Afdeling Elektromechanica en Telematica
Open offerteaanvraag voor aanneming van diensten
Dossiernummer: TDA.065 Besteknummer: MDM/15A04
Onderhoud en optimalisatie van het afstandsbewakingssysteem ABBA en ABBAMelda
Opening van de offertes: donderdag, 03/09/2015 om 09u45 Vlaams Administratief Centrum Gent Virginie Lovelinggebouw Koningin Maria Hendrikaplein 70 bus 82 – 18de verdieping 9000 Gent
VERPLICHT GEBRUIK TE MAKEN VAN E-TENDERING
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
Opdrachtgever en autoriteit voor toezicht en leiding over de opdracht: Het Vlaams Gewest Aanbestedende overheid: De Vlaamse overheid Agentschap Wegen en Verkeer Elektromechanica en Telematica Lange Kievitstraat 111-113 bus 43 2018 Antwerpen Projectingenieur: Josef Hennissen Email:
[email protected] T.a.v.: ir. Josef Hennissen Alle vragen om toelichting of bijkomende informatie omtrent dit bestek dienen schriftelijk gesteld te worden. Mondelinge vragen zullen niet beantwoord worden. Alle vragen moeten ingediend zijn ten laatste tien (10) kalenderdagen voor de datum voor het indienen van de inschrijvingen. Door het indienen van een offerte aanvaarden de inschrijvers onvoorwaardelijk de inhoud van de opdrachtdocumenten en aanvaarden ze door de bepalingen ervan gebonden te zijn. Indien een inschrijver in verband met de inhoud van de opdrachtdocumenten rechtmatigheidsbezwaren heeft, dient hij dat schriftelijk en per aangetekende brief uiterlijk tien kalenderdagen voor de opening van de offertes bekend te maken aan de aanbestedende overheid met omschrijving van de redenen. Duur van de opdracht : 1 kalenderjaar, jaarlijks verlengbaar tot een maximum van 4 kalenderjaren. Verbintenistermijn van de inschrijvingen : 120 kalenderdagen Bepalingen van de algemene uitvoeringsregels (AUR) van de overheidsopdrachten en van concessies voor openbare werken (koninklijk besluit van 14.01.2013) waarvan afgeweken wordt: Art. 44 Art. 55 Art. 160
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
2
INHOUDSTAFEL I. ADMINISTRATIEVE EN CONTRACTUELE VOORSCHRIFTEN ............................ 7 1 ALGEMEEN........................................................................................................ 7 1.1 1.2 1.3
1.4 1.5 1.6
2
Algemeenheden ........................................................................................................................... 7 1.1.1 Voorwerp van de opdracht ........................................................................................ 7 1.1.2 Omvang van de opdracht .......................................................................................... 7 Voorbehouden som ..................................................................................................................... 8 Signalisatie van werken............................................................................................................... 8 1.3.1 Aanvragen van vergunningen voor het plaatsen van signalisatie ............................. 8 1.3.2 Plaatsen van de signalisatie ...................................................................................... 8 e 1.3.3 Werfsignalisatie 6 categorie op autosnelwegen en openbare wegen waar de maximum toegelaten snelheid hoger is dan 90 km/u .......................................... 9 Kwaliteitsborging ......................................................................................................................... 9 1.4.1 Projectorganisatie ...................................................................................................... 9 1.4.2 Af te leveren documenten.......................................................................................... 9 Veiligheidsvoorschriften voor personeel dat werkt aan of in de omgeving van elektrische installaties ................................................................................................................................... 10 Bijzondere uitvoeringsmodaliteiten ......................................................................................... 10 1.6.1 Minder-hinder maatregelen ..................................................................................... 10 1.6.2 Meldingsplicht .......................................................................................................... 11 1.6.3 Discretieplicht .......................................................................................................... 11
ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN IN TOEPASSING VAN DE WET VAN 15.06.2006 OVERHEIDSOPDRACHTEN EN BEPAALDE OPDRACHTEN VOOR WERKEN, LEVERINGEN EN DIENSTEN (BS 15 FEBRUARI 2007) .. 12 Art. 23 Art. 37, §2
3
Gunningsprocedure ................................................................................................. 12 Verlenging van de opdracht..................................................................................... 12
ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN IN TOEPASSING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 15.07.2011 PLAATSING OVERHEIDSOPDRACHTEN KLASSIEKE SECTOREN (BS 09 AUGUSTUS 2011)................................................................................................................. 13 Art. 6, §3 Communicatiemiddelen ........................................................................................... 13 Art. 7 Technische specificaties en normen ....................................................................... 13 Art. 9, §2 Varianten ................................................................................................................. 13 Art. 12 Onderaanneming ..................................................................................................... 13 Art. 17, §1 Intellectuele eigendomsrechten ............................................................................... 