Investeringen (willekeurige afschrijving + investeringsaftrek) Indien u in de periode van 1 juli tot en met 31 december 2013 investeert in nieuwe bedrijfsmiddelen, dan mag u die bedrijfsmiddelen onder voorwaarden (deels) willekeurig afschrijven. De volgende bedrijfsmiddelen zijn uitgezonderd: - Gebouwen en woonschepen; - Bromfietsen, motorrijwielen en personenauto’s (behoudens taxi’s en zeer zuinige auto’s); - Dieren; - Wegen, paden, bruggen, tunnels en dergelijke; - Immateriële activa (goodwill, octrooien, vergunningen etc.). Voor de bedrijfsmiddelen die wel in aanmerking komen voor de tijdelijke verruiming willekeurige afschrijving geldt dat maximaal 50% willekeurig afgeschreven mag worden.1 Over het restant is het normale afschrijvingsregime van toepassing. Verder geldt de willekeurige afschrijving alleen voor het boekjaar waarin de genoemde periode valt en dient het bedrijfsmiddel voor 1 januari 2016 in gebruik genomen te worden. Als u dit jaar nog investeert in bedrijfsmiddelen, heeft dat in principe tevens invloed op uw recht op kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. Door uw investeringen juist te plannen, kunt u optimaal gebruik maken van deze aftrekpost. Wilt u weten of het in uw geval gunstig is om dit jaar nog te investeren of dat u uw investering beter uit kunt stellen tot volgend jaar? Op uw verzoek zijn wij graag bereid om een en ander op basis van uw persoonlijke situatie te beoordelen. Let op: vanaf 1 januari 2014 verandert er ook een en ander m.b.t. de bijtellingspercentages voor het privégebruik van (zeer) zuinige auto’s. Om te bepalen welk bijtellingspercentage toegepast dient te worden is van belang wat de datum van de eerste tenaamstelling is. Dit percentage geldt vervolgens (in principe) voor de duur van 60 maanden. Indien u overweegt om op korte termijn te investeren in een nieuwe (zeer) zuinige auto, dan kan het in bepaalde gevallen raadzaam zijn om ervoor te zorgen dat de auto nog dit jaar op naam gesteld wordt! Als u overweegt om op korte termijn te investeren in een (nieuw) bedrijfsmiddel, dan zijn wij op uw verzoek graag bereid om u te adviseren.
Willekeurige afschrijving vereist in beginsel dat het bedrijfsmiddel in 2013 in gebruik genomen is. Als de ingebruikname na 31 december 2013 plaatsvindt, wordt de willekeurige afschrijving beperkt tot het bedrag dat in 2013 reeds aanbetaald is (met een maximum van 50%). 1
Afkoop volledige levenslooptegoed in 2013 De levensloopregeling is niet meer beschikbaar voor nieuwe deelnemers. Voor bestaande deelnemers die op 31 december 2011 een saldo van minder dan € 3.000 hadden, werd het tegoed geacht begin 2013 te zijn genoten. Deelnemers die ultimo 2011 een tegoed van € 3.000 of meer hadden, kunnen tot het jaar 2022 gebruik blijven maken van de levensloopregeling. De voorwaarde dat het levenslooptegoed slechts voor verlof opgenomen kan worden, is komen te vervallen. Indien het volledige tegoed in 2013 opgenomen wordt, wordt het tegoed slechts gedeeltelijk in de belastingheffing betrokken. Het levenslooptegoed dat tot en met ultimo 2011 opgebouwd is wordt slechts voor 80% in de heffing betrokken. Het meerdere wordt wel volledig belast. Indien u dit jaar nog gebruik wenst te maken van deze mogelijkheid, adviseren wij u om zo spoedig mogelijk actie te ondernemen. Laat u uw aangifte inkomstenbelasting jaarlijks door Castelijns & Swaans verzorgen? En heeft u in 2013 uw volledige levenslooptegoed afgekocht? Geef dat dan tijdig aan ons door, zodat wij in uw fiscale aangifte over belastingjaar 2013 eventueel de levensloopverlofkorting kunnen claimen!
