November 2015
Algemene handleiding Newswise
1
pagina 1 van 6
November 2015
Inhoud 1. Inleiding
3
1.1 Newswise in het kort
3
1.2 Aan de slag! Starten met Newswise
4
2. Begrijpend lezen onderwijzen: de didactiek 2.1 2.2
5
Het proces van begrijpend lezen
5
Leesstrategieën & stappenplan
6
2.2.1 Step by Step Reading Guide
7
2.3
Modelen
7
2.4
Rolwisselend lezen
9
3. De lessen van Newswise
10
3.1
Opdrachten
10
3.2
Niveaudifferentiatie
12
4. Tot slot
13
Bijlage 1: Literatuur
14
Bijlage 2: Europees Referentiekader Lezen niveau A2 en B1
16
2
pagina 2 van 6
November 2015
1.
Inleiding
1.1
Newswise in het kort
Met Newswise lezen leerlingen lezen teksten over onderwerpen die in het nieuws zijn of onlangs zijn geweest. Aan de (semi)actuele teksten zijn opdrachten gekoppeld die tot doel hebben leerlingen de tekst actief te laten verwerken en leesstrategieën te laten toepassen. Ook wordt er aandacht besteed aan woordenschat. Newswise is in te zetten naast een methode Engels als moderne vreemde taal. De aanpak van Newswise is gebaseerd op het programma Nieuwsbegrip 1. De gedachte achter beide programma’s is dat de actualiteit zorgt voor een functionele context, meer betrokkenheid en (daardoor) een hogere motivatie van de leerlingen om de teksten te lezen. Daarnaast werken zij aan uitbreiding van hun woordenschat en kennis van de wereld, twee belangrijke voorwaarden voor begrip van leerinhouden en (schoolboek)teksten bij andere vakken.
Niveaus Newswise is geschikt voor leerlingen in de bovenbouw van het (tweetalig) basisonderwijs, voortgezet onderwijs, mbo en speciaal onderwijs. Om de teksten goed te kunnen begrijpen, moeten zij al een redelijke woordenschat hebben. Dit betekent dat zij minimaal het A1-niveau van het Europees Referentiekader (ERK) moeten beheersen. De teksten van Newswise worden geschreven door een native speaker. Deze schrijft twee teksten, op de niveaus A2 en B1 van het Europees Referentiekader (CEF). Bij deze teksten worden opdrachten ontwikkeld, die tot doel hebben leesstrategieën aan te leren. De doeltaal is bij Newswise voertaal. Dit betekent dat ook de oefeningen in het Engels worden aangeboden. Elke (docent)gebruiker van Newswise heeft toegang tot de materialen van beide niveaus. Het lesonderwerp en de leesstrategie die centraal staan, zijn voor beide niveaus gelijk. Dat maakt niveaudifferentiatie en het gebruik van meerdere niveaus in een groep relatief eenvoudig. In par. 2.6 worden suggesties voor niveaudifferentiatie gedaan.
Onderwerpkeuze en beschikbaarheid nieuw lesmateriaal De keuze voor het onderwerp wordt bepaald op basis van onderwerpsuggesties die zijn ingediend door scholen met een licentie. De scholen kunnen hun verzoeken kenbaar maken via de website van Newswise. De auteurs maken uit alle suggesties een keuze en schrijven vervolgens op basis van diverse bronnen de teksten en opdrachten rondom het geselecteerde onderwerp op de twee niveaus. Waar mogelijk zoeken de auteurs ook naar een bruikbaar filmpje dat online beschikbaar is, waarmee de les geïntroduceerd dan wel afgesloten kan worden.
1
www.nieuwsbegrip.nl. Nieuwsbegrip is een methode begrijpend lezen voor zowel het basisonderwijs als het
voortgezet onderwijs, speciaal onderwijs en mbo, gebaseerd op de actualiteit. Het programma bestaat sinds 2005 en wordt op zo’n 6000 scholen gebruikt.
3
pagina 3 van 6
November 2015
Werkwijze in de lessen In de klas wordt de tekst gelezen met gebruikmaking van een stappenplan lezen (de Step-by-Step Reading Guide). Dit stappenplan beschrijft het complete proces van het (actief) lezen van een tekst, vanaf de oriëntatie vooraf tot en met het samenvatten van de inhoud achteraf. In het stappenplan zijn de vijf leesstrategieën verwerkt die in Newswise aangeleerd worden. Het stappenplan is te downloaden van de site en kan eenmalig voor elke leerling door de school worden geprint en gekopieerd (en eventueel gelamineerd). De lessen starten klassikaal, met een gezamenlijke oriëntatie op het onderwerp en de leesstrategie van de les. Vervolgens ‘modelt’ u als docent de toepassing van de strategie; u demonstreert hardop denkend het gebruik van de strategie tijdens het lezen van een stukje tekst. Daarna lezen en bespreken de leerlingen de rest van de tekst in groepjes. Deze werkwijze heet ‘rolwisselend lezen’. Meer uitleg over modelen en rolwisselend lezen vindt u in hoofdstuk 2.