13 Art. 18 Keurings- en opleveringskosten .............................................................................. 13 Art. 19, §1 Elementen die in de prijzen begrepen zijn .............................................................. 14 Art. 20, §1 Prijsherziening ......................................................................................................... 15 Art. 60. Administratieve vereenvoudiging............................................................................. 16 Art. 61, 62, 64. Toegangsrecht: Uitsluiting, RSZ-verplichtingen en belangenvermenging16 Art. 67 Financiële en economische draagkracht ................................................................. 16 Art. 72 Technische bekwaamheid ....................................................................................... 16 Art. 81 Inhoud van de offerte............................................................................................... 17 Art. 85, §2 Interpretatie, fouten en leemten............................................................................... 19 Art. 90, §1 Indiening offertes ..................................................................................................... 19 Art. 101 Gunning van de opdracht bij een offerteaanvraag .................................................. 19
4
ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN IN TOEPASSING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 14.01.2013 TOT BEPALING VAN DE ALGEMENE UITVOERINGSREGELS VAN DE OVERHEIDSOPDRACHTEN EN VAN DE CONCESSIES VOOR OPENBARE WERKEN (BS 14 FEBRUARI 2013)................................................................................................................. 21
4.1
Administratieve voorschriften voor alle aannemingen van werken, leveringen of diensten21
ART. 9, §4. LIJST VAN DE BEPALINGEN WAARVAN WORDT AFGEWEKEN VAN DE ALGEMENE UITVOERINGSREGELS ............................................... 21 ART. 19, §1. GEBRUIK VAN DE RESULTATEN ................................................. 21 Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
3
ART. 25. § 2. BEDRAG VAN DE BORGTOCHT ................................................... 22 ART. 27. BORGTOCHTSTELLING EN BEWIJS VAN BORGTOCHTSTELLING ................................................................................. 22 ART. 45, §1. BIJZONDERE STRAFFEN .................................................................. 22 ART. 50, §3. TERUGGAVE VERTRAGINGSBOETES EN STRAFFEN .............. 23 ART. 65, §3. OPLEVERINGEN EN WAARBORGEN ........................................... 23 4.2
Art. 66 Betalingen .............................................................................................................. 23 Specifieke bepalingen voor aannemingen van diensten ....................................................... 23
ART. 147. UITVOERINGSTERMIJNEN............................................................ 23 ART. 149. MODALITEITEN INZAKE PRESTATIES ........................................ 24 ART. 154. VERTRAGINGSBOETE .................................................................. 24 ART. 160. BETALINGEN .................................................................................. 24 II. TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN ....................................................................... 25 A BESCHRIJVING VAN DE OPDRACHT ........................................................... 25 1 ALGEMEEN...................................................................................................... 25 1.1 1.2 1.3 1.4
Inleiding....................................................................................................................................... 25 Definities ..................................................................................................................................... 25 Projectteams ............................................................................................................................... 26 1.3.1 Algemeen................................................................................................................. 26 1.3.2 Samenstelling projectteams .................................................................................... 26 Overlegvergaderingen ............................................................................................................... 27
2
BESCHRIJVING VAN HET HUIDIGE ABBA SYSTEEM ................................. 28
2.1
2.3
Hoofdpost ................................................................................................................................... 29 2.1.1 Functionaliteiten ...................................................................................................... 29 2.1.2 Hardware infrastructuur ........................................................................................... 31 Aangesloten installaties ............................................................................................................ 36 2.2.1 Installaties met specifieke ABBA onderpost ............................................................ 36 2.2.2 Lokale installaties zonder specifieke ABBA onderpost ........................................... 46 Koppelvlakken naar andere systemen..................................................................................... 46
3
BESCHRIJVING VAN ABBAMELDA .............................................................. 47
3.1 3.2 3.3 3.4
