Reisverslag
Antwerpen - Izmir - Rotterdam.docx Ron van Rijswijk
antwerpen - izmir - rotterdam.docx
Blad 1
Reisverslag
Inhoudsopgave 1
zaterdag 29 aug .................................................................................................. 3
2
zondag 30 augustus ............................................................................................ 6
3
maandag 31 augustus ......................................................................................... 8
4
dinsdag 1 september ......................................................................................... 10
5
woensdag 2 september ..................................................................................... 12
6
vrijdag 4 september ........................................................................................... 13
7
zaterdag 5 september........................................................................................ 14
8
zondag 6 september .......................................................................................... 15
9
maandag 7 september....................................................................................... 17
10 dinsdag 8 september ......................................................................................... 18 11 woensdag 9 september ..................................................................................... 19 12 donderdag 10 september .................................................................................. 21 13 vrijdag 11 september ......................................................................................... 22 14 zaterdag 12 september...................................................................................... 24 15 zondag 13 september ........................................................................................ 25 16 maandag 14 september..................................................................................... 26 17 dinsdag 15 september ....................................................................................... 27 18 woensdag 16 september ................................................................................... 28 19 donderdag 17 september .................................................................................. 29 20 vrijdag 18 september ......................................................................................... 31 21 zaterdag 19 september...................................................................................... 32 22 zondag 20 september ........................................................................................ 34 23 maandag 21 september..................................................................................... 37 24 dinsdag 22 september ....................................................................................... 39 25 woensdag 23 september ................................................................................... 40 26 donderdag 24 september .................................................................................. 41
antwerpen - izmir - rotterdam.docx
Blad 2
Reisverslag
1
zaterdag 29 aug
Vandaag mag ik inschepen op de Elisabeth-S. Gisteren wed ik gebeld dat ik vandaag in Antwerpen aan boord kan, en dat ik er de hele dag over mag doen. Op vesselfinder.com heb ik het schip nog even in de gaten gehouden terwijl het op het laatste stukje van Rotterdam naar Antwerpen onderweg was. Op mijin gemakje wakker geworden, alles toch maar in een koffer gestopt in plaats van in een tas, en onderweg gegaan. Ik ben eerst met de bus naar Schiphol gegaan. Die bus heb ik op het nippertje gehaald, want er was iemand aan het verhuizen en die hield alletwee de liften bezet. Op schiphol was de rij voor het loket van NS Internationaal niet zo zeer lang, maar langzaam. Ik begrijp nooit zo goed waarom mensen er zo idioot lang over moeten doen om een treinkaartje te kopen. Maar uiteindelijk is dat ook nog gelukt. Wel een eersteklas kaartje, zodat ik een beetje comfortabel kan reizen. En nog even een drankje kan doen en een krantje kan lezen in de NS Business Lounge terwijl ik op kijn trein wacht. Verder in de trein een normale reis naar Antwerpen. Ik had aan de conducteur, een belg, gevraagd waar ik in Antwerpen een taxi kon vinden. Hij had me verwezen naar het Astridplein, maar de taxis blijken precies aan de andere kant te staan. Dat levert weer een heleboel sjouwen op in de hitte met mijn koffer die toch al loodzwaar was. De taxichauffeur wist de weg niet naar haven 730 niet en ook de navigatie liet het afweten, dus we hebben de borden maar gevolgd. Gelukkig staat alles goed aangegeven langs de weg, dus zo lukt het ook prima. Veertig euro en een halfuurtje later wordt ik om drie uur keurig bij het kantoortje van haven 730 afgeleverd. Maar helaas, de Elisabeth S wordt pas om vier uur verwacht. En de aardige dame kan me niet zomaar het terrein op laten. Dus dat wordt een uurtje wachten. Gelukkig is het droog. Minder gelukkig is dat het hier een havengebied op zaterdag is, dus er is geen enkel restaurantje, terrasje of tankstation in de buurt dat open is. Ik heb maar even op het gemakje zitten wachten op een verlaten terras van een gesloten wegrestaurant in de buurt. Mijn ipad zit in de koffer, en mijjn koffer zit bomvol. Dus dan maar geen boekje lezen, en lekker om me heen kijken. Om vier uur maar eens even gaan kijken bij het kantoortje, maar er was een uurtje vertraging, dus wordt het pas vijf uur. Inmiddels staat er ook een vijftiger met wit haar te wachten bij het kantoortje. Het blijkt een medepassagier te zijn, Jurgen uit Regenburg. Nou ja, eigenlijk een klein dorpje in de buurt van Regensburg. We praten wat. Hij heeft al in Antwerpen overnacht en heeft gisteren de treinreis van negen uur al gemaakt. Hij heeft een hut op het E deck, twee dekken onder mij. Ik vertel hem dat je het schip op internet kunt volgen, dat wist hij nog niet. Ik heb geen ontvangst, dus ik mag het op zijn telefoon even voordoen. Even wat tikken, en voila. Het blijt dat op dat moment de Elisabeth S net aan het aanleggen is. Dus we lopen wat naar opzij, kijken over het hek heen en jawel, de opbouw van het schip is tussen de containers en containerkranen door te zien.
antwerpen - izmir - rotterdam.docx
Blad 3
Reisverslag
Bij het kantoortje is nog wat gedoe omdat we niet aangemeld staan, maar de Belgische havenjuffrouw belt wat, en dan is het zo verholpen. Met een shuttle busje worden we bij het havenkantoor opgehaald en naar de Elisabeth S gebracht. Het is geen cruise, dus er is geen welkom met hula-meisjes en cocktails of zo. We mogen zelf onze koffer een hele lange trap langs de romp op tillen. En eenmaal boven worden we het kantoortje van de eerste officier ingedirigeerd, waar onze paspoorten worden ingenomen (voor de administratie, kunnen we elk moment terug halen als we van boord willen) en de eerste officier ons naar onze hutten helpt. Mijn hut is geweldig. Een slaapkamertje met twee bedden en een woonkamer. Allebei met een klein raampje richting boeg. Ik kijk uit over een geweldig container landschap, recht vooruit. Inmiddels zijn twee heel hoge containerkranen bezig met een soort ballet waarbij 40-voet containers door de lucht zwaaien alsof het niets is. Dat gaat natuurlijk wel gepaard met heel veel lawaai van metaal op metaal, waarschuwingssirenes, piepjes en bliepjes. Een geweldig schouwspel, soms op nog geen meter uit mijn raam. Het diner is al om half zes, dus het is snel de koffer in de hut en dan aan het diner. Als passagier mag ik mee eten bij de officieren. Tijdens het laden en lossen hier in de thuishaven heeft iedereen het heel erg druk, dus de opkomst tijdens het diner is maar magertjes. Ik heb tijdens het diner even gepraat met de electrician, Oleg. Hij komt uit de Ukraine. Ik ben in 2012 nog naar de Krim geweest, dus we hebben gelijk een praatje. Even later schuift kapitein Vladimir Osipovs aan. Hij is geboren in Tallin, Rusland, maar woont al sinds 1976 in Riga. Ook daar heb ik weer een aanknopingspuntje, want ik was bij de laatste wedstrijd vanhet Nederlands Elftal in Riga. Dus als ik de kapitein vertel dat Riga een heel mooie stad is, dan glimlacht hij. Ik heb wat moeite met het open maken van mijn koffer. Er zit een cijferslot op, en de combinatie is kennelijk door alle druk iets gewijzigd. Het is een combi van drie cijfers. Gelukkig heb ik geen 1000 pogingen nodig om het goed te raden, dus kan de koffer alsnog onbeschadigd open. Ik heb me er op voorbereid dat ik me zal gaan vervelen hier aan boord, dus ik heb mijn mediaspelertje meegenomen. Maar helaas, bij de tv op mijn kamer ontbreekt de afstandsbediening. Dus ik ga even terug naar het Bdeck, naar de eerste officier, Florian. Florian is Duitser en was vanmiddag al heel vriendelijk, en is dat nu nog steeds. Hij maakt gelijk tijd voor me en gaat in de lift mee naar boven. Hij prutst en mompelt wat vanachter de tv. Als hij ziet dat ik een mediaspeler wil aansluiten, vraagt hij op ik films op een harde schijf bij me heb? Ja, zeg ik. Twee Terrabyte op een losse harde schijf. Hij mompelt dat hij zo terug komt en gaat er vandoor. Twee minuten later is hij terug. Met een enorme breedbeeld tv die maar net in het meubel past in mijn hut. "Komt uit mijn hut", zegt hij. "Heb ik toch niet nodig, en zo heb jij een lekker grote tv. Maar ik wil er wel wat voor terug: ik wil deze reis je harde schijf een possje lenen, zodat ik je films kan overnemen, want ik heb helemaal niets bij me." Nou ja, dat is een deal natuurlijk. En nu heb ik een vorstelijke home cinema in mijn hut. De rest van de avond heb ik mijn koffer uitgepakt, mijn hut een beetje ingericht alsof ik er vier weken in ga wonen, nog even een beetje buiten langs de opbouw gelopen,
antwerpen - izmir - rotterdam.docx
Blad 4
Reisverslag
vol bewondering zitten kijken naar het acrobatenballet met de containers. En uiteindelijk gaan slapen in een keihard bed.
antwerpen - izmir - rotterdam.docx
Blad 5
Reisverslag
2
zondag 30 augustus
Vanochtend ben ik te laat wakker geworden. Maar ik was nog steeds welkom in de officiersmess voor het ontbijt. De kapitein was ook wat laat en zat ook nog te ontbijten. Vandaag begon met een enorme hoosbui, de regen plensde als een ondoordringbaar gordijn uit de lucht. Vannacht hebben de containerkranen stil gestaan, maar ze zijn nog niet klaar met de Elisabeth S. We moeten hier van de reder tot maandagochtend vroeg blijven liggen, vertelt de kapitein. Er moeten hier in Antwerpen 700 containers van boord en er moeten er 600 weer op. Volgens de kapitein kan de Elisabeth S 4000 containers dragen. Volgens mijn simpele berekenjingen is dat wat overdreven, maar ik ben niet van plan de kapitein tegen te spreken. Later blijkt uit de gegevens dat het schip ofwel 2000 containers van 40 vet lang kan dragen, ofwel 4000 containers van 20 voet. Zo hebben we allebei een beetje gelijk. De kapitein komt uit Letland en praat Engels zoals een Rus in een Hollywood film Engels praat. De helft is te verstaan, de andere helft gaat verloren. Maar hij is erg aardig. In de officiersmess hangt een lijst met de bemanning. Er zijn 22 bemanningsladen aan boord. De kapitein uit Letland, de chief enigneer is meen ik Russich, de electricien Ukrainer, eerste officier Florian is Duits, en voor de rest bijna allemaal fillipijnen. De scheiding tussen officieren en de rest van de bemanning lijkt ver doorgevoerd. Inmiddels is het opgehouden met regenen. Er staan hier zeker twaalf containerkranen op een rij, een eentje had het laden en lossen weer opgepakt. Maar die kraan is net stuk gegaan, en blijft een vergrendeling van de containers steken. Dus nu is alles even stil buiten. Ik vond het trouwens wel opvallend dat het laden en lossen snachts niet doorgaat. Er wordt tussen ongeveer middernacht en acht uur ‘s ochtends even gestopt, wel zo fijn als je wilt slapen trouwens. Ik ben wel wat herrie gewend bij het slapen, maar dit is wel heel veel afleiding. Ik heb net even een rondje gelopen over het voordek. Dat kon, want er waren nu geen kranen aan het werk boven het voordek. Ik liep Daan tegen het lijf, de security officer. Hij vertelde dat we binnenkort een safety rondje over het schip gaan maken, dat hoort zo, om alle bezoekers en passagiers bekend te maken met de veiligheids voorschriften. Maar ik mocht toch alvast beginnen aan mijn wandeling. Ik kwam op mijn wandeling een Antwerpse havenarbeider tegen. Iemand van de haven ploeg, die meehelpt bij laden en lossen. Omdat er nu geen kranen bezig waren, zat hij rustig in het zonnetje af te wachten tot er weer een kraan aan het voordek kwam. Hij vertelde me dat er nog 1030 containers op en af het schip moesten. Het was vakantie, normaal zou er ‘s nachts doorgewerkt worden, maar nu niet, want er was personeelstekort. Hij vroeg me of ik het leuk zou vinden om eens bovenin een kraan te kijken. Natuurlijk zou ik dat leuk vinden. Met zijn walkie talkie nam hij contact op met de kraandrijver. "Zeg, er is er hier een passagier he, die wil eens in uwen cabine kijken. Kan dat? Jah, d' n praat Hollands." Er werd nog even in het Belgisch heen en weer gepraat, en toen was alles geregeld. Ik moest me beneden aan de loopplank melden. Toen ik van boord wilde kwam er snel een bemanningslid met een helm en een vestje achter me aan rennen. Beneden antwerpen - izmir - rotterdam.docx
Blad 6
Reisverslag
aan de trap were ik opgewacht door een andere havenarbeider, die er nogal lol in had. Voorzichtig oversteken, dan naar een laddertje aan de voet van de enorme containerkraan, dan een meter of wat laddertjes klimmen, en dan een klein liftje in met zijn tweeen, omhoog. Goh, wat is zo'n containerkraan een enorm gevaarte als je onderaan staat. Bovenaan uit de lift, een klein loopbruggetje over, naar de cabine van de kraan. Mijn hart ging tekeer, zo bang was ik. Wat een enorme hoogte! Ik ben alles bij elkaar denk ik een kwartier in de cabine geweest. Er is een redelijk comfortabele stoel voor bezoekers, van waaruit je als het ware over de schouders van de kraandrijver kunt meekijken. Ik was zwaar inder de indruk van de hoogte en het adembenemende uitzicht en van de vaardigheid waarmee de kraandrijver tonnen zware containers door de lucht liet vliegen en prceis op de goede plek liet landen. Nog een hele kunst, want zo' n ding zwaait behoorlijk heen en weer. En daar moet je precies op de goede manier gebruik van maken. De tijd kroop voorbij, want ik vond het doodeng. Doodeng, want behalve de enorme hoogte rolt de cabine van de kraan mee naar voren en naar achteren, en je voelt de lading trekken. Ik had nog duizend dingen willen weten over de werking van die mysterieuze displaytjes die precies zeggen welke container waarheen moet, maar ik ben de helft vergeten. Aan de kraandrijver lag het niet, die vertelde honderduit, want zo vaak had hij geen bezoek op deze hoogte. En toch, voor hete wist stond ik weer beneden, met knikkende knieen. The ride of a lifetime, daar kan geen achtbaan tegenop. ’s Middag bij de lunch kwam ik Jurgen tegen. De tweede officier, Daan, is tevens veiligheidsman, en die heeft ons na de lunch de safety instructie gegeven. Eigenlijk eenvoudig: bij elk soort alarm moeten we ons zo snel mogelijk, zonder bezittingen maar met zwemvest en warme kleding (bij voorkeur de emergency overall) melden op de verzamelplaats, en daar wachten op verdere instructies. Er zijn twee lifeboats, en in de lifeboat hebben we elk een vaste plek. Maar hopen dat het niet nodig is. Daarna met Jurgen samen wezen shoppen in het dorpje Stabroek, dat is vlak bij de haven. Eerst met het pendelbusje opgehaald worden bij de boot, dan door het hek naar buiten, en wandelen maar. Het was behoorlijk warm, dus een hele sjouw. In Stabroek was net de passage van een belangrijke wielerkoers gaande: veel volk op de been voor een zondagmiddag in een slaperig dorpje, zelfs met twee helicopters boven de koers en natuurlijk heel wat politie motoren die zich lekker uitleefden met dit mooie weer en te pas en te onpas heen en weer raasden met zwaailicht. Mijn bedoeling was om wat inkopen te doen, maar in Stabroek is alles dicht op zondagmiddag. Uiteindelijk hebben we maar een terrasje gepakt. Toen ik aan de bardame uitlegde dat we eigenlijk wat te drinken mee wilden nemen, keek ze me bedenkelijk aan: ze kon niet verkopen voor mee te nemen, en zeker niet nu de bingo in de achterzaal gaande was, dan zou iedereen het zien. Maar na enig denkwerk kwam de oplossing: de videotheek! Aan de overkant van de straat was een videotheek, dat bleek een ware supermarkt, we hebben er alletwee van alles gekocht. Ik twee flessen cola en drie zakken chips.
