An die Freunde Hoofdstuk 1, tekst 1. Rudi bekommt einen platzverweis Rudi krijgt een gele kaart 1. Vertaal de titel van dit tekst Rudi het varken wordt weggestuurd van het voetbalveld 2. Vertel in je eigen woorden hoe Rudi ‘beim training regelrecht mit machte’ Hij rende mee als hij de bal kon halen 3. Rudi werd op twee manieren via de media bekend, namelijk door… Journalist/krant en tv 4. Rudi brachte gluck. Geef hiervan twee voorbeelden uit de tekst Toen hij weg was gestuurd verloren ze alleen maar Meer geld werd er verdiend, want meer mensen kwamen kijken 5. Vertel in één zin welke uitwerking de ‘schlachtruf’ op Rudi had Hij wordt wild en wild en hij wilde mee doen 6. Von dem tag an, namelijk de dag waarop, maak de zin af Hij door de scheidsrechter van het veld werd gestuurd 7. Undi Rudi verstand C Dat de spelers het niet met de scheidsrechter eens waren 8. Wat vond vader Unsinn? Ze konden niet winnen zonder Rudi 9. Um das, was dann geschah, zu verstehen…. Vertel in je eigen woorden wat er precies gebeurde met de grensrechter Rudi maakte de broek kapot van de grensrechter 10. De verteller van het tekst, Zuppi suggereert dat Rudi logisch kan denken, net zoals mensen. Geef hier een voorbeeld van Hij herkent de scheidsrechter en hij voelde het aan als de spelers het niet eens waren met de scheidsrechter, hij snapt het spel, hij had in de gaten wanneer er een fout gemaakt was. 11. Waarom zouden verhalen als dit zo succesvol zijn? Noem minstens één reden. De kinderen vinden het leuk omdat dieren normaal niet zo zijn De schrijver van dit tekst, Uwe Timm, is een van de succesvolste Duitse schijvers van kinder- en jeugdboeken en heeft ook meerdere spannende romas voor volwassenen geschreven. Rennschwein Rudi Russel droeg hij op aan een van zijn eigen kinderen. Het boek werd in 1990 tot jeugdboek van het jaar uitgeroepen. Het boek is ook verfilmd. In 1995 werd deze film met de Bayrische Kinderfilmpreis bekroond.
Hoofdstuk 1, tekst 2. Rumpelstilzchen repelsteeltje 1. Wat is de Nederlandse titel van dit sprookje? Repelsteeltje 2. Vertel dit sprookje in een paar zinnen na. Een klein mannetje helpt een molenaarsdochter bij het spinnen van goud uit stro. In ruil daarvoor moet ze haar pasgeboren zoon afstaan, behalve als ze de naam van het kleine mannetje weet te raden. Maar ja, niemand weet, dat hij Repelsteeltje heet… 3. In het eerste couplet van het lied worden drie personen genoemd, aangeduid met hun beroep. A. Schrijf de beroepen op en geef de Nederlandse vertaling ervan Pfarrer pater Schutzmann politieagent Friendhofdwärter kerkhofbewaker
B. Ze doen alle drie iets wat voorhun normale werk min of meer ongewoon is. Schrijf op wat hun normale werk is en wat voor ongewoons ze doen Pater Normaal: Preken Nu: kerk uit rennen Politie agent Arresteren Nu: in een plas vallen Kerkhofbewaker Graven bewaken Nu: er zelf in gaan liggen 4. Da habe ich die Hand im spiel, Vertaal deze zin met een Nederlandse uitdrukking en geef in je eigen woorden weer wat het betekent. Het spel in de hand hebben Invloed erop hebben 5. Heimlich rückwärts lauern. Wat zien de soldaten dan? Ze kijken stiekem achterom en zien helemaal geen vijanden, ze zijn er voor niets. 6. Wat heeft de rechter uit regel 20 niet in de gaten? Dat ze vrouw grijs aan het worden is en dat ze een oogje heeft op iemand anders. 7. Es ist gut dass niemand weiß das.. Als Pfarrer, de Schutzmann en de anderen het wel hadden geweten, wat hadden ze dan gedaan? Dan hadden zich nooit laten bedriegen 8. Wat voor onheil veroorzaakt Rumpelstilzchen in het derde couplet onder andere? Beschrijf één van de genoemde situaties? Hij verstopt zich achter de spiegel bij de vrouwen. 