AFWERKING VAN GEVELTIMMERWERK
SAMENSPEL VAN HOUT, DETAILLERING EN VERF
Lid van de NBvT
den een levensduur bereikt kan worden die boven die van het bouwwerk uitkomt. Zo moet vochttoetreding in het hout worden voorkomen. Deze kan afkomstig zijn van lekkage en overmatige condensatie op glas. In de ontwerpfase kan veel worden gedaan aan de bescherming van de gevelelementen, zo kan gebruik worden gemaakt van overstekken, diepe neggen etc.
De leden van de Nederlandse Bond van Timmerfabrikanten (NBvT) in Bussum zijn gespecialiseerde toeleveranciers van onder andere gevelsluitende elementen, ramen, kozijnen en deuren. Technisch geavanceerde productiemiddelen in combinatie met hoog ontwikkelde kwaliteitszorgsystemen, en in geval van geveltimmerwerk mogelijkheden voor een verzekerde garantie, vormen de basis voor een veelzijdige en flexibele toelevering. Het fabricageproces begint met de keus van hout van de juiste kwaliteit. Bij het productieproces wordt verder veel aandacht gegeven aan kwaliteit, milieu en arbeidsomstandigheden, zoals vermindering van toepassing van vluchtige oplosmiddelen. Leden van de NBvT kennen hun rol op die veranderende markt. In het kader van duurzaam bouwen, dat vernieuwbare grondstoffen zoals hout prefereert, spelen beheer en onderhoud ook een belangrijke rol. Geveltimmerwerk en levensduur De architect die in zijn ontwerp kiest voor hout, moet rekening houden met de mogelijkheden van het materiaal. Alleen dan worden de voorwaarden geschapen om het houten element de geplande levensduur te laten halen, waarbij onder gunstige omstandighe-
왕 Door doelmatig te onderhouden gaat hout een leven lang mee.
Kwaliteitsbeheersing De bouw past in toenemende mate de gecertificeerde kwaliteitsproducten toe die de Nederlandse timmerindustrie aanbiedt. Deze kwaliteitsproducten zijn ontwikkeld op basis van jarenlange ervaring. Bij nieuwe ontwikkelingen is extra aandacht voor detaillering noodzakelijk. Het is raadzaam om in die gevallen gebruik te maken van de beproefde detailleringen, die in de loop van de tijd zijn en verder zullen worden geoptimaliseerd. Zo is de passing van de verbinding sterk verbeterd, evenals de beheerste afvoer van regen en condensvocht op alle vlakken van een gevelelement. Soms wordt op kritische plaatsen extra bescherming aangebracht. Zo is in de kwaliteitsregels voor de timmerindustrie voorgeschreven dat de verbindingen van sommige houtsoorten plaatselijk moeten worden voorzien van een conserveringspil om bij eventuele vochtindringing schade te voorkomen. Er zijn ook verbindingen ontwikkeld met een afdichting waarbij de pil in vergelijkba-
re omstandigheden niet noodzakelijk is. Het is van belang dat op de gevelelementen een verflaag van voldoende dikte is aangebracht juist ook op later niet of moeilijk bereikbare plaatsen. Daarbij moeten de onder- en bovenkant van bijvoorbeeld een deur of raam niet vergeten worden. Vooral bij het pas maken van een onderdeel op de bouwplaats moet hier extra op worden gelet. Om de kwaliteit van het geveltimmerwerk volledig te kunnen benutten, is het tijdig uitvoeren van onderhoud tijdens de gebruiksfase een must. Een andere ontwikkeling is de opkomst van het volledig afgewerkte en beglaasde montagekozijn. Dit type kozijn wordt nog niet op grote schaal toegepast, hoewel dit uit oogpunt van kwaliteitsbeheersing de voorkeur zou verdienen. Verfsystemen bij de timmerindustrie Al jarenlang zijn zowel de timmer- als de verfindustrie uit oogpunt van duurzaam bouwen, milieu en betere arbeidsomstandigheden op zoek naar oplossingen voor het vervangen van oplosmiddelhoudende verven. Toenemende kennis van en ervaring met watergedragen verven en hun applicatiemethoden hebben tot verdere innovaties en verbeteringen geleid, zodat er inmiddels op dit gebied hoogwaardige producten beschikbaar zijn.
