ALGEMENE INFORMATIE De nascholing is bestemd voor artsen, verpleegkundigen en andere geïnteresseerden binnen de jeugdgezondheidszorg. Specifieke onderwerpen op medisch, gedragswetenschappelijk of meer maatschappelijk gebied worden in 9 avonden van 19.30 – 22.00 uur aan de orde gesteld. Alle onderwerpen hebben betrekking op de doelgroep met het domein arts en maatschappij jeugdgezondheidszorg. Inschrijving Inschrijving kan digitaal via de website www.amc.nl/congres, kies in de agenda vervolgens ‘Nascholing Jeugdgezondheidszorg 2012/2013’. Volgt u verder de instructies die op deze pagina vermeld staan. Wanneer u zich voor de eerste keer digitaal inschrijft, leest u dan de uitleg per stap goed door. Voor deelnemers of GGD’s die een abonnement kiezen waarbij de verschillende avonden door verschillende mensen gevolgd worden; dit kan nog steeds. Belangrijk is echter bij het digitaal registreren 1 contactpersoon op te geven. U ontvangt na uw registratie bericht hoe u de namen per avond kunt doorgeven. Belangrijk Omdat het vaak voorkomt dat werkgevers één of meerdere abonnementen nemen waar vervolgens verschillende werknemers gebruik van maken, blijkt er aan de registratiebalie nogal eens verwarring te ontstaan over de naam waaronder voor het desbetreffende onderdeel van de cursus is ingeschreven. Licht daarom a.u.b. de persoon die daadwerkelijk naar een onderdeel toe gaat, goed in over de deelnemernaam die voor dat onderdeel aan AMC Congresorganisatie is doorgegeven. Dit voorkomt onnodige vertraging en onduidelijkheden aan de balie. Tarieven 1 avond abonnement 5 avonden abonnement 9 avonden
= = =
€ 97,50 * € 315,00 * € 465,00 *
* incl. bijdrage sprekers, catering, administratiekosten
Annulering Annulering van uw inschrijving is mogelijk tot drie weken voor de door u te annuleren cursusavond. In dit geval wordt het inschrijfgeld, onder aftrek van €20,- administratiekosten, gerestitueerd. Bij latere annulering vindt geen restitutie meer plaats. Accreditatie Accreditatie is aangevraagd bij Accreditatiebureau Sociale Geneeskunde (AbSG) en de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK). Syllabus Wij streven ernaar de syllabusbijdrages per e-mail daags voor de nascholingsavond toe te sturen of zo spoedig mogelijk na de nascholingsavond. Plaats De cursus vindt plaats in het Academisch Medisch Centrum, Meibergdreef 9, 1105 AZ Amsterdam op dinsdagavonden van 19.30 tot 22.00 uur. U kunt zich bij de registratiebalie melden vanaf 19.00 uur. Voor de collegezaal van die betreffende avond volgt u de aanduidingborden waarop de nascholing staat vermeld. Deze borden treft u bij de ingangen aan. Indien u met de auto komt, kunt u het beste parkeren in parkeergarage P1. De eerste 3 uur kost €2,-, daarna is het tarief €0,50 per 30 minuten. pagina 2
Cursuscommissie Mw. drs. C.C. de Kruiff, kinderarts, Emma Kinderziekenhuis - AMC, Amsterdam Mw. drs. N.M. Ossebaar, jeugdarts KNMG GGD Amsterdam Mw. drs. E. van Hoorn, arts Maatschappij en Gezondheid, GGD Zaanstreek-Waterland Mw. drs. M. Smit, arts Maatschappij en Gezondheid, GGD Kennemerland
Organisatie AMC Congresorganisatie Mw. S.B. Beeke Projectmanager
AMC Congresorganisatie Postbus 23213 1100 DS Amsterdam
Inlichtingen / registratie AMC Congresorganisatie Mw H.J.Th. van der Wal Coördinator Projectassistenten
T: F: E: W:
020-566 8585 020-696 3228
[email protected] www.amc.nl/congres
pagina 3
OVERZICHT PROGRAMMA 2012/2013 1.
