Algemene Voorwaarden Beleggingsdienstverlening
Inhoud
Hoofdstuk 1 Algemene Voorwaarden Beleggingsdienstverlening4 Hoofdstuk 2 Bijlage bij de Algemene Voorwaarden Beleggingsdienstverlening18 Hoofdstuk 3 Voorwaarden Advies
24
Hoofdstuk 4 Voorwaarden Vermogensbeheer
26
Hoofdstuk 5 Voorwaarden Bevoorschotting
30
Hoofdstuk 6 Voorwaarden Opties
32
4
1 Algemene Voorwaarden Beleggingsdienstverlening 1.
Definities
In de Overeenkomsten Beleggingsdienstverle ning en in de diverse toepasselijke Voorwaarden hebben de in dit artikel met een hoofdletter geschreven woorden de daaronder vermelde betekenis. Woorden die in het enkelvoud zijn gedefinieerd hebben eenzelfde betekenis indien zij in het meervoud worden gebruikt en vice versa. Algemene Bankvoorwaarden De Algemene Bankvoorwaarden, die door de Nederlandse Vereniging van Banken zijn gedeponeerd ter griffie van de Arrondisse mentsrechtbank te Amsterdam, zoals die van tijd tot tijd luiden. Algemene Voorwaarden Beleggingsdienst verlening Deze Algemene Voorwaarden Beleggingsdienst verlening zoals deze van tijd tot tijd luiden, al dan niet na wijziging conform artikel 24. Bank Staalbankiers N.V., statutair gevestigd te Den Haag, handelend onder de naam Staalbankiers. Staalbankiers N.V. is een bank die is ingeschreven in het register van De Nederlandsche Bank N.V. zoals bedoeld in artikel 1:107 Wft. Daarnaast is de Bank als beleggingsonderneming geregistreerd bij de Autoriteit Financiële Markten te Amsterdam en als zodanig ingeschreven in het register zoals bedoeld in artikel 1:107 Wft, op basis waarvan de Bank bevoegd is om beleggingsdiensten te verlenen. Beleggingsdienstverlening Onder Beleggingdienstverlening wordt verstaan: a) het ontvangen en doorgeven van orders van de Cliënt met betrekking tot Financiële Instrumenten; b) het voor rekening van de Cliënt uitvoeren of doen uitvoeren van orders met betrekking tot Financiële Instrumenten; c) het ten behoeve van de Cliënt beheren van een individueel vermogen; d) het adviseren aan de Cliënt over Financiële Instrumenten (inclusief transacties daarin);
e) het, al dan niet door inschakeling van het Bewaarbedrijf, in ontvangst nemen van Financiële Instrumenten, het bewaren van Financiële Instrumenten van de Cliënt (daaronder begrepen het houden van met die Financiële Instrumenten corresponde rende rechten) en het uitleveren van Financiële Instrumenten; f) het verrichten van werkzaamheden behorend tot de administratie van de Financiële Instrumenten van de Cliënt; en g) andere diensten die de Bank op enig moment in het kader van en/of voortvloeiende uit de hiervoor vermelde diensten aan de Cliënt verleent; Bewaarbedrijf Staal Bewaarbedrijf B.V., statutair gevestigd te Den Haag. Cliënt Een of meer (rechts)personen, die met de Bank een Overeenkomst Beleggingsdienstverlening is/zijn aangegaan. Derivaten Opties, futures, termijncontracten, en/of andere door de Bank als zodanig geaccepteerde van Financiële Instrumenten afgeleide producten. Effectendepot Het aan de Effectenrekening gekoppelde depot waarop de Financiële Instrumenten worden aangehouden en geadministreerd, die Cliënt verkrijgt als gevolg van het doen van transacties in Financiële Instrumenten. Effectenrekening De in de administratie van de Bank op naam van de Cliënt aangehouden rekening, waarop gelden in euro worden geadministreerd en ten gunste of ten laste waarvan transacties in Financiële Instrumenten worden verricht. Aan de Effectenrekening is tevens een Effectendepot gekoppeld. Financiële Instrumenten Aandelen, obligaties, participaties, derivaten en andere financiële instrumenten zoals gedefinieerd in artikel 1:1 Wft die op enig moment onderwerp zijn van de Beleggingsdienstverlening.
5
Overeenkomst Beleggingsdienstverlening De tussen de Cliënt, de Bank en het Bewaarbedrijf gesloten Overeenkomst Beleggingsdienstverlening met betrekking tot vermogensbeheer, beleggingsadvies of execution only dienstverlening. Deze overeenkomsten worden ook aangeduid als respectievelijk “Vermogensbeheerovereen komst”, “Beleggingsadviesovereenkomst” of “Execution only overeenkomst”. In de verschillende Overeenkomsten Beleggings dienstverlening zijn de Voorwaarden van toepassing verklaard. Overeenkomst Beleggingsdienstverlening Bevoorschotting De tussen de Cliënt, de Bank en het Bewaarbedrijf gesloten Overeenkomst Beleggingsdienstverlening met betrekking tot bevoorschotting, ook aangeduid als “Bevoorschottingsovereenkomst”. Overeenkomst Beleggingsdienstverlening Opties De tussen de Cliënt, de Bank en het Bewaarbedrijf gesloten Overeenkomst Beleggingsdienstverlening met betrekking tot de handel in opties, ook aangeduid als “Optieovereenkomst”. Rekening De door de Cliënt bij de Bank aangehouden betaalrekening, bestemd voor het algemeen betalingsverkeer van de Cliënt. Voorwaarden Deze Algemene Voorwaarden Beleggingsdienst verlening en, voor zover van toepassing, andere voorwaarden die de Bank op enig moment met betrekking tot de Beleggings dienstverlening heeft opgesteld. Wft De Wet op het financieel toezicht, zoals deze van tijd tot tijd luidt.
2. Werkingssfeer 2.1 Reikwijdte De Voorwaarden en de Algemene Bankvoorwaarden zijn van toepassing op alle rechtsbetrekkingen tussen de Bank en de Cliënt, die voortvloeien uit of samenhangen met de Beleggingsdienstverlening. 2.2 Aanhouden van (Effecten)Rekeningen De Cliënt houdt één of meer Rekeningen en één of meer Effectenrekeningen aan. 2.3 Effectendepot De Bank zal het Effectendepot uitsluitend crediteren of debiteren tegen het gelijktijdig debiteren respectievelijk crediteren van de Effectenrekening met het uit hoofde van de betreffende transactie in Financiële Instrumenten verschuldigde of te ontvangen bedrag.
3.
Classificatie van Cliënten
3.1 Classificatie Iedere Cliënt wordt door de Bank geclassificeerd als een “professionele” of als een “niet-professionele” belegger. Bovendien kunnen sommige professionele beleggers geclassificeerd worden als “een in aanmerking komende tegenpartij”. De classificatie van de Cliënt is bepalend voor het beschermingsni veau waarop de Cliënt recht heeft met betrekking tot de door de Bank in acht te nemen zorgplicht bij haar Beleggingsdienstver lening. De Bank brengt iedere Cliënt bij aanvang van de Beleggingsdienstverlening ervan op de hoogte in welke van bovengenoemde categorieën hij is geclassificeerd. Een Cliënt kan de Bank verzoeken om een andere classificatie dan hem op dat moment is toegekend.
6
3.2
Opt-up voor niet-professionele beleggers Een Cliënt die is geclassificeerd als niet-professionele belegger en die aan de opt-up voorwaarden voldoet, kan de Bank verzoeken om te worden behandeld als een professionele belegger. Daarmee verliest hij bepaalde bescherming en beleggerscompensa tierechten. 3.3 Opt-up voor professionele beleggers Indien een Cliënt is geclassificeerd als professionele belegger en aan de opt-up voorwaarden voldoet, kan de Cliënt de Bank verzoeken om te worden behandeld als in aanmerking komende tegenpartij. 3.4 Opt-down Indien een Cliënt is geclassificeerd als professionele belegger, kan de Cliënt de Bank verzoeken hem te behandelen als een niet-professionele belegger, teneinde in aanmerking te komen voor een hoger beschermingsniveau. Indien de Bank een dergelijk verzoek aanvaardt, zal de Cliënt een schriftelijke overeenkomst sluiten met de Bank, waarna de Bank de Cliënt als een niet-professionele belegger zal behandelen. Indien een Cliënt is geclassificeerd als in aanmerking komende tegenpartij kan de Cliënt de Bank verzoeken hem te behandelen als een professionele of niet-professionele belegger. 3.5 Verzoek tot herclassificatie Een verzoek tot herclassificatie kan de Cliënt maximaal éénmaal per kalenderjaar schriftelijk doen aan de Bank. De Bank zal een verzoek tot herclassificatie niet per specifieke dienst of transactie of per soort product of transactie honoreren, doch uitsluitend als het verzoek betrekking heeft op de gehele relatie met de Cliënt. De Bank is niet verplicht een dergelijk verzoek te honoreren. Aan honorering van het verzoek kan de Bank voorwaarden verbinden. De Bank zal de Cliënt ervan op de hoogte brengen als zij de Cliënt herclassificeert en met de Cliënt een schriftelijke overeenkomst sluiten.
3.6
ijzigingen in de classificatie van professionele W belegger / in aanmerking komende tegenpartij Het is de verantwoordelijkheid van de Cliënt om de Bank op de hoogte te houden van iedere wijziging die zijn classificatie als professionele belegger of in aanmerking komende tegenpartij zou kunnen beïnvloeden. Indien de Bank constateert dat een Cliënt niet langer voldoet aan de initiële voorwaarden om in aanmerking te komen voor classificatie als professionele belegger of in aanmerking komende tegenpartij, mag zij gepaste actie ondernemen, met inbegrip van de herclassificatie van de Cliënt als professionele belegger of niet-professionele belegger.
4.
Instructies en mededelingen
4.1 Communicatiemiddelen De Cliënt kan de Bank middels door de Bank aangewezen communicatiemiddelen instructies geven, waaronder orders tot het in zijn naam en voor zijn rekening verrichten van transacties in Financiële Instrumenten, indien en voor zover het de Cliënt in zijn relatie tot de Bank is toegestaan van het betreffende communicatiemiddel gebruik te maken. 4.2 Vastleggen gesprekken/opdrachten De Bank is bevoegd om door de Cliënt telefonisch gegeven opdrachten en/of met de Cliënt telefonisch gevoerde gesprekken op een geluidsdrager vast te leggen. De Bank is bevoegd, doch niet verplicht om op die wijze vastgelegde opdrachten en gesprekken te bewaren en/of te archiveren. Als de Cliënt nakoming van de Bank verlangt van een verplichting tot afgifte van een kopie of transscriptie van een opname moet Cliënt eerst de relevante specificaties opgeven zoals relevante datum, tijdstip en locatie. Voor het verstrekken van een kopie of transscriptie worden kosten in rekening gebracht. De geluidsopnames zullen na verloop van tijd door de Bank worden gewist.
7
4.3 Effectennota De Bank stuurt de Cliënt van iedere transactie in Financiële Instrumenten en andere daarmee verband houdende handelingen schriftelijk een effectennota met de essentiële gegevens van de transactie. Op verzoek en na schriftelijke dan wel elektronische toestemming van de Cliënt kan de effectennota op elektronische wijze aan de Cliënt worden toegezonden. 4.4 Informatie langs elektronische weg Indien de Cliënt via internet bankiert en belegt bij de Bank, verleent de Cliënt bij voorbaat toestemming aan de Bank om - op een door de Bank te bepalen tijdstip - berichten waarbij de uitvoering van een order tot het verrichten van een transactie in Financiële Instrumenten aan de Cliënt wordt teruggemeld, effectennota’s, rekeningafschriften, dan wel overige voor de Cliënt bestemde informatie uitsluitend langs elektronische weg aan de Cliënt te verstrekken. 4.5 Risico’s De Cliënt is zich volledig bewust van de risico’s die het langs elektronische weg ter beschikking stellen van informatie met zich meebrengt voor de authenticiteit en de vertrouwelijkheid van het berichtenverkeer en aanvaardt deze risico’s. 4.6 Controleplicht Cliënt De Cliënt is verplicht de door de Bank aan de Cliënt (langs elektronische weg) ter beschikking gestelde informatie onverwijld doch ten minste dagelijks te controleren, alsmede te controleren of de door hem verstrekte orders juist zijn uitgevoerd. Bij constatering van een onjuistheid of onvolledigheid is de Cliënt verplicht de Bank daarvan onverwijld schriftelijk in kennis te stellen. 4.7 Kopie Indien aan de Cliënt uitsluitend langs elektronische weg informatie ter beschikking is gesteld, zal de Cliënt bevoegd zijn om binnen de van toepassing zijnde wettelijke bewaartermijn een kopie daarvan bij de Bank op te vragen.
5.