컅 Een goede ingangscontrole van de grondstof is een eerste vereiste, zoals ook vastgelegd is door de Stichting Keuringsbureau Hout in de KOMO®-certificatieregeling van bijvoorbeeld buitenkozijnen en buitendeuren.
왕 Watergedragen verven zijn in de praktijk van de timmerindustrie zeer goed verspuitbaar. De robot doet zijn werk.
Bij de timmerindustrie zijn thans verschillende soorten watergedragen verf in gebruik. Het bekendst zijn de acrylaatdispersieverven. Daarnaast zijn er zogenaamde alkydemulsieverven en hybrideverven. Het assortiment is weliswaar minder groot dan dat van de bekende oplosmiddelhoudende alkydharsverven, maar het mag bij veel fabrikanten inmiddels als marktdekkend worden beschouwd. Timmerfabrikanten verwerken verf meestal door middel van airless spuiten. Deze applicatiemethode geeft esthetisch hetzelfde resultaat bij zowel oplosmiddelhoudende als watergedragen verfproducten. Watergedragen verven zijn in de praktijk van de timmerindustrie zeer goed verspuitbaar, hot airless verspuiten is bij dit type verf niet nodig. Sproeien, flowcoaten of vacuümcoaten zijn reeds gebruikte methoden bij het aanbrengen van de verf. In het kader van de Stichting Keuringsbureau Hout KOMO®-certificatieregeling van bijvoorbeeld buitenkozijnen en buitendeuren is een goede ingangscontrole van de grondstof een eerste vereiste. Verfsystemen vallen in principe ook onder deze eis. Daartoe zijn al even geleden twee beoordelingsgrondslagen voor verf op hout ontwikkeld. Deze grondslagen maken het mogelijk transparante en dekkende coatings op een groot aantal aspecten te beoordelen en afhankelijk van de resultaten goed te keuren voor de toepassing op geveltimmerwerk.
Wel of niet afwerken Geveltimmerwerk wordt niet alleen afgewerkt voor een fraai uiterlijk, maar ook voor de bescherming van het hout. De KVT ’95 Kwaliteit van Houten Gevelelementen schrijft per houtsoort voor welke afwerkingen zijn toegestaan (zie hiervoor tabel 1 en 2). Kozijnen en ramen krijgen in de fabriek twee of meerdere grondlagen ter bescherming op de bouwplaats tegen regen, bouwvocht en vervuiling, zoals specie. Ook moeten deze grondlagen een permanente bescherming bieden tegen vochtbelasting aan de kozijn- en raamonderdelen die na montage niet meer bereikbaar zijn voor een afwerklaag. De KVT schrijft de timmerfabrikant het minimum aantal lagen en de laagdikte voor. Kozijnen, ramen, deuren, glaslatten, roeden en spouwlatten moeten rondom en gelijkmatig minimaal twee grondlagen hebben van tezamen een minimale droge laagdikte van 80 µm. Stelkozijnen en -latten voor montagekozijnen krijgen rondom een grondlaag met een minimale droge laagdikte van 60 µm. Een klein aantal houtsoorten, zoals afzelia, Californian redwood en teak, wordt wel vanwege de hoge duurzaamheid en de geringe krimp onafgewerkt toegepast. Het hout zal dan na verloop van tijd verkleuren ofwel vergrijzen. Is dit niet gewenst, dan kan men ook een niet-filmvormend product toepassen. Wil men na verloop van tijd het vergrijsde hout alsnog voorzien van een verflaag, dan kan men een probleem krijgen met de hechting van het aan te brengen verfsysteem en zal het vergrijsde hout vooraf verwijderd moeten worden. Bovendien kunnen de moeilijk bereikbare plaatsen niet van verf worden voorzien. Het systeem dient op een verantwoorde wijze opgebouwd te worden in verband met de gewenste elasticiteit en vochtregulatie. Bescherming Sommige materialen, waaronder verschillende houtsoorten, vragen geen extra bescherming. Voorbeelden hiervan zijn in de weg- en waterbouw voldoende voorhanden. Bij gevels van gebouwen speelt nog een ander aspect mee, namelijk de vervuiling vanuit de atmosfeer. Ook bij zeer duurzame materialen of afwerkingen moet het ‘natuurlijk’ vuil om esthetische redenen worden verwijderd. Kortom, alle 컄