antwerpen - izmir - rotterdam.docx
Blad 7
Reisverslag
3
maandag 31 augustus
Gisteravond is er hard gewerkt om de laatste containers aan boord te krijgen. Ik hoorde van de Antwerpse havenarbeider gisterochtend dat er nog iets meer dan duizend containers aan boord moesten, maar dat is kennelijk allemaal gelukt: vanochtend om zes uur precies werd ik wakker van het aanslaan van de scheepsmachines. Wel grappig trouwens, gisteravond voelde ik in bed zowat elke container landen, vanochtend was het aanslaan van de scheepsmotoren niet te missen. Daarna met hulp van sleepbootjes de sluis in, de Schelde op. In Vlissingen dacht ik altijd dat de Schelde een zee was. Als je op een schip als dit zit, dan is het meer een zigzag kanaaltje waar het enorme schip doorheen moet zigzaggen. Overal om je heen zie je zandplaten en ondieptes, het baantje tussen de groene boeien aan bakboord en de rode boeien aan stuurboord lijkt verdraaid smal. Op de Schelde was het moeilijk voor me om binnen te blijven: vanaf allerlei dekken heb ik geprobeerd, vaak met succes, dingen te herkennen, en ik heb veel fotoos gemaakt. Natuurlijk ook van Vlissingen, dat heb ik bekeken vanaf het brugdek. Het was een schitterend heldere zonnige ochtend, dus ik heb alles goed kunnen zien. Het schijnt dat mijn zwager Geert nog naar me heeft staan zwaaien. Ik heb hem gemist, maar het is goed om uitgezwaaid te worden. De rivierloods is er af gegaan bij Vlissingen, we stomen nu op kruissnelheid richting het Kanaal. Het schijnt dat we eerst naar een haven in Italie gaan, en dan pas door naar Griekenland. Nou ja, ik merk het wel. Bij de lunch bleek dat je hier aan boord om de zes dagen ook de meest basale dingen kunt kopen. Ik heb mezelf laten noteren voor wat blikjes fris, bier en wat pinda's. Die mag ik dan vanavond om zes uur ophalen op het C dek. Na Vlissingen is het erg heiig geworden en de eerste plensbui hebben we getrotseerd. Ik heb een beweldig uitzicht vanuit mijn hut, recht over alle containers uit, recht over de boeg. Maar ik zie niets behalve een grijze grauwe horizon. Een raampje van mijn hut open of dicht doen is trouwens nog best een dingetje: het zij vierkante patrijspoorten va ca. driekwart bij een halve meter in super stevige sponningen. Elk raam zit aan de ene kant met een scharnier, aan de andere kanten met vier stevige bouten met vleugelmoeren dicht. Op die vleugelmoeren kan je flink wat kracht zetten om het raam goed te sluiten. Jurgen en ik blijken de eerste passagiers te zijn twee maanden. Dat verklaart een beetje waarom eigenlijk niemand precies weet wat ze met ons aan moeten, en iedereen het eigenlijk wel spannend vindt dat er passagiers zijn. Ik zal proberen er niet van te profiteren. De steward vroeg me net of ik wilde dat mijn hut elke dag schoongemaakt werd, want de kapitein had hem verteld dat de service op mijn hut het zelfde moest zijnals bij de hut van hemzelf. Nou, ik vind het wel goed zo, zoveel troep maak ik niet. Misschien dat ik mijn hut twee keer deze reis schoongemaakt wil zien, maar dat spreek ik dan nog wel af. En dat vond de kok een prima plan.
antwerpen - izmir - rotterdam.docx
Blad 8
Reisverslag
Tot nu toe is er nog weinig sprake van die verveling waarvan ik dacht dat die me te wachten stond. Er is een vrij drukke dagelijkse routine aan het onstaan: om zeven uur, twaalf uur en vijf uur maaltijden in de officiersmess. Al deze tijden zijn "vanaf"tijden. Tot dik een uur na aanvang komen mensen binnenlopen en gaan ze ook weer, er is niet zoiets als gemeenschappelijk eten. En dan tussendoor, om tien uur en om drie uur is het koffietijd in de conference room. Die heb ik nog niet meegemaakt, maar Jurgen heeft het al ontdekt. Daar moet ik me morgen dus ook maar eens melden. En zo heb je elke twee of drie uur een aktiviteit. Drudrukdruk. Ik ben net even afgedaald, met de lift, tot in de machinekamer. Er staat een gigantische achtcylinder te stampen, drie verdiepingen hoog. Een geweldig mooi gezicht in een smetteloos schoon gehouden machine kamer. De chief engineer is mijn buurman op het G deck, Pavel uit Estland. Hij ziet er een beetje uit als een ietwat in zichzelf gekeerde man, maar schijn zal wel bedriegen: je krijgt vast niet zomaar een machtige achtcylinder onder je hoede. Bij het avondeten heb ik eerste engineer een compliment gemaakt met zijn schone en geordende machinekamer. En hij ontdooide gelijk, ik moest het zeker even laten weten als ik weer naar de machinekamer ging, want dan zou hij er voor zorgen dat ik netjes rondgeleid werd en uitleg kreeg. Die onthouden we voor een van de volgende dagen. De boodschappen van het lijstje bij de lunch worden vandaag niet bezorgd. De kapitein laat weten dat hij het, met het eind van de maand en het uitvaren uit Antwerpen. veel te druk heeft met allerlei administratieve klussen om ons vandaag ook nog onze boodschappen te laten bezorgen. Maar geen nood, morgen komt het goed. En Florian voegt daar aan toe dat hij het ook zal omroepen over de omroepinstallatie, en dat de boodschappen ook bij de hut bezorgd worden. Wat een luxe allemaal.
antwerpen - izmir - rotterdam.docx
Blad 9
Reisverslag
4
dinsdag 1 september
De hut hier is eigenlijk opvallend stil. Ik ben ook al kort in de machinekamer geweest, en de scheepsmotor maakt een oorverdovend lawaai. Maar buiten de machinekamer is het opvallend stil. De hut is van binnen netjes afgewerkt en betimmerd, geen kale stalen platen. En ik zit direct onder de brug, maar ik merk er helemaal niets van dat de brug dag en nacht bezet is en daar mensen aan het werk zijn. Dus vannacht heb ik geslapen als een blok. De bemanning is heel erg aardig. Dat geldt zowel de officieren als de bemanning. Ik mag overal komen, ik wordt nooit tegen gehouden. Sterker nog, het wordt aangemoedigd om eens op bezoek te komen op de brug of machinekamer. Ik kom op plekken waar je op een cruise schip als passagier onmiddelijk weggestuurd zou worden, en het is allemaal OK. Vanochtend bij het ontbijt vertelde de steward, Baan, over het aanleggen in Izmir. Dat gaat waarschijnlijk een dag of drie duren, en we liggen dan pal naast de boulevard met barretjes en toeristendingen. Hij vertelde dat hij in Izmir gewoon diensten moet draaien tot zeven uur ‘s avonds, maar daarna gaat hij van boord en lekker stappen. Ik ben benieuwd. Na het ontbijt ben ik even lekker in het zonnetje gaan zitten in een plastic terras stoel die ik heb gevonden op F deck. Beetje boekje lezen, om me heen kijken. Dat van die zilte zeelucht, daar merk ik niet veel van. Ik heb het idee dat ik meer ongezonde dieseldampen snuif dan gezonde zeelucht. Het is stralend weer, de golven zijn ietsje serieuzer dan in het kanaal, maar nog niet echt om je zorgen over te maken. Gek is dat ik aan wal via internet precies bij kan houden waar het schip is. Hier aan boord heb ik er weinig idee van; overal om je heen is ... zee. Ik hem een kompasje op mijn telefoon geladen, dat ging nog net, dus ik kan nu een beetje zien welke koers we varen. Alhoewel ik er volgens eerste officier Florian twintig graden naast zit. "En ik hoop maar dat jij er twintig graden naast zit, niet ik." grapt Florian bij het ontbijt. Ik spreek met Florian af dat ik om half vijf, als zijin dienst op de brug al een halfuurtje begonnen is, op de brug langs kom. En Florian benadrukt nog eens dat ik altijd welkom ben. Florian vertelde ook dat dit de laatste chartervaart is voor deze rederiji met dit schip. Als het schip terug is in Antwerpen, dan wordt het schip door een andere reder gecharterd en in gebruik genomen. Dat heeft hogal wat papierwerk en nogal wat onzekerheid tot gevolg. Dit keer heb ik ook de ochtendkoffie om tien uur bezocht. Florian nodigde mij en Jurgen uit om mee te gaan naar de voorplecht, want daar moest een reparatie op de rem van het anker worden uitgevoerd. Iets waar je normaal niet over nadenkt, maar een anker moet bij het afwerpen geremd worden. Er giert een heel gewicht aan ankerketting achteraan als je het anker laat vallen, en dat moet toch een beetje gecontroleerd gebeuren, anders is er geen stoppen aan het vallen van de ketting en raak je anker plus ketting kwijt. En de rem op een van beide ankerkettingen is stuk. De laatste keer, vertelde Florian, hebben ze het anker tenauwernood kunnen redden: drie schakels voor het eind van de ketting is de kettingstop erop gegooid. Naast de rem, om het viern van de ketting te controleren, is er ook een kettingstop, waarmee antwerpen - izmir - rotterdam.docx
Blad 10
Reisverslag
de gevierde ketting vastgezet wordt. Die stop was er in één keer op gegooid om het anker en de ketting te redden. Dat heeft een enorme klap gegeven waarbij gelukkig niemand gewond is geraakt. De kettingstop is wel flink beschadigd. En dan de rem zelf, die moet ook gerepareerd worden. En Florian legt op het voordek geduldig uit hoe alles werkt en wat er allemaal gerepareerd wordt. Het voordek is een hele mooie, rustige plek. Zeker zo in het zonnetje. De herrie van het schip zit heel ver achter je en wordt ook nog eens afgeschermd door de containers, dus je hoort hier helemaal niets, behalve af en toe het breken van een golf. Het lijkt alsof je stil ligt in het water, de stilte is overdonderend hier. Maar ja, om er nu op het gemakje een boek te gaan liggen lezen terwijl de bemanning druk in de weer is om de rem van het anker te repareren is ook weer zo wat. Jurgen heeft een andere mooie plek op het schip gevonden. Na de lunch heeft hij die plek aan me laten zien. Het is boven op het dak van de brug, helamaal boven op het dekhuis. Een werkelijk fantastische plek. Een mooi wit gelakt dek, over de volle breedte van het schip en een meter of vijf in de lengte. Het zicht is naar alle kanten vrij, behalve recht naar achter waar natuurlijk waar de schoorsteen staat. Maar voor de rest . . . . Geweldig. En dan met het zonnetje erop. Het lijkt alsof je op het dak van een flatgebouw van dertig meter staat. Alleen dit flatgebouw zoeft met achttien knopen door de zee. Zeker als je alleen boven bent, het voelt alsof je alleen op de hele wereld bent. Je kunt je zo voorstellen dat mensen vroeger dachten dat de wereld plat was, en dat je van de randen af kon vallen. Het bezoekje later aan de brug was een beetje een bummer. Florian had dienst, maar de kapitein was er ook nog en ze waren samen heel erg druk met brugdingen doen. Ik mocht wel op de brug, maar zo zonder uitleg of aanspraak kan je wel wat leuke fotoos maken en raden naar de functies van al het indrukwekkende instrumentarium, maar toch. . . . Toch nog maar eens een keertje terug komen als Florian ook wat tijd heeft om wat te laten zien. Op de kaart heb ik wel gezien dat we halverwege de Golf van Biskaje zitten, en dat we ongeveer zes uur morgenochtend de draai om kaap Finestere gaan maken. Dat zou ik op het kompas dus moeten kunnen zien morgenochtend, dan zouden we een koers van bijna 180 moeten gaan varen. Nu varen we nog 210. Straks is het eindelijk zover, we mogen de spillen van ons boodschappenlijstje gaan ophalen. Erg mager zou ik toch niet worden aan boord geloof ik, maar straks heb ik zelfs weer fris en een lekker flesje whiskey erbij. Nog even een avondje banksurfen.
