Jerometer kamp Meet de impact van je kamp op het milieu Aan de hand van deze vragenlijst kan je op voorhand je huiswerk doen. Eenmaal de gegevens zijn ingevuld zal het makkelijker en sneller gaan om de calculator in te vullen op www.jeromweb.be.
Algemene info over je groep 1) Naam van de groep: gemeente: postcode: 2) Invuldatum: dit vak wordt automatisch ingevuld op de webstek 3) Contactpersoon van deze invulling naam*: email*: (*) Niet verplicht in te geven 4) Jeugdbeweging
?
Algemene info over het kamp: 5) Kamp Data: Startdatum van het kamp:
/
Einddatum van het kamp:
/
?
/
?
/
? ?
6) Algemene vragen over het kamp Varieerde het aantal deelnemers van dag tot dag ?
Ja
Nee
Indien Nee, vul dan volgende gegevens in: Aantal deelnemers onder de 12 jaar: Aantal deelnemers van 12 jaar of ouder: Aantal begeleiders: Indien Ja, vul het aantal deelnemers in per dag: 1
2
3
4
5
6
Onder de 12 jaar 12 of ouder Begeleiders 7) Kamp accommodatie: ?
Het kamp gaat door: Keuze tussen: • Enkel in tenten • Zowel in tenten als in lokalen • Enkel in lokalen 8) Plaats van het kamp:
7
8
9
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
De afstand van het eigen lokaal tot de kampplaats bedraagt:
?
km
1. VOEDING Wat je eet en de manier waarop je het klaarmaakt speelt een belangrijke rol bij het berekenen van de voetafdruk. Vul zo goed mogelijk onderstaande vragen in. 1) Hoeveel eten de deelnemers? Heel weinig Weinig, niet meer dan nodig … Normaal Veel, er wordt vaak meer dan 1 maal opgeschept Heel veel … 2) In welke mate kiezen jullie voor biologische producten? (Bijna) altijd Bij voorkeur Regelmatig Af en toe Zelden of nooit 3) Hoeveel zuivelproducten worden er verbruikt? (melk, kaas, boter, yoghurt, dranken en desserts, ...) Geen zuivel Eén of twee keer per week wat zuivel Dagelijks wat zuivel (een beker melk, wat kaas, een dessertje) Dagelijks veel zuivel (veel kaas, veel melk, vaak een dessertje) 4) Hoeveel vlees wordt er gegeten? (inclusief broodbeleg en snacks) Geen vlees Eén of twee keer per week vlees Bijna dagelijks vlees Dagelijks vlees Dagelijks veel vlees 5) Hoe vaak wordt er vis gegeten? Nooit Eén of twee keer per week Regelmatig (Bijna) dagelijks 6) Komt het voedsel uit de regio waar het kamp doorgaat? Ja, vrijwel alles Nee, maar meestal wel uit België of de grensgebieden
Nee, maar regelmatig wel uit België of de grensgebieden Ik weet niet waar het voedsel vandaan komt Nee, maar meestal wel uit Europa Nee, vaak exotische groenten en fruit
7) Eten jullie groenten en fruit van het seizoen? (dit zijn groenten en fruit die bij ons in open lucht of in een onverwarmde serre (koude kas) groeien tot op het moment dat je ze eet of tot dan bewaard worden – meer info over seizoensgroenten en fruit op www.velt.be) Vrijwel uitsluitend Vooral Regelmatig Zelden 8) Gebruik van frisdranken? Hoofdzakelijk water uit de kraan Vrijwel geen frisdranken Regelmatig frisdranken Elke dag meerdere frisdranken 9) Hoe zit het met de tussendoortjes? Vrijwel nooit tussendoortjes Meestal fruit als tussendoortje Af en toe wat chips, koek, snoep, chocola en/of een hartige snack Dagelijks chips, koek, snoep, chocola en/of een hartige snack 10) Hoe energiebewust koken jullie op kamp? Er wordt nauwelijks gekookt, vooral brood en beleg, en rauwkost Erg zuinig gekookt, zoveel mogelijk gebruik gemaakt van snelkookpan en hooikist, steeds dekstel op de pot. Diepvriesproducten ontdooien bij kamertemperatuur. We letten niet op het energiegebruik bij het koken 11) Waarop koken jullie? Op gas onder glas Op gas Op een elektrische, keramische of inductiekookplaat, op groene stroom Op een elektrische, keramische of inductiekookplaat, op 'grijze' stroom 12) Worden er etensresten weggegooid? Bijna nooit Af en toe Vaak en veel
2. GEBOUW EN ENERGIEGEBRUIK In dit onderdeel komt het energieverbruik op kamp aan bod. Allereerst pijlen we naar het elektriciteitsverbruik, vervolgens komt verwarming aanbod. Vul alle relevante vragen in. Tracht waar haalbaar correct te meten, zonder te vér te gaan; een goede inschatting is meestal voldoende.