Uitvoering van orders
5.1 Uitvoeringsregels Indien Financiële Instrumenten verhandeld worden aan meerdere beurzen, is de Bank met inachtneming van artikel 5.6 bevoegd zelf een beurs te kiezen waaraan zij de order ter uitvoering zal voorleggen, tenzij de Cliënt bij zijn order een specifieke beurs heeft opgegeven. Voor zover in deze Voorwaarden niet anders is bepaald, worden orders tot transacties in Financiële Instrumenten van de Cliënt uitgevoerd overeenkomstig zijn instructies en met inachtneming van de voor de desbetreffende beurs dan wel beurzen en/of overige markten geldende regels. De Bank handelt te allen tijde voor rekening en risico van de Cliënt. 5.2 Volmacht De Cliënt verleent hierbij aan de Bank onherroepelijke volmacht om de Effectenrekening van de Cliënt te belasten voor al hetgeen hij uit hoofde van zijn transacties in Financiële Instrumenten en andere daarmee verband houdende handelingen aan de Bank verschuldigd zal zijn. De Bank zal in verband met een uitgevoerde order de Effectenrekening van de Cliënt uitsluitend crediteren of debiteren met de aan- of verkochte Effecten tegen het gelijktijdig debiteren of crediteren van de Effectenrekening met het verschuldigde of het te ontvangen bedrag. 5.3 Voldoende saldo De Cliënt draagt er zorg voor dat te allen tijde voldoende saldo respectievelijk Financiële Instrumenten op zijn Effectenrekening aanwezig zijn voor de voldoening door de Bank van al hetgeen de Cliënt uit hoofde van en in verband met de Beleggingsdienstverlening verschuldigd is en zal zijn. De Bank weigert te allen tijde een order die een Cliënt heeft opgegeven, uit te voeren indien het saldo van de Cliënt onvoldoende is om de daaruit voortvloeiende verplichtingen te voldoen en in andere gevallen die wet of regelgeving voorschrijven. De Bank zal een Cliënt zo snel mogelijk op de hoogte stellen, als zij de uitvoering van een order
8
weigert. De Bank sluit in dit verband alle aansprakelijkheid uit, tenzij sprake is van opzet of grove schuld van de Bank. 5.4 Beperkingen De Bank is bevoegd beperkingen te stellen ten aanzien van de categorieën van Financiële Instrumenten waarvoor transacties worden uitgevoerd en ten aanzien van beurzen en markten waarop Financiële Instrumenten worden verhandeld. De Bank is tevens bevoegd beperkingen te stellen ten aanzien van de soorten orders voor transacties in Financiële Instrumenten waarvan zij de uitvoering in het kader van haar Beleggingsdienstverlening aan de Cliënt aanbiedt. De Bank is te allen tijde bevoegd wijzigingen aan te brengen in voormelde categorieën van Financiële Instrumenten, beurzen en markten en beperkingen ten aanzien van soorten orders aan te brengen, met dien verstande dat wijzigingen vooraf aan de Cliënt zullen worden bericht. 5.5 Dagorders en doorlopende orders Dagorders voor transacties in Financiële Instrumenten gelden - tenzij anders is overeengekomen - gedurende de dag waarop zij zijn gegeven. Doorlopende orders die niet kunnen worden uitgevoerd op de dag waarop de order door de Cliënt wordt verstrekt, worden door de Bank geaccepteerd voor een periode als wordt vermeld op de orderacceptatiebevestiging. 5.6 Best mogelijke resultaat Wanneer de Bank orders in Financiële Instrumenten van Cliënten uitvoert, zal zij, conform het dan geldende orderuitvoeringsbe leid, alle redelijke stappen ondernemen om het best mogelijke resultaat te behalen voor haar Cliënten. 5.7 Orderuitvoeringsbeleid Met het oog op het bepaalde in artikel 5.6 heeft de Bank met betrekking tot de uitvoering van cliëntenorders een orderuitvoeringsbeleid vastgelegd. De Bank zal haar Cliënten kennisgeven van wezenlijke wijzigingen in haar orderuitvoeringsregelingen of haar orderuitvoeringsbeleid. Een document dat
details bevat over het orderuitvoeringsbeleid wordt aan Cliënten verstrekt overeenkomstig artikel 10.2 (Informatieverstrekking). 5.8 Goedkeuring Cliënt Door het ondertekenen van de Overeenkomst Beleggingsdienstverlening bevestigt de Cliënt uitdrukkelijk dat hij akkoord gaat met het orderuitvoeringsbeleid van de Bank. 5.9 Samengevoegde orders De Cliënt stemt ermee in dat de Bank orders mag samenvoegen met die van andere Cliënten. De Bank zal van deze bevoegdheid alleen gebruikmaken, als het onwaarschijnlijk is dat de samenvoeging van orders nadelig uitvalt voor de Cliënt. Het kan evenwel niet worden uitgesloten dat samenvoeging van orders in een specifiek geval in het nadeel van Cliënt uitpakt. Als de Bank niet in staat is om samengevoegde orders volledig uit te voeren, dan worden de desbetreffende Financiële Instrumenten toegewezen naar rato van de omvang van de oorspronkelijke orders. Alle toewijzingen van orders door de Bank zullen geschieden tegen de gemiddelde koers van het uitgevoerde deel van de samengevoegde orders.
6. Verslaglegging 6.1 Bewaarplicht De Bank bewaart alle relevante gegevens over de door haar verrichte transacties in Financiële Instrumenten gedurende ten minste vijf jaar. Daarnaast houdt de Bank gegevens bij over alle door haar verleende diensten en verrichte beleggingsactiviteiten, inclusief gegevens over ontvangen orders, gedurende ten minste vijf jaar. 6.2 Portefeuilleoverzicht De Bank zal ten minste eenmaal per jaar aan iedere Cliënt voor wie zij Financiële Instrumenten aanhoudt een portefeuilleover zicht sturen van deze Financiële Instrumenten, tenzij een dergelijk overzicht werd verstrekt in een ander periodiek overzicht. 6.3 Fouten/onvolledige informatie Cliënten dienen de Bank onmiddellijk op de hoogte te brengen van fouten of onvolledige informatie die ze opmerken in de overzichten.
9
7. Verantwoordelijkheid bij “execution only” dienstverlening 7.1 Saldo- en dekkingsvereisten Indien de dienstverlening van de Bank aan de Cliënt in het kader van Beleggingsdienstverle ning zich beperkt tot het doorgeven of (doen) uitvoeren van orders (de zogenaamde “execution only” dienstverlening) - ongeacht of dit zich voordoet in een specifiek geval dan wel op voortdurende basis - zal de Bank de door de Cliënt gegeven orders tot het verrichten van transacties in Financiële Instrumenten in beginsel toetsen aan saldo- en dekkingsvereis ten. Een situatie als in dit artikel bedoeld, doet zich voor als de Cliënt middels directe communicatiekanalen, zoals orderlijnen en internet, orders aan de Bank geeft. Afgezien van het onderzoek naar de saldo- en dekkingsvereisten, zal de Bank niet toetsen of de door de Cliënt gegeven orders in overeenstemming zijn met de financiële situatie, beleggingsdoelstelling of risicobereidheid van de Cliënt. 7.2 Kennis en ervaring Voor zover de Wft dat voorschrijft, zal de Bank bij aanvang van de relatie met de Cliënt informatie inwinnen over diens ervaring en kennis met beleggen in het beoogde type Financiële Instrumenten. 7.3 Waarschuwing Indien de Bank op grond van de door de in artikel 7.2 bedoelde informatie van mening is dat de “execution only” dienstverlening niet passend is voor de Cliënt, of indien de Cliënt geen of onvoldoende informatie verschaft, zal de Bank de Cliënt hieromtrent in overeenstemming met het bepaalde in artikel 4:24 Wft waarschuwen. In een dergelijk geval is de Bank desalniettemin gerechtigd de door de Cliënt gevraagde order uit te voeren. Het is de verantwoordelijkheid van de Cliënt de Bank zo volledig mogelijk en voldoende gedetailleerd de gevraagde informatie te verschaffen. De Cliënt wordt geacht zich ervan bewust te zijn dat onjuiste en/of onvolledige informatie ertoe kan leiden dat de Bank ten
behoeve van de Cliënt transacties verricht, die niet geschikt of zelfs nadelig voor hem (kunnen) zijn. De Bank kan zonder meer afgaan op de door de Cliënt mondeling of schriftelijk verstrekte infor matie aangaande zijn kennis van en ervaring met beleggen in Financiële Instrumenten. 7.4 Geen advies De Bank geeft in het kader van haar “execution only” dienstverlening geen beleggingsadvies. De Cliënt dient zelfstandig te beslissen in welke Financiële Instrumenten hij belegt en of die Financiële Instrumenten passend voor hem zijn. De Bank draagt geen enkele verantwoordelijkheid voor de beleggingsbeslis singen van de Cliënt. De Cliënt kan de Bank niet aansprakelijk houden voor eventuele negatieve resultaten van deze beleggingsbeslis singen.
8. Risico beleggen in Financiële Instru menten, Opties, Bevoorschotting 8.1 Kenmerken Financiële Instrumenten Een algemene beschrijving van de aard en risico’s van de Financiële Instrumenten waarop de dienstverlening van de Bank betrekking heeft, zijn nader toegelicht in Bijlage 1 van de Algemene Voorwaarden Beleggingsdienstverle ning. Deze toelichting is niet uitputtend. De Bank zal de Cliënt op diens verzoek aanvullende informatie verstrekken. 8.2 Verklaringen Cliënt Door ondertekening van de Overeenkomst Beleggingsdienstverlening geeft de Cliënt uitdrukkelijk te kennen: a) voldoende door de Bank te zijn ingelicht over de risico’s en gevolgen verbonden aan het beleggen in Financiële Instrumenten; b) zich volledig bewust te zijn van de risico’s en gevolgen verbonden aan het beleggen in Financiële Instrumenten; en c) deze risico’s en gevolgen zonder enig voorbehoud te aanvaarden. 8.3 Waarde beleggingen De waarde van beleggingen in Financiële Instrumenten kan fluctueren. In het verleden
10
behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. 8.4 Opties De Beleggingsdienstverlening zal zich niet uitstrekken tot opties, tenzij een Optieovereenkomst Overeenkomst Beleggingsdienstverlening Opties is aangegaan. 8.5 Krediet Voor zover de Cliënt bij het beleggen in Financiële Instrumenten gebruik maakt van een krediet of op enige andere manier geheel of gedeeltelijk met geleend geld belegt, verklaart de Cliënt uitdrukkelijk zich ervan bewust te zijn het risico te lopen zijn inleg te verliezen en mogelijk een schuld over te houden. Een krediet op onderpand van Financiële Instrumenten is slechts toegestaan nadat een Bevoorschottingsovereenkomst is aangegaan.
9.
Belangenconflicten
De Bank heeft organisatorische en administratieve maatregelen genomen met als doel belangenconflicten vast te stellen, in beeld te brengen en te beheersen. Indien een belangenconflict onvermijdelijk blijkt te zijn, stelt de Bank de Cliënt hiervan op de hoogte. De Bank zal daarbij voldoende bijzonderheden vermelden, zodat de Cliënt in staat wordt gesteld met kennis van zaken een weloverwogen beslissing te nemen ten aanzien van de beleggingsdienst, beleggingsactiviteit of nevendienst in verband waarmee het belangenconflict zich voordoet. Een beknopte beschrijving van het beleid van de Bank in verband met belangenconflicten wordt aan niet-professionele cliënten verstrekt overeenkomstig artikel 10.2 (Informatiever strekking). Niet-openbare, koersgevoelige informatie, die mogelijkerwijs binnen de Bank bekend is, zal niet gebruikt kunnen worden bij de Beleggingsdienstverlening aan de Cliënt.
10. Communicatie 10.1 Taal van de communicatie De communicatie tussen de Cliënt en de Bank
zal in de Nederlandse taal plaatsvinden en de Bank zal alle informatie aan de Cliënt in de Nederlandse taal verstrekken, tenzij anders wordt overeengekomen. 10.2 Informatieverstrekking Alle informatie die door de Bank verstrekt wordt ingevolge deze Algemene Voorwaarden Beleggingsdienstverlening zal schriftelijk of op andere duurzame dragers, zoals e-mail of andere elektronische kanalen, worden verstrekt. De Cliënt stemt ermee in dat aan hem persoonlijk gerichte informatie op andere duurzame dragers kan worden verstrekt. In afwijking van het voorgaande kan de Bank niet persoonlijk tot de Cliënt gerichte informatie via haar website verschaffen. De Cliënt stemt uitdrukkelijk in met het gebruik van de website als middel voor informatiever strekking. De Bank zal van de bevoegdheid om informatie via andere duurzame dragers of via de internet site met internetadres http://www. Staalbankiers.nl te verstrekken, alleen gebruik maken, als dit past in de context waarmee de Bank met de Cliënt zaken doet. Alle mededelingen van de Cliënt aan de Bank zullen schriftelijk geschieden, tenzij de Bank en de Cliënt anders zijn overeengekomen of in deze Algemene Voorwaarden Beleggingsdienst verlening anders is bepaald.
11. Depositogarantiestelsel en beleggerscompensatiestel¬sel 11.1 Uitkering DNB Op grond van het Besluit bijzondere prudentiële maatregelen, beleggers-compensa tie en depositogarantie Wft (het “Besluit”) kan de Cliënt, voorzover hij een particulier of kleine onderneming is die voldoet aan de in het Besluit gestelde criteria en één (of meer) Rekening(en) en/of Geldrekening(en) bij de Bank aanhoudt in aanmerking komen voor compensatie indien De Nederlandsche Bank N.V. (“DNB”) constateert dat de Bank niet meer aan haar verplichtingen kan voldoen. De hoogte van het garantiebedrag wordt
11
vastgesteld door de Nederlandse wetgever. De meest actuele garantieregeling met de hoogte van de garantiebedragen is te raadplegen op de website van DNB (www.dnb.nl). 11.2 Uitkering DNB Op grond van het Besluit kan de Cliënt, voor zover hij een particulier, of kleine onderneming is die voldoet aan het in het Besluit gestelde criteria, die in verband met Beleggingsdienst verlening geld of Financiële Instrumenten aan de Bank heeft toevertrouwd, en die een vordering heeft (i) tot terugbetaling van geld dat door de Bank wordt gehouden in verband met het verlenen van beleggingsdiensten of (ii) tot teruggave van Financiële Instrumenten die door de Bank worden gehouden, maximaal € 20.000 uitgekeerd krijgen van DNB indien DNB constateert dat de Bank niet meer aan haar verplichtingen kan voldoen. 11.3 Toepassing Voor beantwoording van de vraag of de Cliënt gerechtigd is tot een uitkering op grond van het Besluit, is de officiële en meest recente tekst van het Besluit bepalend.
12. Aansprakelijkheid 12.1 Rekening en risico Cliënt De Bank en/of het Bewaarbedrijf verrichten alle handelingen in het kader van de Beleggingsdienstverlening voor rekening en risico van de Cliënt. 12.2 Opzet/grove schuld Bank en/of Bewaarbedrijf De Bank en/of het Bewaarbedrijf zullen niet aansprakelijk zijn voor schade als gevolg van een waardedaling of waardestijging van Financiële Instrumenten, door de Cliënt geleden verliezen en/of gederfde winst, of welke andere schade ook, behalve indien en voor zover (rechtens) komt vast te staan dat deze schade het rechtstreekse gevolg is van opzet of grove schuld van de Bank en/of het Bewaarbedrijf bij het verrichten van de door haar/hen verleende diensten. 12.3 Uitsluiting aansprakelijkheid Bank/ Bewaarbedrijf De Bank en/of het Bewaarbedrijf zijn nimmer
aansprakelijk voor indirecte schade, gevolgschade en/of gederfde winst. 12.4 Vrijwaring De Cliënt vrijwaart de Bank en/of het Bewaarbedrijf voor aanspraken van derden met betrekking tot de door haar/hen verrichte diensten.