antwerpen - izmir - rotterdam.docx
Blad 11
Reisverslag
5
woensdag 2 september
Ik heb me vanochtend verslapen voor het ontbijt: bij de ochtendkoffie was ik vandaag voor het eerst uit mijjn hut. Na de koffie ben ik nog even naar het voordek geweest, maar daar was de eerste officier nog steeds met een paar man aan het martelen met de ankerrem: er zit een pin muurvast geroest, die er uit moet om de rem vrij te maken. Ik ben dus even op mijn geheime uitkijkplekje op het F dek op het plastic terrasstoeltje gaan zitten, even wat lezen. Na de lunch ben ik weer gaan slapen. Ik heb een wat onrustige nacht gehad. Florian vond kennelijk dat hij wat goed te maken had omdat hij gisten toen ik op de brug was geen tijd had om dingen uit te leggen, dus hij heeft me uitdrukkelijk uitgenodigd om na het diner nog een keer opnieuw langs te komen, dan had hij wel tijd. En dit keer had hij inderdaad genoeg gelegenheid om van alles over alle apparaten op de brug te vertellen. Ik kan het denk ik nog maar even beter niet van hem over nemen, maar het meeste begreep ik wel. Voor de rest maak ik er denk ik maar een rustig avondje van.
antwerpen - izmir - rotterdam.docx
Blad 12
Reisverslag
6
vrijdag 4 september
Vandaag is er weinig gebeurd. We zitten midden op de Middellandse Zee, en wat zie je rondom het schip? Juist, zee. Veel zee. Op het voordek heeft Oleg (de electricien) een plastic ligstoel voor me neergezet. Hij zag me op het voordek, en ik zei dat ik om het halfuur een ander plekje moest zoeken, omdat ik na een halfuur in dezelfde houding op hetzelfde staal ook wel een beetje stalen achterwerk kreeg. Oleg stond er op een plastic ligstoel uit het vooronder te halen voor me. Het vooronder is een plek waar de meest wonderlijke spullen opgeslagen liggen. Allerlei soorten touwen, klemmen om containers mee vast te zetten, een hele massa verf in tien verlschillende kleuren, reserve remvoering voor de ankerrem, maar oook twee fietsen. Een wonderlijke plek dus. 's Middags heb ik nog een poos op het Sonnendeck bovenop de brug gezeten. Het dak van de brug, het allerbovenste dek, is door Jurgen omgedoopt tot “Sonnendeck”. ’s Avonds na het eten heb ik zowaar nog twee dolfijnen voor de boeg gezien, heel even maar. En voor de rest is het vandaag smoorheet geweest. Met weinig hoogtepunten.
antwerpen - izmir - rotterdam.docx
Blad 13
Reisverslag
7
zaterdag 5 september
Vanochtend vond ik een pasje dat onder mijn deur door geschoven was. Het is een geplastificeerd dingetje met mijn foto en paspoortgegegens erop, waariop staat dat ik bemanningslid van de Elisabeth S ben. Waarschijnlijk om vanavond mee de wal op te kunnen. En ook op de deur van mijn hut is een labeltje met mijn naam geplakt, "mr Van Rijswijk". Staat wel sjiek, zo direct onder het plaatje "owner's cabin". Net alsof het hele schip van mij is. Stoer hoor. Nog voor het ontbijt werd aan stuurboord Sicilie al zichtbaar. Zo af en toe zitten we kennelik net genoeg bij de noordkust om de bergen te kunnen zien. En we hebben af en toe ook weer bereik met de telefoon. Dat is mooi, ik heb Pukkie net even telefonisch kunnen feliciteren met haar veertigste verjaardag, het ouwe sukkeltje. Jammer dat ik er niet bij kan zijn, maar we halen het zeker weer in als ik terug ben. Het is nog geen negen uur in de morgen, en het is buiten al zevenentwintig graden. Er blaast wel een windje, maar dat is vochtig en klam. En zeker niet genoeg om voor enige golven van betekenis te zorgen, het schip komt nauwelijks uit het lood. Net als de voorgaande dagen trouwens, de maximale rol is nog geen drie graden geweest. Vanavond om zeven uur zullen we aanleggen in een Italiaanse haven met een onuitsprekelijke naam. Er moeten vierhonderd containers af en er moeten er negentig weer op. En dan zijn we morgenochtend weer onderweg, als alles volgens plan verloopt. Met een beetje mazzel kunnen we de zaterdagavond aan wal doorbrengen. :-)
antwerpen - izmir - rotterdam.docx
Blad 14
Reisverslag
8
zondag 6 september
Gisteravond zijn we de haven van Gioia Tauro binnengelopen. Het was voor het eerst dat ik vanaf het schip zag hoe een haven binnengelopen wordt. Ik heb alles uitgebreid bestudeerd en gefotografeerd. Hoe de loods langszij komt, hoe het sleepbootje aan de achtersteven zijn best doet om het schip in bedwang te houden, hoe de mannen aan de wal hun best doen om de kabels om de bolders te leggen, wat er aan de wal allemaal gaande is aan aktiviteiten. Ik heb zelf fotoos gemaakt van de kapitein van een afstandje, maar die vond dat niet prettig. Ik heb me later nog bij hem verontschuldigd, maar hij was not amused. Nou ja, dat moet ik nog maar eens goed maken. Jurgen wilde graag aan wal, en dus ging ik met hem mee. Ook in deze haven mag je niet zomaar los rondlopen, dus we hebben ons netjes met een auto naar de uitgang van het terrein laten brengen. Daar konden we geen taxi krijgen, dus het was lopen geblazen naar het dichtstbijzijnde dorpje, San Ferdinando. Volgens de deskundigen was het een kilometer of drie. Jurgen en ik hebben langs verlagen wegen drie kwartier heen en drie kwartier terug gelopen en volgens mij een paar kilometers meer afgelegd. San Ferdinando is keurig van het haventerrein afgescheiden door een hek waar niet mee te spotten valt, en dat van links naar rechts tot in het oneindige reikt. Door het hek kan je de huisjes van het dorp,zien, maar dat is dan ook alles, bijna geen waarneembare beweging in het dorp. Dus na drie kwartier in de donkere hitte sjokken had ik het wel gezien en hebben we rechtsomkeert gemaakt. Op de terugweg bij een (ook alweer verlaten) parkeerplaats voor vrachtwagens stond een wachthokje waar licht brandde. En ik dacht: wachthokje? Licht? Vrachtwagenchauffeurs? Dan moet er oook een frisdrank automaat zijn! En jawel, voor tachtig cent per stuk volop ijskoude blikjes drinken. Het was warm genoeg , dus Jurgen en ik hebben flink ingeslagen. Vanochtend om zeven uur zijn we weer weg gevaren uit Gioia Tauro, op naar de straat van Messina. En zo tussen Sicilie en het vasteland van Italie door, onderweg naar Piraeus. Tot nu toe hebben we altijd met de golven mee gevaren, maar nu varen we er tegenin. Daar merk je verder niets van, want de Elisabeth S ploegt er zonder merkbaar moeite te doen doorheen. En de golven? Tot nu toe hebben we maar een dag golven gezien van drie meter, de rest van de dagen niet hoger dan anderhalve meter. En het is zeker niet koud: er valt nauwelijks te ontsnappen aan de subtropische hitte. Vandaag heeft kennelijk iedereen het een beetje druk: ik heb allen Oleg, de electricien, gezien. De rest van de officieren heb ik niet biji de koffie en nog niet bij het eten gezien. Gisteravond bij het thuiskomen kreeg ik een smsje dat de molen waar mijn vader molenaar op is, is afgebrand. Ik heb even met pa gebeld, want de molen is zijn lust en zij leven. Hij was er zelf niet bij en heeft er niets van gezien toen het gebeurde. Het was een blikseminslag, dus er valt niemand iets te verwijten. Maar het zal hem wel zwaar vallen: hij is al over de tachtig, het runnen van de molen was een belangrijk deel van zijn sociaal leven, en een nieuwe molen heb je niet zomaar gevonden. Er schijnen alweer alternatieve plannen voor de resten van de molen te
antwerpen - izmir - rotterdam.docx
Blad 15
Reisverslag
zijn, maar de dagen als windmolen lijken geteld. "Het is een heel droef gezicht", zegt pa.
