ARBOCATALOGUS VERTICAAL TRANSPORT CNV Vakmensen, FNV Bondgenoten en Transport en Logistiek Nederland hebben Gezond Transport gevraagd de sector beroepsgoederenvervoer over de weg, logistieke dienstverlening en verhuur van mobiele kranen te ondersteunen, adviseren en begeleiden bij het realiseren van de Arbocatalogus. Gezond Transport is het kennis- en adviescentrum voor arbeid en gezondheid voor de sector. In samenwerking met Vereniging Verticaal Transport (VVT) is een inventarisatie van arbeidsrisico’s en beheersmaatregelen opgesteld. De gegevens van deze inventarisatie vormen de basis voor het overleg met werkgevers en werknemers over de te nemen maatregelen om arbeidsrisico’s te reduceren. De Arbocatalogus ‘Verticaal Transport’ beschrijft de maatregelen voor specifieke arbeidsrisico’s bij het hijsen van ongeleide lasten met een mobiele kraan.
Arbocatalogus Verticaal Transport augustus 2011
1 / 28
INHOUDSOPGAVE ARBOCATALOGUS VERTICAAL TRANSPORT Toepassinggebied ............................................................................................................................... 3 Looptijd................................................................................................................................................ 3 Evaluatie.............................................................................................................................................. 3 Beschikbaarheid.................................................................................................................................. 3 Fasering .............................................................................................................................................. 3 Afwijken ............................................................................................................................................... 3 Maatregelen ........................................................................................................................................ 4 1 Voorlichting, instructie en toezicht.............................................................................................. 4 2 Deskundigheid machinist ........................................................................................................... 5 3 Werken in regie of aangenomen werk........................................................................................ 6 4 Meerdere kranen in elkaars draaibereik..................................................................................... 8 5 Meerdere kranen aan één last ................................................................................................... 8 5.1Twee kranen aan een last................................................................................................. 8 5.2 Een hoofdkraan en een staartkraan................................................................................. 8 5.3 Drie kranen aan één last .................................................................................................. 8 5.4 Hijsen met vier of meer kranen ........................................................................................ 9 6 Tunnelen................................................................................................................................... 13 7 Hijsen over personen................................................................................................................ 15 9 Hijsen in de nabijheid van hoogspanningsverbindingen .......................................................... 16 10 Onweer ..................................................................................................................................... 18 11 Wind ......................................................................................................................................... 18 12 Werkbak hangende aan een mobiele kraan............................................................................ 20 13 Afstandsbesturing mobiele kraan............................................................................................. 24 14 Persoonlijke Beschermingsmiddelen (PBM)............................................................................ 24 15 Geluid…………………………………………………………………………..………………………26
Arbocatalogus Verticaal Transport augustus 2011
2 / 28
Toepassinggebied Deze Arbocatalogus is van toepassing op werkgevers en werknemers die ongeleide lasten hijsen met een mobiele kraan en vallen onder de algemeen verbindend verklaarde CAO voor het Beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen, alsmede de CAO Goederenvervoer Nederland. In Artikel 2a van de Warenwet Regeling Machines staat de aangewezen categorie mobiele kranen: “Hijskranen voor haakbedrijf op rupsen of banden alsmede torenvormige hijskranen voor haakbedrijf op rupsen of banden met een bedrijfslastmoment van ten minste 10 tonmeter”.
Looptijd De arbocatalogus heeft een looptijd van vijf jaar en gaat in op 1 september 2010.
Evaluatie Tegen het einde van de looptijd wordt de inhoud van de Arbocatalogus geëvalueerd. Bepaald wordt of aanpassingen of wijzigingen op onderdelen van de Arbocatalogus gewenst zijn. Een evaluatie kan vervroegd worden uitgevoerd op verzoek van één van de sociale partners.
Beschikbaarheid De Arbocatalogus is vrij toegankelijk via de website van Gezond Transport (www.gezondtransport.nl).
Fasering Deze Arbocatalogus omvat de maatregelen om de specifieke arbeidsrisico’s bij het hijsen van ongeleide lasten met een mobiele kraan te beheersen. Naast de specifieke zijn ook generieke arbeidsrisico’s van toepassing.
Afwijken Het is een werkgever toegestaan om op een andere manier invulling te geven aan de wettelijke bepalingen uit de Arbowet dan beschreven in deze Arbocatalogus. De werkgever dient aan te tonen dat minimaal hetzelfde effect op het veilig en gezond werken wordt bereikt.
Arbocatalogus Verticaal Transport Augustus 2011
Pagina 3 van 28
