All Along The Watchtower uitkijktorens nader bekeken
Sean Diederen Justin van der Eerden Thomas Gerritsen Bastiaan Göttgens Tim van der Grinten Tim van den Heuvel Hendrik van den Hurk Ruud van Middendorp Jeroen Verbeten Elke Verhoeven Johanna van Warners Ivette Wennekes
All Along The Watchtower
Dit boekje is is het resultaat van het gelijknamige seminar onder begeleiding van Maarten Willems. Het boekje bestaat uit een aantal essays waarin diverse aspecten van de torens worden geanalyseerd. Daarnaast worden in de recensies alle uitkijktorens met een architectonische, en vooral kritische, blik bekeken. De volgende studenten hebben dit seminar gevolgd en achttien verschillende uitkijktorens onderzocht.
Resultaat van gelijknamig TU/e seminar 2010
voorwoord
Uitkijktorens zijn maar mondjesmaat bestudeerd en gedocumenteerd als typologisch verschijnsel1. Dat is opmerkelijk omdat ze niet alleen een boeiende historie en een breed verspreidingsgebied kennen, maar ook in de hedendaagse architectuurproductie betrekkelijk talrijk zijn. Er lijkt zelfs sprake van een ‘verschijnsel’2. Daarnaast is juist het contrast tussen de complexe relatie met andere typologieën en de eenvoud van het (non-)programma erg interessant. Uitkijktorens hebben enerzijds hun wortels in functionele verdedigingswerken (vestingen, burchten), anderzijds zijn ze ook te relateren aan de pret-architectuur van follies of de beeldtaal van de Russische constructivisten. Ze hebben verwantschap met de middeleeuwse ronde torens in Ierland uit de 9e – 12e eeuw als ook de prestigeobjecten in San Gimignano (12e – 13e eeuw).
2
Twaalf studenten hebben zich tijdens het seminar All Along The Watchtower verdiept in het fenomeen door een tactische bloemlezing als onderzoeksobject te nemen. Dit boek is de neerslag van die studie. Het verschaft een originele blik op de verrassende diversiteit in omvang, aanleiding, impact, achtergrond, context, constructie, beleving en poëzie van de torens. Achter elk object blijkt bij nadere beschouwing een machine, reclamezuil, sprookje, gedenkteken, landmark of experiment te schuilen. Een uitkijktoren is meer dan trap met een platform om ver weg te kijken. Maarten Willems – mei 2010
3
inhoudsopgave
ESSAYS Historie Definitie Karakteristieke(n) uitkijktorens De omgeving Opdracht(gever)
6 16 26 40 50
RECENSIES Kupla Observation Tower Uitkijktoren Boersberg Uitkijktoren ’t Bels lijntje Passages Luchtwachttoren Uitkijktoren Fochtelooërveen Flits Fire Control Tower #23 Nieuwe Brandtoren Kepser uitkijktoren De Kaap Landmarke Lausitzer Seenland Pyramide van Austerlitz Bostoren Indemann De Pagode Boudewijntoren Fictieve toren TENTOONSTELLING BRONNEN
4
68 86 106 126 146 164 186 206 224 240 260 286 302 324 344 364 386 404 420 432
5
6
7
historie
8
Om de geschiedenis van de uitkijktoren te kunnen onderzoeken moet allereerst de definitie van de uitkijktoren vastgesteld worden. Omdat dit al stof is voor discussie zullen we de uitkijktoren onderscheiden van torens met defensieve functies, verkeer gerelateerde torens en allerlei andere soorten torens. De uitkijktoren die we hier beschouwen heeft dus niet als primaire taak ‘opletten’ of ‘observeren’ maar ‘uitkijken’. Waar het om gaat is dat men naar een hoger punt wordt geleid waar men vervolgens kan ‘genieten’ van het uitzicht. De uitkijktoren in deze vorm is betrekkelijk jong. Natuurlijk hadden kastelen en paleizen uit de middeleeuwen uitkijktorens, maar dat waren incidenten en niet op zichzelf staande objecten die gebouwd werden als uitkijktoren. Pas laat in de 18e eeuw verschijnen er uitkijktorens met als primaire taak uitkijken. Wat was de oorzaak van deze plotse opkomst van uitkijktorens?
in opdracht van aristocraten, de toenmalige heersers, gebouwd. Als teken van allure en macht worden deze torens voor vermaak gerealiseerd en vormden zij herkenningspunten voor reizigers. Het maken van reizen wordt ook geïntroduceerd door deze aristocraten. Hoewel de Italiaanse dichter en prozaschrijver Francesco Petrarca in 1336 al beschrijft hoe hij de Mont Ventoux beklimt vanwege het uitzicht, ontstaat het echte reizen voor plezier pas in de tweede helft van de 19e eeuw. De toenemende vrije tijd, vakantieregelingen en invoering van zondagsrust rond 1890 luidt een nieuw tijdperk in. Omdat er nog geen fotocamera’s of andere media toegankelijk waren, maakte men reizen om kennis te maken met ander landschappen en culturen. Toeristen, een woord dat pas in 1937 door de Volkenbond gebruikt wordt, wilden in relatief korte tijd een indruk krijgen van het gebied waar ze zich bevonden. Uitkijktorens boden uitkomst.
TOERISME De eerste uitkijktorens worden vooral
TECHNISCHE INNOVATIES Natuurlijk hebben ook
innovaties bijgedragen aan de plotse opkomst van uitkijktorens. Als eind 19e begin 20ste eeuw de vervaardiging van constructiestaal toegankelijk en betaalbaar wordt, expanderen de constructiemogelijkheden. Mechanische principes worden optimaal benut waardoor er slanker geconstrueerd kan worden. Dit heeft tot gevolg dat er minder materiaal nodig is en er grotere hoogten bereikt kunnen worden. Dit komt tot uiting in experimenten als de Blackpool Tower in Blackpool in Engeland en de bekende Eiffeltoren in Parijs.
“Toenemende vrije tijd, vakantieregelingen en invoering van zondagsrust rond 1890 luidt een nieuw tijdperk in”
technische 9
Naast de ontwikkeling van constructiestaal was er nog een technische innovatie die bijdroeg aan de opkomst van de uitkijktoren. De lift maakte zijn entree. Hoewel de lift al in de tijd van de Romeinen bestond werd deze manier van verticaal transport nog maar zelden toegepast. Toen elektriciteit begin 20ste eeuw op grote schaal werd toegepast en Elisha Otis, oprichter van het bekende lift-/roltrapbedrijf, een veiligheidsmechanisme introduceerde waardoor de lift bleef hangen bij eventuele kabelbreuk, werd de lift pas echt toegankelijk voor het grote publiek. Het tijdperk waarin de conditie van de mens de hoogte van gebouwen bepaalde was voorbij. De lift maakte het voor iedereen mogelijk tot grote hoogte te stijgen. Dit had veel invloed op de ontwikkeling van de wolkenkrabber maar ook op die van de uitkijktoren. ONWEERSTAANBAAR GEVOEL De uitkijktoren ontleent zijn bestaansrecht waarschijnlijk niet alleen aan gebeurtenissen in de geschiedenis. Wellicht speelt de uitkijktoren in op ons instinct. 10
De drang om het hoogste punt op te zoeken wordt door Johann Theodor Benjamin Helfrecht als een onweerstaanbaar gevoel genoemd dat een ieder overvalt bij het zien van een trap of ladder. Deze drang komt vooral voort uit het willen overzien van de situatie. Overzicht op en het onder controle hebben van de situatie kan worden bevorderd door jezelf naar een hoger punt te verplaatsen. Hoe hoger men zich verplaatst, des te verder reikt het zicht. De drang om naar boven te willen heeft wellicht ook te maken met het gevoel van overwinnen. Net zoals bergbeklimmers de top van een berg willen bereiken, wil men ook de top van een uitkijktoren bezoeken. Toch gaat het bereiken van de top niet altijd gepaard met een gevoel van euforie maar eerder acrofobie ofwel hoogtevrees. Voor velen is het behalen van de top een overwinning op henzelf. In dit geval is het beklimmen van een uitkijktoren puur een individuele prestatie en is het uitzicht totaal onbelangrijk geworden. Het is dan ook voor iedereen anders op welke manier
de uitkijktoren vermaakt. UITZICHT Een landschap verandert continu. Een zomers uitzicht ziet er totaal anders uit dan een winters uitzicht.. Het uitzicht van een uitkijktoren is dynamisch. Natuurlijk gebeurt er in het ene gebied meer dan in het andere maar een uitzicht zal op elke plek na verloop van tijd veranderen. Hoewel dit verschijnsel van alle tijd is, is de invloed van de mens steeds beter zichtbaar. De meeste vergezichten zijn volledig gecreëerd door de mens. Dit is een groot verschil
“Een onweerstaanbaar gevoel dat iedereen overvalt bij het zien van een trap of ladder”
11
12
met het uitzicht dat de uitkijktorens eeuwen terug verschafte. Van de toen veelal ongerepte natuur is weinig meer over. Hoewel uitkijktorens vaak uitzicht bieden over een ingekaderd stukje (beschermde) natuur zijn er ook torens die inspelen op de menselijke ingrepen. Zo kijkt de Indemann in Inden (DE) staande op een heuvel uit over een afgraving die zich zal uitbreiden rondom de toren. Het uitzicht is volledig gericht op een kunstmatig veranderend landschap. Later zal de afgraving gevuld worden met water waardoor de uitkijktoren uitkijkt over een toeristisch watersportgebied. Omdat het uitzicht van karakter verandert, verandert ook de functie van de uitkijktoren. De uitkijktoren zelf wordt daarmee net zo interessant als het uitzicht. Maar het kan nog extremer. Zo zijn er torens waarvoor het hele landschap aangepakt wordt om zodoende een weids uitzicht te creëren.
stuk egoïstischer te zijn. Hoewel veel uitkijktorens een poging doen om op te gaan in het landschap zijn er ook torens waarbij het uiterlijk van de toren belangrijker is dan het uitzicht. Deze torens hebben dan ook eerder als primaire taak ‘symbool’ dan uitkijken voor vermaak. De kunstwerken worden vaak ingezet als landmark. Dit zien we bijvoorbeeld bij de Flits aan de A16 bij Breda. Dit kunstwerk biedt de mogelijkheid om over het landschap uit te kijken. Toch lijkt dit niet het primaire doel aangezien het kunstwerk aan verschillende verkeersroutes gelegen is. Het kunstwerk is eerder een symbool voor een bijzondere plek dan dat het uitzicht bijzonder is. Het lijkt hierbij vooral te gaan om het gezien worden. Zo valt ook op te merken bij de uitkijktoren op het drielandenpunt in Vaals. Deze toren markeert eerder een bijzondere plek in plaats van een bijzonder uitzicht te schenken.
EGOISTISCHE TORENS Daar de oudere torens vooral ondergeschikt zijn aan het landschap lijken de hedendaagse torens een
HEDENDAAGSE ONTWIKKELINGEN Sommige aspecten zoals die hiervoor genoemd zijn gelden nu nog steeds. De drang om de top te willen bereiken en te
genieten van het uitzicht is ook van deze tijd. Toch kunnen we tegenwoordig met behulp van verschillende media zoals tv en internet via webcams ook vanuit onze eigen huiskamer genieten van het uitzicht elders op deze wereld. In tijden van crisis wordt het nut van bouwwerken uitvoerig uitgemeten. Het lijkt logisch dat gebouwen die puur voor vermaak gebouwd worden als eerste geschrapt worden. Hoe kan het dan dat er steeds meer uitkijktorens verschijnen? Het lijkt erop dat twee aspecten een grote rol spelen. Cultureel-historische waarde en imago/pr. Uitkijktorens die
“Hedendaagse torens lijken een stuk egoïstischer te zijn”
13
ingezet worden als landmark dienen ervoor mensen/toeristen te lokken om een bepaalde plek te bezoeken. Hoewel het natuurlijk ook om het historische of culturele aspect van de locatie gaat zal er altijd een grote rol weggelegd zijn voor economie. Het toerisme dat ontstaat door een belangrijke plek brengt altijd geld met zich mee. Het levert inkomsten voor de locale overheid op. Dus hoewel de torens alleen maar geld lijken te kosten, brengen ze vaak ook genoeg geld in het laatje. Zeker wanneer de uitkijktoren zelf al als betaalde attractie wordt uitgebuit. CONCLUSIE De combinatie van technisch vernuft en ontwikkelingen op het gebied van toerisme en vrijetijdsbesteding van mensen heeft als gevolg dat de uitkijktoren een algemeen bekend fenomeen wordt. Ze doemen op de meest verrassende plekken op om mensen een blik op het omliggende landschap te gunnen. Ook blijkt dat Uitkijktorens niet altijd om het uitzicht draaien maar vaak ook diepere 14
betekenissen kunnen hebben. Ze kunnen inspelen op het gevoel van de mens of symbool staan voor een bepaalde plek of gebeurtenis. De hedendaagse torens lijken niet meer genoeg te hebben aan uitzicht op een typisch lokaal landschap. De nieuwigheid is er vanaf. De uitkijktoren van 2010 moet het hebben van de symbolische waarde, de dynamiek in het landschap en de verschijning zelf.
THOMAS GERRITSEN HENDRIK VAN DEN HURK 15
16
17
definitie
In de jaren 90 begon de mensheid de drang te ontwikkelen om bergen verticaal te bestijgen. Bepakt en bezakt werd begonnen aan een tocht naar het hoogste punt. Opmerkelijk is dan ook, dat de populariteitstoename van het middelgebergte na 1800, gezorgd heeft voor een grote ontwikkeling van uitkijktorens binnen de architectuur. Aan het begin van dit proces staan de behoefte om de horizon te verlengen, nervositeit, onbegrip, maar vooral ook nieuwsgierigheid. De drang om op een hoger punt te kunnen staan, waardoor een verder uitzicht verkregen wordt. Dit is voor de meeste mensen de aanleiding om een uitkijktoren te bestijgen. In eerste instantie is een uitkijktoren een object geplaatst in zijn omgeving, om de toeschouwer een beter beeld te kunnen verschaffen van zijn omgeving. Toch heeft de uitkijktoren de laatste jaren een ontwikkeling doorgemaakt. Meer en meer zijn ze verschenen als pronkstukken, als iconen, en worden ze af en toe geplaatst als ‘invulling’ van de ruimte. Deze ‘invulling’ voegt weinig toe aan het feit dat een uitkijktoren 18
bedoeld is om uit te kunnen kijken over de omgeving.
“De drang om op een hoger punt te kunnen staan, waardoor een verder uitzicht verkregen wordt”
HET UITKIJKEN Wat is uitkijken? In de dikke van Dale staat het als volgt omschreven: uit•kij•ken keek -, h, i -gekeken 1 voortdurend in een bep. richting kijken naar iets dat men verwacht: naar iem ~ 2 uitzicht geven, hebben op 3 opletten: ik kijk wel uit ik doe daaraan niet mee 4 door kijken laten verdwijnen uit: iem de deur ~; zijn ogen ~ verwonderd en aanhoudend kijken 5 tot het eind kijken: je bent hier gauw uitgekeken er is hier niet veel bezienswaardigs
Rekening houdend met het onderwerp ‘uitkijktorens’, is met name verklaring 1 en eventueel verklaring 2 van toepassing. Wat opvalt is dat de eerste verklaring spreekt over een richting en een doel: uitkijken naar iets of iemand. De tweede verklaring spreekt over een middel (“uitzicht geven”). Vroeger werd uitgekeken naar vijanden, brand, vliegtuigen of andere soorten gevaar. Tegenwoordig is het met name nog recreatief. Vanaf een hooggelegen punt genieten mensen van een uitzicht, zoals vanaf het Empire State Building, een panoramadek in de bergen en dus ook uitkijktorens. Maar wat maakt (recreatief) uitkijken zo interessant dat er torens speciaal en alleen voor dat doel worden gebouwd? Zoals gezegd gaat het bij uitkijken om een doel. Het doel kan iets zijn dat je wilt zien, verwacht te zien of komt voort uit nieuwsgierigheid. Iemand die in het bos tussen de bomen staat, zou misschien boven de boomtoppen willen uitstijgen om te zien waar hij naartoe moet gaan om het bos te verlaten. Een ander zou misschien juist boven de boomtoppen willen uitstijgen omdat 19
hij verwacht dat vanuit dat perspectief een bijzonder uitzicht ontstaat. Een derde vindt het idee van boven de boomtoppen uitstijgen al een zodanig interessant idee, dat het genoeg reden is om uit te zoeken wat daar is. Het doel van uitkijken is echter niet altijd even duidelijk. Daarnaast is het nog maar de vraag of het doel de moeite waard is. Een uitkijkpunt of -toren in een leeg, plat gebied lijkt vrij nutteloos. Het uitkijkpunt biedt een ander perspectief over het gebied, maar is dit nieuwe perspectief een volwaardig doel om voor recreatie door te gaan? Waarschijnlijk niet. Een voorbeeld van een toren, waarbij kan worden getwist over het doel, is de toren “Passages” nabij Lelystad. Het beklimmen van de toren biedt hier niet een zodanig beter uitzicht, dat het daarom de moeite waard is om die 9 of 10 m omhoog te gaan. Een bomenrij blokkeert het zicht op het vliegveld, waarop de toren gericht is. En voor de rest is er helemaal niets. Er zou in de bomenrij een vizier moeten zijn uitgekapt, waardoor het vliegveld zichtbaar zou worden, maar hiervoor is geen toestemming verleend. 20
Aangezien dit niet is gebeurd.. had de toren dan wel moeten worden gebouwd? Zijn doel van het uitkijken, het vliegveld, is namelijk niet zichtbaar vanaf de toren. De vraag die hier gesteld kan worden is dan ook: wat is het doel van de uitkijktoren? Het is niet zo verwonderlijk dat een uitkijktoren kan eindigen in een anticlimax. Het feit dat de uitkijktoren
“Het feit dat de uitkijktoren daar staat, wekt de sterke suggestie dat de toren een bijzonder en/of beter uitzicht aanbiedt”
daar staat, wekt de sterke suggestie dat de toren een bijzonder en/of beter uitzicht aanbiedt. Dit blijkt niet altijd zo te zijn. De vraag of een uitkijktoren
daadwerkelijk als doel moet hebben om een beter uitzicht te verschaffen is minder eenvoudig dan het lijkt. Men is al snel geneigd te concluderen dat een uitkijktoren in een open, lege omgeving weinig toevoegt. Toch zit hier een addertje onder het gras. Wanneer deze toren niet ter plaatse had gestaan, had men waarschijnlijk nooit ervoor gekozen om op dat punt van de omgeving te gaan genieten. Hierdoor kan dus geconcludeerd worden dat een uitkijktoren altijd een doel heeft, al dan niet als toren om vandaan uit te kunnen kijken, als ook bijvoorbeeld een oriëntatie punt in de omgeving. Passages is naast de functie van uitkijktoren ook bedoeld als kunstwerk dat verwijst naar de ontstaansgeschiedenis van Flevoland en daarmee is duidelijk dat het doel van de toren niet puur en alleen het uitkijken over het vliegveld is. HET ‘TOREN’ ZIJN Een uitkijktoren geeft een heel ander perspectief dan wanneer vanaf het maaiveld gekeken wordt op dezelfde locatie. Met andere woorden, er 21
dient een hoger gelegen punt te zijn, vanwaar uitgekeken kan worden. Dit hoger gelegen punt dient bereikbaar te zijn door middel van een stijgpunt. Een stijgpunt kan verschillende dingen zijn, denk hierbij aan een trap, lift, hellingbaan etc. Dit is de meest banale basis van de uitkijktoren: een stijgpunt in combinatie met een uitkijkpunt. Een ander perspectief kan echter ook worden opgevat als een andere gewaarwording van de locatie. De ervaring telt mee in het beklimmen van de uitkijktoren. De route naar boven is net zo goed onderdeel van het fenomeen ‘uitkijken’ geworden als het overzicht dat het bovenste platform
“De route naar boven is net zo goed onderdeel van het fenomeen ‘uitkijken’ geworden als het overzicht dat het bovenste platform biedt.” 22
biedt. De locatie is wellicht helemaal niet interessant, als er geen toren is om de locatie te beleven. Passages biedt in dat opzicht een interessant gedraai naar boven. Zo ook legt de bostoren van Putten de nadruk op de route naar boven met zijn wenteltrap en klimnet. De opbouw naar een climax komt vrijwel in alle torens voor. Het gaat vaak om het bereiken van de top. Dat het uitzicht vervolgens tegen kan vallen is dan vrij frappant. Het lijkt daarom alsof de toren soms niet gebouwd is voor het uitzicht, maar voor de ervaring die de uitkijktoren in zijn geheel biedt, wanneer deze beklommen wordt en de top wordt bereikt. Het is ondertussen duidelijk dat de primaire functie van de toren ‘uitkijken’ dient te zijn, echter het fenomeen toren is een eigenschap apart. Het is een lastige kwestie om concreet te omschrijven wat gerekend dient te worden tot de categorie ‘torens’. Een belangrijk aspect is de slankheid van het gebouw. Een toren is niet zo zeer afhankelijk van de hoogte, maar vooral afhankelijk van zijn verhouding tot de breedte en diepte. Tot de categorie
torens word gerekend met een minimale hoogte : breedte verhouding van 5:1. Wanneer een gebouw niet aan deze slankheideis voldoet, mag geconcludeerd worden dat het gaat om een gebouw waarvandaan uitgekeken kan worden. Er wordt met opzet voor gekozen om hier geen begrip aan te geven, omdat deze (net als ‘uitkijktoren’) gebaseerd dient te zijn op een grondige analyse. Door deze slankheidseis kunnen er uit de 18 besproken torens een aantal worden gehaald die niet voldoen aan de eis. Zo heeft de Indemann van Maurer een kleinere verhouding dan 5:1. Het is daarom eerder een object waarvan af uitgekeken kan worden, dan een toren. En toch zal deze grote robot door veel mensen betiteld worden als uitkijktoren, gewoon omdat hij bedoeld is om een uitzicht te bieden en hij een stijgpunt in combinatie met een uitkijkpunt biedt. Zo is de slankheidseis bij Passages ook discutabel, maar ook bij dit bouwwerkje zullen maar weinig mensen zeggen dat het geen uitkijktoren is. Hoe paradoxaal het ook klinkt, als een object of bouwwerk geen toren is, dan nog kan 23
het een uitkijktoren zijn. Dit betekent dat het begrip ‘uitkijktoren’ zijn eigen betekenis heeft gekregen, ongeacht de betekenis van het woord wanneer het wordt ontleed. DEFINITIE Het is heel lastig om het begrip uitkijktoren te vatten in een enkele zin. Door de jaren heen is er niet duidelijk een ontwikkeling te zien in de verschijningsvormen van uitkijktorens. Slechts het doel waarvoor ze gebouwd worden, is duidelijk veranderd. Zo waren er vroeger de uitkijktorens waar werd uitgekeken naar gevaar, tegenwoordig worden de torens gebouwd puur voor de recreatie. Dit maakt het fenomeen uitkijktoren heel apart. Wanneer woningen door de jaren heen worden geanalyseerd, dan is er een duidelijke ontwikkeling te zien in indeling, sequentie, vormgeving etc. Zo ook voor fabriekshallen, stadhuizen, scholen, bibliotheken, overheidsgebouwen, noem maar op. Maar de uitkijktoren heeft dit niet. Niet de vormgeving, sequentie of indeling maakten een ontwikkeling 24
door, eigenlijk alleen het doel van het bouwwerk. Iedere toren staat op zichzelf en lijkt niet te zijn gebonden aan andere voorwaarden dan dat het een uitkijktoren moet zijn plus de door de opdrachtgever gestelde eisen. De beschrijving van een uitkijktoren in het algemeen is heel simpel en vooral heel globaal. Het is de combinatie tussen de volgende voorwaarden: • • • •
Gebouwd om ‘uit te kijken’ Een kunstmatig stijgpunt in de vorm van een trap, hellingbaan, lift etc. Een uitkijkpunt(/- platform) Een doel dat primair gebaseerd is op het overzien van de omgeving of het zicht op een punt(en) of object(en).
De ontwerper geeft hier vervolgens zijn eigen invulling aan, waardoor iedere toren uniek is. Het definiëren van de uitkijktoren is met opzet heel globaal gelaten. Het is een bouwwerk, dat uit zijn dubieuze aanwezigheid vaak zijn charme haalt. De vraag of hij wel nodig is op een
bepaalde locatie is vaak niet eens relevant, omdat zijn aanwezigheid een zekere drang in ons oproept om het gebied te overzien. De beleving en ervaring van en door het object zijn vaak belangrijker dan het uitzicht. Het opstellen van richtlijnen of randvoorwaarden voor een dergelijk bouwwerk zou alleen maar afdoen aan de kracht van zijn verschijning. Is het niet juist de kracht van het verschijnsel, dat iedere uitkijktoren uniek is en zal blijven?
SEAN DIEDEREN BASTIAAN GÖTTGENS 25
26
27
karakteristieke(n) uitkijktorens
De hoogte in gaan om uit te kijken. Ver kijken. Uitkijken over het landschap; het bos; het veen; de duinen; de hei; het meer. Uitkijken over een vliegveld, over een stad, over een snelweg, naar of over een monument, over een haven, over een rivier. Uitkijken over gebeurtenissen; evenementen. Maar misschien ook wel; bekeken worden. Uitkijktorens zijn torens waar vanaf een hoger gelegen platform uitgekeken kan worden over vele verschillende ‘landschappen’; De ene keer is het zicht gericht op een bepaald punt; De andere keer kan je de omgeving 360 graden rondom je ervaren. Een constructie die je omhoog brengt maakt dit mogelijk. Uitkijktorens zijn een type toren met het doel uitkijken. Andere typen torens die te onderscheiden zijn: brandtorens, kerktorens, verkeerstorens, observatietorens, verdedigingstorens, televisietorens (uitzendmasten), woontorens, vuurtorens, torens als landmark, watertorens, etc. Deze verschillende typen torens zijn duidelijk 28
van elkaar te onderscheiden door te kijken naar de functies van de torens, al zijn bijvoorbeeld brandtorens ook torens waar vanaf uitgekeken wordt. Hierbij heeft het uitkijken alleen een ander doel; observeren van het landschap om branden te kunnen spotten. Vaak bestaan er ook torens die naast hun hoofdfunctie, waarnaar de torens vernoemd zijn, ook een andere functie herbergen. Voorbeelden hiervan zijn een televisietoren die ook vaak gebruikt wordt als toeristische trekpleister om mensen over de stad uit te laten kijken, een uitkijktoren die ook een restaurant in zicht herbergt of een kerktoren met uitkijkplatform. Er bestaan vele uitkijktorens van verschillend formaat, vorm en uitzicht. Uitkijktorens kunnen zich dan ook van elkaar onderscheiden door verscheidene kenmerken: hoogte, diameter, gewicht, materialisatie, constructie, uitzicht, eventuele aanvullende functies, manier waarop het “uitkijkplatform” bereikt kan worden, ‘slankheid’, verhouding tussen diameter op maaiveld en diameter op uitkijkhoogte of hoogste punt, vorm
“Zonder uitzicht en/of constructie kan je ook niet spreken van een uitzichttoren.”
van de horizontale doorsnede en ga zo maar door. De vormen uitkijktorens die er te onderscheiden zijn aan de hand van de meest belangrijke kenmerken van uitkijktorens worden behandeld. De meest karakteristieke kenmerken van uitkijktorens zijn: het uitzicht en de constructie om op hoogte te komen om uit te kunnen kijken. Immers; zonder uitzicht en/of constructie kan je ook niet spreken van een uitzichttoren. Het uitkijken op hoogte is misschien wel het meest belangrijke doel van uitkijktorens. De hoogte waar vanaf uitgekeken wordt is voor iedere toren verschillend. 29
Dit is natuurlijk afhankelijk van de situatie. De ene keer is het gewenst om over een landschap met veel bomen uit te kijken, waarbij het van belang is boven de boomtoppen uit te komen. De andere keer is de beleving van de natuur belangrijker en is een hoogte tussen de boomtoppen gewenst. Soms staat de toren op een vlakte en hoeft de hoogte dus niet eens zo hoog te zijn om uit te kunnen kijken. Over het algemeen liggen de hoogten van de uitkijk platforms tussen de 5 en 40 meter.1 Maar ook grotere hoogten worden bereikt zoals in de uitkijktoren in Vaals bij het drielandenpunt. Hier kan wel een hoogte van ongeveer 50 meter gehaald worden. Ondanks dat er bij het zoeken naar de definitie van een uitkijktoren bijna altijd vermeld wordt dat deze soort torens een blikveld van 360 graden verschaffen 1 en 2 is dit lang niet altijd het geval. Het uitzicht is voor iedere toren anders en iedere toren heeft zijn eigen karakteristieke wijze om dit panorama te verschaffen. Mogelijke uitzichten zijn in de inleiding al besproken. Het blikveld kan op verschillende 30
manieren vormgegeven zijn. Toch zijn er maar enkele verschillende manieren om dit te verschaffen: Je kunt 360 graden panoramisch rondkijken vanaf een platform, maar het is soms ook mogelijk dat het panorama maar op één of enkele specifieke uitzicht(en) gericht is. Ook een combinatie hiervan is mogelijk. Omdat uitkijktorens soms ook meerdere hoogteniveaus hebben waar vanuit uitgekeken kan worden is hier nog een nuance in de mogelijke vergezichten aan te brengen. Zo zijn er 360 graden panoramische torens die maar één platform hebben
“Het uitzicht kan op verschillende manieren vormgegeven zijn.”
zoals de Kepser uitkijktoren in Overloon en de uitkijktoren De Kaap in Doorn. Dit platform kan het hoogste punt zijn van de toren zoals in Overloon en Doorn het geval is, maar kan ook onder het hoogste punt zitten zoals bij De Pagode waarbij er nog een dakconstructie boven het platform aanwezig is. Daarnaast zijn er panoramische torens die meerdere platforms hebben waar vanaf uitgekeken kan worden zoals de uitkijktoren Passages in Lelystad die twee platforms heeft waar vanaf uitgekeken kan worden. Onder een andere categorie vallen de gerichte torens met maar één of meerdere platforms waar vanaf uitgekeken kan worden. Een voorbeeld van een uitkijktoren met maar één platform waar vanaf maar in één richting uitgekeken kan worden is de uitkijktoren Fochteloërveen in Oostellingwerf. Deze toren staat met zijn rug naar het bos en kijkt uit over het ontoegankelijke hoogveengebeid Fochteloërveen. Binnen de categorie van gerichte torens zijn er ook torens mogelijk met meerdere platforms. Hiervan zijn maar weinig torens te vinden. Waarschijnlijk komt dit 31
Overzicht uitkijktorens omdat het vaak toch aantrekkelijk wordt gevonden om ook een 360 graden panoramisch uitzicht te hebben. Een voorbeeld van een toren met alleen platforms met een gericht uitzicht is de Nieuwe Brandtoren in Reusel. Deze toren bestaat uit 5 platforms waarbij je steeds op ieder platform in twee richtingen uit kan kijken. De richtingen waar naartoe uitgekeken kan worden wisselt af. Uiteindelijk kan toch 360 graden rondom gekeken worden, maar in verschillende etappes. Ook een combinatie van 360 graden panoramische platforms en platforms met gericht uitzicht is mogelijk. Een voorbeeld hiervan is de Bostoren in Putten waarbij iedere keer een uitstapje wordt gedaan uit de centrale kern en er iedere keer iets anders te zien is. Een bijzonder voorbeeld van uitzicht is de Pagode in de Efteling. In deze toren kan maar deels tegelijk rondom gekeken worden. Het zicht is dus beperkt door de middenkern. Door het ronddraaien van het platform kan uiteindelijk toch 360 graden rondom uitgekeken worden. 32
360 graden panorama over een platform
360 graden panorama over meerdere platforms
KUPLA OBSERVATION TOWER UITKIJKTOREN BOERSBERG UITKIJKTOREN ‘T BELS LIJNTJE PASSAGES LUCHTWACHTTOREN UITKIJKTOREN FOCHTELOËRVEEN FLITS FIRE CONTROL TOWER #23 NIEUWE BRANDTOREN KEPSER UITKIJKTOREN DE KAAP LANDMARKE LAUSITZER SEENLAND PYRAMIDE VAN AUSTERLITZ BOSTOREN INDEMANN DE PAGODE BOUDEWIJNTOREN FICTIEVE TOREN 33
Gericht
34
Meervoudig gericht
Combinatie van 360 graden panorama en gericht
35
Trap Om de hoogte te bereiken om uit te kunnen kijken over een gebied/ landschap heb je een constructie nodig. Deze constructie kan enkele verschillende vormen aannemen en bestaan uit verschillende materialen. Veel voorkomende gebruikte materialen zijn staal, hout en steen/beton. De belangrijkste en meest voorkomende vorm van constructie om boven te komen is de trap; een rechte trap met één of meerdere tussenbordessen en/ of uitkijkplatforms; een wenteltrap; een spiltrap; etc. Vele vormen zijn mogelijk. Een mooi voorbeeld van een uitkijktoren waarbij de toren eigenlijk alleen maar bestaat uit een trap is de Passages in Lelystad. Dit kunstwerk bestaat uit een spiltrap met daar omheen een wenteltrap die rondom de spiltrap geplaatst is. Een andere mogelijke constructie om omhoog te komen is de lift. Vooral hoge torens, zoals de Euromast, de Indemann tussen Aaken en Keulen en de Boudewijntoren in Vaals bij het drielandenpunt, hebben een lift. Om veiligheidsredenen hebben torens met lift altijd ook een trap om omhoog en 36
vooral naar beneden te komen. Een bijzondere constructie om op hoogte te komen is een hefconstructie, een bijzondere vorm van lift, waarbij het uitkijkplatform van hoogte kan veranderen. Deze constructie is toegepast in de Pagode in de Efteling, Kaatsheuvel. Bij deze toren stap je op het platform vanaf het maaiveld. Nadat alle hekken dicht zijn brengt een hydraulisch aangedreven arm het platform op een hoogte van wel 45 meter waarbij het platform rond draait. Discussie is er natuurlijk mogelijk over andere vormen van constructies om op hoogte te komen. Zo heeft de Space Shot in Walibi World in Biddinghuizen een constructie waarbij je omhoog geschoten wordt naar een hoogte van 60 meter langs een kolomconstructie. Wanneer je op deze hoogte bent heb je een prachtig uitzicht. Dit uitzicht is alleen wel erg tijdelijk.
