Arbocheck voor KNAU-verenigingen (Handleiding en arbochecklist)
10 oktober 2001
Arbocheck voor KNAU-verenigingen (Handleiding en arbochecklist)
10 oktober 2001
De Arbo-check voor KNAU-verenigingen is een uitgave van de Koninklijke Nederlandse Atletiek Unie Bezoekadres: Floridalaan 2, 3404 WV IJSSELSTEIN Postadres: Postbus 230, 3400 AE IJSSELSTEIN Telefoon: (030) 608 73 00 Fax: (030) 604 30 44 Internet: www.knau.nl E-mail:
[email protected]
Arbo-check KNAU-verenigingen oktober 2001
-2-
Voorwoord De in 1999 vernieuwde Arbowet heeft nadrukkelijk consequenties voor alle werkgevers in Nederland, en vanaf 1 januari 2002 worden ook alle sportverenigingen als zodanig aangemerkt. Teneinde de bij de KNAU aangesloten atletiekverenigingen en loopgroepen te ondersteunen in het naleven van de verplichtingen van de Arbowet is deze handleiding met bijbehorende Arbocheck opgesteld. Bij het samenstellen van deze Arbocheck is uitgegaan van de door TNO Arbeid in opdracht van de Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk (NOV) samengestelde 'Arbocheck sportorganisaties'. De tekst is op sommige punten vereenvoudigd en aangevuld met vragen over omstandigheden die specifiek van toepassing zijn op atletiekverenigingen. Het doorvoeren van aanpassingen in deze Arbocheck is gebeurd op aangeven van de projectgroep Arbobeleid van de KNAU, waarbij tevens gebruik is gemaakt van de ervaring die is opgedaan bij de atletiekvereniging AV Rijssen. Zo zijn de vragen opgesteld als 'gesloten vragen', waarop alleen met 'n.v.t.', 'ja' of 'nee' geantwoord kan worden. De voor u liggende uitgave kent drie delen. De handleiding (deel 1) gaat in op de verplichtingen voor sportbesturen en geeft de te nemen stappen aan om te komen tot een Arbobeleid. De bijgevoegde Arbocheck (deel 2) is een checklist, een hulpmiddel dat na invulling een uitstekende basis biedt voor het op te zetten Arbobeleid. Het is aan te bevelen eerst de handleiding geheel door te lezen, en pas daarna de Arbocheck te lezen en in te vullen. Het derde deel (deel 3) wordt gevormd door een aantal bijlagen die van nut zijn bij het ontwikkelen en uitvoeren van een arbobeleid voor uw vereniging Het opzetten van een Arbobeleid is geen eenmalige oefening, maar zal op gezette tijden herhaald moeten worden. Ook om die reden verdient het verbeteren van de handleiding en de Arbocheck permanent aandacht. Voor uw opmerkingen die daartoe kunnen bijdragen houden wij ons van harte aanbevolen.
Els Stolk, bondsarts KNAU Frank Koomen, adjunct directeur KNAU Projectgroep Arbobeleid: Geurt Leppink, G. Emmens, Hugo Tijsmans, Cees Evers, Jacob Dikken, Gerrit Vroegh, Ronald Vetter en Rien van Haperen.
Arbo-check KNAU-verenigingen oktober 2001
-3-
Inhoud Voorwoord
Deel 1. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Deel 2. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
ARBOWET EN ATLETIEKVERENIGING Veilig en gezond aan je hobby werken............................................................................... 7 Arbowet............................................................................................................................... 7 Arbowetgeving en de consequenties van de verenigingen................................................ 7 Stappenplan op weg naar een arbobeleid.......................................................................... 8 Ondersteuning door KNAU en derden ............................................................................... 10 Tenslotte ............................................................................................................................. 11
ARBOCHECK Algemene arbozaken.......................................................................................................... 15 Gebouwen en accommodaties (algemeen)........................................................................ 28 Gebouwen en het gebruik daarvan (specifiek)................................................................... 29 Accommodaties, materialen en het gebruik daarvan (specifiek)........................................ 32 Bestuurs-, commissie- en kantoorwerk .............................................................................. 38 Training en jurering............................................................................................................. 40 Technische werkzaamheden.............................................................................................. 42 Verkeer en vervoer ............................................................................................................. 45
Deel 3.
