Vakblad voor mobiele communicatie in de openbare orde & veiligheidssector en het bedrijfsleven
Jaargang 32, januari 2011
Actueel Meldkamer paraat tijdens Haags oud en nieuw
Actueel Ben Ale: “Pas op met wegbezuinigen”
“And the winner is... LTE!”
i
r at
!"
d
n i t ch
#$
"& $* 0' ) ( (0 $' "' *"# *"#$ $ " 0 $ & $% #12 #%% 0*(" & # 0 * !" /0 &$ 4%, &*" & " 7" (. (" ,(6 " ,- 3 5& !'% "$
*
&)
( '$ %&
!E
39 58 ; :8 ;8 8 (' ;0 >>> 6 <= *#( ?$ 5@A 4 B; @E D C1 38 ?: 8 8 <
&) $( * #" )% () C 7% '() 'B
)6 "%
a v en E “
ng
net
+,.&%/,0
+
6669)"'3%)%66669?$$(')%66660("$()%6666@$$"()%
” ! t f e e gg
() )A
1)"23"#&%#'#)4&)5)%6667%8&5)%()%6669)"'33%':;%8(&)'
38 "& $ ., 7 2 " % " 37 $* I# .6 $F ,"6 1 $ " )5 %' #% *# "1H $ &7 32)4 ( & " ,% "G *( "G 2. 7$ #0*( 0''0 27 11% & * 1% 0 * 0 "7 (&($ 1(&$ 0*(" /0)+ % D 2 "H (, -. 7 "& "& .. ?6 #% I& *+, 6(& " 2 2 E 22 '() ,%# ("$ *" 1F$ "&1K "& %;% $ <% $%& 1A" ,0* & 1 # !"# (," HH'( &*" "" "I# $*"2 "*1; @% 810 .#0 /"- "16 1$F &12 :5 ,-* IJ1 ($,- .(&7 2" 4( /% 0* J0 $*" :" *%2 1/" 1$F ?I 6"% 0*(" @( G(7 90
<;%8(&)#"3)=)%66613)"(;)%666>33'()"#"3)=)%666>3;?)")%5)6"33'()"'
!"#$%&$'&($)*$%+('"(',)-...)/0123456!!7).)).89.:9:-.-)).:;<=))>!,('!).
!"#$%&'!()*+++'#,%-,.,,/ 0''!""#$#%&''()"$"*$+","-./0"$12134$#5+.% 0''6'.+"$"*$7"-+"#"$8"#()55*&55#7".+ 0''9)5*+55#+$.*,"&%':+"$#";"5)"#$ 0''<=>?5@$.*$A%:"-$BCD$5-($1CD 0''EFGG$:5)"#+.H7)I$%%0$5HH"((%.#"JH%**"H)%#( 0 K"-+"#$"*$,#%%)$)#5*(L"HM8"$0-"'#"*(H7"#N$$ 0''G$/55#$,5#5*M" 0''655,()"$1%)5-$O%()$%P$D:*"#(7.; !"#$%&'!()*+++'1"%2" 0''B#."$'.)8%"#.*,"*Q$91F>RRRI$91F>
SRR J$."+"#"$8"#(."$N")$""*$".,"*$05#50)"#= 0''T#""+$5((%#MN"*)$)%%*55*,"8"*+"$5HH"((%.#"(I$ ,"(H7.0)$8%%#$+"$H%N;-")"$#5*,"= 4&.%N$.($+.()#.&')"'#$"*$;5#)*"#$8%%#$9";'#5$.*$+"$T"*"-'U=
!"#$%&'()"*&+,--./0,1123,45,6"#7(&+ 8&9&':;+9 <&:=,!"#$%&'$()$"*"$))$(($$>;?,!"#$%&'()$"*+$)+$++ @AB;":,,-./012,/34-5$$$$$$$ C+%&'+&%,666412,/34-5
C+%&'+;%"D+;:&:;;+,EE,>0,.2F2,!')$$&:,G,!')?&::&$ !&:H"I <&:,!"($%&'$($7&8$78$(&$$>;?,!"($%&'$($7&8$78$77 @AB;":,,-./012,/3429$$$$$C+%&'+&%,666412,/3429
Verbinding januari 2011
|
Samen Terwijl in Moerdijk een chemische fabriek afbrandt, hou ik op televisie en via Twitter het laatste nieuws bij. Een mooie exercitie om oude en nieuwe media met elkaar te vergelijken. En weet u, de nieuwe media won het glansrijk. Via Twitter kreeg ik een continue update van de situatie, links naar achtergrondinformatie en persoonlijke ervaringen. De televisie bood een verslaggever de voor de brand stond en bij een harde knal op de achtergrond inhoudelijk niet verder kwam dan het commentaar “ik hoor een harde knal”. Het deed me deugd dat Twitter het ‘won’. Ik denk namelijk dat sociale media een belangrijke rol kunnen spelen bij communicatie en crisisbeheer. Juist de communicatiespecialist zoals u is de voorhoede van nieuwe technieken. Het is niet voor niets dat een Twitter-netwerk als Crisisbeheersing Nederland (voor de Twitteraars onder u: twitter.com/crisisned20) ruim 1300 volgers heeft. En om deze voorhoede te informeren, werken Crisisbeheersing Nederland en het Vakblad Verbinding vanaf nu samen. Het eerste resultaat is een column in dit blad. Samenwerking werkt. Ik ben een groot voorstander van samenwerken. Samen bereik je meer dan alleen. Daarom ben ik gaan praten met de redactie van RB&W. Het is een deelconcurrent, maar dat betekent niet dat we elkaar de tent moeten uitvechten. En dus gaan we samen een Verbindingen-event organiseren. Hou 3 mei vrij. Dan houden RB&W en ik een exclusief (voor maximaal 250 bezoekers is plaats) seminar. U kunt me mailen om u aan te melden. En wie ben ik? Henk van Beek, aangenaam. Ik ben uitgever van dit prachtige blad. En ik ben er klaar voor om met u samen te werken. U kunt me bellen (06-28417073) of mailen ([email protected]). Graag tot snel.
3
I A
Haagse jaarwisseling: drukte in de meldkamer Verslag PSRG Tetra Workshop 2010 I
Ben Ale: Toekomst NEderlandse veiligheid in geding
T
LTE/4G: De stand van zaken
“And the winner is... LTE!”
P
Securitas kiest robuuste Sonim-gsm’s T
Militairen zetten vaak de toon P
Nieuw communicatiesysteem voor RAV Brabant MWN
9 25 20 13 17 30 34 38
H B U
E K
4
P
40
C
42
Maarten Oberman
Meld je nu aan voor de nieuwsbrief van Verbinding Kijk op www.verbinding.nl!
4
Verbinding januari 2011
Mobiele dataterminal op ambulances Rotterdam-Rijnmond Ambulancezorg Rotterdam-Rijnmond (AZRR) heeft sinds kort net als de Brandweer mobiele dataterminals (MDT) met navigatiesysteem in gebruik, op Rapid Responder motoren en monolance voertuigen. Binnenkort heeft AZRR er vijf gloednieuwe ambulances bij die de dataterminals ook aan boord krijgen. De MDT is met name gekozen vanwege de flexibiliteit en uitbreidbaarheid, maar ook vanwege de mogelijkheid om in de toekomst gegevens uit het Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) te gebruiken en een digitaal ritformulier in te zetten. Dankzij introductie van de MDT in ambulances is het ook mogelijk om het navigatiesysteem in gebruik te nemen dat met name is toegespitst op de OOV diensten. Het houdt rekening
met het type voertuig in relatie tot de infrastructuur en stelt de kortste aanrijroute voor met gebruik van busbanen, fietspaden en dergelijke. Dit systeem is dus geschikter voor ambulances dan navigatiesystemen bestemd voor de consumentenmarkt. Het gebruiken van digitale ritformulieren levert een financiële besparing, tijdwinst voor de hulpverleners en vermindering van registratiefouten op. Daarnaast draagt het digitaal ritformulier
bij tot het in de toekomst gereed zijn voor het uitwisselen van digitale gegevens met zorgketenpartners, zoals medische bewakinggegevens en online meekijken in de ambulance. Hiermee zal de zorg aan de patiënt verbeteren. Op dit moment wordt er een projectgroep ingericht die het programma van eisen voor het digitaal ritformulier gaat samenstellen.
Verlenging licentie Mobitex-netwerk tot 2020 Het Agentschap Telecom van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie heeft de vergunning voor frequentiegebruik van RAM Mobile Data, die al bijna 20 jaar eigenaar is van het Mobitex netwerk, met tien jaar verlengd. Mobitex is het eerste en pakketgeschakelde mobiele netwerk met een landelijke dekking en een gegarandeerde beschikbaarheid in de Benelux. Het Agentschap Telecom ziet toe op een efficiënte verdeling en een efficiënt gebruik
van het frequentiespectrum en kent alleen vergunningen toe voor bepaalde tijd. Aanvragen voor verlenging van frequentiegebruik worden door het Agentschap Telecom onderzocht en getoetst op basis van de nationale en internationale frequentietechnische ontwikkelingen. Met deze verlenging door de overheid wordt de positie van Mobitex in het landschap van mobiele netwerken in Nederland bevestigd.
Verbinding januari 2011
5
Opstelten: Meldkamer moet dure kabel betalen
Minister zegt Tweede Kamer ANPR-wetgeving toe Deze week heeft justitie minister Opstelten in een brief aan de Tweede Kamer laten weten dat hij zo snel mogelijk wil beginnen met de uitrol van ANPR-camerasystemen in Nederland. Het moet daarbij mogelijk worden om ‘no-hits’, de zogenaamde passagegegevens, op te slaan. Begin 2010 stelde het College Bescherming Persoonsgegevens dat de politie met de verwerking van deze no-hits in strijd met de wet handelde. De minister heeft nu nieuwe wetgeving in voorbereiding die de opslag van passagegegevens toch mogelijk maakt.
“Sluit convenant met radioamateurs”
Woensdag 24 november 2010 vond het afsluitende congres van FLOODex 09 plaats. FLOODex 09 was een EU gesubsidieerde oefening waarin gesimuleerd werd dat grote delen van Noord-Holland Noord overstroomd waren. De geprojecteerde overstroming was zo groot dat een beroep gedaan werd op de EU verdragen voor internationale bijstand. Enige honderden hulpverleners zijn daarop, uit onder andere Groot-Brittannië, Polen, Estland, Duitsland naar Noord-Holland gekomen om de gevolgen van de ramp te
bestrijden. Het hoofddoel van de oefening was de logistiek rond binnenkomende buitenlandse hulp en de internationale samenwerking te testen en te oefenen. Één van de aspecten uit het rampscenario was dat de GSM en C2000 communicatie zou uitvallen. DARES was gevraagd om hiervoor de back-up te verzorgen. Tijdens de twee oefendagen in september 2009 waren er steeds zo’n 1000 man actief, waarvan 300 figuranten, 250 buitenlandse hulpverleners, 5 helikopters, 20 vaartuigen, tegen de 100 voertuigen en 70 DARES deelnemers. Alles bij elkaar de grootste rampoefening ooit. Zeger Brinkman projectleider FLOOdex zegt: “DARES was de meest gemotiveerde deelnemer, die zijn kansen zag”. Het evaluatieverslag van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier vermeldt dat de zendamateurs van DARES een rots in de branding waren. Zowel dit verslag als dat van de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord bevelen aan om zo snel mogelijk met DARES een convenant af te sluiten.
De nieuwe Meldkamer NoordNederland moet gewoon worden aangesloten op het beveiligde defensienetwerk Netherlands Armed Forces Integrated Network (NAFIN). Dat schrijft minister Opstelten (veiligheid) aan de Tweede Kamer. Een aansluiting op het NAFIN kost 1,6 miljoen euro extra. Er moeten twee nieuwe kabels worden gelegd. Het geld moet worden opgehoest door politie, brandweer en ambulancezorg in Drenthe, Groningen en Friesland. De minister is in ieder geval niet van plan het te gaan betalen, schrijft hij.
Rekenkameronderzoek naar VtsPN en BVH De Algemene Rekenkamer honoreert het verzoek van de minister van Veiligheid en Justitie om een onderzoek te doen naar het ICT-systeem Basisvoorziening Handhaving (BVH) en de Voorziening tot samenwerking Politie Nederland (vtsPN). Zij verwacht de resultaten van het onderzoek vóór het zomerreces 2011 aan de minister van Veiligheid en Justitie en aan de Tweede Kamer aan te kunnen bieden. Het onderzoek van de Algemene Rekenkamer richt zich op de kwaliteit van en de besluitvorming rondom de ontwikkeling en invoering van BVH. Ook de bedrijfsvoering van de ondersteunende organisatie van de politie vtsPN (Voorziening tot samenwerking Politie Nederland) wordt in dit onderzoek betrokken. Bovendien krijgt de gebruiksvriendelijkheid van ICTsystemen bij de politie aandacht in dit onderzoek.
Amerikaans onderzoek uitbreiding 9-1-1 In de Verenigde Staten verkent de telecomautoriteit FCC (Federal Communications Committee) momenteel de mogelijkheden van het versturen van tekst, data en video naar het alarmnummer 9-1-1 (dat in tegenstelling tot wat veel gedacht wordt niet in alle gebieden in de VS ingevoerd is). Dit onderzoek past in het project Next-generation 9-1-1, dat de gehele technische infrastructuur van 9-1-1 kritisch tegen het licht houdt.
6
Verbinding januari 2011
Femtocell op een dongle Picochip, een van de belangrijkste partijen op het gebied van femtocellen, is bezig de architectuur op een dongle te krijgen. Dit betekent dat femtocellen interessanter worden voor onder andere UMTS, WiMAX en GSM. Een femtocell is een klein cellulair basisstation met een laag zendvermogen, dat ontworpen is om in woonhuis of een klein bedrijf geplaatst te worden. Het is door middel van een breedband internetaansluiting verbonden met het netwerk van een mobiele telefoonmaatschappij. In de huidige uitvoering voor toepassing in een woonhuis ondersteunt een femtocellsta-
tion tegelijkertijd twee tot vijf mobiele telefoons. Het voordeel voor de gebruiker is dat een femtocell binnenshuis de servicekwaliteit verhoogt in gevallen waar er geen zendmast in de buurt is. Voor de mobiele telefoonmaatschappij heeft de technologie het voordeel dat de gebruiker de verbinding tussen het basisstation en het
mobiele netwerk voor zijn rekening neemt, en dat daardoor de telefoonmaatschappij zijn bereik kan uitbreiden zonder veel extra kosten te maken. Hoewel veel aandacht wordt besteed aan femtocells voor UMTS, kunnen femtocells ook gebruikt worden voor gsm, CDMA2000, TD-SCDMA en WiMAX.
Eerste Tetra LMR netwerk in VS De metro van New Jersey heeft in samenwerking met PowerTrunk een tetra LMR-net in gebuik genomen. Het project bestaat uit een netwerk met twee sites, inclusief een basisstation, een line dispatcher en een switch om het huidige VHF-systeem te integreren. Bovendien is het netwerk geïntegreerd met een bestaande PABX / PSTN gateway, full-duplex. Het project werkt op een combinatie van een T-1 lijn en een eigen glasvezel backbone met routers geconfigureerd voor Ethernet Layer 2 Tunneling Protocol (L2TP).
Amsterdam start twitterproef met wijkagenten Negen wijkagenten van de politie in Amsterdam zijn voortaan te volgen op Twitter. Dit heeft het korps donderdag bekendgemaakt. De negen buurtregisseurs maken deel uit van een proef die loopt tot eind februari 2011. Daarna wordt bekeken of meer buurtregisseurs kunnen gaan twitteren. De twitterende buurtregisseurs zijn ook te vinden via www.politie-amsterdam-amstelland.nl of via het algemene twitteraccount van de politie AmsterdamAmstelland: www.twitter.com/politieaa
OCSB wordt OCMNL In de afgelopen maanden zijn veel ontwikkelingen van invloed geweest op de verdere toekomst van het project Operationeel Centrum Stichtse Brug (OCSB). Bepalend hierin zijn vooral: • Het samengaan met de Gemeenschappelijke Meldkamer Utrecht (GMU), • De landelijke ontwikkelingen op de terreinen van de meldkamers en het politiebestel, • Het integreren van het Service Centrum in het OCSB. • De mogelijke aansluiting van de meldkamer 112 mobiel van het KLPD. Door al deze ontwikkelingen neemt het project in omvang en complexiteit toe. Om die reden is besloten om het vervolg op een andere wijze te organiseren om daarmee beheersbaarheid en effectiviteit te borgen. In opdracht van de stuurgroep en het bestuur GMU is onder leiding van Jeroen Lemereis en Ruud Rijkse invulling gegeven aan deze nieuwe aanpak. De projecten OCSB en meldkamer van de toekomst worden samen het programma Operationeel Centrum Midden Nederland (OCMNL).
Verbinding januari 2011
7
Verbinding 2.0 Een kleine twee jaar geleden werkte ik bij de overheid als beleidsmedewerker in de crisisbeheeersing. Ik vroeg me af of de manier waarop wij informatie met elkaar delen niet veel handiger kon, met de ongekende mogelijkheden die internet en met name web 2.0 ons biedt. Om dit te testen ben ik begonnen om professionals in de crisisbeheersing met elkaar te verbinden via het sociale netwerk Crisisbeheersing Nederland, de groep Crisisbeheersing 2.0 op LinkedIn en CrisisNed20 op Twitter. Door gebruik te maken van deze sociale media ben ik er in korte tijd van overtuigd geraakt dat de mogelijkheden om met andere crisisprofessionals in contact te komen en informatie uit te wisselen vrijwel eindeloos zijn. We staan nog maar aan het begin van deze ontwikkeling! Mobiele communicatie is hierbij een niet te onderschatten factor. Mobiele communicatie maakt het mogelijk om ongeacht plaats en tijd snel, tijdig en betrouwbaar informatie te delen. Met behulp van een smartphone kan ik nu altijd en overal bij een incident, ramp of crisis via CrisisNed20 mijn volgers op Twitter heel snel informeren over wat er aan de hand is. Soms op basis van informatie die de overheid aanlevert, maar als die niet voorhanden is ook via informatie van de reguliere media of andere twitteraars. Het mooiste van deze ontwikkelingen is dat je in verbinding komt met mensen uit het hele land die dezelfde interesses hebben, ook buiten de kring van mensen en omgeving waar je je doorgaans in bevindt. Ik weet het nu. Ik weet het nut van social media. En ik heb duizend crisisprofessionals om me heen verzameld. En u? U bent specialist in verbindingen, maar ziet u sociale media wel als onderdeel van die verbindingen? Ik daag u uit.