13. Bewaring van Financiële Instrumenten 13.1 Wge-effecten Op de bewaring van Financiële Instrumenten die deel uitmaken van een door de Bank gehouden verzameldepot als bedoeld in de Wet giraal effectenverkeer, zijn de bepalingen van die wet alsmede het bepaalde in de volgende zin van toepassing. Voor zover die Financiële Instrumenten aan uitloting onderhevig zijn, zal de Bank ervoor zorg dragen dat telkens bij uitloting aan iedere Cliënt afzonderlijk een met diens gerechtigheid overeenkomend bedrag aan voor aflossing aangewezen Financiële Instrumenten wordt toebedeeld. 13.2 Niet Wge-effecten De bewaring van alle overige zich in Nederland bevindende Financiële Instrumenten (met uitzondering van geïndividualiseerde Financiële Instrumenten, opties en andere Derivaten) en de bewaring van zich in het buitenland bevindende Financiële Instrumenten (met uitzondering van opties en andere Derivaten) geschiedt door het Bewaarbedrijf. Op de bewaring van deze Financiële Instrumenten zijn van toepassing de “Bepalingen inzake de Bewaring van Effecten”, die bij de Bank ter inzage liggen en op verzoek van de Cliënt kosteloos worden toegezonden. 13.3 Financiele Instrumenten De Bank kan de Financiële Instrumenten die toebehoren aan de Cliënt aanhouden bij een derde. De Cliënt erkent nadrukkelijk dat waar Financiële Instrumenten of gelden worden gehouden bij een derde: a) de Bank de nodige zorg betracht bij de keuze van dergelijke derden. De Bank is niet aansprakelijk voor tekortkomingen van die derden, indien zij aantoont dat zij bij de
12
keuze van die derden de nodige zorgvuldigheid in acht heeft genomen; b) mogelijkerwijs de Financiële Instrumenten van de Cliënt niet als zodanig zijn te onderscheiden van de andere Financiële Instrumenten die de derde houdt voor de Bank of voor zichzelf; c) mogelijkerwijs de Financiële Instrumenten van de Cliënt worden gehouden op een door de derde onderhouden omnibusrekening; d) de derde met betrekking tot de Financiële Instrumenten of gelden een goederenrechte lijk zekerheidsrecht, een voorrecht of een recht tot verrekening kan hebben; e) de derde insolvent kan worden of anderszins niet in staat kan zijn om zijn verplichtingen na te komen; f) als gevolg van de onder (b), (c), (d) en/of (e) genoemde omstandigheden de Cliënt het risico loopt dat niet alle Financiële Instrumenten kunnen worden terugverkregen of dat zich een tekort kan voordoen in de Financiële Instrumenten die op zijn effectenrekening zijn bijgeschreven, en dat aldus zijn rechten met betrekking tot deze Financiële Instrumenten nadelig kunnen worden beïnvloed; g) het recht van een staat die geen EU-lidstaat is van toepassing kan zijn op de rekening waarop de rechten met betrekking tot de Financiële Instrumenten of gelden zijn bijgeschreven; en h) de onder (g) genoemde omstandigheid de rechten van de Cliënt met betrekking tot de Financiële Instrumenten kan beïnvloeden. 13.4 Zekerheden/Verrekening De Cliënt erkent nadrukkelijk dat: a) de Bank een pandrecht heeft op de Financiële Instrumenten en gelden van de Cliënt; b) de Bank een recht tot verrekening heeft met betrekking tot de Financiële Instrumenten en gelden van de Cliënt; c) de voorwaarden van het pandrecht en het recht tot verrekening van de Bank zijn opgenomen in de Algemene Bankvoorwaar
den, deze Algemene Voorwaarden Beleggingsdienstverlening, de Overeenkomst Beleggingsdienstverlening en/of een tussen de Cliënt en de Bank gesloten specifieke overeenkomst. 13.5 Financiële instrumenten bij effectenfinancie ringstransacties Mits de Cliënt vooraf uitdrukkelijk heeft ingestemd met het gebruik van zijn Financiële Instrumenten onder gespecificeerde voorwaarden, mag de Bank de Financiële Instrumenten van de Cliënt gebruiken in verband met effectenfinancieringstransacties (bijv. een opgenomen of verstrekte lening van Financiële Instrumenten, een repo of omgekeer de repo, dan wel een kooptransactie met wederverkoop of een verkooptransactie met wederinkoop) of anderszins voor eigen rekening of voor rekening van een andere cliënt. 13.6 Financiele instrumenten in een omnibusrekening Wanneer de Financiële Instrumenten van de Cliënt worden gehouden in een omnibusrekening aangehouden door een derde partij, zal de Bank geen overeenkomsten voor effectenfinancieringstransacties aangaan of anderszins van deze instrumenten gebruik maken voor eigen rekening of voor rekening van andere cliënten, tenzij zij de uitdrukkelijke instemming heeft gekregen van de Cliënt. De voorgaande zin is niet van toepassing indien de Bank over systemen en controlemiddelen beschikt, die waarborgen dat de betrokken Financiële Instrumenten toebehoren aan cliënten die overeenkomstig artikel 13.5 vooraf hun instemming hebben verleend.
14. Verpanding 14.1 Verpanding De Cliënt verpandt aan de Bank, voor zover nodig bij voorbaat, tot zekerheid voor al hetgeen de Bank al dan niet opeisbaar of onder voorwaarde van de Cliënt te vorderen heeft of zal hebben uit hoofde van de Beleggingsdienst verlening of uit welken hoofde ook: a) al zijn huidige en toekomstige aandelen in de door de Bank gehouden verzameldepots zoals
13
bedoeld in de Wet giraal effectenverkeer en alle huidige en toekomstige vorderingen uit hoofde van of samenhangende met de Financiële Instrumenten waarop de betreffende aandelen in de verzameldepots betrekking hebben; b) de te zijnen name aan het Bewaarbedrijf in bewaring gegeven en in de toekomst in bewaring te geven Financiële Instrumenten, voor zover deze door het Bewaarbedrijf voor de Cliënt zijn dan wel worden geïndividualiseerd, alsmede de huidige en toekomstige rechten jegens het Bewaarbedrijf die voortvloeien uit de bewaargeving ten behoeve van de Cliënt door het Bewaarbedrijf van de Financiële Instrumenten die niet door het Bewaarbedrijf voor de Cliënt zijn dan wel worden geïndividualiseerd; c) andere Financiële Instrumenten, goederen en waardepapieren die de Bank, het Bewaarbedrijf dan wel een derde voor één van deze instellingen uit welke hoofde ook, voor of van Cliënt onder zich heeft of zal krijgen; d) alle vorderingen die hij tegenover de Bank nu of te eniger tijd kan doen gelden uit hoofde van de nu of te eniger tijd ten gunste van de Cliënt aanwezige geldelijke tegoeden hetzij op de Effectenrekening en de Rekening, hetzij op enigerlei andere wijze aanwezig of geboekt. 14.2 Reikwijdte Het pandrecht omvat mede een recht van pand op alle ter zake de verpande Financiële Instrumenten, rechten en/of vorderingen te ontvangen vergoedingen. 14.3 Toevoeging nieuwe Financiële Instrumenten Deze verpandingen zullen telkens tot stand komen door de enkele toevoeging van de nieuwe Financiële Instrumenten, rechten en/of vorderingen aan de aan de Cliënt toebehorende Effectenrekening(en) respectievelijk Rekening(en), welke toevoeging voor zover nodig tevens zal gelden als kennisgeving aan de Bank/het Bewaarbedrijf.
14.4 Volmacht Onverminderd het voorafgaande is de Cliënt verplicht om op eerste verzoek van de Bank al datgene te doen en daarvoor medewerking te verlenen, teneinde het in dit artikel bedoelde pandrecht te vestigen en verleent daartoe hierbij een onvoorwaardelijke en onherroepelijke volmacht aan de Bank om alle handelingen te verrichten die noodzakelijk dan wel wenselijk zijn met het oog op het vestigen van de in dit artikel bedoelde pandrecht(en).
15. Verklaring van Erfrecht Na het overlijden van een Cliënt verlangt de Bank dat degene(n) die wenst te beschikken over de - op naam van de overleden Cliënt – op de Effectenrekening en/of op de Rekening aangehouden tegoeden, een verklaring van erfrecht overlegt.
16. Vergoedingen 16.1 Kosten De Bank brengt de Cliënt voor de door haar uitgevoerde beleggingsdiensten bewaarloon, provisie en (transactie)kosten in rekening overeenkomstig de te eniger tijd bij de Bank geldende tarieven. Deze tarieven kunnen worden opgevraagd via alle kantoren van de Bank en kunnen worden geraadpleegd op de website van de Bank. Daarnaast wordt eventuele debet- en creditrente over de Effectenrekening berekend conform de tarieven zoals gepubliceerd in de meest recente versie van het Tarievenoverzicht te vinden op de website van de Bank. 16.2 Informatieverstrekking over kosten De Bank verstrekt aan de Cliënt informatie over de kosten en bijbehorende lasten alsmede over wijzigingen in de kosten overeenkomstig artikel 10.2 (Informatieverstrekking). 16.3 Aan derden verschuldigde kosten De Bank kan tevens de door haar aan derden verschuldigde kosten voor de door haar uitgevoerde diensten aan de Cliënt in rekening brengen.
14
16.4 Tariefwijziging De Bank behoudt zich het recht voor de in artikel 16.1 bedoelde tarieven op ieder moment en met onmiddellijke ingang te wijzigen. In dat geval heeft de Cliënt overeenkomstig het artikel met het kopje “Wijziging overeenkomst” van de Overeenkomst Beleggingsdienstverle ning het recht de Overeenkomst Beleggingsdienstverlening tussen de Cliënt en de Bank door middel van een aangetekend schrijven met onmiddellijke ingang op te zeggen, met inachtneming van het bepaalde in artikel 25.1 van deze Algemene Voorwaarden Beleggingsdienstverlening. 16.5 Provisies Wanneer de Bank een dienst verleent aan een Cliënt kan zij vergoedingen, provisies of andere niet-geldelijke voordelen aan derde partijen betalen of van derde partijen ontvangen. Het beleid van de Bank inzake het betalen van provisies aan derde partijen en ontvangen van provisies van derde partijen is opgenomen op de website van de Bank.
17. Gegevens Cliënt 17.1 Cliëntgegevens De Bank is ingevolge wet- en regelgeving verplicht ter medewerking aan de handhaving en controle op de naleving van deze regels gegevens aan derden te verstrekken uit de door de Bank gehouden cliëntenadministratie. De Bank behoeft voor de verstrekking van deze gegevens niet de toestemming van de Cliënt. 17.2 Marketingdoeleinden De gegevens uit de administratie van de Bank betreffende de Cliënt kunnen door de Bank worden gebruikt voor marketingdoeleinden. 17.3 Gedragscode Voorts zal de Bank de Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen in acht nemen.
18. Bijzondere omstandigheden
In geval van bijzondere omstandigheden, waaronder begrepen het uitvallen van ordersystemen en grote drukte op de effecten- en optiebeurzen, kan er vertraging optreden bij de uitvoering van orders van de Cliënt. De Bank is niet aansprakelijk voor de hierdoor ontstane schade, direct of indirect, tenzij er sprake is van opzet of grove schuld van de Bank.
19. Koersopgaven 19.1 Koersopgave/koersinformatie De Bank en het Bewaarbedrijf zijn niet verplicht aan de Cliënt koersopgaven of koersinformatie te verstrekken. 19.2 Aansprakelijkheid De Bank is niet aansprakelijk jegens de Cliënt of derden voor schade, direct dan wel indirect, geleden als gevolg van of samenhangend met door de Bank verstrekte koersopgaven of koersinformatie.
20. Royement van orders in Financiële In strumenten 20.1 Royement door Bank Indien wijzigingen plaatsvinden in Financiële Instrumenten (zoals een split-up, afstempeling, aanvang handel ex-lotingskans) royeert de Bank eventuele lopende orders met betrekking tot zodanige Financiële Instrumenten. Voorts wordt de Cliënt geacht er mee bekend te zijn dat zich omstandigheden kunnen voordoen (waaronder bepaalde gebeurtenissen ten aanzien van de uitgevende instelling van Financiële Instrumenten die waarschijnlijk van wezenlijke invloed zullen zijn op de koers van de betreffende Financiële Instrumenten) als gevolg waarvan lopende orders in deze Financi ële Instrumenten worden geroyeerd door de beurs waar deze worden uitgevoerd. 20.2 Bestensorders/limietorders Bij Financiële Instrumenten die ex-dividend gaan worden, na beurssluiting op de dag voorafgaand aan de dag waarop de Financiële Instrumenten ex-dividend worden genoteerd,
15
alle nog openstaande bestensorders en limietorders die voor beurssluiting in het ordersysteem van de Bank zijn ingevoerd geroyeerd, tenzij op de effectenbeurs alwaar de Financiële Instrumenten worden verhandeld andere voorschriften of gebruiken van kracht zijn. De Bank zal in geval van royement niet gehouden zijn om deze order met een aangepaste limiet uit te voeren, behoudens het geval dat door de Cliënt aan de Bank daartoe een nieuwe order is verstrekt. 20.3 Aanvaarding door Bank Een opdracht van de Cliënt tot het royeren van een order wordt uitsluitend aanvaard onder de voorwaarde dat door de Bank of door een door haar ingeschakelde derde nog geen (begin van) uitvoering aan de betreffende order is gegeven.
21. Hoofdelijkheid Indien de Cliënt uit twee of meer (rechts) personen bestaat, zijn zij ieder hoofdelijk jegens de Bank aansprakelijk voor alle bestaande en toekomstige verplichtingen van de Cliënt uit hoofde van de door de Bank verrichte diensten.
22. Dekkingstekorten 22.1 De Bank stelt de Cliënt onverwijld in kennis indien en zodra in verhouding tot de financiële verplichtingen van de Cliënt naar het oordeel van de Bank een tekort aan zekerheden ontstaat. In dat geval is de Cliënt verplicht om binnen vijf (5) werkdagen de door de Bank verzochte zekerheden te stellen. Voor het geval, door welke oorzaak ook, niet tijdig aan deze verplichting wordt voldaan en/of naar het redelijke oordeel van de Bank verwacht mag worden dat niet aan deze verplichting zal worden voldaan, geeft de Cliënt hierbij bij voor baat onherroepelijke volmacht aan de Bank om (een deel van) de Financiële Instrumenten van de Cliënt te verkopen en met de netto opbrengst daarvan, dus onder aftrek van belastingen en/of kosten en provisies, het tekort aan te zuiveren.
22.2 Bij de uitoefening van de bevoegdheid genoemd in artikel 22.1, zal de Bank de volledige vrijheid hebben om te bepalen welke Financiële Instrumenten worden verkocht en te dien aanzien nimmer aansprakelijk zijn voor geleden verliezen en/of andere schade, tenzij de Bank aantoonbaar onzorgvuldig heeft gehandeld.