BIJLAGEN
Bijlage 1:
Voorbeeldbeschrijving atletiekvereniging
Bijlage 2:
Formulier Risico-inventarisatielijst
Bijlage 3:
Formulier Plan van aanpak
Bijlage 4:
Regels voor een veilig gebruik van de accommodaties tijdens trainingen
Bijlage 5:
Meldingsformulier van een ongeval
Bijlage 6:
Adressen van de Arbeidsinspecties
Bijlage 7:
Sportmedisch onderzoek
Bijlage 8:
Inhoud EHBO-trommel
Bijlage 9:
Uitgangspunten beeldschermopstelling / Tips voor beeldschermwerkers
Arbo-check KNAU-verenigingen oktober 2001
-4-
Deel 1 Arbowet en atletiekvereniging
Arbo-check KNAU-verenigingen oktober 2001
-5-
Arbo-check KNAU-verenigingen oktober 2001
-6-
DEEL 1. 1.1
Arbowet en atletiekvereniging
Veilig en gezond aan je hobby werken
Niet alleen betaalde werknemers lopen risico's voor hun veiligheid en gezondheid bij het uitvoeren van hun werkzaamheden. Ook vrijwilligers in de sport lopen deze risico's bij hun 'onbetaalde werk'. Velen beseffen dat, anderen maar nauwelijks. Sportorganisaties zoals de verenigingen van de KNAU, zijn echter wel verantwoordelijk voor de veiligheid en gezondheid van deze vrijwilligers. Een gezond klimaat binnen een vereniging geeft een betere harmonisatie, meer plezier in de sportbeoefening en geeft meer binding met de vereniging. Mede daarom is het voor een vereniging van belang de inrichting zo optimaal mogelijk te organiseren. Met de inrichting van de vereniging worden niet alleen de accommodatie en materialen bedoeld, maar ook de verenigingsstructuur. Daarbij is de veiligheid en het welzijn van alle leden, deelnemers aan een georganiseerd atletiekevenement, juryleden, toeschouwers etc. van groot belang. In de Arbowet zijn handvatten gegeven om de effectiviteit en de efficiency van het Arbobeleid te vergroten. Natuurlijk dient de invulling van dit Arbobeleid gebaseerd te zijn op een zo'n goed mogelijk inzicht in de risico's die zich bij de atletiekbeoefening voordoen.
1.2
Arbowet
De wetgever heeft in de nieuwe Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet van 1999) bepaald, dat ook vrijwilligersorganisaties met ingang van 1 januari 2000 een Arbobeleid voor hun werknemers en vrijwilligers dienen te voeren. In het kader van de Arbowetgeving dient dit Arbobeleid getoetst te worden door een Arbodienst. Als een vereniging meer dan 40 uren per week betaalde werknemers in dienst heeft, is deze verplichting al ingegaan met ingang van 1 januari 2000! Voor het geval dat de vereniging 'minder betaalde uren op de loonlijst heeft staan', gaat deze verplichting in per 1 januari 2002! Ook de toetsing van het arbobeleid door een arbodienst is per 1 januari 2002 een verplichting. Eigenlijk zou het voeren van een Arbobeleid vanzelfsprekend moeten zijn. Want wie is niet gebaat bij goede en veilige arbeidsomstandigheden.