37
Trap en lift
38
Hefboom Een andere categorie toren die nog te vermelden waard is, is de soort uitkijktorens die eigenlijk niet gebouwd zijn met als hoofddoel uitkijktoren te zijn. Dit soort torens kunnen vaak meer gezien worden als ‘Landmarks’. Het zijn torens waar meer naartoe gekeken worden als dat er mensen gebruik van maken om op een hoger punt uit te kijken. Voorbeelden hiervan zijn de uitkijktoren de Flits langs de A16 bij Breda en Landmarke Lausitzer Seenland in Duitsland waar de naam al zegt dat de toren bedoeld is als landmark. Het meest karakteristiek aan uitkijktorens is dat ze je op hoogte brengen naar een platform om uit te kunnen kijken over een gebied/landschap met behulp van een constructie. Het uitkijken kan gebeuren door middel van één of meerdere platforms die een 360 graden panoramisch uitzicht verschaffen, door middel van één of meerdere platforms die een (beperkt) gericht uitzicht verschaffen, of door een combinatie hiervan. Mogelijke constructies om op hoogte te komen zijn de trap, de lift en de hefconstructie. ELKE VERHOEVEN IVETTE WENNEKES 39
40
41
de omgeving
Mensen bevinden zich altijd in een omgeving. Wanneer we een landschap willen ervaren zoeken we vaak punten van overzicht. Dit zijn vaak specifieke plekken in de omgeving waar men een goed beeld van de omgeving gepresenteerd krijgt. Het panorama is hierbij het centrale thema. Dit panorama kan bereikt worden door zich boven de natuur en omringende bebouwing te verheffen. Niet zozeer hoogte, maar vooral niveauverschil met de omgeving is belangrijk. Kenmerkend zijn bijvoorbeeld de natuurlijke uitkijkpunten die men in berggebieden kan vinden. Op plekken waar deze natuurlijke hoogteverschillen niet aanwezig zijn komt de uitkijktoren op het toneel. Deze constructie stelt mensen in staat de bergwandeling en het daarbij behorende uitzicht op elke gewenste omgeving na te bootsen. Maar waarom zijn er eigenlijk uitkijktorens? Uitkijkpunten creëren een uitzicht dat elders niet te verkrijgen is en daardoor in een bijzondere atmosfeer gehuld is. Logischerwijs moet er dus iets in de omgeving zijn dat een waarde 42
heeft om “naar uit te kijken”, maar hoe staat dit eigenlijk in relatie met de plek? De relatie met de plek staat in directe verbinding met de functie van de toren. Alle uitkijktorens hebben als basisfunctie uitkijken, maar binnen het “uitkijken in relatie tot landschap” zijn differentiaties te maken. Dit idee volgde uit het bezoek aan twee omgevingen met een uitkijktoren; De eerste omgeving beslaat een natuurgebied nabij het Belgische Turnhout. De toren staat aan een lang fietspad dat het natuurgebied doorkruist. Het gebied zelf is nog in volle ontwikkeling. De uitkijktoren die nu in het gebied staat is gebouwd voor de toekomstige situatie, voor een omgeving die nog niet bestaat. De panoramawijzer op het uitkijkplatform is ook een tekening van deze toekomstvisie. De beboste heuvels bij Doorwerth vormen de omgeving van de andere uitkijktoren. Het aanwezige landschap is gevormd in de voorlaatste ijstijd en vertoont kenmerken van de Belgische Ardennen. De toren maakt het voor
bezoekers mogelijk om boven de bomen uit te stijgen en het al aanwezige uitzicht te aanschouwen. Deze uitkijktorens vertonen een interessant verschil in hun relatie met de omgeving. De toren in Turnhout richt zich op een periodieke ervaring. De toren geeft eigenlijk aan; “het is nog niet af, kom over een half jaar nog eens terug”. De periodieke beleving van de omgeving bepaalt de kwaliteit van de toren en het uitzicht. Het al aanwezige landschap in Doorwerth biedt daarentegen een relatief statisch panorama. Zonder referenties naar toekomstige situaties.
“Het concept van “uitkijken” is niet leidend, omdat er geen element is dat ‘interessant’ genoeg is om naar te kijken”
43
Het is een toren met een “statische” panoramische ervaring en neigt naar een constante beleving (afgezien van weer en seizoen). De kans dat de toren maar één keer bezocht wordt is hier naar alle waarschijnlijkheid groter. Dus kijkend naar de relatie tussen toren en landschap kan onderscheid gemaakt worden tussen torens voor een toekomstig landschap en torens voor een “statisch” landschap. Er zijn echter meer mogelijkheden. Sommige torens zijn namelijk niet zozeer gericht op de omgeving, maar verwijzen voornamelijk naar zichzelf. Dit soort kijktorens worden vaak ingezet als landschappelijke decoratie. Het concept van “uitkijken” is dan niet leidend, omdat er geen element is dat “interessant” genoeg is om naar te kijken. Een toren die naar zichzelf verwijst zoekt naar andere manieren om de bezoeker te trekken en de kijker nieuwsgierig te maken. Dit presenteert zich vaak in uitdagende of complexe installaties die bijvoorbeeld een sterk expressief karakter hebben. Dit is echter geen regel. 44
Een toren kan ook verwijzen naar een moment, of bijzondere situatie. Het uitzicht is niet continu interessant. Deze torens zijn net als een tribune. De omgeving is dan het podium. Zitten op de tribune is alleen interessant als er een voorstelling op het podium plaatsvindt. Voorbeelden hiervan zijn vogel- en vliegtuigspotter torens. Deze laatste
“De toren is net als een tribune met de omgeving als het podium”
kan zo geplaatst zijn dat landende vliegtuigen over je heen vliegen en zoeken naar een echte piekervaring. Dit is eigenlijk een tegenhanger van de periodieke ervaring van de toren in Turnhout.
De toren als tribune en haar omgeving als podium geeft meteen aan dat er een wederzijdse connectie is. Als de voorstelling op het podium leuk, spannend of saai is heeft dit direct invloed op haar publiek die de tribune bezet. Het interessante is echter dat bij elk type toneelstuk een bepaald publiek hoort dat het waardeert. Ditzelfde geldt voor uitkijktorens. De impulsen die men in de toren van de omgeving opvangt trekken een bepaald soort publiek aan. Voorbeeld hiervan zijn de verschillende soorten spottertorens. Een belangrijk verschil tussen uitkijktoren en tribune ligt in de gerichtheid. De meeste uitkijktorens hebben geen specifieke richting, men kan meerdere kanten opkijken. Een tribune is echter zeer gericht, gefocust op één podium. Soms is het direct beleefbare niet de bestaansreden van de toren. Het is de symbolische waarde van de plek die de toren bestaansrecht geeft. Dit valt te herkennen bij de toren van het Drielandenpunt, of de Piramide van Austerlitz. Bij het Drielandenpunt wordt verwezen naar een symbolische grens 45
tussen 3 landen terwijl die nergens direct tastbaar is. De Piramide van Austerlitz is een monument voor een veldslag die in de geschiedenis elders heeft plaatsgevonden. Men wordt bewust van het feit dat er ooit een veldslag is geweest en dankzij het menselijk inlevingsvermogen is het mogelijk voor de bezoeker om de plek als bijzonder te ervaren. Relaties tussen landschap en toren zijn dus zeer variabel en staan in directe relatie met de fysieke en symbolische plek. De poging om
“De toren biedt eigenlijk een continue ‘piekbelasting’”
46
torens te categoriseren naar relatie met de omgeving heeft nu tot het uiteenzetten van vijf mogelijke situaties geleid. Er is nog een zesde situatie te onderscheiden. Een omgeving die de kijker een overvloed aan informatie biedt vraagt een ander soort toren. De pagode is hier een voorbeeld van. De grote hoeveelheid bewegingen in de vorm van mensen, auto’s, attracties zorgt ervoor dat mensen hun ogen uitkijken en zich verliezen in alle kleine details van de plek. De omgeving is zo gevarieerd, waardoor deze eigenlijk niet in één keer op te nemen is. Deze torens bieden eigenlijk een continue “piekbelasting”. Het is interessant om te herkennen dat naarmate er meer veranderlijke en kleine elementen door de omgeving krioelen je meer naar details gaat kijken dan naar de omgeving in zijn algemeen. Je krijgt opmerkingen als: “Zie jij ook die man daar met die blauwe pet?”. Dingen aanwijzen in de omgeving aan elkaar. Deze situatie komt waarschijnlijk niet voor in een natuurgebied, “Zie jij die boom daar?”. Hierbij gaat het eerder om het grote geheel.
Deze uiteenzetting leidt tot een mogelijke lijst die torens indeelt naar hun relatie met het landschap; • • • • • •
Torens voor een toekomstig landschap veranderlijke relatie Torens voor een “statisch” landschap continue relatie Naar zichzelf verwijzend landschap minder relevante relatie Moment beleving “voorstelling” in landschap Symbolisch historie of “onzichtbaar” landschap Overvloed overprikkelend landschap
De relatie tussen toren en omgeving is nu nog vooral bekeken vanuit het uitkijkpunt of panoramaplatform van de toren, maar deze strekt zich uit naar alle delen van het bouwwerk. Wanneer begint de relatie met de omgeving? Deze relatie begint al bij de eerste herkenning. Het moment dat de bezoeker voor het eerst oog in oog 47
staat met de toren. Dit kan al wandelend gebeuren, maar ook met de auto, fiets of ander vervoersmiddel. Op het moment van deze eerste confrontatie moet men nog een afstand overbruggen om de voet van de toren te bereiken. Sommige torens laten zich pas laat “zien” en zijn als het ware verborgen in het landschap. Andere torens zijn zo prominent aanwezig, dat ze vanaf een grote afstand gezien kunnen worden. De route, wandeling, toenadering, of misschien promenade architecturale van de toren bereidt de bezoeker voor op wat komen gaat. Er ontstaat naar zo een relatie tussen toren, bezoeker en omgeving. De bezoeker ziet de toren en probeert hiervan een beeld te vormen. “Wat gaat er komen?”, “Waar is de entree?”, “Hoe ziet het er van binnen uit?” Dit soort vragen zorgen voor een spanning, of verwachting die bij het benaderen van de toren wordt opgebouwd. Of en hoe deze spanning zich manifesteert is zeer afhankelijk van de manier waarop de toren zich presenteert in de omgeving. Als we teruggaan naar de specifieke relatie van de toren tot haar omgeving zijn er 48
een aantal basishoudingen waarbinnen de meeste torens zich bevinden. In principe zijn er twee houdingen. De eerste is de skeletstructuur, een toren die bestaat uit een raamwerk van elementen. De toren blokkeert relatief weinig zicht en laat de omgeving aan de andere zijde door haar constructie heenkomen. De massieve toren is de tegenhanger van de skeletstructuur. Dit type blokkeert het zicht en laat slechts weinig los van zijn interne karakter. Eigenlijk is de manier waarop een toren met haar omgeving omgaat terug te voeren tot manieren van kijken, daarbij zijn ook meteen manieren van materialisering te bedenken. De volgende mogelijkheden komen naar voren; • • •
Open zicht (platform) vrije keus bezoeker Gekaderd (zichtraam) focussen op element in landschap Gefilterd zicht (lamellen) duidelijke ervaring wand, landschap versplinterd
• •
Translucent (folie/melkglas) landschap gefilterd tot kleurtinten Gesloten (wand) landschap niet te ervaren
Bij het lezen van deze lijst komt een kernbegrip van de relatie tussen landschap en omgeving naar voren; het atmosferische. Elementen van de omgeving zoals kleur, textuur, structuur en openheid worden ervaren door de mens. Vaak is deze omgeving een achtergrondruis. Iets dat altijd aanwezig is in ons onderbewustzijn. De uitkijktoren legt even de nadruk op de omgeving, op de plek, en geeft mensen een kans af te dalen naar een bewuste ervaring van zijn of haar omgeving door deze te filteren in ramen, lamellen en panoramaplatforms. Eigenlijk zijn torens plekken waar mensen zich bewust zijn van iets waar ze zich altijd in bevinden, en een atmosfeer willen proeven waarin ze vaak al gehuld zijn voordat ze de toren beklommen hebben. TIM VAN DER GRINTEN JEROEN VERBETEN 49
50
51
opdracht(gever)
De opdracht tot het bouwen van een uitkijktoren is er een van een bijzondere en gevarieerde aard. Normaal gesproken is de achterliggende gedachte van de opdrachtgever het direct dienen van een maatschappelijk of persoonlijk belang en hiermee voorzien in de vraag naar bepaalde voorzieningen. Of het nu gaat om een private instelling of om een non-profit organisatie/instantie. Bij uitkijktorens ligt dit ingewikkelder. In dit essay worden verschillende benaderingen van opdrachten voor uitkijktorens beschreven en bekeken om zo een overkoepelend beeld te krijgen over hoe een uitkijktoren tot stand komt. Het definieren van wat een uitkijktoren precies is, wat in het essay1 over de definitie al naar voren is gekomen, is een heikel punt. Waar ligt precies de lijn tussen een uitkijktoren en een toren met als bijkomende functie het uitkijken over iets of iemand? Deze problematiek komt ook terug in het definieren van een opdracht voor een uitkijktoren. Wanneer is hier sprake van? Er is gekozen om in dit essay uit te gaan van torens die 52
op dit moment de primaire functie van uitkijken hebben. Door dit te doen zijn er zeven verschillende strategiën te ontdekken bij de totstandkoming van een uitkijktoren.
“Die deze functies in de loop van de tijd zijn kwijtgeraakt en hierdoor een tweede leven zijn gaan leiden”
Als eerste zijn er de torens die vanuit hun oorsprong niet de functie van puur het uitkijken in recreërende zin hebben. Voorbeelden hiervan zijn deze welke dienden als luchtwachttoren of brandtoren maar die deze functies in de loop van de tijd zijn kwijtgeraakt en hierdoor een tweede leven zijn gaan leiden. Wat overblijft zijn bouwwerken die leeg komen te staan en enkel door
belangstellenden nog bezocht worden. Enerzijds vanuit een historische interesse of anderzijds om van het overgebleven uitzicht te genieten. Voorbeelden van dit soort bakens zijn de Costal Artillery Control Tower, de Luchtwachttoren in Oudemirdum en de Pyramide van Austerlitz. Allen zijn ze hun oorspronkelijke functie kwijt en staan ze als verloren iconen in het landschap. Doorgaand op deze historische insteek zijn er de uitkijktorens waarbij de intentie van de opdrachtgever puur op prestige is gefocust. Vooral in het verleden kwam dit veel voor, tegenwoordig is er veel minder sprake van omdat deze strijd overgenomen is door de wolkenkrabbers. Deze hebben ook een aspect van uitzicht in zich maar vallen buiten de definitie van de uitkijktoren. Een van de bekendste voorbeelden hiervan is de stad San Gimignano in Italie waar rijke rivaliserende families streden om de hoogste en de meeste torens. Op het hoogtepunt had de stad ongeveer zeventig torens. Een meer recente maar niet gebouwde op 53
San Gimignano - Wikipedia.nl
prestige gebaseerde uitkijktoren is de fictieve toren in Landgraaf. Doordat deze geplaatst zou (gaat) worden op de heuveltop van Strijthagen zou het met zijn totale hoogte het hoogste punt van Nederland boven NAP worden. Hiermee zou het de Boudewijn toren in Vaals van de troon stoten. Een bijzondere strategie is die van het controleren van mensenstromen. Hierbij wordt nadrukkelijk de opdracht gegeven voor het creëeren van een focuspunt in de omgeving om mensen rond bepaalde punten te concentreren. Hierbij wil men voorkomen dat bezoekers op willekeurige plaatsen stoppen om bijvoorbeeld te pauzeren en hier het ecosysteem te verstoren. Door het plaatsen van een uitkijktoren of andere elementen hoopt de opdrachtgever zo de route en momenten van rust voor de bezoeker te bepalen. Een duidelijk voorbeeld is de Kaap bij Doorn, hier is door Natuurmonumenten expliciet de opdracht gegeven voor het ontwerpen en bouwen van een uitkijktoren om één van de aangewezen concentratiepunten in 54
de Kaapse Bossen in te vullen en zo de mensenstroom te controleren. Minder expliciet vermeldt maar indirect hetzelfde gevolg hebbende is de uitkijktoren Fochtelooërveen die ontworpen is door dezelfde architect. De meest voor de hand liggende reden voor het geven van de opdracht voor een uitkijktoren is het creeëren van een attractie welke ervoor zorgt dat meer bezoekers het gebied/park bezoeken. Van alle hier beschreven strategiën vraagt deze het nadrukkelijkst om een specifiek programma van eisen. De uiteindelijke toren versterkt vaak, in combinatie met het uitzicht en andere programma invullingen, informatie over het gebied door het plaatsen van informatieborden of het afspelen van audio bij het uitzicht. Deze combinatie dwingt indirect ook bewondering en bewustwording af bij de bezoeker wat ervoor zorgt dat ze met meer respect en zorg van de omgeving geniet. De Pagode is letterlijk één van de attracties van de Efteling en heeft binnen onze definitie ook de term uitkijktoren meegekregen. Ook de Boudewijntoren,
De Nieuwe Brandtoren en de Bostoren zijn geplaatst om bezoekers te trekken en te vermaken en hierbij tevens bewustwording van de omgeving te creeëren. Ze hebben allen het doel om mensen te vermaken. Natuurlijk zijn alle van de hier
“Deze combinatie dwingt indirect ook bewondering en bewustwording af bij de bezoeker”
aangehaalde torens bewust of onbewust ook een soort reclamebord voor de regio. Er zijn echter ook torens die puur gebouwd zijn voor het promoten van een bepaald bedrijf, instelling of persoon waarbij deze niet direct samenhangen met de omgeving of het gecreeërde uitzicht. 55
De opdrachtgever wil met zo een object puur zijn visitekaartje afgegeven en doet dit door het laten bouwen van een uitkijktoren. Het meest expliciete voorbeeld is
“Die zich tijdens het ontwerpproces ‘toevalligerwijs’ ontwikkelt tot een uitkijktoren”
de Kepser uitkijktoren waarbij de cortenstalen fabrikant toestemming heeft gekregen om een toren te bouwen welke compleet bedekt is met cortenstalen beplating en hiermee zo zijn eigen product kan promoten. Iets minder voor de hand liggend en misschien enigszins arbitrair is de Kupla Observation Tower gebouwd op de campus van een Finse Universiteit 56
in samenwerking met studenten. Deze toren illustreert/promoot de kennis en expertise op het gebied van houtbouw in Finland, van de Universiteit zelf en van de studenten die deze toren hebben ontworpen en gemaakt. De primaire functie van het uitkijken wat deze toren biedt is bij het geven van de opdracht van secundair belang. De vijfde strategie ontleent zijn bestaansrecht aan de veranderende omgeving, op de toekomst. Hier wordt het uitzicht gebruikt om mensen op de hoogte te houden van de transformatie van een bepaald gebied. Meestal worden deze geplaatst bij grote herontwikkelingsgebieden om zo de bezoeker een bevoorrecht en betrokken gevoel te geven waarbij ze de veranderingen vanuit een panoramisch vogelperspectief kunnen volgen. De Indemann in het Duitse Inden volgt dit idee, hier is een toren ontworpen door Maurer United Architects in opdracht van de Duitse overheid. Het heeft de vorm van een “pixelpoppetje” met een vooruitgestokken arm welke figuurlijk de toekomst in wijst. Het gehele gebied
is op dit moment een enorm bruinkool afgravingsgebied welke in de loop der jaren zal transformeren naar een waterrecreatiegbied waar de toren het middelpunt van vormt. De uitkijktoren ’t Bels Lijntje en de Landmark Lausitzer Seenland volgen dezelfde strategie, ook deze staan in gebieden welke de komende jaren aan flinke veranderingen onderhevig zijn. Het laatste type opdracht is deze van het kunstwerk. Hierbij wordt in eerste instantie niet altijd specifiek gevraagd voor een uitkijktoren maar om een icoon, een symbool, die zich tijdens het ontwerpproces “toevalligerwijs” ontwikkelt tot een uitkijktoren. Dit bewijst dat een uitkijktoren meer is dan een bouwkundig object alleen, het is een baken, een sculptuur met binnen deze strategie als bijkomend effect dat je hem kan beklimmen en van het uitzicht kan genieten. De Passages in Lelystad is een uitkijktoren die hiervan een duidelijk voorbeeld is. Door de provincie Flevoland werd gevraagd om een markering te ontwerpen welke meer is 57
dan een “teken” alleen, zonder verdere eisen. Het ontwerpproces voor dit kunstwerk heeft zich uitgekristaliseerd tot een uitkijktoren. De Flits aan de snelweg A16 is ook ontworpen als kunstwerk. Net als de Landmarke Lausitzer Seenland, waar de opdracht luidde om niet enkel een uitkijktoren te ontwerpen, maar vooral ook een symbool, een landmarkering. Concluderend kunnen we zeggen dat er vanuit de opdrachtgever bijna altijd een uitgesproken visie en intentie achter de opdracht zit welke uiteindelijk tot een uitkijktoren leidt. Deze bepaalt de te volgen strategie en hiermee ook voor een groot deel de uiteindelijke uitstraling en het uiterlijk van het ontwerp. Het bijna geheel ontbreken van een variabel programma van eisen zorgt er dus niet voor dat de bedoeling van een uitkijktoren altijd hetzelfde is. Iets wat misschien vanuit de definitie wel verwacht zou worden. Toch overlappen veel strategiën elkaar ook doordat het uiteindelijke primaire doel het uitzicht blijft. Iedere uitkijktoren zorgt ervoor dat mensen zich rond 58
de locatie van de toren clusteren. Iedere uitkijktoren is in meerdere of mindere maten een manier van reclame, het generen van bekendheid/ herkenbaarheid. En iedere uitkijktoren is een soort van attractie. Maar doet dat er toe? Uitkijktorens blijven een bijzonder uniek fenomeen. Een baken in het landschap. Los van de oorspronkelijk intentie van de opdrachtgever wil iedereen uiteindelijk toch vooral weten hoe het er van bovenaf uitziet. Of het nu gaat om reclameuithangbord, een kunstwerk of een prestigeobject is minder relevant.
TIM VAN DEN HEUVEL JUSTIN VAN DER EERDEN 59
60
61
materialisatie
ma-te-ri-a-li-sa-tie [-` zaa(t)sie] («Frans) de -woord (vrouwelijk) 1 verstoffelijking; het proces waarbij energie wordt omgezet in materie; 2 materialisaties spiritisme het aannemen van stoffelijke gedaante door de geest van een overledene Verstoffelijking is één van de betekenissen van materialisatie. Het stoffelijk maken of tastbaar maken. Hoe wordt iets tastbaar gemaakt en wat wordt er tastbaar gemaakt. Waarmee wordt het tastbaar gemaakt? Een spirituele benadering is hoe een geest van een overledene (energie) een stoffelijke gedaante aanneemt, dus zichtbaar wordt. Als het gaat om het bouwen van uitkijktorens is het letterlijk zichtbaar maken. Het zichtbaar maken van iets wat zonder de uitkijktoren niet te zien is. Verschillende onderwerpen zijn hierbij mogelijk. Vergelijk het over de toppen van de bomen aan de horizon de windmolens in de polder kunnen zien (Bostoren, Putten), het kunnen spotten van vijandelijke vliegtuigen (Luchtwachttoren, Oudemirdum) en het zien van het verleden (Pyramide 62
van Austerlitz). Deze pyramide verwijst naar een veldslag in de negentiende eeuw, die ook nog eens ergens anders plaatsvond. Het is begin april. Landgoed Schovenhorst ligt er rustig bij. Niets doet vermoeden dat vandaag het park open is. Op de parkeerplaats staan nog geen auto’s. Vogels fluiten een vrolijk liedje. Onder het gezang loopt een pad vanaf de parkeerplaats naar de receptie, waar volgens schoolkinderen de sleutel te halen is van de draaipoort die toegang tot de Bostoren verschaft. Het is geen straf om op deze mooie ochtend deze wandeling te maken. Bij de receptie zijn twee zeer behulpzame vrijwilligers aanwezig. Zij zijn vandaag voor het eerst aan het werk op het landgoed. Eén van hen loopt mee naar de Bostoren, gewapend met een bos sleutels. Om bij de toren te komen moet er een drukke weg overgestoken worden. Auto’s mogen hier maar 60, maar het lijkt alsof ze zich daar niet aan houden. Jammer dat er geen oversteekplaats is of drempels, gezien de groepen schoolkinderen die het
landgoed en dus ook de Bostoren bezoeken. Tussen de bomen door is de toren al te zien. De groene balustrade van de trap slingert als een klimop in en om de toren. De structuur van de toren doet denken aan een watertoren vanwege het grote ronde plateau bovenop de toren. De grond die moest wijken is opgetild met bomen en al, de toren bekroond. De onderzijde van het plateau weerspiegelt de toppen van de bomen, waardoor je zelfs zonder de toren te beklimmen de toppen van de bomen ziet. De toren geeft al uitzicht door zijn aanwezigheid. Wie meer wil
“De groene balustrade van de trap slingert als een klimop in en om de toren.”
63
zien zal toch de klim naar boven wagen. De kinderen hebben de toren ondertussen verlaten. Met een sleutel wordt de kap van de scanner verwijderd, voor het eerst dit jaar. De scanner werkt en met een draai beland ik in het skelet van stalen kolommen. De vrijwilligster gaat niet mee naar binnen, want zij heeft hoogtevrees. Ik ook, maar dat laat ik niet merken. De weg naar boven concentreer ik mij op het tellen van de treden en vraag me af waarom ik me heb opgegeven voor het seminar van uitkijktorens, terwijl ik de grond onder mij zie wijken door de gaten in de metalen treden. Het wordt spannend als de trap uit de toren slingert. Ik laat het uitzicht op de bomen voor wat het is en tel mijn pad verder naar boven, via een uitkragende ruimte, waar een soort serene rust heerst. Verderop steekt de trap ver uit, versmalt tot een langwerpig bordes en zoekt zijn weg terug de toren in. Ik zoek houvast aan de stalen leuning, een ronde buis, die met stalen T-profielen vast zit aan de stalen trap, die vast gelast is aan de toren, die stevig wortelt in de grond. Dan rechts opeens een vloer van 64
netten, maar gelukkig voert het bordes me erlangs. Tweehonderzesenzestig treden hoog voel ik weer vaste grond onder mijn voeten. Hier groeien zelfs bomen in een diepe bak met aarde. Het uitzicht is prachtig. Op 38 meter hoogte kun je zelfs de windmolens in de polder zien. Langs de hoge stevige balustrade van stalen lamellen durf ik zelfs naar beneden te kijken. De weg naar beneden leg ik langzamer af. Ik sta stil bij alle mooie uitzichtpunten. Het kijken naar de spiegeling van de bomen onder het plateau doet me duizelen, maar kan ook genieten van het effect van de bomen die vervormen bij de bevestigingspunten. Ik durf het plateau te betreden dat schuin naar beneden loopt en eindigt bij een glazen pui. Op het laagste punt kun je door een rond gat toegang krijgen tot het net wat op ongeveer 30 meter boven de grond zweeft, maar dat gaat me toch iets te ver. Ik neem de helling terug naar boven en vervolg mijn weg over de trap. Het net kan ik nu links laten liggen. In de serene ruimte gluur ik nieuwsgierig door de ronde openingen in de wand.
