VL/NB
Brussel, 17 februari 2014
Arbeidsongevallen – Wijziging van de wet van 10 april 1971 Nota over de wetgeving
Er is een nieuwe wettekst verschenen. Deze betreft:
Wet van 21.12.13 houdende dringende diverse bepalingen inzake sociale wetgeving (B.S. 27.01.2014)
Deze wet had onopgemerkt voorbij kunnen gaan als hoofdstuk drie niet een aantal wijzigingen zou aanbrengen aan de wet van 10.04.1971 en de definitie van het begrip "arbeidsongeval" zou verruimen. De andere punten hebben betrekking op 1. de grotere mogelijkheid tot vrijwilligerswerk voor rijkspersoneel op ziekteverlof, 2. de aanpassing van de evaluatieprocedure van arbeidsongeschiktheid met inwerkingtreding op 31.12.15 en 3. de kinderbijslag. Te onthouden:
Ongevallen die plaatsvinden buiten de in de arbeidsovereenkomst
bepaalde functie kunnen voortaan worden beschouwd als arbeidsongevallen. Door deze precisering worden de wetten betreffende ongevallen in de overheidssector en in de privésector op gelijke voet gesteld. Lichte ongevallen zullen worden opgenomen in het jaarverslag van de IDPB om te vermijden dat ze uit de statistieken zouden verdwijnen (een KB tot wijziging van de bijlage IDPB wordt verwacht). Het Fonds voor Arbeidsongevallen zal weigeringen van verzekeringsondernemingen voortaan kunnen aanvechten bij de arbeidsrechtbank. Het slachtoffer van een arbeidsongeval beschikte tot nu toe over een termijn van 3 jaar om verzet aan te tekenen tegen een genezenverklaring. Deze termijn kan van nu af aan onderbroken of opgeschort worden. Inwerkingtreding: 6.02.2014.
Samenvatting: Het gedeelte dat ons in deze tekst dus aanbelangt, is hoofdstuk 3 – Wijzigingen van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971. Deze wet moet worden begrepen als volgt:
Artikel 7 van de wet van 10.04.1971, namelijk: Voor de toepassing van deze wet wordt als arbeidsongeval aangezien elk ongeval dat een werknemer tijdens en door het feit van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst overkomt en dat een letsel veroorzaakt. Het ongeval overkomen tijdens de uitvoering van de overeenkomst wordt, behoudens tegenbewijs, geacht als overkomen door het feit van de uitvoering van die overeenkomst. [Het ongeval veroorzaakt door terrorisme, zoals bepaald in de wet van 1 april 2007 betreffende de verzekering tegen schade veroorzaakt door terrorisme, en overkomen tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst, wordt geacht te zijn overkomen door het feit van de uitvoering van die arbeidsovereenkomst.] Het ongeval overkomen aan de telewerker wordt, behoudens tegenbewijs, geacht overkomen te zijn tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst: 1° wanneer het ongeval gebeurt op de plaats of de plaatsen die deze laatste schriftelijk heeft gekozen als de plaats om zijn werk te verrichten; 2° wanneer het ongeval gebeurt tijdens de periode van de dag die schriftelijk voorzien werd als de periode waarin arbeid kan verricht worden. • bij ontstentenis van dergelijke vermelding in de schriftelijke overeenkomst zal het vermoeden van toepassing zijn tijdens de werkuren die de telewerker zou moeten presteren indien hij in de lokalen van de werkgever zou tewerkgesteld zijn. Wordt vervolledigd als volgt: "Wordt eveneens als arbeidsongeval aangezien, het ongeval dat een werknemer buiten de uitoefening van zijn overeenkomst is overkomen maar dat veroorzaakt is door een derde wegens de uitvoering van de overeenkomst. " Opmerking vanwege CEDIOB: de wet van 03.07.1967 toepasbaar op de overheidssector bevatte een ruimere definitie van "arbeidsongevallen" dan in de privésector. Deze ongelijkheid is voortaan weggewerkt. Zowel werknemers uit de overheidssector als werknemers uit de privésector kunnen in het vervolg een arbeidsongeval aangeven in geval van agress ie: tegen hen gericht, buiten de uitoefening van hun functie, maar tengevolge van deze uitoefening! Bijvoorbeeld: een bankbediende die een lening heeft geweigerd en buiten de bank wordt aangevallen.
