daaronder de Bonnekaart (de historisch topografische kaart uit 1900) en de actuele topografische kaart De positie van het plangebied wordt door de rode pijl weergegeven. De blauw omlijnde gebieden op de Bonnekaart zijn onderzoeksmeldingen. Meest opvallend: de demping van de haven en de sloop en nieuwbouw die in het plangebied hebben plaatsgevonden in de verschillende periodes (Bron: respectievelijk watwaswaar.nl, watwaswaar.nl, Archis 2 en atlas.brabant.nl)
30
Bijlage 5 Cultuurhistorische Waardenkaart Provincie NoordBrabant
31
Legenda Historische Bouwkunst
Historische Geografie (lijn)
Archeologische Monumenten
Historisch Groen
Indicatieve Archeologische Waarden
Historische Stedenbouw
Historische Geografie (vlak) Historische Zichtrelaties
Topografie
Bijlage 5: Cultuurhistorische waardenkaart, de positie van het plangebied wordt door de rode pijl weergegeven (bron: Provincie Noord Brabant).
32
Bijlage 6 Waarnemingen, monumenten en onderzoeken uit Archis2
33
Bijlage 6: Waarnemingen, monumenten en onderzoeken uit Archis2. De ligging van het plangebied wordt aangegeven door de rode pijl.. Te zien is onder meer de lokatie van het voormalige Darthuizer klooster (ARCHIS-monument 549) dat als monument van zeer hoge archeologische waarde is aangegeven (boven). Op het terrein zijn verschillende archeologische onderzoeken verricht (onder).
34
Bijlage 7 Archeologische tijdstabel (bron: naar van Es et al, 1988)
35
36