R M N 2.0 (.20.), , C N (.)
Bosbrand grootste risico Een bos- en heidebrand vormt op de Noordwest Veluwe het grootste veiligheidsrisico. Dat staat in het regionale risicoprofiel dat is opgesteld door de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland. Binnenkort wordt dit profiel in Nunspeet in de raadscommissie besproken. Het risicoprofiel bestaat uit een overzicht van branden, rampen of crises die dit landsdeel kunnen treffen en een analyse van de risico’s. Op basis hiervan kunnen in de regio bepaalde voorzieningen of voorbereidingen worden getroffen in het geval zich een dergelijke ramp voordoet. Het regionale risicoprofiel moet uiterlijk 1 april zijn vastgesteld. Vastgesteld wordt dat een onbeheersbare natuurbrand op het Veluwemassief het grootste risico vormt op de Noordwest Veluwe. Daarna volgen respectievelijk het uitvallen van de electriciteit en dierziekten die overdraagbaar zijn op de mens en omgekeerd. Naast het grootste risico heeft een onbeheersbare natuurbrand ook de grootste impact op de samenleving. Een ingrijpende gebeurtenis en extreme weersomstandigheden zijn incidenten met de hoogste waarschijnlijkheid op de West-Veluwe. Wat betreft de regio Noord- en Oost-Gelderland geldt dat de kans het grootst is dat zich een ingrijpende (inter)nationale of lokale gebeurtenis voordoet. De gevolgen hiervan worden in het profiel beperkt genoemd. Een ernstige pandemie en uitval van electriciteitsvoorzieningen zijn incidenten met de grootste waarschijnlijkheid en zij hebben ook aanzienlijke gevolgen. Dat geldt hier eveneens voor bos- en heidebranden.
Cassadian rolt Tetra-netwerk in Zweden uit Zweden gebruikt een nieuw landelijk Tetra- netwerk. De primaire gebruikers van het netwerk zijn de politie, kustwacht, douane, hulpdiensten, ambulance diensten en het leger. Daarnaast kunnen ook andere belangrijke maatschappelijke organisaties, zoals de Civil Aviation Administration en de Zweedse Maritieme Administratie, toegang tot het systeem in geval van uitzonderlijke voorvallen. Het netwerk werd geleverd door een consortium bestaande uit Saab, Cassidian en Eltel Networks. Het netwerk bedient ongeveer 31.000 gebruikers, een aantal gepland om tot 70.000 stijgen binnen een paar jaar. Het netwerk bestaat uit circa 1.700 basisstations. De eerste delen van het netwerk zijn in bedrijf sinds april 2006.
8
Verbinding januari 2011
Tekstberichten over TETRA besparen geld in Groot-Brittanie Politieagenten in North Yorkshire wordt in het kader van de bezuinigingen bij de Engelse politie gevraagd minder te praten over het Airwave-netwerk (de Britse variant van C2000) en in plaats hiervan tekst- of statusberichten te sturen (SDS-berichten). Kosten voor het gebruik van Airwave voor spraakcommunicatie lopen op tot wel £2 per seconde. Het versturen van statusberichten is een uiterst goedkoop alternatief voor de dure spraakberichten. Iedere agent in Engeland is bereikbaar op zijn personeelsnummer, dit maakt het sturen van persoonlijke en directe berichten mogelijk. Agenten worden getraind in het gebruik van de apparatuur en in het bijzonder de werking van statusberichten. Rond de twaalf andere korpsen in Engeland overwegen dezelfde maatregelen.
Relevante beelden kunnen vinden In 2020 kunnen partijen in het veiligheidsdomein onafhankelijk van de lokatie waar ze zich bevinden, en zowel live als achteraf, relevante beelden vinden in verschillende bronnen van beeldinformatie en deze op een voor de veiligheidsketen zinvolle wijze weergeven, bewerken, bewaren en analyseren. Dat schat de DSP-groep in een voor het ministerie van Veiligheid opgestelde roadmap. Het ministerie van BZK heeft in het kader van het kabinetsprogramma ‘Veilig door innovatie’ de DSP-groep opdracht gegeven een roadmap voor beeldtechnologie in het veiligheidsdomein op te stellen. De roadmap geeft aan waar we in 2020 willen staan en via welke mijlpalen in 2015 we daar kunnen komen. Tevens zijn enkele nieuwe aandachtspunten geformuleerd voor toekomstige innovaties. Beelden spelen een steeds grotere rol in het veiligheidsdomein. Van kleine incidenten tot grote rampen zijn beelden beschikbaar en de instanties die in Nederland waken over onze veiligheid, zoals de politie, het Openbaar Ministerie en de douane krijgen dagelijks beeldmateriaal binnen. De beeldenstroom groeit snel, denk maar aan de beelden van de rellen bij Hoek van Holland of van de paniek bij de dodenherdenking op de Dam. De verwerking van al die beelden leidt tot problemen.
Reorganisatie politie stuit op bezwaren De reorganisatie van de politie zoals minister Opstelten die voor ogen heeft stuit op bezwaren. De 25 politieregio`s gaan op in een landelijk korps. Dat korps wordt op zijn beurt opgedeeld in 10 eenheden. De grenzen van die eenheden zullen echter hetzelfde zijn als die van de arrondissementen. De 25 veiligheidsregio`s blijven dezelfde omvang behouden. Binnen een politie-eenheid zullen meerdere veiligheidsregio`s vallen. En nergens zal een veiligheidsregio in twee regio`s komen te liggen. Er is forse kritiek op de hervorming. Volgens VUhoogleraar Crisisbeheersing en Fysieke Veiligheid Ira Helsloot zal de vorming van een Nationale Politie nauwelijks effect hebben op de rampenbestrijding en het optreden bij andere grote incidenten. Het overleg tussen bestuurders zal anders worden, en er komt hooguit een districtschef nieuwe stijl in het bestuur van de veiligheidsregio overleggen, in plaats van de korpschef. Voor de levensreddende hulpverlening na een grote calamiteit heeft de samenstelling van het veiligheidsbestuur geen betekenis. Niet alleen is de burgemeester in zijn ogen het noodzakelijke boegbeeld van het openbaar bestuur naar de bevolking toe, de huidige diensten functioneren naar behoren als het gaat om hun kerntaken.
Verbinding januari 2011
9
Volksfeest blijft communicatie-uitdaging
Haagse jaarwisseling: meldkamer op volle kracht Na Prinsjesdag is de oud- en nieuwviering in regio Haaglanden het ‘grootste’ evenement voor de OOV-diensten. De stadsregio bereidt zich voor: verdriedubbeling van de bezetting van de meldkamer, een speciale hotspots-kaart en vooral geen mobiele zendmasten. “Die zorgen toch alleen maar voor jitter.” D H V
“Een achtervolging uit Rotterdam, neem jij hem over?”, vraagt een centralist aan zijn collega. “Geen probleem”, antwoordt deze. Hij kijkt op zijn beeldscherm en spreekt kalm via C2000 met de politiewagen. Opvallend is de rust die heerst tijdens dit korte
gesprekje. Zo hectisch als de achtervolging is, zo ontspannen werken de centralisten. “Logisch”, zegt Paul Kok, hoofdinspecteur van politie en chef informatie & bedrijfsvoering. “Onze mensen in de meldkamer moeten rustig blijven, alles onder controle hebben.
Als zij in paniek raken, heeft de man op straat een groot probleem.”
Beheersbaar We schrijven vlak voor een van de grootste gebeurtenissen die elk jaar in de meldkamer
10
Verbinding januari 2011
op de vijfde verdieping van het Haaglandse bureau aan de Burgemeester Patijnlaan voor de nodige drukte zorgt. De jaarwisseling in de hofstad is berucht, hoewel het de laatste jaren rustiger lijkt te worden. Vorig jaar noemde burgemeester Jozias van Aartsen het verloop van de jaarwisseling in de hofstad ‘beheersbaar’. In de stad Den Haag gingen zeventien auto’s in vlammen op en de politie moest tientallen aanhoudingen verrichten in de regio Haaglanden, onder meer wegens openlijke geweldpleging. De politie arresteerde één persoon naar aanleiding van de mishandeling van een agent. Toch is wat verbindingen betreft het volksfeest elk jaar een uitdaging. Kok: “Een aantal jaar geleden kregen we na oud en nieuw berichten uit Utrecht en van de KLPD, met de vraag of wij onze zaken wel genoeg op orde hadden. Onze telecominfrastructuur liep vol en wat in Haaglanden binnenkwam op 112 werd automatisch doorgesluisd naar onze buddy-regio Utrecht en naar de KLPD.” Dat euvel is nu verholpen door een betere en efficiëntere verdeling van de mensen in de meldkamer. Alle aanvragen voor hulp (zowel spoedeisend via 112, als ook niet-spoedeisend via de normale telefoonnummers) in de regio Haaglanden komen binnen op de meldkamer Haaglanden. Op de meldkamer zijn zowel brandweer, politie als centrale post ambulance (CPA) vertegenwoordigd.
Jitteren Het nieuwjaarsfeest in Haaglanden levert de hulpdiensten veel werk op. De regio wordt gesplitst in twee delen: noord en zuid. Binnen de hele regio is de dekking goed, op één witte plek na: Pijnacker. Dat gebied was eerder niet aangemerkt als Vinex-locatie, maar is onder-
hand volgebouwd. Daarnaast zijn er enkele SCL’s (Special Coverage Location): tunnels, het parlementsgebouw en het politiebureau in Naaldwijk. Dat bureau is in principe een kooi
Helaas is er landelijk onvoldoende energie in C2000gebruikersopleidingen gestoken.
van Faraday en communicatie blijkt daar heel lastig te zijn. “Een nieuwe mobiele opstelling heeft geen zin voor die locatie. Het middel is vaak erger dan de kwaal: veel roaming en jitteren”, bromt Kok. Een andere speciale aanpassing die speciaal voor oud en nieuw is gemaakt, zijn de hotspots. Het is mogelijk om hotspots op een digitale kaart te maken,
Kerngegevens Haaglanden De regio Haaglanden is de dichtstbevolkste regio van Nederland. Om de schaarse ruimte zo goed mogelijk te gebruiken, is regionale afstemming en samenwerking van groot belang. Het Stadsgewest Haaglanden biedt daarvoor een platform. De negen gemeenten (Leidschendam-Voorburg, Wassenaar, Den Haag, Scheveningen, Delft, Midden-Delftland, Rijswijk, Westland en Zoetermeer) pakken binnen Haaglanden taken op die regionaal uitgevoerd moeten worden of op regionale schaal efficiënter aangepakt kunnen worden. Oppervlakte Gemeenten Inwoners Jeugd (0-17 jaar) Woningen Kantoorruimte Bedrijfsterreinen Winkels Bedrijven
waarop je kan inzoomen. Van de digitale versie is ook een ‘echt’ boekje geproduceerd dat in alle ME-voertuigen ligt. Het geeft een beeld.
40.261 hectare 9 1.007.560 209.900 466.565 6.826.700 m² 1.595 hectare 7.497 67.393
Twitter De intake bij de centrale verloopt vrijwel uitsluitend telefonisch. Onderling gebruikt het korps C2000. “Het beste dat we ooit hebben gehad”, meent Kok. “Technisch is het prima in orde. Maar het is complex. Helaas is er landelijk onvoldoende energie in gebruikersopleidingen gestoken. Veel centralisten kennen in de verste verte niet alle mogelijkheden. Daarom zijn we intensief bezig met opleiden. Dat moet wat mij betreft resulteren in een certificering. Ook meldkamermensen moeten gecertificeerd worden. We moeten wel, we kennen namelijk de ins & outs nog onvoldoende.” Andere manieren van inbound-verkeer (sms, mail, twitter) kent de meldkamer Haaglanden nog niet. Kok: “Twitter? Er wordt getwitterd. En men Hyvet en facebookt. Maar we gebruiken het nog niet als inbound-meldingen. Ik denk dat dat wel gaat komen, maar op dit moment nog niet. Maar als dat komt, maak ik me daar geen zorgen om. Ik kijk wel met angst naar Burgernet. Voor elke actie daarin ben ik een centralist kwijt.” Bij Burgernet stuurt de politie na een dringende melding een live spraakbericht naar zeer veel burgers tegelijk. De burgers die tijdens een Burgernet-actie worden gebeld
Verbinding januari 2011
zijn mensen die zich hebben aangemeld en die in de nabije omgeving van de plek wonen waar bijvoorbeeld een inbreker is gezien of een kind zoek is geraakt. Als zo’n Burgernetdeelnemer de misdadiger of het kind ziet, dan belt deze meteen de meldkamer en wordt er een politie-eenheid achteraan gestuurd, direct naar de juiste plaats dankzij aanwijzingen van de deelnemers. Gaat de inbreker de cirkel uit die door de politiemeldkamer om
Wat gebruikt men op de regionale meldkamer Haaglanden? De regionale meldkamer wordt het gehele jaar bemand door speciaal opgeleide centralisten. Zij draaien onafgebroken 8-uursdiensten in een 6-ploegensysteem. Als een incident de inzet van meerdere hulpdiensten noodzakelijk maakt, worden deze via het GMS (Geïntegreerd Meldkamer Systeem) in kennis gesteld; als de brandweercentralist bijvoorbeeld ‘politie’ aanvinkt zal de melding ook in de wachtrij bij een politiecentralist verschijnen. De centralisten van de brandweer hebben ook de mogelijkheid om sirenes te activeren, om zo de bevolking te waarschuwen bij grote incidenten.
Geïntegreerd Meldkamer Systeem (GMS) Het Geïntegreerd Meldkamer Systeem wordt op de meldkamer gebruikt voor de afhandeling van incidenten op de meldkamer van politie, brandweer en ambulancedienst. Het systeem maakt het de hulpdiensten mogelijk om beter samen te werken.
ARBI-paneel
het zoekgebied is getrokken, dan wordt heel simpel een nieuwe cirkel van deelnemers gebeld. Als een deelnemer na een melding het meldnummer belt, dan wordt dat door software in de meldkamer direct gemarkeerd op een plattegrond, zodat er zo weinig mogelijk spraaktijd gebruikt hoeft te worden. Zo kan de melding razendsnel worden verwerkt en is de gezochte persoon vanuit de meldkamer makkelijk te volgen.
De ARBI is een zeer uitgebreide telefoon waarmee de centralisten bellen en gebeld worden. Het is mogelijk meerdere telefoontjes op één paneel te behandelen. Zo kunnen er gesprekken worden teruggeluisterd, kan iemand in de wacht worden gezet en kunnen meerdere centralisten meeluisteren op één paneel. Veel nummers zijn voor de centralisten al voorgeprogrammeerd.
C2000 Het C2000-systeem is het communicatiesysteem van de hulpdiensten. De centralist
11
kan met dit systeem heel makkelijk eenheden met elkaar koppelen. Het is ook mogelijk om eenheden uit andere regio’s toe te voegen. Het C2000-netwerk is een digitaal netwerk; doordat de berichten tussen de eenheden worden gecodeerd, is het niet meer mogelijk om mee te luisteren met de hulpdiensten.
Geografisch Informatie Systeem De regionale meldkamer (RAC) maakt gebruik van een Geografisch Informatie Systeem (GIS); hierin zijn alle straten in de Hulpverleningsregio Haaglanden (en een klein stuk daarbuiten) te zien. Zo kan de centralist de voertuigen precies vertellen waar zij naar toe moeten. Dit systeem is gekoppeld aan het Geïntegreerd Meldkamer Systeem (GMS). Als er gealarmeerd wordt, komen de voertuignummers bij de desbetreffende straat te staan met de status erbij. Bovendien kan de centralist de positie van de voertuigen van de hulpdiensten op de kaart volgen.
Openbaar Meld Systeem (OMS) Het OMS wordt alleen gebruikt door de centralisten van de brandweer. Het systeem bestaat uit een centraal onderdeel bij de brandweer en een alarmoverdrager bij de abonnee. De alarmoverdrager staat via een directe telefoonlijn in verbinding met de centrale apparatuur. Door gebruik te maken van criteria kan een onderscheid worden gemaakt tussen een storingsmelding of een brandmelding. Alle meldingen worden door de meldkamer ontvangen, zodat een snelle afhandeling gewaarborgd is. De regio Haaglanden heeft ruim 1300 aansluitingen en is daarmee het grootst OMS-systeem van Nederland.
Verbinding ook online
Kijk voor alle artikelen uit Verbinding en het laatste nieuws op
www.verbinding.nl
Verbinding januari 2011
13
Contouren standaard in beeld
LTE/4G: de stand van zaken De wereld staat aan de vooravond van alweer een nieuwe generatie mobiele technologie, die ons dingen belooft waar we tot voor kort alleen maar van konden dromen. Wat te denken bijvoorbeeld van speelfilms die in realtime en in hoge kwaliteit bekeken kunnen worden op laptops of smartphones, zowel stationair als in een rijdende trein? Of wat te denken van downloadsnelheden tot maar liefst 1 Gbps? Dat klinkt natuurlijk niet verkeerd, maar de vraag is: waar staan we op dit moment met de ontwikkeling van LTE/4G? Wanneer zal deze nieuwe technologie de onzichtbare maar verbindende schakel in het leven van alledag gaan vormen, en belangrijker nog: is er wel behoefte aan? Dit artikel zet wat dingen op een rij en ontrafelt de verschillen tussen 3.9G, 4G, LTE, LTE-Advanced en nog wat afkortingen. D P M
Nog geen standaard Hoe de vierde generatie mobiele communicatie er in technisch opzicht uit gaat zien, is op dit moment nog niet precies bekend: de standaard is er simpelweg nog niet. Wel worden de contouren ervan steeds duidelijker. De organisatie die de communicatiestandaarden wereldwijd aanstuurt, de International Telecommunication Union (ITU), liet eind oktober 2010 weten dat de ITU-werkgroep die zich over 4G buigt (ITU-R Working Party 5D, de ‘R’ komt van Radiocommunication Sector), uit zes kandidaattechnologieën er twee heeft gekozen die onderdeel gaan uitmaken van de 4G-standaard. De vier andere voorgestelde technologieën zijn overigens niet verworpen maar op onderdelen aangepast en geharmoniseerd met de twee winnaars. Dat er meerdere technologieën zijn voorgedragen, heeft te maken met het feit dat de voorstellen uit alle
14
Verbinding januari 2011
werelddelen afkomstig zijn. De eisen die aan mobiele communicatiestandaarden op de verschillende continenten worden gesteld, lopen natuurlijk uiteen, al was het alleen al om legacy redenen.
