DIORAPHTE LITERATOUR PRIJS 2015
De jury van de Dioraphte Literatour Prijs 2015, bestaande uit:
Annemarie Terhell (voorzitter), Anne Marie Baud, Rita Bemelmans, Jolanda van der Ven en Polly den Tenter heeft de volgende boeken bekroond.
WINNAAR CATEGORIE OORSPRONKELIJK NEDERLANDSTALIG De veteraan, Johan Faber (Nijgh & Van Ditmar)
WINNAAR CATEGORIE VERTAALD Eleanor & Park Rainbow Rowell, vertaald door Annelies Jorna en Ineke Lenting (Van Goor)
In de categorie Oorspronkelijk Nederlandstalig: De veteraan – Johan Faber (Nijgh & Van Ditmar) Overspoeld – Gideon Samson en Julius ’t Hart (Querido) De lieve vrede – Geertje Kindermans (Nieuw Amsterdam) Birk – Jaap Robben (De Geus) Valavond – Marita de Sterck (Querido)
In de categorie Vertaald: Bunkerdagboek – Kevin Brooks, vertaald door Jenny de Jonge (De Harmonie) Zac & Mia – A.J. Betts, vertaald door Aimee Warmerdam (Blossom Books) De geur van vrijheid – Guiseppe Catozzella, vertaald door Manon Smits (De Geus) Eleanor & Park – Rainbow Rowell, vertaald door Annelies Jorna en Ineke Lenting (Van Goor) Een bijna volmaakte vriendschap – Milena Michiko Flašar , vertaald door Isabelle Schoepen en Kris Lauwerys (Cossee)
Inleiding De jury van de Dioraphte Literatour Prijs kreeg dit jaar niet alleen te maken met – alweer – een naamsverandering, ook met een nieuwe opdracht. Voorheen werden jongeren tot vijfentwintig jaar nog tot de doelgroep van deze prijs gerekend; dit jaar zijn de grenzen teruggebracht van vijftien tot en met achttien jaar. Voor het eerst hebben er dit jaar ook twee jongeren zitting gehad in de jury, een logische keuze die het juryproces heeft verrijkt. Niet langer hoefden we te raden naar wat jongeren aankunnen op literair gebied en welke boeken zij waarderen. Er discussieerden twee jonge veellezers mee en dat leidde tot verrassende en verhelderende gesprekken. De keuze om de doelgroep van deze literaire prijs te versmallen sluit aan bij de nieuwe campagne Literatour, die zich richt op de bovenbouw van het middelbaar onderwijs. De nieuwe bandbreedte moet er ook toe leiden dat de DLP voortaan beter aansluit op het jongere broertje, de Gouden Lijst. Wij hebben hard ons best gedaan om die ondergrens niet uit het oog te verliezen. Het aanbod dat door uitgevers was ingestuurd is kritisch tegen het licht gehouden: te ‘jonge’ boeken hebben we doorverwezen naar de Gouden Lijst jury, en titels die naar ons idee op de jurylijst thuishoorden alsnog aangevraagd. Natuurlijk stond het ook de uitgevers van volwassen literatuur vrij hun mooiste boeken in te sturen, en werden deze titels, wanneer ze raakvlakken vertoonden met de levenswereld van jonge mensen, in de competitie meegenomen. Een heel proces, en toen stonden we nog maar aan het begin van een 69 titels tellende boekenberg. Een berg met veel verrassingen, waarin we opvallend veel geëngageerde verhalen aantroffen, en waarin het Nederlandse aanbod dit jaar uitblonk in kwaliteit. Met pijn in het hart hebben we ijzersterke boeken opzij moeten schuiven, omdat ze te weinig identificatiemogelijkheden boden voor jongeren. Ook waren er prachtige boeken bij die onderdeel uitmaakten van een trilogie, maar die als zelfstandig boek lastig te beoordelen waren. We willen hier graag noemen: Vlam van Floortje Zwigtman, het eerste deel van wat ongetwijfeld een zeer lezenswaardig drieluik gaat worden over een groep jonge mensen die leven onder een dictatoriaal regime op een fictief eiland. En Vertel me wie wij waren van Rindert Kromhout, die een formidabel slot schreef van zijn driedelige serie over het leven van de excentrieke Bloomsbury-groep. ‘Zo besluit je een trilogie,’ verzuchtte een van de juryleden. Helaas bleek deze roman zonder voorkennis van eerdere delen lastig te plaatsen. Maar als wij een Pluim mochten uitreiken, dan schoven wij deze twee schrijvers die zich al zolang inzetten voor de Nederlandse jongerenliteratuur en die zulke prachtige, goed gedocumenteerde en doortimmerde trilogieën afleveren, een bloem in hun knoopsgat. Uiteindelijk kwamen wij na lezen, praten, opnieuw lezen en nog langer praten tot een lijst van tien nominaties. Stuk voor stuk bijzondere verhalen, waarvan er vier zijn verschenen in een fonds voor jeugdliteratuur. Met trots stellen wij u voor aan een lange lijst van bijzondere personages die worstelen met hun groei naar volwassenheid en in dat proces hun relatie met de buitenwereld moeten scherpstellen. Wij zijn er van overtuigd dat zij jongeren in hart zullen raken.