Maatregelen 1 Voorlichting, instructie en toezicht Doelvoorschrift Arbowet Artikel 8 1. De werkgever zorgt ervoor dat de werknemers doeltreffend worden ingelicht over de te verrichten werkzaamheden en de daaraan verbonden risico’s, alsmede over de maatregelen die erop gericht zijn deze risico’s te voorkomen of te beperken. * 2. De werkgever zorgt ervoor dat aan de werknemers doeltreffend en aan hun onderscheiden taken aangepast onderricht wordt verstrekt met betrekking tot de arbeidsomstandigheden. 3. Indien persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking van de werknemers worden gesteld en indien op arbeidsmiddelen of anderszins beveiligingen zijn aangebracht, zorgt de werkgever ervoor dat de werknemers op de hoogte zijn van hun doel en werking en de wijze waarop zij deze dienen te gebruiken. 4. De werkgever ziet toe op de naleving van de instructies en voorschriften gericht op het voorkomen of beperken van de in het eerste lid genoemde risico’s alsmede op het juiste gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. * Het volgende onderdeel van artikel 8 lid is niet opgenomen als doelvoorschrift in deze Arbocatalogus Tevens zorgt de werkgever ervoor dat de werknemers doeltreffend worden ingelicht over de wijze waarop de deskundige bijstand, bedoeld in de artikelen 13, 14, 14a en 15, in zijn bedrijf of inrichting is georganiseerd. Goede arbeidsomstandigheden is een verantwoordelijkheid van zowel de werkgever als werknemer. De werkgever creëert de voorwaarden om veilig en gezond te kunnen werken en de werknemer maakt gebruikt van de mogelijkheden die de werkgever biedt. Om dit laatste uit te voeren dient de werknemer op de hoogte te zijn van het arbeidsrisico, de mogelijke gevolgen en hoe ermee om te gaan in de dagelijkse praktijk. Deze taak van voorlichting en instructie ligt bij de werkgever. De werkgever houdt toezicht op het naleven van de instructies gericht op veilig en gezond werken. Mogelijkheden zijn o.a. het werkoverleg, functioneringsgesprekken en steekproefsgewijze controle op de werkplek. Indien een medewerker zich niet houdt aan de instructies neemt de werkgever maatregelen. De maatregel dient in verhouding te staan tot het mogelijke gevaar voor personen en omgeving door het niet nakomen van de afspraken. De maatregel kan variëren van een waarschuwing (mondeling of schriftelijk) tot een sanctie (schorsing, boete en zelfs in het uiterste geval ontslag). Het doel en de werkwijze rondom het nemen van deze maatregelen zijn vooraf in samenspraak tussen werkgever en werknemer (vertegenwoordiging) vastgesteld. De werknemer is verplicht om in zijn doen en laten tijdens het werk naar vermogen zorg te dragen voor zijn eigen veiligheid en gezondheid en die van anderen. Naar vermogen wil zeggen in overeenstemming met zijn opleiding en de door de werkgever gegeven werkinstructies. Indien een werknemer tijdens de uitvoering van zijn werk de inschatting maakt dat de veiligheid en gezondheid van hem zelf of anderen in gevaar komt, meldt hij dit direct bij de werkgever en samen wordt gezocht naar een oplossing. (Voorbeelden van sanctiebeleid en toezicht houden)
Arbocatalogus Verticaal Transport Augustus 2011
Pagina 4 van 28
2 Deskundigheid machinist Doelvoorschrift Arbobesluit Arbobesluit 7.18 Hijs- en hefwerktuigen 3. Hijs- en hefwerktuigen worden bediend door personen die daartoe een specifieke deskundigheid bezitten. De machinisten van mobiele kranen zijn theoretisch en praktisch onderlegd gericht op het veilig en verantwoord gebruik van een mobiele kraan. De eindtermen voor de Machinist zijn vastgelegd in het wettelijke TCVT- schema W4-01/02/04/05/06/07. Naast de wettelijke opleiding is ook van belang de specifieke instructie per kraan. De machinist dient op de hoogte te zijn van de specifieke aspecten van de kraan, waar hij mee werkt. Deze staan in de gebruiksaanwijzing en deze dient op elke kraan aanwezig te zijn. In niveau 4 digitale AC In onderstaand schema zijn de eindtermen van de opleiding voor machinist aangegeven. Deze worden geplaatst naast die van de bestuurder van een verreiker, hoogwerker en de heftruck. Machinisten van mobiele kranen zijn zodanig theoretisch en praktisch onderlegd dat het bedienen van een heftruck/hoogwerker/verreiker op een veilige en verantwoorde manier kan geschieden. Machinist Vooropleiding LBO
Verreiker / Hoogwerker Niet specifiek
Vorkheftruck Niet specifiek
TCVT W4-01
TCVT W4-07
SSVV
Eindtermen TCVT
Eindtermen
Eindtermen
De kandidaat kan verschillende soorten kranen benoemen en de kenmerken en toepassingen hiervan beschrijven.
De kandidaat kan uitleggen wat een verreiker/hoogwerker is en waarvoor deze ingezet kan worden.
De kandidaat kan uitleggen wat een heftruck is en waarvoor deze ingezet kan worden.
De kandidaat kan hijsgereedschappen herkennen en de functie en de manier van gebruik hiervan omschrijven.
De kandidaat kan de verschillende soorten pallets en opslagmethode noemen. (niet voor hoogwerker)
De kandidaat kan de verschillende soorten pallets en opslagmethode noemen.
De kandidaat kan hijsmiddelen en uitrustingsstukken herkennen en benoemen en de toepassing hiervan omschrijven.
De kandidaat kan diverse uitrustingsstukken noemen die gemonteerd kunnen worden aan de verreiker. (niet voor hoogwerker)
De kandidaat kan diverse uitrustingsstukken noemen die gemonteerd kunnen worden aan de heftruck.
De kandidaat kan de veiligheidseisen van de mobiele kraan en hijsgereedschappen interpreteren.
De kandidaat kan de belangrijkste Weten regelgeving noemen.
De kandidaat kan de belangrijkste Weten regelgeving noemen.
De kandidaat kan de factoren noemen die de belasting en stabiliteit van de verreiker / hoogwerker beïnvloeden De kandidaat kan de ondergrond en de helling ondergrond beoordelen.
Belading en belasting tabel kunnen lezen/toepassen.
De kandidaat kan omschrijven hoe op een veilige manier hijswerkzaamheden met een mobiele kraan uitgevoerd moeten worden.
De kandidaat kan de veiligheidsvoorschriften en transportregels op de werkplek op de juiste wijze interpreteren
De kandidaat kan omschrijven hoe op een veilige manier met de heftruck op de werkplek wordt omgegaan.
De kandidaat kan bepalen hoe een mobiele kraan verplaatst moet worden.
De kandidaat kan rijden met en zonder last.
De kandidaat kan rijden met en zonder last.
De kandidaat neemt zijn verantwoordelijkheid met betrekking tot het hijsplan en zijn administratieve verplichtingen. De kandidaat kan de gegevens van een hijstabel toepassen. De kandidaat kan beschrijven welke voorbereidingen op de werkplek getroffen moeten worden voorafgaand aan het werken met mobiele kranen.
Arbocatalogus Verticaal Transport Augustus 2011
De kandidaat kan de ondergrond en de helling ondergrond beoordelen.
Pagina 5 van 28
De kandidaat kan beschrijven hoe een mobiele kraan na hijswerkzaamheden achtergelaten moet worden.
De kandidaat kan beschrijven hoe een verreiker / hoogwerker na werkzaamheden achtergelaten moet worden.
De kandidaat kan beschrijven hoe een heftruck na werkzaamheden achtergelaten moet worden.
De kandidaat kan de functie en de werking van de hoofdonderdelen van de mobiele kraan uiteenzetten.
De kandidaat kan de belangrijkste begrippen m.b.t. de bedieningsorganen uitleggen/omschrijven.
De kandidaat kan de belangrijkste bedieningsorganen uitleggen/omschrijven.
De kandidaat kan de veiligheidssystemen van de mobiele kraan noemen en de functie van de LMB uiteenzetten.
De kandidaat kan uitleg geven over stabiliteitsregels.
De kandidaat kan uitleg geven over stabiliteitsregels.
De kandidaat kan omschrijven hoe en waaraan dagelijks onderhoud aan een mobiele kraan verricht moet worden.
De kandidaat kan omschrijven hoe en waaraan dagelijks onderhoud aan een verreiker / hoogwerker verricht moet worden. De kandidaat kan de elementen noemen waaruit de aanvangscontrole bestaat.
De kandidaat kan omschrijven hoe en waaraan dagelijks onderhoud aan een heftruck verricht moet worden.
De kandidaat kan beschrijven hoe storingen aan mobiele kranen herkend kunnen worden en in relatie hiermee beschrijven hoe gehandeld moet worden.