antwerpen - izmir - rotterdam.docx
Blad 16
Reisverslag
9
maandag 7 september
Het leven hier aan boord begint routine te worden voor me. En daarmee een beetje saai. Prima, want dat was ook de bedoeling van de trip. In de eerste dagen heb ik als een puppy over het schip heen en weer gerend, overal aan snuffelen, alles is nieuw. Nu ik alles gezien heb en aardig de weg weet, wordt het steeds meer de vraag wat ik nu weer eens zal gaan doen. De Middellandse Zee is blauw, blauwer dan al het andere water dat we tot nu toe hebben gezien. En vandaag weer lekker vlak, golven van nog geen halve meter. En alles is smoor en smoorheet. Een vochtige klamme warmte. Dan is het in de owners cabin met airco toch lang zo gek nog niet. Vandaag heb ik aan stuurboordkant, honderd meter achter het schip, een groep dolfijnen gezien. Op een gegeven moment kon ik er bijna wel twintig tegelijk zien die aan de oppervlakte zwommen en van golf naar golf sprongen, hoger dan in de wildste dolfijnenshow. Ze hadden er duidelijk zin in. En na een minuut of tien verdween het groepje weer. Vandaag ben ik in de machinekamer op bezoek geweest. De eerste engineer, Pavel, had me al eerdr uitgenodigd om "na Italie" op bezoek te komen, dus heb ik netjes een afspraak gemaakt. De tweede enigineer, eenPhillipino, wachtte me keurig op in de machinekamer en liet me alles,zien. De machinekamer heeft een eigen control room. Die is volgepakt met in het midden een rij consoles met knoppen, meters en twee beeldschermen. Allemaal heel robuuste apparatuur. En aan de wand rijen met systeemkasten met opnieuw veel meters en knoppen en handles. Op alle kasten zat keurig een opschrift, en sommige opschriften begreep ik ook nog. In de machinekamer zelf, buiten de control room, was het een immens lawaai. De hoofdmotor van het schip is een drie verdiepingen hoge achtcylinder. Een stevig gevormde klomp staal, waar je aan de buitenkant geen bewegende delen van ziet, alleen een berg slangen en zo. Maar wel zodanig dat je in al die mechaniek een repeterende groep van acht herkent. En overal staan secundiare motoren te ronken en te stampen. Voor de vierhonderd volt, voor de pompen, voor van alles en nog wat. En tenslotte, dat vond ik toch wel het meest indreukwekkende in de hele machinekamer, helemaal onderin en achterin het schip, de aandrijfas tussen scheepsmotor en schroef. Op het koment van mijn bezoek waren we in volle zee, dus de as tolde met veel omwentelingen per minuut in het rond. De as zelf is denk ik driekwart meter dik en ligt open en bloot in zadels zijn omwentelingen te maken. Aan de ene kant de motor die er met vijftigduizend pk aan trekt, aan de andere kant, onzichtbaar vanuit de machinekamer, de scheepsschroef met een diameter van meer dan zeven meter. Het grootste evenement van de dag waren de koerswijzigen. We varen nu tussen de Griekse eilanden door naar Piraeus. Als het goed is komen we daar vanavond om een uur of tien aan. Aan weerszijden waren vandaag kusten van eilanden te zien, alhoewel we altijd toch tenminst een mijl of vijf uit elke kust blijven. Nederland is trouwens maar een vlak land: elk zichzelf respecterend eiland heeft een indrukwekkende bergpartij. De koerswijzigingn waren telkens hooguit een graad of tien. En dan nog in zo'n tempo dat je het pas merkt als de schaduw over het dek kruipt. antwerpen - izmir - rotterdam.docx
Blad 17
Reisverslag
10
dinsdag 8 september
Gisteravond zijn we Piraeus binnengelopen. Dat was nogal een gebeurtenis opzichzelf. We lagen om ongeveer een uur of tien voor de haven, stil te wachten. We lagen nog een flink eind buitengaats, dus alles wat er te zien was van de haven was een strook lichtjes langs de horizon. En daar lagen we dan, te dobberen. Het duurde minstens een half uur voordat de loods langszij kwam en de eerste havensleepboot verscheen. Alles in een redelijk gematigd tempo. Daarna begon het proces van de haven binnen lopen. Griekse sleepboten hebben toch een iets andere stijl dan Belgische of Italiaanse. Tot nog toe heb ik slepers altijd met kabels zien vastmaken, en vervolgens zien slepen. En dan ook nog aan de achtersteven, want aan de voorsteven hebben we een stoere boegschroef, dus daar redden we onszelf wel. Maar nee, deze Grieken geloofden niet in kabels, maar in het betere duw werk. Dus af en toe een neusje tegen de voorplecht of met de neus een flink remspoor trekken langs de zijkant van onze romp. Helemaal begrijpen deed ik het proces niet, maar tergend langzaam werden we uiteindelijk toch op onze plek afgemeerd. En daarna werd er aan de wal nog allerlei ondoorgrondelijk ceremonieel doorlopen voordat om half één ‘s nachts eindelijk de eerste containers door de lucht zwierden. Vanochtend waren er weinig officieren aan het ontbijit: iedereen had natuurlijk flink doorgewerkt vannacht, en sliep nog even uit zolang dat kon. Ik heb eerst even vanaf het dak van de brug wat fotoos gemaakt van de omgeving: de akropolis kan je hier vandaan niet zien. Het lossen en laden is in volle gang, en ik kijk er op mijn gemakje naar, tussen de bladzijden van mijn boek door. Het valt me op dat hier in Griekenland heel erg veel geschreeuw en handgebaren nodig zijn bij dat proces, het lijkt in Belgie en Italie toch ietsje gestroomlijnder te verlopen. Mede passagier Jurgen wilde nog aan wal gaan. Ik vind het de moeite niet waard, want volgens plan vertrekken we hier om drie uur vanmiddag alweer. Ondertussen bezorgt de defecte anker winch de bemanning de nodige hoofdbrekens: van het andere anker is de motor doorgebrand en stuk,en er zij nog wat dingen defect waarvoor geen reserve onderdelen te vinden zijn. Die worden nu hals over kop aan wal gezocht en naar het schip gebracht, als we al vertrokken zijin naar de volgende haven, Thessaloniki. Hier in Piraeus komt ook de super intendant van de rederiji aan boord voor de jaarlijkse inspectie. Die vaart mee van Piraeus naar Piraeus, dus dat is ongeveer acht dagen. De eerste officier en de kapitein zijin er dus alles aan gelegen om er voor te zorgen dat het schip een prima indruk maakt, dus ze zijn allebei wat gespannen. De enige die er schijnbaar onaangedaan tussendoor sjokt is de eerste engineer. :-) En Oleg, de electricien, die krijg je ook niet gek. Ik hoop dat we in Izmir een Lego winkel hebben waar je zelf je lego mannetjes kan samenstellen. Ik zie zo ons officierencorps van vier man in Lego voor me.
antwerpen - izmir - rotterdam.docx
Blad 18
Reisverslag
11
woensdag 9 september
We liggen voor de haven van Thessaloniki. Vannacht heeft de Elisabeth S behoorlijk door gestampt, door het slechtste weer dat we tot nu toe gehad hebben. Het schip kan het nog allemaal met gemak aan, maar toch. Ik kwam gisterochtend de kapitein tegen in de lift. Ik moest mijn oren spitsen, maar hij zei in zijn Engels-Russisch "autumn come, autumn come now." Gisterochtend dacht ik daar nog niet zoveel van, want de zee was strak blauw. Maar vannacht kreeg hij toch gelijk. En zo vanochtend, buiten op de dekken, is het toch behoorlijk frisjes en kan je in de verte de buien zien hangen. Ik heb mijn trui maar weer tevoorschijn gehaald. Precies volgens de voorspellingen kon om zeven uur vanochtend de scheepsmotor stationair gaan draaien en gleden we de baai van Thessaloniki in. Om daar te horen te krijgen dat we nog zeker tot twaalf uur moeten wachten op een loods en sleepboten. De eerste officier nam de telefoon op in de officers mess, en vertelde het de kapitein: ze zaten beiden aan het ontbijt en bleven er rustig onder. Rustig, zoals in een soort gelatenheid, maar erg blij waren ze niet. De superintendant scharrelt inmiddels ook over het schip met een klein gevolg aan bemanningsleden die kennelijk te horen hebben gekregen dat ze hem in alles moeten helpen. Hij maakt fotoos, laat zich dingen zien door de bemanning en neemt de stand van zaken van het schip op. Ik heb nog geen kennis gemaakt. Oleg, de scheeps electricien, vertelde me gisteren dat van het stuurboord anker de rem stuk is, maar dat wisten we al. Dus als we dat anker nodig hebben, dan kunnen we dat alleen maar langzaam laten zakken op de motor, zodat we de controle over het anker niet verliezen. We kunnen het niet laten vallen. Van het bakboordanker is de motor zelf doorgebrand. We kunnen het dus wel laten vallen, maar dan nooit meer ophalen. De facto onbruikbaar dus. Alles bij elkaar hebben we dus een half anker op dit moment. Dus dat dobberen hier in Thessaloniki, wachtend op onze beurt, is ook echt dobberen; een anker uit gooien is niet handig. Zojuist bij de ochtend koffie heb ik kennis gemaakt met de superintendant. Het was wel leerzaam voor me om te zien hoe hij naar dit schip kijkt: de kraan op het achterdek, daarvan werkt het controle paneel niet goed. Maar misschien is dat niet erg, want we hebben al duizenden euroos verbouwd aan die kraan, en hij wordt nooit gebruikt, dus kunnen we hem beter buiten gebruik stellen. De open/dicht grendels op veel luiken doen het niet. En bij sommige luiken is het opschrift "open/dicht" precies verkeerd om op het luik geschilderd. Het touw in het midden op het achterdek is doorgerot, het wordt zeker nooit gebruikt? Dat soort vragen, het lijkt wel een asset manager :-) Ik heb ruim de kans gehad Thessaloniki te verkennen. De agent (er komt in elke haven een agent van MSC aan boord) was heel behulpzaam en heeft Jurgen en mij afgezet aan het begin van de boulevard van Thessaloniki. Die boulevard loopt langs de kust en is bezaaid met terrasjes, toeristen, Grieken, rondvaartbootjes en ook .... een hop on hop off bus. Die moest ik natuurlijk even proberen, terwijl Jurgen op eigen houtje wat is gaan rondstruinen. Het was een heel leuk ritje door de betrekkelijk kleine stad. De stad Thessaloniki is gesticht in het jaar driehonderd of zo, en is veroverd geweest duur Turken, Grieken, Perzen, Romeinen en zelfs antwerpen - izmir - rotterdam.docx
Blad 19
Reisverslag
Noormannen. En iedere cultuur heeft hier wat achtergelaten. Dus het maakt niet zoveel uit waar je een schep in de grond steekt, je graaft altijd wel een historisch artefact op. Thessaloniki schijnt trouwens ook bezig te zijn met het aanleggen van een metro. Die zou al in 2012 of zo klaar zijn, maar wordt nogal gehinderd door al die historie waar ze tegenaan graven. De busrit ging langs een onophoudelijke rij ruines, kastelen, kerken en moskeeen. Door supersmalle straatjes waar ik met mijn kleine volkswagentje moeite zou hebben. Dus chauffeur worden op een tourbus in Thessaloniki, dat wens je niemand toe. Na de busrit Jurgen weer opgepikt en samen een paar terrasjes, biertjes en cocktails gedaan. Jurgen heeft wat minder rust in zijn achterwerk, maar ik kan hier uren genieten van het terrasleven en het zicht op het dagelijks leven hier.
antwerpen - izmir - rotterdam.docx
Blad 20
Reisverslag
12
donderdag 10 september
Gisteravond waten Jurgen en ik om een uur of tien al terug van ons verlof aan wal. Het taxi ritje vanuit het centrum stelde niets voor en kostte, inclusief vette fooi, vijf euro. Weer een Griek blij gemaakt. En tijdens ons verlof aan wal ook de Griekse eceonomie weer gesteund. Het zijn dan wel geen miljarden, maar toch . . . Tijdens mijin rondrit werd in het commentaar de haven van Thessaloniki aangeprezen als "de tweede grote haven van Griekenland met een nieuwe moderne containerhaven, de motor voor de economie in het noorden van Griekenland." Nou, dan begrijp ik ineens een boel meer van die Griekse crisis: alles gaat hier op zijn elfendertigst. Het aantal containers op de wal en de oppervlakte van de containerhaven is minder dan ik ergens anders ooit gezien heb. In deze haven gebruiken ze ook walktie talkies, maar die communicatie wordt regelmatig aangevuld met armgebaren, geloei over luidsprekers, geschreeuw en gefluit. Voor het transport van de containers binnen de haven gebruiken ze gewone trucks met flatbeds erachter. Geen gespecialiseerd apparaat dus. Dat heb ik ook nog niet eerder gezien. En vannacht was er een kraandrijver bezig die zo te horen de containers van een halve meter hoogte gewoon op het dek liet ploffen of zo, een hels kanaal. Kan nooit goed zijn voor je lading. Dat hield op een gegeven moment ook gewoon ineens op. En daarna een hele tijd helemaal niets meer. Als je me verteld dat die kraandrijver dronken naar huis was gegaan, dan geloof ik het. Florian zei gisteren dat hij wilde dat we om zes uur vanochtend gereed zouden zijn om uit te varen. Het is negen uur, en de Grieken zijn nog lang niet klaar met ons. Hier naast het schip op de kade staan alleen maar inbound containers, containers die van schepen gelost zijn en landinwaarts moeten. Door spinnen op hoge poten worden die containers op vrachtwagens gezet en verdwijnen ze uit de poort. De vrachtwagens met containers die op de schepen geladen moeten worden komen kennelijk van ver: ze staan hier in een lange rij voor de poort te wachten. Ik kan wel zien dat ze over een snelweg aan komen rijden, maar waar ze geladen worden kan ik niet zien. Bij de ochtendkoffie bleek dat de nieuwe orders voor de nieuwe reder ontvangen waren: op 1 oktober moet het schip in New York zijn om te beginnen aan een route langs Charleston, Port Everglades en dan door het Panama kanaal naar de stille oceaan. Ik zou bijna niet meer van boord willen. En het gaat allemaal toch al zo snel: over twee weken zijn we al in Antwerpen, en dan zit voor mij de reis er alweer op. Met nu ik zo lekker begin te wennen hier aan boord.
