1
Animator in de kindersabbatschool zijn •
"Leiders zouden hun klas als hun persoonlijk zendingsterrein moeten beschouwen. Uit liefde bereid zijn daarvoor eigen belangen, tijd, kracht en gemak opzij te zetten. Opdat ook de kinderen de schaapskooi binnen gaan" Ellen White
•
"Het is mij getoond dat u zich minder zorgen zou moeten maken over de vormen maar er vooral op zou moeten letten dat er een grondig sabbatschoolwerk verricht wordt. Iedere leider zou zich een zendeling moeten voelen." Ellen White
•
"Werk zonder ophouden totdat ieder kind van uw klas tot de zaligmakende kennis van Christus is gekomen." Ellen White
•
"Je kunt jongeren alleen maar voor de Bijbel interesseren wanneer je het zelf bent." Ellen White
•
"Wat we het meeste nodig hebben zijn mensen, geen boeken. Leerlingen "lezen" de persoonlijkheid van hun leraar. Dat is de tekst die ze nooit meer vergeten." Abraham J. Herschel
•
"De waarde en het belang van zaken die opvoeders (ouders, leiders) hanteren, zal het kind overnemen." Een opvoeder
•
"Wanneer de leraar de kinderen vervelend en lastig vindt, zal hij niet meer dan de nodige tijd voor de les kunnen opbrengen. Wanneer de jongeren hem mateloos ergeren, zal hij moeite hebben om ze gedurende een half uur rustig te houden. Maar wanneer hij in hen de mannen en vrouwen van morgen ziet, die de verantwoordelijkheden van de kerk zullen dragen; wanneer hij bedenkt dat zij zielen zijn voor wie Christus gestorven is; wanneer hij zich kan inbeelden dat ze deel uitmaken van de verlosten die wandelen aan de glazen zee, dan zal hij meer en beter bereiken dan alleen maar de tijd vullen; dan zal hij een stempel voor de eeuwigheid op deze jonge geesten drukken." Uit ‘Pédagogues pour Dieu’, p.99
•
"De groepsleiders moeten echt in teamverband werken, een familie vormen. In zo'n groep zouden de sterke punten wederzijdse hulp, steun en aanmoediging moeten zijn. Tijd in gebed doorbrengen. De kinderen moeten ook een groepsgeest
2
en een goede verstandhouding voelen om open te staan. Ze moeten een logisch vervolg ervaren van week tot week ook al hebben ze niet dezelfde animator." •
"Het is belangrijk om een balans op te maken van jezelf, van je eigen lessen, van de andere animatoren waarmee je samenwerkt, en van de hele groep kinderen en van alle animatoren. Let op : een balans opmaken is niet een gelegenheid om af te breken of te ontmoedigen, maar integendeel een gelegenheid om eens stil te staan, om afstand te nemen, en om te profiteren van raadgevingen, ervaringen en correcties van anderen. Een balans opmaken moet dus in een geest van openheid en dialoog gebeuren en dient de individuele en groepsvooruitgang als prioriteit te hebben." Bron : Basilleia
• Animator zijn, is deel uitmaken van een team -
Steun Tijd voor gebed Uitwisseling (kinderen, les, ideeën...) Verschillende gaven
Een dynamisch en aanvullend team proberen te vormen dat hoger grijpt dan alleen maar de les doen op sabbatmorgen !
