Alle programma’s van het Hexagon Ensemble voor het seizoen 2016-2017 Programma 1: Een ontmoeting met Vincent van Gogh. Samenwerking met lokale (amateur)kunstenaars. Een nieuwe versie van het succesvolle Hexagon-programma De Verbeelding. Uitgangspunt voor dit programma is de herdenking van het 125e sterfjaar van Vincent van Gogh. Lokale (amateur)schilders maken hun eigen ‘Van Gogh’. Het Hexagon Ensemble speelt muziek die past bij de verschillende stijlperiodes van de grote Hollandse meester. Tijdens het concert met projectie van de nieuwe ‘Van Gogh’s’ valt alles samen. Lokale (amateur)kunstenaars wordt gevraagd schilderijen te maken geïnspireerd door het werk van Vincent van Gogh én de zorgvuldig geselecteerde bijbehorende muziek. Bekijk en beluister hiervoor de online promo- en instructievideo’s. In deze video’s worden schilderijen uit verschillende stijlperiodes van Van Gogh getoond, waarbij de bijbehorende muziek van het programma klinkt (gedeelte na de pauze). In deze muziek is de ontwikkeling die Van Gogh in zijn werk doormaakte hoorbaar: van donker en somber naar licht en kleurrijk. In de muziek voor de pauze klinkt muziek waarin een soortgelijke ontwikkeling hoorbaar is. Dit gedeelte voor de pauze is, wat betreft de muzikale ontwikkeling, min of meer een spiegel van het gedeelte na de pauze. Het programma voor de pauze ontwikkelt zich van een laatromantisch Kwintet van Gustav Holst via een melancholiek en tevens briljant Trio van Francis Poulenc naar een kleurrijk en impressionistisch getinte Rhapsody van Joseph Jongen. Een selectie van de geschilderde werken wordt tijdens het concert geprojecteerd en geëxposeerd. Speciaal voor dit programma wordt een diapresentatie samengesteld van de amateur-schilderijen. Het publiek ziet de werken dus op groot scherm langzaam in elkaar overgaan boven de musici van het Hexagon Ensemble: een gouden combinatie van beeld en geluid. Door deze interactieve samenwerking met amateurs, die begeleid worden door vakdocenten op scholen en creativiteitscentra, beoogt het Hexagon Ensemble om klassieke muziek en beeldende kunst dichter tot elkaar te brengen. Tijdens de projectie zullen naast de ‘nieuwe Van Gogh’s’ ook oorspronkelijke werken van Van Gogh worden getoond. Duidelijk is dat door deze samenwerking met lokale kunstenaars een nieuw potentieel aan bezoekers wordt aangeboord. De deelnemende schilders zullen zeker met hun familie en vrienden naar het optreden komen om hun eigen kunstwerk en dat van anderen te zien bij de expositie vooraf en bij de projectie tijdens het concert.
Programma
Programma Gustav Holst (1874-1934) Kwintet opus 14 in As groot (1903) 15’ fluit-hobo-klarinet-fagot-hoorn Francis Poulenc (1899-1963) Trio opus 43 (1926) 13’ hobo-fagot-piano Joseph Jongen (1873-1953) Rhapsody (1922) 18’ fluit-hobo-klarinet-fagot-hoorn-piano Pauze Vanaf hier met projectie van schilderijen. Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975) Elegie uit ‘De lady Macbeth uit het district Mtsensk’ (1932) 4’:30” fluit-hobo-klarinet-fagot-hoorn-piano Claude Debussy (1862-1918) Uit Six Épigraphes Antiques: Pour un tombeau sans nom (1914) 4’ fluit-hoorn-piano Erik Satie (1866-1925) Gymnopédie no. 1 (1888) 4’ piano Albert Roussel (1869-1937) Divertissement (1906) 7’ fluit-hobo-klarinet-fagot-hoorn-piano André Caplet (1879-1925) Uit ‘Quintette’: Scherzo (1898) 4’ fluit-hobo-klarinet-fagot-piano Henry Purcell (1659-1695) Uit Dido and Aeneas: When I am laid in earth (1680) Arr. Christiaan Boers fluit-hobo-klarinet-fagot-hoorn-piano
Francis Poulenc (1899-1963) Uit Sextuor: Finale (1932-1939) 6’ fluit-hobo-klarinet-fagot-hoorn-piano