De kandidaat kan storingen herkennen en verhelpen.
De kandidaat kan uiteenzetten hoe, met en aan mobiele kranen milieuverantwoord moet worden gewerkt.
3 Werken in regie of aangenomen werk Doelvoorschrift Arbobesluit Arbobesluit artikel 2.28 Veiligheids- en gezondheidsplan Aangenomen werk wil zeggen dat de eigen werkgever een opdracht aanneemt waarvoor hij een mobiele kraan en een machinist levert. De werkgever geeft de machinist rechtstreeks opdrachten en is verantwoordelijke voor een veilige werkopdracht- en instructies en een veilige werkomgeving. Hij stelt indien nodig een Taak Risico Analyse (TRA) en een hijsplan op en bespreekt deze voorafgaand aan het hijsen met de machinist. De opdrachtgever en de werkgever van de machinist hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het realiseren van een veilige werkomgeving voor de machinist. De werkgever draagt zorg voor een technisch, veilig recent goedgekeurde kraan met hijsmiddelen en staat garant voor de deskundigheid van de machinist. De werkgever kan het werk aannemen als hoofd-, neven-, of als onderaannemer. Als hoofd- of nevenaannemer valt hij onder de V&G coördinatieverplichtingen voortvloeiend uit het Arbobesluit Bouwproces. Werken in regie houdt in dat de werkgever zijn machinist met mobiele kraan uitleent aan een opdrachtgever. De opdrachtgever geeft de werknemer rechtstreeks uitvoerende opdrachten. De machinist is een ingeleende werknemer. De inlenende opdrachtgever is verantwoordelijk voor een veilige werkopdracht en –instructies (eventueel bestaande uit een TRA en/of hijsplan). De opdrachtgever draagt zorg voor het realiseren van een veilige werkomgeving en de werkgever voor een technisch, veilig recent goedgekeurde kraan met hijsmiddelen en staat garant voor de deskundigheid van de machinist. Indien de machinist te maken heeft met een onveilige werksituatie, meldt hij dit bij de uitvoerder van de opdrachtgever. Samen wordt naar een oplossing gezocht. Indien de werksituatie onveilig blijft neemt de machinist direct contact op met zijn werkgever. Zijn werkgever treedt in overleg met de opdrachtgever. Er is geen verschil in deze tussen aangenomen werken en werken in regie.
Arbocatalogus Verticaal Transport Augustus 2011
Pagina 6 van 28
Arbocatalogus Verticaal Transport Augustus 2011
Pagina 7 van 28
4 Meerdere kranen in elkaars draaibereik Doelvoorschrift Arbobesluit Artikel 7.18A Hijs- en hefwerktuigen voor niet-geleide lasten 2. Wanneer twee of meer hijs- of hefwerktuigen zodanig op een werkplek worden geïnstalleerd of gemonteerd dat hun werkgebieden elkaar overlappen, worden doeltreffende maatregelen genomen om botsingen tussen de lasten of delen van deze werktuigen te voorkomen. Welke specifieke maatregelen worden genomen om botsingen tussen kranen en/of lasten te voorkomen? o Er dient een overzicht gemaakt te worden met een bovenaanzicht van de kraanopstellingen met last om te bepalen waar de overlap van het werkgebied zit. o Het draaibereik van elke kraan wordt beperkt. o De communicatie tussen de machinisten onderling dient geregeld te zijn. o Toezicht door een deskundigpersoon is geregeld. o De communicatie tussen de machinisten en de deskundig toezichthouder dient geregeld te zijn.
5 Meerdere kranen aan één last Bij het verplaatsen van een last met meer dan één kraan kan de stabiliteit van de kranen in gevaar komen door een onverwachte beweging van één van de kranen en/of door een extra belasting in de vorm van schuine reeptrek. Doelvoorschrift Arbobesluit Artikel 7.18A Hijs- en hefwerktuigen voor niet-geleide lasten 10: Met name indien een last gelijktijdig wordt gehesen of geheven door twee of meer hijs- of hefwerktuigen wordt een procedure vastgesteld en toegepast om een goede coördinatie van de handelingen van de bedieners te waarborgen.
5.1 Twee kranen aan een last Welke specifieke maatregelen worden genomen om het werken met twee kranen aan één last veilig te laten verlopen? o De communicatie tussen de machinisten onderling dient geregeld te zijn. o Toezicht door een deskundige is geregeld. o De communicatie tussen de machinisten en de deskundig toezichthouder dient geregeld te zijn. o Opstellen van een Taak-Risico-Analyse (TRA) met als uitgangspunt dat geen enkele handeling of falen van één van de twee kranen de sterkte en stabiliteit van de andere kraan in gevaar brengt o De toegestane werklast bedraagt 75 % van de werklast op de benodigde vlucht. o Een hijsplan is niet noodzakelijk.
5.2 Een hoofdkraan en een staartkraan Welke specifieke maatregelen worden genomen om het werken met een hoofd- en een staartkraan aan één last veilig te laten verlopen? De staartkraan is in principe de kleinere kraan en zijn functie is om de onderkant van de last vast te houden terwijl de last door de grotere kraan verticaal wordt gebracht. o Alle specifieke maatregelen horende bij het werken met twee kranen aan één last o Het opstellen van een hijsplan met daarin een berekening van de positie van het zwaartepunt en van het belastingsverloop in de kranen.
5.3 Drie kranen aan één last Welke specifieke maatregelen worden genomen bij het hijsen met drie kranen aan één last? o Een hijsplan dient opgesteld te worden waarbij het uitgangspunt is dat het zwaartepunt van de last in de driehoek ligt gevormd door de hijspunten Arbocatalogus Verticaal Transport Augustus 2011
Pagina 8 van 28
o
Alle specifieke maatregelen horende bij het werken met twee kranen aan één last
5.4 Hijsen met vier of meer kranen Welke specifieke maatregelen worden genomen bij het hijsen met vier of meer kranen aan één last? o Een hijsplan dient opgesteld te worden waarbij het uitgangspunt is dat het hijsen van een last op vier (hijs)punten of meer is in principe altijd (statisch) onbepaald en daarom risicovol. Men weet niet hoe de last wordt verdeeld tussen de (hijs)punten en de belasting van de kranen is dus onbekend. In dit geval kan men het beste terugvallen op drie (hijs)punten door twee van de vier hijspunten te verbinden met een evenaar of hijsbalk. o Indien het noodzakelijk is om de last te hijsen op vier –of meer (hijs)punten, zal een methode ontwikkeld moeten worden waarmee men de belasting van alle kranen, tijdens het hijsen, kan controleren o Alle specifieke maatregelen behorende bij het werken met twee kranen aan één last.