De jury van de Dioraphte Literatour Prijs 2015 Anne Marie Baud Rita Bemelmans Polly den Tenter Annemarie Terhell (voorzitter) Jolanda van der Ven
De lieve vrede
Auteur: Geertje Kindermans Uitgever: Nieuw Amsterdam
Op een dag staat vieze Arie voor Lottes deur. Hij is een vage bekende, wil even douchen, en als hij dan toch in de badkamer staat, wast hij maar gelijk even zijn spijkerbroek uit. Het ding wil zo snel niet drogen, en ja, dan moet hij toch echt blijven logeren. Lotte is nog wel zo bijdehand om zelf het luchtbed op te pompen, want anders ‘zou zijn adem in het matras komen en dat zou de kamer weer instromen als hij zelf vertrokken was’. Het is een halfslachtige daad van verzet. Vieze Arie gaat niet meer weg. Hoe het precies gebeurt, kan Lotte achteraf niet meer reconstrueren, maar haast ongemerkt kruipt hij haar leven binnen en nestelt hij zich in alle kieren en spleten – en Lotte kan geen nee zeggen. Aan het slot blijkt Lottes plek bij haar ouders thuis zelfs ingenomen door, jawel, vieze Arie. Met een knipoog naar de Odyssee. Lottes gestuntel en het treffende tijdsbeeld van de sombere en indolente jaren tachtig werken op de lachspieren. De jongeren in dit boek verhuizen van kamer naar kraakpand, leven van een uitkering en vullen hun dagen met leegte. Vriendin Gerjanne verft haar muren zwart, samen fietsen ze naar een concert van de experimentele noiserockband Einstürzende Neubauten – waar het hangen dan weer gewoon verder gaat. Eens in de zoveel tijd dient de buitenwereld zich aan en ploft er een brief van de sociale dienst op de deurmat, en moet er bij een bevriende winkelier een handtekening gescoord worden om aan de sollicitatieplicht te voldoen. Die vervelende lui bij de sociale dienst ook. ‘Ze gingen er wel heel erg van uit dat je de hele dag niets anders deed dan achter je bureau sollicitatiebrieven zitten schrijven,’ verzucht Lotte.
De lieve vrede is een origineel verhaal, waarin Kindermans de consequenties van besluiteloosheid en passiviteit tot het uiterste doorvoert. Terloops en met een ijzersterk gevoel voor humor zet ze haar personages neer. ‘Morgen zou ik slimmer zijn,’ denkt Lotte. En: ‘Ik ben een twijfelaar maar soms is het ook voor mij duidelijk dat ik niets meer kan toevoegen.’ Als lezer bekruipt je het onaangename gevoel dat dit misschien ook over jou zou kunnen gaan. Misschien. Een beetje. Iedereen heeft dat toch wel eens, dat je dingen vooruitschuift? Of dat je net niet helemaal duidelijk bent, of dat anderen jou niet begrijpen? Zelfs wij raakten van Lotte en haar vage moeder aan het twijfelen. Maar dit weten we toch echt zeker: De lieve vrede is een knap debuut, dat uitblinkt door de rake psychologie en een fris gevoel voor humor.