Datum 11 september 2012
Cursus nr. 12-510-01
Onderwerp - Kleine kwalen bij kinderen 0-19 jaar - Huisarts en JGZ samen eerstelijnszorg voor de jeugd
2.
9 oktober 2012
12-510-02
- Standsafwijkingen van benen en voeten bij kinderen - Cystic Fibrosis anno 2012
3.
13 november 2012
12-510-03
- Hechtingsproblematiek - Lastige ouders?
4.
11 december 2012
12-510-04
- Adviezen over meertalige opvoeding - De rol van jeugdarts bij schoolverzuim
5.
15 januari 2013
12-510-05
- Landelijk onderzoek naar slaapproblemen bij jonge kinderen: preventie en interventie in de JGZ - Alcoholmisbruik bij kinderen; wat zijn de risico’s en wat kan de JGZ doen ter preventie
6.
19 februari 2013
12-510-06
- Eetstoornissen van 8-18 jr, somatische aspecten relevant voor JGZ - Hoofdpijn: symptomatisch of niet?
7.
19 maart 2013
12-510-07
- ADHD: epifenomeen of stoornis? - Cerebrale Parese; vroege herkenning
8.
16 april 2013
12-510-08
- Hypnose bij kinderen in een medische setting - Preverbale logopedie
9.
18 juni 2013
12-510-09
- Mondgezondheid van kinderen: eerst preventie dan pas tandjes - Preventie van ongevallen in en om het huis
KORTE BESCHRIJVING ONDERWERPEN Cursus 12-510-01 11 september 2012, 19.30 – 20.30 uur Mw. Drs. F.H. Nagtegaal Huisarts/Jeugdarts, Betondorp Amsterdam/GGD Amsterdam Kleine kwalen 0-19 jaar Kleine kwalen komen vaker voor op de kinderleeftijd. Het betreffen typische aandoeningen waarmee ouders met vragen komen bij de huisarts of bij de jeugdarts. De klachten zijn vaak niet ernstig en slechts een klein gedeelte van de ouders komt met hun kind bij de huisarts. Vaak wacht men totdat het vanzelf overgaat, of gebruikt zelfgekochte medicatie. Het geven van verantwoorde en relevante informatie op basis van literatuuronderzoek, voor zover beschikbaar, is dan wel de taak wanneer ouders een dokter consulteren. Verschillende kwalen zullen de revue passeren. Van luiereczeem tot acne, verkoudheid tot platvoeten.
pagina 4
11 september 2012, 21.00 – 22.00 uur Mw. Drs. F.H. Nagtegaal Huisarts/Jeugdarts, Betondorp Amsterdam/GGD Amsterdam Huisarts en JGZ samen eerstelijnszorg voor de jeugd De JGZ heeft een hoog bereik en volgt de gezondheid, groei en ontwikkeling van kinderen / jongeren gedurende een lange periode. De huisarts is als gezinsarts vaak het eerste aanspreekpunt bij vragen over gezondheid en ziekte en is 24/7 beschikbaar. Bij signaleren van problemen rondom gezondheid, ontwikkeling, gedrag van kinderen / jongeren, bij problemen in de gezinssituatie en ook bij opvoedproblematiek is een goed contact en samenwerking tussen JGZ en huisarts zeer belangrijk. Hoe maken we goed gebruik van elkaars expertise, vullen we elkaar aan, en komen met eenduidige adviezen voor ouders. Cursus 12-510-02 9 oktober 2012, 19.30 – 20.30 uur Dhr. Dr. P.A.A. Struijs Orthopedisch chirurg, AMC, Amsterdam Standsafwijkingen van benen en voeten bij Kinderen Standsafwijkingen van benen en voeten bij kinderen komen frequent voor. Het kan lastig zijn om te bepalen of iets normaal is of niet en of en wanneer er iets aan zou moeten worden gedaan middels bijvoorbeeld orthese of chirurgie. Valgus beenassen en valgusafwijkingen van de voet komen vaker voor dan de varusafwijkingen. In het nascholingsuur wordt ingegaan op de natuurlijke ontwikkeling van deze standsafwijkingen, de alarmsymptomen en de verschillende behandelopties die er zijn, zowel conservatief als operatief met hun specifieke timing qua leeftijd. Zowel de "Guided growth" als correctie-osteotomieen zullen worden besproken, alsmede de analogie van heupdysplasie en platvoeten: het acetabulum pedis! 