Afkoop volledige stamrecht in 2014 Per 1 januari 2014 wordt de stamrechtvrijstelling in de loonbelasting afgeschaft. Vanaf de genoemde datum worden vergoedingen die een werknemer bij zijn ontslag ontvangt ter vervanging van gederfd of te derven loon (‘gouden handdruk’) volledig in de belastingheffing betrokken.1 Werknemers die hun ontslagvergoeding hebben ondergebracht in een stamrecht-BV krijgen (waarschijnlijk) de mogelijkheid om de volledige aanspraak fiscaal vriendelijk af te kopen in 2014. Kort gezegd komt het erop neer dat het stamrecht in 2014 slechts voor 80% in de heffing betrokken wordt. Dit geldt voor alle op 14 november 2013 bestaande stamrechten. Het maakt dus niet uit of het stamrecht is ondergebracht in een stamrecht-BV, of bij een bancaire instelling, beleggingsinstelling of verzekeraar. Bij volledige afkoop in 2014 wordt 80% van het stamrecht in box 1 belast tegen het progressieve belastingtarief. In sommige gevallen kan dit een zeer aantrekkelijk alternatief zijn. Denk hierbij o.a. aan situaties waarbij in het verleden dermate veel pensioen is opgebouwd, dat u in de toekomst jaarlijks het maximale IB-tarief zult betalen (rekening houdend met eventuele aftrekposten). Als u door de afkoop éénmalig tegen een hoger percentage belast wordt dan is het wellicht niet aantrekkelijk om uw stamrecht in 2014 geheel af te kopen. Let op: als sprake is van een éénmalig hoog inkomen (in het jaar van afkoop) dan heeft u mogelijk recht op een aanzienlijke teruggaaf i.v.m. middeling van inkomen. Per saldo kan het ook in dat geval aantrekkelijk zijn om het stamrecht in 2014 af te kopen! Voor de toepassing van de 80%-regeling moet uitgegaan worden van de commerciële waarde van het stamrecht. Het is niet relevant hoeveel vermogen er daadwerkelijk in de BV aanwezig is. Heeft u uw gouden handdruk vóór 1 januari 2014 omgezet in een stamrecht? Dan zouden wij u willen adviseren om te (laten) berekenen of het al dan niet aantrekkelijk is om het stamrecht in 2014 geheel af te kopen. Wij kunnen deze berekening eventueel voor u maken. Mocht u recht hebben op een teruggaaf vanwege middeling van inkomen, dan kunnen wij deze éénmalige teruggaaf uiteraard voor u aanvragen! Let op: er kan geen gebruik gemaakt worden van de fiscaal vriendelijke afkoopfaciliteit indien het stamrecht niet vóór 15 november 2013 gestort is. Voor gevallen waarbij de werkgever zich uiterlijk 14 november 2013 jegens de werknemer verplicht heeft om als verzekeraar te gaan optreden geldt een uitzondering.
Voor mensen die voor 1 januari ontslagen zijn geldt een tijdelijke overgangsregeling. Zij kunnen nog tot 1 juli hun gouden handdruk in een stamrecht-BV laten storten. 1
Tijdelijke verlaging box 2 tarief Indien de belastingplichtige een aanmerkelijk belang in een vennootschap heeft, worden de reguliere voordelen (dividenden) en vervreemdingsvoordelen (verkoopwinsten op aandelen) in box 2 belast. Van een aanmerkelijk belang is onder andere sprake als men minimaal 5% van de aandelen in een vennootschap bezit. Het tarief in box 2 bedraagt 25%. In 2014 wordt dit tarief tijdelijk verlaagd naar 22%. Voor veel directeur-grootaandeelhouders wordt het volgend jaar derhalve aantrekkelijker om dividend uit te keren! Het tijdelijk verlaagde box 2 tarief geldt tot een maximum dividenduitkering ad € 250.000. Bij de introductie van de flex BV per 1 oktober 2012 is het wettelijk minimum kapitaal om een BV op te richten afgeschaft. Toch heeft men eventuele schuldeisers van een BV enige bescherming willen bieden. Om te voorkomen dat aandeelhouders crediteuren benadelen door uitkeringen aan zichzelf te doen, is een zogenaamde uitkeringstest geïntroduceerd. Dit betekent o.a. dat vóór het doen van een dividenduitkering getoetst moet worden of het al dan niet aanvaardbaar is om een dividenduitkering te doen. Let op: indien sprake is van pensioen in eigen beheer dan dient rekening gehouden te worden met de commerciële waarde van deze verplichting. Deze is aanzienlijk hoger dan de fiscale verplichting. Indien u voornemens bent om (in 2014) dividend uit te keren dan dient eerst getoetst te worden of al dan niet aan de uitkeringstest voldaan wordt. Tevens moet er aan diverse formaliteiten voldaan worden (o.a. opstellen notulen Algemene vergadering van Aandeelhouders en indienen aangifte dividendbelasting). Wij zijn u hierbij graag van dienst!
