Jaarstukken 2014
ALGEMEEN
Naam toegelaten instelling Gevestigd te Adres Postadres Telefoon E-mail Website Oprichtingsdatum Koninklijk Besluit, waarmee de instelling is toegelaten Laatste statutenwijziging Datum en nummer van de inschrijving in Handelsregister In het Stichtingsregister Aangesloten bij Bedrijfstakcode Woningcorporaties
: : : : : : : : : : : : : :
Woningstichting Samenwerking Vlaardingen Vlaardingen Stadhouderslaan 181, 3136 BM Postbus 206, 3130 AE 010 - 4759666
[email protected] www.samenwerking.nl 15 mei 1914 24 september 1914, nr. 57 21 februari 2003 25 februari 1970, nr. H217811 27 augustus 1993, nr. S133811 Aedes, De Maaskoepel N.R.V. nr. 2760
INHOUDSOPGAVE JAARSTUKKEN 2014
Pag. . Jaarverslag/Volkshuisvestingsverslag • Voorwoord
2
• Hoofdstuk 1 - Bestuursverslag
3
• Hoofdstuk 2 - Strategie, missie, visie en doelen
6
• Hoofdstuk 3 - Maatschappelijke inbedding
9
• Hoofdstuk 4 - Maatschappelijke verantwoording / volkshuisvestelijk verslag
10
• Hoofdstuk 5 - Organisatie, nevenstructuren en samenwerkingsverbanden
14
• Hoofdstuk 6 - Financiële resultaten en risicomanagement
16
• Hoofdstuk 7 - De toekomst
22
• Bericht van de Raad van Commissarissen
23
. Jaarrekening Geconsolideerde jaarrekening 2014 Geconsolideerde balans per 31 december 2014 Geconsolideerde winst- en verliesrekening over 2014 Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2014 Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
31 33 34 35
. Enkelvoudige jaarrekening 2014 Enkelvoudige balans per 31 december 2014 Enkelvoudige winst- en verliesrekening 2014 Enkelvoudig kasstroomoverzicht over 2014 Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening Ondertekening jaarrekening door Bestuur en RVC
65 67 68 69 75
. Overige gegevens Statutaire regeling betreffende de bestemming van het resultaat Controleverklaring Gebeurtenissen na balansdatum
77 78 81
. Bijlagen Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
82 83 85 87 88
1 2 3 4 5
Aannemelijksheidsverklaringen DTZ Toelichting bedrijfswaarde Toelichting onderhoud en nieuwbouw Kengetallen woonruimverdeling Kengetallen
.
-1-
VOORWOORD TERUGBLIK OP 2014 2014 was ons jubileumjaar. Woningstichting Samenwerking Vlaardingen bestond op 15 mei j.l. 100 jaar. Het waren mooie, maar ingetogen festiviteiten. Met de gasten vanuit het hele land hebben we een boeiende bijeenkomst gehouden, waarbij Marc Calon als voorzitter van Aedes ons mondeling feliciteerde met een prima speech. Voor ons eigen personeel was een feestavond georganiseerd. Voor onze huurders was een fotoboek samengesteld en ons cadeau aan de Vlaardingse samenleving was een uitkijktoren in de groene Broekpolder. Kort na de viering van dit bijzondere lustrum werden we geconfronteerd met de nieuwe regels en normen van onze externe toezichthouders. Voor ons managementteam was dat aanleiding om onze ambities opnieuw af te zetten tegen de financiële mogelijkheden, met de aangescherpte normen van onze toezichthouders. De uitkomst daarvan was duidelijk. Het is noodzakelijk om een bezuiniging op de beïnvloedbare lasten te realiseren van structureel minstens € 500.000 op een totaalbedrag van circa € 750.000. Inmiddels is dit proces grotendeels afgerond. Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw gaf een signaal af dat men vond dat wij als corporatie al jaren scherp aan de wind zeilden en eisten een bijstelling van ons beleid. De incidenten die zich hadden voorgedaan in onze branche, later nog eens breed uitgemeten door de parlementaire enquêtecommissie, hebben geleid tot een nieuwe orde met nieuwe waarden. Met deze nieuwe realiteit moeten we leven en dat zullen we ook zeker doen. Door de (voorgenomen) realisatie van de genoemde bezuinigingen en bijstelling van beleid op een aantal gebieden, is onze corporatie weer in staat de ambities uit het nieuwe beleidsplan, Samenwerking 100 jaar vitaal, uit te voeren. Medio 2014 hebben wij de contracten getekend met de gemeente Vlaardingen over de grondaankoop, met projectontwikkelaar Boele & Van Eesteren over de bouw en met de zorginstelling ZGV voor de samenwerking in de nieuwe opzet van de bouw van Parc Drieën-Huijsen. Samenwerking zal daar 80 sociale huurappartementen realiseren naast een nieuw verpleeghuis en andere zorgvoorzieningen. De nieuwbouw sluit aan op de veranderde wetgeving op het gebied van het verlenen van zorg. De eerste paal is voorzien begin 2016. Op het gebied van renovatie heeft onze corporatie veel geld, energie en tijd gestopt in de renovatie van ons complex aan de Abel Tasmanlaan (166 appartementen). De ingreep heeft wel vertraging opgelopen door het tussentijds failliet gaan van de aannemer. De oplevering vindt plaats begin 2015. Bovengenoemde aanscherpingen van de toezichthoudende organen opgeteld bij de verhuurderheffing maken het de corporatiesector en dus ook ons moeilijker te investeren. Ondanks dat zijn wij nog steeds in staat een behoorlijke ambitie de komende jaren waar te maken. Ons nieuwe beleidsplan, dat in mei 2014 is uitgekomen op de dag dat onze corporaties precies 100 jaar bestond, zullen wij de komende jaren ten uitvoer brengen. Dit kan gelukkig nog steeds mede dankzij de uitvoering van genoemde bezuinigingen. Ik ben daar trots op. Helaas zullen de bezuinigingen ten koste gaan van enkele taken die we geheel of gedeeltelijk schrappen en, erger nog, ten koste gaan van een aantal arbeidsplaatsen. Samenwerking bestaat 100 jaar en wellicht dat we de 200 jaar ook zullen halen, maar dat is eigenlijk niet belangrijk. Wij moeten kunnen blijven zorgen voor huisvesting van de sociale doelgroepen en andere groepen die het moeilijk hebben in onze hedendaagse participatiesamenleving. Zolang wij daarin kunnen voorzien op een efficiënte wijze, heeft Samenwerking bestaansrecht. In de tekst van dit jaarverslag wordt daar gelukkig wel de nodige aandacht op gevestigd. Ik hoop dat u het met plezier leest.
Ton van der Steen Directeur-bestuurder
-2-
HOOFDSTUK 1 BESTUURSVERSLAG OVER 2014 Algemeen Samenwerking werkt uitsluitend in de gemeente Vlaardingen, hoewel de toelating ook activiteiten in de rest van de regio Rotterdam-Rijnmond toestaat. Samenwerking kent een tweelagen model met één directeur, die tevens de functie van bestuurder vervult. Het toezicht op het functioneren van de directeur-bestuurder wordt uitgeoefend door de Raad van Commissarissen, die in dit jaarverslag zelf verslag doet. De organisatieopbouw kent een managementteam dat, naast de directeur-bestuurder, bestaat uit de managers Middelen, Vastgoed en Woondiensten. Daarnaast heeft Samenwerking twee staforganen die geleid worden door de afdelingshoofden Facilitair en Beleid & Communicatie. De structuur van de organisatie is er op ingericht om het beleid, dat samenhangt met het beleidsplan "Samenwerking 100 jaar vitaal", te kunnen waarmaken. Naast de implementatie van het nieuwe beleidsplan, is uitvoering gegeven aan het oude bedrijfsplan. De vereiste cultuuromslag naar "maatschappijgedreven corporatie" is handen en voeten gegeven. Wij luisteren meer en beter naar onze belanghouders, wij verwachten meer eigen initiatief van medewerkers, wij willen optimaal extern en intern communiceren en elkaar op de juiste wijze aanspreken op fouten en gezamenlijk de missie uitvoeren. Samenwerking onderschrijft de in de Aedescode en de Governancecode Woningcorporaties vastgelegde beginselen. De Governancecode Woningcorporaties wordt gehanteerd voor het inrichten van de bestuurlijke organisatie. Gegevens directeur-bestuurder: Naam:
De heer mr T.W. van der Steen
Leeftijd:
60 jaar
In dienst sinds:
15-apr-04
Duur benoeming:
onbepaalde tijd
Vast inkomen:
€ 116.811, inclusief vakantietoeslag en eindejaarsuitkering
Fiscale bijtelling:
nihil, gebruik auto van de zaak
Pensioenkosten:
€ 26.234
Vergoeding en werkgeverslasten:
€ 10.438
Nevenfunctie:
bestuurslid stichting "citymarketing"te Vlaardingen bestuurslid stichting Stadsherstel te Vlaardingen
Toelichting: De arbeidsovereenkomst is conform de aanbevelingen van de Sectorbrede beloningscode bestuurders woningcorporaties tot stand gekomen, echter de benoeming van de directeur-bestuurder heeft plaatsgevonden voor onbepaalde tijd, zoals overeengekomen tussen de Raad van Commissarissen en de directeur-bestuurder. Buiten aanwezigheid van de directeur-bestuurder heeft de Raad het functioneren van de directeur-bestuurder besproken en vervolgens teruggekoppeld. Taak en werkwijze De directeur-bestuurder is belast met het besturen van de corporatie, hetgeen onder meer inhoudt dat hij verantwoordelijk is voor: De realisatie van de doelstellingen De te voeren strategie De financiering Het beleid De resultatenontwikkeling Het beleid ten aanzien van deelnemingen van de corporatie. De directeur-bestuurder legt hierover verantwoording af aan de Raad van Commissarissen. De directeur-bestuurder richt zich bij de vervulling van zijn taak naar het belang van de woningcorporatie in het licht van haar volkshuisvestelijke en maatschappelijke doelstelling en weegt daartoe de in aanmerking komende belangen van bij de corporatie betrokkenen af. De directeur-bestuurder verschaft de Raad van Commissarissen tijdig de informatie die nodig is voor de uitoefening van de taak van de Raad van Commissarissen. De directeur-bestuurder is verantwoordelijk voor de beheersing van de risico's verbonden aan de activiteiten van de corporatie. De directeur-bestuurder rapporteert hierover aan en bespreekt de interne risicobeheersing- en -3-
controlesystemen met de Raad van Commissarissen en zijn auditcommissie. De taken en bevoegdheden van de directeur-bestuurder zijn afdoende beschreven in de vigerende statuten. Horizontale dialoog Woningstichting Samenwerking Vlaardingen heeft de volgende belanghebbenden in 2014: Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Vlaardingen Ambtelijke staf van de gemeente Vlaardingen De Huurdersraad van onze stichting Collega-corporatie Waterweg Wonen Zonnehuisgroep Vlaardingen Aedes Geschillencommissie van onze corporatie De Federatie van woningbouwcorporaties regio Rotterdam Maatschappelijke Dienstverlening NW Stichting Hospice Margriet. De communicatie met deze belanghebbenden heeft in 2014 zowel bilateraal als voltallig plaats gevonden in het kader van de totstandkoming van het beleidsplan"Samenwerking 100 jaar vitaal". De stakeholders hadden eerder al gereageerd op hetgeen tot nu toe door Samenwerking is verwezenlijkt van het vigerende bedrijfsplan, ze hebben aanbevelingen gedaan voor de toekomst en er is kritisch gekeken naar actuele ontwikkelingen in de branche op basis van de beleidsvoornemens van het kabinet Rutte II. Bezuinigingen Medio 2014 is er een aanzet gegeven tot een forse bezuinigingsronde. De aangescherpte normen van onze toezichthouders, de jaarlijks toenemende afdracht aan de verhuurderheffing gecombineerd met de wil om onze ambities verwoord in het nieuwe beleidsplan waar te maken, hebben er toe geleid dat er een bezuinigingsplan is opgesteld dat er voor moet zorgen dat onze corporatie financieel kan functioneren op "voldoende afstand" van de normen van de toezichthouders. In 2015 bezuinigen we € 250.000, in 2016 € 500.000 (dus € 250.000 meer) en in 2017 willen we uitkomen op circa € 750.000. Minstens € 500.000 moet een structureel karakter krijgen. Dat gaat lukken. Dit gaat ten kosten van het schrappen van taken die geheel of gedeeltelijk niet meer zullen worden uitgeoefend. Helaas zal ook een aantal medewerkers moeten afvloeien. Huurdervertegenwoordiging Wij hechten aan een goede samenwerking en communicatie met onze bewoners. De contacten met de Huurdersraad en de bewonerscommissies/huurdersverenigingen stellen wij zeer op prijs. In goed overleg met vertegenwoordigers van de Huurdersraad is drie jaar geleden een nieuwe overeenkomst getekend op basis van de nieuwe Overlegwet. Er heeft enige verjonging plaats gevonden bij het bestuur van de Huurdersraad. Zij hebben inmiddels hun draai gevonden. De zoektocht naar nieuwe leden leverde enige nieuwe enthousiaste leden op. Maar meer leden worden nog gezocht. Jaarresultaat Het jaar 2014 wordt afgesloten met een positief resultaat van € 4,2 miljoen euro. Gezien enerzijds onze ambities, die tot uitdrukking komen in het beleidsplan en anderzijds de afdrachten aan het Rijk betrachten we de komende jaren enige voorzichtigheid bij besluitvorming over nieuwe investeringen. Maar voorzichtigheid betekent niet dat er niet meer geïnvesteerd wordt. 2015 en verder De economische crisis is nog steeds voelbaar. Het aantal huurders dat niet op tijd de huur betaalt dan wel helemaal niet meer betaalt stabiliseert. Om de gevolgen hiervan in te dammen is via de lean-filosofie een nieuw incassoproces beschreven die ten dele is gestart in de verwachting via preventief optreden het aantal slecht betalende huurders te verminderen. Daarnaast overwegen wij sterk de huurverhoging te matigen. De koopwoningmarkt komt weer enigszins in beweging. De nieuwbouw van woningen is over het dieptepunt heen. De corporaties echter, die tot voor kort nog voor een fors deel opdrachtgevers waren voor nieuwbouw, investeren nog steeds weinig door de gevolgen van de verhuurderheffing en (in mindere mate) de saneringsheffing. De gevolgen hiervan zijn, naast een forse aanslag per jaar, dat wij per nieuw gebouwde woning circa € 750,- verhuurderheffing moeten betalen. Dit betekent dat de verhuurderheffing oploopt naarmate onze nieuwbouwproductie toeneemt. Dit is één van de redenen dat de woningmarkt nog steeds op slot zit. De stadsregio Rotterdam-Rijnmond gaat verdwijnen. Vooralsnog zal de provincie Zuid-Holland meer zeggenschap krijgen in bovenlokale zaken die de volkshuisvesting betreffen. Daarnaast wordt op initiatief van de regering een nieuwe Huisvestingsverordening opgesteld, waarop wij als partijen in Vlaardingen ( corporaties en huurdersraden) mogen reageren. Dit zal eensgezind plaats vinden.
-4-
Tenslotte constateer ik dat veel corporaties 2015 als een overgangsjaar zien. Ik heb met veel collega-directeuren gesproken en neem waar dat de kat dit jaar en wellicht de komende jaren uit de boom wordt gekeken om te bezien wat er in de naaste toekomst als corporatie nog kan worden gedaan en wat er daadwerkelijk wordt toegestaan. Ik voorspel dat de investeringen van de corporaties de komende jaren veelal worden gestopt in kleinschalige renovaties, dus minder in grote ingrepen en nog minder in nieuwbouw. Dat is niet erg voor een paar jaar, maar als dit langer gaat duren is dit heel slecht voor de toekomst van de sociale huursector. Samenwerking heeft nog steeds ambities waar ook nieuwbouw in voor komt. Dit financieren wij mede door de verkoop van een complex niet-Daeb woningen. Nieuwbouw is nodig om de sociale voorraad op niveau te houden. Dit doen we niet voor onszelf, dit doen we voor onze doelgroep. Verklaring besteding gelden Tot slot verklaar ik als directeur-bestuurder van Samenwerking dat alle middelen uitsluitend zijn aangewend in het belang van de volkshuisvesting.
Vlaardingen, 5 mei 2015
Mr. T.W. van der Steen, Directeur
-5-
HOOFDSTUK 2 MISSIE, VISIE EN STRATEGIE Inleiding Samenwerking heeft een eigen duidelijke plaats in Vlaardingen. Ondanks het feit dat wij een regionale toelating hebben, fixeren wij ons alleen op Vlaardingen. Met de regio Rotterdam-Rijnmond onderhoudt ons gemeentebestuur de bestuurlijke contacten die ook voor de corporaties in Vlaardingen van belang zijn. Wij zijn al heel lang aangesloten bij het regionale woonruimte verdeelsysteem. Daarnaast wordt via de Maaskoepel, de koepelorganisatie van corporaties in de regio, afgestemd over aantallen nieuw te bouwen woningen, in welke categorieën, en dergelijke. Sinds de totstandkoming van het Actieplan Wonen is er de afgelopen en komende jaren volop activiteit in de stad. Dit was voor ons mede aanleiding ons beleid daarop aan te passen. Ons nieuwe beleidsplan,"Samenwerking 100 jaar vitaal", is geënt op deze tijd en actuele ontwikkelingen. Vooral de maatschappelijke en politieke ontwikkelingen rondom de corporatiewereld leiden tot nieuw beleid. Onze investeringsopgaven hebben een stevige relatie met het Actieplan Wonen. Onze missie Samenwerking maakt individuele woonwensen mogelijk van onze huidige en toekomstige huurders op basis van maatwerk. Wij richten ons op huishoudens die moeilijk in hun eigen woonruimte kunnen voorzien. Ook middeninkomens kunnen tot die groep behoren. Van 2014 tot en met 2017 werken wij aan de 5 inhoudelijke ambities, die aansluiten op de omgevingsanalyse, onze missie en visie. De ambities zijn: 1. Passende huisvesting voor onze doelgroepen 2. Naar een energiezuiniger woningvoorraad 3. Tevreden klanten qua communicatie en dienstverlening 4. Stakeholders, die zich partner voelen 5. Betrokken klanten, die tevreden zijn over hun woonomgeving Op basis van het nieuwe beleidsplan 2014 - 2017 is een nieuwe strategiekaart gemaakt. In de strategiekaart zijn de kritische succesfactoren opgenomen en wordt hieronder weergegeven.
Aan de hand van de strategiekaart 2014 - 2017 is en balanced scorecard opgesteld. Deze scorecard is vastgesteld door -6-
de directeurbestuurder en met ingang van juli 2014 geïmplementeerd. In de scorecard zijn de indicatoren, doelstellingen en frequenties opgenomen. Verder is in de scorecard een overzicht opgenomen in welk jaar een doelstelling actueel wordt. TEVREDEN KLANTEN Indicator Kl anttevredenhei d tota a l en per onderdeel (onderzoek) Vol doen a a n ei gen normti jden voor reacti e en a fha ndel i ng bi j i nterne en externe proces s en.
Doelstelling
Wa a rderi ng pri js/kwal i tei t (enquete)
>7
X
Interne eva l ua ti e betrokken onder medewerkers >8
X
Ui tbrei den va n ni euwe di ens ten
2014
>7
2015
2016
2017
X
X
X
Ja a rl i jks
X
X
Ja a rl i jks
X
X
Ja a rl i jks
>95%
Frequentie
X
X
Ja a rl i jks
X
X
Ja a rl i jks
2015
2016
2017
X
X
X
Ja a rl i jks
>5
BETROKKEN KLANTEN DIE TEVREDEN ZIJN OVER HUN WOONOMGEVING Indicator
Doelstelling
Kl anttevredenhei d per onderdeel (onderzoek)
>7
Aa npa kken van overl a s t Onders teunen bewoners en s takehol ders i ni ti a ti even ter verbeteri ng openba re rui mte en woonomgevi ng
Bes chi kbaa r
X
X
X
X
Ja a rl i jks
< € 20.000
X
X
X
X
Ja a rl i jks
X
X
X
Ja a rl i jks
63%
53%
42%
Kwa rta a l
2017
Frequentie
X
2 Jaa rl i jks
Toewi jzen op ba s i s va n l eefs ti jl en
>7,5
Vermi nderen aa nta l wei geri ngen
42%
2014
74%
Frequentie
BETROKKEN KLANTEN DIE TEVREDEN ZIJN OVER HUN STAKEHOLDERS DIE ZICH PARTNER VOELEN Indicator Ima go-onderzoek
Doelstelling Nul meti ng 2015
Vi s i tati e Starten project 'ti jdi g communi ceren'.
>7 Benoemen normen
2014
2015
2016
X X
4 Jaa rl i jks
X
Ja a rl i jks
PASSENDE HUISVESTING Indicator Vol doende woni ngen tot e n me t pri js ca te gori e be re i kba a r Ve rmi nde re n overs chot woni nge n i n pri js ca te gori e t/m be rei kba a r
Doelstelling
2014
2015
2016
2017
Frequentie
> 1.791
1.791
1.791
1.791
1.791
Kwa rta a l
< 265
991
726
461
265
Kwa rta a l
Ve rhoge n a a nta l EGW's tot HT-gre ns Ve rmi nde re n a a nta l woni nge n boven huurpri js € 800,Aa nta l be s chi kba re woni nge n tus s en € 700 e n € 800
> 590
545
530
560
590
Kwa rta a l
< 70 10% va n de voorra a d
181
108
82
70
Kwa rta a l
10%
10%
10%
10%
Kwa rta a l
Opl e veren project Dri e ë n Huys e n
80 s tuks
X
Ja a rl i jks
Adve rte re n op ba s i s va n ma rkthuur Be s chi kba a r Woni ngzoeke nde n be wus tma ken va n Be s chi kba a r woonl a s te n Woni ngen bove n l i be ra l i s a ti egre ns ve rmi nde re n < 12,6% Ve rkope n woni nge n bove n l i be ra l i s a ti e grens
156
-7-
X
Ja a rl i jks
X 15%
Ja a rl i jks
15%
13%
13%
Kwa rta a l
71
60
25
Kwa rta a l
NAAR EEN ENERGIEZUINIGE WONINGVOORRAAD Indicator Verbeteren gemi ddel d energi el a bel
Doelstelling Gem. mi ni ma a l C.
Verl a gen aa nta l woni ngen met energi el abel E,F < 10% &G Impl ementeren woonl as tenbena deri ng
Bes chi kbaa r
Proef met energi eneutra l e woni ngen
Bes chi kbaa r
Verbeteren energi el a bel ei gen ka ntoor
=< C
2014
2015
2016
2017
Frequentie
n.t.b.
n.t.b
n.t.b
X
Ja a rl i jks
n.t.b.
