Als ouders niet meer samen zijn Hulp aan kinderen (tot 16 jaar) van gescheiden ouders
Jeugd GGZ
Veelzijdige zorg
Waarover gaat deze folder? Uw zoon of dochter komt of is in behandeling bij Eleos. Omdat uw kind nog jonger is dan 16 jaar, heeft u als ouders volledige (bij kinderen jonger dan 12 jaar) of gedeeltelijke (bij kinderen van 12 tot 16 jaar) zeggenschap over hun behandeling. Jongeren vanaf 16 jaar worden binnen de hulpverlening juridisch als volwassen beschouwd. Zij hebben zelf de volledige zeggenschap over hun behandeling.
Belangrijke rol voor ouders De problemen waarmee kinderen te maken hebben als ze bij Eleos komen, kunnen behoorlijk ingrijpend voor ze zijn. Ook kunnen ze erg opzien tegen de behandeling. Als ouders heeft u dan ook een belangrijke rol in het opvangen en ondersteunen van uw kind. Voorafgaand aan en tijdens de behandeling moeten er ook beslissingen door u als ouders genomen worden. Voor een goed verloop van de behandeling is het belangrijk dat beide ouders betrokken zijn.
Als ouders niet meer samen zijn Nu kan het zijn dat u als ouders niet meer samen bent, vanwege een (aanstaande) scheiding of vanwege relatieproblemen. Dit kan veel pijn en moeite in uw leven hebben gebracht. Mogelijk is er tussen u en uw voormalig(e) echtgen(o)ot(e) geen of weinig contact meer. Misschien maken onenigheid en ruzie overleg tussen u beiden moeizaam. In het belang van de behandeling van uw kind is het echter van belang dat er overleg en samenwerking is.
Verantwoordelijk voor welbevinden U bent als biologische ouders beiden verantwoordelijk voor het welbevinden van uw kind en u heeft ook allebei zeggenschap over de behandeling van uw kind bij Eleos. Dit geldt overigens niet als slechts een van u beiden met het ouderlijk gezag belast is. Deze folder is bedoeld om u te informeren over uw wettelijk vastgelegde rechten en plichten als (gescheiden) ouders. Ook vertellen wij u hoe hulpverleners van Eleos moeten handelen als de ouders van het kind dat zij behandelen niet meer samen leven.
Wat zijn uw rechten en plichten? In de wet is geregeld wat uw verantwoordelijkheden als ouder zijn na een scheiding. We zetten ze voor u op een rijtje.
Ouderlijk gezag Na een scheiding heeft u beiden het recht en de plicht om uw kind op te voeden en te verzorgen, tenzij door de rechtbank anders besloten is. Dit betekent dat u allebei gezagdragend bent en daarmee verantwoordelijk bent voor het geestelijk en lichamelijk welzijn van uw kind. Bent u de ouder die voor het kind zorgt? Dan heeft u de plicht om de andere ouder op de hoogte te stellen van belangrijke zaken over het kind en advies te vragen over te nemen beslissingen. Hiervoor kunt u ook een tussenpersoon inschakelen. Als u vindt dat het geven van informatie aan de andere ouder uw kind kan schaden, dan kunt u een rechter vragen hier een uitspraak over te doen.
Toestemming behandeling Voor de behandeling van uw kind is toestemming nodig van beide gezagdragende ouders. Wanneer hier in het belang van uw kind niet op gewacht kan worden, kan een uitzondering worden gemaakt (zie paragraaf Aanmelding onder Hoe werken we bij Eleos?)
Informatieplicht derden Als gezagdragende ouders heeft u beiden recht op informatie over uw kind. De hulpverlener is verplicht u deze informatie te geven, tenzij hij of zij van mening is dat het geven van informatie in strijd is met het belang van uw kind. Als u vindt dat ten onrechte informatie wordt geweigerd, kunt u de rechter vragen hier een uitspraak over te doen. Wanneer een van u beiden niet meer gezagdragend is, heeft de ouder zonder gezag nog steeds recht op informatie, maar deze ouder moet hier wel zelf om vragen. De hulpverlener kan dit weigeren, als het informatie betreft die hij vanwege zijn beroepsgeheim ook niet aan de ouder met gezag zou verstrekken. Hij kan ook weigeren als hij van mening is dat dat informatieverstrekking strijdt met het belang van kind. In dat geval kan de ouder zonder gezag de rechter vragen hierover een uitspraak te doen.
Stiefouderschap Een stiefouder is alleen verplicht om bij te dragen in het levensonderhoud van uw kind en heeft juridisch gezien geen taak bij de behandeling. U mag zich als wettelijke vertegenwoordiger van uw kind wel laten begeleiden door uw nieuwe echtgenoot/partner, bijvoorbeeld bij een behandelsessie. Maar een begeleider is geen beslisser. Wanneer een stiefouder actief bij behandelbeslissingen betrokken wordt, moeten beide biologische ouders hiervoor toestemming geven.
(Gezins)Voogdij Het kan zijn dat uw gezin begeleid wordt door een gezinsvoogd vanuit bureau Jeugd-
zorg. Hulpverleners hebben niet de plicht om deze gezinsvoogd informatie te geven over uw kind. Hij of zij is namelijk niet belast met het ouderlijk gezag over uw kind en is geen wettelijk vertegenwoordiger. Een voogd (dus niet de gezinsvoogd) neemt op last van de rechter de taak van de opvoeding van de ouders over en heeft het wettelijk gezag over het kind.