9. Welke verklaring geeft de verteller voor het ontstaan van Gänsehaut Tanden op het glas 10. Wat is volgens jou het verschil tussen een sprookje en een gewoon tekst? Noem minstens twee verschillen? - In een sprookje zitten mensen die niet echt bestaan - Sprookje loopt altijd goed af - In een sprookje kan het niet waar zijn 11. Vind je Rumpelstilzchen uit dit lied een sympathiek of een onsympathiek mannetje? En waarom vind je dat? Onsympathic omdat hij mensen bedriegt en hij wil iets van ze en dat krijgen ze alleen terug als ze zijn naam weten 12. Omschrijf de moraal van het sprookje Rumpelstilzchen dat je bij opgave 2 hebt naverteld - Je moet niet opscheppen - Mensen hebben nooit genoeg - Geen dingen beloven die je niet waar kan maken 13. Schrijf de namen va nnog vier andere sprookjes van Grimm op en zoek de Duitse namen erbij - Hans en Grietje Hänsel und Gretel - Mevrouw Holle Frau holle - De wolf en zeven geitjes Der Wolf und sieben Geisschen - Assenpoester Aschenputtel - Doornroosje Dörnroschen - Sneeuwwitje Schneewittchen - De gelaarsde kat Der gestiefelte kater Sprookjes zijn al heel oud. Sinds mensenheugenis worden ze door ouders aan hun kinderen verteld. Oorspronkelijk om hun het verschil tussen goed en kwaad te leren. Sprookjes hebben vaak en moraal, een wijze les ter navolging. Begin negentiende eeuw hebben twee broers uit Duitsland, de gebroeders Grimm, een heelboek volkssprookjes die van generatie op generatie mondeling waren overgeleverd, overgeschreven. Deze verzameling volkssprookjes heet Kinder- und Hausmärchen. Ze zijn later in vele talen vertaald, ook in het Nederlands
Hoofdstuk 1, tekst 3. Einer von denen een van hen
1. Vertaal de titel van dit tekst. Een van die 2. Dit tekst is gedeeltelijk in de vorm van een toneelstuk geschreven. Beckman, die Elbe, der Beerdingungsunternemer(begrafenisondernemer) 3. Citeer uit de inleiding van het tekst de zin waar de foto bij hoort (vogelverschrikker) Regel 3, Außerlich 4. Wat bedoelt de schrijver met Innerlich auch? B Het lijkt zijn gevoel van mensenlijk waardigheid verloren te hebben. 5. Waardoor beleeft de soldaat alles als einen ganz tollen Film D Hij ervaart de realiteit als iets heel onwezenlijk, iets waar hij zelf geen deel aan heeft. 6. In de inleiding wordt de Heimkehrer uit het tekst omschreven als: Einer von Denen… da ist. Vertaal deze passage in zijn geheel 1 van de leden ging naar huis, maar hij heeft geen huis meer omdat hij er niet bij kan, hij is vreemd gegaan 7. Beckmann was in het water gesprongen. Hoe rechtvaardigt hij tegenover Elbe zijn daad? Hij houd het niet langer meer vol, hij wil slapen/dood. Hij wil van alle ellende verlost zijn. 8. Elbe gebruikt minder vleiende namen voor Beckmann, onder andere du Küken, Grünschnabel en du kleiner Stift A Geef de Nederlandse vertalingen of een omschrijving van deze drie namen Uilskuiken, groentje en jij kleine lummel B Schrijf nog vier andere soortgelijke benamingen voor Beckmann op en geef daarvan ook een zo goed mogelijke Nederlandse benaming. 1. Rottznase snotneus 2. Sauchling Baby 3. Greis ouwe kerel 4. Lausebengel kwajongen C Elbe bespreekt Beckmann ook met postivie benamingen aan. Schrijf er twee van op en geef daarvan ook een zo goed mogelijke Nederlandse vertaling 1. Gold jungen Fijne jongen 2. Menschen sohn mijn jongen 9. Welke ausflüchte van Beckmann bedoelt Elbe in regel 99. Ze noemt er drie. Schrijf ze op in je eigen woorden 1. Vreemdgaan 2. Kreupel lopen 3. Honger hebben 10. Wie vind je meer betrokken bij het lot van Beckmann, de beerdigungsunternehmer of Elbe? Geef aan waarom je dat vindt? De elbe veel meer betrokken bij de situatie 11. Weil für sie kein Zuhause mehr da ist. Ook niet voor Beckmann, zo blijkt onder andere uit de slotmonoloog van Elbe. Schrijf twee redenen op waarom er voor Beckmann geen thuis meer was. Zijn vrouw is met een ander. De maatschappij accepteert dit soort mensen niet.