De artikelen 27ter, 58, 59quater, 62, 63, 69, 72, 80, 87bis, 90bis, 91 van de wet van 10 april 1971 werden gewijzigd. Deze wijzigingen creëren een wettelijke basis waardoor het bedrag van de ambtshalve aansluitingsbijdrage kan worden verkleind. Deze wet voorziet in een mogelijke vrijstelling. De regels van de aangifteprocedure voor lichte ongevallen zijn vereenvoudigd. Scheepsjongens (zeevisserij) die het slachtoffer zijn van een arbeidsongeval krijgen een betere juridische bescherming. Meer precies:
Artikel 62, namelijk: De werkgever of zijn aangestelde is verplicht ieder ongeval dat aanleiding kan geven tot toepassing van deze wet, aan te geven bij de bevoegde verzekeringsonderneming en, in de gevallen bepaald door de Koning, bij de inspecteur bevoegd inz ake de arbeidsveiligheid. De aangifte van het ongeval kan eveneens gedaan worden door de getroffene of zijn rechthebbenden. De aangifte gebeurt op de wijze en binnen de termijnen bepaald door de Koning. Het beheerscomité van het Fonds voor Arbeidsongevallen stelt alle modellen van formulieren vast. De verzekeringsonderneming bezorgt het Fonds voor arbeidsongevallen op de wijze en binnen de termijnen bepaald door de Koning de elementen die voorkomen in de aangifte, alsook die welke betrekking hebben op de regeling van het ongeval. Het Fonds voor arbeidsongevallen bezorgt de in het vorig lid bedoelde elementen aan de inspecteur bevoegd inzake de arbeidsveiligheid, volgens de regels bepaald door de Koning. Wordt vervolledigd als volgt: "De Koning kan bijzondere regels vaststellen voor de definitie en de aangifte van lichte ongevallen en de voorwaarden bepalen waaronder de werkgevers kunnen worden vrijgesteld van de verplichting om lichte ongevallen aan te geven. " Opmerking vanwege CEDIOB: De wet stelt voor om het aantal lichte ongevallen in het jaarverslag van de IDPB op te nemen om te vermijden dat deze uit te statistieken zouden verdwijnen. De bijlage van het KB van 27 maart 1998 betreffende de IDPB zal binnenkort aangepast worden.
Artikel 63, namelijk: De verzekeringsonderneming die weigert het ongeval ten laste te nemen of die oordeelt dat er twijfel bestaat inzake de toepassing van de wet op het ongeval, verwittigt (binnen de dertig dagen) die volgen op de ontvangst van de verklaring het Fonds voor arbeidsongevallen. Het Fonds voor arbeidsongevallen kan een onderzoek instellen naar de oorzaken en de omstandigheden van het ongeval en maa kt dan een proces-verbaal op. Een afschrift van het proces -verbaal wordt gezonden aan de verzekeringsonderneming, aan de getroffene of zijn rechthebbende en aan de verzekeringsinstelling waarbij de getroffene is aangesloten of waar hij is ingeschreven over eenkomstig de wetgeving inzake de verplichte verzekering tegen ziekte en invaliditeit. Wordt vervolledigd als volgt: "In geval van betwisting tussen de verzekeringsonderneming en het Fonds voor arbeidsongevallen over de tenlasteneming van het arbeidsongeval en de handhaving van de weigering van de verzekeringsonderneming om het ongeval ten laste te nemen, kan het Fonds h et geschil voor de bevoegde rechtbank brengen. Het brengt de verzekeringsonderneming, het slachtoffer of de rechthebbenden en de verzekeringsinstelling van het slachtoffer per ter post aangetekende brief op de hoogte van zijn intentie om het geschil voor d e bevoegde rechtbank te brengen na een termijn van drie maanden vanaf de verzending van de ter post aangetekende brief. Het slachtoffer of zijn rechthebbenden en de verzekeringsinstelling kunnen, binnen die termijn van drie maanden, hun verzet tegen de ins telling van die vordering door het Fonds voor arbeidsongevallen gezamenlijk en uitdrukkelijk kenbaar maken. Het slachtoffer of zijn rechthebbenden en de verzekeringsinstelling worden in het geding betrokken. Het vonnis dat wordt geveld, zal aan hen tegenst elbaar zijn. " Opmerking vanwege CEDIOB: het Fonds voor Arbeidsongevallen zal weigeringen van verzekeringsondernemingen voortaan kunnen aanvechten bij de arbeidsrechtbank.