9 oktober 2012, 21.00 – 22.00 uur Mw Drs. I. de Vreede Kinderarts - fellow kinderlongziekten, EKZ, AMC Amsterdam Cystic Fibrosis anno 2012 Sinds mei 2011 is Cystic Fibrosis in Nederland opgenomen in de neonatale hielprikscreening. Hoe wordt die screening uitgevoerd en wat komt er op ouders af wanneer deze diagnose wordt gesteld? Wat voor problemen doen zich voor bij kinderen met CF en wat zijn de huidige mogelijkheden als het gaat om behandeling? De laatste twee decennia is er veel veranderd. De gemiddelde leeftijd van een CF patiënt is anno 2012 ongeveer 40 jaar. Tijdens deze nascholing zal onder andere worden ingegaan op de hielprikscreening, het klinisch beeld en de huidige stand van zaken rondom de behandeling, maar ook op levensverwachting, kwaliteit van leven en het belang van multidisciplinaire zorg. Cursus 12-510-03 13 november 2012, 19.30 – 20.30 uur Mw. Drs. A.M. Bogaard GZ psycholoog, De Bascule, Amsterdam Hechtingsproblematiek Tijdens de presentatie worden hechtingsproblemen geplaatst in een theoretisch kader, maar de aandacht gaat vooral naar de praktijk. Aan de hand van casuïstiek zal besproken worden hoe hechtingsproblemen herkend kunnen worden, wat de gevolgen zijn en wat behandelingsmogelijkheden zijn.
pagina 5
13 november 2012, 21.00 – 22.00 uur Mw. Drs. C.H.M. van Zon GZ psycholoog, De Bascule, traumacentrum, Amsterdam Lastige ouders? Agressie, manipulatie, wat verstaan we daaronder? Met je handen in het haar of een kwestie van communicatieve vaardigheden? En hoe moet het dan met de kinderen? Praktische handvatten, waarbij theorie en praktijk verbonden worden vanuit actieve inbreng van de toehoorders. Cursus 12-510-04 11 december 2012, 19.30 – 20.30 uur Mw. Drs. M. Blumenthal Senior onderzoeker, Koninklijke Kentalis, Amsterdam Adviezen over meertalige opvoeding Ouders die hun kind meertalig willen opvoeden, twijfelen vaak over de juistheid daarvan, en over de aanpak die zij zullen kiezen. Het blijkt dat professionals vaak ook twijfelen, en soms adviezen geven die niet haalbaar zijn en daarom ook niet opgevolgd worden. Zeker als er sprake is van een auditieve/communicatieve of verstandelijke beperking bij het kind wordt nog vaak gedacht dat dán in ieder geval één taal beter is dan twee. Er is uit onderzoek echter geen bewijs gevonden dat dit in alle gevallen zo is. In deze bijdrage wordt een methodiek aan-gereikt om met deze advisering om te gaan. 11 december 2012, 21.00 – 22.00 uur Mw. Drs. C. Poleij Klinisch psycholoog/universitair docent, afdeling jeugd GGZinGeest Amsterdam/ Pedagogiek van de Universiteit van Utrecht De rol van jeugdarts bij schoolverzuim Allereerst wordt ingegaan op de verschillende vormen van schoolverzuim. Hierbij komt ook de samenhang met psychiatrische problematiek aan de orde en de risicofactoren op school. Omdat het onderkennen van soort verzuim echter onvoldoende implicaties geeft voor het handelen, wordt ingegaan op hoe de school en jeugdarts de bekrachtigende werking van het niet naar schoolgaan voor een specifieke leerling kan achterhalen. Op basis van deze functie(s) kan een verder behandeltraject uitgestippeld worden. Ingegaan wordt op wat de rollen van jeugdarts bij de diverse behandeltrajecten zouden kunnen zijn.