De openingen zitten op Ieder nestkastje heeft er één, maar er nestelen geen vogels in. Ik neem plaats op het houten bankje en een stalen kolom geeft me steun in de rug. Zo blijf ik een poosje zitten, terwijl ik genietend van het omlijste uitzicht op de boomkruinen mijn reis naar boven laat bezinken. Ik schrik op omdat de toren begint te schudden. Er zijn nieuwe bezoekers aangekomen. Stoere mannen proberen uit wat de toren kan hebben. Het doet mij denken aan het schudden aan een boom om de rijpe appels te laten vallen.
“Het doet mij denken aan het schudden aan een boom om de rijpe appels te laten vallen.”
65
De mannen begeleiden een groepje geestelijk gehandicapten. Onderaan een trap staat één van hen, verstijfd, van plan geen stap meer te verzetten. Vrolijk roep ik ze toe dat het allemaal nog veel leuker wordt en ik besef me dat ik het nog meen ook. De Bostoren heeft zijn doel bereikt. Het landgoed trekt meer bezoekers, dus maakt meer omzet. De architect kan tevreden zijn, de weg naar boven is een avontuur. Het kind in mij is gewekt. Het kind dat in de oude appelboom achter het huis klom. Het kind zonder hoogtevrees.
66
RUUD VAN MIDDENDORP JOHANNA VAN WARNERS 67
68
69
kupla observation tower helsinki
Architect Opdrachtgever Oorspronkelijke functie Bouwjaar Laatste Bouwkundige aanpassing Constructie materiaal Gevel materiaal Bouwkosten Uitzichttypologie Uitzicht Toegankelijkheid algemeen Rolstoeltoegankelijk Toegevoegde functies (rondom de toren) Hoogte uitkijkplatform t.o.v. NAP (m) Hoogte uitkijkplatform t.o.v. maaiveld (m) Totale hoogte t.o.v. maaiveld (m) Aantal traptreden Totale oppervlakte platform(s) (m2) Totale oppervlakte maaiveldniveau (m2) Max diameter (m) Min diameter (m)
70
M. Zwaagstra Korps Luchtwachtdienst Ville Hara HUT Wood Beton Beton& 25 13 Studio Helsinki Zoo Uitkijktoren 2002 2002 Hout Hout compleet gesponsord 360° Panorama, multi platform Helsinki & Helsinki Zoo Gehele jaar Nee Helsinki Zoo 24,2 2,9/ 5,8 9,8 32 67,3 20,2 8,2 6,5
Luchtwachttoren
1953
1992
Panorama
IJsselmeer en bos
71
7,9 M TOV MAAIVELD
72
73
74
75
kupla observation tower
Op het Korkeasaari eiland in de baai van Helsinki ligt de gelijknamige Korkeasaari Zoo. De westzijde van het eiland bestaat uit een rotsformatie van ongeveer 18 meter hoogte. Tegen deze rots bevinden zich de leefgebieden van rotsbewoners zoals de berggeiten. Boven op deze rots ziet men vanaf de kade van de haven van Helsinki een organisch vormgegeven constructie staan. Als men het eiland nadert op één van de watertaxi’s ziet men dat de constructie twee vloeren bevat. De organische constructie is één van de toeristische trekpleisters van het eiland en is een 10 meter hoge uitkijktoren die uitzicht biedt over de zee, de haven en het centrum van Helsinki. De toren is gebaseerd op het winnende ontwerp van een competitie voor studenten die in 1999 door de Korkeasaari Zoo en Wood Focus Finland werd uitgeschreven. De dierentuin was op zoek naar een uitkijktoren die tevens als waardig landmark voor het eiland diende. Het ontwerp werd bedacht door de architect Ville Hara en was destijds zijn afstudeerproject. Het gekozen ontwerp werd daarna met studenten 76
van de Wood Studio van de HUT (Helisinki University of Technology) verder uitgewerkt. Met behulp van een 3D-computer model werd het definitieve ontwerp ontwikkeld en om grip te krijgen op het ontwerp werd door 8 studenten een 1:5 model gebouwd. De organische vorm is mede ontstaan als een protest tegen de huidige westerse cultuur waarin rechthoekige vormen de voorkeur hebben en als standaard vorm zonder uitleg gebruikt kunnen worden. De ronde vorm ligt echter veel dichter bij de mens, deze vertegenwoordigd namelijk alles in de natuur, van cellen tot planten. Daarnaast is de ronde vorm ook effectiever in constructief opzicht en dus kosten besparend. Het gebruik van een organische vorm voor het ontwerp van de uitkijktoren in Helsinki, was dus geen keuze voor Ville Hara, maar een logische stap. De vorm is in het geval van de toren een representatie van zijn natuurlijke omgeving en volgt de bestaande rots waarop de toren is gesitueerd. De gevel van de toren is mede de constructie en bestaat uit 72 gelamineerde houten balken van 60x60
“De organische vorm is een protest tegen de huidige westerse cultuur waarin de rechthoekige vorm de voorkeur heeft.” mm. Met verschillende testen werd door de studenten de ideale bouwmethode bepaald. Gedurende 3 zomermaanden in 2002 werd de toren daarna door de acht architectuur studenten gebouwd. Allereerst werden de twee vloeren gebouwd, deze werden tijdelijk ondersteund en waarna een begin werd gemaakt met het bevestigen van de 72 houten balken. Deze werden met meer dan 600 knopen aan elkaar bevestigd. In het prefabricage proces werden de balken in 7 verschillende typen voorgevormd, waarna ze ter plekke met behulp van stoom in de definitieve vorm werden gebracht. 77
De droge weersomstandigheden tijdens de bouw waren ideaal voor het stoomproces. Het hout droogde namelijk snel waardoor vervorming met stoom gemakkelijker ging en het hout zijn nieuwe vorm snel aanhield. Om de toren te verduurzamen en weerbestendig te maken, werd het hout behandeld met een op olie gebaseerde balsem met UV-bescherming. De toren is zo opgebouwd dat de constructie blijft staan als de gevel beschadigd raakt of als een aantal knopen breken. De toren staat op een plateau dat vanuit het noordoosten betreden kan worden. Een stalen profiel dat een gat in de gevel omkadert, vormt de entree van de toren. Hierna volgt een houten trap naar de eerste verdieping van de toren. De reling van de trap bestaat uit massief houten delen van 80 mm dik. De reling staat in groot contrast met de openheid van de gevel van de toren en lijkt op het eerste oog de toren te dragen. Op de eerste verdieping heeft de bezoeker al een weids uitzicht op Helsinki en zijn omgeving. Op dit niveau is ook de opbouw van de vloer goed zichtbaar. De primaire constructie 78
bestaat uit een balk in de lengte richting van de toren en een balk die de ronde vorm van de toren volgt. De secundaire constructie bestaat uit kleinere balken loodrecht op de hoofdbalk. Hierop is de vloer gemonteerd en deze bestaat uit latten van 30mm met daartussen een kleine opening waar je doorheen kunt kijken. Op dit niveau kan men de trap, die identiek is aan de eerste, nemen naar de tweede verdieping. Bij het betreden van deze trap valt meteen het gat in de toren op dat in het verlengde van de stijgende richting ligt. Dit gat vormt een soort ‘window to the sky’ en ondanks de grote openheid
“De blik van de bezoeker wordt onmiddelijk gefocust door de ‘window to the sky’.”
van de gevel van de toren wordt je blik meteen op deze opening gefocust. Aan de rand van de opening komen alle 72 houten balken bij elkaar en vormen een interessant beeld met veel verschillende hoekverdraaiingen en ruitvormige openingen. De opening valt op verschillende manieren te vergelijken met de oculus in het Pantheon in Rome. Zo focussen beide openingen meteen de blik van de bezoeker en stellen ze de rest van de beleving van het bezoek een moment uit. Ook de onderbreking in de bestaande structuur, in het Pantheon is dit de dichte gevel en in Helsinki het ruitvormige patroon, voegt een fascinerend aspect toe aan de beleving van het object. Daarnaast hebben beide openingen een constructief nut. De openingen houden de constructie soepel en maken het werken van de constructies zonder destructieve gevolgen mogelijk. Op het tweede niveau blijkt het uitzicht bijna identiek aan dat van het eerste niveau te zijn. Hier is een bank geplaatst, zodat de bezoeker ook zittend van het uitzicht kan genieten. Deze bank is op dezelfde manier gematerialiseerd als de reling 79
van de trap en past goed binnen het totale beeld. Het panorama dat men ziet vanaf de toren wordt in alle richtingen ‘belemmerd’ door de houten balken die de gevel vormen. Op de eerste verdieping zorgen deze houten balken samen met de dichte en zware aanvoelende vloer en plafond voor een opgesloten gevoel. De richting van de lijnen gevormd door de gevel voorkomt dat dit gevoel erg negatief wordt en ze nodigen juist uit om door de ruitvormige gaten in de gevel te kijken voor een beter, ononderbroken uitzicht. Op de tweede verdieping is dit opgesloten gevoel bijna niet aanwezig, omdat men op deze verdieping niet belemmerd wordt door een bedrukkend plafond. Zoals elk bouwkundig ontwerp diende ook het ontwerp van de toren te voldoen aan veiligheidseisen. De gevel is erg gevoelig voor beklimming en de ruitvormige openingen zijn groot genoeg om doorheen te kruipen of te vallen. Vandaar dat een reling geplaatst diende te worden. Om de invloed van deze reling op het pure ontwerp te minimaliseren is gekozen voor een 80
reling van gaas. Aan de bovenkant is deze bevestigd met een stalen strip. Van de buitenzijde is deze reling bijna niet zichtbaar en doordat de toren in de loop van de tijd vergrijst is, past de kleur van het gaas goed in het totaal beeld. Helaas is deze recensie van de toren niet gebaseerd op een daadwerkelijk bezoek. Doordat de toren goed gedocumenteerd is op het internet door middel van een aantal artikelen en beschreven wordt in literatuur zoals het boek Wood van Barbara Linz is het toch mogelijk geweest om een goed beeld van het ‘leven’ van de toren te vormen. Ook is de archtitect Ville Hara erg vrijgevig geweest met informatie. De analyse van de toren heeft natuurlijk wel de nodige gevoelens en verwachtingen opgeroepen en een toekomstig bezoek aan de Kupla Oberservation Tower in de Korkeasaari Zoo in Helsinki zal dus zeker moeten plaatsvinden.
TIM VAN DER GRINTEN JEROEN VERBETEN 81
1
2
4
1. 2. 3. 4. 5.
WINDOW TO THE SKY
5
KNOOPPUNT GEVEL EN VLOER TRAP NAAR EERSTE VERDIEPING ZICHT VANAF TWEEDE VERDIEPING EERSTE VERDIEPING
3 82
83
84
85
86
87
uitkijktoren boersberg doorwerth
Architect Opdrachtgever Oorspronkelijke functie Bouwjaar Laatste Bouwkundige aanpassing Constructie materiaal Gevel materiaal Bouwkosten Uitzichttypologie Uitzicht Toegankelijkheid algemeen Rolstoeltoegankelijk Toegevoegde functies (rondom de toren) Hoogte uitkijkplatform t.o.v. NAP (m) Hoogte uitkijkplatform t.o.v. maaiveld (m) Totale hoogte t.o.v. maaiveld (m) Aantal traptreden Totale oppervlakte platform(s) (m2) Totale oppervlakte maaiveldniveau (m2) Max diameter (m) Min diameter (m)
88
M. Zwaagstra Korps Luchtwachtdienst Luchtwachttoren Marcelis Wolak Landschapsarchitectuur Beton Beton 25 13 Staatsbosbeheer & Lions Club Renkum Uitkijktoren 2008 2008 Staal € 132.844 360° Panorama, enkel platform Rijn Gehele jaar Nee Wandelpad de Brandingsroute 43,8 7,83 10,0 38 10,6 25,3 11,7 1,9
1953
1992
Panorama
IJsselmeer en bos
89
9,6 M TOV MAAIVELD
90
91
UITKIJKTOREN BOERSBERG
92
93
aan de brandingsroute
Als men over de A50 naar het noorden reist, doorkruist men de Betuwe, een Gelderse streek die wordt afgebakend door de Waal in het zuiden en de Rijn in het noorden. Aan de rand van de Betuwe vind men een stuwwal. Een apart fenomeen voor het doorgaans platte landschap van Nederland. Achter deze stuwwal, die ontstaan is in de voorlaatste ijstijd circa 150.000 jaar geleden, ligt Doorwerth, onderdeel van gemeente Renkum. Gelegen in de bosrijke omgeving tussen de Betuwe en de Veluwe biedt het gebied veel recreatieve mogelijkheden. Om de wandelroutes in de bossen over de stuwwal te revitaliseren, heeft Staatsbosbeheer in samenwerking met de Lions Club het plan opgepakt om een uitkijklocatie te creëren op de Boersberg nabij Doorwerth. Als lid van de Lions Club, een non-profit organisatie die zich ondermeer bezig houdt met liefdadigheidswerk, is Antony Marcelis van Marcelis Wolak Landschapsarchitectuur gevraagd om een plan te ontwikkelen voor een uitkijktoren op de Boersberg. Een gedegen analyse naar de kwaliteiten 94
van de locatie heeft geleid tot een document met daarin een aantal ontwerpvarianten. In een democratisch proces is door de betrokken partijen een ontwerp gekozen dat nader uitgewerkt is. Aan de zuidzijde van de stuwwal bij Doorwerth ligt een parkeerplaats vanwaar een aantal wandelroutes starten die door de bossen op de Boersberg leiden. Eén van deze routes
“De toren is een verlenging van de route die de wandelaar boven het maaiveld uit laat stijgen.”
is de 3,1 kilometer lange Brandingroute. Op ongeveer 250 meter van een parkeerplaats op deze wandelroute ligt de uitkijktoren. De toren is vanaf
de parkeerplaats niet zichtbaar, maar wordt aangegeven op de routebordjes. Tijdens een bezoek in maart was door het ontbreken van bladeren al snel op de route een schim van de toren te zien. Tijdens de zomermaanden echter, als het bladerdek van de bomen het zicht belemmert, zal de toren pas zich pas tonen als de wandelaar de locatie tot dichtbij is genaderd. Deze benadering kan op twee manieren gebeuren, afhankelijk van de richting waarin de route bewandeld wordt. Op beide manieren beklimt men de stuwwal en nadert men een open plek, waar de bomen tot op de grond zijn afgeknot. Vanaf het maaiveld is de horizon net zichtbaar over de bomen aan de rand van de open plek en wordt een nieuwsgierigheid gewekt naar het zicht achter deze bomen. Op deze plek is de toren geplaatst en vormt als het ware een verlenging van de route die de wandelaar boven het maaiveld uit laat stijgen. De bomen die de toegang vormen tot de open plekken werken als een soort coulissen. Ze kaderen een interessant beeld in, centraal staat de uitkijktoren 95
met op de achtergrond de horizon die net zichtbaar is over de boomtoppen. Als men zich eenmaal op de open plek bevindt is een informatiepaneel zichtbaar waarop het ontstaan van de locatie wordt getoond en de verwachting van het uitzicht wordt versterkt. De beklimming van de uitkijktoren start met het belopen van een loopbrug. Aan het begin van deze loopbrug staat een paal met daarop een duidelijke waarschuwing: niet betreden bij onweer. De loopbrug gaat over in een spiltrap, welke één ronde maakt en op 8 meter boven het peil van de toren uitkomt op een taps uitlopend plateau. Vanaf dit plateau wordt een panorama zichtbaar dat uitkijkt over de Rijn met zijn uiterwaarden. Aan de reling is een zogenaamde oriëntatietafel bevestigd, daarop wordt aangegeven waarnaar de bezoeker uitkijkt. Op de voorgrond is het Kasteel Doorwerth te zien. Dit kasteel stamt uit de 13de eeuw en heeft een lange geschiedenis. Het is een aantal keren vernietigd in verschillende oorlogen, maar altijd weer opgebouwd. In het weidse uitzicht zijn een aantal interessante dingen zichtbaar. Aan 96
de linker zijde ziet men de sluizen bij Driel en aan de rechter zijde de brug van de A50 over de Rijn. In de verte aan de horizon ziet men van oost naar west de bebouwing van ArhnemZuid, Nijmegen en Beuningen. Achter de bezoeker liggen de bossen op de stuwwal. Het gebied waarop de toren uitkijkt staat ook wel bekent als de Renkumse Poort. Dit is de ecologische verbindingszone die zuid-west Veluwe weer met de Centrale Veluwe verbind. Het beeld van de toren valt te abstraheren tot twee onderdelen, drie kolommen met daar door en om heen een slinger die uitmondt als uitkijkplateau. Het geheel is relatief sober gematerialiseerd. De hoofddraagconstructie bestaat uit de drie roestvrij stalen kolommen met een diameter van 40 cm. De hoogte van de kolommen verschilt ten opzichte van elkaar, waardoor een interessant beeld ontstaat. Eén kolom ondersteunt de spiltrap, terwijl de andere twee het uitkijkplateau dragen. De constructie van de loopbrug en het plateau bestaat uit roestvrij stalen IPE en UNP profielen. De spiltrap is compleet opgebouwd uit roestvrijstalen
treden, terwijl de vloerdelen van de loopbrug en het plateau van hardhout zijn. De verschillende materialen van de vloerdelen vormen geen barrière
“Het verschil in de materialisering vertegenwoordigd de verandering van beweging van de route.”
in het gevoel van de vloeiende route die de toren vormt als verlenging van de wandeling. Het verschil in materialisering vertegenwoordigd juist de verandering van beweging van de route, hout voor horizontale bewegingen en staal voor verticale beweging. Een roestvrij stalen reling loopt in één vloeiende beweging langs 97
de gehele constructie. Er is in het totale beeld weinig op te merken aan de detaillering van de toren. Een fijnere detaillering had, zoals ook aangegeven door het bureau dat verantwoordelijk is
“Vaak zijn dergelijke imperfecties toe te wijzen aan bezuinigingen en een te klein budget” voor het ontwerp, kunnen leiden tot een beter eindresultaat. Zo had bijvoorbeeld een beter ontworpen reling het kwaliteit van de toren kunnen verhogen. Ook zijn de profielen die de trap ondersteunen erg grof vormgegeven waardoor ze meer in het oog springen dan wenselijk. Ondanks dat de toren voldoet aan de eisen van een goede uitkijkpost en een elegant beeld oplevert in zijn omgeving, blijft de toren door deze imperfecties voor je gevoel in een soort van standaard niveau hangen. Zoals 98
vaak bij bouwkundige opgaven zijn dergelijke imperfecties toe te wijzen aan bezuinigingen een te klein budget. Dit was helaas ook het geval voor de uitkijktoren in Doorwerth. Tijdens ons bezoek op een zondag ochtend werd de toren door verschillende wandelaars bezocht. Hieruit kan gedeeltelijk geconcludeerd worden dat het doel van Staatsbosbeheer om de wandelroutes op de Boersberg te revitaliseren, gelukt is. Het panorama dat zichtbaar is vanaf het uitkijkplateau biedt een mooi uitzicht op een mooi en herkenbaar stukje Nederland, namelijk het rivierenlandschap met zijn uiterwaarden. Een nadeel van een dergelijk uitzicht is dat het, met uitzondering van seizoensveranderingen, een zeer statisch beeld is wat niet vraagt om herhaald bezoek van de toren. Ondanks dat het uitzicht niet verandert blijft het bezoeken van dergelijke uitkijktorens op de één of andere manier toch een attractie. Er zullen weinig mensen zijn die tijdens het bewandelen van een route die ze al kennen, niet de toren die daaraan ligt toch weer beklimmen.
TIM VAN DER GRINTEN JEROEN VERBETEN 99
2
3
1. 2. 3.
BENADERING VAN DE TOREN LOOPBRUG MET WAARSCHUWINGSBORD OVERGANG TRAP NAAR HET UITKIJKPLATEAU
1 100
101
4
4. 5. 6. 7.
MATERIAALOVERGANG UITKIJKPLATEAU MET DE ORIENTATIETAFEL ONDERKANT UITKIJKPLATEAU CONSTRUCTIEKOLOM MET DAAR OMHEEN DE TRAP
5
6 102
7 103
104
105
106
107
uitkijktoren ’t bels lijntje turnhout
Architect Opdrachtgever Oorspronkelijke functie Bouwjaar Laatste Bouwkundige aanpassing Constructie materiaal Gevel materiaal Bouwkosten Uitzichttypologie Uitzicht Toegankelijkheid algemeen Rolstoeltoegankelijk Toegevoegde functies (rondom de toren) Hoogte uitkijkplatform t.o.v. NAP (m) Hoogte uitkijkplatform t.o.v. maaiveld (m) Totale hoogte t.o.v. maaiveld (m) Aantal traptreden Totale oppervlakte platform(s) (m2) Totale oppervlakte maaiveldniveau (m2) Max diameter (m) Min diameter (m)
108
M. Zwaagstra Korps Luchtwachtdienst Luchtwachttoren Delobelle Depuydt Architectenburo Beton Beton 25 13 Gemeente Turnhout Uitkijktoren 2009 2009 Staal Cederhout € 175.000 Gericht, meervoudig Kleine/Grote Klotteraard & Zwarte Water Gehele jaar Begane grond Fietstracé ‘t Bels Lijntje 38,6/ 40,8 8,6/ 10,8 13,0 54 36 30 8,5 4,5
1953
1992
Panorama
IJsselmeer en bos
109
12,6 M TOV MAAIVELD
10,4 M TOV MAAIVELD
110
111
UITKIJKTOREN ‘T BELS LIJNTJE
112
113
‘t bels lijntje
Op 1 oktober 1867 werd de spoorlijn tussen Turnhout en Tilburg geopend. Deze spoorlijn zorgde voor een directe verbinding tussen de twee industriesteden. Het traject, die in de volksmond al snel de naam ’t Bels Lijntje kreeg, is echter nooit een succes geweest. In 1973 reed de laatste transporttrein over het traject en kwam de lijn in handen van Stichting Stoomtrein Tilburg-Turnhout, die tot aan 1982 toeristische stoomtreinritten verzorgde. Nadat de industriële functie van de lijn verviel nam ook het onderhoud af en kreeg de natuur vrij spel. Tussen 1987 en 1989 werden de rails en bielzen verwijderd en werd er over de route een fietspad aangelegd die de naam ’t Bels Lijntje overnam. Tussen Turnhout en Baarle doorkruist dit populaire fietspad het Turnhouts Vennengebied. Dit natuurgebied heeft erg te lijden onder de wildgroei van grassen en struiken. Om het vennengebied in originele staat te herstellen heeft de Vlaamse Landschapsmaatschappij grote herinrichtingsplannen. Zo zal in het gebied de bovenste, voedselrijke 114
bodemlaag afgeschraapt worden, waardoor zeldzame heideplanten en -insecten weer een kans krijgen. Daarnaast zal het bestaande dennenbestand plaatselijk uitgedund worden. Als belangrijk onderdeel van dit grote herinrichtingsplan is het plaatsen van een uitkijktoren in het vennengebied vanwaar de werkzaamheden in de loop van de tijd gevolgd kunnen worden. Op ongeveer 3 kilometer buiten Turnhout draait het fietstracé een beboste zone in. Door de dichte bebossing en bermbegroeiing lijkt het fietspad door een ‘natuurlijke’ tunnel te leiden. Tijdens het bezoek in maart ontbrak het bladerdek maar was de tunnelwerking van de natuur nog steeds duidelijk aanwezig. In de zomermaanden wanneer de bomen volledig begroeid zullen zijn zal deze tunnelwerking nog sterker zijn. Eén van de belangrijkste eisen voor het ontwerp van de toren was dat deze geen afbreuk mocht doen aan dit tunneleffect. Om deze reden is er gekozen voor een gevelbekleding die de toren integreert in zijn omgeving en is de toren naast het fietspad tussen de
“De dichte bebossing en bermbegroeiing vormt een ‘natuurlijke’ tunnel waar het fietstracé doorheen leidt.”
bebossing geplaatst. Het fietstracé doorkruist de Kleine Klotteraard over een dijk. Op deze dijk is de uitkijktoren naast het fietspad, gedeeltelijk over het water, geplaatst. Door aanpassingen van het herinrichtingsplan was de eis, die voorzag in behoud van de tunnelwerking, uiteindelijk niet relevant. De bebossing is op deze dijk namelijk niet doorgezet waardoor een onderbreking van het tunneleffect ontstaat. De toren staat dus als het ware in een ‘open’ omgeving midden in het ven. Deze aanpassing van het herinrichtingsplan doet echter 115
geen afbreuk aan het ontwerp, maar komt het juist ten goede. Zodra de fietser de bossen indraait, is er een licht aan het einde van de tunnel zichtbaar. Naar mate men dit licht nadert, wordt een eerste schim van de uitkijktoren zichtbaar. Uiteindelijk wordt deze vage schim vervangen door het opvallende contour van de toren. De contour roept direct verschillende emoties op, het lijkt een erg lompe structuur binnen de gegeven natuurlijke omgeving. Daarnaast doet de toren erg denken aan een robuuste Middeleeuwse aanvalstoren die naast het fietspad is gestrand. Zodra men de tunnel uitfietst worden echter verschillende subtielere onderdelen van de toren, zoals een dek dat over het water uitsteekt, ‘balkons’ en verschillende gevelopeningen, zichtbaar. Door de relatief dichte gevel blijft er echter ook veel verborgen. ‘Wat gebeurt er binnen in de toren?’, ‘Wat is er te zien op de eerste verdieping?’, ‘Wat is het uitzicht vanaf de toren?’ De verwachting naar dit laatste aspect wordt ook versterkt doordat de bermen op de dijk begroeit zijn met struiken, waardoor de fietser nog geen direct 116
uitzicht op de omgeving heeft gehad. Onderaan de toren zijn fietsenstallingen geplaatst welke een directe uitnodiging zijn om even te pauzeren en te genieten van de verschillende uitzichten die de toren biedt. Op de begane grond is de hoek, die over het water steekt, open, zodat ook oudere mensen en
“Door de lage verdiepingshoogte wordt de bezoeker gedwongen door te klimmen naar de derde verdieping.”
rolstoelgebruikers kunnen genieten van het uitzicht over de Kleine Klotteraard. Aan de lange zijde van de toren bevind zich een steile, smalle trap met aan één zijde een reling. Deze trap komt op de eerste verdieping langs een
‘gesloten’ ruimte met twee openingen, waarvan één zicht biedt op het Bels Lijntje richting het zuiden en één op het westen met zicht op het westelijke deel van de Kleine Klotteraard. Deze ruimte is gereserveerd voor educatieve en informatieve voorzieningen. Tijdens het bezoek is de ruimte echter niet in gebruik. Verder valt op dat de deur naar de ruimte verwijderd is, waarschijnlijk uit veiligheidsoverwegingen. In de gevel langs de trap naar de tweede verdieping is een opening geplaatst die zicht biedt op fietspad richting het noorden. De tweede verdieping ligt op 8,6 meter en is aan 3 zijden dicht met uitzondering van één kleine opening, die lichtinval voor in de trapruimte verzorgt. Aan de oostelijke zijde bevind zich een ‘balkon’ dat zicht biedt op de Kleine en Grote Klotteraard. Door de drie dichte zijden en de erg lage verdiepingshoogte, wordt je als bezoeker gedwongen om op het balkon te gaan staan of door te klimmen naar de derde verdieping. De trap naar dit niveau komt uit op een dichte wand waardoor het uitzicht nog even wordt uitgesteld en de verwachting wordt 117
“In de eerste instantie lijkt er sprake te zijn van een ‘no nonsense’ detaillering.” verhoogd. Als je op de juiste hoogte bent en je hoofd net boven het vloer niveau uitsteekt wordt meteen zichtbaar dat er gekozen kan worden uit twee ‘balkons’, één richting het oosten met zicht op de Kleine en Grote Klotteraard en één richting het westen met zicht op het Zwarte Water. Deze etage bevindt zich op 10,80 meter en ook hier wordt je als bezoeker door de lage verdiepingshoogte bijna gedwongen om één van de balkons te kiezen en ‘buiten’ te gaan staan. Hierboven wordt ook de hoekverdraaiing die de toren ten opzichte van het fietspad heeft duidelijk. De balkons van de toren liggen namelijk op de as van de Kleine en Grote Klotteraard. 118
Tijdens het ontwerpen is veel aandacht besteed aan de materialisatie van de toren. In de visie van de architect waren een aantal eisen erg belangrijk. Zo moest de toren integreren in de omgeving, een duurzaam karakter hebben en onderhoudsarm zijn. Om deze eisen te realiseren is gekozen voor een primaire constructie van roestvrij staal, die geen onderhoud behoeft en gerecycled kan worden. De secundaire constructie, is opgebouwd uit verduurzaamd eikenhout. Voor de gevelbekleding is gebruikt gemaakt van ceder hout dat in de loop van de tijd verkleurd naar een grijze tint die past in de natuur. In eerste instantie lijkt er sprake van een ‘no nonsense’ detaillering, maar naar mate je de toren beter bestudeert, blijkt hier toch geen sprake van. Zo heeft de stalen constructie enkele interessante punten waar de windverbanden en hoofdconstructie samenkomen en is de combinatie van het staal en hout aantrekkelijk. Ook blijken er tussen de verschillende ceder houten geveldelen kleine spleten te zitten. Dit heeft een praktisch nut, namelijk een continue
stroom van frisse lucht die zorgt dat het hout droogt, maar zorgt ook voor een mooi lichtpatroon op de achterliggende eiken constructie. Daarnaast wordt je ook verleid om, ondanks de vele openingen in de toren, toch door deze spleten te spieken, op zoek naar een ‘ander’ beeld van de omgeving. Bij het bezoek in maart 2010 is de toren bijna een jaar open voor publiek en is de gevel al mooi vergrijst. De herinrichting van de omgeving is inmiddels gestart. Hierdoor is momenteel een kale omgeving met veel gekapte bomen te zien. Op de derde verdieping staat echter een toekomstimpressie van het natuurgebied, die een geruststelling is voor en interesse opwekt bij de bezoeker. Door de constant veranderlijke omgeving, is een herhaald bezoek van de toren namelijk erg interessant.
TIM VAN DER GRINTEN JEROEN VERBETEN 119
2
1
3
1. 2.
5
DE TOREN AAN HET EINDE VAN DE TUNNEL DEK OVER HET WATER OP DE EERSTE VERDIEPING
3.