Tijd Een les duurt ongeveer drie kwartier tot een uur. Hoeveel lestijd u aan deze onderdelen besteedt, hangt af van wat u klassikaal wilt behandelen en wat u in zelfstandigwerktijd dan wel als huiswerk laat doen.
Lesblokken Per schooljaar verschijnen er 19 lessen op de website van Newswise. Elke twee weken verschijnt er een nieuwe les. Er wordt gewerkt in blokken van in totaal 10 weken. Per les staat een bepaalde leesstrategie centraal.
Archief De website www.newswise.nl laat steeds de laatst verschenen les zien. Eerder verschenen lesmaterialen blijven echter beschikbaar en toegankelijk via de knop ‘Archief’. Als docent kunt u in het archief bijvoorbeeld extra oefenmateriaal vinden voor RT-lessen, of een alternatief onderwerp kiezen als u niet wilt werken met het onderwerp van dat moment.
1.2
Aan de slag! Starten met Newswise
Om met Newswise te werken bepaalt u het startniveau van uw leerlingen te bepalen, A2 of B1. Dit kan per leerling verschillen. Vervolgens downloadt u tweewekelijks de actuele les van de site op het/de gewenste niveau(s), printen en er het benodigde aantal kopieën van maken voor de leerlingen. Print altijd voor elke leerling een eigen exemplaar van de tekst. Met de opdrachten kan desgewenst wel samen gedaan worden, zowel binnen een groepje als klasoverstijgend (de leerlingen werken dan in een schrift i.p.v. in het opdrachtenmateriaal). Maak eventueel met uw collega’s afspraken over het kopieerwerk of het gezamenlijke gebruik van de opdrachtmaterialen.
4
pagina 4 van 6
November 2015
Naast de wekelijks voorbereiding treft u éénmalig enkele andere voorbereidingen:
Algemene materialen Newswise vervaardigen/verzamelen Voorafgaand aan het werken met Newswise print u eenmalig de Step-by-Step Reading Guide en u kopieert hemvoor iedere leerling op stevig papier. Eventueel kunt u hemlamineren. Het is aan te bevelen om ook een exemplaar van de Step by Step Reading Guide op posterformaat op te hangen in de klas. Hiertoe kunt u zelf het A4-stappenplan vergroten. Verder kan het handig zijn om de leerlingen een multomap of snelhechter te laten gebruiken om de lesmaterialen in te bewaren.
2.
Begrijpend lezen onderwijzen: de didactiek
Begrijpend lezen is een belangrijke schoolse vaardigheid. Leerlingen moeten in allerlei leersituaties en bij verschillende vakken teksten kunnen lezen en hieruit kennis verwerven. Het is ook een complexe vaardigheid, die samenhangt met allerlei andere zaken, zoals woordenschat, kennis van de wereld en technisch leesniveau. Aanbod van motiverende teksten op het goede niveau is een belangrijke, maar niet voldoende voorwaarde om teksten met begrip te leren lezen; net als bij de verwerving van andere complexe vaardigheden zijn gerichte instructie, duidelijk voorbeeldgedrag, gelegenheid om te oefenen en feedback op de taakuitvoering nodig om de vaardigheid goed onder de knie te krijgen. De rol van de docent is daarbij essentieel. Om leerlingen goed te leren begrijpend te lezen en hen adequaat te ondersteunen bij problemen, hebt u als docent inzicht nodig in de werking van het begrijpendleesproces en verschillende factoren die daarin een rol spelen. Daarnaast moet u kennis hebben van effectieve didactische aanpakken. Over beide zaken gaat dit hoofdstuk.