4G-stempel De twee technologieën die het stempel ‘4G’ opgedrukt hebben gekregen zijn LTE-Advanced en WirelessMAN-Advanced. Deze voldoen volgens de ITU op alle onderdelen aan de eisen die aan de eerste release van IMTAdvanced gesteld worden en zijn dus ‘echte’ 4G-technologieën. IMT-Advanced is overigens de officiële naam van 4G en staat voor International Mobile Telecommunications - Advanced. IMT-2000 was en is de officiële naam van 3G. Dat ‘Advanced’ kan simpelweg gelezen worden als ‘alles wat IMT-2000 overstijgt’. Nu de technologieën zijn gekozen, kan de ITU een ‘Recommendation’ opstellen, waarin de technische standaarden tot in detail worden beschreven. Naar verwachting zal dit document begin 2012 gepubliceerd worden. Dan weten ook alle marktspelers waar ze aan toe zijn en kan productie van definitieve 4G-apparatuur beginnen.
Coördinatiecentrum Merk op dat de ITU niet zelf communicatiestandaarden bepaalt of ontwikkelt, maar fungeert als wereldwijd coördinatiecentrum hiervoor. In nauwe samenwerking met de telecomindustrie, overheden en hardwarefabrikanten worden deze standaarden opgesteld op basis van het werk van clubs als de IEEE, het WiMax Forum en 3GPP. De bij de ITU aangesloten landen (vrijwel de hele wereld) zijn vervolgens niet verplicht deze standaarden over te nemen, maar handig is dat uiteraard
wel! Tot slot: de ITU is een agentschap van de Verenigde Naties en als zodanig ook belast met de opdracht om de digitale kloof in de wereld te helpen dichten. Vandaar dat ook veel aandacht uitgaat naar technologie die geschikt is om gebruikt te worden in gebieden waar het geld ontbreekt om grootschalige infrastructuren neer te zetten. De voorloper van de ITU is overigens al in 1869 in het leven geroepen.
Grote stap voorwaarts De ITU noemt de overgang van de derde naar de vierde generatie mobiele technologie ‘een grote stap voorwaarts’. En dat is waarschijnlijk niet teveel gezegd. Het geheel is ontworpen om de volgende generatie mobiele diensten te kunnen faciliteren. Kort samengevat komt dat neer op snellere data-overdracht, unified messaging en breedbandmultimedia. Daartoe biedt IMT-Advanced nieuwe mogelijkheden voor de fysieke laag van de radio-interface en zijn er voorzieningen toegevoegd om de frequentiebanden beter te kunnen beheren en controleren. Ook de mogelijkheden voor spectrum- en bandbreedte-aggregratie zijn verbeterd en is er veel aandacht besteed aan de Quality of Service (QoS) van de signalen. Een en ander resulteert in betere prestaties op alle niveaus, dat wil zeggen hogere spraakkwaliteit, grotere datasnelheden, een beter bereik en gestroomlijnder roaming.
IP-gebaseerd Voorts is 4G volledig op het Internet Protocol (IP) gebaseerd en alle spraak verloopt dus ook via Voice over IP (VoIP). Genoemde QoSmechanismen zorgen ervoor dat de latency hierbij tot een minimum beperkt blijft. Wat de datasnelheden betreft schrijft IMT-Advanced
voor dat snel bewegende objecten (auto, trein) over een downloadlink van 100 Mbps moeten kunnen beschikken, terwijl dit voor langzaam bewegende objecten (tot 10 km/h, bijvoorbeeld iemand die met een laptop door een gebouw loopt) tot maximaal 1 Gbps kan oplopen. En dat is met recht ‘Advanced’ te noemen! Tot slot is IMT-Advanced zo ontworpen dat eindgebruikers wereldwijd ongeveer dezelfde functionaliteit tegemoet kunnen zien. Dat wil zeggen dat een Europese zakelijke gebruiker die volop gebruik maakt van unified communications inclusief videoverbindingen, al deze functionaliteit ook op een ander continent tot zijn beschikking heeft. Dat betekent dus automatisch dat ook mobiele 4G-telefoons naar deze standaard ontworpen moeten worden. Compatibiliteitsproblemen moeten met IMT-Advanced eens en voor altijd tot het verleden behoren.
Proefdraaien Over de hele wereld wordt inmiddels al proefgedraaid met 4G. Stockholm en Oslo hadden in december 2009 de wereldprimeur, met systemen van respectievelijk Ericsson en Huawei. Inmiddels zijn er op alle continenten proefopstellingen uitgerold. Merk wel op dat hoewel deze systemen als 4G worden geafficheerd, het feitelijk om 3.9G of pre4G gaat. Dat komt doordat het gebruikte protocol - 3GPP Long Term Evolution - op dit moment nog niet voldoet aan de eisen van IMT-Advanced, vooral op het gebied van de downloadsnelheden. Pas wanneer Release 10 van dit protocol wordt geïmplementeerd, wordt wel aan deze eisen voldaan en kunnen we van een ‘echt’ 4G-netwerk spreken. Deze versie 10 van LTE is in oktober 2010 door de ITU-R Working Party 5D geselecteerd als een van de twee kerntechnologieën van 4G, naast WirelessMAN-Advanced. De technische specificaties van de definitieve 4G-standaard zullen door de ITU in 2011 worden gepubliceerd. 3GPP (Third Generation Partnership Project) is overigens een internationale club die zich primair op 3G-technologie voor gebruik in ontwikkelde gebieden richt. 3GPP is opgericht in 1998 en heeft zich ingespannen voor de uitbreiding van de toenmalige 2G-standaard GSM naar de respectievelijke opvolgers GPRS, EDGE, W-CMDA en HSPA (de laatste twee vallen onder de UMTS-paraplu). Nu breekt dus het LTE- en LTE-Advanced-tijdperk aan.
LTE in Nederland Ook in Nederland zijn de eerste testen met LTE al gaande of worden binnenkort gestart. Tele2 heeft sinds medio vorig jaar een kleinschalige proefopstelling tussen het hoofdkantoor in Amsterdam Zuid-Oost
Verbinding januari 2011
en het voormalige hoofdkantoor van het overgenomen Versatel in Diemen. Dit eerste LTE-netwerk van Nederland biedt downloadsnelheden tot 100 Mbps en uploadsnelheden tot 50 Mbps. Dat is ruwweg tien keer zo snel als een 3G-netwerk. Tele2 stelt dat het in een later stadium de snelheden kan opvoeren tot vijftien keer 3G. Daarnaast is de latency beperkt, waardoor datapakketten zes keer sneller van A naar B kunnen reizen. Deze eigenschap is natuurlijk van belang voor zaken als spraak, videobellen en online gamen. Het mobiele 4G-netwerk is net als Tele2’s landelijk dekkend glasvezelnetwerk volledig gebaseerd op IP. Het vaste en mobiele netwerk vormen hierdoor samen een volledig op IP gebaseerd netwerk, waardoor verschillende apparaten eenvoudiger met elkaar kunnen communiceren. Volgens Tele2 verloopt de toegang via een mobiel toestel tot het bedrijfsnetwerk of Facebook dan ook vlekkeloos. Tele2 heeft in april vorig jaar een mobiele vergunning van 40 MHz gewonnen in de 2.6 GHz-frequentieband. Het bedrijf beschouwt deze vergunning als een toegangsticket tot zijn mobiele toekomst in Nederland. Tele2 geeft wel aan dat er eerst duidelijkheid moet komen over de verdeling van de lage frequenties voordat het bedrijf een mobiele strategie voor de komende jaren kan presenteren. Die lage frequenties zijn namelijk nodig voor een kostenefficiënt landelijk dekkend mobiel netwerk. Tele2 bouwt ook een mobiel 4G-netwerk in thuisland Zweden. Het bedrijf doet nu ook alvast ervaring op met LTE in Nederland, zodat het klaar is om de volgende stap te zetten in de mobiele toekomst zodra er duidelijkheid is over de verdeling van de lage frequenties.
KPN Ook KPN roert zich op 4G-gebied en gaat in de periode februari tot september 2011 een LTE-netwerk testen, samen met Nokia Siemens Networks. Dit netwerk bestrijkt een gebied van twintig vierkante kilometer in Den Haag en Voorburg en is daarmee de grootste proefopstelling van Nederland. Het biedt downloadsnelheden van 100 Mbps en een uplink van 40 Mbps. Volgens de operator is dit snel genoeg om
15
Compatibiliteitsproblemen moeten met IMT-Advanced eens en voor altijd tot het verleden behoren. speelfilms op een smartphone of laptop nagenoeg realtime te bekijken: een film hoeft niet eerst gedownload te worden, maar kan direct via een videostream worden bekeken. Doorspoelen naar een ander punt in de film zou ook vrijwel realtime moeten verlopen. KPN stelt verder dat ook intensief bedrijfsmatig datatransport in de toekomst met LTE nog mobieler kan worden, wat ongekende nieuwe mogelijkheden biedt voor plaats- en tijdsonafhankelijk werken. Met de test wil KPN de technische mogelijkheden van LTE doorgronden. Later in 2011 volgt een zogeheten ‘friendly user pilot’, een gebruikerstest onder bedrijven en organisaties. KPN heeft de intentie om ook tijdens die pilot met Nokia Siemens Networks samen te werken. Wanneer KPN overgaat tot
Vodafone Duitsland Vodafone test LTE vooralsnog alleen in het buitenland, in Nederland onderneemt het bedrijf nog geen activiteiten op dit gebied. Wel heeft het bedrijf in december 2010 een eerste commerciële uitrol in delen van Duitsland gedaan, maar dit betreft een pre-4G-netwerk gebaseerd op zo’n honderd LTE-basisstations. Klanten kunnen kiezen uit downloadsnelheden van 7, 21 of 50 Mbps. De eerste kost 40 euro per maand, de laatste 70 euro. Huiskamervraag: wat zullen 1 Gbps-links in vredesnaam moeten gaan kosten wanneer deze beschikbaar komen?
de definitieve commerciële uitrol van LTE in Nederland kan het bedrijf nog niet zeggen, om de eenvoudige reden dat dit een kipen-ei-verhaal is. Eerst moeten er voldoende smartphones en andere mobiele apparatuur zijn die met LTE overweg kunnen en er moeten voldoende nieuwe toepassingen op de markt komen die de hoge snelheden van LTE daadwerkelijk nodig hebben. En last but not least: er moet sprake zijn van voldoende vraag bij bedrijven en consumenten naar de nieuwe 4G-diensten alvorens KPN op grote schaal gaat investeren. Volgens het bedrijf zou dit nog wel enige jaren kunnen gaan duren. En daar is het zeker niet de enige in, er lijkt in de markt nog een zekere terughoudendheid te bespeuren als het gaat om deze nieuwe technologie. Maar LTE gaat er zeker komen, zoveel is wel duidelijk. De vraag is alleen: wanneer? En er zijn nog wel meer vragen. Wat moet dat bijvoorbeeld gaan kosten voor een gemiddelde eindgebruiker? En wie heeft in vredesnaam behoefte aan een 1 Gbps downlink? Maar goed, die laatste vraag lijkt erg veel op een vraag van twintig jaar geleden: wie heeft behoefte aan meer dan 640 kilobyte RAM-geheugen...? Het antwoord weten we inmiddels: iedereen!
Abonneer nu op
en mis geen nummer van hét vakblad voor mobiele communicatie in de openbare orde & veiligheidssector en het bedrijfsleven
Verbinding voor slechts € 54,95 per jaar?
Wilt u een abonnement op
(incl. 6% BTW)
Mail uw persoonsgegevens naar
[email protected]
17
Verbinding januari 2011
WiMax delft het onderspit
“And the winner is... LTE” We zijn er inmiddels al wel een beetje aan gewend geraakt: snelle draadloze datacommunicatie. Zeker als het gaat om het computergebruik binnenshuis is draadloze internettoegang via WiFi tegenwoordig heel gewoon. Ook buitenshuis is dit met HSPA op steeds meer plaatsen mogelijk. In de strijd om de opvolging van HSPA, met nog hogere snelheden, heeft het er lange tijd naar uit gezien dat de strijd tussen WiMAX en LTE beslecht zou worden in het voordeel van WiMAX. D J K
Het kan verkeren: WiMAX leek alle troeven in handen te hebben. WiMAX was in de technologiestrijd met LTE duidelijk in het voordeel. WiMAX, gespecificeerd door het comité van IEEE dat ook verantwoordelijk is voor de WiFistandaarden, was al deels werkelijkheid. Intel had al chipsets beschikbaar waarin WiMAX was geïntegreerd. Nokia en andere producenten hadden al producten met WiMAX op de markt gebracht. De verwachtingen van WiMAX waren zeer hooggespannen, alleen al door de vele aandacht die WiMAX in de media
kreeg. Maar zeker toen de ITU eind 2007 in de World Radiocommunication Conference (WRC-07) WiMAX als zesde 3G radio-access standaard toevoegde aan de IMT-2000 familie. Dit zou voor WiMAX een groot voordeel betekenen bij het verkrijgen van radiospectrum. LTE bestond toen alleen nog maar op papier. LTE is een doorontwikkeling van UMTS en is gespecificeerd door het ‘3rd Generation Partnership Project’ (3GPP). In het 3GPP werken een aantal telecommunicatie standaardisatieinstituten (waaronder ETSI) samen.
Dus waarom is LTE, dat op achterstand stond, toch als ‘winnaar’ uit de bus gekomen? Verschillende zaken zijn daarbij belangrijk geweest. Allereerst: een niet te onderschatten gebleken voordeel voor LTE is het feit dat WiMAX afkomstig was uit de ‘IT-wereld’ en LTE uit de ‘Telecomwereld’. Het lijkt dat WiMAX het ‘not invented here’-syndroom toch parten heeft gespeeld. Verder is WiMAX ‘slechts’ een radio-access technologie à la WiFi, wat betekent dat alleen de radiotransmissie tussen randapparaat
18
Verbinding januari 2011
(mobiel) en netwerk met WiMAX wordt verzorgd. Het concept LTE gaat veel verder dan dat. LTE op zich is eigenlijk ook niet meer dan een radio-access technologie, maar het van UMTS afgeleide radionetwerk is aangepast en maakt deel uit van het concept. LTE biedt daarmee een complete oplossing en de telecomindustrie heeft LTE als opvolger van HSPA zeer goed inpasbaar gemaakt in de huidige configuraties.
Vergelijkbare technologieën Voor zowel WiMAX als LTE wordt gebruik gemaakt van nieuwe radiotechnologieën. Voor de radio-interface wordt gebruik gemaakt van OFDM en OFDMA en smart antenna’s (waaronder MIMO).
OFDM(A) OFDM (Orthogonal Frequency Division Multiplexing) is een modulatietechniek die vrijwel identiek is aan de modulatievorm DMT (Discrete Multitone Modulation). Wat met de term DMT in feite wordt bedoeld is dat ver-
Prestaties van LTE Peak LTE throughputs
Downlink: 100 Mbps met SISO (single input output) 173 Mbps met 2x2 MIMO 326 Mbps met 4x4 MIMO Uplink: 58 Mbps met 16 QAM 86 Mbps met 64 QAM
Mobility support
Up to 500 km per hour but optimized for low speeds 0-15 km per hour
Latency (vertraging)
< 10 ms round trip delay reduced call setup times (50-100ms)
Control plane capacity
200 users per cell (for 5 MHz spectrum)
Coverage (cell size)
5 – 100 km with slight degradation after 30 km
Spectrum flexibility
1.25, 2.5, 5, 10, 15 and 20 MHz
Access) beter waar het gaat om power efficiency en dat is weer van belang voor een lange levensduur van de accu van de mobiele terminal.
Smart Antenna en MIMO
schillende ‘tonen’ op een draaggolf worden gemoduleerd. Minder populair uitgedrukt: er wordt gebruik gemaakt van een groot aantal, nauw gesepareerde subdraaggolven (tonen), waarop de digitale data worden gemoduleerd. Deze data worden verdeeld in een aantal parallelle datastromen en iedere datastroom vormt een kanaal die op een subdraaggolf wordt gemoduleerd met een conventionele modulatietechniek (bijvoorbeeld QAM of FSK). OFDMA (Orthogonal Frequency Division Multiple Access) is daarvan een variant met het doel meerdere gebruikers toegang (access) tot een deel van het spectrum of kanaal te geven en is dus de multi-user variant van OFDM. Hierbij wordt aan een individuele gebruikers een aantal subdraaggolven in gebruik gegeven (zie figuur OFDMA). OFDMA wordt bij LTE alleen voor de downlink toegepast. Voor de uplink presteert SC-FDMA (Single Carrier Frequency Division Multiple
Onder de term Smart Antenna worden geavanceerde antennetechnologieën verstaan die gebruik maken van een systeem van antenne-elementen of antenne-arrays en intensieve signaalbewerkingsalgoritmen. Hiermee kan een smart antenna aan de hand van het ontvangen signaal de richting bepalen van de mobiele zender (de zogenaamde Direction Of Arrival, DOA). Op basis hiervan worden ‘beam forming vectors’ berekend, waarmee de smart antenna een optimale antennebundel (door aanpassing van het stralingspatroon van de antenne) op de betreffende mobiele zender kan richten en volgen. Andere namen voor de smart antenna zijn adaptive array antenna, multiple antenna en MIMO (multiple-input multiple output). MIMO is in wezen een toevoeging op de smart antenna-technologie en maakt daar onderdeel van uit. MIMO maakt gebruik van
meerdere (multiple) antennes (antennaarray) bij de zender, maar in dit geval ook bij de ontvanger. Met deze configuratie kan de communicatielink qua datadoorvoer en bereik verbeteren. MIMO wordt behalve bij LTE bijvoorbeeld ook al toegepast bij de nieuwe WiFi-standaard IEEE 802.11n.