1.3
Arbowetgeving en de consequenties voor verenigingen
Een bestuur van een vrijwilligersorganisatie is primair verantwoordelijk voor het arbobeleid binnen de vereniging. De situatie is namelijk identiek aan het bedrijfsleven waar de werkgever verantwoordelijk is. De algemene Arbowet houdt een aantal specifieke verplichtingen voor werkgevers in: • Het voeren van een verzuimbeleid; • Het voeren van een beleid met betrekking tot seksuele intimidatie, agressie en geweld; • Inventarisatie en evaluatie van risico's; • Voorkoming en beperking van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken en informatie aan het publiek; • Het geven van voorlichting en onderricht; • Melding van ongevallen en beroepsziekten; • Het voorkomen van gevaar voor derden. Deze verplichtingen zijn dus met ingang van 1 januari 2000 niet alleen van toepassing op het bedrijfsleven, maar ook op de vereniging. mailto:RI@E Het bestuur van een sportvereniging is volgens de arbowet dus verplicht te zorgen voor veilige omstandigheden voor diegenen die aan de activiteiten van de vereniging deelnemen. Het arbobeleid van een vereniging is van toepassing op alle werknemers van de vereniging, of ze nou betaald of onbetaald werk verrichten (vrijwilligers / juryleden). Bovendien geldt voor bepaalde arbo-items dat zij ook van toepassing zijn op atleten en eventueel aanwezige toeschouwers. Daar waar in de bijgevoegde arbocheck werknemers staat, dient
Arbo-check KNAU-verenigingen oktober 2001
-7-
dus ook 'vrijwilliger / juryleden', leden en voor bepaalde arbo-items tevens toeschouwers gelezen te worden. Net zoals in het bedrijfsleven dient er een planmatige aanpak te komen om te onderzoeken of er gevaar optreedt bij de aard van de activiteiten en of er verbeteringen kunnen plaatsvinden op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn van de werknemers en vrijwilligers. Zo’n planmatige aanpak heet een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). Voor het gemak wordt in plaats van een risico-inventarisatie en –evaluatie ook wel van arbocheck gesproken, en die term wordt ook door de KNAU gehanteerd. De minimale eisen die aan een RI&E gesteld worden zijn: • dat de risico's op het gebied van de veiligheid, gezondheid en welzijn van de werknemers schriftelijk in kaart gebracht moeten worden; • dat de arbocheck gebaseerd is op de actuele inzichten op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn; • dat er apart aandacht besteed moet worden aan bijzondere groepen, zoals jeugdigen, ouderen en zwangeren; • dat er aandacht besteed wordt aan bedrijfsongevallen en beroepsziekten; • dat er rekening gehouden wordt met de beschikbare informatie over het arbeidsgebonden ziekteverzuim en met het beleid dat wordt gevoerd met betrekking tot de begeleiding van zieke werknemers.
1.4
Te nemen stappen voor de vereniging
Op basis van de Arbowet heeft met ingang van 1 januari 2002 iedere sportvereniging de verplichting een arbobeleid op te stellen en uit te voeren. Voorafgaand aan het opstellen van een arbobeleid dient een risico-inventarisatie en –evaluatie te worden gehouden, die vervolgens getoetst dient te worden door een Arbodienst. Ook dit laatste is met ingang van 1 januari 2002 geen vrijblijvende optie maar een verplichting. Om tot een verantwoord arbobeleid te komen dient een vereniging derhalve de volgende stappen te ondernemen: Stap 1 Invullen beschrijving vereniging Het arbobeleid begint met een beschrijving van de eigen organisatie en de werkwijze van de vereniging. In bijlage 1 van deze handleiding is daartoe een voorbeeldtekst opgenomen. Deze tekst moet als begeleidend schrijven bij de arbocheck / RI&E meegestuurd moet worden naar de arbodienst die de toetsing van de arbocheck zal uitvoeren. Stap 2 Uitvoeren van een RI&E ofwel Arbocheck Door middel van het invullen van de arbocheck wordt een analyse gemaakt van de gehele vereniging wat betreft de risico’s die bestaan op het gebied van arbeidsomstandigheden. Het bestuur van een vereniging is verantwoordelijk voor het invullen van een op de eigen vereniging toegesneden arbocheck. Dat betekent dat ook eventuele risico’s die niet in een arbocheck genoemd worden maar die zich wel voordoen in de eigen vereniging in de risicoanalyse meegenomen moeten worden. In deel 2 van deze handleiding treft u de KNAU-arbocheck aan, dat is de checklist die speciaal voor atletiekverenigingen is ontwikkeld. Deze arbocheck is opgebouwd uit een achttal arbothema's, te weten: 1 Algemene arbozaken; 2 Gebouwen en accommodaties (algemeen); 3 Gebouwen (specifiek); 4 Accommodaties en materialen (specifiek); 5 Bestuurs-, commissie en kantoorwerk; 6 Training en jurering; 7 Technische werkzaamheden;