•
"Onze eerste taak is de kinderen naar zelfstandigheid te begeleiden zodat ze zelf tot de Vader kunnen naderen". Guy Zeller, Une vision pour les E. dans l’Eglise, p.30
•
"Zaai een gedachte en u zult een daad oogsten, Zaai een daad en u zult een gewoonte oogsten, Zaai een gewoonte en u zult een toekomst oogsten." Onbekend
•
"Klasleraar, wat u doet, heeft gevolgen tot in de eeuwigheid." Vann Lane
•
"Het is interessant op te merken dat het Hebreeuwse werkwoord "bouwen" (bannah) en het woord "kind" (banim ) uit hetzelfde grondwoord komen, alsof de Heer ons wil tonen dat bouwen, door en met kinderen begint." Guy Zeller, Une vision pour les E. dans l'Eglise, p.53
3
De fasen in de ontwikkeling van een kind 0-3 jaar Lichamelijk -
Hij verdubbelt van lengte in die drie jaar. Behoefte aan slaap, rust en vervolgens geleidelijk aan gevarieerde bezigheden
Mentaal -
Tijd van ontdekking, behoefte om met handen en mond aan te raken "nee - periode", periode van bevestiging
Affectief -
Sterke afhankelijkheid van zijn moeder, erg gevoelig Behoefte dat men zich met hem bezig houdt
Geestelijk -
Gevoelig aan een stemmige sfeer Observeert Afhankelijk van zijn ouders Imiteert bepaalde gebaren
Toepassing in het onderwijs -
Een rustige sfeer scheppen. Zachtjes spreken, met een glimlach Het kind zoveel mogelijk dingen laten aanraken Korte en afwisselende activiteiten Zeer eenvoudige woordenschat, vaak te herhalen woorden en gebaren Behoefte aan een grote, vaste en beschikbare groep animatoren Hem God voorstellen als een moeder die voor hem zorgt
4
Van 3 tot 5 jaar Lichamelijk Erg actief, maar snel moe. Behoefte om te rennen, springen, grijpen Leeftijd van nieuwsgierigheid : alles wat te zien, te horen, aan te raken en te eten is Nog geen gerichte spiercoördinatie Hij groeit en leert al spelende Houdt van ritme
Lichamelijke activiteiten afwisselen met rustpauzes Geef hem voorwerpen in handen die met de les te maken hebben. Dat helpt hem vrijuit te spreken. Gebruik van potloden en scharen is zeer beperkt Laat hem spelletjes doen Geeft hem muziekinstrumenten om het ritme van de liedjes te begeleiden.
Mentaal Herhaalt graag Houdt van sprookjes, het wonderlijke, maar hij is ontvankelijk en fantasierijk. Leert door te imiteren Heeft behoefte aan richtpunten en aan veiligheid. Luistercapaciteit van 3 tot 4 minuten Eenvoudige woordenschat
Wordt het luisteren naar hetzelfde verhaal niet moe. Hij houdt van woorden en zinnen die herhaald worden. Voorzie creatieve activiteiten : verven, plakken, modeleren... Laat hem dingen uitbeelden. Vertel de bijbelverhalen op een levendige manier Liedjes, gedichten met gebaren... Een goed opgebouwd programma, een vast lokaal en een vast animatieteam Korte en goed geïllustreerde verhalen Illustraties gebruiken. Goed articuleren. Stel vragen om te zien of hij het begrepen heeft. Zijn woordenschat vermeerdert door het luisteren naar verhalen. Voorzie tijd om aan deze behoefte te voldoen. Luister naar hem.
Het kan gebeuren dat het kind verhalen onderbreekt om zijn eigen ervaringen te vertellen door associatie met het onderwerp (de zondvloed doet hem denken aan zijn laarzen en dus aan zijn grootmoeder die ze voor hem had gekocht). Hij schrikt van harde en onverwachte Let daar op wanneer u een film draait of geluiden. wanneer u iets nieuws in het programma brengt.
5
Van
3 tot 5 jaar
Sociaal Het kind is verlegen, en bang van een mensenmassa. Hij speelt graag alleen, naast de anderen. Bij het opgroeien zal zijn voorliefde voor groepsspelen zich ontwikkelen. Hij is nog erg egocentrisch.
Het is belangrijk dat het kind voelt dat hij geliefd en welkom is. Let op de specifieke behoeften van ieder kind.
D.m.v. spel kunt u hem leren om te delen met anderen. Hij vindt het fijn om te helpen. Geef hem kleine opdrachten (plaatjes wegnemen, muziekinstrumenten opruimen, collecte ophalen, uitdelen...) Hij heeft grote bewondering voor zijn Spreek hem over God als een vader die vader. alles weet, alles kan en van hem houdt.