Prestaties Deze prestaties zijn op onderdelen al beter dan die van WiMAX (met name de bitrate: WiMAX scoort ‘slechts’ een bitrate van 75 Mbps) De celgrootte is natuurlijk sterk afhankelijk van de toegepaste frequentieband. Maar daarmee is het eind van de LTE-prestatie nog niet in zicht, de doorontwikkeling van LTE kondigt zich aan: LTE-Advanced of LTE-A. Deze standaard zou door technologische verbeteringen theoretisch snelheden tot wel 1 Gbps (!) downlink kunnen bereiken. Dat is tienmaal sneller dan de oorspronkelijke LTE en zeventig keer sneller dan de huidige snelle mobiele verbinding HSDPA. Een ander voordeel van LTE-A is het frequentiegebruik. In tegenstelling tot LTE kan de technologie
Verbinding januari 2011
niet-aaneengesloten frequentiegebieden gebruiken. Dat is gunstig omdat in veel landen het frequentiespectrum al aardig gevuld is met onder meer GSM-, UMTS- en WLL-toepassingen. Hierdoor is er wel frequentieruimte beschikbaar, maar geen grote aaneengesloten banden. Ook de bandruimte die vrijkomt door het uitfaseren van analoge televisie, het zogenaamde ‘digitale dividend’ is zo’n soort frequentieband. WiMAX is door de technische karakteristieken minder goed in staat om hierop in te spelen. LTE-A staat nog op de tekentafel, het langdurige standaardisatieproces is nog gaande. Kortom: LTE-A is nog lang niet beschikbaar.
Doorontwikkelde netwerkarchitectuur Het belangrijkste voordeel van LTE ten opzichte van WiMAX is dat in het LTE-concept het radionetwerk meegenomen is. Dit voordeel komt voort uit het feit dat LTE ontwikkeld is als opvolger van UMTS. WiMAX is ontwikkeld als langeafstands-datalink, als een soort super-WiFi, en daarmee zonder radionetwerk. LTE bevat een geheel nieuwe netwerkarchitectuur, waarvan de belangrijkste elementen zijn: de e-node B (LTE-basisstation) aan de
toegangszijde voor LTE mobiele terminals, de Evolved Packet Core (EPC) en de Mobility Management Entity (MME). Dit geheel inclusief mobiele terminals wordt ook wel het Evolved Packet System genoemd. LTE is in feite alleen de radio-interface specificatie, een doorontwikkeling van UMTS. De originele UMTS Terrestrial Radio Access (UTRA) standaard is gebaseerd op W-CDMA technologie. High-Speed Packet Access (HSPA) met de te onderscheiden onderdelen HSUPA voor de uplink en HSDPA voor de downlink is de inmiddels door veel UMTS-operators aangebrachte verbetering. 3GPP (onderdeel van ETSI) heeft voor wat betreft het radio-
19
access-deel de E-UTRAN gemaakt: Evolved UMTS Terrestrial Radio Access Network. Hiermee moet de gebruiker de beschikking krijgen over een grotere throughput en de door de gebruiker ervaren vertraging (user plane latency) worden geminimaliseerd. Tevens is ervoor gekozen om gebruik te maken van IP als transmissieprotocol met end-to-end Quality of Service (QoS). Spraakverkeer wordt voornamelijk als Voice over IP verwerkt. Met de introductie van de EPC en MME wordt een reductie van het aantal netwerkelementen, een eenvoudigere functionaliteit en een verbeterde redundantie bereikt. Het meest opvallende van EPC is dat verbindingen en hand-overs met andere vaste en draadloze access technologieën, zoals WiMAX maar ook 2G- en 3G-standaarden, mogelijk zijn.
Implementatie LTE Telecomproviders maken overigens nog niet erg veel haast met de invoering van LTE. Het is voor hen zaak om eerst 3G (UMTS en HSPA) uit te buiten waarin fors is geïnvesteerd... Het op korte termijn wederom miljarden investeren in nieuwe netwerken is zeker niet aan de orde. De kredietcrisis zal daar ook geen goed aan doen, men is uiterst voorzichtig. Een onlangs gehouden enquête onder telecomexperts geeft aan dat grootschalige landelijke commerciële LTE-netwerken pas vanaf 2017 te verwachten zijn. Lokale netwerken voor (een deel van) een stad zullen echter eerder operationeel zijn. Pendanten daarvan zijn de LTEnetwerken van TeliaSonera in Oslo en Stockholm. Uit het gebruik van die netwerken blijkt dat early adopters voornamelijk LTE gebruiken voor mobiel internet en downloaden. Geen verrassend effect omdat ook in de begintijd van UMTS met dit soort gebruik werd gestart. Het gebruik van LTE voor spraakverbindingen is dus nog lang niet aan de orde.
Verbinding januari 2011
20
“Wegbezuinigen en reorganiseren is het enige wat hogere ambtenaren doen”.
Verbinding januari 2011
21
Gevolgen bezuiniging OOV-diensten te weinig onderkend
Ben Ale: toekomst Nederlandse veiligheid in het geding C2000 is technisch goed. De gebruiker zal er echter nog steeds aan moeten wennen. Het netwerk is echter een gemakkelijk slachtoffer om bestuurlijk falen te camoufleren. Dat vindt Ben Ale, hoogleraar Veiligheid aan de TU Delft. “De enige oplossing is oefenen, oefenen, oefenen”. Ben Ale is ontspannen. De hoogleraar Veiligheid en Rampenbestrijding aan de TU Delft kent het klappen van de zweep. Hij is thans hoogleraar Veiligheid en Rampenbestrijding aan de TU Delft. Hij was tot 1 april 2006 directeur onderzoek van het Nederlands Instituut voor Brandweer en Rampenbestrijding (NIBRA). Daarvoor was hij directeur van het Centrum voor Externe Veiligheid van het RIVM. Maar zo ontspannen als hij is in zijn houding, zo fel is hij als het gaat om veiligheid. De geboren Amsterdammer houdt zijn hart vast als het gaat om de prestaties van overheden op het gebied van veiligheid. Niet dat hij twijfelt aan de kwaliteiten van de mannen en vrouwen ‘op straat’. Nee, het zijn juist de overheidsdienaren op hoger niveau die niet goed bezig zijn. Wegbezuinigen en reorganiseren, dat doen ze alleen. Zonder naar de gevolgen te kijken. Niet dat Nederland nu ineens een potentieel rampgebied zal worden. Maar om de kwaliteit van rampenbestrijding in Nederland hoog te houden, moet de overheid wel eens een keer goed nadenken over de toekomst.
‘Hoek van Holland’, de crash van Turkish Airlines. Hoe goed gaan we in Nederland om met rampen? “We doen het eigenlijk best goed. Op bestuurlijk niveau let men op de veiligheidsrisico’s.
Technisch hebben we het op orde. Maar een incident staat op zich. ‘Hoek van Holland’ bijvoorbeeld was een kwestie van ongelukkige plaats, ongelukkige gebeurtenis. Daar speelde communicatie wel een rol. Technisch lukte het allemaal wel, maar in het voortraject is het misgegaan. Daar hebben bepaalde groepen de situatie niet goed ingeschat. ‘Hoek van Holland’ was geen toevalsongeluk; het was opzet. Qua incident is het anders dan een ramp, ook qua communicatie. Technisch ging er niet veel mis. De fout zat bij de inlichtingen vooraf.”
Dus C2000 heeft daar goed gewerkt? “Het kan altijd beter. C2000 heeft heus wel wat haken en ogen. Toch werkt het technisch gewoon goed. Het belangrijkste probleem is dat het voor de gebruiker niet intuïtief werkt. De kwaliteit van de uitzending is buitengewoon goed. Veel beter dan de analoge technieken van vroeger. Toen kraakte het apparaat altijd en ‘roeptoeterde’ men door. Sterker, men begon te schreeuwen als de ontvangst wat slechter was. Aan de andere kant zag men vroeger aankomen wanneer het bereik minder werd. Nu is het zo dat als je buiten bereik bent, dat je buiten bereik bent. En om te voorkomen dat iedereen toetert in de portofoon, is er een machtigingsprotocol ingevoerd.”
Dat protocol heeft geholpen? “Niet echt. De gebruikersinterface blijft lastig. De gebruiker krijgt snel het gevoel dat de communicatie niet werkt. Dat kan liggen aan de portofoon of aan het netwerk. Hoe reageert de gebruiker? Die gaat twintig keer drukken op de communicatieknop. Vroeger werkte dat zo, nu kom je twintig keer in de wachtrij. Met andere woorden: het systeem is goed, maar de gebruiker moet wennen. Er is een goede analogie met barometers. Om de juiste waarde af te lezen, tikte men vroeger op de barometer. Dat is zo gewoon geworden, dat men zelfs op het display van een digitale barometer tikt. Het is zo ingebakken, mensen kunnen het niet laten.”
Waarom passen we de gebruikersinterface niet aan? “Dat is niet makkelijk. Er zijn te weinig rampen om te weten hoe de gebruikersinterface het beste is. Daarom moeten we het bij C2000 doen met de gewoonten uit het analoge tijdperk. De enige oplossing is oefenen, oefenen, oefenen.”
Ondertussen krijgt C2000 wel de schuld als er iets fout gaat. “C2000 is een makkelijk slachtoffer. En het was in het begin van C2000 ook slecht. Maar het is een heel stuk verbeterd. Het capaciteitsprobleem los je nooit helemaal op. Een
ACTUEEL NIEUWS OVER DE INSTALLATIEWERELD Wilt u op de hoogte blijven van al het nieuws op het gebied van installaties, duurzaamheid en energie? Ga dan naar www.technalia.nl, al vijf jaar de toonaangevende nieuwssite voor alles wat met installaties te maken heeft.
Overzichtelijk Het nieuws is duidelijk en overzichtelijk gerangschikt op de thema's Elektro&ICT, Sanitair, Klimaat en Energie.
Laat u informeren Elke dag eigen nieuws Nieuwsbrief Vacatures Opinie Archief -
Meer weten? www.technalia.nl
Verbinding januari 2011
“Een ramp is een ramp en daar moet je bestuurlijk niet al te veel van wakker liggen”. ramp is een ramp en daar moet je bestuurlijk niet al te veel van wakker liggen. Helaas reageren bestuurders nog iets te vaak opportunistisch als er een ramp is. De bestuurder vindt het onwenselijk als betrokkenen mopperen. Dan concluderen ze iets van ‘dit nooit meer’. En dus beloven bestuurders dat burgers beschermd worden, via controles en inspecties. Maar neem de vuurwerkramp in Enschede. Zeventien jaar heeft de overheid geïnspecteerd en het goedgekeurd. Er is door iemand ergens een vinkje gezet. En dan ziet men 160 ton vuurwerk over het hoofd? Zeventien jaar kijken en niets zien. Dan is de burger terecht boos.”
ontslaat, maar niet controleert, zal de burger zich zlef opnieuw organiseren. Vroeg of laat zal de veenbrand die woedt overslaan.”
Wat is het risico van een boze burger?
Toch gaan de reorganisaties gewoon door. Er moet nou eenmaal worden bezuinigd.
“Blijkbaar controleren we de veiligheid niet goed. Bij-effect is misschien dat de burgers zelf gaan controleren. Dus creëer je eigenrichting. De staat bedoeld als een organisatie van burgers, die namens de burgers collectieve problemen op,lost. Als die merken dat de overheid wel wegbezuinigt en
Wat kan de rol van de politie hierin zijn? “Bij de politie wordt gereorganiseerd, die is met zichzelf bezig. Reorganisatie an sich is niet zo erg. Maar een reorganisatie terwijl de vorige nog niet is afgerond is vragen om moeilijkheden. Van 25 naar tien regio’s? Drieduizend agenten minder? Steek geen geld in reorganisaties, maar steek geld in optimaliseren van de huidige toestand. De regio’s zijn net op streek, laat ze even met rust.”
“Er speelt behalve de bezuinigingen nog iets anders een rol: machtsverhoudingen. Wie gaat waar over en hoe krijgen we binnen de OOV-sector een commandantenstructuur. Dit is een trend die al ten tijde van Ruud Lubbers is ingezet. Hij noemde
23
Nederland ‘de BV Nederland’. Nederland is dus een onderneming met zestien miljoen werknemers. Het resultaat van dat gedachtegoed is dat het land wordt georganiseerd als een piramide, terwijl Nederland vroeger meer een lappendeken was. En ik ben er niet van overtuigd dat de overheadkosten voor de overheid nu afgenomen zijn. Er zijn inderdaad aanzienlijk minder ambtenaren. Aan de andere kant doen veel ondernemingen hetzelfde werk. Is er dus echt op de post overhead bezuinigd?”
Wordt de Nederlandse politie, en ook de communicatie onderling, beter na de reorganisatie? “Ik zie niet in waarom het beter wordt. De verdeling is ook zo onnatuurlijk. Waarom gaan we van 25 naar tien regio’s? Waarom niet twaalf, voor elke provincie een? Is dat niet logischer? Ik denk dat deze verdeling lijdt tot veel gedoe en het komt de operationele prestaties niet ten goede.”
En een nieuwe structuur met het NCTb aan de leiding? Is dat goed? “We volgen de lijn van de Verenigde Staten. Daar hebben ze Homeland Security, waaronder alles valt. Dat is prima, als we maar niet dezelfde fouten maken. Amerika is goed beschermd tegen terroristen, maar slecht tegen rampen. Ik hoop dat we het in Nederland niet zo ver laten komen.”
Verbinding januari 2011
25
Rol van operator, onderwijs en fleetmapping
Verslag PSRG Tetra Workshop 2010 De tweede PSRG Tetra Workshop over het gebruik van Tetra-netwerken bij rampen en grootschalige evenementen vond op 7 december 2010 plaats in het Mövenpick Hotel in Amsterdam. Er waren 35 deelnemers uit acht landen. De workshop was gecombineerd met het IIR-congres over meldkamers, waarover meer in de volgende Verbinding. Hieronder volgt een verslag van deze boeiende en leerzame dag. D J B H B
De workshop was gefocust op drie invalshoeken: meldkamer/fleetmaps, opleidingen en de rol van de operator. Na een korte plenaire inleiding is men in drie groepen uiteengegaan om deze invalshoeken te bespreken, ervaringen te delen en waar mogelijk conclusies te
trekken. Het slot was weer plenair met een terugkoppeling van de drie subgroeptrekkers. De bijeenkomst werd geopend door Phil Kidner, CEO Tetra Association, die een korte uitleg gaf over het belang van de PSRG Tetra Workshop. De verbetering van het gebruik
van Tetra-systemen tijdens een crisis en bij grote evenementen is nog steeds een actueel thema en het is om deze reden dat de Tetra Association zo vriendelijk was om deze workshop te faciliteren. De bijeenkomst was georganiseerd door Jan Biemolt,
26
Verbinding januari 2011
programmamanager Intake, Noodhulp en Meldkamers van de Nederlandse politie, samen met een aantal collega’s die allen betrokken zijn bij de verbeteracties rondom C2000. Hans Borgonjen opende als voorzitter van de PSRG de workshop. Met een groot aantal voorbeelden maakte hij duidelijk dat grote incidenten vaker gebeuren dan we ons realiseren. Geplande evenementen kunnen veranderen in grote rellen of andere noodsituaties als er iets mis gaat.
Leren van elkaar Deze workshop in Amsterdam vloeide voort uit een eerdere workshop, die in februari 2010 in Brussel plaatsvond onder de titel ‘The use of Tetra networks in crises and large events’. Vijftig deelnemers uit tien landen wisselden toen ideeën uit over in de praktijk geleerde lessen; een verslag van deze workshop is beschikbaar op de website van de PSRG en de Tetra Association. In Verbinding van mei 2010
toekomst verschillende Tetra-netwerken met elkaar verbonden worden, waardoor de communicatie van de hulpverleningsdiensten over de grens gegarandeerd kan worden. De tweede Europese activiteit is de discussie over het krijgen van een Europees-brede oplossing voor mobiele breedband datacommunicatie. Als eerste stap hierin dienen de gebruikersorganisaties binnen de verschillende Europese landen een beschrijving van de functionele behoefte voor breedband datacommunicatie op te stellen. Op basis hiervan kan de discussie gevoerd worden om te standaardiseren op techniek, maar ook om frequenties te verkrijgen voor een mission critical-oplossing voor mobiele breedband datacommunicatie en voor de bestaande Tetra-netwerken. Want ook voor deze laatste blijft de uitbreiding van frequenties nood-
over het rapport van de Nederlandse Veiligheidsraad over de Polderbaan-crash werd gegeven door Gonny von Meijenfeldt en Sietse Hitman. Gonny von Meijenfeldt is voormalig directeur van de meldkamer Kennemerland. Zij was tijdens de Turkish Airlines-crash verantwoordelijk voor de voornoemde meldkamer. Uitkomsten vanuit het operationele / organisatorische veld waren: • Het aantal formele handelingen die de meldkamer moest doen, was enorm • De behoefte aan informatie was enorm • Trainen, trainen en nog eens trainen; je kunt als team en als organisatie jezelf niet voldoende voorbereiden. Hieruit volgde de aanbeveling dat procedures vergelijkbaar moeten zijn met de dagelijkse vaardigheden en handelingen.
De fleetmap volgt uit het communicatieschema, dat weer een afgeleide is van het organisatiemodel. Bent u er klaar voor?
heeft een uitgebreide terugkoppeling van deze workshop gestaan. De eindconclusie van deze workshop was om een nieuwe workshop over opleiding / training en fleetmaps / gespreksgroepen te organiseren, met als doel om van elkaars problemen en oplossingen te leren.
Europa Hans Borgonjen gaf ook een kort overzicht van wat er gebeurt op Europees niveau. Eerste punt was de discussie over grensoverschrijdende communicatie met het proces van het verkrijgen van financiering voor een project voor de verdere realisatie van de ISI van de Europese Commissie in het kader van FP7. Door middel van de ISI kunnen in de
zakelijk, willen we alle dekkingsproblemen kunnen oplossen. In de laatste Verbindingen heeft hierover regelmatig iets gestaan. Er is ook een belangrijk voorstel gedaan om communicatie met vliegtuigen en helikopters (‘air-ground-air’) Europees-breed te harmoniseren met behulp van een Europees frequentieplan. Het internationale gebruik van DMO was het laatste item. Er is een Europees model in de maak dat voorschrijft welke DMOfrequenties te gebruiken en de internationale afstemmingsprocedure daarvoor.