n.t.b
n.t.b
10%
Ja a rl i jks
X
X
2015/6 X
X
Ja a rl i jks Ja a rl i jks
n.t.b. = nader te bepalen FINANCIEEL GEZOND ZIJN EN BLIJVEN Indicator
Doelstelling
2014
2015
2016
2017
Frequentie
Sol va bi l i tei t (obv marktwa arde)
> 40%
X
X
X
X
Kwa rta a l
Sol va bi l i tei t (obv bedri jfs wa arde)
> 22,5%
X
X
X
X
Kwa rta a l
Conti nui tei ts oordeel CFV
Pos i ti ef
X
X
X
X
Ja a rl i jks
Interes t Dekki ngs graa d (ICR)
> 1,6
X
X
X
X
Kwa rta a l
Afl os s i nggra ad (DSCR)
> 1,2
X
X
X
X
Kwa rta a l
Loa n to Va l ue (LTV)
< 75%
X
X
X
X
Kwa rta a l
Ri s i cocl as s i fi ca ti e WSW
Bbb- of hoger
X
X
X
X
Ja a rl i jks
Di rect rendement
> 3,5%
X
X
X
X
Kwa rta a l
2016
2017
Frequentie
REALISATIE MISSIE EN AMBITIES Indicator Gedrag van medewerkers a ans l ui ten op kernwa a rden d.m.v. Pers oonl i jke ontwi kkel i ngs pl a nnen(POP) (onderzoek)
Doelstelling
2014
2015
Score >= 3,0
X
X
2014/5
Aa npa s s en mana gements ti jl Vergroten betrokkenhei d s tra tegi sche bel ei ds doel en
Bes chi kbaa r Bes chi kbaa r
X X
2015 2015
Profes s i onal i s eren portefeui l l ebeheer
Bes chi kbaa r
X
X
2015/6
Verbeteren offi cema na gement
Bes chi kbaa r
X
X
2015
Ui tvoeren va n control e pl a n
Bes chi kbaa r
X
X
Ja a rl i jks
Al l e bel a ngri jke proces s en verbeterd
>33%
X
X
-8-
X
X
Ja a rl i jks
HOOFDSTUK 3 MAATSCHAPPELIJKE INBEDDING Als sociaal-maatschappelijk ondernemer staat Samenwerking midden in de maatschappij. Om onze doelen te kunnen behalen opereren we in interactie met de maatschappij. We vinden het belangrijk om de dialoog aan te gaan met onze omgeving. Dialoog staat voor communiceren en samenwerken met partners om onze gezamenlijke doelstellingen te bereiken. Daarbij geeft de dialoog ons input voor de ontwikkeling van beleid en gebruiken we het als een instrument om de kwaliteit van onze dienstverlening te verbeteren. IMAGO Samenwerking bestond in mei 2014 100 jaar en heeft een eigen gezicht en cultuur ontwikkeld, die te omschrijven valt als betrouwbaar, maatschappelijk betrokken, proactief en sociaal. Onze corporatie heeft relatief een wat luxer bezit. Dit laatste heeft vooral te maken met het feit dat wij heel weinig bezit hebben uit de vijftiger en zestiger jaren. Het grootste deel van ons bezit stamt uit de zeventiger en tachtiger jaren en is groter en luxer dan de bekende naoorlogse flatwoningen. Wij willen dat deel van ons imago graag in stand houden. Dat komt vooral tot uitdrukking in de soort en aard van onze nieuwbouwplannen in de komende jaren. Naast de sociale doelgroep komen ook de middeninkomens bij ons aan hun trekken. PRESTATIEAFSPRAKEN In januari 2015 worden nieuwe prestatieafspraken gemaakt voor de komende vijf jaar op basis van het Actieplan Wonen. De belangrijkste afspraken worden gevormd door de nieuwbouwproductie, de investeringen in toename van kwaliteit in de bestaande voorraad, de doelgroepen, duurzaamheid en kwaliteit en de stedelijke investeringen om dit alles mogelijk te maken. Eind 2014 zijn de concept-prestatieafspraken opgesteld en voorgelegd aan de gemeenteraad, de Huurdersraden en de raden van toezicht van de corporaties. In diverse gremiums waar ook Samenwerking in participeert werden de genoemde aanbevelingen verder uitgewerkt. Een belangrijke basis voor het toekomstige woningbouwprogramma waren de uitkomsten van WoON 2012 en de Grote Woontest van 2013. Het meerjarig progamma voor sloop en nieuwbouw in het Aktieplan Wonen is in (sub)regionaal verband verankerd in samenwerkingsafspraken met regiogemeenten en woningcorporaties ook in samenwerking met marktpartijen. Ons nieuwe beleidsplan en het SVB vormden tezamen met die van Waterweg Wonen inhoudelijk de basis voor de te maken nieuwe prestatieafspraken voor de periode 2015-2020. Onze Huurdersraad is actief betrokken geweest bij de totstandkoming ervan. SAMENWERKEN Onze corporatie heeft goed en intensief contact met de Huurdersraad en de bewonerscommissies. Bij de totstandkoming en bij de uitvoering van het nieuwe beleidsplan heeft de Huurdersraad, naast andere stakeholders, een belangrijke rol gespeeld. Onze stakeholders zijn de partijen met wie wij veel contacten onderhouden, zoals de gemeente Vlaardingen, collega-corporatie Waterweg Wonen en een aantal zorg- en welzijnsinstellingen. In dit kader passen natuurlijk ook de eerder beschreven leefbaarheidprojecten, de deelname aan de dag van de dialoog, de dag van de burgerparticipatie, de gemeentebrede leefbaarheids- en duurzaamheidplatforms, de klankbordgroepen van het Aktie Plan Wonen en de deelname aan de lokale woonbeurzen samen met de gemeente en Waterweg Wonen. STAKEHOLDERS In 2014 is er veel en intensief contact geweest met onze stakeholders, enerzijds op project basis en anderzijds bij de totstandkoming van ons nieuwe beleidsplan. Daarnaast hebben vrijwel al onze stakeholders deelgenomen aan de middag van de Vlaardingse woningmarkt die gemeentebreed was georganiseerd. Een extra stakeholdersbijeenkomst hebben wij gehouden ter gelegenheid van ons 100 jarig bestaan. ONZE HUURDERSVERTEGENWOORDIGING Onze zorg voor de huurders heeft altijd prioriteit gehad. De tijden en de wet zijn veranderd en dat heeft als positief gevolg dat huurders meer inbreng hebben in het beleid van de corporatie, maar bijvoorbeeld ook in de afspraken tussen gemeente en corporaties. Wij kennen een Huurdersraad en 11 bewonerscommissies. De mensen die daarin participeren komen op voor hun rechten en die van de huurders in z'n algemeenheid, maar zijn ook in staat mee te denken over zaken die niet hun eigen belang betreffen. Het Overlegboek Huurdersvertegenwoordigingen en Woningstichting Samenwerking is hiervoor de basis. Met de voltallige Huurdersraad werd drie maal officieel overlegd over vooral ons corporatiebreed beleid. Daarbij is in 2014 een project gestart met aanpassing van de regionale huisvestingsverordening waarbij de Huurdersraad nauw is betrokken. Eind 2014 bestond de Huurdersraad uit vijf leden. Onze contacten met de bewonerscommissies zijn beperkt tot één of twee keer per jaar, tenzij zich in het betreffende complex iets bijzonders voordoet, zoals een kwalitatieve verbetering. Om de vertegenwoordigingen van huurders in staat te stellen hun werkzaamheden te verrichten stelt Samenwerking financiële middelen ter beschikking. Het jaarverslag van de Huurdersraad staat op onze website. -9-
HOOFDSTUK 4
MAATSCHAPPELIJKE VERANTWOORDING / VOLKSHUISVESTING De prestatievelden zoals deze zijn vastgelegd in het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH) vervullen een belangrijke rol bij het achteraf toetsen van het functioneren van een corporatie. In ons bedrijfsplan wordt per jaar een aantal doelen gesteld. Deze doelen zijn als volgt gekoppeld aan de BBSH prestatievelden. BBSH prestatieveld
Strategisch doel 1
2
Het verhuren van woningen
X
X
De kwaliteit van het woningbezit
X
X
Het betrekken van bewoners bij beheer en beleid
X
Activiteiten op het gebied van leefbaarheid Wonen en zorg
3
4
5
6
X
X
X
X
X
X
X
Het waarborgen van de financiële continuïteit
X
In dit hoofdstuk verantwoorden wij de voorgenomen doelen voor 2014. Voor de voortdurende doelen is alleen een verantwoording opgenomen als dit buiten de reguliere activiteiten valt. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Passende huisvesting voor onze doelgroepen Naar een energiezuiniger woningvoorraad Tevreden klanten qua communicatie en dienstverlening Stakeholders, die zich partner voelen Betrokken klanten, die tevreden zijn over hun woonomgeving Financieel gezond zijn en blijven
EEN DEEL VAN DE ACTIES KOMT NOG UIT HET BEDRIJFSPLAN 2010-2014 WERKEN AAN WONEN. DEZE VERANTWOORDEN WIJ HIERONDER PER ONDERDEEL.
Participatie belanghebbenden: Wij zijn er niet in geslaagd om 3 bewonerscommissies toe te voegen aan het al bestaande aantal van 2010 (10 stuks) Op dit moment zijn er 11 bewonerscommissies actief. We realiseren ons, en horen dit ook van onze bewonerscommissies, dat het steeds lastiger is om mensen te vinden die het bestuurswerk willen doen. Om die reden hebben we dit jaar een plan van aanpak gemaakt om klanten te laten participeren via de digitale weg. Te denken valt dan aan enquêtes op onderdelen zoals leefbaarheid, communicatie en beleid, en gebruik van Social Media om meningen te peilen. Tevreden klanten: De nulmeting is niet uitgevoerd doordat Woonbench ontbonden is en de onderzoeken niet meer uitvoert. Een nieuwe nulmeting is gepland voor tweede kwartaal 2015. Passend woningaanbod: De experimenten met vier leefstijlen zijn nog niet gestart. Door de vernieuwde woningwet en de nieuwe opzet van de woonruimteverdeling wordt het toewijzen op leefstijlen vereenvoudigd. Dit heeft ons doen besluiten te wachten tot invoering van beide regelgeving. Planning is nu medio 2015 te starten met het experiment toewijzen op leefstijlen. Andere doelgroepen: Door regelgeving vanuit Den Haag is het doel om 1/3 van de woningen op te waarderen voor de hogere inkomens komen te vervallen. RESULTATEN VOOR 2014 VANUIT BEDRIJFSPLAN 2014-2017 HONDERD JAAR VITAAL.
DOEL 1: PASSENDE HUISVESTING VOOR ONZE DOELGROEPEN Voldoende ruimte voor mensen met een krappe beurs: In het verslagjaar is ruim 92% van onze vrijkomende sociale huurwoningen toegewezen aan mensen met een bruto jaarinkomen onder de € 34.229.
- 10 -
Verminderen aantal woningen boven liberalisatiegrens: In dit jaar hebben we 66 van onze appartementen met een huurprijs boven de liberalisatiegrens verkocht. Hiermee is een begin gemaakt met het verminderen van onze voorraad dure woningen. De levering vindt van het vastgoed vond plaats in maart 2015. Doelgroepen met een bijzondere huisvestingsvraag: In vier van onze woningen is op initiatief van en door de Stichting de Spil een woonvoorziening gerealiseerd voor mensen met een middel tot zwaar verstandelijke beperking. Een kleinschalig gezinsvervangend thuis met 24-uurszorg voor ongeveer 20 mensen. In het afgelopen jaar zijn 80 van onze vrijkomende woningen toegewezen aan doelgroepen met een bijzondere huisvestingsvraag. De verdeling is als volgt: − 16 woningen voor de taakstelling(asielzoekers) − 9 woningen aan stadsvernieuwingsurgenten − 1 aangepaste woning aan mindervalide − 2 woningen aan stichting Timon voor begeleid wonen voor jongeren − 4 woningen in woongroep Centraal Wonen − 25 woningen in complexen aanleunwoningen aan senioren met een zorgindicatie − 14 woningen in de doorstroomregeling voor senioren − 1 woning aan een zorginstelling als ontspanningsruimte − 8 woningen om redenen als woningruil, 3% regeling op verzoek gemeente e.d.
Doelgroepen senioren: In complex West 64 zijn scootermobielstallingen gecreëerd. Daarnaast zijn in 2014 totaal 8 ROG aanvragen voor eenvoudige aanpassingen doorgevoerd. DOEL 2: NAAR EEN ENERGIEZUINIGER VOORRAAD: Duurzame en energiezuinige woningvoorraad: In 2014 zijn geen grootschalige renovaties uitgevoerd met energiebeparende maatregelen. Wel is de renovatie (incl. labelverbetering) voor de complexen Holy Zuid 139 (van gemiddeld F naar A) en Holy Zuid 84 (van gemiddeld F naar B) voorbereid. Daarnaast zijn 100 HR CV-ketels geplaatst in de complexen Oost 52 en Oost 59. In complex West 64 zijn daarnaast nog 32 woningen voorzien van een HR CV-ketel en mechanische ventilatie ter vervanging van een moederhaard. Op de complexen Oost 80, Oost 59 en van Heutz 42 (alle appartementengebouwen) is extra isolatie op het dak aangebracht tijdens het vervangen van de dakbedekking. DOEL 3: TEVREDEN KLANTEN QUA COMMUNICATIE EN DIENSTVERLENING Tevredenheid monitoren: In het verslagjaar is onder de huurders van een complex een tevredenheidsonderzoek uitgevoerd na renovatie van hun woning. Het onderzoek was gericht op communicatie en informatie over het project. Uitkomst was dat door respondenten het traject met voldoende tot goed gewaardeerd werd. Verbeterpunten worden meegenomen in volgende communicatiemomenten. Voor medio 2015 staat een groot klanttevredenheidsonderzoek gepland.
Normtermijnen: Voor de afhandeling van klachten over onze dienstverlening zijn inmiddels normtermijnen opgesteld. Deze zijn gepubliceerd op onze website. Ook voor beantwoording van brieven en e-mails van klanten zijn de normen vastgesteld. Ook deze zijn terug te vinden op de website.
Geschillencommissie: Vanuit de doelstellingen 'Tevreden Klanten' en 'Professionele Organisatie' is er binnen onze organisatie een Geschillencommissie werkzaam, waar huurders en potentiële huurders terecht kunnen bij geschillen over het doen en laten van onze corporatie of over door onze corporatie ingeschakelde personen. Het doel is om huurders laagdrempelig de mogelijkheid te geven hun geschil met Samenwerking met hoor en wederhoor aan de orde te stellen en hieruit lering te trekken voor onze interne procedures en communicatieprocessen. Per 31 december 2014 is de samenstelling van de Geschillencommissie als volgt: - Een huurder, de heer D. Coenradie. - Een onafhankelijk voorzitter, de heer A. Kool - Een medewerker van Samenwerking, de heer J. Bergenhenegouwen - Een ambtelijk secretaris , mevrouw M. Brouwer. Conform het reglement moet er ook worden voorzien in plaatsvervangers van de leden ingeval van afwezigheid. Daartoe zijn de volgende personen aangesteld: - 11 -
De heer S. van der Marel als plaatsvervanger voor de heer A. Kool, mevrouw J. van Oossanen als plaatsvervanger van de heer D. Coenradie en mevrouw M. Brouwer als plaatsvervanger van de heer J. Bergenhenegouwen. De ambtelijk secretaris wordt in voorkomend geval op ad- hoc basis vanuit Woningstichting Samenwerking Vlaardingen vervangen. De Geschillencommissie is in 2014 eenmaal bij elkaar gekomen voor een bespreking over een binnengekomen klacht van een bewonerscommissie. Er waren dit jaar geen vergaderingen en hoorzittingen over individuele geschillen. In 2014 zijn 4 geschillen binnengekomen gericht aan de Geschillencommissie. Het officiële jaarverslag van de Geschillencommissie staat op onze website.
DOEL 4: STAKEHOLDERS DIE ZICH PARTNER VOELEN Invloed geven aan belanghouders: Het bedrijfsplan is in overleg met en na consultatie van onze belanghouders tot stand gekomen. Samenwerking heeft al jarenlang een goede relatie met haar Huurdersraad en bewonerscommissies. Omdat het enthousiasme van onze huurders om zitting te nemen in een van beide organen afneemt zijn we als aanvulling op zoek naar een andere vorm van participatie. Het klantenpanel is hier een voorbeeld van. Bewonerscommissies: Met de bewonerscommissies zijn onder andere de volgende onderwerpen besproken: • Schoon, heel en veilig in de algemene ruimten en de leefomgeving. • Stook- en servicekostenafrekeningen. • Projecten in de complexen Zuid 166, Centrum 72 en Holy Zuid 221 • Beheerovereenkomst Centraal Wonen • Nieuwsbrieven complexen. • Jaarplanning onderhoud. Huurdersraad: Met de huurdersraad zijn onder andere de volgende onderwerpen besproken: • Nieuwe Algemene Voorwaarden • Huurverhoging 2014 • Leefstijlen • Begroting 2015 • Communicatie • Nieuwe Woningwet • Warmtewet • Prestatieafspraken met de gemeente • Toezichthouders • Bezuinigingen en gevolgen voor de huurders • Sociaal convenant Huurderparticipatie vernieuwen: In het verslagjaar is geen klantenpanel georganiseerd. De animo onder klanten is hiervoor te beperkt aanwezig. Er wordt gezocht naar nieuwe (digitale) vormen van participatie. Samenwerking met Waterweg Wonen verstevigen: De samenwerking met Waterweg Wonen is meer dan goed te noemen. Onze belangen lopen voor een groot deel gelijk op, zeker in onze relatie richting gemeente op basis van het Actieplan Wonen. Er vindt al samenwerking plaats op concrete gebieden zoals projectontwikkeling, informatie-uitwisseling, laatste kans project e.d. Ook bij leefbaarheidsactiviteiten, het Actieplan Wonen en de doorstroomregeling voor senioren is regelmatig samengewerkt. DOEL 5 : BETROKKEN KLANTEN, DIE TEVREDEN ZIJN OVER HUN WOONOMGEVING Samenwerking heeft in dit verslagjaar geïnventariseerd in welke buurten binnen haar bezit er een hoger risico is op overlast. Komend jaar wordt er met bewonerscommissies in kwetsbare buurten overlegd over eventuele activiteiten.
Ondersteuning bewonersinitiatieven: In het verslagjaar is 1 keer een beroep gedaan op het fonds voor verbetering van de openbare ruimte. Het gaat hier om een schoolplein in de Oostwijk waar veel van ons woningbezit omheen ligt. Dit schoolplein is opgeknapt met als doel een ontmoetingsplek te maken waar kinderen uit alle leeftijdsgroepen zich vrij kunnen bewegen.
- 12 -
DOEL 6: FINANCIEEL GEZOND ZIJN EN BLIJVEN Voldoen aan eisen CFV en WSW: Ook dit afgelopen jaar hebben wij aan de eisen gesteld door CFV voldaan. Dit komt tot uitdrukking in de goede beoordeling van het CFV. Aan de gestelde eisen van het WSW is in 2014 niet voldaan. Het borgingsplafond voor 2014 is daarom door het WSW bevroren. Daarnaast is door het WSW om een aantal verbeteracties gevraagd. Per ultimo 2014 liep dit proces nog. Samenwerking heeft ingegrepen in de bedrijfsvoering om weer te kunnen voldoen aan de financiële parameters die gevraagd worden door de branche toezichthouders. Daarnaast heeft Samenwerking expliciet haar beleid geformuleerd om vanaf 2018 te sturen op de volgende parameters: • Solvabiliteit o.b.v. bedrijfswaarde minimaal 30% • ICR minimaal 2,25 • DSCR minimaal 1,5 • Loan to Value o.b.v. bedrijfswaarde maximaal 65%. Deze financiële parameters zijn impliciet vastgesteld door de directeurbestuurder en goedgekeurd door de RVC met de behandeling van de meerjarenprognose 2015 - 2019.
Financieel toetsingskader: Begin 2014 hebben wij verschillende normeringen gemonitord en geëvalueerd voor de investeringsbeslissingen. Alle nieuwe investeringen in 2014 zijn daaraan getoetst. Conform de planning & controlcyclus worden de rendementen jaarlijks geëvalueerd en indien noodzakelijk bijgesteld. Doelmatige bedrijfsvoering: In 2014 is verder invulling gegeven aan het verbeteren en in stand houden van een Management Control Systeem. De belangrijkste elementen die gemonitord en geëvalueerd zijn in 2014, zijn: • Directie- en managementreglement • Het investeringsstatuut • Het verbindingenstatuut • Aanbesteding- en inkoopbeleid • Treasury statuut • De interne beheersing • De planning & controlcyclus • De informatievoorziening, waaronder de Balanced Scorecard • Risicobeheersing
- 13 -
HOOFDSTUK 5 ORGANISATIE, NEVENSTRUCTUREN EN SAMENWERKINGSVERBANDEN Samenwerking is een maatschappelijke onderneming waarin de mens een centrale rol speelt. In dit hoofdstuk wordt de organisatieopzet en -ontwikkeling verantwoord. ORGANISATIE Organisatiestructuur en schema Samenwerking kent als bestuursmodel de zogenaamde tweelagen structuur. Het bestuur wordt gevormd door een eenhoofdige directie. De Raad van Commissarissen bestond per 31 december 2014 uit vijf leden. Het bestuursverslag en dat van de Raad van Commissarissen zijn separaat in dit jaarverslag opgenomen.
PERSONEEL Ziekteverzuim In tegenstelling tot voorgaande jaar kent 2014 een lager verzuimpercentage. Vooral door langdurig ziekteverzuim is het percentage over 2014 uitgekomen op 4,9% (2,4% kortverzuim, en 2,5% lang verzuim). Wij voeren een actief beleid om het ziekteverzuim zoveel mogelijk te beperken. Onderdeel van dit beleid is het actief benaderen van zieke medewerkers en periodiek overleg met de MK Basics. Ontwikkeling medewerkers Het beleid van Samenwerking is erop gericht dat medewerkers zich verder ontwikkelen met behulp van opleiding, trainingen en coaching. Enkele medewerkers volgen een persoonlijk ontwikkelingstraject.
Aantal medewerkers Personeelsbezetting interne organisatie (fte’s) Personeelsbezetting Flatbeheersters (fte’s) Totaal Personeelsbezetting
Totaal
Mannen
Vrouwen
48
16
32
31,6
15,0
16,6
8,5
1,0
7,5
40,1
Instroom
0
0
0
Uitstroom
1
0
1
47,5
50,3
46,1
Gemiddelde leeftijd Ziekteverzuimpercentage
4,9
Meldingsfrequentie
2,1
Gemiddelde verzuimduur in dagen
7,8
Opleidingskosten
€
63.455
Opleidingskosten per fte
€
1.582
Opleidingskosten in % van de loonsom
2,8
- 14 -
Ondernemingsraad Samenwerking heeft een Ondernemingsraad bestaande uit drie leden: - De heer Janse, voorzitter - De heer Lokers, lid - De heer Pronk, lid Maandelijks vindt er overleg plaats met de directeur-bestuurder. Daarbij worden actualiteiten doorgenomen en de eventuele hieruit voortvloeiende activiteiten in gang gezet. De laatste maanden van het verslagjaar heeft de directeurbestuurder de gevolgen van de beoogde bezuinigingen besproken. NEVENSTRUCTUREN Samenwerking heeft in 2014 een beperkte nevenstructuur. In 2008 is in het kader van de toen nog gedeeltelijke vennootschapsbelasting (vso1) één B.V. opgericht. Deze B.V., Comact Samenwerking B.V., is 100% dochter van onze stichting. In Comact B.V. is vooralsnog één bedrijfspand ondergebracht, dat in 2008 is aangekocht. Verder heeft Samenwerking een verbinding met de Stichting Beheer Kantoorpand Samenwerking Vlaardingen. In deze stichting is het beheer en de exploitatie van het kantoorpand van Samenwerking ondergebracht. Samenwerking heeft 100% zeggenschap in de stichting. Op 21 januari 2015 heeft een juridische fusie plaatsgevonden tussen Samenwerking en Stichting Beheer Kantoorpand Samenwerking Vlaardingen. Het vermogen van Stichting Beheer Kantoorpand Samenwerking Vlaardingen is met ingang van 1 januari 2014 ingebracht in Samenwerking. Samenwerking heeft vermogen in gebracht in Comact Samenwerking B.V. en vormt het bestuur. Het risicoprofiel van de nevenstructuur in ondergebracht in een Verbindingenstatuut. Dit statuut is gepubliceerd op onze website. De activiteiten van Comact Samenwerking B.V. zijn volledig geïntegreerd (geconsolideerd) in het onderliggend jaarverslag. Comact Samenwerking B.V. Stand op 31 december 2014 (x 1.000) Aandelenkapitaal
€ 18
Eigen Vermogen
-€ 149
Rekening Courant
€ 326
Omzet over 2014
€ 11
SAMENWERKINGSVERBANDEN Samenwerking neemt deel in Woonnet Rijnmond, dat de uitvoering van de woonruimteverdeling voor de meeste corporaties in de regio Rijnmond regelt. Wij zien in de deelname aan Woonnet Rijnmond een meerwaarde omdat woningtoewijzing één van onze kerntaken is. In Woonnet Rijnmond hebben wij bestuurlijke zeggenschap. De financiële risico's zijn beperkt. Verder hebben wij geen verbindingen in de zin van het BBSH. Wel werken wij nauw samen met allerlei andere partijen.
- 15 -
HOOFDSTUK 6 FINANCIËLE RESULTATEN EN RISICOMANAGEMENT Algemeen Winstoptimalisatie is voor een maatschappelijke onderneming als Samenwerking geen doel op zich. Wel is de financiële continuïteit een belangrijke randvoorwaarde om op lange termijn verantwoord te kunnen deelnemen in de volkshuisvesting binnen Vlaardingen. In dit hoofdstuk worden zowel de resultaten als het risicomanagement verantwoord. Financiële continuïteit De aanscherping van de toezichtregels door het CFV en het WSW hebben het benodigde investeringsprogramma van Samenwerking in zwaar weer gebracht. Om het investeringsprogramma waar te maken en de financiële continuïteit op lange termijn te borgen zijn in 2014 maatregelen getroffen. De getroffen maatregelen bestaan uit een bezuinigingsprogramma van € 750.000 en verkoop van een van de Niet-DAEB complexen.De uitwerkingen van de maatregelen zijn opgenomen in de meerjarenprognose 2015-2019. Het risicobeoordelingskader voor de financiële continuïteit van de bedrijfsvoering is weergegeven in onderstaande tabel:
Norm
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Rentedekki ngs graa d (ICR)
> 1,4
1,6
Afl os s i ngs graa d (DSCR)
> 1,0
1,2
1,9
2
2,2
2,3
2,8
1,3
1,2
1,2
1,3
1,5
Liquiditeit
Solvabiliteit O.b.v. ma rktwa arde
> 40
54,8
54,2
54,6
56,5
60
60,8
O.b.v. bedri jfs waa rde WSW normeri ng
> 20
23,6
23,5
26,1
28,7
33,3
35,3
> 22,5
25,7
26,6
28,9
29,5
31,8
33,3
O.b.v. ma rktwa arde (%)
< 55
43,0
43,1
42,4
41,2
37,9
37,0
O.b.v. bedri jfs waa rde (%)
< 75
73,6
74,4
71,0
69,0
63,7
62,2
> 3,5
3,1
3,1
3,5
3,7
3,8
3,9
O.b.v. bedri jfs waa rde CFV normeri ng Loan to value (leningwaarde ratio)
Rendement Di recte rendement o.b.v. ma rktwa arde (%)
Rentedekkingsgraad (ICR): De rentedekkingsgraad of ICR geeft aan het aantal malen dat de op het verstrekte vreemd vermogen verschuldigde rente uit operationele kasstroom kan worden betaald. Een normstelling voor de ICR op niveau van 1,4 wordt binnen de corporatiebranche acceptabel gevonden. Aflossingsgraad (DSCR): De aflossingsgraad of DSCR geeft aan het aantal malen dat de op het verstrekte vreemd vermogen verschuldigde rente en aflossing uit operationele kasstroom kan worden betaald. Een normstelling voor de DSCR op niveau van 1,0 wordt binnen de corporatiebranche acceptabel gevonden. Solvabiliteit: De solvabiliteit geeft aan of op korte en lange termijn aan betalings- en aflossingsverplichtingen kan worden voldaan. De voornaamste reden om de solvabiliteit te berekenen is om in te kunnen schatten of bij opheffing (liquidatie) alle schulden kunnen worden betaald. Conform verslagleggingregels wordt uitgegaan van een solvabiliteit op basis van waardering van het vastgoed op marktwaarde in verhuurde staat. Een normstelling voor de solvabiliteit op basis van marktwaarde op het niveau van 40 wordt binnen de corporatiebranche acceptabel gevonden. Toezichthouders WSW en CFV hanteren als waarderingsgrondslag van het vastgoed de bedrijfswaarde en daarmee een andere solvabiliteitsnorm. De normstelling voor de solvabiliteit op basis van bedrijfswaarde verschilt per toezichthouder. Een minimumniveau van 20 tot 22,5 wordt volgens toezichthouders acceptabel gevonden. Loan to Value (leningwaarde ratio): De Loan to Value laat zien welk gedeelte van het bezit is gefinancierd. Als vuistregel voor de vermogensontwikkeling - 16 -
binnen de corporatiebranche wordt een norm(plafond) aangehouden van 75% op basis van Bedrijfswaarde. Een vuistregel op basis van marktwaarde is binnen de branche niet benoemd. Algemeen wordt een norm(plafond) van 55% aangehouden. Direct rendement Direct rendement is het exploitatiesaldo gemeten in kasstromen en uitgedrukt in een percentage van de marktwaarde van het onderliggende bezit. Een normstelling voor het directe rendement op basis van marktwaarde op het niveau van 3,5% wordt binnen de corporatiebranche acceptabel gevonden. Op basis van het normenkader kunnen de volgende conclusies worden getrokken: - De ingediende stukken bij het WSW en het CFV over 2014 hebben geleid tot aanvullende maatregelen. Uit de parameters van de toezichthouders bleek dat Samenwerking tot en met 2014 scherp aan de wind zeilde. De genomen maatregelen hebben gunstige uitwerking op de financiële parameters voor de jaren 2015 en volgend. De beoordeling van de jaarcijfers 2014 en de begrotingscijfers 2015 zien wij dan ook met vertrouwen tegemoet. - Aan de rendementssturing op basis van marktwaarde wordt in 2014 en 2015 niet voldaan. - Aan de liquiditeitssturing en parametersturing op basis van martkwaarde wordt ruimschoots voldaan. Jaarresultaat 2014 Financieel resultaat Over het boekjaar 2014 betrof het bedrijfsresultaat ad € 4,2 miljoen. Dit betreft een stijging van het resultaat met € 10,4 miljoen ten opzichte van het voorgaande boekjaar. Deze stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door waardering van het vastgoed, interest en afschrijvingen voor € 11 miljoen. Het resultaat over de gewone bedrijfsuitoefening (EBITDA) is ten opzichte van 2013 gedaald met € 0,8 miljoen. EBITDA De bedrijfsopbrengsten zijn ten opzichte van 2013 op totaalniveau met ruim € 0,9 miljoen toegenomen. Deze stijging wordt in hoofdzaak veroorzaakt door meer huuropbrengsten en opbrengsten uit service contracten van € 1,2 miljoen. Verminderde verkoopopbrengsten hebben een negatief effect op de bedrijfsopbrengsten van € 0,3 miljoen. De bedrijfslasten gecorrigeerd voor afschrijvingen en overige waardeveranderingen materiële vaste activa laten een stijging zien van € 1,7 miljoen van ten opzichte van 2013. De sectorale heffingen hebben een negatief effect op de EBITDA van € 1,5 miljoen. De onderhoudslasten en overige bedrijfslasten zijn ten opzichte van 2013 gestegen met € 0,2 miljoen. Rentelasten De rentelasten zijn in 2014 met € 0,1 miljoen gedaald tot € 6,4 miljoen. Deze daling wordt voornamelijk veroorzaakt door mutaties in de leningportefeuille. Ontwikkeling van het eigen vermogen Het eigen vermogen is in 2014 ten opzichte van 2013 toegenomen met € 4,2 miljoen naar € 199,4 miljoen. De solvabiliteit is vrijwel gelijk gebleven op 54,8%. Waardeontwikkeling van het bezit Het waarderen van het vastgoed geschiedt op basis van actuele waarde, de marktwaarde in verhuurde staat en is een vast onderdeel van de planning en controlcyclus. Zowel bij het vaststellen van de begroting als bij opstellen van de jaarrekening wordt de ontwikkeling van de marktwaarde geanalyseerd. De actuele waarde is gebaseerd op de IPD systematiek. De marktwaardewaarderingen zijn tot stand gekomen met inachtneming van het waarderingsprotocol, de procesrichtlijnen en uitvoeringsrichtlijnen zoals door IPD gedefinieerd. IPD hanteert het waardebegrip van de marktwaarde in verhuurde staat: Het bedrag dat het complex bij complexgewijze verkoop naar schatting zal opbrengen nadat de verkoper het complex na de beste voorbereiding op de gebruikelijke wijze in de markt heeft aangeboden en waarbij de koper de onroerende zaak aanvaardt onder gestanddoening van de lopende huurovereenkomsten met alle daaraan verbonden rechten en plichten. Om de uiteindelijke marktwaarde in verhuurde staat te bepalen worden de kopers kosten (genormeerd op 3% overdrachtskosten) in mindering gebracht. De marktwaarde is ten opzichte van ultimo 2013 met 1,84% gestegen. De ontwikkeling van de onderliggende waarderingselementen in 2014 zijn weergegeven in onderstaande grafiek.