Geestelijk Hij gelooft alles wat hem wordt verteld. Hij is zeer ontvankelijk en gevoelig. Hij is in staat om de liefde van God te beantwoorden. Hij begint kennis van goed en kwaad te krijgen. Later zullen de gestelde principes zijn gedrag bepalen.
Laat hem fijne ervaringen beleven die hij zich zal herinneren. Leer hem de fundamentele waarheden : de schepping, Gods liefde, vergeving. Onderschat nooit de waarde van het onderricht van Gods woord, zelfs niet bij jonge kinderen.
6
Van 6 tot 8 jaar Lichamelijk Hij begint zijn bewegingen handvaardigheid te coördineren.
en Geef hem activiteiten die hij aankan. Niet te ingewikkelde tekeningen of handenarbeid. Hij is heel bedrijvig in woorden en daden. Laat hem niet te lang stilzitten. Kies Hij speelt tot hij uitgeput raakt. liedjes met gebaren; laat verhalen uitbeelden en imiteren. Hij krijgt gauw genoeg van iets. Stel een kort en gevarieerd programma op, met ingelaste rustige momenten.
Mentaal Het kind is nieuwsgierig en wil graag wat Hij luistert graag naar Bijbelverhalen en leren. wil teksten uit het hoofd leren. Hij heeft richtpunten nodig. Voorzie een goed opgebouwd programma. Indien mogelijk moet er een vast animatieteam zijn. Zijn leesvaardigheid is nog beperkt. Laat hem alleen korte zinnetjes lezen, en dan liefst in de letterstijl van school. Notie van tijd en ruimte zijn nog weinig Vermijd details zoals tijd en data, en nauwkeurig. ingewikkelde aardrijkskundige kaarten. Hij heeft hulp nodig bij het nemen van Hij kan een beslissing voor Jezus nemen beslissingen. (zie leeftijd van de keuze bij de Vonkjes) maar waak erover dat hij het niet doet om na te bootsen. Kunnen luisteren is nog van korte duur. Laat de lessen niet te lang duren.
7
Van 6 tot 8 jaar Sociaal Schoolstadium. De familiekring opent zich. Het kind zoekt zijn vrienden buiten de familie. Hij zoekt goedkeuring van volwassenen. Hij is gevoelig voor correctie. Hij wil graag nuttig zijn. Hij voelt zich prettiger in kleine groepjes.
Het kind heeft behoefte aan momenten van delen met andere kinderen. Moedig hem zoveel mogelijk aan.
Geef hem de gelegenheid te helpen. Ken de naam van ieder kind. Behandel enkele programmaonderdelen in kleine groepjes. Belang van de leraar, vonkjesleider en Stel het kind niet teleur ! Stel God voor sabbatschoolanimator. als een leider en Jezus als een meester.
Geestelijk Hij staat open voor het Evangelie. aanvaardt God als zijn schepper.
Hij Geef hem de gelegenheid de natuur te bestuderen en God te danken voor alles wat Hij geschapen heeft. Hij verwacht directe en concrete Leer hem de manier waarop God antwoorden op zijn gebeden. antwoordt, dat God "nee" kan zeggen. Bid samen. Hij denkt concreet. Vermijd symbolen als : Jezus woont in je Toch liggen geestelijke ervaringen binnen hart,klopt aan de deur van je hart,zal je zijn bereik. zwarte hart wit maken, zijn hart geven,… Hij houdt van Bijbelse helden. Richt je onderwijs op de grote mannen uit de Bijbel. Hij kan Gods aanwezigheid ervaren. Hij is Leer hem God te loven en persoonlijk te vol vertrouwen. ervaren. Leer hem God te vertrouwen. Hij is bewust van het kwaad in hem. Leer hem de vergeving in Jezus en de hulp van God.
8
Van 9 tot 12 jaar Lichamelijk Zijn groei vertraagt. Hij is zeer actief en Hij gaat graag op kamp en houdt van uitbundig. openluchtactiviteiten. Zijn spiercoördinatie is groter. Hij kan nauwkeuriger handenarbeid verrichten. Hij bereikt de kindermaturiteit (rijpheid), een evenwicht dat snel door de puberteit verstoord wordt.