Polderbaan-crash Na deze korte introductie ging de workshop concreet aan de slag. De eerste presentatie
Sietse Hitman, projectleider Verbeteringen C2000 Politie, nam het daarna over met de vraag: “Bent u er klaar voor?” De vraag of u een incident aan kunt, is niet alleen een technisch vraagstuk, maar ook een organisatorisch probleem. Omdat het Tetra-systeem in Nederland goed werkt was de conclusie dat de techniek weliswaar werkte, maar dat de problemen met de communicatie vooral veroorzaakt werden door de manier waarop het systeem gebruikt werd. De kunst is dus om het gebruik van het C2000-netwerk te veranderen. In de eerste plaats is het nodig dat gebruikers leren beseffen dat er grenzen zijn aan het C2000netwerk met betrekking tot capaciteit en dekking. De verwachtingen ten aanzien van de techniek zijn nu te hoog. De technische grenzen bepalen deels bijvoorbeeld de multidisciplinaire afspraken over de verbindingsschema’s, fleetmap en procedures die tijdens een incident worden gebruikt. Als de meldkamer dan ook nog grip krijgt op het gebruik van het netwerk tijdens een incident en de gebruikers van C2000 periodiek worden geoefend in de nieuwe en eenvoudiger procedures én in de basisprincipes van radiodiscipline, dan zal C2000 ook bij grootschalige onverwachte incidenten een
Verbinding januari 2011
goede communicatie mogelijk maken. Met dit doel is een landelijk multidisciplinair verbeterproject in voorbereiding.
over wat er gebeurt en wat er gepland staat. Een les voor anderen: Er is behoefte aan een duidelijke relatie op elk niveau met de operator, niet alleen op operationeel of
27
Daarna worden alle eenheden naar een juiste talkgroep gedirigeerd, zodat er een logische communicatiestructuur ontstaat die standaard is en dus ook getraind is. Deze
Vragen uit de zaal Vanuit de zaal kwamen verschillende vragen, zoals: werd DMO gebruikt? Antwoord: Alleen in zeer beperkte mate in het veld en niet voor de communicatie met de meldkamer, mogelijk dat DMO in het veld meer gebruikt kan worden. En: Wie heeft de leiding over een groot incident? Antwoord: Altijd de burgemeester van de regio. En: Waarom waren er zoveel spraakaanvragen? Antwoord: Vanwege de behoefte aan informatie en de noodzaak van communicatie wilden de gebruikers in het veld contact met de meldkamer. Er waren te weinig centralisten voor de grote hoeveelheid gespreksaanvragen. Na deze presentatie werd de groep in drie kleinere groepen verdeeld, elke groep besprak alle drie de onderwerpen.
Workshop 1: De rol van de operator De coördinatie van dit onderwerp werd verzorgd door Herman van Sprakelaar, hoofd tactisch beheer VtsPN Unit Meldkamer Systemen. Gaetan Horlin, Business Continuity manager van ASTRID, opende deze workshop. ASTRID doet continu aan ‘capacity use monitoring’. Zodra het gebruik van het netwerk in een bepaald gebied hoger wordt dan de drempel, wordt capaciteit toegevoegd en de drempel dus weer verhoogd. In de praktijk merken gebruikers hier niets van, omdat capaciteitsuitbreiding plaatsvindt voordat er echte problemen ontstaan. Ze hebben een soortgelijke methode voor grote evenementen. Bijvoorbeeld bij een groot jaarlijks terugkerend evenement installeren ze extra capaciteit die dan operationeel ook de rest van het jaar beschikbaar blijft.
De ‘wachtrij’ is geen netwerkprobleem maar een nuttige netwerkfunctie. regionaal niveau, maar ook op nationaal niveau. Waar kan worden beslist wat te doen? Een officiële gebruikerscommissie (met mandaat) kan hierbij erg goed helpen. Dataverkeer is de volgende uitdaging voor ASTRID, omdat er een toenemende behoefte is aan mobiele datacapaciteit voor in de toekomst. Opmerking vanuit de zaal: het risico van een commerciële operator is dat er een kloof ontstaat tussen de operator en de gebruikers. Een aan de overheid gerelateerde operator (zoals ASTRID) biedt meer mogelijkheden voor een stabiele relatie tussen de verschillende partijen. Hiervoor zijn geen harde argumenten, maar dit werd door een aantal aanwezigen geconcludeerd op basis van ervaringen uit andere landen. Actuele informatieverstrekking over het gebruik/gedrag van het systeem helpt iedereen om het Tetra-systeem optimaal te gebruiken. Het geeft de centralist de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op de communicatie(behoefte) en informeert de eindgebruikers zodat deze kunnen inspelen op de communicatiebehoefte. De ‘radio communication officer’ kan fungeren als een goed koppelvlak tussen de operator en het gebruik van het netwerk bij een noodsituatie.
Treinongeluk Halle
Workshop 2: Meldkamers en fleetmapping
ASTRID gaf ook enkele radiodetails van het treinongeluk in Halle. Er waren twee locaties met elk twee base-radio’s en er was acht keer zoveel spraakverkeer als normaal. Het netwerk was zwaar belast, maar er waren slecht een paar korte wachttijden dankzij de ‘crisis alert werkgroepen’, goede radiodiscipline en training. De conclusie was: De ‘wachtrij’ is geen netwerkprobleem maar een nuttige netwerkfunctie! In België is er maandelijks een vergadering met een gemandateerde gebruikerscommissie, waarin wordt gesproken over de kwaliteit van de dienstverlening, capaciteitsproblemen en eventuele andere zaken. Op deze manier wordt de gebruikersorganisatie ingelicht
De coördinatie van deze workshop lag in handen van Sietse Hitman. De Belgische aftrap werd gedaan door de Belgische politie met een gedetailleerde presentatie van het Belgische fleetmap-model door Steven De Wever en Bob De Decker. Hun meldkamer is opgedeeld in een aantal ‘competence zones’. Voor elke zone is er één centralist. Tijdens een incident moet er opgeschaald worden, want naast het incident blijft het gewone werk gewoon doorgaan. Er is een standaard communicatie/organisatieschema voor alle verschillende situaties. Er is één centrale gespreksgroep, iedereen die naar een locatie moet waar een incident is, schakelt over naar deze gespreksgroep.
‘alert talkgroups’ zijn genummerd volgens de provincienummers, zodat het heel duidelijk en eenvoudig is welke talkgroup men moet hanteren bij het aanrijden in een chaotische situatie. Deze talkgroups zijn in alle ASTRIDterminals voorgeprogrammeerd. Omdat dit model in alle opschalingen gebruikt wordt, hoeft het niet apart voor rampensituaties geoefend te worden; het is voorbereid en niet anders dan ‘gewone’ incidentassistentie.
Noorwegen De tweede spreker in deze workshop was Trond Thoresen van The Norwegian Health Organisation. Noorwegen bevindt zich in de roll-out fase en heeft het Tetra-netwerk deels in gebruik genomen. Maar dat levert wel veel vragen op. De belangrijkste was hoe je het aantal gespreksgroepen moet minimaliseren tijdens een groot evenement of bij een ramp. Vervolgens gaven enkele andere landen hun situatie weer. Denemarken heeft vooraf een communicatieregeling/schema gemaakt voor verschillende crisissituaties. De politie neemt het voortouw en maakt duidelijk welk schema gehanteerd wordt. Veel werk wordt gedaan in het beginstadium van een evenement, zodat iedereen weet wat zijn/haar rol is en welke gespreksgroep gebruikt moet worden tijdens een evenement en vooral bij een (groot) incident. Duitsland heeft het probleem dat alle verschillende deelstaten hun eigen manier van werken hebben. Ze gaan ieder op hun eigen manier om met het afhandelen van incidenten en de organisatie van het werk. De aanwezigen wierpen tot slot een belangrijke vraag en punt van zorg op: Als we nu al intern dit soort problemen in de verschillende landen hebben, hoe gaan we dat dan oplossen wanneer de ISI er is, hoe gaan we internationale afspraken maken? Dit is een item voor een toekomstig overleg.
Workshop 3: Onderwijs en opleiding De coördinatie van deze workshop alsmede de inleiding werden verzorgd door Nico Hortensius, projectmanager C2000 van het
28
Verbinding januari 2011
Veiligheidsberaad. Opleiding is een van de activiteiten binnen het multidisciplinaire project. Hoofdvraag is: hoe gaan we 80.000 C2000-gebruikers heropleiden en trainen? In Denemarken neemt iedere agent twee keer per jaar deel aan een radio-opleiding als onderdeel van de schietopleiding. Er is geen certificaat bij inbegrepen. Als we kijken naar de situatie in Nederland, dan is de eerste vraag: waarom en waarvoor moet je gebruik maken van de radio? De volgende stap is hoe we omgaan met het leerproces. Aan het einde van een nationaal radioproject zal vaak het trainingsonderdeel ook afgesloten worden. Iedereen wil immers het project afsluiten en als het projectteam verantwoordelijk is voor de training, eindigt dit dus ook. Terwijl nu juist de ervaring leert dat training een continu proces moet zijn. In Denemarken is het hoofd van de politie verantwoordelijk voor de opleidingen van de politieagenten. Een initiële opleiding is de eerste stap, de volgende stap is voortdurende training. Qua opleidingen moet er onderscheid worden gemaakt tussen eindgebruikers, meldkamerpersoneel en de ‘radio communication officer’; elk heeft zijn eigen benadering nodig. De gezondheidsorganisatie van Noorwegen heeft een gedetailleerde e-learning tool opgezet. Ze starten hiermee om gebruikers de basis te leren en als deze een ‘bewijs van goed resultaat’ hebben gaan ze hiermee naar de volgende fase, een praktijktraining. De helft van deze training is ‘knoppelogie’, de andere helft gaat in op operationele aspecten met behulp van scenario’s. Alle landen kwamen tot de conclusie dat e-learning geen op zichzelf staande oplossing is: het moet altijd gepaard gaan met praktische
Er moet constant getraind worden, certificering is nuttig; train ook noodsituaties. basisinstructies met echte apparatuur. ASTRID heeft ervaring met TETRA-SIM en gebruikt het model ‘train de trainer’. ASTRID heeft drie trainers die dit doen. De operationele training wordt gegeven door de verschillende disciplines, de politie heeft het vrij goed georganiseerd, de brandweer nog niet. Airwave heeft een video over hoe hun netwerk gebruikt moet worden, ASTRID gaat dit opvolgen, maar het maken van een goede video is vrij duur. In Engeland betalen de gebruikers naar de hoeveelheid gebruik; is dit een manier om het gebruik te beperken? Deze vraag bleef open en onbeantwoord.
Stresstraining: Wanneer mensen onder zware stress staan, weten ze vaak niet meer hoe ze moeten handelen. Dit moet opgelost worden door het regelmatig herhalen van een praktische opleiding, door er regelmatig mee in aanraking te komen (al is het door oefening), moet men ermee leren omgaan. Menselijk gedrag moet een deel van de opleiding zijn. Meldkamerpersoneel zijn professionals, zij moeten ook als zodanig behandeld worden. Wat betreft certificering: net als het examen voor het gebruik van wapens moet er ook een toets komen voor het gebruik van radiocommunicatie, althans dit was de mening van de leden van de workshop.
Samenvatting van de drie workshops
Eindopmerking
Rol van de operator 1. Communicatie tussen de operator en de gebruiker is essentieel. 2. Een gebruikerscommissie is belangrijk en dient te beschikken over voldoende mandaat. 3. Tijdens een noodsituatie moet er een verbinding zijn tussen de gebruiker en de exploitant, een ‘radio communication officer’ kan hier een belangrijke rol spelen.
In het verleden hebben we gezegd dat het starten van een Tetra radiocommunicatieproject geen technisch project is, maar meer een operationeel en organisatorisch project. Het gebruik van het netwerk moet zelfs nog meer een operationele en organisatorische focus krijgen.
Fleetmapping 1. Minder gespreksgroepen. 2. Begin met vooraf gedefinieerde organisatie- en communicatieschema’s. 3. De fleetmap volgt uit het communicatieschema, dat weer een afgeleide is van het organisatiemodel (wie heeft de leiding is een belangrijk issue) Onderwijs 1. E-learning is niet genoeg, combineer het altijd met persoonlijke / praktische training. 2. Houd het simpel. 3. Er moet constant getraind worden, certificering is nuttig; train ook noodsituaties.
J B I, N M R H. H B P N, P S R G (PSRG), - T A B LEWP R E G.
Nationaal Congres Verbindingen Spraak- & datanetwerken, randapparatuur en toepassingen Professionele communicatie is voor, naast defensie, politie, brandweer en ambulance, in toenemende mate van groot belang voor industrie, openbaar vervoer, beveiliging, stadstoezichten, transport, nutsbedrijven en andere gelieerden die gebruik maken van communicatiemiddelen waaraan hoge eisen worden gesteld. RB&W en Vakblad Verbinding organiseren op 3 mei het Nationaal Congres Verbindingen, waar toonaangevende leveranciers innovatieve toepassingen zullen tonen op het gebied van netwerken, apparatuur en applicaties. Sperekers uit overheid en het bedrijfleven presenteren u tevens de trends, behoeften en ervaringen vanuit hun vakgebied. Wij nodigen u van harte uit om deel te nemen aan dit congres.
Voor wie?
Professionals vanuit Defensie, Politie, Brandweer, Ambulance, industrie, openbaar vervoer, beveiliging, stadstoezichten, transport, nutsbedrijven en andere gelieerden die gebruik maken van professionele communicatiemiddelen
Wanneer?
3 mei 2011
Waar? Kosten?
Inschrijven en meer informatie?
Officierscasino Soesterberg Voorinschrijving voor gebruikers uit de doelgroep is gratis Professionals uit de doelgroep hebben voorrang bij inschrijving www.nationaalcongresverbindingen.nl
PMR / DMR / TETRA / GSM / UMTS / LTE Applicaties / Beveiliging / Mobiele werkplekken
30
Verbinding januari 2011
“Spraakverbinding is essentieel”
Gsm en robuust voor beveiliger Securitas
Om klanten het hoogste niveau aan beveiliging te kunnen bieden, heeft Securitas betrouwbare en robuuste mobiele telefoons nodig die medewerkers altijd bereikbaar en beveiligd houden. Beveiligers moeten de mogelijkheid hebben om snel een alarm en/of noodoproep te kunnen sturen als zij met een gevaarlijke situatie geconfronteerd worden, ongeacht waar zij zich bevinden. Voorheen vertrouwde Securitas op portofoons. In sommige buitengebieden hadden beveiligers echter in 30% van de gevallen last van ontvangstproblemen. Daardoor verloren beveiligers het contact met het team tijdens
Beveiligingsorganisatie Securitas had met de portofoons in buitengebieden in dertig procent van de gevallen last van ontvangstproblemen. Het bedrijf koos voor gsm en rugged toestellen van Sonim. “Het aantal onjuiste maydays en man-down alarmen is significant verminderd.”
hun ronde en werden ze vaak niet de hele tijd gevolgd door het dispatchcentre.
Paraatheid “De reactietijd op een alarm is een belangrijke factor voor onze klanten” zegt Guido Krauss, IT Project Manager bij Securitas. “Het dispatchcentre moet continu in opperste staat van paraatheid zijn”. Slechte ontvangst is echter vooral een uitdaging geweest voor medewerkers in gebouwen. “Dekking en optimale betrouwbaarheid worden steeds belangrijker,”zegt Krauss. “De veiligheid van onze medewerkers is van vitaal belang.
Het risico om geconfronteerd te worden met criminelen neemt toe, vooral tijdens nachtdiensten” voegt Krauss toe. “Securitas moet te allen tijde de locatie van de beveiligers weten en hun veiligheid continu monitoren”. Een ander groot probleem waarmee Securitas vaak werd geconfronteerd, waren de materiaaldefecten van portofoons. “De microfoon en bedrading zijn erg kwetsbaar en raakten snel en gemakkelijk beschadigd”, zegt Krauss. Daarom moest apparatuur vrij regelmatig worden gerepareerd of vervangen, wat resulteerde in een vrij dure investering. De lokale
Verbinding januari 2011
beschikbaarheid van vervangende onderdelen was beperkt, wat langdurige en kostbare reparaties betekende. “Reparaties kostten rond 350 Euro en duurden een paar weken tot zelfs twee maanden”, legt Krauss uit.
Veilige omgeving Voor Securitas is de medewerker essentieel. De lokaal gerichte beveiligingsorganisatie biedt beveiligingsoplossingen en voorziet in de specifieke beveiligingsbehoeften van duizenden bedrijven. De doelstelling als actieve beveiligingspartner: 24 uur per dag, 7 dagen per week een veilige werk- en leefomgeving bieden aan mensen en organisaties. Securitas is wereldwijd kennisleider in beveiliging met meer dan 260.000 medewerkers in 40 verschillende landen. Het bedrijf zet alleen al in Nederland meer dan 5.600 uiterst gespecialiseerde beveiligers in bij haar klanten. Klanten variëren van overheidsinstanties tot luchthavens, banken, bouwterreinen en IT bedrijven. Beveiligers zijn werkzaam in vier divisies: Mobile (in surveillancewagens), Services (stationering bij bedrijven), Aviation (op luchthavens) en Alert (alarmcentrale). De diensten die Securitas biedt zijn bedrijfsspecifieke bewaking en mobiele assistentie, monitoring, maar ook consultancy en investigations. Elke service is aangepast aan de bedrijfsvoering van elke afzonderlijke klant volgens zijn exclusieve behoeften, risico’s en industrievereisten. Daarom is Securitas in staat om op een individuele basis te reageren op uitdagingen in beveiliging waarmee de klant geconfronteerd wordt.
31
GSM met alarmtoetsen Ook voor gsm-toestellen is het mogelijk om alarmtoetsen te gebruiken. De Sonim XP3 Sentinel toestellen die Securitas gebruikt, zijn IP67 gecertificeerd en voorzien van drie speciale toetsen: Rode alarm-toets In noodsituaties drukt de gebruiker op de speciale rode toets aan de zijkant van de telefoon, zelfs als het toetsenbord is geblokkeerd. Hiermee wordt de GPS positie van de gebruiker verstuurd naar het dispatch centre, waar de positie verschijnt op een kaart met andere relevante data. Deze toets is verder aan te passen door de provider van de lone worker monitoring. Zo kan automatisch een oproep via de luidspreker worden geplaatst naar het dispatch centre om hulp in te roepen. Na de oproep zal de GPS tracering doorgaan tot het incident is opgelost en de telefoon op afstand opnieuw is ingesteld. Oranje alert-toets Met de oranje toets kan de lone worker een veiligheidssituatie aanmerken en uitgebreide monitoring aanvragen. Groene toets De groene toets kan worden gebruikt om te reageren naar het dispatch centre met het ‘levensteken’ om aan te geven dat de gebruiker veilig is.