Cursus 12-510-05 15 januari 2013, 19.30 – 20.30 uur Mw. MSc E. Vlasblom of Mw. Dr. B. van Sleuwen Research Scientist, TNO Child Health, Leiden Landelijk onderzoek naar slaapproblemen bij jonge kinderen: preventie en interventie in de JGZ Slaapproblemen vormen een van de meest voorkomende problemen bij jonge kinderen, het komt voor bij zo’n 20 tot 30% van kinderen tussen de 0 en 4 jaar oud. Te weinig slaap kan leiden tot gedrags-, cognitieve en sociale problemen bij kinderen en ouders. Bovendien is bij kinderen van alle leeftijden in alle continenten de relatie tussen slaaptekort en overgewicht/ obesitas gevonden. In de jeugdgezondheidszorg worden al verschillende interventies toegepast bij slaapproblemen van jonge kinderen, maar onduidelijk is welke het meest effectief zijn. Daarom doet TNO onderzoek naar de preventie van slaapproblemen en naar een interventie bij bestaande slaapproblemen bij jonge kinderen. Tijdens de presentatie zullen de eerste resultaten van het onderzoek worden gepresenteerd.
pagina 6
15 januari 2013, 21.00 – 22.00 uur Dhr. Dr. N. van der Lely Kinderarts, Reinier de Graaf Gasthuis Delft Alcoholmisbruik bij kinderen; wat zijn de risico’s en wat kan de JGZ doen ter preventie Nico van der Lely is kinderarts en initiator van de eerste Nederlandse polikliniek voor Jeugd & Alcohol die in 2006 gestart is (www.polikliniekjeugdenalcohol.nl). Het toenemende aantal gevallen van alcoholvergiftiging was voor Van der Lely reden om in 2006 bij de Reinier de Graaf Groep in Delft de ‘alcoholpoli’ op te zetten. Inmiddels telt Nederland vijf alcoholpoli’s die door hem worden ondersteund. De komende jaren zal dit met steun van het Ministerie van VWS worden uitgebreid tot een 20-tal klinieken. In de klinieken staat de nazorg centraal. Zodra een jongere uit zijn of haar coma komt, staat een team van pedagogen en psychologen klaar om ervoor te zorgen dat herhaling wordt voorkomen. In deze lezing zal hij ingaan op gegevens uit zijn landelijke data systeem, waarin het aantal kinderen die opgenomen zijn met een alcoholintoxicaties in een Nederlands ziekenhuis zijn bijgehouden. Verder zal hij ingaan op gevolgen van alcoholgebruik op jonge leeftijd en wat u als jeugdarts kan doen om alcoholmisbruik bij kinderen te voorkomen. Cursus 12-510-06 19 februari 2013, 19.30 – 20.30 uur Mw. Drs. A. van Bellegem Kinderarts, EKZ – AMC, Amsterdam Eetstoornissen van 8-18 jr, somatische aspecten relevant voor JGZ Eetstoornissen in engere zin, dat wil zeggen anorexia en boulimia nervosa, ontstaan vanaf de vroege puberteit. Het klinisch beeld wordt gekenmerkt door zowel psychische als lichamelijke factoren. Naast de huisarts is de school waarschijnlijk de plek waar een (beginnende) eetstoornis vroegtijdig kan worden herkend. De jeugdarts of -verpleegkundige kan signalen over mogelijk eetgestoord gedrag van een kind/adolescent ontvangen van leerkrachten, ouders of medescholieren. Aan de hand van de praktijk zal in deze lezing besproken worden hoe u als jeugdarts de vroege signalen kunt herkennen. Daarnaast komen de aspecten van diagnostiek en de te ondernemen vervolgstappen aan bod: Wat zijn de belangrijkste somatische complicaties op korte en lange termijn? Wat zijn indicaties om door te verwijzen en naar wie verwijs je door? Hoe ga je om met de ambivalentie en motivatieproblemen van de patiënt? De nadruk zal in deze presentatie liggen bij anorexia nervosa omdat dit het eerst ontstaat in de jeugd en de behandeling ook de meeste somatische kanten kent. Boulimia nervosa en eetstoornissen niet anderszins omschreven, waaronder op dit moment de eetbuistoornis ook valt, zullen desgewenst ook aandacht krijgen. 19 februari 2013, 21.00 – 22.00 uur Dhr. Drs. M. Engelen Neuroloog, AMC, Amsterdam Hoofdpijn: symptomatisch of niet? Hoofdpijn is een zeer frequente klacht, bij volwassenen en (jonge) kinderen. Vrijwel altijd betreft het een vervelende klacht, zonder dat er sprake is van ernstige pathologie (hoofdpijnsyndroom, zoals migraine). Er kan echter ook sprake zijn van symptomatische hoofdpijn, secundair aan een intracraniele afwijking. De presentatie gaat in op het herkennen van vaak voorkomende hoofdpijnsyndromen en bespreekt alarmsymptomen welke wijzen in de richting van symptomatische hoofdpijn.