A. ELEKTRICITEITSVERBRUIK 1) Is de elektriciteit 'groene stroom' of 'grijze stroom'? ?
A. groene stroom (energie opgewekt uit hernieuwbare bronnen) B. grijze stroom (standaard stroom opgewekt uit nucleaire centrales of gascentrales) C. weet niet D. mix (sommige leveranciers bieden een mix van groene en grijze stroom aan, kijk op de factuur) 2) Verlichting: Ga tijdens het kamp al na hoeveel lampen van verschillende soorten over alle lokalen en tenten gebruikt worden. Probeer ook een goede schatting te maken van het gemiddeld aantal branduren per dag per lampensoort. Doe dan ook dezelfde oefening voor alle buitenverlichting. BINNENVERLICHTING Lokalen Tenten
VERLICHTING
BUITENVERLICHTING Buiten
aantal gloeilampen gemiddeld aantal gebruikersuren
0:00
0:00
0:00
0:00
0:00
0:00
0:00
0:00
0:00
0:00
0:00
0:00
0:00
0:00
0:00
aantal TL-lampen gemiddeld aantal gebruikersuren
aantal spaarlampen gemiddeld aantal gebruikersuren
aantal halogeenspots gemiddeld aantal gebruikersuren
aantal spots gemiddeld aantal gebruikersuren 3) Andere elektrische apparatuur Indien je tijdens het kamp gebruik maakt van elektrische apparaten kan je hier aangeven hoeveel uur dit apparaat werd ingeschakeld. Er is ruimte voorzien voor meerdere toestellen. Hoeveel uur gemiddeld per dag werden volgende toestellen gebruikt? toestel 1
toestel 2
toestel 3
toestel 4
computer
0:00
0:00
0:00
0:00
muziekinstallatie
0:00
0:00
0:00
0:00
TV
0:00
0:00
0:00
0:00
video of DVD-speler
0:00
0:00
0:00
0:00
kookplaat en/of oven
0:00
0:00
0:00
4) koelkast(en) Welk type koelkast(en) wordt gebruikt? Toestel 1 Toestel 2 ?
?
0:00
Toestel 3 ?
Toestel 4 ?
A. klein zonder vriesvak (max. 200 liter) B. klein met vriesvak (max. 250 liter) C. groot, zonder vriesdeel D. groot, met vriesdeel (méér dan 250 liter) Wat is het energielabel van de gebruikte koelkast(en)? Let op dat dit label wordt toegekend aan het juiste toestel zoals aangeduid in bovenstaande vraag. Toestel 1 Toestel 2 Toestel 3 Toestel 4 ?
?
?
?
A. A++ label B. A + C. A D. B E. C of slechter Indien geen idee van het label, geef dan op basis van de ouderdom van de ijskast het volgende label: <5 jaar A-label 5-10 jaar B-label >10 jaar C-label 5) Diepvriezers Welk type diepvriezer(s) wordt er gebruikt? Toestel 1 Toestel 2 Toestel 3 Toestel 4 ?
?
?
?
