Afstudeerproject
Sleeping with the ENEMY
Tessa Hendriksen & Jacqueline van Leer
Afstudeerproject 4
9
Sleeping with the enemy
Naam:
T e s s a Hendriksen Jacqueline van Leer Klas: MWD 4 Opleiding: Christelijke Hogeschool W i n d e s h e i m Richting: Maatschappelijk W e r k en Dienstverlening Adres: C a m p u s 2-6 8 0 0 0 G E Zwolle Begeleider: Gert-Jan Peters
Voorwoord
Voor u ligt onze scriptie: "Hoe signaleer ik als hulpverlener seksueel misbruik van de autochtone en allochtone v r o u w binnen haar relatie?". Wij hebben ervoor gekozen om deze scriptie samen te schrijven, omdat je elkaar kunt aanvullen, elkaar motiveert en kritische feedback geeft. Dit is ook zeker gelukt! Het onderwerp dat wij in onze scriptie behandelen, vonden wij vanzelfsprekend een belangrijk onderwerp. A l s maatschappelijk w e r k e r / h u l p v e r l e n e r krijg je veel hulpvrag;en voorgelegd en dien je deskundig te kunnen hamdelen. Er w o r d t veel v e r w a c h t van een maatschappelijk werker, zo behoor je de zes kerntaken te beheersen. Dit zijn: 1. psychosociale hulpverlening 2. concrete en informatieve hulpverlening 3. onderzoek en rapportage 4. signalering, belangenbehartiging en preventie 5. w e r k e n m e t sociale netwerken 6. werken m e t vrijwilligers Signaleren is een essentieel onderwerp van de hulpverlening, omdat je hierdoor preventief hsindelt. Door deze scriptie hopen wij (toekomstige) maatschappelijk werkers te kunnen informeren over de signalen v a n seksueel misbruik en de manier w a a r m e e maatschappelijk w e r k e r s hiermee moeten o m g a a n . Deze scriptie w a s niet tot stand g e k o m e n zonder de begeleiding v a n dhr. Peters, die ons erg goed heeft begeleidt gedurende deze intensieve opdracht. O n z e dank daarvoor!
Z w o l l e , j u n i 2008 T e s s a Hendriksen Jacqueline v a n Leer
4
Inleiding A l s hulpverlener w e t e n wij niet w e l k e signalen een vrouwelijke cliënt uitzendt als zij seksueel w o r d t mishandeld binnen haar relatie, maar dit probleem niet als zodanig b e n o e m d . Het lijkt ons erg belangrijk als seksueel misbruik binnen de m a n / v r o u w r e l a t i e herkend wordt. H e t lijkt ons van belang dat hulpverleners seksueel misbruik leren herkennen. Een v r o u w kan bij een maatschappelijk werker k o m e n met verschillende klachten, maar niet het seksueel misbruik b e n o e m e n als probleem, terwijl dat de kern v a n haar andere problemen kan zijn. Naar onze mening zou de werker middels bepaalde vragen, observeren en analyseren het seksueel misbruik als zodanig moeten leren herkennen. Net als bij onder andere Idndermishandeling willen wij deze herkenpunten onderzoeken. Een cliënte kan bijvoorbeeld bij een hulpverlener k o m e n met psychosomatische, of depressieve M a c h t e n . Z e l f w e e t zij niet w a a r de klachten vandaan komen, maar ze vermoedt dat ze het "wat te druk heeft de laatste tijd'. De hulpverlener vraagt hierop door, maar de cliënt lijkt niet veel meer los te k u n n e n of willen laten. Alleen w a n n e e r de hulpverlener over de partner v a n de cliënte w a g e n stelt, lijkt de cliënte zich letterlijk klein te m a k e n en neemt direct een aanvallende houding aan. Na een aantal sessies brengt de maatschappelijk werker het onderwerp seksueel contact naar voren en pas dan wordt voor zowel cliënt als hulpverlener duidelijk dat daar de klachten van de cliënte m e e te m a k e n hebben; zij wordt misbruikt door haar echtgenoot. Wij vermoeden dat er veel meer seksueel misbruik achter gesloten deuren plaatsvindt, dan cijfers vertellen. B e k e n d is dat bij de autochtone v r o u w e n 2 9 % ooit te maiken heeft gehad met aanranding, tegenover 1 1 % van de allochtonen. 2 3 % van de autochtone vrouwen is gedwongen tot seksuele handelingen, w a a r 10% v a n de allochtonen tegenover staat. 17% van de autochtone vrouwen is gedwongen tot geslachtsgemeenschap en bij de allochtone v r o u w e n komt dit cijfer neer op 10%. V r o u w e n die slachtoffer zijn v a n misbruik door hun eigen partner, zullen er nog meer dan andere slachtoffers moeite m e e hebben aangifte te doen. Bovendien zullen zijzelf e n / o f h u n omgeving, waaronder hulpverleners, dit misbruik niet altijd als daadwerkelijk misbruik erkennen. W a n t w a n n e e r kun je spreken van werkelijk misbruik? Net als bij bijvoorbeeld kindermishandeling, lijkt het ons dat ook seksueel misbruik binnen het huwelijk moeilijk te herkennen is. Wij vermoeden dat het slachtoffer in kwestie veel durf nodig heeft om het misbruik als zodanig te b e n o e m e n . Hierop kan zij verder met de benodigde hulpverlening. Onze vraagstelling is daarom als volgt: W e l k e signalen zendt een vrouwelijke cliënt uit die binnen haar huwelijk seksueel wordt misbruikt?
5
Wij willen te w e t e n k o m e n w e l k e signalen een vrouwelijke cliënt uitzendt die binnen haar huwelijk seksueel w o r d t mishandeld. Het doel is het ontwerpen v a n een protocol. A a n de hand v a n dit protocol w e e t de maatschappelijk werker w a t te doen, wanneer hij/zij vermoedt dat zijn/haair cliënt seksueel misbruikt w o r d t door haar partner. Het geeft fa.se voor fase weer w e l k e richtlijnen te volgen. Bovendien maakt het protocol duidelijk w e l k e signalen een cliënt kan afgeven, wanneer zij met seksueel misbruik door haar partner te m a k e n heeft (gehad). Dit protocol zetten wij op aan de hand van een onderzoek naar w e l k e signalen de binnen haar huwelijk misbruikte cliënt afgeeft. Door een protocol te ontwerpen heeft elke hulpverlener die tegen dit probleem aanloopt een. vaste handleiding en w e e t w e l k e regels te hanteren. De signalen die worden gezien door de hulpverlener die op seksueel misbruik binnen het huwelijk van de cliënt zouden kunnen duiden, kunnen tevens w o r d e n nagetrokken middels het protocol. A a n de h a n d daarvan kunnen de signalen w o r d e n vertaald naar een probleemstelling; het seksueel misbruik van de cliënt. A l s hulpverlener k o m e n wij niet tot het échte probleem, en daardoor niet tot de kern. De cliënt w o r d t niet voldoende geholpen, w a n n e e r haar echte probleem niet duidelijk naar voren komt. Aansluitend op bovenstaand probleem luidt onze onderzoeksvraag: Hoe k a n ik als hulpverlener een cliënte die seksueel misbruikt wordt binnen haar* huwelijk helpen? A a n de hand van deze onderzoeksvraag hebben we een protocol ontworpen die gebruikt kan w o r d e n om de maatschappelijk werker hierin te ondersteunen. O n z e doelgroep betreft de autochtone en allochtone v r o u w e n tussen 25 en 40 jaar. Wij gaan deze twee doelgroepen met elkaar vergelijken op het gebied van seksueel geweld binnen het huwelijk of binnen de m a n / v r o u w relatie Naar ons idee is er een groot verschil tussen autochtone v r o u w e n die misbruikt w o r d e n en allochtone v r o u w e n die misbruikt w o r d e n .
In hoofdstuk 1 w o r d t v a n beide groepen een deel v a n de geschiedenis beschreven van het seksueel misbruik binnen de m a n / w o u w relatie. A a n het einde v a n dit hoofdstuk beschrijven we een korte conclusie betreffende dit verschil. W a t we met dit hoofdstuk willen bereiken, is in kaart brengen h o e een w o u w v a n middelbare leeftijd omgaLat m e t seksueel misbruik en hoe een j o n g e r e w o u w hiermee omgaat. Beiden hebben v a n huis uit andere w a a r d e n en normen meegekregen door de tijd en plaats wa.arin ze zijn opgegroeid. In hoofdstuk 2 w o r d e n er twee cases beschreven. Hiermee willen we laten zien hoe seksueel misbruik binnen een m a n / w o u w r e l a t i e k a n ontstaan. In hoofdstuk 3 w o r d e n redenen beschreven om te zwijgen. In dit hoofdstuk w o r d t duidelijk w a a r o m w o u w e n zwijgen en / o f zich met een ander probleem aanmelden bij een hulpverlener. Dit hoofdstuk toont aan hoe belangrijk het is voor de hulpverlening om het signaal te herkennen dat deze doelgroep afgeeft.
6
In hoofdstuk 4 w o r d t beschreven hoe de enquête is afgenomen, w e l k e instellingen benaderd zijn en hoe we deze antwoorden verwerkt hebben. De dataverzameling wordt in dit hoofdstuk verantwoord. In hoofdstuk 5 w o r d t de uitwerking van de enquêtevragen beschreven. T e v e n s w o r d e n de antwoorden met betrekking tot de autochtone cliënt en de antwoorden met betrekking tot de allochtone cliënt m e t elkaar vergeleken. In hoofdstuk 6 beschrijven we onze conclusie aan de hand van de resultaten van ons onderzoek in hoofdstuk 5. Hoofdstuk 7 bevat het protocol voor beide doelgroepen. Dit laatste hoofdstuk beschrijft de uitwerking van de aanbevelingen voor hulpverleners die m e t dit probleem in aanraking k o m e n . In de eerste bijlage is de enquête te vinden en in de tweede bijlage geven we verschillende stichtingen weer w a a r cliënten terecht kunnen.
7
Hoofdstuk 1
1.1 De geschiedenis van de visie op seksualiteit In dit hoofdstuk wordt een deel van de geschiedenis naar voren gehaald wat betreft de visie die bestond op seksualiteit binnen het huwelijk. Zowel de geschiedenis van de visie door de autochtone als de allochtone vrouw wordt beschreven en aan de hand hiervan volgt een conclusie. Door naar de geschiedenis te kijken, kan het heden beter verklaard worden... Een Nederlandse v r o u w die geboren is rond de j a r e n zestig in de vorige eeuw, zal een andere kijk hebben op seksueel misbruik in de m a n / v r o u w relatie, dan een v r o u w die dertig j a a r later geboren is. Het verschil in leeftijd binnen de doelgroep van het onderzoek kan oplopen tot twintig jaar. Het verschil in de visie op seksueel misbruik binnen de m a n / w o u w r e l a t i e zal onder andere om deze reden groot zijn. Een v r o u w van vijftig is opgegroeid in een maatschappij w a a r andere n o r m e n en w a a r d e n heersten over de rol van m a n en vrouw, dan de maatschappij waarin een v r o u w v a n in de twintig is opgegroeid. Deze laatstgenoemde v r o u w is in een maatschappij opgegroeid waarin mannen en vrouwen vrijwel dezelfde rechten hebben. De v r o u w van rond de vijftig heeft het gevecht voor deze gelijktrekking v a n dichtbij meegemaakt... Tot aan het begin v a n de jaren tachtig w a s seksueel misbruik grotendeels onzichtbaar, zeker wanneer het binnen een relatie gebeurde. Gedwongen seksuele handelingen w e r d e n opgevat als 'schending van de openbare o r d e ' en 'aantasting van de zedelijkheid'. Daarbij z o u het gaan om incidenten. Seksueel geweld binnen het huwelijk w e r d niet als misbruik gezien: seksueel contact behoorde tot de huwelijkse plichten v a n vrouwen en het recht v a n de getrouwde man. De kloof tussen m a n en vrouw w a s bijzonder groot. De m a n w a s het hoofd van het gezin en de v r o u w had als taak voor h e m , de kinderen en het huishouden te zorgen. Veel v r o u w e n waren gestopt met werken, omdat dit de n o r m van de maatschappij w a s ; een v r o u w die trouwde, stopte met w e r k e n . Een vrouw w a s niet gelijk aan de m a n en had dan ook niet dezelfde rechten. De eerste feministische golf b e g o n rond 1870; deze feministen van het eerste uur hielden zich voornamelijk bezig met het veriarijgen van meer en betaalde arbeid voor v r o u w e n , beter onderwijs v o o r meisjes, kiesrecht voor v r o u w e n en het bestrijden van de dubbele seksuele moraal. Het bleef echter een feit dat de m a n de baas w a s en met name binnen het huwelijk k w a m dit gegeven sterk naar voren. Het hoogste recht van de v r o u w lag in het echtgenote en m o e d e r zijn. Deze ongelijkheid uitte zich o o k op seksueel gebied; de m a n zijn wil w a s w e t in de slaapkamer en de v r o u w diende dan ook ter zijn beschikking te staan op het m o m e n t dat hij behoefte had aan seks. 1
1
Stichting tegen haar wil, Hulp geboden na seksueel geweld, blz 17
8
Over seksueel misbruik w a s weinig tot niets b e k e n d en het w e r d ook niet als zodanig b e n o e m d . Bij het w o o r d Verkrachting' bestond het beeld v a n een vreemde m a n die seksuele handelingen tegen de wil van de v r o u w in zou verrichten, maar deze m a n zou n i e t j e éigen m a n zijn. Bovendien w a s het beeld van seksueel misbruik nogal zwart-wit. Het w o o r d 'misbruik' riep een beeld van fysieke agressie op, v a n een w o u w die geslagen en geschopt z o u worden tot zij geen andere keuze had dan de w e n s van de man in te willigen. Verbaal geweld, dreigementen en vernederingen door de m a n om seksueel contact af te dwingen werden niet als 'misbruik' (h)erkend; niet door het slachtoffer zelf en niet door de maatschappij. Het geloof speelde in deze tijd een zeer grote rol. In de j a r e n vijftig circuleerden er nog boekjes rond die in de jaren twintig w a r e n geschreven door Nederlandse bisdommen: 'Huwelijksonderricht voor katholieke e c h t g e n o o t e n . ' Dit boekje pleitte voor veel kinderen in het gezin en voorbehoedsmiddelen waren dan ook niet verkrijgbaar. Het k w a m onder andere door dit gegeven dat gezinnen niet zelden uit negen a tien kinderen bestonden, die vaak ook n o g binnen een relatief kort tijdsbestek w e r d e n geboren. De w o u w w a s m e d e hierdoor m e t handen en voeten gebonden aan huis én bovendien afhankelijk van haar man. W a n n e e r een w o u w seksueel misbruikt w e r d door haar man, kon ze in w e z e n geen kant op door haar afhankelijke positie. Daarbij gold voor katholieke w o u w e n , een zeer grote groep destijds, dat het huwelijk in principe ontbindbaar w a s vanwege de Bijbeltekst: "Wat G o d heeft verbonden zal de m e n s niet scheiden" In de praktijk k w a m het er op neer dat echtscheiding alleen w e r d uitgesproken als het bewijs geleverd kon worden dat er nooit sprake w a s geweest van een volledige geslachtsdaaid en daar moesten doktersattesten aan te pas komen. Gezien de meeste w o u w e n kinderen hadden, w a s het wel duidelijk dat er sprake w a s geweest van 'een volledige geslachtsdaad'. Hoogstens kon een scheiding v a n tafel en bed worden verkregen en er mocht in geen geval o p n i e u w getrouwd w o r d e n . Naast deze ingewikkelde procedure werden w o u w e n na h u n scheiding door velen met de nek aangekeken. Er waren dan ook maar weinig vrouwen die de stap tot de aan w a a g van een scheiding zetten, w a t hun m a n vrij spel gaf het misbruik voort te zetten. De keuze tussen het misbruik en 'aan de schandpaal genageld w o r d e n ' wats simpel: W e g g a a n bij je m a n z o u enorme gevolgen hebben, ook voor de kinderen. Bovendien w a s de m a n kostwinner en werden uitkeringen niet zonder meer verstrekt. Daarbij maakte je als w o u w niet zelden je familie te schande door het initiatief tot een scheiding te n e m e n . Over het algemeen w e r d toch aaingenomen dat de w o u w de schuldige z o u zijn van de breuk en niet de man. Na 1965 vond een liberalisering plaats v a n de gezinsverhoudingen onder invloed van een maatschappelijke democratiseringsbeweging, waardoor in de kerk, de politiek en in het gezin het vaderlijk gezag w e r d aaingevochten. De maatschappij veranderde in sneltreinvaart m e t als gevolg dat gezag v a n bovenaf niet meer als vanzelfsprekend w e r d ervaren. Het w a s de tijd van democratisering en van 2