Arbocatalogus Verticaal Transport Augustus 2011
Pagina 9 van 28
Arbocatalogus Verticaal Transport Augustus 2011
Pagina 10 van 28
Arbocatalogus Verticaal Transport Augustus 2011
Pagina 11 van 28
Arbocatalogus Verticaal Transport Augustus 2011
Pagina 12 van 28
6 Tunnelen Doelvoorschrift Arbobesluit 7.18A Hijs- en hefwerktuigen voor niet –geleide lasten: 3. Bij het gebruik van een mobiel hijs- of hefwerktuig worden doeltreffende maatregelen genomen om te vermijden dat het werktuig kantelt, ongewild in beweging komt of wegglijdt. Welke specifieke maatregelen worden genomen bij het trekken (lieren) van tunnels? o Zodra het eerste hijsoog van de beuk uit de tunnelbekisting steekt, wordt dit vastgemaakt aan het hijspunt met compensatiecilinder o Zodra het tweede hijsoog van de beuk uit de tunnelbekisting steekt, wordt dit vastgemaakt aan het tweede hijspunt o De maximale reeptrek, afhankelijk van de kraancapaciteit, is bepaald. o Een begrenzing van de maximale verseizing voor draaivrije (hijs)kabels op 4 graden bij een tophoek van 60 graden o Een maximale snelheid van kabel- c.q. lier o Rekening houden met het afnemen van de wrijvingscoëfficiënt zodra de bekisting in beweging is o Extra controle hijskabel op een begin van kooivorming
Arbocatalogus Verticaal Transport Augustus 2011
Pagina 13 van 28
Arbocatalogus Verticaal Transport Augustus 2011
Pagina 14 van 28
7 Hijsen over personen Doelvoorschrift Arbobesluit Artikel 7.18 Hijs- en hefwerktuigen Lid 6: Hijs- en hefwerktuigen worden zodanig opgesteld dat het gevaar wordt beperkt dat de lasten de werknemers raken, dan wel ongewild op gevaarlijke wijze uit hun baan of in vrije val raken of losraken. Lid 7: Doeltreffende maatregelen worden genomen op ervoor te zorgen dat werknemers zich niet ophouden onder hangende lasten. Lid 8: Hangende lasten worden niet verplaatst boven niet beschermende werkplekken waar zich in de regel werknemers bevinden. Lid 9: Indien bij toepassing van de leden zeven en acht het goede verloop van de werkzaamheden niet kan worden gegarandeerd, worden passende procedures vastgesteld en toegepast om de veiligheid van de betrokken werknemers te waarborgen. Welke specifieke maatregelen worden genomen bij het hijsen van lasten over personen? o Het is verboden lasten over personen te hijsen. o Het is verboden voor onbevoegde personen (personen die niets met de hijswerkzaamheden te maken hebben, bv passanten, voetgangers) zich te bevinden binnen het werkbereik van de kraan. Indien het zich voordoet legt de machinist het werk stil. o De machinist draagt zorg dat het werkgebied van de kraan op de grond wordt afgezet met linten, wegversperringen e.d., zodat onbevoegde persoenen geen toegang hebben tot het werkgebied. o Een bevoegd persoon (betrokken bij de hijswerkzaamheden zoals de deskundig toezichthouder) wordt door de machinist gewaarschuwd dat de werkzaamheden gaan starten of stoppen indien deze zich binnen het werkbereik van de kraan bevindt. o Het aanwezig zijn van personen in een gebouw waarover een last gehesen wordt, wordt voorkomen door het gebouw te ontruimen of een ander tijdstip te kiezen voor de hijswerkzaamheden (bv na werktijd). Indien dit niet mogelijk is kan er alleen gehesen worden indien de volgende maatregelen worden genomen: extra aandacht besteden aan de stabiliteit van de last zorgen voor een minimale verblijftijd van de last boven het gebouw zorgen voor een minimale valhoogte van de last eventuele zorg voor extra bescherming van het dak het waarschuwen van de personen in het gebouw w bij de start en stop van de werkzaamheden
8. Hijsen over gebouwen Doelvoorschrift Arbobesluit Artikel 7.18 Hijs- en hefwerktuigen Lid 6: Hijs- en hefwerktuigen worden zodanig opgesteld dat het gevaar wordt beperkt dat de lasten de werknemers raken, dan wel ongewild op gevaarlijke wijze uit hun baan of in vrije val raken of losraken. Lid 7: Doeltreffende maatregelen worden genomen op ervoor te zorgen dat werknemers zich niet ophouden onder hangende lasten. Lid 8: Hangende lasten worden niet verplaatst boven niet beschermende werkplekken waar zich in de regel werknemers bevinden. Lid 9: Indien bij toepassing van de leden zeven en acht het goede verloop van de werkzaamheden niet kan worden gegarandeerd, worden passende procedures vastgesteld en toegepast om de veiligheid van de betrokken werknemers te waarborgen. Welke specifieke maatregelen worden genomen bij het hijsen van lasten over gebouwen? o Een last kan alleen over een gebouw gehesen worden indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: er zijn geen personen aanwezig (zie hijsen over personen) er vinden geen gevaarlijke werkprocessen plaats in het gebouw er zijn geen gevaarlijke installaties in het gebouw. Indien het tweede en derde zich voordoet, wordt de last op een andere manier verplaatst.
Arbocatalogus Verticaal Transport Augustus 2011
Pagina 15 van 28
9 Hijsen in de nabijheid van hoogspanningsverbindingen Doelvoorschrift Arbobesluit: Artikel 3.5 Elektrotechnische, bedienings- en andere werkzaamheden aan of nabij een elektrische installatie Lid 2: Een ruimte waarin zich een elektrische installatie voor hoogspanning bevindt waarvan de delen niet of onvoldoende zijn beschermd tegen directe of indirecte aanraking dan wel te dichte nadering, wordt slechts betreden in aanwezigheid van een tweede daartoe bevoegd persoon. Welke specifieke maatregelen worden genomen bij het werken in de nabijheid van hoogspanningsmasten? o De kraan dient dusdanig opgesteld te worden dat het werkgebied geen overlap heeft met de gevarenzone van de hoogspanningsmast. De gevarenzone wordt aangegeven door de beheerder en is de ruimte rondom de stroomgeleiders waarbinnen zich geen personen of materialen mogen bevinden. 2 x plaatje met voorbeeld schema gevarenzone. o De draaicirkel van de hijskraan wordt beperkt zodat deze buiten de gevarenzone valt. o Indien het werkgebied van de kraan een overlap heeft met de gevarenzone worden alleen hijswerkzaamheden uitgevoerd in overleg met en onder de condities van de beheerder.