Verftypen Er zijn thans verschillende soorten watergedragen verf bij de timmerindustrie in gebruik. Het bekendst zijn de acrylaatdispersieverven. Daarnaast zijn er zogenaamde alkydemulsieverven en hybrideverven. Acrylaatdispersie Een acrylaatdispersie is een verdeling van kunststof bolletjes in water. Na het aanbrengen verdampt het water en kleven de bolletjes met weekmakers (glycolen) tegen elkaar, vloeien samen en vormen zo een verffilm. Weekmaker en het beetje oplosmiddel verdampen tijdens de droging. Het gebruik van vrij harde bolletjes kunststof voorkomt dat de verflaag bij warm weer gaat kleven (z.g. blocking). Een emulgator voorkomt dat de bolletjes in de bus aan elkaar kleven en een koek vormen. Alkydemulsie Bij een alkydemulsie zijn kleine deeltjes alkyd (olie) verdeeld in water. Ze zijn vele malen kleiner dan bij acrylaatdispersie, vaak oplosmiddelvrij en vloeien tijdens het drogen gemakkelijk samen. Bij het maken van alkydemulsie wordt alkyd bindmiddel gebruikt, net als bij de traditionele alkydharsverven, maar is het schadelijke oplosmiddel vervangen door water. Een gering percentage emulgeermiddel voorkomt dat de deeltjes in de bus ontmengen. Door verdamping van het water bij het drogen, vloeien de fijne druppels alkyd ineen en zijn dan waterafstotend en niet meer met water oplosbaar. Ook treedt, net als bij een gewone alkydharsverf, vernetting op door zuurstofopname. De kwaliteit van de alkydemulsie verflaag is in vele opzichten vergelijkbaar met die van gewone alkydharsverf. Hybride Een watergedragen hybride is een combinatie van acrylaatdispersie en alkydemulsie met als doel de positieve eigenschappen van beide bindmiddelen in de uiteindelijke verflaag te benutten. Door de sterke flexibiliteit van acrylaat zal de hybride verflaag bijvoorbeeld een elastischer karakter krijgen en door de jaren heen niet zo sterk verharden als bij een pure alkyd verflaag. De meest voorkomende hybriden bevatten zeventig tot tachtig procent acrylaatdispersie en dertig tot twintig procent alkydemulsie bindmiddel.
TABEL 1. TOEGELATEN NAALDHOUTSOORTEN VOOR GEVELTIMMERWERK Houtsoorten Hemlock, western Hemlock, Chinees Lariks, Midden-Europees Lariks, Oost-Europees Oregon pine Redwood, Californian Vuren, Europees Western red cedar
Gangbaar
Duurzaamheidsklasse B B B B B A B A
x x x
gevelementen moeten bereikbaar zijn en vragen op gezette tijden aandacht. Hout, toegepast in gevelbekleding, kozijnen, ramen en deuren, moet op een enkele uitzondering na worden geschilderd met een dekkend verfsysteem. Als hout onafgewerkt wordt toegepast, vergrijst deze onder invloed van zonlicht en regenwater. Transparante verfsystemen, kunnen uit esthetisch en technisch oogpunt ook bij enkele houtsoorten worden toegepast. Hiermee blijft de structuur van het hout zichtbaar. Een nadeel is de hogere onderhoudsfrequentie. Buitenschilderwerk nieuwbouw Schilderwerk is nodig om de ondergrond te verfraaien èn te beschermen. Door het aanbrengen van verflagen wordt de beoogde levensduur van de gevelelementen gerealiseerd. Voor een duurzaam resultaat zijn een aantal voorwaarden belangrijk. Zo moet het verfsysteem