2.1
Het proces van begrijpend lezen
Begrijpend lezen is zoals gezegd een complex cognitief proces, waarbij enerzijds lagereordeprocessen een rol spelen, zoals processen die te maken hebben met het decoderen van woorden (technisch lezen), maar vooral hogereordeprocessen van belang zijn. Bij die processen draait het om de integratie van informatie uit de tekst met al aanwezige kennis: een lezer combineert tekstuele informatie en eigen kennis tot een zogeheten ‘coherente mentale representatie’, een samenhangend idee of beeld in zijn/haar hoofd, van de situatie die de tekst beschrijft. (Door taalwetenschappers wordt dit een ‘situatiemodel’ genoemd.) Om een goed mentaal idee op te bouwen, legt een lezer tijdens het lezen dus continu verbanden leggen: verbanden tussen informatie in verschillende tekstdelen en verbanden tussen de tekst en zijn/haar eigen kennis. Dankzij dit verbanden leggen kunnen inferenties worden gemaakt: informatie die relevant is voor het begrip, maar die niet expliciet in de tekst staat, wordt afgeleid en ‘gaten’ in de tekst worden aangevuld op basis van voorkennis. Lezers met veel eigen kennis (algemene kennis van de wereld en specifieke kennis over het onderwerp van de tekst, inclusief de bijbehorende woordenschat) zijn daarbij dus in het voordeel. Vandaar dat er een sterke samenhang is tussen iemands woordenschat, achtergrondkennis en begrijpendleesvaardigheid. Verder moet de lezer tijdens het lezen de opbouw van het situatiemodel-in-wording ‘monitoren’ en het model steeds bijwerken, op grond van nieuwe informatie in de tekst en nieuw gelegde verbanden. Dat vraagt om bewustzijn van/reflectie op het eigen tekstbegrip, een actieve leeshouding en de inzet van
5
pagina 5 van 6
November 2015
metacognitieve strategieën, zoals strategieën voor het afwegen van het belang van informatie of de omgang met onbekende woorden. In het kader van lezen worden zulke metacognitieve strategieën ook simpelweg ‘leesstrategieën’ genoemd. Uit onderzoek blijkt dat met name expliciete instructie en training in het gebruik van metacognitieve vaardigheden/leesstrategieën, in combinatie met veel lezen en ervaring opdoen met verschillende teksten, leidt tot vergroting van de leesvaardigheid. Daarom richt Newswise zich op die twee zaken: het aanleren van leesstrategieën en het toepassen van die strategieën op steeds nieuwe teksten. Doordat de teksten over (semi)actuele onderwerpen gaan, wordt daarnaast gewerkt aan uitbreiding van de kennis van de wereld en de woordenschat. De actualiteit motiveert bovendien, omdat leerlingen het gevoel hebben dat het relevant is wat ze lezen en ze vaak allemaal wel enige eigen voorkennis kunnen inbrengen.
2.2
Leesstrategieën en stappenplan
Er wordt een scala aan leesstrategieën onderscheiden, maar Newswise richt zich op vijf strategieën die herhaaldelijk uit onderzoek naar voren komen als belangrijk, zogeheten evidencebased strategieën. Deze vijf strategieën staan centraal in de wekelijkse lessen. Hieronder een korte beschrijving van de vijf strategieën: Voorspellen (predicting) Bij de strategie Voorspellen draait het om de oriëntatie op de tekst en het activeren van voorkennis. De vooraf opgehaalde kennis vormt de kapstok waaraan nieuwe informatie uit de tekst kan worden opgehangen. Daarnaast lezen leerlingen de tekst gerichter: dankzij de oriëntatie zijn ze gefocust op nieuwe informatie in de tekst en op het controleren of hun bestaande ideeën over het onderwerp kloppen. Ophelderen van onduidelijkheden (clarifying) Tijdens het lezen van een tekst kunnen leerlingen tegen begripsproblemen aanlopen. Ze kunnen woorden tegenkomen die zij niet kennen, of lastig te begrijpen zinnen en alinea’s. Een kenmerk van goede lezers is dat zij bij onbegrip niet stug doorlezen, maar proberen de onduidelijkheden op te helderen. De strategie ophelderen van onduidelijkheden geeft hier handvatten voor. Onder deze strategie worden onder meer woordafleidstrategieën aangeboden: manieren om de betekenis van woorden uit de context af te leiden. Ook het expliciet controleren van het eigen begrip (‘monitoren’) valt onder deze strategie. Samenvatten (summarizing) Het doel van het lezen van een tekst is het opbouwen van een helder beeld van de inhoud: de werking van een proces, de ‘hoofdgedachte’ of de boodschap van de schrijver. Achteraf samenvatten wat je gelezen hebt, helpt om bewust stil te staan bij de kerninformatie van de tekst. Door deze zelf te verwoorden, maak je je de tekstinhoud beter eigen en kun je deze ook beter onthouden. Bovendien wordt bij het samenvatten duidelijk wat je wel en niet begrepen hebt, waarna je eventueel nog delen van de tekst kunt herlezen. Om die reden is ook tussentijds samenvatten van kleinere stukjes tekst van belang. Vragen stellen (generating questions)