Arbocatalogus Verticaal Transport Augustus 2011
Pagina 16 van 28
Arbocatalogus Verticaal Transport Augustus 2011
Pagina 17 van 28
10 Onweer Doelvoorschrift Arbobesluit Artikel 7.4 Deugdelijkheid arbeidsmiddelen en ongewilde gebeurtenissen. Lid 3: Een arbeidsmiddel is zodanig geplaatst, bevestigd of ingericht en wordt zodanig gebruikt dat het gevaar dat zich een ongewilde gebeurtenis voordoet zoals verschuiven, omvallen, kantelen, getroffen worden door het arbeidsmiddel of onderdelen daarvan, oververhitting, brand, ontploffen, blikseminslag en directe of indirecte aanraking met elektriciteit zoveel mogelijk is voorkomen. Artikel 7.4a Keuringen Lid 4: Een arbeidsmiddel als bedoeld in het derde lid, wordt voorts gekeurd, waarbij het zo nodig wordt beproefd, telkens wanneer zich uitzonderlijke gebeurtenissen hebben voorgedaan die schadelijke gevolgen kunnen hebben voor de veiligheid van het arbeidsmiddel. Als uitzonderlijke gebeurtenissen worden in ieder geval aangemerkt: natuurverschijnselen, veranderingen aan het arbeidsmiddel, ongevallen met het arbeidsmiddel en langdurige buitengebruikstelling van het arbeidsmiddel. Artikel 7.18A Hijs- en hefwerktuigen voor niet-geleide lasten. Lid 13: In de open lucht gebruikte hijs- en hefwerktuigen worden stilgelegd zodra de weersomstandigheden zodanig verslechteren dat de bedrijfsveiligheid in gevaar komt en de werknemers aan gevaren worden blootgesteld. In dit geval worden doeltreffende beschermingsmaatregelen genomen, in het bijzonder om te verhinderen dat het hijs- of hefwerktuig kantelt. Specifieke maatregelen die genomen worden zijn: o De hijskraan en machinist beveiligen tegen de gevolgen van een blikseminslag. In de gebruiksaanwijzing van de hijskraan dient vermeld te staan welke maatregelen de fabrikant rekening heeft genomen om de elektrische lading bij een blikseminslag veilig naar de grond af te voeren. Bron: Richtlijn machines 2006/42/EC o Bij dreigend onweer wordt de kraan buiten werking gesteld volgens de instructies van de gebruiksaanwijzing. De mast dient meestal gestreken te worden. De te hijsen lasten dienen stabiel te liggen. o Indien de machinist overvallen wordt door onweer blijft hij in de kraancabine (kooivormige constructie van elektrisch geleidend materiaal, kooi van Faraday) behalve als deze van kunststof is. Een richtlijn is dat de machinist nog tijd heeft om zijn kraancabine te verlaten indien het onweer zich op een afstand van 3 kilometer bevindt (globaal 10 seconden tijd tussen de bliksem en de donder). o Als de bliksem ingeslagen is in een hijskraan wordt deze pas weer in gebruik genomen na een controle op mogelijke gebreken gevolg door een keuring.
11 Wind Doelvoorschrift Arbobesluit Artikel 7.18A Hijs- en hefwerktuigen voor niet-geleide lasten. Lid 13: In de open lucht gebruikte hijs- en hefwerktuigen worden stilgelegd zodra de weersomstandigheden zodanig verslechteren dat de bedrijfsveiligheid in gevaar komt en de werknemers aan gevaren worden blootgesteld. In dit geval worden doeltreffende beschermingsmaatregelen genomen, in het bijzonder om te verhinderen dat het hijs- of hefwerktuig kantelt. Welke specifieke maatregelen worden genomen om veilig te werken met een kraan bij hogere windsnelheden? o De fabrikant bepaalt de risico’s van het gebruik van de kraan en legt deze vast in de gebruiksaanwijzing. De machinist volgt deze op. In de gebruiksaanwijzing staat meestal een maximale waarde uitgedrukt in meters per seconde (m/s). Deze maximale waarde mag nooit overschreden worden door windstoten. Een veel gebruikte waarde voor de maximale windsnelheid is: 13,8 m/s.
Arbocatalogus Verticaal Transport Augustus 2011
Pagina 18 van 28
o o o
o
o
Het gebruik van de schaal van Beaufort (windkracht) wordt afgeraden omdat deze schaal uitgaat van een gemiddelde windsnelheid (of interval) waarbij geen rekening wordt gehouden met windstoten die de gemiddelde windsnelheid ver kunnen overschrijden Er zijn factoren die er voor zorgen dat bij een lagere windsnelheid dan het aangegeven maximum van de gebruiksaanwijzing van de kraan de werkzaamheden gestaakt moeten worden. Deze zijn: Massa last Oppervlakte last Kraanconfiguratie (lengte hoofdmast, jib). Omgevingsfactoren (luwte, gebouwen, etc.). Het hebben van een windsnelheidsmeter op een kraan is aan te bevelen. Het is verplicht indien de kraan een gecombineerde gieklengte heeft van minimaal 65 meter of een neerlaattijd heeft langer dan 5 minuten Bij een toenemend windsnelheid houdt de machinist rekening met de tijd die nodig is voor het afbouwen van de kraan. Er wordt direct gestopt als de stuurlijnen moeilijk in bedwang te houden zijn. Stuurlijnen worden bij hijswerkzaamheden gebruikt om de last tijdens het hijsen te kunnen hanteren en eventueel te draaien langs obstakels.
De wind heeft meer invloed op een lichtere last dan op een zwaardere. En per ton hijslast is er een maximaal toelaatbaar lastwindvlak bepaald. Voor het bepalen van het maximaal toelaatbaar lastwindvlak per ton hijslast is de gebruiksaanwijzing van de kraan maatgevend.