ZICHT OP FIETSPAD DOOR ÉÉN VAN DE OPENINGEN
4.
SAMENKOMST VAN DE VERSCHILLENDE MATERIALEN
4 120
5.
TRAPPENGAT
121
6.
LAGE VERDIEPINGSHOOGTE TUSSEN DE TWEEDE EN DERDEVERDIEPING
7.
UITKIJKTOREN VANAF DE OVERZIJDE VAN DE KLEINE KLOTTERAARD
8. 9.
7
ZICHT OP HET WATER VANAF BALKON TOEKOMSTVISIE OP DERDE VERDIEPING
8
6
9
122
123
124
125
126
127
passages lelystad
Architect Opdrachtgever Oorspronkelijke functie Bouwjaar Laatste Bouwkundige aanpassing Constructie materiaal Gevel materiaal Bouwkosten Uitzichttypologie Uitzicht Toegankelijkheid algemeen Rolstoeltoegankelijk Toegevoegde functies (rondom de toren) Hoogte uitkijkplatform t.o.v. NAP (m) Hoogte uitkijkplatform t.o.v. maaiveld (m) Totale hoogte t.o.v. maaiveld (m) Aantal traptreden Totale oppervlakte platform(s) (m2) Totale oppervlakte maaiveldniveau (m2) Max diameter (m) Min diameter (m)
128
M. Zwaagstra Korps Luchtwachtdienst G. Kullberg Beton Beton 25 13 Provincie Flevoland Kunstwerk met uitkijkfunctie 1995 1995 Staal Gaas € 82.000 360° Panorama, multi platform Vliegveld Lelystad Gehele jaar Nee Geen 4/ 5,4 9,0/ 10,4 13,2 51/ 86 2,7 0,5 8,5 2
Luchtwachttoren
1953
1992
Panorama
IJsselmeer en bos
129
10 M TOV MAAIVELD
130
131
132
133
passages
Op weg naar Passages, een kunstwerk ontworpen door Gusta Kullberg. Vanuit Harderwijk doorkruisen we het polderlandschap van Flevoland. Kaarsrechte wegen met aan beide zijden uitgestrekte landbouwvlaktes en oneindige windmolenparken. Dan opeens doemt daar uit het niets een toren op; de afslag naar Lelystad Airport, we remmen af omdat het stoplicht op rood springt en zien een stalen draaiende wirwar aan trappen. Een fascinerend spel waarvan op het eerste gezicht niet duidelijk is hoe het in elkaar zit. Nadat we de auto in de modderige berm van een ventweggetje hebben geparkeerd lopen we langzaam richting het kunstwerk. Een licht gevoel van eenzaamheid overvalt je. De leegte om je heen, een bomenrij in de verte en op de voorgrond het steeds groter wordende gevaarte wat fier en trots de lucht in steekt. Hoe dichterbij we komen hoe meer de wirwar zich ontrafeld. De dubbele helix wordt helder en de drang om een van de twee trappen te beklimmen groeit. 134
De toren is opgebouwd uit drie in hoogte verschillende kolommen die met twee driehoekige windverbanden hun stabiliteit verkrijgen. Rondom de middelhoge kolom slingert een spiltrap omhoog die op een hoogte van 7 meter, gezien vanaf de bovenkant van het talud, eindigt in een klein bordes. Hieromheen draait, als het tweede deel van een DNA-string, een tweede trap die onderaan het talud begint en 1,5 meter hoger eindigt dan het eerste bordes. In totaliteit, van onderaan het talud tot het eindpunt van de hoogste kolom, komt de toren uit op een hoogte van 13 meter. Dit is nauwelijks meer dan een standaard woning, maar door de leegte eromheen en de vernauwende beweging naar boven is het een imposant object. Bij Gusta Kullberg, afgestudeerd aan de kunstacademie, heeft de context en de interactie met de omgeving altijd al een primaire rol gespeelt. Begonnen met een project via Hoogovens in Park Beekenstijn bij Haarlem, waar ze een ziggurat ontwierp. Deze bestaat uit lamellen, zo geplaatst dat de fictieve
“De honden zaten erop en de man vond het in één keer helemaal goed”
opofferingsplaats in het midden door middel van het moiré-effect steeds op een andere manier zichtbaar is. Het kunstwerk veroverde pas echt het hart van een lokale bewoner nadat de twee honden aan weerszijde op de piramide gingen zitten en Kullberg de associatie gaf met de Sfinxen in Egypte. Haar kunstwerken zijn er om gebruikt te worden, dit is geen uitgangspunt in haar ontwerpproces, maar ze is zich er zeer van bewust dat de interactie met andere mensen een kunstwerk bestaansrecht geeft. Dit is in bijna al haar werk terug te vinden en speelde uiteindelijk ook een centrale rol in de Passages. 135
De vraag van Flevoland voor deze opdracht was om een kunstwerk te ontwerpen welke een markering vormt dat meer is dan een teken alleen. Een erg vrije opdracht waarbij Gusta Kullberg inspiratie haalde uit de ontstaangeschiedenis van Flevoland. De in 1942 voltooide drooglegging van Flevoland werd doorgezet in de ontginning van het land en het op grote schaal bebouwen van de nieuw gewonnen oppervlaktes. Gusta Kullberg maakt met haar kunstwerk een verwijzing naar deze historie en zet deze groei door. De trappen lijken uit de grond te zijn ontsprongen en hun klim naar boven tot in de oneindigheid te willen doorzetten. Aan de ene kant is er het organische aspect, het vrije, de natuur. Aan de andere kant is er het architectonische aspect, regelmaat, de cultivering van het landschap. De twee trappen zijn een letterlijke vertaling van deze gedachtengang. De statige, rechte middelste trap verwijst naar het architectonische waarbij de tweede trap daar weelderig en vrij omheen kronkelt.
136
Op de kopse kant van iedere kolom draait het schaalniveau zich om, tegenover de symoblisch uitvergroting van de groei zijn er hier schaalmodellen van steden geplaatst; een uitgaanscentrum, een woonwijk en een kantorendistrict. Een verwijzing naar de uit het water omhoog geduwde steden.
“De interactie op het moment van verbinding tussen de twee trappen is een aparte ervaring”
Foto’s maken kan altijd nog, we waren te nieuwsgierig en namen ieder een trap naar boven toe. De architectonische trap brengt je statig en constant naar boven. De organische route heeft echter een sterke variatie in de hoogte van de optredes. De route vlakt zich vrij snel
uit en loopt, tot onze grote verrassing, plotseling synchroon aan de statige trap. Na enkele meters bevrijdt het zich weer van deze verbintenis en schiet het in een keer de hoogte in, eindigend op het hoogste platform. De interactie op het moment van verbinding tussen de twee trappen is een aparte ervaring die de route misschien nog wel interessanter maakt dan het uiteindelijke uitzicht. De bordessen zijn gericht op het vliegveld waar het blikveld zich in eerste instantie ook op richt. Er staat echter een hoge bomenrij voor dat het zicht op het vliegveld ontneemt. Het oorspronkelijke idee van Gusta Kullberg was om hier een vizier uit te kappen zodat er wel een doorzicht ontstaat. Wegens “heiligschennis” is hier echter uiteindelijk geen toestemming voor gegeven. Opeens schiet er rechts van ons een klein vliegtuigje de weg over en verdwijnt het achter de bomen. Landende en opstijgende vliegtuigen zijn wel goed te zien waardoor er een 137
“De gegalvaniseerde trappen versterken dit beeld door een gevoel van vliegtuighangars op te roepen” interessante gelaagdheid ontstaat in de verschillende verkeersstromingen. Op maaiveld zijn er de auto’s en bussen en op hoogte de passerende vliegtuigen. Hierdoor krijgen we het gevoel, beiden staand op een van de twee platforms, dat je zo een passerend vliegtuig in kan stappen: de toren als een vliegtuigstation waarbij de bordessen de perrons vormen. Via de trappen enteren we het passerende vliegtuig en zetten we onze route naar oneindigheid door. De gegalvaniseerde trappen versterken dit beeld door een gevoel van vliegtuighangars/ terminals op 138
te roepen. Ze zijn opgebouwd uit prefab elementen geproduceerd door trappenfabrikant de Graaf uit Utrecht. Hierna zijn ze binnen één dag geassembleerd op locatie. Het totale project heeft destijds een jaar in beslag genomen en 180.000 gulden gekost. De constructie is doorgerekend door de vader van Gusta Kullberg, een waterbouwkundig ingenieur, waardoor het zijn uiteindelijke slanke en minimalistische uitstraling heeft gekregen. Hierbij is ook goed gekeken dat de constructie-elementen zoveel mogelijk wegvallen achter de trappen. Na de benodigde beelden van de uitzichten en inzichten te hebben vastgelegd begeven we ons weer naar beneden. Onderaan aangekomen valt ons oog op het bordje “betreden op eigen risico”. Enige navraag leert dat door het registreren van het object als kunstwerk het niet hoeft te voldoen aan het bouwbesluit. Hierdoor mogen de platforms kleiner zijn en hoeven er geen tussenbordessen geplaatst te worden op de weg naar boven. Het betreden is dan echter wel op eigen risico.
Passages is een kunstwerk dat tevens de functie van uitkijktoren kan vervullen. Als de verleiding om haar te beklimmen echter wordt genegeerd dan kan er ook gewoon op een afstand van genoten worden. Een sierlijk baken in het polderlandschap met een sterk verhaal erachter. Wat voor ideeen, associatie en metaforen ook in je opkomen bij het zien van de Passages, het valt niet te ontkennen dat je geprikkeld wordt door het fascinerende spel dat Gusta Kullberg hier heeft neergezet.
TIM VAN DEN HEUVEL JUSTIN VAN DER EERDEN 139
foto
foto
foto
1
foto
2
4
1. 2. 3. 4. 5.
foto
5
PASSERENDE KINDEREN DETAIL ZICHT VANAF BOVENSTE PLATFORM TOTAAL SHOT KIND
3 140
141
foto
foto
foto
6
foto
7
9
10
6. DETAIL TRAPVERBINDING 7. DETAIL CONSTRUCTIEVE AFDRAGING 8. DETAIL FUNDERING 9. TOTAAL SHOT 10.ROUTE
foto
8 142
143
144
145
146
147
luchtwachttoren oudemirdum
Architect Opdrachtgever Oorspronkelijke functie Bouwjaar Laatste Bouwkundige aanpassing Constructie materiaal Gevel materiaal Bouwkosten Uitzichttypologie Uitzicht Toegankelijkheid algemeen Rolstoeltoegankelijk Toegevoegde functies (rondom de toren) Hoogte uitkijkplatform t.o.v. NAP (m) Hoogte uitkijkplatform t.o.v. maaiveld (m) Totale hoogte t.o.v. maaiveld (m) Aantal traptreden Totale oppervlakte platform(s) (m2) Totale oppervlakte maaiveldniveau (m2) Max diameter (m) Min diameter (m)
148
M. Zwaagstra Korps Luchtwachtdienst Luchtwachttoren M. Zwaagstra Beton Beton 25 13 Korps Luchtwachtdienst Luchtwachttoren 1953 1992 Beton Beton Onbekend 360° Panorama, enkel platform IJsselmeer en bos Zomers vrij toegankelijk, overig op afspraak Nee Zwerfkeienroute 25 12,5 14 63 6 5,3 6,2 4,2
1953
1992
Panorama
IJsselmeer en bos
149
12,7 M TOV MAAIVELD
1,7 M TOV MAAIVELD
150
151
152
153
koude oorlog
De kenmerkende, van betonrasters geconstrueerde Luchtwachttoren in Oudemirdum is de enige overgeblevene in Friesland. Met zijn hoogte van dik 12 meter is hij gebouwd op het hoogste punt van Gaasterland. Bovenop de toren heb je ruim uitzicht op het IJsselmeer en het dorpje Oudemirdum. Aan de andere kant komt het zicht amper boven de bomen uit. In de jaren ’50 werden er honderden van deze torens gebouwd in Nederland voor het Korps Luchtwacht Dienst (KLD). Het doel van de toren was om laagvliegende vijandige vliegtuigen op te sporen, omdat de radartechniek nog niet afdoende was. De torens stonden niet meer dan 16 km uit elkaar, omdat vanuit een luchtwachtpost de vliegtuigen op gehoor tot acht kilometer konden worden waargenomen. Het Centrale Bouwbureau der Genie was belast met het ontwerpen en bouwen van de torens. Bij de vraag van welk materiaal de torens vervaardigd moesten worden, kwamen hout en staal al snel te vervallen omdat dit materiaal teveel onder weersinvloeden te lijden 154
hadden en daardoor teveel onderhoud zouden vereisen. Bovendien werd hout als te brandgevaarlijk beschouwd. Beton leek zowel financieel als technisch het meest verantwoord. Er werd gekozen voor een systeem van geprefabriceerde betonnen raatbouwelementen. De keuze voor het gebruik van prefab elementen had als voordeel dat bij eventuele demontage van de te bouwen luchtwachttorens de elementen opnieuw gebruikt zouden kunnen worden. Het raatbouwsysteem is ontwikkeld door Marten Zwaagstra (1895- 1988), een ondernemende architect uit ’s-Gravenhage. Hij richtte in 1950 NV Raatbouw op in samenwerking met NV Schokbeton te Kampen. De productie en constructie waren in handen van het laatstgenoemde bedrijf. Zij waren in staat om in tien maanden tijd 1500 meter toren te realiseren. Al rijdend uit het plaatsje Oudemirdum is de luchtwachttoren al te zien, beschut gelegen tegen de bosrand met zijn kenmerkende raatstructuur. De toren bestaat uit een betonnen fundering, waarop vier verticale balken
“Aan de binnenzijde is een bakje met een gleuf bevestigd. Daarboven hangt een briefje met de tekst ‘50 cent”.”
zijn geplaatst, die om de twee meter zijn verbonden met horizontale balken. Hiertussen zijn met gegalvaniseerde bouten de raatbouwelementen gemonteerd. Aan de onderzijde van de toren zijn de raten betegeld met betonnen tegels om inklimmen vanaf de buitenkant te voorkomen. De Luchtwachttoren is op afspraak het gehele jaar te bezichtigen en te beklimmen. In de zomer is de toren van 9.00 uur t/m 19.00 uur opengesteld voor publiek. Een houten deur geeft toegang tot de toren. Aan de binnenzijde is een bakje met een gleuf bevestigd. 155
Daarboven hangt een briefje met de tekst “50 cent”. Binnen is het vochtig, water drupt uit de bovenste vloer naar beneden. Door het open raatsysteem hebben weer en wind vrij spel. Horizontale raatliggers ondersteunen de houten trappen en dienen tevens als bordes. De treden zijn erg glad, ondanks het antislipprofiel. De laatste trap is van staal en geeft toegang tot het observatieplateau. Slechts een balustrade scheidt de trap en het plateau. De vloer ligt op een hoogte van 12,54 meter. Deze maat is een veelvoud van 1,14 meter, bepaald door de hoogte van drie betonraten van elk 0,35 meter groot en een voetstuk van 0,24 meter. Boven bevindt zich ook een schuillnis, waarvan de vloer iets ligt en is te bereiken via een kleine opening vanaf het plateau. De vloeren, de balustrade en de schuilnis zijn bekleed met betontegels. Vroeger diende dat als bescherming tegen granaatscherven of inslagen van andere explosieven. Vanwege zijn functie mocht de toren niet teveel opvallen vanuit de lucht. Om 156
een grote slagschaduw te voorkomen is de toren tegen de bosrand aan geplaatst, maar mocht er niet bovenuit steken. Het zicht komt daardoor bijna niet boven de bomen uit, maar omdat de bomen nog kaal zijn is er nog zicht over de velden, het dorpje en het IJsselmeer.
“Door het open raatsysteem hebben weer en wind vrij spel.”
De luchtwachttorens hebben nooit in oorlogssituatie hoeven functioneren. Door snelle ontwikkelingen in de techniek van oorlogvoering, zoals straaljagers en radardetectie werd de KLD in 1968 opgeheven. De meeste
torens zijn daarna verdwenen, maar een aantal werd overgedragen aan de Bescherming Burgerbevolking (BB) die de torens tot 1980 gebruikte voor het exact lokaliseren van een mogelijke atoombominslag. In 1988 kwam een aantal torens in handen van lokale overheden. Dankzij de gebroeders Jaarsma, de huidige eigenaren, is deze toren bewaard gebleven en opgeknapt. De luchtwachttoren heeft geen overweldigend uitzicht en de klim naar boven is tochtig en glad. Een uitzichtpunt voor inwoners en bezoekers van Gaasterland, maar meer nog een monument van de Koude Oorlog. De Koude Oorlog waarvan de dreiging sinds 1989 voorgoed geweken is.
RUUD VAN MIDDENDORP JOHANNA VAN WARNERS 157
1
3
1. 2. 3. 4.
4
STALEN TRAP VANAF PLATEAU ONDERAANZICHT TRAPPENHUIS PLATEAU MET SCHUILHUT ZICHT VANUIT HET BOS
2 158
159
5
6
8
5. 6. 7. 8. 9.
9
AANSLUITING RAATLIGGERS BEVESTIGING TRAPBORDES AFDICHTING RAATLIGGERS BORDES HOUTEN TRAP
7 160
161
162
163
164
165
uitkijktoren fochtelooërveen ravenswoud
Architect Opdrachtgever Oorspronkelijke functie Bouwjaar Laatste Bouwkundige aanpassing Constructie materiaal Gevel materiaal Bouwkosten Uitzichttypologie Uitzicht Toegankelijkheid algemeen Rolstoeltoegankelijk Toegevoegde functies (rondom de toren) Hoogte uitkijkplatform t.o.v. NAP (m) Hoogte uitkijkplatform t.o.v. maaiveld (m) Totale hoogte t.o.v. maaiveld (m) Aantal traptreden Totale oppervlakte platform(s) (m2) Totale oppervlakte maaiveldniveau (m2) Max diameter (m) Min diameter (m)
166
M. Zwaagstra Korps Luchtwachtdienst D.A. de Haan25 Beton Beton 13 Natuurmonumenten Uitkijktoren 2000 2000 Staal Hout € 500.000 Gericht Hoogveengebied Fochteloërveen Gehele jaar Nee Geen 26 15 18 71 35 0,3 10,8 5
Luchtwachttoren
1953
1992
Panorama
IJsselmeer en bos
167
15 M TOV MAAIVELD
168
169
170
171
stairway to heaven
De in totaal 18 meter hoge uitkijktoren in het Fochteloërveen staat sinds oktober 2000 in een hoogveenlandschap op de grens van Twente en Friesland. De uitkijktoren heeft inmiddels al verschillende prijzen gewonnen. In 2001 heeft de toren de publieksprijs van de Stichting hout gewonnen en in 2003 de publieksprijs van de Vredeman de Vriesprijs voor architectuur van de provincie Friesland. Ook wordt de toren vaak als kunstwerk ervaren. Om er te komen is een lange rit door een typisch Nederlands landschap van akkers en boerderijen niet te vermijden. De rit komt uit in het dorpje Appelscha, wat erg toeristisch aandoet. Er zijn veel café’s, recreatiefaciliteiten en zelfs een VVV kantoor. Een bordje voor het Fochteloërveen wijst je naar een lange rechte weg die uitkomt op een parkeerplaats van het natuurgebied. Langs de weg zijn werkzaamheden; natuurmonumenten is bezig met het herinrichten van het gebied zodat het beter toegankelijk is voor bezoekers en is bezig om de cultuurhistorie te 172
herstellen. Het gebied is lang niet overal toegankelijk door zijn geaardheid van hoogveenlandschap met veel water. Daarnaast leven er in het gebied veel kwetsbare dieren en planten waarvoor rust en stilte van levensbelang is. De bouw van de uitkijktoren is onderdeel van de herinrichting van het gebied. Met de uitkijktoren is het terrein op een veilige wijze goed zichtbaar en beleefbaar voor een breed publiek zonder dat planten en dieren gestoord en/of beschadigd worden. Op de parkeerplaats staan bordjes die naar de uitkijktoren wijzen. Deze ligt midden in het landschap en is ongeveer 4 km lopen vanaf de parkeerplaats. Het voornaamste deel van de looproute loopt langs een groot meer. Het meer was op meerdere plaatsen over het pad gestroomd. Wij hadden het geluk dat het veel had gevroren voordat wij er kwamen, waardoor we over het ijs verder konden. Omdat er ook sneeuw lag konden we door de voetsporen goed zien dat er veel dieren in het gebied wonen.
“Opeens is daar de rand van een bos. Een bruggetje leidt het bos in.”
Opeens is daar de rand van een bos. Een bruggetje leidt het bos in. In het bos is het erg stil en zijn er veel vogels te horen, zelfs een specht op de achtergrond. Wij voelen ons even alleen op de wereld. Na een tijdje is er een splitsing van het pad. Wanneer je naar rechts gaat ga je verder het bos in. Naar links loopt het pad recht op de uitkijktoren af. Deze toren is niet eerder te zien en komt dan ook onverwacht. Dit is ook het bedoelde effect van de toren, hij hoort onderdeel te zijn van de context. 173
Niet alleen door de plaats van de toren aan een doodlopende vertakking van het pad, aan de rand van het bos, maar ook door de afwerking van het onbehandelde hout. De toren doemt op als een levensgrote geknikte zeven. ‘Zeven’ is dan ook de bijnaam van de toren. Onderaan de toren is een gat als ingang te zien met een steile trap naar boven. Het lijkt een gapend zwart gat te zijn die mensen naar binnen wilt zuigen over de trap die er nog net uit steekt. Bij de ingang staat een bordje met de naam van de architect: Dick de Haan. Helaas is hij onverwachts overleden in de schetsplanfase van het ontwerp. Zijn broer Tony de Haan heeft het ontwerp afgemaakt en de bouw begeleid. Bij binnenkomst van de toren valt de lichtinval gelijk op. Door de spleten in de houten prefab elementen (1 x 3 m en 1 x 4 m) van de toren die gemaakt zijn van spintvrije lariks delen komt het zonnetje naar binnen. Dit geeft een mooi lichtspel in de toren. Dit effect zorgt er overigens tegelijkertijd voor 174
dat het interieur van de toren chaotisch overkomt. De stalen constructie is bijna overal in het zicht gehouden en de houten gevelpanelen met spleten staan verschillende kanten op. In de gevel zitten kleine ronde openingen om naar buiten te kijken. Helaas lukt dit niet overal omdat de trap ongeveer een meter losstaat van de gevel en de ramen ook op willekeurige hoogte geplaatst zijn. Alleen op de bordessen van de toren is het mogelijk om even naar buiten te kijken. Er zijn vijf trappen, in de derde trap zit een knik van 90 graden. Bovenaan de trappen, op een hoogte van 15 meter, kijk je tegen de binnenkant van de toren aan; een dichte schuinstaande wand. Pas na 180 graden omgedraaid te zijn wordt het uitzicht zichtbaar en besef je dat je je in het verblijfsdeel van de toren bevindt. Dit verblijfsgedeelte wordt vaak omschreven als een soort kijkdoos in de vorm van een periscoop. Het uitzicht wordt verschaft
door een panoramaraam dat gelijk de hoofdbron van het licht in de toren is. Het zicht is beperkt; naar één
“Door de spleten in de houten prefab elementen komt het zonnetje naar binnen.”
zijde van het omliggende landschap. Hiermee is de toren echt gericht op het hoogveenlandschap. Door de toren zo goed als in de bosrand neer te zetten hebben de bezoekers geen last van de zon bij het observeren van de natuur. Kleine ramen in de zijkanten van de toren maken maar weinig zichtbaar; je kijkt direct tegen boomstammen aan en boomkruinen in. Wel ideaal om vogels 175
in de bomen te kunnen spotten, maar door de onhandige hoogten van de ramen niet echt comfortabel. De toren is overigens met opzet laag gehouden. Dit is gedaan om de hoogbouw in Assen niet te kunnen zien. Bovenin de toren hangt wat informatie over het uitzicht en de verschillende vogels die er in het gebied leven. Het is er aangenaam om te verblijven. Er zijn twee bankjes geplaatst en de wind heeft nauwelijks invloed op de toren of op ons, omdat de gaten in de toren zijn afgedekt met glas. Ook het uitzichtvenster bestaat uit glas. Hier is over de gehele breedte een opening gemaakt om toch onbelemmerd uitzicht over het landschap te hebben. De tocht naar beneden is minder aangenaam. De indrukken komen op je af en het lijken hele hoge steile trappen met smalle treden. Wanneer je eenmaal beneden besluit om de toren eens goed te bekijken zie je pas de vier kolommen, waarvan twee lange en twee erg korte onder de entree, die de toren dragen. Deze vallen nauwelijks 176
op en zijn bevestigd aan een zware fundering. Ook wordt de richting van de toren duidelijk: Er staat een bord dat vertelt dat betreden van het veengebied verboden is voor publiek. De opdracht voor de toren luidde: een uitkijktoren binnen de dekking van de bosrand bouwen waar grote groepen mensen, waarvan sommige mensen met enigszins hoogtevrees, naar boven kunnen gaan. De uitkijktoren moest behalve functioneel, ook in ontwerp en uitvoering van hoge kwaliteit zijn (duurzaamheid, bruikbaarheid en schoonheid). Volgens Tony de Haan is hem het gelukt een toren te realiseren voor mensen met enigszins hoogtevrees. Vooral de knikvorm is ontstaan om hoogtevrees tijdens de klim en afdaling te beperken. Dit werkt niet voor iedereen helemaal zoals gepland. Het kan als onprettig ervaren worden om bij de klim niet te zien waar je heen gaat en de trappen zijn erg steil. Bij de afdaling is te begrijpen dat de knik in de toren de hoogtevrees kan beperken, omdat je niet de hele trap af kan kijken.
In het oorspronkelijke ontwerp van de toren zou een spiegelconstructie boven aan de trap komen. Als de bezoeker bijna boven is zou men indirect de lucht zien. De naam ‘Stairway to heaven’ bestond toen al. Dit plan is wegens bezuinigingen niet doorgegaan. Nu, 10 jaar na de bouw van de toren is Tony de Haan bezig om dit plan toch nog door te laten gaan. Al zou het niet echt helpen om de hoogtevrees te beperken.
