APOKALYPS NU! Zomer
2015 Zomer 2015 1 Jaargang 7
• De adeptenschool uit het verleden
• Europahuizen; initiatief van een nieuw Europa
• Technologie als zegen en zorg
• De nog onontdekte ‘derde kracht’ • Gandhi en de Gita
• De crisis van het materialisme en de rozenkruisersimpuls
Inleiding Colofon Zomer 2015
Zeer gewaardeerde lezer,
2 jaargang 7
U hoeft niet Apokalyps Nu! te lezen om te constateren dat het er met de wereld en de mensheid beroerd voorstaat. De schuldencrisis, met als topje van de ijsberg de situatie in Griekenland en de hernieuwde Koude Oorlog die als het gevolg van de situatie in Oekraïne ten tweeden male is ontstaan springen hier in Europa het meest in het oog. De crisis in Oekraïne wordt door bepaalde kringen in het Westen als een accelerator gebruikt om de tegenstellingen in de wereld tot op de spits te drijven. De uitbreiding van de NAVO in de richting van de Russische grens is immers een proces dat sinds de val van de Berlijnse muur gaande is – in tegenstelling tot wat we nu in de mainstream media kunnen vernemen – een daad van agressie van de westerse mogendheden. Ik kan het niet anders zien. We zien nu geheel in deze lijn op het gebied van het economisch leven in feite hetzelfde proces met betrekking tot de Atlantische verdragen als TTIP, enzovoort. Het geheel dreigt Rusland steeds verder van West-Europa af te drijven en het is dan ook niet verwonderlijk dat Rusland met andere partners, zoals China, in zee gaat. In het Midden-Oosten en Noord-Afrika is het een grote puinhoop waarvan we de gevolgen slechts ervaren in het nieuws, als er weer eens een aantal vluchtelingen onze kant op willen komen.. Geef ze eens ongelijk! En dikwijls ook nog eens slachtoffer van mensenhandel Je kunt natuurlijk steeds verder teruggaan in de geschiedenis om naar de oorzaken te zoeken van de huidige situatie. We kunnen, zoals we dat in het verleden in Apokalyps Nu! hebben gedaan, wijzen op de in de 18e en 19e eeuw in verval geraakte Vrijmetselarij, waar occulte inzichten steeds meer in dienst van het egoïsme, van politiek-nationalistische belangen zijn geraakt. Op basis van deze inzichten kon Rudolf Steiner in zijn tijd bijvoorbeeld wijzen op het socialistisch experiment, dat op initiatief van deze zwart-magische westerse kringen in Rusland tot de bolsjewistische dictatuur leidde. Meer dan honderd jaar later kunnen we feitelijk stellen dat het bolsjewisme nog steeds niet overwonnen is. Het toont zich echter in allerlei gedaantes en we kunnen haar maar al te vaak als de wolf in schaapskleren ontmaskeren. Niet voor niets kon Rudolf Steiner de conclusie trekken: er is slechts één keuze, bolsjewisme óf driegeleding van het sociale organisme. Gegeven allerlei ondergangstendensen die op allerlei
Apokalyps nu! Jaargang 7. zomer 2015-nr.24 Contactgegevens Apokalyps Nu! T.a.v. Fredie de Mooy Burg. Gratamastraat 14 9401 LG Assen E-mailadres:
[email protected] Website:
[email protected] Redactie: Fredie de Mooy Vormgeving: Frank Gerritsen Aan deze uitgave hebben meegewerkt: W.F. Veltman, Hugo va n der Zee, Corrie van der Zee-Spijker, voordracht Rudolf Steiner en blad die Europāer...
Abonnement digitaal Apokalyps Nu!
Tot het abonnement behoren: 4 Kwartaalnummers van Apokalyps Nu! en de maandelijkse nieuwsbrief beide door u te ontvangen per email. Opgave geschiedt met bovenstaande contactgegevens via e-mail. Kosten € 15,= per jaar Apokalyps Nu! is een vrij initiatief en werkt op non-profit basis. Giften zijn daarom van harte welkom. Bankgegevens: Fredie de Mooy Banknr.: 390105244 BIC of Swift code: TRIONL2U IBAN: NL80 TRIO 0390 1052 44 Triodosbank Zeist
Foto voorblad: Bijensoort
Michaël met draak
Inleiding
Adeptenschool
jaargang
Fredie de Mooy
3
Ik wens u veel lees- en studieplezier en een fijne zomertijd toe,
Zomer 2015
gebieden zichtbaar worden rest ons de vraag naar de kiemen voor een toekomst waarin de mens wél op haar waarde wordt geschat en de mensheid in de richting van een vreedzamere toekomst kan werken. Volgens mij geeft de geesteswetenschap inzichten en instrumenten waarmee we in alle ernst en met vertrouwen in deze richting kunnen werken. Daarbij vormen het nemen van initiatieven op maatschappelijk gebied en het werken aan de eigen, nog zo onvolkomen ziel, twee zijden van dezelfde medaille. En zoals in een van de artikelen die in dit zomernummer geplaatst is valt op te maken, is elk klein werk aan de spiritualisering van de eigen ziel al voor de eeuwigheid van groot belang. Dat geeft hoop voor de toekomst, maar zal ons tijdsgewricht en datgene wat vanuit de toekomst op ons afkomt, niet minder apocalyptisch maken. Het is daarom dat het blad zal beginnen met een vertaling van een voordracht van Rudolf Steiner waarin hij de doelstelling van de geesteswetenschappelijke beweging, vanuit de zo kenmerkende, machtige mensheidsperspectieven, duidelijk maakt
7
DE ADEPTENSCHOOL UIT HET VERLEDEN, DE MYSTERIËN VAN DE GEEST, VAN DE ZOON EN VAN DE VADER
(voordracht te Düsseldorf van 7 maart 1907; GA 97, Das Christliche Mysterium)
Rudolf Steiner De geesteswetenschappelijke beweging is niet iets wat door de willekeur van deze of gene persoon, deze of gene vereniging, in onze tijd is ontstaan. Ze hangt met de gehele ontwikkeling van de mensheid samen en is als zodanig als een van de belangrijkste cultuurimpulsen te beschouwen. Willen we tot de missie van de geesteswetenschappelijk beweging doordringen, dan moeten we ons in verleden en toekomst van de mensheid inleven. Zoals de individuele mensen vanaf het moment waarop ze voor de eerste keer uit de schoot van de Godheid afgedaald zijn, een ontwikkeling doorgemaakt hebben, zo heeft ook de mensheid als geheel een ontwikkeling doorgemaakt. Stelt u zich eens voor welke verschillen, welke veranderingen en wat voor een ontwikkeling zich op het aardoppervlakte in de loop van duizenden jaren hebben voorgedaan – hoe grondig alles is veranderd! Wat wij gewend zijn mensheid te noemen, is het resultaat van het zogenaamde vijfde wortelras (tijdperk) 1) Hieraan ging een andere mensheid vooraf, het vierde wortelras (tijdperk), wiens continent, Atlantis, we ongeveer tussen het huidige Europa en Amerika kunnen plaatsen. Atlantis namen onze voorvaderen in een heel andere vorm waar. Daar heerste een geheel andere cultuur. De oude Atlantiër had geen ontwikkelt verstands- en gedachteleven, maar in plaats daarvan was hij in het bezit van fijne, somnambule-helderziende vermogens. Logica, verstandelijk combineren, wetenschap, hedendaagse kunst, dit alles was niet aanwezig in het oude Atlantis want het voorstellingsleven, het denken en voelen van de mensen was daar totaal anders. Te kunnen combineren, rekenen, tellen, lezen zoals tegenwoordig kon men niet. Maar bepaalde somnambule-helderziende krachten leefden in hem. Hij sprak de taal van de natuur, de woorden van God die tot hem spraken in het geklots van de golven, in het rollen van de donder, in het ruisen van de bomen, in wat de fijne geuren van de bloemen uitdrukten. Hij begreep deze taal van de natuur en was met de gehele natuur in harmonie. Er waren geen wetten, geen rechtsspraak was aanwezig om het met de medemens eens te worden. Nee, de Atlantiër trok er op uit en luisterde naar het geluid van de bomen, de wind, en die vertelden hem wat hij te doen had. Heel mooi is in de volkssagen, die niet iets toevalligs of bedachts hebben, de herinnering aan het oude Atlantis, het Nibelheim bewaard gebleven, zoals bijvoorbeeld
Adeptenschool Zomer 2015 4 jaargang 7
in het Nibelungenlied. In het woord ‘Nibel’ of ‘Nivel’ wordt uitgedrukt, dat de Rijn en al deze rivieren, terug gebleven water uit de nevelmassa’s van het oude Atlantis zijn. En de wijsheid, die daarvan overgebleven is, wordt aangeduid als de schat die in haar verborgen ligt. In dit continent tussen Amerika en Europa hebben we ook de ‘kinderkamer’, de kwekerij van de oude adepten te zoeken, waar zij zich ophielden die geschikt waren, leerlingen van de grote individualiteiten te worden, die we de Meesters van de Wijsheid en van de Harmonie der Gevoelens noemen. De plek, waar deze adeptenschool zich bevond, en waarvan de bloeitijd tijdens de vierde onderras (periode) 2) van het oude Atlantis viel, is in het midden van de Atlantische oceaan te plaatsen. Daar werd de leerling geheel anders onderwezen dan tegenwoordig. Totaal anders, machtig kon daar van mens tot mens, door de kracht - die toen nog van het ‘woord’ uitging - gewerkt worden. Wat nu nog in het volk leeft, dat is een fijn gevoel voor de innerlijke, geestelijke, occulte kracht van het ‘woord’. De kracht die van de woorden uit onze tijd uit gaat kunt u absoluut niet vergelijken met die van toen. Dat was iets enorm krachtigs: het ‘woord’ alleen al baarde krachten in de ziel van de leerling. Een mantra uit onze tegenwoordige tijd heeft bij lange na niet de kracht als toentertijd, waar de woorden niet zo doordrenkt waren van gedachten. Wanneer deze woorden werkten, namen de zielenkrachten van de leerlingen toe. Men kon dat een menselijke initiatie met een enorme uitwerking door de spraak van de natuur noemen. Er werd toen ook nog een herkenbare taal gesproken door het oproken van substanties, het verbranden van stoffen zoals wierrook enz. Er bestond daar een veel directere samenhang tussen de ziel van de leraar en die van de leerlingen. En wat als tekens in de Adeptenschool van het oude Atlantis gebruikt werd, waren reproducties van natuurverschijnselen die met de hand in de lucht werden getekend en die werkten, ook werkten ze na op de geest van de toenmalige bevolking. Ze wekte in de ziel bepaalde krachten. Zo heeft elk ras (tijdperk) haar opgave in de mensheidsontwikkeling. De opgave van die van ons, het vijfde hoofd- of wortelras, bestaat daarin, om aan de vier geledingen van het menselijk wezen datgene toe te voegen, wat men het Manas element noemt; dat betekent door begrippen en ideeën inzicht te wekken. Elk ras heeft zijn opgave: die van Atlantis was de vorming van het ‘Ik’. De onze, het vijfde wortelras, de Na-Atlantische tijd, heeft het Manas, het Geestzelf door te ontwikkelen. Met de ondergang van Atlantis gingen de vruchten van haar ontwikkeling echter niet ten onder, maar het wezenlijkste van wat in de kweekschool van de adepten aanwezig was, werd door een kleine kern van mensen meegenomen. Deze kleine menigte trok onder leiding van Manu naar de omgeving die we tegenwoordig de Gobi woestijn noemen. 3)
En deze kleine schare bereidde toen afbeeldingen van de vroegere cultuur en leerinhouden voor, echter meer verstandelijk. Het waren in gedachten en tekens omgezette geestelijke krachten van weleer. Van daaruit trokken dan, als een radius, als stralen, de verschillende cultuurstromen uit. In de eerste plaats, de wonderbaarlijke oeroude voor-vedische cultuur, die voor de eerste maal de binnenstromende wijsheid in gedachten omgezet had. De tweede cultuurstroom die van de oude adeptenschool uitging was de oeroude Perzische
Adeptenschool Zomer 2015 5 jaargang 7
cultuur. De derde was de Chaldeisch-Babylonische met haar wondervolle sterrenwijsheid en de grootsheid van de priesterinzichten. Als vierde bloeide de Grieks-Latijnse cultuur met haar persoonlijke kleuring en uiteindelijk als vijfde, de onze (vanaf 15e eeuw). De zesde en zevende gaan we nog tegemoet. Daarmee heb ik u onze opgave in de mensheidsontwikkeling geschetst: datgene in gedachten om te zetten, naar beneden te brengen tot op het fysieke niveau wat tot nog toe aan kosmische wijsheid aanwezig was. Wanneer de oude Atlantiër luisterde naar de naar de tussentoon van de klinkende tonen, dan hoorde hij de naam van datgene wat hij als het goddelijke had erkent: Tao. – In de Egyptische mysteriën hebben ze de toon omgevormd tot gedachten, in schrift, in tekens – in het Tao-teken, de Tao-boeken. Alles, wat kennis, schrift, gedachte is, kwam pas in de Na-Atlantische tijd tot verschijning. Vroeger had men dat nooit opgeschreven. Het begrip daarvoor was niet aanwezig. Nu staan we in het midden van de ontwikkeling van Manas. De intellectuele cultuur, tegelijkertijd echter ook het egoïsme tot op de spits te drijven, is de uitkomst van ons tijdperk. Men kan wel zeggen – ook al klinkt het wat grotesk – dat er nog nooit zoveel intellectualisme in de wereld en zo weinig innerlijk schouwvermogen als in onze tijd aanwezig is. De gedachte is het verst verwijderd van datgene wat het innerlijk wezen van de dingen betreft, ver verwijderd van het innerlijk, spirituele schouwen. Wanneer de Atlantische priester een teken in de lucht schreef, dan was de werking hoofdzakelijk een innerlijke beleving in de ziel van de leerling. In de vierde, Grieks-Latijnse cultuurperiode treedt het persoonlijke meer op de voorgrond. In Griekenland ontwikkelt zich de persoonlijk kunst. In Rome vinden we het persoonlijke in de staatorganisatie enzovoorts. In onze tijd beleven we het egoïsme, het droge persoonlijke, het droge intellectualisme. Maar het is onze eerste opgave in de tegenwoordige tijd, het occulte in Manas, in het zuiverste element van de gedachten uit te drukken. Het opnemen van het spirituele in dit fijnste destillaat van de hersens, is de eigenlijke missie van onze tijd. Deze gedachten zo krachtig te maken, dat ze iets van de occulte kracht bezit, dat is de aan ons gestelde opgave, om onze plaats in de toekomst te kunnen vervullen. Door machtige vuurmassa’s is het oude Lemurië, door machtige overstromingen is het oude Atlantis vernietigd. Ook onze cultuur zal ten onder gaan en wel door ‘de oorlog van allen tegen allen’: dat staat ons te wachten. Zo zal ons vijfde wortelras (het vijfde Na-Atlantisch tijdperk) ten onder gaan door het tot grootse hoogte gedreven egoïsme. Tegelijkertijd zal zich echter een kleine groep van mensen vormen, die vanuit de krachten van de gedachten, de Buddhi, de Levensgeest ontwikkelt, om deze dan mee te nemen naar de nieuwe cultuur. Het productieve in de strevende mens zal steeds groter en groter worden totdat zich zijn persoonlijkheid zo hoog heeft ontwikkelt dat hij de hoogste vrijheid heeft bereikt. In onze tijd zal ieder individu in zichzelf een soort van leidende geest in het innerlijk van de ziel moeten vinden, de Buddhi, de kracht van de Levensgeest. Zouden we de toekomst zo tegemoet treden dat we de cultuurimpulsen op een wijze in ons opnemen zoals we dat in vroegere tijden hebben gedaan, dan zullen we met een versplinterde mensheid te maken gaan krijgen. Wat hebben we nu in onze tegenwoordige tijd? Een ieder wil zijn eigen baas zijn; het egoïsme, de zelfzucht is tot op de spits gedreven. Er komt een tijd, dat er geen enkele autoriteit erkent zal worden dan diegene welke de mensen zelf, uit vrije wil zullen erkennen, wiens macht op basis van vrijheid en vertrouwen gebaseerd is. De mysteriën die op basis van de macht van de geest gebaseerd waren, noemt men de ‘Mysteriën van de Geest’. Diegene die in de toekomst op basis van vertrouwen opgebouwd zullen worden, op de macht van vertrouwen, noemt men de ‘Mysteriën van de Vader’. Met deze laatsten zullen wij onze cultuur afsluiten. Deze nieuwe impuls op basis van de macht van het vertrouwen moet er komen. Anders gaan we een versplintering tegemoet, een totale Ik- en egoïsmecultus. Ten tijde van de Mysteriën van de Geest, die welswaar terecht op de macht, de autoriteit en de kracht van de geest gebouwd waren, waren er enkele grote wijzen. Zij waren in bezit van de wijsheid, en uitsluitend wanneer zij de zware beproevingen doorstonden, konden zij ingewijd worden. Nu gaan we in de toekomst de Mysteriën van de Vader tegemoet en moeten we er steeds meer naar toe werken dat ieder individu een wijze wordt. Zal dit tegen de versplintering en het egoïsme helpen? -Ja! Want alleen wanneer de mensen de hoogste wijsheid verkrijgen, waarvan ze niet kunnen afwijken, er geen eigen mening, geen standpunt van de persoonlijkheid bestaat, maar slechts één zienswijze, - kan men tot elkaar komen. 4) Blijven de mensen zoals ze altijd al verschillend zijn, standpunten hebben, enzovoorts, dan zullen ze zich steeds meer van elkaar vervreemden. De hoogste wijsheid baart echter altijd bij de mensen hetzelfde inzicht. Echte wijsheid is het enige wat de mensen tot elkaar brengt bij de grootst mogelijke vrijheid, zonder een autoriteit die dwingt. Zoals de leden van de grote witte broederschap steeds in harmonie met elkaar en met de mensheid zijn, zo zullen eens de
Adeptenschool Zomer 2015 6 jaargang 7
mensen allemaal één geheel worden. Alleen deze wijsheid zal de ware broederschapsgedachte doen laten ontstaan. De geesteswetenschap hoeft zich daarom geen andere opgave te stellen dan deze ideeën te geven, nu door de ontwikkeling van het Geestzelf (Manas), en later de Levensgeest (Buddhi). Het vrij worden van de mens, de weg naar wijsheid mogelijk te maken, dat is het grote doel van de geesteswetenschappelijke beweging; deze waarheid en wijsheid de mensen deelachtig te laten worden, dat is haar missie. Men is in de moderne beweging voor geesteswetenschap begonnen, de meest elementaire inzichten uit te dragen. Sinds het begin van deze beweging zijn er de laatste jaren al veel belangrijke zaken onthult en nog belangrijkere inzichten zullen steeds meer en meer openbaar gemaakt worden. Het is dus het werk van de geesteswetenschappelijke beweging om stap voor stap de wijsheid van de grote witte broederschap te laten uitstromen in de mensheid, die in Atlantis haar oorsprong heeft. Dit werd lange tijd geleden voorbereid. Zo hebben we als voorbereiding voor die ene grote gebeurtenis – de éénmalige verschijning van Christus Jezus – het gehele werk van de stichters van de religies. De geesteswetenschap wil de testamentaire voltrekker van het christendom zijn. En dat zal zij zijn. Wanneer eens de Vader-mysteriën vervuld zullen zijn, dat wil zeggen dat in iedere mens de Buddhi-ontwikkeling zal zijn voltooid, dan zal ieder mens zijn diepste wezen, Atma, de Geestmens in zichzelf vinden. Voorbereid werd aldus de verschijning van de Christus-Jezus door de reeks van religie-stichters, door Zarathustra, Hermes, Mozes, Orpheus, Pythagoras. Al hun leringen beogen hetzelfde doel: de Wijsheid in de mensheid te laten stromen, maar altijd in de vorm die voor het betreffende volk het meest geschikt is. Zo bezien is dus wat Christus gezegd heeft, niet het eigenlijk nieuwe. Het nieuwe aan de verschijning en de leer van Christus Jezus is dat in Hem de kracht lag, alles tot leven te brengen wat voordien slechts ‘lering’ was. Door het christendom is in de mensheid de kracht ontstaan om bij de grootst mogelijke individualisering, in de vrijwillige erkenning van de autoriteit van Christus Jezus, alles zich zal verenigen, en dat door het geloof in Hem, Zijn verschijning, Zijn goddelijkheid, de mensen zich tot één broederschaps-verbond kunnen verbinden. Zo staan tussen de Mysteriën van de Geest en die van de Vader, de mysteriën van de Zoon, wiens kweekschool die van de heilige Paulus was en aan welke hij de leiding, Dionysius Areopagita, had gegeven. Onder zijn leiding heeft deze school haar bloeitijd gekend want Dionysius heeft deze mysteriën op een heel bijzondere wijze onderwezen, terwijl Paulus de leer, exoterisch verspreidde. Nu willen we nog vanuit een ander blikveld een verklaring zoeken om te begrijpen wat het voor betekenis heeft te zeggen: de mysteriën van de Vader zullen komen. De leraren van de oude Atlantische adeptenschool waren nog geen mensen, maar hogere wezens als de mensen. Zij hadden op oudere planeten hun ontwikkeling volbracht. En zij die uit vroegere planetaire ontwikkelingen gekomen waren, onderwezen een kleine, uitverkoren schare, de mysteriën van de Geest. In de Mysteriën van de Zoon trad in bijzondere gevallen de Christus zelf persoonlijk als leraar op: dus ook hier een leraar, die niet mens, maar God was. Pas zij, die leraren zullen zijn in de mysteriën van de Vader, zullen mensen zijn. Zulke mensen, die zich sneller dan de overige mensheid ontwikkelt hebben, zullen dan de werkelijke ‘Meesters van de Wijsheid en van de Harmonie der Gevoelens’ zijn. Ze worden de ‘Vaderen’ genoemd. De leiding van de mensheid gaat dus bij de Vader-mysteriën over, van wezens die uit andere werelden afgedaald zijn, in de handen van de mensen zelf. Dat is het betekenisvolle. De mensen daarop voor te bereiden, een kern voor dit doel te vormen, ze voor te bereiden op een gemeenschappelijke wijsheid, voor een gezag, dat uitsluitend op vertrouwen gebouwd is, en een begrip daarvoor, in eerste instantie in een kleine groep van mensen te ontwikkelen: dat is de opgave van de geesteswetenschap. De ontwikkeling van de materialistische cultuur heeft haar hoogtepunt in de 19e eeuw bereikt. Daarom kwam in deze tijd de inslag van de geesteswetenschap in deze tijd in de wereld. Met haar ontstond – en was daar – de tegenovergestelde impuls voor het materialisme, een tegenovergesteld streven richting spiritualiteit. Geesteswetenschap is niets nieuws, de geesteswetenschappelijke beweging net zo min, zij is de voortzetting van datgene wat er al was. Het materialisme, het egoïsme brengt versplintering in de mensheid voort, de enkeling ziet alleen zijn eigen belang. De wijsheid moet de daardoor van elkaar afgescheiden mensen weer tot elkaar brengen. Vanuit volledige vrijheid, door geen enkele dwang zullen de mensen door de wijsheid tot elkaar gebracht worden. Dat is de opgave van de geesteswetenschappelijke beweging in onze tijd. Het moet voor ons duidelijk zijn dat we de wijsheid tot in het concrete ons eigen moeten maken. We kennen allemaal het voorbeeld van de kachel die de opgave heeft om de kamer warm te maken. Ook al stellen we ons de opgave van de kachel in nog zo’n beweeglijke termen voor en vragen we hem de kamer warm te maken, hij zal het niet doen. Pas wanneer we hem aansteken kan hij zijn functie