23. Amerikaanse belastingwetgeving 23.1 Bronbelasting De Cliënt is gehouden alle (administratieve) voorschriften en procedures van de Bank stipt na te leven in het geval dat de Cliënt belegt in Financiële Instrumenten waarvan de inkomsten zijn onderworpen aan bronbelasting van de Verenigde Staten van Amerika (hierna te noemen: “Amerikaanse Effecten”). 23.2 Limitation On Benefits-verklaring Indien: a) de Cliënt belegt in Amerikaanse Effecten; b) de Cliënt bovendien geen natuurlijk persoon is; en c) de Cliënt op grond van enig belastingverdrag met de Verenigde Staten van Amerika recht wil doen gelden op een vermindering van de in artikel 23.1 bedoelde bronbelasting, dan is de Cliënt in ieder geval gehouden om op eerste verzoek van de Bank een zogenaamde “Limitation On Benefits-verklaring” (i.e. een verklaring van de Cliënt dat deze recht heeft op toepassing van het belastingverdrag tussen het land alwaar de Cliënt fiscaal ingezetene is en de Verenigde Staten van Amerika) aan de Bank en het Bewaarbedrijf af te geven. Indien de Cliënt niet, of niet tijdig voldoet aan de in artikel 23.1 en 23.2 genoemde verplichtingen, is de Bank - in verband met de op haar rustende verplichtingen ter zake van de in artikel 23.1 bedoelde bronbelasting - gerechtigd om de Cliënt in te delen in de categorie van wie de inkomsten uit Amerikaanse Effecten onderworpen zijn aan het hoogste inhoudingspercentage.
16
23.3 W-9 formulier Indien de Cliënt belegt in Amerikaanse Effecten en de Cliënt bovendien kan worden gekwalificeerd als een “U.S. person”, dan is de Cliënt gehouden om binnen 14 dagen na een daartoe strekkend verzoek van de Bank, aan de Bank: a) een volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend “W-9” formulier of bij vervanging daarvan een document van gelijk waardige strekking te verstrekken; en b) schriftelijke toestemming aan de Bank en het Bewaarbedrijf te verlenen om het voornoemde “W-9” formulier of het vervangende document aan de bevoegde (belasting-) autoriteit in de Verenigde Staten van Amerika en/of een voor de Bank en/of het Bewaarbedrijf optredende inhoudingsplichtige van bronbelasting op Amerikaanse Effecten te doen toekomen. Indien de Cliënt niet, of niet tijdig voldoet aan de in dit artikellid genoemde verplichtingen, is de Bank - in verband met de op haar rustende verplichtingen ter zake van de in 23.1 bedoelde bronbelasting - ge rechtigd om de Amerikaanse Effecten op de Effectenrekening van de Cliënt namens en voor rekening en risico van de Cliënt te vervreemden, ongeacht de alsdan te realiseren bruto verkoopopbrengst en de daarover af te dragen belasting(en).
24. Wijziging 24.1 Wijziging Voorwaarden De Bank is gerechtigd deze Algemene Voorwaarden Beleggingsdienstverlening en de Voorwaarden te wijzigen en/of aan te vullen. Een wijziging en/of aanvulling treedt in werking twee maanden nadat de Cliënt hierover door de Bank is geïnformeerd overeenkomstig de bepalingen van artikel 10.2 of in de gelegenheid is gesteld om hiervan kennis te nemen. Indien de Cliënt niet akkoord gaat met de wijziging en/of aanvulling, dient hij dit binnen de termijn van twee maanden aan de Bank te melden, waarna de Bank de Beleggingsdienstverlening met onmiddellijke
ingang zal beëindigen, onverminderd het bepaalde in artikel 25.1. 24.2 Bindendheid In afwijking van het bepaalde in artikel 24.1 zal een door de Bank aangebrachte wijziging en/of aanvulling in de Algemene Voorwaarden Beleggingsdienstverlening direct nadat de Cliënt daarover is geïnformeerd of in de gelegenheid is gesteld daar kennis van te nemen, bindend zijn voor de Bank en de Cliënt, als de betreffende wijziging en/of aanvulling naar het redelijk oordeel van de Bank verband houdt met of voortvloeit uit een uitspraak, een instructie of een bindend advies waaraan de Bank zich gebonden acht, of met een wijziging in regelgeving. Een door de Bank aangebrachte wijziging of aanvulling zal eveneens direct bindend zijn indien deze slechts van praktische aard is.
25. Beëindiging 25.1 Afwikkeling transacties Behoudens voor zover door de Bank en de Cliënt schriftelijk anders is overeengekomen: a) worden transacties in Financiële Instrumenten die op de datum van beëindiging van de Overeenkomst Beleggingsdienstverlening nog niet zijn afgewikkeld, door de Bank zoveel mogelijk afgewikkeld overeenkomstig de Voorwaarden; en b) blijft gedurende deze afwikkeling ieder der partijen gebonden aan de Voorwaarden alsmede aan alle overige overeenkomsten, waaronder begrepen verpanding, voor zover betrekking hebbend op de Financiële Instrumenten van de Cliënt die onderwerp zijn van de Beleggingsdienstverlening. 25.2 Restitutie Indien de Overeenkomst Beleggingsdienstver lening door de Cliënt wordt beëindigd, is de Bank niet gehouden tot gehele of gedeeltelijke restitutie van aan haar verschuldigd betaalde vergoedingen en blijft de Cliënt reeds vervallen doch nog niet betaalde vergoedingen onverminderd verschuldigd.
17
25.3 Opheffing Effectenrekening bij geen tegoed De Bank is bevoegd een Effectenrekening waarop gedurende een periode langer dan één kalenderjaar geen tegoed wordt aangehouden op te heffen, nadat de Bank de Cliënt daarover schriftelijk heeft geïnformeerd en de Cliënt niet binnen een periode van drie maanden aan de Bank heeft kenbaar gemaakt daartegen bezwaar te hebben.
26. Klachten Het kan gebeuren dat Cliënt niet tevreden is over de dienstverlening van Staalbankiers. In dat geval kan Cliënt een klacht indienen. Klachttermijn Een klacht moet worden ingediend (bij voorkeur schriftelijk) binnen één jaar nadat het feit zich heeft voorgedaan. Waar indienen? In eerste instantie dient de klacht te worden ingediend bij het kantoor waar Cliënt contacten onderhoudt. De adressen van de kantoren staan vermeld op de website of opvragen bij het Client Service Centre, telefoon 0800 - 78 22 5 22. Wordt de klacht niet naar tevredenheid afgehandeld, dan kan Cliënt zich wenden tot de Secretaris van de Klachtencommissie van Staalbankiers. De schriftelijke klacht, inclusief een eventueel daaraan voorafgaande de briefwisseling en/of andere relevante informatie, kan worden gestuurd naar: Staalbankiers N.V. T.a.v. de Secretaris van de Klachtencommissie Postbus 327 2501 CH Den Haag of per e-mail naar
[email protected] Indien de uitkomst van de klachtafhandeling door de Klachtencommissie van Staalbankiers niet naar tevredenheid is, kan Cliënt zich wenden tot het Klachten Instituut Financiële Dienstverlening (Kifid) of de rechter. Het Kifid hanteert eigen spelregels, raadpleeg daarvoor de website www.kifid.nl.
Kifid Postbus 93257 2509 AG DEN HAAG Telefoon 0900-fklacht ofwel 0900-3552248 E-mail
[email protected] www.kifid.nl
Gegevens Staalbankiers Staalbankiers N.V. Bezoekadres: Lange Houtstraat 8, Den Haag Postadres: Postbus 327 (2501 CH) Den Haag www.staalbankiers.nl Staalbankiers staat onder toezicht van De Nederlandsche Bank N.V., Postbus 98 te Amsterdam (1000 AB). Vergunningnummer 12000087. Staalbankiers staat tevens onder toezicht van de AFM, Postbus 11723 te Amsterdam (1001 GS).
18
2B ijlage bij de Algemene Voorwaarden Beleggingsdienstverlening Kenmerken en risico’s Hieronder worden de kenmerken van verschillende financiële instrumenten en enkele relevante begrippen besproken alsmede de daaraan verbonden beleggingsrisico’s. Aan alle vormen van beleggen zijn risico’s verbonden. De risico’s zijn afhankelijk van het instrument waarin wordt belegd. Meestal geldt dat een belegging met een potentieel hoger rendement grotere risico’s met zich brengt. Het doel van deze bijlage is een kort overzicht te geven van wat beleggen betekent, en welke risico’s hieraan zijn verbonden. Deze toelichting is niet bedoeld om een volledige omschrijving te geven van een bepaald financieel instrument en de Bijlage geeft dan ook niet alle kenmerken en risico’s weer. U moet niet in financiële instrumenten handelen tenzij u de aard en de werking van deze instrumenten begrijpt en begrijpt welke risico’s u loopt.
Aandelen Aandelen zijn deelnemingen in het aandelenkapitaal van een vennootschap. De aandeelhouder mag zich - economisch gezien - beschouwen als een bezitter van een deel van het vermogen van een onderneming. Aandelen kunnen op naam zijn gesteld of aan toonder luiden. Bij aandelen is er sprake van risicodragend kapitaal. De waardeontwikkeling is vooral afhankelijk van de gerealiseerde en verwachte bedrijfsresultaten en de dividendpolitiek van de betrokken vennootschap. Aandelenkoersen kunnen snel fluctueren en kunnen negatief worden beïnvloed door macro-economische ontwikkelingen en door berichtgeving over de vennootschap in kwestie. In geval van faillissement van de uitgevende instelling (de vennootschap die de aandelen uitgeeft) kan de waarde van de aandelen teruglopen tot nul. Aandeelhouders komen pas voor dividend in aanmerking, nadat alle overige kapitaalverschaffers het aan hen toekomende rendement hebben ontvangen. Als het slecht gaat met de vennootschap, dan zal geen dividend worden uitgekeerd. Er komen zowel courante als incourante aandelen voor.
Courante aandelen zijn genoteerd aan een officiële effectenbeurs en worden regelmatig verhandeld. Incourante aandelen worden minder makkelijk verhandeld omdat er weinig of geen aanbod voor is of er niet dagelijks in wordt gehandeld. Omvangrijke aan- of verkopen in incourante aandelen worden hierdoor in het algemeen gelijk vertaald in een oplopende of dalende koers. Bij de aan- of verkoop loopt u het risico dat u niet op het door u gewenste moment uw aandelen kunt verhandelen. Samengevat bieden aandelen over het algemeen een onzeker rendement terwijl u daarnaast het risico loopt uw inleg te verliezen.
Certificaten van aandelen Certificaten van aandelen zijn financiële instrumenten die originele aandelen vertegenwoordigen. De aandelen zelf zijn meestal in beheer bij een administratiekantoor. De beheerder, veelal dus het administratiekantoor, verkrijgt de aandelen op eigen naam en wordt rechthebbende (juridisch eigenaar) van de aandelen terwijl de certificaathouder economisch belanghebbende wordt. Een certificaathouder heeft niet alle rechten die zijn verbonden aan aandelen. Vaak heeft de certificaathouder niet of slechts beperkt het aan de aandelen verbonden stemrecht. De risico’s die verbonden zijn aan certificaten zijn in principe dezelfde als de risico’s die aan gewone aandelen zijn verbonden. In geval van faillissement kan de waarde van de certificaten dan ook teruglopen tot nul. Certificaten kunnen royeerbaar zijn, hetgeen inhoudt dat zij door de certificaathouder kunnen worden ingewisseld tegen het onderliggende aandeel. Voor niet-royeerbare certificaten is deze mogelijkheid uitgesloten. Beperkt royeerbare certificaten kunnen alleen onder bepaalde omstandigheden of voorwaarden worden ingewisseld.
Obligaties Als u in obligaties belegt, leent u in feite geld aan een bedrijf, een instantie of een overheid. Over de schuld wordt door de entiteit die de obligatie heeft uitgegeven over het algemeen een vooraf overeengekomen rente vergoed en krijgt u aan het
19
einde van de looptijd de nominale waarde van de obligatie uitbetaald. Er bestaan bijzondere vormen van obligaties. Deze bijzondere vormen kunnen betrekking hebben op de wijze van rentebetaling, de wijze van aflossing, de wijze van uitgifte en bijzondere leningsvoorwaarden. Het rendement op de obligatie kan bijvoorbeeld (mede) afhankelijk worden gesteld van de geldende rentestand (voorbeelden zijn surplusobligaties en rente-indexobli gaties) of van de winst van de instelling die de obligatie heeft uitgegeven (zoals winstdelende obligaties en inkomstenobligaties). Er bestaan ook obligaties waarop geen rente wordt uitbetaald (zerobonds). Het rendement op deze obligaties wordt verkregen uit het verschil tussen de uitgiftekoers en de latere aflossingskoers. Ook een belegging in obligaties draagt risico’s met zich mee. De koers van een obligatie is over het algemeen in de eerste plaats afhankelijk van de rentestand, zodat koersschommelingen kunnen plaatsvinden. Voorts is de gegoedheid van de uitgevende instelling belangrijk. Over het algemeen fluctueren de koersen van obligaties echter minder dan aandelenkoersen.
beleggingsinstellingen is het aantal uitgereikte aandelen/participaties wel vastgelegd. Gedurende de looptijd is toe- en uittreden in beginsel niet, of slechts onder voorwaarden mogelijk, hetgeen er in resulteert dat aandelen/participaties in deze soort beleggingsinstellingen niet of niet makkelijk verhandelbaar zijn. Hierdoor loopt u het risico dat u niet op het door u gewenste moment uw aandelen/ participaties in de beleggingsinstellingen kunt verhandelen. Voor beleggingsinstellingen geldt dat de hierboven genoemde risico’s van aandelen en obligaties, afhankelijk van de soorten effecten of andere waarden waarin wordt belegd door de beleggingsinstelling (bijvoorbeeld obligaties, aandelen, onroerend goed), ook van toepassing zijn. Beleggingsinstellingen kunnen ook (een) index(en) volgen. De risico’s van beleggen in beleggingsinstellingen worden in beginsel relatief kleiner door de spreiding van de beleggingen binnen de beleggingsinstelling. Dit neemt niet weg dat het beleggen in beleggingsinstellingen over het algemeen een onzeker rendement biedt terwijl u daarnaast het risico loopt uw inleg te verliezen.
Hedge funds Als de uitgevende instelling in financiële moeilijkheden komt, bestaat de mogelijkheid dat zij in het uiterste geval niet in staat is om de nominale waarde van de obligatie en de rente te betalen.
Beleggingsinstellingen Beleggingsinstellingen zijn instellingen die gelden aantrekken of verkrijgen om collectief te beleggen, om daarmee de participanten te laten delen in de opbrengsten van de beleggingen. Beleggingsinstellin gen zijn er in de vorm van rechtspersonen en in de vorm van fondsen zonder rechtspersoonlijkheid. In het eerste geval vindt de participatie plaats in de vorm van aandelen, in het tweede geval wordt deelgenomen middels participaties. Tevens kan er een onderscheid tussen open-end beleggingsinstellingen en closed-end beleggingsinstellingen gemaakt worden. Bij open-end beleggingsinstellingen is de toe- en uittreding door de participanten onbeperkt en het aantal uitstaande aandelen/participaties is niet begrensd. Bij closed-end
Een hedge fund of hedgefonds is een beleggingsinstel ling waarbij de beheerder tracht een optimaal rendement te realiseren onafhankelijk van de richting van de beurs. De nadruk ligt op het behalen van een absoluut rendement en niet zozeer op het beter presteren dan een index. Eén van de verschillen tussen hedgefondsen en klassieke beleggingsfondsen is dat hedgefondsen gebruik maken van een breder scala aan instrumenten en handelstechnieken. Zo kunnen derivaten worden gebruikt ter bescherming van het rendement of kunnen aandelen worden verkocht om te profiteren van dalende aandelenkoersen, zonder dat deze aandelen in het bezit zijn van het hedge fund (short verkopen). Het zelf beleggen via hedgefondsen vereist een gedegen kennis van de strategie, hefboom en liquiditeitsrisico van de hedgefondsen. Daarnaast is een goed begrip van complexe handels- en derivatenstrategieën van belang.