3
4
5
6
2 3 4 5
6
M Kerklaan, Van huis uit, blz 182 M Kerklaan, Zodoende was de vrouw maar een mens om kinderen te krijgen, blz 169 M.Kerklaan, Zodoende was de vrouw maar een mens om kinderen te krijgen, blz 169 M Kerklaan, Zodoende was de vrouw maar een mens om kinderen te krijgen, blz 170 E Singer&M Wageling, De familieband verbroken?, blz 8
9
flowerpower, w a a r d o o r het makkelijker werd voor v r o u w e n om (meer) v a n zich te laten horen. De tweede feministische golf v o n d plaats, waarin w e r d gestreden voor meer inspraak en minder afhankelijkheid v a n de v r o u w . Het gezinsleven als enige juiste levenswijze w e r d bekritiseerd. T h e m a ' s uit de eerste golf k w a m e n w e d e r o m aan de orde, m a a r ook een aantal nieuwe aandachtspunten zoals seksualiteit, huwelijk en gezin. In 1968 w e r d de 'Man-Vrouw-Maat schappij', de M V M opgericht. Deze organisatie pleitte voor roldoorbreking, ontplooiingskosten voor iedereen en gelijke kansen voor m a n en v r o u w op de arbeidsmarkt. Na 1972 w e r d de zogenaamde autonome v r o u w e n b e w e g i n g erg populair. Deze organisatie opende vrouwenhuizen en startte met een speciale v o r m v a n hulpverlening voor v r o u w e n . O o k verschenen er rond dit jaartal feministische tijdschriften op de markt, zoals "Opzij" en k w a m e n er speciale vrouwenboekwinkels. Door de doorbraak op het gebied van de gelijke rollenverdeling k w a m e n v r o u w e n meer voor zichzelf op en leerden zij anders naar zichzelf én hun m a n te kijken. Door naar buiten te treden m e t h u n verhaal ontdekten zij dat ze niet de enige w a r e n die door h u n m a n seksueel w e r d misbruikt. Seksueel geweld binnen de m a n / v r o u w r e l a t i e is dus voornamelijk dankzij de (voormalige) slachtoffers zelf naar voren g e k o m e n . Door met h u n verhaal naiar buiten te treden is het deze misbruikte vrouwen gelukt seksueel geweld onder de aandacht van het publiek te brengen. Feministische organisaties als 'Blijf-vanmijn-lijf en T e g e n haar w i l ' hebben een grote rol gespeeld in het zichtbaar maken v a n gezinsgeweld en van de grote gevolgen ervan v o o r de slachtoffers. Zij pakten als eerste de hulp aan slachtoffers op en meerdere initiatieven voor vrouwenhulpverlening volgden. Bovendien ontstond er door de b o u w v a n deze huizen mogelijkheden het huis te ontvluchten. De strijd tegen de ongelijkheid tussen de m a n / v r o u w p o s i t i e en de vrouwenonderdrukking kon dan ook verder losbarsten. 7
7
E Singer& M. Wageling, De familieband verbroken?, blz 15
1.2 De geschiedenis van de allochtone wouw Met n a m e de Turkse en Marokkaanse v r o u w e n k w a m e n en komen n o g steeds naar Nederland v a n w e g e de gezinshereniging. De redenen zijn uiteenlopend, bijvoorbeeld door het ontbreken van de vaderfiguur waardoor er problemen ontstaan omtrent de opvoeding van de ouder wordende zoon. Of een j o n g meisje trouwt; met een oudere man, die in zijn vaderland een v r o u w komt zoeken en zo hoopt zij aan. de knellende familietradities te ontkomen. Vanuit Marokko bestond de migratie in de j a r e n '60 en '70 bijna alleen uit mannelijke ongeschoolde arbeiders. Hierbij k w a m e n amper niet-westerse w o u w e n naar Nederland. T o e n in de j a r e n 70 duidelijk w e r d dat de migratie toch een veel minder tijdelijk karakter had dan aanvankelijk w e r d verwacht, begon de gezinshereniging op gang te k o m e n . V r o u w e n en kinderen van Marokkaanse afkomst v o e g d e n zich bij h u n vaak al j a r e n in Nederland verblijvende m a n n e n . Meestal w a r e n de vrouwen afkomstig van het platte land, w a a r ze in een vrouwengemeenschap leefden als lid van één grote familie. Door haar geheime krachten w e r d zij als gevaarlijk gezien. Verstoting, polygamie, scheiding van de seksen, het binnenshuis en d o m houden van de vrouwen wairen maatregelen om haar macht in te perken. Bepalend voor de eer v a n de familie w a s de wijze w a a r o p de v r o u w zich gedroeg. Op j o n g e leeftijd w e r d ze verkocht aan een andere familie. Om kinderen te krijgen het liefst zonen - en om te w e r k e n . De v r o u w e n werkten samen op het land, zorgden voor het huishouden, de kinderen en het vee volgens een vaste taakverdeling. Ze steunden elkaar in de moeilijkheden met de mannen, met wie ze heel weinig contact hadden. * 8
Onvoorbereid k w a m de allochtone v r o u w hier met haar m a n en kinderen in een oude stadswijk w o n e n . Zij moest leren alleen te leven in een vreemde omgeving, met volledig andere normen, zonder de taal te verstaan. In haacr isolement klampte zij zich vast aan haar eigen cultuur, terwijl haar man wilde dat ze zich juist conformeert aan de nieuwe cultuur . Dit houdt onder andere in: aan tafel eten en op eens stoel zitten, in plaats van zoals in haar eigen cultuur alles op de grond te doen. Veel allochtone m a n n e n legden hun vrouwen tegenstrijdige regels op. Zij moest "modern" zijn, m a a r tegelijkertijd verbood hij haar alleen over straat te gaan of buitenshuis te w e r k e n . Ze moest zich houden aan haar typische rol binnenshuis. Tienduizenden v r o u w e n , afkomstig uit het Middellandse Zeegebied zijn de laatste vijftien j a a r ons land binnengekomen. Uit Zuid-Europa, Noord-Afrika en Turkije k w a m e n ze hier w o n e n om bij h u n m a n te zijn, die hier al werkte, of om zelf w e r k te zoeken.
Aanen, H. (1994) De blik naar buiten. Utrecht: Medusa, blz. 90
De vertrouwde en beschermende, vaak agrarische omgeving w e r d achtergelaten om vervolgens terecht te komen in een koude, afstandelijke en voor h u n v a a k vijandige westerse maatschappij. De allochtone v r o u w e n functioneerden voorheen voornamelijk binnen een vrouwengemeenschap. Zij ondernam bijna nooit iets met m a n n e n . Zo'n w o u w e n g e m e e n s c h a p bestond uit familieleden, buurvrouwen en vriendinnen. Het bespreken v a n intieme en persoonlijke ervaringen w e r d e n besproken in een hechte vrouwengroep. Zij spraken elkaar vaak. Onderwerpen zoals seksualiteit, het krijgen v a n kinderen en relatieproblemen k w a m e n aan de orde. A l s er problemen in het gezin ontstonden, hielpen de v r o u w e n elkaar en vingen soms o o k de m a n op. De nadruk ligt in niet-westerse landen op het groepsgebeuren. Iedereen helpt elkaar. Familie k o m t op de eerste plaats. Er is sprake v a n een fijnmazige structuur. Er is een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het welzijn vain de familie. Bij het verdwijnen van verwantschapsgroepen v o r m e n de v r o u w e n nieuwe groepen m e t de buren. Ze gaan relaties aan die op venvantschapsbanden lijken en die dezelfde verantwoordelijkheden met zich m e e brengen. Door het vertrek v a n de mannen, blijven veel v r o u w e n met h u n kinderen achter. Dit duurt soms jarenlang. Deze afwezigheid v a n de m a n n e n heeft naast negatieve kanten ook positieve kanten voor de vrouwen; zij hebben meer vrijheid en kunnen zich hierdoor meer bewegen zonder steeds gecontroleerd te w o r d e n . Maar aan de ander kant moeten de v r o u w e n door de afwezigheid v a n h u n m a n in het openbare leven functioneren. V r o u w e n w o r d e n in zo'n periode zeer zelfstandig. Door de jarenlange afwezigheid van de m a n , ontstaat er o o k een vervreemding tussen de m a n en zijn gezin en zijn vrouw. De v r o u w heeft inmiddels geleerd zelfstandig te functioneren en alles zelf te regelen. Na jarenlang alles alleen gedaan te hebben, k o m t de m a n w e e r terug en wil zelf alles w e e r regelen. Er ontstaat w e e r een patriarchale structuur binnen het gezin. Dit loopt vaak uit op een machtstrijd tussen de m a n en de vrouw. De vaders en de z o n e n v a n het gezin houden nauwlettend de traditionele levenswijze in de gaten. Er is o o k sprake van sociale controle. W a t de v r o u w en dochter(s) buitenshuis doen wordt nauwlettend in de gaten gehouden door familiebeden. Voor v r o u w e n v a n het platteland (met n a m e het Rif-gebied) is dit v a a k anders. Tijdens het verblijf v a n h u n m a n in het buitenland k o m e n de w o u w en de kinderen vaak bij hun schoonouders in w o n e n . Zo blijft er toch controle op de w o u w en de kinderen, terwijl de m a n w e g is. O o k dit verschilt weer per streek. 9
9
Luyckx (2000) Liefst een gewoon huwelijk? Acco, Amsterdam
12
De vrouwen in het Rif-gebied w o r d e n v a a k veel sterker beperkt in hun bewegingsvrijheid dan vrouwen uit andere streken en gehuwde v r o u w e n uit de stad. Door de migratie v a n de allochtone vrouw, w a t vaak tegen haai: zin is gebeurd, krijgt de v r o u w een n o g meer ondergeschikte rol. Dit, omdat zij in haar land van herkomst altijd k o n terugvallen op de v r o u w e n g e m e e n s c h a p om alle intieme zaken en problemen te bespreken.
1.3 Conclusie: In de j a r e n 1900-1970 geldt voor beide groepen geldt dat de ondergeschikte rol overheerst. De autochtone v r o u w en de maatschappij waarin zij leefde w e r d zeer beïnvloed door Godsdienst. Door teksten in de Bijbel als "wat G o d verbonden heeft, scheidt men niet', had de w o u w vrijwel geen mogelijkheid tot het loskomen van haar echtgenoot. M e d e door dit soort teksten uit de Bijbel verkeerde zij in een ondergeschikte positie en seksueel misbruik w e r d niet altijd als misbruik gezien; de m a n zijn wil w a s i m m e r s w e t . De allochtone v r o u w verkeert(de) ook in een afhankelijke positie, maar om andere redenen. In een ander land met een vreemde cultuur, weinig bekenden en een taal die zij niet beheerste, w a s zij totaal afhankelijk v a n haar echtgenoot. Door deze aspecten w a s er voor haar simpelweg geen mogelijklieid om te ontsnappen aan het seksueel misbruik.
13
Hoofdstuk 2:
2.1 Casus seksueel geweld autochtone vrouw Ina en jasper* een mooi begin een vreselijk einde... In dit hoofdstuk worden twee cases beschreven die beiden op een verschillende manier laten zien hoe seksueel misbruik binnen de relatie kan ontstaan. Ook laten de cases zien hoe moeilijk het voor de vrouwen is om hier mee om te gaan en met name hoe hoog de drempel ligt om hulp in te schakelen. Ina, is een w o u w v a n 38 jaar. Ze is al drie j a a r getrouwd met Jasper (39 j a a r ) . Ina is een mooie w o u w met blond, krullend haar. Ze is administratief medewerkster bij een grote papierwinkel in A r n h e m . Daar heeft ze Jasper ook leren kennen. Jasper is hoofdoperator en doet het onderhoud aan de machines. Een verantwoordelijke baan, w a n t hij is een van de weinige personen die echt w e e t hoe de machines w e r k e n . Jasper heeft twee kinderen uit een eerder huwelijk. Zijn vorige huwelijk heeft 5 j a a r stand gehouden. Hij k e n d e Ina al w e l , maair hij w a s toen n o g getrouwd. Jasper had altijd al w e l interesse in Ina. Hij v o n d haar een mooie, lieve w o u w . Ina had in die tijd een relatie, maar heeft ongeveer in dezelfde tijd als de scheiding van Jasper de relatie met haar w i e n d beëindigd. Ze w a s erachter g e k o m e n dat haar vriend haar bedroog met een andere vrouw. De relatie tussen hen ging niet zo goed, maar ze bleef toch bij h e m . Maacr toen hij haar bedroog, w a s dat de bekende druppel. Ina bleef in het huis w o n e n , w a n t dat stond op haar naam. Jasper zat in de paiuzes w e l eens bij Ina en ze kletsten dan over van alles. O o k over hoe het thuis w a s . Ina wist w e l dat Jaisper gescheiden w a s , maar Jasper wist nog niet v a n de relatiebreuk v a n Ina. T o e n hij tijdens een pauze w o e g of Ina nog op vakantie ging met haar w i e n d , kon ze het niet voor zich h o u d e n en gaf als antwoord dat de relatie w a s beëindigd. Jasper keek verbaasd, w a n t hij dacht dat het zo goed ging tussen hun. A a n de andere kant zag hij het ook w e l zitten om eens met Ina uit te gaan, hij w a s i m m e r s ook w i j gezel. Hij w o e g Ina niet meteen m e e uit, dit v o n d hij te opdringerig, dus hij wachtte even. Hij wilde ook niet te lang wachten, wamt hij w a s bang dat zo'n mooie w o u w als Ina ook snel w e e r een andere partner zou krijgen. D u s hij liet er geen gras over groeien. Na een m a a n d w o e g hij Ina m e e uit. Ina v o n d diep in haar hart Jasper ook w e l een leuke m a n , maar w a s het vertrouwen in m a n n e n een beetje verloren. Ze had net haar leven weer alleen opgepakt en w a s erg verdrietig geweest v a n haair vorige relatie. Toch ging Ina in op de uitnodiging v a n Jasper, w a n t ze w a s toch ook w e l heel b e n i e u w d naar hoe Jasper w a s . Jasper z a g er heel lief uit. Het w a s een iele man, m e t blond haar en een lieve glimlach. O o k de manier v a n communiceren v o n d Ina prettig met Jasper. Hij stelde haar altijd op haar gemak en wilde in de pauze w e l alles voor haar betalen. Een sociale m a n dus, zo dacht ze.