Arbo-check KNAU-verenigingen oktober 2001
-8-
8 Verkeer en vervoer. Bij ieder thema wordt kort een inleiding gegeven, waarbij aangegeven wordt wat de uitgangspunten en wettelijke normen zijn. Daarna worden concrete vragen gesteld over de situatie bij uw vereniging, waarbij duidelijk wordt of er al dan niet sprake is van een arbo-risico. Het is aan te bevelen bij het invullen van de Arbocheck een beroep te doen op een of meerdere leden van de vereniging, die beroepshalve al met deze materie te maken hebben (veiligheidskundige of arbo-coördinator). Stap 3 Invullen risico-inventarisatielijst Met het invullen van de arbocheck heeft u een inventarisatie van alle risico’s in de vereniging gemaakt. Door de vraagstelling in de arbocheck kunt u alle items waar met “nee” op is geantwoord als een potentieel risico zien. Alle gesignaleerde risico’s worden nu overgenomen op de risicoinventarisatielijst (zie bijlage 2). Door alle risico’s overzichtelijk bij elkaar te zetten kunt u aangeven hoe belangrijk deze risico's voor uw vereniging zijn. Daarin moet meegewogen worden: • hoeveel vrijwilligers / leden aan het risico worden blootgesteld; • welke gevolgen het niet aanpakken van het risico kan hebben; • welke maatregelen genomen moeten worden om het risico te verkleinen of op te heffen. Door het invullen van deze inventarisatielijst geeft u in grote lijnen aan hoe zwaar elk gesignaleerd risico moet wegen. Stap 4 Opstellen plan van aanpak Aan de hand van de ingevulde risico-inventarisatielijst (bijlage 2) kan een plan van aanpak opgesteld worden. Een formulier hiertoe treft u aan in bijlage 3. Op deze lijst dient per risico vermeld te worden: • welke maatregelen worden getroffen om het risico op te heffen; • wie verantwoordelijk is voor het nemen van actie; • welk budget daarvoor benodigd is; • wanneer de maatregel gereed dient te zijn. Stap 5 Toetsing door een arbodienst Na het volledig invullen van de arbocheck en het aanvullen van de lijst met eventuele risico’s die zich in uw vereniging voordoen, dient de risicoanalyse getoetst te worden door een arbodienst (verplichting per 1 januari 2002). De arbodienst zal uw arbocheck zonodig aanvullen of verbeteren. De kosten die door de arbodienst hiervoor aan uw vereniging in rekening worden gebracht variëren per arbodienst. Het is wenselijk hier vooraf met de arbodienst afspraken over te maken. Stap 6 Het opstellen van een arbobeleid Een arbobeleid is de schriftelijke weergave van een stappenplan om te komen tot veilige arbeidsomstandigheden binnen uw vereniging. Op basis van uw eigen risicoanalyse en de op- en aanmerkingen van de arbodienst naar aanleiding van de toetsing kunt u op een eenvoudige wijze een arbobeleid formuleren. Uiteraard is het vaak niet mogelijk om alle actiepunten in een keer aan te pakken en op te lossen. Hiervoor ontbreken vaak de financiële middelen en / of de menskracht. Daarom is het gewenst om alle verbeterpunten onder elkaar weer te geven (zie stap 3) en daar als bestuur of arbocommissie van de vereniging prioriteiten aan toe te kennen. Als alle items die verbeterd moeten worden op volgorde van prioriteit zijn weergegeven, kan besloten worden hoeveel punten in de eerstvolgende periode
Arbo-check KNAU-verenigingen oktober 2001
-9-
(bijvoorbeeld het eerstvolgende kwartaal of half jaar) worden afgehandeld, en welke punten worden doorgeschoven naar een volgende periode. Zo zal er binnen een vereniging als regel een hogere prioriteit gegeven worden aan het veilig maken van een gladde trap naar het verenigingsgebouw of het repareren van de werpkooi dan aan het verbeteren van de werkplek van een vrijwilliger die enkele keren per week 1 of 2 uur 'beeldschermwerkzaamheden' voor de vereniging verricht. Van de punten die op korte termijn (in de eerste periode) aangepakt worden wordt per punt aangegeven welke acties ondernomen gaan worden, door wie dat gebeurt en in welk tijdsbestek. Als dit voor alle punten is uitgewerkt is uw beleidsplan klaar. Stap 7 Uitvoering van het beleidsplan De waarde van het opstellen van een beleidsplan is gering als niet tot uitvoering wordt overgegaan. Het verdelen van de actiepunten, de controle op de uitvoering en zonodig het verlenen van ondersteuning in die uitvoering zijn voorwaarden om het arbobeleid