20
Converteerbare obligaties en reverse exchangeables De converteerbare obligatie is een obligatie die onder bepaalde voorwaarden gedurende de zogenaamde conversieperiode tegen de conversiekoers kan worden omgewisseld tegen aandelen. De coupon is in de regel om deze reden iets lager dan een gewone obligatie. Een converteerbare obligatie vertoont kenmerken van zowel een obligatie als van een aandeel. Voor de risico’s wordt derhalve verwezen naar de risico’s die zijn verbonden aan deze financiële instrumenten. Een reverse exchangeable is de Engelse term voor een omgekeerde converteerbare obligatie. Bij deze obligatie heeft niet de belegger het recht om op afloopdatum de obligatie in aandelen om te wisselen, maar is het aan de uitgevende instelling om te beslissen of zij de nominale waarde van de obligatie uitbetaalt in contanten of in aandelen. Het risico voor de belegger bestaat hieruit dat als wordt afgelost met aandelen, die aandelen op dat moment een lagere waarde vertegenwoordigen dan de nominale waarde van de obligatie. Tegenover dit risico staat de relatief hoge coupon, die de belegger jaarlijks ontvangt. De risico’s van reverse exchangeables zijn vergelijkbaar met het beleggen in aandelen. Het verliezen van uw gehele belegging is ook in dit geval mogelijk.
Warrants Een warrant is het recht (maar niet de plicht) om gedurende een vastgestelde periode aandelen, obligaties of andere financiële instrumenten te kopen (callwarant) of verkopen (putwarrant) tegen een vooraf vastgestelde prijs (de uitoefenprijs) van de oorspronkelijke uitgevende vennootschap van de onderliggende financiële instrumenten. Een warrant lijkt op een optie met dien verstande dat een warrant een recht vertegenwoordigt jegens het betrokken bedrijf. De contractspecificaties bij warrants zijn niet gestandaardiseerd.
dan wel negatief). De prijzen van warrants kunnen dus sterk fluctueren. Als u overweegt om warrants te kopen dient u daarbij goed te bedenken dat het recht om een bepaald effect te verkrijgen, welk recht een warrant u geeft, maar beperkt geldig is. Dat betekent dat als u binnen de van toepassing zijnde termijn u uw warrant niet uitoefent, uw belegging waardeloos is. Beleg uitsluitend in warrants indien u bereid bent het risico te lopen dat u uw gehele inleg kwijtraakt met daarbij de kosten voor effectenprovisie of andere transactiekosten.
Opties Een optie is een contract waarbij de partij die de optie verstrekt (de “schrijver”) aan zijn wederpartij het recht toekent om een onderliggende waarde, bijvoorbeeld een pakket aandelen of een vastgestelde hoeveelheid goud, gedurende of aan het einde van een overeengekomen periode te kopen (we spreken dan van een “call-optie”) of te verkopen (we spreken dan van een “put-optie”) tegen een prijs welke van tevoren is bepaald of waarvan overeengekomen is op welke wijze deze bepaald zal worden. Voor dit recht betaalt de wederpartij meestal een premie aan de schrijver. De premie bedraagt slechts een fractie van de onderliggende waarde. Hierdoor leidt een koersschommeling van de onderliggende waarde tot grotere winsten of verliezen voor de houder van een optie (de zogenaamde hefboomwerking). Meestal is de optie tussentijds verhandelbaar: zowel call-opties als put-opties kan men dan kopen en verkopen. De premie die dient te worden betaald, is onder meer afhankelijk van de waardeontwikkeling (koers) van de onderliggende waarde. De risico’s bij opties verschillen al naar gelang u opties koopt danwel opties schrijft. Hieronder gaan wij op beide situaties in.
Het kopen van opties Bij warrants doet zich het hefboomeffect voor. Een relatief kleine prijsverandering van de onderliggende effecten heeft een disproportioneel grote prijsverandering van de warrant tot gevolg (positief
Het kopen van opties is minder risicovol dan het schrijven van opties. Als de prijs van de onderliggende waarde in uw nadeel wijzigt, kunt u eenvoudigweg de optie laten expireren. U verliest dan hooguit de premie
21
die u heeft betaald om de optie te kopen, plus effectenprovisie of andere transactiekosten.
Het verkopen of schrijven van opties Als u een optie schrijft loopt u een groter risico dan als u een optie koopt. Een schrijver (verkoper) van een optie neemt de verplichting (geen recht) op zich om de onderliggende waarde te leveren (schrijver van de call-optie) of af te nemen (schrijver van de put-optie) tegen de afgesproken prijs. Hij heeft dus een leverings- of afnameplicht, ongeacht de daadwerkelijke prijs van de onderliggende waarde op het moment dat de optie wordt uitgeoefend. Bij het schrijven van opties wordt onderscheid gemaakt tussen het gedekt en ongedekt (naakt) schrijven van opties. Onder gedekt schrijven wordt verstaan het schrijven van een calloptie op de onderliggende waarde waarbij de schrijver de onderliggende waarde al in bezit heeft. Bij het ongedekt of naakt schrijven heeft men deze stukken niet in bezit en zullen tegen de dan geldende koers alsnog worden geleverd. Het risico kan dan onbeperkt zijn. Het schrijven van put-opties wordt altijd als ongedekt beschouwd (men is immers verplicht de onderliggende waarde te kopen, indien de koper van de optie van zijn recht gebruik wenst te maken). Alleen als u een ervaren belegger bent zou u wellicht kunnen overwegen om ongedekte opties te schrijven, en alleen dan als u zich volledig op de hoogte heeft gesteld van de voorwaarden en het potentiële risico dat gelopen wordt. Bij opties kunt u verplicht worden om extra geld bij te storten op uw rekening om te voldoen aan uw marginverplichting om uw ingenomen optiepositie te behouden (zie hieronder voor uitleg over het begrip margin).
Indexopties U kunt ook opties nemen op indexen, zoals een algemene aandelenindex, een sector index of een willekeurige andere index of referentiewaarde. In verschillende opzichten zijn indexopties en gewone aandelenopties gelijk. In tegenstelling tot andere opties kunnen indexopties echter alleen worden afgerekend in geld. Het verschil tussen de uitoefenprijs van de
optie en de slotkoers van de index op de dag dat de optie wordt uitgeoefend is het bedrag dat moet worden betaald of dat wordt ontvangen. Kopers van indexopties lopen in feite dezelfde risico’s als kopers van aandelenopties. Het belangrijkste risico is dat de onderliggende index zich gedurende de looptijd van de optie niet beweegt in de richting die werd verwacht door de belegger. In dat geval kan de indexoptiehouder zijn totale inleg binnen korte tijd verliezen. Een ander risico is dat de index zich wel in de juiste richting beweegt, maar dat deze beweging niet groot genoeg is om winstgevend te zijn voor de calloptiehouder of putoptiehouder. In beide situaties kan de optiehouder er voor kiezen om de optie te verkopen vóór de expiratiedatum om een deel van de kosten te dekken. Omdat een optie echter minder waard wordt als de expiratiedatum nadert, kan het lastig zijn om daadwerkelijk een deel van de kosten terug te verdienen. Ook hier bestaat dus de kans dat u uw gehele inleg verliest. Als u indexopties schrijft loopt u risico’s die andere beleggers niet lopen. Omdat indexopties naar hun aard reageren op prijsfluctuaties van een breed scala aan onderliggende waarden, is het bijzonder moeilijk voor een schrijver van een indexoptie om zijn posities af te dekken. Doordat de opties in contant geld worden afge rekend is er een aanvullend risico: op het moment van assignment loopt een calloptieschrijver nog steeds bepaalde risico’s, zelfs als hij zijn posities heeft ingedekt en zelfs als hij alle aandelen zou bezitten die deel uitmaken van de index waarop de optie betrekking heeft. Dit komt doordat het geldbedrag dat de optieschrijver moet betalen op het moment van assignment is gebaseerd op de slotkoers van de index op de dag dat de optie wordt uitgeoefend, zijnde de beursdag voor assignment. Nadat de indexoptie is afgerekend, loopt de schrijver van de optie de kans dat de aandelen (of andere opties) waarmee hij zijn posities had ingedekt zich ongunstig ontwikkelen op de markt waardoor hij op zijn totale positie een verlies lijdt. Als u indexopties schrijft of een spreader bent, moet u zorgvuldig nagaan wat de invloed op uw totale positie is als de optie wordt uitgeoefend voordat u een indexoptietransactie verricht.
22
Termijncontracten Een termijncontract is de verplichting (geen recht) om een zekere hoeveelheid van een bepaalde onderliggende waarde (zoals valuta, goederen of grondstoffen) te kopen of te verkopen tegen een vastgestelde prijs met levering op termijn. Een termijncontract kan worden gekocht of verkocht. De koper van een termijncontract (ook wel de houder van een “long positie” genoemd) neemt de verplichting op zich om de afgesproken hoeveelheid in ontvangst te nemen en te betalen. De verkoper (houder van een “short positie”) heeft een leveringsplicht. Het is het algemeen niet de bedoeling om de partij goederen of financiële waarden daadwerkelijk te ontvangen of te leveren. De termijnhandel kent een hoge mate van hefboomeffect. Bij het afsluiten van een termijncontract behoeft maar een gering deel (20%) van de werkelijke waarde te worden gestort. Een beperkte koersschommeling kan derhalve tot grote verliezen (of winsten) leiden. Het verlies op termijncontracten, alsmede opties hierop, kan aanzienlijk zijn. Het verlies hoeft niet beperkt te zijn tot de inleg. Onder bepaalde marktomstandigheden kan het moeilijk of zelfs onmogelijk zijn om een positie te sluiten/liquideren. De verliezen zijn alsdan niet gelimiteerd. Het geven van een “stop-loss” of een “stop-limit” opdracht zullen de verliezen niet noodzakelijk kunnen beperken.
Structured products Een gestructureerd product is een bijzondere vorm van beleggen, waarmee u meer of minder risico loopt dan met een normale belegging. Structured products worden uitgegeven door financiële instellingen. De specificaties aangaande een structured product zijn meestal vastgelegd in het prospectus inzake het specifieke product. Gestructureerde producten zijn vaak ingewikkeld. Laat u van tevoren goed informeren over het product en of het bij u past. De risico’s die zijn verbonden aan structured products zijn in veel gevallen vergelijkbaar met de risico’s verbonden aan opties. Een extra risico daarbij is de gegoedheid van de uitgevende instelling.
Bij de aan- en verkoop van structured products wordt provisie berekend. Structured products zijn bijvoorbeeld garantieproducten, hefboomproducten en beschermingsproducten. Een garantieproduct is een gestructureerd product, waarbij (een deel van) de inleg is gegarandeerd. Garantieproducten kennen vaak een vaste looptijd waarbij de garantie ten aanzien van de betaling van (een deel van) de hoofdsom alleen geldt op de einddatum. De risico’s van een belegging in garantieproducten bestaan uit het debiteurenrisico op de uitgevende instelling en uit hoofdsomrisico gedurende de looptijd. Het debiteurenrisico bestaat eruit dat in geval van faillissement van de uitgever van het garantieproduct, de belegger zijn inleg kan kwijtraken. Het hoofdsomrisico bestaat eruit dat de onderliggende waarde gedurende de looptijd kan stij gen, onveranderd blijven of dalen, waardoor beleggers het risico lopen geen of zelfs een negatief rendement te behalen. De belegger loopt op einddatum alleen het risico op een negatief rendement, indien de garantiewaarde lager is dan de inschrijvingskoers. Het rendement en de volatiliteit van een garantieproduct is veelal afhankelijk van de ontwikkeling van een onderliggende waarde. De aanschaf van een garantieproduct met eigen middelen brengt geen hefboomwerking met zich mee. Hefboomproducten zijn speculatieve producten die vergelijkbaar zijn met opties en warrants. Dit kunnen bijvoorbeeld op de beurs genoteerd beleggingsproduc ten zijn waarmee kan worden ingespeeld op een koersbeweging van verschillende onderliggende waarden zoals aandelen, indices, grondstoffen, obligaties en valuta. U neemt extra risico ten opzichte van de waarde waarin belegd wordt. Gestructureerde hefboomproducten zijn vooral aantrekkelijk voor actieve en ervaren beleggers. Met hefboomproducten loopt u een hoog risico, u kunt uw hele inleg kwijt raken. Bij beschermingsproducten hebt u bescherming van uw inleg, maar geen garantie. Het kan dus voorkomen dat u aan het eind van de looptijd niets terugkrijgt. De
23
bescherming verschilt van product tot product. Laat u zich voorafgaand aan de aankoop van een beschermingsproduct goed informeren. Indien u een beschermingsproduct aankoopt met eigen middelen is er geen sprake van een hefboomeffect. De volatiliteit is afhankelijk van de onderliggende waarde.
Private equity Private equity is een term die verwijst naar investeringen in ondernemingen die niet beursgenoteerd zijn. Dit soort beleggingen zijn niet zelden te karakteriseren als investeringen in (startende) ondernemingen die zich nog niet hebben bewezen in de markt. In dat verband wordt ook wel gesproken over durfkapitaal. Tegenover de hoge risico’s, die met dit soort beleggingen gepaard gaan, bestaat bij winstgevendheid van de onderneming ook kans op zeer hoog rendement. Beleggen in private equity kan ook door middel van beleggingen in beleggingsinstellingen.
Margin Als u in ingewikkelde producten handelt zoals opties of andere derivaten, dan kunt u verplicht worden om zekerheid te verstrekken in de vorm van contant geld, financiële instrumenten of anderszins. De margin die u heeft gestort om een positie in te nemen of te behouden kunt u verliezen. Als de markt zich voor u op een ongunstige wijze ontwikkelt, dan zult u worden aangesproken om op korte termijn margin te verstrekken om uw positie te kunnen behouden. Als u dit niet binnen een bepaalde tijd doet, zal u positie worden gesloten. Het verlies dat hierbij ontstaat komt voor uw rekening.