Functionaliteiten ........................................................................................................................ 47 Belanghebbenden ...................................................................................................................... 47 Modules ....................................................................................................................................... 48 Gegevensstructuur ABBAMelda .............................................................................................. 48 3.4.1 Installatiegegevens .................................................................................................. 48 3.4.2 Gebeurtenis-gegevens ............................................................................................ 49 Applicaties en functionaliteiten ................................................................................................ 50 3.5.1 Webapplicatie ABBAMelda portaal ......................................................................... 50 3.5.2 Webapplicatie ABBAMelda aannemers .................................................................. 50 3.5.3 PDA applicatie ......................................................................................................... 50 3.5.4 Bezoekfiche modules .............................................................................................. 50 Koppelvlakken met externe systemen ..................................................................................... 50 3.6.1 Koppelvlak met afstandsbewakingssystemen ......................................................... 50 3.6.2 Koppelvlak met de wegendatabank ........................................................................ 51 3.6.3 Import –export module ............................................................................................. 51 Technische architectuur............................................................................................................ 51 3.7.1 Software structuur ................................................................................................... 51 3.7.2 Hardware structuur .................................................................................................. 52
2.2
3.5
3.6
3.7
4
DEELOPDRACHT 1: ONDERHOUD VAN ABBA EN ABBAMELDA.............. 53
4.1
Algemeenheden ......................................................................................................................... 53 4.1.1 Aanvang en einde van het onderhoud .................................................................... 53 4.1.2 Documentatie........................................................................................................... 53 4.1.3 Reservemateriaal onderposten ............................................................................... 54 4.1.4 Onderhoud interfaces voor de wegverlichting (groene dozen) ............................... 54
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
4
4.2 4.3
Preventief onderhoud ................................................................................................................ 54 4.2.1 Preventief onderhoud onderposten ......................................................................... 54 4.2.2 Preventief onderhoud hoofdpost ............................................................................. 55 Correctief onderhoud ................................................................................................................ 57 4.3.1 Meldpunt en oproepprocedure ................................................................................ 57 4.3.2 Correctief onderhoud van de onderposten .............................................................. 57 4.3.3 Correctief onderhoud hoofdpost .............................................................................. 59
5 6
DEELOPDRACHT 2: VERLENEN VAN ASSISTENTIE .................................. 60 DEELOPDRACHT 3: AANSLUITEN VAN NIEUWE INSTALLATIES ............. 61
6.1
Fasering en uitvoering............................................................................................................... 61 6.1.1 Opmaken analyse .................................................................................................... 61 6.1.2 Communicatie met de hoofdpost ............................................................................. 61 6.1.3 Integratie en testen .................................................................................................. 62 6.1.4 Documentatie........................................................................................................... 63
7
DEELOPDRACHT 4: AANPASSEN, UPGRADEN EN UITBREIDEN VAN ABBA ............................................................................................................... 64
7.1
Vernieuwing van de server infrastructuur van de hoofdpost................................................ 64 7.1.1 Vereisten betreffende de server infrastructuur ........................................................ 64 7.1.2 Fasering en uitvoering ............................................................................................. 65 7.1.3 Betalingswijze .......................................................................................................... 67 Opzetten van een testomgeving ............................................................................................... 67 7.2.1 Algemeen................................................................................................................. 67 7.2.2 Uitvoering................................................................................................................. 68 7.2.3 Documentatie........................................................................................................... 68 7.2.4 Betalingswijze .......................................................................................................... 68 Aanpassen en vernieuwen van software ................................................................................. 