Programma 2: De wonderbaarlijke reis, een Amati cello vertelt (familieprogramma) Verhaal en verteller: Rosita Steenbeek Cello (solo): Timora Rosler Regie: Christine Ewert Componist: Reza Namavar Arrangementen: Christiaan Boers Hexagon Ensemble Fluit: Wout van den Berg Hobo: Bram Kreeftmeijer Klarinet: Arno van Houtert Fagot: Marieke Stordiau Hoorn: Christiaan Boers Piano: Frank Peters De wonderbaarlijke reis, een Amati cello vertelt is het nieuwe familieprogramma van het Hexagon Ensemble. De wonderbaarlijke reis beschrijft het bewogen leven van een cello die ooit in de 17e eeuw het levenslicht zag in de werkplaats van vioolbouwer Nicoló Amati in Cremona. Tot Nicoló Amati’s beroemdste leerlingen behoorden o.a. Antonio Stradivari en Andrea Guarneri. Het instrument maakt lange reizen en wordt deelgenoot van vele historische en culturele gebeurtenissen. Het verhaal wordt geschreven door de bekende auteur Rosita Steenbeek die ook tijdens de voorstelling het verhaal vertelt. De cellopartijen worden gespeeld door Timora Rosler. Op spectaculaire, soms dramatische, soms vrolijke wijze belandt de cello telkens weer in andere handen, handen van cellisten, componisten of zelfs een vrouwenversierder. De cello ziet nieuwe huizen en concertzalen in Venetië, Wenen, Londen, Sint Petersburg, Parijs en Jeruzalem. Hij maakt oorlogen mee, ruzies, liefdesgeschiedenissen, staat midden in de aandacht, wordt een tijd vergeten, reist per koets, trein, boot en vliegtuig, wordt geroofd maar teruggevonden. Een bewogen leven van vier eeuwen trekt aan het publiek voorbij om het ten slotte in het wervelende heden terug te brengen met een compositie van de jonge Iraans – Nederlandse componist Reza Namavar. Altijd zorgt de muziek voor troost, inspiratie, vreugde. De voorstelling is geschikt voor een publiek vanaf 7 jaar. Voor alle multidisciplinaire voorstellingen van het Hexagon Ensemble geldt dat er een breder publiek wordt bereikt dan alleen het reguliere concertpubliek. Dit zal zeker ook weer gelden voor het nieuwe familieprogramma De wonderbaarlijke reis. Het programma heeft meerdere lagen en iedereen, ongeacht de leeftijd, zal geboeid raken door deze reis door Europa en de Europese geschiedenis aan de hand van de belevenissen van ‘onze’ Amati cello. Vele belangrijke steden worden bezocht, het leven aan het hof en in aristocratische kringen in de 18 e eeuw wordt meebeleefd, de Russische revolutie wordt van dichtbij meegemaakt en de bezoekers worden meegenomen in de sensationele opschudding die de Ballets Russes veroorzaakten. Het programma is natuurlijk ook bij uitstek geschikt als schoolvoorstelling.
Speelperiodes: September/oktober/november 2016 Januari/februari 2017.
Rosita Steenbeek (r) en Timora Rosler (l) Locatie: Spoorwegmuseum Utrecht Fotografie: Wout van den Berg
Programma George Crumb (*1929) Fantasia, cello solo (1955) Antonio Vivaldi (1678-1741) Celloconcert RV 411 in F groot (1720) Arr. Christiaan Boers Unico Wilhelm van Wassenaar (1692-1766) Uit Concerti Armonici nr.1: Grave (1740) Arr. Christiaan Boers Joseph Haydn (1732-1809) Uit Londens Trio no. 1: Allegro moderato (1794) Franz Schubert (1797-1828) Twee delen uit: Rosamunde (1823) Arr. Christiaan Boers Robert Schumann (1810-1856) Uit: Fünf Stücke im Volkston (1849): no. 4 (Nicht zu rasch) no. 5 Stark und markiert Arr. Christiaan Boers Sergei Rachmaninov (1873-1943) Uit Sonate voor cello en piano opus 19: deel 3 Igor Stravinsky (1882-1971) Delen uit Pulcinella Suite/Suite Italienne (1920/1932: Piatigorski) Arr. Christiaan Boers John Williams (*1932) Thema uit Schindler’s List (1993) Arr. Christiaan Boers Reza Namavar (*1980) Nieuw werk (2016)
Programma 3: Tussen Wenen en Parijs… Instrumentaal sextetprogramma Anton Reicha (1770-1836) Kwintet in G groot opus 99 nr. 6 (1818) fluit-hobo-klarinet-fagot-hoorn Ludwig van Beethoven (1770-1827) Kwintet in Es groot opus 16 (1796) hobo-klarinet-fagot-hoorn-piano Pauze André Caplet (1879-1925) Quintette (1898) fluit-hobo-klarinet-fagot-piano Jean Françaix (1912-1997) L’Heure du Berger (1947) fluit-hobo-klarinet-fagot-hoorn-piano Toelichting: In dit programma zijn drie kwintetten en een sextet opgenomen. Elk van de kwintetten heeft een andere bezetting waardoor de concertbezoeker telkens wordt geconfronteerd met een andere klankkleur.