14
De afspraak w a s dat ze uit eten gingen. Jasper z o u Ina van huis ophalen m e t de auto. Het waLS een erg fijne a v o n d en er w a s echt een klik tussen Ina en Jasper. N a deze avond gingen ze o o k geregeld m e t elkaar uit en zowel Ina als Jasper w e r d e n verliefd. W a t een heerlijk gevoel', dacht Ina. 'Eindelijk w e e r een m a n die me echt in de watten legt en me het gevoel geeft dat ik een v r o u w ben'. Jasper w a s het type man. dat veel complimentjes gaf aan een v r o u w en vaak aan haar zat, iets w a t Ina toen zag als pure verliefdheid. M a a n d e n gingen ze met elkaar uit. En de gevoelens voor elkaar werden alleen maar sterker. Op een gegeven m o m e n t stelde Jasper voor om Ina voor te stellen aan zijn kinderen; Sophie (3) en Merel ( 2 ) . Het begon serieuzere v o r m e n aan te n e m e n . T u s s e n zijn Idnderen en Ina klikte het goed en al g a u w bleef Ina in de w e e k e n d e n bij Jasper slapen. Na een half j a a r belde Jasper Ina op of hij even m o c h t langskomen, hij wilde haar w a t vragen. Jasper wilde graag met Ina samenwonen. Ina moest hier eerst even over nadenken, maar ze wilde zo graag iedere dag bij Jasper 2djn en iedere dag naast h e m wakker w o r d e n , dat z e volmondig j a ' zei. Alles ging daarna in een stroomversnelling. Jasper w o o n d e in een mooi groot huis in A r n h e m en Ina had een appairtement dat erg klein w a s . Besloten w e r d dat Ina bij Jasper introk in A r n h e m . Ina verkocht haar appartement in Zutphen en trok bij Jasper in. De eerste w e k e n w a r e n hectisch. De verhuizing n a m veel tijd en energie in beslag. Maar het w a s het waard. De eerste w e k e n w a r e n fantastisch. Ina voelde zich echt thuis bij Jasper en zijn kinderen. Jasper verzorgde ieder weekend zijn kinderen Merel en Sophie. Ina had na haar breuk met haar vorige vriend niet meer gedacht zo snel het geluk w e e r terug te vinden. Ze deden alles samen en er w a s echt sprake van een symmetrische, gelijke relatie. O o k op seksueel gebied w a s er respect voor elkaar. Ina is een v r o u w die ongeveer twee keer seks in de w e e k voldoende v o n d . Jasper wilde wel valeer, m a a r respecteerde de mate van Ina hierin. Na een j a a r k w a m er langzaam verandering in. Alles w a s niet meer zo rooskleurig. Jasper kreeg op veel vlakken stress. Op zijn werk liepen de dingen allemaal niet meer zo lekker. Op het bedrijf werkten twee operators. Dit waren Jasper en een andere m a n . Zijn collega raakte op een gegeven m o m e n t overspannen en stopte op een gegeven m o m e n t met het werken. De bedoeling w a s dat deze collega binnen een paar m a a n d e n weer terug zou keren naar het bedrijf, m a a r dit w e r d langer. Alle taken k w a m e n op Jasper neer. Hij w a s i m m e r s ook de hoofdoperator, dus had hij o o k de leiding. Inmiddels w e r d er maar niet voor vervanging gezorgd en Jasper draaide overuren. Jasper w a s erg gestrest, w a n t alles moest gewoon doorgaan.
15
A a n het einde v a n de dag w a s Jasper helemaal kapot, zowel lichamelijk als geestelijk. De problemen op zijn w e r k w a r e n niet de enige, w a n t Jaspers ex-vrouw ging dwarsliggen met betrekking tot de omgangsregeling voor de kinderen. Merel en Sophie w a r e n alles voor Jasper en dit alles maaikte h e m n o g meer gespannen. Jasper uitte zijn frustraties af middels woedeaanvallen, zowel thuis als op zijn werk. Ina schrok hier erg van, maar kon de link w e l leggen m e t de problemen die Jasper op dit m o m e n t had. Jasper viel daarnaast op het w e r k ook steeds meer uit tegen andere collega's en zijn gedrag w e r d een aandachtspunt tijdens zijn functioneringsgesprek. Jasper kreeg van de afdelingschef een waarschuwing, dat hij op zijn gedrag moest letten en dat samenwerking met anderen erg belangrijk w e r d gevonden in h u n team. Jasper w i l d e absoluut zijn baan niet kwijtraken, dus besloot zich een beetje in te binden. De enige plek w a a r hij zijn frustraties n o g kon uiten, w a s bij Ina. Jasper kon zich moeilijk ontspannen. W a t Jasper een hele fijne manier van ontspannen v o n d w a s seks, maar Ina w a s daar matiger in dan Jasper. Hij v o n d het steeds moeilijker w o r d e n om haar hierin te respecteren. In de tijd van deze stressperiode kreeg hij eigenlijk steeds meer zin in seks. V r e e m d g a a n w i l d e hij niet, hij wilde alleen seks met Ina. Daar h a d hij o o k recht op volgens h e m . Ina merkte ook dat Jasper haai* steeds vaker' s avonds in bed aanraaLkte, maar gaf hier w e i n i g aan toe. Het liefste wilde Jasper w e l iedere dag. Jasper raakte erg geïrriteerd door Ina's afwijzing. Ze kon toch wel begrijpen dat hij vaker wilde ontspannen door alle stress...? Ina wilde g e w o o n niet. T w e e tot drie keer in de w e e k w a s voor haar rneer dan genoeg. Totdat bij Jasper de stoppen doorsloegen en hij bovenop Ina ging liggen en haar verkrachtte. Ina schreeuwde dat ze niet w i l d e , maar Jasper ging door, ondanks het verzet v a n Ina. Ina bleef schreeuwen dat hij moest stoppen en wilde Jasper van zich af d u w e n en schoppen. Jasper draaide toen helemaal door en sloeg haar m i d d e n in het gezicht met zijn vuist. Ina w a s bang en had zo'n pijn dat ze alles maar liet gebeuren. Ze hoopte dait het snel over zou zijn. T o e n Jasper klaar w a s , zag hij w a t hij gedaan had. Ina w a s vreselijk in paniek, ze huilde en zat onder het bloed v a n de stomp in haar gezicht. "Wat h e b je gedaan!" schreeuwde ze. Samen hebben ze gehuild. Hoe k o n dit gebeuren? Na urenlang praten heeft Jasper beloofd dat dit nooit meer z o u gebeuren. Hij verwoordde dit allemaal zo geloofwaardig da± Ina het geloofde en dit als eenmalig beschouwde. Ina hield teveel v a n Jasper om h e m hiervoor te verlaten. Maar w a t w a s beloofd, gebeurde niet.
16
De problemen op het w e r k en de situaitie m e t betrekking tot de omgangsregeling verminderden niet en Jasper bleef enorm gespannen. Het incident herhaalde zich alleen maar. Iedere dag d w o n g Jasper Ina tot seks. Ging het niet goedschiks dan maar kwaadschiks. Ina w e r d bij weigering bont en b l a u w geslag;en. Een keer is Ina w e g g e l o p e n naar een goede vriendin v a n haar. Deze w a s op de hoogte vam het seksueel misbruik dat Jasper pleegde bij Ina. Zij gaf o o k keer op keer het advies om bij Jasper w e g te gaan, m a a r Ina deed het niet. A a n de ene kant wilde Ina zo graag dat het geweld stopte en dat ze verder gingen zoals het begon, w e e r net zo verliefd zijn... Ze bleef ook geloven dat deze tijd ooit w e e r terug z o u k o m e n . Ina is niet w e g g e g a a n bij Jasper. En het seksueel misbruik en de mishandelingen blijven doorgaan.
17
2.2 Casus seksueel geweld allochtone vrouw Ghislaine is een Marokkaanse v r o u w v a n 26 jaar, die met rugklachten bij de huisarts k o m t . H e t oudere nichtje v a n haar m a n , Haiat, is bij haar, omdat Ghislaine de Nederlandse taal n o g niet voldoende zou beheersen. A a n de arts vertelt Ghislaine dat zij sinds enkele m a a n d e n zo'n last heeft v a n haar rug, dat zij moeite heeft 's morgens haar b e d uit te k o m e n . Zelf vermoedt ze dat ze haar mg overbelast heeft en in. eerste instantie k o m t ze bij de dokter om pijnstillers te vragen. Nadat de dokter haar lichamelijk onderzocht heeft, constateert hij dat er met haar rug zelf niets aan de hand is. Vermoedelijk zijn de klachten van psychosomatische aard en hij verwijst haar dan o o k door naar het A l g e m e e n Maatschappelijk W e r k . Ghisliane en Haiat overleggen in het Marokkaans iets met elkaar, w a t de arts niet kan verstaan en uiteindelijk zegt Ghislaine dat zij hier over na zal denken. Het valt de arts op dat Ghislaine zichzelf heel goed verstaanbaar k a n maken, maar Haiat desondanks vaak het w o o r d voor haai" doet. Hij raadt Ghislaine ten zeerste aan om eens een gesprek te hebben met een maatschappelijk werker en geeft duidelijk aan dat hij lichamelijk niets kan vinden. Zes w e k e n laiter zet Ghisliane eindelijk de stap en belt het A M W , w a a r ze binnen twee w e k e n terecht kan. Ghislaine geeft aan de telefoon aan dat zij voorkeur heeft voor een vrouwelijke hulpverlener en in het intake gesprek maakt zij dan ook kennis met Ismée. O o k aan Ismée vertelt Ghislaine over haar rugklachten, die elke dag erger lijken te worden. Het is duidelijk aan haar te zien dat ze er zowel lichamelijk als geestelijk erg onder lijdt, wat ook de reden is dait ze uiteindelijk toch een afspraak heeft gemaatkt met het A M W . Ismée vraagt: naar de achtergrond v a n Ghislaine en Ghislaine vertelt in haar beste Nederlands dat ze acht jaiar geleden met Yassin getrouwd is, die al vamaf zijn j e u g d in Nederland w o o n t . Na in Marokko getrouwd te zijn, is zij naar Nederland geëmigreerd en binnen enkele m a a n d e n w a s zij al zwanger van hun eerste kindje. Inmiddels hebben Ghislaine en Yassin drie j o n g e Idnderen en is Ghislaine in verwachting van de vierde. Het valt Ismée op dat Ghislaine erg feitelijk vertelt over haar achtergrond en ze vraagt door op haar huwelijk, haar bezigheden en haar sociale netwerk. Ghislaine vertelt dat zij elke dag thuis is voor de kinderen en het huis schoonmaakt. Een groot deel van de familie van Yassin w o o n t in dezelfde flat en met n a m e zijn ouders en broer zijn elke dag bij Ghislaine en Yassin thuis. Ismée vraagt; w a t Ghislaine hiervan vindt, m a a r krijgt hierop geen duidelijk antwoord. Als zij naar het huwelijk met Yassin vraagt, begint Ghislaine opstandig in het Marokkaans te m o m p e l e n en ais Isméé vraagt w a t ze bedoelt, geeft Ghislaine als antwoord dat ze dit een zeer onbeschofte vraag vindt en niet w e n s t te antwoorden. W e l geeft ze aan een nieuwe afspraak te willen m a k e n voor een vervolggesprek.
18
Na vier gesprekken geeft Ismée aan dat zij Ghislaine niet verder kan helpen met haar rugklachten. De gesprekken stagneren zodra Ismée vraagt naar Yassin of zijn familie en het lukt Ismée niet om hier doorheen te k o m e n . Na overleg met een Marokkaanse collega is dit haar laatste troef om Ghislaine zover te krijgen dat ze durft te vertellen w a t haar precies dwars zit. T o t ha.ar verbazing reageert Ghislaine niet zoals verwacht, maar deze begint te huilen en smeekt Ismée bijna om de gesprekken voort te zetten. Het valt Ismée op dat Ghislaine een zeer onderdanige en afhankelijke houding aanneemt en als Ghislaine weer w a t tot rust gekomen is, vertelt ze haar w a t ze heeft gezien. Eindelijk vertelt Ghislaine meer over haar huwelijk en haar problemen die hierdoor ontstaan zijn. W e l geeft ze aan dat Ismée dit nooit aan iemand anders m a g vertellen, o m d a t zij de familie van Yassin ten schande maakt met haar verhaal. Ghislaine had Y a s s i n n o g nooit gezien voordat zij m e t h e m trouwde en in eerste instantie w a s zij heel erg gelukkig dat ze eindelijk ook w a s uitgehuwelijkt. Door met h e m te trouwen kon ze haar droom waarmaken; een m o o i huis, veel kinderen en gezelligheid en een m a n die van haar zou houden. Haar d r o o m leek uit te k o m e n , w a n t tussen haar en Yassin Mikte het heel goed en zij begon echt van h e m te houden. Beiden waren heel blij dat Ghislaine al zo snel zwanger w a s , maar toen het kindje geboren w e r d bleek het D o w n s y n d r o o m te hebben. Yassin schaamde zich naar zijn familie toe dat hij een "mismaakt" kind had gekregen en met n a m e zijn moeder gaf Ghislaine hier de schuld van. Zij zou gezondigd hebben en het "mismaakte" kind w a s hun straf. Yassin veranderde van een lieve m a n in een norse en teruggetrokken man, die Ghislaine zo veel mogelijk negeerde. Uit schuldgevoel probeerde zij alles voor h e m te doen en n a m ze de zorg voor hun kind compleet op zich. Het hielp echter niets. Yassin bleef zowel Ghislaine als h u n kind negeren en vertoonde almaar depressiever gedrag. De ouders v a n Yassin k w a m e n steeds vaker over de vloer en Ghislaine voelde zich niet langer één van hen. Het liefst zat zij aan het bedje van Ilias en zocht troost bij h e m door h e m te knuffelen en met h e m te spelen. Ondanks zijn handicap zag zij w e l w a t voor blij en lief kind zij en Yassin hadden gekregen, maar elke poging om dat aan Yassin te laten zien, liep op niets uit. Op de vraag van Ismée of Ghislaine misschien zelf een idee heeft hoe haar lichamelijke klachten ontstaan zijn, valt Ghislaine stil. Ismée vraagt door naar de andere kinderen en wil w e t e n hoe de situatie nu is tussen haar en Yassin. De andere twee kinderen, zijn gezond en krijgen van Yassin alles w a t zij maar willen. Ghislaine maakt zich hier ernstige zorgen, omdat zij ziet dat de kinderen steeds ontevredener en veeleisender w o r d e n , maar Yassin trekt zich weinig aan van w a t Ghislaine zegt. Ook trekt hij zich n o g steeds niets aan van Ilias en gaat hij nog altijd gebukt onder het schaamtegevoel naar zijn familie toe. In het volgende gesprek w a a g t Ismée naar het seksuele leven tussen Yassin en Ghislaine. Ismée ziet Ghislaine's houding veranderen, zij maakt zich letterlijk klein en antwoord niet op de w a a g .