geschikt zijn voor de ondergrond. Het aantal lagen moet zo beperkt mogelijk zijn, maar uiteraard voldoende om onder alle omstandigheden het gevelelement te beschermen. Voor het afschilderen op de bouwplaats dient de schilder te controleren of de droge laagdikte van ten minste 80 µm nog aanwezig is, ook na schoonmaken en schuren voor de laatste afwerklaag. Bij een laagdikte minder dan 80 µm moet aanvullend een grondlaag worden aangebracht. In de praktijk is de verflaagdikte doorgaans moeilijk vast te stellen. (Het aanbrengen van verflagen combineert niet met laboratoriumachtige handelingen). De praktijk leert dat doorgaans de liggende delen, zoals onderen tussendorpels, extra aandacht vragen. Het standaard aanbrengen van twee verflagen op deze onderdelen levert zeker zijn rendement uit het
Afwerking DA* TA* x x x x x x x x x x x
oogpunt van een optimale exploitatie. De onderhoudscyclus en de exploitatiekosten spelen bij het bepalen van de onderhoudsinterval ook een belangrijke rol. Het te gebruiken product moet zo min mogelijk het milieu en de gezondheid belasten. Duurzaamheid staat echter bij dit alles centraal. Hoe duurzamer een verfsysteem, hoe lager de onderhoudsfrequentie. In het kader van duurzaam bouwen zijn er voor het buitenschilderwerk van hout verschillende mogelijkheden. De afwerking dient bij voorkeur plaats te vinden met een oplosmiddelarm verfsysteem, zoals een watergedragen of een high solid verfsysteem.
Kleur In Nederland is geveltimmerwerk lange tijd overwegend in wit of in lichte kleuren geschilderd. Tegenwoordig worden echter steeds meer donkere afwerkingen toegepast. Of men nu watergedragen verf toepast of oplosmiddelhoudende verf, donkere kleuren zijn kwetsbaarder dan lichte. Onafhankelijk van het type verf zal een donkere kleur bij zonbelasting door een aanzienlijk hogere warmte-absorptie sterker in temperatuur toenemen dan een lichte kleur. Hoe hoger de temperatuur en hoe sterker de temperatuurswisselingen, hoe groter het krimp- en zwelgedrag en hoe sneller het toegepaste verfsysteem degradeert met een hogere onderhoudsfrequentie tot gevolg. Zaken als oriëntatie op de zon -met name zuid en zuidwest georiënteerde gevels zijn kritisch- en plaatsing in de gevel, beschutting, onder een overstek of luifel zijn van invloed op de frequentie en onderhoudsbehoefte Het temperatuurverschil tussen een dekkende afwerklaag in zwart (RAL 9016) en in wit (RAL 9004) kan bij een extreme zonbelasting in bijvoorbeeld
TABEL 2. TOEGELATEN LOOFHOUTSOORTEN VOOR GEVELTIMMERWERK Houtsoorten Afrormosia Afzelia, Afrikaans Afzelia, Aziatisch Bintangor, Salomonseilands Cedrela Iroko Khaya Mahonie, Amerikaans Makoré Rode meranti1) Merbau Moabi Lauan, red Robinia Sapeli Sapupira (amarela) Seraya, white Sipo Teak Wengé
Gangbaar
x
x x
Duurzaamheidsklasse A A A A A A A A A A A A B A A A B A A A
Afwerking DA* TA* x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x
Alleen rode meranti met een volumieke massa van ten minste 450 kg/m3 mag worden toegepast. * DA: dekkende afwerking. * TA: transparante afwerking. 1)
TABEL 3. LINEAIRE WARMTE-UITZETTINGSCOËFFICIËNT VOOR DIVERSE BOUWSTOFFEN Soort bouwstof Polyethyleen PVC Aluminium Staal Beton Hout, vuren Hout, ebben, meranti Hout, eiken, merbau, mahonie Diamant
Lineaire warmte-uitzettingscoëfficiënt 200 80 24 18 12 5 3-5 3-5 1
Lengteverandering ten gevolge van temperatuurschommelingen, uitgedrukt in de zogenaamde lineaire warmte-uitzettingscoëfficiënt.