- 17 -
Mutatie marktwaarde 0,0%
1,1%
-1,4%
Ontwikkeling Bezit Leegwaardeontwikkeling Huurprijsontwikkeling
3,5%
-3,0%
Ontwikkeling vrije verkoopwaarde Ontwikkeling mutatiegraaden Exploitatiekostenontwikkeling Ontwikkeling IRS/Discontovoet Ontwikkeling Eindwaarde (EY)
-0,4% -0,1%
2,2%
De opbouw van onze vastgoedportefeuille per 31 december 2014 ziet er als volgt uit: Aantallen
Portefeuille
Kengetallen
(x € 1.000) Complexen
Eenheden
Eengezinswoningen
Bruto Open Netto Open Leegwrd. Marktwrd. Marktwrd.
Gem.
Gem.
Leegwrd. ratio
BAR
Contracthuur
Markthuur
13
983
112.933
109.644
169.145
66,4%
6,9%
€ 665
€ 701
Maisonettes
2
136
8.865
8.607
14.341
62,0%
2,7%
€ 146
€ 488
Portiekflats
20
1.139
107.047
103.930
157.489
67,8%
6,9%
€ 536
€ 616
Gallerijflats
19
1.702
132.721
128.856
198.596
67,1%
7,7%
€ 503
€ 521
Totaal woningen
54
3.960
361.567
351.036
539.571
67,0%
7,1%
€ 540
€ 592
BOG
15
1.324
1.238
8,2%
€ 151
€ 84
Parkeren
11
6.677
6.240
7.206
4,1%
€ 52
Totaal portefeuille
80
369.568
358.514
546.777
93,0%
Netto open marktwaarde betreft de Bruto open marktwaarde onder aftrek van kosten koper. Vermogenspositie Na verwerking van het jaarresultaat 2014 bedraagt ons eigen vermogen per 31 december 2014 € 199,4 miljoen. In onderstaande tabel zijn de jaarresultaten en het eigen vermogen per balansdatum weergegeven. De gepresenteerde cijfers hebben de marktwaarde in verhuurde staat als waarderingsgrondslag.
2014 Ja arres ul ta a t (x € 1.000) Ei gen vermogen (x € 1.000) Sol va bi l i tei t
2013
2012
2011
4.192
-6.168
-16.877
9.638
199.357
195.164
201.332
218.209
54,8
54,5
55,1
58,3
Vermogenspositie op basis van bedrijfswaarde Voor de beoordeling van onze vermogenspositie blijft de bedrijfswaarde van belang. Jaarlijks wordt de bedrijfswaarde getoetst door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw en het Centraal Fonds Volkshuisvesting. De toezichthouders bepalen onze solvabiliteitspositie op basis van de bedrijfswaarde. In bijlage 1 van dit jaarverslag zijn de uitgangspunten geformuleerd voor de bepaling van de bedrijfswaarde per 31 december 2014. In onderstaande tabel is - 18 -
de vermogenspositie en solvabiliteit op basis van bedrijfswaarde opgenomen.
Ei gen vermogen o.b.v bedri jfs wa a rde (x € 1.000) Sol va bi l i tei t o.b.v. bedri jfs wa arde
2014
2013
2012
2011
56.029
63.548
77.775
64.172
23,6
28
32,1
29,1
Kasstroomsturing In tegenstelling tot het jaarresultaat van Samenwerking worden de kasstromen niet beïnvloed door boekhoudkundige effecten en geven daarmee een objectiever beeld van de ontwikkeling van de financiële positie van samenwerking. Onderstaand is de herkomst en besteding van onze middelen voor 2014 weergegeven:
Uitgaven: 21,8 miljoen • Rente: -6,6 miljoen • Onderhoud: -6,8 miljoen • Sectorheffingen: -2,5 miljoen • Organisatie: -4,1 miljoen • Belastingen & verzekeringen + overig: -1,8 miljoen
Inkomsten: 25,9 miljoen • Huren: 25,6 miljoen • Verkopen: 0,3 miljoen
Investeringen & Financiering: -6,6 miljoen • Investeringen: -4,6 miljoen • Financiering: 12,5 miljoen • Aflossing: -14,5 miljoen
De vrije operationele kasstroom (saldo inkomsten, uitgaven) over 2014 bedraagt € 3,7 miljoen. Deze kasstroom is aangewend voor investeringen. De gerealiseerde kasstromen 2014, gesplitst in operationele kasstroom, (des)investeringskasstroom en financieringskasstroom, kunnen als volgt worden weergegeven:
2014 Opera ti onel e ka s s troom (x € 1.000)
2013
2012
2011
3.707
2.221
1.251
1.979
Inves teri ngs ka s s troom (x € 1.000)
-4.267
-8.348
-5.636
-11.499
Fi na nci eri ngs ka s s troom (x € 1.000)
-2.025
2.641
10.472
5.557
Muta ti e l i qui de mi ddel en (x € 1.000)
-2.586
-3.486
6.087
-3.963
1,6
1,3
1,4
1,3
Interes t Coverage Ra ti o
Het in 2014 ingezette financiële beleid heeft zijn vruchten afgeworpen. De operationele kasstroom is ten opzichte van 2013 en voorgaande jaren duidelijk verbeterd. Deze verbetering leidt tot een hogere Interest Coverage Ratio(ICR). Per ultimo 2014 bedraagt de ICR 1,6. Hiermee wordt voldaan aan de sectorale eisen (1,4). Financiële instrumenten In 2009 is het treasury statuut geactualiseerd. Met ingang van 2010 wordt jaarlijks gewerkt met een treasury jaarplan. Ondanks maatregelen van de overheid om het renteniveau omlaag te brengen blijven de door de banken gehanteerde risico-opslagen voor leningen op (middel)lange termijn hoog. Om de rentekosten in de toekomst niet te veel op te laten lopen richt onze financieringsstrategie zich op leningen met een korte rente looptijd, en het afdekken van renterisico's door middel van rente swaps. De afgesloten rente swaps passen binnen de kaders van het treasury statuut, de verslagleggingregels en de beoordelingskaders van het WSW. Het Ministerie van BZK heeft in september 2012 nieuw beleid ontwikkeld voor het aangaan van rente derivaten. In dit nieuwe beleid zijn twee belangrijke toetsingen opgenomen: 1. De afgesloten derivaten mogen het toezicht van het Ministerie niet belemmeren; 2. De maximale duur van een rente derivaat mag maximaal 10 jaar zijn. - 19 -
Deze beleidsregels kennen hun werking met ingang van 1 oktober 2012. De door Samenwerking afgesloten rente derivaten passen niet binnen de gestelde kaders van het Ministerie. In november 2013 is overeenstemming bereikt met de Nomura Bank over het doorhalen van toezichtbelemmerende bepalingen. Voor een drietal rente derivaten wordt de duur van de looptijd teruggebracht. De daadwerkelijke transactie zal worden geëffectueerd indien de marktrente een dusdanig niveau heeft bereikt opdat verrekening van negatieve marktwaarde wordt gemitigeerd. De voorgenomen transactie is op 15 mei 2014 goedkeurd door het Centraal Fonds Volkshuisvesting. Met deze goedkeuring door het Centraal Fonds Volkshuisting zijn de toezichtbelemmerende bepalingen komen te vervallen. Een specificatie van de derivatenportefeuille is opgenomen in het volgende overzicht: Soort
Contractpartij
Contractuele
Contractuele
Voorgenomen
Hoofdsom
begindatum
einddatum
einddatum
(x € 1.000)
15-09-2034
10.000
rente swap 1
Nomura International Plc.
15-03-2012
15-09-2061
rente swap 2
Nomura International Plc.
02-07-2012
02-07-2032
8.000
rente swap 3
Nomura International Plc.
01-02-2013
01-02-2033
11.300
rente swap 4
Nomura International Plc.
03-11-2014
01-11-2058
01-11-2034
12.500
rente swap 5
Nomura International Plc.
15-01-2016
15-01-2060
15-01-2036
4.000
rente swap 6
Nomura International Plc.
15-01-2016
15-01-2036
4.000
Totaal
Breakdatum
05-01-2020
05-01-2021
05-01-2022
49.800
Wij bezitten geen renteswaps met margin calls. Daarom zijn wij niet verplicht tot stortingen bij negatieve marktwaardeontwikkeling. Het eerste risico moment voor het rentederivaat doet zich niet eerder voor dan 5 januari 2020. Op deze datum bestaat de mogelijkheid dat gebruik wordt gemaakt van de MTC (Mutual Termination Clause) in het contract. Dit houdt in dat beide partijen ieder na 5 jaar (voor het eerst 5 januari 2020) het recht hebben om de renteswap af te wikkelen tegen marktwaarde. In 2014 zijn geen nieuwe rente swaps afgesloten. De totale marktwaarde van de rente swaps bedraagt per 31-12-2014 € 20,9 miljoen euro negatief. Deze negatieve marktwaarde is tot 5 januari 2020 niet opeisbaar (rente swaps 1). Het Centaal Fonds Volkshuisvesting houdt jaarlijks een stresstest voor corporaties met een derivatenportefeuille. Onderzocht wordt of corporaties voldoende buffers aanhouden om aan de onderpandverplichtingen te kunnen voldoen bij een fictieve rentedaling van zowel 1 procentpunt als 2 procentpunt. De uitkomsten van dit onderzoek zien er voor ons als volgt uit: Soort
Contractpartij
Marktwaarde
Marktwaarde
Marktwaarde
Marktwaarde
-/- 100
-/- 200
31-12-2013
31-12-2014
basispunten
basispunten
rente swap 1 Nomura International Plc.
762-
5.046-
10.485-
18.720-
rente swap 2 Nomura International Plc.
859-
2.752-
4.363-
6.288-
rente swap 3 Nomura International Plc.
1.192-
3.927-
6.330-
9.208-
rente swap 4 Nomura International Plc.
564-
5.994-
12.340-
21.751-
rente swap 5 Nomura International Plc.
74-
1.335-
2.291-
3.473-
rente swap 6 Nomura International Plc.
170-
1.820-
3.880-
6.976-
3.621-
20.874-*
39.688-
66.415-
Totaal
* In de leningsovereenkomsten van WSV zijn geen embedded derivaten opgenomen die voor afzonderlijke waardering in aanmerking komen. De in de swap-overeenkomsten begrepen break clausules, kwalificeren wel als een embedded derivaat. De marktwaarde van de break-clausules is berekend op € 741.000 (positief) en is berekend als het verschil tussen de marktwaarde van het basiscontract (renteswap zonder breakclausule) en de marktwaarde van de renteswap inclusief breakclausule. Fiscaliteiten Vennootschapsbelasting Op grond van het Belastingplan 2013 is het mogelijk gemaakt dat woningcorporaties, onder bepaalde voorwaarden, de ANBI-status (Algemeen Nut Beogende Instelling) toegekend krijgen. Aan Samenwerking Vlaardingen is in 2013 de ANBI status toegekend, met terugwerkende kracht naar 1 januari 2012. Door de ANBI-status ontstaat er het voordeel dat bij verkrijging van onroerende zaken door een juridische fusie of taakoverdracht tussen woningcorporaties gebruik kan worden gemaakt van een vrijstelling voor de overdrachtsbelasting. De oorspronkelijke looptijd van de VSO-2 regeling had een looptijd van 5 jaar en liep af op 31 december 2012. Met de belastingdienst is een regeling getroffen voor stilzwijgende verleningen. Jaarlijks dient Samenwerking vóór 1 - 20 -
december aan te geven of zij gebruik wil maken van de verlengingsclausule. Samenwerking heeft in 2014 de overeenkomst stilzwijgend verlengd tot en met 31 december 2015. Vooral de geboden rechtszekerheden heeft voor Samenwerking de doorslag gegeven om voor verlenging te kiezen. In het verslagjaar 2014 is de aangifte vennootschapsbelasting over 2012 ingediend. Hierbij is ondersteuning verleend door Deloitte Belastingadvies. De belastingdienst heeft met de vier grote accountants- en belastingadvieskantoren van Nederland een nadere afspraak gemaakt over de aangiftes van de vennootschapsbelasting in de corporatiebranche. Samenwerking heeft deze nadere afspraak ondertekend. In 2014 zijn de aanslagen voor de vennootschapsbelastingen over de jaren tot en met 2009 definitief vastgesteld. De in de jaarrekening opgenomen vennootschapsbelasting berust voor een deel op aannames. De definitieve berekening vindt in samenhang met de aangifte voor de vennootschapsbelasting in 2015 plaats. De eventuele verschillen worden in de jaarrekening van 2015 verwerkt. In 2015 wordt de aangifte vennootschapsbelasting 2013 gedaan. De tot nu toe bekende verschillen over het boekjaar 2013 zijn reeds in deze jaarrekening verwerkt. Omzetbelasting Over de jaren tot en met 2009 is een pro rata opstelling gemaakt(nihil). In 2015 worden voor de boekjaren 2010 tot en met 2014 de pro rata opstellingen gemaakt. In deze jaarrekening is met betrekking tot de pro rata regeling btw geen rekening gehouden met eventuele correcties. Risicomanagement Om het risicomanagement vorm te geven streven wij naar het afgeven van een 'In Control Statement', zodat wij stakeholders een redelijke mate van zekerheid kunnen geven over: Strategische doelstellingen Operationele processen Compliance Informatievoorziening en verantwoording. In 2014 is een vergaande vordering gemaakt met het opstellen van een 'control framework'. Dit control framework draagt bij tot een betere interne beheersing van de operationele processen. Ook is in 2014 vordering gemaakt met een kwaliteitsverbetering van de informatievoorziening en verantwoording. In 2015 zal het risicomanagement verder vorm krijgen. Belangrijke stappen die gezet zullen worden zijn het uitwerken van de risicomanagementfilosofie, risicotolerantie, risicostrategie en de daarbij benodigde risicomanagementstructuur. Deze elementen worden in 2015 vastgelegd in het risicomanagementproces. De uitlijning van het risicomanagementproces wordt gebaseerd op integraal risicomanagement volgens het ERM-plus model. De organisatiestructuur voor risicomanagement zal worden vormgegeven op basis van de verschillende verdedigingslinies. Hierdoor wordt het lijnmanagement primair verantwoordelijk voor de uitvoering, resultaten en effectiviteit van risicobeheersing. De controller draagt verantwoordelijkheid voor de internal audit, en de externe accountant voor de audit over de kwaliteit van het risicobeheersingssysteem.
- 21 -
HOOFDSTUK 7 DE TOEKOMST Maatschappelijke legitimiteit De legitimatie van ons bestaan wordt gevormd door de rol die wij als corporatie spelen voor de vele Vlaardingers die zijn aangewezen op woningen in de sociale huursector. Dat Samenwerking de afgelopen jaren relatief veel nadruk legt op het bedienen van de senioren heeft direct te maken met de vraag vanuit de stad, die steeds meer vergrijst. Ook voor de beter gefortuneerde senior trachten wij het aanbod van woningen aantrekkelijk te maken. Wij hopen hiermee de doorstroming van senioren te bevorderen naar voor hen geschikte woningen, opdat de schaarse eengezinswoningen kunnen worden toegewezen aan jonge gezinnen met kinderen. Samenwerking speelt een belangrijke rol bij de realisering van de doelen die zijn opgenomen in het Actieplan Wonen. In 2014 hebben wij met onze stakeholders over de inhoud bij de totstandkoming van ons nieuwe beleidsplan gesproken. In 2014 heeft procesvorming plaatsgevonden met de gemeente Vlaardingen over nieuwe prestatieafspraken voor de komende jaar. Hierbij is de Huurdersraad nauw betrokken geweest. Deze prestatieafspraken hangen samen met de afspraken in het kader van het Actieplan Wonen, en zijn bindend met ingang van 2015. Onze strategie In mei 2014 is ons nieuwe beleidsplan in werking getreden. De strekking daarvan sluit bijna naadloos aan bij het Actieplan Wonen. Samenwerking kiest voor een zelfstandige koers, die in goed overleg en met respect voor de belanghouders wordt aangehouden. Steeds meer zal er moeten worden samengewerkt om de idealen van het Actieplan Wonen de komende twintig jaar te kunnen verwezenlijken. Volkshuisvestelijke continuïteit Op grond van onze ambities voor de komende jaren zullen wij een groot deel van ons bestaande bezit kwalitatief verbeteren. Onze nieuwbouwplannen voor de komende jaren worden afgestemd op de vraag. In tegenstelling tot andere gebieden in Nederland is krimp hier nog niet aan de orde. Vooralsnog overtreft de vraag naar onze huurwoningen nog steeds in ruime mate het aanbod. Echter door de economische recessie zien we de vraag naar woningen met een huurprijs hoger dan € 800 afnemen. Wij hebben geen plannen om te bouwen voor de verkoop. Wel hebben wij om bedrijfseconomische redenen ons niet-DAEB complex de Heren van Ambacht in de verkoop gezet. In maart 2015 zal de verkoop plaats vinden. De komende jaren hebben wij vooralsnog twee nieuwbouwplannen, twee torens sociale huurappartementen voor senioren in de wijk Holy en sloop nieuwbouw in het centrum. Onze verwachting is dat bij ongewijzigd regeringsbeleid nieuwbouw in de toekomst tot de uitzondering zal gaan behoren. De nadruk zal komen te liggen in de corporatiesector op het in stand houden van de bestaande voorraad. Elke twee jaar wordt in overleg met onze collega-corporatie en de gemeente een woningbehoeftenonderzoek verricht. Op basis van die uitkomsten kunnen wij ons beleid eventueel aanpassen. Samenwerken Onze corporatie bestond in 2014 een eeuw. De Woningstichting Samenwerking Vlaardingen is een fusiestichting uit de jaren 70 van de vorige eeuw, die een herkenbaar en eigen gezicht heeft met een eigen cultuur. Altijd hebben wij samengewerkt met de gemeente en andere maatschappelijke instellingen. Wij zijn ons bewust van onze plaats in de Vlaardingse samenleving. Samenwerken blijft ook in de toekomst hoogst noodzakelijk. Al meer dan honderd jaar bieden wij kansen aan de sociale doelgroep en de wijze waarop wij werken wordt steeds professioneler. Hoewel de regio Rotterdam-Rijnmond verdwijnt, hebben de betreffende gemeenten en de daarin actief opererende corporaties in 2014 een nieuw convenant gesloten waarin de samenwerking en afstemming van productie e.d. in stand blijft. Ons nieuwe bedrijfsplan sluit aan bij de veranderende samenleving. Kortom: bijna een eeuw oud, maar nog steeds vitaal.