Hoe werken we bij Eleos? Bovenstaande wettelijke regels heeft Eleos verwerkt in haar hulpverleningsprocedure. We verwachten dat de ouder die het kind aanmeldt de andere ouder hierover informeert. Het maakt daarbij niet uit of het kind wordt aangemeld met problemen die herleidbaar zijn tot de scheiding of dat het gaat om andersoortige problematiek.
Aanmelding De ouder die het kind aanmeldt, ontvangt een brief die door de andere ouder met gezag ondertekend moet worden. In deze brief wordt aangegeven dat het kind is aangemeld, en de andere ouder wordt om toestemming gevraagd voor de behandeling. Ook kan er in de brief worden aangegeven of de andere ouder betrokken wil zijn bij de hulpverlening van het kind. Wanneer door een van de ouders geen toestemming voor hulpverlening wordt gegeven, kan de behandeling alleen starten wanneer de rechter daarover een uitspraak doet. Alleen als het duidelijk is dat het belang van de psychische gezondheid van het kind door uitstel wordt geschaad, kan hulpverlening in het kader van goed hulpverlenerschap gestart worden. In deze situatie worden de redenen om toch met de hulpverlening te starten schriftelijk aan de beide ouders meegedeeld en wordt er een bericht naar de rechtbank of de Raad voor de Kinderbescherming gestuurd. Als een van de ouders wel toestemming tot behandeling geeft, maar niet bij de hulpverlening betrokken wil zijn, zal gekeken worden in hoeverre betrokkenheid een voorwaarde is voor hulpverlening. Dit zal met de ouders worden doorgesproken. Wanneer een ouder besluit niet betrokken te willen worden bij de behandeling, behoudt hij/zij wel het recht op informatie.
Intake Wanneer beide ouders bij de behandeling betrokken willen zijn, worden ze indien mogelijk gezamenlijk uitgenodigd voor een intake. Als dit niet mogelijk is, krijgen ze apart een intakegesprek. In het intakegesprek zal het niet gaan over de huwelijksproblematiek, maar over de problemen van hun kind en hun visie daarop. Wanneer één van hen aangeeft dat het niet mogelijk of wenselijk is om samen te komen, moet schriftelijk worden vastgelegd wat de reden hiervoor is. Deze schriftelijke verklaring wordt aan de andere ouder voorgelegd. Op deze manier kunnen de hulpverleners op een zo objectief mogelijke manier op beide ouders betrokken zijn.
Behandeling De behandeling start met het ondertekenen van de behandelingsovereenkomst. Beide gezagdragende ouders, en kinderen vanaf twaalf jaar moeten dit ondertekenen. In de behandelingsovereenkomst staan de conclusie van de intakegesprekken, de diagnose
en het behandelingsplan met daarin de doelen voor de behandeling van het kind en de manier waarop hieraan gewerkt wordt. In deze behandelingsovereenkomst staan ook de afspraken die gemaakt zijn over rapportage en informatie. De rapportage van het onderzoek of de behandeling is niet bedoeld voor juridische procedures betreffende de scheiding.
Rapportage en informatie In het geval van gescheiden ouders wordt er in het dossier van het kind voor beide ouders een apart tabblad gemaakt. Wanneer ze tegelijk op gesprek komen, wordt het verslag bij beide ouders opgeslagen. Komen ze apart, dan wordt het verslag alleen onder hun eigen tabblad opgeslagen. Ouders hebben alleen inzage in het deel van het dossier waarin de algemene gegevens van het kind zijn opgenomen en in hun eigen tabblad. Bij afsluiting van een hulpverleningstraject waarbij slechts een van de ouders betrokken is geweest, ontvangt de andere ouder een schriftelijke melding over de afronding van de hulpverlening.
Denk ook aan mediation Het kan zijn dat (de hulpverlening aan) uw kind in de knel komt vanwege het conflict dat er tussen u als ouders is. Als dit het geval is, adviseren wij u eerst mediation (bemiddeling) aan te vragen. Een bemiddelaar helpt u als ouders om samen, met respect voor elkaar, afspraken te maken. Dit leidt meestal tot snellere en betere oplossingen dan het starten van juridische procedures. Eleos heeft zelf geen aanbod in bemiddeling, maar kan wel helpen bij de verwijzing. Voor meer informatie over bemiddeling kunt u kijken op www.nmi-mediation.nl.
Heeft u nog vragen? In deze folder gaat het over hulpverlening in situaties die erg gevoelig en gecompliceerd kunnen zijn. De bedoeling van deze informatie is om vooraf zo veel mogelijk duidelijkheid te geven en niet om u hierdoor af te schrikken. Het kan zijn dat u na het lezen van de folder vragen heeft in verband met uw specifieke situatie. U kunt dan contact met ons opnemen en vragen naar de instroomcoördinator van de vestiging van waaruit uw kind hulp ontvangt.
Onze vestigingen Vestiging Zwolle (incl. Almelo/Groningen), tel. (038) 423 03 00 (ambulante zorg en deeltijdbehandeling adolescenten) Vestiging Amersfoort, tel. (033) 457 17 17 (ambulante zorg) Vestiging Ede, tel. (0318) 43 23 30 (ambulante zorg en deeltijdbehandeling adolescenten) Vestiging Dordrecht (incl. Goes), tel. (078) 611 10 57 (ambulante zorg) Vestiging Dordrecht, tel. (078) 635 19 33 (deeltijdbehandeling adolescenten) Voor meer informatie over Eleos, onze behandelingen of psychische problematiek, zie www.mindguide.nl of www.eleos.nl