de zuid-/zuidwestgevel oplopen tot bijna 40 ºC. Het is daarom bij timmerwerk in de gevel raadzaam onder dergelijke omstandigheden aangepaste onderhoudsschema’s te hanteren, zodra bewust wordt gekozen voor zeer donkere kleuren. Is echter zo weinig mogelijk onderhoud gewenst, dan is een lichtere kleur te verkiezen. Dit effect is overigens niet expliciet voorbehouden aan toepassing van (donkere) kleuren op hout. Ook bouwmaterialen als metaal, kunststof en beton zijn temperatuurgevoelig, en vaak nog sterker dan hout. Een maat hiervoor is de zogenaamde lineaire warmte-uitzettingcoëfficiënt. Deze geeft aan hoe de lengte van het materiaal verandert als gevolg van de temperatuur (zie tabel 3). Onderhoud 'Het toekomstige onderhoud ontstaat op de tekentafel,' wordt vaak terecht opgemerkt. Met een deugdelijke detaillering, onderlinge afstemming van de materialen, goede aansluitdetails en juiste keuze van de grondstof kunnen optimale exploitatiekosten worden bereikt. Een goede afstemming van de onderhoudsbehoefte van de toegepaste materialen verdient aandacht. Het is bijvoorbeeld handig voor de kitvoegen een kwaliteit te gebruiken die nagenoeg gelijkwaardig is aan de onderhoudsbehoefte van de verf. Onderhoud van beide kan dan in één keer; verschillende kwaliteiten betekenen onderhoud in verschillende arbeidsgangen. De timmerindustrie besteedt veel aandacht aan goede doordachte details die bijdragen aan een gunstige exploi-
tatie: van de kwaliteit van het hout tot aan de 80 of 100 µm (afhankelijk van de methode van aanbrengen) dikke, uit twee lagen opgebouwde beschermende grondverflaag, waarop de bouwpartners met hun verfsysteem kunnen vervolgen. Met regelmaat worden gevelelementen ook geheel compleet afgewerkt, geschilderd (gespoten) en beglaasd geleverd. De bewerkingen zijn dan in de fabriek onder optimale omstandigheden uitgevoerd zonder 'onbereikbare' plaatsen en met goede controle. Bij een gunstige kleurkeuze, een kwalitatief goed verfsysteem en afdekken van de liggende delen is een 'overstaan'- periode van 10 jaar waarin geen onderhoud nodig is, geen uitzon-
컄 Western red ceder kozijnen onder ruim overstek, geolied om naadvorming op de kopse aansluiting te voorkomen. Hogeschool Enschede: I/AA+ Ingenieurs Architecten Associatie Enschede. 왓 Tijdens de bouwfase dienen beschermingsmaatregelen genomen te worden om beschadigingen van het geveltimmerwerk te voorkomen.