antwerpen - izmir - rotterdam.docx
Blad 21
Reisverslag
13
vrijdag 11 september
's Ochtends vroeg werd ik ineens wakker in Izmir. Kennelijk hadden we behoorlijk wat voortgang gemaakt deze nacht, want eigenlijk zouden we pas om een uur of tien of elf aankomen. Maar toen mijn wekker af ging om half acht lagen we al lang en breed aan de kade en vlogen de eerste containers al door de lucht. Een heel verschil met Grienkenland trouwens: het schip had nog maar net aangelegd in Izmir, of het werd zowat bestormd door havenwerkers en containerkranen. Na het ontbijf dus eerst maar eens te weten zien te komen hoe Izmir inelkaar zit, want zo vanaf het schip te zien is het een mega grote stad. Dat "erachter komen hoe het in elkaar zit" vereist wat internet surfen. Terwijl ik daar mee bezig was zag ik dat ik kennelijk niet het voordeligste abonnement heb, want de kosten lopen voor al dat internationale internetten beginnen behoorlijk hoog op te lopen. Toch maar wat voorzichtiger aan doen met al dat dataroamen. Na de ochtendkoffie was ik er wel zo ongeveer uit: Vandaag wil ik naar de bazaar, een stukje langs de boulevard lopen, en vanavond iets van het nachtleven zien. Samen met Jurgen ben ik begonnen aan een wandeling langs het seefront. Jurgen houdt er toch een ander tempo en andere belangstellingen op na dan ik, dus toen ik zei dat ik naar de bazaar wilde, haakte Jurgen af. Vanaf dat moment heb ik mijn weg alleen gezocht. De bazaar dus. Een netwerk van steegjes en doorgangetjes, grotendeels overdekt, met allerlei kleine en piepkleine winkeltjes met alles wat je je maar kunt voorstellen. Eten, koffie, stoffen, namaak-merkkleding, handtasjes, souvenirs, cosmetica, naamplaatjes-graveershops en zovoorts. Ik heb even koffie gedronken bij eenTurks koffiehuisje met zes zitplaatsen, tegenover een weegschalenwinkeltje. Alleen maar weegschalen. Bascules, veerunsters, digitaal, van brievenweger tot weegschalen met een bereik n tientallen kiloos. Als ze hier die weegschal die je zoekt niet hebben, dan is het omdat die niet bestaat. Na een kleine wandeling door de bazaar kwam ik tot de conclusie dat ze hier alles verkochten wat ik niet nodig had, dus ben ik doorgelopen tot de kust. Ik kwam uit bij de Konak pier. Daar wilde ik de tourbus pakken. Een rondritje met de tourbus is altijd een handige manier om in korte tijd te weten te komen hoe een stad in elkaar zit, vanaf dat koment is hete altijd handiger je te orienteren. Een taxichauffeur hielp me om een lege tourbus aan te houden. Die was onderweg naar het startpunt voor de laatste rit van die dag en de chauffeur kon me wel een lift geven. Daar zat ik dus ineens, moederziel (samen met de chauffer) alleen in een tourbus dwars door Izmir. Mijn eigenprive rondleiding. Natuurlijk heb ik bij het startpunt nog een kaartje gekocht en heb de officieele tour ook nog gereden. Ik bleek de enige klant te zijn vandaag. Voor alle tourbussen in Izmir. Tijden de officieele rondrit kwam de tourbus nog vast te zitten vlak voor een politieafzetting. Het bochtje dat we daar moesten maken voor die afzetting, dat kon echt niet met de bus. En achter ons stonden gelijk een stuk of tien autoos, dus achteruit terug was ook geen optie. We hebben rustig koeten afwachten totdat de politie de afzetting weer opbrak. En daarna wilde de chauffeur naar huis, want in vliegende vaart werd in de rest van de route alle verloren tijd ingehaald.
antwerpen - izmir - rotterdam.docx
Blad 22
Reisverslag
Izmir blijkt dan best een compacte stad te zijn. Vanuit het schip zie je aan alle kanten bebouwing, en het is een stad met een slordige vijf miljoen inwoners, maar het gedeelte dat ze aan toeristen willen laten zien is niet veel groter dan de grachtengordel in Amstrdam. En begint direct voor de uitgang van de haven. Dat wil trouwens niet zeggen dat het vanaf het schip niet ver lopen is: binnen Izmir haven hebben ze geen pendelbusjes, en het is een flink stuk lopen van het schip naar de uitgang van de haven. En Izmir is heet, erg heet. Terug aan boord heb ik even uitgerust. En daarna ben ik een praatje gaan maken met Florian, de eerste officier. Die was druk bezig met het beladingsplan, en daar hebben we even wat over gepraat. Florian wilde naar de kapper, en hij vond het prima als ik met hem mee ging. Ik heb inmiddels een baard van twee weken en een wat ongeorganiseerde haardos, dus ik had wel zin in een knip- en scheerbeurt. Florian wist wel een goede kapper. Dat werd een hele ervaring. De kapperszaak werd gerund door twee broers. Toen ik aangaf dat ik en geknipt en geschoren wilde worden, toen gingen de broers er ook voor: Alles werd uit de kast gehaald. Zorgvuldig knipwerk, scheren met de hand, tonicje hier, luchtje daar, wenkbwouwen bijwerken, zelfs mijin oren werde geharst en mijn nek gemasseerd. Een hele belevenis. Eigenlijk had ik het plan om dan terug aan boord te gaan, te verkleden en daarna in de stad nog een drankje te gaan doen, maar het was al zo laat dat ik in de stad gebleven ben. Florian moest weer aan het werk, dus die is terug gegaan.
antwerpen - izmir - rotterdam.docx
Blad 23
Reisverslag
14
zaterdag 12 september
Eerst maar eens lekker uitslapen. Voor ontbijt, lunch en diner heb ik me afgemeld vandaag, zodat de steward niet op me zit te wachten. En daarna mij overdaguitstapje begonnen bij de Konak pier. Dat is een soort shopping mall geworden met een aantal barretjes, een bioscoop en wat klinische high-end winkeltjes. Ik heb er een luxe ijskoffie gedronken, en dat was het wel zo ongeveer. De Konak pier is dicht bij de bazaar, en ik moest nog even wat souvenirs kopen. Dat is altijd een beetje moeilijk, want ik weet nooit wat ik hebben moet. Maar in dit geval slaagde ik binnen een kwartier. Daarna ben ik doorgelopen naar het Konak park ,ook dat is vlakbij. Daar heb ik me nog wel verbaasd over het feit dat er kleine winketjes zijn waar je politie polo shirts, onderdelen voor je pistool, gumminknuppels, handboeien en traangas kunt kopen. Gewoon, voor als je niet hebt kunnen slagen voor je souvenirs denk ik. Ik ben een van die winkeltjes ingelopen om me te verbazen over het assortiment. Niets dat ik kan kopen, want terug in Nederland heb ik er niets aan want ik mag een politie shirt of tazer toch niet gebruiken. Even verbaasd als ik was over wat je er allemaal kon kopen waren de klanten en het personeel in de winkel dat er zomaar ineens een toerist binnen liep: nog geen twee passen over de drempel en alle ogen in het winkeltje waren op mij gericht. Ik ben er niet al te lang blijven snuffelen. En daarna op jaar het doel voor vandaag, de metro van Izmir. De weg vinden in de metro is een hele sport, want alle bewegwijzering is uitsluitend in het Turks. Ook een kaartje zien te kopen is een hele sport op die manier. De metro van Izmir is gebouwd rond 2009 en ziet er ook zo uit: redelijk modern. Een lange lijn van 17 kilometer met even veel stations, onder het stadscentrum en aan het zuidelijke eind ondergronds, aan het noordelijke eind bovengronds. Ik heb het hele eind op en neer gereden, van Konak naar het zuidelijke eindpunt, naar het noordelijke eindpunt, en dan weer terug naar de stad. Hele mooie stations, systeem met derde rail tractie, zowel eiland- als walperrons en caisson tunneldelen. En verbazend genoeg: helemaal nergens graffiti! Niet in de stations, niet in de tunnels, niet in de voertuigen. En ook geen sporen van schoonmaak akties, er is gewoon geen grafitti. Via het Kulturpark ben ik weer naar het stads centrum gegaan en heb daar wat gegeten. En ik heb voor bij de ochtendkoffie wat baklava meegenomen, dat schijnt bij de bemanning een favoriet hapje te zijn voor bij de koffie. Mijn kleine bijdrage aan het leven aan boord. Dan terug aan boord en nog even checken tot hoe laat we nog van boord kunnen. "Ow, als je morgenochtend om een uur of tien sochtends maar terug bent." Ik heb nog even wat geslapen en vond middernacht een mooi moment om weg te gaan. Bij de loopplank zag ik dag het papierwerk voor het laden en lossen al afgerond werd: onze matroos stond druk te overleggen met een Turkse havenarbeider met een pak papieren. Voor de zekerheid dan toch nog maar even cheken: nee, we varen al om een uur of acht weg. Ik heb me dus nog wel in het nachtleven in Izmir gestort, maar ik heb wel de klok wat serieuzer in de gaten gehouden dan "als je om een uur of tien ‘s ochtends maar terug bent".
antwerpen - izmir - rotterdam.docx
Blad 24
Reisverslag
15
zondag 13 september
De vorige avond was ik voor de zekerheid toch maar wat eerder naar huis gekomen, en inderdaad, toen mijn wekker afliep waren we al lang en breed van de kade. Ik heb nog snel even wqt fotoos gemaakt als afscheid van Izmir, en daar gingen we. Izmir was het verste punt, en nu zijn we weer onderweg naar Antwerpen. Via Piraeus, Sines, Felixstowe en Rotterdam. Maar toch ... op de terugreis. We varen alleen verschrikkelijk langzaam. Eerst dacht ik dat we motorpech hadden of zo, maar het blijkt dat we een dag eerder dan gepland vertrokken uit Izmir. En van Izmir naar Piraeus is meer een dag varen, dus de kapitein doet kalm aan. Anders komen we veel te vroeg in Piraeus aan. Het is ook gedaan met het rustige weer dat we tot nog toe gehad hebben. De golven worden nu toch echt wat hoger. Ik ben de enige niet-zeeman aan boord, en ik moet zeggen dat ik het af en toe toch wel even moeilijk heb. De combinatie van dat drankje van gister avond, de hoge golven, het langzame gedobber, het wordt toch wat veel. Dus vandaag doe ik even lekker niks. Zoals zo vaak trouwens op zee.
antwerpen - izmir - rotterdam.docx
Blad 25
Reisverslag
16
maandag 14 september
Vanochtend was het tempo er helemaal uit, we lagen stil. De golven en de wind spelen met het schip. Ik verheug me er nu al op dat we straks weer vaart gaan maken. We plannen vanvond om tien uur in Piraeus aan te komen. Er moeten acht (ja,8) containers af, en een slordig vijfhonderd erbij. Dat wordt best een volle bak. Het schip doet vandaag uiterst kalm aan, op een gegeven moment lag het zelfs helemaal stil. Ik heb vandaag veel buiten gezeten en lekker doorgelezen in mij boeken. Zo tussen zes en acht uur ‘s avonds speelde het proces van het binnenlopen in Piraeus zich af. Ik heb zelfs nog en glimp opgevangn in de verte van de Akropolis. Heel in de verte, maar met de verrekijker toch te onderscheiden. Toen ik weer naar binnen wilde, net voordat de loods aan boord zou komen, bleek dat alle buitendeuren al afgesloten waren. Dat is een veilgiheidsmaatregel die in alle havens wordt toegpast, omdat we geen ongewenste bezoekers aan boord willen. Uiteindelijk heb ik bij de brug op het raam getikt en ben ik via de brug weer naar binnen gegaan.
antwerpen - izmir - rotterdam.docx
Blad 26
Reisverslag
17
dinsdag 15 september
Vanochtend heb uitgeslapen. Ik heb besloten dat ik hier aan boord te veel eet. Drie maaltijden met iets warms per dag, dat is er tenminste eentje teveel. Dus ik heb vandaag het ontbijt overgeslagen, dan kan je dus ook lekker uitslapen. En dat bevalt tot nu toe prima. Ik denk dat ik het maar structureel maak, dat overslaan van het ontbijt. Vanochtend zijn we weer vertrokken vanuit Piraeus, niet eens zoveel later als gepland. Toen ik wakker werd, zat het tempo er al lekker in. Het is nu een lange ruk van vijf dagen naar Sines in Portugal. De motor draait weer lekker op kruissnelheid, we trekken weer lekker wit water achter de boeg. Na twee iets onrustiger dagen is ook de Middellandse Zee weer spiegelglad en het is weer lekker warm buiten, zeker in de zon. Dus ik geniet nog maar even van het buiten zijn. Vanavond is er weer een "ausgabe". Er mag dan door de bemanning spulletjes gekocht worden uit de voorraad. Ik zit op een kantelpunt. Met een biertje per dag red ik het nog wel tot het einde van de reis, maar ook frisdrank heb ik nu nog maar een blikje per dag. Maar ja, uit de,voorraad kan je alleen maar kopen met een tray van vierentwintig blikjes tegelijk. Nou ja, ik kan er nog tot vanavond half zeven over nadenken. Die verkoop uit de voorraad staat hier trouwens bekend als "slopchest". Geen idee uit wele taal dat woord komt en wat het eigenlijk betekent. Voor de rest is er vandaag weinig gebeurd. De zee is spiegelglad gebleven. En het is erg warm. De enige opwinding is dat we door een containerschip van een concurrent zijn ingehaald. Dat inhalen, daarbij moet je je niet voorstellen dat er in vliegende vaart een containerschip voorbij komt. Dat inhalen duurt een uur of twee, en dan nog is het andere schip van een mijl of drie achter je verhuisd naar een mijl of drie voor je.