Anton Reicha was een Tsjechisch-Franse componist. Hij begon zijn loopbaan als musicus in 1785, toen hij met zijn oom toetrad tot het orkest van de Keulse keurvorst in Bonn. Vanaf 1794 leefde hij eerst in Hamburg en later in Wenen. In 1808 vertrok hij naar Parijs, waar hij voor de rest van zijn leven blijft. Behalve zijn composities zijn ook zijn geschriften over compositieleer en het pianospel van grote betekenis. Tot zijn leerlingen behoorden onder anderen de componisten Franz Liszt, Charles Gounod, César Franck en Hector Berlioz. Grote bekendheid verwierf Reicha, samen met Franz Danzi, als grondlegger van het blaaskwintet. Hij schreef maar liefst 24 kwintetten voor deze bezetting. Zijn Kwintet in G groot kenmerkt zich door grote virtuositeit, een expressieve melodievoering en originele harmonieën. Het Kwintet voor piano en blazers opus 16 van Ludwig van Beethoven is vermoedelijk een van de belangrijkste werken uit Beethovens eerste periode. Het werk werd in 1796 besteld door enkele Praagse blazers. Beethoven modelleerde zijn kwintet naar het twaalf jaar eerder ontstane kwintet van Mozart in dezelfde bezetting. Zelfs de toonsoort is identiek. Veel valt te zeggen over de overeenkomsten met Mozarts opus, maar de verschillen zijn niet minder frappant. Gaat het bij Mozart om pure kamermuziek, Beethoven lijkt een pianoconcert in kleine bezetting geschreven te hebben. Bovendien is Beethovens muziek op grotere schaal opgezet, met name het eerste deel dat ongeveer de helft van het gehele werk beslaat. De grootse langzame inleiding verraadt duidelijk de invloed van Haydn, één van Beethovens leermeesters. Hier en verderop in het openingsdeel, bij de doorwerking, heeft de muziek een haast symfonische inslag en meer dan in welk ander vroeg werk lijkt Beethoven alvast een voorschot te nemen op de negen symfonieën die hij later zou schrijven. Net als het eerste deel is ook het lyrische Andante
complexer van aard dan het overeenkomstige deel bij Mozart. Dit Kwintet wordt op uiterst luchtige wijze afgerond met een speels Rondo. André Caplet werd in zijn tijd beschouwd als één van de begaafdste leerlingen van het Parijse conservatorium. Zijn Quintette werd kort na het ontstaan in 1898 onderscheiden met een prestigieuze prijs. Drie jaar later versloeg hij Ravel bij het dingen naar de Prix de Rome met de cantate Myrrha. Caplet begon aan een dubbele loopbaan als componist en dirigent. Vanaf 1907 was hij bevriend met Debussy, die onder meer de orkestratie van Le Martyre de Saint Sébastien aan hem toevertrouwde. Mede door zijn andere activiteiten liet Caplet slechts een klein maar zeer verfijnd oeuvre na, met nadruk op vocale muziek. Tot Caplets weinige kamermuziekwerken behoort het Quintette voor fluit, hobo, klarinet, fagot en piano. Het werd voor het eerst uitgevoerd op 30 maart 1900 door de Société des Instruments à Vent. Het vernieuwende element zit in het Quintette vooral in Caplets gebruik van kleur. Het openingsdeel is geschreven in sonatevorm. Met een grote verbreding wordt dit Allegro con brio triomfantelijk afgesloten. Prachtig van sfeer is het lyrische langzame deel. Hierin is een glansrol weggelegd voor de klarinet, die een mooi melancholieke solo heeft, waarbij Caplet noteerde ‘avec un grand sentiment de tristesse’. Op het Adagio volgt een kort maar luchtig scherzo, waarin de piano en de blazers over elkaar heen buitelen. Een groots opgezette finale sluit het werk af. Het coda geeft een samenvatting van thematisch materiaal uit het eerste deel. Dit prille maar fraaie werk van Caplet werd, vreemd genoeg, in de twintigste eeuw sterk verwaarloosd. Gelukkig neemt de belangstelling voor Caplets oeuvre de laatste jaren weer toe. Maurice Ravel zei over de jonge Jean Françaix: ‘Onder de gaven van dit kind zie ik de meest waardevolle waarover een vruchtbaar kunstenaar kan beschikken, die van de nieuwsgierigheid.’ Françaix was inderdaad een vruchtbaar componist. Hij schreef meer dan 200 werken. Zijn stijl wordt gekenmerkt door lichtvoetigheid en humor, maar ook door soms onverwacht verstilde momenten. Flitsend, virtuoos en hier en daar een tikkeltje uitdagend is het quasipastorale l'Heure du Berger, waarin de componist het vrouwelijke deel van La Douce France (jong, rijp, oud) een bijna onbarmhartige spiegel voorhoudt.
Programma 4: Dichtbij Hexagon. Instrumentaal sextetprogramma György Ligeti (1923-2006) Zes Bagatellen (1953) fluit-hobo-klarinet-fagot-hoorn Bohuslav Martinů (1890-1959) Sextet (1929) fluit-hobo-klarinet-fagot-hoorn-piano Judith Shatin (b. 1949) Ockeghem Variations (2000) fluit-hobo-klarinet-fagot-hoorn-piano Pauze Willem Pijper (1894-1947) Sextet (1923) fluit-hobo-klarinet-fagot-hoorn-piano Micha Hamel (b. 1970) Compilatie uit ‘De Rode Kimono’ (2012) fluit-hobo/althobo-klarinet/bassethoorn-fagot/contraforte-Wagner tuba-piano Gioacchino Rossini (1792-1868) Suite uit La Cenerentola (1817) Arr. Hans van der Heide fluit-hobo-klarinet-fagot-hoorn-piano Toelichting: In dit programma zoekt het Hexagon Ensemble het avontuur. De werken van Shatin en Hamel werden speciaal voor het Hexagon Ensemble geschreven, de bewerking van Rossini werd door Hans van der Heide gemaakt voor de familievoorstelling La Cenerentola van het ensemble. Alle werken zijn de ensembleleden erg dierbaar en zo komt het publiek dus ‘Dichtbij Hexagon’.
Optioneel bij dit programma is de medewerking van componist/dichter Micha Hamel. Micha schreef een gedicht bij De Rode Kimono en draagt dit gedicht tijdens de voorstelling voor.
György Ligeti verliet zijn vaderland Hongarije na de opstand in 1956 en vestigde zich in Duitsland. De evolutie van Ligeti als componist is interessant: eerst de ontworsteling aan de post-Bartók stijl, dan het experimenteren met diverse vormen en klanken tot de nieuwe, heel transparante polyfonie. Ondanks alle experimentele inspanningen, bijvoorbeeld op elektronisch gebied in de jaren na zijn vlucht, werd zijn reputatie als een van de belangrijkste avantgarde componisten gevestigd met het traditionele, vanuit het klassiek-romantische orkest ontwikkelde, instrumentarium. De wortels van zijn behandeling van de verschillende instrumenten tekenen zich al vroeg af in zijn Zes Bagatellen voor blazers uit 1953. In dit werk wordt een brug geslagen tussen de Hongaarse folklore, de imposante ritmische vernieuwingen van Bartók en Stravinsky en de kleurgevoeligheid van Debussy en Janaçek. Met als resultaat een suggestieve klanktaal van een verbluffende originaliteit In zijn Sextet uit 1929 voor fluit, hobo, klarinet, fagot, hoorn en piano toont de Tsjech Bohuslav Martinů zich een eclecticus pur sang. Dit is ongetwijfeld mede het gevolg van het feit dat hij in verschillende landen, waaronder Frankrijk en de Verenigde Staten, woonde en werkte en daar met grote gretigheid kennis nam van de lokale muzikale cultuur. In zijn Sextet is de invloed van zijn Franse tijdgenoten en Stravinsky hoorbaar, maar verrast hij de luisteraar in het vierde deel ook plotseling met een jazzy getinte blues. De titel Ockeghem Variations van de