ELKE VERHOEVEN IVETTE WENNEKES 177
1
2 5
1. HET PAD NAAR DE TOREN TOE 2. HET PAD HET BOS IN 3. TOENADERING VAN DE TOREN 4. INGANG VAN DE TOREN 5. LIJNENSPEL IN HET TRAPGAT
3 178
4 179
7
8
9
6. ANDERE ZIJDE TOREN 7. VANAF BENEDEN 8. DETAIL PANORAMA-RAAM 9. UITZICHT VANUIT EEN OPENING IN DE GEVEL
10.DETAIL DAK 11.BOVEN IN DE TOREN
10 180
6
181
11
182
183
184
185
186
187
flits breda
Architect Opdrachtgever Oorspronkelijke functie Bouwjaar Laatste Bouwkundige aanpassing Constructie materiaal Gevel materiaal Bouwkosten Uitzichttypologie Uitzicht Toegankelijkheid algemeen Rolstoeltoegankelijk Toegevoegde functies (rondom de toren) Hoogte uitkijkplatform t.o.v. NAP (m) Hoogte uitkijkplatform t.o.v. maaiveld (m) Totale hoogte t.o.v. maaiveld (m) Aantal traptreden Totale oppervlakte platform(s) (m2) Totale oppervlakte maaiveldniveau (m2) Max diameter (m) Min diameter (m)
188
M. Zwaagstra Korps Luchtwachtdienst Martien Kuipers Beton Beton 25 13 Gemeente Breda Uitkijktoren 2009 2009 Staal Strekmetaal € 320.000 Panorama A16, HSL, Breda, woonboulevard Gehele jaar, vrij toegankelijk Nee Fietsroute 24 zonder talud: 15m met talud: 20m met talud 24,5 79 22 0,6 5,5 3,2
Luchtwachttoren
1953
1992
Panorama
IJsselmeer en bos
189
20 M TOV MAAIVELD
190
191
INVALLEND LICHT ZORGT IN COMBINATIE MET HET STREKMETAAL VOOR EEN SPEL TUSSEN TRANSPARANTE EN GESLOTEN VLAKKEN
192
193
flits
Waar is de toren? Op het moment dat we uit de bus stappen, is hij in nog nergens te bekennen. Na een korte wandeling langs de IKEA en andere meubelzaken en vervolgens over het bedrijventerrein, wordt de toren dan toch zichtbaar als hij achter de bedrijfshallen van de C1000 zijn kop boven de verkeersrug uitsteekt. Maar niet meer dan zijn kop is zichtbaar, de rest is verscholen achter de infrastructuurbarrière. We beginnen ons af te vragen of het wel de bedoeling is om de toren van deze kant te benaderen. Terwijl de Thalys boven ons langs raast, vervolgt de weg naar de toren zich onder de A16 en de Hogesnelheidslijn door. Tussen de viaducten door is af en toe een flits van de toren op te vangen. De toren is nog niet in zijn geheel zichtbaar, maar de scherpe hoeken en donkere, harde expressie van de toren tekenen zich af tegen de lichte lucht. Ondertussen bevinden wij ons hier op de fietsroute tussen Etten-Leur en Breda. De ontwerper van de toren, Martien Kuipers, zou ons een week later vertellen dat de toren onderdeel uitmaakt van deze fietsroute en ook 194
primair bedoeld is voor de gebruiker van deze route. Als we onder het laatste viaduct uitkomen, is hij dan eindelijk bereikbaar en volledig zichtbaar: de (bliksem) flits. We lopen langs de toren een lichte helling omhoog, met ons hoofd constant naar de toren gedraaid. Een lage winterzon schijnt achter de toren waardoor een nog scherper en donkerder silhouet zich aftekent tegen het felle, witte licht. De toren toont zich in vorm inderdaad als een bliksemflits. Alleen begint de hoekige vorm niet in de lucht, maar aan de grond. Het strekmetaal dat de huid van de toren vormt, geeft de toren een dynamisch uiterlijk. Door het onder verschillende hoeken te plaatsen krijgt de toren een speels effect. Onder verschillende hoeken veranderen de transparante vlakken in gesloten vlakken en de gesloten juist in open vlakken. Door dit spel van open en dicht verandert de toren bij iedere blik en lijkt hij zich zelfs een beetje te bewegen. De toren staat op de plaats waar de prominente fietsroute van EttenLeur naar Breda kruist met twee
“Onder verschillende hoeken veranderen de transparante vlakken in gesloten vlakken en de gesloten juist in open vlakken.” grote verkeersaders: de A16 en de Hogesnelheidslijn. Hij maakt onderdeel uit van de fietsroute, als rust- en uitkijkpunt voor de fietser die van Etten-Leur af komt. Bovenop een talud verrijst hij boven het verkeer en de directe omgeving. Alleen hoge bomen blokkeren het zicht. De toren staat hoog in het landschap en lijkt op die manier te zijn tentoongesteld voor het langsrazende verkeer. De toren is echter niet ontworpen om een icoon te worden. Het talud is daar ook vooral voor de fundering. Een groot betonnen blok zorgt ervoor dat de 195
toren niet omvalt. De kop van de toren reikt namelijk ver genoeg richting de snelweg om de indruk te wekken dat de flits wil omvallen. Het ontwerp is een verwijzing naar de snelheid en beweging van de hogesnelheidslijn en de A16, in combinatie met de rust van de fietsroute. Het overvloedige gebruik van staal, de duidelijke nadruk op de constructie en de geormetrische vormen die in de toren te herkennen zijn, doen denken aan het russisch constructivisme van Tatlin. De top van de toren steekt ver genoeg uit om te suggereren dat hij kan bewegen, wat, boven aangekomen, ook zo blijkt te zijn. Ook door het strekmetaal wordt de indruk gewekt dat de toren beweegt. Het is een dynamische, spectaculaire vorm die bedoeld is om een moment stil te staan en boven de verkeersdrukte te verrijzen en over Breda uit te kijken. Het is bijna niet te ontkennen dat de toren daar staat als kunstwerk bij de snelweg, bedoeld om in het oog te vallen. Als ode aan de snelle reiziger die eraan voorbij flitst. Hij wordt aan hen, die er met een rotvaart aan voorbijgaan, tentoongesteld op 196
een talud dat direct bereikbaar is voor de langzame reizigers op de fietsroute: de wandelaars en de fietsers. Helaas is het uitzicht voorbij de snelweg en HSL nu vooral de bovenkant van de genoemde bedrijfshallen. Martien Kuipers verklaart dat toen hij de toren ontwierp in 1999/2000, dit terrein nog in ontwikkeling was. Toen de HSL werd aangelegd is er langs de A16 grond onteigend. Daarbij kwamen stukken grond vrij waar nog geen bestemming voor was. De gemeente schreef een wedstrijd uit voor de vormgeving van de rijksweg van Etten-Leur naar Breda. Het winnende ontwerp beschreef een fietsroute met een aantal rustpunten en als hoogtepunt een uitkijktoren bij het verkeersknooppunt. Tegen de tijd dat de toren werd opgeleverd, zo’n 8/9 jaar later, was het uitzicht helaas veranderd van braakliggend terrein in loodsen en hallen. Het talud heeft geen opstap of trap naar boven. Een slijtpad leidt naar de voet van de toren. Doordat er geen trap naar boven is, staat de toren echt bovenop de bult als los element te pronken. Door vlak naast de toren te staan, is de toren
heel indrukwekkend. Vooral de lange, taps toelopende arm die uitkomt in de kop van de toren, geeft de indruk van een gigantische over je heen reikende nek, die doet denken aan de T-Rex uit Jurassic Park. De toren loopt naar boven taps toe, waardoor de trap langer lijkt te zijn dan dat hij werkelijk is. Dit gezichtsbedrog
“De toren loopt naar boven taps toe, waardoor de trap langer lijkt te zijn dan dat hij werkelijk is.”
versterkt de beleving van de uitreikende kop van het beest naar de snelweg toe. De robuuste staalconstructie die aan de buitenkant van de toren is afgedekt door het strekmetaal, is aan de trapzijde van de toren zichtbaar en geeft het gevoel dat de toren allesbehalve fragiel 197
is. Het strekmetaal valt hier niet in het oog door de afstand die het heeft tot de trap. Hier is het de constructie die telt, die de bezoeker grijpt. De brede trap, bestaande uit geperforeerd staal waardoorheen de gesloten onderkant van de toren zichtbaar is, en de stevige reling geven vertrouwen in de route naar boven. Bij het bereiken van de eerste platform richt de toren zich op de snelweg. De duidelijke richting die de toren heeft vindt je terug in de verdeling van de trappen. De volgende stap naar boven bestaat namelijk uit een smalle trap, die geen tegenliggers duldt. De tweede knik wendt zich af van de snelheid van het verkeer en richt zich op een rustgevender landschap met een uitzicht over een bos, boerderij, broeikassen en de fietsroute van en naar Etten-Leur. Ondanks dit rustgevende uiterlijk, verstoort het geluid van de snelweg alle rust. De laatste trap naar de kop resteert. De trap is lang, een stuk langer dan de vorige twee trappen. Het genoemde gezichtsbedrog is vooral hier van toepassing. Hoewel je over de reling kunt kijken, blijft je blik gefocust op het 198
bereiken van het bovenste platformpje. De laatste trap is nog een behoorlijke klim. Een dakje hangt boven het hoogste uitkijkpunt en nodigt uit om beschutting te zoeken. Boven aangekomen is daar weer de snelweg, de hogesnelheidslijn en het bedrijventerrein. Hier aangekomen valt het uitzicht enigszins tegen. Het lijkt amper anders te zijn dan het platformpje twee niveaus lager. Het bereiken van de bovenkant van de toren geeft geen nieuwe ervaringen wat betreft het uitzicht. De toren zelf is veel interessanter. De uitstekende kop is het meest beweeglijke punt van de toren. Springend op dit punt trilt de kop en blijft een aantal minuten natrillen. Zo
“Zo fors en onbeweeglijk als de onderkant is, zo beweeglijk is de top.”
fors en onbeweeglijk als de onderkant is, zo beweeglijk is de top. Het verkeer raast voorbij, maar lijkt zich niets aan te trekken van de toren. Geen automobilisten of vrachtwagenchauffeurs lijken gas terug te nemen. Toch voelt het alsof je open en bloot tentoongesteld wordt aan de gebruikers van het asfalt en het spoor. Het dak van het platform kantelt open naar de snelweg om de nadruk op de richting van de toren te leggen, maar daarmee wordt de geborgenheid die het dakje in combinatie met het bakje bovenaan kan bieden, enigszins teniet gedaan. Het valt op dat de toren uitkijkt over de snelweg en de HSL naar Breda, maar daardoor niet echt onderdeel uitmaakt van de stad. De verkeersstrook is een harde scheiding. De toren dient dan ook eerder als een vooruitblik naar de stad voor de naar Breda reizende persoon. Maar de toren is ook te zien als tweezijdig. Tijdens de klim naar boven worden twee uitzichten getoond: de drukte van Breda en de rust richting Etten-Leur. Als een soort herinnering halverwege aan vanwaar 199
de reiziger komt, gaat men door naar het hoofddoel: de top en daarmee Breda. Bij de afdaling van de toren komt ditzelfde element weer terug, wanneer de trap uitkijkt op de rust om vervolgens weer Breda te tonen en vervolgens te eindigen in het groen. De toren is een interessante mengeling van contrasten. De drukte van Breda tegenover de rust van Etten-Leur. De dynamische vorm die verwijst naar de snelheid van het verkeer tegenover het stilstaan bij het uitzicht en de fietsroute. De robuuste stevige constructie, die bovenin toch beweeglijk is en ook het spel van het strekmetaal tussen open en dicht. Het uitzicht zelf lijkt niet zo interessant, maar in combinatie met deze toren vertelt het een klein verhaal van de fietsroute. Als rustpunt en uitkijkpunt biedt het een mogelijkheid om boven alles uit te steken en de omgeving te overzien. Het platte landschap biedt een ver uitzicht, dat wellicht niet mooi is, maar wel een vooruitblik en een herinnering biedt aan de fietser en de wandelaar. Alleen al het feit dat de toren daar staat, is interessant genoeg om mensen te 200
bewegen tot de top te klimmen en de verkeersbarrière te laten voor wat het is.
SEAN DIEDEREN BASTIAAN GÖTTGENS
201
foto
1
5
foto
2
4
6
foto
1. DE TOREN STAAT OP EEN TALUD EN IS BEREIKBAAR VIA EEN SLIJTPAD
2. ZIJAANZICHT TOREN 3. DE ONDERKANT VAN DE TOREN IS ROBUUST EN GESLOTEN
4. DE GEKNIKTE ROUTE 5. HET STREKMETAAL IS EEN DUIDELIJK HUID,
3 202
MAAR TRANSPARANT
6. DE LANGE TRAP AAN HET EIND VAN DE ROUTE
203
204
205
206
207
fire control tower #23 cape may
Architect Opdrachtgever Oorspronkelijke functie Bouwjaar Laatste Bouwkundige aanpassing Constructie materiaal Gevel materiaal Bouwkosten Uitzichttypologie Uitzicht Toegankelijkheid algemeen Rolstoeltoegankelijk Toegevoegde functies (rondom de toren) Hoogte uitkijkplatform t.o.v. NAP (m) Hoogte uitkijkplatform t.o.v. maaiveld (m) Totale hoogte t.o.v. maaiveld (m) Aantal traptreden Totale oppervlakte platform(s) (m2) Totale oppervlakte maaiveldniveau (m2) Max diameter (m) Min diameter (m)
208
M. Zwaagstra Korps Luchtwachtdienst Luchtwachttoren US Army Corps of Engineers Beton Beton 25 13 US army Vijandelijke schepen spotten 1942 2009 Beton Beton $24.700 Gericht Delaware Bay/River, Atlantische oceaan Gehele jaar Nee Museum 22,5 22,5 25 90 20 20 5 5
1953
1992
Panorama
IJsselmeer en bos
209
24 M TOV MAAIVELD
210
211
VERGANE TORENS AAN DE AMERIKAANSE KUST
212
213
een oorlogsveteraan
Fire Control Tower #23 werd op Sunset Boulevard in Cape May County (USA) gebouwd tussen juni en september 1942 als onderdeel van Fort Miles. Deze kustverdedigingswerken bewaakten de Delaware-baai en rivier tegen vijandelijk vuur tijdens de Tweede Wereldoorlog. Er was onder andere een opleidingscentrum voor de United States Army Air Force (USAAF) gelegen waar piloten en luchtvaartpersoneel werd getraind en er waren opslagdepots waar voorraden voor het leger bewaard werden. Ook beschermde Fort Miles geallieerde schepen die via de baai voeren. Onderdeel van Fort Miles waren de Fire Control Towers die in paren met azimutinstrumenten de locatie van vijandelijke schepen konden bepalen. De hoek met het doel werd gemeten en doorgestuurd naar de printkamer. Daar werd met behulp van driehoeken bepaald op welke positie het geschut gericht moest worden. Als batterij 223, bestaande uit twee 6 inch kanonnen gevuurd had, werd vanuit de Fire Control Towers gekeken waar een plons te zien was. Vervolgens paste 214
ze de positie aan en werd er opnieuw geschoten. Dit herhaalde ze tot het doel geraakt werd en uiteindelijk zonk. Door technische innovaties verbeterde de wapens die daardoor een groter bereik kregen. Dit bracht met zich mee dat er meer Fire Control Towers nodig waren. Uiteindelijk werden er vijftien torens gebouwd om Fort Miles van ‘ogen’ te voorzien. Al in 1943, als de oorlog nog niet eens voorbij is, wordt begonnen met de ontmanteling van het kustverdedigingssysteem. Omdat het gevaar verder van Amerika verwijderd raakt, wordt de modernisering van Fort Miles stopgezet en raken de Fire Control Towers uitgerangeerd. Aan het einde van de oorlog worden de Torens verkocht aan de Marine. Het is onduidelijk of ze specifiek een functie hebben toegewezen aan Fire Control Tower #23, maar het is bekend dat de marine de torens gebruikte als zendmast of als uitkijkpost. In 1958 wordt Fort Miles voor het grootste deel gesloten. Een klein gedeelte wordt door de marine nog zo’n 15 jaar als radiostation gebruikt. Het overige
“Uiteindelijk werden er 15 torens gebouwd om Fort Miles van ogen te voorzien”
deel verandert in een groot recreatief gebied bestaande uit verschillende parken. Ook Fire Control Tower #23 wordt onderdeel van een park en keert daarmee terug naar zijn roots aangezien het gebied deze functie tot 1930 ook had. Nu, bijna zeventig jaar na de bouw van de toren, is Fire Control Tower #23 de enige van de oorspronkelijk vijftien stuks die nog in originele staat verkeert. Reden voor het Mid-Atlantic Center for the Arts (MAC), een non-profit organisatie die zich bezig houdt met het cultureel erfgoed van Cape May (NJ), 215
om het gebouw te laten restaureren en hergebruiken. HMR-Architects uit Princeton (NJ) heeft deze dankbare taak toegewezen gekregen. Zij hebben niet alleen de toren opgeknapt maar ook een nieuwe functie toegekend. De uitkijktoren is nu tevens gedenkteken en museum. Binnen in de toren vindt men foto’s, illustraties en objecten die refereren naar de tijd dat de toren in gebruik was. De uitkijktoren is een ruim twintig meter hoge ronde constructie met dertig centimeter dikke betonnen muren. Het streng ogende gebouw is opgedeeld in zes segmenten. Het eerste segment is op begane-grondniveau waar ook de toegang tot de toren zich bevindt. In de originele staat was hier geen vloer of andere bodembedekking maar een zanderige ondergrond. Vervolgens kon men met een ladder een aantal keren een verdieping omhoog tot men de vijfde verdieping bereikte. Deze verdieping had door twee diepe sleuven in het beton een breed uitzicht over de Delaware baai, de Delaware River en de Atlantische oceaan. Vanaf deze verdieping werden ook de metingen 216
verricht voor het bepalen van de locatie van vijandelijke schepen. Op alle verdiepingen brengen kleine openingen licht in de toren om niet in het donker naar boven te moeten. Ook is er op elke verdieping een hijsluik aanwezig om de te gebruiken apparatuur naar boven te kunnen hijsen.
“Deze toren is teruggebracht naar de essentie waar die voor diende”
Bij de renovatie van deze uitkijktoren is er weinig verloren gegaan van de oude glorie. Elk detail is in originele staat terug gebracht behalve de nieuwe stalen trap. Om het gebouw niet te laten vergaan, moet het gebruikt
worden. De museumfunctie en opening voor publiek heeft ertoe geleid dat men bij de renovatie ervoor koos naast de originele houten ladders een stalen wenteltrap aan te brengen. Dit maakt het stijgen en dalen in de toren makkelijker. Hiermee heeft de toren ander karakter gekregen. Waar het in eerste instantie een toren was om vijandelijke schepen te spotten heeft Fire Control Tower #23 nu een recreatieve functie. De toren is een bijzonder gebouw. Het is optimaal gebouwd voor defensief gebruik. De dikke muren, de kleine daglichtopeningen, de ongemakkelijke ladder. Deze toren is teruggebracht naar de essentie waar die voor diende. Door relatief kleine aanpassingen is het gebouw hergewaardeerd en bruikbaar gemaakt voor de huidige samenleving. De pure, heldere vorm met een gericht uitzicht op de bovenste verdieping. Het uizicht en de monumentale waarde die het gebouw levend houden. Het is een rasechte uitkijktoren geworden.
THOMAS GERRITSEN HENDRIK VAN DEN HURK 217
1. 2. 3. 4. 5.
... ... ... ... ...
INDELING ZELF TE BEPALEN. EEN VAKJE RESERVEREN VOOR DE OMSCHRIJVING, MAG OOK EEN ANDER VAKJE ZIJN. ZORG WEL DAT DE HULPLIJNEN AAN STAAN.
218
219
foto
2
3 6
foto
5
4
foto
220
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
7
KOPIE VAN ORIGINEEL OPLEVERINGSRAPPORT
SCHEMATISCHE WEERGAVEN SPOTTEN AZIMUT INSTRUMENTEN IN TOREN OVERZICHT FIRE CONTROL TOWERS FIRE CONTROL TOWER #23 NIEUWE STALEN WENTELTRAP INTERIEUR TEVENS MUSEUM
221
222
223
224
225
nieuwe brandtoren reusel
Architect Opdrachtgever Oorspronkelijke functie Bouwjaar Laatste Bouwkundige aanpassing Constructie materiaal Gevel materiaal Bouwkosten Uitzichttypologie Uitzicht Toegankelijkheid algemeen Rolstoeltoegankelijk Toegevoegde functies (rondom de toren) Hoogte uitkijkplatform t.o.v. NAP (m) Hoogte uitkijkplatform t.o.v. maaiveld (m) Totale hoogte t.o.v. maaiveld (m) Aantal traptreden Totale oppervlakte platform(s) (m2) Totale oppervlakte maaiveldniveau (m2) Max diameter (m) Min diameter (m)
226
M. Zwaagstra Korps Luchtwachtdienst AtelierEen Beton Betonarchitects 25 13 Recreatieve poort ‘De Peelse Heide’ Uitkijktoren en klimtoren 2008 2008 Staal Hout € 200.000 Gericht, meervoudig Bos en weiland Gehele jaar Nee Survivalcentrum 56 22 25 110 64 42 12 7,8
Luchtwachttoren
1953
1992
Panorama
IJsselmeer en bos
227
22 M TOV MAAIVELD
228
229
RECREATIEVE POORT DE ‘PEELSE HEIDE’
230
231
nieuwe brandtoren
Natuur heeft altijd een bepaalde aantrekkingskracht op mensen. Even de drukte van de stad ontvluchten en een wandeling door het bos maken. Met vrienden de mountainbike pakken en door het bos crossen. Dit leidt in bepaalde gevallen echter tot recreatieve druk op natuurgebieden. Om deze druk beter te kunnen reguleren worden door heel Nederland recreatieve poorten gerealiseerd. Deze recreatieve poorten kunnen het beste gezien worden als een vertrekpunt voor verschillende soorten recreatie binnen een bepaald natuurgebied. Om recreatieve poort te kunnen worden moet aan bepaalde eisen worden voldaan, zoals een directie toegang tot een bos- of natuurgebied en een ligging die de recreatieve druk aankan waardoor kwetsbare gebieden worden ontlast. Tevens moet er een ruime parkeervoorziening aanwezig zijn als ook een horecagelegenheid en informatievoorziening. De allereerste recreatieve poort in regio zuid-oost Brabant is gerealiseerd in Reusel en biedt toegang tot het natuurgebied ‘de Peelse heide’. Op deze plek heeft lange tijd een brandtoren gestaan 232
maar doordat deze functie overbodig werd is besloten de oude brandtoren te vervangen voor een nieuwe met een daarbij behorende nieuwe functie: Herkenbaarheid voor recreatieve poort de ‘Peelse Heide’. De nieuwe brandtoren werd ontworpen door Paul van der Zanden van Ateliereenarchitecten. De toren doet tegenwoordig dienst als recreatieve toren met klim-, tokkel- en abseilmogelijkheden en, belangrijker nog in het kader dit boek, ...als uitkijktoren. Aan de bosrijke rand van het kleine dorpje Reusel aan de Burgermeester Willekenslaan is de nieuwe brandtoren een niet te missen opvallend bouwwerk. Zeker wat uiterlijk betreft is er geen enkele relatie met de oude brandtoren die hiervoor heeft moeten wijken. Het bouwwerk bestaat uit zes op elkaar, of eigenlijk door elkaar, gestapelde blokken, die, op de onderste na, allemaal aan twee tegenliggende zijden open zijn. Deze open zijden verschillen wat richting betreft allemaal. De bekleding van de gesloten delen van de blokken bestaat uit halve boomstammetjes die, volgens de architect, komen uit het
“Deze recreatieve poorten kunnen het beste gezien worden als een vertrekpunt voor verschillende soorten recreatie binnen een bepaald natuurgebied.” aanliggende bos. Het dichte onderste blok heeft ook nog twee vlakken ingevuld gekregen met kopse stammetjes die moeten doen denken aan gekapte en opgestapelde bomen langs een bospad. Het gebruik van dit materiaal moet de toren in zijn omgeving doen passen. De enorm strakke geometrie en het stalen skelet waaraan deze houten stammen bevestigd zijn, zorgen er echter voor dat de toren wel degelijk afsteekt tegen het bos en nooit echt in harmonie is met zijn omgeving. Zeker de kops houten geveldelen komen een beetje geforceerd over. Dezelfde 233
geometrie en opbouw wekken wel een nieuwsgierigheid op en de zoektocht naar de ingang is onvermijdelijk. Zodra de ingang gevonden is en men de toren instapt, start de ervaring van de ruimte. Het schemerige licht en de geur van bevroren bos maken de ruimte opvallend aangenaam. Wanneer een blik naar boven wordt geworpen, kan het indrukwekkende zicht worden ervaren van het zonlicht dat door de spleetjes tussen de halve boomstammen de ruimte in schijnt. Deze eerste indruk van de binnenkant van de toren heeft al meer relatie met de omgeving dan de gehele buitenkant. De geur en het licht, het doet allemaal denken aan het bos. Zelfs de volledig in staal opgetrokken steektrap doet hier geen afbreuk aan. Deze trap leidt de weg naar boven langs de eerder genoemde zes blokken. Zodra de eerste twee trappen beklommen zijn is er toegang tot een eerste uitkijk platform. Het uitzicht is nog niet indrukwekkend, maar het doel van de verschillende richtingen van de blokken wordt wel duidelijk. De nieuwsgierigheid wordt in ieder 234
geval voldoende geprikkeld, want de beklimming gaat snel verder naar het volgende platform. Dit platform is eigenlijk niet toegankelijk zonder begeleiding maar de nieuwsgierigheid wint en een voorzichtige blik maakt duidelijk dat de beklimming naar boven de moeite waard zal zijn. Omdat het
“Het schemerige licht en de geur van bevroren bos maken de ruimte opvallend aangenaam.”
blikveld wordt gehinderd door het bos, is duidelijk dat het antwoord op de vraag wat er te zien is boven de bomen, pas boven in de toren ligt. De weg naar dit bovenste platform leidt nog langs twee blokken die elk weer in een andere
richting uitzicht bieden. Eenmaal boven gekomen op het hoogste platform, op een hoogte van ongeveer 22 meter, wordt de beklimming beloond met een uitzicht dat reikt van de kerncentrale in Mol België aan de ene zijde, tot aan Westpoint in Tilburg aan de andere zijde. De nieuwe brandtoren in Reusel heeft eigenlijk twee karakters. De eerste wordt gevormd door de buitenkant die met zijn strakke geometrie een opvallende verschijning in het bos vormt. Ondanks dat het een prettig en interessant ontwerp is om naar te kijken past het helaas niet zo goed in de omgeving als waarschijnlijk de bedoeling was. Het tweede karakter wordt gevormd door de binnenkant. Deze is door de wisselende uitzichten en de verschillende prikkelingen van de zintuigen nog spannender en interessanter. Het ontwerp, dat wellicht niet zo goed in de omgeving past als de bedoeling was, wekt evenals het interieur meer dan voldoende nieuwsgierigheid om het uiteindelijke doel van de toren te ervaren: het uitzicht. 235
1
4
3
2
1. 2. 3. 4. 5.
5
IN, ONDER, NAAST EN BOVEN DE WEG NAAR BOVEN OVERZICHT NIEUWE BRANDTOREN GEVELDE STAMMEN ALS GEVELBEKLEDING TYPISCHE AANSLUITING CONSTRUCTIE GEVEL
236
237
238
239
240
241
kepser uitkijktoren overloon
Architect Opdrachtgever Oorspronkelijke functie Bouwjaar Laatste Bouwkundige aanpassing Constructie materiaal Gevel materiaal Bouwkosten Uitzichttypologie Uitzicht Toegankelijkheid algemeen Rolstoeltoegankelijk Toegevoegde functies (rondom de toren) Hoogte uitkijkplatform t.o.v. NAP (m) Hoogte uitkijkplatform t.o.v. maaiveld (m) Totale hoogte t.o.v. maaiveld (m) Aantal traptreden Totale oppervlakte platform(s) (m2) Totale oppervlakte maaiveldniveau (m2) Max diameter (m) Min diameter (m)
242
M. Zwaagstra Korps Luchtwachtdienst J. Meulenbroeks Beton Beton 25 13 Gemeente Boxmeer Uitkijktoren 2009 2009 Cortenstaal Cortenstaal Onbekend 360° Panorama, enkel platform Bos en duinen Gehele jaar, maar gesloten bij vorst Nee Picknick plaats 49 25 26,4 126 21 8 6,2 3,2
Luchtwachttoren
1953
1992
Panorama
IJsselmeer en bos
243
25 M TOV MAAIVELD
244
245
246
247
de ontzichtbare toren
“Bevordert toerisme en recreatie” “Gaat mooi op in de omgeving” “Is snel en tegen lage kosten te realiseren” “Heeft een brandveilige, hufterproof constructie”1
één van fietspaden staat. Er staan geen borden in het bos en de toren staat ook nergens aangegeven. Verdwalen is dan ook goed mogelijk. Voetpaden en fietspaden kruizen elkaar dus is het uitkijken dat je geen rondjes loopt.
Dit zijn de speerpunten die Kepser pro-metaal (de ontwerper, producent en opbouwer van de toren) in hun promotiefolder hebben staan over de Kepser uitkijktoren: een commercieel product.
Het is wel verwonderlijk dat het reclame object van Kepser zo verstopt staat en nergens aangegeven wordt. Je zal verwachten dat Kepser wil dat veel mensen de toren bezoeken, zodat deze meer bekendheid krijgt en ze hierdoor meer van deze , maar ook andere staalproducten, kunnen verkopen,. Misschien zal dit nog wel gebeuren als de ontwikkeling van recreatieve routes door het Overloonse bos afgerond is.
De uitkijktoren is gebouwd in juni 2009 en staat in de bossen van Overloon vlakbij een nieuw fietspad tussen het oorlogs- en verzetsmuseum Liberty park en recreatieplas het Schaartven. De toren staat er nog niet zo lang en dat is wel te merken. In Overloon weten nog maar weinig mensen van het bestaan van de toren af. De weg naar de toren vragen heeft dan ook weinig zin bij de lokale mensen; niemand weet precies hoe je er moet komen. Er zit dus weinig anders op dan het pad het bos in te volgen, lopend of met de fiets, want het is wel zeker dat de toren langs 248
De toren zelf staat aan de rand van een open heide plek in het bos. Er komen drie paden op uit. Eén wandelpad en één fietspad die twee kanten op te benaderen is. De open plek is ingericht als een rustplaats voor de fietsers en wandelaars. Er staan verschillende picknicktafels om even uit te rusten.
toren ineens op tussen de bomen door. Zoals Rob Setz in een interview met Omroep Brabant toelicht2 is de toren gemaakt van cortenstaal. Er is bewust voor dit materiaal gekozen, omdat het staal is dat verroest en dus bruin wordt. Hiermee gaat de toren op in de omgeving. Het voordeel van cortenstaal is dat het een sterk materiaal is en veilig is voor branden. “Een houten toren brandt altijd. Staal brand niet.” Om de toren in zijn geheel te kunnen zien bij benadering van de toren vanuit het zuidwesten moet je eerst even
“Een houten toren brandt altijd. Staal brandt niet.”
Na lang dwalen in het bos doemt de 249
de bocht van het fietspad om. Omdat de toren dezelfde kleur heeft als de boomstammen in het naaldbos, valt deze niet gelijk op. Waarschijnlijk is de toren in de zomer nog lastiger te zien door de begroeiing. Wanneer de toren vanaf de andere kant benaderd wordt is de toren waarschijnlijk sneller te zien, omdat dit pad langs de lengte van de open plek loopt; recht op de toren af. Vanaf het wandelpad komt de toren pas in zicht als je er vlak onder staat. In dat opzicht gaat de toren dus goed op in zijn omgeving. Het materiaal is alleen niet echt natuurlijk. Het staal is hard en koud; alleen de kleur past goed bij de kleuren van de natuur. De toren spreekt zichzelf ook tegen in zijn hoogte. Hij steekt ver boven de boomtoppen uit en is dus een stuk hoger dan zijn omgeving. Vanuit dat oogpunt zou je kunnen stellen dat de toren niet opgaat in zijn omgeving. Gelukkig voor de ontwerper wordt de toren nooit beleefd vanuit de boomtoppen en lijkt het vanaf de grond dat de toren wel degelijk in de natuur past: De toren is net een boom met een 250
stam en het platform als kroon. De toren zelf staat met de entree langs het fietspad. Je moet wel geluk hebben dat de toren open is. Soms, bijvoorbeeld met vorst en in de nacht, is de toren gesloten om veiligheidsredenen. Wanneer je onder aan de toren staat is
“De toren spreekt zichzelf tegen in zijn hoogte.”
een hele hoge cortenstalen cilinder te zien met bovenaan een uitkijkplatform. Een hele lange klim is te verwachten. Bij binnenkomst is er alleen maar trap te zien: Een lange spiltrap die om de kern van de toren draait. Na een tijdje
wordt je duizelig van het ronddraaien. De enige manier om je nog enigszins te kunnen oriënteren zijn de kleine ronde openingen in de wanden. Hierdoor valt iedere keer een glimp op te vangen van het uitzicht wat je te wachten staat. Helaas is het soms moeilijk om door deze openingen te kijken. De ramen verschillen namelijk in hoogte. De ene keer moeten je haast door je knieën zakken; de andere keer moet je op je tenen staan om iets te kunnen zien. Sommige ramen zijn onbereikbaar voor de gemiddelde mens. Voor de kleine mens, en dus vooral kinderen, zijn de meeste ramen onbereikbaar. Iets dat gelijk opvalt bij de klim van de eentonige trap is het geluid dat de klim met zich meebrengt. Omdat de gehele toren uit staalplaten bestaat is het contact geluid van onze voeten goed te horen in de hele toren. Het is ook goed te zien hoe de toren gemaakt is. Hij bestaat uit 18 segmenten die op elkaar zijn gestapeld: negen keer twee segmenten die iedere keer 2/14e ten opzichte van elkaar verdraaid zijn met de richting van de klok mee. 251
PRODUCTIE VAN DE TOREN De trapleuning houdt bij elk nieuw segment steeds een stukje op. De segmenten zijn in de fabriek gemaakt in ongeveer drie weken. Het ter plaatste op elkaar zetten gebeurde in één dag. Door deze snelle montage is het de bedoeling dat andere gemeenten ook zwichten voor deze cortenstalen uitkijktoren. De gemeente Boxmeer heeft als eerste deze opdracht gegeven voor de toren om toeristen naar het gebied te trekken. Deze opdacht is terecht gekomen bij de firma Kepser Pro-metaal. Zij zagen dit als een mooie kans in de moeilijke financiële tijd. Zij
“Opeens is een soort gedonder te horen in de toren.”