Wolgang Borchert ( 1921-1947) woonde in Hamburg, waar hij ook geboren is. Hij werkte eerst in een boekhandel en werd later acteur. In de tweede Wereldoorlog was hij soldaat in het Duitse leger. Omdat hij zich kritisch over het Naziregime uitliet, werd hij verschillende keren gevangengezet en uiteindelijk verbannen naar het oostelijke front. Na veel
omzwervingen keerde hij in 1945 naar Hamburg terug, lichamelijk en mentaal gebroken. Hij was nog korte tijd werkzaam als regieassistent bij het toneel en stierf in 1947 , een dag voor de eerste opvoering van zijn toneelstuk Draussen vor der Tür. Borchert schreef ook gedichten en korte verhalen. Hij was een van de eerste dichters en schrijvers die als spreekbuis van het Duitse volk de aanzet gaven tot de geestelijke verwerking van het oorlogsleed.
Hoofdstuk 2, tekst 1. Ballade vom Mann, der sich eigenhändig beide füße abhackte 1. Wat is een ballade? Een ballade is een vertellend gedicht in coupletten of strofen. Het gaat meestal over een opvallende gebeurtenis of een heldendaad. 2. Noem een bekende balladen uit de Nederlandse literatuur? 2 koningskinderen 3. Waarom elkte de man? Hij wilde geen stap meer veder zetten, hij heeft in de hondenpoep gestaan 4. Zoals uit de vijfde strofe blijkt, maakte de man een vergissing. A. Welke vergissing maakte hij? Hij had de verkeerde voet afgehakt B. Hoe kwam het dat hij zich vergiste? Hij was te haastig 5. Het tekst in een ballade staat vaak symbool voor een werkelijke situatie of gebeurtenis? A. In welke strofe wordt die symbolische betekenis aangeduid? Een na laatste strofe B. Wie worden met so manchen Fuß bedoeld? De leden van een politieke partij ( DDR) 6. De man uit het tekst nam nogal rigoureuze maatregelen. Hoe had hij het probleem op een nadere manier kunnen oplossen? - Schoonmaken 7. In de laatste strofe staat overduidelijk met wie de man uit het tekst bedoeld word. Maar er is een Unterschied. Beschrijf eerst het verschil vzoals het in het lied staat en daarna het verschil zoals de dichter bedoelt. Mensen moeten uit de partij en worden monddood gemaakt en kunnen doorgaan en iemand die zijn ledenmaten afhakt wordt het leven alleen maar slechter bij. 8. Zoek in een geschiedenisboek de naam van de Partei die hier bedoelt word S.E.D Sozialistisch Einheitspartei Deutschlands 9. Zou de dichter zichzelf rekenen tot die Partei of tot so manchen guten fuß? Geef aan waarom? So manchen fuß want hij heeft kritiek op de partij en dat hebben die mensen ook 10. Een ballade moet voldoen aan; - Vertellend gedicht - Indeling in strofen - Opvallende gebeurtenis - Heldendaad - Strak rijmschema - Eenvoudig metrum Wolf Biermann werd in 1936 in Hamburg geboren. Zijn vader was communist en werd daarom geïnterneerd en kwam in 1943 in het concentratiekamp Auschwitz om het lezen. Deze gebeurtenis drukte een zware stempel op het leven en werk van Wolf Biermann. In 1953 ging hij in de communistische DDR wonen en verkreeg daar het staatsburgerschap. Hij werkte enige tijda als regieassistent bij het Berliner Ensamble. Hij schreef gedichten en hield lezingen, ook in West-Duitsland, waarin hij in scherpe
bewoordingen zijn persoonlijke politieke overtuigingen verkondigde. Daardoor werd hij enerzijds erg populair, maar kwam hij anderzijds herhaaldelijk in conflict met de socialistische partij en de staat. Eerst kreeg hij een berufsverbot, later mocht hij na een optreden in West-Duitsland het land niet meer in en werd hij ausgeburgert. Na de wende in 1989 keerde Biermann terug naar Berlijn en zette hij zich in voor de belangen van de voormalige Oost-Duitsers in het nieuwe Duitsland