Effectenkrediet Onder bepaalde voorwaarden kunt u krediet op onderpand van financiële instrumenten krijgen. Wij wijzen er nadrukkelijk op dat een effectenkrediet het risicoprofiel van uw portefeuille sterk verhoogt. Daling van de koersen kan leiden tot onvoldoende dekkingswaarde van uw onderpand. Wij zullen bij signalering van een situatie van onderdekking onmiddellijk contact met u opnemen met als doel deze situatie op een zo kort mogelijke termijn te beëindigen. Dit kan leiden tot de, mogelijk door u ongewenste,
verkoop tegen relatief lage koersen van de financiële instrumenten die als dekking dienen.
Slot Naast bovengenoemde risico’s speelt bij het beleggen in buitenlandse financiële instrumenten bovendien dat de overheidspolitiek in het desbetreffende land gevolgen kan hebben voor de waarde van de belegging. Daarnaast dient bij het beleggen in buitenlandse financiële instrumenten rekening te worden gehouden met het valutakoersrisico. De waarde van uw belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Wij wijzen u erop dat beleggen altijd risicovol is, ongeacht met wie of de wijze waarop beleggingen worden gedaan. Bij het kiezen van beleggingen dient de Cliënt een goede afweging te maken welke financiële instrumenten binnen zijn beleggingsdoelstelling vallen. Aan alle vormen van beleggen zijn in meer of mindere mate risico’s verbonden. Met name het schrijven van ongedekte opties, termijncontracten (en opties op termijncontracten) kunnen zeer risicovol zijn. De Cliënt dient alleen in deze risicovolle beleggingen te handelen indien hij het (eventuele) verlies kan en wil dragen en zich terdege bewust is van de risico’s.
24
3 Voorwaarden Advies Deze Voorwaarden Advies zijn van toepassing indien de Cliënt, de Bank en het Bewaarbedrijf een Beleggingsadviesovereenkomst zijn aangegaan. De in deze Voorwaarden Advies met een hoofdletter geschreven woorden hebben de betekenis die daaraan is toegekend in de Algemene Voorwaarden Beleggingsdienstverlening.
1. Beleggingsadviezen 1.1 Teneinde op adequate wijze te kunnen adviseren in het kader van Beleggingsdienstverlening, wint de Bank bij aanvang van de relatie informatie in over de financiële positie van de Cliënt, over zijn kennis en ervaring met beleggen in Financiële Instrumenten en over zijn doelstellingen en risicobereidheid, voorzover dit redelijkerwijs relevant is voor het advies. Voor Cliënten die professionele belegger zijn, mag de Bank ervan uitgaan dat zij over de benodigde ervaring en kennis beschikken. Tevens mag de Bank er in dit kader van uitgaan dat professionele beleggers de benodigde financiële draagkracht hebben, tenzij de Cliënt de status als professionele belegger door middel van opt-up heeft verkregen. 1.2 In Bijlage 1 bij de Beleggingsadviesovereen komst wordt de beleggingsadviesdienst die met de Cliënt is overeengekomen vastgelegd en indien nodig, gewijzigd. In Bijlage 2 bij de Beleggingsadviesovereenkomst wordt de specificatie en samenstelling van het vermogen bij aanvang van de Beleggingsdienstverlening weergegeven. Op grond van de in artikel 1.1 bedoelde informatie wordt Bijlage 3 bij de Beleggingsadviesovereenkomst ingevuld. Het is de verantwoordelijkheid van de Cliënt om de Bank zo volledig mogelijk en voldoende gedetailleerd de gevraagde informatie te verschaffen. De Cliënt wordt geacht zich ervan bewust te zijn dat onjuiste en/of onvolledige informatie ertoe kan leiden dat de Bank ten behoeve van de Cliënt transacties verricht die niet geschikt of zelfs nadelig (kunnen) zijn voor de Cliënt.
1.3 De Bank mag zonder meer afgaan op de door de Cliënt mondeling dan wel schriftelijk verstrekte informatie aangaande zijn financiële positie, zijn kennis en ervaring met beleggen in Financiële Instrumenten en zijn doelstellingen en risicobereidheid ten aanzien van het houden van Financiële Instrumenten. Op de Bank rust geen enkele verplichting de haar verstrekte informatie op juistheid te controleren. 1.4 De Bank adviseert de Cliënt met inachtneming van de beleggingsdoelstellingen en risicobereidheid als opgenomen in Bijlage 3 bij de Beleggingsadviesovereenkomst, op basis van welk advies de Cliënt een beslissing over een transactie in Financiële Instrumenten dient te nemen. De Cliënt wordt geacht ermee bekend te zijn dat afwijkingen van het door de Bank gegeven advies kunnen leiden tot verhoging van risico’s. 1.5 Het is de verantwoordelijkheid van de Cliënt om de Bank onverwijld op de hoogte te stellen van substantiële wijzigingen in zijn financiële positie en/of veranderingen in zijn persoonlijke omstandigheden. 1.6 De Bank behoudt zich het recht voor om op ieder moment bijlage 3 bij de Beleggingsadviesover eenkomst te wijzigen ten gevolge van een wijziging in de informatie over de Cliënt. 1.7 De in het kader van de Beleggingsdienstverle ning door de Bank eventueel aan de Cliënt te verstrekken beleggingsadviezen zijn gebaseerd op verwachtingen en inschattingen en behelzen nimmer een garantie. Nimmer mag de Cliënt of een derde ervan uitgaan dat deze verwachtingen uitkomen of dat inschattingen correct zijn. Bovendien staat het de Cliënt vrij de beleggingsadviezen van de Bank al dan niet op te volgen. De Bank is niet aansprakelijk voor enige schade die het gevolg mocht zijn van het volgen van een door de Bank gegeven beleggingsadvies, tenzij dit advies op het moment dat dit gegeven werd, redelijkerwijs niet gegeven had mogen worden. De Bank staat niet in voor de juistheid en volledigheid van informatie, voor zover deze berust op externe bronnen en aanvaardt daarvoor geen aansprakelijkheid.
25
1.8 De Bank zal niet gehouden zijn tot het verstrekken van ongevraagde beleggingsadvie zen aan de Cliënt. 1.9 Het behoort tot de uitsluitende verantwoordelijk heid en bevoegdheid van de Cliënt een besluit te nemen om op basis van een door de Bank verstrekt beleggingsadvies, al of niet een order voor een transactie in Financiële Instrumenten aan de Bank te geven. Door het nemen van een dergelijke beslissing wordt de Cliënt geacht de consequenties van zijn beslissingen geheel te overzien en de daarmee samenhangende risico’s te accepteren. 2.0 Indien de Cliënt geen informatie verstrekt over zijn financiële positie, zijn ervaring, kennis, doelstellingen en risicobereidheid, voorzover wettelijk vereist, zal de Bank geen advies verstrekken.
2. Verslaglegging 2.1 Na het uitvoeren van een order voor de Cliënt, verstrekt de Bank aan de Cliënt onmiddellijk de belangrijkste informatie over de uitvoering van deze order. 2.2 Indien de Bank een order heeft uitgevoerd voor de Cliënt geeft zij deze onverwijld en uiterlijk op de eerste werkdag na de uitvoering van de order kennis van de uitvoering van de order. Indien de Bank een bevestiging van de uitvoering ontvangt van een derde, geeft zij de Cliënt daarvan kennis uiterlijk op de eerste werkdag na ontvangst, tenzij deze derde de Cliënt reeds onmiddellijk in kennis heeft gesteld. 2.3 De kennisgeving als bedoeld in artikel 2.2 bevat in elk geval de informatie als vermeld in artikel 69 Besluit Gedrag Financiële ondernemingen Wft.
26
4 Voorwaarden Vermogensbeheer Deze Voorwaarden Vermogensbeheer zijn van toepassing indien de Cliënt, de Bank en het Bewaarbedrijf een Vermogensbeheerovereenkomst zijn aangegaan. De in deze Voorwaarden Vermogensbeheer met een hoofdletter geschreven woorden hebben de betekenisdie daaraan is toegekend in de Algemene Voorwaarden Beleggingsdienstverlening, tenzij zij hierna zijn gedefinieerd.
1.
Definities
Beheer Het verrichten van alle beheer- en beschikkingshandelingen, waaronder mede begrepen vervreemding, bezwaring, belegging, herbelegging, het in lijn brengen van het Vermogen van de Cliënt met de overeengekomen uitgangspunten en doelstellingen en al datgene wat de Bank daarmede nuttig of nodig zal oordelen, alsmede het uitoefenen van optiecontracten, het incasseren van coupons, dividenden en aflosbaar gestelde obligaties alsmede alle andere handelingen die uit het beheer voortvloeien. Voorts behelst de term beheer het administreren en bewaren van de Financiële Instrumenten die de Bank of het Bewaarbedrijf voor de Cliënt houdt. Onder administratie wordt onder meer, doch niet uitsluitend, verstaan: het aan de Cliënt verstrekken van een effectennota, het incasseren van coupons en dividendbewijzen; het inwisselen van talons in nieuwe coupon- en dividendbladen; de controle op uitloting van obligaties en het incasseren van losbare stukken na voorafgaande kennisgeving het verwisselen van recepissen in definitieve stukken. Beleggingsinstelling Een Beleggingsinstelling is een beleggingsmaat schappij of beleggingsfonds. Een beleggingsmaatschappij is een rechtspersoon die gelden of andere goederen ter collectieve belegging vraagt of heeft verkregen teneinde de deelnemers in de opbrengst van de beleggingen te doen delen. Een beleggingsfonds is een niet in een rechtspersoon ondergebracht vermogen waarin ter collectieve belegging gevraagde of
verkregen gelden of andere goederen zijn of worden opgenomen teneinde de deelnemers in de opbrengst van de beleggingen te doen delen. Vermogen De vermogensbestanddelen gespecificeerd in Bijlage 2 bij de Vermogensbeheerovereenkomst, vermeerderd met op enig moment toegevoegde Financiële Instrumenten en verminderd met op enig moment onttrokken Financiële Instrumenten, een en ander met inbegrip van geldtegoeden.
2. Opdracht/Volmacht 2.1 De Cliënt geeft de Bank opdracht en verleent de Bank volmacht om namens de Cliënt en voor diens rekening en risico het Beheer over het Vermogen uit te oefenen, welke opdracht en volmacht de Bank hierbij aanvaardt. De Cliënt verleent de Bank in het bijzonder bij volmacht te beschikken over de Effectenrekening, een en ander met inachtneming van de in artikel 4 van deze Voorwaarden Vermogensbeheer bedoelde doelstellingen en beperkingen.
3.
Wijze van Beheer
3.1 De Bank zal naar beste kunnen en in overeenstemming met wet- en regelgeving met de belangen van de Cliënt rekening houden en bij het uitoefenen van het Beheer van het Vermogen steeds de vereiste zorgvuldigheid in acht nemen. 3.2 Onverminderd het bepaalde in artikel 3.1, 4 en 5 van deze Voorwaarden Vermogensbeheer zal de Bank in het kader van het Beheer vrij zijn in de wijze van beleggen en herbeleggen van het Vermogen en zal zij steeds bevoegd zijn om bestaande Financiële Instrumenten door andere te doen vervangen. 3.3 De Bank treft alle maatregelen die nodig zijn om te voorkomen dat de belangen van de Cliënt geschaad worden door een combinatie van activiteiten binnen de Bank. De Bank handelt telkens in het belang van de Cliënt en geeft bij de uitvoering van opdrachten en transacties ten behoeve van een Cliënt in het kader van het Beheer voorrang aan de belangen van de Cliënt boven het belang van de Bank.
27
3.4 De Bank voert transacties uit uitsluitend met betrekking tot de door de Bank aan de Cliënt bekendgemaakte categorieën van Financiële Instrumenten en beurzen en markten waarop Financiële Instrumenten worden verhandeld. De Bank is te allen tijde bevoegd wijziging aan te brengen in voormelde categorieën van Financiële Instrumenten, beurzen en markten en beperkingen ten aanzien van soorten transacties aan te brengen.
4. Doelstellingen/Beperkingen 4.1 In Bijlage 1 bij de Vermogensbeheerovereen komst wordt de vermogensbeheerdienst die met de Cliënt is overeengekomen, vastgelegd en indien nodig, gewijzigd. De uitgangspunten en doelstellingen van het Beheer van het Vermogen en de specifieke beperkingen die hierbij van toepassing zijn, worden door de Cliënt, in samenwerking met de Bank, conform het in Bijlage 3 bij de Vermogensbeheerovereenkomst verankerde model vastgelegd. 4.2 De Bank zal de uitgangspunten en doelstellingen en de ontvangen specificaties als bedoeld in het vorige artikellid in acht nemen bij het Beheer van het Vermogen. 4.3 Indien de Cliënt tijdens de looptijd van de Overeenkomst Beleggingsdienstverlening wijzigingen wil aanbrengen in de doelstellingen van het Beheer van Vermogen, dient hij dat schriftelijk aan de Bank mede te delen. Dergelijke wijzigingen worden van kracht indien en zodra de Bank de ontvangst schriftelijk heeft bevestigd en verklaard dat zij de wijzigingen in acht zal nemen. Indien de Bank daartoe niet bereid is, deelt zij dit schriftelijk aan de Cliënt mee, hetgeen geldt als beëindiging van de Overeenkomst Beleggingsdienstverlening.
5. Risico belegging in Financiële Instrumenten 5.1 Teneinde op adequate wijze het Beheer van het Vermogen van de Cliënt te kunnen verrichten, wint de Bank bij aanvang van de relatie informatie in over de financiële positie van de Cliënt, over zijn kennis en ervaring met
beleggen in Financiële Instrumenten en over zijn doelstellingen en risicobereidheid, voorzover dit redelijkerwijs relevant is voor het Beheer van het Vermogen. Voor Cliënten die professionele belegger zijn, mag de Bank ervan uitgaan dat zij over de benodigde ervaring en kennis beschikken. 5.2 Op grond van deze in artikel 5.1 bedoelde informatie wordt Bijlage 3 bij de Vermogensbeheerovereenkomst ingevuld. Het is de verantwoordelijkheid van de Cliënt de Bank zo volledig mogelijk en voldoende gedetailleerd de gevraagde informatie te verschaffen. De Cliënt wordt geacht zich ervan bewust te zijn dat onjuiste en/of onvolledige informatie ertoe kan leiden dat de Bank ten behoeve van de Cliënt transacties verricht die niet geschikt of zelfs nadelig (kunnen) zijn voor de Cliënt. 5.3 De Bank mag zonder meer afgaan op de door de Cliënt mondeling dan wel schriftelijk verstrekte informatie aangaande zijn financiële positie, zijn kennis van en ervaring met beleggen in Financiële Instrumenten en doelstellingen en risicobereidheid ten aanzien van het houden van Financiële Instrumenten. 5.4 Het is de verantwoordelijkheid van de Cliënt om de Bank onverwijld op de hoogte te stellen van substantiële wijzigingen in zijn financiële positie en/of veranderingen in zijn persoonlijke omstandigheden, met name indien deze geacht moeten worden van een zodanige aard te zijn dat die aanleiding zouden zijn beleggingsdoel stellingen en risicobereidheid bij te stellen. De Bank behoudt zich het recht voor op om ieder moment Bijlage 3 bij de Vermogensbeheerover eenkomst te wijzigen ten gevolge van een wijziging in de informatie over de Cliënt. 5.5 De in het kader van het Beheer van het Vermogen door de Bank verrichte transacties zijn gebaseerd op verwachtingen en inschattingen. Nimmer mag de Cliënt of een derde er vanuit gaan dat deze verwachtingen uitkomen of dat inschattingen correct zijn.