Adeptenschool
gebouwd uit 7 tijdperken (wortelrassen) die dus elk afzonderlijk weer in 7 periodes is opgebouwd. Wij zitten nu dus in de vijfde cultuurperiode (van 1413-ca 3573 na Chr.) van het vijfde Na-Atlantische tijdperk. Elke cultuurperiode in het Na-Atlantisch tijdperk duurt dus ongeveer 2160 jaar. Vanaf 1909 gebruikt Rudolf Steiner niet meer de termen ‘wortelras’ en ‘onderras’, maar spreekt hij van tijdperken en (cultuur) perioden: wellicht ten overvloede hieronder weliswaar verstard een schema van onze kosmologische ontwikkeling van Aarde en mensheid volgens de geesteswetenschap: De Aardeontwikkeling maakt 7 planetaire stadia door, zeven fases die ook wel bewustzijnstoestanden worden genoemd, die door Steiner met de naam van een hemellichaam zijn beschreven wat het misschien verwarrend maakt omdat hiermede niet de gesteldheid van het huidige hemellichaam, zoals we die nu kennen, wordt bedoeld. PLANETAIRE STADIA OF FASES (BEWUSTZIJNSTOESTANDEN) 1e fase Saturnus (ver verleden) 2e fase Zon (ver verleden) 3e fase Maan (ver verleden) 4e fase Aarde ( dit is dus de aardefase die we nu doormaken) 5e fase Jupiter (verre toekomst) 6e fase Venus (verre toekomst) 7e fase Vulcanus (verre toekomst) Elke planetair stadium of fase is opgebouwd uit 7 tijdperken. De vierde Aardefase, wat we dus nú doormaken is opgebouwd uit de volgende 7 tijdperken (wortelrassen): TIJDPERKEN van de 4e Aardefase (wortelras) 1e tijdperk: Polaris (huidige aarde, zon en maan vormen nog een eenheid) 2e tijdperk: Hyperborea (in dit tijdperk scheidt de huidige zon zich af) 3e tijdperk; Lemurië (hier scheidt zich de huidige maan af; zondeval en scheiding der geslachten) 4e tijdperk: Atlantis (de ondergang van Atlantis wordt in de Bijbelse mythologie omschreven als de zondvloed) 5e tijdperk: Na-Atlantis (dit is dus ons huidig tijdperk) 6e tijdperk: Het ‘zegeltijdperk’ (zeven zegels) uit de openbaring (Apocalyps) van Johannes 7e tijdperk: Het ‘bazuinentijdperk’ (zeven bazuinen) uit de openbaring (Apocalyps) van Johannes Elk tijdperk is opgebouwd uit 7 periodes. Ons huidige 5e Na-Atlantisch tijdperk is dus opgebouwd uit 7 cultuurperiodes van elk ongeveer 2160 jaar. De zeven cultuurperiodes staan voor de zeven brieven aan de gemeenten uit: de openbaring (Apocalyps) van Johannes. Cultuurperiodes van het 5e Na-Atlantisch tijdperk (ras of onder-ras) 1e cultuurperiode: Oud-Indische (brief aan de gemeente Efeze) 2e cultuurperiode: Oud-Perzische (brief aan de gemeente Smyrna) 3e cultuurperiode: Egyptisch-Babylonisch (brief aan de gemeente Pergamum) 4e cultuurperiode: Grieks-Romeins (brief aan de gemeente Tyatira)
7
2. Elke wortelras of tijdperk kent dus 7 periodes (onderras). Onze fysieke aardewereld (planetaire ontwikkeling) is dus op-
jaargang
heid binnen de Theosofische Vereniging sloot Steiner voornamelijk aan bij de daar gehanteerde en gebruikelijke Indische termen en woordgebruik. Later ontwikkelde hij eigen woorden die meer aansluiten bij de westerse mens en taal en uitdrukking waren van zijn geestelijk schouwen)
7
1. (noot vertaler: we kunnen ook over tijdperk spreken, dus het 5e Na-Atlantische tijdperk; in het begin van zijn werkzaam-
Zomer 2015
vervullen. Zo heeft al het gepraat over broederschap en naastenliefde geen enkele waarde. Uitsluitend inzicht zal het doel dichterbij brengen. Voor ieder individu en voor het algemene mensdom is de weg naar de wijsheid, naar broederschap, alleen te bereiken door inzicht. We hebben nu deze weg door de drie mysteriën vervolgt. Het is de opgave van de geesteswetenschap hiervoor bij een kleine mensheidskern begrip te kweken om in de zesde Ras hiervoor bij de massa begrip te wekken. Dit is de opgave die de geesteswetenschap te vervullen heeft. Een klein deel van het vijfde wortelras zal op de ontwikkeling vooruitlopen, het zal Manas spiritualiseren, het Geestzelf uit-ontwikkelen. Het grootste deel echter zal de zelfzucht tot grote hoogte drijven. Iedere mensheidskern nu, die het Geestzelf ontwikkelt, zal het zaad voor de zesde wortelras vormen, en de meest gevorderden van deze kern, de uit de mensheid voortgekomen ‘Meesters’, zoals wij ze noemen, zullen dan de mensheid leiden. Dit is het doel waarnaar de beweging voor Geest-kennis streeft.
Adeptenschool 5e cultuurperiode: Bewustzijnsziel (1413-ca 3573 na Chr.), onze huidige cultuurperiode, met het episch centrum in het Westen (brief aan de gemeente Sardes) : Openbaring 3 vers 1-6:
Zomer 2015
“En schrijf aan de engel der gemeente te Sardes: Dit zegt Hij, die de zeven Geesten Gods en de zeven sterren heeft: Ik weet uw werken, dat gij de naam hebt, dat gij leeft, maar gij zijt dood. Wees wakker en versterk het overige, dat dreigde te sterven, want Ik heb geen van uw werken vol bevonden voor mijn God. Bedenk dan, hoe gij het ontvangen en gehoord hebt, en bewaar het en bekeer u. Indien gij dan niet wakker wordt, zal Ik komen als een dief, en gij zult niet weten, op welk uur Ik u zal overvallen. Doch gij hebt enkele personen te Sardes, die hun klederen niet hebben bezoedeld, en zij zullen met Mij in witte klederen wandelen, omdat zij het waardig zijn. Wie overwint, zal aldus bekleed worden met witte klederen; en Ik zal zijn naam geenszins uitwissen uit het boek des levens, maar Ik zal zijn naam belijden voor mijn Vader en voor zijn engelen. Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt.”
8 jaargang
Hoe treffend de manende woorden voor ons tijdperk hierboven gegeven. Het individualisme dat aan egoïsme en materialisme (gij zijt dood) ten onder dreigt te gaan. Maar het is dit zelfde ‘Ik’ van de mens dat in verbinding met de levende Christus haar hoger Ik-wezen kan integreren (en zij zullen met Mij in witte klederen wandelen). We staan voor de opgave een begin te maken met de omvorming van onze ‘lagere’ wezensdelen (astraal, etherisch en fysiek), in de drie hogere wezensdelen van Manas (Geestzelf), Buddhi (Levensgeest) en uiteindelijk Atma (Geestmens).
7
6e cultuurperiode: Russisch/Slavische cultuurperiode (brief aan de gemeente Philadelphia) 7e cultuurperiode: Amerikaanse cultuurperiode (brief aan de gemeente Laodicea). Deze laatste cultuurperiode heeft betrekking op de grote oorlog van allen tegen allen waardoor deze cultuurperiode ten onder zal gaan. “De zevende cultuurperiode speelt zich af voor de oorlog van allen tegen allen. Daar zien we die verschrikkelijke verwoesting van de cultuur naderbij komen en zien we een klein groepje van mensen, dat begrepen heeft het spirituele principe in zich op te nemen en dat gered kan worden van het algemene verval door het egoïsme.” (Rudolf Steiner; GA 104, Die Apokalypse des Johannes, 3e voordracht, Neurenberg, 20 juni 1908) Nadat Steiner in een voordracht van 14 mei 1909 gewezen heeft op de spiegeling van de cultuurperiodes, waarbij de derde cultuurperiode zich spiegelt in onze vijfde cultuurperiode, de tweede, die van Zarathustra in die van de zesde en die van de eerste, de Heilige Rishis in die van de zevende cultuurperiode, wijst hij op het grote verschil tussen de zesde en het zevende tijdperk:
3. In de Hindoestaanse mythologie was Manu een man die de zondvloed overleefde. Op een dag waste hij zijn handen in de
rivier, en een vis zwom in zijn handen en smeekten hem zijn leven te redden. Het was Matsya, een avatar (de belichaming van een god). Manu stopte de vis in een pot, en toen deze begon te groeien stopte hij hem eerst in een tank, toen in een rivier en uiteindelijk in de oceaan. De vis waarschuwde hem vervolgens dat een zondvloed alle leven op aarde zou verwoesten. Manu bouwde een boot en deze werd door Matsya een bergtop op gesleept, en daardoor overleefde Manu de vloed. In de heilige taal van de Indiërs, het Sanskriet, wijst de benaming op een bovenmenselijke leider, dus niet een gewoon mens. We moeten hier dus een onderscheid maken tussen mensheidsleiders die vanuit de mensheidsontwikkeling hun verheven rijpheid ontvangen hebben en zij die hun rijpheid uit voorgaande ontwikkelingstijdperken (dus nog vóór het Lemurisch tijdperk, verkregen hebben. “De oorsprong van het vijfde wortelras (tijdperk) is te vinden bij een klein groepje mensen die zich afgezonderd hadden van het voorgaande wortelras. Zij werden naar de Gobi-woestijn geleid en verspreiden zich toen straalvormig over de aarde. De eerste leider die de impuls voor de ontwikkeling van de mensheid gegeven heeft, was één van de zogenaamde Manus, de Manu van het vijfde wortelras (tijdperk). Deze Manu behoord nog tot die leiders van het mensengeslacht, die ten tijde van het derde wortelras (tijdperk) afgedaald zijn. Dat was nog één van de leiders, die zijn ontwikkeling niet alleen op de aarde doorgemaakt hebben, maar hun rijpheid in onze aardeontwikkeling ingevoegd hebben.” Rudolf Steiner, GA 92, Die okkulten Wahrheiten alter Mythen und Sagen; 7e voordracht Berlijn, 7 oktober 1904
4. Het kan de lezer misschien vreemd voorkomen dat Steiner hier over één waarheid, een mening spreekt. Is dit in tegenspraak met de filosoof van de vrijheid? Zeker niet, vrijheid is het vermogen je te voegen naar de wetten van de geest. In de geestelijke wereld heerst immers geen vrijheid. Wel geeft ieder mens uiteraard een eigen kleur aan alles wat hij hier op aarde doet. De mens heeft natuurlijk de keus zich niet naar de wetten van de geest te voegen. Anders zou er hier op aarde geen vrijheid zijn. Bedenk in dit opzicht dat een bruggenbouwer zich hier immers ook aan de fysische wetten dient te houden. Doet hij dat niet, dan zal de brug spoedig instorten. In dit opzicht wijst Steiner op de sociale versplintering die – indien we ons niet richten op de wereld van de geest – de mensen alleen maar verder uit elkaar zal drijven.
Nw. Europa INITIATIEF VAN EEN NIEUW EUROPA Zomer 2015 9 jaargang 7
W. F. Veltman
Korte toelichting ApokalypsNu! (Fredie de Mooy) ter inleiding: Afgelopen maand kreeg ik een bijdrage voor Apokalyps Nu! van dhr. W. F. Veltman binnen. Met dank aan Hugo van der Zee die hem opgezocht had en die bereid was een en ander op de computer uit te werken. Ik zou graag een paar persoonlijke woorden willen toevoegen. Ik kan slechts mijn bewondering uitspreken voor de bijdrage die dhr. Veltman op 93 jarige leeftijd, zelfs aan een blad als Apokalyps Nu!, nog steeds levert en waarin hij getuigt nog zeer bij de tijd te zijn en zeer helder over de noodzaak van een spiritualisering van de Europese cultuur schrijft. Dhr. Veltman was een van de weinige ‘vooraanstaande’ antroposofen die bij het ontstaan van dit ‘kleine blaadje’ mij een brief stuurde waarin hij mij succes wenste en mij inspireerde tot het doordragen van dit blad. Velen kennen dhr. Veltman uiteraard als leerkracht aan de Haagse Vrije School en uit de landelijke Vrije School beweging, waarin hij jarenlang actief is geweest. Op afstand heb ik hem persoonlijk nog meegemaakt als pleitbezorger voor ‘Vrijheid van onderwijs’ en de beweging voor de driegeleding van het sociale organisme. Zijn inzet voor de ‘Vrijheid van onderwijs’ werd indertijd niet overal binnen de antroposofische beweging gewaardeerd. In 1988 nam hij afscheid van de Haagse Vrije School. Over zijn activiteiten na deze periode is het volgende op de website van dhr. Veltman te lezen: Na dit afscheid begint een periode, van reizen en nieuwe contacten en initiatieven… Vanaf 1987 heeft hij in dat verband een aantal jaren intensief contact met Portugal over het oprichten van een Vrije School aldaar. Door deze contacten raakt hij geïnteresseerd in de Portugese geschiedenis wat de directe aanleiding vormt voor zijn boek over Alexandre Leroi en over de geschiedenis van Portugal. In 1987 neemt Wim Veltman samen met zijn vrouw Marianne het initiatief tot het oprichten van de Stichting “Musaï" Via deze stichting worden toneeluitvoeringen en sprookjesvoorstellingen gerealiseerd. O.a. ook een ontmoeting tussen euritmie en moderne dans in Den Haag. Vanaf 1997 worden er regelmatig onder zijn regie zelfgeschreven sprookjes opgevoerd, veelal met een Russische of Oost Europese inslag. Van zijn hand wordt een Tobiasspel rond Palmpasen gespeeld. Voortvloeiend uit de Musai Stichting en parallel aan de ontwikkelingen van de Europese Unie wordt er in 1992 door een groep mensen op initiatief van Wim en Marianne Veltman nog een stichting opgericht: de Willem de Zwijger Stichting voor multiculturele samenleving van volken, die activiteiten ontplooit voor een ander soort verenigd Europa. Na een eerste kennismaking met mensen in Praag in 1997 wordt er twee jaar later in die stad een Europa-congres georganiseerd. En in 2002 volgt een tweede congres. In de tussentijd reist Veltman naar diverse Europese landen om daar contacten te leggen en te onderhouden voor de Europa beweging. Een belangrijk aspect is het oprichten van Europahuizen, die een ontmoetingsplek zijn voor mensen van verschillende culturen.
Nw. Europa Zomer 2015
Naast deze reizen begeleidt hij mee als cultureel reisleider een aantal groepsreizen van de stichting Brandaan. O.a. naar Ravenna, Israël, Bourgondië en Griekenland. Voor Veltman is zijn werk zijn levenswerk. Zijn liefde voor toneel, zijn idealen met betrekking tot Europa en de inspiratie uit de antroposofie en uit het Christendom vormen zijn drijfveren. Zie: http://www.wfveltman.nl/levensverhaal.html
---------------------------------------------------------
10 jaargang
Het initiatief van een nieuw Europa; enige gedachten over de actuele wereldsituatie en overwegingen om tot genezing te komen van de zeer ernstige ziektetoestand waarin mensheid en aarde verkeren, in kort bestek.
7
Eind twintigste eeuw kwam het tot de stichting van de Europese Unie. Dit werd een organisatie van staten en had duidelijk een politiek-economisch karakter, en werd dan ook verbonden met de zogenoemde NATO. De VS hebben de wereldleiding genomen en treden op als `beschermers` van de democratie, en van wat `mensenrechten` wordt genoemd. Ondertussen is het duidelijk dat we in de voorbereidingen leven van een gigantische wereldstrijd van West en Oost. `Democratie` is het marionetten spel waarbij de poppen worden bewogen door machthebbers van bank- en groot industrie (o.a. farmaceutische concerns), die op hun beurt gemanipuleerd worden door achtergrondmachten die over occulte kennis en middelen beschikken. (Hierover is wel informatie te verkrijgen, bijvoorbeeld de voordrachten van Rudolf Steiner uit de tijd van de eerste wereldoorlog. Maar in Europa zou het besef moeten leven dat ons continent de taak had, en nog steeds heeft, een evenwicht van krachten als midden functie te ontwikkelen. Dat is in werkelijkheid een vernieuwd, spiritueel christendom! Deze taak is bemoeilijkt o.a. door de verdeeldheid binnen de mensengroep die, door Rudolf Steiners werk daartoe geroepen, de spiritualisering van de Europese cultuur met alle kracht had moeten doorzetten. Maar deze verdeeldheid is de spiegeling van de algemene versplintering onder de mensen. In de jaren negentig van de vorige eeuw kwam een groepering tot stand van "vrienden van Europa" met als actie middelpunt de in het hart van Europa gelegen stad Praag. Deze groepering wilde in de eerste plaats de fatale verdeeldheid tegengaan en zochten de "verbroedering" door de "ontmoeting", het 'gesprek', en door samenkomsten waar het vooral ging om het kennen en begrijpen van elkanders "zielegesteldheid" die met de volksaard samenhangt. In enkele zeer indrukwekkende congressen (1999, 2002, 2005) in Praag en vele voorbereidende gesprekken in kleinere kring ontwikkelden de "vrienden van Europa" een "Europees fundament voor vernieuwing". Als belangrijke thema's kozen zij: de "missie van de volkszielen", de ontwikkeling van de "organische wetenschap" (Goethe, Rudolf Steiner e.a.) en de "driegeleding van het maatschappelijk organisme" en daarnaast nog andere spirituele onderwerpen. Als basis voor de ontmoetingen werd getracht zielekwaliteiten te ontwikkelen: onbevangen en helder oordeelsvermogen, tolerantie in actieve zin, en het hartgrondige streven naar waarheid. In alle ontmoetingen speelden muziek (gezamenlijk zingen van liederen van verschillende volkeren) euritmie en volkssprookjes een belangrijke rol. De impuls ontstond om "Europahuizen" te stichten die in verschillende landen open centra zouden zijn voor deze Europa-beweging, waar de biologisch-dynamische landbouw en de (Waldorf ) school ook mee verbonden zijn. In de ontmoetingen wordt de grondsteen-meditatie gelezen als toekomst dragende kracht. Enkele van deze huizen zijn al in stat nascendi in Servië, Frankrijk, Portugal, Roemenië en Rusland. In Tsjechië is een dergelijke huis al langer aan het werk. Ter oriëntatie Een aantal personen, afkomstig uit verschillende Europese volken, heeft begrepen dat de vrije creatieve functie van het midden de ware taak van Europa is. Zij willen geenszins streven naar een "eurocentrisme", noch een overheersende positie van Europa, doch eenvoudigweg zich verbinden met de taak van Europa ten dienste van de gehele mensheid. Een Europese unie in de zin van een politieke en economische eenheid is slechts een gedeeltelijke be-
Nw. Europa
W.F. Veltman
7
Er is een internationale Raad gevormd welke advies geeft en hulp verleent zo nodig. Deze Raad heeft geen leidende functie, maar vergewist zich ervan of de oorspronkelijke impuls werkelijk wordt gerespecteerd en toegepast, en waakt ervoor dat deze impuls niet wordt omgebogen door personen of door organisaties, welke geheel daarvan afwijkende doeleinden op nahouden (zie statuten van de stichting). De leden van de Raad worden aangewezen (gekozen) door de verantwoordelijke werkers van de Europa-huizen. De Raad vergadert tenminste één keer per jaar; plaats en datum van deze bijeenkomst worden een jaar van tevoren vastgesteld. Er zal een internationaal fonds worden gesticht. De kosten welke de activiteiten van de Raad en de verbindingsbesprekingen van de huizen onderling zullen gedekt worden door dit fonds (kosten van de jaarlijkse samenkomsten en andere kosten). Bij gelegenheid zal een gedeeltelijke hulp toegestaan kunnen worden voor de stichting van een Europa-huis en eventueel voor een ondersteuning aan een "huis" onder zekere voorwaarden, welke van te voren zijn vastgesteld.