A. klein (max. 200 liter) B. groot, kistmodel C. groot, staand model Wat is het energielabel van de gebruikte diepvriezer(s)? Let op dat dit label wordt toegekend aan het juiste toestel zoals aangeduid in bovenstaande vraag. Toestel 1 Toestel 2 Toestel 3 Toestel 4 ?
?
?
?
A. A++ label B. A + C. A D. B E. C of slechter Indien geen idee van het label, geef dan op basis van de ouderdom van de ijskast het volgende label: <5 jaar A-label 5-10 jaar B-label >10 jaar C-label
B. LOKALEN Mogelijk gebruikte je tijdens het kamp meerdere verwarmde lokalen. We gaan ervan uit dat je maximum 3 lokalen gebruikt. Als er meer dan 3 lokalen gebruikt zijn, kan je dit oplossen door een of meerdere lokalen samen te tellen en als 1 lokaal te beschouwen.
Vul dan voor élk van die lokalen élke vraag in. 1) Wat is het volume (in KUBIEKE meter) per lokaal? Meet (bij benadering) per lokaal het volume. Lokaal 1 Lokaal 2 Lokaal 3 m3 m3 m3 2) Gebruiksintensiteit van het lokaal? Geef het gemiddeld aantal uren per dag aan dat het lokaal verwarmd is. Lokaal 1 Lokaal 2 Lokaal 3 0:00
0:00
0:00
C. VERWARMING Vul weer voor elk van de verwarmde lokalen élke vraag in. 1) Schat de isolatiegraad in van het (elk) lokaal. Lokaal 1 Lokaal 2 Lokaal 3 ?
?
A. B. C. D. E.
?
Zeer goed Behoorlijk (geïsoleerde muren, geen kieren, dubbel glas,…) Redelijk slecht (of dunne muren of enkel glas of heel wat kieren,…) Erg slecht (dunne muren, kieren, enkel glas,…) Geen idee
2) Voornaamste brandstof: Duid (per lokaal) één enkele brandstof aan. Indien meerdere verwarmingssystemen en brandstoffen gebruikt worden (bvb centrale verwarming met bijverwarming via elektrisch vuur of houtkachel) duid dan énkel de belangrijkste van beiden aan; die brandstof waarvan méést gebruik gemaakt wordt). Lokaal 1 Lokaal 2 Lokaal 3 ?
?
A. B. C. D. E. F.
?
Stookolie Aardgas Propaan/butaan Elektrisch Steenkool Hout
3) Type van verwarmingsinstallatie: Lokaal 1 Lokaal 2 ?
?
Lokaal 3 ?
A. centrale verwarming (dus ketel buiten lokaal en radiatoren of convectoren in lokaal) B. lokale verwarming(kachels of elektrische vuurtjes in het lokaal zelf) 4) Ouderdom verwarmingsinstallatie: Deze vraag is enkel van toepassing als je hierboven "centrale verwarming" invulde, anders is het antwoord (automatisch) 'niet van toepassing. Lokaal 1 Lokaal 2 Lokaal 3 ?
?
A. B. C. D. E.
meer dan 25 jaar oud tussen 16 en 25 jaar oud tussen 6 en 15 jaar oud max. 5 jaar oud ik weet het niet
?
F. niet van toepassing 5) Mét of zonder waakvlam? Lokaal 1 Lokaal 2 ?
?
A. B. C. D.
Lokaal 3 ?
mét waakvlam die heel het stookseizoen aanblijft zonder waakvlam (elektronische ontsteking) mét waakvlam, maar deze wordt uitgezet buiten het stookseizoen niet van toepassing (geen gas als brandstof)
6) Gemiddelde temperatuur in lokaal tijdens gebruik Lokaal 1 Lokaal 2 Lokaal 3 ?
?
A. B. C. D. E.
?
méér dan 21 graden 21 graden 20 graden 19 graden maximum 18 graden
7) Warme of koude start? Als de verwarming gebruikt wordt (dus in stookseizoen), wanneer gaat dan de verwarming aan? Lokaal 1 Lokaal 2 Lokaal 3 ?
?
?