6
pagina 6 van 6
November 2015
Jezelf vragen stellen tijdens het lezen bevordert het actief leesproces. De toepassing van strategieën als voorspellen, samenvatten en ophelderen van onduidelijkheden gebeurt eigenlijk altijd in de vorm van vragen stellen: Waar zou het over gaan? Snap ik het nog allemaal? Wat ben ik nu te weten gekomen? Daarnaast roept de tekst zelf vaak allerlei vragen op. Een actieve lezer houdt tijdens het lezen in de gaten of deze vragen vervolgens ook weer door de tekst beantwoord worden. Het vragend, actief lezen is voor goede lezers vanzelfsprekend, terwijl minder goede lezers dit vaak juist niet uit zichzelf doen. Verbanden leggen (making connections) Verbanden leggen vormt zoals gezegd de kern van begrijpend lezen. Wanneer deze strategie centraal staat, worden leerling aangespoord bewust stil te staan bij verbanden tussen de informatie in verschillende tekstdelen en tussen de tekst en hun eigen kennis. Ook wordt in het kader van deze strategie expliciet aandacht besteed aan de tekststructuur en aan zogeheten ‘signaalwoorden’; woorden die de lezer op het spoor zetten van belangrijke relaties als oorzaak-gevolg, doel-middel, opsomming, tegenstelling, enzovoort. Af en toe is er ook aandacht voor verwijswoorden: wie of wat wordt er bedoeld met he, she, that, those, enzovoort.
2.2.1 Step by Step Reading Guide De strategieën voor beter tekstbegrip zijn geen losse vaardigheden of trucjes die de leerlingen moeten leren gebruiken, maar activiteiten die het proces van een actieve lezer kenmerken. In een natuurlijke leessituatie zet een lezer verschillende strategieën in tijdens het lezen van een tekst, op het moment dat deze van pas komen. Tezamen zijn de strategieën dus onderdeel van een actieve tekstaanpak. Deze aanpak is zichtbaar in de Step-by Step-Reading Guide van Newswise. Dit stappenplan kunnen leerlingen gebruiken als ondersteuning bij het lezen van teksten (in de les van Newswise én bij andere Engelse teksten). De vijf leesstrategieën zijn allemaal terug te vinden in het stappenplan. Bij Before reading wordt de tekst geïntroduceerd en oriënteren de leerlingen zich op de tekst. Ze kijken naar de uiterlijke kenmerken (titel, kopjes, plaatjes) en doen aan de hand daarvan een voorspelling over het onderwerp van de tekst. Ook gaan ze na wat ze zelf al weten over dat onderwerp (strategieën ‘predicting’ en ‘generating questions’). Bij During reading wordt de tekst actief gelezen: er wordt gezocht naar kerninformatie en belangrijke verbanden, er worden vragen gesteld en beantwoord en het eigen begrip wordt gemonitord, allemaal met het doel een goed beeld van de tekst op te bouwen (alle strategieën). Als er een moeilijk woord of fragment in de tekst staat, wordt er geprobeerd dit te verduidelijken (strategie ‘clarifying’). Bij een moeilijk woord kan de Word help worden ingezet; deze bevat enkele belangrijke woordafleidstrategieën. Bij After reading kijken de leerlingen terug op het leesproces. Ze controleren of de ideeën die ze vooraf over de tekst en het onderwerp hadden, klopten en staan stil bij de betekenis van de tekst als geheel (strategieën ‘predict’ en 'summarize').
2.3
Modelen
‘De essentie van goed lesgeven in strategieën is de leerlingen duidelijk maken wat ze moeten doen om succesvolle lezers te zijn; voordoen, laten zien hoe vaardige lezers betekenis verlenen aan tekst door hardop te denken. Dit is heel wat anders dan vertellen wat ze moeten doen.’ Aldus de Amerikaanse leesdeskundige Elaine McEwan in haar boek 7 strategies of Highly Effective Readers (2004).