dering. Uiteraard wordt voor de oplevering nog eens geïnspecteerd op beschadigingen en worden deze bijgewerkt. Schilderwerk verdient niet alleen op regelmatige momenten de aandacht, maar ook op het juiste moment. De afweging is of de onderhoudsactiviteiten gericht moeten zijn op het allereerste gebrek dat zich aandient of op een bepaald gemiddelde. In een complex woningen hoeft een eerste klacht geen aanleiding te zijn tot een grootschalige onderhoudsactiviteit. Een planmatige benadering van tijdig onderhoud is een optimalisatie van het gehele complex en zal leiden tot een gunstige exploitatie. Hoewel er een verscheidenheid van planningen en onderhoudscycli bestaat, zowel van verfleveranciers en onderhoudsbedrijven, als van onderzoeksinstituten, overheid en brancheorganisaties, zeggen ze eigenlijk allemaal hetzelfde: zorg voor een kwalitatief goede ondergrond, deugdelijke glasplaatsing, de juiste kit, afwerking en voegbreedte. Ook is er een voorkeur voor lichtere kleuren, pleiten ze voor een bijwerkbeurt om de zes tot acht jaar en een herhalingsschilderbeurt om de zes tot acht jaar. Controle van het schilderwerk een jaar voorafgaande aan deze beurten met aandacht voor verbindingen en kitvoegen van de beglazing is vrij algemeen. 컄
Het voorspellen van de onderhoudsbehoefte is een subjectieve aangelegenheid. Bekendheid met en inzicht in het gedrag van de materie is een vereiste, net als kennis van materialen en constructies. Daarnaast zijn aanvangskwaliteit, situering, gebruik van de elementen, verfsysteem en kleur van invloed op de onderhoudsbehoefte. Het loont de moeite om onafhankelijke deskundigen een onderhoudsadvies te vragen. Te vroeg onderhoud is een verkwisting en te laat een verspilling. Binnen de schildersbranche en de vastgoedsector is een filosofie ontwikkeld om 'resultaatgericht onderhoud' uit te voeren. Op basis van afspraken tussen opdrachtgever en opdrachtnemer wordt, per project, de ondergrens van een technisch- en esthetisch niveau gedefinieerd. Na inspecties vindt op basis van kwaliteit en kosten een afweging plaats, waarbij de onderhoudsactiviteiten en tijdstip van uitvoering worden vastgesteld. Garantie De eind 1982 door de Nederlandse Bond van Timmerfabrikanten (NBvT) in Bussum opgerichte Stichting Garantie-
TABEL 4. SGT-ONDERHOUDSADVIES GEVELTIMMERWERK
왓 Het kozijn verdiepen in de gevel, beschermt het hout.
Lichte kleuren
Donkere kleuren
ONDERHOUD
ONDERHOUD
TRANSPARANT
Klasse I = gunstig Klasse II = normaal Jaar Dekkend Controle basissysteem + afwerking 1 en 2) 1 2 C 3 * 4 5 C 6 ** 7 8 C 9 * 10 11 C 12 ** 13 14 C 15 * 16
Klasse II = normaal Klasse III = ongunstig Dekkend Controle basissysteem + afwerking 2) C * C ** C * C ** C * C ** C * C **
(geen blanke lak 3) Transparant basissysteem + afwerking 3) * ** * ** * ** * ** * ** * ** * ** * **
* Beschadigingen + liggende delen bijwerken ** Bijwerken + geheel nieuwe deklaag aanbrengen C Controle/inspectie, altijd een jaar voor het feitelijke bijwerken. Omdat een transparant basissysteem elk jaar bijgewerkt moet worden, vervalt een losse controle/inspectie. De Stichting Garantiefonds voor Timmerwerk hanteert drie onderhoudsklassen voor geveltimmerwerk. 1) Klasse I – Onderhoudsklasse gunstig (temperatuurstijging ≤ 36 °C) Deze kleuren zijn onder alle omstandigheden toe te passen en genieten de voorkeur, indien sprake is van een verhoogd onderhoudsrisico (sterke zonbelasting, naaldhout). Voor kleuren uit Klasse I kan het onderhoudsschema lichte kleuren worden aangehouden. 2) Klasse II – Onderhoudsklasse normaal (temperatuurstijging tussen 36 en 44 °C) Voor kleuren uit Klasse II is in principe het onderhoudsschema 'lichte kleuren' aan te houden, met daarbij de aantekening dat SGT aanbeveelt om de liggende delen met een grotere frequentie te inspecteren. Is er echter sprake van omstandigheden die in de zomer kunnen leiden tot extreem hoge luchttemperatuur in combinatie met directe zonbelasting, dan raadt SGT aan om het onderhoudsschema 'donkere kleuren' aan te houden. Praktijkvoorbeelden zijn: • geveltimmerwerk in zeer beschut gelegen zuid-zuidwestgevels • geveltimmerwerk direct boven een warmte-reflecterend vlak. Klasse III – Onderhoudsklasse ongunstig (temperatuur ≥ 44 °C) Bij toepassing van deze kleuren, met name op ongunstige locaties, moet er rekening worden gehouden met versneld onderhoud. SGT raadt aan om het onderhoudschema 'donkere kleuren' aan te houden. 3) Transparante verfsystemen mogen niet op alle houtsoorten worden toegepast (zie KVT ’95, katern 31) Onderhoudsadvies – Stichting Garantiefonds voor Timmerwerk Geveltimmerwerk met SGT-garantie
컅 De KVT schrijft de timmerfabrikant voor dat kozijnen, ramen, deuren, glaslatten, roeden en spouwlatten rondom en gelijkmatig minimaal twee grondlagen moeten hebben van tezamen een minimale droge-laagdikte van 80 µm. Stelkozijnen en -latten voor montagekozijnen krijgen rondom een grondlaag met een minimale droge-laagdikte van 60 µm.