A. "warme start": het lokaal wordt tegen het begin van het gebruikt opgewarmd, dus verwarming op voorhand aangezet B. "koude start": de eerste zet de verwarming aan, dus pas bij begin gebruik verwarming aangezet
3. AFVAL Tracht de hoeveelheden afval en water in te schatten die tijdens het kamp zijn gebruikt. Let wel verbranden van afval is verboden. Restafval indien per restafvalzak
(aantal) grote zakken (60 liter) :
?
(aantal) kleine zakken (30 liter) :
? ?
indien per restafvalcontainer: aantal kg:
zakken zakken kg
PMD (aantal) grote zakken (60 liter) :
?
zakken
Glas aantal kg glas
?
kg
Papier & karton-afval aantal kg:
?
kg Water (voor het doorspoelen van het toilet zonder spaartoets is gemiddeld 9 liter nodig, je kan op basis van het aantal deelnemers een inschatting maken van het gebruikte water voor toiletspoeling)
aantal liter leidingwater
?
aantal liter regenwater
?
aantal liter putwater
?
liter liter liter
4. MOBILITEIT Geef telkens het aantal deelnemers/begeleiders aan dat van elk vervoersmiddel gebruik maakt. Vul ook het gemiddeld aantal kilometer in dat hierbij afgelegd wordt per persoon. Reken daarbij de kms heen EN terug samen. Bij de vraag naar autokilometers is er de mogelijkheid om een ruw onderscheid te maken tussen kilometers "alleen met de auto" en kilometers "samen met de auto" (dus autodelende kms). Indien sommige deelnemers samen in één auto gebracht worden, of indien begeleiders samen in één auto toekomen, tel dan élk van hen mee bij het aantal (# begeleiders of deelnemers) “met de auto samen”.
1) Vervoer naar het voorkamp en terug
# begeleiders
te voet of met de fiets
?
met bus, tram of trein
?
met de bromfiets
?
met de auto (alleen)
?
met de auto (samen)
?
2) Vervoer naar de kampplaats en terug
?
met bus, tram of trein
?
met de bromfiets
?
met de auto (alleen)
?
met de auto (samen)
?
?
per vrachtwagen
?
per personenwagen
?
te voet of met de fiets
personen personen personen
personen personen personen personen personen
#voertuigen
3) Vervoer van materiaal van eigen lokalen naar de kampplaats en terug (indien dit apart vervoerd wordt) per bestelwagen
4) Verplaatsingen tijdens het kamp
personen
# deelnemers & # begeleiders
te voet of met de fiets
per trein
personen
voertuigen voertuigen
voertuigen niet van toepassing
# deelnemers & # begeleiders ?
personen
gemiddeld # KM per persoon heen & terug ? ? ? ?
km km km km
?
km gemiddeld # KM per persoon heen & terug ? ? ? ? ?
km km km km km
gemiddeld # KM per voertuig heen & terug ? ? ? ?
km km km km
gemiddeld # KM per persoon heen & terug ?
km
met bus, tram of trein
?
met de bromfiets
?
met de auto (alleen)
?
met de auto (samen)
?
personen personen personen personen
? ? ? ?
km km km km
Hieronder vallen zowel het vervoer voor daguitstappen, als voor het boodschappen doen, materiaal ophalen, etc. # deelnemers # begeleiders #ouders
5) Vervoer naar de bezoekdag en terug te voet of met de fiets
?
met bus, tram of trein
?
met de bromfiets
?
met de auto (alleen)
?
met de auto (samen)
?
personen personen personen personen personen
gemiddeld # KM per persoon ? ? ? ? ?
km km km km km
Zo, nu kan je met deze gegevens naar de webstek www.jeromweb.be . Als je de gegevens daar hebt ingevoerd krijg je automatisch het resultaat. Contact:
[email protected] Deze vragenlijst is ontwikkeld door Ecolife vzw met de steun van de Vlaamse overheid
met de steun van de Vlaamse overheid
Ecolife vzw, Valkerijgang 26, 3000 Leuven 016/22 21 03 www.ecolife.be