Arbocatalogus Verticaal Transport Augustus 2011
Pagina 19 van 28
12 Werkbak hangende aan een mobiele kraan Doelvoorschrift Arbobesluit 7.23d Voorschriften betreffende het gebruik van ter beschikking gestelde arbeidsmiddelen voor tijdelijke werkzaamheden op hoogte. Bij het werken in een werkbak hangend aan een mobiele kraan worden de volgende specifieke maatregelen genomen: o Er worden alleen werkzaamheden in een werkbak hangend aan een kraan verricht op hoog gelegen en moeilijk te bereiken plaatsen. En indien andere middelen om die plaatsen te bereiken, grotere gevaren met zich meebrengen dan het vervoer van werknemers in een werkbak. De werkbak wordt alleen gebruikt bij werkzaamheden, die slechts enkele keren per jaar plaats vinden. o De duur van de werkzaamheden is maximaal 4 uur. o De werkbakken moeten speciaal zijn ingericht om hangend aan een hijskraan personen te verplaatsen. Ze moeten met behulp van deugdelijk hijsgereedschap in de hijskraan hangen en tegen onverhoeds uitlichten zijn beveiligd. De werkbak moet jaarlijks worden gekeurd volgens TCVT schema W3-07. o Werkbakken mogen niet worden gebruikt bij windsnelheden van meer dan 13,8 m/s en in geen geval bij windsnelheden die hoger zijn dan de windsnelheid die maximaal toelaatbaar is voor de hijskraan. o Voor de berekening van de maximaal toelaatbare belasting per persoon, inclusief gereedschappen, wordt uitgegaan worden van 100 kg. o De personen in de werkbak dragen geschikte valbeveiliging die rechtstreeks aan stevige bevestigingspunten in de werkbak zijn bevestigd o Tussen de machinist en de personen in de werkbak is een rechtstreeks visueel contact en een goede communicatie (portofoons). o De belasting van een mobiele hijskraan en die van het gebruikte hijsgereedschap met de volbelaste werkbak aan de haak mag in de ongunstigste situatie niet meer bedragen dan 25% van de toelaatbare werklast (bedrijfslast volgens de hijstabel van de hijskraan) en 25% van de toelaatbare werklast van het hijsgereedschap. o Er wordt niet gereden met de kraan indien een bemande werkbak op hoogte hangt aan de kraan o De medewerker stapt niet in en uit op hoogte, tenzij dit noodzakelijk is voor de werkzaamheden en er een aanvullende Taak-Risico-Analyse (TRA) door de opdrachtgever is opgesteld. o De gebruiker van de werkbak stapt in en uit als de werkbak op een vaste ondergrond staat. o Zowel de machinist als de gebruiker van de werkbak vult vóór de start van de werkzaamheden de checklist ‘werkbak hangende aan een mobiele kraan ‘in. Alle vragen dienen met ja beantwoord te worden. Wanneer op één van de vragen met ‘nee’ is geantwoord mag er niet begonnen worden aan de werkzaamheden en moet er actie ondernomen worden om de knelpunten op te lossen op basis van een aanvullende Taak-Risico-Analyse. o De machinist verricht indien een bemande werkbak aan zijn kraan hangt, geen andere werkzaamheden en blijft in de kraancabine aanwezig. o De werkbak wordt met geringe snelheid en zonder schokken of stoten gehesen. o Voor de gebruiker van de werkbak gelden de volgende algemene instructies: - let op kantelgevaar bij in- en uitstappen van de werkbak - altijd aanlijnen met een harnas met een korte lijn aan een vast bevestigingspunt van de werkbak - draag altijd een veiligheidshelm en veiligheidsschoenen (tegen vallende delen) - tijdens hijsen handen binnen de werkbak (tegen knelgevaar werkbak/gebouw) - werkbak nooit zwaarder belasten dan toegestaan (tegen overbelasting kraan) - duidelijke hand- en armseinen geven (tegen verkeerde beweging werkbak) - duidelijke instructie portofoon geven (tegen verkeerde beweging werkbak) - er worden geen trapjes en opstapjes gebruikt in de werkbak.
Arbocatalogus Verticaal Transport Augustus 2011
Pagina 20 van 28
Checklist
Checklist 1 (Machinist) Werkbak hangende aan een mobiele kraan Deze checklist dient voor aanvang van de werkzaamheden beantwoord en afgetekend te zijn door de verantwoordelijke persoon. Deze checklist dient op het werk aanwezig te zijn en opnieuw nagelopen te worden indien de werkomstandigheden wijzigen. 1
Zijn de certificaten van de werkbak, mobiele kraan en machinist (vakbekwaamheid) aanwezig?
□ ja
□ nee
2
Is de kraan in de meest stabiele positie opgesteld en blijft de machinist tijdens de werkzaamheden in zijn cabine?
□ ja
□ nee
3
De volbelaste werkbak weegt maximaal 25 % van de werklast (tabelwaarde) van de hijskraan?
□ ja
□ nee
4
Hijskabel binnen de afgelopen drie maanden gecontroleerd en bevestiging eindverbindingen en borgingen in orde? Registratie hiervan in kraanboek genoteerd?
□ ja
□ nee
5
Hijshaak/hijsgereedschap borging/bevestiging visueel geïnspecteerd en in orde?
□ ja
□ nee
6
Communicatie gewaarborgd via visueel contact en/of portofoon?
□ ja
□ nee
7
De maximale werklast en het aantal personen zoals vermeld op de werkbak wordt niet overschreden?
□ ja
□ nee
8
Veiligheidsgordels in goede staat en jaarlijks gekeurd?
□ ja
□ nee
De vragen van deze checklijst zijn zo geformuleerd, dat het antwoord “JA” een goede situatie aangeeft en het antwoord “NEE” een afwijking. Een werkmethode is pas veilig toe te passen indien alle van toepassing zijnde vragen met “JA”zijn beantwoord. Bij het antwoord “NEE” dus niet beginnen met de activiteiten en actie ondernemen om de knelpunten (risico’s) op te lossen (eventueel een aanvullende TRA)Het werken in de container is pas veilig indien alle van toepassing zijnde vragen met “JA” zijn beantwoord. Bij het antwoord “NEE” wordt niet begonnen met de activiteiten voordat de knelpunten (risico’s) zijn opgelost. Opmerking:
Plaats/locatie werkzaamheden:
Naam machinist: d.d.: Handtekening
Arbocatalogus Verticaal Transport Augustus 2011
Pagina 21 van 28
Checklist 2 (Gebruikers werkbak) Werkbak hangende aan een mobiele kraan Deze checklist dient voor aanvang van de werkzaamheden beantwoord en afgetekend te zijn door de verantwoordelijke personen. Deze checklist dient op het werk aanwezig te zijn en opnieuw nagelopen te worden indien de werkomstandigheden wijzigen. 1
Gebruik van de werkbak wordt alleen toegestaan voor incidentele of spoedeisende werkzaamheden waarvoor andere geëigende middelen niet reëel toegepast kunnen worden, of indien er een TRA aanwezig is voor de betreffende werkzaamheden?
□ ja
□ nee
2
Personen in de werkbak hebben tevoren duidelijke instructies gehad of zijn op de hoogte met het werken in een werkbak?
□ ja
□ nee
3
Werklast vermeld op de werkbak wordt niet overschreden, personen in de werkbak zijn 18 jaar of ouder?
□ ja
□ nee
4
Helm en veiligheidsschoenen worden gedragen?
□ ja
□ nee
5
Slangen en kabels hangen voldoende vrij, het ‘haken’ van de werkbak wordt voorkomen?
□ ja
□ nee
6
Bij brandgevaarlijke werkzaamheden een brandblusser in de werkbak aanwezig?
□ ja
□ nee
7
Laten weersomstandigheden het veilig werken toe?