69 7.3.1 Algemeen................................................................................................................. 69 7.3.2 Fasering en uitvoering ............................................................................................. 69 7.3.3 Betalingsprincipes ................................................................................................... 71 Vernieuwing van de rapportering ............................................................................................. 71 7.4.1 Algemeen................................................................................................................. 71 7.4.2 Fasering en uitvoering ............................................................................................. 72 7.4.3 Betalingswijze .......................................................................................................... 72
7.2
7.3
7.4
8
DEELOPDRACHT 5: AANPASSEN, UPGRADEN EN UITBREIDEN VAN ABBAMELDA ................................................................................................... 73
8.1 8.2
Algemeen .................................................................................................................................... 73 Betalingsprincipes ..................................................................................................................... 73
9 10 B
DEELOPDRACHT 6: LEVEREN VAN CONSULTANCY ................................. 74 DEELOPDRACHT 7: GEVEN VAN OPLEIDINGEN ........................................ 75 TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN IN TOEPASSING VAN HET STANDAARDBESTEK 270 .............................................................................. 76 HOOFDSTUK 40 ALGEMENE BEPALINGEN ....................................................... 76 3 AANVULLENDE BEPALINGEN OP AUR ....................................................... 76 3.1
Artikel 36. - Detail- en werktekeningen opgemaakt door de ................................................ 76 3.1.3 Detail- en werktekeningen vóór de uitvoering en berekeningsnota’s ...................... 76 3.1.4 As-builtdocumenten na de uitvoering ...................................................................... 77 3.1.5 Installatiebeschrijving .............................................................................................. 78
4
STROOMVOORZIENINGEN ............................................................................ 80
4.1
Batterijen ..................................................................................................................................... 80 4.1.1 Beschrijving ............................................................................................................. 80
HOOFDSTUK 48 TELETECHNIEK ........................................................................ 81 2 POLICY ROND HET GEBRUIK VAN WEBAPPLICATIES .............................. 81 2.1 2.2
Inleiding....................................................................................................................................... 81 Opbouw webapplicaties ........................................................................................................... 81
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
5
2.3 2.4 2.5
Veiligheid .................................................................................................................................... 82 Policy: het N-tier Model ............................................................................................................. 82 Besluit ......................................................................................................................................... 83
3
POLICY ROND E-MAILVERKEER OP HET TELEMATICA NETWERK ......... 84
3.1 3.2
Achtergrond ................................................................................................................................ 84 Toelichting .................................................................................................................................. 84 A. Algemene verbintenis .............................................................................................. 86 B. Algemene inlichtingen ............................................................................................ 88 C. Erkenning van aannemers van werken ................................................................... 88 D. Onderaannemers ..................................................................................................... 89 E. Personeel................................................................................................................. 89 F. Oorsprong van de te leveren producten en de te verwerken materialen ................ 89 G. Betalingen ................................................................................................................ 90 H. RSZ-attest (voor de inschrijver van vreemde nationaliteit) ..................................... 90 I. Bijlagen .................................................................................................................... 90 J. Vak bestemd voor de goedkeuring door de overheid ............................................. 91
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
6
I. ADMINISTRATIEVE EN CONTRACTUELE VOORSCHRIFTEN 1
ALGEMEEN
1.1 Algemeenheden 1.1.1
Voorwerp van de opdracht