252
hopen erop dat de toren door meerdere gemeente gebouwd gaat worden. Dat stelt natuurlijk eisen aan de toren. Zo moet hij gemakkelijk te bouwen zijn, snel te maken zijn, en bovenal zo goedkoop mogelijk. Met stalen platen is er weinig materiaal nodig, waardoor de materiaalkosten laag blijven. De segmenten worden in de fabriek gemaakt, allen hetzelfde, dus met lage productiekosten. Deze segmenten kunnen gemakkelijk vervoerd worden, wat ze passen met een diameter van 3200 mm goed op een vrachtwagen. De kosten voor vervoer worden zo beperkt. De huur van een kraan is minimaal, omdat deze maar één dag nodig is. Al met al dus een goed reclameproduct voor Kepser. Dan nu, waar het allemaal om draait: het uitzicht op 25 meter hoogte. Het voelt als een bevrijding om uit de benauwde toren te komen. Gelijk is de wind voelbaar. Niet alleen in ons gezicht, maar ook omdat de toren zachtjes meebeweegt op de wind. Het uitzicht is niet echt spectaculair meer nadat het meeste al gezien is 253
door de gaten in de torenwand. Door hoog boven de boomtoppen uit te komen voel je je groot. Je kijkt over de bossen van Overloon. Het Schaartven zal te zien moeten zijn. Voor een deel kan er ook richting Limburg gekeken worden naar het Loobeekdal. En achteraf blijkt ook met een beetje geluk Duitsland te zien te zijn als je heel ver kijkt met een verrekijker. Helaas wordt niet aangegeven welke dorpen er te zien zijn. Wat wij zagen waren eigenlijk alleen boomtoppen met af en toe een huisje, een kerktoren, een elektriciteitsmast en een fabriek. Opeens is een soort gedonder te horen in de toren. Het lijkt op onweer, maar het blijkt iemand te zijn die de toren beklimt. Deze iemand blijkt een jonge man te zijn die zijn wekelijkse ronde hardloopt. Hij gebruikt de toren als onderdeel van zijn ronde: een goede oefening met een toren die bestaat uit wel 126 traptreden. Eenmaal weer beneden blijf je met het gevoel achter dat de klim een grotere beleving is geweest dat het 254
uitzicht. Beneden ontdekken we ook dat de toren eigenlijk heel logisch in elkaar zit. Dit komt natuurlijk omdat de toren nooit door een ontwerper is gemaakt. Als bouwkundige is het te zien dat het ontwerp van de toren voornamelijk ontstaan is uit de regels van het bouwbesluit: De breedte van de trappen, de hoogte van de vrije ruimte tussen de trappen en de bordessen. De segmenten die op elkaar zijn gestapeld bestaan uit 14-hoeken. Dit laat de toren van veraf rond lijken. In elk segment zitten dezelfde ramen en hetzelfde aantal traptreden, alleen zijn de segmenten ten opzichte van elkaar verdraaid en zijn er in ieder tweede segment twee treden vervallen voor een bordes. In de toren is de logica niet zo zeer te merken en lijken de ramen willekeurig te zijn geplaatst. Door een toren te bouwen met alleen regels is per ongeluk toch een toren ontstaan met een grote belevingswaarde.
ELKE VERHOEVEN IVETTE WENNEKES
255
1
2 6
4
1. TOREN ZOALS ZICHTBAAR VANUIT HET WANDELPAD
2. TOREN ZOALS ZICHTBAAR VANAF HET FIETSPAD
3 256
5
3. UITZICHT DOOR EEN RAAMOPENING IN DE WAND 4. DE INGANG VAN DE TOREN 5. BINNENZIJDE VAN DE TOREN 6. TOP VAN DE TOREN
257
258
259
260
261
de kaap doorn
Architect Opdrachtgever Oorspronkelijke functie Bouwjaar Laatste Bouwkundige aanpassing Constructie materiaal Gevel materiaal Bouwkosten Uitzichttypologie Uitzicht Toegankelijkheid algemeen Rolstoeltoegankelijk Toegevoegde functies (rondom de toren) Hoogte uitkijkplatform t.o.v. NAP (m) Hoogte uitkijkplatform t.o.v. maaiveld (m) Totale hoogte t.o.v. maaiveld (m) Aantal traptreden Totale oppervlakte platform(s) (m2) Totale oppervlakte maaiveldniveau (m2) Max diameter (m) Min diameter (m)
262
M. Zwaagstra Korps Luchtwachtdienst T. De Beton Haan 25 Beton 13 Vereniging Natuurmonumenten Uitkijktoren 2006 2006 Staal Hout € 260.000 360° Panorama, enkel platform Kaapse bossen Gehele jaar Nee Geen 79 25,6 29 128 28,7 17,9 10 6,4
Luchtwachttoren
1953
1992
Panorama
IJsselmeer en bos
263
12,7 M TOV MAAIVELD
264
265
DAMBORDSTRUCTUUR GEVEL
266
267
de kolos van doorn
Doorn. Op de Utrechtse Heuvelrug nabij Doorn is op 16 juni 2006 een nieuwe uitkijktoren geopend: De Kaap. Op de plek waar de nieuwe toren is gebouwd hebben door de tijd heen verschillende exemplaren gestaan. Al in 1900 stond er een 9 meter hoge houten toren. Deze maakte in 1910 plaats voor de IJzeren Kaap die in 1953 werd gesloopt. In 1991 bouwde Natuurmonumenten de voorloper van de huidige Kaap. Deze werd echter in 2004 gesloten omdat de houten constructie was gaan rotten. De Kaapse Bossen, waarin de Kaap staat, maakt deel uit van de Utrechtse Heuvelrug. Bezoekers van dit licht heuvelachtige natuurgebied kunnen de auto aan de rand van het bos parkeren. Vanaf daar kan men de bossen induiken en begint de klim over de wandelpaden naar de Kaap. Na een kleine 10 minuten tekent het donkere silhouet van de toren zich af tegen de lichte hemel. Een hoge massieve doos met bovenaan een uitbouw maakt een imposante indruk. Als je geluk hebt staat er iemand boven om zich heen te turen wat een goed gevoel geeft 268
van de schaal van het 30 meter hoge bouwwerk. De nieuwe Kaap torent hoog boven het omliggende groen uit en is een stuk groter dan zijn voorganger. Sinds de bouw van de vorige toren zijn namelijk de omliggende bossen aanzienlijk gegroeid. Door het grote platform kunnen er nu tevens meer bezoekers tegelijkertijd genieten van het uizicht.
“Ik was thuis aan het schilderen en wist ineens hoe hij eruit moest zien”
Wanneer de wandelaar dichterbij komt, wordt steeds duidelijker hoe de toren in elkaar steekt. Als bouwkundig medewerker bij Stichting Natuurmonumenten ’s-Graveland heeft Tony de Haan het ontwerp voor deze toren
gemaakt. Samen met drie collega’s is hij verantwoordelijk voor onder andere de restauratie en het onderhoud van de ongeveer 1600 gebouwen die Natuurmonumenten beheert. Hieronder vallen bijvoorbeeld forten, molens, kassen, boerderijen en kastelen. De Haan over het ontwerp: “Ik was thuis aan het schilderen en wist ineens hoe hij eruit moest zien. Eigenlijk heel simpel: gewoon een trappenhuis met hogerop een plateau er tegenaan waarop je rondom kunt lopen. Het zou uit containerachtige stalen frames moeten bestaan die je op elkaar stapelt en aan de buitenkant voorziet van houten panelen. Op deze manier kan je rank bouwen. Het interessante van dit ontwerp is dat je de toren in een jong bos later gewoon kunt verhogen door er enkele elementen op te plaatsen, zodat hij meegroeit met de bomen.” De opdracht voor het bouwen van een nieuwe Kaap komt voort uit de filosofie van recreatieve zonering die Natuurmonumenten toepast. Om te voorkomen dat bezoekers gaan rondzwerven over de terreinen, wordt 269
door hen gezorgd voor voorzieningen zoals wandelpaden, restaurants, bankjes en dus ook een uitkijktoren. Op deze manier houdt men de stroom mensen onder controle en wordt de natuur elders met rust gelaten. De gevelbekleding is hetzelfde als dat van een eerder ontwerp voor een uitkijktoren in Fochteloërveen. De houten panelen bestaan uit latten die 1 centimeter uit elkaar op een vierkant frame zijn bevestigd. De Haan: “Mijn vader was vroeger aannemer en liet steigerplanken op latjes drogen om rotten te voorkomen. Vanuit dat principe heb ik ook die panelen ontworpen, zodat ze kunnen winddrogen en buitengeluiden de toren kunnen doordringen.” De panelen (80 x 80cm) zijn een kwartslag van elkaar gedraaid waardoor een spannende dambordstructuur is ontstaan. Het hout is langzaam vergrijsd, en gaat daardoor steeds meer op in de natuurlijke omgeving. Volledig opgaan zal door de enorme omvang van het bouwwerk altijd een utopie blijven. De panelen zijn van binnenuit eenvoudig te verwisselen 270
indien dat nodig is vanwege vernieling of graffitivervuiling. Hiervoor zijn er enkele stuks voorradig die men mee laat vergrijzen. Met het gebruik van de houten panelen spreekt Tony de Haan zichzelf behoorlijk tegen. “Ik zweer bij cor-ten staal,” bepleitte De Haan in een interview met de Telegraaf. “Hout heeft nadelen. Het vergt onderhoud en je steekt het makkelijk in de fik. Dit type staal neemt heel snel een roestbruine kleur aan en past daardoor prima in het landschap.” Dat hij voor dit ontwerp toch hout als gevelmateriaal heeft toegepast zal naar verwachting niet enkel kostentechnische redenen hebben. Het voegt namelijk ook veel toe aan de beleving van de torenklim, zoals nog duidelijk zal worden. Onderaan bij de niet te missen toren aangekomen staat met grote stalen letters te lezen dat het inderdaad “De Kaap” betreft. Daar er geen tafels te zien zijn en er slechts één klein bankje onderaan de voet staat, wordt men gestimuleerd meteen te beginnen aan
de klim omhoog. 128 treden brengen de naar het uizicht nieuwsgierige bezoeker op het plateau dat zich op 25 meter hoogte bevindt. Onderweg zijn er telkens bordessen en tevens zijn er her en der ronde gaten gemaakt in
“Met het gebruik van de houten panelen spreekt Tony de Haan zichzelf behoorlijk tegen.”
de panelen, waarmee er doorkijkjes ontstaan. Door de willekeur hiervan bevinden deze zich op de meest onlogische hoogtes. 3 à 4 bevinden zich echter op ooghoogte en vanaf daar krijgt men al een voorproefje van wat er boven te zien is. De echt nieuwsgierige bezoeker kan uiteraard overal naar buiten gluren door de spleten die de 271
panelen bevatten. Deze zorgen tevens voor voldoende lichtinval binnen en maken de, op het eerste oog, gesloten toren een stuk opener. De geluiden van vogels die te horen zijn en het groen van de bladeren dat door de spleten binnen te zien is, zorgt voor een prettige relatie met buiten gedurende de tocht omhoog. Tijdens de klim valt verder nog één ding heel sterk op: het stalen frame. De liggers, kolommen en windverbanden lijken in eerste instantie enorm overgedimensioneerd. De overweldigende constructie zorgt, samen met de 6 meter vrije hoogte tussen de trappen en bordessen, ervoor dat men zich heel klein voelt worden bij het doorlopen van het trappenhuis. De toren wordt echter wel op deze manier enorm stijf, waardoor hij niet door de wind of bezoekers hinderlijk gaat bewegen. Mede hierdoor is deze toren ook geschikt voor mensen met hoogtevrees. De relatief gesloten gevelbekleding zorgt voor een prettige klim en de constructie voor een onbeweeglijk platform. 272
De beklimming van de 8 trappen eindigt op het plateau dat om de houten doos heen is gevouwen zodat elke richting goed bezichtigd kan worden. Vanuit daar kan men echt over de toppen van
“De nieuwsgierige bezoeker kan tijdens de klim overal naar buiten gluren”
de bomen heen kijken. Overal rondom zijn er bomen. De verschillende boomhoogtes en de heuvels waarop ze staan zorgen samen voor een uitgestrekt glooiend bladerdek zover het oog reikt. De hoogte is prima, maar dat is ook geen toeval. Voordat er een schetsontwerp is gemaakt, was men met een brandweerladder op een hoogte van 25 meter gaan kijken. Dat bleek de geschikte hoogte. Enkel
richting Leersum en Amerongen keek men nog tegen een kronendak. Om daaroverheen te kijken zou men hoger dan dertig meter moeten gaan, maar dan zou weer het contact met de directe omgeving worden verloren. Hier is gelukkig dan ook niet voor gekozen; nu is er een prettige mix van overzicht en verbondenheid. Rondom de statige toren, die op het hoogste punt van de Kaapse Bossen staat, staan vooral beuken, eiken en grove dennen. Vanaf de top is geen enkele lege plek te zien omdat het vele larikshout dat voor de gevelbekleding is gebruikt door middel van verdunning uit de directe omgeving is gekapt. Vanaf het platform kan men de Dom van Utrecht, de kerktorens van Amersfoort en de piramide van Austerlitz zien. Op een grauwe dag is het zicht echter beperkt tot enkele kerktorens van nabijgelegen dorpjes. Op de reling zijn bordjes bevestigd waarop aangegeven is wat er in een bepaalde richting te zien is. Dit geeft houvast om niet eindeloos alle kanten op te turen. 273
ONDERAAN DE KAAP
Men kan ver weg kijken en de bomen eens vanaf een ander gezichtspunt zien, maar dit uitzicht vanaf de Kaap over de Utrechtse Heuvelrug zal niet iedereen even lang kunnen bekoren. De ene bezoeker zal rustig met zijn handen op de reling ruim 20 minuten in het oneindige kunnen te turen en genieten van de rust. Terwijl enthousiaste kinderen die razendsnel omhoog zijn geklommen, hooguit 30 seconden rondrennen op het platform en dan alweer hun moeder meesleuren naar beneden. Beneden aangekomen kan na de korte onderbreking met een laatste blik over de schouder naar de prominent aanwezige toren de wandeling worden vervolgd. Zo is het uitzicht niet bijzonder spannend, maar is De Kaap wel zo geworden waar Tony de Haan altijd naar streeft: “Een balans tussen duurzaamheid, schoonheid en bruikbaarheid.”
274
JUSTIN VAN DER EERDEN TIM VAN DEN HEUVEL 275
1
3
1. 2. 3. 4.
4
RELING PLATFORM DE PANELEN STALEN CONSTRUCTIE DE KAAP
2 276
277
5
7
6
278
5. 6. 7. 8.
DETAIL BEVESTIGING BOVENAAN BUITEN BOVENAAN BINNEN DE OUDE KAAP
8
279
GLUREN DOOR DE SPLEET
280
281
TEKENINGEN VOORLOPIG ONTWERP 282
283
284
285
286
287
landmarke lausitzer seenland kleinkoschen
Architect Opdrachtgever Oorspronkelijke functie Bouwjaar Laatste Bouwkundige aanpassing Constructie materiaal Gevel materiaal Bouwkosten Uitzichttypologie Uitzicht Toegankelijkheid algemeen Rolstoeltoegankelijk Toegevoegde functies (rondom de toren) Hoogte uitkijkplatform t.o.v. NAP (m) Hoogte uitkijkplatform t.o.v. maaiveld (m) Totale hoogte t.o.v. maaiveld (m) Aantal traptreden Totale oppervlakte platform(s) (m2) Totale oppervlakte maaiveldniveau (m2) Max diameter (m) Min diameter (m)
288
M. Zwaagstra Korps Luchtwachtdienst StefanBeton Giers,25Susanne Beton 13 Gabriel Stadt Senftenberg en IBA Uitkijktoren en orientatiepunt 2008 2008 Cortenstaal Cortenstaal € 1.000.000 Combinatie Panorama en gericht Meren Gehele jaar Nee Geen Onbekend 30 31 162 40 11,5 15 15
Luchtwachttoren
1953
1992
Panorama
IJsselmeer en bos
289
290
291
de roestige spijker
De ‘landmark’ in natuurgebied Lausitzer Seenland is gebouwd in 2008 in het kader van het International Building Exhibition Fürst-Pückler land. Het ontwerp is de winnaar van de internationale architectuurwedstrijd in opdracht van de IBA en de stad Senftenberg. De ‘landmark’ staat symbool voor de transformatie van mijnstreek naar een merenlandschap en als zichtbaar teken voor de ontwikkeling van bevaarbare kanalen. Het is een bouwkundige en toeristische ‘mijlpaal’ voor het IBA-Projekt “Wasserlandschaft Sedlitzer See”. Een veelvoudig net van land- en waterwegen zal het Lausitzer Seenlandschap in de toekomst voor bezoekers en bewoners aantrekkelijk maken. Hier is de toren onderdeel van. De toren is niet te bereiken met de auto. Deze moet geparkeerd worden in het dichtstbijzijnde dorpje genaamd Kleinkoschen. Vanaf daar is het een paar kilometer lopen of fietsen naar de toren. De toren zal de gehele tocht te zien zijn, omdat hij met zijn 30 meter hoog boven alles uit stijgt. De toren zelf staat op een open plaats, een soort 292
‘strand’ aan de omliggende meren. Deze directe omgeving van de toren is misschien het beste te omschrijven als een savanne of duinlandschap. Het is een kale zandvlakte met af en toe een struikje. Het plan is om de meren die eromheen liggen te verbinden met een kanaal, waardoor de toren aan het water komt te staan. In de vrije ruimte komt de toren over als een over-gedimensioneerde sculptuur. De grote vlakken staal en de compositie van trappen dragen bij aan het beeld van de sculptuur. De toren werkt hiermee als een oriëntatiepunt. De toren heeft als bijnaam ‘de roestige spijker’, vanwege het materiaalgebruik. Het cortenstaal heeft door weersinvloeden al snel een roodbruine kleur gekregen. Omhoogkijkend wanneer je onder aan de toren staat is deze niet goed te begrijpen. De trappen lopen door en over elkaar heen. Het is niet goed te zien waar de trappen op uitkomen. Dit levert misschien verwarring ook, maar misschien ook wel nieuwsgierigheid naar wat er boven te zien is. Als de toren beklommen wordt, is er veel geluid te horen van de medeklimmers,
omdat de toren in zijn geheel uit cortenstalen platen bestaat. Dit materiaal refereert naar de machines, de giganten van techniek, die gebruikt werden bij de opgravingen van de kolenlagen waardoor het landschap is geworden zoals het nu is. In de toren is wel 111 ton cortenstaal verwerkt en de toren is in 70 dagen gebouwd. De fundering bestaat uit 75 kubieke meter beton en 8 ton wapeningsstaal. EEN VAN DE MACHINES DE GEBRUIKT ZIJN OM HET LANDSCHAP TE MAKEN ZOALS HET NU IS.
293
De dichte wand aan de achterkant is hol en zal veel contactgeluid met zich meenemen. Het zou een hele beleving kunnen zijn om de trappen te beklimmen. Na elke trap is er een bordes om van het uitzicht te genieten. Zo is goed te zien dat je elke keer een stukje hoger komt. Elke klim laat je de opbouw van de toren beter begrijpen. In totaal zijn er negen bordessen en een uitkijkplatform. Met de dichte wand zal nieuwsgierigheid naar de andere zijde van de toren opgewekt kunnen worden.
“Na 162 treden wordt de nieuwsgierigheid beantwoord.”
Na 162 traptreden kom je eindelijk boven en wordt de nieuwsgierigheid, naar wat er achter de dichte wand te zien zal zijn, beantwoord. Bovenaan is namelijk een platform waarop 360 graden panoramisch uitgekeken kan worden over het Lausitzer Seenland landschap dat ontstaan is uit de voormalige mijnenstreek. In de reling zijn letters gelaserd zodat de bezoekers weten waar ze naar kijken. De klim zal dus niet voor niets zijn geweest. Op het uitkijkplatform zijn de trappen niet meer te zien en wordt de aandacht alleen op het uitzicht gevestigd. Het uitzicht bestaat vooral uit grote meren en het omliggende natuurgebied. Dit natuurgebied is tegelijkertijd ook recreatiegebied. In de zomer zouden er dus ook veel mensen zijn om op uit te kijken. De wind zou onaangenaam kunnen zijn bovenop de toren. De wind heeft daar namelijk vrij spel over de kale omgeving. Eenmaal beneden zal de spanning van de toren verdwenen zijn. Met de klim ben je er namelijk achter gekomen hoe
294
de toren in elkaar zit en wat er te zien is achter de dichte wand. Het enige wat er nu nog op zit is het hele natuurgebied ontdekken. Het tweede bezoek zou minder spectaculair zijn als de eerste keer, maar waarschijnlijk ontdek je wel weer nieuwe dingen die de eerste keer niet opgevallen waren.
ELKE VERHOEVEN IVETTE WENNEKES 295
1
296
2
297
3
4
5
6
8
1. HET LANDMARK MET OMLIGGENDE OMGEVING 2. HET LANDMARKE IN DIRECTE OMGEVING 3. TOENADERING VAN DE TOREN 4. VANAF EEN VAN DE BOVENSTE TRAPPEN NAAR BENEDEN GEZIEN
7 298
9
5. UITZICHT GELASERD IN DE RELING 6. DOOLHOF VAN TRAPPEN 7. DE ACHTERZIJDE VAN DE TOREN 8. BOVENSTE PLATFORM 9. DE EERSTE TRAP
299
300
301
302
303
pyramide van austerlitz woudenberg
Architect Opdrachtgever Oorspronkelijke functie Bouwjaar Laatste Bouwkundige aanpassing Constructie materiaal Gevel materiaal Bouwkosten Uitzichttypologie Uitzicht Toegankelijkheid algemeen Rolstoeltoegankelijk Toegevoegde functies (rondom de toren) Hoogte uitkijkplatform t.o.v. NAP (m) Hoogte uitkijkplatform t.o.v. maaiveld (m) Totale hoogte t.o.v. maaiveld (m) Aantal traptreden Totale oppervlakte platform(s) (m2) Totale oppervlakte maaiveldniveau (m2) Max diameter (m) Min diameter (m)
304
M. Zwaagstra Korps Luchtwachtdienst Luchtwachttoren Generaal Marmont/ Onbekend Beton Beton 25 13 Generaal Marmont/ Burgemeester Woudenberg Monument 1804 2009 Grasplaggen/ Baksteen Grasplaggen/ Baksteen Onbekend/ laatste renovatie €1.500.000 360° Panorama, enkel platform Bos en heide In de lente en zomer vrij toegankelijk Nee Speeltuin, lunapark en horeca 60/ 71 22/ 33 36 78 35,8 2376 67,9 3
1953
1992
Panorama
IJsselmeer en bos
305
23,7 M TOV MAAIVELD
306
307
308
309
monument uit de franse tijd
Het is 1804 en Nederland, toen nog de bataafse Republiek, wordt door de Franse troepen bezet. Generaal Auguste de Marmont krijgt, in verband met een dreigende invasie uit Engeland, de opdracht om een leger van 18.000 Franse en Bataafse soldaten te formeren in het open heidegebied bij Zeist. In dertig dagen wordt er door deze manschappen als tijdverdrijf en ter ere van de generaal zelf, een monument gebouwd. Marmont kiest, geïnspireerd tijdens de veldslagen in Egypte samen met Napoleon, voor een aarden heuvel in de vorm van een piramide met als hoogtepunt een houten obelisk. De Marmontberg is overigens al snel opgedragen aan Napoleon en in 1806 vernoemd naar de slag in Austerlitz (Tsjechië), waar de broer van de keizer een belangrijke overwinning behaalde. In de jaren daarna is het monument totaal vervallen, de obelisk is volledig weggerot en de Pyramide is een vormenloze heuvel geworden. Ook is de heide in de loop der tijd vervangen door een dicht bebost gebied. Toch is er in 1894 door de burgemeester 310
van Woudenberg daadwerkelijk een functie aan dit monument toegekend. Aangezien dit een van de hoogste punten van de Utrechtse heuvelrug is wordt er voor gekozen een brandwachttoren te plaatsen op de heuvel. Deze toren wordt, geïnspireerd door het houten bouwwerk van weleer, ook in de vorm van een obelisk gebouwd. In 2004 is men begonnen aan een grootschalige renovatie, waarbij de getrapte Pyramide zichtbaar gemaakt is. Waarschijnlijk tot verbazing van vele bezoekers, die de stenen obelisk altijd hebben aangezien voor de Pyramide zelf. Na een mislukte renovatiepoging was duidelijk dat een eenmalige renovatie niet afdoende is. Aangezien dit monument voor een groot deel uit natuurlijke materialen bestaat is er uiteindelijk besloten dat de Pyramide een levend monument is. Dit betekent dat het onderhevig zal zijn aan een continue renovatie. Nu bij aankomst op de parkeerplaats lijkt deze plek op het eerste gezicht slechts een speeltuin te zijn, gepromoot als “een dagje uit voor het hele gezin’’. De weg naar de Pyramide is niet
“vele bezoekers hebben de stenen obelisk altijd aangezien voor de Pyramide”
direct zichtbaar en wordt zelfs niet aangegeven. Er is echter slechts één zandpad verder het bos in. Lopend over dit pad, door het dichte bos, wordt een zeer groot donker silhouet steeds beter zichtbaar. Vlakbij het einde van het zandpad zijn de contouren van een piramide duidelijk te onderscheiden. Dan plotseling aanbeland in een enorme cirkelvormige open ruimte, staat de piramide parmantig in het midden op het zand. Het pad loopt als een frontale toenadering richting naar het bouwwerk, de zijde waar de trap zich bevindt. 311
De Pyramide wordt beschermd door een droge gracht en dichte doornenkraag in de vorm van een cirkel van 45 meter doorsnee. De kiosk, een reconstructie uit 1910, markeert de opening in de 1.5m hoge doornenkraag. Daar moet € 2,50 betaald worden voor een kaartje, waarna de gracht overgestoken kan worden. De entree van de binnencirkel is exact op de diagonaal van de Pyramide geplaatst, dit zorgt voor een benadering waarbij het bouwwerk optimaal wordt ervaren. De weg naar boven bestaat uit het beklimmen van een enkele trap die direct leidt naar het uitkijkplatform. Deze trap heeft aan de zijkant twee leuningen boven elkaar, voor kinderen en volwassenen. In het midden zorgt de leuning voor scheiding van omhoog en omlaag bewegende bezoekers. Tijdens het beklimmen van de trap gaat de blik automatisch omhoog, naar de brandwachttoren. Dan valt pas op dat de toren behoorlijk scheef staat. Hoe de fundering van de toren, midden in de Pyramide, er uit ziet is niet duidelijk. Maar deze voldoet zeker niet meer . 312
Vanaf het platform is over de meeste bomentoppen heen te kijken en dit zorgt voor een weids uitzicht. Echter veel meer dan bomen is er niet te zien. De stad Amersfoort is herkenbaar en aan de horizon zijn er moderne windmolens
“slechts één persoon kan naar boven over een smalle oude krakende houten trap”
te onderscheiden. Aan de rand van het platform zijn informatiepanelen bevestigd, hier is aangegeven wat er te zien is. Maar het geeft vooral ook veel aan wat niet zichtbaar is, zoals bijvoorbeeld het IJsselmeer. Interessante toevoegingen aan deze panelen zijn oude tekeningen van de
Pyramide, kaarten van het kamp rond 1804 en algemene informatie over de Franse tijd. Het beklimmen van de obelisk is alleen op afspraak mogelijk. Slechts één persoon kan naar boven over een smalle oude krakende houten trap. Onderweg zijn er gelukkig kijkgaten, deze zijn zeer welkom door het daglicht en de frisse lucht. Boven gekomen, bijna het hoofd stotend tegen een luik, is er een groots uitzicht over de omgeving. Al snel wordt je afgeleid door de honderden vliegen en het vogelpoep wat werkelijk overal ligt. Maar vooral door een ekster die van binnen uit continu tegen het glas aanvliegt en niet weg kan komen. Na de redding van de vogel, door het openen van het oude krakende raam, is meteen duidelijk waar de vogelpoep vandaan komt. De meeste kijkgaten waren afgedekt met gaas, maar helaas zijn enkele open en zorgen voor een zekere dood van diverse vogels. Nu de rust is wedergekeerd kan het uitzicht worden geconsumeerd.
313
“hoe verschillend de twee objecten en materialen ook zijn, ze worden toch als één object waargenomen”
De eerste impuls is om naar de horizon te kijken, immers ver kijken is de belangrijkste reden om een uitkijktoren te beklimmen. Dan is goed zichtbaar dat de horizon niet horizontaal is. Pas later dringt het door dat niet de horizon, maar de toren scheef staat. Meteen wordt het gevoel van veiligheid een stuk kleiner. Over het bos heenkijkend is daarachter de heide te zien en zelf het IJsselmeer is net zichtbaar. Het probleem bij een uitzicht is dat vaak niet duidelijk is 314
wat men ziet, waardoor er eigenlijk aanwijzingen nodig zijn. Deze zijn ook voorzien, de brandweer heeft namelijk een metalen strook rondom aangebracht waar de diverse plaatsen op vermeld staan. Door de vele vliegen, de muffe lucht en warmte is de wens om terug naar beneden te gaan niet meer te negeren. De Pyramide is gemaakt van, voor een groot deel geërodeerde, grasplaggen, dit doet afbreuk aan de strakke lijnen die een getrapte piramide normaal vormt. Een bijzonder goede toevoeging van Landlab, tijdens de laatste renovatie, is de trap en het uitkijkplatform van cortenstaal. Deze zijn subtiel vormgegeven, het zijn platen die slechts aan de bovenzijde een stukje naar de buitenzijde zijn omgevouwen. De rand van het platform is ontworpen als de laatste trede en is een mooie afsluiting van de treden van de Pyramide. Een aantal ontwerpbeslissingen maken dat de Pyramide groter lijkt dan deze daadwerkelijk is. De eerste tredelaag
is ongeveer manshoog, waardoor de bezoeker zich direct klein voelt. De hoogte van de cortenstaalwand langs de trap wordt hoe hoger op de heuvel, steeds lager. Dit versterkt het perspectief en daardoor het formaat van de getrapte heuvel. Een onverwachte waarneming is dat de toren zeer anders wordt ervaren vanaf het maaiveld als het platform. Daar wordt deze ervaren als vrij slank, ondanks de opbouw in baksteen, maar vreemd is dat de toren vanaf het maaiveld veel breder lijkt te zijn in verhouding tot de hoogte. Waarschijnlijk is de oorzaak een vertekening door de Pyramide. Want hoe verschillend de twee objecten en materialen ook zijn, ze worden toch als één object waargenomen.
RUUD VAN MIDDENDORP JOHANNA VAN WARNERS 315
1
2
4
1. 2. 3. 4. 5.