antwerpen - izmir - rotterdam.docx
Blad 27
Reisverslag
18
woensdag 16 september
En alweer een nieuwe dag. Het gaat snel nu, ik begin me lekker op mijn gemak en thuis te voelen hier aan boord. In de eetzaal hangt een kalender waarop de huidige dag gemarkeerd wordt met een rood kadertje dat je over de juiste datum kunt schuiven. Dat rode kadertje schuift medogenloos door in de richting van het einde van de reis. Ik vind het nu al jammer van boord te moeten in Rotterdam of Antwerpen. Gisteravond was er nog en "ausgabe" van goederen uit de voorraad. Er heerst altijd een beetje een stemming als worden er kerstkado's uitgegeven: iedereen krijgt weer een vers voorradje bier, toiletartikelen, fris. En de kapitein als soort van kerstman die de kadootjes mag uitdelen. De steward is dan een soort zwarte piet, die op aangeven van de kerstman dingen iit het magazijin tevoorschijn mag halen. Gelukkig hoeven we niet bij de kapitein op schoot of liedjes te zingen voor onze kado's. Vandaag heb ik het ontbijt weer overgeslagen. Dat bevalt me best zo, ik krijg genoeg te eten en hoef geen lichamelijke arbeid te doen, dus ik verbrand weinig. Toen de eerste offcier dat hoorde bood hij me gelijk werk aan: ik mocht de rollers (grote rollen waartussen de kabels waarmee het schip wordt afgemeerd worden neergelaten) wel smeren. Ik heb nog maar even vriendelijk bedankt. Ik ga zo wel even stiekem kijken hoeveel werk dat eigenlijk is, voordat ik er in trap. En ik heb nog even lekker een flink stuk zitten lezen. We zitten weer middenop zee: geen land of ander schip in zicht, geen bereik met je mobieltje. Ik heb de wasmachines en drogers hier aan boord gevonden. Zware industrieele gevallen, een maatje groter dan ik thuis heb staan. Het zij drie sets machines: een wasmachine en droger voor werkkleren, een wasmachine en droger voor normale kleding, en eenzelfde setje voor beddegoed. Er is een soort van rooster dat suggereert wie wanneer mag wassen, maar volgns de eerste officier ga je maar gewoon je gang als je er aan toe bent. Ik heb het eerst maar eens geproberd met vijf shirts, zo meteen eens kijken hoe die uit de droger komen. En dat werkt prima, beter dan de machines die ik thuis heb staan. In de middag heb ik weer volop gelezen, en verder eigenlijk niks. Totdat het echt tijd werd om een shirt met lange mouwen aan te gaan trekken, want mijn armen verbranden in de felle zon.
antwerpen - izmir - rotterdam.docx
Blad 28
Reisverslag
19
donderdag 17 september
Ik heb vannacht heel slecht geslapen. Gisteravond na het eten heb ik in mijn hut een film gekeken. Daarna ben ik nog naar buiten geweest om vanaf het G dek even naar de sterren te kijken. Dat is spectaculair. In de wijde omtrek is er geen licht te zien, dus de sterren stralen in hun volle kracht, zelfs de zwakste ster is zichtbaar. Daarna heb ik dus slecht geslapen. Het bed is erg hard, de kussens niet toereikend. Voor iemand die op zijn zij slaapt, zoals ik, het recept voor kramp in je schouders. Biji de ochtendkoffie was iedereen weer present. De kapitein ziet er op volle zee altijd uit als een fris geschoren flink gebouwde Russische toerist, altijd in een dichtgeknoopt overhemd met een subtiel patroontje, een lichte broek tot net boven de knieen en sokken in de flipflops. De chief engineer loopt altijd in een overall met shirt rond, ietwat gebogen. Maar sinds een week begint hij op zijn eigen fluistertoon en in zijn eigen interpretatie van de Engelse taal grapjes te maken. De eerste officier, Florian, loopt ook in overall en shirt. Hij is altijd de eerste die een sigaret opsteekt, de rest volgt dan snel. Hij surft graag, en vertelt daar soms over. En met zijn rossige verwarde haardos -je kunt nu al nauwelijks meer zien dat hij eeen paar dagen geleden nog uitgebreid geknipt is- zou het ook een californische surferdude kunnen zijn. Oleg, de electricien, heeft de bijnaam Mickey gekregen. Zijn oorbeschermers staan altijd op zijnhoofd, of ze nu wel of niet over zijn oren staan. De tweede engineer haakt tegenkwoordig ook aan bij de koffie. Hij is een slanke Fillipino die nog het beste Engels spreekt van allemaal. Altijd in een blauwe coverall, altijd met een doek of shirt om zijn hoofd geknoopt. Tijdens de ochtndkoffie worden zo wat grappen gemaakt in de scheepstaal die ik maar half begrijp. Een mengeling van soms gefluisterd Russich, verbasterd Engels en half-Duits. En het is geen officieel werkoverleg, maar de problemen van de dag wordn wel informeel aangestipt en besproken. Onwillekeurig kijk ik dan toch naar de kalender. De koffiepauzes ‘s ochtends en ‘s middags zijn altijd in de vergaderzaal op het upper deck. Daar hangt precies zo'n kalender als in de officiers mess. Met precies zo' n gestaag over de cijfers heen glijdend rood kadertje. Het aantal dagen dat de pret nog duurt wordt alsmaar minder, en dat vind ik toch wel heel jammer. En nu, na de ochtendkoffie, zit ik weer lekker op het plastic tuinstoeltje dat ik gevonden heb op het F dek. Lekker buiten, in de wind, aan stuurboord. Dat is de Europa kant, de schaduw kant op dit moment. De zee is rustiger dan gisterochtend. Gisterochtend waren er van die korte, nijdige golven met witte koppen. Vandaag zij het langerekte, lome golven. Dieper dan gisterochtend, maar meer ingehouden. Alsof ze nog groot willen worden. Diek ans krijgen ze vandaag niet meer. En behalve zee is er vanaf dit plekje helemaal niets te zien. De kiel voor dit schip is in 2008 gelegd. In 2009 is het in China afgebouwd. En als je het vandaag de dag bekijkt, dan lijkt het tien jaar ouder dan ze werkelijk is. Roestplekjes, meubilair dat ouder dan 2009 aan doet, de ruwe tl verlichting op de ene plek en het bruinige effect dat dat licht op het interieur heeft, rollers en motoren antwerpen - izmir - rotterdam.docx
Blad 29
Reisverslag
die onverbiddelijk vastgeroest zijn. Allemaal details die het schip ouder doen lijken dan het werkelijk is. En eigenlijk is het schip een vrij simpel ding. Het is een stapel sheet metal dat in allerlei vreemde vormen geknipt is, en vervolgens weer op andere wijze aan elkaar gelast is. Maar dan wel, volgens Florian, Chinees staal. In zijn perceptie is dat toch een behoorlijke boosdoener voor de overall kwaliteit van het schip. Er is een soort van dagelijkse routine aan boord. ‘s Ochtends begint het leven bij het ontbijt. Dan wordt er een uur of twee gewerkt, tot het informele werkoverleg bij de ochtendkoffie. Dan weer werken, lunch om twaalf uur. Tot het diner om half zes wordt er dan gewerkt. De middagkoffie is facultatief, soms druk, soms is er niemand. En na het diner verkeert alles in diepe rust. In de werkperiodes is iedereen bezig met ontroesten, smeren, schilderen, aanspannen van zekeringen, schoonmaken, van alles en nog wat. En natuurlijk zijn er een aantal 24 uurs diensten, posten die in toerbeurt de hele dag door bemand blijven. En natuurlijk is de routine net even iets anders als we in een haven gelost en geladen worden. In de middag trof ik de eerste officier, Florian, nog op het voordek. Hij was bezig zelf die rollers te smeren die hij me gisteren wilde laten smeren. Ik heb belangstellend gekeken wat hij allemaal aan het uitspoken was, een beetje mee lopen klungelen zonder echt een bijdrage te kunnen leven, wat gekletst.
antwerpen - izmir - rotterdam.docx
Blad 30
Reisverslag
20
vrijdag 18 september
Er is geen bal te doen aan boord en het bevalt me prima zo. Ik heb gistravond opnieuw nog even naar de sterren gekeken. Ik ben via het trappenhuis, via de brug naar buiten gegaan. De derde officier heeft de wacht op de brug na twintig uur. En de brug is snachts pikkedonker. De brug is in de lengte grofweg verdeeld in twee gedeelten: het achterste gedeelte, daar wordt de koers bijgehouden op kaarten en staan een paar beeldschermen van computers. Het voorste gedeelte, daar wordt uitgekeken over zee en daar bevinden zich wat stuurdingen. Tussen heet voorste en het achterste gedeelte hangt een gordijnrail. Het gordijn is overdag geopend, maar ‘s nachts blijkt het gesloten te zijn. Zo vormt het een afscheiding tussen dat gedeelte van de brug waarin beeldschermen en andere dingen staan waar licht uit uitstraalt, en en voorste gedeelte waar in het aardedonker gewerkt wordt. De derde officier is een fillipino. Hij is heel behulpzaam en leende me zelfs een zakplamp, zodat ik niet zou struikelen iin het donker. De sterrenhemel is echt imposant: er is in de wijde omtrek geen enkel licht te vinden, behalve ons eigen navigatielicht. De lucht was onbewolkt, de maan brandnieuw, de sterrenhemel liet zich in vol ornaat ziet. Wel jammer dat ik van sterrenkunde geen enkel benul heb. In mij hele jonge jaren heeft mijn opa mij nog wel eens geprobeerd wat bij te brengen, wat heeft geresulteerd in een kortstondige bevlieging aan het eind van de lagere school. Maar nu weet ik nog met moeite de poolster en de melkweg te onderscheiden. Maar of ik de sterren nu herken of niet: imposant mooi. Gisteren heb ik de hele dag een enkel wit stipje gezien, heel ver aan de horizon, nauwelijks te onderscheiden, en verdere helemaal niets. En zo is de dag vandaag ook weer begonnen. Iets meer bewolking dan gisteren. Gelukkig, want ik ben graag buiten op het schip, en de zon was gisteren schroeiend heet. Aan de andere kant, het ziet er naar uit dat gisterren de laatste zonnige dag is die ik dit jaar ga beleven: we koersen weer aan op slechter weer. In tijd, en in richting. Na het avondeten ben ik gewend nog even naar buiten te gaan, dit keer heb ik een wandelingetje gemaakt naar de voorplecht. Jurgen was er ook. We stonden wat te praten toen Jurgen een ongebruikelijk geluid hoorde vlak voor de boeg. We keken over de reling (daar voor moet je echt een flink eind over de schuine reling hangen, en jezelf goed vasthouden) en er zwommen een paar dolfijnen voor de boeg die de grootste lol hadden. Het waren er een stuk of zes, hele grote. Nog net geen orcas of kleine walvissen, maar ik denk dat ze toch wel gauw een halve ton per stuk wogen. En ze speelden met de boeg, scheerden er vlak voor langs, sprongen tot wel twee meter hoog uit het water en plonsden weer terug. Gelukkig had ik mijn ipad bij me, dus ik kon er snel een klein filmpje van maken. Spectaculair. En voor je het wist hadden de rakkers er weer genoeg van, en waren ze verdwenen. Een mooi afscheid van de Middellandse Zee.