7
pagina 7 van 6
November 2015
Voordoen, demonstreren als didactisch instrument wordt ‘modelen’ genoemd. Modelen voert terug op het meester-gezelprincipe. Vroeger werden (ambachtelijke) beroepen geleerd doordat de meester aan zijn gezel voordeed wat hij moest doen: de meester liet zien hoe hij een bepaalde vaardigheid uitvoerde en zijn leerling deed hem stap voor stap na. Het leereffect wordt versterkt door de voorbeeldhandelingen te begeleiden met uitleg: ‘Kijk, nu doe ik … Dat is nodig omdat … Let wel op, het is belangrijk om …, anders gebeurt er …’ Bij het modelen van begrijpend lezen en andere cognitieve processen doet zich een probleem voor: de aan te leren activiteit speelt zich grotendeels in het hoofd af en is daarmee niet goed zichtbaar. Een leerling die beter wil leren begrijpend lezen kan dus niet simpelweg een ‘expertlezer’ observeren. De expertlezer kan dit proces echter wel zichtbaar maken door hardop denkend te lezen. Modelen bij begrijpend lezen doet u dan ook door de tekst hardop voor te lezen en tussentijds uw gedachten bij de tekst te verwoorden, hardop een voorspelling te formuleren, een stukje tekst in eigen woorden samen te vatten, enzovoort. Wellicht paste u modeling (ook) al toe in andere lessen, bijvoorbeeld bij het ontleden van zinnen in de grammaticales. In de lessen van Newswise zet u modeling in om de toepassing van de leesstrategieën te demonstreren. Over het algemeen concentreert u zich daarbij op de centrale leesstrategie van die les. De volgende aandachtspunten zijn belangrijk voor een goede toepassing van het modelen: •
Model één strategie tegelijk In een natuurlijk leesproces worden de strategieën door elkaar gebruikt. Om de leerlingen de eigen kenmerken en functie van de afzonderlijke strategieën duidelijk te maken, is het echter goed om ze apart te demonstreren en leerlingen gelegenheid te geven bepaalde strategieaspecten te oefenen. Vandaar dat per les steeds één strategie centraal staat. In de loop van het jaar komen alle strategieën meerdere keren aan bod.
•
Model niet te lang Geef een korte, duidelijke demonstratie die voor de leerlingen concretiseert wat de strategietoepassing inhoudt. Lees daarbij slechts één alinea hardop denkend voor, bijvoorbeeld de inleiding van de tekst. (Bij een tekst met langere alinea’s kunt een deel van de alinea lezen.) Bij een langere demonstratie verslapt de aandacht al snel of is het voor leerlingen onduidelijk welke activiteiten nu wel of niet onder de strategie vallen. Bovendien moet er in de les ook gelegenheid zijn voor leerlingen om de strategie zelf toe te passen. Zie de paragraaf hieronder.
•
Probeer aan te sluiten bij het denk- en voorkennisniveau van de leerlingen Het is belangrijk dat de leerlingen uw gedachtegang kunnen volgen en uw voorbeeld zien als iets wat zij ook kunnen. Bedenk dus van tevoren welke woorden, concepten of verbanden lastig zullen zijn voor de leerlingen en bij welke bekende informatie u tijdens het modelen kunt aansluiten.
•
Model uw denkactiviteit/oplossingsstrategie Maak duidelijk dat de leerlingen u niet letterlijk na moeten doen, maar wat u voordoet kunnen gebruiken bij een volgend stukje tekst. Model bewust ook af en toe dat u iets níet (meteen) begrijpt en verwoord dan wat u gaat doen en waarom.
2.4
Rolwisselend lezen
8
pagina 8 van 6
November 2015
Uiteindelijk is het natuurlijk de bedoeling dat leerlingen de goede leesaanpak en de inzet van de leesstrategieën zelfstandig leren toepassen. Hiervoor is het van belang dat zij niet alleen instructie en modeling ‘ontvangen’, maar ook zelf oefenen met het gebruiken van de strategieën. Eerst onder begeleiding en met veel feedback, later met afnemende steun en steeds meer eigen sturing. Een werkwijze waarin die gefaseerde overgang van (volledig) docentgestuurde instructie naar zelfstandige toepassing is uitgewerkt voor begrijpend lezen, is rolwisselend lezen. In het schema hieronder ziet u de verschillende fases of aanpakken van rolwisselend lezen.