Artikel 69, namelijk: De rechtsvordering tot betaling van de vergoedingen verjaart na drie jaar. De rechtsvordering tot terugvordering van onverschuldigde vergoedingen verjaart na drie jaar. De rechtsvordering tot terugvordering van onverschuldigde vergoedingen die door bedrieglijke handelingen of door valse of opzettelijk onvolledige verklaringen werden bekomen, verjaart na vijf jaar.
De rechtsvordering tot betaling van de bij de artikelen 27bis, laatste lid, 27ter en 27quater bedoelde bijslagen verjaart na drie jaar vanaf de eerste dag volgend op de betalingsperiode waarop dez e bijslagen betrekking hebben, voor zover de hoofdvordering tot betaling van de op deze periode betrekking hebbende vergoedingen niet is verjaard. Voor de bijslagen die toegekend worden op vergoedingen voor periodes die gelegen zijn voor de regeling van he t arbeidsongeval bij een bekrachtigde overeenkomst of bij een in kracht van gewijsde getreden gerechtelijke beslissing, of voor de in artikel 72 bedoelde herziening, vangt de verjaring aan op de datum van deze regeling of herziening. (Voor de vorderingen die, met toepassing van de verjaringstermijn van vijf jaar, nog niet verjaard zijn op de datum van inwerkingtreding van artikel 40 van de wet van 3 juli 2005 houdende diverse bepalingen betreffende het sociaal overleg, maar die met toepassing van de nieuwe verjaringstermijn van drie jaar wel verjaard zijn, wordt de datum van verjaring vastgesteld op 1 januari 2009.) Wordt vervolledigd als volgt: "De betalingsvordering van de vergoedingen verjaart kennisgeving van de beslissing tot genezenverklaring. "
drie
jaar
na
de
Artikel 72, namelijk: De eis tot herziening van de vergoedingen, gegrond op een wijziging van het verlies van arbeidsgeschiktheid van de getroffene of (van de noodzakelijkheid van de geregelde hulp van een ander persoon of op het overlijden van de getroffene) aan de gevolgen van het ongeval, kan ingesteld worden binnen drie jaar die volgen op de datum van homologatie (of de bekrachtiging) van de overeenkomst tussen de partijen of van de in artikel 24 bedoelde beslissing of kennisgevin g (of de datum van het ongeval indien de tijdelijke arbeidsongeschiktheid geen zeven dagen overschrijdt en indien de verzekeringsonderneming de getroffene genezen verklaart zonder blijvende arbeidsongeschiktheid). Wordt opgeheven. Opmerking vanwege CEDIO B: het slachtoffer van een arbeidsongeval beschikte over een termijn van 3 jaar om verzet aan te tekenen tegen een genezenverklaring. Deze termijn kan van nu af aan onderbroken of opgeschort worden. Deze wijzigingen van artikelen 69 en 72 (die overeenkomen met artikelen 13 en 14 van deze wet) zijn van toepassing op de genezenverklaringen die werden medegedeeld binnen een termijn van 3 jaar voor de verschijning van deze wettekst. Gerechtelijke beslissingen tegen beslissingen tot genezenverklaring zonder blijvende arbeidsongeschiktheid blijven definitief gelden.