Belastingrente Begin 2013 is de renteregeling gewijzigd. De wijzigingen gelden vanaf het belastingjaar 2012. Van belang is dat de periode waarover de belastingrente berekend wordt gewijzigd is. Voor de inkomsten- en vennootschapsbelasting start de berekening pas een half jaar na het betreffende belastingjaar. Vanaf 1 januari 2014 geldt de belastingrente ook voor andere belastingmiddelen. Het percentage is gelijkgesteld aan de wettelijke rente voor consumententransacties (3%). Vanaf 1 januari 2014 wordt er echter minimaal 4% rente in rekening gebracht. Voor de vennootschapsbelasting wordt aangesloten bij de wettelijke rente voor handelstransacties (8,5%). Hierbij geldt vanaf 1 januari 2014 een minimum van liefst 8%. Kortom, u kunt uzelf de relatief hoge rentekosten besparen door te voorkomen dat u achteraf nog aanzienlijke bedragen dient te betalen. Het verdient dan ook onze aanbeveling om (nogmaals) kritisch te beoordelen of eventueel opgelegde voorlopige aanslagen en/of teruggaven een goede indicatie zijn van uw belastingdruk over het betreffende jaar. Als achteraf blijkt dat u per saldo nog recht heeft op een teruggaaf dan gelden andere termijnen en rentepercentages. Mocht u de aanslagen voor privébelastingen nog vóór 1 januari a.s. betalen, dan kan dit ook nog een besparing van box 3 heffing met zich meebrengen (maximaal 1,2%).1 Indien uw voorlopige aanslagen over belastingjaar 2012 te laag zijn vastgesteld én u de relatief hoge belastingrente wilt voorkomen, dan adviseren wij u om de voorlopige aanslagen per ommegaande te (laten) wijzigen. Wij kunnen de Belastingdienst eventueel verzoeken om een voorlopige aanslag aan u op te leggen c.q. om een reeds aan u opgelegde voorlopige aanslag te herzien. Mocht u hier prijs op stellen dan vernemen wij dat graag van u.
Een en ander is afhankelijk van de vermogenspositie van u, uw (fiscale) partner en uw eventuele minderjarige kinderen. Naast de genoemde besparing kan het betalen van aanslagen tevens een gunstige invloed hebben op o.a. het recht op toeslagen. 1
Estate planning Afhankelijk van uw vermogenspositie kan bij het onverhoopte overlijden van u en/of uw partner een flink bedrag aan erfbelasting verschuldigd zijn. Er zijn diverse mogelijkheden om de t.z.t. verschuldigde erfbelasting te beperken. Denk hierbij aan fiscale optimalisatie van uw testament en het doen van schenkingen tijdens leven.1 In toenemende mate krijgen wij vragen van klanten hoe tijdens leven op fiscaal vriendelijke wijze vermogen aan bijvoorbeeld de kinderen overgedragen kan worden. Niet in de laatste plaats omdat het doen van schenkingen ook een positieve invloed kan hebben op een eventueel (toekomstig) verschuldigde eigen bijdrage AWBZ. Graag willen wij u in ieder geval wijzen op de volgende mogelijkheden om tijdens leven op fiscaal vriendelijke wijze vermogen over te dragen: - Het schenken van ondernemingsvermogen of (aanmerkelijk belang)aandelen met toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling2; - Het doen van belastingvrije schenkingen. In 2013 gelden de volgende vrijstellingen: o Schenkingen van ouders aan kinderen: € 5.141 (per kind per jaar); o Schenkingen aan derden (o.a. kleinkinderen, neefjes en nichtjes): € 2.057 (per persoon per jaar); o Eenmalig hoge schenking van ouders aan kinderen van 18 tot 40 jaar: € 24.676; o Eenmalig extra hoge schenking van ouders aan kinderen van 18 tot 40 jaar, mits het geld gebruikt wordt om een dure studie te betalen: € 51.407; o Eenmalig extra hoge schenking, mits het geld gebruikt wordt voor de eigen woning: € 100.000.3 Let op: de mogelijkheden m.b.t. de eenmalig extra verhoogde schenkingsvrijstelling voor de eigen woning zijn m.i.v. 1 oktober jl. verruimd. Concreet komt het erop neer dat de maximale vrijstelling € 100.000 is geworden en dat de beperking tot ouder-kind relaties is komen te vervallen. De belangrijkste voorwaarde is dat de schenking volledig aangewend dient te worden voor de aankoop of verbouwing/verbetering