Valavond
Auteur: Marita de Sterck Uitgever: Querido
Het zindert en broeit in het uitzuipcafé waar Jeanne vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog wordt opgeleid tot serveuse. Bazin Angèle neemt haar mee naar de kapper voor een metamorfose, geeft haar de nieuwe naam Mona en leert haar hoe ze met drankjes kan foefelen en mannen gek kan maken zonder fysiek te hoeven worden. ‘Serveuses zijn geen hoeren,’ verzekert Angèle haar. ‘Wij kluiven alleen de kadavers af.’ Jeanne leert in die nieuwe wereld manoeuvreren met als enige houvast de zilveren broekjes die ’s zondags aan de waslijn wapperen. Die vormen een duidelijke grens: meer dan een glimp daarvan hoeft ze niet aan de klanten te laten zien.
Het cafédorp Mariaburg in de Vlaamse grensstreek is een prachtig decor voor deze oorlogsroman. Het is een schimmige wereld waar de grens tussen goed en kwaad soms van elastiek lijkt, en waar de oorlog grijs mee kleurt. Valavond vertelt het verhaal van drie jongeren die verstrikt raken in een driehoeksverhouding. De vrijgevochten Marieke die naast het café woont is verliefd op de bakkersknecht Stan en dorpsjournalist Fons tegelijk – die dezelfde biologische vader blijken te hebben. Ze rommelt met allebei en houdt er een dubieuze moraal op na. Ook Mona valt voor Stan, maar haar positie is wankeler. Tijdens de oorlog komen de verhoudingen op scherp te staan en maakt Jeanne een keuze die grote gevolgen heeft.
Marita de Sterck kan beeldend schrijven, en tovert kleurrijke personages uit haar pen – soldaten, sergeanten, dorpsgekken, duivenmelkers. Prachtig zijn de authentieke verhalen over dorpsbewoners als moeder Sarov en haar voorleesuurtje op de radio, en Moederke van den Eynden, die op haar honderdste verjaardag zelf haar jubileumbal opent. Het verhaal wordt vanuit wisselende perspectieven verteld en met een grote hoeveelheid historische gebeurtenissen vernuftig ineen geweven. Valavond is een gelaagde, doorleefde en goed gedocumenteerde roman over de oorlog in Vlaanderen die De Stercks omvangrijke oeuvre verrijkt. Wat fijn dat er zulke getalenteerde schrijvers zijn die met zoveel toewijding voor jongeren blijven schrijven.
Birk
Auteur: Jaap Robben Uitgever: De Geus
Tussen een overdaad aan romans over vastgelopen grachtengordelschrijvers die hun dagen doorbrengen met niksen, seksen, zwelgen en hun roes uitslapen, was Birk een opvallend geluid. Een debuutroman met een verfrissende plaats van handeling: een eiland, dat zich volgens de flaptekst ergens bevindt in de Noordzee tussen Schotland en Noorwegen. Een kaal en guur eiland met veel meeuwen, veel wind en maar drie bewoners. De kleine Mikael woont er met zijn moeder en een nurkse buurman. De vierde bewoner, vader Birk, is vlak voor aanvang van de roman verdronken. Met trillende handen vertelt Mikael zijn moeder over het ongeluk: ‘Hij zwom weg.’ (…) ‘Toen ik omkeek, zwom papa ineens onder water.’
Wat de toedracht van het ongeluk precies is, wordt niet gelijk duidelijk. Er wordt vooral veel gezwegen tussen moeder en zoon, en in die stille wereld hangt de onuitgesproken schuldvraag drukkend tussen hen in. Robben componeert zijn verhaal strak en zorgvuldig, schrijft in uitgebalanceerde korte zinnen en neemt ruim de tijd om het eilandleven op te tekenen. Mikael is een gevoelig kind, dat in zijn eigen hoofd leeft en zich soms laat meeslepen door fantasie. Hij ziet zijn vader als kabouter opduiken in het bad en tussen de lakens, en speurt naar schatten in een verlaten huis. Als hij een meeuwennest ontdekt, besluit hij dat hij het jong voor zich alleen wil hebben en beginnen stiekeme tochtjes met proviand. Dat zijn moeder verandert door haar verdriet, merkt hij niet echt op. Pas als ze hem begint te kleden in de truien van Birk, en ’s nachts naast hem in bed kruipt, begrijp je als lezer dat de moeder-zoon relatie grondig begint te ontsporen. De sfeer wordt steeds beklemmender en Robben zet koers naar een onontkoombaar slot.