- 22 -
BERICHT VAN DE RAAD VAN COMMISSARISSEN De Raad van Commissarissen houdt toezicht op het beleid van de directeur-bestuurder van de stichting en op de algemene gang van zaken. In dit verslag zijn het toezichtkader en het inhoudelijk toezicht van de Raad van Commissarissen beschreven, evenals de wijze waarop door de Raad van Commissarissen hieraan in 2014 invulling is gegeven. De Raad van Commissarissen heeft zowel een toezichthoudende als een raadgevende rol ten opzichte van de directeur-bestuurder, de heer mr. T.W. van der Steen. De Raad van Commissarissen heeft in 2014 negen maal vergaderd. In één van de bijeenkomsten is het eigen functioneren van de Raad van Commissarissen besproken evenals dat van de individuele leden. Tevens is het functioneren van de directeur-bestuurder besproken. In de besloten vergadering buiten aanwezigheid van de directeur-bestuurder heeft de Raad van Commissarissen zijn eigen inrichting en functioneren als collectief en de bijdrage van de afzonderlijke leden beoordeeld. Er is geen gebruik gemaakt van een extern deskundige. Personalia leden Raad van Commissarissen
*op voordracht van de Huurdersraad. Eind 2014 liep de termijn van de heer Knoop af en kon niet worden herbenoemd. Medio 2014 werd de procedure gestart voor de vacature in overleg met de Huurdersraad, want de heer Knoop zat er op voordracht van de Huurdersraad. De opvolger van de heer Knoop is op voordracht van de Huurdersraad geworden de heer N. Smiet. De honorering van de leden van de Raad van Commissarissen is twee jaar geleden aangepast aan de adviesregeling van de Adviesgroep Honorering Toezichthouders. Bovenop de honorering vinden verdere verrekeningen niet plaats. De profielen voor de functies van de leden zijn in de loop der jaren aangepast aan de snelle veranderingen in de volkshuisvestingswereld. Dit betekent dat wij bij de vacatures binnen de Raad van Commissarissen de profielen hebben aangepast op basis van de gewenste en noodzakelijke kennis en ervaring. Bij de samenstelling van de Raad van Commissarissen worden de onderstaande disciplines van belang geacht: - openbaar bestuur/ volkshuisvesting/ ruimtelijke ordening - financieel- economisch - juridisch - governance - projectontwikkeling - betrokkenheid bij de lokale gemeenschap; minimaal één lid moet woonachtig zijn in het werkgebied van Samenwerking. Bij de samenstelling van de Raad van Commissarissen is het van belang dat alle aandachtsgebieden vertegenwoordigd zijn. Auditcommissie Samenwerking heeft een auditcommissie met een bijbehorend Reglement, waarin de taken en bevoegdheden van de commissie zijn beschreven. De leden mevrouw drs. M. Boeren-Snel (voorzitter) en de heer B. Knoop (lid tot 01-122014), zijn benoemd in de auditcommissie door de Raad van Commissarissen. In 2015 zal de heer N. Smiet toetreden als lid van de commissie als vervanger van de heer Knoop. De auditcommissie is namens de Raad van Commissarissen onder andere belast met het toezicht op de werking van de interne risicobeheersing- en controlesystemen, de financiële informatieverschaffing, bespreking van de managementletter en de relatie met de externe accountant. Ten behoeve van de uitvoering van haar taken heeft de auditcommissie in 2014 drie maal vergaderd samen met de directeur-bestuurder en de manager Middelen, waarvan één keer in aanwezigheid van de externe accountant. De directeur-bestuurder en de auditcommissie maken in overleg een grondige beoordeling van het functioneren van de externe accountant in de diverse entiteiten en capaciteiten waarin de externe accountant functioneert. - 23 -
Directeur-bestuurder De directeur-bestuurder is belast met het besturen van de woningcorporatie, hetgeen onder meer inhoudt dat de directeur- bestuurder verantwoordelijk is voor: - de realisatie van de doelstellingen van de corporatie - de strategie - de financiering - het beleid - de resultatenontwikkeling - het beleid t.a.v. deelnemingen. De directeur-bestuurder legt hierover verantwoording af aan de Raad van Commissarissen. De directeur-bestuurder richt zich bij de vervulling van zijn taak naar het belang van de corporatie in het licht van haar volkshuisvestelijke en maatschappelijke doelstelling en weegt daartoe de in aanmerking komende belangen van bij de woningcorporatie betrokkenen af. De directeur-bestuurder is verantwoordelijk voor de naleving van alle relevante wet- en regelgeving en voor het beheersen van de risico's verbonden aan de activiteiten van de corporatie. De taken en bevoegdheden van de directeur-bestuurder zijn in de statuten afdoende beschreven. Zo zijn bijvoorbeeld geplande investeringen buiten de begroting boven een bedrag van € 250.000 onderworpen aan de voorafgaande goedkeuring van de Raad van Commissarissen. In 2014 is geen sprake geweest van tegenstrijdige belangen met betrekking tot de directeur-bestuurder zoals bedoeld in principe II.3 van de Governancecode Woningcorporaties. Onze visie * Individuele woonwensen van onze huurders en leefbaarheid in straat, buurt, wijk en stad staan centraal. Samenwerking voorziet in goede, betaalbare en duurzame woningen in een omgeving die schoon, groen, heel en veilig is. Een belangrijke randvoorwaarde is dat de omgeving er één is, waarin mensen elkaar weten te vinden. Dit bevordert sociale samenhang, creëert draagvlak voor voorzieningen en stimuleert creatieve initiatieven en ondernemerschap. Eigenschappen die aansluiten bij de participatiesamenleving waar het kabinet voor staat. Onze ambities * - passende huisvesting voor onze doelgroepen - naar een energiezuiniger voorraad - klanten die tevreden zijn over onze communicatie en dienstverlening - stakeholders die zich partners van Samenwerking voelen - betrokken klanten die tevreden zijn over hun woonomgeving. * Uitwerking treft u aan in hoofdstuk 4. Horizontale dialoog Als Raad van Commissarissen gaan wij de dialoog aan met die partijen, die op basis van ons toezichtkader, regelmatig van belang zijn. Verantwoording aan belanghouders In mei 2014 heeft een hele speciale stakeholdersbijeenkomst plaats gevonden in de vorm van de viering van ons 100 jarig bestaan. Tevens is toen ons nieuwe beleidsplan gepresenteerd; daarop hebben alle belanghouders vooraf de gelegenheid gehad te reageren en inhoudelijk mee te denken. Bij de lustrumbijeenkomst waren naast directe medewerkers van Samenwerking de plaatselijke belanghebbenden, inclusief de Huurdersraad aanwezig, maar ook de voorzitter van Aedes gaf acte de presence. De directeur-bestuurder heeft de dialoog gevoerd met de Huurdersraad over de prestaties van Samenwerking over het jaar 2013 op basis van het jaarverslag. De dialoog met de overige belanghouders betrof met name het regulier overleg met de verschillende huurders- en bewonersverenigingen over normale lopende zaken, maar in het bijzonder, voor zover van toepassing, over de keuzes en mogelijkheden en consequenties van de uitvoering van het Strategisch Voorraadbeleid. De dialoog met de gemeente heeft onder andere geresulteerd in herzieningen van het Actieplan Wonen, hetgeen te maken heeft met de veranderde marktomstandigheden. De gemeente heeft zich verplicht de door ons gewenste nieuwbouwprojecten te faciliteren, ondanks gemeentelijke bezuinigingen. De prestatieafspraken zijn herzien in 2014 en begin 2015 opnieuw ondertekend. Er is veel contact geweest met zorginstellingen, die (zoals boven al beschreven) zullen uitmonden in huisvesting en/of samenwerkingsvormen die voor beide partijen en huurders/cliënten leiden tot een win-win-situatie
- 24 -
Nieuwbouw Na de komst van het Actieplan Wonen in 2008, geïnitieerd door de twee corporaties in Vlaardingen en de gemeente, is een belangrijke tijd aangebroken voor de ontwikkeling van de stad. De bebouwde omgeving wordt omsloten door de Nieuwe Maas, de gemeente Schiedam en het groengebied in beheer bij het recreatieschap Midden-Delfland. Plekken voor nieuwbouw waren er nagenoeg niet. Maar door de uitvoering van het Actieplan Wonen werden tal van sloop- nieuwbouwlocaties aangewezen. Dit leidde en leidt tot meerdere nieuwbouwactiviteiten in de stad. Begin 2013 heeft de oplevering plaats gevonden van een Hospice, dat wij samen met onze collega-corporatie in Vlaardingen 100% onrendabel hebben gefinancierd. In 2014 hebben wij geen eerste palen geslagen. De eerste paal verwachten wij begin 2016 voor Parc Drieën-Huijsen. Renovatie In 2014 hebben wij een stevige renovatie uitgevoerd. De twee flats aan de Abel Tasmanlaan met 166 woningen werden aan de buitenzijde verfraaid. De oplevering vindt begin 2015 plaats omdat er vertraging in het proces is opgetreden. Dit had met name te maken met het feit dat de hoofdaannemer failliet ging en het even duurde voor de werkzaamheden weer konden worden hervat. Toezichtkader Wij hebben bovenstaande en tal van andere zaken volgens een toezichtkader beoordeeld. Concreet betekent dit dat de Raad van Commissarissen naar eigen inzicht heeft bepaald wat de relevante prestaties en risico's waren uit de veelheid aan informatie die wordt aangeleverd door de directeur-bestuurder. Handvatten hiervoor zijn: - de wijze waarop de doelstellingen uit de Aedes en Governancecode worden nagekomen; - de financiële continuïteit; - de vraag-aanbod relatie van de woningen; - de innovatieve veranderingen; - het imago van de corporatie; - het BBSH; - invulling functie "controller"; - de risico's die we lopen, worden onderverdeeld in interne en externe • procesrisico's • middelenrisico's • besturingsrisico's • marktrisico's • maatschappelijke risico's • overige omgevingsrisico's; - de beheersmaatregelen om de risico's te laten verdwijnen of te beperken. Risicobeheersing Het bestuur van onze corporatie is verantwoordelijk voor de interne risicobeheersings- en controlesystemen, voor het actief managen van de strategische, financiële en operationele risico's, en voor het beperken van de impact van mogelijke incidenten. In overleg met de directeur-bestuurder is begin vorig jaar gekozen voor de extra functie van controller. Deze werkt in de lijn en is tevens manager Middelen. In januari 2014 hebben wij het verbeterplan goedgekeurd, zoals dat gevraagd werd door het CFV. Hierbij werd een aantal toekomstige kosten geschrapt. Medio 2014 heeft het WSW de noodklok geluid, omdat onze corporatie al jaren scherp voor de wind zeilde. De voorzitter van onze RvC heeft op uitnodiging van het WSW de zorgen vernomen. Via een fors bezuinigingsplan van circa € 750.000, inclusief ontslagen zal onze corporatie de financiële zorgen bestrijden. Daarnaast hebben wij ons gericht op de nieuwbouw voor de gewenste doelgroepen en de marktrisico's die daarbij gelopen worden. Op het gebied van verslaglegging hebben wij de directeur-bestuurder geadviseerd over de wijze van informatievoorziening. Wij hebben ons laten informeren over de herziene afspraken met de gemeente betreffende het Actieplan Wonen. Door de economische recessie wordt het tempo van invulling vertraagd, maar uiteindelijk zullen ( gerekend vanaf 2008 ) circa 7000 woningen moeten worden gesloopt en circa 8500 woningen teruggebouwd. De voornaamste opgave ligt in het vervangen van goedkope meergezinswoningen in de huursector door vooral eengezins-, koop-, en huurwoningen door onze collega-corporatie en door Samenwerking. Ook hebben wij ons laten informeren over de gevolgen van de bezuinigingen door de gemeente Vlaardingen op de wederzijdse prestatieafspraken. Daarnaast zijn wij op de hoogte gehouden over tal van activiteiten via kwartaalrapportages, de afspraken met de Belastingdienst, de consequenties van het betalen van verhuurderheffing en de saneringsheffing, de risicoscenario's, het jaarverslag en de begroting. Tevens hebben wij het aangepaste normenkader voor investeringen vastgesteld. Wij concluderen dat de invulling van de ambities van het oude bedrijfsplan heeft plaats gevonden en dat de financiële - 25 -
continuïteit, ondanks forse investeringen vooralsnog geen gevaar loopt, maar wel onder druk staat. De directeur-bestuurder heeft ons het afgelopen jaar voorzien van adequate informatie. Daaruit volgt hier een greep die te maken heeft met de voortgang van de verschillende nieuwbouwprojecten, inclusief de risicoparagraaf, de invulling van de controlfunctie, de voortgang van de professionalisering van de organisatie, de verschillende geschriften van Aedes, het Centraal Fonds e.a. over de Governance Code, benchmark-gegevens en de gevolgen daarvan. Wij zijn (in februari 2014) akkoord gegaan met de voorstellen uit het treasury jaarplan. Daarnaast hebben wij op grond van de kwartaalrapportages en de verplichte financiële stukken de stand van zaken van tal van processen kunnen beoordelen. Hoewel Samenwerking op tal van gebieden volgens de benchmark van de bedrijfskosten redelijk goed scoort, heeft de directeur-bestuurder er toch voor gekozen de efficiency in de organisatie te vergroten onder andere door twee medewerkers de opleiding tot Leanpractioner te laten volgen. In 2014 zijn 2 processen geleand en de komende jaren zullen er nog vele volgen. Wij verwachten dat dit het nodige zal opleveren. Daarnaast zijn er stevige bezuinigingen door de directeur-bestuurder via de begroting 2015 en verder doorgevoerd, die onze kosten verder moeten beperken. Eind 2011 hebben wij de accountantwerkzaamheden aanbesteed en een keuze gemaakt voor een nieuwe accountant, te weten Baker Tilly en Berk. De eerste evaluatie van het functioneren van de accountant heeft een positief beeld opgeleverd. Controlesystemen Het bestuur is verantwoordelijk voor het ontwerp, de implementatie en de werking van de interne risicobeheersing- en controlesystemen. Deze omvatten beleidsvorming, processen, taken, het beïnvloeden van gedrag en andere aspecten van de organisatie die het mogelijk maken de doelstellingen te realiseren en potentieel wezenlijke fouten, verliezen of fraude of de overtreding van wetten en regelgeving te voorkomen, dan wel vroegtijdig te signaleren. Ook adequate en effectieve risicobeheersing- en controlesystemen bieden echter nooit een absolute garantie voor het realiseren van de bedrijfsdoelstellingen, noch kunnen zij wezenlijke fouten, verliezen, fraude of de overtreding van wetten en regelgeving volledig voorkomen. Gedurende het verslagjaar hebben wij de controleomgeving geanalyseerd en geëvalueerd, evenals risico's waaraan onze corporatie is blootgesteld. De belangrijkste componenten van ons risicobeheersing- en controlesysteem van het verslagjaar waren: - regelmatige risicoanalyse van de operationele en financiële doelstellingen van de corporatie - integriteitsbeleid en implementatie daarvan d.m.v. dilemmavragen en bespreking tijdens werkoverleggen - er is een integriteitscode ingesteld die op de website van onze corporatie is geplaatst. Deze code is door alle medewerkers, directie en leden van de Raad van Commissarissen ondertekend - kwaliteitszorg en zelfevaluatie met het oog op evaluatie - handleidingen voor de inrichting van de financiële verslaglegging - toetsingskader waarin is vastgelegd welke criteria worden gehanteerd bij het doen van investeringen - toetsingskader waarin is vastgelegd welke criteria gelden bij het aangaan en beëindigen van verbindingen - implementeren van een klachten- en klokkenluidersregeling en instellen van vertrouwenspersonen; in 2014 zijn geen meldingen gedaan.
- 26 -
Inhoudelijk toezicht De Raad van Commissarissen heeft op een aantal momenten met de directeur-bestuurder gesproken over de toekomst van onze branche en van onze corporatie in het bijzonder. Daarbij zijn tal van facetten de revue gepasseerd, zoals de invloed van het beleid van het kabinet Rutte II, de gewenste verdere professionalisering van de organisatie, en de kosten die dit met zich meebrengt, het in de hand houden van de bedrijfskostenontwikkeling en de beoogde bezuinigingen. De Raad van Commissarissen maakt zich zorgen over de financiële gevolgen van de saneringsheffing en met name over de verhuurderheffing. Wij hebben ook moeten constateren dat de overheidsmaatregelen en met name de gevolgen daarvan voor onze huurders steeds grotere gevolgen hebben voor de betaalbaarheid. Een steeds groter deel van onze huurders heeft te kampen met betalingsproblemen. Dit is één van de redenen dat onze corporatie voor 2015 een zeer gematigde huurverhoging zal berekenen. Om MOE-landers legaal te huisvesten heeft Samenwerking onder andere een convenant gesloten met de gemeente Vlaardingen en een aantal uitzendorganisaties over het tijdelijk huisvesten van MOE-landers in complexen die over enige tijd door de sloophamer worden geveld. Wij zijn ons ook bewust van het feit dat de moderne corporatie samen met haar partners, zoals onze collegacorporatie, de politie, en anderen, in de wijk aanwezig moet zijn. Wij investeren in huisvesting en leefbaarheid en zullen steeds meer bemoeienis krijgen met wat zich achter de voordeuren afspeelt. Daarvoor zijn thans drie wijkvisies gereed en zullen er meer volgen. Met betrekking tot de financiële risicobeheersing is de Raad van Commissarissen van mening dat (onrendabel) investeren voor de doelgroepen onvermijdelijk is. Onze corporatie heeft nog steeds ambities waarin ook nieuwbouw voorkomt. De verhuurderheffing en de strengere normen van de toezichthouders hebben tot gevolg gehad dat de vanzelfsprekendheid waarmee voorheen geïnvesteerd kon worden nu niet meer geldt. De directeurbestuurder heeft een stevig bezuinigingsvoorstel opgesteld, waarmee de beschreven ambities uit het beleidsplan alsnog kunnen worden verwezenlijkt. Helaas gaan de bezuinigingen ten koste van een aantal arbeidsplaatsen. De Raad van Commissarissen heeft ook aandacht besteed aan de maatschappelijke en volkshuisvestelijke functie van onze corporatie. Opnieuw hebben wij gekeken naar onze doelgroepen en op welke wijze de organisatie aan hun wensen tegemoet kan komen. Wij hebben onder andere geconstateerd dat de organisatie inspeelt op de dubbele vergrijzing van de inwoners van Vlaardingen door meer voor de seniorendoelgroep te ondernemen, vooral in de transformatie van bestaande complexen naar het niveau van seniorenproof en aanwijzing van een deel van de nieuwbouw voor de huisvesting van de oudere medemens. Wij zijn ook op de hoogte gesteld van het feit dat het betaalgedrag van onze huurders slechter wordt en hebben aangedrongen op passende maatregelen. Ook hebben wij waargenomen dat er steeds meer contacten zijn met zorginstellingen waarmee de samenwerking toeneemt en/of die we de komende jaren zullen huisvesten. Onlangs is opnieuw een overeenkomst gesloten met een zorgstichting voor het huisvesten van jongeren met een verstandelijke beperking in 2 eengezinswoningen in de wijk Holy met 24 uursbegeleiding.
- 27 -
De Raad van Commissarissen heeft in het verslagjaar de volgende van belang zijnde besluiten genomen: Datum 4 maart 2014
Besluit •
In opdracht van het CFV is er door Samenwerking een verbeterplan opgesteld. Dit heeft 2 veranderingen met zich meegebracht. Deze veranderingen zijn opgenomen in de begroting. De RvC is akkoord gegaan met deze begrotingswijziging.
•
Volmacht Waarborgfonds Sociale Woningbouw. De RvC heeft besloten goedkeuring te verlenen aan de in de volmacht genoemde rechtshandelingen.
•
Het jaarverslag 2013 wordt goedgekeurd door de RvC.
•
Het beleidsplan 2014-2017 wordt goedgekeurd door de RvC.
•
Het fasedocument Parc Drieën Huysen versie 3 d.d. 7 april 2014 wordt goedgekeurd door de RvC.
•
Het fasedocument Holy-Zuid 139/84 d.d. 7 juli 2014 wordt goedgekeurd door de RvC.
•
De RvC gaat akkoord met de offerte d.d. 23 juni 2014 van het Nationaal Register.
•
De RvC gaat akkoord met de aanpassingen van het investeringsbudget van de vastgoedbegroting 2014.
•
Het concept toezichtskader mei 2014 wordt akkoord bevonden door de RvC.
•
De RvC besluit akkoord te gaan met de veranderingen zoals aangegeven in het investeringsstatuut.
•
De RvC besluit akkoord te gaan met de fusie tussen Woningstichting Samenwerking en Stichting Beheer Kantoorpand Samenwerking.
•
De RvC besluit om de heer N. Smiet te benoemen als RvC-lid per 1 december 2014.
•
De RvC gaat akkoord met de opdrachtbevestiging d.d. 29 oktober 2014 van Baker Tilly Berk.
19 november 2014
•
De RvC gaat akkoord met het verder ontwikkelen van de aanloopfase voor een totaalbedrag van € 50.000,00 voor het Mariskwartier.
4 december 2014
•
De RvC keurt de meerjarenprognose 2015-2019 goed.
•
De RvC besluit akkoord te gaan met de verkoop van het complex Heren van Ambacht.
15 december 2014
•
De RvC gaat akkoord met de gewijzigde prestatieafspraken van de gemeente Vlaardingen d.d. 4 november 2014.
•
De RvC gaat akkoord met de bijstelling in het directie-managementreglement.
•
De RvC gaat akkoord met het concept addendum koopovereenkomst Parc Drieën Huysen d.d. 7 december 2014.
•
De RvC besluit dat de heer N. Smiet met ingang van 2015 deelneemt aan de auditcommissie.
24 april 2014
16 juli 2014
8 september 2014
10 november 2014
Professionalisering governance Sinds enige jaren beschikt onze branche over een Governance Code. Wij onderschrijven de Code. Wij zijn ons bewust van het feit dat wij op een punt een afwijking kennen: de directeur-bestuurder heeft een arbeidscontract voor onbepaalde tijd. Dit zijn wij met hem overeengekomen bij zijn aanstelling. De arbeidsovereenkomst is opgesteld conform de uitkomsten en aanbevelingen van de Commissie Beloning Bestuurders Woningcorporaties. Wij zijn van mening dat de relevante disciplines die het toezicht op de corporatie vergt in de Raad van Commissarissen vertegenwoordigd zijn. Daarom zijn wij voldoende in staat is een adequaat toezicht uit te oefenen. Bij onze zelfevaluatie medio 2014 hebben wij dat wederom geconcludeerd. In het visitatierapport van 2011 hebben wij reflectie gekregen over ons functioneren. Ecorys heeft de visitatie uitgevoerd. Wij konden ons daar goed in vinden en zagen geen aanleiding ons functioneren aan te passen. Het visitatierapport was door de directeur-bestuurder verspreid onder de participerende partijen. Het rapport was voorzien van een begeleidende brief, waarin stond aangegeven dat hij bereid was over de uitkomsten van gedachten te wisselen. Niemand heeft hiervan gebruik gemaakt. Eind 2015 zullen wij opnieuw een aanbesteding houden voor de volgende visitatie begin 2016. De bevoegdheden van de directeur-bestuurder en van de Raad van Commissarissen zijn afdoende beschreven in onze statuten en wijken niet af van de wettelijke voorschriften hieromtrent. De Raad van Commissarissen waakt ervoor - 28 -
dat de leden van de Raad onafhankelijk zijn, conform de in de Governance Code bepaling III 2.2 aangeduide criteria. Integriteit Onze corporatie had een integriteitbeleid dat wij als leden van de Raad van Commissarissen ook hadden onderschreven. In 2010 is dit vervangen door meer actuele integriteitcode, die meer aansluit bij de maatschappelijke ontwikkelingen. Deze code is door alle medewerkers, de directeur-bestuurder en ook door ons letterlijk onderschreven. Van onze directeur-bestuurder hebben wij begrepen dat de regels ook in 2014 goed zijn nageleefd. Er hebben geen transacties plaatsgevonden waarbij tegenstrijdige belangen van leden van de Raad van Commissarissen of de directeur-bestuurder zijn opgetreden. Er bestaat een klokkenluiderregeling binnen onze corporatie met interne en externe vertrouwenspersonen. Hier is in 2014 door geen enkele medewerker gebruik van gemaakt. De Raad van Commissarissen verklaart dat al haar leden geheel onafhankelijk zijn van de activiteiten die onze woningstichting verricht en dat er geen andere voordelen voor hen voortvloeien uit het lidmaatschap van de Raad van Commissarissen dan zoals geregeld in de statuten. De Raad van Commissarissen spreekt haar waardering uit in de richting van de directeur-bestuurder, het managementteam en de medewerkers voor de inzet en de wijze van uitvoering van de taken door hen verricht voor Woningstichting Samenwerking Vlaardingen.
- 29 -
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 2014
- 30 -
Geconsolideerde balans (na resultaat bestemming) 31-12-2014 (x € 1.000)
31-12-2013 (x € 1.000)
207
383
ACTIVA Vaste activa Immateriële vaste activa
1
Computersoftware Materiële vaste activa
2
Onroerende en roerende zaken t.d.v. exploitatie
1.852
1.860 1.860
Vastgoedbeleggingen
1.852
3
Commercieel vastgoed in exploitatie Sociaal vastgoed in exploitatie gekwalificeerd als vastgoedbelegging Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
84.796
79.115
273.718
272.921
702
637 359.216
Financiële vaste activa
352.674
4
Latente belastingvorderingen
571
612 571
612
68
239
Vlottende activa Voorraden
5
Vorderingen
6
Huurdebiteuren
267
285
Latente belastingvorderingen
5
5
Gemeenten
1
4
474
771
Overlopende activa
Liquide middelen
7
Totaal
- 31 -
746
1.064
1.026
2.031
363.695
358.855
Geconsolideerde balans (na resultaat bestemming) 31-12-2014 (x € 1.000)
31-12-2013 (x € 1.000)
199.357
195.164
PASSIVA 8
Groepsvermogen Aandeel v.d. rechtspersoon in het groepsvermogen Voorzieningen
9
Voorzieningen onrendabele investeringen en herstructureringen Overige voorzieningen
1.953
0
191
209 2.144
Langlopende schulden
209
10
Schulden/ Leningen kredietinstellingen
152.440
Overige schulden
142.057
483
454 152.923
Kortlopende schulden
142.511
11
Schulden aan kredietinstellingen
3.699
14.525
Schulden aan leveranciers
746
1.823
Belastingen en premies sociale verzekering
208
315
Overige schulden
932
694
3.686
Overlopende passiva
Totaal
- 32 -
3.614 9.272
20.972
363.695
358.855
Geconsolideerde winst- en verliesrekening
2014 (x € 1.000)
2013 (x € 1.000)
Bedrijfsopbrengsten Huuropbrengsten
12
25.421
24.002
Opbrengsten servicecontracten
13
1.742
1.925
Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille
14
43
354
Overige bedrijfsopbrengsten
15
75
55
Som der bedrijfsopbrengsten
27.281
26.336
Bedrijfslasten Afschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille
16
290
315
Overige waardeveranderingen (im)materiële vaste activa
17
3.405
-83
Erfpacht
18
106
112
Lonen en salarissen
19
1.587
1.605
Sociale lasten
20
304
284
Pensioenlasten
21
363
364
Lasten onderhoud
22
6.638
6.210
Leefbaarheid
23
198
189
Lasten servicecontracten
24
1.732
1.930
Overige bedrijfslasten
25
6.145
Bedrijfsresultaat Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille
26
4.643 20.767
15.569
6.513
10.767
-4.141
10.443
Financiële baten en lasten Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten
27
7
6
Rentelasten en soortgelijke kosten
28
6.429
6.534
Financiële baten en lasten
-6.421
-6.528
4.233
-6.204
41
-36
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belastingen
4.192
-6.168
Resultaat na belastingen
4.192
-6.168
Resultaat uit gewone bedrijfsuitvoering voor belastingen Belastingenresultaat uit gewone bedrijfsuitoefening
29
- 33 -
Geconsolideerd kasstroomoverzicht (directe methode)
Ontvangsten van huurders Ontvangsten van subsidiegevers Overige ontvangsten
2014 (x € 1.000)
2013 (x € 1.000)
27.954
25.682
36
0
33
49
Ontvangsten
28.023
25.731
Betalingen aan werknemers
-2.813
-2.533
Betalingen aan leveranciers onderhoud
-6.968
-6.810
Betalingen uit hoofde van zakelijke lasten
-6.603
-4.318
Betalingen uit hoofde van bedrijfsoperaties Lasten Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest
-1.319
-2.672
-17.703
-16.333
10.320
9.398
19
15
-6.633
-7.192
Kasstroom uit operationele activiteiten
3.706
2.221
Investeringen in materiële vaste activa
-4.433
-8.767
165
419
-4.268
-8.348
Betaalde interest
Desinvesteringen in materiële vaste activa Kasstroom uit investeringsactiviteiten Ontvangsten uit langlopende schulden
12.500
16.255
-14.525
-13.614
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
-2.025
2.641
Mutatie liquide middelen
-2.587
-3.486
2.032
5.518
-555
2.032
-2.587
-3.486
Aflossing langlopende schulden
Liquide middelen 1 januari Liquide middelen einde periode Mutatie liquide middelen
- 34 -
TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING ALGEMENE GRONDSLAGEN VOOR DE OPSTELLING VAN DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING Deze jaarrekening heeft betrekking op de periode 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014. Alle bedragen luiden in duizenden euro's, tenzij anders vermeld. Activiteiten De activiteiten van Woningstichting Samenwerking Vlaardingen, statutair gevestigd en kantoor houdende aan de Stadhouderslaan 181 in Vlaardingen, zijn erop gericht mensen te huisvesten in vitale wijken en steden. Groepsverhoudingen Woningcorporatie Samenwerking Vlaardingen te Vlaardingen staat aan het hoofd van een groep rechtspersonen.