effectief te laten zijn. Uitvoering van het beleidsplan zal niet alleen afhankelijk zijn van de beschikbare menskracht, ook de financiële middelen zullen een beperkende factor blijken te zijn. Door de kosten mee te nemen in komende begrotingen moet dit laatste probleem opgelost kunnen worden. Door de diverse acties te verdelen over diverse personen (en niet in handen te leggen van één kaderlid) kan de uitvoering gewaarborgd worden. Stap 8 Regelmatige bijstellen en aanpassing van het beleidsplan Het actueel houden van het arbobeleidsplan is ook een verplichting die voortkomt uit de Arbowet. Zaken kunnen snel veranderen, en bedoeld worden niet alleen de arbeidsomstandigheden binnen de vereniging, maar ook de veranderingen in de arbowetgeving. Bij veranderingen in de arbeidsomstandigheden kan bijvoorbeeld gedacht worden: • Er wordt nieuw materiaal aangeschaft. Wordt dit veilig opgeborgen? • De secretaris heeft een nieuwe pc van de vereniging nodig. Voldoet deze pc aan de hiervoor gestelde eisen? • Het verenigingsgebouw wordt aangepast. Wordt hierbij gedacht aan extra brandblusapparatuur of aan een extra nooduitgang? Om die redenen is een risico-inventarisatie ook nooit af. Bij ieder moment van verandering zal nagegaan moeten worden of dat wat verandert conform de regels is, of het veilig is, en of het gevaar kan opleveren voor de vrijwilliger. Door daarnaast op een vast moment in het jaar de voortgang van (de uitvoering van) het arbobeleid te toetsen en de nog op te pakken actiepunten uit te werken en in gang te zetten wordt de continuïteit gewaarborgd. Stap 9 Het informeren van betrokkenen Ook heeft de vereniging de verplichting om jaarlijks naar haar leden toe te rapporteren over de voortgang van het arbobeleid en het plan van aanpak. Deze rapportage kan zowel mondeling als schriftelijk gebeuren. Een mooi moment om deze rapportage plaats te laten vinden is direct na de jaarlijkse toetsing. Een artikeltje in het clubblad kan overigens voor deze rapportage volstaan, maar ook een toelichting tijdens de algemene ledenvergadering is mogelijk.
1.5
Ondersteuning door de KNAU en derden
Indien uw vereniging vragen heeft omtrent het uitvoeren van de arbocheck, het opstellen van het arbobeleidsplan of het plan van aanpak, of andere zaken die direct met de arbowetgeving te maken
Arbo-check KNAU-verenigingen oktober 2001
- 10 -
hebben, kunt u zich wenden tot het KNAU-bondsbureau. Vanuit het bondsbureau kan op twee verschillende manieren ondersteuning worden verleend: • Het aanspreekpunt op het bondsbureau voor arbozaken kan u telefonisch antwoord geven op uw vragen. • Zonodig of indien gewenst kan ondersteuning verleend worden via arbodeskundigen van de KNAU die een bezoek aan uw vereniging kunnen afleggen. Deze deskundigen kunnen de functionarissen van uw vereniging ondersteunen en instrueren over de aanpak, de werkwijze en voortgang van het arbobeleid. De ondersteuning van de vereniging door arbodeskundigen van de KNAU is vooralsnog gratis (met een maximum van twee dagdelen ondersteuning per vereniging). Als er vragen overblijven bij het invullen van de ri&e kan de vereniging daarnaast ook zelf: • een Praktijkgids Arbeidsomstandigheden aanschaffen, waarvan die van Samson aanbeveling verdient (te bestellen bij Samsom b.v., Antwoordnummer 10156, 2400 VB Alphen aan den Rijn; ISBN 90-14-07237-6; kosten ± ƒ 230.-). • advies vragen aan de Arbodienst (die daarvoor kosten in rekening zal brengen). Wat is de rol van de Arbeidsinspectie in de arbowetgeving? De Arbeidsinspectie is een onderdeel van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Deze Arbeidsinspectie is de bij wet aangegeven controlerende instantie of een organisatie heeft voldaan aan zijn arboverplichtingen. Indien het bestuur van een vereniging verzuimt om een RI&E uit te (laten) voeren en aansluitend een plan van aanpak te maken kan zij door de Arbeidsinspectie daarvoor beboet worden. Een vereniging kan ook beboet worden als er gevaarlijke arbeidsomstandigheden worden geconstateerd. Als er een ongeval heeft plaatsgevonden, zal de Arbeidsinspectie beoordelen of een ongeval voorkomen had kunnen worden. Als vervolgens blijkt dat het bestuur in gebreke is gebleven bij het treffen van passende maatregelen, kan het bestuur hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor de geleden schade. De adressen van de Arbeidsinspecties zijn in bijlage 6 opgenomen. In bijlage 5 is een formulier opgenomen ten behoeve van het melden van een ongeval.