Hoe beleef je je tienerjaren met een moeder die zucht alsof iedere ademhaling moeite kost? Jaap Robben laat het je voelen en schreef met Birk een knappe psychologische roman over een levensechte jongen die dreigt te verstikken in een scheve relatie.
Overspoeld
Auteur: Gideon Samson Uitgever: Querido
Het is nog altijd een prachtig concept, de Slash-reeks, waarin schrijvers de levensverhalen van bestaande jongeren opschrijven. Gideon Samson koos voor de geschiedenis van Julius ’t Hart, die als zeventienjarige vrijwilligerswerk deed op Sri Lanka, en daar op tweede kerstdag 2004 getuige was van de vloedgolf die grote delen van de kust wegspoelde en duizenden slachtoffers eiste. Overspoeld begint vijfeneenhalf jaar na dato, op het moment dat Pieter wegvlucht van een studentenfeestje om thuis in alle rust naar de wk-finale Nederland-Spanje te kunnen kijken. ‘Sinds de dag dat de wereld om mij heen kopje-onder ging en ik zelf op de een of andere manier mijn hoofd boven water hield, ben ik er klaar mee. Geen mensenmassa’s meer voor mij. Geen grote emoties, ’ denkt hij. Zijn herinneringen aan de tsunami heeft hij weggestopt. Uitgerekend die avond wordt hij opgeschrikt door een melding op zijn telefoon: Elin Andersson wil vrienden met hem worden op Facebook. Het vriendschapsverzoek van het Zweedse meisje dat hij op Sri Lanka heeft leren kennen, opent de sluizen voor een nieuwe vloedgolf. De deksel van het tsunami-doosje moet er onherroepelijk af – en nog wel tijdens deze wedstrijd – maar Gideon Samson bouwt zijn verhaal van ‘Voorbeschouwing’ tot ‘Verlenging’ zorgvuldig op. Hij heeft een alles omverwerpend slot om naar toe te werken, en laat je daar bladzijde voor bladzijde nieuwsgieriger naar worden. Gideon Samson kan geweldig schrijven. De studentenhumor, de smerige schimmelkoelkast, de cultuurshock van Pieter die als groentje in de tropen belandt, de hevige verliefdheid die hem overvalt op de dag voor de ramp – alles is even beeldend en meeslepend. Samsons inlevingsvermogen in het tienerbrein is groot. Aanvankelijk vindt Pieter de tsunami nog wel spannend, maakt hij zich vooral druk om een slaapplek en zijn medereizigers. Pas dagen later, als het aantal geschatte slachtoffers van de ramp wereldwijd is opgelopen van tien naar honderdduizend, en Pieter terugreist langs de kust naar Colombo, dringt de volle realiteit tot hem door. Dit is menens. Wat hij gezien heeft zal hem voorgoed gaan veranderen.
Overspoeld is een geraffineerde coming-of-age roman waarin Gideon Samson overtuigend laat zien hoe een catastrofe een mensenleven kan veranderen.