Geconsolideerde maatschappijen: Naam
Statutaire zetel
Comact BV
Vl aa rdi ngen
Niet-geconsolideerde maatschappijen: Naam
Statutaire zetel
Sti chti ng Woonnet Ri jnmond
Rotterda m
Deelnemingspercentage
Hoofdactiviteit
100% Commerci ël e verhuur
Deelnemingspercentage
Hoofdactiviteit 5% Woni ngtoewi jzi ng
Stichting Woonnet Rijnmond (5,3%) te Rotterdam wordt niet geconsolideerd, omdat geen sprake is van overheersende zeggenschap. WNT Voor de toelichting in de jaarrekening is uitgegaan van de Wet Normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) zoals deze geldt voor 2014 en de Regeling bezoldingsmaxima topfunctionarissen toegelaten instellingen volkshuisvesting 2014. Als normenkader is regeling gehouden met a. Uitvoeringsbesluit WNT b. Regeling Bezoldigingscomponenten WNT c. Beleidsregels Toepassing WNT GRONDSLAGEN VOOR DE CONSOLIDATIE In de geconsolideerde jaarrekening van Woningstichting Samenwerking Vlaardingen zijn de financiële gegevens verwerkt van de tot de groep behorende maatschappijen en andere rechtspersonen waarop een overheersende zeggenschap kan worden uitgeoefend of waarover de centrale leiding wordt gevoerd. De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld met toepassing van de grondslagen voor de waardering en de resultaatbepaling van Woningstichting Samenwerking Vlaardingen. De financiële gegevens van de groepsmaatschappijen en de andere in de consolidatie betrokken rechtspersonen en vennootschappen zijn volledig in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen onder eliminatie van de onderlinge verhoudingen en transacties. Belangen van derden in het vermogen en in het resultaat van groepsmaatschappijen zijn afzonderlijk in de geconsolideerde jaarrekening tot uitdrukking gebracht. De resultaten van nieuw verworven groepsmaatschappijen en de andere in de consolidatie meegenomen rechtspersonen en vennootschappen worden geconsolideerd vanaf de overnamedatum. Op die datum worden de activa, voorzieningen en schulden gewaardeerd tegen de reële waarden. ALGEMENE GRONDSLAGEN VOOR DE OPSTELLING VAN DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING De geconsolideerde jaarrekening van Woningstichting Samenwerking Vlaardingen is opgesteld volgens de bepalingen van het Besluit beheer sociale-huursector (Bbsh). In dit besluit wordt voorgeschreven Titel 9 Boek 2 BW toe te passen, behoudens enkele uitzonderingen van specifieke aard. Tevens is deze geconsolideerde jaarrekening opgesteld volgens de door de Raad voor de Jaarverslaggeving uitgegeven Richtlijn 645 Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting. Deze richtlijn is in 2011 herzien. Woningstichting Samenwerking Vlaardingen past deze herziene Richtlijn vanaf het huidige verslagjaar toe. De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. - 35 -
Tenzij bij de desbetreffende grondslag voor de specifieke balanspost anders wordt vermeld, worden de activa en passiva gewaardeerd volgens het kostprijsmodel. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Financiële instrumenten Onder financiële instrumenten worden zowel primaire financiële instrumenten, zoals vorderingen en schulden, als financiële derivaten verstaan. In de toelichting op de verscheiden posten van de balans wordt de reële waarde van het betreffende instrument toegelicht als deze afwijkt van de boekwaarde. Indien het financiële instrument niet in de balans is opgenomen, wordt de informatie over de reële waarde gegeven in de toelichting op de 'Niet in de geconsolideerde balans opgenomen rechten en verplichtingen'. Financiële derivaten waarbij de onderliggende waarde niet beursgenoteerd is, worden tegen kostprijs opgenomen. Indien per balansdatum de reële waarde lager is dan de kostprijs, dan wel negatief is, wordt het derivaat ten laste van de winst-en- verliesrekening afgewaardeerd naar de lagere reële waarde, tenzij kostprijshedge-accounting wordt toegepast. Bij de bepaling van de lagere reële waarde wordt rekening gehouden met het effect van de lopende rente. De winst of het verlies uit de herwaardering naar reële waarde per balansdatum wordt onmiddellijk in de winst-enverliesrekening verwerkt. Indien financiële derivaten echter voor hedge-accounting in aanmerking komen en hedgeaccounting wordt toegepast, is de verwerking van deze winst of dit verlies afhankelijk van de aard van de afdekking. Woningstichting Samenwerking Vlaardingen past hedge-accounting toe op basis van individuele documentatie per individuele hedge-relatie. Woningstichting Samenwerking Vlaardingen documenteert de wijze waarop de hedge-relaties passen in de doelstellingen van het risicobeheer, de hedge-strategie en de verwachting aangaande de effectiviteit van de hedge. Woningstichting Samenwerking Vlaardingen past hedge-accounting toe: Het effectieve deel van financiële derivaten die zijn toegewezen voor kostprijshedge-accounting, wordt tegen kostprijs gewaardeerd. Voor het ineffectieve deel wordt het verschil tussen de kostprijs en de lagere reële waarde in de winst-en-verliesrekening verwerkt. GRONDSLAGEN VOOR DE WAARDERING VAN DE GECONSOLIDEERDE ACTIVA EN PASSIVA 1. Immateriële vaste activa 1.1 Computersoftware Gekochte softwarelicenties worden gewaardeerd op het bedrag van de bestede kosten, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De jaarlijkse afschrijvingen bedragen een vast percentage van de bestede kosten, zoals nader in de toelichting op de balans is gespecificeerd. De economische levensduur en de afschrijvingsmethode worden aan het einde van elk boekjaar opnieuw beoordeeld. Uitgaven die worden gemaakt voor de productie van identificeerbare en unieke softwareproducten van Woningstichting Samenwerking Vlaardingen worden geactiveerd. Dergelijke intern vervaardigde immateriële vaste activa worden geactiveerd indien het waarschijnlijk is dat er economische voordelen zullen worden behaald en de kosten betrouwbaar kunnen worden vastgesteld. Uitgaven samenhangend met onderhoud van softwareprogramma's en uitgaven van onderzoek worden verantwoord in de winst- en-verliesrekening. 2. Materiële vaste activa 2.1 Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie De onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden gewaardeerd op basis van de verkrijgingsprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming. Op terreinen wordt niet afgeschreven. - 36 -
Lease De materiële vaste activa waarvan de woningcorporatie en haar groepsmaatschappijen, krachtens een financiële leaseovereenkomst de economische eigendom heeft, worden geactiveerd. De uit de financiële leaseovereenkomst voortkomende verplichting wordt als schuld verantwoord. De in de toekomstige leasetermijnen begrepen interest wordt gedurende de looptijd van de financiële leaseovereenkomst ten laste van het resultaat gebracht. Leasecontracten waarbij een groot deel van de voor- en nadelen verbonden aan de eigendom niet bij de woningcorporatie ligt, worden verantwoord als operationele lease. Verplichtingen uit hoofde van operationele lease worden, rekening houdend met ontvangen vergoedingen van de lessor, op lineaire basis verwerkt in de winst-enverliesrekening over de looptijd van het contract. Onderhoud Periodiek groot onderhoud wordt volgens de componentenbenadering geactiveerd. Hierbij worden de totale uitgaven toegewezen aan de samenstellende delen. 3. Vastgoedbeleggingen Vastgoedbeleggingen zijn onroerende zaken die worden aangehouden om huuropbrengsten, waardestijgingen of beide te realiseren. Vastgoedbeleggingen worden geclassificeerd als vastgoedbeleggingen in exploitatie indien ze beschikbaar zijn voor verhuur. 3.1Commercieel vastgoed in exploitatie Het commercieel vastgoed in exploitatie omvat woningen in exploitatie met een huurprijs boven de huurtoeslaggrens, het bedrijfsmatig vastgoed (niet zijnde maatschappelijk vastgoed) en het overige commerciële vastgoed. Commercieel vastgoed in exploitatie wordt gewaardeerd tegen de actuele waarde. De invulling van deze actuele waarde is de marktwaarde in verhuurde staat. Deze waarde wordt volgens dezelfde systematiek bepaald als de marktwaarde in verhuurde staat van het sociaal vastgoed in exploitatie. Voor de systematiek verwijzen wij naar paragraaf 3.2 3.2 Sociaal vastgoed in exploitatie gekwalificeerd als vastgoedbelegging Sociaal vastgoed omvat woningen in exploitatie met een huurprijs onder de huurtoeslaggrens, het maatschappelijk vastgoed en het overige sociale vastgoed. De huurtoeslaggrens is een algemeen huurprijsniveau dat jaarlijks per 1 januari door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt vastgesteld. Maatschappelijk vastgoed is bedrijfsonroerend goed dat is verhuurd aan maatschappelijke organisaties, waaronder zorg-, welzijn-, onderwijs- en culturele instellingen en dienstverleners en tevens is vermeld op de bijlage zoals deze is opgenomen in de Beschikking van de Europese Commissie d.d. 15 december 2009 aangaande de staatssteun voor toegelaten instellingen. Het beleid van Woningstichting Samenwerking Vlaardingen is er op gericht de sociale vastgoedportefeuille te verversen. Voor het merendeel van het sociaal vastgoed vindt optimalisatie van het financiële rendement plaats. Het huurbeleid van Woningstichting Samenwerking Vlaardingen is er op gericht om de huren te maximaliseren bij mutatie binnen vastgesteld beleid. Daarnaast heeft Woningstichting Samenwerking Vlaardingen een deel van haar bezit gelabeld voor verkoop. Van de 'verkoopvijver' is een deel aangemerkt voor de vrije verkoop bij mutatie. Het andere deel van de 'verkoopvijver' is op basis van de portefeuillestrategie geoormerkt voor transformatie van het bezit. Investeringen in het kader van renovatie en herstructurering zijn gericht op waardecreatie, en vinden plaats binnen de gestelde rendementseisen. Daarmee kwalificeert Woningstichting Samenwerking Vlaardingen zich als vastgoed belegger en is de marktwaarde in verhuurde staat met inachtneming van de relevante feiten en omstandigheden van de markt waarop de toegelaten instellingen actief zijn en de bepalingen zoals opgenomen in het BBSH de basis voor de waardering. Het sociaal vastgoed in exploitatie wordt gewaardeerd tegen marktwaarde in verhuurde staat met inachtneming van de relevante feiten en omstandigheden van de markt waarop de toegelaten instellingen actief zijn en de bepalingen zoals opgenomen in het BBSH. De aannames aangaande de geprognosticeerde kasstromen zijn gebaseerd op de contractuele verplichtingen van de toegelaten instelling die rusten op het vastgoed. De overige (na de contractperiode in acht te nemen) aannames en uitgangspunten zijn gebaseerd op gegevens van de markt waarop de toegelaten instellingen actief zijn. De actuele waarde is gebaseerd op de IPD systematiek. De marktwaardewaarderingen zijn tot stand gekomen met inachtneming van het waarderingsprotocol, de procesrichtlijnen en uitvoeringsrichtlijnen zoals door IPD gedefinieerd. IPD hanteert het waardebegrip van de marktwaarde in verhuurde staat: Het bedrag dat het complex bij complexgewijze verkoop naar schatting zal opbrengen nadat de verkoper het complex na de beste voorbereiding op de gebruikelijke wijze in de markt heeft aangeboden en waarbij de koper de onroerende zaak aanvaardt onder gestanddoening van de lopende huurovereenkomsten met alle daaraan verbonden rechten en plichten. Om de uiteindelijke marktwaarde in verhuurde staat te bepalen worden de kopers kosten (genormeerd op 3% overdrachtskosten voor woningen en 7% voor overig vastgoed) in mindering gebracht. Voor het bepalen van de marktwaarde maakt het IPD rekenmodel gebruik van een Netto Contante - 37 -
Waardeberekening (NCW), ook wel Discounted Cash Flow (DCF) genoemd. Dit betekent dat voor een periode van 15 jaar zo goed mogelijk de inkomsten en uitgaven worden geschat en dat deze aan de hand van een disconteringsvoet "contant" worden gemaakt naar het heden. Daarnaast wordt een eindwaarde bepaald na afloop van de DCF-periode van 15 jaar. Het inschatten van kosten en opbrengsten wordt gedaan aan de hand van twee scenario's; doorexploiteren en uitponden. Bij doorexploiteren is de veronderstelling dat het volledige complex in bezit blijft gedurende de volledige DCF-periode. Bij uitponden is de veronderstelling dat zo snel mogelijk tot verkoop van individuele woningen wordt overgegaan. Bij beide scenario's wordt ervan uitgegaan dat het object/complex eerst in zijn geheel aan een derde wordt verkocht en dat deze derde de afweging maakt tussen beide scenario's. Het inschatten van de kosten en opbrengsten wordt op basis van een marktconform uitgangspunt gedaan. De eigen in het verleden gerealiseerde kosten worden dus niet naar de toekomst geprojecteerd en er wordt binnen de DCF berekening gestreefd naar opbrengstenmaximalisatie. Eigen voorgenomen huurbeleid wordt dus ook niet ingerekend naar de toekomst. Per complex wordt uiteindelijk het scenario met de hoogste uitkomst gelijk gesteld aan het begrip "marktwaarde". De gehanteerde disconteringsvoet is opgebouwd uit een vast basisdeel dat bestaat uit een 24 maands gemiddelde van de 10 jaars EURO IRS (Interest Rate Swap). Op deze basis komt een opslag waarin risico's tot uiting komen die onder andere betrekking hebben op de algemene risico's voor het investeren in onroerend goed, locatiespecifieke risico's en segmentspecifieke risico's. Voor 2014 bedraagt de basis IRS 1,76% en de risico-opslag 6,74% hetgeen resulteert in een gewogen gemiddelde disconteringsvoet van 8,5%. De eindwaarde geeft aan in welke mate het vastgoed onderhevig is aan veroudering en welke potentie het bezit heeft aan het einde van de 15-jarige exploitatieperiode. Veroudering is grofweg in drie typen te onderscheiden: 1) locatieveroudering; 2) economische / markttechnische veroudering en 3) technische veroudering. Veroudering komt tot uiting in de rendementseis (exit yield) die een belegger heeft als hij het bezit aan het einde van de 15-jaars periode wil (ver)kopen. Er wordt dus meer rendement gevraagd dan in jaar 1 van de exploitatieperiode. Uitgangspunt is dan ook dat het Bruto Aanvangs Rendement lager ligt dan de exit yield. Het tweede uitgangspunt is gerelateerd aan de potentie van een object aan het einde van de 15-jarige exploitatieperiode. Hierbij zijn de mate waarin uitponding in het object heeft plaats gevonden, de bouwperiode en de locatie van invloed. De door Samenwerking gehanteerde exit yields liggen tussen de 4,2% en 26,25%. De eindwaarde wordt berekend door de jaarlijkse huuropbrengst te delen door de exit yield. Voor alle gehanteerde aannames en uitgangspunten (incl. de disconteringsvoet) is door een externe taxateur een aannemelijkheidsverklaring met betrekking tot de marktconformiteit afgegeven. De overige gehanteerde parameters zijn:
Prijsinflatie
20-jaar gemiddelde CBS
2014
2013
2,097
2,155
20-jaa rsgemiddelde CBS
20-jaars gemiddelde CBS-bouwkostenstijging
2,894
2,973
Looninflatie
20-jaars gemiddelde regelingslonen CBS
2,009
2,029
IRS (basis discontovoet)
24-jaars gemiddelde 10 jaars EURO IRS
1,760
1,907
8,50
8,30
Discontovoet Exit Yield bij desinvestering
9,90
9,00
5,99
5,98
Onderhoudsnorm per vhe
€ 964
€ 944
Beheersnorm per vhe
€ 350
€ 350
Kosten belasting & verzekering per vhe
€ 420
€ 407
Mutatiegraad
3 jaars gemiddelde
- 38 -
Leegwaardeontwikkeling: 2014
2013
2012
Jaar 1
0,25%
3,00%
-4,50%
Jaar 2
0,75%
-1,50%
-2,50%
Jaar 3
1,25%
0,00%
0,00%
Jaar 4
1,50%
2,00%
2,30%
Jaar 5
1,75%
2,00%
2,10%
Jaar 6 en verder
2,00%
2,00%
1,90%
Het woonakkoord biedt onduidelijkheid omtrent de duur van de verhuurderheffing. In de gepresenteerde actuele waarde per balansdatum is de verhuurderheffing ingerekend voor de volle looptijd (15 jaar) van het vastgoed. Een bijzonder waardeverminderingsverlies is het bedrag waarmee de stichtingskosten de realiseerbare waarde duurzaam overschrijdt. Op vastgoedbeleggingen wordt niet afgeschreven. DTZ Zadelhoff is als externe taxateur betrokken bij de totstandkoming van de marktwaarde in verhuurde staat en heeft hiervoor een aannemelijkheidsverklaring afgegeven. Deze verklaringen zijn als bijlagen ingevoegd. IPD heeft de gekozen uitgangspunten gevalideerd aan de benchmark gegevens waarover zij beschikken. 3.3Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie betreft complexen in aanbouw ten behoeve van toekomstige verhuurexploitatie. De complexen in aanbouw worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs en toegerekende kosten van het werkapparaat uit hoofde van voorbereiding, toezicht en directievoering onder aftrek van een bijzondere waardevermindering. Voorts wordt rente tijdens de bouw toegerekend. De geactiveerde rente wordt berekend tegen de gemiddelde rentevoet over het totale vreemde vermogen. Voor onroerende zaken waarvoor specifieke financiering is aangetrokken, wordt de interestvoet van deze specifieke financiering gehanteerd. Indien de bijzondere waardevermindering hoger is dan de waarde van de onroerende zaken in ontwikkeling, wordt de onroerende zaak op nihil gewaardeerd en wordt een voorziening aan de creditzijde van de balans opgenomen. 4. Financiële vaste activa 4.1 Latente belastingvorderingen Onder de financiële vaste activa zijn actieve belastinglatenties opgenomen, indien en voor zover het waarschijnlijk is dat realisatie van de belastingclaim te zijner tijd zal kunnen plaatsvinden. Deze actieve latenties zijn gewaardeerd tegen contante waarde waarbij discontering plaatsvindt tegen de nettorente en hebben overwegend een langlopend karakter. De nettorente bestaat uit de voor Woningstichting Samenwerking Vlaardingen geldende rente voor langlopende leningen onder aftrek van belasting op basis van het effectieve belastingtarief. De actieve belastinglatentie heeft betrekking op tijdelijke verschillen tussen waardering in de jaarrekening en de fiscale waardering en op de aanwezige compensabele verliezen. De opgenomen latentie heeft betrekking op complexen bestemd voor de verkoop, beleggingen en langlopende schulden. Ultimo 2014 zijn er geen verhuureenheden bestemd voor sloop en herontwikkeling. Voor het overige bezit is niet aan te duiden wat de bestemming zal zijn en is vanuit het oogpunt van voorzichtigheid de latentie op nihil gewaardeerd. 4.2Overige vorderingen De overige financiële vaste activa worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, welke gelijk zijn aan de nominale waarde, onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen. 5. Voorraden 5.1 Vastgoed bestemd voor verkoop Vastgoed bestemd voor verkoop betreft de voorraad woningen (opgeleverd en nog niet verkocht). Vastgoed bestemd voor verkoop wordt gewaardeerd tegen vervaardigingsprijs of lagere netto-opbrengstwaarde. Deze lagere nettoopbrengstwaarde wordt bepaald door individuele beoordeling van de voorraden. De vervaardigingsprijs omvat de bouwkosten, de directe loonkosten en de overige kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. De netto-opbrengstwaarde is gebaseerd op een verwachte verkoopprijs, onder aftrek van nog te maken kosten voor voltooiing en verkoop. - 39 -
5.2 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor verkoop Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor verkoop betreft het onderhanden werk (onroerende zaken onverkocht in aanbouw bestemd voor de verkoop). Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de verkoop wordt gewaardeerd tegen vervaardigingsprijs of lagere netto-opbrengstwaarde. Deze lagere netto-opbrengstwaarde wordt bepaald door individuele beoordeling van de voorraden. De vervaardigingsprijs omvat de bouwkosten, de directe loonkosten en de overige kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. De netto-opbrengstwaarde is gebaseerd op een verwachte verkoopprijs, onder aftrek van nog te maken kosten voor voltooiing en verkoop. 5.3 Overige voorraden De overige voorraden worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere netto-opbrengstwaarde. Deze lagere netto-opbrengstwaarde wordt bepaald door individuele beoordeling van de voorraden. De waardering van de overige voorraden komt tot stand op basis van fifo prijzen. 6. Vorderingen De vorderingen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. De reële waarde en geamortiseerde kostprijs zijn gelijk aan de nominale waarde. Noodzakelijk geachte voorzieningen voor het risico van oninbaarheid worden in mindering gebracht. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de vorderingen. De vorderingen hebben een looptijd korter dan één jaar. 7. Liquide middelen De liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito's met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder de kortlopende schulden. De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Indien middelen niet ter vrije beschikking staan, dan wordt hiermee bij de waardering rekening gehouden. 9. Voorzieningen 9.1Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen In de jaarrekening worden naast juridisch afdwingbare verplichtingen tevens feitelijke verplichtingen verwerkt die kunnen worden gekwalificeerd als "intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd". Hiervan is sprake wanneer uitingen namens de woningcorporatie zijn gedaan richting huurders, gemeenten en overige stakeholders aangaande verplichtingen inzake toekomstige herstructureringen en toekomstige nieuwbouwprojecten. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan het besluitvormingsproces van de woningcorporatie rondom projectontwikkeling en herstructurering. Van een feitelijke verplichting is sprake indien de formalisering van de verplichting heeft plaatsgevonden. Verwachte verliezen als gevolg van onrendabele investeringen en herstructureringen worden als bijzondere waardeverandering in mindering gebracht op de boekwaarde van het complex waartoe de investeringen gaan behoren. Indien en voor zover de verwachte verliezen de boekwaarde van het betreffende complex overtreffen, wordt voor dit meerdere een voorziening gevormd. Onder verwachte verliezen wordt in dit verband verstaan de netto contante waarde van alle investeringsuitgaven minus de aan deze investering toe te rekenen bedrijfswaarde of actuele waarde. 9.2 Overige voorzieningen Tenzij anders vermeld, worden de overige voorzieningen gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de betreffende verplichtingen af te wikkelen. 10. Langlopende schulden De langlopende leningen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag, rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. Het verschil tussen de bepaalde boekwaarde en de uiteindelijke aflossingswaarde wordt samen met de verschuldigde rentevergoeding zodanig bepaald dat de effectieve rente gedurende de looptijd van de schulden in de winst-enverliesrekening wordt verwerkt. De aflossingsverplichting voor het komend jaar is opgenomen onder de kortlopende schulden. Woningstichting Samenwerking Vlaardingen maakt gebruik van derivaten om het rente- en kasstroomrisico af te dekken. Voor de verwerking, waardering en resultaatbepaling, past Woningstichting Samenwerking Vlaardingen met betrekking tot deze derivaten (hedge-instrumenten) kostprijshedge-accounting toe.
- 40 -
11. Kortlopende schulden De kortlopende schulden worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde (indien deze lager is dan de verkrijgings-/vervaardigingsprijs) en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, welke gelijk kan zijn aan de nominale waarde. De kortlopende schulden hebben een looptijd korter dan één jaar. GRONDSLAGEN VOOR DE BEPALING VAN HET GECONSOLIDEERDE RESULTAAT 12. Huuropbrengsten De jaarlijkse huurverhoging is van overheidswege gebonden aan een maximum. Voor het verslagjaar 2014 leidt dit tot: - Huishoudinkomens 2014 lager dan of gelijk aan € 34.085; Maximale huurverhoging is 4% (inflatie+1,5%) - Huishoudinkomens 2014 hoger dan € 34.085 maar niet hoger dan € 43.602; Maximale huurverhoging is 4,5% (inflatie+ 2%) - Huishoudinkomens 2014 hoger dan € 43.602; Maximale huurverhoging is 6,5% (inflatie+4%) De opbrengsten uit hoofde van huur worden aangemerkt als zijnde gerealiseerd in het jaar van opeisbaarheid daar bij tussentijdse beëindiging van het huurcontract geen terugbetalingsverplichting geldt. 13. Opbrengsten servicecontracten Opbrengsten servicecontracten betreffen overeengekomen bijdragen van huurders en worden aangemerkt als zijnde gerealiseerd in het jaar van levering van de goederen en diensten. De bijdragen zijn voor de dekking van de te maken en gemaakte servicekosten. Verrekening op basis van daadwerkelijke bestedingen vindt jaarlijks plaats. Gemaakte servicekosten worden verantwoord onder de lasten servicecontracten. 14. Nettoverkoopresultaat vastgoedportefeuille De post nettoverkoopresultaat vastgoedportefeuille betreft het saldo van de behaalde verkoopopbrengst minus de boekwaarde (bestaand bezit) dan wel de vervaardigingsprijs (projecten voor derden). Opbrengsten worden verantwoord op het moment van levering (passeren transportakte). Mogelijke verliezen op nieuwbouw koopprojecten worden verantwoord zodra deze voorzienbaar zijn. Projectopbrengsten uit hoofde van de onderhanden projecten worden als opbrengsten verwerkt in de winst-enverliesrekening naar rato van de verrichte prestaties op balansdatum. 15. Overige bedrijfsopbrengsten Hieronder worden onder andere de inschrijfgelden van woningzoekenden, de opbrengsten van overige dienstverlening en incidentele opbrengsten verantwoord. 16. Afschrijvingen (im)materiële vaste activa De afschrijvingen (im)materiële vaste activa worden gebaseerd op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode op basis van de geschatte economische levensduur. Afschrijving van het actief vindt plaats tot de restwaarde is bereikt. 17. Overige waardeveranderingen van (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille De overige waardeveranderingen worden gevormd door de waardevermindering die is ontstaan door gedurende het verslagjaar nieuw aangegane juridische en feitelijke verplichtingen met betrekking tot investeringen in nieuwbouw en herstructurering. 18. Erfpacht Erfpacht wordt jaarlijks door de gemeente in rekening gebracht voor het gebruik van de grond onder de verhuureenheden. De eenmalig afgekochte meerjarige erfpachtcontracten maken deel uit van de vervaardigingsprijs van het sociaal vastgoed in exploitatie en/of het commercieel vastgoed in exploitatie. 19. en 20. Lonen, salarissen en sociale lasten Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de winst-enverliesrekening voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden door de werknemers. 21. Pensioenlasten Uitgangspunt is dat de in de verslagperiode te verwerken pensioenlast gelijk is aan de over die periode aan het pensioenfonds verschuldigde pensioenpremies. Voor de pensioenregelingen betaalt Woningstichting Samenwerking Vlaardingen op verplichte, contractuele of vrijwillige basis premies aan het pensioenfonds. Behalve de betaling van premies heeft Woningstichting Samenwerking Vlaardingen geen verdere verplichtingen uit hoofde van deze pensioenregelingen.
