Inhoud INHOUD ................................................................ 1 VAN DE VOORZITTER – GIS’SERS EN SICILIE ................................................................ 2 AGGN GEBRUIKERSMIDDAG BIJ NIEUWLAND ..................................................... 2 LOCATIESCOUT WINT WEBMAPAPP-‐ WEDSTRIJD OP GISTECH .............................. 6
AGGN Nieuwsbrief
SAMENWERKEN EN DELEN ......................... 7 10 VRAGEN AAN … EDWARD VERBREE. .. 8
DE ARCGIS GEBRUIKERSGROEP NIEUWSBRIEF IS EEN INITIATIEF VAN DE ARCGIS GEBRUIKERSGROEP NEDERLAND (AGGN). HET BESTUUR VAN DE ARCGIS GEBRUIKERSGROEP NEDERLAND BESTAAT UIT: Victor van Katwijk (voorzitter) Pieter Bresters (penningmeester) Marcel Broekhaar (secretaris) Heidi van der Vloet (nieuwsbrief) Dirk Voesenek (webmaster) Kees Schotten
Nummer 2 E 24 JAARGANG JUNI 2012
HET LIDMAATSCHAP VAN DE ARCGIS GEBRUIKERSGROEP NEDERLAND BEDRAAGT €60,PER ORGANISATIE (-VESTIGING) OF €30,- PER PERSOON PER KALENDERJAAR. VOOR AANMELDINGEN EN OPZEGGINGEN KUNT U ZICH WENDEN TOT:
[email protected] KOPIJ VOOR DE NIEUWSBRIEF KUNT U STUREN NAAR: Redactie Nieuwsbrief e-mail:
[email protected] MEER INFORMATIE VINDT U OP: www.aggn.nl
Blad 1 van 10
Van de voorzitter – GIS’sers en Sicilië Victor van Katwijk, voorzitter.
Ik ben net terug van een vakantie op Sicilië. Het was een heerlijke vakantie met zon, lekker eten en mooie bezienswaardigheden. Ik houd erg van Italië en de losse stijl van praten, eten en autorijden. Met name dat laatste, autorijden, is in Palermo een apart avontuur. Na de nodige liters zweet en peentjes heb ik geleerd dat het eigenlijk best goed werkt, alleen wel anders. Je hebt in Palermo voorrang zodra de voorkant van jouw auto voor de voorkant van de anderen is. Je moet niet te veel achter je kijken, vooral goed kijken wat er voor je gebeurt. Deze manier van autorijden lijkt in eerste instantie zeer chaotisch (het is even wennen!) maar er zit wel degelijk systeem in. Toen ik dat een beetje begon te doorgronden dan blijkt dat Italianen zich eigenlijk heel ‘netjes’ gedragen. Ze stoppen
altijd voor voetgangers en als mensen voorrang ‘nemen’, gewoon omdat ze al wat langer staan te wachten en vooral ook ‘omdat het kan’, dan lijken de anderen dat te respecteren. Toeteren OK, maar boos worden dat doen ze nauwelijks. Een heel prettig en efficiënt systeem dus eigenlijk, dat was weer even wennen in het drukke Nederland waar iedereen erg op zijn rechten gebrand is. Wat heeft dat met AGGN te maken zal je je afvragen, nou niet zo gek veel eigenlijk behalve dat ik een zekere analogie zie met de mentaliteit van GIS’sers. Ook die treft over het algemeen een wat grotere mate van creativiteit en we nemen het soms minder nauw met regels, edoch, er is veel respect voor elkaar en het werkt wel efficiënt. We zijn meer gericht op vooruit kijken dan achterom kijken. Ik voel me wellicht niet voor niets goed thuis tussen de GIS’sers J. Dit betekent overigens niet dat we als GIS’sers niet mee gaan in de vaart der volkeren. Met het verschuiven van GIS naar de primaire processen worden zaken zeker beter gereguleerd, dat zie je ook in NoordItalië. Ook in Palermo is het gelukkig niet meer zoals in de jaren 80, toen het nog echt onveilig was. Voor al diegene die nog op vakantie mogen, ik wens je een hele goede vakantie en Sicilië kan ik zeker aanraden, Viva Italia.