De veteraan Auteur: Johan Faber Uitgever: Nijgh & Van Ditmar Het is een slaperige grensdorpje, Neerlo, met als kloppende hart een supermarkt met twee gangpaden en een inzamelpunt voor oud paper. Midden op het dorpsplein prijkt een hunebed als aandenken aan vroegere bedrijvigheid. Als je Neerlo niet op de kaart zou zien staan, zou je kunnen denken dat het gebied radioactief besmet was, of louter bestond uit ondoordringbare moerassen, denkt Afghanistan-veteraan Meindert Oosting. Hij woont er in een afgelegen vakantiehuisje, en brengt er zijn dagen zwervend rond. Met hond Wolf in zijn kielzog, net als hij een loner, loopt hij hele dagen door het bos. Sinds hij met een medaille op zijn borst is teruggekomen uit Afghanistan heeft hij met weinig mensen contact. Alleen met Menno, zijn maat en jeugdvriend, die ook flink de weg kwijt is geraakt en alleen nog maar boeken over oorlog en wapentuig leest. Soms praat hij met de veertienjarige Mieke Nanninga, die hem regelmatig opzoekt en dan wat fruit en een glimlach meebrengt. Hij weet niet wat hij van haar moet denken, maar merkt dat hij naar haar bezoekjes begint uit te kijken. En dan verdwijnt Mieke plotseling. De bekrompen dorpsgemeenschap wijst met een dikke vinger naar Meindert. Hij wordt belaagd door journalisten en rechercheurs die geen idee hebben dat Meindert zijn mannelijkheid is verloren in de oorlog en dat hij rondloopt met een kloppend litteken tussen zijn benen. Het vertroebelt zijn motief: wat zou hij moeten aanvangen met een jonge meisje? Meindert zwijgt en loopt dwangmatig verder door het bos, en herbeleeft in flashbacks zijn tijd in de hel. Johan Faber schrijft toegankelijk, precies, met scherpte en met humor. Hij schetst een indringend beeld van het haast buitenaardse ‘Kamp Nederland’ in Uruzgan – dat fort in de woestijn waar alles wordt gemystificeerd door het duistere staccato van Amerikaanse afkortingen. ‘Door dat woud van hoofdletters en klanken was het voor een buitenstaander nooit helemaal duidelijk wat ze precies uitvoerden, en dat was de bedoeling ook.’ De oorlog heeft haar eigen ritme en regels, en Faber laat je de waanzin beleven door de ogen van Meindert, die wordt geleefd door vermoeidheid. De trance van de oorlog verandert hem in een scherpschietmachine. Altijd is hij op zijn hoede, vervuld van wantrouwen. De vijand is ondoorgrondelijk, en overal kunnen zelf geknutselde bommen van geitenhoeders liggen. Het is een bijna paranoïde ervaring, waarbij grenzen vervagen. Wat is echt en wat verbeelding? Meindert weet het zelf niet. Bij een zwerftocht door het Nederlandse bos denkt hij een Afghaan te zien. En regelmatig ziet Meindert in de grensstreek een wolf opduiken, al lang voordat meldpunt ‘wolven in Nederland’ er was.De veteraan is een rijk en gelaagd boek dat zich op allerlei niveaus laat lezen. Als whodunnit, waarbij tot het einde onduidelijk blijft wat er is gebeurd met de berekenende Mieke. Als inkijkje in de keiharde realiteit van een vredesmissie. Maar ook als psychologisch portret van een getormenteerde scherpschutter die alles heeft verloren in een oorlog die maar niet wil eindigen. Meindert kan wandelen wat hij wil, zijn ondergang is onafwendbaar.