VOET PYRAMIDE
5
DETAIL BEVESTIGING GRASPLAGGEN DETAIL TRAP VOORGEVEL PYRAMIDE FRAGMENT TRAP
3 316
317
6
7
9
10
6. FRAGMENT TOREN 7. UITZICHT UITKIJKPLATFORM TOREN 8. DETAIL KAART TBV BRANDWACHT 9. UITZICHT DOOR UITKIJKGATEN 10.FRAGMENT UITKIJKTOREN
8 318
319
13
11
12
15
14
16
11.GRAVURE DOOR BALTARD, 1806 12.CAMP DE ZEIST DOOR OTTO HOWEN, 1807 13.UITKIJKTOREN IN 2000 14.CIRKEL IS VRIJGEMAAKT IN 2002 15.VERVAL TEISTERT DE PYRAMIDE WEER IN 2007 16.BEVESTIGEN VAN GRASPLAGGEN 17.DE PYRAMIDE IN 2010
17 320
321
322
323
324
325
bostoren putten
Architect Opdrachtgever Oorspronkelijke functie Bouwjaar Laatste Bouwkundige aanpassing Constructie materiaal Gevel materiaal Bouwkosten Uitzichttypologie Uitzicht Toegankelijkheid algemeen Rolstoeltoegankelijk Toegevoegde functies (rondom de toren) Hoogte uitkijkplatform t.o.v. NAP (m) Hoogte uitkijkplatform t.o.v. maaiveld (m) Totale hoogte t.o.v. maaiveld (m) Aantal traptreden Totale oppervlakte platform(s) (m2) Totale oppervlakte maaiveldniveau (m2) Max diameter (m) Min diameter (m)
326
M. Zwaagstra Korps Luchtwachtdienst SeARCH: Beton BetonBjarne 25 Mastenbroek 13 Stichting Schovenhorst Uitkijktoren 2008 2008 Staal Staal € 2.500.000 Combinatie Panorama en gericht Bos In de lente en zomer vrij toegankelijk Nee Tuinen, exotische bomen en horeca 95 38 40 235 306,8 25 17 7,1
Luchtwachttoren
1953
1992
Panorama
IJsselmeer en bos
327
40 M TOV MAAIVELD
328
329
DE GROENE LINT DOOR DE KERN
330
331
de klimboom
Rond 2006 loopt het toerisme bij Landgoed Schovenhorst langzaam achteruit. Bij dit landgoed is een bijzondere collectie bomen aanwezig. Deze collectie is tot stand gekomen doordat de oprichter vanaf 1848 zaden van heinde en verre liet komen, waarmee gepoogd werd deze in de heidegrond te laten groeien. De bijzondere bomen zijn niet meer genoeg om de huidige consument aan te spreken, dus om toeristen aan te trekken worden er plannen gemaakt voor een uitkijktoren. Er wordt een bekend architectenbureau gezocht voor een spraakmakend ontwerp en men komt uit bij SeARCH. Het ontwerp werd gemaakt door oprichter Bjarne Mastenbroek en Elke Demyttenaere. Bij een bezoek aan de bostoren, die volledig ontoegankelijk is, moet een toegangsbewijs worden gekocht. Maar dit is niet bij de toren die in het bos ligt, zo’n 50 meter van een drukke weg. Om bezoekers juist ook de geschiedenis van dit landgoed te laten zien, is het kaartje bij het theepaviljoen te verkrijgen. Dit is vlakbij de parkeerplaats, maar om 332
de toren te bereiken moet men naar de overkant van die drukke weg. Daar lopend over een slingerend zandpad is de bostoren al snel te zien. In de winter met de vele kale bomen zijn de felle limoengroene hekwerken, die als een lint door de toren lopen, namelijk zeer opvallend. De weg naar boven kenmerkt zich door het vele bewegen in-en-uit de kern van de toren. Het kent een bijzondere routing met vele gezichten. Beneden door de toegangshekjes, omhoog via negen steektrappen, onderling verbonden door vierkante bordessen, dan naar buiten via de ronde trap die om de kern van de toren heen gaat, door de kern naar een vogelhuisjesruimte met een lange lage bank, zes trappen met bordessen, een klein platform in de toren waar slechts één persoon kan staan, verder omhoog via een grote trap, die eerst uit de kern beweegt om er via een bordes en een andere trap weer in terug te keren, een uit de kern stekende ruimte bestaande uit alleen klimnet, via drie trappen naar een ruimte die volledig open is aan
“de weg naar boven kenmerkt zich door het vele bewegen in-en-uit de kern van de toren”
de bovenzijde en omsloten door glas, terug in de kern van de toren om dan uiteindelijk door de grote ronde bak op het bovenste platform uit te komen. Staande op 40 meter hoogte voelt het alsof je beneden staat. Dit platform is namelijk bedekt met houtschilfers die lijken door te lopen in de bomentoppen. Ook groeien er verschillende bomen op de ronde bak.
333
De onderzijde van het ronde platform is bekleed met spiegelende rvs platen. De ontwerpgedachte was om het omringende bos te weerkaatsen, zodat de toren wordt opgenomen in zijn omgeving. Maar omhoog kijkend vanaf het maaiveld weerkaatst alleen de toren zelf en lijkt deze daardoor zelfs langer. Een toren van 40 meter hoog met uitstekende ruimten en daarboven een ronde bak met een diameter van 17 meter, geplaatst in een leeggekapt stuk bos kan simpelweg niet opgaan in de omgeving. De verwijzingen naar de omgeving zijn echter wel in overvloed aanwezig. De donkerbruine constructie refereert aan een boomstam met uitstekende takken en de felgroene hekwerken zijn als een bladerdek vol in bloei. Daarnaast is, staande net onder het platform, een bijzondere reflectie van bomen zichtbaar door de spiegelende platen. Het biedt namelijk een panorama van bomen boven en onder met daartussen een smalle strook lucht.
334
De omgeving wordt in vijf verschillende ‘ruimten’ op een zeer afwijkende wijze ervaren. De ronde trap zou op een hoogte van 10 meter al een interessant beeld kunnen geven, maar de beweging naar boven is niet op de omgeving gericht. Door de ronding beweeg je juist naar de toren toe in plaats van naar de bomen.
“de donkerbruine constructie refereert aan een boomstam met uitstekende takken en de felgroene hekwerken zijn als een bladerdek vol in bloei.” De vogelhuisjesruimte is het meeste in balans met de omgeving. In contrast met de metalen vloerdelen en hekwerken in de rest van de toren, is deze ruimte door het natuurlijke materiaal hout zeer
comfortabel. De lage lange houten bank is uitnodigend, maar het uitzicht trekt de aandacht. Echter plotseling vallen de ronde glaasjes op, tussen de houten latten in de wand. Deze zijn zorgvuldig gedetailleerd en bieden de mogelijkheid om de binnenkant van de vogelhuisjes te zien. Helaas zijn deze vacant en is er niets te ontdekken. Dan toch aangekomen bij het einde van de ruimte is het uitzicht, ongeveer halverwege de bomen, zelfs interessanter dan uitkijken op bomentoppen. De grote trap buiten de kern brengt de bezoeker bijna in de bomen. Samen met de vorige ruimte is dit de meest indrukwekkende ervaring van de omgeving in deze toren. Bij de ruimte omringd door glas, zorgt dit glas, ondanks de transparantie, voor een sterke scheiding tussen de omgeving en de persoon. Waar je bij andere ruimten bijna het gevoel hebt de bomen aan te kunnen raken, is dit een harde hoge wand. Het hoogste platform biedt bijna het minst interessante uitzicht. Kijkend op de bomentoppen zijn individuele bomen vrijwel niet meer te onderscheiden. 335
“voor een uitkijktoren doet dit platform wat het moet doen: vanaf een hoog standpunt een groots panorama voorschotelen”
Aangezien er niet aangegeven is wat er te zien is, is het ook bijna onmogelijk om bijvoorbeeld steden te herkennen. Slechts de windrichtingen zijn in de balustrade aangeduid. Voor een uitkijktoren doet dit platform wel wat het moet doen: vanaf een hoog standpunt een groots panorama voorschotelen. Het is aan de beklimmer om hier zelf invulling aan te geven. Door de keuze van materialisatie kent de bostoren een extreme vorm van gelaagdheid, er zijn vrijwel geen 336
grote dichte elementen aanwezig. De constructie is zeer licht uitgevoerd door gebruik te maken van veel HEA profielen en stalen kokers. Alleen de vier hoekkolommen zijn enigszins zwaar te noemen. Beneden is een gaas aangebracht tot een hoogte van 4 meter om niet betalende bezoekers buiten te houden. De vloerdelen en hekwerken zijn geperforeerd en vooral het klimtouw is zeer open. Door deze openingen in de materialen zijn er bijna een onbeperkt aantal lagen zichtbaar. Het kleurverschil tussen constructie, vloerdelen en hekwerken maakt het wel mogelijk dat deze lagen ook onderling te onderscheiden zijn. Dat dit een bijzondere uitkijktoren betreft, is al snel zichtbaar bij het benaderen van de toren. Maar vooral is opvallend dat de route naar boven wordt gekenmerkt door een grote diversiteit aan ruimten. Het gevaar bij het ontwerp is dat de toren door al deze uiteenlopende toevoegingen een onsamenhangend geheel wordt. Maar door zorgvuldig gebruik van een minimum aan verschillende materialen
is er een evenwichtig ontwerp tot stand gekomen. Deze uitkijktoren gaat niet op in de omgeving, maar is juist een waardevolle aanvulling.
RUUD VAN MIDDENDORP JOHANNA VAN WARNERS 337
1
2
4
1. 2. 3. 4. 5.
VOGELHUISJESRUIMTE
5
IN HET KLMNET BOVENKOMST RONDE PLATFORM BENADERING VAN DE BOSTOREN KERN
3 338
339
6
7
9
10
6. DETAIL TRAPLEUNING 7. DETAIL AANSLUITING HEKWERK OP CONSTRUCTIE 8. FRAGMENT CONSTRUCTIE 9. BOVENKOMST RONDE PLATFORM 10.REFLECTIE BOMEN IN HET PLATFORM
8 340
341
342
343
344
345
indemann indeland
Architect Opdrachtgever Oorspronkelijke functie Bouwjaar Laatste Bouwkundige aanpassing Constructie materiaal Gevel materiaal Bouwkosten Uitzichttypologie Uitzicht Toegankelijkheid algemeen Rolstoeltoegankelijk Toegevoegde functies (rondom de toren) Hoogte uitkijkplatform t.o.v. NAP (m) Hoogte uitkijkplatform t.o.v. maaiveld (m) Totale hoogte t.o.v. maaiveld (m) Aantal traptreden Totale oppervlakte platform(s) (m2) Totale oppervlakte maaiveldniveau (m2) Max diameter (m) Min diameter (m)
346
M. Zwaagstra Korps Luchtwachtdienst Maurer United Beton Beton 25 Architects 13 Indeland Uitkijktoren en landmark 2009 2009 Staal Staal € 2.500.000 Combinatie Panorama en gericht Afgraving en weiland Gehele jaar, maar gesloten bij vorst Ja Geen 184 46 46 220 283 90 34 20
Luchtwachttoren
1953
1992
Panorama
IJsselmeer en bos
347
45 M TOV MAAIVELD
348
349
INDEMANN: HOOFD EN ARM
350
351
indemann
Het sprookje van Indemann Er was eens een wonderbaarlijk mooi land bewoond door even wonderbaarlijk vriendelijke mensen. De mensen werden echter getroffen door een ijzig koude winter. Ze kregen het kouder en kouder en bedachten dat ze iets nodig hadden om zich aan te warmen: vuur. Ze gooiden kolen in hun haarden en warmden zich op aan de behaaglijke warmte. De kolen werden uit de grond gehaald en het duurde niet lang voordat er graafmachines kwamen aangedreven door stoom. Voor het maken van stoom hadden de mensen meer vuur nodig en dus ook meer kolen. Daarom groeven ze door in de aarde totdat ze geen kolen meer vinden konden in de bodem. Om nog meer kolen te kunnen opgraven moesten ze hun eigen mooie stadjes en dorpjes verplaatsen. En ze groeven verder en verder.... Op een dag, tijdens het graven naar kolen, stuitten ze op een onderaards netwerk van tunnels. “Hmmmmm....” dachten ze. “Deze tunnels moeten door 352
een enorm dier gegraven zijn, want de tunnels zijn reusachtig groot!” Terwijl de mensen aan het nadenken waren over welk dier deze tunnels gegraven zou kunnen hebben begon de aarde te bewegen. De beweging werd sterker en sterker tot een heuse aardbeving. Uit de donkere tunnels kwam langzaam een reus op de mensen af gelopen. De reus was glanzend en opvallend hoekig. Zijn gezicht was een groot venster waardoor hij in het donker kon zien. “Wat doen jullie hier?” vroeg de glanzende reus. “Julie maken dit mooie landschap en de natuur kapot!” “Maar wij gebruiken de bodem om kolen uit op te graven,” zeiden de mensen geschrokken. “Zonder de kolen wordt het te koud en werken onze machines niet meer!” De reus keek de mensen verbaasd aan. “Waarvoor gebruiken jullie de bodem?” vroeg hij. De mensen namen de reus mee en lieten hem hun huizen, machines en uitrusting zien. De reus was erg onder de indruk van de intelligentie van de mensen, maar erg treurig door de chaos die de mensen door het graven hadden achtergelaten, zonder te beseffen wat ze de natuur
“Om hun dankbaarheid te laten zien bouwden ze een gedenkteken”
hadden aangedaan. “Luister.” zei de reus, nadat hij nagedacht had over de situatie. “Ik zal jullie helpen met het opgraven van de kolen. Maar dan moeten jullie mij beloven het op de juiste manier te doen. Als we de kolen hebben opgegraven, zorgen we ervoor dat de aarde weer terug wordt gestopt. Zoals het hoort. Daarna beplanten we de vlakte met nieuwe bomen en struiken.” Dit idee beviel de mensen gelijk. De reus was erg sterk en was een grote hulp voor de mensen. De reus bouwde machines die net zo snel als de reus konden 353
graven. Samen hadden ze zelfs een beek gemaakt. Ook kwam de reus met het idee om regenwater in de groeve te verzamelen. Op die manier konden ze een groot meer maken, waar vissen in konden zwemmen en ze met bootjes op konden varen. De reus hielp de mensen net zo lang totdat hij dacht dat de mensen het zonder zijn hulp af konden. “Zo, het is tijd voor mij om terug te keren naar waar ik vandaan kom,” zei de glanzende reus. En de reus ging terug de tunnels in om in het donker te verdwijnen. De mensen waren dankbaar dat ze kennis hadden gemaakt met de reus die ze had geleerd om op een verstandige manier gebruik te maken van aarde. Het landschap was nu nog mooier dan eerst, met mooie velden, beekjes en meren. Om hun dankbaarheid te laten zien bouwden ze een gedenkteken voor de reus, om er zeker van te zijn dat ze de slimme lessen van de grote vriendelijke glanzende reus nooit meer zouden vergeten. ...En de mensen leefden nog lang en gelukkig. 354
Het sprookje van de Indemann, het is een voorbeeld van de bijzondere manier waarop Maurer United Architecten een ontwerpopdracht benadert. Het sprookje doet bijna vergeten dat de werkelijkheid een stuk minder sprookjesachtig was. De inwoners werden gedwongen hun dorpen te verlaten. Het landschap veranderde niet in een mooi schouwspel van velden, beekjes en meertjes, maar in een grauw toneel van verlaten spookdorpen, waarvan uiteindelijk pas een groot meer gaat ontstaan door het laten onderlopen van de groeve. Opmerkelijk is dan ook dat zowel in het sprookje als in de werkelijkheid het gevolg hetzelfde was. De mensen wilden een gedenkteken. In het sprookje als dank voor wijsheid, in werkelijkheid als herinnering aan de historie. De opdracht voor dit gedenkteken luidde: Een uitkijktoren met landmark kwaliteiten. Deze opdracht heeft gestalte gekregen in de vorm van een bouwwerk wat uitkijkt over het betreffende gebied. Het is belangrijk om het sprookje of het werkelijke verhaal te kennen om het bouwwerk te kunnen begrijpen,
want het is een aparte gewaarwording. Uiterlijk en innerlijk van de toren zijn twee compleet andere werelden, en de vraag die gesteld kan worden, zeker in het kader van het seminar, is natuurlijk: Is het een toren?
“Een bouwwerk met een surrealistisch, bijna menselijke uitstraling, wijzend in een heel specifieke richting.”
Zonder enige voorkennis van de Indemann zou het over kunnen komen alsof hij geplaatst is in het niets. Een heel groot veld met daarin een haast buitenaardse robot. Een bouwwerk met een surrealistisch, bijna menselijke uitstraling, wijzend in een 355
heel specifieke richting. Van buitenaf heeft het bouwwerk op elk punt een persoonlijkheid. Van veraf is het een vriendelijk glimmend mannetje, een pixel-mannetje zoals MUA het noemt. Van dichtbij is het een indrukwekkende
“Het gevoel van een ‘beschermheilige’ van de genius loci kan niet ontkent worden”
megalomane glanzende reus. In geen geval refereert het aan een gebouw zoals wij dat kennen. De huid doet meer denken aan de werkelijke huid van een robot dan aan een gevelbekleding en doordat het hoofd “leeg” is voelt het aan alsof de robot ook werkelijk kan zien. Deze indrukken worden ‘s-avonds 356
nog eens versterkt doordat de huid is bedekt met een led verlichtingssysteem dat wanneer het donker wordt als een gigantisch tv scherm fungeert en lichtanimaties laat zien. Deze combinatie van architectuur met media is MUA niet vreemd. Als je echter wéét waaróm het gebouwd is, door middel van het sprookje of het werkelijke verhaal, dan is de eerste indruk van de Indemann niet minder bizar maar wel veel begrijpelijker. Dan is het alsnog een enorme glimmende robot maar krijgt het wel meer persoonlijkheid. De wijzende richting is niet meer een schijnbaar willekeurige richting maar je weet dat hij wijst naar de plek die er toe doet. Het gevoel van een “beschermheilige” van de genius loci kan niet ontkent worden. Echter voelt het nooit aan als een gebouw, en daarmee ook nooit als toren. Als er gekeken wordt naar de pure geometrie van het bouwwerk is de relatie met een toren helemaal zoek, daarvoor is de hoogte van 37 meter niet hoog genoeg ten opzichte van de breedte van 16 meter. Het is meer een sculptuur die er staat om gezien te worden.
Zodra je een van de voeten van de Indemann binnenloopt, verandert de ervaring compleet. Vanaf dat moment is alle persoonlijkheid van de robot verdwenen. Op het moment van binnentreden is ook aan alles te merken dat staal het enige materiaal is waarvan de robot gemaakt is. Het hoort als staal, het voelt als staal en door het lijnenspel van de relatief slanke kolommen, liggers en constructiedetails kan je je niet vergissen in het materiaal. Ook vanaf het moment van binnentreden is er ineens weer een associatie met ‘een gebouw’. Zonder dat het bouwwerk gesloten wanden heeft en in elk opzicht transparant is voelt het wel degelijk als ruimte, een prettige zelfs waar het materiaal wellicht anders doet vermoeden. De aanwezigheid van de lift is overigens buiten beschouwing gelaten daar deze ogenschijnlijk alleen is aangebracht om de minder valide mens ook het uitzicht te gunnen. Dat de binnenkant meer menselijk is en meer gebouw is wil overigens niet zeggen dat het vanaf dat moment saai is. In tegendeel, ook van binnen is het een spannende ervaring alleen op 357
een volledig andere manier. Het voelt alsof de binnenkant los staat van de buitenkant. Door het beklimmen van de 192 stalen traptreden volg je een route door het lijf van de robot, echter zonder bewust te zijn van het feit dat je je in een robot begeeft. De route leidt je allereerst langs een platform in de buik waar het uitzicht nog wat diffuus is door de eerder genoemde huid van de robot. Wordt de weg naar boven vervolgd dan kom je op het tweede platform die toegang biedt tot de rechterarm. Nu begint de inspanning van het traplopen beloond te worden. De ervaring om de arm in te lopen is werkelijk fantastisch, wat mede komt door de enorme uitkraging ten opzicht van het lijf van de robot. Je loopt als het ware het uitzicht in. Het enige wat je nog bewust maakt van het feit dat je je in en constructie begeeft is wederom de huid van de robot. De ervaring houdt hier echter niet op, want vier trappen en bordessen hoger begeef je je op een enorm platform in de kin van de robot, en krijg je te zien waar de robot zijn hele bestaan naar kijkt en waakt. Op dit platform heerst een bijzondere sfeer. Dit komt enerzijds 358
door de waanzinnige transparantie van het bouwwerk, maar het toch ervaren als ruimte, en anderzijds door het geweldige zicht op de ingenieuze constructie. Het uitzicht is ook voor het eerst vrij en huidloos. Tevens is er op dit platform toegang tot de schouder van de robot. Het zou natuurlijk heel erg mooi zijn om het gevoel te hebben ook daadwerkelijk op de schouder van de grote glimmende reus te staan, echter is de associatie met een gebouw nu te sterk om dit gevoel te bewerkstelligen. Nog hoger kan er geklommen worden en als de laatste stap gezet is sta je op een opvallend klein platformpje boven op de kop. Het uitzicht dat deze hoogte biedt is mooi, maar de kennis dat het landschap om je heen gedurende de komende jaren aan verandering onderhevig is en zal resulteren in een enorm meer maakt het fantastisch. Is de robot van buitenaf eigenlijk niet te definiëren als toren, van binnen is het gevoel van een toren heel sterk aanwezig. De reden hiervan is dat je je slechts aan één kant van de robot begeeft en de trap je in één rechte beweging naar boven leidt. De enorme
platforms doen geen afbreuk aan het gevoel. De Indemann is een vreemd bouwwerk met een schizofreen karakter. Maar doordat buiten- en binnenkant zo van elkaar verschillen maakt het de beleving wel enorm interessant en spannend. Wanneer je ook nog kennis hebt waarom de robot daar staat is het begrijpelijk dat de bewoners van Indeland blij zijn met dit bouwwerk. De Indemann weet het voor elkaar te krijgen om buiten het uitzicht bieden, in pure essentie functieloos te zijn. Maar toch een buitengewoon interessante ervaring te geven.
359
1
4
3
2
360
1. 2. 3. 4. 5.
5
LICHTANIMATIE OP GEVELBEKLEDING TOEGANG TOT DE ARM TUSSEN DE BENEN OPEN EN TOCH GESLOTEN RUIMTE TYPISCHE CONSTRUCTIEKNOOP
361
362
363
364
365
de pagode efteling kaatsheuvel
Architect Opdrachtgever Oorspronkelijke functie Bouwjaar Laatste Bouwkundige aanpassing Constructie materiaal Gevel materiaal Bouwkosten Uitzichttypologie Uitzicht Toegankelijkheid algemeen Rolstoeltoegankelijk Toegevoegde functies (rondom de toren) Hoogte uitkijkplatform t.o.v. NAP (m) Hoogte uitkijkplatform t.o.v. maaiveld (m) Totale hoogte t.o.v. maaiveld (m) Aantal traptreden Totale oppervlakte platform(s) (m2) Totale oppervlakte maaiveldniveau (m2) Max diameter (m) Min diameter (m)
366
M. Zwaagstra Korps Luchtwachtdienst Luchtwachttoren T. van de Ven Beton Beton 25 13 Efteling Attractie 1987 2010 Staal Staal € 3.640.000 360° Panorama, enkel platform Attractiepark Efteling Openingstijden Efteling Ja Toko Pagode, met aziatische gerechten 56 45 58 0 56 348 16 2,1
1953
1992
Panorama
IJsselmeer en bos
367
45 M TOV MAAIVELD
368
369
DETAIL PAGODE
370
371
de zwevende schotel
Kaatsheuvel. Symbolisch werd juist op Hemelvaartsdag 1987 in de Efteling een nieuwe attractie geopend; de Pagode. Dit in het oog springende gevaarte is midden in een periode gebouwd waarin de ene naar de andere grote attractie werd ontwikkeld, zoals de Piraña, Carnaval Festival, de Swiss Bob en de Fata Morgana. De destijds 8 miljoen gulden kostende attractie bestaat uit een hydraulisch aangedreven arm, een ronde Thaise tempel met een diameter van 16 meter (samen 225 ton) en een contragewicht (340 ton). Ton van de Ven, destijds werkzaam als creatief directeur voor het park, heeft voor de Thaise vormgeving gezorgd. Het ontwerp omvat een ronde tempel met ornamentele vormen, kleurcombinaties en lijnvoering die voor de Efteling zo typerend zijn. De pagode staat in het Reizenrijk, waar een jaar eerder een andere attractie was geopend met een oosters thema; de Fata Morgana. Deze bestaat uit een aaneenschakeling van scènes in de oosterse en Arabische stijl. 372
De naamgeving van de Pagode was nog een hele discussie. In eerste instantie zou de attractie de Pagoda heten, maar dit is gecorrigeerd omdat men meende dat dit graf betekende. Later herrees de discussie als van de Ven er in het Verre Oosten op bijna iedere hoek van de straat Pagoda als benaming tegenkomt, maar dat heeft niet geleid tot weer een naamsverandering.
“In de Pagode balanceren de luchtreizigers op een grote schotel als een dienblad robuuste wijn, gedragen door een gracieuze ober, boven de bossen van het park!” De Pagode is een beeldbepalende trekpleister geworden in de Efteling. Al 22 jaar lang is haar machtige silhouet voor de bezoeker een geruststellend
element in de skyline van het attractiepark. Vanuit het hele park is deze centraal gelegen uitkijktoren goed te zien. Het is daarom maar goed dat de oorspronkelijke locatie niet is aangehouden. Men wilde de Pagode namelijk in eerste instantie aan de andere kant van de Siervijver bouwen, dan nu het geval is. Dit is later veranderd omdat hij dan vanaf de openbare weg te veel aandacht zou opeisen, wat weggebruikers mogelijk zou afleiden. De Pagode verraadt echter met haar aanwezigheid nog steeds aan alle kinderen op de achterbank de nabijheid van de “Efteling!”, zoals de ouders dan luidkeels te horen krijgen. De Pagode valt op door haar slanke arm en relatief grote uitbouw. De kleurrijke tempel lijkt op deze manier door de lucht te zweven. Of zoals in een Eftelingpublicatie uit de jaren tachtig stond geschreven: “In de Pagode balanceren de luchtreizigers op een grote schotel als een dienblad robuuste wijn, gedragen door een gracieuze ober, boven de bossen van het park!” 373
Het continu verschijnen en verdwijnen van deze dynamische attractie zorgt voor een onbewuste aantrekkingskracht op elke parkbezoeker. Hierdoor is een ritje in de Pagode een vast ritueel van een bezoek aan de Efteling. De wachtrij wordt steeds aangevuld met nieuwe avonturiers. Tijdens het wachten bouwt de spanning langzaam op als men van dichtbij de Pagode haar plekje in de lucht ziet zoeken. Beneden worden de wachtenden beschermd door de enorme paraplu die de pagode aan de onderkant lijkt te zijn. De pracht die boven te zien is spreekt dan nog slechts tot de verbeelding en de tijd kruipt tergend traag voorbij tot het moment dat de Pagode beneden is. De blijdschap bij het opengaan is aanzienlijk vergroot door het wachten op de vorige groep.Bij het betreden van de Thaise tempel wordt men automatisch door de smalle rondgang geleid. Alle bezoekers nemen plaats op de oneindig lange bank of langs de reling en verdelen zich op deze manier in de rondte. Zo wordt tevens het extra gewicht op de schotel gelijkmatig verdeeld. Er is ruim voldoende plaats 374
voor de maximaal 120 bezoekers, zodat iedereen optimaal kan genieten van hetgeen deze attractie te bieden heeft. Wanneer alle bezoekers aan boord zijn begint het spannende gedeelte, zeker voor hen met een flinke portie hoogtevrees. Men wordt omringd door opgewonden kinderstemmen die alsmaar luider worden naarmate de spanning toeneemt en de Pagode in beweging komt. De kreten van sensatie slaan over op de andere passagiers en verhogen zo het enthousiasme bij iedereen. De hydraulische arm brengt de bezoeker in een gestaag tempo vanaf de grond, scherend langs de takken van het omliggende groen, naar een hoogte van 45 meter, ruim boven de toppen van de bomen, waar de wind vrij spel heeft. Het zorgt voor een machtig gevoel om plotseling zo hoog verheven neer te kunnen kijken. Men is voor even buiten de onzichtbare grenzen van de Efteling getreden. Dat de pagode vanuit het gehele park goed te zien is werkt natuurlijk ook de
ander kant op. Op 45 meter hoogte heb je als bezoeker een schitterend overzicht van de Efteling. Het hele park ontrolt zich aan de voeten van de luchtreizigers. Alle uithoeken zijn
“Men wordt omringd door opgewonden kinderstemmen die alsmaar luider worden naarmate de spanning toeneemt en de Pagode in beweging komt.”
goed te zien, zoals de ingang, Vogel Rok en de Python. Wel is het jammer dat het zicht vooral beperkt blijft tot de grote attracties. De kleinere verdwijnen onder het dichte bladerdek in dit zeer groen aangeklede park. 375
PAGODE BIJ NACHT
Op de pleinen en brede wandelpaden is van bovenaf het gekrioel van mensen beneden goed te zien. Het uitzicht blijft natuurlijk niet beperkt tot enkel het park; op heldere dagen kunnen Tilburg (10 km) en zelfs het provinciegebouw in ’s-Hertogenbosch (18 km) worden waargenomen. Op de maximale hoogte draait de tempel 360 graden om zijn as, zodat van elke richting volop genoten kan worden. Wanneer de tempel zijn volledige ronde erop heeft zitten, wordt de afdaling ingezet. Na een totale duur van nog geen 3 minuten staat men al weer beneden en kan de weg worden ingeslagen naar de volgende attractie, waarschijnlijk één die zojuist vanuit een geheel ander perspectief is bekeken. De Pagode blijft leeg achter voor een nieuwe groep avontuurlijke bezoekers. Deze attractie is een perfecte uitkijktoren. Men hoeft totaal geen moeite te doen om te genieten van wat er op 45 meter hoogte te zien is. Je wacht op je beurt, stapt in en zoekt een plaatsje langs de reling. 376
De tempel verheft zich vervolgens naar grote hoogte en draait aldaar een volledige ronde om zijn as zodat je een totale panoramische ervaring krijgt. Als bezoeker hoef je dus alleen maar te kijken, de rest gaat vanzelf. Nadat men zich even de koning van de Efteling heeft gevoeld is het tijd voor de volgende attractie. Kortom: dit Eftelingicoon geeft de bezoeker een machtig gevoel met een korte en krachtige uitkijkervaring!
JUSTIN VAN DER EERDEN TIM VAN DEN HEUVEL 377
1
2
4
1. 2. 3. 4. 5.