jaargang
Activiteiten van Europa-huizen Speciale aandacht wordt besteed aan de geschiedenis en de geografische ligging van de plaats waar het Huis zich bevindt. De verschillende bevindingen van de natuur, de cultuur, de economie met de samenleving in het algemeen worden in deze huizen bestudeerd, en begunstigd in hun samenhang met de mens. De "huizen" stimuleren praktische en technische toepassingen in al de genoemde gebieden, bijvoorbeeld de biologisch-dynamisch land- en tuinbouw, de bemoeienissen ten bate van de ecologie, de Vrije Waldorf pedagogie en de maatschappelijke driegeleding. In elk Europa-huis nemen muziek, woordkunst, bewegingskunst, beeldende kunsten en de sociale kunst een vooraanstaande plaats in. We vinden bij de aangesneden thema`s de ontwikkeling van de natuurwetenschappen uitgaande van nieuwe spirituele paradigma`s: Goetheanisme, spirituele volkerenpsychologie en duurzaamheidsontwikkeling in de civiele maatschappij. Ieder Europa-huis biedt aan bezoekers de mogelijkheid van een beperkt verblijf. Zodra in verscheidene landen in Europa minstens één "Huis" is gevestigd, wordt een rondgang langs deze huizen georganiseerd, special voor jongen mensen, een soort rondtrekkende universiteit. De naam van dit instituut zou kunnen luiden: "De gezellen van de Ronde van Europa". Ieder Huis is autonoom wat betreft zijn opzet en zijn inrichting en het is in overeenstemming met ander Europa-huizen. Elk huis moet een stevige economische basis hebben. Daarvoor zou er een onderneming gevestigd kunnen worden "ter eerbiediging van de mens en van de natuur" welke een uitgangspunt zou kunnen zijn.
11
Europa-huizen: Naam, Doeleinden, Organisatie Europa-huizen `Eurosofia` beogen plaatsen te zijn waar individuele mensen, vrouwen en mannen, geïnspireerd door de positieve krachten van het volk en de cultuur waartoe zij behoren, elkaar te kunnen ontmoeten in een volledige vrijheid, verdraagzaamheid en waarachtigheid om elkaar, de cultuur en de ziel van elkanders volk en cultuur te begrijpen en lief te hebben. Deze plaatsen die functioneren als centra van sociale, economische en culturele activiteiten, ontmoetingscentra voor studie en geestelijke vorming zijn levensgemeenschappen wars van elk nationalisme en dogmatiek, welke de ontwikkeling nastreven van een nieuw Europa als representant van de kennende en creatieve functie van het menselijk hart. De initiatiefnemers en -neemsters van deze impuls putten hun inspiratie uit de moderne spirituele wetenschap van Rudolf Steiner, zonder exclusiviteit. Elke vorm van discriminatie en sektarisme wordt nadrukkelijk verworpen. De Europa-idee wordt hier opgevat als een manier van zijn en van denken, een streven naar het uitbalanceren van de tegenstellingen van de polariteiten om de verschillende gebieden van de maatschappij tot een harmonisch samengaan te bevorderen. Alle culturen van Europa kunnen, mits zij op een positieve wijze worden begrepen door de individuele mens, een bron van inspiratie vormen, welke het mogelijk maakt vrijheid te ontwikkelen in de ziel. Een Europa-huis kan worden gewijd aan een grote persoonlijkheid, een Europese geest, van wie het werk bestudeerd en verdiept kan worden, en publicaties, cursussen, lezingen en studiedagen kan opleveren. Deze activiteiten doen zich voor in alle werkgebieden van het maatschappelijke, artistieke en wetenschappelijke leven.
Zomer 2015
nadering van de werkelijkheid. Om hun ideeën betreffende de spirituele taak van Europa te concretiseren, worden overal waar mensen zijn die dat willen, Europa-huizen gesticht onder de naam Eurosofia, als centra van een vrij geestelijk leven.
Technologie TECHNOLOGIE ALS ZEGEN EN ZORG Zomer 2015
Hugo van der Zee
12 jaargang 7
Het mes van de technologie snijdt vrijwel altijd aan twee kanten. Dankzij de technologie zijn wij bijvoorbeeld verlost van zware arbeid, kunnen we ons makkelijker vervoeren en met elkaar communiceren over afstanden. Aan de andere kant zijn het de moderne technologieën die ons in staat stellen op grote schaal oorlogen te kunnen voeren en de ecosystemen te vernietigen. We merken hier echter weinig van in onze directe leefomgeving, althans vooralsnog. Dit komt grotendeels omdat de samenleving, met name de stedelijke, kunstmatig in stand wordt gehouden. Het is dankzij de technologie dat wij in een industriële samenleving kunnen leven die in wezen onnatuurlijk is. Net zoals een duiker in een (voor hem) niet leefbare omgeving kan overleven dankzij zuurstof flessen, duikbril, duikpak, zwemvliezen etc., zo is het dankzij de technologie dat wij in de moderne steden kunnen overleven. Maar de complexe infrastructuren en technologieën die moeten zorgen voor essentiële zaken zoals transport, water, voedselvoorziening en elektriciteit maken de huidige samenleving zeer kwetsbaar. Een dag zonder stroom en de samenleving ligt al plat, en een paar dagen zonder stroom en we zijn in een complete chaos. Natuurlijk kan de mens zich ook nooit echt gelukkig voelen, en ook niet gezond zijn in een onnatuurlijke omgeving. Daardoor is er zoveel vervreemding, stress en eenzaamheid. Hiervoor heeft de farmaceutische industrie ook haar oplossingen, bijvoorbeeld in de vorm van slaapmiddelen en antidepressiva. Maar voor de meeste mensen is amusement een afdoende medicijn (of verdovingsmiddel). Men zet de TV, computer, telefoon of tablet aan, en schakelt zich zelf uit. Het een compensatie, een beloning voor ons conformisme. De mens wordt zo steeds meer gereduceerd van een denkend wezen tot een wezen dat slechts reageert met vluchtige emoties en reflexen. We zien het in de wereld van de computer spellen, maar ook in de commercie, en de manier waarop wij keuzes maken, wanneer wij bijvoorbeeld een stem uitbrengen. Zelfs voor zaken waar een overwogen besluit belangrijk is reageert de massa met reflexen, en het denken laat men steeds meer aan autoriteiten over. Maar de autoriteiten blijken ook zelf niet te denken. Men volgt bovenal richtlijnen van boven af, en voor praktische bestuurstaken beroepen de politici zich op statistieken en cijfers. Met de daarop toegepaste technologie komt men tot besluiten die in veel gevallen strijdig zijn met een gezonde samenleving en het gezonde verstand. Zo worden wij vaderlijk toegesproken over de noodzaak van vooruitgang en de technische innovaties die daar bij komen kijken. Bijvoorbeeld door de Minister van binnenlandse zaken Ronald Plasterk die onlangs stelde: `De stad moet als 'motor van onze economie en welvaart' een impuls krijgen. Meer groei en vernieuwing zijn nodig. De Nederlandse steden moeten zich kunnen meten met de wereldtop`. Werkelijk vragen worden niet gesteld, althans niet binnen de politiek en de media. Vragen als; wat houdt dat in, `meer groei` en het `behoren tot een wereldtop`? Is dat iets wenselijks? Wat is de prijs die wij daarvoor betalen? Wat is de prijs die de natuur, dier, mens, en nageslacht betaalt. Door afwezigheid van werkelijke discussie en onderzoek weten de autoriteiten niet beter dan de wereldproblemen met pleisters en `techno fixes` op te lossen. Uiteraard werkt dit niet. De medische industrie spreekt al decennia over ongekende mogelijkheden en doorbraken, maar het aantal ziektegevallen neemt steeds meer toe. Ook de vervuiling van lucht en bodem neemt steeds toe, maar we horen al jaren lang dezelfde optimistische verhalen over elektrische auto's en windmolens. We moeten geloven dat het een `stap in de goede richting is`. Dit is voor ieder die een beetje verder kijkt onzinnig. Het gaat niet om het aanpakken of terugbrengen van de uitstoot. Wat moet worden aangepakt is de industriële maatschappij. De gassen en het afval van de eindproducten vormen slechts een klein deel van het probleem. Zelfs als er schone energie direct uit de grond zou komen, bij wijze van spreken, dan zou met het huidige consumptiepatroon de wereld nog steeds in rap tempo vernietigd worden.
Technologie
jaargang 7
Vijftien jaar geleden heb ik een artikel geschreven met de titel `De Personal Assistant`. Het artikel ging over de mogelijkheden en ontwikkelingen van een persoonlijk apparaat, een geavanceerde `smart phone` die zeer praktisch zou zijn, en waar de mens volledig afhankelijk van zou kunnen worden, en tevens nauwkeurig gecontroleerd. Toen ik onlangs mijn nieuwe mobiele telefoon opstartte en de tekst `Life companian!` verscheen besefte ik dat het inderdaad die kant op gaat, alhoewel het nog in de beginfase is. Nu hoef je geen ziener te zijn om een idee te krijgen hoe de communicatie technologieën zich verder kunnen gaan ontwikkelen. Sciencefiction schrijvers in de jaren 70 en 80 schreven hier al over, en dat jaren voordat computers, Internet en mobile telefoons gemeengoed waren. Deze sciencefiction verhalen spelen zich veelal af in een maatschappij waar de mensen via geavanceerde technologieën aan een interactief informatie netwerk gekoppeld zijn waar men volledig van afhankelijk is. Het netwerk wordt beheerd door een centraal geleid dictatoriaal bestuur die de mensen controleert en in hoge mate kan `besturen`. De hoofdpersonen en helden in deze boeken zijn over het algemeen de `outcasts`. Het zijn de mensen die weigeren zich aan het netwerk te koppelen en voor de vrijheid kiezen. Het is opmerkelijk dat in veel van deze sciencefiction romans de vrijheidsstrijders vaak nieuwe vermogens ontwikkelen (zoals telepathie) waarmee men uiteindelijk de dictatoriale macht weet te overwinnen. Dan zijn er natuurlijk ook de klassiekers als “Brave new world” en “1984”, die zeer accuraat en visionair bleken te zijn. Ook Rudolf Steiner sprak en schreef over een situatie die in de toekomst werkelijk-
13
De technologieën krijgen een steeds grotere vernietigingskracht. We zien dit in de wapenindustrie, de farmaceutische industrie en bij de ontwikkeling van nieuwe chemische stoffen zoals landbouwgiffen, het boren naar schalie gas, en de geautomatiseerde visvangst die met enorme boten de zeeën leeg haalt en `en passant` de bodem vernietigd. Een aantal van de nieuwe technologieën grijpt zeer diep in het bestaan in, zoals de gentechnologie, de kerntechnologie en de ontwikkelingen in de farmaceutische industrie. Ondanks de grote risico`s heeft de wetenschap de roekeloze en arrogante houding dat `alles kan` en `alles mag`. Zo hebben de wetenschappers in CERN er geen probleem mee om de materie op te blazen ondanks dat men erkent geen idee te hebben wat de resultaten zullen zijn. Men heeft dus geen benul waar men mee bezig is, maar staat er ook geen moment bij stil dat dit wel eens verregaande consequenties zou kunnen hebben. Deze ontwikkelingen zijn ernstig, maar ze zijn nog wel grotendeels openbaar. Dat wil zeggen, we kunnen achterhalen wat er gebeurd. Met de ontwikkelingen op ICT gebied ligt dit anders. Hier vinden ook ontwikkelingen plaats die diep in mens en maatschappij kunnen ingrijpen. Maar deze ontwikkelingen gebeuren veelal op de achtergrond, en vaak in het geheim.
Zomer 2015
Alleen werkelijke veranderingen kunnen tot een duurzame wereld leiden, en de technologie kan hier juist een rol spelen. Daarom is werkelijke discussie zo belangrijk. De rol van de technologie krijgt echter nauwelijks serieuze aandacht binnen de politiek en de gevestigde wetenschap. Men neemt aan dat de maatschappelijke ontwikkeling een lineair groei volgt en dat we met technologische verbeteringen de zaak bij kunnen bijsturen, met name door het efficiënter en slimmer maken van producten en diensten. Neem bijvoorbeeld de ontwikkeling van de auto. Men had zich vijftig jaar geleden zonder een bijzonder voorstellingsvermogen best een beeld kunnen vormen hoe de auto steeds geavanceerder zou worden, en wat voor belangrijke plaats deze in de maatschappij zou innemen. Maar men blijft aan de oppervlakte. Problemen die ontstaan worden gezien als bijverschijnselen, als kinderziektes, die worden opgelost met nog meer van hetzelfde, met meer wegen en parkeergarages, met katalysators, loodvrije benzine en elektrische auto`s. Maar dit resulteert juist in nog meer auto`s waardoor de situatie juist verergert. Zelden horen we de vraag waarvoor wij überhaupt in auto`s rijden, terwijl bekend is dat een auto een uiterst inefficiënt en milieuonvriendelijk vervoermiddel is. De wetenschap beroept zich opmerkelijk genoeg juist op `efficiëntie`. Men streeft naar specialisatie en individualisatie. Waar wij vroeger gezamenlijk in treinen en bussen reden hebben we nu onze eigen auto. In de medische wetenschap zoekt men naar persoonlijke DNA gerichte medicijnen. In de wapenindustrie is er een verschuiving van massabommen naar gerichte “precisie” bommen, en chemische wapens tegen de mens gericht. Ook de ICT (Informatie en Communicatie Technologie) kent een tendens naar individualisering. De televisie was nog een één richting medium dat zich tot een hele bevolkingsgroep richtte. Vandaag de dag zijn er steeds meer toepassingen die “individueel gericht” en “interactief ” zijn. Dit zijn woorden waar de multinationals, overheden en andere belanghebbenden natuurlijk bij likkebaarden.
Technologie Zomer 2015
heid zou worden. Hij doelde op een gebeurtenis die over enkele duizenden jaren plaats zou vinden. Het is dus qua woordkeus en beelden heel anders dan romans als “1984”. Toch kan men zich indenken dat met de huidige ontwikkelingen iets dergelijks ooit zal plaatsvinden. Steiner schreef het volgende:
14 jaargang 7
Uit de aarde zal er een vreselijk geslacht van wezens opschieten die qua karakter tussen het minerale en het plantenrijk staan, automaat-achtige wezens, rijkelijk voorzien van verstand. Met deze beweging die over de aarde zal plaatsgrijpen, zal de aarde bedekt worden als met een net, een weefsel van vreselijke spinnen met een reusachtige wijsheid, die echter in hun organisatie niet eens tot het plantenbestaan reiken; vreselijke spinnen die zich met elkaar zullen verstrengelen, die in hun uiterlijke bewegingen alles zullen imiteren wat de mensen ooit uitdachten met het dode intellect. Al wat de mensen gedacht hebben aan irreële gedachten, dat worden wezens. De aarde zal bedekt zijn -zoals ze nu met een luchtlaag bedekt is, zoals ze zich soms ook bedekt met zwermen sprinkhanen- met vreselijke mineraal-plantaardige spinnen, die zeer verstandig zijn, maar die zich vreselijk boosaardig in elkander spinnen. En de mens zal, voor zover hij zijn dode intellectuele begrippen niet levendig heeft gemaakt zijn wezen met deze vreselijke mineraal-plantaardige spinnendieren moeten verenigen. Ziet U, dat is wat volkomen in de realiteit van de aarde- en mensheidsontwikkeling ligt en wat een groot aantal mensen, die de mensheid afhouden van het opnemen van geesteswetenschappelijke inzichten, heel goed weten. Want er zijn er die geheel en al de bewuste bondgenoten zijn van het inspinnen van de aarde-mensheid in de toekomst. Steiner spreekt dus niet van een technologie waarmee de mens onderdrukt kan worden, maar van een situatie waarin de mens door zijn dode intellect gevangen kan raken in een kwaadaardig `automaat-achtig` netwerk, waarvan hij zelf de schepper is. De tendens dat het abstracte `dode` denken de plaats inneemt van levende gedachten is iets wat in deze tijd al zeer goed te zien is. Met name in maatschappelijke gebieden waar het levende denken zo noodzakelijk is, zoals de politiek en economie, heeft het abstracte denken de overhand gekregen. Het `levenloze` denken is tevens een technologische tak waar enorm veel aandacht en geld naar toe gaat. Het gaat hier om het imiteren van menselijk denken, door middel van `kunstmatige intelligentie`. Het is natuurlijk niet per definitie verkeerd dat computers complex rekenwerk doen. Maar het gaat erom hoe en waar en dit wordt ingezet. Wanneer technologie wordt gebruikt als gereedschap, bijvoorbeeld om te berekenen hoeveel materiaal er voor een brug nodig is, dan heeft het effect een beperkte reikwijdte. Maar wanneer economische beslissingen worden genomen door computers (en dit gebeurt vandaag de dag) dan is dit een heel andere zaak. En het is juist de inzet van dit soort technologieën die op de achtergrond plaats vindt. De aandacht van consument en media richt zich hoofdzakelijk op de fysieke (buiten) kant van de technologische ontwikkelingen. Bijvoorbeeld de robotten, drones, zelfrijdende auto`s, en consumenten gadgets zoals telefoons, tablets, camera`s en allerlei handige apparatuur die met internet in verbinding staan. Het is zeker fascinerend wat men zo weet te produceren. En al deze producten en apparaten zullen ongetwijfeld verfijnd en verbeterd gaan worden. Zo zal de communicatie tussen mens en apparatuur directer worden, bijvoorbeeld via projectie in brillen of lenzen. En er zijn nu al werkende prototypen waar de mens kan communiceren via hersenimplantaten. Maar uiteindelijk zijn deze zaken toch de buitenkant. Waar het uiteindelijk om draait zijn de programma`s, dus de kunstmatige intelligentie die deze apparaten bestuurt. Het is een terrein dat nog in de kinderschoenen staat maar een sterke ontwikkeling doormaakt. Er wordt gewerkt aan spraakherkenning, interpretatie van menselijk gedrag, en het simuleren van menselijke spraak en gedrag. Dankzij deze ontwikkelingen zal de manier waarop wij met technologie zullen omgaan veel directer en persoonlijker worden. Wanneer de kunstmatige intelligentie gekoppeld zal worden aan het `kunstmatige geheugen`, dat wil zeggen de grote hoeveelheid persoonlijke informatie die vergaard en opgeslagen wordt, dan zijn de mogelijkheden ongekend. Het vergaren van persoonlijke data is iets dat al enige jaren aan de gang is. Meer dan we beseffen wordt ons leven in kaart gebracht. Wanneer je een mobiel bij je hebt is altijd te achterhalen op welk tijdstip je waar bent geweest. Al je telefoon gesprekken, zoekopdrachten op internet, bestellingen, verzonden e-mails, koopgedrag, gedrag op sociale media, en wie je vrienden en kennissen zijn wordt vastgelegd. Wanneer je een
Technologie
7
Meerdere van dergelijke onderzoeken zijn gedaan en het blijkt dat de mens op dit gebied zeer voorspelbaar is. Het wordt dan ook op vele gebieden toegepast. Bijvoorbeeld in de commercie. Bedrijven raden ons aan om `kennis te maken` met een product, we kunnen iets op proef nemen met de optie om het terug te sturen (wat we zelden doen), of we kunnen kiezen voor een goedkoop `in-stap` model. Ook zaken die een sterk effect hebben op ons welzijn, bijvoorbeeld op onze gezondheid, worden geleidelijk aan ingevoerd. Zo waren de risico`s van straling de afgelopen jaren een veel besproken onderwerp. Maar beetje bij beetje is onze leef-
jaargang
Als je je in deze ontwikkelingen verdiept dan ontdek je dat dit geen sciencefiction is, de basis van de technologieën bestaat al. Nu zullen veel mensen zeggen dat dit toch wel zeer ver gaat. Als we werkelijk in een dergelijke Orwelliaanse situatie terecht komen dan zullen de mensen toch wel in opstand komen. Het punt is dat we vandaag de dag al veel accepteren. Veel meer dan we beseffen. Het sleutelwoord is hier `normvervaging`. De mens accepteert veel wanneer het stapsgewijs gaat. Hoe normvervaging werkt wordt vaak uitgelegd aan de hand van de anekdote van de `gekookte kikker`. Wanneer je een kikker in een pan heet water gooit zal hij er snel uit springen omdat hij voelt dat er iets mis is. Maar wanneer een kikker in een pan lauw water wordt gedaan die geleidelijk aan wordt verwarmd zal hij het gevaar niet opmerken. Wanneer het te laat is, is de kikker te suf om er nog uit te springen. Het is een anekdote die niet is bewezen. Er zijn echter studies die aangeven, dat gewenning en normvervaging een zeer menselijke eigenschap is. Zo werd er aan een groep mensen die in het bezit van een voortuin waren gevraagd of zij een bord met een tekst in hun tuin wilden plaatsten (wat de tekst was doet voor het onderzoek niet ter zake). Veel mensen weigerden, en een aantal stemde toe. Veel van de `weigeraars` gingen echter wel akkoord met het plaatsen van een kleiner bord. Nu bleek dat van deze mensen weer een groot aantal in tweede instantie wél toestemden tot het plaatsten van het grotere bord (het bord dat zij dus in eerste instantie geweigerd hadden).