De Dioraphte Literatour Prijs in de categorie Nederlands gaat dit jaar naar een rauw en relevant boek dat (jonge) lezers veel te bieden heeft. Zac & Mia
Auteur: A.J. Betts Vertaling: Aimée Warmerdam Uitgever: Blossom Books | Kluitman
Het lijkt wel een nieuwe genre: liefdesverhalen met in de hoofdrol ernstig zieke pubers. Na de bestseller The Fault in Our Stars van John Green is het niet gemakkelijk om uit de schaduw van deze succesvolle roman te blijven, maar de Australische A.J. Betts is erin geslaagd een eigen verhaal neer te zetten met boeiende karakters. Ook Betts heeft ervaring in de verzorging van jongeren met kanker, en dat voel je. Ze beschrijft de ziekenhuiswereld en de bijbehorende routines levensecht en met humor. Als Zac, die is opgenomen voor een beenmergtransplantatie, opmerkt dat hij een nieuwe buurvrouw heeft, voorspelt hij wat zal volgen: eerst zal er wat gebabbeld worden over de afmetingen van het bed en de badkamer. Dan is er die langgerekte stilte waarin de ruimte goed wordt opgenomen: van de ene witte muur naar de andere. Tot het besef groeit dat dit echt is ‘en dat er geen nooduitgang bestaat.’ Maar Mia, de nieuwe die zich in kamer twee bevindt, houdt zich op geen enkele manier aan de normale gang van zaken. Behalve een adembenemende bos krullen en een tumor in haar enkel heeft ze een heleboel kwaadheid meegenomen. Ze smijt haar tas op de grond en even later schalt Lady Gaga keihard door de gang. Zac bonst boos op de muur, en zet daarmee de eerste stap naar een gecompliceerde relatie. 300 bladzijden razen hun gevoelens alle kanten op. Zac en Mia zijn niet alleen patiënt, ze zijn bovenal pubers, en hebben naast hun behandelschema’s een hoop problemen in het gewone leven. Bij Mia vertaalt zich dat in een glasharde ontkenning en het voortdurend op de vlucht slaan, bij Zac in grillige onbereikbaarheid en een rotsvast geloof in statistieken. Laverend tussen vrienden, chemokuren en tegenslagen, ontdekken ze dat ze elkaar kunnen helpen en groeien ze naar elkaar toe. A.J. Betts schrijft toegankelijk en met compassie, en schiep twee taaie tieners die ongetwijfeld door veel lezers in het hart gesloten zullen worden.
Bunkerdagboek
Schrijver: Kevin Brooks Vertaling: Jenny de Jonge Uitgever: De Harmonie
Afschuwelijk, huiveringwekkend, bloedstollend, beangstigend – dat zijn kwalificaties die je terugleest bij lezersreviews van Bunkerdagboek. De thrillers van Kevin Brooks zijn altijd al duister en getuigen van een behoorlijk somber wereldbeeld, maar Bunkerdagboek spant de kroon. Kevin Brooks morrelt in dit young adultboek – dat hij al tien jaar eerder schreef, maar niet kreeg uitgegeven – flink aan de grenzen van de jongerenliteratuur. Na een ontvoering dumpt Brooks zes personages in een ondergrondse bunker waar ze zijn overgeleverd aan de grillen van de ‘Man van Boven’, een onduidelijke figuur die geen gezicht krijgt, en die als het hem uitkomt eten stuurt met de lift. Vluchtpogingen worden bestraft met gifgasaanvallen, en niets ontgaat ‘Hem’: de bewoners worden 24 uur per dag bespied met camera’s en microfoons. Bunkerdagboek eindigt slecht. Ik-persoon Linus en zijn vijf medebewoners van de betonnen hel onder de grond halen de laatste bladzijde niet. Bij sommigen kun je daar niet rouwig om zijn, maar voor Linus en de negenjarige Jenny voel je spijt. Nadat je 236 bladzijden met hun geworstel hebt meegeleefd, gun je die twee toch op zijn minst een kans op een nieuw leven. Maar Brooks is genadeloos. In het echte leven loopt ook niet alles goed af, dus waarom in een boek wel? Gruwelijk, dat slot. Waarom is dit dan toch een boek dat je gelezen moet hebben? Omdat het schuurt, het je niet loslaat en dwingt tot nadenken. Wat gebeurt er als je mensen tot het uiterste tergt, met ze speelt, ze soms hoop geeft, ze dan weer voedsel onthoudt of geselt met kou of warmte? Dan glijden ze af. Brooks liet zich inspireren door Lord of the Flies, The Collector, en My Side of the Mountain – boeken over personages die zijn geïsoleerd in een primitieve situatie. In Bunkerdagboek ontstaat een mini-maatschappij van personages die proberen te overleven tegen beter weten. Het is een slordige steekproef uit de Engelse samenleving die Brooks bij elkaar zet, bestaande uit een junk, een zakenman, een zwarte homoseksuele wetenschapper, een verwende vastgoedprinses op naaldhakken, een klein meisje met vlechten en Linus, een dwarse puber die zijn ouderlijk huis is ontvlucht vanwege een gebrek aan aandacht. Compleet verschillende karakters, met elk hun eigen achtergrond. Lang niet allemaal zijn ze even moedig en slim en elk maken ze voortdurend hun eigen keuzes. De een organiseert vergaderingen en probeert iedereen erbij te houden, de ander verbergt stiekem cornflakes in zijn kamer, een derde vermoordt zijn medemens om er beter van te worden. De onontkoombare vraag als je Bunkerdagboek neerlegt is: Hoe zou jij reageren?