19
Ismée v e r m o e d d e ad. langer dat daar de hoofdoorzaak z o u kunnen liggen van Ghislaine's depressiviteit en zij legt deze hypothese aan Ghislaine voor. Het blijft lang stil voor Ghislaine uiteindelijk antwoord geeft. Na de geboorte v a n Ilias wilde Yassin de eerste maanden niets van Ghislaine weten en w a s er geen enkel seksueel contact meer. Maar op een nacht beval hij haar een gezond kind op de wereld te zetten, een kind w a a r o p hij als vader trots kon zijn en w a a r m e e hij zijn familie niet langer te schande maakte. Al zijn opgekropte frustratie en pijn om hun gehandicapte kind k w a m er deze nacht uit, maar ook de w o e d e naar Ghislaine toe. Dit resulteerde in een verkrachting, w a a r n a Ghislaine tot haar grote schrik ook nog zwanger bleek te zijn. Zij wilde de verkrachting het liefste meteen vergeten en probeerde het goed te praten voor zichzelf, zelfs te begrijpen. Ze h a d Yassin ook teleurgesteld door Ilias op de wereld te zetten, dus hij h a d het volste recht om haar niet langer goed te behandelen. Het had n o g veel erger kunnen zijn...hij zou haar ook kunnen slaan, of - erger nog- van haar kunnen scheiden. Maar de verkrachting vergeten lukte Ghislaine niet en het werd haar nog moeilijker gemaakt, doordat zij na die nacht niet meer in staat bleek om vrijwillig met Y a s s i n te vrijen. Steeds als hij ha.ar aanraakte, herbeleefde zij de bewuste nacht weer, wat er voor zorgde dat haar lijf op slot leek te gaan. De verkrachtingen blijven zich herhalen en Ghislaine raakt steeds depressiever. Ze probeert te verklaren w a t er gebeurt, het te bagatelliseren, het als ^normaaT te beschouwen - hij heeft i m m e r s recht op seks met haar...ze is zijn v r o u w - maar haar lijf werkt heftig tegen en de rugklachten verergeren. Een uitweg ziet ze niet. Scheiden is geen optie, w a n t ze kan nergens heen; haar sociale netwerk bestaat uit Y a s s i n ' s familie en ze heeft geen g;eld om haar kinderen en zichzelf te kunnen onderhouden. Ismée en Ghislaine maken een nieuwe afspraak en Ismée n e e m t zich stellig voor om met Ghislaine te gaan zoeken naar de mogelijkheden om het misbruik te stoppen. Zij zal zich verdiepen in de Marokkaanse cultuur en Ghislaine in het volgende gesprek een aantal mogelijkheden voorleggen. Maar de w e e k erop is Ghislaine er om twee uur niet, en om half drie n o g steeds niet. Ismée kan haar niet bellen, omdat haar familie niet w e e t dat ze een hulpverlener bezoekt en dus kan ze enkel afwachten en hopen dat Ghislaine alsnog komt opdagen. Ze k o m t niet.
20
Hoofdstuk 3: R e d e n e n tot zwijgen Veel vrouwen die met seksueel geweld te maken hebben (gehad) houden dit voor zichzelf. Er zijn uiteenlopende redenen voor deze vrouwen om over het misbruik te zwijgen en deze redenen worden in dit hoofdstuk naar voren gebracht.
3.1 Redenen tot zwijgen voor de autochtone vrouw 'In NederlandSl w o r d e n jaarlijks ten minste 200 000 v r o u w e n tussen de 20 en 60 j a a r slachtoffer van (seksueel) huiselijk geweld, van w i e 50 000 zeer ernstig. Naar schatting 1.25 miljoen Nederlandse v r o u w e n hebben 'ooit' te m a k e n gehad met geestelijke, lichamelijke of seksuele mishandeling. V a n de ondervraagden w a r e n 280 000 er 'ernstig tot zeer ernstig' aan toe. Desondanks doet slechts een kleine 10% van de slachtoffers aangifte bij de politie Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie ( W H O ) worden 1 op 4 vrouwen minstens eenmaal in hun leven geconfronteerd met seksueel geweld vanwege hun p a r t n e r . ' 10
In de westerse cultuur wordt veel w a a r d e gehecht aan het oplossen van eigen problemen. I e m a n d die naar een hulpverlener stapt, of dat nu een maatschappelijk werker of een psychiater is, heeft vaak het idee "zwalc" te zijn, of door z i j n / h a a r o m g e v i n g als "gek" bestempelt te worden. Veelal denken mensen dat zij zelf of met behulp v a n h u n sociale netwerk h u n problemen kunnen oplossen. Een veel v o o r k o m e n d e reden om uiteindelijk w e l bij een hulpverlener terecht te k o m e n , is doorverwijzing via de huisarts. Het blijkt makkelijker om voor een somatische klacht professionele hulp te zoeken dan voor een psychische klacht. W a n n e e r de huisarts geen lichamelijke oorzaak kan vinden en vermoedt dat de klacht v a n de patiënte v a n psychosomatische aard is, kam hij haar naar verschillende instanties doorverwijzen. Onderzoek wijst uit dat misbruikte v r o u w e n die zich aanmelden bij instellingen voor hulpverlening, dit vaak doen m e t psychosomatische, sociale o f relationele problemen. V r o u w e n die binnen h u n huwelijk (seksueel) mishandelt worden, zoeken vaak pas hulp, en denken eraan hun m a n te verlaten, wanneer de m a n gewelddadig wordt naar de kinderen, of wanneer ze het gevoel heeft dat zijn gedrag schadelijk kan zijn voor de kinderen. Pas dan voelt ze zich in haar handelen gelegitimeerd. Het is een taak voor de hulpverlener om te onderzoeken, of de klachten van een cliënt samenhangen met ervaringen van seksueel geweld. Cliënten weten zelf niet altijd waardoor hun klachten veroorzaakt worden en w a n n e e r zij zich w e l bewust zijn van de oorzaak v a n h u n klachten, praten zij vaak moeilijk over het seksueel misbruik. Een seksueel misbruikte vrouw kan zich belemmert voelen door het taboe dat n o g altijd op seksueel misbruik rust. Veel vrouwen schamen zich voor w a t hen 11
r
11
http://www.aivl.beMe^ Stichting tegen haar wil, Hulp geboden na seksueel geweld, blz 45
21
12
overkomt of zij voelen zich schuldig over het misbruik Zij zijn vaak bang om afgewezen te w o r d e n of veroordeeld te w o r d e n . Daar komt bij dat v r o u w e n die door hun partner misbruikt w o r d e n zich loyaal voelen aan de pleger ; hij is naast pleger ook haar partner. Zij zal zich proberen vast te h o u d e n aan de goede m o m e n t e n e n / o f herinneringen. Vaak is het zo dat door over het misbruik te vertellen aan derden, de ernst ervan ook voor het slachtoffer zélf reëel wordt. 1 3
Vrouwen hebben over het algemeen een grotere bereidheid tot investering in een relatie dan mannen. Een gevolg daarvan is dat vrouwen een grotere verantwoordelijkheid op zich n e m e n voor het slagen van de opvoeding van de kinderen en de relatie met de partner. Vanuit hun opvoeding hebben vrouwen vaak geleerd dat zij verantwoordelijk zijn voor de relatie. Voor misbruikte w o u w e n geldt dat zij alles doen om het seksuele geweld in h u n relatie te voorkomen. V a a k hebben zij het idee er iets aan te kunnen doen en nemen zij een deel of de gehele verantwoordelijkheid o p zich. Uit liefde kunnen sommige v r o u w e n seksuele mishandeling door de partner doorstaan, omdat liefde in verband w o r d t gebracht met seksuele beschikbaarheid v a n vrouwen; h u n "verplichte" antwoord op de uiting v a n liefde v a n hun partners. De druk van de maatschappelijke n o r m speelt bovendien m e e : het is goed voor kinderen om twee ouders te hebben. Het gevolg van het doorbreken van h u n stilzwijgen kan tegen deze n o r m ingaan, doordat het risico bestaat dat het gevolg een echtscheiding inhoudt. Er bestaat een grote k a n s dat de misbruikte v r o u w excuses voor het gedrag v a n haar partner zoekt en het misbruik bagatelliseert. V e e l v r o u w e n m a k e n voor zichzelf onderscheid tussen "écht misbruik" en "geaccepteerd misbruik" en zoeken vaak de reden v a n het misbruik in externe factoren als een verslaving. V e e l v r o u w e n blijven bovendien hoop houden dat het misbruik vanzelf ophoudt. Ze blijven er van uitgaan dat de relatie op zichzelf goed is en het misbruik slechts een negatief, incidenteel onderdeel is. 14
De angst voor de gevolgen van het vertellen v a n het geheim kan heel groot zijn. V r o u w e n voelen zich naarmate het misbruik langer duurt steeds sterker in de relatie gevangen, verliezen hun zelfvertrouwen en voelen zich minder in staat tot zelfstandig handelen. Deze gevoelsreacties leiden tot een groeiende hopeloosheid; de angst om w e g te gaan, maar ook angst om te blijven. Deze w o u w e n zitten klem door het weinige vertrouwen in zichzelf. Behalve de mogelijke consequenties voor de dader en voor henzelf, vrezen veel v r o u w e n de gevolgen die de bekendwording v a n het seksueel geweld kan hebben voor overige familieleden. Een extra hoge drempel kan ervaren w o r d e n als er kinderen bij betrokken zijn. A l s de cliënte vertelt w a t er speelt kan het gevoel meespelen dat zij behalve haar partner, ó ó k de vader v a n haar kinderen verraadt. Stichting tegen haar wil, Hulp geboden na seksueel geweld, blz 44 Stichting tegen haar wil, Hulp geboden na seksueel geweld, blz 36 Stichting tegen haar wil, Hulp geboden na seksueel geweld, blz 29
22
Veel slachtoffers hebben weinig vertrouwen in de hulpverlening. Niemand kan hen de garantie geven dat professionele hulp wel een uitweg biedt en het risico is vaak: te groot om de proef op de som te nemen. O o k al hebben hulpverleners een beroepsgeheim, het risico op ontdekking door de buitenwereld wordt groter naarmate meer m e n s e n van het misbruik op de hoogte zijn. Bij misbruik door eigen partner, is de kans op represailles groot. A l s de v r o u w stappen tegen de dader heeft ondernomen, of het geheim heeft onthuld, kan dit voor de pleger reden zijn tot meer e n / o f ernstiger misbruik. Met deze "belofte" kan het slachtoffer onder druk zijn gezet haar m o n d dicht te houden. W a n n e e r er kinderen bij betrokken zijn, maakt dit haar n o g kwetsbaarder; haar partner kan. i m m e r s ook wraak nemen middels h a a r / h u n kinderen. Ook praktische problemen als huisvesting en financiële gevolgen kunnen een rol spelen in het besluit het zwijgen te d o o r b r e k e n . E e n v r o u w die een eigen inkomen heeft en een sociaal netwerk heeft om op terug te k u n n e n vallen, zal sneller de stap zetten naar hulp, dan een v r o u w die ook in deze opzichten afhankelijk is van de pleger. Een andere reden om het seksueel geweld binnen haar relatie te ontkennen, kan liggen in de angst voor eigen e m o t i e s . Niet zelden zijn de emoties voor langere tijd ontkend en onderdrukt en weet de v r o u w niet w a t haar te w a c h t e n staat, als zij zichzelf eenmaal verdriet toestaat. Zij behoudt controle door deze emoties te onderdrukken en is bang de controle te verliezen, wanneer zij over de gebeurtenissen zal vertellen. A l s het verdriet eenmaal "vrij komt" is er v a a k geen w e g terug en kan het slachtoffer overspoeld w o r d e n door haar eigen emoties. Gevoelens van angst, pijn, verdriet en w o e d e k u n n e n als heel heftig ervaren worden. O o k over de reactie v a n de hulpverlener heeft de cliënte geen controle. Veel cliënten vrezen voor afwijzing, ongeloof of onbegrip. M e t n a m e om defze reden is de eerste fase van de hulpverlening de t e s t f a s e ' . In dit stadium probeert de cliënt uit te vinden of zij de hulpverlening w e l aan wil én kan gaan. Zij zoekt vooral de bevestiging van vertrouwen, voordat zij haar verhaal zal durven doen. Zo kan zij vragen naar de achtergrond of de kwalificaties van de hulpverlener. O o k is het mogelijk dat ze hulpverlener uittest door h e m of haar te schokkeren met een (verzonnen) verhaal. A l s de hulpverlener deze "testfase" heeft doorstaan, is er een grotere kans dat de cliënt haar zwijgen zal doorbreken en écht openstaat voor professionele hulp. 1 5
1
16
17
18
15
16 17
18
Stichting tegen haar wil, Hulp geboden na seksueel geweld, blz 36 Stichting tegen haar wil, Hulp geboden na seksueel geweld, blz 35 Stichting tegen haar wil, Hulp geboden na seksueel geweld, blz 82 Stichting tegen haar wil, Hulp geboden na seksueel geweld, blz 68
3.2 Redenen tot zwijgen van de allochtone vrouw Praten over seksueel geweld is voor alle slachtoffers moeilijk. Het misbruik zelf en de problemen die daaruit voortvloeien zijn lange tijd door de samenleving ontkend of gebagatelliseerd. V r o u w e n zwijgen vaak lang over het geweld w a t hen is aangedaan. Dat heeft te m a k e n met schaamte- en schuldgevoelens over w a t er is gebeurd en met de angst voor de consequenties. Loyaliteitsgevoelens met de dader, zeker w a n n e e r het om een n a u w e verwant of partner gaat, vormen voor elk slachtoffer een belemmering om over seksueel geweld te praten. Voor zwarte en migrantenvrouwen in een witte samenleving kan daar nog een dimensie bijkomen. De "wij-cultuur", die onderlinge solidariteit h o o g in het vaandel heeft staan, kan v r o u w e n ervan w e e r h o u d e n hulp te vragen bij seksueel misbruik binnen het huwelijk of relatie. O o k de "eer en schande-cultuur" w o r d t in dit verband genoemd: W a n n e e r de eer v a n de gemeenschap/familie n a u w verbonden is met het gedrag van de leden, kan door het bekend worden van seksueel misbruik de goede n a a m van de gehele gemeenschap worden "bezoedeld" en aangetast. Voor veel zwarte en migrantenvrouwen geldt dat zij in Nederland weinig familieleden en vrienden hebben waar zij op terug k u n n e n vallen. Door de migratie is het sociale netwerk, waarvan m e n in het land van herkomst deel uitmaakte, grotendeels weggevallen. V a a k ontbreekt het ook aan andere mogelijke vertrouwenspersonen aan w i e allochtone w o u w e n een dergelijke beladen problematiek zouden durven toevertrouwen. Er zijn vele belemmeringen voor allochtone v r o u w e n dm zich bij de reguliere hulpverlening aan te melden. Zoals de toegankelijkheid van de reguliere hulpverlening, de structuur van de geestelijke gezondheidszorg en het ontbreken van hulpverlening in de eigen taal. 19
Onbekendheid met de hulpverleningsmogelijkheden en m e t het beroepsgeheim van hulpverleners, w e r p e n extra barrières op voor seksueel misbruikte zwarte en migrantenvrouwen. Niet weten w a t de consequenties zijn van het doorbreken van het zwijgen over seksuele geweldservaringen, draaLgt ertoe bij dat v r o u w e n er maar helemaal niet meer over praten. O o k sociale controle en de angst voor roddel zijn hierop van invloed. De angst dat anderen op de hoogte zullen raken, is van grote invloed op het zwijgen tegenover hulpverleensters en artsen met w i e de v r o u w e n in aanraking k o m e n . De amgst dat dergelijke vertrouwelijke informatie via via toch b e k e n d wordt in de eigen groep is groot.
Aanen, H. (1994) De Blik naar buiten:signaleren en bespreekbaar maken van seksueel geweld van allochtone vrouwen en meisjes. Utrecht: Medusa. Blz. 77 e.v.