ENTREE ONDERZIJDE PAGODE LAAG PAGODE HOOG DETAIL TEMPEL
5
3 378
379
6
8
7
9 6. P
ARAPLU
10
7. ONDERAAN ARM 8. PYTHON VANUIT PAGODE 9. WINTEREFTELING 10.SILHOUET
380
381
382
BASISTEKENINGEN RIDE TRADE 383
384
385
386
387
boudewijntoren vaals
Architect Opdrachtgever Oorspronkelijke functie Bouwjaar Laatste Bouwkundige aanpassing Constructie materiaal Gevel materiaal Bouwkosten Uitzichttypologie Uitzicht Toegankelijkheid algemeen Rolstoeltoegankelijk Toegevoegde functies (rondom de toren) Hoogte uitkijkplatform t.o.v. NAP (m) Hoogte uitkijkplatform t.o.v. maaiveld (m) Totale hoogte t.o.v. maaiveld (m) Aantal traptreden Totale oppervlakte platform(s) (m2) Totale oppervlakte maaiveldniveau (m2) Max diameter (m) Min diameter (m)
388
M. Zwaagstra Korps Luchtwachtdienst Ton Vandebergh Beton Beton 25 13 Gemeente Vaals Uitkijktoren 1994 1994 Staal Beplating fl. 300.000 Gericht Nederland, Duitsland, België Gehele jaar, tegen entreebedrag Beperkt 3-landenpunt 378,5 42,5 52,2 208 150 16,8 15,6 4,1
Luchtwachttoren
1953
1992
Panorama
IJsselmeer en bos
389
42 M TOV MAAIVELD
390
391
OP GROTE HOOGTE OP EEN ROOSTER
392
393
de boudewijntoren
Een uitkijktoren op een punt, waar drie landen samenkomen. Een toren, geplaatst op het hoogste stukje grond dat Nederland over bezit (of toch niet?). Een toren, met de bedoeling om ver uit te kunnen kijken, in alle mogelijke richtingen, zowel naar Nederland, als naar België, als naar Duitsland. Met de auto wordt een weg afgelegd, welke zich geleidelijk aan naar boven krult. Bochtje voor bochtje komt de top van de hoogste heuvel van Nederland steeds dichterbij. Uiteindelijk mondt deze weg eenvoudig uit op een grote, lege parkeerplaats. Vanaf deze parkeerplaats kan men alles behalve genieten van een prachtig uitzicht. Al snel rees het besef dat we van geluk konden spreken deze klim per auto afgelegd te hebben. Wat een domper zou het zijn geweest, zwetend en zwoegend de Vaalserberg per fiets te beklimmen, in de hoop boven te kunnen genieten van een schitterend uitzicht, maar helaas. De parkeerplaats is omringd met bomen, die je het uitzicht volledig ontnemen. Na de auto, dan wel fiets, geparkeerd te hebben, wordt de slopende weg vervolgd met een lange, eindeloze weg. 394
Deze weg, leidt naar het pronkstuk bovenop de Vaalserberg. De heldhaftige fietsers kruipen met de tong op de knieën in de richting van de toren, in de hoop op voldoening. De slanke, elegante, maar toch ook fragiele toren komt steeds dichterbij en naarmate de afstand steeds kleiner wordt, verandert deze nietszeggende toren in een enorm, imposant bouwwerk. Daar staat hij dan, een stijve, overweldigende, slanke toren van maarliefst 52m hoog.
“De weg naar de ultieme voldoening kan vervolgd worden.”
DE BEKLIMMING Met de beklimming van zojuist nog vers in het geheugen, staat men voor een geheel nieuwe uitdaging. De weg naar de ultieme voldoening kan
vervolgd worden. Met het zweet op het voorhoofd, wordt de tocht naar boven begonnen. Een lange, transparante trap kronkelt, om de zeer slanke kern van de toren naar boven. In eerste instantie is de transparantie van de trap een genot en maakt het tot een schitterende, indrukwekkende beleving. Dan komt echter het punt, waarop de transparante vloer zich van een hele ander kant laat zien. De wereld onder je voeten wordt steeds kleiner en kleiner. De wind rond de toren waait alsmaar harder en de trillingen in het staal beginnen langzaamaan sterker te worden. Nu komt het besef: ‘over enkele minuten sta ik boven, op 42m hoogte, op een soortgelijk, transparant, fragiel stalen rooster.’ De keuze: omdraaien of doorgaan. De tocht wordt steeds vermoeiender en beangstigender. De grond is reeds ver onder je vandaan, maar de toren is pas tot aan de helft beklommen. Er is geen andere optie, opgeven bestaat niet. De keuze was onderaan al gemaakt, je zal en moet de toren te voet beklimmen, there’s no way back. Stap voor stap, meter voor meter komt het einde van 395
de toren in zicht. De wind waait hard, heel hard, en de persoon achter je is ondertussen niet meer te verstaan. Communiceren kan slechts nog met gebaren en heel hard schreeuwen. Nu begint de stalen trap nog harder te trillen en elke stap voelt alsof het staal een centimeter doorbuigt. Het vertrouwen in zeer nauwkeurige bouwvakkers begint beetje bij beetje kleiner te worden en je gaat goed kijken naar de moeren en bouten waarmee de trap bevestigd zit. Daar is hij dan, het smalle trappengat. De trap wringt zich door de opening en eindigt in een windstille, kleine, onpraktische, transparante ruimte, waarvandaan al een goed beeld is te zien van het uitzicht wat de toren te bieden heeft. De anticlimax, het nutteloze gevoel, daar sta je dan in een doodstille ruimte, omringd met glas en
“De anticlimax, het nutteloze gevoel, daar sta je dan in een doodstille ruimte” 396
onder je voeten rust een massieve, robuuste betonnen vloer. Erg typerend voor deze toren is dan ook het feit dat de beklimming buiten plaats vindt, om vervolgens bovenin de toren binnen te eindigen. Er is sprake van een contrast in vergelijking tot andere torens. Veel torens hebben een beschut stijgpunt en eindigen in de openlucht, maar niet de Boudewijntoren, deze eindigt (voorlopig) binnen. Vanuit deze ruimte kan gekeken worden naar de verre horizon, de horizon in Duitse richting, de horizon in Nederlandse richting en de horizon in Belgische richting. We mochten van geluk spreken dat er bordjes bij stonden, anders was het nog de vraag welke richting Duitsland en België was. Is dit het dan, is dit het drielandenpunt, met zijn prachtige uitzicht? DE VOLDOENING? De indrukwekkende, beangstigende weg naar boven eindigt verslagen in een ruimte welke bedoeld is om met een prettig gevoel te kunnen verblijven. Dan klinkt het irritante geluid van een lift welke zijn bestemming bereikt heeft. Laffe, luie, maar vooral nietsvermoedende
mensen stappen uit de lift en worden overladen met een ver uitzicht. Het contrast tussen de beleving van hen die de toren hebben bestegen doormiddel van de lift en hen die de beklimming (buitenom) per trap hebben doorstaan is groot. Wanneer men heeft kunnen proeven van de harde wind, waarin de toren zich weet staande te houden, wanneer men de afstand van beneden naar boven zelf getrotseerd heeft en het besef van de hoogte doordrongen is, dan voelt de lege, stille binnenruimte als een grote tegenvaller. Dit in tegenstelling tot het verwende groepje mensen, welke hetzelfde doel bereikt hebben zonder inspanningen en angsten. Maar, dan komt er het punt, waarop de heldhaftige klimmer beloond gaat worden. De stille binnenruimte is voorzien van grote, open schuifdeuren. Deze deuren kunnen handmatig geopend en gesloten worden, waardoor men weer terug kan keren op de oude, ‘vertrouwde’, stalen roosters. Met twee handen wordt de klink van de schuifdeur beet gegrepen. Met een behoorlijke inspanning wordt de deur geopend en grijpt de harde wind zijn kans naar 397
binnen te dringen. De harde klimmer heeft zojuist een weg afgelegd naar boven, over soortgelijke roosters en is er langzaam aan gewend geraakt. Moedig stapt hij over de drempel en betreedt de transparante, stalen roosters. De trillingen zijn weer goed voelbaar en al snel word teruggedacht aan die indrukwekkende weg naar boven. De kleffe handjes, de tintelende vingertoppen en de wankelende benen zijn weer duidelijk voelbaar. Hier ging het allemaal om, deze sensatie, deze kick om de hoogte te ervaren. Dit is genieten van een uitzicht, dit is ervaren hoe het is om hoog boven de omgeving uit te torenen en ver te kunnen kijken. Onder je lopen de mensen over straat, als kleine mierenhopen dwalen de groepjes mensen door elkaar, maar jij staat erboven. Jij kunt iets zien, waarvan daar beneden geen schim te zien was. De beklimming heeft uiteindelijk zijn doel bereikt. Het stalen, transparante platform rond de glazen binnenruimte voegt een extra dimensie toe. De hoogte is voelbaar in elk zintuig. Van de kleffe, trillende vingertoppen tot het zicht en de geur. 398
Vanuit dit stalen platform kan er nog een laatste trap bestegen worden. Deze laatste klim kan enkel en alleen per trap en is niet bereikbaar per lift. Deze trap leidt tot het hoogste punt van de toren, het definitieve platform, welke het gigantische panorama verschaft waarvoor de toren bedoeld is. De oorspronkelijke bezoekers die hadden gekozen voor de eenvoudige weg via de lift, zullen nu sterk moeten zijn om ook over de drempel te durven stappen. Alleen dan, en slechtst dan, zullen zij het hoogste puntje van de toren kunnen bereiken. Ook zij zullen er uiteindelijk aan moeten geloven en de stalen, transparante roosters moeten gaan betreden. De eerste stappen worden gezet, de lach verdwijnt van de gezichten. De handen glijden langzaam over de reling en de gezette stappen worden steeds kleiner. Het besef van de enorme hoogte komt als een klap in het gezicht, de angst wordt groter. Doordat zij met de lift naar boven gekomen zijn, hebben zij een belangrijk stuk ‘gewenning’ gemist. Deze gewenning maakt de uitkijktoren bovenop de Vaalserberg tot een genot voor het…
gevoel, het gevoel is een persoonlijk, onaantastbaar maar uiterst betrouwbaar zintuig.
“Het besef van de enorme hoogte komt als een klap in het gezicht, de angst wordt groter.”
SEAN DIEDEREN BASTIAAN GÖTTGENS 399
foto
1
foto
3
4
foto
1. VAKWERK 2. DE TRAP IS BELANGRIJK VOOR HET BEELD VAN DE TOREN
3. DE TOREN IS OMRINGD DOOR ANDERE FACILITEITEN VAN HET DRIELANDENPUNT
4. HET CONSEQUENTE GEBRUIK VAN ROOSTERS EN GLAS GEVEN EEN IETWAT
2 400
ONBEHAAGLIJK GEVOEL
401
402
403
404
405
fictieve toren landgraaf
Architect Opdrachtgever Oorspronkelijke functie Bouwjaar Laatste Bouwkundige aanpassing Constructie materiaal Gevel materiaal Bouwkosten Uitzichttypologie Uitzicht Toegankelijkheid algemeen Rolstoeltoegankelijk Toegevoegde functies (rondom de toren) Hoogte uitkijkplatform t.o.v. NAP (m) Hoogte uitkijkplatform t.o.v. maaiveld (m) Totale hoogte t.o.v. maaiveld (m) Aantal traptreden Totale oppervlakte platform(s) (m2) Totale oppervlakte maaiveldniveau (m2) Max diameter (m) Min diameter (m)
406
M. Zwaagstra Korps Luchtwachtdienst Ton Vandebergh Beton Beton 25 13 Snowworld Landgraaf Uitkijktoren en prestigeproject Panorama Landgraaf, Kerkrade en Heerlen Nee Snowworld 280,2 60,2 104,8 182 17 5
Luchtwachttoren
1953
1992
Panorama
IJsselmeer en bos
407
0M TOV MAAIVELD
408
409
UITZICHT OVER LANDGRAAF
410
411
uitzichtloos
Zien en gezien worden, een belangrijk aspect wanneer het gaat om deze geplande toren. In Landgraaf ligt een grote ski-/snowboardhal gelegen op een kunstmatige heuvel. Deze heuvel is een restant uit de mijnbouwtijd, welke tekenend is voor de Zuid-Limburgse historie. Een kaarsrechte, langgerekte trap maakt de heuvel tot een begaanbaar stuk grond, die hierdoor niet alleen begaanbaar is doormiddel van de skilift. Deze trap staat in het teken van het zojuist genoemde mijnbouw verleden. De klim lijkt oneindig en door het taps toe lopen van de trap, lijkt het einde ver uit het zicht. Met een gevoel van verlossing, kan gepauzeerd worden op tussenliggende plateaus. Vanaf deze plateaus kan er al geproefd worden van het heerlijke uitzicht, die de heuvel te bieden heeft. Het werkt als een soort voorproefje, voor het eindeloze uitzicht bovenop de top van de heuvel. Langzaam begint de nieuwsgierigheid te groeien, wat zal er aan de andere kant van de heuvel te zien zijn? De weg naar boven wordt vervolgd en de vermoeidheid begint duidelijk 412
voelbaar te worden. De benen krijgen het zwaar en de drang naar het volgende plateau wordt steeds groter. Helaas, het einde van deze lange weg is nog lang niet in zicht. De taps toelopende trap versterkt het machteloze gevoel en doet verlangen naar de luie stoeltjeslift binnenin de skihal. De laatste plateaus worden langzaamaan bereikt. Het einde is in zicht, er resteren nog enkele traptreden. Diep zuchtend worden de laatste stappen gezet en wordt het hoogste punt van de heuvel bereikt. Met dit hoogste punt wordt dan ook het puntje bovenop de heuvel bedoeld, waar vandaan een breed panorama te zien is. De top, waar nieuwe plannen voor liggen. Plannen om er een uitkijktoren te bouwen. Een uitkijktoren bouwen, op een plaats waar reeds een breed panorama uitzicht te zien is. In zit opzicht is deze geplande toren goed te vergelijken met de Piramide van Austerlitz. Bovenop de piramide staat namelijk een toren, die bedoeld is als uitkijktoren. Echter de piramide is van dusdanige hoogte, dat het torentje in verhouding tot de piramide nauwelijks
een toegevoegde waarde heeft. Zoals al eerder aan de orde kwam, gaat het hier om een kunstmatig aangelegde heuvel. De heuvel is ontstaan uit het afval, dat is opgegraven uit de mijnen. Het stijgelement (de trap) is een eenvoudige, taps toelopende trap, waardoor de heuvel eenvoudig betreden kan worden. Het doel van het beklimmen van deze heuvel, kan slechts twee doelen hebben. Namelijk in de eerste plaats, ontspanning/ beweging en in de tweede plaats de drang om ver uit te kunnen kijken. Los van het feit dat het geen toren is, kan wel gesproken worden van een uitkijkpunt met een duidelijk stijgelement dat je naar een hoger gelegen punt brengt (dit komt al aardig in de richting van een definitie van een uitkijktoren). Het grote verschil is echter, dat het hier gaat om een kunstmatige uitkijkheuvel genoemd worden. Het plan om een uitkijktoren te gaan bouwen bovenop een ‘uitkijkheuvel’, klinkt als een nutteloos idee. Het uitzicht bovenop de heuvel is namelijk optimaal en onbelemmerd, waardoor de uitkijktoren geen toegevoegde 413
waarde zal hebben. Is het primaire doel van de ‘fictieve’ toren dan nog wel uitkijken, als hij niet nodig blijkt te zijn om uit te kunnen kijken? Naar alle waarschijnlijkheid gaat het in deze om een prestigestrijd. Het ontwerp van de geplande uitkijktoren is namelijk van dusdanige hoogte, dat hij het hoogste punt van Nederland net weet te overtreffen. De uitkijktoren zal dan ook als een icoon gaan fungeren, welke te zien zal zijn (als een pronkstuk) vanuit de wijde omgeving, bovenop de heuvel bij Snowworld. De trap die momenteel voor veel mensen uitzichtloos lijkt, zou in dat geval een eind bestemming hebben, namelijk de toren. Hiermee wordt het doel om uit te kijken verschoven naar een (nog) hoger gelegen plateau. De geschetste beleving wordt natuurlijk heel anders dan de huidige beleving. Momenteel houdt de route op aan het eind van een lange, eindeloze trap en kan daar genoten worden van het uitzicht. Op het moment dat er een toren komt te staan op dit uitkijkpunt, zal de beklimming van de heuvel vanuit een heel ander oogpunt 414
“Naar alle waarschijnlijkheid gaat het in deze om een prestigestrijd.”
begonnen worden. Het uiteindelijke doel zal verschoven worden van de top van de heuvel, naar het bovenste plateau van de toren. Kan hieruit niet beter geconcludeerd worden. Dat de heuvel en de toren niet als twee losse elementen gezien kunnen worden, maar eerder als een geheel. Hierdoor zou de toren ook geen vreemde eend in de bijt zijn, maar een verklaarbare keuze vanuit zijn omgeving. De huidige uitzichtloze trap zou een definitieve bestemming krijgen, een eindstreep. Vooralsnog is het bij een plan gebleven en lijkt de toekomst voor de bouw van deze toren uitzichtloos. Desondanks kan er genoten worden van een verre
blek tegen de horizon, wat ook deze locatie tot een uniek punt maakt. Zonder bescherming tegen weer en wind, zal dit uitkijkpunt altijd bereikbaar zijn. Het onafhankelijke, eigen karakter van deze heuvel zou alleen maar beschadigd kunnen worden door het bouwen van een uitkijktoren. Deze omgeving heeft geen baat bij een nieuwe attractie, zeker niet in de vorm van een uitkijktoren.
SEAN DIEDEREN BASTIAAN GÖTTGENS 415
2
1
3
1. 2. 3. 4. 5.
5
DE KLIM NAAR DE TOP VAN DE WILHELMINABERG IMPRESSIE LOCATIE TOREN DE WILHELMINABERG MET DE TRAP EN SNOWWORLD PINKPOP VANAF DE BERG UITZICHT OVER HEERLEN
4 416
417
418
419
420
421
422
423
424
425
426
427
428
429
bronnen
VOORWOORD LITERATUUR: 1. KLEINMANNS J. | SCHAU INS LAND / AUSSICHTSTÜRME | MARBURG: JONAS VERLAG | 1999 2. ARCHITECTENWEB MAGAZINE #33 | ARTIKEL: UITKIJKTORENS | APRIL/MEI 2010
ESSAY KARAKTERISTIEKE(N) UITKIJKTORENS INTERNET: 1. DE.WIKIPEDIA.ORG 2. EN.ALLEXPERTS.COM AFBEELDINGEN: 1. DETAIL.DE 2. RIDES.NL JEROEN TRUYEN 3. FLICKR.COM GEORG MAYER 4. BASTIAAN GÖTTGENS 5. SEAN DIEDEREN 6. JEROEN VERBETEN 7. TIM VAN DER GRINTEN 8. ELKE VERHOEVEN 9. IVETTE WENNEKES 10. TIM VAN DER HEUVEL 11. JUSTIN VAN DER EERDEN 12. RUUD VAN MIDDENDORP 13. JOHANNA WARNERS 14. THOMAS GERRITSEN 15. HENDRIK VAN DER HURK
04-2010 04-2010 03-2010 04-2010
ESSAY UITKIJKEN OVER HET LANDSCHAP LITERATUUR: 1. VERSTEGEN T. | GEBAREN, ATMOSFERISCHE WAARNEMING EN ARCHITECTUUR | ARTEZ PRESS ARNHEM, D’JONGE HOND HARDERWIJK | 2009
ESSAY OPDRACHT(GEVER) INTERNET: 1. IBA-SEE2010.DE 2. BNDESTEM.NL 3. DAZ.DE 4. ARCHITECTENWEB.NL
430
04-2010 04-2010 04-2010 04-2010
431
RECENSIE KUPLA OBSERVATION INTERNET: 1. E-ARCHITECT.CO.UK 2. ARCSPACE.COM 3. FINDARTICLES.COM 111105926 4. NZWOOD.CO.NZ AFBEELDINGEN: P71 FLICKR.COM | GEORG MAYER P72 FLICKR.COM, PANORAMIO.COM P74 PANORAMIO.COM | CRACIUN ALEXANDRU 1. FLICKR.COM | RODRIGO QUIÑONES 2. JBDOWSE.COM | KORKEASAARI-2 3. JBDOWSE.COM | KORKEASAARI-2 4. FLICKR.COM | BRYANBOYER 5. PANORAMIO.COM | DROSERA LITERATUUR: WOOD | BARBARA LINZ | H.F. ULLMANN | 2009 INTERVIEW: VILLE HARA
03-2010 03-2010 03-2010 03-2010 03-2010 03-2010 03-2010 03-2010 03-2010 03-2010 03-2010 03-2010
RECENSIE UITKIJKTOREN BOERSBERG INTERNET: 1. DEWEEKKRANT.NL 03-2010 2. DOORWERTH.CITYSITE.NL 03-2010 3. MARCELISWOLAK.NL 03-2010 4. VELUWECOMMISSIE.NL 03-2010 5. NATUURKAART.NL 03-2010 AFBEELDINGEN: JEROEN VERBETEN TIM VAN DER GRINTEN INTERVIEW: MARCELIS WOLAK LANDSCHAPSARCHITECTUUR
RECENSIE UITKIJKTOREN ’T BELS LIJNTJE INTERNET: 1. NATUURENBOS.BE 2. GVA.BE 3. VLM.BE 4. MADESENATUURVRIENDEN.NL 5. BLOG.SENIORENNET.BE 6. NIEUWSBLAD.BE
432
03-2010 03-2010 03-2010 03-2010 03-2010 03-2010
AFBEELDINGEN: JEROEN VERBETEN TIM VAN DER GRINTEN INTERVIEW: DELOBELLE DEPUYDT ARCHITECTENBURO
RECENSIE PASSAGES 1. KUNSTENAARS.NU 2. WOLLEFOPPENGROEN.NL 3. ROTTERDAMSEKUNSTENAARS.NL AFBEELDINGEN: 1-5. GUSTA KULLBERG JUSTIN VAN DER EERDEN TIM VAN DEN HEUVEL INTERVIEW: GUSTA KULLBERG
03-2010 03-2010
03-2010 03-2010 03-2010
03-2010 03-2010
RECENSIE LUCHTWACHTTOREN INTERNET: 1. NL.WIKIPEDIA.ORG 03-2010 2. LUCHTWACHTTOREN.NL 03-2010 3. GESCHIEDENIS.VPRO.NL 03-2010 4. VKBLOG.NL 03-2010 AFBEELDINGEN: RUUD VAN MIDDENDORP 03-2010 JOHANNA VAN WARNERS 04-2010 LITERATUUR: 1. KRUIDENIER M. | MILITAIR ERFGOED CATEGORIAAL ONDERZOEK WEDEROPBOUW 1940-1965 | 2007 2. ZEIST: RIJKSDIENST VOOR ARCHEOLOGIE, CULTUURLANDSCHAP EN MONUMENTEN. 3. ARTIKEL: LAATSTE FRIESE GEDENKTEKEN KOUDE OORLOG STAAT BIJ OUDEMIRDUM; PETER KARSTKAREL, FRIESLANS POST | MEI 1992 4. ARTIKEL: LUCHTWACHTTORENS IN NOORD-NEDERLAND; JAN ABRAHAMSE, NOORDERBREEDTE | 1995
RECENSIE UITKIJKTOREN FOCHTELOOËRVEEN INTERNET: 1. NATUURMONUMENTEN.NL 2. NOORDERBREEDTE.NL 3. CENTRUM-HOUT.NL AFBEELDINGEN: ELKE VERHOEVEN IVETTE WENNEKES
02-2010 02-2010 02-2010 03-2010 03-2010
RECENSIE FLITS INTERNET: 1. BUROMUS.NL 04-2010 2. BREDA-BOUWONTWIKKELINGEN.NL 04-2010 3. BOORSMA-CONSULTANTS.NL 04-2010 AFBEELDINGEN: BASTIAAN GÖTTGENS SEAN DIEDEREN LITERATUUR: 1. ARTIKEL: RIJKSWATERSTAAT ONDERZOEKT ‘GEVAREN’ 2. NIEUWE UITKIJKTOREN A16; PALKO PEETERS, BNDESTEM.NL [2008] INTERVIEW: MARTIEN KUIPERS (BURO MUS, BREDA)
RECENSIE FIRE CONTROL TOWER #23 INTERNET: 1. FORTMILES.ORG 2. NL.WIKIPEDIA.ORG AFBEELDINGEN: P209 QUEENVICTORIA.COM P212 TREKEARTH.COM BY CHIP DEITRICK P214 FLICKR.COM P218 HMR-ARCHITECTS 1. HMR-ARCHITECTS 2. FORTMILES.ORG 3. FORTMILES.ORG 4. FORTMILES.ORG 5. HMR-ARCHITECTS 6. HMR-ARCHITECTS 7. HMR-ARCHITECTS
04-2010 04-2010
RECENSIE NIEUWE BRANDTOREN INTERNET: 1. ATELIEREEN.NL 4-2010 2. OUTDOORPARKREUSEL.NL 4-2010 LITERATUUR: 1. C3 ARCHITECTURE + LANDSCAPE + URBANISM 300 BLZ 166 AFBEELDINGEN: THOMAS GERRITSEN
RECENSIE KEPSER UITKIJKTOREN INTERNET: 1. KEPSER.NL 2. UITINBRABANT.COM 3. DEWEEKKRANT.NL AFBEELDINGEN: ELKE VERHOEVEN IVETTE WENNEKES
04-2010 04-2010 04-2010 03-2010 03-2010
RECENSIE DE KAAP AFBEELDINGEN: 8. VOETSTAPPEN.NL | KAAPSE BOSSENROUTE P282 TONY DE HAAN JUSTIN VAN DER EERDEN 03-2010 TIM VAN DEN HEUVEL 03-2010 LITERATUUR: 1. COENRADIE, K. | BREDE KIJK OP DE NATUUR | TELEGRAAF | 07-1999 2. BERG, A. TEN | NATUURMONUMENTEN BOUWT NIEUWE KAAP | WIJKSE COURANT | 10-2005 3. EKKELBOOM, J. | DAMBORDEN IN HET BOS: UITKIJKTOREN DOORN | HET HOUTBLAD, P. 62-65 | 05-2006
433
RECENSIE LANDMARKE LAUSITZER SEENLAND INTERNET: 1. VILMOSKOERTE.WORDPRESS.COM 04-2010 2. GRAPHISOFT-NORDBAYERN.DE 04-2010 3. BOHLEN-AG.DE 04-2010 4. DETAIL.DE 04-2010 5. ERIH.NET 04-2010 6. DETAIL 6/2009 TREPPEN | WEGE | RAMPEN PAGINA | 584 - 586 AFBEELDINGEN: P290 FLICKR.COM 04-2010 1. IBA-SEE2010.DE 04-2010 2. IBA-SEE2010.DE 04-2010 3. VILMOSKOERTE.WORDPRESS.COM 04-2010 4. DETAIL.DE 04-2010 5. VILMOSKOERTE.WORDPRESS.COM 04-2010 6. BLOG.BELLOSTES.COM 04-2010 7. DETAIL.DE 04-2010 8. DETAIL.DE 04-2010 9. DETAIL.DE 04-2010
RECENSIE PYRAMIDE VAN AUSTERLITZ INTERNET: 1. PYRAMIDEVANAUSTERLITZ.NL 03-2010 2. PYRAMIDE-AUSTERLITZ.NL 03-2010 3. DEFRANSETIJD.NL 03-2010 4. LANDLAB.NL 03-2010 5. PROJECTENBANKCULTUURHISTORIE.NL 03-2010 6. NL.WIKIPEDIA.ORG 03-2010 7. TROUW.NL 03-2010 AFBEELDINGEN: 11. BALTARD 1806 12. OTTO HOWEN 1807 13. PYRAMIDEVANAUSTERLITZ.NL 2000 14. PROVINCIE UTRECHT | HENK BOL 2002 15. PANORAMIO.COM | PHERNAMBUCQ 2007 16. WIM HOOGENDOORN 2003 RUUD VAN MIDDENDORP 02-2010 LITERATUUR: 1. DE PYRAMIDE VAN AUSTERLITZ | ROLAND BLIJDENSTIJN | STOKERKADE CULTUURHISTORISCHE UITGEVERIJ | 2008
434
RECENSIE BOSTOREN INTERNET: 1. ARCHITECTENWEB.NL 2. SCHOVENHORST.NL 3. SEARCH.NL 4. DEARCHITECT.NL AFBEELDINGEN: RUUD VAN MIDDENDORP JOHANNA VAN WARNERS
RECENSIE INDEMANN INTERNET: 1. MAURERUNITED.COM LITERATUUR: 1. PR INFOBOEKJE MUA AFBEELDINGEN: 1. MUA THOMAS GERRITSEN INTERVIEW: MARC EN NICOLE MAURER
RECENSIE DE PAGODE INTERNET: 1. RIDETRADE.COM 2. RIDES.NL 3. REIZENRIJK.NL 4. VIJFZINTUIGEN.NL 5. PARKPLANET.NL 6. EFTELING.COM AFBEELDINGEN P367 RIDES.COM | JEROEN TRUYEN P368 YOUTUBE.COM/WATCH?V=2AJHHQEQU0C P370 PICASAWEB.COM | RAGINGR2 P376 PANORAMIO.COM | YVETTE 1. RIDES.COM | MARCEL 2. RIDES.COM | ROYTJUH321 3. RIDES.COM | N.I.C.K. 4. RIDES.COM | THE BASELINE 5. FLICKR.COM | JANNY BROCKEN 6. FLICKR.COM | ELISABETH85 7. FLICKR.COM | STEFAN299 8. FLICKR.COM | DRHENKENSTEIN
03-2010 03-2010 03-2010 03-2010 03-2010 04-2010
9. FLICKR.COM | CONZNL 10. FLICKR.COM | QUERBZ P383 RIDE TRADE: RIDETRADE.COM
03-2010 03-2010 03-2010
RECENSIE BOUDEWIJNTOREN AFBEELDINGEN: BASTIAAN GÖTTGENS SEAN DIEDEREN INTERVIEW: TON VANDEBERGH (ARCHITEKTENBURO TON VANDEBERGH, HEERLEN)
04-2010 RECENSIE FICTIEVE TOREN AFBEELDINGEN: BASTIAAN GÖTTGENS SEAN DIEDEREN INTERVIEW: TON VANDEBERGH (ARCHITEKTENBURO TON VANDEBERGH, HEERLEN)
03-2010 03-2010 03-2010 03-2010 03-2010 03-2010
TENTOONSTELLING AFBEELDINGEN: RUUD VAN MIDDENDORP
03-2010 03-2010 03-2010 03-2010 03-2010 03-2010 03-2010 03-2010 03-2010 03-2010 03-2010 03-2010
435