De geur van vrijheid
Schrijver: Giuseppe Catozella Vertaler: Manon Smits Uitgever: De Geus
De geur van vrijheid begint op een vrijdag, waarop Samia en haar beste vriend en buurjongen Ali kletsnat van het zweet uitpuffen onder een acacia. ‘Wil je mijn abaayo zijn?’ vraagt Ali. ‘Mijn zus?’ Stoeiend en nahijgend beloven ze elkaar levenslang trouw te blijven – allebei acht jaar oud. De jaren die volgen brengen ze intens samen door. Samia strijdt voor erkenning als atlete, Ali wordt haar coach. Samia heeft geen schoenen, geen sportkleren, maar rent alsof haar leven er vanaf hangt. Terwijl de gevechten in Mogadishu steeds grimmiger worden, blijft Samia trouw sprintjes trekken op het erf, en loopt ze overdag haar rondjes door de stad. Op haar tiende wint ze de lokale hardloopwedstrijd en spaart ze een jaar lang voor een buskaartje naar Hargeisa in het onafhankelijke noorden, om daar de snelste van het land te worden. Trainen wordt steeds lastiger. Islamitische milities hebben de macht overgenomen, en er wordt steeds harder opgetreden, niets kan en mag meer. Toch blijft Samia in boerka door de stad rennen – tussen de stofwolken en in de brandende zon. Het brengt haar tot in de Olympische Spelen in Peking, waar ze als laatste finisht op de 200 meter sprint, maar wel diepe indruk maakt. Samia wordt een boegbeeld in de vrijheidsstrijd van islamitische vrouwen. Uit nieuwsberichten weten we hoe het afliep. In april 2012 verongelukte ze tussen andere vluchtelingen tijdens een oversteek van de Middellandse zee. Giuseppe Catozzella zag het nieuws op Al Jazeera en was gegrepen, schrijft hij achterin dit boek. Hij besloot Samia’s verhaal op te schrijven en bezocht haar zus en nichtje in Helsinki. Hij reconstrueerde haar levensverhaal en beschreef met veel liefde en oog voor detail het leven van alledag op het erf in een oorlogsstad. Catozzella schrijft warm over de hechte familiebanden, over de vastberaden koppigheid van Samia, over de tegenslagen en rampen die het gezin ten slotte uit elkaar scheuren. Hij volgt de loop der gebeurtenissen, kleurt gaten in, maar haalt geen grote fictionele kunstgrepen uit en laat het verhaal voor zichzelf spreken. Dat is genoeg om je compleet omver te blazen. De geur van vrijheid is een monument voor een meisje met een enorme moed en wilskracht, een eerbetoon aan iedereen die in opstand komt tegen onrechtvaardige omstandigheden. Het laat je in de huid kruipen van de vluchtelingen die dagelijks fort Europa in wankele bootjes proberen te bestormen, en laat je ervaren welke mensonterende ellende daaraan voorafgaat. Een door-en-door geëngageerd boek, waarvan we hopen dat het heel veel jongeren bereikt.