28
6. Verslaglegging 6.1 De Bank zal aan de Cliënt eenmaal per kwartaal een overzicht van de vermogensbeheeractivitei ten verstrekken die namens haar zijn uitgevoerd, tenzij dit overzicht reeds door een derde is verstrekt. 6.2 Het overzicht bedoeld in het eerste lid dat wordt verstrekt aan de Cliënt bevat in elk geval de volgende gegevens: a) e en vermelding van de inhoud en de waardering van de portefeuille, waaronder gegevens over elk Financieel Instrument dat aangehouden wordt, de marktwaarde of, als deze niet beschikbaar is, de reële waarde ervan en het kassaldo aan het begin en het einde van de rapportageperiode, alsmede de portefeuilleresultaten over de rapportageperiode; en b) het totale bedrag aan vergoedingen en lasten over de rapportageperiode met een afzonderlijke specificatie van in elk geval de totale beheersvergoedingen en de totale uitvoeringskosten en, voor zover van toepassing, met de vermelding dat desgewenst een gedetailleerdere specificatie wordt verstrekt. 6.3 Indien de Cliënt per uitgevoerde transactie informatie wenst te ontvangen, verstrekt de Bank onmiddellijk na uitvoering van de transactie de belangrijkste informatie over deze transactie. 6.4 Indien de Cliënt een niet-professionele belegger is en per uitgevoerde transactie informatie wenst te ontvangen, zendt de Bank hem een bevestiging van de transactie uiterlijk op de eerste werkdag na de uitvoering van die transactie of, indien de Bank een bevestiging van de uitvoering ontvangt van een derde, uiterlijk op de eerste werkdag na ontvangst van de bevestiging van deze derde, tenzij die derde dezelfde informatie reeds aan de Cliënt heeft verstrekt. 6.5 De Bank verstrekt, ingeval door de Cliënt posities worden ingenomen die financiële verplichtingen met zich meebrengen, tenminste maandelijks aan haar Cliënt een positieoverzicht,
inclusief een overzicht van de vereiste zekerheden, de door de Cliënt gestelde zekerheden en de omvang van het overschot dan wel het tekort aan zekerheden. 6.6 Indien de Cliënt een niet-professionele belegger is en de Bank voor hem transacties verricht of een rekening beheert, waarbij sprake is van een ongedekte open positie als gevolg van een transactie waarbij een voorwaardelijke verplichting is aangegaan, stelt de Bank de Cliënt tevens in kennis van verliezen die uitstijgen boven een van tevoren tussen de Bank en de Cliënt overeengekomen drempel. 6.7 De in artikel 6.4 bedoelde kennisgeving geschiedt uiterlijk aan het einde van de werkdag waarop de drempel wordt overschreden of, indien die dag geen werkdag is, aan het einde van de eerstvolgende werkdag.
7.
Vergoeding
Als vergoeding voor het Beheer brengt de Bank de beheervergoeding in rekening die is aangegeven op de door partijen ondertekende Bijlage 4 bij de Vermogensbeheerovereenkomst. Wijziging van de beheervergoeding kan plaatsvinden met inachtneming van artikel 24 van de Algemene Voorwaarden Beleggingsdienstverlening. De Bank zal de gebruikelijke provisies (zoals bewaarloon) in rekening brengen conform de tarieven zoals gepubliceerd in de meest recente versie van het Tarievenoverzicht te vinden op de website van de Bank. De Cliënt verklaart een exemplaar van het Tarievenoverzicht te hebben ontvangen en met de inhoud daarvan bekend te zijn. De Cliënt zal over een wijziging van de tarieven worden geïnformeerd door vermelding daarvan op een rekeningafschrift en/of op de website van de Bank. De Cliënt machtigt de Bank bij deze om, voor de verschuldigde vergoedingen en provisies, rechtstreeks de Effectenrekening van de Cliënt te debiteren.
8.
Persoonsgegevens Cliënt
De Cliënt gaat akkoord met opneming van persoonsgegevens hem aangaande in de
29
cliëntenadministratie van de Bank. Deze persoonsgegevens omvatten naam, adres, woonplaats en de overige gegevens die bij of naar aanleiding van de Vermogensbeheerover eenkomst zijn verstrekt. De Bank zal de gegevens vertrouwelijk behandelen en deze niet aan derden ter beschikking stellen, tenzij: - d eze noodzakelijk zijn voor het (doen) uitvoeren van een transactie uit hoofde van het Beheer; - d eze op grond van een wettelijk voorschrift ter beschikking gesteld moeten worden.
9.
Beleggen in Beleggingsinstellingen
9.1 Voor zover de Cliënt de Bank verzoekt (een gedeelte van) het Vermogen te beleggen in Beleggingsinstellingen is, in aanvulling op het voorgaande, het bepaalde in dit artikel 9 van toe passing. 9.2 De Cliënt kan aangeven dat zijn Vermogen geheel of gedeeltelijk zal worden belegd en herbelegd in binnenlandse en/of buitenlandse Beleggingsinstellingen. Dit zal worden vastgelegd in Bijlage 1 en 3 bij de Vermogensbeheerovereenkomst. 9.3 Eenmaal per kwartaal is de Cliënt gerechtigd om kosteloos Financiële Instrumenten, gelden of andere goederen aan het gedeelte van het Vermogen dat in Beleggingsinstellingen is belegd te onttrekken. De Cliënt is te allen tijde bevoegd om gelden te storten. . Voor de omvang van de stortingen en onttrekkingen en voor kosten voor eventuele vervolgonttrekkingen wordt verwezen naar Bijlage 4 bij de Vermogensbeheerovereenkomst. Voor zover voor de onttrekkingen en stortingen de medewerking van de Bank vereist of gewenst is, zal de Bank daaraan op het eerste verzoek van de Cliënt haar volledige medewerking verlenen met inachtneming van de bepalingen van de Voorwaarden, tenzij deze instructie in strijd is met een op de Voorwaarden voor de Bank toepasselijke, wettelijke of contractuele bepaling of effectenrechtelijk voorschrift of deze toevoegingen en/of onttrekkingen, naar het rede lijk oordeel van de Bank, het door de bank gevoerde Beheer te zeer negatief beïnvloeden.
30
5 Voorwaarden Bevoorschotting Deze Voorwaarden Bevoorschotting zijn van toepassing indien de Cliënt, de Bank en het Bewaarbedrijf een Bevoorschottingsovereenkomst zijn aangegaan. In deze Voorwaarden Bevoorschotting hebben met een hoofdletter geschreven woorden de betekenis die daaraan is toegekend in de Algemene Voorwaarden Beleggingsdienstverlening.
1.
Hoogte krediet en marginverplichtingen
1.1 De hoogte van het krediet wordt door de Bank vastgesteld, waarbij de Bank de volledige vrijheid heeft om te bepalen: a) aan welke Financiële Instrumenten de bevoorschotting wordt gekoppeld; b) welke percentages als berekeninggrondslag dienen voor de berekening van het krediet (de “bevoorschottingspercentages”); c) dat bevoorschotting zal worden beperkt in verband met de spreiding van de Financiële Instrumenten in de portefeuille (de “spreidingseisen”); en d) welke waarde aan de Financiële Instrumenten wordt toegekend. De Bank is steeds bevoegd de hoogte van het krediet dat in het kader van de bevoorschotting wordt verleend, te beperken tot een maximum bedrag. 1.2 Indien de Cliënt in opties handelt en daartoe middels de Optieovereenkomst de Bank heeft gemachtigd, zal de Bank bij de bepaling van de hoogte van het krediet rekening houden met de voor de Cliënt geldende marginverplichtingen en/of andere verplichtingen en omstandigheden die naar het oordeel van de Bank relevant zijn.
2. Bevoorschottingspercentages / Spreidingseisen 2.1 Bij bevoorschotting op Financiële Instrumenten, gelden globaal de volgende bevoorschottingsper centages: - Europese Staatsleningen 90 % - Overige concurrent schuldpapier 75 % - Aandelen 40 - 70 % - Beleggingsfondsen (gespreid) 70 % - Beleggingsfondsen (thema) 40 % Deze bevoorschottingspercentages zijn
standaardpercentages. De Bank heeft de volledige vrijheid andere percentages te hanteren voor minder courante fondsen en de wijze van samenstelling van de limiet te wijzigen indien de marktomstandigheden en/of de spreiding van de Financiële Instrumenten in de portefeuille daartoe aanleiding geven. Op de website van de Bank zijn de meest recente percentages beschikbaar. Wijzigingen in bevoorschottingspercentages worden via de website van de Bank aangegeven. 2.2 Bij wijziging van de spreidingseisen zal de Bank dit schriftelijk mededelen.
3. Rente De rente die de Cliënt in verband met het krediet aan de Bank verschuldigd is, is in de Overeenkomst met Cliënt vermeld en op de website van de Bank gepubliceerd. De Cliënt zal omtrent een wijziging van de rentetarieven schriftelijk worden geïnformeerd, en/of door vermelding daarvan op een rekeningafschrift en/ of op de website van de Bank. De Cliënt verleent de Bank hierbij toestemming om de debetrente eenmaal per kwartaal ten laste te brengen van de Effectenrekening.
4. Overschrijding limiet/ Beëindiging be voorschotting 4.1 Indien naar het oordeel van de Bank de voor het effectenkrediet geldende limiet wordt overschreden, is de Cliënt verplicht om binnen 5 dagen de overschrijding aan te zuiveren door bijstorting van geld en/of verkoop van Financiële Instrumenten. 4.2 Voor het geval, door welke oorzaak dan ook, niet tijdig aan de in artikel 4.1 bedoelde verplichting wordt voldaan en/of naar het redelijke oordeel van de Bank verwacht mag worden dat niet aan die verplichting zal worden voldaan, geeft de Cliënt hierbij bij voorbaat onherroepelijke volmacht aan de Bank om (een deel van) de Financiële Instrumenten van de Cliënt te verkopen en met de netto opbrengst daarvan, dus onder aftrek van belastingen en/of kosten en provisies, de overschrijding aan te zuiveren.
31
4.3 Bij de uitoefening van de bevoegdheid genoemd in artikel 4.2, zal de Bank de volledige vrijheid hebben om te bepalen welke Financiële Instrumenten worden verkocht en te dien aanzien nimmer aansprakelijk zijn voor geleden verliezen en/of andere schade, tenzij de Bank aantoonbaar onzorgvuldig heeft gehandeld. 4.4 De bevoegdheid van de Bank om ingevolge artikel 4.2 de Financiële Instrumenten van de Cliënt te verkopen, laat onverlet de pandrechten van de Bank op de Financiële Instrumenten en haar rechten uit hoofde van die pandrechten. 4.5 In geval de Financiële Instrumenten van de Cliënt niet toereikend zijn voor de aflossing van het Krediet is de Bank gerechtigd die kosten in rekening te brengen die samenhangen met de aanzuivering.
5. BKR
ij elke aanvraag voor een financiering wordt B een kredietwaardigheidsonderzoek uitgevoerd. De Bank is aangesloten bij de Stichting Bureau Krediet Registratie (BKR) te Tiel. De Bank is verplicht informatie bij het BKR op te vragen bij een verzoek om een krediet of een verhoging daarvan. Onregelmatigheden met betrekking tot de Overeenkomst of betalingsachterstanden zullen ook worden geregistreerd bij het BKR.
6. Wanbetaling De gevolgen van wanbetaling kunnen verstrekkend zijn. Behalve het feit dat Cliënt met verhoogde debetrente wordt geconfronteerd, heeft de Bank de mogelijkheid de Overeenkomst op te zeggen en de het krediet op te eisen. Cliënt zal in dat geval binnen de door de Bank gestelde termijn het volledige kredietbedrag terug dienen te betalen. Indien Cliënt daar niet of niet volledig in slaagt, dan zal Cliënt ook met (incasso)kosten wordt geconfronteerd. Deze kosten kunnen behoorlijk oplopen. De Bank zal de gestelde zekerheden dan te gelde gaan maken. Tevens krijgt Cliënt – natuurlijk persoon- een negatieve registratie bij het BKR. Een dergelijke negatieve registratie kan het verkrijgen van financieringen in de toekomst ernstig bemoeilijken.
7.
Mogelijkheid tot ontbinding
Er is met betrekking tot een krediet op basis van bevoorschotting van Financiële Instrument (effectenkrediet) geen mogelijkheid tot ontbinding van de overeenkomst en/of ongedaanmaking van levering van goederen (in dit geval Financiële Instrumenten) .
32
6 Voorwaarden Opties Deze Voorwaarden Opties zijn van toepassing indien de Cliënt, de Bank en het Bewaarbedrijf een Optieovereenkomst zijn aangegaan. In deze Voorwaarden Opties met een hoofdletter geschreven woorden hebben de betekenis die daaraan is toegekend in de Algemene Voorwaarden Beleggingsdienstverlening, tenzij zij hierna zijn gedefinieerd.
1.
Definities
Euronext De naar Nederlands recht opgerichte naamloze vennootschap “Euronext N.V.”. Optiebeurs De door Euronext gehouden optiebeurs of elke andere beurs waaraan opties worden verhandeld, waarvoor de Bank of een derde als bemiddelaar namens de Bank wenst op te treden. Clearing Organisatie De door Euronext erkende clearingorganisatie “Clearnet S.A.”, respectievelijk elke andere, door de Optiebeurs erkende clearingorganisatie. Reglementen Het complex van statuten, reglementen en andere voorschriften en gebruiken van de Optiebeurs en de Clearing Organisatie, zoals deze van tijd tot tijd luiden. Optieklasse of Optie Alle door de Optiebeurs ter verhandeling toegelaten opties, die betrekking hebben op dezelfde onderliggende waarden. Werkdag Een dag waarop de banken, aangesloten bij de Nederlandse Vereniging van Banken, voor het publiek geopend zijn en de Optiebeurs open is voor de handel.