Mentaal Hij stelt zich vragen over het hoe en Maak gebruik van uitdagende vragen. waarom van de dingen. Plan discussiemomenten. Zijn logica ontwikkelt zich. Geef hem vraagstukken die hij zelf moet oplossen. Hij begint abstract te denken. Leer hem gelijkenissen. Gebruik symbolen. Hij kan goed lezen en schrijven. Laat hem in de Bijbel lezen. Leer hem referentiewerken te gebruiken (concordantie, Bijbels woordenboek...). U kunt schrijfactiviteiten voorzien. Hij kan zich langer concentreren. Hou daar rekening mee in het bepalen van de tijdsduur van elke activiteit. Hij is creatiever. Plan activiteiten waarbij hij zijn creativiteit kan oefenen. Hij begint notie van tijd en ruimte te Wek zijn interesse met historische en krijgen. geografische details. Hij houdt niet van routine. Voorzie afwisseling en verrassingen in het programma. Gouden leeftijd voor het geheugen. Geef hem Bijbelgedeelten om uit het hoofd te leren. Laat hem de namen van de Bijbelboeken uit het hoofd leren.
9
Van 9 tot 12 jaar Sociaal Hij is minder verlegen. Vrienden zijn heel belangrijk. Behoefte aan rechtvaardigheid en loyaliteit. Helden boeien hem en die wil hij imiteren.
Stel wedstrijden en groepsactiviteiten voor. Leg regels vast en zie erop toe dat ze gerespecteerd worden. Wek zijn interesse voor de "helden" van de Bijbel. Stel Jezus voor als de grote Chef ( Leider). Kinderen van het andere geslacht laten Scheid af en toe de jongens van de hem vaak onverschillig (of daar verzet hij meisjes voor activiteiten. zich zelfs tegen). Hij wordt steeds zelfstandiger. Help hem bij het verwerven van een eigen geestelijk leven. Hij is in staat verantwoordelijkheid te Geef hem verantwoordelijkheid binnen de dragen. groep.
Geestelijk De mystieke fase. Hij kan een diepe ervaring met Christus beleven en beslissingen nemen die zijn hele leven zullen beïnvloeden. Hij heeft een groot geloof.
Spreek hem over een leven met Christus, over bekering, maar oefen geen druk uit en gebruik geen sentimentaliteit! Houd gebedsmomenten met hem.
10
Wie is God ? Wie is God / Jezus voor mij Kind van 0 tot 6 jaar ? God = moeder / vader Jezus = Herder, model In deze fase beleeft het kind iets heel eenvoudigs. Hij gelooft gewoon wat men hem zegt, imiteert zijn ouders door zich van hun geloof en relatie met God te laten doordringen.
Wie is God / Jezus voor mij Kind van 6 tot 12 jaar ? God = Koning, Redder Jezus = Meester In deze fase ontwikkelt zich het rechtvaardigheidsgevoel. Het kind ervaart schuldgevoel en de behoefte aan vergeving. Dit is de ideale leeftijd om het verlossingswerk van Christus voor te stellen, alhoewel sommige kinderen dit al veel eerder kunnen begrijpen.
Wie is God / Jezus voor mij Jongere vanaf 12 jaar ?
God = Partner, Vader, Raadgever Jezus = vriend, voorbeeld, bevrijder In deze fase begint de tiener het moeilijk te vinden zich te onderscheiden van zijn vrienden. Op zoek naar zijn identiteit, streeft hij naar goedkeuring van de groep en wil geen buitenbeetje zijn. Daag hem uit God te eren in zijn keuzes en activiteiten.
11
Oriëntatie van het leerproces PEUTERS 0-3 jaar
KLEUTERS 4-5 jaar
Kind
Imitatie door herhaling : horen, spreken, bidden en zingen.
Kind/groep
Gedrag in de groep
Kind
Luisteren, ervaringen en gevoelens kunnen uitdrukken, spontaniteit ontwikkelen, leren onderscheid maken.
Kind/groep
Aan het groepsleven deelnemen.