□ ja
□ nee
8
Gebruiker(s) altijd aangelijnd aan werkbak met harnas met een korte lijn? Die is in goede staat en jaarlijks gekeurd?
□ ja
□ nee
9
Uitstappen op hoogte uit de werkbak is strikt verboden, tenzij er een aanvullende TRA is op gesteld door de opdrachtgever?
□ ja
□ nee
De vragen van deze checklijst zijn zo geformuleerd, dat het antwoord “JA” een goede situatie aangeeft en het antwoord “NEE” een afwijking. Een werkmethode is pas veilig toe te passen indien alle van toepassing zijnde vragen met “JA”zijn beantwoord. Bij het antwoord “NEE” dus niet beginnen met de activiteiten en actie ondernemen om de knelpunten (risico’s) op te lossen (eventueel een aanvullende TRA). Opmerking:
Plaats/locatie werkzaamheden:
Naam verantwoordelijke/functie:
Gebruiker(s) van de werkbak:
d.d.:
d.d:
Handtekening:
Handtekening:
Arbocatalogus Verticaal Transport Augustus 2011
Pagina 22 van 28
Arbocatalogus Verticaal Transport Augustus 2011
Pagina 23 van 28
13 Afstandsbesturing mobiele kraan Doelvoorschrift Arbobesluit: Artikel 7.18a Hijs- en hefwerktuigen voor niet-geleide lasten lid 7 en 8 7. Wanneer lasten met de hand worden vast- of losgemaakt, zijn de werkzaamheden zodanig georganiseerd dat de werknemer deze handelingen veilig kan verrichten en hierover direct of indirect controle behoudt. 8. Alle handelingen voor het hijsen of heffen worden correct gepland teneinde de veiligheid van de werknemers te garanderen. Bij het gebruik van een radiografische bediening van de mobiele kraan worden de volgende specifieke maatregelen genomen: o De machinist houdt zicht op de hijskraan en de last tijdens het hijsen of hij staat in direct contact met de deskundig toezichthouder. o Tijdens het gebruik van de afstandsbediening verricht de machinist geen andere werkzaamheden. De last wordt niet door hem aangeslagen, behalve als het gaat om toebehoren van de eigen kraan. o Signalering op de kraan, dat de kraan op afstand bestuurd wordt, is aanwezig.
14 Persoonlijke Beschermingsmiddelen (PBM) De werkgever stelt PBM’s en kraangebonden (nood) hulpmiddelen beschikbaar en vervangt deze indien nodig. De standaard PBM’s voor de machinist zijn: Handschoenen Veiligheidsschoenen Veiligheidshelm Afhankelijk van de werkzaamheden wordt oogbescherming en gehoorbescherming gebruikt (zie veiligheidshandboek van VVT). De handschoenen dienen de handen te beschermen tegen scherpe of vervuilde voorwerpen. Het gaat om: werkhandschoenen conform NEN-EN 388 “Beschermende handschoenen tegen mechanische gevaren”. De veiligheidsschoenen dienen de voeten te beschermen tegen stoten van neuzen tegen obstakels, stortgoed of bouwmaterialen op voet krijgen tijdens werkzaamheden, lopen over oneffen ondergrond
Arbocatalogus Verticaal Transport Augustus 2011
Pagina 24 van 28
waar, als gevolg van andere bouwactiviteiten, scherpe voorwerpen zoals metaal of puingranulaat kunnen liggen. Schoenen worden zowel bij droog weer als bij regen gebruikt. Er worden lage of hoge veiligheidsschoen type S3 volgens NEN-EN-ISO 20345 “Persoonlijke beschermingsmiddelen – veiligheidsschoeisel” gebruikt. Veiligheidsschoenen type S3 zijn voorzien van een stalen neus en stalen tussenzool, een gesloten hiel en voorzien van waterafstotend bovenleer. De veiligheidshelm beschermt het hoofd van de machinist tegen vallende materialen van steigers of hijskranen. Op de bouwplaats en binnen het werkbereik van de hijskraan dient altijd een veiligheidshelm gedragen te worden. De veiligheidshelm is conform NEN-EN397 “Industriële veiligheidshelmen”. Een veiligheidshelm heeft een beperkte levensduur. In de gebruikershandleiding wordt aangegeven hoe lang de werking van de helm gegarandeerd is en wanneer hij vervangen dient te worden anders dan na een incident met de helm. In de klep van de helm staat de fabricagedatum. Het bewaren van de helm in UV licht (zonlicht) verkort de levensduur. 15 Geluid Bij het vaststellen van het risico van gehoorschade door blootstelling aan geluid op het werk, gaat het om de dagdosis en die wordt bepaald door het geluidsniveau en de duur van de blootstelling. Voor de kraanmachinist is vooral het geluidsniveau in de cabine van belang. De maatregelen in de Arbocatalogus richten zich uitsluitend op het voorkomen van gehoorschade tijdens het hijsen vanuit de cabine. Voor het vaststellen van het geluidsniveau in de cabine zijn er vier mogelijkheden: in de cabine zit een pictogram, waarop het geluidsniveau in de cabine aangegeven is is dit pictogram niet aanwezig, dan wordt het geluidsniveau in de cabine aangegeven in de gebruikershandleiding (verplicht vanuit de Machinerichtlijn) is in de gebruikershandleiding het geluidsniveau in de cabine niet terug te vinden, dan wordt dit gevraagd aan de leverancier kan de leverancier het geluidsniveau in de cabine niet aangegeven, dan dient dit gemeten te worden volgens het NEN-EN-ISO-9612-2009 meet- en beoordelingsprotocol. Het geluidsniveau zoals aangegeven door leverancier, in de gebruikersaanwijzing en/of op het pictogram in de cabine, geldt bij de staat van onderhoud van de motor en de geluidsisolatie van de cabine bij aflevering en op het moment dat de liermotor 75 % van de maximale capaciteit aan het hijsen is. Nadat het geluidsniveau in de cabine is vastgesteld, wordt vastgesteld wat de tijdsduur is dat de kraanmachinist werkt in de cabine. In onderstaand schema staat op de bovenste horizontale rij het geluidsniveau in de cabine zoals aangegeven in de gebruikershandleiding of op het pictogram of door de leverancier of door een geluidsmeting. De linker kolom geeft de duur van de werkzaamheden van de kraanmachinist in de cabine aan. In de tabel is af te lezen wat het maximale geluidsniveau in dB(A) is tijdens de werkzaamheden in de cabine gekoppeld aan de duur van de werkzaamheden. Geluidsniveau in dB(A)
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
Tijdsduur 8 uur
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
7 uur
79,4
80,4
81,4
82,4
83,4
84,4
85,4
86.4
87,4
88,4
89,4
90,4
91,4
92,4
93,4