pagina 7
Cursus 12-510-07 19 maart 2013, 19.30 - 20.30 uur Dhr. Prof. dr. R.J. van der Gaag Psychiater UMCN; Opleider Karakter UCN; voorzitter Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie UMC St. Radboud Nijmegen ADHD: epifenomeen of stoornis? ADHD (aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit) is als zodanig al meer dan een eeuw bekend (Still Lancet 1902). Het betreft een stoornis waar het dagelijkse functioneren van een individu verstoord en belemmerd wordt door concentratie problemen en verhoogde afleidbaarheid, impulsiviteit in denken en doen en overbewegelijkheid (in doen en gedachten). Nu zijn dit fenomenen die bij een ieder voorkomen bij vermoeidheid. Sommigen hebben er bij een hoge tot voldoende intelligentie plezier van omdat hun creativiteit en productiviteit hoger ligt. Bij een deel van de mensen met deze problematiek leidt het echter tot aanzienlijke problemen in de leervorderingen, het houden van werk en onderhouden van relaties. Een en ander is terug te voeren op een hypo-activatie van de frontaal kwab door hypoperfusie bij gevraagde aandacht. In die zin is ADHD vergelijkbaar met diabetes type twee. Er is een relatief tekort dat bij de ene niet tot problemen, bij de andere wel en bovendien forse complicaties mee kan brengen (onderpresteren, gedragsstoornissen, emotionele en stemmingsstoornissen en verslaving). Behandeling is mogelijk door stimuleren van de frontaal kwab met stimulantia waardoor de werking normaliseert, gedragstherapie en psycho-educatie om een aantal noodzakelijke leefregels in te stellen. In deze presentatie zullen de afwegingen om tot welke behandeling te komen en de merites van alternatieve behandelingen (ic neurofeedback, dieet e.d.) doorgenomen worden. 19 maart 2013, 21.00 – 22.00 uur Dhr. Prof. dr. J. Becher Revalidatiearts, VUmc, Amsterdam Cerebrale Parese; vroege herkenning Cerebrale Parese ("spastische kinderen" ) is de meest voorkomende oorzaak (prevalentie rond 2/1000 levend geboren kinderen) voor beperkingen in functioneren bij kinderen door een fysieke aandoening. Na de beschrijving van het ziektebeeld, zal met video's de verschillende typen bewegingsstoornissen (spastisch, atactisch en dyskinetisch) worden toegelicht. Er wordt ingegaan op de groep "onverwachte Cerebrale Parese", zonder medische voorgeschiedenis, die door de jeugdartsen gesignaleerd kan worden. Hoe herken je de eerste tekenen van Cerebrale Parese? Daarna volgt een kort overzicht van de state of the art van de behandeling, met een focus op recente ontwikkelingen zoals kracht- en conditietraining, sporttoeleiding en behandeling van spasticiteit. Cursus 12-510-08 16 april 2013, 19.30 - 20.30 uur Mw. C. Frankenhuis Hypnotherapeut, Praktijk voor Medische Hypnose, Amsterdam Hypnose bij kinderen in een medische setting Dat hypnose geen hocus pocus is weten we uit recente onderzoeken. Kinderartsen Arine Vlieger en Marc Benninga hebben samen met Carla Frankenhuis aangetoond in een wetenschappelijk onderzoek dat 85 % van de kinderen uit de onderzoeksgroep met onbegrepen buikpijnklachten na 6 keer hypnotherapie klachtenvrij waren. Ook 5 jaar later waren deze kinderen nog steeds klachtenvrij. In deze workshop zal worden uitgelegd wat hypnose wel en niet is, wat de toepassingen kunnen zijn bij kinderen met chronische en acute pijn en hoe effectief hypnotisch taalgebruik kan zijn.