Kind
Het eigen leven in verband brengen met de Bijbelverhalen, situaties kunnen uitleggen en problemen analyseren.
Kind/Bijbel
Verzen uit het hoofd leren. Bijbelverhalen.
Kind/groep
Van gedachten vragen.
Kind
Eigen gedachten leren uitdrukken en adequate antwoorden formuleren. Een leefstijl ontwikkelen in harmonie met Gods schepping.
Kind/Bijbel
Het lezen van de Bijbel, het opzoeken en vinden van Bijbelteksten, de Bijbelboeken kennen, het kunnen hanteren van lijst met referenties, de historische, aardrijkskundige en socio-culturele context leren onderscheiden.
Kind/groep
Deelnemen aan groepsgesprekken, naar anderen leren luisteren, een open geest ontwikkelen en het verlangen naar goede relaties.
EN
KINDEREN
6-7 jaar
JUNIOREN 8-11 jaar
wisselen
Het leren van
over
eenvoudige
Fragment uit “ Philosophie biblique de l’EDS des enfants et des jeunes”, Rudy Van Moere, UFB,p.7
12
TIENERS
Puber
Werken aan gevoel van standvastigheid en het behoren tot .
Puber/Bijbel
Het ontdekken van de principes in de Bijbelverhalen, in staat zijn deze toe te passen vandaag, het onderscheiden van de gevolgen van de Bijbelse boodschap en deze naar vandaag kunnen overzetten; bewust worden van historische, aardrijkskundige, socio-culturele afstand tussen de Bijbelse tijd en de huidige maatschappij met het oog op een realistische toepassing. Begin van tekstanalyse.
Puber/groep
Verlegenheid overwinnen voor een bare gedachtewisseling in de gesprekken; een houding van ontwikkelen tegenover de deelnemers.
Adolescent
Zich realiseren dat iedereen in Gods ogen waardevol en kostbaar is; dat Hij op ons rekent om zijn programma van totale bevrijding te verwezenlijken.
Adolescent/Bijbel
Het ontdekken van de grondprincipes die de basis zouden moeten vormen van een rechtvaardige samenleving.
Adolescent/groep
Deelnemen aan de groepsanimatie; kameraden als partners beschouwen voor een opbouwende rol in kerk en samenleving.
12-14 jaar
JONGEREN 15-18 jaar
vruchtgroepsrespect andere
Fragment uit “ Philosophie biblique de l’EDS des enfants et des jeunes”, Rudy Van Moere, UFB,p.7
13
Leeftijdsgroepen PEUTERS 0-3 jaar KLEUTERS en KINDEREN 4-7 jaar JUNIOREN 8-11 jaar TIENERS 12-14 jaar JONGEREN 15-18 jaar
Sleutelwoord Liefde, zorg Het goede, goed doen Bevrijding, leiding Samen zoeken Uitwisselen
Persoonlijkheid Waarnemen Denken, voelen Bewonderen, ontdekken Willen, beslissen Communiceren
14
Godsbeeld Moeder Vader Koning Partner, Vader Raadgever
Jezus Herder Gehoorzame zoon , model Meester Voorbeeld ,Vriend Bevrijder
Bijbel Boek van liefde Boek van echt gebeurde verhalen Schat van waarheid Onmisbare gids Actieplan
15
Wereldbeeld Veiligheid Constante strijd goed / kwaad Een onbekende wereld om te ontdekken Vol gebreken Sociaal, vol noden
Thema's van bijbelstudies Liefde, basis van de Redding De verhalen over de Redding De waarheid over de Redding De weg naar de Redding Het programma van de Redding
Fragment uit “ Philosophie biblique de l’EDS des enfants et des jeunes”, Rudy Van Moere, UFB,p.7
16
Leermethodes Enkele praktische ideeën : • • •
"Raad eens wat ik heb gehoord !" Activiteiten die de beginneling verplichten te luisteren. Gebruik van geluidseffecten tijdens presentatie
• • • •
Bijbelteksten op muziek zetten Om beurten lezen of onder vorm van antwoord Interactieve verhalen (de leider begint te vertellen en de kinderen moeten het verhaal afmaken) Interviews Verhalen op CD's of DVD's Gesprekken in kleine groepjes Luisterspelen
• • • • • • •
Debatten Geleide kringgesprekken Zingen Mondelinge quiz Raadsels Mondelinge verslagen Scenario's
Enkele praktische ideeën : • • •
"Raad eens wat ik heb gezien !" Activiteiten waar de ogen gebruikt worden. Aantrekkelijk materiaal om naar te zien
• • • • • • • •
Gebruik van flanelbord Doelen van de les optekenen Liedjes/gedichten illustreren Rebussen Diagrammen Aardrijkskundige kaarten Filmen / video's / dia's Chronologische richtpunten Stripverhalen Puzzels Poppenkast / marionetten
• • • • • •
Flip charts Tentoonstellingen Demonstraties Posters Foto's Zandbak
Enkele praktische ideeën : • • • • • • •
"Kijk eens wat ik heb gedaan !"