AGGN Gebruikersmiddag bij Nieuwland ‘BGT op orde’ en ‘Mobiel Gis & Webservices’, en Nieuws van ESRI. Heidi v.d. Vloet. Op donderdagmiddag 6 juni zijn we met ongeveer 30 AGGN-leden te gast bij Nieuwland in Wageningen. Nieuwland is te vinden in het historische landmeetkundig laboratorium aan de Hesselink van Suchtelenweg. We beginnen de middag goed met een lekker broodje op een zonovergoten terras met uitzicht. Daarna laten we ons als makke studenten de klassieke jaren dertig-collegezaal in leiden voor een middag interessant en
leerzaam college door diverse sprekers van Nieuwland en een rondje ‘nieuws van Esri’ door Jeroen van Winden. BGT op orde De Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) is momenteel een ‘hot issue’, zeker onder gemeenten. Vanaf 1 januari 2016 beschikt heel Nederland over een vlakgevormde grootschalige topografie, die wordt samengesteld door de bronhouders: alle gemeenten, Blad 2 van 10
de waterschappen, IenM, ELenI, Prorail en Defensie. Het Samenwerkingsverband van Bronhouders BGT (SVB-BGT) is enkele weken geleden officieel opgericht en gaat voortvarend van start met het samenstellen van regionale Transitieteams. Deze teams brengen de bronhouders samen om afspraken te maken over grenzen van beheergebieden en uitvoering van de transitie. Meer info op www.svb-bgt.nl Peter Kaspers, opleidingscoördinator bij Nieuwland, laat ons aan den lijve ondervinden hoe het is om als ‘verse’ GIS’ser aan de gang te gaan met CADbestanden die uiteindelijk een BGT-conform vlakgevormd bestand moeten vormen. De studenten worden aan de gang gezet met een lijnen-dataset conform GBKN uit Hardenberg. Allereerst moeten ze alle plantopo en alle niet-relevante lijnen uitfilteren. Daarna gaan alle lijnen die in de BGT ook lijnvormig moeten blijven, er uit. Ook de lijnen die in de BGT terugkomen als symbolen (zoals GBKN-symbolen voor verharding) worden verwijderd. Hierna begint het echte GIS-werk: alle lijnstukken dienen netjes op elkaar aangesloten te worden en gesneden te worden. Overshoots en dangles worden verwijderd. “Planarize line” is daarvoor een onmisbare tool binnen ArcGIS. Het vormen van vlakken en het toekennen van waarden aan vlakken levert, als je de ‘feature to polygon’-tool kunt vinden in de toolbox van ArcGIS, een aardig beginnetje voor een BGT-achtige vlakkenkaart. Een hele nuttige analyse om de vlakvullendheid van je basisgegevens te controleren en lijnen en punten toe te kennen. Bert ten Brinke, businessmanager bij Nieuwland, geeft aan dat gemiddeld 5 tot 15 % van de lijnen niet goed op elkaar aansluiten. Er is dus nog heel wat ‘poetswerk’ nodig om van een GBKN tot een basis BGT te komen. De gemeenten staan momenteel in de startblokken om aan de slag te gaan, maar zullen eerst moeten weten van welk gebied ze precies bronhouder worden. Het is dus zaak om nu vast aan te dringen bij de overige bronhouders op de vastlegging van de beheergrenzen. Dit is ook de eerste stap
die in de regionale Transitieteams wordt gezet. Hierna lijkt het simpel: ga aan de slag met vlakvorming en vul de BGT. De werkelijkheid is dat veel gemeenten helemaal geen voordeel hebben bij de vorming van de BGT, en pas nut gaan zien wanneer ze de BGT opwaarderen naar het Informatie Model Geo (IMGeo2.0), wat bruikbaar is als ‘onderlegger’ voor eigen beheersystemen. Dit kost meer tijd en geld dan een simpele overzetting. Veel gemeenten die nu zelfregistrerend zijn voor de GBKN hebben verder al operationele beheerprocessen op hun eigen basistopografie, waardoor bevriezen van registratie en in een klap overzetten naar BGT geen optie is. Bovendien is de eigen basistopografie vaak al veel uitgebreider dan de GBKN. Andre van Tol neemt ons mee in de processtappen: 1. Voorbewerkingen GBKN (formaat, proefgebied, selecties) 2. Converteer de GBKN naar BGTIMGeo (naar vlak-, lijn-, en puntobjecten) à waar zitten de fouten? 3. Voer een verbeteringsslag uit (fouten opsporen in GBKN, verbeteren, nieuwe conversie) 4. Vul de IMGeo-gegevens aan met BAG en eigen beheergegevens 5. Pas alles aan, aan het BGTdatamodel (geometrie, attributen). Er zijn verschillende bedrijven, waaronder Nieuwland, die een quick scan aanbieden voor de eerste 3 stappen. Nieuwland heeft in ArcGIS een model gebouwd waarmee bekeken kan worden in hoeverre de GBKNgegevens van de bronhouder al klaar zijn om BGT te vormen. Een prachtig Modelbuilder-model ter grootte van een deurposter leidt de geometrieën door controles op overlap, niet-vlakvormende lijnen en tegenstrijdige classificatie (meerdere waarden aan een vlak). Het eindresultaat van het model is een duidelijk beeld van de mogelijkheden tot BGTvorming. De ultieme raad die Nieuwland mee wil geven aan alle BGT-bronhouders is: Pak het gefaseerd aan! Blad 3 van 10
De GBKN: punten, lijnen, vlakken en symbolen. Zie daar maar eens een vlakvullend objectgeorienteerd bestand van te maken!