- 41 -
22. Onderhoudslasten Onder onderhoudslasten worden alle direct aan het verslagjaar toe te rekenen kosten van onderhoud verantwoord. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden. Reeds aangegane verplichtingen waarvan de werkzaamheden nog niet zijn uitgevoerd op balansdatum worden verwerkt onder de niet in de balans opgenomen verplichtingen. Het klachten- en mutatieonderhoud wordt onderscheiden in kosten van derden en eigen dienst, alsmede de kosten van het materiaalverbruik. In de winst-en-verliesrekening zijn de kosten van de eigen dienst opgenomen bij de kostensoort salarissen en sociale lasten. 23. Leefbaarheid Leefbaarheid omvat gemaakte kosten voor fysieke ingrepen die de leefbaarheid in buurten en wijken bevorderen. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden. 24. Lasten servicecontracten De gemaakte servicekosten voor huurders worden verantwoord onder de lasten servicecontracten in het verslagjaar waarop de servicekosten betrekking hebben. 25. Overige bedrijfslasten De overige bedrijfslasten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. 26. Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille betreffen winsten of mogelijke verliezen, die ontstaan door een wijziging in de waarde van de vastgoedbeleggingen in het verslagjaar. 27. en 28. Financiële baten en lasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen. Rentelasten worden geactiveerd voor kwalificerende activa gedurende de periode van vervaardiging van een actief, indien het een aanmerkelijke tijd vergt om het actief gebruiksklaar of verkoopklaar te maken. De te activeren rente wordt berekend op basis van de verschuldigde rente over specifiek voor de vervaardiging opgenomen leningen en van de gewogen rentevoet van leningen die niet specifiek aan de vervaardiging van het actief zijn toe te rekenen, in verhouding tot de uitgaven en periode van vervaardiging. 29. Belastingen De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de winst-en-verliesrekening, rekening houdend met beschikbare fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voor zover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Tevens wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief. Sinds 1 januari 2008 vallen de woningcorporaties integraal onder de vigerende belastingwetgeving. Eind 2008 is er overeenstemming bereikt tussen Aedes en de belastingdienst betreffende de Vaststellingsovereenkomst 2 (VSO 2). De VSO 1 is eenzijdig in 2008 door de belastingdienst opgezegd. Woningstichting Samenwerking Vlaardingen heeft de VSO 1 en VSO 2 getekend. Woningstichting Samenwerking Vlaardingen heeft op basis van de uitgangspunten van VSO 1 en VSO 2 de fiscale positie ultimo 2014 en het fiscale resultaat 2014 bepaald. Doordat jurisprudentie inzake de uitwerking van VSO 1 en VSO 2 voor woningcorporaties nog ontbreekt, kan de werkelijk te betalen of te verrekenen belasting afwijken van de in de jaarrekening opgenomen schatting. Buitengewone baten en lasten Onder buitengewone baten en lasten worden verstaan baten en lasten die voortvloeien uit gebeurtenissen of transacties die duidelijk te onderscheiden zijn van de activiteiten in het kader van de gewone bedrijfsuitoefening en derhalve naar verwachting zelden zullen voorkomen. GRONDSLAGEN VOOR DE OPSTELLING VAN HET GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de directe methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen en vlottende effecten. Winstbelastingen, ontvangen interest, betaalde interest en ontvangen dividenden worden opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Betaalde dividenden worden opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten.
- 42 -
Toelichting op de geconsolideerde balans Vaste activa
1. Immateriële vaste activa Computersoftware 31-12-2014 x € 1.000 Cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs
1.622
Cumulatieve waardeveranderingen en afschrijvingen
1.239
Boekwaarde 1 januari 2014
383
Mutaties in het boekjaar Investeringen
25
Afschrijvingen
171
Inhaalafschrijvingen
30
Saldo
-176
Saldo per 31 december 2014 Cumulatieve verkrijgings- of vervaardigingsprijs
1.647
Cumulatieve waardeveranderingen en afschrijvingen
1.440
Boekwaarde 31 december 2014
207
De afschrijvingsmethode is lineair en de afschrijvingsperiode is 5 jaar.
- 43 -
2. Materiële vaste activa Onroerende en roerende zaken t.d.v. exploitatie Kantoorpand met magazijn x € 1.000
Inventaris
Overige
Totaal
x € 1.000
Vervoermiddelen x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
Saldo per 1 januari 2014 aanschaffingswaarde
2.569
96
210
355
3.230
cumulatieve afschrijvingen incl. waardeveranderingen
827
80
161
311
1.378
Boekwaarde 1 januari 2014
1.742
16
49
44
1.852
0
5
95
0
100
0
0
37
0
37
84
8
5
22
119
Mutaties in het boekjaar: investeringen desinvesteringen afschrijvingen inhaalafschrijvingen
-9
1
-5
-50
-64
-74
-3
59
27
8
2.569
101
269
355
3.294
901
88
161
283
1.433
1.668
13
108
72
1.861
Saldo mutaties Saldo per 31 december 2014 aanschaffingswaarde cumulatieve afschrijvingen incl. waardeveranderingen Boekwaarde per 31 december 2014 Afschrijvingsmethode en -termijnen: Kantoor Inventaris Vervoermiddelen Automatiseringsapparatuur
Lineair 50 5/10 5 4/6
De WOZ waarde van het kantoorpand aan de Stadhouderslaan 181 te Vlaardingen bedraagt voor het belastingjaar 2014 € 2.007.000
- 44 -
3. Vastgoedbeleggingen Commercieel vastgoed in exploitatie
Sociaal vastgoed in exploitatie
x € 1.000
x € 1.000
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie x € 1.000
Totaal
x € 1.000
1 januari 2014 Verkrijgingsprijzen
45.655
172.822
637
219.114
Herwaarderingen
49.383
157.891
0
207.274
Cumulatieve waardeveranderingen en afschrijvingen Boekwaarde per 1 januari 2014
-15.923
-57.792
0
-73.715
79.115
272.921
637
352.673
0
2.427
1.517
3.944
Mutaties: Investeringen Desinvesteringen Herclassificatie/herkwalificatie Mutatie actuele waarde Overboeking voorziening Totaal mutaties 2014
0
-90
0
-90
9.251
-9.251
0
0
-3.570
7.711
0
4.141
0
0
-1.452
-1.452
5.681
797
65
6.543
31 december 2014 Verkrijgingsprijzen
45.655
175.244
702
221.601
Herwaarderingen
63.119
156.356
0
219.476
Cumulatieve waardeveranderingen en afschrijvingen Boekwaarde per 31 december 2014
-23.978
-57.883
0
-81.861
84.796
273.717
702
359.216
Op 13 maart 2014 heeft Woningstichting Samenwerking Vlaardingen aan het WSW een onherroepelijke volmacht verleend voor het vestigen van hypotheekrecht en pandrecht. De bedrijfswaarde van het commercieel vastgoed in exploitatie berekend op basis van de uitgangspunten van het sociaal vastgoed in exploitatie bedraagt per 31.12.2014 € 60.142.000 (31.12.2013 € 61.835.000). De bedrijfswaarde van het sociaal vastgoed in exploitatie berekend op basis van de uitgangspunten bedraagt per 31.12.2014 € 149.775.000 (31.12.2013 € 158.584.000).Voor deze uitgangspunten verwijzen wij u naar bijlage 2. De herclassificatie van wooneenheden van sociaal vastgoed naar commercieel vastgoed en vice versa heeft betrekking op de toewijzing van wooneenheden op basis van de huurtoeslaggrens. Door de wijziging in de huur ten opzichte van de huurtoeslaggrens kan de toewijzing van sociaal naar commercieel wijzigen en vice versa. Dit effect is in 2014 € 9,3 miljoen. Als de garage of de parkeerplaats verplicht verhuurd wordt met de woning en de huurprijs (van woning en parkeervoorziening samen) is gelijk aan of lager dan € 699,48 dan betreft het daeb bezit. Is de integrale of gezamenlijke huurprijs in dat geval hoger dan € 699,48 dan wordt zowel de garage als de woning als niet-daeb aangemerkt.
- 45 -
4. Financiële vaste activa Belastinglatenties Actieve latentie Leningen Compensabele Afschrijvingen verliezen x € 1.000 x € 1.000 x € 1.000 Saldo begin boekjaar Bij: dotatie Af: onttrekking Saldo einde boekjaar
177
0
393
Verkopen
Totaal
x € 1.000
x € 1.000
42
612
0
0
0
0
0
22
0
18
1
41
155
0
375
41
571
De resterende looptijd van de latentie bedraagt voor de leningen 20 jaar, voor afschrijvingen 45 jaar en voor verkopen 5 jaar. De latentie is tegen contante waarde opgenomen. De contante waarde van de latentie is berekend door de jaarlijkse nominale vrijval, het waarderingsverschil per jaar, te vermenigvuldigen met het percentage van de VPB en contant te maken tegen 3,94% (gewogen gemiddelde rentevoet rekening houdend met VPB-tarief). Op grond van de voorlopige calculatie van de vennootschapsbelasting is er een compensabel verlies van € 3,3 miljoen. Hiervoor is geen actieve latentie opgenomen. Vanuit de prognose van de fiscale resultaten blijkt onzekerheid over de vraag of deze verliezen in de fiscale prognoses zullen worden goedgemaakt.
- 46 -
Vlottende activa 5. Voorraden
Vastgoed bestemd voor de verkoop
31-12-2014 x € 1.000
31-12-2013 x € 1.000
0
170
Overige voorraden
68
69
Waarde einde boekjaar
68
239
31-12-2014 x € 1.000
31-12-2013 x € 1.000
267
285
5
5
6. Vorderingen
Huurdebiteuren Latente belastingvorderingen Gemeenten
1
4
Overlopende activa
474
771
Waarde einde boekjaar
746
1.064
31-12-2014 x € 1.000
31-12-2013 x € 1.000
207
225
Huurdebiteuren zittende huurders vertrokken huurders voorziening dubieuze debiteuren Subtotaal
462
371
-403
-311
267
285
Er is een voorziening dubieuze debiteuren gevormd voor een bedrag van € 402.720 voor bedragen van huurders die langer dan 6 maanden openstaan. 31-12-2014 x € 1.000
31-12-2013 x € 1.000
Te ontvangen bijdragen
1
4
Subtotaal
1
4
31-12-2014 x € 1.000
31-12-2013 x € 1.000
Overig
474
771
Subtotaal
474
771
Gemeenten
Overlopende activa
Gewaardeerd is tegen nominale waarde na aftrek van nodig geachte afwaardering wegens oninbaarheid. De invordering van de debiteuren heeft een normaal verloop.
- 47 -
7. Liquide middelen 31-12-2014 x € 1.000
31-12-2013 x € 1.000
Kas
0
3
ING
251
440
Rabobank
268
362
Bank Nederlandse Gemeenten
378
1.099
Direct opvraagbaar
897
1.904
Deposito's
129
127
1.026
2.031
Totaal liquide middelen De kredietfaciliteit bij de Bank Nederlandse Gemeente bedraagt € 3 mln. per ultimo 2014.
- 48 -
8. Groepsvermogen
Aandeel van de rechtspersoon in het groepsvermogen volgens de jaarrekening vorig boekjaar Resultaat boekjaar Aandeel van de rechtspersoon in het groepsvermogen volgens de jaarrekening vorig boekjaar
31-12-2014 x € 1.000
31-12-2013 x € 1.000
195.164
201.332
4.192
-6.168
199.357
195.164
Voor de ongerealiseerde herwaarderingen ad € 219.476.000 (2013: € 207.274.000) met betrekking tot vastgoedbeleggingen is conform de verslaggevingseisen geen herwaarderingsreserve gevormd, maar verantwoording heeft plaatsgevonden onder de overige reserves. Bij de herwaarderingen is geen rekening gehouden met de invloed van belastingen op vermogen en resultaat. 9. Voorzieningen Voorzieningen onrendabele investeringen en herstructureringen 31-12-2014 x € 1.000
31-12-2013 x € 1.000
0
425
Bij: Dotaties
3.405
0
Af: investeringen
1.452
0
Af: overboeking naar materiële vast activa
0
342
Af: vrijval
0
83
1.953
0
31-12-2014 x € 1.000
31-12-2013 x € 1.000
Stand begin boekjaar
Stand einde boekjaar Overige voorzieningen
Stand begin boekjaar
209
82
Bij: Toevoegingen
44
138
Af: Onttrekkingen
62
11
191
209
Stand einde boekjaar
De overige voorzieningen hebben betrekking op de kosten voor jubilea € 83.347 (2013; € 75.165) en voor kosten opleidingen € 16.055 (2013; € 20.647). Daarnaast is er een voorziening getroffen in verband met Zonnepanelen € 91.098 (2013; € 54.946) Alle voorzieningen hebben hoofdzakelijk een looptijd langer dan één jaar.
- 49 -
10. Langlopende schulden Schulden/ Leningen kredietinstellingen 31-12-2014 x € 1.000
31-12-2013 x € 1.000
142.057
140.282
14.525
13.614
156.582
153.896
Bij: nieuwe leningen
12.500
16.300
Af: aflossingen
13.871
2.314
Saldo begin boekjaar Bij: aflossingen komend jaar
Af: extra/vervroegde aflossingen
654
11.300
14.525
13.614
154.557
156.582
2.117
14.525
152.440
142.057
4,00 %
4,16 %
Aantal leningen
Totaal saldo (x € 1.000)
Percentage Actueel
Leningen overheid/kredietinstellingen saldo einde boekjaar Af: aflossingen komend jaar Leningen overheid/kredietinstellingen De gemiddelde rentevoet van de uitstaande leningen bedraagt: Overzicht naar geldgever:
NV Bank Nederlandse Gemeenten
14
103.024
66,66 %
Nederlandse Waterschapsbank N.V.
5
39.033
25,25 %
Nat.Ned Levensverz.mij
1
12.500
8,09 %
20
154.557
100,00 %
Aantal leningen
Totaal saldo (x € 1.000)
Percentage Actueel
Overzicht naar type lening:
Annuitaïr
5
23.676
15,32 %
Fixe
9
82.348
53,28 %
Lineair
1
1.733
1,12 %
Roll-over
5
46.800
30,28 %
20
154.557
100,00 %
Aantal leningen
Totaal saldo (x € 1.000)
Percentage Actueel
5
46.800
30,28 %
Overzicht leningen naar rente-klasse (x € 1.000)
Variabel < 4%
7
33.145
21,45 %
4 - 5%
6
59.755
38,66 %
> 5%
2
14.857
9,61 %
20
154.557
100,00 %
- 50 -
Overzicht naar looptijd: Aantal leningen
Schuldrestant (x € 1.000)
Percentage Actueel 5,17 %
Looptijd > 1 jaar
1
8.000
Looptijd > 2 - 5 jaar
2
14.155
9,59 %
17
130.285
85,24 %
20
152.440
100,00 %
Looptijd > 5 jaar
Er zijn geen leningen onder hypothecair verband afgesloten. Alle leningen zijn geborgd, waarvan 19 bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (€ 145.782.000) en 1 bij de Gemeente Vlaardingen (€ 10.800.000). De marktwaarde (=rentabiliteitswaarde) van de leningen bedraagt € 146,1 miljoen rekening houdend met een disconteringsvoet van 5,25%. De marktwaarde uitgaande van contant maken tegen de yield curve bedraagt € 193,9 miljoen rekeninghoudend met de vervallen verplichtingen van rente. (=Clean Market Value)
Overige schulden Waarborgsommen
Saldo begin boekjaar
31-12-2014 x € 1.000
31-12-2013 x € 1.000
454
462
Toevoeging rente
19
5
Af-/toename waarborgsommen
10
-14
483
454
31-12-2014 x € 1.000
31-12-2013 x € 1.000
Saldo einde boekjaar 11. Kortlopende schulden
3.699
14.525
Schulden aan leveranciers
Schulden aan kredietinstellingen
746
1.823
Belastingen en premies sociale verzekering
208
315
Overige schulden
932
694
Overlopende passiva
3.686
3.614
Totaal
9.272
20.972
- 51 -
NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE VERPLICHTINGEN Financiele instrumenten Woningstichting Samenwerking Vlaardingen maakt gebruik van derivaten om het rente- en kasstroomrisico af te dekken. Voor de verwerking, waardering en resultaatbepaling, past Woningstichting Samenwerking Vlaardingen met betrekking tot deze derivaten (hedge-instrumenten) kostprijshedge-accounting toe. De marktwaarde van de derivaten is per 31.12.2014 € 20.874.000 negatief. Doelstellingen risicobeheer In het treasurystatuut van Woningstichting Samenwerking Vlaardingen staan de kaders benoemd omtrent het beheersen van risico's. De financiële instrumenten voldoen aan de kaders genoemd in het treasurystatuut. In het statuut is het gebruik van afschermende instrumenten toegestaan ter beheersing van het renterisico op zekere kasstromen en de instrumenten zijn defensief van aard. Hedge-strategie De hedge-strategie is het risico van wijzigingen in de rente afdekken met derivaten. Type hedge Kostprijshedge-accounting op basis van individuele leningen. Kostprijshedge-accounting wordt toegepast op basis van de aansluiting van de kritische kenmerken van de instrumenten met de financieringen. Deze kenmerken zijn terug te vinden in de originele contracten. Afgedekte positie Woningstichting Samenwerking Vlaardingen dekt de variabiliteit in kasstromen voortvloeiende uit toekomstige rentebetalingen gerelateerd aan huidige en toekomstige leningen af. Hierbij worden de kasstromen van de rentebetalingen van de afgesloten leningen afgedekt. Accounting Het hedging-instrument en de hedged items onderliggend aan de af te dekken rentebetalingen worden tegen kostprijs op de balans opgenomen en gewaardeerd. Hedge-ineffectiviteit wordt in de winst-en-verliesrekening verwerkt. Voor het bepalen van de ineffectiviteit is vastgesteld dat de kritische kenmerken van de hedge-instrumenten en de afgedekte posities gelijk zijn, waardoor er sprake is van een volledig effectieve hedgerelatie. Er is derhalve geen sprake van ineffectiviteit. Algemeen risico's De belangrijkste financiële risico's waaraan de groep onderhevig is zijn het marktrisico, valutarisico, het renterisico, het kredietrisico en het liquiditeitsrisico. Het financiële beleid van Woningstichting Samenwerking Vlaardingen is erop gericht om op de korte termijn de effecten van koers- en renteschommelingen op het resultaat te beperken en om op lange termijn de marktwisselkoersen en marktrentes te volgen. Woningstichting Samenwerking Vlaardingen maakt gebruik van financiële derivaten om de financiële risico's die verbonden zijn aan bedrijfsactiviteiten te beheersen. Woningstichting Samenwerking Vlaardingen neemt met financiële derivaten geen speculatieve posities in. Marktrisico Woningstichting Samenwerking Vlaardingen beheerst het marktrisico door stratificatie aan te brengen in de portefeuille en limieten te stellen. Valutarisico Woningstichting Samenwerking Vlaardingen voert alleen transacties in euro's (€) uit en loopt geen valutarisico. Renterisico Woningstichting Samenwerking Vlaardingen loopt renterisico over de rentedragende vorderingen (met name onder financiële vaste activa) en rentedragende langlopende en kortlopende schulden. Voor vorderingen en schulden met variabele renteafspraken loopt de woningcorporatie risico ten aanzien van toekomstige kasstromen. Met betrekking tot vastrentende vorderingen en schulden loopt Woningstichting Samenwerking Vlaardingen risico's over de marktwaarde. Kredietrisico Het gaat hierbij om het risico dat financiële instellingen niet aan hun contractuele verplichtingen kunnen voldoen. Door het spreiden van transacties over verschillende financiële instellingen wordt getracht dit risico te beperken. Verder dienen de financiële instellingen te voldoen aan kredietwaardigheidseisen (rating). Dit is opgenomen in het treasurystatuut. De hoogte van het kredietrisico is afhankelijk van de grootte van het bedrag aan te ontvangen rente op de derivaten en de marktwaarde van de derivaten. - 52 -
Liquiditeitsrisico Het gaat hierbij om het risico dat over onvoldoende middelen wordt beschikt om aan de directe verplichtingen te kunnen voldoen. Dit geldt voor alle verplichtingen van Woningstichting Samenwerking Vlaardingen en haar tegenpartijen, ongeacht of dit nu crediteuren of financiële instellingen zijn. Woningstichting Samenwerking Vlaardingen heeft op verschillende manieren gewaarborgd dat zij altijd aan haar verplichtingen kan voldoen. De afgesloten derivaten zijn ultimo 2014 als volgt verdeeld in nominale waarde en marktwaarde: Actuele Actuele Nominale waarde waarde waarde 31-12-2014 31-12-2013 x € 1.000 x € 1.000 x € 1.000 rente swap rente swap rente swap rente swap rente swap rente swap
5.0462.7523.9275.9941.3351.82020.874- *
7628591.192564741703.621-
10.000 8.000 11.300 12.500 4.000 4.000 49.800
Startdatum
Einddatum
Rente
Rente fix
15-03-2012 02-07-2012 01-02-2013 03-11-2014 15-01-2016 15-01-2016
15-09-2061 02-07-2032 01-02-2033 01-11-2058 15-01-2060 15-01-2036
6-mnds 6-mnds 6-mnds 6-mnds 6-mnds 6-mnds
2,925% 3,240% 3,240% 2,925% 2,925% 3,240%
Forward rente ultimo
Breakdatum
1,49% 05-01-2020 1,23% 1,25% 1,50% 05-01-2021 1,54% 1,39% 05-01-2022
* Incl. break-clausules
De afgesloten renteswaps dienen ter afdekking van de benodige herfinanciering in de komende jaren. Voor een 2tal renteswaps is nog geen lening afgesloten. Woningstichting Samenwerking Vlaardingen acht het zeer waarschijnlijk dat dit zal plaatsvinden in verband met de benodigde herfinanciering. Alle renteswaps kennen een onderliggende CSA (Credit Support Annex). Woningstichting Samenwerking Vlaardingen heeft geen contracten met banken afgesloten waarin is opgenomen dat bij daling van de swaprente de negatieve waarde als zekerheid in een depot moet worden gestort (margin calls). Voor een 3-tal renteswaps is een breakclause opgenomen. De breakclauses zijn gestaffeld ingevoerd en vervallen voor de 1ste swap in jaar 7, voor de 2de swap in jaar 8 en voor de laatste swap in jaar 9. De genoemde breakclauses houden in dat zowel Woningstichting Samenwerking Vlaardingen als de tegenpartij voor de swap transactie de transactie op genoemde data (en iedere 5 jaar daarna) mag beëindigen, waarbij tegen de dan geldende waarde wordt afgerekend. Er is tevens sprake van diverse reguliere termination events, waarbij de tegenpartij van de swaps het contract kan beëindigen. Gerelateerd aan de regelgeving voor toegelaten instellingen zijn de termination events alleen het gevolg van de financiële positie, namelijk in het geval dat Woningstichting Samenwerking Vlaardingen: onder bewind wordt gesteld (artikel 70 woningwet); aanwijzingen ontvangt (artikel 41 BBSH); financiële steun ontvangt van het CFV cf artikel 71a van de woningwet; toestemming nodig heeft voor bepaalde handelingen op grond van artikel 43 BBSH. Ook is sprake van een termination event als Woningstichting Samenwerking Vlaardingen niet meer voldoet aan de eisen van kredietwaardigheid van het WSW cq geen deelnemer meer is. Zowel termination events als breakclausules brengen het risico met zich mee dat de transactie vervroegd wordt afgewikkeld tegen de dan geldende marktwaarde. Embedded derivaten In de leningsovereenkomsten van WSV zijn geen embedded derivaten opgenomen die voor afzonderlijke waardering in aanmerking komen. De in de swap-overeenkomsten begrepen break clausules, kwalificeren wel als een embedded derivaat. De marktwaarde van de break-clausules is berekend op € 741.000 (positief) en is berekend als het verschil tussen de marktwaarde van het basiscontract (renteswap zonder breakclausule) en de marktwaarde van de renteswap inclusief breakclausule. Met Nomura International PLC is een afspraak gemaakt om de toezicht belemmerende bepalingen uit de ISDA te verwijderen als bij een drietal swaps de looptijd zal worden verkort. Deze afspraak wordt geëffectueerd zodra de 30jaars rentestanden een bepaald niveau bereiken. De aanpassing mag verder niet leiden tot een hogere rentecoupon van 2,99%. De afspraak betreft de volgende swaps:
- 53 -
Hoofdsom x € 1.000
Huidige rente
Oorspronkelijke einddatum
Nieuwe einddatum
4.000
2,93%
15-01-2060
15-01-2036
10.000
2,93%
15-09-2061
15-09-2031
12.500
2,93%
01-11-2058
01-11-2034
Leaseverplichtingen Woningstichting Samenwerking Vlaardingen heeft voor 30 woningen een sale-leaseback overeenkomst afgesloten. De overeenkomst heeft het kenmerk van triple-net. De looptijd van de overeenkomst bedraagt 20 jaar. De totale leaseverplichting bedraagt netto € 5,7 miljoen, waarvan € 6,7 miljoen als huurverplichting en € 1 miljoen als vergoeding voor exploitatielasten. Het restant van de leasverplichting kan als volgt worden gespecificeerd (bedragen x € 1.000): niet langer dan 1 jaar € 285;langer dan 1 jaar en niet langer dan 5 jaar € 1.425; langer dan 5 jaar € 3.705. Woningstichting Samenwerking Vlaardingen heeft ter meerdere zekerheid van nakoming van haar verplichting u.h.v. deze overeenkomst een concerngarantie afgegeven voor een bedrag ter grootte van 6 maanden huurbetaling. Woningstichting Samenwerking Vlaaardingen heeft alle huidige en toekomstige vorderingen verkregen uit de onderverhuur van 30 woningen met alle daaraan verbonden rechten stil verpand aan tegenpartij. De verpanding geschiedt alleen tot meerdere zekerheid voor betaling van hetgeen Woningstichting Samenwerking Vlaardingen aan tegenpartij verschuldigd is of te eniger tijd mocht zijn uit hoofde van de gesloten huurovereenkomst tussen partijen. De prolongatie-ontvangsten uit onderverhuur bedragen in 2014 € 347.000. Tegenpartij is hoofdelijk aansprakelijk ten opzichte van Woningstichting Samenwerking Vlaardingen voor al hetgeen tegenpartij u.h.v. de overeenkomsten schuldig is of zal worden aan Woningstichting Samenwerking Vlaardingen. Deze hoofdelijkheid blijft vankracht zolang tegenpartij verplichtingen heeft uit de overeenkomsten. Woningstichting Samenwerking Vlaardingen heeft een pandrecht gevestigd op alle voordelen uit opstal-, brand- en glasverzekering welke tegenpartij heeft afgesloten. Erfpachtverplichtingen Ten aanzien van de onroerende zaken zijn er erfpachtverplichtingen aangegaan voor een bedrag van € 106.000 tot einde exploitatie. Obligo WSW Waarborgfonds Sociale Woningbouw deelnemers hebben naar het Waarborgfonds Sociale Woningbouw een zogeheten obligo verplichting. Deze verplichting is voorwaardelijk. Zolang het risicovermogen van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw voldoende is om eventuele betalingsverplichtingen van Waarborgfonds Sociale Woningbouw-deelnemers over te nemen, wordt geen beroep gedaan op deze obligoverplichting. Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw verwacht voor de komende 5 jaar conform de actuele meerjaren liquiditeits prognose geen beroep te doen op deze obligoverplichting. Door het WSW is de hoogte van het obligotarief vastgesteld op 3,85%. De grondslag waarover WSW het obligotarief berekent is het schuldrestant van de geborgde lening met uitzondering van de leningtypen variabele hoofdsom en voor collegiale financiering. Bij het type lening met variabele hoofdsom geldt een obligoverplichting over 75% van de maximale hoofdsom. Bij collegiale financieringen is bepaald geldt een obligoverplichting over 1/3 van het schuldrestant. De hoogte van de verplichting bedraagt € 5.390.000. Woonnet Rijnmond en Urgentiestichting In samenwerking met 19 woningcorporaties in het Rijnmond gebied draagt de Stichting Woonnet Rijnmond een bijdrage aan een rechtvaardige woonruimteverdeling. Voor geleverde prestaties wordt een bedrag per verhuureenheid in rekening gebracht. In 2014 was dat € 12,-. Indien de Stichting Woonnet Rijnmond, of de Urgentiestichting niet aan haar financiële verplichtingen kan voldoen, draagt Samenwerking Vlaardingen een exploitatierisico dat in verhouding staat tot de participatiegraad. Wet Keten Aansprakelijkheid Als gevolg van de Wet Keten Aansprakelijkheid is Samenwerking hoofdelijk aansprakelijk voor loonheffing en premieheffing sociale verzekeringen bij uitbesteding van werk aan (onder)aannemers. Het risico van deze aansprakelijkheid wordt grotendeels beperkt door een percentage van de opdracht voor loon- en premieheffing direct af te dragen aan de belastingdienst. Voorzieningen voor pensioenen Het bedrijfstakpensioenfonds is niet in staat die gegevens aan te leveren die zouden leiden tot een juiste weergave van de kosten, alsmede de rechten en verplichtingen zoals die voor een toegezegd pensioenrecht dienen te worden opgenomen. Daarom worden de aan het fonds betaalde premies als toegezegde bijdragen in de resultatenrekening verwerkt en is geen voorziening in de jaarrekening 2014 verwerkt. Een overschot of tekort in het bedrijfstakpensioenfonds SPW kan invloed hebben op te betalen premies. De voorlopige dekkingsgraad op 31 december 2014 is vastgesteld op 114%. Op grond van de dekkingsgraad worden de komende jaren, naast de reguliere premies, geen additionele premies verwacht. Een dekkingsgraad per werkgever is - 54 -
niet aan te geven. Het fonds is een collectief instituut waarin alle pensioenaanspraken van alle deelnemers, gewezen deelnemers en gepensioneerden zijn ondergebracht. Dit kan niet worden uitgesplitst naar werkgever. Saneringsheffing Op basis van gegevens van het Centraal Fonds Volkshuisvesting houdt Samenwerking rekening in haar meerjarenprognose met een heffing, in de komende 5 jaren, tot een totaalbedrag van € 915.000 Vennootschapsbelasting Het compensabel verlies bedraagt € 3,3 miljoen tot en met het boekjaar 2014. Fiscale eenheid Voor de vennootschapsbelasting vormt Woningstichting Samenwerking Vlaardingen een fiscale eenheid met Comact Samenwerking B.V. Projecten Op 23 mei 2014 is de ontwikkel- en de aannemingsovereenkomst met Boele & van Eesteren (B&E) ondertekend voor de bouw van 2 appartementsgebouwen met elk 40 appartementen. Samen met de zorgtoren en een zorgplint, welke gebouwd wordt voor ZonnehuisGroep Vlaardingen (ZGV), is dit fase één van Parc Drieen-Huysen. De aanneemsom van fase 1 bedraagt € 12.054.450,- inclusief BTW voor de overige fases is geen verplichting aangegaan. De restant verplichting per 31 december 2014 is € 10.741.328. De ontwikkelovereenkomst tussen WSV en B&E kan ontbonden worden indien: • De ontwikkelovereenkomst tussen B&E en ZGV wordt ontbonden; • De omgevingsvergunning niet uiterlijk 1 december 2015 is afgegeven; • Indien ZGV niet voor uiterlijk 31 december 2014 de noodzakelijke goedkeuring van College Sanering Zorginstellingen. Onderhoudsverplichtingen Op 31 december 2014 zijn er aangegane verplichtingen van een bedrag van € 237.548
BEZOLDIGING RAAD VAN BESTUUR EN RAAD VAN COMMISSARISSEN Voor de bezoldiging van bestuurder van de woningcorporatie kwam in 2014 een bedrag van € 153.483 (2013: € 161.800) ten laste van de woningcorporatie en haar dochter- of groepsmaatschappijen. Lasten als gevolg van de crisisheffing zijn op basis van het loon van de bestuurder niet van toepassing. Voor de bezoldiging van commissarissen van de woningcorporatie kwam in 2014 een bedrag van € 35.658 (2013: € 35.017) ten laste van de woningcorporatie en haar dochter- of groepsmaatschappijen. De bezoldiging van bestuurder omvat: - periodiek betaalde beloningen (zoals salarissen, doorbetaling bij vakantie en ziekte, sociale lasten, vakantiegeld, terbeschikkingstelling van auto en presentiegelden); - beloningen betaalbaar op termijn (zoals pensioenlasten, langdurig verlof/sabbaticals, jubileumuitkeringen, arbeidsongeschiktheidsverzekeringen en beloning in verband met een regeling voor vervroegde uittreding, zoals VUT en prepensioen);
- 55 -
Toelichting op de geconsolideerde winst- en verliesrekening Bedrijfsopbrengsten 12. Huuropbrengsten 2014 x € 1.000
2013 x € 1.000
20.580
20.441
5.229
4.011
Te ontvangen netto huren Woningen woongebouwen DAEB Woningen woongebouwen niet DAEB Garages en overdekte parkeerplaatsen
261
253
Kantoren en winkels niet DAEB
138
136
55
49
26.264
24.889
GSM-installaties Huurderving Af: Huurderving wegens leegstand
-843
-887
25.421
24.002
De huurprijzen zijn bij aanvang van de exploitatie door de overheid vastgesteld. Daarna zijn zij onderworpen aan de overheidsvoorschriften, te weten: - de jaarlijkse huurverhoging; - huurverhoging bij woningverbetering. 13. Opbrengsten servicecontracten Vergoedingen
Ontvangen vergoedingen overige goederen, levering en diensten
2014 x € 1.000
2013 x € 1.000
2.389
2.395
Correcties voorgaande jaren
0
12
Te verrekenen met huurders
-647
-482
1.742
1.925
Totaal
De derving van vergoedingen wordt volledig ten laste gebracht van de huurderving. De vergoedingen betreffen bijdragen die de huurders boven de (netto) huurprijs betalen voor stookkosten, servicekosten, electra, enz.. De maandelijks te betalen vergoeding is gebaseerd op de geraamde kosten en wordt jaarlijks, indien noodzakelijk, aangepast. De opbrengsten worden gerealiseerd in de gemeente Vlaardingen. 14. Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille 2014 x € 1.000
2013 x € 1.000
Bruto verkoopopbrengst
147
452
Af: Marktwaarde verkopen
-90
-89
57
363
Af: verkoopkosten
-13
-10
43
354
Totaal
- 56 -
15. Overige bedrijfsopbrengsten 2014 x € 1.000
2013 x € 1.000
Opbrengst zonnepanelen
36
55
Boekwinst verkopen materiële vaste activa t.d.v. exploitatie
39
0
Totaal
75
55
2014 x € 1.000
2013 x € 1.000
Immateriële vaste activa ten dienste van exploitatie
171
194
Materiële vaste activa ten dienste van exploitatie
119
121
Totaal
290
315
2014 x € 1.000
2013 x € 1.000
3.405
0
Bedrijfslasten 16. Afschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille
17. Overige waardeveranderingen van (im)materiële vaste activa
Toevoeging onrendabele top nieuwbouw Vrijval onrendabele top nieuwbouw Totaal
0
-83
3.405
-83
2014 x € 1.000
2013 x € 1.000
18. Erfpacht
Complex Centrum 72 Holy Zuid 139
3
3
21
21
Holy Zuid 271
54
54
Holy Centrum 100
11
17
Holy Zuid 84
13
13
Van Heutz 42
1
1
Oost 3
1
1
Oost 48 Totaal
- 57 -
2
2
106
112
19/20/21. Lonen en salarissen, sociale lasten en pensioenpremies
Brutolonen personeel Af: doorberekening personeelslasten Sociale werkgeverslasten personeel Pensioenpremies personeel Totaal
2014 x € 1.000
2013 x € 1.000
1.918
1.947
-331
-342
1.587
1.605
304
284
363
364
2.254
2.254
Het gemiddeld aantal bij Woningstichting Samenwerking Vlaardingen werkzame werknemers, berekend op fulltime basis en en uitgesplitst naar activiteiten bedroeg: 2014 2013 Directie Woondiensten Middelen
1,9
1,9
12,8
13,2
9,1
8,6
Vastgoed
5,9
5,9
Staf functies
2,0
2,8
Flatbeheersters (doorberekend)
8,5
8,6
40,2
41,0
Totaal Beloningen topfunctionarissen publieke en semipublieke sector Leidinggevende topfunctionarissen bedragen x € 1
T.W. van der Steen
Func tie(s)
Directeur- bestuurder
Duur dienstverband in 2014
1/1 - 31/12
Omvang dienstverband (in fte)
1,0
Gewezen topfunctionaris
Nee
(Fictieve) dienstbetrekking
Ja
Zo niet, langer dan 6 maanden binnen 18 maanden werkzaam?
n.v.t.
Bezoldiging Beloning
116.811
Belastbare onkostenvergoedingen
-
Beloningen betaalbaar op termijn
26.234
Totaal bezoldiging
143.045
Toepasselijk WNT-maximum
130.600
Motivering indien overschrijding: zie
1)
1) De vergoeding van de directeur-bestuurder is conform de afgesloten arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De honorering bestaat uit een vast basissalaris dat jaarlijks wordt herzien, beloningen als een auto en een representatievergoeding. Met de Raad van Commissarissen zijn deze afspraken gemaakt. De Raad van Commissarissen houdt zich, binnen de overgangsregeling, aan de met de directeur-bestuurder gemaakte afspraken voor de komende vier jaren om vervolgens in een periode van drie jaar de afspraken terug te brengen naar het niveau van het toepasselijke maximum.
- 58 -
Toezichthoudende topfunctionarissen bedragen x € 1 Func tie(s) Duur dienstverband
J. Brinkman
B. Knoop
M.E. Verbokkem
Voorzitter RvC
Vice-voorzitter
Commissaris
1/1 - 31/12
1/1 - 1/12
1/1 - 31/12
8.323
7.803
6.242
-
-
-
Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn
-
-
-
Totaal bezoldiging
8.323
7.803
6.242
Toepasselijk WNT-maximum
9.795
5.986
6.530
Motivering indien overschrijding: zie
1)
D.J. van de
M.M.L. Boeren-
Weerdt
Snel
Func tie(s)
Commissaris
Commissaris
Commissaris
Duur dienstverband
1/1 - 31/12
1/1 - 31/12
1/12 - 31/12
bedragen x € 1
N.P. Smiet
Bezoldiging Beloning
6.242
7.282
520
Belastbare onkostenvergoedingen
-
-
-
Beloningen betaalbaar op termijn
-
-
-
Totaal bezoldiging
6.242
7.282
520
Toepasselijk WNT-maximum
6.530
6.530
544
Motivering indien overschrijding: zie
2) € 752
1) Honorering past binnen de overgangsregeling. 2) De onverschuldigde betaling ad € 752 is als vordering opgenomen in de jaarrekening en is in 2015 teruggestort. 22. Lasten onderhoud 2014 x € 1.000
2013 x € 1.000
Niet-cyclisch onderhoud
1.266
1.149
Verhuur-technisch onderhoud
1.797
2.247
Planmatig onderhoud
3.557
2.812
18
2
6.638
6.210
2014 x € 1.000
2013 x € 1.000
108
98
Duurzaamheid / Energiemaatregelen Totaal 23. Leefbaarheid
Leefbaarheid (niet cyclisch) Leefbaarheid (cyclisch) Totaal
- 59 -
90
90
198
189
24. Lasten servicecontracten
Energiekosten
2014 x € 1.000
2013 x € 1.000
1.254
1.411
Onderhoudskosten
20
19
Schoonmaakkosten
467
483
-9
17
1.732
1.930
2014 x € 1.000
2013 x € 1.000
Overige kostensoorten
1.490
1.642
Zakelijke bedrijfslasten
1.819
1.727
Overige lasten
2.836
1.274
Saldo
6.145
4.643
2014 x € 1.000
2013 x € 1.000
Correcties voorgaande jaren Totaal 25. Overige bedrijfslasten
Overige kostensoorten
Overige personeelskosten
228
358
Huisvestingskosten
136
131
Bestuurskosten
123
69
Algemene kosten
997
1.078
1.490
1.642
2014 x € 1.000
2013 x € 1.000
36
78
Totaal Honoraria externe accountant en de accountantsorganisatie Baker Tilly Berk
Onderzoek van de jaarrekening Overige controleopdrachten Totaal De kosten betreffen werkelijk gefactureerde bedragen.
- 60 -
5
6
41
84
Zakelijke bedrijfslasten
2014 x € 1.000 Kosten woonruimteverdeling Belastingen Verzekeringen Totaal
2013 x € 1.000
93
80
1.632
1.604
94
43
1.819
1.727
2014 x € 1.000
2013 x € 1.000
De woonruimteverdeling wordt verzorgd door de Stichting WoonNet Rijnmond. Overige lasten
69
73
Bijdrage huurbeleid
Niet te verhalen vervolgingskosten en overige juridische kosten
1.718
93
Disagio WSW lening
62
26
Voorziening dubieuze debiteuren
92
57
Voorziening Zonnepanelen Sector specifieke heffing Overige lasten Totaal
36
55
806
899
51
71
2.836
1.274
2014 x € 1.000
2013 x € 1.000
-4.141
10.415
0
28
-4.141
10.443
26. Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille
Waardeveranderingen vastgoedportefeuille Waardeveranderingen voorraad koopwoningen Totaal
- 61 -
Financiële baten en lasten 27. Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten
2014 x € 1.000
2013 x € 1.000
Rente op overige vorderingen
5
4
Rente liquide middelen
2
2
Totaal
7
6
2014 x € 1.000
2013 x € 1.000
6.404
6.518
19
5
Vorderingen
28. Rentelasten en soortgelijke kosten
Langlopende schulden Rente leningen kredietinstelllingen Rente waarborgsommen Kortlopende schulden Rente schulden kredietinstelllingen Totaal
- 62 -
6
11
6.429
6.534
Belastingen 29. Belastingenresultaat uit gewone bedrijfsuitoefening
31-12-2014 x € 1.000
31-12-2013 x € 1.000
2011
0
-416
Latente vennootschapsbelasting (baten) 2012
0
527
2013
0
-76
2014
-41
0
Totaal vennootschapsbelasting
-41
-36
92
4.159
-2.645
-673
-297
-296
Commercieel resultaat voor vennootschapsbelasting Af: Fiscale afschrijving MVA in exploitatie Fiscale afschrijving MVA ten dienste van exploitatie Verbeteringen als fiscaal onderhoud
-10
-664
Correctie opbrengst verkopen
-53
-354
Voorraad woningen
-140
-112
Waardeverandering
0
-83
-43
0
290
245
Fiscale vrijval disagio leningen
0
282
Gemengde kostenaftrek
7
7
Fiscale dotatie disagio leningen Bij: Commerciele afschrijving MVA ten dienste van exploitatie
Sector specifieke heffingen
806
899
Toerekening rente en algemene kosten aan MVA
224
210
3.405
0
Waardeverandering Fiscaal resultaat Compensabele verliezen Belastbaar bedrag
1.636
3.621
-1.636
-3.621
0
0
De effectieve belastingdruk bedraagt in 2014 nihil (2013: nihil) en het toepasselijke belastingtarief is 20% (2013: 20%).
- 63 -
ENKELVOUDIGE JAARREKENING
- 64 -
Enkelvoudige balans (na resultaat bestemming) 31-12-2014 (x € 1.000)
31-12-2013 * (x € 1.000)
207
383
ACTIVA Vaste activa
Immateriële vaste activa Computersoftware Materiële vaste activa
30
Onroerende en roerende zaken t.d.v. exploitatie
1.852
1.860 1.860
Vastgoedbeleggingen
1.852
31
Commercieel vastgoed in exploitatie Sociaal vastgoed in exploitatie gekwalificeerd als vastgoedbelegging Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
84.658
78.981
273.718
272.921
702
637 359.079
Financiële vaste activa
352.540
32
Latente belastingvorderingen
571
Vorderingen op overige verbonden maatschappijen
326
612 324 897
936
68
239
Vlottende activa Voorraden
33
Vorderingen
34
Huurdebiteuren
267
285
Latente belastingvorderingen
5
5
Gemeenten
1
4
474
Overlopende activa
Liquide middelen
35
Totaal * De vergelijkende cijfers voor 2013 zijn aangepast in verband met de juridische fusie.
- 65 -
771 746
1.064
968
1.983
363.826
358.997
Enkelvoudige balans (na resultaat bestemming) 31-12-2014 (x € 1.000)
31-12-2013 * (x € 1.000)
199.357
195.164
PASSIVA 36
Eigen vermogen Overige reserves Voorzieningen
37
Voorzieningen onrendabele investeringen en herstructureringen
1.953
0
Voorzieningen deelnemingen
131
142
Overige voorzieningen
191
209 2.275
Langlopende schulden
351
38
Schulden/ Leningen kredietinstellingen Overige schulden
152.440
142.057
483
454 152.923
Kortlopende schulden
142.511
39
Schulden aan kredietinstellingen
3.699
14.525
Schulden aan leveranciers
746
1.823
Belastingen en premies sociale verzekering
208
314
Overige schulden Overlopende passiva
Totaal * De vergelijkende cijfers voor 2013 zijn aangepast in verband met de juridische fusie.
- 66 -
932
694
3.686
3.614 9.271
20.971
363.826
358.997
Enkelvoudige winst- en verliesrekening
2014 (x € 1.000)
2013 * (x € 1.000)
Bedrijfsopbrengsten Huuropbrengsten
25.410
23.992
1.742
1.925
Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille
43
354
Overige bedrijfsopbrengsten
75
55
Opbrengsten servicecontracten
Som der bedrijfsopbrengsten
27.270
26.325
Bedrijfslasten Afschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille Overige waardeveranderingen (im)materiële vaste activa Erfpacht
290
315
3.405
-83
106
112
1.587
1.605
Sociale lasten
304
284
Pensioenlasten
363
364
6.638
6.210
Lonen en salarissen
Lasten onderhoud Leefbaarheid
198
189
Lasten servicecontracten
1.732
1.930
Overige bedrijfslasten
6.142
Bedrijfsresultaat Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille
4.640 20.765
15.567
6.505
10.759
-4.138
10.443
Financiële baten en lasten Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten Rentelasten en soortgelijke kosten Financiële baten en lasten
7
6
6.428
6.534 -6.421
-6.528
4.222
-6.213
Vennootschapsbelasting
41
-36
Resultaat deelnemingen
11
9
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belastingen
4.192
-6.168
Resultaat na belastingen
4.192
-6.168
Resultaat uit gewone bedrijfsuitvoering voor belastingen
* De vergelijkende cijfers voor 2013 zijn aangepast in verband met de juridische fusie.
- 67 -
Enkelvoudig kasstroomoverzicht (directe methode)
Ontvangsten van huurders Ontvangsten van subsidiegevers Overige ontvangsten
2014 (x € 1.000)
2013 * (x € 1.000)
27.943
25.669
36
0
33
49
Ontvangsten
28.012
25.718
Betalingen aan werknemers
-2.813
-2.533
Betalingen aan leveranciers onderhoud
-6.968
-6.809
Betalingen uit hoofde van zakelijke lasten
-6.603
-4.317
Betalingen uit hoofde van bedrijfsoperaties Lasten Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest
-1.318
-2.400
-17.702
-16.059
10.310
9.659
19
15
-6.633
-7.192
Kasstroom uit operationele activiteiten
3.696
2.482
Investeringen in materiële vaste activa
-4.433
-8.767
165
419
-4.268
-8.348
Betaalde interest
Desinvesteringen in materiële vaste activa Kasstroom uit investeringsactiviteiten Ontvangsten uit langlopende schulden
12.500
16.300
-14.525
-13.614
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
-2.025
2.686
Mutatie liquide middelen
-2.597
-3.180
1.983
5.163
-614
1.983
-2.597
-3.180
Aflossing langlopende schulden
Liquide middelen 1 januari Liquide middelen einde periode Mutatie liquide middelen * De vergelijkende cijfers voor 2013 zijn aangepast in verband met de juridische fusie.