van een eigen woning c.q. de aflossing van een bestaande eigenwoningschuld.4 Het is mogelijk om van verschillende personen een belastingvrije schenking ad € 100.000 te ontvangen (mits aan de voorwaarden voldaan wordt). Uiteraard mag u – onder de genoemde voorwaarden – ook een belastingvrije schenking van maximaal € 100.000 doen aan verschillende personen (bijvoorbeeld meerdere kinderen). Het is echter niet mogelijk om in een volgend jaar wéér een verhoogde belastingvrije schenking aan dezelfde persoon te doen.5 U gelieve zich wel te realiseren dat het recht op hypotheekrenteaftrek beperkt kan worden bij het benutten van de extra verhoogde schenkingsvrijstelling. In bepaalde situaties kan het voordelig zijn om het doen van een (extra) hoge schenking uit te stellen. Als men komt te overlijden binnen 180 dagen nadat een schenking gedaan is, wordt deze schenking (fiscaal) aangemerkt als erfrechtelijke verkrijging. Om dit te voorkomen is het zaak dat eventuele schenkingen tijdig gedaan worden. 2 Om bij schenking gebruik te kunnen maken van alle fiscale faciliteiten dient de verkrijger gedurende (minimaal) 36 maanden voorafgaand aan de schenking bij de BV in dienstbetrekking te zijn geweest. In dat kader verdient het onze aanbeveling om ervoor te zorgen dat eventuele bedrijfsopvolgers – zeker in familieverband – tijdig op de loonlijst staan. 3 Deze regeling geldt van 1 oktober 2013 tot en met 31 december 2013. Op basis van het belastingplan is het de verwachting dat deze regeling ook van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014 van toepassing zal zijn. Naar verwachting zal de regeling per 1 januari 2015 vervallen (uitgezonderd schenkingen die aangewend worden voor de aflossing van restschulden van een voormalige eigen woning). 4 Let op: op basis van de letterlijke tekst van de geldende wet- en regelgeving is het niet mogelijk om belastingvrij een bedrag ad € 100.000 kwijt te schelden op een eventuele eigen woning lening die de leninggever/schenker aan de leningnemer/begiftigde verstrekt heeft. In voorkomende gevallen dient de schenking (maximaal € 100.000) daadwerkelijk overgemaakt te worden. Vervolgens dient het bedrag onder de omschrijving ‘aflossing’ weer teruggestort te worden op rekening van de leninggever/schenker. 5 Stel dat u in 2013 een belastingvrije schenking ad € 60.000 aan uw kind doet, dan kunt u in 2014 dus niet een aanvullende belastingvrije schenking ad € 40.000 aan hetzelfde kind doen. Wel kunt u dan in 2014 weer gebruik maken van de ‘normale’ vrijstellingen (€ 5.141 per jaar per persoon voor kinderen / € 2.057 per jaar per persoon voor derden). 1
Alle schenkingen die in één jaar van dezelfde persoon ontvangen worden dienen opgeteld te worden.1 Als er meer geschonken wordt dan de bovengenoemde bedragen, is er schenkbelasting verschuldigd. De belasting die de verkrijger dient te betalen is afhankelijk van de hoogte van de schenking(en) en de verwantschap tot de schenker. Voor partners en kinderen geldt een tarief van 10% over de eerste € 118.254 en 20% over het meerdere. Voor (achter)kleinkinderen geldt een tarief van 18% over de eerste € 118.254 en 36% over het meerdere. Overige verkrijgers zijn 30% over de eerste € 118.254 en 40% over het meerdere verschuldigd. Als er sprake is van een belastbare schenking en/of als er een beroep gedaan wordt op een eenmalige (extra) verhoogde schenkingsvrijstelling bestaat er een verplichting tot het indienen van een aangifte schenkbelasting. Een aangifte schenkbelasting moet ingediend worden binnen 2 maanden na het einde van het kalenderjaar waarin de schenking heeft plaatsgevonden. Voor de erfbelasting gelden dezelfde tarieven. Daarentegen zijn de vrijstellingen voor de schenk- en erfbelasting niet gelijk. Zoals u zult begrijpen is het uitbrengen van een advies in het kader van estate planning maatwerk. Op uw verzoek zijn wij graag bereid om een persoonlijk advies voor u te schrijven.
1
Partners worden daarbij als één persoon aangemerkt.