‘Levensteken’ In 2010 was Securitas Nederland klaar voor een robuuste GSM oplossing met geavanceerde ‘lone worker’ faciliteiten; flexibel genoeg om te conformeren aan hun bestaande beveiligingsproces. Sonim Technologies was de enige leverancier die een robuuste GSM telefoon combineert met man-down functies inclusief speciale toetsen. Daarbij bood de XP3 Sentinel Securitas specifieke software om te communiceren
“Dekking en optimale betrouwbaarheid worden steeds belangrijker”
met hun dispatch centre. De hardware werd geleverd door de Sonim Gold Business Partner Telepointer. Securitas NL maakte hun eigen intern ontwikkelde monitoringcentrale. Het technische team was echter ook in staat om aangepaste functionaliteit te integreren door gebruik te maken van de configuratiemogelijkheden van de XP3 Sentinel. Zo wordt elke 15 minuten een SMS verstuurd om te controleren of de beveiliger nog veilig is. Beveiligers hebben nu de mogelijkheid om uitgebreide supervisie en GPS-tracering aan te vragen, updates van de GPS-positie te versturen, alsmede aan- en afmelding aan het begin en eind van hun rondes te maken. Bovendien gebruiken beveiligers de groene toets om te reageren met het ‘levensteken’, wat betekent dat alles in orde is. Ze gebruiken de oranje toets om een veiligheidssituatie aan te merken, maar nog geen alarm. En de rode toets wordt gebruik voor een volledig lone worker alarm waarbij een reddingsactie en GPS positie nodig zijn.
PMR 250 Sonim Sentinel telefoons zijn geleverd door Telepointer en de komende maanden zullen nog meer telefoons worden geleverd aan andere locaties van het bedrijf. De Securitas telefoons worden gecompleteerd met een op maat gemaakt lederen tasje, waardoor de beveiligers de telefoon aan hun riem kunnen dragen. De veiligheid bij de medewerkers van Securitas is aanzienlijk toegenomen sinds
32
Verbinding januari 2011
Distributeur voor de Benelux van ICOM radiocommunicatie Gannexion bv
AMCOM Luzernestraat 24 Postbus 215 2150 AE Nieuw Vennep
T F E I
+31 (0) 252-629370 +31 (0) 252-629371 [email protected] www.amcom.nl
T F E I
Transistorstraat 71A Postbus 60187 1320 AE Almere
(036) 5498814 (036) 5498815 [email protected] www.gannexion.com
Aggregaten & Noodstroom voorzieningen Parkweg 9, 4153 XK Beesd T 0345 684000 - F 0345 680907 info @ voetverhuur.nl - www.voetverhuur.nl Safety-Lux Nederland B.V. T +31 (0) 35 691 44 76 www.safety-lux.nl
IN-CAR LAAD EN MONTAGE OPLOSSINGEN WWW.GLOBAL.NL
importeur van o.a.:
Televisieweg 26, 1322 AL Almere Telefoon: 036 538 70 70
GPS, C2000 EN GSM ANTENNE OPLOSSINGEN
Selecsys
T (0529) 488888 Mobiele Communicatie Nederland B.V. F (0529) 488889 Rollecate 65-11 E [email protected] I www.selecsys.nl 7711 GG Nieuwleusen
WWW.GLOBAL.NL
Televisieweg 26, 1322 AL Almere Telefoon: 036 538 70 70
www.ceotronics.com
CeoTronics AG Communication Headset & Systems Tel. +49 60 74 87 51-0 Mobile +31 6 53 56 92 41 E-Mail [email protected]
Hutronic Telecommunicatie bv T Johan van Oldenbarneveltlaan 44 F E 3705 HH Zeist I
(030) 6999100 (030) 2213330 [email protected] www.hutronic.nl
Voorhout Data Connection
T F E I
Productieweg 7 3481 MH Harmelen
(0348) 443557 (0348) 444951 [email protected] www.vdcinfo.nl
KPN BMS Postbus 16118 2500 BC Den Haag DTM-Products BV Postbus 2148 6020 AC Budel
T F E I
(0495) 492335 (0495) 493710 [email protected] www.dtm.nl
MULTIMEDIA EN COMMUNICATIE OPLOSSINGEN WWW.GLOBAL.NL
VER
HUUR
-VERKOOP-ONDERHOUD ING (Ex)PORTOFOONS & TRUNK
www.flash-services.com
Raca Batteries Nederland B.V. Satellietbaan 10A 2181 MH HILLEGOM Postbus 75 2180 AB HILLEGOM Tel: +31 (0)252-227070 Fax: +31 (0)252-533922 Internet: www.racabatteries.nl
Abiom
2
EAL
2
Flash Services
(010) 457 27 27 (084) 222 01 36 [email protected] www.kpn.com/portofoons
Televisieweg 26, 1322 AL Almere Telefoon: 036 538 70 70
ADVERTEERDERS INDEX Electronics & Telematics
T F E I
40 43
Optimale communicatie met de betrouwbare en voordelige batterijen en laders van E-Battery
E Battery Europe BV Varenkade 7 2661 PG Bergschenhoek The Netherlands Tel. +31 (0) 634 129 359 Fax +31 (0) 10 226 3371 [email protected] www.e-battery.eu
Koning & Hartman
T F E I
Postbus 5080 2600 GB Delft
+31(0)15 260 98 07 +31(0)15 260 91 62 [email protected] www.koningenhartman.com
Accessoires
Meetapparatuur
Producent
Advisering
Meldkamer apparatuur
Provider
Amateurapparatuur
Meldkamer inrichting
Randapparatuur
Netwerkaanleg
Software System integrator
Rohde & Schwarz Nederland
44
Antennes Batterijen
Netwerken
Technalia
22
Beveiliging
Operator
Telecomdealers
Groothandel
P(A)RM
Verhuur
Vidicode
25
GSM
Paging
Verlichting
Importeur
Plaatsbepaling
Verbinding januari 2011
de introductie van de Sonim XP3 Sentinel. Beveiligers hebben een grotere productiviteit en meer teamwork waargenomen dankzij de continue bereikbaarheid. Waar voorheen ontvangst een probleem was vanwege de PMR technologie, is dit nu geen reden tot zorg meer voor Securitas. Dé standaard voor analoge trunkingsystemen is MPT1327. Met dit systeem kunnen grote netwerken met meerdere basisstations worden opgezet, doordat het organisatiekanaal tevens wordt gebruikt om een gebruiker aan
33
te melden als deze zijn terminal aanzet of buiten het bereik van een basisstation komt en in het verzorgingsgebied van een ander basisstation komt. Zodoende weet het systeem dus waar een gebruiker zich bevindt. Door gebruik te maken van een modem kan het analoge verkeerskanaal ook gebruikt worden voor datacommunicatie. De te bereiken datasnelheid is echter beperkt tot 1,2 à 2,4 kbit/s. Voor korte databerichten kan gebruik worden gemaakt van het organisatiekanaal. Dergelijke systemen worden met name
Robuust? Hoe weet je of een apparaat robuust is? De IP-classificatie, International Protection, die internationaal wordt toegepast, is een nauwkeurige methode waarmee de beschermingsgraden van omhulsels wordt aangegeven. De IP-classificatie geeft aan in hoeverre het materieel en materiaal bestendig is tegen water, voorwerpen, stof en in hoeverre het mechanisch bestendig is. Afhankelijk van de situatie waarin materieel en materialen worden gebruikt moet men de IP klasse kiezen die een afdoende bescherming geeft. Dat vinden we terug in IEC 60529: “Beschermingsgraden van omhulsels van elektrisch materieel” (IP-codering). De IP beschermingsgraad wordt aangegeven door twee cijfers: 1. Bescherming tegen binnendringen van voorwerpen en stof, waarbij de 0 aangeeft ‘niet beschermd’ en de 6 (het maximaal haalbare niveau) inhoudt dat het apparaat stofdicht is 2. Bescherming tegen water. Ook hier geldt dat een 0 betekent dat er geen bescherming is. Een 8 is hier het maximaal haalbare niveau en geeft aan dat het apparaat drukwaterdicht is. Er ligt, al jaren, een voorstel voor een 3e kencijfer; “mechanische bestendigheid”. Naast de bescherming van materieel tegen voorwerpen, stof en water is het in bepaalde omstandigheden ook van belang dat materieel beschermd is tegen mechanische krachten (stootenergie). Om de bestendigheid tegen stootenergie aan te geven is er een voorstel voor een 3e cijfer. Dit cijfer is nog niet genormaliseerd, wel wordt het in een aantal landen zoals Frankrijk gebruikt. Overigens beperkt Sonim zich niet alleen tot de IP-classificatie. IP certificering is maar een deel van de de 12 Sonim Rugged Performance Standards waaraan Sonim toestellen moeten voldoen. Er zijn leveranciers van lichtere robuuste telefoons die het hier bij houden, maar Sonim legt de lat qua robuustheid nog veel hoger en ontwikkelt daarmee ultra-robuuste mobiele telefoons. Waar ligt de lat bij Sonim? • Volledig onderdompelbaar in water tot een diepte van één meter (tot 30 minuten) • Valbestendig tot twee meter hoogte op een harde oppervlakte • Extra luide speakers (tot 110 dB) voor gebruik in extreem luidruchtige omgevingen • Extra lange batterij levensduur met meer dan 1500 uur standby-tijd en 18 uur gesprekstijd • Stevig toetsenbord en extra grote toetsen, die gemakkelijk te gebruiken zijn • Bestand tegen petroleum olie • Volledig bestand tegen stof, vloeistoffen en chemicaliën – IP-67 en Mil-Spec 810F certificering • Bestendig tegen schokken op de weg en trillingen • Operationeel bij temperaturen van -20° C tot +55° C • Bestendig tegen extreme druk • Nagenoeg ondoordringbaar • Drie jaar uitgebreide garantie
gebruikt door grote bedrijven zoals bij de bloemenveiling Aalsmeer, in de Rotterdamse haven, op Schiphol en door bijvoorbeeld het streekvervoer. Daarnaast heeft Entropia een landelijk dekkend net voor openbare mobiele communicatie (PAMR) op basis van MPT1327. De portofoon mag vrij worden gebruikt. Dit betekent dat medegebruik door anderen moet worden geaccepteerd. De meeste portofoons hebben een codering (CTCSS: Continuous Tone Controlled Squelch System of DCS: Dynamic Call Selection) om ervoor te zorgen dat alleen de eigen communicatie wordt gehoord. Ook als van een codering gebruik wordt gemaakt kunnen anderen eenvoudig mee luisteren.
15-minuten interval De Sonim GSM mobiele telefoons houden beveiligers nu altijd in contact. Teamleiders hebben hierdoor geconstateerd dat het vertrouwen tijdens werkronden enorm is toegenomen. “De spraakverbinding is essentieel voor hun werk” meldt Krauss. Daarbij is het aantal onjuiste maydays en man-down alarmen significant verminderd. Het dispatch centre plaatste voorheen ‘levensteken’ verzoeken met een interval van 30 minuten vanwege de beperkingen in bereik van portofoons. Momenteel zijn deze verzoeken weer ingesteld op de gewenste interval van 15 minuten, doordat het bereik met GSM dit weer toelaat. Afgezien van de sterk verbeterde veiligheid en productiviteit van de beveiligers, heeft Securitas ook haar kosten en uitvaltijd gereduceerd. De XP3 Sentinel genereert minder defecten dan de portofoon oplossing. Daarbij houdt de lokale reseller vervangende telefoons op voorraad voor snelle omruil en vervangt ook batterijen na een bepaalde periode om elk risico van een niet werkende telefoon te voorkomen.
Verbinding januari 2011
34
Satellieten als communicatieschakel, deel 3
Militairen zetten vaak de toon Veel satellietcommunicatiesystemen vinden hun oorsprong in de militaire sector, vandaar dat we in dit derde artikel over satellietcommunicatie een aantal ontwikkelingen op militair gebied onder de loep nemen. Daarbij zoomen we in op de beveiliging van de communicatie en op de verschillende GPS-systemen. Tot slot hebben we het over nano- en picosatellieten en wijzen we u op de mogelijkheid uw eigen satelliet te lanceren - en dat voor nog geen 8000 dollar! D J P
Op militair gebied bestaat een snel groeiende behoefte om informatie snel over de gehele aardbol te kunnen verspreiden. Landen als de Verenigde Staten en verschillende NAVOlanden zien daarbij in verhoogde mate het nut van een ‘informatie-dominantie’ boven
mogelijke vijanden. Behalve snelheid speelt bij militair gebruikte netwerken betrouwbaarheid een dominante rol. Het belang hiervan is in de afgelopen jaren vanzelfsprekend ook sterk toegenomen.
Militaire satellietcommunicatiesystemen worden vaak onderverdeeld in een drietal categorieën: smalband, breedband en beveiligd respectievelijk beschermd. Smalband wordt gebruikt voor bijvoorbeeld spraakcommunicatie in het veld of in mobiele
Verbinding januari 2011
situaties. Behalve spraak kan het ook gaan om datacommunicatie met lage snelheid (bijvoorbeeld alleen ASCII-datagrammen met verzoeken om bepaalde materialen of reserveonderdelen). Een beperkte (antenne-) installatie kan ook een reden zijn om smalbandverbindingen te gebruiken. Bij breedband gaat het om toepassingen zoals in de burgerwereld, dus allerlei internetachtige zaken, maar dan wel met verbeterde betrouwbaarheid van de verbindingen die defensie-organisaties eisen. Beveiligd betekent dat de gegevens niet over openbare infrastructuren verzonden worden en er bovendien maatregelen zijn getroffen tegen vijandelijke acties om het gegevensverkeer te verstoren. Beveiligde verbindingen zijn verder (tot op zekere hoogte) bestand tegen nucleaire aanvallen.
AEHF Het huidige internet komt ook voort uit netwerkstructuren die bestand moesten zijn tegen atoomaanvallen. Bij internet zoeken de datapakketjes waarin een bericht of andere gegevensstroom wordt opgedeeld, zelfstandig hun weg over het netwerk, onafhankelijk van volgorde van aankomst of de routering van voorgaande en volgende packets. Wanneer binnen het oorspronkelijke netwerk een groot geografisch gebied uitvalt, dan kunnen de packets via omwegen binnen de nog in stand gebleven infrastructuren toch hun eindbestemming vinden, om aldaar tot het complete bericht samengevoegd te worden. Het interessantst in dit opzicht zijn de beschermde varianten. Hoewel een dergelijke sterke bescherming op dit moment in de burgerwereld niet bestaat, kunnen we er uiteindelijk - net als bij internet gebeurd
35
Tot ergernis van de Amerikanen is Europa maar in zeer beperkte mate bereid om bij militaire conflicten het gebruik van Galileo onmogelijk te maken. is - misschien toch ons voordeel mee doen. Een belangrijke nieuwe ontwikkeling op het gebied van beveiligde netwerken is het AEHF dat de VS aan het opzetten zijn, het Advanced Extra High Frequency-systeem. Dat systeem bestaat in zijn uiteindelijke vorm uit vier geostationaire satellieten. Deze moeten het verkeer gaan verzorgen voor de strijdkrachten van de VS, het Verenigd Koninkrijk, Canada en Nederland. Het systeem komt in de plaats van het oudere Milstar-systeem.
Uitpositioneren op een minimum Inmiddels is de eerste van de vier geostationaire satellieten van dit netwerk gelanceerd. Het AEHF beschikt over adaptieve antennesystemen, waarmee het zorgt voor smalle stralingsbundels die direct op de gebruiker op aarde zijn uitgericht. De satellieten staan in directe verbinding met elkaar, zodat een backbone via de aarde niet nodig is, wat de kans op meeluisteren nog verder verkleint. Om te voorkomen dat berichten onderschept worden of worden gestoord, wordt naast de smalle bundels ook een systeem van frequentiehopping gebruikt. Via de adaptieve antennes is het daarnaast mogelijk om de plek waar storing vandaan komt in een smalle dip - een ‘minimum’ van het antennesysteem - te positioneren. AEHF biedt de bestaande communicatiesnelheden van 75-2400 bit/s en 4,8 Kbps-1,544 Mbps die ook voorganger Milstar bood. Daarnaast is er een nieuw systeem aan boord dat snelheden tot 8,192 Mbps levert.
Milstar maakt voor de uplink gebruik van Q-band-signalen (33-50 GHz) en voor de downlink is de Ka-band (26,5-40 GHz) in gebruik. Beide banden zijn ook in gebruik bij het snelheidsradar zoals dat in veel landen door de politie wordt gebruikt. Overigens zijn vooral de nog hogere frequenties tussen 57 en 64 GHz voor communicatiedoeleinden niet erg bruikbaar: doordat de resonantiefrequentie van zuurstofmoleculen in dat bereik ligt, worden signalen daar binnen de aardatmosfeer in zeer hoge mate verzwakt. Het AEHF-systeem is ontworpen voor een functionele levensduur van veertien jaar. Naar verluidt loopt het project door problemen met de encryptie vier jaar achter op de planning.
Europa: Galileo Een tegenwoordig heel prominent aanwezige toepassing op gebied van telecommunicatie via satellieten is het GPS (Global Positioning System). Oorspronkelijk eveneens ontworpen voor militaire toepassingen, maar al vrij snel ook voor civiel gebruik vrijgegeven, is het systeem tegenwoordig bijna niet meer uit ons leven weg te denken. Veel gebruikers staan er niet bij stil dat het systeem wel degelijk beheerd wordt door Defensie in de VS. Op het moment dat er conflicten ontstaan kan de beheerder eenvoudig het gebruik van GPS in een bepaalde regio onmogelijk of zeer onnauwkeurig maken. Dat is bij een paar grote conflicten in het nabije verleden inderdaad gebeurd. Het Europese Galileo-systeem was
36
Verbinding januari 2011
lange tijd een min of meer slapend project, waarvoor de deelnemende landen slechts met moeite en ten dele de fondsen beschikbaar stelden. Vanwege de immense druk vanuit de VS om het Galileo-project te staken werd de wat weggezakte belangstelling voor het project bij de Europese leiders weer gewekt, en toen de VS daadwerkelijk een paar keer het GPS-gebruik in en rond Afghanistan en Irak voor burgers onmogelijk maakte (waarbij ook in de buurlanden flinke overlast ontstond) schrok men in Europa pas echt wakker. In no-time werden vervolgens de benodigde miljarden bij elkaar gebracht.