94,4
6 uur
78,7
79,7
80,7
81,7
82,7
83,7
84,7
85,7
86,7
87,7
88,7
89,7
90,7
91,7
92,7
93,7
5 uur
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
4 uur
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
3 uur
75,8
76,8
77,8
78,8
79,8
80,8
81,8
82,8
83,8
84,8
85,8
86,8
87,8
88,8
89,8
90,8
Arbocatalogus Verticaal Transport Augustus 2011
Pagina 25 van 28
2 uur
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
1 uur
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
Indien het geluid (lawaai) van de omgeving, bijvoorbeeld op de bouwplaats, structureel het geluidsniveau in de cabine doet toenemen, dient dit gemeten te worden volgens het "NEN-EN-ISO9612-2009 meet- en beoordelingsprotocol". Op basis van het maximaal te verwachten geluidsniveau in de cabine veroorzaakt door de hijsende kraan worden maatregelen getroffen. Er wordt de volgende indeling gemaakt: maatregelen bij een geluidsniveau hoger dan 85 dB(A) maatregelen bij een geluidsniveau de hoger dan 80 dBA en gelijk of lager dan 85 dB(A) maatregelen bij een geluidsniveau lager dan 80 dB(A). Maatregelen bij een geluidsniveau in de cabine veroorzaakt door de hijsende kraan hoger dan 85 dB(A): Categorie A: o Bij aanschaf van nieuwe en gebruikte kranen wordt het uitgestoten geluidsvermogen van de kraan opgenomen in het pakket van eisen. Het streven is deze zo laag mogelijk te houden. o Bij aanschaf van een nieuwe mobiele kraan is het maximale toegestane geluidsniveau in de cabine veroorzaakt door de hijsende kraan op het moment dat de liermotor 75 % van de maximale capaciteit aan het hijsen is, maximaal 85 dB(A). o Bij aanschaf gebruikte kranen wordt het geluidsniveau in de cabine van de kraan opgenomen in het pakket van eisen. Het streven is deze zo laag mogelijk te houden. - Categorie B o Op bestaande kranen wordt nagegaan of het aanbrengen van extra geluidsisolerende voorzieningen in de cabine mogelijk is om het geluidsniveau terug te brengen tot 85 dB(A) of lager. o De aanwezige voorzieningen voor het verlagen van het uitgestoten geluidsvermogen van de kraan zoals afscherming, een goed functionerend uitlaatsysteem met de juiste dempers/filters worden periodiek onderhouden. o De sluiting van de ramen en de deur van de cabine worden periodiek gecontroleerd en onderhouden. o De ramen en deuren van de kraancabine worden gesloten voor het geluidsisolerend effect. o Voor de kraanmachinist is een gehoortest een standaard onderdeel van een Periodiek. Arbeidsgezondheidskundig Onderzoek (PAGO) / of Preventief Medisch Onderzoek (PMO) te zijn. In de CAO wordt de inzet van een PMO algemeen geregeld. -
Categorie C o De werkgever stelt gehoorbescherming beschikbaar en het gebruik verplicht. Otoplastieken (aangemeten per medewerker) hebben de voorkeur vanwege de instelbare geluidsreductie en maximale spraakverstaanbaarheid. Alternatieven zijn mogelijk in de vorm van oorkappen of oordopjes. De demping van de gehoorbescherming dient dusdanig te zijn dat het geluidsniveau achter de gehoordemping, in de gehoorgang, de 80 dB(A) niet overschrijdt.
Maatregelen bij een geluidsniveau in de cabine veroorzaakt door de hijsende kraan hoger dan 80 dB(A) en gelijk of lager dan 85 dB(A): Categorie A: o Bij aanschaf van nieuwe en gebruikte kranen wordt het uitgestoten geluidsvermogen van de kraan opgenomen in het pakket van eisen. Het streven is deze zo laag mogelijk te houden. o Bij aanschaf van nieuwe en gebruikte kranen wordt het geluidsniveau in de cabine opgenomen in het pakket van eisen. Het streven is om deze zo laag mogelijk te houden. - Categorie B o De aanwezige voorzieningen voor het verlagen van het uitgestoten geluidsvermogen van de kraan zoals afscherming, een goed functionerend uitlaatsysteem met de juiste dempers/filters worden periodiek onderhouden.
Arbocatalogus Verticaal Transport Augustus 2011
Pagina 26 van 28
De sluiting van de ramen en de deur van de cabine worden periodiek gecontroleerd en onderhouden. o De ramen en deuren van de kraancabine worden gesloten voor het geluidsisolerend effect. o Voor de kraanmachinist is een gehoortest een standaard onderdeel van een Periodiek Arbeidsgezondheidskundig Onderzoek (PAGO) / of Preventief Medisch Onderzoek (PMO) te zijn. In de CAO wordt de inzet van een PMO algemeen geregeld. Categorie C o De werkgever stelt gehoorbescherming beschikbaar en het gebruik wordt aanbevolen. Otoplastieken (aangemeten per medewerker) hebben de voorkeur vanwege de instelbare geluidsreductie en maximale spraakverstaanbaarheid. Alternatieven zijn mogelijk in de vorm van oorkappen of oordopjes. o
-
Maatregelen bij een geluidsniveau in de cabine door de hijsende kraan lager of gelijk aan 80 dB(A): - Categorie B o De aanwezige voorzieningen voor het verlagen van het uitgestoten geluidsvermogen van de kraan zoals kappen, afscherming, een goed functionerend uitlaatsysteem met de juiste dempers/filters worden periodiek onderhouden. o De sluiting van de ramen en de deur van de cabine worden periodiek gecontroleerd en onderhouden. o De ramen en deuren van de kraancabine worden gesloten voor het geluidsisolerend effect.
Opmerking over voorlichting en instructie De werkgever licht de werknemers in over: - schadelijk geluid - de gevolgen van blootstelling aan schadelijk geluid - de signalen van (beginnende) gehoorbeschadiging - de blootstelling aan geluid in de kraancabine - de maatregelen die hij getroffen heeft - welke gehoorbescherming beschikbaar is, voor- en nadelen van de soorten, wanneer wat gebruikt dient te worden en op welke manier - bijdrage van het geluid uit de omgeving, bijvoorbeeld op een bouwplaats, en hoe daar mee om te gaan - de mogelijkheden om deel te nemen aan arbeidsgezondheidskundig onderzoek om (vroegtijdig) gehoorbeschadiging op te sporen. Tenslotte houdt de werkgever toezicht op het gebruik van de gehoorbescherming en de door de werknemer te nemen maatregelen.
Arbocatalogus Verticaal Transport Augustus 2011
Pagina 27 van 28
Oplossingenboek Verticaal Transport Januari 2011
Pagina 28 van 28