fonds voor Timmerwerk (SGT) voorziet in een collectief verzekerde garantie op geveltimmerwerk dat conform de kwaliteitseisen en -richtlijnen van de KVT '95 is vervaardigd. De leden, allen lid van de NBvT, zijn houder van de KOMO®-kwaliteitsverklaringen voor buitenkozijnen met ramen, deuren en binnenspouwbladen van hout. Zij worden regelmatig gecontroleerd door een certificerende instelling, zoals Stichting Keuringsbureau Hout (SKH). Het SGT-garantiecertificaat omschrijft onder meer: het project waarvoor de
garantie werd verstrekt, de ingangsdatum, de gegarandeerde producten, de klachtenprocedure en geeft wenken voor het onderhoud van het geveltimmerwerk.
왓 Een goede detaillering spaart het gevelelement. Hier een ruim overstek in de wijk Kattenbroek in Amersfoort.
De garantietermijn voor kozijnen, ramen en borstweringen van hout die zijn gemaakt conform BRL 0801 en geleverd met een KOMO® attest-metproductcertificaat 'Houten gevelelementen', bedraagt 10 jaar. De garantie bestaat òf uit een vergoeding òf uit herstel van schade aan geveltimmerwerk die het gevolg is van houtaantasting,
lekkage en het niet goed functioneren van de bewegende delen. Erbuiten vallen: • schade aan onderdelen, veroorzaakt door werkzaamheden die niet door de timmerfabrikant zijn geleverd of uitgevoerd; • door de opdrachtgever voorgeschreven materialen, constructies en uitvoeringen die niet in overeenstemming zijn met de kwaliteitseisen en richtlijnen van de KVT '95; • producten waarvan de kwaliteit niet in de KVT is vastgelegd, zoals gevelbetimmeringen, ook al zijn ze door de timmerfabrikant geleverd. Als de kozijnen, ramen en deuren in de timmerfabriek zijn voorzien van isolerende beglazing en een volledig afwerksysteem, dan kunnen de bij de SGT aangesloten timmerfabrikanten een uitgebreide garantie verstrekken die geldt voor beglazing, schilderwerk en montage op de bouw. De kozijnen worden na de ruwbouwfase als montagekozijn in een door de timmerfabriek geleverd stelkozijn geplaatst. Belangrijk te weten is dat de KOMO®kwaliteitsverklaring op zichzelf geen garantie biedt, maar alleen een uitspraak doet over de kwaliteit op het moment van levering. Daarom is de verwijzing naar de SGT van belang. 쏔 Cees Dijkstra
AFWERKING VAN GEVELTIMMERWERK Deze publicatie kwam tot stand in een samenwerking tussen Centrum Hout in Almere en de Nederlandse Bond van Timmerfabrikanten (NBvT) in Bussum. Fotografie: Aldo Allessie Soest, John Lewis Marshall Amsterdam.
Een ledenlijst van de NBvT en meer uitgebreide technische informatie over het behandelde onderwerp zijn te verkrijgen bij: Nederlandse Bond van Timmerfabrikanten Postbus 24, 1400 AA Bussum Tel. 035-6947014, fax 035-6944910 Internet: www.nbvt.nl E-mail:
[email protected]
© Maart 2002 Nederlandse Bond van Timmerfabrikanten Bussum.
Artikelnummer 99006