24
Er zijn geen duidelijke cijfers betreffende het aantal allochtone slachtoffers v a n seksueel geweld. Onder de allochtone slachtoffers wordt verstaan: de Antilliaanse, Marokkaanse, Surinaamse en T u r k s e vrouw. Er is te weinig onderzoek gedaan. De reden hiervoor is, dat het taboe op seksueel geweld onder allochtonen groter is dan bij de autochtone bevolking v a n Nederland. Daarnaast zijn de definities van w a t seksueel geweld is per bevolkingsgroep v a a k verschillend. Zo zien sommige allochtone bevolkingsgroepen gedwongen seks binnen een relatie niet als seksueel geweld. Het aantal allochtonen dat zegt dat seksueel geweld binnen het gezin hen ooit is overkomen is klein. Opgemerkt kan w o r d e n dat alle voorvallen onder de allochtonen minder v a a k w o r d e n b e n o e m d dan onder de autochtonen. De sterkste verschillen vinden we bij T u r k e n en Marokkanen, gevolgd door Surinamers, Antillianen en Arubanen. 3 0 % v a n de autochtone w o u w e n zegt slachtoffer te zijn v a n seksueel geweld binnen huiselijke lering, terwijl 8% v a n de allochtone w o u w e n slachtoffer zegt te zijn. Uit cijfers blijkt ook, dat het taboe van seksueel geweld onder allochtonen onderling erg aanwezig is. Het percentage allochtonen dat zegt iemand te kennen die m e t seksueel geweld te m a k e n heeft gehad, is duidelijk kleiner dan bij de autochtonen. O o k onderling wordt er weinig over dit onderwerp gesproken. Dit is ook t e zien i n onderstaande tabel. 20
Kent u één of meer personen, die... (in %) te maken gehad met seks.aanraking Bedreigd tot ongewenste seks.toenadering Gedwongen tot seks. handelingen Geconfronteerd met blote geslachtsdelen gedwongen zijn tot geslachtsgemeenschap
antillianen
Marokkanen
Surinamers Turken
Allochtonen
autochtonen
19
10
12
6
11
29
#
#
#
#
#
#
16
9
12
5
10
23
15
7
10
3
8
18
16
9
14
4
10
17
Uit bovenstaande tabel kan w o r d e n geconcludeerd dat van de allochtone w o u w e n bij de Antilliaanse w o u w seksueel misbruik het meest voorkomt, gevolgd door de Surinamers, M a r o k k a n e n en Turken. Daarnaast zijn de cijfers v a n autochtonen hoger. Wij v e r m o e d e n dat dit komt, doordat autochtone v r o u w e n een ongewenste handeling eerder ails seksueel misbruik b e n o e m e n en deze groep het misbruik bovendien kenbaar maakt.
Hulppagina Seksueel geweld Blue Balloons 2004 https://www.seksueelgeweld.nl/lin^
25
3.3 Conclusie: Naar voren is g e k o m e n dat de autochtone v r o u w het eerder aangeeft w a n n e e r er bij haar spraike is v a n seksueel misbruik binnen haar relatie. Zij durft hier eerder over te praten. Het taboe seksualiteit is bij de autochtone v r o u w o o k kleiner. De allochtone v r o u w zwijgt meer, omdat zij deel uitmaakt v a n een schandecultuur. Dit is met n a m e het geval bij de v r o u w uit de mediterrane gebieden. Er wordt door deze groep w o u w e n meer w a a r d e gehecht aan de solidariteit naar de m a n toe, dan voor zich zelf op te k o m e n en dus hulp te zoeken. Daarnaast is de interpretatie van seksueel misbruik bij de allochtone v r o u w anders dan bij de autochtone vrouw. Zo kan aanraken bij de autochtone v r o u w al als seksueel misbruik w o r d e n ervaren, terwijl de allochtone v r o u w over het algemeen pas de geslachtsgemeenschap zelf als misbruik ziet.
26
Hoofdstuk 4: Databaseverzameling
4.1 Verantwoording databaseverzameling In dit hoofdstuk beschrijven wij hoe wij ons onderzoek hebben gedaan en waarom we voor deze optie hebben gekozen. Ook benoemen we de organisaties die ons hun medewerking hebben verleend. Bijlage 1 bevat de enquête. We hebben gekozen voor onderzoek door middel van een enquête, omdat we verwachtten hiermee snel resultaat te boeken. Daarnaast zijn we ons bewust van het beladen onderwerp en een enquête kan anoniem w o r d e n ingevuld, waardoor we meer reactie verwachtten dan bij bijvoorbeeld een interview. De relatie tussen de vraagstelling en ons onderzoek leggen wij hieronder uit: V r a a g één, waarin wij vragen naar de leeftijd v a n de cliënt, is bedoeld om te beoordelen of de antwoorden m e e konden worden genomen in ons onderzoek, aangezien ons onderzoek vrouwen tussen de 25 en 40 j a a r betreft. De vraag of de cliënte nog samen is met de partner die haar rrüsbruikt(e) vonden wij belangrijk, om te kunnen zien of een v r o u w hulp kan en wil zoeken op het m o m e n t dat zij n o g samen met de pleger is, of dat vrouwen over het algemeen pas na de relatie hulp zoeken bij de verwerking. Op het m o m e n t dat de cliënte n o g samen is met de pleger, kunnen de redenen om hulp te zoeken verder uiteen liggen, bijvoorbeeld om de relatie te redden, of leren meer voor zichzelf op te komen. Dit verschil vonden wij interessant. Vraag drie, vier en vijf, hebben wij gesteld om een beeld te krijgen v a n de o m v a n g van het misbruik. Door middel van deze vraag, wilden wij erachter k o m e n hoe lang het misbruik gemiddeld duurt en hoe zwaar het misbruik m o e t zijn, voordat een slachtoffer professionele hulp zoekt. De daaropvolgende vraag vonden wij van belang, om een beeld te krijgen van de druk op zwijgen van de vrouw. In hoofdstuk drie hebben we hier reeds aandacht aan besteedt, omdat wij vermoed(d)en dat deze druk heel groot is voor het slachtoffer. V r a a g zeven h e b b e n we in de enquête verwerkt, o m d a t wij graag wilden kunnen beoordelen wat voor reden een cliënte (uiteindelijk) heeft, om professionele hulp te gaan zoeken. T o t slot gaan vraag acht tot en met elf over de hulpverlening zelf, om een beeld te scheppen van het soort hulp en eventuele verbeterpunten in de hulpverlening. Aam de hand hiervan hebben wij conclusies kunnen trekken en aanbevelingen kunnen geven in het laatste hoofdstuk van deze scriptie.
O n s idee w a s om slachtoffers v a n seksueel misbruik te benaderen en hen zelf de enquêtes in te laten vullen. Hiervoor hebben we een aantal sites bezocht en onze enquête achtergelaten. We hebben hier echter geen enkele reactie op gehad. Bij veel sites w a s het ook niet mogelijk om een enquête achter te laten; er w a r e n o.a.
27
codes nodig om in te loggen, of de toegang w e r d ons simpelweg ontzegd. De reden hiervan w a s discretie naar de slachtoffers vain seksueel misbruik. Vervolgens hebben we instellingen gezocht die slachtoffers van seksueel misbruik behandelen en een aantal hulpverleners verzocht de enquêtes af te n e m e n bij hun cliënten. Het steevaste antwoord hierop w a s afwijzend, omdat het te veel tijd in beslag zou n e m e n en hun contaict met de cliënten andere prioriteiten had. Daarna hebben we de enquête gewijzigd in vragen aan de hulpverleners zelf óver de cliënten. Dit bleek iets makkelijker; we hebben ongeveer 20 enquêtes gestuurd waarvan er acht ingevuld zijn teruggestuurd. De instellingen die geantwoord hebben, zijn cursief gedrukt. De volgende instellingen hebben we benaderd: - Pharos Utrecht; behandelt hulpvragen van allochtone vrouwen Vluchtelingenwerk Schalkhaar; houdt zich bezig met begeleiding en asielprocedures van allochtonen - Vluchtelingenwerk Nederland; houdt zich bezig met begeleiding en asielprocedures v a n allochtonen - Blijf vain mijn Lijf Zeeland; vangt v r o u w e n op die o.a. seksueel misbruikt zijn - Movisie; geeft o.a. advies aan mensen die te maken hebben met huislijk- en seksueel geweld - Tegen haar wil; biedt telefonische hulp aan slachtoffers van seksueel geweld - V r o u w e n o p v a n g Amsterdam; biedt preventie, opvang en ambulante hulp bij huiselijk geweld - T e g e n haar W i l welzijnswerk Hoogeveen; biedt telefonische hulp aan slachtoffers v a n geweld - Stichting Petra; biedt psychosociale hulp aan vrouwen die te maken hebben (gehad) met (seksueel) geweld - G G D A m s t e r d a m onderdeel steunpunt seksueel geweld; heeft als doel bestrijding en preventie van seksueel geweld en verbetering v a n hulpverlening na seksueel geweld - Psychologenpraktijk Dronten; is gespecialiseerd in de hulpverlening aan slachtoffers van seksueel geweld - Praktijk voor traumabehandeling en eerstelijns psychologie; behandelt cliënten m e t seksuele problemen en traumatische ervaringen - Stichting vrouwentelefoon Groningen; biedt vrouwen hulp met verschillende vragen/problemen - Drs. Marjon Volkers Amsterdam; seksuoloog en psycholoog - Pastoraal C e n t r u m Hezenberg; biedt hulp aan o.a. mensen die k a m p e n met psychische problemen n.a.v. seksueel geweld - Geweld achter de voordeur; biedt hulp bij huiselijk geweld, houdt zich o.a bezig met wet- en regelgeving - Advies - e n meldpunt een veilig huis; geeft advies aian slachtoffer van o.a. seksueel geweld en hun en hun netwerk - Fiom 2^wolle; biedt hulp aan o.a. v r o u w e n die te m a k e n hebben (gehad) met seksueel geweld middels individuele- e n / o f groepstherapie Vrouwenopvang Utrecht; biedt o.a. telefonische hulpverlening, crisisopvang en vervolgopvang
28
-
Stichting blauwe maan; steunpunt slachtoffers van seksueel misbruik geeft telefonische hulp, kortdurende hulpverlening en lotgenotengroepen
4.2 Conclusie: Het onderwerp is te gevoelig voor de slachtoffers zelf om mee te w i l l e n / k u n n e n werken aan een anoniem verzoek van informatieverzameling. Verder willen e n / o f k u n n e n instellingen weinig medewerking verlenen e n aangaven veel v a n dit verzoeken te krijgen en te weinig tijd te hebben om m e e te werken. Daarnaast h e b b e n veel slachtoffers/instellingen helemaal geen reactie gegeven. W a t ons tot slot opviel, is dat veel emailadressen v a n stichtingen die op internet te vinden zijn niet actueel zijn. De resultaten van het onderzoek beschrijven we in hoofdstuk 5.
29
Hoofdstuk 5 : Resultaat v a n ons onderzoek
5.1 Verwerking van de gegevens mm de enquête over de autochtone en allochtone vrouw die worden/zijn misbruikt binnen hun relatie In dit voorlaatste hoofdstuk geven wij de resultaten van de enquête weer in procenten. Tot slot verbinden wij hier een conclusie aan, welke in hoofdstuk 6 beschreven is. 1) W a t is de gemiddelde leeftijd v a n de cliënt? A - 2 0 jaar B 21-30 j a a r C 31-40 j a a r D 41-50 j a a r Resultaat autochtone cliënt: 38% antwoordde met antwoord B, 50% antwoordde met antwoord C en 12% antwoordde met antwoord D. Antwoord A werd geen enkele keer genoemd. Resultaat allochtone cliënt: 50% antwoordde B, 25% antwoordde C, 25% antwoordde D. Antwoord A werd niet genoemd. Aan de hand van deze antwoorden kunnen we concluderen dat de hulpverleners geen vrouwen van jonger dan twintig jaar hebben behandeld. De meeste autochtone vrouwen die hulp zoeken zijn tussen de 31 en 40 jaar, terwijl de meeste allochtone vrouwen tussen de 21-30 jaar zijn. De autochtone vrouwen zijn dus gemiddeld jonger wanneer zij hulp zoeken.
2) Is de gemiddelde cliënt nog samen m e t de partner die haar seksueel misbruikt (heeft)? Aja B nee Resultaat autochtone cliënt: 25% antwoordde met antwoord A en 75% antwoordde met antwoord B. Resultaat allochtone cliënt: 12% antwoordde met antwoord A en 88% antwoordde met antwoord B. Voor zowel de autochtone vrouw als de allochtone vrouw geldt, dat zij over het algemeen genomen al weg zijn bij hun partner op het moment dat zij hulp zoeken. De reden hiervan kan zijn dat er angst is tegenover de partner om het zwijgen te doorbreken, of hoop dat het misbruik zal ophouden.
30
3) Hoe lang heeft het misbruik g e d u u r d / d u u r t het misbruik bij de g e m . cliënt? A - 1 jaar B 2-5 j a a r C 6-10 jaar D 11+jaar Resultaat autochtone vrouw: 12% antwoordde met B, 50% antwoordde met C, 28% antwoordde met D. Antwoord A werd niet genoemd. Resultaat allochtone cliënt: 25% antwoordde met antwoord B, 50% antwoordde met antwoord C en 25% met antwoord D. Antwoord A werd niet genoemd. Bij beide doelgroepen komt naar voren dat het misbruik minimaal twee jaar heeft geduurd. Tevens geldt voor beide groepen dat het misbruik het vaakst tussen de zes en de Hen jaar duurt. m
Autochtoon A
3
1SBHHI i
c
WS •
0
38%
4) Hoe omschrijft de gem. cliënt het misbruik? A heel zwaar B zwaar C minder z w a a r Resultaat autochtone cliënt: 25% antwoordde met antwoord A, 50% antwoordde met antwoord B en 25% antwoordde met antwoord C Resultaat allochtone cliënt: 75% antwoordde met antwoord A, 25% antwoordde met B. Antwoord C werd niet genoemd. In deze antwoorden komen duidelijke verschillen naar voren tussen de autochtone en de allochtone cliënt: 25% van de autochtone vrouw noemt het misbruik heel zwaar, tegenover 75% van de allochtone vrouw. Hieruit kunnen we de conclusie trekken dat allochtone vrouwen over het algemeen pas hulp zoeken op het moment dat het misbruik als 'heel zwaar' wordt ervaren, terwijl de autochtone vrouw "aThulp zoekt als het misbruik als gemiddeld zwaar wordt ervaren.
31
5) Hoe vaak k w a m / k o m t het misbruik voor bij de g e m . cliënt? A dagelijks B wekelijks C maandelijks D minder v a a k Resultaat autochtone cliënt: 38 % antwoordde met antwoord B, 37 % antwoordde met C, 25 % antwoordde met antwoord D. Antwoord A werd niet genoemd Resultaat allochtone cliënt: 38% antwoordde met antwoord B en 62% antwoordde met C. Zowel antwoord A als D werd niet genoemd. Bij geen van beide groepen komt het misbruik dagelijks voor. Bij de autochtone vrouw komt het misbruik vooral wekelijks a maandelijks voor, bij de allochtone vrouw werd aangegeven dat het misbruik vooral maandelijks voorkomt. MV-.'-'.t"-'-:,».
A
B
38% JilBBBÉJi
€
D
37% 2
%$5
6)Heeft de g e m . cliënt met personen buiten het gezin over het misbruik gesproken? Aja B nee Resultaat autochtone cliënt: 12% antwoordde met antwoord A, 88% antwoordde met antwoord B Resultaat allochtone cliënt: 12% antwoordde met antwoord A en 88 % antwoordde met antwoord B Beide doelgroepen zwijgen over het algemeen over dit onderwerp. De hulpverlener is vaak de eerste persoon die te horen krijgt over het seksueel misbruik. Wij vermoeden dat dit komt, doordat er nog altijd een taboe op dit onderwerp heerst.