Eleanor & Park
Schrijver: Rainbow Rowell Vertaling: Annelies Jorna & Ineke Lenting
Eleanor heeft een bos wilde rode krullen, en alles aan haar is groot, rond, zacht en lubberig. Ze voelt zichzelf het evenbeeld van haar statige, Vikingachtige moeder, maar dan bezien door een vissenkom, zodat alles een beetje vlekkerig uitloopt. Geld heeft ze niet, dus kleedt ze zich in oude overhemden, stropdassen en te grote broeken van de kringloop, de gaten bedekt met lapjes en veiligheidsspelden. Park vindt haar net een wandelend kunstwerk – maar als hij haar voor het eerst ziet, moet hij even slikken. Net als zijn medescholieren vindt hij haar dik, lomp en behoorlijk rampzalig. Als ze uitgerekend naast hem neerploft in de bus, schrikt hij zich dood. Maar het onmogelijke gebeurt. Eleanor leest iedere dag vanuit haar ooghoeken zijn strips mee, en Park, zelf ook een buitenbeentje met zijn Aziatische uiterlijk en voorkeur voor T-shirts van obscure bandjes, begint haar leuk te vinden. Stiekem maakt hij ’s avonds pakketjes stripboeken voor haar klaar, en legt die achteloos op haar stoel. Als ze samen zijn hele voorraad stripboeken en cassettebandjes erdoorheen hebben gejaagd wordt hij verliefd. Langzaam, maar onherroepelijk. Eleanor & Park is en heerlijk verhaal over de hoe deze grote eerste liefde zich ontwikkelt. Rainbow Rowell laat je intens voelen hoe deze excentrieke personages zich tot elkaar aan getrokken voelen, dwars tegen de stroom in. Eleanor komt uit een probleemgezin. Ze kampt met een gevaarlijke stiefvader en komt veel tekort – vooral onvoorwaardelijke liefde. Bij Park kan ze voor het eerst echt zichzelf zijn. Toch zijn er veel hobbels te overwinnen. In de doorsnee huiskamer van Park past Eleanor maar moeizaam tussen het kamerbreed tapijt en de mandjes met potpourri. Park heeft het zwaar te pakken, maar begint toch aan zichzelf te twijfelen als zowel zijn moeder als zijn vrienden Eleanor afkeuren. Ineens beziet haar met andere ogen. Allebei moeten ze offers brengen, maar toch hebben ze het lef om door te gaan, tot de omstandigheden hen scheiden. Hilarische scenes, levensechte karakters en een sprankelende toon: Rainbow Rowell is een begenadigd vertelster en sleept je mee in dit onvergetelijke liefdesepos over twee bijzondere buitenbeentjes.
Een bijna volmaakte vriendschap
Schrijver: Milena Michiko Flašar Vertaling: Isabelle Schoepen en Kris Lauwerys Uitgever: Cossee
Een bijna volmaakte vriendschap van Milena Michiko Flašar is een wonderlijk en breekbaar verhaal. Na zichzelf twee jaar in zijn kamer te hebben opgesloten, geeft Taguchi toe aan een opwelling: hij laat zichzelf vrij en gaat naar buiten. Op een bankje in het park ploft hij uitgeput neer, en hij besluit er te blijven zitten. Elke dag opnieuw. Op een dag in mei duikt er een oudere man op, die elke dag stipt op dezelfde tijd komt, om vijf voor zes ’s avonds zijn stropdas rechttrekt en weer gaat. Stropdas noemt Taguchi hem in gedachten. Twee weken lang kijken ze alleen naar elkaar, en dan ontstaat er met een hoofdknikje een minimale omgang, die in de loop der weken uitgroeit tot een bijzondere vriendschap. Elk hebben ze hun eigen geschiedenis, de oude man een salaryman die niet aan zijn vrouw durft op te biechten dat hij ontslagen is, de jongen een hikikomori die zichzelf net als naar schatting 3,6 miljoen andere landgenoten heeft teruggetrokken op een eigen eiland. Ze voeren gesprekken over verloren dierbaren, gemiste momenten, spijt, de last van verantwoordelijkheid voor eenmaal genomen beslissingen, en vooral over de liefde – die ervoor zorgt dat je anderen liever spaart.
Het proza van Milena Michiko Flašar is fijnzinnig en sereen, haar zinnen hebben iets ijls, maar raken tot diep in de kern. Is dit een roman voor jongeren? Jazeker. Het heeft ook het hart van de twee jonge juryleden gestolen. Taguchi’s verhaal is dat van een gestrande jongen, die twee vrienden heeft verloren en dat niet goed heeft kunnen verwerken. Hij piekert, net als jongeren overal ter wereld, over zijn plek op aarde en zoekt naar de juiste balans tussen zelfbehoud en opoffering. Een volmaakte vriendschap biedt een fascinerende kennismaking met de Japanse cultuur, maar is tegelijk een universeel verhaal over wat mensen verbindt.