2. Toepasselijke reglementen en voorschriften 2.1 Cliënt onderwerpt zich met betrekking tot zijn deelneming aan de optiehandel aan de Reglementen. De Cliënt onderwerpt zich tevens aan door de Optiebeurs, de Clearing Organisatie op basis van de Reglementen aan te brengen aanpassingen van lopende contracten die de
onderliggende waarden beïnvloeden. De Cliënt onderwerpt zich voorts bij voorbaat aan eventuele maatregelen, welke de Optiebeurs, de Clearing Organisatie en/of de Bank binnen het kader van hun bevoegdheid krachtens de Reglementen in verband met buitengewone omstandigheden nemen. 2.2 De Cliënt zal, in overeenstemming met de Reglementen en/of daarop gebaseerde maatregelen, nimmer de Optiebeurs noch de Clearing Organisatie aansprakelijk stellen voor welke schade ook met betrekking tot enig handelen c.q. nalaten van de Bank, de Optiebeurs of Clearing Organisatie. De Bank maakt dit beding ten behoeve van de hier genoemde rechtspersonen, die het beding hebben aanvaard en zich daarop jegens de Cliënt kunnen beroepen. 2.3 De Cliënt aanvaardt bij voorbaat amendementen en aanpassingen die door de Optiebeurs of Clearing Organisatie en/of de Bank in uitstaande optiecontracten of in de Reglementen op enig moment worden aangebracht. De optiecontracten en Reglementen liggen bij de Bank ter inzage. 2.4 De Bank verbindt zich jegens de Cliënt om zich bij haar werkzaamheden als Introducing Broker in alles strikt te zullen houden aan Euronext Rule Book I, de General Rules for Euronext Amsterdam Derivative Markets, de Euronext.liffe Trading Procedures en de reglementen en voorwaarden van enig andere Optiebeurs of Clearing Organisatie alsmede aan alle andere voorschriften en maatregelen van de Optiebeurs en/of Clearing Organisaties.
3. Verplichting Cliënt om orders via de Bank uit te voeren De Cliënt zal, zolang hij niet zijn totale positie in de boeken van de Bank terzake van voor zijn rekening gesloten optietransacties naar een andere Introducing Broker heeft overgebracht, waartoe hij te allen tijde is gerechtigd, de in de boeken van de Bank op zijn naam voorkomende optierechten en de eventuele sluitingstransacties uitsluitend door bemiddeling van de Bank laten
33
uitvoeren. Indien de Cliënt zijn totale positie naar een andere Introducing Broker wil overbrengen, heeft de Bank het recht om alvorens dit te doen, betaling te ontvangen van al hetgeen door de Cliënt aan de Bank alsdan verschuldigd is, daaronder begrepen betaling van provisies en kosten.
4.
Betaling premies, kosten etc.
De Cliënt zal in de boeken van de Bank worden gedebiteerd voor en aan de Bank voldoen alle bedragen, die hij in verband met de deelneming aan de optiehandel ter zake van premies, uitoefenprijzen, provisiekosten, of anderszins volgens de boeken van de Bank aan haar is verschuldigd.
5. Saldoverplichting De Cliënt zal ervoor zorg dragen dat de Bank ten tijde van de ontvangst van een door de Cliënt gegeven opdracht tot koop of tot uitoefening van een Optie in het bezit is van voldoende gelden of voldoende waarden van de betreffende soort voor de uitvoering van die opdracht, bij gebreke waarvan het de Bank vrijstaat aan een dergelijke opdracht geen uitvoering te geven.
6.
Verschaffen zekerheid
6.1 De Cliënt is verplicht om tot zekerheid van zijn verplichting(en) aan de Bank terzake van iedere in opdracht en voor rekening van de Cliënt door de Bank te schrijven of geschreven Optie, zekerheid aan de Bank te verschaffen. Deze verplichting van de Cliënt zal gedurende de gehele looptijd van de optie voortduren. 6.2 Indien en voor zover aanwezig, zal de in artikel 6.1 bedoelde zekerheid in geval van callopties de onderliggende waarden betreffen. De Bank zal gerechtigd zijn deze onderliggende waarden te blokkeren gedurende de looptijd van deze callopties. 6.3 Ten aanzien van callopties waarvoor de onderliggende waarden niet aanwezig zijn en ten aanzien van putopties zal de in artikel 6.1 bedoelde zekerheid betreffen: a) alle zaken, waardepapieren en Financiële
Instrumenten die de Bank of een derde voor de Bank uit welke hoofde ook van of voor de Cliënt onder zich heeft of krijgt; b) alle aandelen van de Cliënt in verzameldepots als bedoeld in de Wet giraal effectenverkeer die de Bank onder haar beheer heeft of verkrijgt; en c) alle vorderingen die de Cliënt uit welke hoofden ook op de Bank heeft of krijgt; dit alles voor zover deze zaken, waardepapieren, Financiële Instrumenten, aandelen in verzameldepots en/of vorderingen in de boeken van de Bank geadministreerd zijn/ worden. 6.4 De Bank berekent de vordering(en) die de Bank uit hoofde van de ten behoeve van de Cliënt geschreven Opties op de Cliënt heeft of krijgt op basis van de voorschriften van de Bank betreffende margin. De door de Cliënt verschafte zekerheid, als bedoeld in dit artikel 6.1, dient overeen te komen met de grootte van deze vordering(en). 6.5 De Bank zal gerechtigd zijn de zaken, waardepapieren, Financiële Instrumenten, aandelen in verzameldepots respectievelijk vorderingen die tot zekerheid strekken voor de in artikel 6.4 bedoelde vordering(en) te blokkeren. 6.6 Indien de Cliënt naar het oordeel van de Bank onvoldoende zekerheid heeft verschaft aan de Bank, zal de Cliënt op eerste verzoek van de Bank aanvullende zekerheid verstrekken. Het staat de Bank vrij een door de Cliënt aan haar gegeven opdracht tot het schrijven van een Optie niet uit te voeren, zolang de Cliënt, naar mening van de Bank, niet aan de voor hem geldende verplichting om zekerheid te verschaffen heeft voldaan.
7.
Opgave positielimieten
De Bank zal de Cliënt, desgevraagd, bij het opgeven van een order inlichten over de op dat tijdstip geldende positielimieten en hem, desgevraagd, opgave doen van de op enig moment geldende uitoefenlimieten. De Cliënt verklaart deze limieten steeds stipt in acht te zullen nemen.
34
8. Informatieverplichtingen 8.1 De Bank verstrekt, in geval door de Cliënt posities worden ingenomen die financiële verplichtingen met zich meebrengen, tenminste maandelijks aan haar Cliënt een positieoverzicht, inclusief een overzicht van de vereiste zekerheden, de door de Cliënt gestelde zekerheden en de omvang van het overschot dan wel het tekort aan zekerheden. 8.2 De Bank stelt de Cliënt onverwijld in kennis indien en zodra in verhouding tot de financiële verplichtingen van de Cliënt een tekort aan zekerheden ontstaat. Indien de Cliënt geen zekerheden kan stellen, sluit de Bank de posities zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vijf werkdagen, tenzij er zich bijzondere omstandigheden voordoen.
9. 9.1
Bevoegdheden Bank
ij gebreke van een tijdige specifieke instructie B van de Cliënt heeft de Bank het recht, zonder daartoe op enig moment verplicht te zijn, Opties voor rekening van de Cliënt uit te oefenen wanneer dat naar redelijke verwachting van de Bank in het voordeel is van de Cliënt. In dat geval zal op de eerstvolgende beursdag de ontstane positie in de onderliggende waarde tegen de openingskoers worden verkocht (calloptie) respectievelijk teruggekocht (putoptie). 9.2. Indien de Cliënt niet prompt voldoet aan een verplichting als bedoeld in artikel 5 of 6 van deze Voorwaarden Opties, of aan enige andere verplichting die hij krachtens de Optieovereenkomst jegens de Bank heeft, is de Bank gerechtigd voor rekening en risico van de Cliënt al die maatregelen te nemen, die de Bank naar haar uitsluitend oordeel nodig acht ter veiligstelling van haar belangen, daaronder begrepen het verrichten van (sluitings-) aan- en/ of verkopen, en het kopen en/of verkopen van de onderliggende waarden, waarop de voor rekening van de Cliënt geschreven Opties betrekking hebben. De Bank zal niet verplicht zijn opdrachten van de Cliënt uit te voeren, indien de Cliënt niet tijdig voldoet aan de
voorwaarden die de Bank op grond van het bovenstaande aan de Cliënt stelt. 9.3 De Bank is gerechtigd om voor rekening en risico van de Cliënt met betrekking tot de door de Bank voor de Cliënt ingenomen posities: a) limieten in acht te nemen en al datgene te doen wat voor naleving van de in artikel 2 van deze Voorwaarden Opties genoemde regels, of de Reglementen wenselijk of nodig is; b) indien en zodra de Cliënt enige bepaling overtreedt van de Overeenkomst Beleggingsdienstverlening, de Optieovereenkomst en/of van de sub a genoemde voorschriften, Opties te (doen) uitoefenen, transacties uit te voeren en posities te sluiten; c) aan de Optiebeurs of andere instanties op grond van de wet, posities te rapporteren en zodanige andere informatie te verstrekken met betrekking tot orders en transacties als de Bank, Optiebeurs of de instantie in kwestie nodig of wenselijk acht voor de opsporing of preventie van regelovertreding en/of misbruik.
10. Uitoefenen opties 10.1 De Cliënt die een Optie wil uitoefenen, hetzij tussentijds, hetzij op de laatste dag van handel op de Optiebeurs in de betreffende Optie, moet de Bank hiervan mondeling of schriftelijk kennis geven op zodanige wijze dat de Bank deze kennisgeving in ieder geval heeft ontvangen uiterlijk om 17.00 uur op de Werkdag waarop de Cliënt wenst dat de Optie wordt uitgeoefend respectievelijk om 17.00 uur op de laatste dag van handel op de Optiebeurs in de betreffende Optie. Voor andere Optiebeurzen dan de Euronext Optiebeurs kunnen andere tijdstippen gelden. De Cliënt dient zich hierover bij de Bank te informeren. 10.2 Vorenbedoelde tijdstippen in artikel 10.1 kunnen door de Bank worden gewijzigd en zullen ook van toepassing zijn op reeds gesloten contracten met ingang van de zevende dag nadat de Bank de Cliënt daarvan via advertenties en/of publicaties in landelijke dagbladen en/of anderszins op de hoogte heeft gebracht.
35
10.3 Vorenbedoelde tijdstippen in artikel 10.1 hebben enkel en alleen betrekking op het uitoefenen van Opties. Met betrekking tot het geven van orders voor het verrichten van andere transacties ten aanzien van Opties gelden de zogenaamde handelstijden, die overigens per Optieklasse kunnen verschillen. Voor informatie over de handelstijden dient de Cliënt zich te verstaan met de Bank dan wel de Optiebeurs. 10.4 Mededelingen aan de Cliënt over de aanwijzing van een door de Cliënt geschreven Optie kunnen, als gevolg van de voor de Optiebeurs en de Clearing Organisaties noodzakelijke procedures, op z’n vroegst plaatsvinden op de eerste Werkdag volgend op de dag van uitoefening. 10.5 Indien de Bank, als Introducing Broker, een nota van uitoefening ontvangt van de Clearing Organisatie zal de Bank in die hoedanigheid het optiecontract waaronder de betreffende waarden geleverd dienen te worden respectievelijk gekocht, uitkiezen volgens de zogenaamde “at random methode” d.i. een objectieve, eerlijke en redelijke selectiemethode, die door Euronext is goedgekeurd. Indien de Bank overgaat op een andere methode, zal dit altijd een objectieve, eerlijke en redelijke selectiemethode zijn, die ook door Euronext is goedgekeurd. Voor andere Optiebeurzen dan de Euronext Optiebeurs kunnen andere methoden gevolgd worden. 10.6 Indien de Cliënt een nota van uitoefening c.q. aanwijzing van de Bank ontvangt, zal de Cliënt deze zo spoedig mogelijk controleren en eventuele fouten onverwijld aan de Bank mededelen.
11. Verplichting Cliënt 11.1 De Cliënt is gehouden op eerste verzoek van de Bank zodanige handelingen te verrichten, stukken op te maken en te tekenen, of aan een en ander zijn medewerking te verlenen, als door de Bank in redelijkheid van hem mag worden gevraagd, om haar in staat te stellen te voldoen aan van toepassing zijnde wetten, reglementen en voorschriften.
11.2 Indien de Cliënt niet aan zijn verplichtingen jegens de Bank mocht voldoen, kan de Bank haar relatie met de Cliënt met betrekking tot de optiehandel onmiddellijk schriftelijk beëindigen, onverminderd het recht van de Bank op eventuele schadevergoeding.
36
37
Regio Noord-Holland Prinsen Bolwerk 1 2011 MA Haarlem Tel: 023 553 59 00 Fax: 023 553 59 10
[email protected]
Regio Noordoost Eekwal 3 8011 LA Zwolle Tel: 038 429 76 70 Fax: 038 429 76 80
[email protected]
Regio Den Haag Lange Houtstraat 8 2511 CW Den Haag Tel: 070 310 15 10 Fax: 070 364 45 08
[email protected]
Regio Twente M.H. Tromplaan 9 7511 JJ Enschede Tel: 053 487 87 10 Fax: 053 487 87 20
[email protected]
Regio Midden Maliebaan 72 3581 CV Utrecht Tel: 030 239 80 30 Fax: 030 239 80 50
[email protected]
Regio Oost Stationsweg 44 6861 EJ Oosterbeek Tel: 026 339 65 00 Fax: 026 339 65 15
[email protected]
Regio Zuid Parklaan 66 5611 CW Eindhoven Tel: 040 265 75 00 Fax: 040 265 75 40
[email protected]
Staalbankiers Institutendesk Lange Houtstraat 8 2511 CW Den Haag Tel: 070 310 15 75 Fax: 070 310 19 87
[email protected] Staalbankiers is onderdeel van Achmea www.staalbankiers.nl
Staalbankiers N.V., statutair gevestigd aan de Lange Houtstraat 8, 2511 CW Den Haag, is ingeschreven bij de KvK Haaglanden onder nummer 27030700. Staalbankiers N.V. heeft een bankvergunning van de Nederlandsche Bank N.V. en is tevens bevoegd beleggingsdiensten te verlenen. Staalbankiers N.V. is ingeschreven in de registers bij de Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten. Staalbankiers behoudt zich het recht voor de tekst van deze brochure te wijzigen. Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend. Staalbankiers wijst op de mogelijkheid dat bepaalde informatie na verloop van tijd verouderd of niet juist is. Uiteraard is aan deze uitgave de grootst mogelijke zorg besteed. Reproductie, geheel of gedeeltelijk, is slechts geoorloofd na schriftelijke toestemming.
2011/08/jz01/010911/17100654
Algemene Voorwaarden Beleggingsdienstverlening