15
Wanneer men met behulp van kunstmatige intelligentie en de zeer gedetailleerde persoonlijke profielen op interactieve wijze met de mens kan communiceren dan opent dit hele nieuwe deuren. Dit zal op slimme wijze aan de mens gebracht worden. Men zal niet doorhebben wat voor enorme technologie hier achter zit. Het zal een leuk apparaatje of dienst zijn, een sympathieke `personal assistant` of `life companian` die je door en door kent en begrijpt, en zelfs met je meevoelt. Het zal je visueel wondere werelden kunnen brengen, op maat gesneden. Het zal de ultieme afleiding en troost zijn, altijd geduldig, altijd klaar om te helpen. Buiten je primaire communicatie middel zal het ook je betaalmiddel, geheugen, raadgever, arts, advocaat, docent, tolk, vriend en tot zekere hoogte ook je geliefde kunnen zijn. Als je je in de huidige ontwikkelingen verdiept en ziet hoe de mensen nu al aan hun “mobieltje” verknocht zijn, kun je je een voorstelling maken hoe sterk de mens gegrepen kan worden door deze nieuwe technologie. Veel mensen kunnen al nauwelijks een dag zonder telefoon, TV of computer. De verleiding, en de maatschappelijke druk van vrienden en collega`s om `always connected` te zijn, is groot. Ondanks dat we een groot gedeelte van de dag actief met deze apparaten bezig zijn, hebben nog wel de keuze ze uit te zetten. In de toekomst is dit wellicht niet meer mogelijk. Dankzij het directe en constante contact, en de persoonlijke informatie die toegankelijk is voor de autoriteiten, zal de mens zèlf de `ultieme slimme meter` worden. Mensen kunnen automatisch gecontroleerd worden en, in geval van `ongewenst gedrag`, uitgeschakeld door eenvoudig diensten af te sluiten. Men kan bijvoorbeeld geen betalingen meer doen, niet meer gebruik maken van transport, toegang tot gebouwen kan geweigerd worden, en ga zo maar door.
Zomer 2015
elektrische `slimme meter` hebt laten installeren kunnen ook je huishoudelijke gewoontes in kaart gebracht worden. Nu zeggen de sceptici dat de bedrijven en overheden met deze zee van informatie weinig kunnen, dat het zoeken naar een speld in een hooiberg is. Maar het zoeken van een speld in een hooiberg wordt in één keer kinderspel wanneer je een paar sterke magneten hebt. Wat men over het hoofd ziet, is dat een groot gedeelte van het overigens al zeer grote Amerikaanse budget voor defensie wordt besteed aan `data mining` en `data profiling`. Men ontwikkelt methodes en software die patronen en bruikbare informatie uit de grote hoeveelheden digitale data kunnen halen. Het gaat hier niet alleen om internet verkeer maar ook telefonie, financiële transacties (bijv. geld pinnen), data van slimme meters, en in principe alles wat digitaal wordt opgeslagen.
Technologie Zomer 2015
omgeving gevuld met wifi apparaten en telefoonmasten. Na vele jaren discussies en debatten over privacy bevinden we ons nu in een situatie waar we minder privacy dan ooit hebben. Het filmen en vastleggen van nummerborden, gezichtsherkenning in het openbaar vervoer, het opslaan van internet gedrag, uiteindelijk accepteren we het allemaal. Het is opmerkelijk hoe snel de mensen zaken accepteren en gewoon gaan vinden. Het is niet zo zeer dat men van mening verandert, maar men laat de mening varen. Zo stond er een jaar of tien geleden een artikel in een Nederlands dagblad dat over een familie ging waar alle kinderen een mobiele telefoon hadden. De ouders vonden dit nodig om altijd de kinderen te kunnen bereiken. De publieke opinie was dat dit toch wel ver ging. Men vond het onnodig en decadent. Slechts enkele jaren later was het de norm.
16 jaargang 7
De politiek maakt dankbaar gebruik van dit menselijk gedrag om geleidelijk veranderingen door te voeren. Wanneer men in de toekomst de `personal assistant` zal willen invoeren dan zal dit waarschijnlijk eerst aan een groep `early adopters` worden aangeboden, die daarmee een aantal voordelen krijgen. De nadruk zal gelegd worden op het feit dat men tijd en geld bespaard. De commercie zal echter de grote motor zijn. Het apparaat of de dienst zal zeer aantrekkelijk en handig zijn, de grote massa zal dus snel volgen. Degenen die niet conformeren zullen als ouderwets worden bestempeld, of zelfs als immoreel. De overheid, commercie en media zullen met overtuigende argumenten komen. Bijvoorbeeld dat we op deze manier betere gezondheidszorg kunnen krijgen, mensen die tegenwerken maken het alleen maar duurder. En men zal de veiligheid in het verkeer niet kunnen garanderen wanneer je niet aangesloten bent. Door te weigeren ben je niet alleen een gevaar voor jezelf, maar ook voor anderen. Onverantwoord gedrag dus, en dat zal men niet toestaan. De mensen die door overwogen nadenken tot het besluit komen dat een dergelijk apparaat of dienst niet wenselijk is zullen verdacht zijn, en als `probleemfiguren` worden afgebeeld. Het is de omgekeerde wereld die we kennen van de politiek en media. Het invoeren van vrijheidsbeperkingen verloopt in een proces van voortdurende expansie. De Engelse term die hier wordt gebruikt is de `totalitarian tiptoe` methode. De overheden tasten constant af, er wordt getest wat men accepteert, en wat niet. Wanneer een nieuwe wet of maatregel op veel reactie of tegenstand stuit dan houdt men even in, laat de bui overgaan, en zet dan weer door. De nieuwe wet wordt hoe dan ook ingevoerd, eventueel in een ander jasje en met nieuwe terminologie. Zodra dit bereikt is gaat men over tot de volgende stap. Dit patroon is overal te zien. Zo is er op het moment in Australië een wetsvoorstel om geen kinderbijslag uit te keren aan ouders die hun kinderen niet laten vaccineren. De volgende stap zal niet lang op zich laten wachten. Bijvoorbeeld verplichte RFID identificatie chips op scholen. Kinderen moeten een pasje hebben met een RFID (Radio Frequentie Identification) chip waarmee ze gemakkelijk en automatisch gevolgd kunnen worden. Het is natuurlijk zeer praktisch als het schoolbestuur kan zien waar een kind zich op een bepaald tijdstip bevindt (en bevond). De media bereiden de weg voor om dit als acceptabel te presenteren. De nadruk ligt op de betere veiligheid van de kinderen, wie kan hier nu op tegen zijn? Als dit op de scholen gemeengoed is geworden dan zal de rest van de maatschappij volgen. Als dat zover is dan zullen er weer nieuwe voorstellen komen, bijvoorbeeld chip implantaten in plaats van RFID kaarten. Altijd zullen de argumenten zijn dat het praktisch is, en geld en tijd bespaard. En dat zal ook zo zijn. Het punt is wat wij er voor inleveren. Dit is in veel gevallen onze privacy en vrijheid. Natuurlijk zullen er, net als in de eerder genoemde sciencefiction romans, altijd mensen zijn die weigeren hun vrijheid op te geven. Maar we zijn in een situatie gekomen waar het niet meer mogelijk is ons te distantiëren van de technologie en maatschappij zoals de Amish gemeenschap in de VS dat doen. Het zou ook niet nodig hoeven te zijn om de technologie af te wijzen. Technologie is niet de oorzaak maar een middel. Het is toch ook dankzij de nieuwe communicatie technologieën dat mensen en organisaties zich kunnen verenigen, en dit artikel had niet tot stand kunnen komen zonder de moderne technologieën. Het gaat erom de werkelijke impuls van de technologieën te leren kennen. De ontwikkeling die al deze moderne technologieën mogelijk maakt reikt natuurlijk veel verder. Het zou onlogisch zijn als de enorme technische ontwikkelingen niet tegelijkertijd ook andere mogelijkheden brengt die een tegenwicht kunnen bieden, zoals veel geestelijke stromingen beschrijven, en de sciencefiction schrijvers al aanvoelden. De hedendaagse
Technologie
Naomi Klein - This changes everything Jacques Ellul - La Trahison de la Technique Lewis Mumford - The Myth of the Machine
7
Wubbo Ockels legt de nadruk op `onze` wil. Voor werkelijke verandering zal hoe dan ook persoonlijke inspanning nodig zijn. Het is nodig dat we werkelijk gaan denken, en kennis van zaken nemen. We kunnen niet meer passief blijven. Het is niet voldoende te beweren dat er een `tijdperk van morele technologie` moet komen. We moeten zelf aan het werk gaan. Veel wetenschappers en genieën zijn ons voorgegaan. Pioniers als Viktor Schauberger en Nicola Tesla kunnen inspirerend zijn, maar we hoeven de lat ook niet te hoog te leggen. Tesla was zijn tijd voorruit en het is waarschijnlijk dat men in de toekomst meer inzicht in zijn werk gaat krijgen. Maar velen gaat dit boven de pet. Nu hoef je geen Nicola Tesla te zijn om met goede oplossingen komen. Er worden tal van eenvoudige technologieën ontwikkeld die vooruitstrevend en duurzaam zijn. We hoeven ook niet afhankelijk te zijn van de instituten en industrieën. Uiteindelijk waren, en zijn nog steeds, veel van de uitvindingen achterkamer werk, denk aan Blaise Pascal en Marie Curie. De één zal beweren dat hij of zij geïnspireerd is, en de ander zal zeggen eenvoudig een goed idee te hebben gehad. Hoe men tot werkelijke vernieuwingen komt is uiteindelijk niet belangrijk. Dát er vernieuwingen komen doet er wel toe.
jaargang
Niet lang voor zijn overlijden sprak de natuurkundige en astronaut Wubbo Ockels de volgende woorden: Het is genoeg, we zijn te ver gegaan!! De industriële revolutie heeft ons in een ongewenste situatie gebracht. We zijn door de natuur geraasd, we vernietigen onze levensbronnen. We moeten stoppen, we moeten veranderen, we moeten een ander pad kiezen. We moeten een nieuwe houding vinden, een nieuwe cultuur, een nieuwe eenheid van de mensheid. Laten we ‘het menselijke tijdperk’ begroeten. Onze wil is de sleutel. Het geloof in de mensheid zal ons die wil geven.
17
Het Gutenberg-tijdperk (van de boekdrukkunst) vereiste dat wij de abstracte tekens die met inkt op papier zijn gedrukt, door een ontwikkeld denken tot leven konden brengen. De huidige informatie technologieën hebben de mogelijkheid om ons allerlei inhoud op een van te voren uitgewerkte `kant en klare` manier aan te bieden. Er wordt slechts van ons verlangt dat wij, als automaten, die inhoud passief opnemen en op de juiste manier reageren. De situatie is daarmee veel kritieker en ingrijpender geworden, en vergt dan ook een veel verder reikende versterking van het denken dan die nodig was in de tijd van de uitvinding van de boekdrukkunst. Dat een nieuwe manier van denken nodig is zal iedereen kunnen inzien, ongeacht wat je achtergrond of overtuiging is.
Zomer 2015
technologieën zijn in veel gevallen niet meer dan een negatieve draai van iets wat in wezen positief is. Het kaapt een goede impuls weg. Zo voldoen de fantasie wereld van de computerspellen en films als Harry Potter in zekere zin aan een spirituele dorst, maar het blijven karikaturen. De vraag is hoe de impuls te herkennen waarmee de mens zich werkelijk verder kan ontwikkelen. Een impuls waarmee we echte kennis kunnen opdoen, in plaats van het accumuleren van informatie, en waarmee we met de diepe werkelijkheid in contact kunnen komen, in plaats te worden opgezogen door de digitale schijnwereld. Hoe kunnen we de stroom van de mogelijkheden in zodanige banen leiden dat deze vruchtbaar kan zijn?
derde kracht DE NOG ONONTDEKTE ‘DERDE KRACHT’ Zomer 2015
Een beschouwing van Mabel Cotterell in samenhang met een voordracht van W. J. Stein uit het jaar 1947 1)
18 jaargang 7
Inleiding door Apokalyps Nu! In het voorjaarsnummer van Apokalyps Nu!, zijn we ingegaan op het vraagstuk van de drievoudigheid van het ‘Boze’ in relatie tot de krachten van de ondernatuur. Daarbij hebben we de drie krachten van het ‘Boze’ beschreven die hun oorsprong vinden in de planetaire stadia die aan onze huidige planetaire ontwikkeling voorafgegaan zijn: uit de Saturnusontwikkeling, de Zonneontwikkeling en de ontwikkeling van de Maan. Het zijn de drie krachten van het ‘Boze’, ook wel de ‘tegenmachten genoemd, die aldus een onderdeel uitmaken van onze kosmische evolutie. Deze drie tegenmachten werken in de huidige tijd in onze ziel, en we zullen ons ermee moeten uiteenzetten. Daarbij zullen we ook wakker moeten zijn ten aanzien van de huidige technologische mogelijkheden en waar mogelijk gebruik of misbruik van krachten, die met de ondernatuur samenhangen. Zo maakte bijvoorbeeld de voormalige Amerikaanse minister van defensie, William Cohen, op een antiterrorisme conferentie van april 1997 de volgende opmerkelijke uitspraak die ik in een artikel op het internet vond over kunstmatige aardbevingen 22): “Anderen zetten zich zelfs uiteen met een bijzondere vorm van eko-terrorisme, waarbij ze het klimaat kunnen veranderen, aardbevingen kunnen laten ontstaan, en vulkanen op afstand kunnen doen uitbreken, door het gebruik van elektromagnetische golven… Zo zijn er veel geniale geesten die eraan werken om wegen te vinden om andere naties te kunnen terroriseren… Dit is een realiteit, en dat is de reden waarom wij onze inspanningen moeten intensiveren.” De vraag die hierbij uiteraard opgeroepen moet worden (we zijn bijna 20 jaar verder) hoe het staat met het gebruik van deze technologieën, waar deze extra inspanningen toe hebben geleid en wie ‘zij’ zijn, die zich hiermee uiteenzetten. Vanzelfsprekend zijn het altijd ‘de anderen’ die met dergelijke dingen bezig zijn aangezien de V.S. officieel zelf dergelijke wapens niet bezit. Een vraag die opgeworpen is in het artikel in het voorjaarsnummer is die naar de derde macht van het ‘Boze’, en de derde kracht van de ondernatuur die Rudolf Steiner als een ‘nog vernietigender kracht’ beschrijft. Het hieronder vertaalde artikel uit het Duits-antroposofische blad ‘die Europäer’, werpt licht op de complexiteit van het in het voorjaarsnummer opgeworpen vraagstuk. Inleiding redactie ‘die Europäer’ De belangstelling voor toekomstige technologieën en de angst dat nieuwe energievormen – afhankelijk van gebruik – ook schade aan mens en wereld kunnen toebrengen, leidt steeds weer tot de vraag naar de door Rudolf Steiner genoemde “derde kracht”. Meestal stelt men zich tevreden deze kracht met die van atoomkracht gelijk te stellen; hoogstens wordt hun inzet als atoombom of kernenergie als het topje van de ijsberg beschouwd. Vaak worden ook uitdrukkingen als ‘Vril’. ‘Strader-techniek’ onder meer als zuiver taalkundige differentiaties van deze ‘derde kracht’ begrepen. De publicatie van het hieronder weergegeven opstel laat zien dat de samenhangen wezenlijk complexer blijken te zijn. Vooral zijn de in het nawoord van de voordracht genoemde verwijzingen relatief onbekend gebleven. Andere bijdrages – ook om tot een begrip te komen van wat we in wezen onder de begrippen ‘elektriciteit’ of ‘atoom’ kunnen verstaan – moeten nog volgen. Een geesteswetenschappelijk, kritische beschouwing van de ideeën en technische concepten van de ‘Äthertechniek’-pionieren als Nikola Tesla, Viktor Schauberger, Wilhelm Reich en niet in de laatste plaats John Worrell Keely, zou voor een vervolg wenselijk zijn. Voor de vertaling in het Duits is ook bij de vrij geciteerde woorden van Rudolf Steiner, het woordgebruik uit de Gesamtausgabe (GA) als grondslag gebruikt. De vertaling uit het Engels (uit: Anthroposophical Quarterly, Vol 6, Nr. 3, herft 1961) alsmede de voetnoten zijn afkomstig van Christoph Podak.
derde kracht DE NOG ONONTDEKTE ‘DERDE KRACHT’
19 jaargang 7
Het was voor mij zeer waardevol om het in de laatste uitgave van Quarterly 2) verschenen artikel over atoomkracht 3), en de ernstige en stimulerende gedachten daarover te lezen. De mensheid is immers – zoals de schrijver, dhr. D. Duffy, beschrijft – maar al te zeer geneigd om een evolutionaire crisis in de toekomst of achter de horizon zich voor te stellen, zelfs dan wanneer zij direct om ons heen plaatsvindt. De gevolgen van de atoomkracht en de radioactiviteit zijn inmiddels een gevaarlijke realiteit en voor de gehele menselijke natuur, een geweldig vernietigend potentieel geworden. In zijn allerlaatste bericht ‘aan de leden’ 4) schreef Rudolf Steiner ernstige, waarschuwende woorden over de ondernatuur – een wereld, die zich naar beneden toe van de natuur emancipeert en die door Ahriman geregeerd wordt. Hij zei dat in ons technisch tijdperk, de mens kracht en geestelijk inzicht moet vinden om door Ahriman niet overweldigd te worden. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat we terugkeren naar vroegere, eenvoudige cultuurtoestanden, maar “de ondernatuur moet als zodanig begrepen worden. Dat kan zij alleen wanneer de mens in zijn geestelijk inzicht net zoveel opstijgt tot de buitenaardse bovennatuur, als hij met de techniek in de ondernatuur afgedaald is.” (….) “De elektriciteit, die na haar ontdekking tot de ziel van het natuurlijke bestaan verheven werd, ze moet begrepen worden in haar kracht die van de natuur naar de ondernatuur leidt. De mens mag alleen niet mee-glijden.” De heer Duffy begon zijn artikel met een vragenbeantwoording van Rudolf Steiner te citeren waarin hij elektriciteit, magnetisme en een nog onontdekte derde kracht met verschillende gebieden van de ondernatuur verbond. De vraag was in aansluiting op de in 1911 gehouden voordracht: ‘De etherisering van het bloed’, aan hem gesteld. In dezelfde voordracht zei dr. Steiner: “Wat wij als elektriciteit kennen, dat is licht, dat zichzelf in de materie vernietigd. En de chemische kracht die binnen de aardeontwikkeling een verandering ondergaat, is magnetisme. En nog een derde kracht zal tevoorschijn komen. En wanneer de mensen elektriciteit als zo wonderbaarlijk ervaren, zo zal deze derde kracht op een nog veel wonderbaarlijker wijze de cultuur beïnvloeden.” Rudolf Steiner verbindt elektriciteit met het onderaardse rijk van Lucifer, de eerste laag onder de minerale aarde, magnetisme als de daaropvolgende onderaardse laag, het rijk van Ahriman, en “een nog vernietigendere kracht”, het rijk van de Asuras in het binnenste bereik 6) van de planeet. – De heer Duffy is van mening dat deze derde kracht, die in 1911 nog op haar ontdekking wachtte, de huidige kernenergie betreft. Duffy’s argumentatie werd tot op zekere hoogte door dr. Heitler ondersteund, die schreef 7): “het is bijna onvermijdelijk, de atoom kracht met de derde macht van het Boze en de Asuras in verbinding te brengen.” Deze argumenten en de daaruit voortkomende conclusies worden nochtans alleen door leerlingen van dr. Steiner gehanteerd, berusten echter op geen enkele uitspraak van dr. Steiner. Hij heeft alleen medegedeeld dat deze derde kracht de onderzinnelijke, slechte keerzijde is van de sferenharmonie (hogere Devachan) en uit het gebied van de Asuras zal ontstaan, hij heeft deze kracht echter geen enkele naam gegeven. Ik wil daarom proberen de conclusies weer te geven die door een andere geesteswetenschappelijke leerling, dr. Walter Johannes Stein, getrokken zijn. Op 1 februari 1947 hield dr. Stein een voordracht over ‘De wisselwerking tussen mens en kosmos’, waarvan ik ook enkele notities heb gemaakt waarin hij zijn eigen opvatting met betrekking tot de ware natuur van de ‘derde kracht’ uiteenzette. Hij begon met een beschrijving van de moderne natuurwetenschap en haar onderverdeling van de atmosfeer in de lagen: waterstof, zuurstof, koolstof en zwavel, respectievelijk de onderverdeling van het binnenste van de aarde in de drie lagen: silicium, magnesium, en – in het centrum de zwaarste van allen – nikkel. De drie lagen kan men ook in negen verder onderverdelen. Daarna richtte dr. Stein zijn blik op de zienswijze van de geesteswetenschap en zette uiteen in welke mate deze drie lagen het verleden van de aarde voorstellen, overblijfselen van voorbije ontwikkelingsstadia, die nog steeds in haar aanwezig zijn. In de binnenste laag ligt de oude Saturnus verborgen, daarboven de laag die een overblijfsel van de oude Zon is, en de buitenste laag die direct onder het minerale aardoppervlakte ligt, is een overblijfsel van de evolutie van de oude Maan. Hij zei bovendien, dat deze overeenkwamen met de ‘Müttern’ uit Goethes Faust, kosmische machten waarvan er één nog steeds onbekend was. 8) Mephisto sprak immers met grote terughoudendheid over de ‘Müttern’, de voor de mensen onbekende godinnen, en hij beschreef Faust, hoe hij “in het aller diepste moest graven”, om deze in de “eeuwig lege verte” te kunnen vinden. Deze drie ‘Mütter’ heten in de oudheid ‘Demeter’ (Maanontwikkeling), Persephone (Zonneontwikkeling) en Rhea (Saturnusontwikkeling).