GIS, Internet en Mobiel •
•
• • Sjaak Dieleman, account/businessmanager bij Nieuwland, heeft tijdens zijn omzwervingen over de planeet geleerd dat het mogelijk is om met heel weinig middelen, toch ‘Geo te bedrijven’. Wat hem betreft heeft een verhaal over services niets te maken met software, maar alles met goede ideeën voor toepassingen. Trends op het gebied van services: • De snelheid van de ontwikkelingen: enorm hoog • De Webrichtlijnen van organisaties: vertragend, want ons ‘interactieve kaartje’ mag niet in het CMS.
• •
De beveiligingseisen: vaak niet doorzichtig. Weten de beveiligers wel waar Geo mee bezig is? Software As A Service: extern hosten van data is heel handig om van die organisatorische rompslomp af te komen! De opkomst van de portalen, haal je standaard services van PDOK. De positionering van het Nationaal Geo Register: vinden van online geo-informatie (middels metadata) Keuze om wel of niet met open source te werken Keuze voor publicatietools: met ArcGIS Online? Met eigen tooling?
Veel organisaties zijn op zoek naar mogelijkheden om geo-informatie te publiceren op internet. Er komen steeds meer mogelijkheden, zoals ArcGIS online, de GeoCat Bridge voor ArcMap, publicatietools van softwareleveranciers die aansluit op de eigen software, Google Maps en open source omgevingen. Sjaak heeft een aantal mooie voorbeelden van toepassing van services zoals posities van brandweerwagens, afvalstromen in beeld, ter inzage legging van leggers, bestrijding van muskusratten, gebruik van Blad 4 van 10
fotos vanuit services binnen de desktopomgeving en brandkranen in Layar. De verbindende factor in al deze applicaties is het gebruik van Internet, maar de toepassingen waarvoor de services gemaakt zijn lopen sterk uiteen. Bij het maken van elke webapp komt een aantal functionaliteitsvragen vaak voor: Offline kunnen werken: • Lokale opslag van gegevens • Lokale opslag van kaartondergrond • Synchronisatie met back-office database (handmatig) Kaartondergronden: • Online: topo en luchtfoto’s • Offline: Top10
• Kaartlagen aan en uit zetten • Navigeren Toevoegen metingen: • Op huidige GPS-positie • Prik op de kaart • Redlining /schetsen, foto maken Eenvoudig te installeren en geen licentiekosten Device en OS-onafhankelijk. De tip van Sjaak luidt: U kunt blijven wachten, maar het houdt voorlopig niet op! Kortom, spring op de trein en rij mee… Wachten heeft weinig zin.
Onderstaand architectuurplaatje geldt voor de Meten-Melden app voor waterschap Aa en Maas.