antwerpen - izmir - rotterdam.docx
Blad 31
Reisverslag
21
zaterdag 19 september
Vannacht passeerden we om vijf uur in de ochtend de Straat van Gibraltar. Ik had de avond tevoren bij het diner al gepolst bij Florian of een bezoekje aan de brug, zo midden in de nacht, mogelijk was. En ja hoor, dat vond hij nog wel leuk ook geloof ik. Dus ik heb mijn wekker gezet op half vijf. Nog een keertje snoozen, en daarna ben ik op mijn gemak opgestaan en naar de brug gegaan. Met de drie beloofde blikjes fanta. Drie blikjes, want tussen zonsondergang en zonsopgang moeten er twee man dienst doen op de brug. Omdat het nacht is, moet er ook een "watchman" dienst hebben. En zijn functie is watchen. Kijken of er in het donker niet stiekem toch nog een vaartuigje onder de radar doorkruipt en het gevaar loopt door ons overvaren te worden. De Straat wordt beheerst door een soort verkeersleiding. Je hoort je daar keurig in te melden, even te laten weten wat voor schip je bent, hoe je heet, van waar je komt en waar je heen wilt, en wat je vervoert. Het uitzicht van de brug was spectaculair. De Rots was duidelijk te onderscheiden in het donker, een massa lichtjes langs de kustlijn. En de lichtjes op zee correspondeerden allemaal keurig met wat je volgens de radar kon verwachten. Ik heb wel anderhalf uur op de brug rondgehangen. Een praatje gemaakt met Max, de watchman. En natuurlijk met Florian, die me opnieuw geduldig antwoord gaf op al mijn vragen en uitleg over dingen die hem spontaan te binnen schoten. Rond half zeven, toen het weer licht begon te worden en we de Straat door waren, ben ik mijin kooi weer ingekropen. Wel op tijd opnieuw op voor de ochtendkoffie, want volgend op de ochtendkoffie hebben we net onze maandelijkse safety drill gehad. Eerst een algemeen alarm, waarop we moesten verzamelen op het musterstation. Volledig bepakt met zwemvest en alles. Voor de zekerheid had ik mijn leren jack aangetokken onder mijn vest. Na het verzamelen zijn we natuurlijk eerst geteld, en jawel, we waren binnen drie minuten compleet. Daarna aansluitend een "abandon ship" drill. Helemaal echt, tot en met het insnoeren in de reddingsboot. Daarin heeft iedereen zijn eigen van te voren bepaalde positie, zodat je snel kunt zien of je buurman het op tijd gehaald heeft. Dit is voor het eerst dat ik in zo'n moderne reddingsboot gezeten heb, ingesnoerd en wel. Spannend hoor. Daarna een fire drill. Alle bemanningsleden hebben wel een of andere rol bij het bestrijden van brand aan boord, maar een passagier heeft alleen maar als rol "paraat staan op het musterstation, wachten op nadere orders". Da's natuurlijk saai, dus ik heb permissie gevraagd en gekregen om toeschouwer te zijn bij de rest van de drills. Beter kijken wat er gebeurt dan ergens staan en orders afwachten die toch niet komen. Het was best goed om te zien wat er allemaal gebeurt in geval van brand. Er werd zelfs nog een gewond en vermist bemanningwlid gesimuleerd, dus er viel aardig wat te zien. Verder werd ook de bemanning nog geinstrueerd over hoe een brand in de afgesloten ruimen moet worden geblust door hete ruim vol CO2 te zetten. Daarvoor is ergens achterin het schip een ruimte met ongeveer tweehonderd flessen CO2 die via allerlei kranen en kleppen in de juiste hoeveelheden in de juiste ruimen kan worden losgelaten. Maar dan moet je wel even weten hoe al die kleppen en kranen werken, en dat werd allemaal keurig uitgelegd. Niet dat ik het ooit zal hoeven te weten, maar toch boeiend. De oefeningen werden afgesloten met een evaluatie in de vergaderzaal op het upperdeck. antwerpen - izmir - rotterdam.docx
Blad 32
Reisverslag
De lunchpauze is nog niet begonnen, en nu al zoveel opwinding op een dag. Maar de rest van de dag gebeurt er niet veel. Ik heb nog wel een klein poosje op het voordek gezeten. Daar was helemaal niemand, en het is toch al zo'n stille plek. De geluiden van het schip, de herrie van de machines, het is allemaal ver achter je. Hier voor hoor je alleen het breken van het water tegen de boeg. En voel je de boeg zich af en toe een beetje verheft en dan weer loom terug zinkt in het water. De vijftigduizend paardenkrachten duwen het schip onverstoorbaar door even zo lome golven. We schieten nu net weer door een enorme school dolfijnen heen. Veel meer dan gisteren, veel kleiner dan gisteren. Je hoort ze hier voor het eerst aan het geluid, het plonzen dat anders klnkt dan het gewone breken van het water. En dan zag in in onze boeggolf, een eind achter het schip, een hele strook water wit worden en blijven waar de rest van het water blauw is: een school dolfijnen die zich amuseert met onze boeggolf. En toen ik voor over de boeg keek, een enorme groep voor de boeg, en nog en groep die al spetterend van voor op de boeg af kwam. Een heel feest, hele mooie dieren. En na een minuut of tien was het feest weer voorbij. De boeg heeft een aantrekkingskracht op de dieren, zo worden er van verre toe aangetrokken. Ze blijven op dezelfde snelheid als het schip even voor de boeg hangen, spelen tikkertje met de boeg, doen wat sprongen, en op en gegeven moment gaat het schip toch te snel,of wordn ze moe of willen ze naar de rest van de groep toe, en dan buigen ze ineens af en is de show voorbij.
antwerpen - izmir - rotterdam.docx
Blad 33
Reisverslag
22
zondag 20 september
Gisteravond laat zijn we de haven van Sines in Portugal binnengelopen. Ik lag al te slapen, maar merkte het omdat het ritme van de scheepsmotor anders wordt zodra we moeten wachten op de loods. Dit was tevens de eerste gelegenheid sinds dagen om weer even snel met familie en vrienden te appen, dus daar heb ik gelijk gebruik van gemaakt. Even het thuis front op de hoogte stellen van alle avonturen die ik hier beleef. Sines zelf is zo te zien een heel efficiente haven: we hebben nauwelijks hoeven wachten op de sleepboten en de loods en konden bijna gelijk afmeren. Aan de kade stond al een indrukwekkende optocht aan trailers te wachten om de af te laden containers af te voeren, en er stonden maar liefst vier container kranen op ons te wachten. Zo in de nacht in het donker bij het natriumlicht zijn het net prehistorische monsters die in allerlei vormen klaar staan voor de aanval. Pas als de douane het zegt, mag het lossen worden begonnen. En daarna barst het feest los. Ieder voertuig op de kade, hoe groot of klein ook, heeft tenminste twee zwaailichten en tenminste twee verschillende toeters, sirenes of geluiden waarmee één of andere betekenis wordt aangegeven. Voeg daarbij het zoemen van zware electromotoren van de kranen, het gekletter van staal op staal: Als het losbarst, dan barst het ook los. De containers vlogen weer op een armlengte voor mijn raam voorbij. Ik heb er mijn zus nog een filmpje van opgestuurd. Vanochtend bij het opstaan wilde ik eigenlijk nog een paar fotoos maken, maar Sines is zo efficient dat ik al te laat was: voordat ik wakker was, waren we al op volle zee. Chapeau hoor, dat ben ik anders gewend geraakt de afgelopen reis. Bij de ochtendkoffie was dan ook niemand aanwezig. Iedereen had vannacht natuurlijk doorgewerkt, dus een vroege morgen was er niet bij. Nu voor de laatste keer slopchest. In eerste instantie dacht ik dat er deze keer contant afgerekend moest worden, ook voor alle voorgaande keren. Ik had het nog bij de kapitein nagevraagd bij de lunch. Maar ik ben het slachtoffer geworden van ofwel het onverstaanbare Engels van de kapitein, of mijn eigen vermogen om dingen fatsoenlijk te begrijpen, want afrekenen, dat kon nog lang niet. Ik wacht rustig mijn beurt af. Over beurt afwachten gesproken, het is wel grappig dat elke keer bij de ausgabe de passagiers, Jurgen en ik dus, de hele rij wachtenden van de kapitein voorbij moeten, en als eerste door hem geholpen worden. Een beetje genant, maar wel grappig. Na de ausgabe heb ik netjes mijn boodschappen, twee pringles en twee blikjes cashewnoten, naar mijin hut gebracht en ben ik gaan lezen op de luxe tuinstoel op het voordek. Die tuinstoel die Oleg voor ons tevoorschijn heeft gehaald, daar heb ik heel wat plezier van gehad. En Jurgen volgens mij ook. Jurgen is de stoel elke keer kwijt. Ik heb hem uitgelegd dat ik de stoel elke keer als we bij een haven komen netjes opzij zet. Als we moeten afmeren lopen de kabels en touwen en dingen waarmee die duizenden tonnen zware schip wordt vastgelegd dwars over het voordek, en ik wil niet dat de bemanning zich gaat ergeren aan die stoel die we telkens maar in de weg laten staan. antwerpen - izmir - rotterdam.docx
Blad 34
Reisverslag
Jurgen dook ook nog op op het voordek. In eerste instantie drie minuten te laat voor een schitterende dolfijnenshow, ik had er net weer van genoten. Maar ik zat nog niet tien minuten weer met mijn boek op mijn stoel toen Jurgen me riep voor de volgende show. De dieren sloven zich ongelofelijk uit zo voor de boeg van het schip, het is echt te grappig om te zien. Ze blijven gelijke tred houden met het schip tot ze het beu zijn, en dan laten ze zich afzakken. De tweede helft van de middag heb ik op aan de andere kant van het schip doorgebracht, op het achterdek. Het achterdek ligt een verdieping lager dan het upperdeck (het upperdeck is zeg maar de begane grond), dus je moet even wat tussen de containers door sluipen, een luikje door en een trapje af, en dan sta je op het achterdek. Dat achterdek is even lang als een container en loopt over de volle breedte van het schip door. Op dit moment staan er containers bovenop het achterdek, zodat het de bodems van de containers een soort dak boven het achterdek zijn. Tussen plafond en dek is er een meter of drie ruimte, je hoeft niet bang te zijn je hoofd te stoten. Op het achterdek staat hetzelfde assortiment aan winches en kabels als op het voordek, met dat verschil dat de Elisabeth S geen ankers aan de achtersteven heeft. Voor de rest lijkt alles veel op het voordek. Zo met de containers boven je is er volop ruimte op het achterdek om rustig te kijken naar het kolkende witte water dat door de schroef met reusachtig geweld onder het schip weggeslagen wordt. Je hebt ook veel meer een indruk van de snelheid van het schip, omdat je hier zo dicht bij het wateroppervlak zit als je aan boord maar kunt komen. Ik heb op verschillende plekjes rustig zitten lezen en om me heenzitten kijken. Genieten van mijn dagje op zee. Ik heb ook nog de passageway ontdekt, die komt uit in een waterdichte deur op het achterdek. De passageway loopt tussen de huid van het schip en de laadruimten van voor naar achter. Ik ben vanachteren tot aan de machinekamer gelopen. Ik wilde niet als een duveltje uit een doosje ineens middenin de machinekamer tevoorschijn ploppen en iedereen laten schrikken, dus ik heb maar rechtsomkeert gemaakt en ben weer met het laddertje en het luikje teruggegaan. Ik heb het nagevraagd: de passageway loopt inderdaad helemaal van voren naar achteren, er is er eentje aan stuurboord en aan bakboord. Onder de passagway beginnen de tanks. Aan alle uiteinden komt hij uit op een waterdichte deur. Maarja, die staat soms open. Behalve naar die waterdichte deuren en de machinekamer heeft de passagway geen uitgangen. Het schip heeft trouwens heel wat tanks, heeft Florian me op een van de eerste dagen uitgelegd. Ook voor ballastwater. Dat kan je van bakboord naar stuurboord en van voor naar achter in verschillende tanks pompen om het schip een beetje waterpas te houden bij verschillende beladingen. Dat systeem is niet geautomatiseerd, dat moet je allemaal een beetje handmatig inschatten en aan sturen. En dat is een voordeel, want als ergens een sensor of metertje stuk is, slaat het systeem ook niet op hol en pompt niet als een zotte al het ballastwater naar een kant. Dat ballastwater mag je wel overal innemen, maar kan je niet zomaar overal lozen. Bij het innemen kan er van alles aan planten en dieren binnengekomen zijn. En planten en dieren uit het ene werelddeel kan je niet zomaar loslaten in een ander werelddeel, daar zijn strikte regels voor. antwerpen - izmir - rotterdam.docx
Blad 35
Reisverslag
Met de brandstoftanks is het al niet veel makkelijker. De brandstof gaat eerst in de voorraadtanks, daar bevind de voorraad zich. Dan gaat het naar de volgende serie tanks, de bezinktanks. Er wordt sowieso al een ruwe olie gestookt, en wat er in de voorraad zit is rechtstreeks datgene wat je van de leverancier gehad hebt. Het bevat vaak nog allerlei veronreinigingen. Zoals water bijvoorbeeld. Nu is de stookolie over het algemeen lichter dan de verontreinigingen. Dus in de bezinktank kan het tot rust komen, en zinkt de troep vanzelf naar beneden. Onderaan de bezinktanks zit, heel simpel, een kraan. En die kraan draai je open tot er geen prut meer uitloopt maar stookolie, en dan gaat de kraan weer dicht. Daarna kan de stookolie naar de gebruikstanks. Die tanks zitten weer wat dichter bij de machine, en kunnen met restwarmte opgewarmd worden. Daardoor komt de stookolie op een temperatuur waarop een verbranding het meeste rendement oplevert. Dat hebben het schip en de molen van mijn vader wel met elkaar gemeen: de basistechniek is heel simpel. En dat is alles oversized uitgevoerd. Het tandwielen stelsel va de molen is in wezen heel simpel en begrijpelijk. Alleen is een enkele tand van een tandwiel toch al snel een flinke jongen. En zo is het hier aan boord ook: het hele schip werkt op technische heel basale principes. Maar alles is wel zo groot als een kleine gezinsauto uitgevoerd. O ja, en je hebt bij beiden te pas en te onpas laddertjes en trapjes en luiken. Krap honderd euro bedraagt de rekening. Ik heb net contant afsgerekend met de kapitein. Die staat er op om me nog wisselgeld terug te betalen, maar dat kan alleen in dollars, dus dat komt morgen. Ik heb hem nog bedankt voor de goede zorgen hier. En hij putte zich uit in verontschuldigingen: hij had het zo druk, en de eerste officier ook, en ze waren ook niet gewend passagiers te entertainen. Hij vond het verschrikkelijk dat ze nauwelijks de tijd hadden gehad voor me. En ik wilde hem echt alleen maar bedanken omdat ik overal toegang toe had, overal bij kon, alles mocht hier aan boord.