Zomer 2015
Mabel Cotterell
derde kracht Zomer 2015 20 jaargang
[ Over de wet van de vermeerdering van kracht (vermogen) Recentelijk echter kwamen licht, elektriciteit en magnetisme in gebruik, zodat nu zelfs in de medicijnengilde de fijnere krachten de plaats van de grove stoffen en bijgevolg schadelijke stoffen innemen. We naderen vermoedelijk het moment waarop deze fijne krachten in gebruik zullen worden genomen. Ieder mens weet, dat een noot, die op een muziekinstrument wordt aangeslagen, in een overeenkomstig gelijkgestemd, zich in de nabijheid bevindend instrument, een toon zal doen voortbrengen. Wanneer het met een stemvork verbonden is, zal het in de laatste een overeenkomstige toon produceren; wordt het met duizenden van dergelijke stemvorken in verbinding gebracht, dan zal het duizend tonen bewerkstelligen en een geluid produceren, dat vele malen groter is dan de oorspronkelijke toon en inderdaad zonder dat de laatste daarom verzwakt zal worden. Hier is dus sprake van vermeerdering of vermenigvuldiging van kracht (vermogen). Zouden we op de een of andere wijze de mogelijkheid hebben om de toon wederom in een mechanische beweging om te zetten dan is er sprake van een duizendvoudige vermenigvuldiging van een mechanische beweging. Uit: Clara Bloomfield Moore, Een fase in het ontwikkelingsproces bij Keely en haar verbinding met de genezing van ziektes, te vinden onder: http://www.keelynet.com/keely/klybrain.txt ]
7
Uit de overblijfselen van de oude Maan is elektriciteit afkomstig – en dr. Steiner beschreef eens deze elektriciteit als het ‘in verval geraakte zonlicht van de ontwikkelingsfase van de oude Maan. 9) Uit de overblijfselen van de oude Zon is het magnetisme afkomstig. En vanuit de binnenste laag zal de derde, tot nog toe onontdekte kracht voortkomen. Dr. Stein wees de gedachte dat dit de huidige atoomkracht zou zijn, nadrukkelijk van de hand. In plaats daarvan zou het volgens hem om akoestiek gaan, dat met de toon samenhangt. 10) Deze kracht wordt op een mechanisme overgedragen, die op bepaalde kosmische vibraties subtiel afgestemd is. 11) De aarde zal klinken en de kosmos terug klinken. 12) De mens zal in staat zijn de beweging van de aarde in de kosmos te sturen zoals hij ook een auto bestuurd. Dr. Stein beschreef verder dat wanneer de mens in staat zal zijn, tonen te produceren, die door de kosmos met een echo beantwoord zal worden, dit met het tijdperk zal overeenkomen die in de Apokalyps (Openbaringen van Johannes) wordt aangeduid met het ‘bazuinengeschal’ – dus pas naar meerdere duizenden jaren. 13) Hij bracht deze derde kracht in verbinding met het ‘scheppende wereldwoord’: ‘In het oerbegin (in de Archai) was het Woord’. De nog onontdekte kracht wordt door de in hun ontwikkeling terug gebleven Archai, dat zijn de Asuras, die de Saturnische geestwezens in het binnenste van de aarde zijn. Hun rijk is het rijk van het negatief van de levensether – kan deze daarom niet net zo een dodende kracht zijn? 14) Een door Rudolf Steiner in 1904 gehouden voordracht schijnt deze opvatting van dr. Stein te ondersteunen dat de derde kracht niet de atoomkracht is. In deze voordracht stelt hij dat het atoom niets anders als gestolde elektriciteit is. 15) Hij spreekt over de verschrikkelijke gevolgen die uit een verder inzicht in het atoom zullen ontstaan en dat het onmogelijk zal worden om de mensheid van de rand van de ondergang te behoeden als de mens dan niet tot het niveau van onzelfzuchtigheid is opgestegen. 16) Hij spreekt over de ‘strijd van allen tegen allen’ die in de zevende cultuurperiode gevoerd zal worden en hoe “een geweldige kracht van uitvindingen zal uitgaan die de gehele aarde tot een soort van zelf functionerend elektrisch apparaat zal omvormen”. Terwijl echter dit alles door dr. Steiner op een toekomstig gebruik van het atoom betrokken wordt 17), bevinden we ons tegenwoordig nog steeds in het rijk van de ‘gestolde elektriciteit’, te midden van een geweldige toename van Ahrimanische krachten. – Pas 7 jaar later, in 1911, sprak dr. Steiner van een, uit het gebied van de Asuras stammende derde kracht, die nog vernietigender zal zijn. [ Rudolf Steiner over de sympathie der verschijnselen Men moet namelijk bij zulke dingen niet vermijden op zulke diepere samenhangen in te gaan. Ziet u, men kan bijvoorbeeld heel eenvoudig zeggen: Het vibrerende, het zuiver vibrerende van geluid en tonen komt helemaal voort uit het feit dat wanneer ik in de ruimte een snaar aansla, een andere snaar, die op de zelfde toonhoogte gestemd is, meeklinkt. Dat berust geheel op het gegeven dat trillingen over gaan in een medium, in het middel waarin zich deze trillingen voortplanten, die parallel gaan met de tonen. Maar hetgeen men hier waarneemt, begrijpt men niet wanneer men het niet als een deel van een veel algemener verschijnsel opvat. En dit algemenere verschijnsel is het volgende wat dan ook waargenomen is. Neemt u aan, u heeft in een of andere kamer een slinger van een klok., die gaat wanneer u die in beweging zet, en u heeft in de kamer een – ze moet weliswaar op een bepaalde wijze geconstrueerd zijn – andere slinger, die u niet in beweging
derde kracht
7
ropäer”. Derick J. Duffy, “Atomic Power”, in Anthroposophical Quarterly, Vol. 6, nr. 2 (zomer 1961), blz. 45-48. Het genoemde tijdschrift was toentertijd het orgaan van het bestuur van de Antroposofische Vereniging in Groot-Brittannië.
jaargang
1. Dit opstel van Mabel Cotterell uit 1961 verscheen in juni 2001, nr. 8, jaargang 5 van het Duits antroposofisch blad ‘Die Eu-
21
In 1906, in de cyclus ‘Vor dem Tore der Theosophie’ beschreef Rudolf Steiner voor de eerste en als ik het goed heb, enige keer, het binnenste van de aarde. Elk van de negen onderaardse lagen is de negatieve keerzijde van het overeenkomstige kosmische gebied en van elk gaat – naar haar aard – een tegengestelde werking uit. Deze lagen zijn – hoe verder men reikt – in toenemende mate vervuld van Boze machten, tot in de binnenste sfeer, die substantieel datgene is waardoor in de wereld zwarte magie ontstaat. Van hier gaat de macht van het geestelijk Boze uit. 18) We weten echter door de geesteswetenschap, dat op dit moment de mensheid zich pas bij het allereerste begin van een scheiding tussen een goed en een slecht ‘ras’ bevind, en dat er verre toekomstige ontwikkelingen voor nodig zijn om het ‘Boze’ weer te kunnen goedmaken. De oorlog van allen tegen allen zal ons vijfde tijdperk beëindigen (Na- Atlantische tijd) en daarop zullen het zesde en zevende volgen die overeenkomen met die van het ‘Zegel-tijdperk’ en het ‘Bazuinen-tijdperk’ uit de Apocalyps van Johannes. Gegeven dr. Steiners inzichten over de toekomstige evolutie – kan zijn nadrukkelijke hoop, dat de mensheid voldoende onzelfzuchtig geworden zal zijn, voordat de derde kosmische kracht ontdekt zal zijn, nauwelijks van toepassing geweest zijn op de tientallen jaren tussen 1911 en de eerste explosie van de atoombom in 1945. Dr. Heitler schreef immers ook zelf: “Ik moet toegeven dat ik, toen ik dit dertig jaar geleden las, ik me deze bedreiging als voor een verre toekomst bestemd voorstelde”. Dr. Stein gaf weliswaar niet Rudolf Steiner als zijn bron aan, toen hij beweerde dat de derde kracht in verbinding zou staan met de toon. Hij heeft echter veel gelegenheid gehad, dr. Steiner hierover te bevragen. Gedurende zijn voordracht citeerde hij heel treffend een opmerking van dr. Steiner, die hem wellicht tot zijn slotconclusies kan hebben gebracht. Hij zei, dat dr. Steiner, toen hij eens over de gravitatie sprak, dat is de intensieve aantrekkingskracht vanuit het binnenste van de aarde, deze een ‘stille kosmische toon’ 19) noemde, die haar tegenbeeld in de periferie heeft. We mogen echter niet vergeten, dat de beslissing om het pad van de deugdzaamheid of die van het Boze te volgen, in het vermogen van de mens zélf ligt en dat de toekomst niets onafwendbaars herbergt. De onderaardse krachten kunnen nu al, of voor egoïstische machtsdoeleinden of ook ten gunste van de gemeenschap gebruikt worden. De moderne civilisatie heeft elektriciteit tot een voor haar nuttige dienaar gemaakt. De slechte derde kracht kan van haar boosaardigheid ontdaan worden indien de mensheid vóór haar ontdekking de onzelfzuchtigheid bereikt zal hebben. Met behulp van de Christus-impuls zal het Boze aan het eind worden verlost. Dr. Stein beëindigde zijn voordracht met de uitspraak, dat de mens, wanneer hij zijn negen principes reinigt en spiritualiseert, tegelijkertijd de negen aardlagen zullen worden vergeestelijkt. 20) Ahriman wil de aarde vernietigen 21), ze middels haar atomaire krachten afbreken; het is onze opgave haar in de vergeestelijkte toestand van weleer terug te laten keren. We zullen dan de nieuwe fase voor een verdere ontwikkeling voorbereid en datgene verlost hebben, wat te verlossen is. Uitvoerig beschreven aanwijzingen voor een individuele scholingsweg, voor de reiniging van de zielekwaliteiten van denken, voelen en willen zijn door Rudolf Steiner ons gegeven; in deze zin schreef hij: “De mens heeft het in de hand, zichzelf te vervolmaken, zich met de tijd geheel om te vormen”. 22)
Zomer 2015
brengt. Dan zult u, wanneer de omstandigheden gunstig zijn, zo nu en dan ontdekken dat deze tweede slinger vanzelf in beweging komt. En dat is wat men de ‘sympathie der verschijnselen’ kan noemen. Deze ‘sympathie der verschijnselen’ kan in brede gebieden onderzocht worden. De laatste van deze verschijnselen hebben immers nog een verband met de uiterlijke wereld, de laatste van deze verschijnselen is datgene wat nog veel meer onderzocht zou kunnen worden dan wordt gedaan omdat ze daadwerkelijk op alle gebieden voorkomt. U kunt het in ontelbare gevallen beleven: u zit met een mens aan tafel en die zegt iets wat u juist van tevoren gedacht heeft. U heeft het gedacht en hij brengt het ter sprake nadat u het niet gezegd heeft. Er is hier sprake van het sympathisch mee voltrekken van een op een bepaalde wijze, afgestemd gebeuren, een samenhang van gebeurtenissen, die zich hier op geestelijk gebied afspelen. En men zou een continuerende volgorde van de feiten in ogenschouw moeten nemen tussen het eenvoudige meetrillen van een snaar - die men immers nog door middel van een grove voorstellingswijze beschouwd, ongeestelijk als het zuiver zich geplaatst weten in het uiterlijk zich materieel afspelende gebeuren – en datgene wat als parallel-verschijning al geestelijker optreedt zoals in het meebeleven van de gedachten. Uit: Geisteswissenschaftliche Impulse zur Entwickelung der Physik (eerste natuurwetenschappelijke cursus), GA 320, voordracht van 31 december 1919 ]
derde kracht 2. In het Engels staat ‘on Atomic Power’, wat voornamelijk op het gebruik van kernenergie in kerncentrales duidt. Verder onZomer 2015 22 jaargang 7
der in de tekst is vooral de term: ‘atomic forces’ gebruikt; deze, uit het oogpunt van haar betekenis, meer open gebruikte term, werd in het Duits met het begrip ‘atomaren Kräften’ (in tegenstelling tot bijvoorbeeld de chemische) vertaald. Terwijl met ‘Atom-Kräfte de energieën van het atoom aangeduid kan worden, meer precies het zogenoemde atoom – als voorgestelde entiteit - en de aan haar ten grondslag liggende, respectievelijk constituerende vormkrachten. Een verduidelijking in dit opzicht met een teruggrijpen op Steiners drievoudige atoombegrip kan alleen door middel van een afzonderlijke beschouwing worden bewerkstelligd. 3. Brief van 12 april 1925, in: Anthroposofischen Leitsätze, GA 26, blz. 255-259 4. Voordracht van 1 oktober 1911, in Das esoterische Christentum – und die Geistige Führung der Menschheit, GA 130. 5. Mevrouw Cotterell schrijft: „at the very core of the planet” – wat met ‘in het middelpunt, het hart, enz. van onze planeet’ te vertalen is. Vergelijkt men dit weliswaar met wat mevrouw Johanna Gravin von Keyserlingk in haar geschriften over het ‘eigenlijke middelpunt van de aarde’ beschrijft (en wat haar door Rudolf Steiner werd bevestigd), dan vraagt dit om een verdere differentiëring: onder of achter het rijk van de Asuras, bevindt zich daarnaast de ‘gouden’ sfeer van de etherische Christus, respectievelijk, is er als het ware te vinden. 6. Zij baseert zich vermoedelijk op ‘Life and Nuclear Forces’, in: Anthroposophical Quarterly, zomer 1957. 7. Vergelijk Rudolf Steiner, ‘Faust und die Mütter’ (voordracht van 2 november 1919), in Geisteswissenschafliche Erläuterungen zu Goethes 'Faust', GA 273 I. Steiner spreekt hier echter over de bekende elektriciteit – in de breedste zin van het woord – en van twee pas in de toekomst werkzame krachten. Op deze – ogenschijnlijke – tegenspraak kan hier slechts gewezen worden. 8. Het exacte woordgebruik in het Duits kon niet gereconstrueerd worden. 9. De korte notities schieten tekort om de uiteenzettingen van Stein goed te beoordelen. Zo is ‘akoestik’ een breed begrip wat zowel ‘geluid’, de ‘toon’, ‘klank’, etc. kan inhouden. 10. Mevrouw Cotterell heeft blijkbaar moeite W.J. Steins uiteenzettingen op dit punt te volgen daar haar naschrift hier vaag blijft. De exacte, gedetailleerde procedure hoe bijvoorbeeld een toon van een viool op een zich resonerend medium overgedragen kan worden - waardoor uiteindelijk een voor motoren geschikte kracht geactiveerd kan worden – laat zich het beste aan de hand van de in 1898 gestorven uitvinder en musicus, John Worrell Keely, verduidelijken (zie tekstblok in dit artikel). Enkele grotendeels in het Engels en op internet te vinden documenten maken het op zijn minst mogelijk een principieel inzicht te krijgen in de hierbij in beschouwing komende, etherische, respectievelijk zielsmatige werkingsmechanismen, waarbij zijn uitvinding als zodanig tot op de dag van vandaag noch ontcijferd noch met enig resultaat gereconstrueerd kon worden. Op hen beroept zich – in aansluiting aan Steiner – vermoedelijk ook Stein. 11. Vermeldenswaard en wellicht ook voor een begrip van dit gebeuren behulpzaam zijn de uiteenzettingen van R. Steiner over het gezang van de vogels – aan “wat daar gevormd wordt”, hoe dit “door het etherische element in de kosmos” naar boven doordringt, naar boven vibreert, dan naar de aarde terug vibreert, om door de dierenwereld ontvangen te worden, “alleen heeft zich dan met haar het wezen van het Goddelijk-geestelijke van de kosmos verbonden”. (voordracht van 7 april 1923, in: Der Jahreskreislauf – als Atmungsvorgang der Erde und die vier großen Festeszeiten, GA 223). Meerdere keren sprak hij er ook over dat voor het hogere bewustzijn de aarde, de zon, enz. klinken. 12. De verwijzing: “dus pas na meerdere duizenden jaren” kan natuurlijk alleen betrekking hebben op ontdekkingen en uitvindingen die boven die van o.a. Keeley – als vooruitgrijpen op latere mogelijkheden – uitstijgen. 13. Het gaat hier dus om een dodende kracht, dus in dit geval de levensether (overeenkomstig vragenbeantwoording in GA 130) “nog verder als de fysieke wereld naar ondergedrukt” verschijnt, en in zekere zin alleen in deze vormtoestand tot gebruik komt. 14. Hij zegt niet “het atoom”, maar spreekt over het fysische atoom. Zie voordracht van 16 december 1904, in Die Tempellegende und die Goldene Legende, GA93, blz. 112 vergelijk opmerking 3 en de Beiträge zur Rudolf Steiners Gesamtausgabe, nr. 122 (zomer 2000), aldaar, Opdrachten van Rudolf Steiner voor natuurwetenschappelijk onderzoek, blz. 13-14 en 25. 15. Deze waarschuwing wordt pas in de vervolg voordracht van 23 december 1904 gegeven. 16. Exacter: het atoom en de daarin ‘binnen wonende’ krachten – in de zin van datgene wat in GA 93, blz. 122/123 is na te lezen. Het zijn de passages waarop de interpretatie van de derde kracht als atoomkracht het meest berusten. Zonder een exacte beschouwing van de hier door Steiner tegelijkertijd gethematiseerde substantiële samenhang tussen elektriciteit, atoom en de menselijke gedachten, is een dergelijk oordeel beslist voor de hand liggend. Anderzijds komen hier – en al in 1904 – wezenssferen aan de orde, die men beslist met de derde kracht in verbinding brengen kan, zelfs zou moeten. 17. Voordracht van 4 september 1906, in GA 95. R. Steiner heeft echter ook in andere samenhangen over de 9 lagen van de ondernatuur gesproken. Dienovereenkomstig heeft de redactie van Quarterly in het volgende nummer (nr. 4 1961) een haast volledige uiteenzetting gegeven. Zie ook: Adolf Arenson, Das Erdinnere, Berlijn 1914, en Sigismund von Gleich, Die Umwandlung des Bösen, 3e oplage, Stuttgart 1983. Bovendien: Otto Graf Lerchenfeld, ‚Das Böse zu erkennen, wird Plicht‘, in Der Europäer, jaargang 1 nr. 8. (juni 1997) 18. Tot nog toe kon hiervoor geen bevestiging in de Gesamtausgabe gevonden worden. 19. De reiniging van de ‘negen principes’ baseert zich op de door Rudolf Steiner beschreven christelijk-gnostische inwijdingsweg die betrekking heeft op de wezensdelen van de mens. Meer hierover is onder meer te vinden in de bij noot 18 genoemde voordracht uit GA 95. 20. Hier schijnt een verwisseling plaats te vinden met de op vernietiging van de aardse grondlagen en die van het Mensen-Ik, atomiserend werkende Asurische machten – buiten dat worden onder de technische term ‘Ahriman’ alle drie genoemde ‘geestelijk Boze’ principes (Ahriman, Lucifer, Asuras) gerangschikt. Een dergelijke onderverdeling is in het werk van Steiner vaker aan te treffen; precies zoals op sommige plekken, elektriciteit als ‘Ahrimanisch’ wordt gekarakteriseerd, ofschoon deze tot het rijk van Lucifer behoort. 21. Wie erlangt man Erkenntnisse der höheren Welten? GA 10, 1981, blz. 18. 22. Zie: http://www.fosar-bludorf.com/?id=91
Gandhi GANDHI EN DE GITA
jaargang 7
Als je dat leest, wat ligt er dan meer voor de hand dan je ook te gaan verdiepen in de Gita? Alweer toevallig stond er, alweer 1 of 1/2 jaar geleden, in de inleiding van Fredie de Mooy in Apokalyps Nu, dat hij zich wat meer wilde richten op oosterse spiritualiteit.