Nieuws van ESRI Jeroen van Winden neemt ons in 15 minuten tijd mee in de wondere wereld van ArcGIS 10.1 •
Vanaf 7 juni 2012, is ArcGIS Online versie 2.0 online. Hierin zit ook ArcGIS Online for Organisations, waarmee het mogelijk wordt om
•
een organisatiespecifieke, afgeschermde ArcGIS Online omgeving in te richten. Vanaf dinsdag 12 juni komt ArcGIS 10.1 beschikbaar voor download. We stappen dan af van het oude ‘ArcView, ArcEdit, ArcInfo’ en gebruiken voortaan de termen ArcGIS for Desktop in de smaken Blad 5 van 10
•
•
•
Basic, Standard en Advanced. ArcGIS 10.1 biedt specifieke tools voor het publiceren van eigen data naar ArcGIS Online en het synchroniseren van gegevens ‘in de cloud’ met gegevens in de eigen databases. Basemaps voor Nederland en Europa zijn beschikbaar in ArcGIS online, zoek op RD om te zien wat er allemaal beschikbaar is. ArcGIS Runtime, ‘het nieuwe MapObjects’, is beschikbaar voor ontwikkelaars. De ontwikkeltools hoeven niet meer geïnstalleerd te worden maar draaien vanaf een USB-stick. In 2012 wordt voor het eerst een Developers Summit georganiseerd
•
•
in Nederland: de eerste dinsdag van september in Rotterdam. Maps for Office is een hele nieuwe tool waarmee gebruikers van ArcGIS Online for organisations hun kaarten rechtstreeks in Officepakketten kunnen gebruiken en verrijken met gegevens uit eigen spreadsheets. Er komen digitale roadshows voor ArcGIS 10.1 Houd je mailbox in de gaten om mee te doen en de nieuwe mogelijkheden te bekijken.
De gebruikersmiddag wordt afgesloten met een gezellige borrel met lekkere hapjes op het buitenterras. Nieuwland bedankt voor de gastvrijheid en de interessante middag!
Locatiescout wint WebMapApp-wedstrijd op GIStech Door: Bart Zwemmer. Tijdens de GISTech 2012 in Rotterdam op dinsdag 17 april was er de mogelijkheid om met ArcGIS online aan de slag te gaan. Met ArcGIS online kan je kaarten en webapplicaties maken die je online kunt delen. Hierbij kan je kiezen of je dat met iedereen doet, of alleen binnen je organisatie. Ik werk als GIS-technicus bij T&A Survey BV, een geofysisch ingenieursbureau. Voor dit adviesbureau in Amsterdam verzorg ik het GIS gedeelte van projecten. Om te kijken hoe ArcGIS online zou kunnen passen in de werkzaamheden van T&A Survey besloot ik mee te doen aan het AppLab. Het doel daarbij was om binnen een half uur een webmap te maken, met eigen data. Mijn idee daarbij kwam voort uit mijn andere werk, fotografie. Aangezien er veel fotografen zonder studio werken, is het nogal eens een zoektocht naar een mooie locatie voor een fotoshoot. Het doel van deze applicatie is om mooie locaties voor een fotoshoot met elkaar te kunnen delen.
contactpersonen en een weblink. Op die manier kan iemand (in dit geval dus een fotograaf) snel in de buurt zoeken naar een geschikt locatie. Met behulp van de extra informatie die aan de foto’s hangt, kan je makkelijk meer informatie vinden over de locatie, bijvoorbeeld om deze te boeken of om meer te weten over de toegankelijkheid. Op dit moment wordt er aan gewerkt om de kaart die tijdens de GIStech gemaakt is met behulp van Flex meer functionaliteit mee te geven. Daarna wordt hij misschien omgebouwd voor veldwerk van T&A Survey. Deze applicatie wordt echter gebouwd vanuit een eigen interesse in de verloren uurtjes. Ik ben geen expert in programmeren, maar het platform staat het wel toe om makkelijk dingen aan te passen. Het maken van toepassingen kan daarmee erg laagdrempelig zijn. Voor meer informatie zie: www.ta-survey.nl www.bzwemmer.com/locatiescout/ http://www.esri.com/software/ArcGIS/ArcGI Sonline/index.html
De applicatie zal bestaan uit een kaart, waar men foto’s met GPS-coördinaten aan toe kunnen voegen. Naast het weergeven van deze foto’s, zijn er extra velden beschikbaar over bijvoorbeeld Blad 6 van 10
Samenwerken en delen Column Jeroen van Winden