Schema rolwisselend lezen Toelichting op de aanpakken: Aanpak 1: de docent leest hardopdenkend een deel van de tekst voor en modelt daarbij de toepassing van de centrale strategie of een bepaalde fase uit het stappenplan, de hele klas kijkt toe/leest mee. Aanpak 2: een of meer leerlingen lezen een tekstdeel hardopdenkend, de docent en de rest van de klas kijkt toe/leest mee. De docent geeft feedback op het leesgedrag van de ‘voorbeeldleerlingen’. Aanpak 3 en 4 komen vaak tegelijk voor: alle leerlingen werken in groepjes, maar de leerlingen die in aanpak 4 werken, voeren om beurten hardopdenkend een deel van de tekst of opdracht uit (en modelen daarbij voor elkaar) terwijl bij aanpak 3 de docent zich bij een groepje voegt voor ondersteuning; hij/zij modelt zelf nog een stuk en begeleidt leerlingen bij het uitvoeren van het lezen/de opdracht. De verschillende elementen/aanpakken van rolwisselend lezen komen allemaal binnen één les aan de orde. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling om eerst een bepaalde periode alleen maar te modelen als docent, dan een periode leerlingen klassikaal te laten modelen en daarna pas over te gaan op groepswerk; laat van meet af aan leerlingen een deel van de tekst in groepjes lezen. In onderstaand schema ziet u een lesopbouw gebaseerd op rolwisselend lezen. De verschillende aanpakken zijn hierin vetgedrukt. 1.
Klassikale oriëntatie op het onderwerp van de tekst en de strategie van de week.
Start
Gezamenlijk voorkennis ophalen.
Eventueel: noteren van vragen van leerlingen n.a.v. de oriëntatie.
Deels gezamenlijk de tekst lezen + modeling van de centrale strategie door docent en/of leerlingen
9
pagina 9 van 6
November 2015
2.
De leerlingen lezen de rest van de tekst zelfstandig in twee- of drietallen.
Verwerking
De docent geeft eerst een groepje extra uitleg.
De docent loopt rond en geeft feedback aan de andere groepjes, inclusief de ‘hoogniveaugroep’.
3.
Klassikale reflectie op de les (beknopt!)
Afsluiting
Besteed aandacht aan tekstinhoud, leesproces en samenwerking.
Blik terug op vragen die leerlingen van tevoren hadden: zijn deze vragen beantwoord? Wat hebben leerlingen aan de tekst/les gehad?
3.
De lessen van Newswise
3.1
Opdrachten
De lessen van beide niveaus zijn volgens eenzelfde, maar flexibel stramien opgebouwd. In iedere les komen dezelfde onderdelen voor, al kan de volgorde van deze onderdelen verschillen. Tekst lezen met de Step by Step Reading Guide en Word help De les begint met instructie over de leesstrategie die centraal staat. Daarbij wordt een deel van de tekst gezamenlijk gelezen, waarbij u als docent de toepassing van de strategie modelt (hardopdenkend uitvoert/voordoet) of dit door één of enkele leerlingen laat doen. Lees van tevoren eventueel het uitlegblokje bij de strategieopdracht (zie hieronder) en model de toepassing van de tips die daar staan. Hierna lezen de leerlingen de rest van de tekst in groepjes (twee-, drie- of viertallen), waarbij zij elkaar helpen om de strategie toe te passen tijdens het lezen en om de tekst goed te begrijpen. Vervolgens gaan de leerlingen in de groepjes aan de slag met de opdrachten. Elke les biedt de volgende opdrachten:
10
pagina 10 van 6
November 2015
Strategieopdracht
Elke les bevat een opdracht rond de begrijpendleesstrategie van de week. In het leerlingmateriaal staat bij die opdracht altijd een kort uitlegblokje waarin de functie van de strategie beschreven wordt, het te oefenen toepassingsaspect wordt uitgelegd en tips worden gegeven voor de toepassing. Soms kan deze opdracht geïntegreerd worden met het lezen van de tekst; het is immers de bedoeling dat de leerlingen de strategie echt tijdens het lezen toepassen. Een aantal zaken, zoals het afleiden van woordbetekenissen of het achterhalen van belangrijke verbanden aan de hand van signaalwoorden, wordt echter ook nog apart geoefend.
Aandacht voor woordenschat
Tijdens het lezen van de tekst zullen leerlingen voor hen onbekende woorden tegenkomen. Met behulp van de woordafleidstrategieën op de Word help (onderdeel van de Step-by-Step Reading Guide) kunnen zij proberen de betekenis van deze woorden te achterhalen. Wanneer de strategie ‘clarifying’ centraal staat, wordt vaak expliciet met de Word Help geoefend. Indien nodig kunnen leerlingen tijdens het lezen ook gebruikmaken van een kort gegeven woordenlijstje, met enkele belangrijke woorden die in de tekst voorkomen. Bij niveau A2 staat dit lijstje standaard onderaan de tekst, bij niveau B1 in de handleiding bij de les. Voor dit niveau kunt u zelf inschatten of het nodig is om het woordenlijstje bij de tekst te geven. Doe dit met name wanneer u verwacht dat de tekst erg veel onbekende woorden bevat, bijvoorbeeld bij leerlingen met een taalachterstand of leerlingen die net zijn overgeschakeld naar een hoger tekstniveau. Het is echter altijd de bedoeling dat de leerlingen ook zelf alert zijn op onbekende woorden.