- 68 -
Toelichting op de enkelvoudige balans Algemene grondslagen voor de opstelling van de enkelvoudige jaarrekening De enkelvoudige jaarrekening van Woningstichting Samenwerking Vlaardingen is opgesteld volgens de bepalingen van het Besluit beheer sociale-huursector (Bbsh). In dit besluit wordt voorgeschreven Titel 9 Boek 2 BW toe te passen, behoudens enkele uitzonderingen van specifieke aard. Tevens is deze enkelvoudige jaarrekening opgesteld volgens de door de Raad voor de Jaarverslaggeving uitgegeven Richtlijn 645 Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting. Deze richtlijn is in 2011 herzien. Woningstichting Samenwerking Vlaardingen past deze herziene Richtlijn vanaf het huidige verslagjaar toe. Voor de algemene grondslagen voor de opstelling van de jaarrekening, de grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat, alsmede voor de toelichting op de onderscheiden activa en passiva en de resultaten wordt verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde jaarrekening, voor zover hierna niet anders wordt vermeld. Financiële vaste activa Deelnemingen in groepsmaatschappijen waarin invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid wordt uitgeoefend, worden gewaardeerd op de nettovermogenswaarde, doch niet lager dan nihil. Deze nettovermogenswaarde wordt berekend op basis van de grondslagen van Woningstichting Samenwerking Vlaardingen. Deelnemingen met een negatieve nettovermogenswaarde worden op nihil gewaardeerd. Wanneer de vennootschap geheel of ten dele instaat voor schulden van de desbetreffende deelneming, respectievelijk de feitelijke verplichting heeft de deelneming (voor haar aandeel) tot betaling van haar schulden in staat te stellen, wordt een voorziening gevormd. Bij het bepalen van de omvang van deze voorziening wordt rekening gehouden met reeds op vorderingen op de deelneming in mindering gebrachte voorzieningen voor oninbaarheid. Verwerking juridische fusie Op 21 januari 2015 heeft er een juridische fusie plaatsgevonden tussen Woningstichting Samenwerking Vlaardingen (verkrijgende partij) en Stichting Beheer Kantoorpand Samenwerking Vlaardingen (verdwijnende stichting). Deze fusie is in de administratie van Woningstichting Samenwerking Vlaardigen geëffectueerd met terugwerkende kracht tot 1 januari 2013. In de administratie zijn de balansposten van Stichting Beheer Kantoorpand Samenwerking Vlaardingen per ultimo 2013 gevoegd met de beginbalans 1 januari 2013 van Woningstichting Samenwerking Vlaardingen. De wijzigingen in de balansposten per 1 januari 2013 zijn in onderstaand overzicht weergegeven:
Deel nemi ngen Vorderi ngen op overi ge verbonden ma a ts cha ppi jen Te vorderen op groeps maa ts chappi jen
31-12-2012 x € 1.000
Mutaties juridische fusie x € 1.000
01-01-2013 x € 1.000
168 1.762 118
-168 -1.438 -118
0 324 0
In de toelichting worden alleen de jaarrekeningposten die afwijken van de geconsolideerde jaarrekening weergegeven. 30/31. Materiële vaste activa / Vastgoedbeleggingen
Vastgoedbeleggingen in exploitatie Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Onroerende en roerende zaken t.d.v. exploitatie
- 69 -
31-12-2014 x € 1.000
31-12-2013 x € 1.000
358.377
351.903
702
637
1.860
1.852
360.939
354.392
Verschillen in materiële vaste activa tussen enkelvoudige en geconsolideerde jaarrekening 31-12-2014 x € 1.000
31-12-2013 x € 1.000
Geconsolideerde onroerende en roerende zaken t.d.v. exploitatie
1.860
1.852
Enkelvoudige onroerende en roerende zaken t.d.v. exploitatie
1.860
1.852
Geconsolideerde vastgoedbeleggingen in exploitatie
358.514
352.037
Enkelvoudige vastgoedbeleggingen in exploitatie
358.377
351.903
Geconsolideerd Sociaal Vastgoed in exploitatie
273.718
272.921
Enkelvoudig Sociaal Vastgoed in exploitatie
273.718
272.921
84.796
79.115
Onroerende en roerende zaken t.d.v. exploitatie
Vastgoedbeleggingen in exploitatie
Onderverdeling:
Geconsolideerd Commercieel Vastgoed in exploitatie Af: Commercieel Vastgoed in exploitatie deelneming Comact Enkelvoudig Commercieel Vastgoed in exploitatie
137
134
84.658
78.981
32. Financiële vaste activa Deelnemingen 2014 x € 1.000
2013 x € 1.000
Saldo begin boekjaar
0
123
mutaties i.v.m. juridische fusie
0
-168
Saldo begin boekjaar na juridische fusie
0
-45
Resultaat boekjaar
0
45
Saldo einde boekjaar
0
0
2014 x € 1.000
2013 x € 1.000
Vorderingen op overige verbonden maatschappijen
Saldo begin boekjaar mutatie i.v.m. juridische fusie Saldo begin boekjaar na juridische fusie mutaties Saldo einde boekjaar
- 70 -
324
1.805
0
-1.438
324
367
2
-43
326
324
34. Vorderingen Te vorderen op groepsmaatschappijen 2014 x € 1.000
2013 x € 1.000
Saldo begin boekjaar
0
122
mutaties i.v.m. juridische fusie
0
-118
Saldo begin boekjaar na juridische fusie
0
4
mutaties in dit boekjaar
0
4
0
0
31-12-2014 x € 1.000
31-12-2013 x € 1.000
195.164
201.332
36. Eigen vermogen Overige reserve
Overige reserve Resultaat boekjaar
4.191
-6.168
199.356
195.164
Voor ongerealiseerde herwaarderingen in de enkelvoudige balans ad € 219.339.000 (2013 € 207.131.000) is conform de verslagleggingseisen geen herwaarderingsreserve gevormd, maar verantwoording heeft plaatsgevonden onder de overige reserves. Bij de herwaardering is geen rekening gehouden met de invloed van belastingen op vermogen en resultaat. 37. Voorzieningen Voorzieningen deelnemingen
Saldo begin boekjaar Resultaat boekjaar Saldo einde boekjaar
- 71 -
31-12-2014 x € 1.000
31-12-2013 x € 1.000
142
151
11
9
131
142
NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE VERPLICHTINGEN Leaseverplichtingen Woningstichting Samenwerking Vlaardingen heeft voor 30 woningen een sale-leaseback overeenkomst afgesloten. De overeenkomst heeft het kenmerk van triple-net. De looptijd van de overeenkomst bedraagt 20 jaar. De totale leaseverplichting bedraagt netto € 5,7 miljoen, waarvan € 6,7 miljoen als huurverplichting en € 1 miljoen als vergoeding voor exploitatielasten. Het restant van de leasverplichting kan als volgt worden gespecificeerd (bedragen x € 1.000): niet langer dan 1 jaar € 285; langer dan 1 jaar en niet langer dan 5 jaar € 1.425; langer dan 5 jaar € 3.705. Erfpachtverplichtingen Ten aanzien van de onroerende zaken zijn er erfpachtverplichtingen aangegaan voor een bedrag van € 106.000 tot einde exploitatie. Obligo WSW Waarborgfonds Sociale Woningbouw deelnemers hebben naar het Waarborgfonds Sociale Woningbouw een zogeheten obligo verplichting. Deze verplichting is voorwaardelijk. Zolang het risicovermogen van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw voldoende is om eventuele betalingsverplichtingen van Waarborgfonds Sociale Woningbouw-deelnemers over te nemen, wordt geen beroep gedaan op deze obligoverplichting. Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw verwacht voor de komende 5 jaar conform de actuele meerjaren liquiditeits prognose geen beroep te doen op deze obligoverplichting. Door het WSW is de hoogte van het obligotarief vastgesteld op 3,85%. De grondslag waarover WSW het obligotarief berekent is het schuldrestant van de geborgde lening met uitzondering van de leningtypen variabele hoofdsom en voor collegiale financiering. Bij het type lening met variabele hoofdsom geldt een obligoverplichting over 75% van de maximale hoofdsom. Bij collegiale financieringen is bepaald geldt een obligoverplichting over 1/3 van het schuldrestant. De hoogte van de verplichting bedraagt € 5.390.000. Woonnet Rijnmond en Urgentiestichting In samenwerking met 19 woningcorporaties in het Rijnmond gebied draagt de Stichting Woonnet Rijnmond een bijdrage aan een rechtvaardige woonruimteverdeling. Voor geleverde prestaties wordt een bedrag per verhuureenheid in rekening gebracht. In 2014 was dat € 12,-. Indien de Stichting Woonnet Rijnmond, of de Urgentiestichting niet aan haar financiële verplichtingen kan voldoen, draagt Samenwerking Vlaardingen een exploitatierisico dat in verhouding staat tot de participatiegraad. Wet Keten Aansprakelijkheid Als gevolg van de Wet Keten Aansprakelijkheid is Samenwerking hoofdelijk aansprakelijk voor loonheffing en premieheffing sociale verzekeringen bij uitbesteding van werk aan (onder)aannemers. Het risico van deze aansprakelijkheid wordt grotendeels beperkt door een percentage van de opdracht voor loon- en premieheffing direct af te dragen aan de belastingdienst. Voorzieningen voor pensioenen Het bedrijfstakpensioenfonds is niet in staat die gegevens aan te leveren die zouden leiden tot een juiste weergave van de kosten, alsmede de rechten en verplichtingen zoals die voor een toegezegd pensioenrecht dienen te worden opgenomen. Daarom worden de aan het fonds betaalde premies als toegezegde bijdragen in de resultatenrekening verwerkt en is geen voorziening in de jaarrekening 2014 verwerkt. Een overschot of tekort in het bedrijfstakpensioenfonds SPW kan invloed hebben op te betalen premies. De voorlopige dekkingsgraad op 31 december 2014 is vastgesteld op 114%. Als gevolg van de kredietcrisis is in april 2009 een herstelplan gemaakt. Conform de wettelijke bepalingen moet een fonds binnen drie jaar weer ten minste op een dekkingsgraad van 105% komen. Vervolgens moet het fonds weer op het vereiste niveau komen (bij SPW is dat 116%) om weer nieuwe tegenvallers op de financiële markten op te vangen. Op grond van de dekkingsgraad worden de komende jaren, naast de reguliere premies, geen additionele premies verwacht. Een dekkingsgraad per werkgever is niet aan te geven. Het fonds is een collectief instituut waarin alle pensioenaanspraken van alle deelnemers, gewezen deelnemers en gepensioneerden zijn ondergebracht. Dit kan niet worden uitgesplitst naar werkgever. Saneringsheffing Op basis van gegevens van het Centraal Fonds Volkshuisvesting houdt Samenwerking rekening in haar meerjarenprognose met een heffing, in de komende 5 jaren, tot een totaalbedrag van € 915.000. Vennootschapsbelasting Het compensabel verlies bedraagt € 3,3 miljoen tot en met het boekjaar 2014. Projecten Op 23 mei 2014 is de ontwikkel- en de aannemingsovereenkomst met Boele & van Eesteren (B&E) ondertekend voor de bouw van 2 appartementsgebouwen met elk 40 appartementen. Samen met de zorgtoren en een zorgplint, welke gebouwd wordt voor ZonnehuisGroep Vlaardingen (ZGV), is dit fase één van Parc Drieen-Huysen. De aanneemsom van fase 1 bedraagt € 12.054.450,- inclusief BTW voor de overige fases is geen verplichting aangegaan. De restant - 72 -
verplichting per 31 december 2014 is € 10.741.328. De ontwikkelovereenkomst tussen WSV en B&E kan ontbonden worden indien: De ontwikkelovereenkomst tussen B&E en ZGV wordt ontbonden; De omgevingsvergunning niet uiterlijk 1 december 2015 is afgegeven; Indien ZGV niet voor uiterlijk 31 december 2014 de noodzakelijke goedkeuring van College Sanering Zorginstellingen. Onderhoudsverplichtingen Voor 2014 zijn er aangegane verplichtingen van een bedrag van € 237.548.
- 73 -
BEZOLDIGING RAAD VAN BESTUUR EN RAAD VAN COMMISSARISSEN Voor de bezoldiging van bestuurder van de woningcorporatie kwam in 2014 een bedrag van € 153.483 (2013: € 161.800) ten laste van de woningcorporatie en haar dochter- of groepsmaatschappijen. Lasten als gevolg van de crisisheffing zijn op basis van het loon van de bestuurder niet van toepassing. Voor de bezoldiging van commissarissen van de woningcorporatie kwam in 2014 een bedrag van € 35.658 (2013: € 35.017) ten laste van de woningcorporatie en haar dochter- of groepsmaatschappijen. De bezoldiging van bestuurder omvat: - periodiek betaalde beloningen (zoals salarissen, doorbetaling bij vakantie en ziekte, sociale lasten, vakantiegeld, terbeschikkingstelling van auto en presentiegelden); - beloningen betaalbaar op termijn (zoals pensioenlasten, langdurig verlof/sabbaticals, jubileumuitkeringen, arbeidsongeschiktheidsverzekeringen en beloning in verband met een regeling voor vervroegde uittreding, zoals VUT en prepensioen);
- 74 -
ONDERTEKENING JAARREKENING DOOR BESTUUR EN RVC Verklaring van de directeur-bestuurderbesteding gelden Hierbij verklaar ik als directeur-bestuurder van Samenwerking dat alle middelen uitsluitend zijn aangewend in het belang van de volkshuisvesting.
Vlaardingen, 5 mei 2015
Mr. T.W. van der Steen, Directeur-bestuurder
- 75 -
VERKLARING VAN DE RAAD VAN COMMISSARISSEN Hierbij verklaren wij goedkeuring te verlenen conform het bepaalde in artikel 23 lid 4 van de statuten aan de volgende, door de directeur-bestuurder van Woningstichting Samenwerking Vlaardingen, vastgestelde documenten: • Een jaarrekening • Een jaarverslag • Een volkshuisvestingsverslag • Een overzicht met cijfermatige kerngegevens en prognoses Wij hebben de goedkeuring verleend, nadat wij kennis hebben genomen van de bevindingen van de externe accountant. De Raad van Commissarissen heeft aan de directeur-bestuurder decharge verleend voor het in de verslagperiode gevoerde beleid.
Vlaardingen, 5 mei 2015
De Raad van Commissarissen
De heer mr. ing. J. Brinkman Voorzitter Raad van Commissarissen
De heer ir. M.E. Verbokkem Lid van de Raad van Commissarissen
De heer mr. D.J. van de Weerdt Lid van de Raad van Commissarissen
Mevrouw drs. M. Boeren Snel RA Lid van de Raad van Commissarissen
De heer N. Smiet Lid van de Raad van Commissarissen
- 76 -
OVERIGE GEGEVENS STATUTAIRE REGELING BETREFFENDE DE BESTEMMING VAN HET RESULTAAT In de statuten staat vermeld dat de Raad van Commissarissen de bestemming van het resultaat bepaalt. In overeenstemming met de statutaire bepalingen en met goedkeuring van de Raad van Commissarissen is het bedrijfsresultaat over 2014 ad € 4.192.231 toegevoegd de reserve.
- 77 -
GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM Jurdische fusie Op 21 januari 2015 heeft er een juridische fusie plaatsgevonden tussen Woningstichting Samenwerking Vlaardingen (verkrijgende partij) en Stichting Beheer Kantoorpand Samenwerking Vlaardingen (verdwijnende partij). Deze fusie is in de jaarcijfers 2014 verwerkt. Verkoop complex Heren van Ambacht Op 13 januari 2015 heeft verkoop plaatsgevonden van het Niet-DAEB complex Heren van Ambacht bestaande uit 66 woningen en 70 parkeerplaatsen. Het transport heeft plaatsgevonden op 6 maart 2015. Voor de verkoop is goedkeuring verleend door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. De verkoopprijs bedroeg € 12,175 miljoen. Het complex is per 31 december 2014 gewaardeerd voor een bedrag van € 10,843 miljoen.
- 81 -
- 82 -
BIJLAGE 2 VERLOOP BEDRIJFSWAARDE 2014 x € 1.000 209.917 220.607 10.690-
Bedri jfs waa rde 2014 Bedri jfs waa rde 2013 Muta ti e Autonome ontwi kkel i ng Vri jval kas s tromen Effect een jaa r ops chui ven Subtotaa l autonome ontwi kkel i ng
6.481 2.4973.985
Voorra a dmuta ti es Verkopen Ni euwbouw Overi ge voorra a dmuta ti es Subtotaa l voorra a dmuta ti es
-
Pa ra meterwi jzi gi ngen Huurbel ei d Verkoopbel ei d Bel ei d res twa arde Onderhouds bel ei d Bel ei d bedri jfs l a s ten Verbeteri ngen bes ta and bezi t Sl oop Overi ge para meterwi jzi gi ngen Subtotaa l pa ra meterwi jzi gi ngen
778 79 3143.7743.6733.88942668611.905-
Wi jzi gi ngen expl oi ta ti ebel ei d Huurbel ei d Verkoopbel ei d Bel ei d res twa arde Onderhouds bel ei d Bel ei d bedri jfs l a s ten Sectors peci fi eke heffi ngen Subtotaa l pa ra meterwi jzi gi ngen
43.09011.717 416 7.985 11.727 85 11.160-
Wi jzi gi ngen (des )i nves teri ngs bel ei d Verkoop Sl oop Woonverbeteri ng Levens duurverl engi ng Subtotaa l wi jzi gi ngen (des )i nves teri ngs bel ei d
40411.722 2.9298.390
Bedrijfswaarde 2014 (kasstromen)
10.690x € 1.000 149.775 60.142 209.917
Bedrijfswaarde 2014 (per categorie) Bedri jfs waa rde Soci aa l va s tgoed Bedri jfs waa rde Commerci eel va s tgoed
De uitgangspunten voor de bedrijfswaarde berekening van het sociaal vastgoed in exploitatie zijn: De kasstroomprognoses zijn gebaseerd op redelijke en onderbouwde veronderstellingen die de beste schatting van de directie weergeven van de economische omstandigheden die van toepassing zullen zijn gedurende de resterende levensduur van het actief. De kasstromen zijn gebaseerd op de eind 2014 intern geformaliseerde meerjarenbegroting en bestrijken een periode van vijf jaar behoudens de verwachte kosten van groot onderhoud, erfpacht en overige contracten met een werkingsduur van meer dan vijf jaar. De kosten van planmatig onderhoud worden gebaseerd op - 83 -
de in de meerjaren onderhoudsbegroting onderkende cycli per component. Voor latere jaren wordt uitgegaan van de verwachte gemiddelde groeivoeten voor inflatie, huurstijging en rente evenals genormeerde lastenniveaus. Clustering van kasstroomgenererende eenheden sluit aan bij het interne beleid en bedrijfsvoering. Bij de bepaling van de minimumwaarde is voor dit verslagjaar conform voorgaand jaar gekozen voor een clustering op regio. Periode
Huurstijging
Prijsinflatie
Stijging loon-
Stijging kosten
Stijging overige
in %
in %
kosten in %
onderhoud in%
var. lasten in %
Disconto %
2015
0,90
1,50
4,25
1,75
1,75
5.25
2016
1,50
2,00
2,13
2,13
2,13
5,25
2017
2,00
2,00
2,39
2,39
2,39
5,25
2018
2,00
2,00
2,57
2,57
2,57
5,25
2019
2,00
2,00
3,00
3,00
3,00
5,25
>2020
2,00
2,00
3,00
3,00
3,00
5,25
• • • • • •
• • • • •
De levensduur is gebaseerd op de restant levensduur, echter wel rekening houdend met een minimale levensduur van 15 jaar; De periode waarover contant gemaakt wordt loopt parallel met de geschatte resterende levensduur van de complexen/investeringen; Investeringen nieuwbouw en investeringen betreffende herstructurering worden ingerekend op basis van feitelijke verplichtingen, in casu voorgenomen en goedgekeurde en extern gecommuniceerd beleid; Een restwaarde is ingerekend op basis van de geschatte grondwaarde aan het einde van de exploitatieperiode of verwachte opbrengstwaarde bij verkoop; De restwaarde aan het einde van de ingerekende theoretische exploitatieperiode is gebaseerd op een exitprijs van € 5.000 voor woningen, gebaseerd op een grondwaarde van € 20.000 minus € 15.000 bijkomende kosten; De verhuurderheffing is ingerekend conform het beleid dat op moment van samenstellen van de jaarrekening bekend is. Bij het bepalen van de bedrijfswaarde wordt derhalve een totale heffing ingerekend zolas gepubliceerd door het Ministerie. Vanaf 2019 wordt met een vast bedrag rekening gehouden van € 2.110.449; Bij de toerekening van de indirecte exploitatielasten wordt een verdeelsleutel gehanteerd, op basis van het aantal verhuureenheden; De heffingsbijdrage van het Centraal Fonds Volkshuisvesting en de te betalen vennootschapbelasting worden niet ingerekend in de bedrijfswaarde; Er wordt, conform RJ 645 (2011), geen rekening gehouden met de rentabiliteitswaarde correctie van de bestaande leningportefeuille en beleggingen; De kasstromen worden medio-numerando contant gemaakt; Er is rekening gehouden met huurharmonisatie voor 5 jaren.
De in de bedrijfswaarde opgenomen verwachte opbrengstwaarde van woningen geoormerkt voor verkoop wordt gedefinieerd als de contante waarde van het bedrag dat kan worden verkregen bij vrijwillige verkoop binnen een verwachte termijn, onder aftrek van verkoopkosten die niet door de koper worden gedragen. Ter bepaling van dit bedrag worden taxaties uitgevoerd door onafhankelijke externe deskundigen of worden vergelijkbare onroerende zaken als referentie gehanteerd.
De verkopen worden voor een periode van vijf jaar in de waardering betrokken.
Jaar
2015
2016
2017
2018
2019
2
2
2
2
2
Opbrengs twa arde (x € 1.000)
278
277
279
304
289
Boekwa arde (x € 1.000)
165
165
165
165
165
Aanta l verkopen
- 84 -
BIJLAGE 3 TOELICHTING ONDERHOUD EN NIEUWBOUW Werkzaamheden planmatig onderhoud In 2014 is vergaande afstemming bereikt tussen de afdelingen die dagelijks onderhoud, planmatig onderhoud, renovaties en facilitaire diensten leveren en of organiseren. Dit heeft geresulteerd in een gemeenschappelijke vastgoedbegroting. De werkzaamheden op het gebied van planmatig onderhoud zijn grotendeels uitgevoerd in overeenstemming met de vastgoedbegroting 2014.
Begroot (x € 1.000) 2011 2012 2013 2014
€ 8.056 € 8.991 € 4.694 € 4.250
Realisatie (x € 1.000) € 5.466 € 5.835 € 2.818 € 3.557
Resultaat (x € 1.000) € 2.590 € 3.156 € 1.876 € 693
Gemiddeld € 1.411 € 1.472 € 711 € 898
Renovaties In 2014 is gewerkt aan de gevelrenovatie van complex Zuid 166 aan de Abel Tasmanlaan, bestaande uit vervanging van de balkonhekken en gevelbeplating. In dit project is de oorspronkelijke aannemer failliet gegaan en in 2014 is een andere leverancier aangetrokken om het project alsnog te voltooien. Verder is in 2014 gewerkt aan de voorbereiding van de renovatie van de complexen Holy Zuid 139 en Holy Zuid 84, de renovatie van een drietal appartementenblokken en een woontoren. Dit project zal begin 2015 worden aanbesteed. Nieuwbouw In 2014 is gewerkt aan nieuwbouwproject Parc Drieën Huysen waarbij de vergunningsaanvraag is ingediend en het ontwerp is uitgewerkt. Daarnaast is gewerkt aan de initiatief fase van project Mariskwartier, waarvan begin 2015 de uitvraag zal worden uitgezet. Duurzaamheid Zoals bekend wordt de mate van duurzaamheid van een gebouw geduid in het zogenaamde Energie Prestatie Advies, ofwel EPA-label. Label A betekent energiezuinige woning, Label G betekent zeer energie-onzuinige woning. In het Convenant Energiebesparing Corporatiesector (Aedes 2008 en 2012) is afgesproken dat landelijk gemiddeld energielabel B wordt gehaald in 2021. Met gemeente Vlaardingen is in de prestatieafspraken afgesproken dat in 2018 alle woningen minimaal label D hebben, of twee labelsprongen maken wanneer label D financieel onrendabel zijn. Samenwerking gebruikt als ijkpunt het jaar 2009. In de volgende twee taartdiagrammen staat de stand van de energielabels in 2009 en in 2013 weergegeven. In 2009 had de vastgoedportefeuille van Samenwerking gemiddeld label D en dat is in 2013 nog steeds het geval. Belangrijkste reden is dat de rekensystematiek is verscherpt, waardoor minder snel labelsprongen worden behaald. Desondanks wordt in 2017 verwacht gemiddeld een label C te halen, mits de meerjarenonderhoudsbegroting, het nieuwbouwprogramma en het verkoopprogramma wordt verwezenlijkt.
2014
- 85 -
Dagelijks onderhoud De budgetten Klachtenonderhoud en Mutatieonderhoud zijn samengevoegd tot één budget genaamd Dagelijks onderhoud. In overeenstemming met de richtlijnen zijn in de uitgaven geen salariskosten van het technische personeel verantwoord. Afhankelijk van de uitwerking van het Strategisch Voorraadbeleid wordt de standaardkwaliteit bepaald. In hoeverre dit van invloed zal zijn op de kosten voor mutatieonderhoud is nu niet bekend.
Totaal bedrag (x € 1.000) 2011 2012 2013 2014
€ 1.169 € 1.192 € 1.149 € 1.266
Aantal verzoeken 5.105 5.509 4.310 5.746
Gem. bedrag € 229 € 216 € 267 € 220
- 86 -
BIJLAGE 4
1 pers oons hui s houdens , ouder da n 65 jaa r
onder huurtoes l aggrens
12
boven huurtoes l a ggrens 2 pers oons hui s houdens , jonger da n 65 ja a r
2 pers oons hui s houdens , ouder da n 65 jaa r
3 pers oons hui s houdens , jonger da n 65 ja a r
onder huurtoes l aggrens
15
Totaal
boven huurtoes l a ggrens
grens
45
28
1
103
1
9
10
4
3
34
2
3
1 16
28
1
47
boven huurtoes l a ggrens
3
11
13
27
onder huurtoes l aggrens
3
11
1
15
boven huurtoes l a ggrens
1
6
7
14
21
16
2
41
33
33
onder huurtoes l aggrens
2
2
boven huurtoes l a ggrens 3 pers oons hui s houdens , ouder da n 65 jaa r
huurtoeslag-
29
Duur vanaf
onder huurtoes l aggrens
grens
Betaalbaar
1 pers oons hui s houdens , jonger da n 65 ja a r
huurtoeslag-
Inkomen
Duur tot
Huishoudentype
Goedkoop
KENGETALLEN WOONRUIMTEVERDELING
onder huurtoes l aggrens
-
boven huurtoes l a ggrens Totaal
45
Meer pers oonhui s houdens
105
72
01-01-2014 31-12-2014
Inkomensgrenzen 1 pers oonhui s houdens
105
< 65 ja ar
€ 21.600
> 65 ja ar
€ 21.600
< 65 ja ar
€ 29.325
> 65 ja ar
€ 29.400
Huurprijsgrenzen Goedkoop
€ 389,05
Beta a l baa r
€ 596,75
- 87 -
327
BIJLAGE 5 KENGETALLEN 2014 Gegevens bezit Aanta l verhuureenheden i n expl oi tati e 1. Woni ngen - s oci a l e verhuur 2. Woni ngen - commerci el e verhuur 3. Woni ngen i n beheer derden 4. Ga rages en pa rkeerpl a a ts en 5. Pa rkeerpl a ats en gehuurd va n derden 5. Overi ge verhuureenheden Tota a l
3.342 618 30 720 78 29 4.817
Mutaties in het woningbezit 1. Aanta l opgel everd 2. Aanta l aa ngekocht 3. Aanta l verkocht 4. Aanta l ges l oopt 5. Sa menvoegen objecten 6. Ni euwe verhuurobjecten
1
Mutaties in het overig bezit 1. Aanta l opgel everd 2. Aanta l aa ngekocht 3. Aanta l verkocht 4. Aanta l ges l oopt 5. Sa menvoegen objecten 6. Ni euwe verhuurobjecten
2013
3.414 547 30 720 78 29 4.818
2012
3.496 468 30 712 78 28 4.812
2011
3.432 442 586 48 28 4.536
120
38
3
30
2
1
156
37
30
8
Aantal woningen naar huurprijsklasse 1. Goedkoop 2. Beta a l baa r 3. Duur tot HTG 3. Duur boven HTG
573 2.082 687 618
Kwaliteit 1. Aanta l repa ra ti everzoeken per woni ng 1,45 2. Percenta ge woni ngen groot-onderhoud en woonverbeteri ng 10% 3. Kos ten ni et-pl a nma ti g onderhoud per woni ng 317 4. Kos ten pl anmati g onderhoud per woni ng 891 5. Woonverbeteri ng per woni ng 5.919
- 88 -
2
581 2.171 662 547
627 2.305 564 468
610 2.264 558 442
1,08 11% 288 705 17.221
1,39 8% 273 1.459 8.517
1,31 12% 295 1.411 3.018
2014
2013
2012
2011
Het verhuren van woningen 1. Muta ti egra a d 2. Acceptati egraa d 3. Huura chters ta nd i n % jaa rhuur 4. Huurdervi ng i n % ja a rhuur
8,4% 17% 1,5% 3,2%
9,7% 16% 1,5% 3,6%
7,7% 16% 1,6% 1,5%
7,5% 13% 1,5% 1,9%
Prijs-kwaliteitverhouding 1. Gemi ddel d a anta l punten WWS 2. Gemi ddel de nettohuurpri js
129 551
129 528
129 502
126 487
Financiële continuïteit 1. Sol va bi l i tei t 2. Current ra ti o
54,8 0,19
54,5 0,12
55,1 0,33
58,3 0,31
3. Di rect rendement verhuur 4. Indi rect rendement verhuur Tota a l rendement
3,1% * 1,9% 5,0%
5,4% -0,7% 4,7%
4,9% -1,0% 3,9%
4,6% 0,6% 5,2%
5. Rentedekki ngs ra ti on (ICR) 6. Inves teri ngs - en fi na nci eri ngs rati o 7. Loa n to Va l ue (LTV)
1,60 -0,47 0,43
1,31 0,32 0,44
1,39 0,68 0,40
1,33 0,43 0,62
48.901 50.816 6.592 6.380 1.637 1.777 831.163 842 1.064 567
56.353 6.229 1.864 110 904 581
Balans en Winst- en Verliesrekening 1. Ei gen vermogen per woni ng 2. Tota al opbrengs ten per woni ng 3. Ka pi taa l s l as ten per woni ng 4. Dota ti e voorzi eni ngen onrenda bel ni euwbouw per woni ng 5. Overi ge bedri jfs l a s ten per woni ng 6. Jaa rres ul ta a t per woni ng
49.952 6.836 1.611 489 1.540 1.051
Personeelsbezetting 1. Di recti e & Secreta ri aa t 2. Woondi ens ten 3. Mi ddel en 4. Va s tgoed 5. Sta fafdel i ng Formatie Intern per 1.000 woningen 6. Fl a tbeheers ters Totaal formatieplaatsen per 1.000 woningen
0,48 3,21 2,28 1,48 0,50 7,94 2,13 10,07
0,48 3,31 2,15 1,48 0,71 8,13 2,15 10,28
0,48 3,43 2,03 1,60 0,83 8,36 2,23 10,59
0,49 3,54 2,08 1,78 0,98 8,87 2,38 11,25
7. Werkel i jk a a ntal pers oneel s l eden per 1.000 woni ngen
12,03
12,28
12,27
13,42
* IPD
- 89 -