ArcGIS 10.1 is een feit. Met deze release nemen we afscheid van de voor ons ingesleten namen ArcView en ArcInfo. 12,5 jaar na de introductie van ArcGIS moeten we er echt aan geloven. Zo zie je maar, de keuze om toentertijd de ARC/INFO GebruikersGroep Nederland voortaan ArcGIS GebruikersGroep Nederland te noemen was een goede keuze. Vanaf nu spreken we over ArcGIS for Desktop Basic, Standard of Advanced. We zullen er nog wel even aan moeten wennen. Naast de naamgeving krijgen we natuurlijk veel nieuwe functionaliteit in bestaande en nieuwe oplossingen binnen de ArcGIS suite. Met ArcGIS Runtime kunnen ontwikkelaars nu veel compactere, makkelijker uit te rollen en op meerdere platformen draaiende GIS applicaties maken. De gebouwde applicaties hoeven zelfs niet meer geïnstalleerd te worden, ze kunnen zo vanuit een mail of vanaf een USB stick gestart worden. Het wordt zo makkelijker om dit soort applicaties met elkaar te delen. Delen is sowieso het uitgangspunt van de nieuwe ArcGIS release. ArcGIS Online biedt een plek in de “cloud” waar ArcGIS gebruikers geo-informatie simpelweg kunnen delen in een groep, binnen een organisatie of met het publiek. Door letterlijk in ArcMap te kiezen om te delen, “Share as”, wordt geo-informatie ineens voor een veel breder publiek beschikbaar. Met een paar keuzes wordt de kaart omgezet in mapservices die direct te gebruiken zijn. Om een breder publiek te bereiken heb je aan een mapservice niet genoeg. Daar is meer voor nodig. Om het bredere publiek aan te spreken heb je oplossingen nodig waarmee de niet-GIS’er direct aan de slag kan. Daarmee
maak je geo-informatie bruikbaar. ArcGIS Online helpt vooral in het aanspreken van het grote publiek binnen of buiten een organisatie. Iedere doelgroep binnen of buiten de organisatie krijgt zijn eigen ingang via eigen devices tot geo-informatie. Het begint allemaal met het opzetten van webmaps waarin de maker bepaald hoe de onderliggende mapservices er uitzien en hoe ze gebruikt gaan worden. Vervolgens kan die webmap in vele toepassingen gebruikt worden. De meest vanzelfsprekende toepassing is een groot aantal viewers die in ArcGIS Online eenvoudig gepubliceerd kunnen worden. Eigenlijk is viewer niet de juiste benaming omdat er veel meer mee kan dan alleen kijken. Middels zogenaamde app templates kunnen allerlei soorten apps op maat geconfigureerd worden. Het publiceren van de viewer of app leidt tot een URL die vervolgens verspreid kan worden in groepen, organisaties of een nog breder publiek. Voor externe en interne communicatie is een eigen applicatie soms een veel te zwaar middel. Voor websites is het daarom ook mogelijk om een webmap direct te embedden in HTML. Hiermee krijgt de content-manager van een website de mogelijkheid om de kaart helemaal op maat in de eigen pagina’s op te nemen. De gebruiker krijgt nog steeds alle functionaliteit die de maker van de webmap bedacht heeft. Voor het merendeel van het bredere publiek is het werken met een kaart geen standaard bezigheid. Zo zal je in een organisatie veel meer gebruikers van spreadsheets hebben dan van kaarten. Het zou mooi zijn als deze grote groep mensen de kracht van de kaart gaat ontdekken. Het is belangrijk dat we van de Excel gebruiker geen GIS kennis verwachten. De Excel gebruiker moet op een Excel manier met kaarten kunnen werken, zoals hij ook met grafieken werkt. Met Esri Maps for Microsoft Office wordt dat deze zomer mogelijk. Esri Maps for Microsoft Office is een add-in voor Excel, Powerpoint en Word waarmee deze tools direct aansluiten op ArcGIS Online. Daarmee worden alle medewerkers binnen een organisatie potentieel ineens kaartenmakers. Alles wat wordt gedeeld binnen ArcGIS Online is ook beschikbaar op smartphones en tablets. De ArcGIS Apps voor iOS, Android en Windows Phone, die binnenkort een behoorlijke update krijgen, sluiten aan op ArcGIS Online. De gebruiker kan inloggen en
Blad 7 van 10
daarmee overal met hem gedeelde webmaps en mapservices werken. Met de release van ArcGIS 10.1 wordt het dus technisch mogelijk om alles met iedereen te delen. Maar let op, delen leidt niet direct tot gebruiken en dus samenwerken. Daarvoor zullen wij, ArcGIS gebruikers, een extra stap moeten zetten. Mensen gaan kaarten pas
gebruiken als ze de meerwaarde van de kaart zien en de kracht van de kaart begrijpen. Daarvoor hebben zij het verhaal achter de kaart nodig. Hiervoor is de expertise van de ArcGIS gebruiker hard nodig. ArcGIS Online is de oplossing om deze GIS-expertise en de waarde van kaarten beter zichtbaar te maken binnen en buiten onze organisaties.