23
Toevallig kwam mij enige weken geleden een film in handen over het leven van Gandhi. Jaren tevoren had ik deze al eens bekeken. Zelden bekijk ik een film twee keer, maar nu wel en ik weet eigenlijk niet waarom. Weer raakte ik gefascineerd door deze grote mens. Wat mij nu opviel was dat het lange tijd geduurd heeft voordat hij de man was zoals wij hem kennen. Er was heel wat scholingswerk voor nodig voordat hij zichzelf zo had omgevormd, dat hij die gigantische klus kon ondernemen, de bevrijding van India uit het koloniale bewind van het Verenigd Koninkrijk. We weten het allemaal: hij wilde daarbij absoluut geen geweld gebruiken. En toch kreeg hij het voor elkaar. Hoe? Hijzelf is daar heel duidelijk over. Zijn Moeder heeft hem daarbij geholpen. Zijn Moeder? Wie bedoelde hij daarmee? Het was de Bhaghavad Gita, Het Verheven Lied uit de Mahabharata, het grote Indiase epos. Daarin las hij zo vaak als zijn beperkte vrije tijd hem toestond en daardoor kreeg hij steeds weer de kracht en de wijsheid om met zijn af en toe hopeloos schijnende opdracht verder te gaan.
Zomer 2015
Corrie van der Zee-Spijker
Gandhi Zomer 2015
Dat was voor mij een aanleiding voor het schrijven van dit artikel. Maar dat was niet de enige aanleiding.
24 jaargang 7
Ik denk dat de gedachten en handelwijzen van Gandhi uiterst actueel zijn. Zeer velen in deze apocalyptisch tijd raken vertwijfeld door alles wat er wereldwijd gebeurt; door hebzucht, door onrechtvaardigheid, door geweld, door wat er gesproken en geschreven wordt aan onwaarheid, door wat de Aarde met alles wat erop leeft wordt aangedaan, door de schijnheiligheid van regeringsleiders enzovoort. Hoe moeilijk het is daar niet moedeloos van te worden, niet te vervallen in een stemming van: “Het is allemaal zo erg, wat kunnen we er nog aan doen?” Of, al naar gelang je temperament, te ontsteken in woede, je te laten meeslepen door gevoelens van wrok, van haat tegenover degenen die dit alles veroorzaken of in stand houden. We weten dat zulke gevoelens niets uit halen, de bestaande situatie zelfs verslechteren. Wat kun je dan wel doen? Wereldwijd verzet door de burgers lijkt de enige oplossing. Het is ook het enige waarvoor supermachten nog bang zijn. Men houdt er ook rekening mee dat dit vroeg of laat zal gebeuren. De grote slapende massa zal en moet eens wakker worden en in beweging komen. Daar is niets tegen te doen. Je kunt niet hele bevolkingsgroepen gevangen zetten, al is men hier en daar in de V.S. wel bezig zich daarop voor te bereiden. Er zijn dappere, liefdevolle mensen nodig die de mensheid, de dieren, de natuur, kortom onze hele schitterende planeet een warm hart toedragen, met zoveel charisma dat dat kan overslaan op anderen, op heel de mensheid. Maar waar haal je zoveel moed en kracht en liefde vandaan? De macht die je bestrijden moet is gigantisch groot. Terug naar Gandhi. Wat zo imponerend is aan hem, is dat hij mensen inspireerde tot geweldloos verzet. Dus wel verzet maar geen geweld. Niet op een rustig plekje gaan zitten bidden of mediteren en maar hopen dat dat wat uithaalt, maar ook niet de wapens opnemen en er op losslaan. Niet alle kwaad in de wereld met de mantel der liefde bedekken, maar ook niet in woede en wrok vervallen. Er was een mooi Europees ornament voor op de schoorsteen: de drie aapjes. In de vroegere 'Apocalyps. Nu' stonden zij afgebeeld. 'Zie geen kwaad, hoor geen kwaad, doe geen kwaad'. Wat die eerste twee betreft, zie ik meer in: 'Denk geen kwaad, en spreek geen kwaad.' Want er verandert niets als de mens niet wakker is en niet wil zien en horen wat er om hem heen gebeurt. Gandhi was uitstekend op de hoogte met wat er in hoge politieke kringen gedaan en gesproken werd en daardoor kon hij de juiste acties ondernemen. Wij zien hem (foto) tijdens de Tweede Ronde Tafelconferentie in Londen. (1930). Daar zit hij tussen al die belangrijke gentlemen, een onooglijk mannetje, met een raar brilletje in vreemde kledij waaronder zijn dunne beentjes steken. Volkomen op zijn gemak. Niets of niemand kon hem imponeren; hij was altijd zichzelf. Hij was niet vanaf zijn jeugd zo geweest en zeker geen natuurtalent in dit opzicht. Hij had daaraan moeten werken, moeten vechten met zichzelf. De hardste scholing bestond erin, zijn huwelijks- leven op orde te brengen. Zijn vrouw Kasturbai, met wie hij op 13 jarige leeftijd was getrouwd en van wie hij zielsveel hield, heeft hem daarmee geholpen. Van een tamelijk dominante en vaak onredelijke man is hij uiteindelijk een echtgenoot geworden die vol liefde, aandacht en zorgzaamheid was. In de eerste jaren van hun huwelijk verbeeldde hij zich dat hij Kasturbai's leermeester was. Later besefte hij dat het andersom was. Haar geduld, haar kracht, haar uithoudingsvermogen en bovenal haar moed zijn voor hem in die tijd een voorbeeld geweest. Hij zegt daarover: “Hoe kon ik mijn angsten verraden aan mijn vrouw die naast mij sliep, geen kind meer, maar al op de drempel van de jeugd? Ik wist dat zij meer moed had dan ik en ik schaamde mij. Zij kende geen angst voor slangen en spoken. Zij durfde in het donker overal heen te gaan.”
Gandhi
25 jaargang 7
Steiner zinspeelt er herhaaldelijk op dat de verschillende esoterische stromen zich zouden moeten verenigen, weliswaar onder de vleugels van de antroposofie, maar toch... “Haal anderen die zich ook met occulte ideeën bezighouden binnen.” Nu zou hij misschien eerder zeggen: treed zo in de openbaarheid dat mensen zich met elkaar en met de antroposofie kunnen en willen verbinden. Het is de allerhoogste tijd dit nu waar te maken. Wanneer dat niet gebeurt, zal de mensheid afglijden naar chaos en ellende. Overal zijn tekenen te vinden dat dit afglijden al begonnen is. Wij weten uit de mechanica, dat als zo'n beweging eenmaal begonnen is, deze door de eenparige versnelling, veroorzaakt door de zwaartekracht, steeds sneller gaat. De wijsheid van de mens, de antroposofie, kan ook wijsheid van de mensheid, van de wereld worden. Verschillende esoterische stromingen kunnen samenvloeien als beekjes tot een grote, alles bevruchtende rivier. Het is hoog tijd voor een mondiale esoterische samenwerking, anders redden wij het niet. Wie dit fatalisme noemt heeft niet goed in de wereld rondgekeken de laatste tijd. Het moet nu gebeuren. We hebben maar weinig tijd. Welke zijn die grote esoterische stromingen? Een paar van de grootste; het hindoeïsme, het boeddhisme, de islam, het christendom en nog vele andere, zij hebben allemaal hun diep esoterische kant, helaas maar al te vaak ondergesneeuwd door de exoterische kant. Zodoende wordt de ware bron van de religies en levensbeschouwingen vergeten. In exoterische zin zijn wereldbeschouwingen vaak heel verschillend. In esoterische zin zijn die verschillen veel kleiner. Hoe kan het ook anders, de waarheid is natuurlijk voor iedereen gelijk. Het hangt er van af van welke kant de waarheid wordt benaderd. Nu kun je natuurlijk ook niet alles op één hoop gooien, er zijn nu eenmaal verschillen. Maar er zijn ook overeenkomsten. Je kan proberen die te vinden, zonder dat er bij iemand het gevoel ontstaat water in de wijn te moeten doen, want dat werkt natuurlijk niet. Elkaar de vraag stellen: “Waarin komen wij overeen en waarin verschillen wij?
Zomer 2015
Het lijkt mij hier niet de plaats om een uitgebreide biografie van Gandhi te schrijven, dat is al zo vaak gedaan. Liever wil ik mij richten op zijn grote spirituele inspiratiebron. Als rechtgeaard Hindoe was hij opgevoed met de met de religieuze Indiase geschriften met als belangrijkste twee: de Mahabharata en de Bhagavad Gita. Vooral het laatste boek, dat deel uitmaakt van het eerste, was door Gandhi geïntegreerd in zijn leven. Zijn vrienden zeiden dat hij een eenheid vormde met de inhoud van de Gita, dat kon je ervaren als je hem gade sloeg tijdens zijn meditatie. We zullen zien hoe hij bij iedere handeling steeds raad vroeg aan zijn “moeder” de Gita. Daardoor werd hij boven zichzelf uitgetild. “Komende generaties zullen nauwelijks kunnen geloven dat iemand als hij ooit in levenden lijve hier op aarde is geweest.” Dat zijn de woorden van Albert Einstein. Hij heeft dan ook een gigantische klus moeten klaren en er zijn weinig mensen die denken dat iemand anders dat op dat moment voor elkaar had kunnen krijgen. Hij heeft het opgenomen tegen de toenmalige machtigste staat van de wereld; Het Britse Rijk. Hij bevrijdde zijn land, het reusachtige India, van het Britse kolonialisme. Hoe deed hij dat? Je kunt zeggen dat hij probeerde van zijn tegenstander een medestander te maken. Niet door zijn tegenstander te overwinnen maar door hem voor zich te winnen en dat door eenvoudig te zijn wie hij was. Hij had zich gezuiverd van boosheid, wrok, antipathie en haat, en deze gevoelens omgezet in mensenliefde. Hijzelf zegt daarover: “Ik heb door bittere ervaring deze allerhoogste les geleerd: dat ik mijn woede moest bedwingen, en zoals opgeslagen warmte wordt omgezet in energie, zo kan onze beheerste woede worden omgezet in een kracht die bergen kan verzetten.” Gandhi las graag en vaak in de Bijbel, vooral het nieuwe testament trok hem aan. In zijn teksten vind je overeenkomsten met de brieven van Paulus.
Gandhi Zomer 2015
Met de verschillen omgaan is een hele opgave. Het gaat er niet om te “bekeren” tot zijn eigen visie, begrip en eerbied tonen voor de verschillen, dat is bittere noodzaak. Als twee partners alleen nog zien waarin zij verschillen en niet meer wat hen bindt draait het uit op een scheiding. Zo gaat het ook met mensengroepen. In dit stukje zal ik proberen de esoterische kant van het christendom en van het hindoeïsme met elkaar te verbinden met behulp van de grondige studie van Rudolf Steiner en anderen over dit onderwerp.
Het Hindoeïsme en de Bhaghavad Gita: Het Verheven Lied.
26 jaargang 7
De godsdienst van India is het hindoeïsme. Het hindoeïsme is geworteld in de Mahabharata. Een uitgebreid filosofisch religieus epos van meer dan 100.000 verzen. Het is daarmee het op twee na grootste epos van de wereld. Dit gigantische epos heeft als onderwerp de strijd tussen twee families: de Pandavas en de Kauravas, die naar astronomische gegevens uit de Gita, plaats heeft gevonden zo'n 3000 jaar voor Christus. Veel uitleggers van de Gita menen dat de strijd symbool staat voor een innerlijke strijd die zich afspeelt in het mensenhart. De strijd tussen het edele en het primitieve in de ziel. Wat was de inzet van de strijd? Je kunt deze strijd op een exoterische manier en een esoterische manier beschouwen. Bij het exoterische gaat het om de strijd die Arjuna, de Vedische prins van de Pandavas moet voeren tegen de Kauvaras die familieleden van hem zijn. Zij hebben zijn land bezet. Hij heeft een grote weerzin tegen het voeren van deze strijd. Er zal heel veel bloed vergoten worden, er zullen zeer veel doden vallen. Hij vraagt zich af: “Is dit het waard? Kan ik niet beter het land aan hen laten en zo de strijd vermijden?” Hij weet, dat in ieder geval de strijd voor hem verlies zal betekenen: als hij in de strijd succesvol zou zijn, zou hij zijn dierbaren verliezen en als hij het onderspit zou delven, zou hij bovendien zijn land kwijt zijn. Aan diepe wanhoop ten prooi smeekt hij zijn vriend Krishna om raad. Krishna weet hem te overtuigen dat hij de strijd moet voeren, het is zijn plicht tegenover de Goden. Trouwens; de strijd is al door hen beslecht, Arjuna moet hem alleen maar uitvoeren. Dan vraagt Arjuna of Krishna zijn wagenmenner wil zijn. Deze stemt toe. De vraag rijst: Is Arjuna nog vrij om te kiezen? Is hij verantwoordelijk voor zijn keuze, of is alles al voorbeschikt? We komen daar later op terug. De eigenlijke inhoud van de Gita is de lering die Arjuna ontvangt van Krishna die zich op verzoek van Arjuna, in zijn ware Goddelijke gedaante vertoont. Weer stemt Krishna toe, maar zijn verschijning maakt op Arjuna zo'n verpletterende indruk dat hij Krishna smeekt weer zijn vertrouwde menselijke gedaante aan te nemen. Maar de verschijning van Krishna heeft een blijvende, radicale verandering in de ziel van Arjuna te weeg gebracht. Hij volgt de raad van Krishna op. Moedig en vastberaden trekt hij ten strijde. De strijd is inderdaad verschrikkelijk, alleen Arjuna zelf en nog een paar anderen overleven. In deze exoterische beschrijving vinden wij geen duidelijke uitleg waarom de strijd gevoerd moest worden. Als het alleen om land (terug)veroveren ging dan zou Arjuna gelijk hebben gehad en was het al die ellende niet waard. In de Gita zelf vinden wij de esoterische uitleg, die de ware reden van de strijd aangeeft en die veel en veel dieper ligt. 5000 jaar geleden, het tijdstip van de strijd, staan wij aan het eind van het 3de na-Atlantische tijdperk en moet er een nieuw tijdperk ingeluid worden. Het is het tijdperk waarin de mens een ingrijpende verandering van het bewustzijn moest doormaken. Het directe contact met de goddelijke wereld moest voor de mens verloren gaan. zodoende kwam hij in een donkere wereld terecht waarin hij zijn eenzame weg moest gaan. Het Kali Yuga, het duistere tijdperk, brak aan. Door dit tijdperk moet de mens heen, er is geen ander middel om het IK- bewustzijn te ontwikkelen.
Gandhi
jaargang 7
Maar juist door dit Wezen, het Christuswezen vond de mens een totaal nieuwe manier om de verbinding met de hogere wereld te herstellen. Steiner toont aan dat het ware, esoterische christendom een weidser perspectief biedt dan het gangbare. Het is jammer, dat het kerkelijke christendom zich in hoofdzaak richtte op het exoterische. Esoterische kennis
27
Nu is het zo dat een oud tijdperk nog lang nawerkt in het nieuwe. Oud en nieuw inzicht staan nog lang naast elkaar, soms nog duizenden jaren. In de Egyptische tijd was het nog geen schande als een Farao met zijn dochter huwde. Zo werd immers het hoge helderziend vermogen via de lichamelijkheid doorgegeven? Maar dat gold alleen voor Farao's. In onze tijd zie je hoe waardigheid en macht hier en daar nog steeds aan de erfelijkheid gebonden zijn. Het heeft dan wel niets meer met helderziendheid te maken, maar op andere gebieden leeft het nog steeds. Het kastenstelsel is in India nog steeds van kracht, hoe heftig bijv. Gandhi daar ook tegen gestreden heeft. En wat te denken van het erfelijk koningschap (bij de gratie Gods...) ? Zelfs in het burgerlijke Europa van deze eeuw had je iets dat daarop leek: het standsverschil. O wee als je het waagde met een partner thuis te komen die beneden je stand was. Op alle niveaus was het te vinden. In de grote steden mochten de kinderen van een wat “betere” buurt niet spelen met kinderen van een “mindere” buurt. Op het platte land zal het niet beter geweest zijn. In de 50er 60er jaren werd er bij een sollicitatie nog gevraagd naar het beroep van de vader. Hoe zou dat nu zijn? Dan waren er nog de privileges van de adel en ga zo maar door. Zo hardnekkig zijn de waardeoordelen gebaseerd op afkomst. Al deze resten van het 3de na-Atlantische tijdperk zullen met de voortgaande ontwikkeling van het IK verdwijnen. In een uitzonderlijk geval was deze bloedlijn wel noodzakelijk. In het Hebreeuwse volk moest deze zorgvuldig in acht genomen worden omdat dit vereist was voor het tot stand komen van het lichaam waarin het Christuswezen zou incarneren. In het winternummer van Apo.Nu is dit door Fredie de Mooy kernachtig beschreven.
Zomer 2015
Dit thema: door de ellende heen naar een hoger ontwikkelingsniveau, kom je veel in legenden en sprookjes tegen: Alles wat werkelijk waarde heeft moet door strijd verkregen worden. Parzival is daar een mooi voorbeeld van. Zijn naam zegt het al; want Perceval betekent in het oud Frans van Chrétien de Troyes, DoorDit- Dal. In het Salvé Regina, een lofzang op Maria Sofia, wordt gezongen: ïn hac lacrimarum valle. (in dit tranendal) Haar wordt gevraagd ons te begeleiden op de zware weg door het dal heen. Door de duisternis naar het licht. Het is de lichtschijn die uitgaat van haar Zoon. Het enige middel om weer licht te krijgen is, om vanuit de eigen ontwikkeling, op eigen kracht die goddelijke wereld weer terug te vinden. Daartoe moest de mens zijn IK ontwikkelen. Krishna leert Arjuna hoe hij dat tot stand kan brengen. Hij leert hem de filosofie van de Yoga. Maar voor de toenmalige mensheid moest het contact met de goddelijke wereld verbroken worden. Tot dan toe werd dit contact in stand gehouden door de erfelijkheid. D.w.z. de mogelijkheid om via helderziendheid, die men op natuurlijke wijze geschonken kreeg, de goddelijke wereld waar te nemen kon alleen voortgang vinden via bloedverwantschap. Men moest er een lichamelijke constitutie voor hebben. Men hechtte er daarom ook sterk aan dat men in zijn eigen kring trouwde. Maar dat moest ophouden. Het bloed moest zich vermengen, differentiëring van het bloed was noodzakelijk. Daardoor verdween de natuurlijke helderziendheid. Daarna moest de mens dit vermogen zelf verwerven. Door de vermenging van het bloed kwam ook het kastenstelsel in wanorde. In de eerste zang van de Gita klaagt Arjuna daarover tegen Krishna. Hij begrijpt niet waarom dit plaats moet vinden. Pas wanneer hij Krishna eenmaal gezien heeft in zijn ware goddelijke gedaante en zijn leringen heeft ontvangen, is hij bereid te strijden.
Gandhi Zomer 2015
werd als gevaarlijk gezien. Mystici werden vereerd maar waren ook verdacht. Meer aandacht en waardering voor esoterie zou ook een verbinding kunnen leggen tussen verschillende levensbeschouwingen Het ware christendom is niet gebonden aan een bepaalde kerk of groep, het is een mensheidsaangelegenheid. Het is universeel.