Vraagstukken oplossen Sketches Rollenspel Lettergreepraadsels Verhalen vertellen Bijbelverhalen spelen Zich inleven in de personages
• • • • •
Muziekinstrumenten bespelen Experimenten Nabootsingen Een programma opstellen Poppenkast / marionetten
Doe-activiteiten. De kinderen geven een opvoering
Enkele praktische ideeën : • •
"Kijk eens wat ik heb gemaakt !" Activiteiten waarbij het kind betrokken is bij wat het doet. De kinderen kunnen iets tastbaars tonen in verband met de les.
• • • • • • •
Kunst en creatie Een atlas doorbladeren, bladzijden omslaan Beeldhouwen Graffiti Collages Eigen uitvindingen, creatie Humoristische tekeningen Het kleuren of verven van diagrammen en kaarten Geschreven reportage
• • • • • • •
Opzoeken van informatie Een onderzoek doen Woordpuzzels Knippuzzels Gecodeerde boodschappen Werken op papier, doek of laken,… Affiches, aankondigingen
17
Lesvoorbereiding Data
Les nr... Schrift nr...
Animatoren
Thema/ref. Bijbeltekst
Overige Doelen
Kerntekst
(verjaardagen, genodigden, uitvoeringen in de kerk...)
Sabbatschool ............................. Datum : ............................. Les nr ....
Schriftnummer : ............
Thema : ............................................................................... Bijbeltekst : .......................................................................... Doel : .................................................................................. Kerntekst : ........................................................................... Materiaal : ............................................ .............................................. ............................................ .............................................. ............................................ .............................................. ............................................ .............................................. Verloop van de les :
Omschrijving Ontvangst Collecte Gebed
Lesverloop, activiteiten Liedjes nr...
Hoofdpunten van een les
Materiaal Zangboek... Collectebus
-
Ontvangst, welkom Herhaling gekende Motivatie Toepassing (Groepsbehandeling ) Besluit
18
1. BIDDEN Opdat God mij door het verhaal aanspreekt en mij vervolgens toont welke boodschap ik aan de kinderen moet doorgeven en hoe ik dat moet brengen.
2. LEZEN Het verhaal meerdere malen doorlezen en indien mogelijk in verschillende versies. Ook de context lezen en noteren wat in je opkomt. ) Het verhaal fotokopiëren om aantekeningen te kunnen maken en in te kleuren,… a. Eerst voor mezelf, zonder aan de presentatie voor de kinderen te denken. b. Vervolgens met mijn presentatie en de kinderen in gedachten. Noteer interessante en treffende details want daar houden kinderen van.