10 vragen aan … Edward Verbree. Aan de hand van tien vaste vragen maken we in deze rubriek telkens kennis met een ander AGGN-lid. Dit keer stellen we de vragen aan Edward Verbree, universitair docent Geomatics aan de TU Delft. Hieronder is het woord aan Edward!
[1] Hoe ben je in de GIS wereld terecht
[2] Wat is je favoriete boek en waarom?
gekomen? Vanuit mijn studie Geodesie aan de TU Delft. Ik ben daar ooit afgestudeerd bij de toenmalige sectie Vastgoedinformatie en Kartografie op een fundamentele datastructuur (Delaunay triangulaties in 2D en 3D). Ik heb daarna een paar jaar gewerkt bij een paar leuke bedrijven en vrij veel 'echt' GIS werk gedaan met Arc/Info (vanaf versie 5) en ArcView (t/m versie 3.2). Ook al weer een flinke tijd geleden ben ik teruggekeerd naar de TU Delft om de andere kant van het onderwijs mee te maken als universitair docent bij de sectie GIStechnologie. In de loop van de tijd heb ik toch vrij veel studenten tijdens colleges, practica en afstudeerwerk de ins-and-outs van GIS laten zien. De grootste uitdaging was om meer dan 250 eerstejaars studenten Civiele techniek in 6 groepen van zo rond de 40 studenten binnen drie practica middagen een heuse GIS-analyse te laten uitvoeren. Nu mag ik mij wat meer bemoeien met de opleiding Geomatics; een complete MSc-opleiding waarin de gehele reikwijdte van GIS aan bod komt. En dat is weer een andere uitdaging.
Ik lees eigenlijk alles. Van tijdschriften, nieuwswebsites, tot aan de ingrediëntendecleratie op ontbijkkoek (daar zit dus meer glucosefructosestroop in dan roggebloem), maar vrij weinig literatuur en ook te weinig handleidingen. Maar als ik eens een echt boek lees – bijvoorbeeld Thirza van Arnon Grunberg – dan ben ik daar wel altijd van onder de indruk. Ik koop mij wel suf aan populair wetenschappelijke wiskunde en spelraadsel boeken als Professor Stewart’s Cabinet of Mathematical Curiosities en het boek van de Wiskunde meisjes: Ik was altijd heel slecht in wiskunde. Het leuke van dat boek is dat het ook weer leestips geeft voor soortgelijke of literatuur waarin dit een belangrijke rol speelt. Geniale boeken voor op het nachtkastje.
[3] Wat zijn je bezigheden buiten je werk? Op zich vrij weinig, of misschien ben ik wel te veel met mijn werk bezig. Maar twee kleine kinderen van twee (Tippi) en vijf (Ybe) jaar oud bieden gelukkig wel de noodzakelijke afleiding. En ik kan nog steeds genieten van goed gemaakte en komische televisie programma’s
Blad 8 van 10
(Dexter, The Big Bang Theory) en reclames. Ik heb een grote bewondering voor mensen die een bepaalde boodschap goed kunnen verpakken binnen een tijdsbestek van 20 seconden. Daarnaast moet ik van mijzelf minimaal twee keer per week hardlopen. Het terugkijken van de GPS-tracks op de kaart met een grafiekje met de pace-tijden (minuten/km) is achteraf ook een een zeer prettige bezigheid.
[4] Hoe leg je je werk uit (of hoe leg je uit wat GIS is) op een (familie)feestje? Op mijn linked-in profiel staat: de functie van universitair docent is mix van onderwijs MSc Geomatics (40%); onderzoek (30%); valorisatie (20%) en organisatie/leidinggeving (10%). Op zich een prima mix, maar momenteel is dat onderdeel ‘organisatie’ wel wat meer dan die 10%, en het onderdeel ‘onderzoek’ jammer genoeg wat minder. Zoals vrijwel iedereen in deze rubriek stelt is uitleggen van het begrip ‘GIS’ niet al te lastig meer sinds de overvloed van Google Maps / Earth / Street View op hun mobiel en misschien ook nog steeds een Tom Tom in de auto. Dát kennen ze allemaal. Dat ‘GIS’ meer is, is wel een tikje lastig uit te leggen. En dat ‘Geomatics’ dan weer meer is dan ‘GIS’, is dan wéér een stapje verder.