Deze opdracht heeft als voorwerp het onderhouden, uitbreiden en optimaliseren van het afstandsbewakingssysteem ABBA en ABBAMelda. De leveringen en diensten waarop dit bestek van toepassing is, kunnen worden uitgevoerd voor rekening van het Vlaams Gewest of een andere mogelijke instelling die onder de bevoegdheid van de Vlaamse Regering valt (vb. een para-regionale instelling, een Extern Verzelfstandigd Agentschap, een provincie, een gemeente…). De betalingen geschieden voor rekening van de diverse instellingen. De leveringen en diensten worden uitgevoerd onder leiding van de afdeling Elektromechanica en Telematica (EMT). Deze afdeling treedt op als opdrachtgevende overheid. Volgens de CPV-classificatie hebben deze prestaties betrekking op: 38800000-3 Apparaten voor de bewaking van industriële processen afstandsbediening 48800000-6 Informatiesystemen en servers 48000000-8 Software en informatiesystemen 50312000-5 Onderhoud en reparatie van computeruitrusting 50312600-1 Onderhoud en reparatie van uitrusting voor informatietechnologie 50312610-4 Onderhoud van uitrusting voor informatietechnologie 50324100-3 Systeemonderhoud 50324200-4 Diensten voor preventief onderhoud 50330000-7 Onderhoud van telecommunicatie-uitrusting 72200000-7 Softwareprogrammering en -advies 72210000-0 Programmering van softwarepakketten 72211000-7 Programmering van systeem- en gebruikerssoftware 72260000-5 Diensten in verband met software 72262000-9 Ontwikkeling van software 72267000-4 Onderhouds- en reparatiediensten voor software 72267100-0 Onderhoud van software voor informatietechnologie
− − − − − − − − − − − − − − − −
en
voor
Volgens de CPC-classificatie hebben deze prestaties betrekking op: −
84: Diensten in verband met computers
1.1.2
Omvang van de opdracht
De opdracht bestaat uit volgende deelopdrachten: − Deelopdracht 1: Onderhoud van ABBA en ABBAMelda − Deelopdracht 2: Verlenen van assistentie − Deelopdracht 3: Aansluiten van nieuwe installaties − Deelopdracht 4: Aanpassen, upgraden en uitbreiden van ABBA − Deelopdracht 5: Aanpassen, upgraden en uitbreiden van ABBAMelda − Deelopdracht 6: Leveren van consultancy − Deelopdracht 7: Geven van opleidingen Deelopdrachten 1 en 2 starten onmiddellijk bij sluiting van de opdracht. Voor deelopdrachten 3, 4, 5, 6 en 7 levert de overheid bestellingen af in functie van haar behoeften en levert hiertoe telkens een specifiek dienstbevel af. Het onderhoud tijdens de waarborgperiode voor deelopdrachten 3, 4 en 5 maakt integraal deel uit van de betreffende deelopdrachten. Dit onderhoud vangt aan op de datum van de voorlopige oplevering en eindigt op de datum van de definitieve oplevering. De waarborgtermijn bedraagt 2 jaar. Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
7
Het onderhoud tijdens de waarborgtermijn dient inbegrepen te zijn in de prijs van de posten en wordt niet afzonderlijk vergoed. Het onderhoud tijdens de waarborgperiode geschiedt overeenkomstig de voorschriften van deelopdracht 1. Deze opdracht is een raamovereenkomst. De overheid levert bestellingen af in functie van haar behoeften. De werkelijk bestelde hoeveelheden kunnen verschillen van de hoeveelheden in de inventaris. De hoeveelheden in de inventaris zijn slechts indicatief en de inschrijvingsprijs dient derhalve louter ter vergelijking van de offertes. De opdrachtnemer kan uit de inventaris geen enkel recht putten, noch wat het totaal bedrag van de bestellingen betreft, noch wat de te bestellen hoeveelheden per post aangaat. Evenmin heeft de opdrachtnemer het recht op enige schadevergoeding, termijnsverlenging of andere vorm van herstel indien de opgegeven hoeveelheden uit de inventaris niet worden bereikt en dit ongeacht de rechtsbasis van zijn verzoek. Desalniettemin geeft het inschrijvingsbedrag een schatting van het geraamd jaarlijks bedrag van het geheel der bestellingen.
1.2 Voorbehouden som In de inventaris is een post “voorbehouden som” opgenomen met een vermoedelijke hoeveelheid en als eenheid “euro”. De inschrijver vult als eenheidsprijs “1” (één) in en neemt het bedrag van de vermoedelijke hoeveelheid over in de kolom “sommen”.
1.3 Signalisatie van werken 1.3.1
Aanvragen van vergunningen voor het plaatsen van signalisatie
De aandacht van de inschrijver wordt erop gevestigd dat de vergunningen nodig voor het plaatsen van de signalisatie dienen aangevraagd te worden aan de beheerders van de wegen. De opdrachtnemer dient tijdig (d.w.z. binnen de 30 kalenderdagen na de sluiting van de opdracht) een type-vergunningsaanvraagdossier in. Het type-aanvraagdossier bevat o.m. per aard van de weg een type-plan van de signalisatie. Binnen de 10 werkdagen na verzending van een dienstbevel dient hij per installatie zijn volledig vergunningsaanvraagdossier (gestaafd met de nodige bewijsstukken) in. Inzake auto- en ringwegen dient de aanvraag om vergunning te worden gericht aan de bevoegde afdeling van het Agentschap Wegen en Verkeer. Nadere instructies (emailadres, …) en/of wijzigingen inzake de termijn of de te verwittigen instanties worden tijdens de startvergadering of eerstvolgende overlegvergadering meegedeeld. Hiervoor wordt geen bijkomende vergoeding voorzien. Voor alle andere wegen dient de aanvraag te worden gericht aan het gemeentebestuur van de plaats waar de werken gelegen zijn. Een afschrift van de vergunningsaanvraagdossiers dient door de opdrachtnemer met dezelfde post ter kennisgeving gestuurd te worden aan de afdeling die het dienstbevel heeft afgeleverd wat de autosnelwegen betreft, en aan de afdeling die het dienstbevel heeft afgeleverd en de bevoegde afdeling van het Agentschap Wegen en Verkeer, wat de andere wegen betreft. Na het indienen van een volledig vergunningsaanvraagdossier kan de uitvoeringstermijn worden verlengd met het aantal kalenderdagen, omgezet in werkdagen die verlopen tussen de datum van aanvraag en het afleveren van de vergunning door de bevoegde overheid. De opdrachtnemer stuurt een kopie van de verleende vergunning ter kennisgeving aan de afdeling die het dienstbevel heeft afgeleverd wat de autosnelwegen betreft, en aan de afdeling die het dienstbevel heeft afgeleverd en de bevoegde afdeling van het Agentschap Wegen en Verkeer, wat de andere wegen betreft.