Noodbakens Behalve navigatie op een manier en met een nauwkeurigheid die GPS inmiddels ook voor civiel gebruik biedt, wordt Galileo ook voorzien van een transponder om gegevens van noodbakens op bijvoorbeeld schepen te ontvangen en door te zenden. Hierbij stuurt het systeem niet alleen de noodsignalen door, maar stelt ook de verzender in kennis dat de noodsignalen inderdaad zijn doorge-
Grimmig
Rusland: GLONASS
Galileo zou aanvankelijk dezelfde frequenties gebruiken als het Amerikaanse GPS-systeem. Voordeel hiervan is de eenvoudig te creëren interoperabiliteit met bestaande GPS-apparaten. Door die frequentiekeuze zou het voor de VS echter niet mogelijk zijn om Galileo te storen zonder het eigen GPS ook te storen (dat voor civiel gebruik geblokkeerd kan worden, maar dan nog wel voor militair gebruik beschikbaar is). Vooral toen China ook bij het project betrokken raakte waren de reacties grimmig. Sommige VS-officials zeiden ronduit dat de Galileo-satellieten uit de lucht geschoten zouden worden, wanneer de signalen ervan zouden worden gebruikt in wapens die tegen de VS-strijdkrachten gebruikt zouden worden. Nadat de EU aanvankelijk niet wilde wijken is sindsdien besloten om voor Galileo andere frequenties te gebruiken dan voor GPS, wat de mogelijkheid opent om het ene navigatiesysteem te storen en het andere niet. De lancering van de eerste twee volledig functionele satellieten voor Galileo staat gepland voor oktober 2012.
De Sovjet-Unie begon in 1976 met haar systeem GLONASS. De planning was daarbij dat het systeem in 1991 wereldwijde dekking zou bieden. Het zou tot 1995 duren voordat het zover was. Vervolgens werd het systeem door gebrekkig onderhoud als gevolg van de Russische economische crisis onbruikbaar. Vanaf 2003 werd een begin gemaakt met het herstel en sinds 2010 is het systeem met in totaal 26 satellieten weer volledig binnen het Russische grondgebied bruikbaar. Van de 26 satellieten zijn er momenteel vier in onderhoud en twee worden er als reserve achter de hand gehouden. Om wereldwijd te werken moeten er binnen het systeem 24 volledig functionele satellieten zijn. GLONASS is sinds mei 2007 net als GPS gratis beschikbaar voor civiel gebruik. Het Russische systeem, oorspronkelijk ontworpen voor het nauwkeuriger richten van ballistische raketten, heeft in oorsprong een horizontale precisie van tussen de 58 en 68 meter en een soortgelijke verticale nauwkeurigheid. Bij de voorloper van GLONASS - Tsiklon genaamd - duurde het tussen de een en twee uur om de positie nauwkeurig te bepalen. GLONASS echter geeft binnen een fractie van een seconde het resultaat. Huidige GLONASS-ontvangers zijn iets minder nauwkeurig dan het Amerikaanse GPS-systeem. Ruwweg de helft van de GLONASS-apparatuur kan ook met GPS-data overweg. Door de resultaten van beide systemen met elkaar te combineren neemt de precisie met ongeveer een factor twee toe. Deze apparaten zijn ook in een militaire variant verkrijgbaar.
FDMA/CDMA
komen. In tegenstelling tot het Amerikaanse GPS-systeem is Galileo vooral bedoeld voor civiel gebruik. Het zal echter voor militaire gebruikers en betalende klanten wel een extra hoge resolutie (grotere precisie) bieden. Tot ergernis van de Amerikanen is Europa maar in zeer beperkte mate bereid om bij militaire conflicten het gebruik van het systeem onmogelijk te maken. Behalve Europa zijn ook Israël, Noorwegen, Zuid-Korea, Marokko en Oekraïne deelnemers in het project. China, dat vanaf 2003 meedeed, haakte in 2006 af om een eigen navigatiesysteem op te zetten.
Neergeschoten vliegtuig Het initiatief voor het Amerikaanse GPSsysteem werd in feite genomen in 1973. Na het neerschieten van een Koreaans passagiersvliegtuig boven Russisch grondgebied nam president Ronald Reagan in 1983 het besluit om het systeem gratis voor civiel gebruik toegankelijk te maken, zodra dat voldoende zou zijn uitontwikkeld. De eerste testsatellieten werden vanaf 1978 gelanceerd. De eerste satelliet voor het definitieve systeem werd gelanceerd in 1989 en de 24ste die het systeem vervolmaakte, in 1994.
GLONASS werkt met dezelfde modulatietechniek als GPS (BPSK), maar wordt uitgezonden in FDMA (Frequency Division Multiple Access). Dit is een ietwat oudere techniek, analoog aan zeg maar een 27 MHz-bakje, waarbij elk signaal zijn eigen frequentiekanaal krijgt. Ook oude telefooncentrales werkten op deze manier. Modernere technieken gebruiken vaak TDMA (Time Division Multiple Access, een kanaal wordt in tijd verdeeld tussen de gebruikers), en voor systemen als GPS en Galileo wordt CDMA (Code Division Multiple Access) gebruikt. Dit is een vorm van spread-spectrum-modulatie die aan iedere zender een eigen code toekent, waardoor deze een gemeenschappelijk radiokanaal kan gebruiken, samen met andere zenders/ gebruikers. De VS en Rusland hebben een gemeenschappelijke werkgroep die zich buigt over de interoperabiliteit tussen GPS en GLONASS, en in 2006 is bilateraal afgesproken
Verbinding januari 2011
37
Kort na de millenniumwisseling bouwde de Nederlandse radioamateur William Leijenaar voor de aardigheid een voor gebruik in satellieten geschikte radiotransponder. Toen hij hierover in het buitenland een lezing hield werd hij na afloop aangesproken door een uit India afkomstige toehoorder, die het erg jammer vond dat de transponder niet gelanceerd zou worden. Al snel bleek de man over de mogelijkheid te beschikken om de transponder kosteloos te laten lanceren, en na een programma van pre-flight-tests, deels bij Leijenaar thuis uitgevoerd, is de transponder vervolgens gelanceerd. (zie: http://www.qsl. net/pe1rah/). dat GLONASS op termijn zal overgaan op CDMA. De satellieten die vanaf 2010 worden gelanceerd zijn tevens geschikt voor CDMA (ze zenden zowel FDMA als CDMA uit) en zijn daarmee compatibel met de ontvangers voor het vernieuwde GPS, Galileo en het Chinese COMPASS-systeem.
Loslopend vee GLONASS is standaard geschikt om bijvoorbeeld de positie van loslopend vee in afgelegen gebieden te volgen; dit gebeurt met behulp van een halsband en een transponder. Waar Galileo de beschikking krijgt over een search-andrescue-transponder voor noodsituaties, wordt GLONASS inmiddels uitgevoerd met een systeem (GLONASS ERA, Emergency Response to Accidents) dat bij voertuigen in geval van een ongeluk automatisch een alarmmelding met de positiegegevens naar hulpverlenders als politie en ambulancediensten stuurt. Daarnaast staat een sociaal alarmeringssysteem genaamd ‘Social GLONASS’ gepland, dat ouderen en mensen met een beperkt gezichtsvermogen moet ondersteunen. Wanneer GLONASS dit inderdaad in de nabije toekomst realiseert, is het systeem op slag zowel GPS als Galileo een stuk voorbijgestreefd. Vanaf 1 januari 2011 geldt voor de Russische Federatie overigens dat 25% extra invoerrechten betaald moeten worden op GPS-apparatuur (inclusief smartphones), indien het GLONASS-systeem niet wordt ondersteund. Is dit wel het geval, dan vervalt deze invoerheffing. India participeert sinds 2004 als enig ander land in het GLONASS-systeem, daarom biedt GLONASS behalve dekking op het Russisch grondgebied ook dekking op Indiaas territorium.
China: COMPASS China werkt, zoals eerder in dit artikel al werd aangestipt, aan een eigen navigatiesysteem. Het COMPASS-systeem is een systeem dat
met vergelijkbare technieken gaat werken als GPS en Galileo. Het systeem is ook bekend onder de namen Beidou-2 en BD-2. COMPASS is een vervolg van Beidou-1 (volgens een ander concept, maar van dezelfde hoofdontwerper Sun Jiadong) en zal bestaan uit zowel geostationaire satellieten (GEO) als dertig satellieten in een MEO (middelhoge baan om de aarde) en zal wereldwijd dekkend zijn. Ook dit satellietnavigatiesysteem zal zowel
Delfi C3 Het Nederlandse initiatief Delfi C3, een innoverende satelliet gemaakt door enkele studenten uit Delft, is een echt voorbeeld van een nanosatelliet. De afwezigheid van een accu in de satelliet werd creatief opgelost door hobbyisten wereldwijd te vragen om de telemetrie van de satelliet op te vangen en te decoderen en naar Delft te sturen. Hier werd vervolgens op grote schaal gehoor
Hele kleine satellieten kunnen ook vaak gratis of tegen weinig kosten ‘piggy-back’ gelanceerd worden. een voor iedereen waar ook ter wereld open dienst bevatten en een militair deel. De frequenties van COMPASS zullen die van Galileo deels overlappen. In april 2010 werd de eerste pilot-satelliet van dit systeem gelanceerd. Begin november waren in totaal al zes satellieten gelanceerd, terwijl een zevende voor december gepland stond.
Micro- en picosatellieten Behalve een trend naar hogere technologische niveaus is er ook duidelijk een trend waarneembaar naar kleinere afmetingen zoals microsatellieten en nanosatellieten. De kosten hiervan liggen significant lager, waardoor het bouwen en vooral lanceren van satellieten steeds meer binnen ieders bereik komt. Satellieten kunnen ook vaak gratis of tegen weinig kosten ‘piggy-back’ gelanceerd worden: kleine satellieten reizen dan mee in de loze ruimte die rondom grotere satellieten bestaat. Kleine satellieten worden naar gewicht als volgt onderverdeeld: minisatellieten (100-500 kg, inclusief brandstof), microsatellieten (10-100 kg), nanosatellieten (1-10 kg) en picosatellieten (tot 1 kg).
aan gegeven (er is tenslotte altijd wel een hobbyist wakker op plekken waar de zon wel schijnt...). Wanneer de satelliet in de schaduw van de aarde kwam, dan ging hij in een slaapmodus. De Delfi C3 was bovendien de eerste satelliet waarin op grote schaal gebruik werd gemaakt van Bluetooth-achtige draadloze communicatie om op gewicht aan koperen bedrading te besparen. Delfi C3 is opgebouwd uit drie zogenaamde Cubesateenheden, die elk één kilo wegen (www. delfic3.nl). In principe is het in een baan om de aarde brengen van een eigen satelliet al voor iedereen bereikbaar. Als het bedrag toch nog een probleem is, dan levert het houden van een handvol betaalde lezingen aan geïnteresseerden over het project wellicht al de middelen om zoiets te bekostigen. Het Californische bedrijf Interorbital biedt al enige tijd een bouwpakket voor een satellietcontainer aan voor 8000 dollar - en de kosten om deze in een baan om de aarde brengen zijn hierbij inbegrepen! (http:// interorbital.com/TubeSat_1.htm)
38
Verbinding januari 2011
Complexe klus op tijd geklaard
Nieuw communicatiesysteem voor RAV Brabant MWN De Regionale Ambulancevoorziening Brabant MiddenWest-Noord was op zoek naar een nieuw voertuignavigatiesysteem, dat goed kon communiceren met de meldkamer Ambulancezorg. Daarnaast moest de hardware ten behoeve van het digitaal ritformulier worden vervangen. Hieronder het verslag van een complexe klus. D R H
De Regionale Ambulancevoorziening (RAV) Brabant Midden-West-Noord beschikt over twee meldkamers, in Tilburg en in Den Bosch. De RAV heeft 365 medewerkers, verdeeld over dertien standplaatsen. In 2009 reed men 103.803 keer uit. Het aantal voertuigen bedraagt 66, verdeeld over 61 ambulances en vijf rapid responders. Het Digitaal Rit Formulier (DRF) stond niet ter discussie. De RAV Brabant Midden-West-Noord heeft samen met het traumacentrum, RAM Mobile Data en Face aan de wieg gestaan van het Navara DRF, dat sinds 2007 operationeel wordt ingezet. Vanuit een geformeerde werkgroep voertuignavigatie kwam een aantal software-eisen op tafel. Zo moest het kaartmateriaal te beïnvloeden zijn voor OOV-specifieke zaken. Daarnaast wilde men een koppeling met de MKA om incidentinformatie te ontvangen en eiste men dat het concept zich al had bewezen. Ook voor de hardware werd een aantal bepalende aandachtspunten geformuleerd. Zo wilde men geen tablet-pc meer voor het DRF, maar een vaste opstelling in de ambulances. Die moesten vanuit de stoel te bedienen zijn. Speciale aandacht ging uit naar energiebeheer en warmtebelasting. Ten slotte wilde
Skopos
men een koppeling met diverse apparatuur in de ambulances. Dit geheel resulteerde in de volgende lijst: één voertuig-pc, twee aanraakschermen, een locator/modem, een speaker voor de navigatie-instructies, een USB-hub en een draadloos toetsenbord. Wat verbindingen betreft gebruikt men Mobitex voor incidentinformatie en AVL (Automated Vehicle Locator), GPRS/UMTS voor DRF-berichtenverkeer, Bluetooth voor de koppeling met medische apparatuur en WiFi voor pc-beheer en -onderhoud op afstand.
Ger Egberink is senior adviseur bij Skopos. Zijn bedrijf werd ingehuurd door de RAV om het project voor elkaar te krijgen. Hij legt uit hoe zo’n project begint. “In het voortraject maak ik graag een inventarisatie van wat men allemaal wil. Dit leidde tot een wensenlijst waar eigenlijk alles wat je kunt bedenken mogelijk moest zijn en waar, om dit te realiseren, allerlei ontwikkeltrajecten moesten worden opgestart omdat een dergelijk systeem er simpelweg nog niet is. Kijkend vanuit de organisatorische context is vervolgens een schifting gemaakt naar nice-to-have en musthave en dit is vertaald naar eisen en wensen ten aanzien van de hardware.” De klus was dusdanig groot, dat Egberink zich gedwongen zag het project in stukken op te delen: hardware, verbindingen, organisatie rondom voertuignavigatie en optimalisatie van het DRF. Complicerende factor was de tijdsdruk die op het project rustte. De RAV was namelijk op hetzelfde moment bezig met de aanschaf van 31 nieuwe ambulances, waarvan het leveringsmoment door de fabrikant vervroegd was. Prioriteit werd in eerste
Verbinding januari 2011
39
Automotive E13
instantie gelegd bij het kiezen van een stabiel hardware-platform en dito verbindingen: bedrijfszekerheid gaat immers voor alles.
Veel partijen Als projectleider ervoer Egberink het technische aspect niet als extra complex. “De moeilijkheid van een project als dit is namelijk dat er erg veel partijen bij betrokken zijn met elk hun eigen agenda’s en prioriteiten, en je hebt ze allemaal nodig om jouw bedrijfszekere oplossing te realiseren. Voeg hieraan toe de tijdsdruk, het zo min mogelijk belasten van de operationele organisatie en een diversiteit in voertuigen en je hebt een hele uitdaging.” Ook de nazorg is bijzonder belangrijk. Egberink: “Technisch gezien is alles uitvoerig getest en goed bevonden in een uitgebreide pilot en hebben alle opgeleverde installaties een banktest voor inbouw en een acceptatietest voor inbedrijfstelling ondergaan. Eenmaal operationeel blijken er zich toch altijd wat problemen voor te doen en juist deze vergen bijzonder veel tijd en aandacht. Er is nu namelijk een ander publiek: de gebruiker. Deze eist volkomen terecht een werkend systeem dat
hem ondersteunt in zijn werk maar is over het algemeen technisch minder onderlegd.” De snelheid waarmee problemen worden opgelost is van wezenlijk belang voor de acceptatie van de oplossing bij de doelgroep. Egberink: “Vanuit de gebruikers komt bijvoorbeeld de melding “hij doet het niet”, waar je in eerste instantie niets mee kunt maar waarvan wel verwacht wordt dat het wordt opgelost. Hier ligt een belangrijke rol voor de projectleider: probleemanalyse. De gebruiker beleeft de techniek op zijn eigen wijze, de oorzaak van bovenstaande melding kan variëren van een defecte zekering tot een verkeerde instelling op een landelijke server. Afhankelijk van de analyse wordt een leverancier ingeschakeld of krijgen de gebruikers extra uitleg of instructies.” De RAV Brabant Midden-West-Noord heeft tijdig onderkend dat een project van deze omvang zijn eigen projectleider nodig heeft, die naar gelang de fase van het project fulltime beschikbaar is. Het kiezen van de juiste partners (leveranciers) is een essentiële factor in het succesvol afronden van een dergelijk project.