[5] Wat is het leukste GIS-gerelateerde project waaraan je hebt meegewerkt? Toch al weer lang geleden bij het projectbureau HSL-Zuid. Met een club landschapsarchitecten werd daar van alles bedacht om het HSL-tracé zo goed mogelijk in het landschap ‘in te passen’ of om het juist te benadrukken. Met de tunnel onder het groene hart als ultiem politiek compromis. Als je nu op de A4 rijdt van Schiphol naar Hoogmade, dan zie je het resultaat voor wat er nu nog boven de grond ligt. Op zich best indrukwekkend. Als vervent recreatief gebruiker van Midden Delfland ben ik trouwens ook benieuwd naar het resultaat van het wegwerken van de laatste 7 km van de A4 tussen Delft en Schiedam: een stukje weg waarvan is beloofd dat het: “niet is te horen, niet is te ruiken en niet is te zien”. Een mooi staaltje van voorlichting is te zien op: http://youtu.be/-F53x5Rfg-Q
[6] Waaraan herken jij een echte GISser? Moeilijke vraag. De echte GISer is steeds vaker een spatial database specialist of een handige app-bouwer die al heel tevreden is met een map-in-an-app. Deze Geo-ICT-ers zijn toch wat lastig te onderscheiden van meer generieke ICT-ers. De echte GISer is voor mij die ene procent van alle GISers die bijvoorbeeld bezig is om uit een verzameling losse, elkaar deels overlappende, BGT polygonen een planaire partitie op te bouwen (voor de ouderen onder ons: een coverage te maken). En ik kan heel erg genieten van de aanblik van vijf kartografen gebogen over een kaart met het resultaat van een vrijwel compleet geautomatiseerd gegeneraliseerde TOP50.
[7] Wat is je grootste verGISsing? Alweer voor de ouderen: ik heb ooit eens een rm –r gedaan van het bestandje arc.dir. Daarmee bleek de fysieke koppeling tussen de geometrie (Arc) en attributen (Info) voor alle coverages uit een compete Workspace in één keer verdwenen. Weer wat geleerd. Voor de jongeren onder ons: dat is dus zo ongeveer hetzelfde als alle *.shx bestanden binnen één map weg te gooien. Is ook niet handig als je nog steeds werkt met shapefiles. Maar goed: een echte GISer, zie vraag 6, maakt dat natuurlijk niet meer mee.
[8] Wat is je grootste GIS ergernis? Dat het Esri lukt om elke nieuwe release van ArcGIS een opstarttijd van minimaal 30 seconden te laten houden, en dat terwijl de PC’s aan de TU Delft toch vrij aardige specificaties hebben. En dat geldt ook voor veel bewerkingen die in vergelijking met een good-old ArcView 3.2 toch écht veel meer tijd nodig blijven houden. Dat moet toch beter kunnen. Net zo als het vasthouden van een tabel of contents om map-layers te organiseren. Het blijft nog altijd gokken welke layer aan of uit staat of actief is.
Blad 9 van 10
[9] Wie bewonder je -m.a.w. wie is je Arcgoeroe- en waarom? Ik bewonder de onverstoorbaarheid van Ernst Eijkelenboom en het enthousiasme van Jeroen van Winden van Esri Nederland. Al jaren achtereen demonstreren zij bij iedere GISconferentie de wederom verbeterde functionaliteit van ArcGIS versie x.y. Ieder jaar weer meer en beter en binnenkort bij de release x.y+1, of liever nog bij de release x+1.0, zelfs nog meer en nog beter.
Geen Arcgoereo, maar wel een GIS-goeroe is René van der Schans. Zijn visie op visuele interactie en interactieve visualisatie is en blijft geweldig. Net zo als zijn befaamde WDGM model. Dáár heb je wat aan.
[10] Waar word je blij van? Ik word iedere keer weer verrast door de zelfredzaamheid van een groepje studenten. Zet er acht bij elkaar en ze lossen ieder probleem zelf op. Het enige wat je dan nog wel moet doen is ze met een echt probleem op te zadelen en ze zo af en toe te coachen.
Blad 10 van 10