32
7) W a t is voor de g e m . cliënt de reden geweest om professionele hulp te zoeken? Meerdere antwoorden zijn mogelijk. A lichamelijke klachten B depressiviteit C haar verhaal kwijt te kunnen en advies te vragen D m e t mensen te praten die hetzelfde is overkomen Resultaat autochtone cliënt: Antwoord A werd met 25% beantwoordt, antwoord B met 62%, antwoord C met 75% en antwoord D met 12%. Resultaat allochtone cliënt: 50% antwoordde met antwoord A, 50% antwoordde met antwoord B, 25% antwoordde met antwoord C, 12% antwoordde met antwoord D Veel hulpverleners vulden meerdere antwoorden in op deze vraag. Bij beide doelgroepen komt naar voren dat het seksueel misbruik van de vrouwen depressiviteit met zich mee brengt, gezien bij beiden het percentage hoog ligt. De autochtone vrouw wil daarnaast meer haar verhaal kwijt dan de autochtone vrouw. Uit de resultaten kan worden opgemerkt dat praten met mensen die hetzelfde is overkomen niet gewild is door beide doelgroepen. A
7
C
§
•
63%
i ^ ^ ^
D
?#%
8) W e l k e v o r m v a n hulp heeft de cliënt gekregen of welke v o r m is haar aangeraden middels bijvoorbeeld doorverwijzing? A gesprekken m e t maatschappelijk werker B gesprekken niet psycholoog/psychiater C intramurale hulpverlening D gesprekken middels zelfhulpgroepen E anders, namelijk... Resultaat autochtone cliënt: 63% antwoordde op A, 25% antwoordde op antwoord B en 12 % antwoordde op D. Antwoord C enE werden niet genoemd.
33
Resultaat allochtone cliënt: 75% antwoordde met antwoord A, 25% antwoordde met antwoord B. Antwoord C, DenE werden niet genoemd. Beide doelgroepen zouden bij seksueel misbruik het eerst een maatschappelijk werker raadplegen. Gevolgd door gesprekken bij de psycholoog/psychiater. Ook komt bij beiden naar voren dat zij niet open staan voor intramurale hulpverlening. • A
— n 1
B
c
D
E
63%
S
12% |
9) Hoe heeft de g e m . client de geboden hulp ervairen? A zeer positief B voldoende C matig D slecht Resultaat: 38 % antwoordde met A, 50% met antwoord B en 12% met antwoord C. Antwoord D werd niet genoemd. Resultaat allochtone cliënt: 50% antwoordde met antwoord A, 50 % antwoordde met antwoord B, antwoord C en D werden niet genoemd Naar voren komt dat zowel de allochtone vrouw als de autochtone vrouw gemiddeld gezien tevreden is met de hulp. De autochtone vrouw geeft iets vaker kritiek op de geboden hulp.
10) W a t wordt m e t nanae in de hulp als positief ervaren? A de tijd en het geduld voor de cliënt B het begrip v a n de hulpverlener C adequaat advies v a n de hulpverlener D eventuele verwijzing naar andere hulp E anders,namelijk.... Resultaat autochtone cliënt: Antwoord A werd met 12% beantwoordt, antwoord B met 50% en antwoord C met 38%. Antwoord D en E werden beiden niet genoemd.
34
Resultaat allochtone cliënt: 12% antwoordde met antwoord A, 50% antwoordde met antwoord B, 25% antwoordde met antwoord C en 13% antwoordde met antwoord D. Antwoord E werd niet genoemd. Uit deze antwoorden komt naar voren dat met name begrip belangrijk wordt gevonden, gevolgd door advies. Dit geldt voor beide groepen. * Autochtoon WmSSÊ: i A
B
1
D
c
E
3**0% I
pS5T 10
BEE3I
11) W a t wordt m e t name als minder positief ervaren? A de gesprekken m e t de hulpverlener B de frequentie v a n de hulpverlening C de wachttijd v o o r het starten van de hulpverlening D anders, namelijk... Resultaat autochtone cliënt: 38% antwoordde met C en 62% antwoordde met D. Antwoorden AenB werden niet genoemd Resultaat allochtone cliënt: 50 % antwoordde met antwoord B en 50% antwoordde met antwoord C. De antwoorden AenD werden niet genoemd. Uit de gegeven antwoorden kunnen we vrijwel geen conclusie trekken met betrekking tot onze vraagstelling. De vraag werd door veel hulpverleners niet goed begrepen; 'minder positief werd over het algeheel gezien, in plaats van over de hulpverlening zélf. De conclusie die we dus wel kunnen trekken, is dat onze vraagstelling duidelijker geformuleerd had moeten worden. A
B
D
e
E
62% 33%
L^;, J
11
35
Hoofdstuk 6:
Conclusie van de resultaten uit hoofdstuk 5. Onze vraagstelling is: W e l k e signalen zendt een vrouwelijke cliënt uit die binnen haar huwelijk seksueel w o r d t misbruikt? De conclusie die we kunnen trekken aan de hand van de vragen en antwoorden in hoofdstuk vijf, is dat er essentiële vragen ontbreken om een antwoord te k u n n e n formuleren op onze vraagstelling. Vragen als "welke signalen zendt een cliënte uit die seksueel misbruikt w o r d t ? ' ontbreken. De oorzaak hiervan is gelegen in het feit dat de enquête in eerste instantie voor de cliënt zelf bedoeld w a s . Vragen over de signalen zouden hierin niet gepast zijn, omdat een slachtoffer zich vaak niet bewust is van de signalen die zij zelf afgeeft en het signaleren bovendien een taak van de hulpverlener is. W e l hebben we veel inzicht gekregen door de antwoorden op onder andere de duur en de ernst van het misbruik, voordat een v r o u w eindelijk hulp gaat zoeken. Wij v o n d e n het vooral opvallend dat de meeste w o u w e n reeds w e g zijn bij h u n partner, op het m o m e n t dat zij professionele hulp zoekt. Naar ons idee m o e t het slachtoffer van seksueel misbruik een drempel over, voordat zij hulp kan en wil aannemen. Doordat de vragen door de hulpverleners zelf zijn ingevuld, vinden we het lastig om uit de vraag of de hulp als positief is ervaren een conclusie te kunnen trekken. We v e r m o e d e n dat veel cliënten het niet als zodanig b e n o e m e n , wanneer zij iets anders of meer v a n de hulp hadden verwacht. W a s deze vraag door de cliënt zélf ingevuld, dan w a s er wellicht een ander percentage naar' voren gekomen. We zijn goed geholpen door de hulpverleners die onze enquête hebben ingevuld, maar wel vinden we het j a m m e r dat de doelgroep zelf niet als zodanig hebben k u n n e n bereiken. Voordat we aLan ons onderzoek begonnen, w a r e n we ons er bewust van dat dit onderwerp zeer beladen kan zijn, zeker omdat de misbruikte v r o u w e n meer dan eens loyaal blijven aan de pleger; h u n (ex-)partner. T o c h hadden we gehoopt dat een enquête door sommige v r o u w e n wel z o u worden ingevuld, omdat ze anoniem zouden blijven. We denken dat met n a m e de vragen over de hulpverlening zelf dan anders w a r e n beantwoordt.
De conclusie naar aanleiding van de antwoorden: Uit de antwoorden op vraag één k o m t naar voren dat de allochtone v r o u w over het algemeen j o n g e r is dan de autochtone v r o u w het m o m e n t dat ze hulp zoekt. De meeste cliënten die uiteindelijk hulp zoeken zijn niet meer samen met h u n partner. Hieruit m a k e n wij op dat een v r o u w die seksueel misbruikt wordt over het algemeen pas hulp gaat zoeken als zij bij haar partner w e g is en de verwerking niet zonder professionele hulp aan kan. Bij vraag drie w e r d v a a k als opmerking geplaatst dat 'de duur van het misbruik niet v a n belang w a s voor de hulpverlening'. Deze w a a g hadden wij achteraf gezien dan ook beter w e g kunnen laten. V o o r ons w a s de vraag echter v a n belang, omdat wij b e n i e u w d waren wat het j a r e n van misbruik kon vertellen over het zoeken naar professionele hulp. Met andere woorden: w o r d t er sneller hulp gezocht als het misbruik langer duurt, of juist niet?
36
Uit vraag vier trekken wij de conclusie dat er over het algemeen pas hulp w o r d t gezocht op het m o m e n t dat de cliënt het misbruik als "heel zwaar' ervaart O o k bij vraag vijf w e r d er vaak een kanttekening geplaatst: veel hulpverleners bespreken de frequentie van het misbruik niet met h u n cliënten. Voor ons w a s deze vraag van belang, omdat wij benieuwd w a r e n of een cliënt bijvoorbeeld sneller professionele hulp zoekt als het misbruik vaker v o o r k o m t / k w a m . Het resultaat v a n vraag zes hadden wij al verwacht. Blijkbaar praten zeer weinig v r o u w e n over het seksueel misbruik en is de hulpverlener over het algemeen de eerste die zij hierover in vertrouwen n e m e n . De allochtone v r o u w blijkt n o g minder m e t personen buiten het gezin te spreken dan de autochtone v r o u w . Er zijn volgens de antwoorden op vraag zeven over het algemeen meerdere redenen voor nodig om hulp te zoeken. Veel van deze redenen hebben natuurlijk ook verband met elkaar. Zo hangen lichamelijke klachten en depressiviteit v a a k samen. W e l k o m t duidelijk naar voren dat de autochtone v r o u w vaker hulp zoekt om haar verhaal kwijt te kunnen en de allochtone vrouw vooral hulp voor haar depressieve klachten. O m d a t vraag n e g e n in eerste instantie voor de cliënt zelf w a s bedoeld, hadden we hier vanuit de cliënt een objectiever en gevarieerder antwoord op verwacht. Nu de vraag door de hulpverleners zelf is ingevuld, lijkt het antwoord ons minder objectief. Dit, o m d a t een cliënt het naar ons idee niet zo snel zal zeggen als zij niet tevreden is geweest over de hulpverlening. Met n a m e het luisterend oor en het advies v a n de hulpverlener blijken belangrijk te zijn voor de cliënt. De laatste vraag w e r d vaak niet goed begrepen. Bij D w e r d v a a k ingevuld w a t cliënten als minder positief ervaren in het algemeen in plaats van in de hulpverlening. Zo w e r d er "huis kwijtraken' als antwoord gegeven. r
In hoofdstuk 7 volgt een uitgewerkte aanbeveling op basis van de conclusies uit ons onderzoek.
37
Hoofdstuk 7: Het protocol
7.1 Protocol voor het signaleren van seksueel misbruik binnen de relatie van enerzijds de allochtone en anderzijds de autochtone vrouw Dit hoofdstuk laat het protocol zien dat de signalen van een vrouw die wordt/is misbruikt binnen haar relatie in kaart brengt Dit protocol is een instrument voor de aanpak van seksueel misbruik binnen de man/vrouwrelatie. Het blijft voor de hulpverlener moeilijk om (op tijd) te signaleren wanneer een v r o u w seksueel misbruikt w o r d t binnen het huwelijk. V o o r a l bij de allochtone v r o u w is dit gebleken, omdat bij haar schaamte en het eer-gevoel van de familie een belangrijke rol spelen. V a a k komen niet-westerse v r o u w e n met andere problematiek bij een hulpverlener, maar er is dan vaak sprake van andere (moeilijk bespreekbare) problematiek. B e k e n d is dat de allochtone v r o u w moeilijk praat over seksueel misbruik. V a a k v o o r k o m e n d e oorzaken van zwijgen zijn: - onbekendheid met de hulpverleningsmogelijkheden - niet weten w a t de consequenties zullen zijn van het doorbreken van het zwijgen over seksuele geweldservaringen - sociale controle kan een rol spelen - de angst v o o r roddel. De angst dat dergelijke vertrouwelijke informatie toch via via b e k e n d wordt in de eigen groep - De "wij-cultuur", die de onderlinge solidariteit hoog in het vaandel heeft staan, kan de allochtone vrouw ervan weerhouden hulp te vragen bij seksueel misbruik door bekenden, in dit geval de partner. In dit protocol gaat het om seksueel misbruik binnen de m a n / v r o u w r e l a t i e , waarvan de v r o u w het slachtoffer is. Dit betekent dat de genoemde signalen betrekking zullen hebben op het slachtoffer zijn van seksuele mishandeling door de partner. V r o u w e n die met deze v o r m van geweld te m a k e n hebben of hebben gehad, kunnen ernstige psychische klachten hebben. De situatie waarin zij zich b e v i n d e n / h e b b e n gevonden kan als zeer bedreigend w o r d e n ervaren en hulp zoeken is een grote stap. A l s v r o u w e n misbruikt w o r d e n , kunnen ze signalen uitzenden. Het gebruik van een signalenlijst kan zinvol zijn, maar biedt ook een zekere mate van schijnzekerheid. De meeste signalen zijn namelijk stressindicatoren, die aangeven dat de vrouw een probleem heeft aan de hand is. Dit kan ook iets anders zijn dan seksueel misbruik binnen haar' relatie. Hoe meer signalen van deze lijst een cliënt te zien geeft, hoe groter de kans dat er sprake zou kunnen zijn v a n seksuele mishandeling. De sigpLalenlijst geeft geen "hard bewijs" voor eventuele seksuele mishandeling. Het is w e l mogelijk om een vermoeden van seksuele mishandeling meer te onderbouwen naarmate er meer signalen uit deze lijst geconstateerd w o r d e n (zie bijlage 1).
38
Onder seksueel misbruik binnen de m a n / v r o u w r e l a t i e w o r d t het volgende verstaan: "Seksueel misbruik: is de situatie waarin je gebracht w o r d t tot het ondergaan of verrichten v a n seksuele handelingen, zonder d a t j e wilt, of zonder d a t j e de mogelijkheid hebt daarin een keuze te m a k e n . Bij seksueel misbruik horen o o k de seksueel getinte aandacht of contacten die als ongewenst w o r d e n ervaren en waarbij je het gevoel hebt ze niet te kunnen w e i g e r e n . " 21
De twee vormen v a n seksuele mishandeling w o r d e n kort toegelicht. 1) lichamelijke seksuele mishandeling: De w o u w wordt gedwongen seksuele handelingen te ondergaan, seksuele handelingen uit te voeren, of getuige te zijn v a n seksuele handelingen v a n anderen. 2) psychische seksuele mishandeling: De w o u w wordt aangezet tot praten over seks tegen haar zin in, w o r d t g e d w o n g e n te kijken naar pornografisch materiaal, of gekleineerd op het seksuele gebied. Er w o r d t gesproken van gedwongen seks als de cliënt het zelf zo noemt, e n / o f als er fysiek g e w e l d is gebruikt om de cliënt tot seksueel verkeer te d w i n g e n . Er w o r d t gesproken van seks zonder toestemming als de partner van de cliënt morele of psychische druk op haar uitoefent, nadat zij expliciet tekenen heeft gegeven dat zij geen seks wil en dit uiteindelijk w e l plaatsvindt. (OOG)
21
Geschonden lichaam', door dr. R. Ruard Ganzevoort en drs. Alexander L. Veerman
39
7.2 Stappenplan bij een vermoeden van seksueel misbruik bij de cliënte binnen haar relatie Fase 1: de hulpverlener heeft een v e r m o e d e n • observeren. Dit doet de hulpverlener volgens een aantal v o o r b e e l d g e d r a g i n g e n / k e n m e r k e n van de allochtone vrouw: (zie blz. ) • onderzoek naar onderbouwing. W a t zijn de redenen dat de hulpverlener denkt dat er sprake is v a n seksueel misbruik bij de allochtone vrouw?: - heeft de v r o u w zelf over haar situatie verteld? - zijn het de gedragingen (zie bijlage 1) (verbaal/non-verbaal) die de v r o u w laat zien? - zijn het derden die bijvoorbeeld een melding h e b b e n gedaan over de situatie v a n de v r o u w ? - zijn er bepaalde gedragingen (non-verbaal) te merken aan de persoon die met de v r o u w m e e is. Bij niet westerse v r o u w e n gaat er v a a k bij bezoek van een huisarts of andere hulpverlener een familielid m e e . • delen van de zorg: via de wekelijkse casuïstiek w o r d t de situatie v a n de v r o u w besproken m e t het multidisciplinair team. Er wordt besproken w a t de situatie is, hoe de hulpverlener erbij k o m t (vermoeden) en w a t de volgende stappen kunnen zijn. • bespreken van v e r m o e d e n s met collega's De bron van het v e r m o e d e n v a n seksuele mishandeling binnen de relatie k a n zijn: a) de hulpverlener heeft een vermoeden; b) een ander persoon dan de cliënt vertelt z i j n / h a a r vermoedens over het seksueel misbruik; c) de cliënt neemt de hulpverlener in vertrouwen over het seksueel misbruik. In het geval v a n situatie a e n / o f b: A l s de hulpverlener een vermoeden heeft, of een ander persoon dan de cliënt deelt z i j n / h a a r vermoedens m e d e , dan: - observeert de hulpverlener de cliënte gedurende een aantal sessies. Hierbij zijn signalen van belang, welke de signalenlijst aangeeft (zie bijlage 1); - deze signalen w o r d e n gerapporteerd; - de v e r m o e d e n s w o r d e n overlegd tijdens intervisie met collega's, of met de leidinggevende; - de hulpverlener w e r k t ai.an een vertrouwensrelatie met de cliënt; - de hulpverlener bepaalt een tijdslimiet voor deze fase. In het geval v a n de situatie c: A l s een cliënt de hulpverlener uit zichzelf in vertrouwen neemt, dan w o r d t er samen m e t de cliënt een plan v a n aanpak opgesteld. A a n het einde v a n deze fase wordt besloten of het v e r m o e d e n gegrond is, er twijfel blijft bestaan, of het v e r m o e d e n ongegrond is. In het laatste geval dient de hulpverlener uit te zoeken w a a r de signalen dan w e l m e e te m a k e n hebben.