pagina 8
16 april 2013, 21.00 – 22.00 uur Mw. W. van Akkeren Prelogopediste, logopediepraktijk Watergraafsmeer, Duivendrecht en IJburg Preverbale logopedie Soms verloopt de voeding niet zoals gehoopt. Voor ouders geeft dit zeer veel stress, los van het feit of het kind nu wel of niet voldoende groeit. Bij controle op het consultatiebureau hebben ouders vaak vele vragen over voeding. Bij voedingsproblemen kun je denken aan moeilijkheden bij het geven van borstvoeding, flesvoeding, lepelvoeding of bij de overgang van de lepelvoeding naar het kauwen. Tijdens deze presentatie wordt er nader ingegaan op deze problemen en de mogelijke oorzaken ervan. Daarnaast wordt er besproken in welke gevallen het zinvol is om door te verwijzen naar een prelogopediste. Aan de hand van casuïstiek zal duidelijk gemaakt worden wat de prelogopediste doet tijdens de behandelingen, waar de rol van de logopediste ophoudt en er doorverwezen moet worden naar andere instanties. Zowel tijdens als aan het einde van de presentatie is volop gelegenheid om vragen te stellen. Cursus 12-510-09 18 juni 2013, 19.30 – 20.30 uur Mw. Drs. N. Greving-Visser Tandarts-pedodontoloog, Cleyburch Junior | Verwijspraktijk voor kindertandheelkunde, Noordwijk Mondgezondheid van kinderen: eerst preventie dan pas tandjes Verschillende onderzoeken tonen aan dat cariës nog steeds een groot probleem is bij kinderen. Het Signalement Mondzorg 2011 (College van Verzekeringen, 2011) laat zien dat in 2009 in Nederland slechts 42% van de 9-jarigen een gaaf melkgebit had. Met betrekking tot het blijvende gebit had van de 15-jarigen nog maar 44% een gaaf gebit. Cariës op zuigeling- en peuterleeftijd is de belangrijkste factor bij het voorspellen van het ontstaan van cariës op latere leeftijd Preventie op zeer jonge leeftijd is dus van belang om cariës op latere leeftijd te voorkomen. Dit begint met het informeren en motiveren van de ouders als de kinderen nog erg jong zijn om later problemen te kunnen voorkomen. Niet alleen cariës, maar ook erosie van de gebitselementen lijkt een groter probleem te worden. Hoe kunnen we ouders en kinderen het beste informeren? Wat zijn praktische tips en handvatten om aan ouders en kinderen te kunnen geven? 18 juni 2013, 21.00 – 22.00 uur Mw. Dr. T.M.J. Beirens Gezondheidswetenschapper, beleidsmedewerker AJN, Lisse Preventie van ongevallen in en om het huis Jaarlijks worden er gemiddeld 23.000 kinderen in de leeftijd van 0 tot en met 4 jaar behandeld op een Spoedeisende Hulp (SEH)-afdeling na een privé-ongeval in of om huis. Welke kinderen lopen het meeste risico op het krijgen van een ongeval en welke ongevallen zijn dit? Sinds jaar en dag worden de veiligheidskaarten gebruikt om ouders te informeren over ongevallen, werkt deze methode om ouders veiligheidsmaatregelen te laten nemen? En zijn er nieuwe ontwikkelingen in voorlichtingswijzen?
pagina 9