1.6
Tenslotte
Het realiseren van een RI&E vergt een gedegen voorbereiding, meedenken en meewerken van een groot aantal clubleden of functionarissen. Vergeet echter één belangrijk punt niet. Het is weliswaar een wettelijke verplichting om een RI&E te maken, maar het is voor alle leden van essentieel belang omdat het gaat om de veiligheid en gezondheid van alle leden. En daar moeten zowel het bestuur als de leden van een atletiekvereniging volledig achter staan. Enkele wetenswaardigheden die van belang zijn bij het uitwerken van het arbobeleid. Voorgeschreven rangorde in de arbeidshygiënische strategie Bij het aanpakken van arborisico's is er een voorgeschreven rangorde in de arbeidshygiënische strategie, te weten: • Eerst dient de aanpak van de bron aandacht te krijgen; • Vervolgens de overdracht vanaf de bron naar de omgeving; • Daarna een beperking van blootstelling; • Ten slotte het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. Een voorbeeld van de uitwerking van deze strategie Ter verduidelijking wordt deze arbeidshygiënische strategie hier uitgewerkt voor de geluidsoverlast ten gevolge van het startschot: • Is het geluidsniveau naar een aanvaardbaar niveau terug te brengen? Ja, denk hierbij aan het gebruik van andere patronen en/of een ander startsysteem. • Is er een praktische mogelijkheid om tussen het startpistool en de starter een geluidsisolatie aan te brengen? Nee. • Zijn er mogelijkheden om een starter per wedstrijd / per seizoen minder starts te laten maken?
Arbo-check KNAU-verenigingen oktober 2001
- 11 -
Ja, maar dan moet daarmee wel rekening gehouden worden bij het uitnodigen van meerdere starters per wedstrijd. • Zijn er mogelijkheden om persoonlijke beschermingsmiddelen te gebruiken? Ja, denk hierbij aan 'oorkappen' of een otoplastiek in het oor zelf, die qua geluidsdoorlaatbaarheid 'dichtslaat' als het geluidsniveau boven de 80 dB komt. Dit heeft het voordeel dat gewoon praten mogelijk blijft. Disciplinaire maatregelen Een werknemer is verplicht de apparatuur en de ter beschikking gestelde beschermingsmiddelen op de voorgeschreven wijze te gebruiken. De werkgever (verenigingsbestuur) is verplicht hierop toe te zien. Als een werknemer dat niet doet, dan dient de werkgever hem/haar in eerste instantie mondeling te waarschuwen. Mocht dit niet baten dan kan één of meerdere keren (aangetekend) schriftelijk gewaarschuwd worden, en in het uiterste geval kan schorsing of een ontslagprocedure volgen. Zover mag het natuurlijk niet komen. Maar mocht het wel het geval zijn, dan dient een vereniging zich zeer goed te informeren / zich juridisch te laten bijstaan in de te volgen procedurele stappen!
Arbo-check KNAU-verenigingen oktober 2001
- 12 -