40
Aandachtspunten bil het interpreteren van signalen 1. De signalen zijn in verschillende situaties te zien. Bijvoorbeeld een v r o u w is tijdens het uitkleden extreem angstig en in een andere situatie niet. 2. Belangrijk is om rekening te houden met de persoonlijkheid van mensen. Sommige m e n s e n isoleren zich eenmaal meer dan een ander. Je hoeft dit gedrag niet direct toe te schrijven aan een ernstige situatie. 3. De signalen zijn in verschillende situaties te zien. Bijvoorbeeld een v r o u w is tijdens het uitkleden extreem angstig en in een andere situatie niet. 4. Belangrijk is om rekening te houden met de persoonlijkheid van mensen. S o m m i g e m e n s e n isoleren zich eenmaal meer dan een ander. Je hoeft dit gedrag niet direct toe te schrijven aan een ernstige situatie. Wanneer er wel sprake is v a n plotselinge gedragsveranderingen, is er w e l reden o m j e zorgen t e m a k e n . 5. Iemand vertoont gedrag dat niet bij zijn of haar leeftijd of ontwikkelingsniveaLU past. 6. Signalen moeten zich een langere tijd voordoen. Iemand kan zich o o k een w e e k v r e e m d gedragen door een andere situatie, bijvoorbeeld een relatie is beëindigd 2 2
22
Ebbers,S. (2002) Seksualiteit en seksueel misbruik: werkboek voor agogische en verpleegkundige beroepen. Baam:HB-Uitgeverij. Blz.71
41
1
Fase 2: de hulpverlener bespreekt zijn o n d e r b o u w d e v e r m o e d e n in een overleggroep • bespreken v a n informatie Dit w o r d t gedaan in het team v a n de hulpverlener. Er w o r d t samen met collega's gekeken w a t er aan de hand is en of zij dezelfde m e n i n g delen. • (eventueel) extra gegevens • hulpverleningsplan Bij het hulpverleningsplan w o r d t er gekeken naar de mogelijke hulpvraag die de cliënt heeft tijdens deze hulpverlening. Er w o r d t samen gekeken met het team naar het aanbod die de instelling heeft en of deze kan voldoen aan de hulpvraag. Indien dit niet mogelijk is zal er een verwijzing moeten plaats vinden, w a n n e e r de instelling een juist hulpaanbod heeft, zaïl er natuurlijk eerst een gesprek moeten plaatsvinden m e t de cliënt . Zij m o e t akkoord gaan met de aangeboden hulpverlening. Maar de voorbereiding is dan al door de hulpverlener en zijn team uitgevoerd. • overleg; hoe dient de hulpverlener met z i j n / h a a r v e r m o e d e n s om te gaan? De hulpverlener m a a k t in deze fase onderscheid tussen objectieve en subjectieve gegevens. O o k in deze fase w o r d t er een tijdslimiet bepaalt. A a n het eind van deze fase w o r d t er besloten of: • A l s ook na het overleg (grote) twijfel blijft bestaan over het seksueel misbruik, dan is het mogelijk dat de signalen op een ander probleem duiden. In dat geval dient de hulpverlener verder te b o u w e n aan een vertrouwensrelatie met de cliënt en de signalen actief te blijven signaleren. Het is v a n belang dat de hulpverlener verschillende mogelijkheden open houdt en zich niet blind staart op één mogelijk probleem zoals seksueel misbruik. • A l s na het overleg de v e r m o e d e n s duidelijk gedeeld w o r d e n en de signalen n o g duidelijker wijzen op seksueel misbruik, kan er w o r d e n besproken w a t de volgende stap kan zijn. De hulpverlener bepaalt uiteindelijk zelf of en hoe hij/zij de cliënt z i j n / h a a r hypothese zal voorleggen, of de mogelijkheid voor de cliënt n o g een bepaalde periode open laat zelf de kern van haar probleem aan te geven.
42
Fase 3 : V e r m o e d e n s b e s p r e k e n m e t d e cliënt • toetsen of v e r m o e d e n s j u i s t zijn; is de cliënt het e e n s m e t de h y p o t h e s e v a n de hulpverlener? • s a m e n m e t de cliënt een plan v a n a a n p a k opstellen; w a t is het perspectief v a n de cliënt en w a t is het perspectief v a n de hulpverlener? W a n n e e r de cliënt h e t o n e e n s is m e t de h y p o t h e s e , dient de hulpverlener rekening te h o u d e n m e t r e d e n e n v a n de cliënt tot zwijgen (zie hoofdstuk 3 ) . De cliënt k a n uit angst of uit s c h a a m t e de h y p o t h e s e o n t k e n n e n . De hulpverlener bepaalt op dat m o m e n t zelf of hij / z i j de cliënt m e t dit v e r m o e d e n confronteert, of niet. W a n n e e r de hulpverlener veronderstelt d a t de cliënt signalen afgeeft, die duiden op een a n d e r p r o b l e e m , dient hij / z i j zich m e t de cliënt hier verder op de concentreren. W a n n e e r d e cliënt het e e n s i s m e t d e h y p o t h e s e , k a n d e hulpverlener i n overleg m e t d e cliënt e e n plan v a n a a n p a k o p t e stellen. V r a g e n als W a t w i l d e cliënt dat e r v e r d e r gebeurt?', W a t i s het perspectief v a n d e h u l p v e r l e n e r ? ' en W e l k e doelen zijn realistische en z i n v o l ? ' zijn hierbij v a n belang. -
W i e zullen er d e e l n e m e n a a n de h u l p v e r l e n i n g ? W a t v o o r soort m e t h o d i e k k o m t er aan de orde: systeemgericht bijvoorbeeld? W a t is de frequentie v a n de hulpverlening? W a t is de tijdslimiet v o o r de h u l p v e r l e n i n g (een half j a a r of m e e r ? ) W a t is de h u l p v r a a g v a n de cliënt W a t zijn de hieruit v o o r t k o m e n d e s u b d o e l e n ? Belangrijk is o o k het a a n d a c h t s p u n t v o o r de allochtone cliënte: w i l de v r o u w e e n vrouwelijke hulpverleenster?
43
F a s e 4 : het u i t v o e r e n v a n het g e m a a k t e p l a n v a n a a n p a k • •
de hoofddoelen en subdoelen w o r d e n uitgevoerd Er w o r d t gerapporteerd h o e dit verloopt
S a m e n m e t d e cliënt i s een plan v a n a a n p a k opgesteld, w a a r i n d e hoofddoelen en de subdoelen aansluiten op het perspectief v a n z o w e l cliënt als hulpverlener. De cliënt voert de d o e l e n uit en de hulpverlener ondersteunt de cliënt hierbij, d o o r actief te luisteren naar de cliënt, het aanreiken v a n handvatten en het g e v e n v a n advies. De hulpverlener rapporteert op v o o r o p g e z e t t e tijden hoe het w e r k e n a a n de doelen verloopt ten b e h o e v e v a n de evaluatie. De hulpverlener besluit w e l k e informatie in de rapportage w o r d t vastgelegd; de cliënt heeft recht op inzage in het h a a r dossier.
44
Fase 5: e v a l u e r e n • • •
de hulpverlener en cliënt evalueren op de afgesproken tijden de doelen w o r d e n indien n o d i g bijgesteld er w o r d e n indien n o d i g en mogelijk n i e u w e doelen opgesteld
De hulpverlener en cliënt p l a n n e n tijdens het opstellen v a n het plan de evaluatie(s) in. W a n n e e r één v a n beide partijen aangeeft eerder d a n de afgesproken tijd w e n s t te evalueren, dient hier g e h o o r a a n g e g e v e n te worden. D o o r m i d d e l v a n d e evaluatie k u n n e n d o e l e n w o r d e n bijgesteld, w a n n e e r z e bijvoorbeeld te h o o g g e g r e p e n blijken te zijn, of d o e l e n k u n n e n w o r d e n gewijzigd. A l s e e n aantal of alle opgestelde d o e l e n b e h a a l d i s / z i j n , m a a k t dat eventueel plaats v o o r n i e u w e doelen. Z o n o d i g w o r d e n verbeteringen i n afspraken e n / o f p r o c e d u r e s aangebracht. • de o v e r l e g g r o e p evalueert en stelt z o n o d i g bij; De v o o r t g a n g v a n de h u l p aan de cliënte wordt iedere drie weken besproken door de h u l p v e r l e n e r / h u l p v e r l e e n s t e r e n z i j n / h a a r t e a m / Hier v i n d e n d e v o r d e r i n g e n v a n de h u l p v e r l e n i n g plaats. Heeft de u i t g e v o e r d e h u l p v e r l e n i n g s v o r m (ambulant) effect of m o e t er in het hulpverleningsplan iets w o r d e n bijgesteld. Uiteraard gaat dit w e e r in s a m e n s p r a a k m e t de cliënte. Tijdens de hulpverlening is er sprake v a n een s a m e n w e r k i n g en zal de cliënte bij alles b e t r o k k e n w o r d e n . Er 2njdlen vaste p e r i o d e s w o r d e n vastgesteld w a n n e e r er m e t d e cliënte w o r d t geëvalueerd. D e z e m o m e n t e n k u n n e n o o k w o r d t o p g e n o m e n in het hulpverleningsplan.
45
Fase 6: n a z o r g • als het contact eindige, w o r d t er na een b e p a a l d e periode n o g e e n vervolgafspraak g e m a a k t ; hoe gaat h e t nu met de cliënt? • er w o r d t bepaald of de hulp definitief k a n w o r d e n afgesloten N a d e laatste sessie b i n n e n h e t p l a n v a n a a n p a k b e s p r e e k t d e h u l p v e r l e n e r m e t d e cliënt w a n n e e r e r n o g e e n allerlaatste sessie k o m t o m d e v o o r t g a n g v a n de o n t w i k k e l i n g v a n de cliënt te b e s p r e k e n . In d e z e laatste sessie zal w o r d e n besproken h o e het nu gaat m e t de cliënt en of v e r d e r e hulp n o d i g w o r d t geacht of wenselijk is. A l s de cliënt aangeeft g e e n v e r d e r e professionele hulp n o d i g te h e b b e n , k a n het dossier v a n de cliënt gesloten w o r d e n . Geeft de cliënt a a n de h u l p n o g e e n tijd langer d o o r te w i l l e n zetten, d a n w o r d t t e r u g g e g a a n naar fase 4. • blijf de cliënt v o l g e n . Na de hulpverlening is het belangrijk dat er vervolgafspraken (follow-up) g e s p r e k k e n plaatsvinden. E v e n v i n g e r aan de pols h o u d e n : h o e gaat het m e t de cliënt? V i n d t er g e e n terugval terug. H e t k a n v o o r k o m e n dat de cliënte toch (wellicht ligt de frequentie lager) hulpverlening w i l h o u d e n . M a a r h e t k a n o o k zijn dat de v o r d e r i n g e n in de situatie v a n de cliënte 2rich blijven o n t w i k k e l e n en s a m e n m e t het team, de h u l p v e r l e n e r / hulpverleenster en de cliënte k a n w o r d e n besloten dat het dossier w o r d t gesloten. • eventueel o v e r l e g g r o e p bijeenroepen v o o r advies. 23
23
Ebbers S. (2002) Seksualiteit en seksueel misbruik:werkboek voor agogische en zorgverlenende beroepen. Baarn: HB Uitgeverij. ?