Amerikaanse componiste Judith Shatin doet al vermoeden dat deze muziek wortelt in het verleden. Voor haar werk put Shatin vaak inspiratie uit literaire maar ook uit muzikale gegevens. Door haar belangstelling voor de polyfonie van de Renaissance ontdekte zij de muziek van Johannes Ockeghem. Zijn Missa Prolationum vormt het vertrekpunt voor de Ockeghem Variations. Vooral in het eerste en het vierde deel probeert Shatin dicht bij de sfeer van Ockeghems muziek te blijven. Gegevens uit Ockeghems muziek komen door het gehele werk terug, zij het niet in een opbouwende reeks variaties, maar in vijf afgeronde delen. Shatin schrijft in een geheel eigen, twintigste eeuws idioom, maar weet op bijzondere wijze de Renaissance-uitstraling van haar vertrekpunt te herscheppen. In het eerste deel lijkt zelfs even de basstem van een luit te horen in de klank van de geprepareerde piano. Shatin benut de specifieke kleurmogelijkheden van elk van de vijf blaasinstrumenten goed, maar combineert ze soms ook in een orgelachtige klank waarin de afzonderlijke instrumenten moeilijk zijn te herkennen. Ockeghem Variations werd gecomponeerd in opdracht van het Hexagon Ensemble, dat op 20 maart 2000 de wereldpremière gaf in het Amsterdamse Concertgebouw. Ook nam het ensemble dit werk op voor de cd The Dutch Connection.
Willem Pijper schreef zijn Sextet voor het Utrechtsch Sextet, waarvan hijzelf deel uitmaakte als pianist. De vijf blazers waren afkomstig uit het Utrechtsch Stedelijk Orkest, waarin ze eerste lessenaars bezetten. Pijper was, behalve door muziek, van jongs af gefascineerd door de biologie. Die laatste belangstelling klinkt door in zijn ‘kiemceltechniek’. Zoals een plant ontstaat uit één zaadje, wilde Pijper complete werken ontwikkelen uit één kiemcel, een kort muzikaal gegeven, dat vaak bestaat uit vier noten. Ook het Sextet is kenmerkend voor deze periode in Pijpers oeuvre. De kiemcel van het Sextet is meteen aan het begin van het eerste deel te horen in de vier noten van de klarinet. Dit motief wordt overgenomen door de andere instrumenten. De overige drie delen zijn eveneens afgeleid van de kiemcel die vaak terugkeert in, om met Pijper te spreken, ‘vele ritmische en coloristische gestalten’. De sfeer van het derde en het vierde deel is beïnvloed door de Italiaanse volksmuziek, in het bijzonder uit Ticino, de streek rond het Lago Maggiore en het meer van Lugano, waar Pijper goede vakantieherinneringen aan bewaarde. Ook dit werk werd, net als het Sextet van Pijper, opgenomen voor de cd The Dutch Connection.
In juni 2012 ging De Rode Kimono van componist Micha Hamel in première tijdens het Holland Festival in het Muziekgebouw aan ’t IJ. Micha Hamel schreef zijn Rode Kimono speciaal voor het Hexagon Ensemble. In dit programma klinkt alleen (een deel van) de muziek uit dit multimediale programma rondom het gelijknamige schilderij van Georges Breitner. Het ensemble is op het podium opgedeeld in twee groepen: aan de ene kant Wagner tuba en piano, aan de andere kant fluit, hobo/althobo, klarinet/bassethoorn en fagot/contraforte. De Rode Kimono was indertijd een coproductie van het Holland Festival en het Stedelijk Museum. Het concert wordt besloten met een suite uit La Cenerentola. In deze zorgvuldig samengestelde suite uit Rossini’s opera buffa La Cerentola gaan virtuositeit en lyriek hand in hand. Kortom, een feestelijke afsluiting van dit programma. De bewerking werd speciaal voor het gelijknamige familieprogramma van het Hexagon Ensemble gemaakt door Hans van der Heide.