Key visual (sleutelschema)
Schematiseren van de kerninformatie van de tekst vormt een goede manier om de verbanden in een tekst naar de oppervlakte te brengen en te laten doorzien.Elke les van Newswise bevat daarom een key visual, een schema dat qua vorm past bij de tekststructuur of bij een centraal concept uit de tekst en deels vóóringevuld is.
Extra opdracht
In de laatste opdracht van de les Newswise wordt er gewerkt aan een andere taalvaardigheid, maar aansluitend bij het onderwerp van de tekst. Zo luisteren de leerlingen bijvoorbeeld naar een lied over het onderwerp van de les en vullen zij de gaten in een songtekst in om de luistervaardigheid te oefenen, presenteren zij een plan van aanpak om hun spreekvaardigheid te oefenen of oefenen zij bijvoorbeeld met de overtreffende trap in het kader van woordenschatuitbreiding en grammatica.
Leshandleiding Wekelijks wordt een beknopte handleiding bij de actuele les geleverd. Deze geeft een overzicht van de les en benodigde (extra) voorbereidingen, bijvoorbeeld benodigde materialen voor de extra opdracht. Ook staan in de handleiding de antwoorden op de opdrachten. De leshandleiding kunt u apart downloaden.
11
pagina 11 van 6
November 2015
3.2
Niveaudifferentiatie
Newswise biedt leesteksten en opdrachten op twee niveaus rond hetzelfde onderwerp. Dit maakt het mogelijk om binnen een klas te werken met meerdere lesniveaus tegelijk, waarbij elke leerling leest op het niveau dat past bij zijn/haar ontwikkeling. Het is echter niet altijd nodig of wenselijk om bij niveaudifferentiatie verschillende tekstniveaus te gebruiken; ook in het type instructie en de mate van begeleiding kan gevarieerd worden om leerlingen met verschillende leesniveaus adequaat te bedienen. Op de volgende pagina staan twee voorbeelden van een lesmodel met niveaudifferentiatie, één voor het werken met twee groepen en één voor het werken met drie groepen. De werkwijze die deze modellen weerspiegelen is de volgende: •
U start met een korte klassikale introductie van de leestekst voor de hele groep: gezamenlijk de ‘buitenkant’ van de tekst verkennen (titel, kopjes, illustraties, eventueel bron) en op basis daarvan het onderwerp en eventuele deelonderwerpen voorspellen. Doe dit aan de hand van de tekstversie die de meerderheid van de groep gebruikt.
•
Vervolgens laat u kort voorkennis activeren over het onderwerp: wat hebben leerlingen er al over gehoord of gelezen in de afgelopen dagen/weken, of wat is hun algemene kennis over het onderwerp? Het kan de motivatie voor het lezen van de tekst vergroten om de leerlingen ook stil te laten staan bij wat ze nog níet weten; welke vragen hebben zij over het onderwerp en worden die wellicht door de tekst beantwoord?
•
Als onderdeel van de introductie/instructie introduceert u tot slot de centrale leesstrategie van de week. Benoem de functie van de strategie (wat heb je eraan; hoe helpt dit je om de tekst beter te begrijpen) en/of lees gezamenlijk het uitlegblokje bij de opdrachten. Lees vervolgens een klein deel van de tekst voor – in principe de inleiding – en ‘model’ daarbij de toepassing van de strategie en van de uitvoeringstips in het uitlegblokje. Laat eventueel ook één of enkele leerlingen een stukje modelen (= aanpak 2 van het rolwisselend lezen, zie par. 2.4) Laat de leerlingen nu verder in de groepjes de tekst lezen en de strategieopdracht uitvoeren, en aansluitend de woordenschat- en sleutelschemaopdracht.
•
Voeg uzelf bij een groepje leerlingen dat verlengde instructie nodig heeft. Dit groepje begeleidt u nog iets verder bij het lezen en het opstarten van de verwerkingsopdracht: ‘model’ zo nodig zelf nog uitgebreider, laat leerlingen een tekstdeel hardopdenkend lezen en geef daar feedback op, en stel hulpvragen bij de opdrachten. Vervolgens gaan ook deze leerlingen zelfstandig aan de slag en kunt u langs de andere groepjes gaan voor feedback en eventuele ondersteuning.