46
7.3 Signalenlijst seksueel misbruik binnen de relatie 1. Lichamelijke signalen - verwondingen - geslachtsziektes - hoofdpijn - hyperventilatie - buikpijn - automutilatie - gesloten h o u d i n g - hartkloppingen - misselijkheid - duizeligheid 2 4
25
26
2. Gedragssignalen - scheiden v a n g e v o e l en ervaring (affect-isolatie) - uit h e t l i c h a a m treden (depersonalisatie) - verdringen v a n de gebeurtenis - dissociëren; h e t bewustzijn vertroebelen d o o r de o n t k o p p e l i n g v a n ervaring e n bijpassend d e n k e n , uitschaikelen v a n e m o t i e s , g e v o e l l o o s m a k e n v a n lichamelijke s e n s a t i e s / v e r v r e e m d i n g v a n eigen l i c h a a m - bordeline persoonlijkheidsstoornis - herhalingsdwang - schuldgevoel - a n g s t e n / fobieën - gevoelens van schaamte - wantrouwen - agressie - v e r m i n d e r d z e l f v e r t r o u w e n / laag zelfbeeld - s l a a p p r o b l e m e n en n a c h t m e r r i e s - seksuele p r o b l e m e n - afkeer v a n seks - Eetproblemen - verslavingen - zelfvernietigend g e d r a g (bv., praten over d o o d w i l l e n , suïcidepoging) - eenzaamheid - p r o b l e m e n in de o m g a n g m e t anderen, m e t n a m e m a n n e n - prikkelbaarheid - W a n t r o u w e n ten opzichte v a n anderen - stemmingsklachten - W a n h o o p over de t o e k o m s t - neerslachtigheid / o n g e l u k k i g h e i d - zwijgzaamheid 2 7
Hulp geboden na seksueel geweld, Stichting tegen haar wil Vrouwen over grenzen, S. ter Hairmsel Onder ons gezegd en gezwegen, R. Rönïkens Familieband gebroken, E. Singer& M. Wegelin
47
-
huilbuien depressiviteit g e h e u g e n - e n concentratiestoornissen U i t e r m a t e grote interesse v o o r alles w a t te m a k e n heeft m e t seksualiteit exhibitionistisch g e d r a g excessief m a s t u r b a t i e g e d r a g o v e r m a t i g z o e k e n v a n lichamelijk contact veel w i s s e l e n d e seksuele contacten prostitutie buitengewone angst voor bepaalde personen angst v o o r lichamelijk contact en schrikreacties bij a a n r a k i n g e n niet d u r v e n spreiden v a n b e n e n , bijvoorbeeld bij l o p e n en springen. niet d u r v e n uit te k l e d e n niet d u r v e n te d o u c h e n of in b a d te g a a n negatief l i c h a a m s b e e l d regressief g e d r a g z o a l s b e d p l a s s e n conversie of uitvalsverschijnselen (bijvoorbeeld niet k u n n e n lopen, praten) 28
Onder ons gezegd en gezwegen, R. Römkens Ebbers.S. (2002) Seksualiteit en seksueel misbruikwerkboek voor agogische en zorgverlenende beroepen. Baarn: HB-Uitgeverij. 29
48
Aanbevelingen voor de maatschappelijk werker B e s c h a d i g d v e r t r o u w e n : seksueel misbruikte v r o u w e n e n meisjes hebben ervaren w a t dit inhoudt. Zij d r a g e n een groot g e h e i m m e e en h e b b e n geleerd om d a a r o v e r te z w i j g e n . D o o r d w a n g , chantage en dreiging, uit schuldgevoel, uit lo3raliteit of uit o n w e t e n d h e i d over w a t n o r m a a l is. O m dit zwijgen t e d o o r b r e k e n i s i e m a n d m e t seksuele g e w e l d s e r v a r i n g e n afhankelijk van de w e r k e r die signalen b e s p r e e k b a a r m a a k t . V a n b e l a n g is dat o o k uit de h o u d i n g v a n de w e r k e r blijkt dat er over d e z e p r o b l e m a t i e k g e s p r o k e n k a n w o r d e n , als d e v r o u w o f het meisje dat w i l . E e n u i t n o d i g e n d e h o u d i n g is de basis v o o r de hulpverlening. W a t betreft de attitude is het v a n b e l a n g dat de w e r k e r o p e n staat v o o r de verhalen v a n d e misbruikte v r o u w e n , d e beleving e n overlevingsstrategieën (h)erkent e n respecteert. 3 0
H e t v o l g e n d e gedeelte tekst is gebaseerd op het drie-werelderimodel: Belangrijk is o o k de legitimering w a a r m e e de maatschappelijk w e r k e r te m a k e n krijgt. W a t zijn d e c o d e s w a a r d e maatschappelijk w e r k e r zich a a n moet houden? l . D e relatie m e t hulpverleners m o e t gelijk zijn, o n g e a c h t of de hulpverlener betaald w o r d t o f niet. Dit m o e t g e g a r a n d e e r d w o r d e n d o o r m i d d e l v a n e e n g e s c h r e v e n o v e r e e n k o m s t tussen de organisatie en haar vrijwilligers. 2. H e t m o e t duidelijk zijn onder w e l k e o m s t a n d i g h e d e n de hulpverlener de relatie definitief of tijdelijk k a n o p z e g g e n . 3. A l l e hulpverleners m o e t e n erop toezien dat zij een professionele afstand v a n h u n cliënten b e w a r e n , ter wille v a n h u n eigen b e s c h e r m i n g e n die v a n h u n cliënten. Belangrijke factor is e e n c o m b i n a t i e v a n kennis, attitude en v a a r d i g h e d e n v a n d e maatschappelijk w e r k e r / a g o o g , m e t n a m e m e t betrekking tot d o e l m a t i g h e i d , effectiviteit cliëntgerichtheid. D e z e e l e m e n t e n w o r d e n de 'beroepskwalificaties' of 'competenties' g e n o e m d . V a a k is het g o e d en professioneel om je als maatschappelijk w e r k e r aan te sluiten bij de Nederlandse V e r e n i g i n g V o o r Maatschappelijk W e r k e r s (de N V M W ) . Deze v e r e n i g i n g richt z i c h hoofdzakelijk op het w a a r b o r g e n v a n de kwaliteit v a n het beroep, de b e r o e p s o n t w i k k e l i n g én de b e l a n g e n b e h a r t i g i n g v a n maatschappelijk w e r k e r s . Het is o o k belangrijk dat de w e r k e r zich b e w u s t is v a n de eigen reacties o p , en ervaringen m e t , seksueel g e w e l d . En beseft h o e ingrijpend dit is v o o r e e n vrouw. D e z e k u n n e n e e n belangrijke rol spelen in de wijze w a a r o p hij of zij het verhaal v a n d e v r o u w interpreteert. D a a r n a a s t is h e t v a n b e l a n g dat de w e r k e r zich b e w u s t is v a n de ideeën en b e e l d e n die hij / z i j heeft over z w a r t e en m i g r a n t e n v r o u w e n . D e z e b e e l d e n zijn v a n invloed o p d e wijze w a a r o p d e v r o u w w o r d t b e n a d e r d , e n spelen e v e n e e n s een rol in de relatie.
Aanen, H. (1994) De Blik naar buiten. Utrecht: Medusa. Blz. 74 e.v.
49
V e r m o e d e n s v a n seksueel misbruik zijn niet altijd zichtbaar. W a t w e l zichtbaar is zijn h e t gedrag, de h o u d i n g (non-verbaal) en d a t g e n e w a t i e m a n d vertelt. A l s v e r m o e d e n s ontstaan d o o r d e c o m b i n a t i e v a n e e n aantal signalen die o v e r e e n k o m e n m e t houding, g e d r a g o f w a t i e m a n d laat d o o r s c h e m e r e n , k o m t het b e s p r e e k b a a r m a k e n aan d e orde. E e n g o e d e h u l p v e r l e n i n g aan allochtone v r o u w e n en meisjes v e r g t inzicht in de maatschappelijke positie v a n deze v r o u w e n in N e d e r l a n d en in h u n socialisatie. D e z e kennis stelt de hulpverlener in staat h u l p af te s t e m m e n op de specifieke o m s t a n d i g h e d e n v a n deze p e r s o o n uit deze etnisch culturele g r o e p . H e t o n d e r z o e k e n v a n d e eigen w a a r d e n e n n o r m e n , h o u d i n g e n attitude ten opzichte v a n de p r o b l e m a t i e k v a n seksueel g e w e l d bij z w a r t e en m i g r a n t e n v r o u w e n e n meisjes i s hiervoor v a n belang. 31
Aanen,H. (1994) De blik naar buiten: Signaleren en bespreekbaar maken van seksueel geweld van allochtone vrouwen en meisjes. Utrecht: Medusa blz. 75 e.v.
50
Literatuurlijst L u y c k x , K . , 2 0 0 0 , Liefst een gewoon huwelijk?, A c c o A m s t e r d a m A m s t e r d a m s e e n G r o n i n g s e Stichtingen T e g e n haar wil e n Utrechtse Stichting T e g e n S e k s u e e l g e w e l d , 1996, Hulp geboden na seksueel geweld, Agora L e w i s H e r m a n , J., 1993, Trauma en herstel: de gevolgen van geweld- van mishandeling tot politiek geweld, W e r e l d b i b l i o t h e e k W i l , I.de 8B Sterkens, A . , 1994, Om de lieve vrede, De G e u s Huisstede, A . , v a n , 1992, Een blauwe maandag,. Stichting Blijf v a n mijn Lijf Gelauff, C . , 1 9 9 2 ,
Vrouwenhulpverlening na seksueel geweld, T r e e s V u l t o D T P
H e u v e l , M. v a n der, 1999, Voor de lieve vrede, B Z Z T O H BV W e l l e n , B . , 1993, De mythe van de slachtofferrol, S W P Utrecht Blees, M . , 1986, Van lief tot leed, Intro Nijkerk Stichting tegen h a a r w i l ,
1990, Hulp geboden na seksueel geweld, S U A
Singer, E. & W e g e l i n , M. 1 9 9 1 , De familieband verbroken, V a n A r k e l Kerklaan, M . , krijgen, A m b o
1987, Zodoende was de vrouw maar een mens om kinderen te
Kerklaan, M . 1 9 9 4 , Van huis uit, A m b o Römkens, R.,1989, H a r m s e l , S.ter,
Onder ons gezegd en gezwegen, S U A
1995, Vrouwen over grenzen, V a n A r k e l
Krale, A . , 1992, Met vallen en opstaan, Stichting blijf v a n mijn lijf Baarda, D . B . , G o e d e , M . P . M . de & T e u n i s s e n , J. ( 1 9 9 7 ) . Basisboek kwalitatief onderzoek: Praktische handleiding voor het opzetten en uitvoeren van kwalitatief onderzoek. G r o n i n g e n : Wolters-Noordhoff. Steehouder, M . , Jansen, C., Maat, K . , Staak, J.van der, V e t , D . d e , W i t t e v e e n , M, ( 1 9 9 9 ) . Leren communiceren: Handboek voor mondelinge en schriftelijke communicatie (vierde herziene d r u k ) . G r o n i n g e n : Wolters-Noordhoff. Bunthof,A. & Bijlsma, J.(2006) Brochure WMO.
51
NVMW, 2006,Beroepsprofiel van de maatschappelijk werker, Nederlandse vereniging voor de Maatschappelijk Werkers. Mozaïek: Deel 1: Deel 2: Deel 3: Deel 4: Deel 5:
uitgeverij
preventie en opvang huiselijk geweld allochtone vrouwen Cense, M . , 2 0 0 4 , basisinformatie, Utrecht: T r a n s a c t N i e u w e n h u i z e n , P., 2 0 0 4 , Voorlichtingsmethoden, Utrecht:Transact Pauli , T . , 2 0 0 4 , Steungroepen, Utrecht:Transact Steenbergen, B . , 2 0 0 4 , Weerbaarheidstrainingen, Utrecht: T r a n s a c t Pauli , T . , 2 0 0 4 , Eerste opvang, Utrecht: T r a n s a c t
Artikelen: T r o u w , De V e r d i e p i n g : De hand die slaat', 15 m e i 2 0 0 8 M a a t w e r k ' G o o i de v e r a n d e r i n g e n v a n de afgelopen j a r e n niet op één hoop', augustus 2004 c
Websites: http: / / w w w . s e k s u e e l g e w e l d . n l / i n s t e l l i n g e n 2 . p h p http: / / w w w . v l u c h t e l i n g e n o r g a n i s a t i e s . n l / f g m / a n a l v s e 2 . a s p h t t p : / / w w w . f 4 i . b e / d o c u m e n t e n / d o c u m e n t e n 2 0 0 6 / 2 3 0 5 0 6 a n t w o o r d onkel inx over intrafamiliaal-geweld html http: / / w w w . s e k s u e e l m i s d r i j f . n l / i l / i n d e x . p h p ? o p t i o n = c o m c o n t e n t & a s k = v i e w & i d = 145&itemid= 189 http: / / w w w . p s v c h o l o o g . n e t / ? p = 8 3 3 http: / / w w w . n o o r w e g e n . n l / p o l i c v / g e n d e r / v i o l e n c e . h t m https:/ / w w ^ . s e k s u e e l g e w e l d . n l / l i n l < d i u l p / l i n k h i i l p D e t a i l s . p h p ? l i n l d i u l p id= 21
52
Bijlage 1 : De enquête l ) W a t is de g e m i d d e l d e leeftijd v a n de cliënt? A - 20 j a a r B 21-30 jaar C 31-40 jaar D 41-50 jaar 2) Is de g e m i d d e l d e cliënt n o g s a m e n m e t de partner die haar seksueel misbruikt (heeft)? Aja B nee 3) H o e lang heeft het m i s b r u i k g e d u u r d / d u u r t het m i s b r u i k bij de g e m , cliënt? A - 1 jaar B 2-5 j a a r C 6-10 j a a r D 11+jaar 4) H o e omschrijft de g e m . cliënt het misbruik? A heel zwaar B zwaar C minder zwaar 5) H o e v a a k k w a m / k o m t het misbruik v o o r bij de g e m . cliënt? A dagelijks B wekelijks C maandelijks D minder vaak 6) Heeft de g e m . cliënt m e t p e r s o n e n buiten het gezin over het m i s b r u i k gesproken? Aja B nee 7 ) W a t i s v o o r d e g e m . cliënt d e reden g e w e e s t o m professionele h u l p t e z o e k e n ? M e e r d e r e a n t w o o r d e n zijn mogelijk. A lichamelijke klachten B depressiviteit C haar v e r h a a l kwijt te k u n n e n en advies te v r a g e n D m e t m e n s e n te praten die hetzelfde is o v e r k o m e n 8) W e l k e v o r m v a n h u l p heeft de cliënt g e k r e g e n of w e l k e v o r m is h a a r a a n g e r a d e n m i d d e l s bijvoorbeeld doorverwijzing? A g e s p r e k k e n m e t maatschappelijk w e r k e r B gesprekken met psycholoog/psychiater C intramurale hulpverlening
D g e s p r e k k e n m i d d e l s zelfhulpgroepen E anders, namelijk...
9) A B C D
H o e heeft de g e m . cliënt de g e b o d e n h u l p e r v a r e n ? zeer positief voldoende matig slecht
10) W a t w o r d t m e t n a m e in de h u l p als positief e r v a r e n ? A de tijd en g e d u l d v o o r de cliënt B het begrip v a n de hulpverlener C a d e q u a a t a d v i e s v a n de hulpverlener D eventuele verwijzing naar a n d e r e h u l p E anders,namelijk....
1 A B C D
l ) W a t w o r d t m e t n a m e als m i n d e r positief e r v a r e n ? de g e s p r e k k e n m e t de hulpverlener de frequentie v a n de h u l p v e r l e n i n g de wachttijd v o o r het starten v a n de h u l p v e r l e n i n g anders, namelijk
Bijlage 2: R e l e v a n t e instellingen v o o r d e a u t o c h t o n e v r o u w - A M W : A l g e m e e n Maatschappelijk W e r k S t e u n p u n t Huiselijk G e w e l d - Het F I O M - Stichting T e g e n H a a r W i l - Stichting Blijf v a n mijn Lijf - Stichting tegen S e k s u e e l G e w e l d - Landelijk s t e u n p u n t v r o u w e n h u l p v e r l e n i n g - Meldpunt vrouwenopvang - Stichting het Eliashuis - A d v i e s - en s t e u n p u n t huiselijk - en seksueel g e w e l d - V r o u w e n pastoraat tegen seksueel g e w e l d - Stichting Petra - S t e u n p u n t G e w e l d achter de v o o r d e u r - B l a u w e m a a n , steunpunt slachtoffers v a n seksueel g e w e l d - Slachtofferhulp N e d e r l a n d R e l e v a n t e instellingen v o o r d e allochtone v r o u w : - Landelijke Intervisiegroep Z w a r t e v r o u w e n tegen seksueel en fysiek g e w e l d - Landelijk Registratiepunt Seksueel G e w e l d door H u l p v e r l e n e r s - Landelijke Stichting B u r e a u V e r t r o u w e n s a r t s e n - Landelijke V e r e n i g i n g A l l e e n s t a a n d e A r a b i s c h e V r o u w e n - M e d u s a : Landelijk B u r e a u O n t w i k k e l i n g B e l e i d 8B H u l p v e r l e n i n g Seksueel Geweld - R u t g e r s stichting - Basisberaad G G Z - C l i ë n t e n b o n d in de Geestelijke G e z o n d h e i d s z o r g - Stichting Landelijke Patiënten en B e w o n e r s r a d e n in de Geestelijke gezondheidszorg (LPR) - Landelijk Informatiepunt v o o r Patiënten (LIP) - Landelijke instelling H u l p 8B R e c h t na seksueel m i s b r u i k in Pastorale Relaties - O n d e r l i n g e S t e u n g r o e p Zelfbeschadiging - S K A L A / V r o u w e n h u l p v e r l e n i n g - g e z o n d h e i d s z o r g en emancipatie - Stichting A m b u l a n t e F I O M - Stichting P a n d o r a - Stichting V r o u w e n Pastoraat Seksueel G e w e l d
55
Os