Huwelijkse voorwaarden Veel huwelijkse voorwaarden bevatten een zogenaamd periodiek verrekenbeding. Op grond hiervan moeten de huwelijkse voorwaarden (meestal) jaarlijks administratief uitgewerkt worden. Het (laten) uitwerken van hun huwelijkse voorwaarden wordt door beide echtgenoten dikwijls als “ingewikkeld” en/of “duur” ervaren. Hierbij speelt tevens een rol dat het belang van uitwerking meestal niet onmiddellijk zichtbaar is. Het belang van het voeren van een zorgvuldige administratie omtrent de huwelijkse voorwaarden dient echter niet onderschat te worden. U gelieve zich te realiseren dat de uitwerking onder andere in de volgende gevallen belangrijk bewijsmateriaal vormt: - Bij echtscheiding. De uitwerking is dan van belang om te beoordelen aan welke echtgenoot bepaalde vermogensbestanddelen toebehoren. - Bij het uitoefenen van verhaalsrechten, hetgeen voornamelijk speelt bij beslag en faillissement. Een crediteur van één der beide echtgenoten heeft geen verhaal op zaken die eigendom zijn van de andere echtgenoot. - Bij het overlijden van één van de echtgenoten. De uitwerking is dan van belang om te beoordelen welke vermogensbestanddelen geheel of gedeeltelijk tot de nalatenschap behoren. Indien de huwelijkse voorwaarden jaarlijks niet administratief worden uitgewerkt, is de juridische waarde ervan nagenoeg nihil. De bewijsrechtelijke positie kan dan dermate zwak komen te staan, dat hierdoor niet te onderschatten problemen ontstaan. De gevolgen hiervan kunnen haaks staan op de doelen die de echtgenoten bij het opmaken van de huwelijkse voorwaarden hadden. Wellicht voorzien ook uw huwelijkse voorwaarden in een periodiek verrekenbeding en bent u (onbewust) nalatig geweest bij het (laten) uitwerken van uw huwelijkse voorwaarden. In dat geval adviseren wij om contact op te nemen met uw vaste contactpersoon bij Castelijns & Swaans.
BTW-plicht voor particulieren met zonnepanelen Voor particuliere eigenaren van zonnepanelen is sprake van BTW-plicht indien de opgewekte energie geheel of gedeeltelijk duurzaam en tegen een vergoeding aan de energieleverancier wordt geleverd. In beginsel betekent dit dat er verzocht moet worden om de toekenning van een BTWnummer en dat er vervolgens periodiek aangiften omzetbelasting ingediend moeten worden. Voor het recht op aftrek van voorbelasting gelden de normale BTW-regels. De BTW-plicht geldt niet met terugwerkende kracht. In sommige gevallen kan een beroep op de kleine ondernemersregeling worden gedaan, waardoor minder of zelfs helemaal geen omzetbelasting verschuldigd is. Ook in die gevallen dienen er voor de leveringen facturen met BTW verstuurd te worden en moet er een administratie bijgehouden worden. Om deze administratieve rompslomp te voorkomen, kunt u onder voorwaarden ontheven worden van alle administratieve verplichtingen. De belangrijkste voorwaarden zijn als volgt: - De verschuldigde BTW bedraag maximaal € 1.345 per jaar; - De onderneming wordt gedreven door één of meer natuurlijke personen (bijvoorbeeld eenmanszaak, maatschap of vennootschap onder firma). Als u een ontheffing heeft, dan betekent dat o.a. dat u (voor de betreffende activiteiten) geen boekhouding voor de BTW meer hoeft bij te houden en geen BTW-aangifte meer hoeft te doen. Keerzijde is uiteraard dat u dan ook geen recht meer heeft op aftrek van voorbelasting. Voor een overzicht van alle voor- en nadelen van ontheffing van alle administratieve verplichtingen verwijzen wij u naar de website van de Belastingdienst: http://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/zakelijk/btw/administra tie_bijhouden/wie_moeten_een_btw_administratie_bijhouden/ontheffing_administratieve_verplicht ingen/ontheffing_administratieve_verplichtingen . Staatssecretaris Weekers heeft aangegeven dat hij het BTW-ondernemerschap voor particulieren met zonnepanelen niet wenselijk acht. Hij pleit daarom voor aanpassing van de BTW-richtlijn. Bent u BTW-ondernemer? En voldoet u aan alle voorwaarden voor ontheffing van de administratieve verplichtingen? Dan kunnen wij voor u de ontheffing bij de Belastingdienst aanvragen. Bent u voornemens om als particulier op korte termijn zonnepanelen aan te schaffen? Dan kan het in sommige gevallen aantrekkelijk zijn om als BTW-ondernemer aangemerkt te worden. Dit in verband met de verrekening van de voorbelasting bij aanschaf. Op uw verzoek zijn wij graag bereid om u nader te adviseren.