antwerpen - izmir - rotterdam.docx
Blad 36
Reisverslag
23
maandag 21 september
Het is afgelopen met het mooie weer. We zijn in de Golf van Biskaje aangeland, en we worden gelijk omgeven door regenbuitjes. Nog niets spectaculairs, maar wel van die motregen die het buiten kil maakt en het dek glibberig en glad maakt. De golven zijn van een wat grotere maat die het schip nu ook een beetje laten rollen en stampen. Alles bij elkaar ook nog niet spectaculair, ik denk hooguit een paar graden in elke richting. Geen witte koppen nog op de golven, maar lange, lome rollers. Straks na de lunch eens een lekker plekje aan boord zoeken om me terug te trekken met mijn boek. De gesprekken bij de ochtendkoffie worden steeds meer overheerst door zaken zie zich gaan afspelen als ik al van boord ben en de veranderingen die een nieuwe reder en een nieuwew route met zich meebrengen. De kok gaat in Antwerpen vervangen worden omdat hij geen geldig visum heeftq voor Amerika. Oleg en Florian maken afspraken over zaken die nog voor Amerika gerepareerd moeten worden, de kapitein wil de urenadministratie van de bemanning afronden. Nog maar een paar dagen, en het leven aan boord zit er op voor mij. Bij de lunch bleek dat de plannen opnieuw gewijzigd waren. Ik zal nu vrijdagochtend heel vroeg al van boord moeten zin; het schip vertrekt al om acht uur ‘s ochtends uit Antwerpen. De planning is nu: • Donderdag 24 sep 0700 aankomst in Rotterdam • Donderdag 24 sep 1500 vertrek uit Rotterdam (dat kan niet goed zijn, want dan zijn we al bij Vlissingen) • Donderdag 24 sep 1500 loods aan boord in Vlissingen • Donderdag 24 sep 2300 aankomst in Antwerpen • Vrindag 25 sep 0800 vertrek uit Antwerpen En als het schip vertrekt uit Antwerpen, dan moet ik van boord zijn. Hoog tijd dus om, zodra mijn mobiele telefoon weer bereik heeft, eens te informeren of ik opgehaald kan worden. Het gaat de laatste dagen van de trip sneller dan voorzien: omdat er van rederij gewisseld wordt, is het schip na Antwerpen helemaal leeg, en er hoeft nauwelijks meer lading ingenomen te worden, alleen maar gelost. Dus hoeven we ook nergens meer te wachten op containers die nog onderweg zijn naar de haven om ingeladen te worden. Maar alles is natuurlijk wel onder voorbehoud, want er kan zomaar ineens van alles anders gaan dan gepland. De middag ben ik begonnen op het achterdek, maar ik ben als snel verhuisd naar het voordek. En daar heb ik echt lang gezeten. Dolfijnen laten het nu afweten, het zijn nu walvissen die je, als je veel geluk hebt en erg goed oplet, in de verte kunt zien. Ik zat vanaf het voordek over het water te staren, en ik meende een fontein water te zien. Scherp blijven turen naar diezelfde plek, om me er van te verzekeren dat ik me niet vergist had, en ja hoor, een nieuwe pluim. En zo vier keer achter elkaar, met een tussenpoos van een halve tot een hele minuut. De eerste officier en kapitein zeggen dat het vrij normaal is hier. En later in de middag heb ik er nog twee gezien. Heel in de verte. De walvis zelf zie je niet, antwerpen - izmir - rotterdam.docx
Blad 37
Reisverslag
alleen die pluim achter elkaar een paar keer. Maar als je er naar gaat zoeken, dan wordt je gek van het getuur naar het water. De regen is de rest van de dag uitgebleven. Het lijkt wel of het schip sneller is gaan varen dan voorheen, of het komt doordat we nu tegen de wind in varen. Het lijkt alsof we als een dolle door het water schieten. Ook de golven worden serieuzer en langgerekter. Als je op het voordek op een bolder gaat zitten, dan is het net rodeo rijden op een hele slome mechnische rodeostier. Want juist op het voordek is al het rollen en stampen van het schip op zijn sterkst. Na het diner heb ik nog een hele tijd met de electricien, Oleg, zitten praten. Over zijn land, Oekranine, zijn dorp op de Krim, zijn ouders, de politieke en economische toestand in Oekraine, zijn werk aan boord, zijn opleiding en zijn toekomstplannen. Dat was een heel leuk gesprek.
antwerpen - izmir - rotterdam.docx
Blad 38
Reisverslag
24
dinsdag 22 september
Vannacht heb ik de eerst officier nog even gezelschap gehouden in zijn nachtdienst. Hij heeft de dienst van vier uur 's ochtends tot acht uur 's ochtends. Dan is er wel een watchman bij, maar er is middenin de nacht op een kaal en rustig stuk zee weinig te doen. Dus een bezoek wordt op prijs gesteld. En ik ben zo nieuwsgierig als wat, ik kom graag een kijkje nemen. Vandaag is een dag waarop weinig bijzonders gebeurt. Het is buiten wel zoeken naar een geschikt plekje om even te zitten: het heeft heel even geregend, dan staat er weer een ijzig koude wind die overal dwars doorheen gaat. Die tijden van lekker in het zonnetje zitten luieren, dat is nu voorbij. Na de ochtendkoffie heb ik nog een poosje met Florian zitten praten. Het leek een beetje op het gesprek dat ik gisten met Oleg had. Het ging ineens over zijn toekomst. Zijn wens om kapitein te worden, waarom hij uitgekeken is op containerschepen, waarom hij toch wil varen. Leuk om zo meer over mensen te weten te komen. In de middag zijn we Guernsey gepasseerd. Daar staan kennelijk ook telefoonantennes, want ik had ineens een uur lang af en toe wel en af en toe geen bereik met de mobiele telefoon. Een mooie gelegenheid om weer even contact te maken met de buitenwereld. Bij Het passeren van Guernsey zag ik aan stuurboord, zeker een mijl of zeven bij ons vandaan, een schip met een wat vreemd silhouet door de golven ploegen. Ik heb de verrekijker erbij gepakt en ik zag dat het een driemaster was. Mooi gezicht zo hoor, twee zeilen gehesen, drie masten, een rank schip dat door de golven aan het ploegen was, schuin op de wind. Helaas was het veel te ver weg om fotoos van te kunnen maken, maar door de verrekijker zag het er geweldig uit. Het schema dat ik gisteren kreeg is weer helemaal achterhaald. In plaats van middernacht komen we nu om acht uur 's morgens aan in Antwerpen. Ik durf nu niets zinnigs meer te zeggen, ik wacht het allemaal wel af. Pukkie wil me graag op komen halen, of in Rotterdam of in Antwerpen. Maar dat is op deze manier ook wat moeilijk te plannen.
antwerpen - izmir - rotterdam.docx
Blad 39
Reisverslag
25
woensdag 23 september
Gisteravond zijn we verder gevaren door het nauw van Calais. Of van Dover, net hoe je het zien wilt. Ik heb er hoe dan ook weinig van meegekregen, behalve dan dat ik rond een uur of tien 's avonds uit mijn raampje keek en aan beide zijden een kustliijn zag. Kustlijnen zijn hier dicht bezaaid met lichtjes, dus een kuststrook zie je als een horizontaal snoer van lichtjes in de donkere nacht. Het is hier ook een stuk bewolkter, dus de nachten zijn donker. En koud. Volgens het laatste schema dat ik ken zouden we vanochtend om zeven uur aanleggen in Felixstowe. Dat Felixstowe klopt wel, maar dat aanleggen . . . We liggen te dobberen. Ik ben net even buiten wezen kijken, en de containerhaven van Felixstowe is op een afstandje heel goed te zien. Containerkranen met de uitleggers omhoog, gereed voor het werk. Onze "loods aan boord" vlaggen liggen al klaar, maar we wachten kennelijk ergens op. De loods zelf misschien? Er zijn trouwens tenminste drie windparken te zien: hele zeevlaktes vol met windmolens. Kennelijk is hier veel geinvesteerd min windenergie. Opmerkelijk is ook dat bij elk van die windparken een bouwwerk op poten te zien is, ze lijken een beetje op verlaten booreilanden. Of zouden het misschien resten zijn van de forten in zee die de Engelsen in de tweede wereldoorlog gebouwd hebben? Of zijn het controleruimtes die gebouwd zijn voor de windparken? We zij nog niet dicht genoeg bij zo'n bouwwerk om er iets over te kunnen zeggen. Ik moet het als ik weer thuis ben nog maar eens na googelen. Alles bij elkaar duurt het nog een hele tijd voordat we aanleggen in Felixstowe. We moeten in de vaargeul naar de haven voorrang geven aan de Eugen Maersk, een enorm containerschip waar de Elisabeth S vier keer in kan. En daarna zijn wij aan de beurt. Jurgen belde me nog in mij hut om te vragen of ik mee aan wal ging. Ik heb dat niet gedaan, ben lekker aan boord gebleven. Het was een erg zonnige dag, weinig wind, en het schip kag zo afgemeerd dat je vanaf het dak van de brug een fantatisch uitzicht had over de cdontainerhaven en de wijde omtrek. Ik ben dus lekker op het Sonnendeck blijven zitten. Aan het eind van de dag heb ik nog even gebeld met Pukkie en met Kathinka over de blijvende onduidelijkheid over de planning. Ik blijf maar gewoon aan boord tot Antwerpen, en ik zie wel hoe ik dan weer thuiskom.
antwerpen - izmir - rotterdam.docx
Blad 40
Reisverslag
26
donderdag 24 september
Gisteravond heb ik nog gemerkt dat we vertrokken uit Felixstowe. Vertrek uit een donkere containerhaven, dat heb ik al eerder gezien. Zoveel nieuws was er niet te zien. Vanochtend ben ik een uur te laat wakker geworden: we zijn onderweg over de Noordzee van Engeland naar Nederland, dus er had iets met de klok moeten gebeuren. Ik was dus ook een uur te laat voor de ochtendkoffie. Ik heb dus mezelf maar een kop koffie ingeschonken en getracteerd op een koekje, en heb wat over het schip gepionierd. Het weer is enorm omgeslagen. Een paar dagen geleden was het allemaal nog tropisch, nu is het puur west Europees winterweer. Een koude wind, golven met witte koppen, en allerlei soorten neerslag. Ik heb vandaag al motregen, regen en natte sneeuw gezien. Brrrr dus. De kapitein en de eerste officier heb ik bij de lunch niet gezien. Die zullen gisteravond tot na vertrek gewerkt hebben en zometeen moeten ze weer aan de bak voor de inloop in Rotterdam, dus ze laten hun schema wat meer afhangen van de werkzaamheden dan van de klok. Een te,prijzen eigenschap, zo hoort het ook. Na de lunch heb ik nog even een rondje gelopen over het dek. Hier en daar kwam ik bemanningsleden tegen. Op het voordek hand een bemanningslid de tuinstoel neergezet in de kooi van waaruit de winches bediend worden, en had er met touw en zeil een soort dak overheen gespannen. Net alsof je, in de plenzende regen, lekker kon kamperen aan dek. Een ander zat ineengebogen achter en half in de verschansing, met zijn mobiel te rommelen. Deze twee zijn denk ik de standby ploeg voor het afmeren aan het voordek. En halverwege kwam ik er twee tegen die standby waren om de loods aan boord te nemen. Iedereen stond standby te ziijn, en ik heb alle tijd van de wereld, dus ik heb hier en daar een praatje gemaakt. Het schip zelf ziet er met elke haven die we aandoen triester uit. Er staan steeds minder containers aan dek. Voordat de nieuwe charter begint moet alles van boord, dus het dek dat eigenlijk tjokvol container shoort te zijn is maar magertjes bezet, er vallen grote, lege gaten. En dat is een heel vreemd gezicht. Waar je eerst onder de containers door liep, en de containers een soort dak waren boven alle gangetjes, daar kijk je nu ineens in een oneindig grijze koude lucht. Waar stapels containers horen te staan, kijk je nu ineens over een kaal vlak dek. Allemaal een tikje onwerkelijk. En daardoor dus eigenlijk best wel bijzonder. Op zee was het de hele dag miezerig en koud. En toen ineens kwam de haven in zicht, de loods aan boord, en gelden we de Europahaven binnen. Na telefonisch beraad met Pukkie heb ik besloten toch maar hier van boord te gaan. Zeeland en Vlissingen gaan we in het donker passeren, en de kade in Antwerpen heb ik al gezien toen de zon nog scheen. Bovendien kan Puk me hier in Rotterdam wel af halen, en in Antwerpen niet. En het is ook wel fijn om haar weer eens te zien. Hier in Rotterdam gaat heel veel automatisch. De voertuigen die de afgeladen containers afhalen zijn onbemand. Zonder menselijke tussenkomst wordt de antwerpen - izmir - rotterdam.docx
Blad 41
Reisverslag
container op de kar gezet, zet de kar zich automatisch in beweging en brengt de container naar een plek waar die weer automatisch opgepakt en opgeslagen wordt. En ondertussen schuift de volgende kar op zijn plek, gereed voor de volgende container. Een indrukwekkend schouwspel om al die karretjes automatisch te,zien optrekken, remmen, bochten maken en containers over de haven zien te verdelen. Net met de kapitein en de agent afgestemd dat Puk me hier om acht uur kan komen afhalen. Er is hier geen shuttlebus, dus ze is aan de ingang aangemeld en mag dan zelf het terrein oprijden. Het menselijke en automatische verkeer is wel gescheiden door een betonnen middenberm, maar toch, het is wel spektakel om zomaar met je eigen auto de haven op te mogen. Straks bij het diner iedereen gedag zeggen, en dan zit de vakantie er weer op. =====//=====
antwerpen - izmir - rotterdam.docx
Blad 42