28 jaargang 7
Terug naar de Gita van de Hindoes. In het eerste hoofdstuk beklaagt Arjuna (zie boven) zich erover dat hij zijn familie en vrienden moet doden en vraagt zich af of het dat allemaal wel waard is. “O Krishna, nu ik mijn verwanten in slagorde zie opgesteld, verlangend naar de strijd, begeven mij mijn ledematen, mijn mond is verdroogd, mijn hele lichaam siddert, mijn haren rijzen te berge. Mijn boog, Gandiva, ontglijdt mijn hand en mijn huid gloeit; ik kan niet rechtop staan en mijn gedachten wervelen mij door het hoofd en ik zie boze voortekenen, o Keshava ( hemelwandelaar, één van de vele bijnamen van Krishna). Ik zie geen heil in het doden van bloedverwanten in de strijd.” Zo vervolgt Arjuna nog enige tijd zijn klaagzang. Dan, aan het eind van het eerste hoofdstuk, eindigt de verteller (Sanjaja): “Nadat Arjuna aldus gesproken had op het slagveld, zonk hij achter zijn strijdwagen neer en wierp zijn pijlen en boog van zich af, overweldigd door smart.” Dan volgt in 9 hoofdstukken een diepzinnige verheven leer, zo schitterend zo kunstzinnig weergegeven dat tot in onze dagen veel mensen zoals o.a. Gandhi, daaruit troost en kracht kunnen putten. Je kunt je afvragen: Hoe is het toch mogelijk dat een zo vredelievend, naar volstrekte geweldloosheid strevend persoon als Gandhi, de Gita als de inspiratiebron voor zijn leven kon beschouwen?” Ik denk dat je gerust kunt aannemen dat Gandhi de Gita echt begrepen heeft. Zijn leven laat dat duidelijk zien. Wat zijn nu de overeenkomsten en verschillen tussen het hindoeïsme en het christendom?. Ik heb het nooit mooier beschreven gezien als in de voordrachtenreeks die Rudolf Steiner heeft gehouden in december1912/ januari 1913: De Bhagavad Gita en de Paulusbrieven. Twee documenten die ieder op hun eigen gebied superieure documenten zijn. Genoemde cyclus werd gehouden naar aanleiding van de afsplitsing van de Antroposofische Beweging van de Theosofische Vereniging. De laatste richtte zich vooral op oosterse religies. De verschillen tussen deze twee levensbeschouwingen waren zo groot geworden dat Rudolf Steiner het niet meer kon verantwoorden om wat hij als waarheid erkende binnen de laatste onder te brengen. (Over deze kwestie is heel veel te zeggen, maar het is nu inmiddels meer dan 100 jaar geleden. Wordt het ook in deze zaak niet hoogtijd om de overeenkomsten te zoeken en vooral om elkaar te leren kennen? ) Wat is de inhoud van de genoemde cyclus? Wil Steiner de staf breken over de theosofie? Zeker niet, maar hij wil duidelijk maken wat de oosterse religies, in dit geval het hindoeïsme, onderscheidt van het christendom. Steiner spreekt over de Gita als het schoonste en verhevenste dichtwerk in de spirituele literatuur. Hij doet dat heel uitgebreid in 4 lange hoofdstukken. Dan vergelijkt hij haar met de brieven van Paulus. Hoewel met groot respect voor zijn diep christelijke inhoud, laat hij ons zien hoe primitief, hoe emotioneel en door passie gedreven Paulus' brieven zijn. In artistiek en filosofisch opzicht staan ze ver onder het niveau van de Gita. Hoe kun je dat verklaren? De Gita is het document dat doorgegeven is aan het eind van het 3de na-Atlantische tijdperk. Er wordt een periode afgesloten waarin een directe beleving van de goddelijke wereld mogelijk was. Geloof was daarom iets dat in die oude wereld niet voorkwam, en dat de mens ook niet nodig had. Daar moest verandering in komen. De mens moest helemaal op zichzelf komen te staan, waardoor hij zijn
Gandhi
7
Een begin zou zijn dat wij elkaar tenminste zouden leren kennen.
jaargang
Zo beleven wij nu een andere, niet minder heftige strijd. De strijd van het materialisme tegen alles wat spiritueel is. Weer staat de mensheid aan het begin van een nieuw tijdperk. Het duistere tijdperk is afgelopen. De tijd van het materialisme is eigenlijk al voorbij. Maar ook nu werkt het vorige tijdvak nog door, en dat zal nog wel een poos duren. De vraag die ik mij stelde was: Moeten allen die contact zoeken met de geestelijke wereld, zich niet verenigen? Moet er nu niet een begin mee gemaakt worden? Moeten wij niet onze vooroordelen omtrent “andersdenkenden” opzij zetten?
29
Er is natuurlijk een belangrijk verschil tussen de oosterse religies en het christendom. De oosterse mens beschouwde of beschouwt nog steeds de zintuiglijke wereld als “Maya”, als niet echt bestaand, als schijn, waarvan je je moet bevrijden. In het moderne christendom denkt men daar anders over. Daar vindt men de materie (maya dus) zeer belangrijk, omdat deze schijnwereld er is om de mens een mogelijkheid tot ontwikkeling te schenken. Daartoe hebben de goden, de Elohim, de wereld geschapen, en “zagen dat alles goed was.” De brieven van Paulus vormen net als de Gita een leer. Niet zo verheven, maar meer gericht op de gewone mens. Hij is leermeester, de grootste leermeester van het christendom. Christus zelf gaf ons geen leer, Hij gaf Zichzelf. De leer van Paulus is echter een zaadje, geplant in de zielen van de mensen. Dit zaadje is nog maar nauwelijks ontkiemd. Het hele na-Atlantische tijdperk dat nog vele duizenden jaren zal duren, zal nodig zijn om van deze kiem een voltooide plant te maken. Het kerkelijk dogmatisch christendom kan ons daarbij niet helpen. De oriëntaalse religies in de mate waarin ze exoterisch zijn, ook niet. Het esoterisch christendom heeft altijd vanaf het Mysterie van Golgotha bestaan, hoewel vaak ondergronds, in het verborgene, omdat het als ketters werd beschouwd. De gedachte van de kerkvaders was zo ongeveer: 'Als de mens zelfstandig zijn weg naar het goddelijk zoekt, zonder bevoegde kerkelijke leiding, wat gebeurt er dan? Kan de mens dat? Wij menen van niet.' Bovendien was de kerk een machtig instituut dat zijn macht niet graag kwijtraakte. Natuurlijk waren er altijd dissidenten zoals de Rozenkruisers, de Kartharen de Albigenzen en vele anderen ook buiten Europa. Wij weten hoe fanatiek de strijd was die tegen hen gevoerd werd.
Zomer 2015
IK, zijn zelfstandigheid en zijn vrijheid kon ontwikkelen. Hij moest als het ware zijn kindsheid laten varen en zelfstandig worden. De weg van kindertijd, van geborgenheid bij de ouders, naar een zelfstandig leven in de volwassenheid, is een moeilijke, zware en ook eenzame weg die we als mensheid moeten gaan. Velen gaan die weg liever niet, blijven steken in het godsbeeld van de zorgzame vader die het allemaal wel voor ons op zal lossen. Dat is wel gemakkelijk maar niet in overeenstemming met het Paulinisch christendom. Het Paulinisch christendom brengt het nieuwe dat mogelijke is geworden na het Mysterie van Golgotha: De menselijke vrijheid en daarbij aansluitend de liefde. Die krijg je niet cadeau. Het is prachtig om in kor.1 , 13 te lezen hoe deze twee samen genoemd worden, het volwassen worden van de mens en ontwikkeling van de liefde. Paulus: “Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, was ik als een kind, overlegde ik als een kind, nu ik een man geworden ben, heb ik mijn kindsheid afgelegd. Dat is dat iets dat de mens zelf voor elkaar moet zien te brengen, zonder directe hulp van een goddelijke vader. Dat gaat langzaam, heel langzaam.
Crisis Zomer 2015
DE CRISIS VAN HET MATERIALISME EN DE ROZENKRUISERSIMPULS (vervolg) Fredie de Mooy
30 jaargang 7
“Er is een groot vertrouwen in de mysteriën van het geestesleven voor nodig, om over Christian Rosenkreutz te spreken, niet alleen in de persoon, maar in de grote geheimen van het spirituele leven” (R, Steiner 27 september 1911) In voorgaande delen (zie apokalyps Nu! voorjaar 2015) hebben we een begin gemaakt met onze aandacht te richten op een individualiteit die historisch onder de naam Christian Rosenkreutz optrad. Deze individualiteit staat aan het begin van wat we historisch de Rozenkruisersstroom kunnen noemen. We hebben aan de hand van mededelingen van Rudolf Steiner uit 1911 kunnen opmaken hoe deze individualiteit als jong kind, te midden van een groep van 12 mensheidsleraren, afgesloten van de buitenwereld opgroeide, en daar in wisselwerking met de overige 12 een bijzondere Inwijding in de 13e eeuw doormaakte. We willen hieronder deze gebeurtenis verder vervolgen om haar binnen de context van de mensheidsontwikkeling te duiden. Waarom is het zo belangrijk voor hen, die zich op de een of andere wijze verbonden weten met de antroposofisch georiënteerde geesteswetenschap, een levende verbinding te zoeken met Christian Rosenkreutz? Om deze vraag te beantwoorden moeten we even een zijweggetje bewandelen. We leven, om het voorzichtig uit te drukken, niet bepaald in een tijdsgewricht waar vermogens als eerbied, dankbaarheid en devotie tot de best ontwikkelde eigenschappen van de mens behoren. We hebben op de een of andere wijze allemaal wel het antiautoritaire tijdperk meegemaakt waarin heilige huisjes als die van de kerk, langzaam maar zeker afgebroken werden. Wie herinnert zich op de basisscholen niet de ontwikkeling van de term ‘meester’ die werd vervangen door ‘meester Kees’ en later gewoon ‘Kees’, inclusief antiautoritaire opvoeding? Het gaat me er even niet om hierover een oordeel te vellen, maar het is meer bedoeld om aan te geven dat we het vanzelfsprekende opzien tegenover autoriteit al lang achter ons gelaten hebben. Deze ontwikkeling zal ongetwijfeld zijn goede alsook minder goede kanten met zich meegebracht hebben. Niets is natuurlijk slecht of goed op zich. Zo bleek de antiautoritaire opvoeding voor kinderen dikwijls verkeerd uit te pakken omdat de sturende hand die het structuur en zekerheid geeft, in het jonge leventje ontbrak. Maar gevestigde machtsinstituties werden in de zestiger en zeventiger jaren met elan bestormd. Is het niet de opdracht van een nieuwe generatie, om de samenleving om te vormen naar de impulsen die ze vanuit het voorgeboortelijke meeneemt? De samenleving is immers niet een machine waar je steeds dezelfde brandstof ingiet. We hebben met een sociaal organisme van doen dat iedere keer weer gevoed moet worden door nieuwe generaties mensen. Dit is de essentie van het feit dat de politiek en de economie nooit de inhoud van het onderwijs en cultuur zouden mogen bepalen. Dat zijn namelijk de gebieden waar de jonge mens in eerste instantie ‘ontvangen’ wordt en het oer-eigene van de mens, de individuele ziel in eerste instantie tot ontwikkeling moet komen. Doen we dat wel, zoals in onze tijd het geval is, dan worden kinderen opgevoed tot slaafse staatsdienaren en indien niet aangepast, met Ritalin of met andere levensvreemde middelen koest gehouden. Denk bijvoorbeeld ook aan de computergames waar kinderen zo graag hun toevluchtsoord in zoeken. In 2007 slikte al een half miljoen kinderen Ritalin of een vergelijkbaar medicijn ondanks het feit dat ze niet ziek waren. 1) Hoe zou het voor een ongeboren kind zijn om als een soort voorschouw zijn of haar toekomstig leven waar te nemen? En te constateren dat hij of zij incarneert in een samenleving waarin men gedwongen wordt zich in een keurslijf te voegen? We weten uit de geesteswetenschap dat een mens na de dood een terugblik op zijn leven doormaakt. Zo is het ook dat een mens, wanneer hij uit geestelijke regionen afdaalt en zich wederom omkleedt met zijn etherlichaam, een voorschouw zal hebben van zijn toekomstig leven. Een voorschouw die hij of zij zich in de meeste gevallen niet meer bewust is als het zich met het fysieke lichaam verbindt. Het kan toch niet anders dan dat in onze tijd, afhankelijk van de individuele gesteldheid van een mens, een dergelijke voorschouw als schokkend ervaren moet worden en doorwerkt in het toekomstige aardse leven? Zo beschouwd kunnen we de ‘lastige kinderen’ misschien wel gaan ervaren als de grootste maatschappijcritici van onze tijd! Maar we dwalen wellicht nu wel heel ver af van de constatering dat kwaliteiten als deemoed
Crisis
7
“Het is in de tegenwoordige tijd in zekere zin ook nog steeds zo. Wanneer daar buiten in de wereld de huidige leraren van de mensheid hun weg bewandelen, dan worden ze in de uiterlijke, exoterische wereld niet herkent. En hebben we het op basis van de geesteswetenschap over de ‘Meesters van de Wijsheid en van de Harmonie der Gevoelens, dan zullen de mensen dikwijls er over verbaasd zijn hoe simpel en van een eenvoudige menselijkheid deze Meesters der Wijsheid en van de Harmonie der Gevoelens in alle landen getuigen. Ze zijn aanwezig op het fysieke plan. Hun belangrijkste leringen echter delen ze niet op het fysieke plan mede, maar op geestelijk gebied. En zij die naar hen willen luisteren en van hen leringen willen ontvangen, dienen niet alleen toegang te hebben tot hun fysieke gestalte
jaargang
De Meesters van de Wijsheid en van de Harmonie der Gevoelens Kunnen we ondanks alles dan toch een gevoel en inzicht ontwikkelen tegenover deze Meesters van de Wijsheid, deze Meesters van de Witte Loge, zoals ze ook wel beschreven worden? Een eerste stap om hen in ons bewustzijn mee te dragen? Aan de hand van een aantal karakteriseringen van Rudolf Steiner kunnen we ons verder een beeld vormen van deze loge en haar idealen.
31
“Het is niet vreemd om te zeggen dat de zogenaamde ‘meesters’ voor ons grote initiators zijn, verder niets, grote initiators op geestelijke gebieden. Hun ontwikkeling stijgt echter ver boven datgene uit wat de alledaagse cultuur biedt. Grote initiators zijn ze voor ons. Ze doen echter geen beroep op een of andere autoriteit, niet een geloof aan enig dogma. Ze appelleren aan niets anders dan aan het menselijk inzicht en geven aanwijzingen met betrekking tot de ontwikkeling van krachten en kwaliteiten die in iedere menselijke ziel aanwezig zijn, om tot de hogere gebieden van het ‘zijn’ op te stijgen.” 3)
Zomer 2015
en devotie niet tot de meest aanwezige eigenschappen van de mens in dit intellectueel-kritisch tijdperk behoren. En toch zou iedere spiritueel strevend mens deze eigenschappen moeten koesteren hoe tegengesteld het huidige kritische tijdperk ook is. Dit hangt ermee samen dat de individuele, spirituele scholingsweg zoals de geesteswetenschap daartoe de instrumenten ter beschikking stelt, in eerste instantie toch als een ‘antisociale’ weg kan worden beschouwd. Zij is primair op de ontwikkeling van individuele vermogens gericht en wil zij niet ‘asociaal’ worden, is het nodig om het individuele op deze weg wat te nuanceren, tegenwicht te geven. Dat begint ermee dat we een besef kunnen krijgen dat ieder individueel spiritueel streven alleen maar mogelijk is dankzij de offerweg van mensen die een ontwikkelingsweg gegaan zijn die ver boven die van onszelf verheven is. Maar ook met het bewustzijn, en dit is een occulte wet, dat bewustzijnsverruiming, altijd het tegenovergestelde bewerkstelligd - het terug blijven in de ontwikkeling van anderen! Het zijn mensheidsleraren die de vooruitgesnelde ontwikkelingsweg gegaan zijn en Rudolf Steiner heeft op diverse plekken intensief over hen gesproken en ze gekarakteriseerd. Onder hen is een kring van 12 van de meest verheven mensheidsleraren. Van deze 12 zijn er 7 actief verbonden met de aardeontwikkeling en vijf dienen andere doelen. Nadat hij in een voordracht in december 2004 al over de ‘Meesters van de Wijsheid’ sprak, heeft Steiner vanaf 1905 consequent over de ‘Meesters van de Wijsheid en van de Harmonie der Gevoelens’ gesproken (in het Duits: Meister der Weisheit und des Zusammenklangs der Empfindungen). 2) Het valt een moderne mens wellicht zwaar te accepteren dat grote religieuze en gemeenschapsvormende bewegingen in de mensheidsgeschiedenis geïnitieerd zijn door dergelijke mensheidsleraren. We leven immers in een tijd die zeer bepaald is door de ‘Verlichtings-ideologieën’ zoals die vanaf de 17e,18e eeuw in het Westen zijn opgekomen. Ook in deze beweging zien we een revolte tegen het oude autoriteitsgeloof en maakte het traditionele geloof plaats voor de rede, hoewel die laatste twee tot menig innerlijk en uiterlijk conflict leidde en men verwoede pogingen deed om beiden met elkaar in harmonie te brengen. En toch kan men de geschiedenis niet alleen vanuit een sociologisch-materialistisch wereldbeeld verklaren, zoals we dat in het liberalisme (de onzichtbare hand van het eigen belang) of marxisme (klassenstrijd) kunnen aanschouwen. Achter en in de geschiedenis liggen geestelijke stromen en invloeden ten grondslag en dikwijls werken zij vanuit het verborgene, onzichtbaar voor de uiterlijke geschiedschrijving. En zoals er geen fysiek lichaam kan voortbestaan zonder een daarin wonende ziel, kan er geen uiterlijke cultuur mogelijk zijn zonder spirituele impulsen die uit de wereld van de Geest afkomstig zijn. Overigens zij niet ten overvloede gesteld dat het hier uitsluitend om verering en devotie ten aanzien van waarheid en inzicht kan gaan en niet om het blind volgen van leraren of Guru’s. Blinde devotie kan alleen leiden tot afhankelijkheid en slavernij; echte devotie opent de poorten voor spirituele groei en ontwikkeling.