Leerlingen die met een hoger tekstniveau werken kunnen eventueel ook al eerder zelfstandig (in groepjes) met hun eigen tekstniveau aan de slag gaan en de oriëntatie op de tekst zelfstandig uitvoeren. Benoem in dat geval eerder de centrale strategie als lesdoel, zodat ook zij weten dat daar de focus van de les ligt. Zij doen dan niet mee aan het tekstverkennen, voorspellen en ‘modelen’ met de basisgroep. Bespreek in dat geval tijdens de feedbackronde aan dit groepje de strategietoepassing op het hogere niveau, vraag de leerlingen om een paar stukjes hardopdenkend voor te lezen en geef hun feedback op hun strategietoepassing.
12
pagina 12 van 6
November 2015
Lesmodel voor niveaudifferentiatie – ‘startersvariant’ (twee niveau-groepen):
Lesmodel voor niveaudifferentiatie – ‘gevorderdenvariant’ (drie niveaugroepen):
4.
Tot slot
Wilt u de laatste ontwikkelingen rondom Newswise volgen? Neem dan regelmatig een kijkje op www.newswise.nl en volg Newswise op Twitter en Facebook.
13
pagina 13 van 6
November 2015
Bijlage 1:
Literatuur
Bontekoe, H. e.a. (1994). Samen werken, samen leren. Samenwerkend leren in het basisonderwijs. Hoevelaken: CPS. Bots, R. e.a. (2003). Cursus taalgericht vakonderwijs en samenwerkend leren. Rotterdam: CED-Groep. Vrij naar: 'Types of collaborative activity'. In: Cooke, S. (1998) 'Collaborative learning activities in the classroom. Designing inclusive materials for learning and language development'. Leicester.
Brown, A. & Palincsar, A. (1989). Guided cooperative learning and individual knowledge acquisition. In: L. Resnick (Ed.) Knowing, learning and instruction. Essays in honor of Robert Glaser. Hillsdale, New Jersey: Lawrence Erlbaum Associates. Claase, R. Rijskamp, M. & Aarnoutse, C. (1999). Woorddetective in de klas. Programma voor het afleiden van woordbetekenissen. Lisse: Swets & Zeitlinger. Collins, Al, Brown, J. & Newman, S. (1989). Cognitive apprenticeship: teaching the crafts of reading, writing and mathematics. In: L. Resnick (red.) Knowing, learning and instruction. Essays in honor of Robert Glaser. Hillsdale, New Jersey: Lawrence Erlbaum Associates. Cooke, S. (1998). Collaborative learning activities in the classroom. Designing inclusive materials for learning and language development. Leicester: Forest Lodge Education Centre. Ebbens, S. Ettekoven, S. & Rooijen, J. van (1997). Samenwerkend leren. Praktijkboek. Groningen: WoltersNoordhoff. Gardner, H. (1983). Frames of mind. The theory of Multiple Intelligences. Londen: Fontana Press. Gardner, H. (1992). Multiple intelligences. The theory in practice. New York: Basic Books. Gardner, H. (2002). Soorten intelligentie. Meervoudige intelligenties voor de 21e eeuw. Amsterdam: Nieuwezijds. Gruwel, S. Aarnoutse, C. & Bos, K. van den (1995). Elkaar onderwijzen in begrijpend lezen en luisteren. Een programma van twintig lessen bestemd voor groep 6 van het basisonderwijs en leerlingen van 9 tot en met 11 jaar van het speciaal onderwijs. Nijmegen: Berkhout. McEwan, E.K. (2004). 7 strategies of highly effective readers: using cognitive science to boost K-8 achievement. Thousand Oaks (CA): Corwin Press. Nulft, D. van den & Verhallen, M. (2009) Met woorden in de weer. Praktijkboek voor het onderwijs. Bussum, Coutinho, Snow, M. & Brinton, D. (1997). The content-based classroom. Perspectives on integrating language and content. New York: Addison Wesley Longman.
14
pagina 14 van 6
November 2015
IJzendoorn, T. van (1998). Begrijpend lezen door rolwisselend leren. Een trainingsprogramma van eenentwintig lessen bestemd voor brugklasleerlingen en leerlingen van 12 tot en met 14 jaar in het voorgezet speciaal onderwijs. Lisse: Swets & Zeitlinger.
15
pagina 15 van 6
November 2015
Bijlage 2: Europees Referentiekader Lezen niveau A2 en B1 A2
16
pagina 16 van 6
November 2015
B1
Bron: Liemberg, E. & Meijer, D. (2004) Taalprofielen. Nationaal Bureau Moderne Vreemde Talen
17
pagina 17 van 6