3. HET SCHEMA VAN HET VERHAAL OPMAKEN In scènes verdelen (hoogstens 5) ) sleutelwoorden Voorbeeld : Lucas 15 : 11-32 11-13a : 13b-16 : 17-19 : 20-24 : 25-32 :
De verdeling of het vertrek De ineenstorting Het berouw of de inkeer De ontvangst van de vader De reactie van de broer
4. HET TAALGEBRUIK - Noteer moeilijke woorden en uitdrukkingen. Gebruik hiervoor een Bijbels woordenboek, een atlas, een Bijbelindex, een concordantie… Een trucje : probeer niet een moeilijk woord door een ander ogenschijnlijk eenvoudiger woord te vervangen ! Laat het liever staan maar leg het aan de kinderen uit, dat zal hun woordenschat en kennis verrijken. Zo leren de kinderen uitleg te vragen wanneer ze iets niet begrijpen. Gebruik in de klas een Bijbels woordenboek en laat de kinderen zien waar ze informatie kunnen vinden ( voorbeeld). 19
-
Noteer geografische gegevens : Bijvoorbeeld : in Lucas 2: de afstand van Jeruzalem tot Nazareth is 140 km. Hoeveel dagen waren er nodig om te voet te gaan ? Wegen, routes, paden... ?
-
Inlichtingen inwinnen over gewoonten, sociale en religieuze contexten.
) Je kan niet doorgeven wat je zelf niet hebt begrepen !
5. DE PERSONAGES -
De leeftijd
-
De afkomst (Jood, Griek, heiden...)
-
Het karakter (volgens wat is beschreven of met behulp van de nota's van de schrijvers)
-
De levensomstandigheden (beroep, plaats : stad of platte land, slaaf of vrije). Dit is belangrijk want de levensomstandigheden hebben invloed op het leven van de persoon en zijn reacties.
-
Externe omstandigheden of beweegredenen (bijv. : in het geval van de Samaritaanse vrouw : gaat het hier om een toevallige ontmoeting ? "Jezus moest door Samaria gaan" Ö werking van de Geest).
-
Onderlinge verhoudingen tussen de personages: Wat weten de personages van elkaar ? Wat weten ze over Jezus ? Wat voor ervaring hebben ze met God beleefd ?
Opgelet : nooit iets beweren zonder te weten ! Als ik een detail of een gesprek verzin of veronderstel, dan moet ik dat aan de kinderen vermelden, want wanneer ze zelf de Bijbel lezen zullen ze dat niet vinden !
6. HET THEMA, DE HOOFDIDEEEN -
Welke Bijbelse waarheden komen in deze tekst naar voren ?
-
Welke zijn de toepassingen in het leven van het kind ? Laten we iedere keer proberen een parallel te trekken tussen het Bijbelverhaal en het leven van het kind.
20
7. HET KIND IN STAAT STELLEN DE BOODSCHAP TE BEGRIJPEN -
Ik moet me allereerst zelf aangesproken voelen door deze boodschap .Wij zijn de kanalen waardoor God spreekt. We kunnen de kinderen niet verder brengen dan tot daar waar we zelf staan maar we kunnen samen groeien! Ons enthousiasme, onze visie, onze dorst en onze liefde zal bij hen voor altijd zijn sporen nalaten.
-
Laten we eerlijk met de kinderen en onszelf zijn. "Wat je bent schreeuw zo luid dat ik niet meer hoor wat je zegt."
-
Zonder overtuiging komt de boodschap niet over !!
21
ENKELE LESSEN UIT DE BIJBEL • Door God gebruikte beelden in het Oude Testament -
De koperen slang Een sterrenhemel (Abraham) De ark van Noach Het Heiligdom Het dierenvel dat Hij aan Adam en Eva gaf De tempel van Jeruzalem ... •
-
Door de profeten gebruikte beelden in het Oude Testament
Waterputten De pottenbakker Het juk (Ezechiel 4) Jona en de vis • Door Jezus gebruikte beelden
-
De vijgenboom Het zaad De wijnstok met zijn ranken Het onkruid Een kind ...
WELKE "VOORWERPEN" GEBRUIKEN ? Dagelijkse, gewone voorwerpen : - Spiegel - Kam - Sjaal - Spijker - Hamer - Kopje - Vers en oud brood - Touwtje - Brief - Geldstuk Een plotselinge gebeurtenis : - Luchtstroom - Een vlinder die binnenkomt - Een boeket bloemen - Een kind dat huilt 22
Ons lichaam : - De handen - De voeten - De mond - De oren - De vijf vingers Personen : - Een kind - Iemand uit de groep - Opa
23