Crisis Zomer 2015 32 jaargang 7
maar moeten toegang hebben tot hun geestwezen.” 4) “De Meesters zijn doorgaans juist geen historische persoonlijkheden, ze incarneren (incorporeren) soms, als het nodig is, in historische persoonlijkheden; maar dit is tot op zekere hoogte een offer. Het niveau van hun bewustzijn is niet meer verenigbaar met het werken voor zichzelf. En het werken voor zichzelf is al het hebben van een naam”. 5) “U allen weet dat de aarde vanuit een bepaald verband geleid wordt door de zogenaamde Witte Loge, waarin hoogontwikkelde menselijke-individualiteiten en individualiteiten van een nog hogere orde verenigt zijn. Wat doen zij daar? Ze werken; ze geven leiding aan de aardeontwikkeling; tijdens het leiden van de aardeontwikkeling werken ze een heel bepaald plan uit. Er is daadwerkelijk sprake van, dat tijdens iedere planetaire ontwikkeling door de leidende machten een bepaald plan wordt uitgewerkt. Terwijl de aarde zich ontwikkelt, wordt in deze zogenaamde Witte Loge, van de aarde tot in detail een plan uitgewerkt hoe zich Jupiter zal moeten ontwikkelen, die de aarde zal aflossen. Het hele plan wordt tot in de kleinste details ontwikkelt. De zegen en het heil van de voortgaande ontwikkeling bestaat daaruit, dat er in harmonie met dit plan wordt gehandeld. Wanneer nu een planetaire ontwikkeling tot een einde komt, wanneer dus onze aardeontwikkeling tot een eind gekomen zal zijn, dan zullen ook de Meesters van de Wijsheid en van de Harmonie der Gevoelens klaar zijn met hun plan, die ze voor Jupiter hebben uit te werken. Aan het einde van een dergelijke planetaire ontwikkeling gebeurt er iets buitengewoon eigenaardigs. Dit plan wordt door een procedure tot in het oneindige verkleind en tot in het oneindige vermenigvuldigd. Zodat van het Jupiterplan er oneindig veel exemplaren, maar geheel als miniatuur voorhanden zijn. Zo was het ook op de Maan: het plan voor de aardeontwikkeling lag klaar, oneindig vermenigvuldigd en verkleind. En weet u wat dit verkleinde plan, wat geestelijk uitgewerkt is, inhoudt? Dat zijn de ware atomen die aan de aarde ten grondslag liggen. En de atomen die aan Jupiter ten grondslag zullen liggen, zal wederom het tot in het kleinste detail omgevormde plan zijn, die nu door de leidende Witte Loge uitgewerkt wordt. Alleen zij die dit plan kennen, kan ook weten wat een atoom is. Wanneer u dit atoom, dat ten grondslag ligt aan de aarde, stap voor stap wilt leren kennen, dan zullen, met het oog op het inzicht in dit atoom deze wijsheden u tegemoet treden, die van de grote Magiërs van de wereld uitgaan.” 6) Deze Meesters van de Wijsheid en van de harmonie der gevoelens zullen de mensheid ook voorgaan in de strijd zoals we die in de apokalyps van Johannes kunnen bestuderen en die in de 7e cultuurperiode zal culmineren in de strijd van allen tegen allen. De inzichten van de geesteswetenschappelijke beweging zijn van hen afkomstig en het is aan de mens van deze tijd zich in alle vrijheid in deze zin te ontwikkelen en stapsgewijs haar eigen ziel te spiritualiseren in het licht van het mysterie van Golgotha, Christus dood en overwinning op de dood door de Opstanding: “De predikers, die steeds maar weer over liefde praten, zullen niets bereiken; geeft men de mensen echter de wijsheid, het weten over ontwikkeling op dusdanige wijze dat dit weten tot leven van de ziel wordt, dan zal de mensheid tot de liefde komen. Daar zal de ziel toegang toe vinden als ze met wijsheid doorwarmt zal worden; dan zal ze de liefde uitstralen. Daarom hebben de Meesters van de Wijsheid en van de harmonie der Gevoelens deze stroom waar liefde en wijsheid van uitgaat, in de mensheid doen laten instromen. De mensheid, die de oorlog van allen tegen allen tegemoet gaat, zal dan de vrucht van de theosofische beweging als begrip voor de vrede vinden, terwijl in de omgeving de natuur van de mensen overal tot strijd zal hebben geleid wanneer ze niet de roep van de Meesters van de Wijsheid en van de Harmonie der Gevoelens, op basis van de Christusimpuls van het vierde cultuurtijdperk, gehoord zal hebben.” 7) Dat deze Loge van Meesters in directe samenhang staat met de Christusimpuls, zoals in de vorige passage kort is aangeduid, heeft Rudolf Steiner op meerdere plaatsen uiteengezet. Hier een passage uit een voordracht uit 1909, met bijzondere aandacht ook voor de omgevormde, ten goede gekeerde kracht van Lucifer: “Wat is de geesteswetenschappelijke wereldstroming? Zij is de wijsheid van de geest, die wijsheid, die datgene, wat anders onbewust in het christendom zou blijven, in het volle bewustzijn verheft. De Christus draagt voorop de fakkel van de tot opstanding gekomen Lucifer, de nu tot het goede, omgevormde Lucifer. Hij draagt de Christus zélf. Hij is de drager van het Licht, de Christus is het Licht. Lucifer is, zoals het heet, de drager van het Licht. Dat zou de geesteswetenschappelijk beweging moeten zijn, dat is wat we onder haar dienen te verstaan. En zij, die begrepen hebben dat de vooruitgang van de mensheid afhangt van het begrijpen van het grootse gebeuren op Golgotha, dat zijn zij, die als de Meesters van de Wijsheid en van de
Crisis
“Christian Rosenkreutz is een individualiteit die zowel werkzaam is als hij geïncarneerd is alsook wanneer hij niet in een fysiek lichaam belichaamd is. Hij werkt niet alleen als een fysiek wezen en door middel van fysieke krachten, maar vooral geestelijk door hogere krachten. Zoals we weten, leeft de mens niet alleen maar voor zichzelf, maar in samenhang met de grote mensheidsontwikkeling. Als een normaal mens door de dood gaat, lost zijn etherlichaam in het wereld-al op. Maar van dit zich oplossende etherlichaam blijft altijd een deel behouden en zo zijn we constant omgeven door resten van etherlichamen van overleden mensen, tot welzijn dan wel in schadelijke zin. Ze werken in goede of in slechte zin op ons in, naar gelang we zélf het goede dan wel het slechte doen. Diepgaand zijn de invloeden die, in deze zin, de etherlichamen van verheven individualiteiten op ons uitoefenen. Zo gaat van het etherlichaam van Christian Rosenkreutz een grote kracht uit die op onze ziel en op onze geest kan inwerken. Het is onze opgave deze kracht te leren kennen. En aan deze kracht appelleren wij als rozenkruisers.” In het vorige artikel dat in het voorjaarsnummer van Apokalyps nu! geplaatst is, eindigden we met de dood van Christian Rosenkreutz op verhoudingsgewijs jonge leeftijd, na de bijzondere inwijding die hij als dertiende, te midden van de twaalf had doorgemaakt. Op geheel nieuwe wijze kon hij de ontvangen wijsheid van de twaalf aan hen teruggeven als ware het van Christus zelf afkomstig. Vanaf die tijd begon
7
Christian Rosenkreutz, Meester van de Wijsheid en van de Harmonie der gevoelens Wanneer we vanuit de eenheid gaan differentiëren is het belangrijk om tegen de achtergrond altijd de eenheid in het bewustzijn te hebben. Zo ook, wanneer we hieronder onze weg vervolgen in het doorgronden van het wezen van Christian Rosenkreutz. Ik zou hier het vraagstuk van de - ook in de antroposofische literatuur dikwijls opgeworpen mogelijke tegenstelling tussen de werkzaamheid van de oosterse Meesters en die van het Westen – tot nadere orde willen laten rusten. We weten dat Rudolf Steiner gesproken heeft over de aanwezigheid van twee Meesters die de oosterse esoterische scholingsweg representeren (Meester Morya en Meester Kuthumi) en de twee Meesters van het Westen (Meester Jezus en Christian Rosenkreuz) die leiding geven aan de christelijk-esoterische rozenkruisers school. Daar naast nog twee Meesters van het Midden en één die alles doorkruist. Maar zogezegd, dit aspect, maar niet minder wezenlijk, laten we hier bewust vooralsnog terzijde. En zo is het ook, dat wanneer we, zoals in dit geval op het wezen van Christian Rosenkreutz ingaan, we naast of achter hem, we ook de tweede Meester van de westers-esoterische school, Meester Jezus, in ons bewustzijn kunnen meedragen. In hem leeft immers het wezen dat Rudolf Steiner als het Salomonische Jezuskind beschreven heeft en waarin de verheven individualiteit van de oude Perzische Ingewijde, Zarathustra leefde. Misschien ten overvloede, maar ik zou toch deze uitspraak van Rudolf Steiner nog eens in het bewustzijn willen brengen alvorens verder de weg van Christian Rosenkreutz historisch te vervolgen.
jaargang
Tot zover enkele karakteriseringen van de loge waarvandaan de impulsen voor de theosofische en later antroposofische beweging is uitgegaan.
33
“Wanneer de Meester mij niet had weten te overtuigen, dat ondanks alles (de onrijpheid van de tijd voor de hogere waarheden van het Occultisme) de theosofie voor ons tijdperk noodzakelijk is: ik zou ook ná 1901 uitsluitend filosofische boeken geschreven en filosofisch en literair gesproken hebben” 9)
Zomer 2015
Harmonie der Gevoelens verenigt zijn in de grote, leidende Loge van de mensheid. En hoe eens, getuige van een levend wereld-symbool, de vurige tongen op de gemeente afdaalde, zo heerst dat, wat de Christus zélf als de Heilige Geest heeft uitgezonden, als het Licht boven de Loge van twaalf. De dertiende is de leider van de Loge van twaalf. De Heilige Geest is de grote leraar van diegenen, die we de Meesters van de Wijsheid en van de Harmonie der Gevoelens noemen… Wat door de geesteswetenschappelijke beweging aan wijsheden bijeen gedragen wordt, om de wereld en de daarin aanwezige geest te begrijpen, dat stroomt door de Heilige Geest in de Loge van twaalf. En dat is uiteindelijk dat, wat de mensheid zelfbewust en vanuit een op vrijheid berustend begrip voor het wezen van Christus en de gebeurtenissen op Golgotha, stap voor stap zal brengen.” 8) Dat Rudolf Steiners opdracht, zich met de theosofische beweging te verbinden, in directe samenhang stond met zijn persoonlijke verbinding met één van de Meesters van de Wijsheid en van de Harmonie der Gevoelens, blijkt uit een door Rudolf Steiner zelf geschreven brief aan Marie von Sivers:
Crisis Zomer 2015 34 jaargang 7
de werkzaamheid die van het etherlichaam van Christian Rosenkreutz uitging en tot in eeuwigheid zal uitgaan. Daarom gaat er van dit etherlichaam van Christian Rosenkreutz iedere 100 jaar een bijzondere sterke werking uit en die we dan ook als de occulte rozenkruizersstroom kunnen benoemen. En als gevolg van het werk van de rozenkruisers, werd dit etherlichaam van Christian Rosenkreutz van eeuw tot eeuw steeds krachtiger en machtiger en werkt niet alleen door hemzelf, maar door een ieder die zijn leerling werd, We kunnen aan de hand van de intieme mededelingen van Rudolf Steiner de levensweg van Christian Rosenkreuz vervolgen. Al in de veertiende eeuw belichaamde zich Christian Rosenkreutz opnieuw, en in deze incarnatie leefde hij meer dan 100 jaar - doordrongen van het intact gebleven fijn geestelijk etherlichaam. Opnieuw werd hij in een kring van twaalf, die leerlingen en volgelingen van hem waren, opgenomen, maar dit keer niet zo verborgen van de buitenwereld als in zijn incarnatie in de 13e eeuw. Op zijn 28e ontstond bij hem de drang om buiten Europa te gaan reizen. Eerst ging hij naar Damascus waar hij opnieuw de belevenis doormaakte die ook Paulus had gehad. Hij reisde door de toen bekende wereld en het was - doordat hij de wijsheid van de twaalf in zich opgenomen had en bevrucht was door het wezen van de Christus – de gehele wijsheid van de toenmalige tijd in zeven jaar in zich op te nemen. Toen hij vervolgens na die zeven jaar naar Europa terugkeerde, nam hij de meest ontwikkelde leerlingen en volgelingen van de twaalf tot zijn leerlingen en begon het eigenlijke werk van de rozenkruisers. Tot slot van dit artikel een letterlijke beschrijving van enkele passages uit het laatste deel van de bewuste voordracht uit 1911 waarvan ik het gevoel heb dat de inhoud voor zichzelf spreekt. “Een geheel nieuwe wereldbeschouwing kon worden gegrondvest vanwege de uitstraling van het wonderbaarlijke etherlichaam van Christian Rosenkreutz. Wat nu tot in onze tijd door de rozenkruisers uitgewerkt is, is uiterlijke en innerlijke arbeid. Het uiterlijke werk had tot doel, dat wat achter de Maya van de materie ligt, te doorgronden. Men wilde de Maya van de materie onderzoeken. Aan de gehele macrokosmos ligt een ether-kosmos ten grondslag zoals ook een mens een etherlichaam heeft. Er is een bepaalde grensovergang van de grovere naar de fijnere substantie. Laten wij onze blik richten op de grens tussen de fysieke en de etherische substantie. Datgene, wat in het grensgebied van de fysieke en de etherische substantie ligt, is met niets op de wereld te vergelijken. Het is geen goud, noch zilver, noch lood, noch koper. Daar hebben we te maken met iets wat met geen enkele andere fysieke substantie te vergelijken is, maar de essenties van alles is. We hebben hier te maken met een substantie die in alle andere fysieke substanties aanwezig is, zodat de andere fysieke substanties als een modificatie van deze ene substantie beschouwd kan worden. Deze substantie helderziend te aanschouwen, was het streven van de rozenkruiser. Ze zagen de voorbereiding en ontwikkeling van een dergelijk schouwen in een verhoogde werkzaamheid van de morele krachten van de ziel, die dan deze substantie zichtbaar maakte. In de morele krachten van de ziel zagen zij de kracht tot dit schouwen. Deze substantie is door de rozenkruisers werkelijk aanschouwd en door hen ontdekt. Ze ontdekten dat deze substantie in een bepaalde vorm in de wereld leefde, zowel in de macrokosmos als in de mens. Buiten de mens, daarbuiten in de wereld, vereerden zij haar als het grote gewaad, als het kleed van de macrokosmos. In de mens zagen ze haar ontstaan bij een harmonieuze wisselwerking tussen het denken en het willen. Ze zagen de krachten van de wil niet alleen in de mens, maar ook in de macrokosmos, bijvoorbeeld in de donder en bliksem. Zo zagen ze de krachten van het denken enerzijds in de mens, en vervolgens daar buiten in de wereld, in de regenboog, in het morgenrood. De kracht om een dergelijke harmonie tussen het denken en de wil in de eigen ziel te bereiken, zochten de rozenkruisers in de stralen die uitgingen van het etherlichaam van de dertiende, van Christian Rosenkreutz. Er werd bepaald dat alle ontdekkingen die zij maakten, honderd jaar lang als geheim bij de rozenkruisers moest blijven. Pas nadat er honderd jaar aan gewerkt was, mocht op overeenkomstige wijze daarover gesproken worden. Zo werd vanaf de zeventiende tot aan de achttiende eeuw voorbereid, wat in 1785 in het werk: ‘De geheime figuren van de Rozenkruisers’ tot uitdrukking kwam. 10) ……. “Christian Rosenkreutz is nu weder belichaamd. Van de stralen van zijn etherlichaam gingen de inspiraties uit voor het werk van H.P. Blavatsky: ‘De Isis ontsluiert’. Het was ook de invloed van Christian Rosenkreutz die onzichtbaar op Lessing heeft ingewerkt en hem tot het geschrift: ‘Die Erziehung des Menschengeschlechts (1780) inspireerde. Als gevolg van de stijgende stroom aan materialisme werd het steeds lastiger om in de zin van het rozenkruisers dom te inspireren. In de 19e eeuw kwamen de hoogtijdagen van het materialisme. Zo kon veel slechts in gebroken stralen gegeven worden. In 1851 werd door Widenmann het probleem van de onsterfelijkheid van de menselijke ziel in het licht van de reïncarnatiegedachte opgelost. Zijn geschrift werd bekroond. Al in 1850 schreef
Crisis
jaargang 7
wikkelde wezens staan, die we ‘Meesters’ of ‘Mahatma’ noemen. Deze verheven wezens hebben de weg reeds afgelegd die de overige mensheid nog te gaan heeft. Ze werken nu als de grote 'Leraren van de Wijsheid en van de Harmonie der Mensheidsgevoelens’. “ 3. R. Steiner, GA 53, Ursprung und Ziel des Menschen; Berlijn, 13 oktober 1904 4. R. Steiner, GA 129, Weltenwunder, Seelenprüfung und Geistesoffenbarungen; 7e voordracht, München, 24 augustus 1911 5. R. Steiner, GA 93, Die Tempellegende und die Goldene Legende; Berlijn, 23 december 1904 6. R. Steiner, GA 101, Mythen & Sagen – Okkulte Zeichen und Symbole; Berlijn. 21 oktober 1907 7. R. Steiner, GA 104a, Aus der Bilderschrift der Apokalypse des Johannes; Kristiania, 11 mei 1909 8. R, Steiner, GA 107, Geisteswissenschaftliche Menschenkunde; Berlijn, 22 maart 1909 9. R. Steiner, GA 262, brief aan Marie von Sivers van 9 januari 1905 10. Hinricus Madathanus Theosophus 1590-1638 11. R. Steiner, GA 130, Das esoterischen Christentum und die geistige Führung der Menschheit, voordracht van 27 september 1911, Neuchâtel
35
1. http://www.npogezond.nl/tv-uitzending/g24_iv_3978/Steeds-meer-Ritalin-gebruikers-maar-werkt-het 2. Voor het eerst in een brief van 2 januari 1905 aan Anna Wagner: “U weet dat achter de hele theosofische beweging hoogont-
Zomer 2015
Drossbach vanuit psychologisch standpunt over de reïncarnatiegedachte. Zo zijn ook in de 19e eeuw van Christian Rosenkreutz stralen uitgegaan. En een vernieuwing van het theosofische leven kon optreden omdat het kleine Kali Yuga (duistere tijdperk) in 1899 voorbij was. Daarom is de toegang tot de geestelijke wereld vandaag de dag makkelijker en de geestelijke werking in veel grotere mate mogelijk. De overgave aan het machtig geworden etherlichaam van Christian Rosenkreutz zal de mensen de nieuwe helderziendheid kunnen brengen en zal grote spirituele krachten mogelijk maken. Maar dat zal alleen voor diegenen mogelijk zijn, die op de juiste wijze de scholingsweg van Christian Rosenkreutz zullen volgen. Tot nog toe was een esoterische-rozenkruisers voorbereiding hiervoor noodzakelijk. De twintigste eeuw heeft echter de missie, dit etherlichaam zo krachtig te laten worden, dat hij ook exoterisch zal werken. Die daardoor bewogen worden, zullen de gebeurtenis beleven, die Paulus in Damascus doorleefde. Het etherlichaam heeft tot nog toe alleen in de rozenkruisers school gewerkt; in de twintigste eeuw zullen er steeds meer en meer mensen zijn die deze werking kunnen ervaren en daardoor de verschijning van de Christus in het etherlichaam mogen doorleven. Het werk van de rozenkruisers maakt het mogelijk deze ether-verschijning van de Christus te hebben. Het aantal mensen die in staat zullen zijn Hem te schouwen, zal steeds groter en groter worden. We moeten deze weder-verschijning terugvoeren op de grote gebeurtenis van het werk van de twaalf in de dertiende en veertiende eeuw. Indien u een instrument van Christian Rosenkreutz zult kunnen worden, dan kunt u er zeker van zijn, dat uw kleinste activiteit aan de ziel, voor de eeuwigheid bewaard zal blijven…..Een onbepaalde drang naar de geesteswetenschap stroomt tegenwoordig door de mensheid. En we kunnen er zeker van zijn dat overal daar, waar rozenkruisers-leerlingen ernstig en gewetensvol voorwaarts streven, schatten voor de eeuwigheid geschapen worden. Elk geestelijk werk, hoe klein ook, brengt ons voorwaarts. Noodzakelijk is het, om met begrip en verering de heilige zaak tegemoet te treden.” 11)
Mission Statement Zomer 2015
Mission Statement Apokalyps nu!
36 jaargang
Een kleine westerse machtselite is bezig de wereld naar haar hand te zetten. Zij gebruikt daartoe diverse instrumenten. Zij houdt geen rekening met de individuele wil en vrijheid van mensen. Zij veracht de menselijke vrijheid en waardigheid door het voeren van geënsceneerde oorlogen, het beheersen van de belangrijkste geld– en energiestromen in de wereld, het manipuleren van het bewustzijn van mensen door de media tot haar spreekbuis te maken, het naar eigen believen omverwerpen van al dan niet democratisch gekozen regimes, het opzetten van volkeren en culturen tegen elkaar, etc. etc. Haar stromannen en trawanten zitten op belangrijke posten in de wereld van politiek, industrie en cultuur. Daarbij wordt een tendens zichtbaar om alle gebieden van de samenleving centralistisch aan te sturen en een nieuwe Wereldorde te creëren, ongeacht of zij zich openbaart als ‘traditionele dictatuur’ of moderne parlementaire democratie naar westers model. De eenheidsstaat kent vele gedaanten. De kern van deze westerse elite, maakt deel uit of staat onder invloed van zogenaamde in het verborgen opererende ‘occulte loges’ en stelt de daar aanwezige spirituele inzichten op het gebied van mens- en wereldontwikkeling in dienst van machtspolitieke doeleinden.
7
“Apokalyps nu!” wil door middel van artikelen de invloed van deze machtselite zichtbaar maken, ingaan op actuele ontwikkelingen en waar nodig diep in de historie duiken om langlopende ontwikkelingen te duiden. In een tijd waarin uitsluitend het weeg- en meetbare, de harde feiten, het primaat van onze tijd schijnt te hebben, willen we ingaan op de geestelijke, spirituele achtergronden van onze tijd. Aan het eind van de 19e en begin 20e eeuw, aan de vooravond van de dramatische gebeurtenissen die leidden tot de 1e Wereld Oorlog, en in een tijd waarin het materialistische wereldbeeld en de materialistische wetenschap tot volle wasdom waren gekomen, bracht Rudolf Steiner zijn Geesteswetenschap ook wel Antroposofie genaamd in de openbaarheid. Steiners Antroposofie wilde noch een nieuw geloof noch een nieuw dogma in de wereld zetten. Vanuit een levende verbinding met een voor hem vanzelfsprekende wereld van de Geest, die de materiële wereld doordringt en waaraan zij haar bestaan ontleent, werd een spiritueel mens- en wereldbeeld beschreven dat voor een ieder met het volle verstand en een gezond waarheidsgevoel op te nemen is. Als antwoord op de bedoelingen van boven beschreven Anglo-Amerikaanse loges, en de sociale chaos die hiervan uitging en uitgaat, ontwikkelde Rudolf Steiner in 1917 de idee van de ‘driegeleding van het sociale organisme’, een sociale structuur waarin de moderne mens zichzelf als vrijheidsimpuls in het cultureel-geestesleven, als broederschapimpuls in het economische leven en als democratische impuls in het rechtsleven, kan herkennen. Géén centralistisch geordende eenheidsstaat dus maar een driegeleding waarin de drie gebieden van de samenleving geordend zijn naar haar eigen wetmatigheden: Vrijheid als noodzaak voor de waardige ontwikkeling van de mens in het geestesleven (onderwijs, gezondheidszorg, cultuur), Gelijkheid in het rechtsleven (het begrensde gebied van de staat waar de democratische impuls op zijn plaats is) en Broederschap in het economische leven (het gebied van de economie waar op basis van associaties, werkelijk zakelijk kan waargenomen worden wat de behoeften van de mensen zijn en waarin de overheid géén rol speelt). De opgave van Europa ligt niet in het blindelings volgen van boven beschreven westerse machtsimpulsen. De helende kracht, die van Europa zou kunnen uitgaan, zal uitsluitend kunnen liggen in het doorgronden van de werkelijke krachten die liggen achter het westerse machtsstreven op basis van een modern spiritueel denken. Het kweken van gevoelens van afgunst en haat tegen welk volk dan ook is ons vreemd. De impulsen die van de westerse loges uitgaan, staan rechtstreeks tegenover de belangen van de ‘eigen’ westerse volkeren en dienen daarom in het juiste licht gezet te worden.
APOKALYPS NU!