De hardware werd geleverd door Koning & Hartman. Rob Tolk, senior accountmanager overheid bij het bedrijf: “Skopos liep er tegenaan dat de RAV de mobiele dataterminals wilde vervangen. Ze kozen voor de Nexcom VTC-Serie computers, ontwikkeld voor montage en gebruik in voertuigen. Het is een fanloze mobiele dataterminal en heeft een doordacht ontwerp met daarbij het automotive E13-keurmerk. Het apparaat wordt onder meer toegepast in het openbaar vervoer en in taxi’s. Deze Mobiele Data Terminal (MDT) beschikt over de laatste processortechnologie en biedt de nieuwste mogelijkheden. Speciale harddisk-technologie garandeert de werking ook onder extreme omstandigheden.” Door de aanwezigheid van twee videouitgangen is het mogelijk om twee applicaties onafhankelijk van elkaar op twee schermen weer te geven. Met behulp van een optieboard is het mogelijk om een derde scherm aan te sluiten of, met een extra videokaart, camerabeelden weer te geven. Tolk: “Wij waren net zover dat we met Nexcom een onderzoek hadden afgerond of het apparaat geschikt is om in te bouwen als mobiele dataterminal in een brandweer- of ziekenauto. Het bleek dat we het concurrerend konden aanbieden.” De RAV had de partijen aangewezen: Ram Mobile Data, CityGIS, Koning & Hartman en Skopos als projectleider. Ondanks het feit dat Koning & Hartman niet de aannemer van de klus was, kreeg het toch de opdracht alles te koppelen. Rob Tolk: “We hebben deze taak op ons genomen, omdat we aanvoelden dat deze combinatie heel succesvol kon zijn. We hebben het geheel uitvoerig in-house getest. Samen met de partners hebben we afgesproken dat we, voordat we ook maar een enkel product naar de klant sturen, het uitgebreid testen. Een volledige banktest, met alles erop en eraan.”
Andere regio’s Het concept dat nu is gerealiseerd, blijkt goed te werken. Momenteel wordt bekeken of hetzelfde concept kan worden uitgevoerd in andere regio’s. Tolk: “We merken dat de OOV-markt steeds meer informatie op straat bij de hand wil hebben, inclusief videomogelijkheden. Dat betekent meer breedband. Voor ons en voor de klant is het dus zaak om de huidige apparatuur uit te voeren met betere specificaties dan nodig is. De processorcapaciteit is ruim voldoende, dat is belangrijk. Maar wellicht nog belangrijker is dat alle apparatuur de standaarden aankan. Dat is hier goed gelukt.”
40
Verbinding januari 2011
Motorola Solutions introduceert TETRA-portofoon voor brandweer De Solutions divisie van Motorola introduceert de MTP830 S. Deze TETRAportofoon is speciaal ontworpen voor brandweerkorpsen die behoefte hebben aan eenvoudig te gebruiken apparaten die betrouwbare communicatie mogelijk maken in kritieke situaties. De nieuwe TETRA-portofoons bieden brandweerlieden tal van nieuwe mogelijkheden. Bijvoorbeeld een grotere, multifunctionele draaiknop voor de volumeregeling en een vereenvoudigd toetsenbord dat sneller toegang biedt tot communicatiefuncties, zoals groepsoproep. De nieuwe MTP830 S TETRA-portofoon onderscheidt zich door zijn robuuste en intuïtieve ontwerp. Het apparaat beschikt over een groot, vereenvoudigd toetsenbord, dat ideaal is bij bediening
We connect! Electronics & Telematics biedt u de beste producten die perfect op elkaar zijn afgestemd. Maar ook kennis en innovatie van de beste toeleveranciers, zodat u zeker weet dat onze oplossingen perfect werken. Niet voor niets is ons motto ‘We connect!’. We connect de beste elektronica connectoren, kabels en kabelassemblies. Maar bovenal de behoefte van onze klanten aan een passende oplossing.
>> En dat verschil merkt u! Bel snel 0031 (0)70 4141655 voor onze catalogus!
Koopmansstraat 7, 2288 BC RIJSWIJK, tel. 0031 (0)70 4141655, fax. 0031 (0)70 3193208, e-mail [email protected], www.etconnect.biz
met handschoenen. De multifunctionele draaiknop maakt het makkelijker om het volume te regelen en TETRAgespreksgroepen te wijzigen. Met behulp van de ingebouwde ‘man down’-sensor kan direct een noodoproep worden uitgezonden in geval van noodsituaties waarbij een gebruiker gewond is of zich niet kan bewegen. De geïntegreerde GPS-ontvanger verstrekt bovendien locatie-informatie en ondersteunt zo de signaalopvolging. Dit draagt bij aan een hogere veiligheid voor de gebruiker. ETSI class 3L (1,8 W) zendvermogen en verhoogde gevoeligheid van de ontvanger dragen bij aan het verbeteren van de dekking in TMO- en DMOsituaties. Dit verzekert brandweerlieden van communicatie binnen een groter gebied en betere dekking in gebouwen en de bebouwde omgeving. De robuuste MTP830 S is ontworpen om sterke waterstralen en stof te weerstaan, volgens IP55 (Ingress Protection rating) certificering; een absolute voorwaarde voor gebruik door de brandweer.
STP8238: een nieuw instapmodel Bij Sepura wordt de 8000 reeks aangevuld met een derde draagbare radio, de STP8238. Ten opzichte van de klassieke STP8038 hebben de tweelingbroertjes STP8238 en STP8138 een vereenvoudigd toetsenbord gemeen. Deze modellen zijn dus zeker geschikt voor radiogebruikers die werkhandschoenen dragen. De STP8238 valt te herkennen aan de 3 extra functietoetsen. Dit toestel gaat nog een stap verder in het streven naar eenvoud door zijn monochroom scherm en een IP54 bescherming tegen waterspatten en stofdeeltjes (IP55 bij de andere modellen).
Verbinding januari 2011
Contact? In de afgelopen tien jaar is de hoeveelheid informatie die wij tot ons nemen vele malen intensiever geworden dan de vijftig jaar daarvoor. Maar wat doen we er eigenlijk mee? In veel gevallen wordt de informatie alleen globaal gelezen, met als resultaat dat deze informatie slechts een korte bevrediging is van de behoefte om iets te weten wat iemand anders nog niet weet. Veelal wordt die nieuwe informatie snel online gecommuniceerd, waarna de informatie binnen enkele uren weer wegebt in de vergetelheid. Met de opmars van de sociale media websites als LinkedIn, Facebook en Hyves maar ook via e-mail zijn we constant in contact met elkaar. Soms kan dit leiden tot situaties waarin men via deze media aangeeft wat er vanavond op tafel staat of dat men op een bepaalde datum op vakantie gaat. Maar is het wel zo verstandig al deze informatie met iedereen te delen? Is de informatievoorziening dan nog wel zo effectief of heeft het een tegengesteld Spraakcommunicatie binnen de Openbare Orde & Veiligheidssector is nu wel in orde. De spraakkwaliteit van het C2000- en ASTRIDnetwerk is goed. Daar waar er voldoende dekking is werken beide systemen veelal naar volle tevredenheid. Het gebruik van draadloze datacommunicatie ligt iets anders. Informatievoorziening in deze sector is vaak van levensbelang en het kan in veel gevallen levens redden. Helaas zien we hier toch nog in tegenstelling tot ons privéleven een achterstand in de manier van het gebruik van mobiele datacommunicatie. Wat is de toekomst van mobiele datacommunicatie binnen de OOV? De netwerken en applicaties zijn reeds beschikbaar. Nu nog de implementatie. Met het samenvoegen van de politieregio’s in Nederland kunnen we dan ook verwachten dat besluitvorming met betrekking tot dit soort cruciale beslissingen bespoedigd zal worden. Het leidt in ieder geval tot een synergetische werking. De politie zal effectiever op kunnen treden, de burger is hierdoor beter geholpen en het bedrijfsleven kan er uiteindelijk ook zijn graantje van meepikken.
G J W
Jabra Speakerphone Jabra introduceert nieuw Jabra Cruiser II Speakerphone. Op handsfree bellen en andere afleidingen tijdens het rijden in de auto wordt steeds meer gelet en bekeurd. Een voorbeeld van een handsfree oplossing met groeiende populariteit is de Jabra Cruiser II. De Jabra Cruiser II kan zonder moeite worden bevestig aan de zonneklep en is meteen klaar voor gebruik. Productkenmerken: superieur geluid voor handsfree gesprekken in de auto, multiuse (gelijktijdig aan te sluiten op 2 Bluetooth-apparaten). voice guidance, dubbele microfoon-technologie.
Birdy III: pager met vele mogelijkheden
De Birdy III is een door de firma TPL Systèmes ontwikkelde pager voor de Europese brandweermarkt. Het gaat om een robuuste en ergonomische pager die eenvoudig is in gebruik en heel wat mogelijkheden biedt: • ontvangstbevestiging: dankzij de gsm/ gprs-module kan de pager automatisch een ontvangstbevestiging sturen en kan de brandweerman bovendien bevestigen of hij al dan niet gevolg geeft aan de oproep; • beschikbaarheidsmelding: de brandweerman kan zijn beschikbaarheidsstatus via de pager doorgeven; • geofencing: de pager kan optioneel worden uitgerust met een gps-module zodat zichtbaar kan worden gemaakt of de ontvanger zich al dan niet binnen een bepaalde straal rond de kazerne bevindt; • bericht verzenden: vanaf de pager kan een bericht worden verstuurd naar de alarmeringsterminal om bijvoorbeeld een noodprocedure in gang te zetten; • badge-functie: de pager kan worden gebruikt als toegangsbadge via een interne module voor toegangscontrole.
41
42
Verbinding | januari 2011
Van SIM-kaart naar SIM-kwartetten en zwartepieten Een GSM functioneert alleen met een SIM-kaart. Het is het kenmerkende deel van het GSM-communicatiesysteem. Daar staan de gegevens op die de provider nodig heeft om te zien of u abonnee bent, etc. Op die wijze is de provider er zeker van wie het is en wat er op zijn netwerk komt. Naast ‘de spraak’ GSM zijn er inmiddels meer draadloze communicatiesystemen die gebruik maken van het GSM-net, namelijk systemen voor antiek gezegd - ‘datacommunicatie’. Internetcommunicatie dus... In deze laatste smaak is er echter een scala aan mogelijkheden: gaat het om internetten op je handheld met dat veel te kleine scherm om veel te willen zien en daardoor veel te scrollen, of is het een groter scherm? Dat laatste is dan misschien wel een systeem wat aan de smartphone gekoppeld is, of is het een laptop met een dongle die de internetverbinding verzorgt? Het doorkoppelen van bijvoorbeeld de iPhone of de BlackBerry kan zo’n dongle-constructie weer vermijden. Het wordt wel IP-modemen genoemd om via je smartphone datatoegang op je laptop te krijgen. Daar zijn juist de providers weer niet dol op, ze verkopen liever weer een SIM-kaart voor het volgende apparaat. De nomadische werker heeft ook wel een aantal apparaten nodig om in de internet- en de bitten-jungle te kunnen overleven met een laptop, een smartphone, of op nog zwaardere rurale momenten een iPad. In die zin reduceert bijvoorbeeld de Galaxy Tab dit spel weer met één SIM-kaart, omdat deze de combinatie biedt van telefonie en internet in één systeem. In feite wordt er door een groot aantal apparaten in de markt een scheiding gemaakt tussen spraak en data, waardoor verschillende SIM’s noodzakelijk zijn. Een duo-SIM is dan geen goede oplossing, omdat gelijktijdig actieve duo-SIM’s rare verschijnselen geven voor de bereikbaarheid, ook al gaat het voor de ene helft om de data- en voor de andere helft om de spraakfunctie. Is er voor ‘elders’ de SIM-kaart, voor thuis is er de vaste aansluiting en ADSL/kabel. Echter, die zou weer overtollig moeten zijn als GSM/UMTS buiten (binnen?) de deur voldoet. Het handvol aan abonnementen en Simkwartetkaarten maakt het digitale leven echter nodeloos duur. Dit gebeurt ook al door fysieke aspecten, omdat de ‘gewone’ SIM-kaart al anders is dan bijvoorbeeld de micro SIM-kaart, zoals die bijvoorbeeld in de iPad past. Het is natuurlijk ook een providerbelang om zoveel mogelijk SIM-kaarten/abonnementen af te zetten. Het is niet voor niets dat de IP-modemfunctie niet of nauwelijks wordt ondersteund, en eigenlijk geblokkeerd wordt door providers. In feite zijn de mobile providers op een aantal manieren bezig de klok terug te zetten: niet een SIM-kaart per persoon, maar een SIM-kaart per device, niet afrekenen meer per seconde maar per minuut, geen ongelimiteerde dataverbinding, maar FUP (ja lang geleden uitgestorven woord: fair use policy, of liever inmiddels ‘flut use policy’. Op alle manier wordt getracht de abonnee in negatieve zin te verrassen. Afrekenen per minuut wordt alleen en altijd naar boven afgerond. Zo is 1 minuut en 2 seconden: 2 minuten van de bundel en 1,5 minuut ook, niet respectievelijk 1 en 2 minuten... De consequentie is dat er 25% tot 40% meer beltijd ingekocht moet worden, doordat we moeten afrekenen voor iets wat niet gebruikt is (klinkt als…). Bij overschrijding van het datavolume in de flut use policy wil een enkele provider nog wel een SMS sturen, maar zeker in de zakelijke omgeving is het niet mogelijk de rest van de maand dan maar van verder gebruik af te zien. Buiten-bundel tarieven liggen exorbitant hoog. Er gaat zich voor de gebruiker dus een onzichtbare bittenstroom vertonen, die eind van de maand gecashed wordt door de provider. De essentie is dat mobiele providers bezig zijn geld te schrapen en dat er alleen, althans in de zakelijke markt, met een scherp omschreven aanbesteding tegengas gegeven kan worden. Alleen zo kunnen we de combinatie van een scherpe kostenstijging bij minder functionaliteit en service voorkomen. M O (@.) O T M C. V : ../..
Colofon Verbinding is een vakblad over mobiele communicatie in de openbare orde & veiligheidssector. Jaargang 32, januari 2011, nr 1 Verbinding verschijnt tienmaal per jaar. Toezending geschiedt op abonnementsbasis en middels controlled circulation. Uitgever Henk van Beek Hoofdredacteur Henk van Beek Eindredacteur Paul Matthijsse Redactie Postadres Postbus 82, 2460 AB Ter Aar Telefoon: 0172-782120 Administratie: [email protected] Abonnementen: [email protected] Redactie: [email protected] Website: www.verbinding.nl Advertentie-exploitatie BMM Bureau voor Marketing en Media Mike de Jong Leidse Schouw 2 1250 AB Alphen aan den Rijn Telefoon: 06-10825993 E-mail: [email protected] In dit nummer bijdragen van Henk van Beek, Jan Biemolt, Hans Borgonjen, Job Konijnenberg, Maarten Oberman, John Plek, Hans Vandam, Robbert Hoeffnagel Ontwerp en opmaak ONTWERPERS DIE MEEDENKEN.NL Druk 3L Drukkerij BV, Rotterdam Een jaarabonnement op VERBINDING kost € 54,95 inclusief 6% BTW, over te maken op bankrekening 1062.74.619 t.n.v. FenceWorks B.V. in Alphen aan den Rijn, onder vermelding van ‘jaarabonnement Verbinding’. Een jaarabonnement loopt gelijk met het kalenderjaar. Een jaarabonnement wordt aangegaan tot schriftelijke wederopzegging en automatisch gecontinueerd indien niet voor één november van het lopende jaar schriftelijk is opgezegd. Kopij kan worden ingezonden in overleg met de redactie. Geplaatste artikelen hoeven niet noodzakelijkerwijs de mening van de redactie te vertegenwoordigen. De redactie noch de uitgever aanvaarden enige aansprakelijkheid voor de inhoud van artikelen van derden, ingezonden mededelingen, advertenties en de juistheid van genoemde data en prijzen. Fotokopie en overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk op welke wijze dan ook, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie en onder vermelding van: ‘Overgenomen uit Verbinding, vakblad voor professionele telecommunicatie’. Met de vermelding van het jaar en het nummer. ISSN-nummer 1386-4300 VERBINDING is een uitgave van FenceWorks BV.
DE KUNST VAN HET VERSTAAN
...
...
VEILIGE RADIOCOMMUNICATIE START MET LUISTEREN Elkaar verstaan is essentieel in situaties waar mensenlevens op het spel staan. Gebrek aan bereik, bezette gesprekskanalen of zelfs uitval van apparatuur zijn zaken die fatale gevolgen kunnen hebben. Verstaan begint bij goed luisteren. Daarom zijn we vooral geïnteresseerd in uw wensen en eisen. We combineren dat met onze kennis én kwalitief hoogstaande (ATEX) apparatuur. Het resultaat: op úw bedrijf toegespitste radiocommunicatie waar u op kunt vertrouwen.
Zo kunt u advies, bereikmetingen, maatwerk en apparatuurkeuze in één hand houden. Dat kan resulteren in een geïntegreerd systeem met (explosieveilige ATEX) portofoons en koppelingen naar paging, meldkamersystemen, telefooncentrales en slagboominstallaties. En kopen hoeft niet. Huren kan ook.
www.flash-services.com
AB%0'C"/D/%-/.B/($%1D% '-E/(%F'-.('D/G% 5/%23>68%5("&/%H/*.%*'I.B1(/%/-%H8>J%8/("/%K/.B'($%8F1--/(*%+/&/-%, //-%F'0)D//.%C//DE%&1-%E/%$B1D"./".%&1-%,B%0'C"/D/%-/.B/($ J%%?8>L65?6=%:95>;L48M;=%NH6=%:N;K=%:">;O=%5PQRHL4=%H6H2; J%%?/D"#$."#E"+%0/./-%0/.%01J@%ST%./*.0'C"/D/J%%H8>J%8/("/%*F1--/(*%&''(%&/DE*./($./%0/."-+/-%.'.%T%?4U J%%41-E'&/(LK/"+VC'(V''ELW-./(I/(/-F/%1-1DXU/( J%%51.1%Y,1D".XLM68Y%8)//FV%Y,1D".XLK/.B'($%M('CD/0%;-1DXU/( J%%K,%''$%23>68Z?3%:1D$%H/*.%8X*./0
2/1EX%I'(
KW6A:[ 5/%//.:W<;25%&''(%*-/D%/-%/II"F"/-.%+/C(,"$ J%%P8:2=%5"*.1-F/%.'%a1,D.=%91CD/%N'**=%M'B/(%0/."-+/J%%;,.'01."*FV/%+/-/(1."/%&1-%./*.(1))'(./J 2'C,,*.=%E(,")B1./(E"FV.%/-%\=b%,,(%C1../("#F1)1F"./".
Q/D%'I%01"D%'-*%&''(%0//(%"-I'(01."/[ H/D[% c_cRTccSdZS 6R01"D[% "-I'@-De('VE/R*FVB1(U@F'0 :/C[% BBB@('VE/R*FVB1(U@F'0 !"#$%&''(%)("#*+,-*."+/%./*.%/-%0//.1))1(1.,,(%&123456%7%894:;2<=%4;>6?=%/@1@%''$%')