1.3.2
Plaatsen van de signalisatie
De dienstverlener staat in voor het plaatsen, ter beschikking stellen en wegnemen van de nodige signalisatie enkel in die gevallen waar er geen andere mogelijkheid bestaat dan te parkeren op de pechstrook of stil te staan op één van de rijstroken en mits voorafgaande goedkeuring van de leidende ambtenaar of zijn afgevaardigde. Voor het plaatsen, ter beschikking stellen en wegnemen van de signalisatie voor alle in dit bestek opgesomde werken is een aparte post voorzien in de inventaris.
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
8
Werfsignalisatie 6e categorie op autosnelwegen en openbare wegen waar de maximum toegelaten snelheid hoger is dan 90 km/u
1.3.3
e
Voor de voorschriften inzake de toe te passen signalisatie voor werken van de 6 categorie wordt verwezen naar de bepalingen van het standaardbestek 250 versie 3.0 en de dienstorders 1 2 3 MOW/AWV/2009/16 , MOW/AWV/2011/14 en MOW/AWV/2013/21 .
1.4 Kwaliteitsborging 1.4.1
Projectorganisatie
De inschrijver moet een beschrijving maken van de projectorganisatie. Is de opdrachtnemer een tijdelijke vereniging dan dient een totaalbeeld van de projectorganisatie gegeven te worden. De projectleider, de kwaliteitsverantwoordelijke en de projectuitvoerders moeten zowel naar kwalificatie als naar aantal worden aangeduid op één of meerdere organigrammen. De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de verschillende projectleden moeten in detail omschreven worden. De aanbestedende overheid eist dat voor deelopdrachten 1, 2, 3, 4, 6 en 7 éénzelfde projectleider aangesteld wordt die optreedt als projectverantwoordelijke en coördinator voor deze deelopdrachten. Hij fungeert bovendien als enig en uniek aanspreekpunt voor de betreffende deelopdrachten. Hij dient steeds bereikbaar te zijn en zal aanwezig zijn op de vergaderingen met de opdrachtgever. Voor deelopdracht 5 kan een andere projectleider aangeduid worden. De projectleiders dienen te beschikken over een master diploma in een technische richting en hebben minstens 5 jaar aantoonbare ervaring met projectleiding op gebied van systemen voor afstandsbewaking, technische automatisering of software ontwikkeling. De aanbestedende overheid eist dat de kwaliteitsverantwoordelijke, aangesteld door de opdrachtnemer, voldoende bevoegdheid heeft om: −
de werken stil te leggen,
−
andere werkwijzen voor te stellen,
−
voorstellen ter verbetering voor te leggen en te laten uitvoeren,
− audits over de toepassing van het kwaliteitsborgingsysteem te laten uitvoeren. De kwaliteitsverantwoordelijke moet rechtstreeks aan de gemandateerde van de opdrachtnemer of van de tijdelijke vereniging kunnen rapporteren over de vordering van de werken.
1.4.2
Af te leveren documenten
De opdrachtnemer moet volgende documenten voorleggen aan de aanbestedende overheid: − −
−
1
Bewijzen van goede kwaliteit van aangekochte producten, grondstoffen, te verwerken materialen en materieel Maandelijks overzicht waarin volgende zaken gerapporteerd worden: o Tijdigheid tussenkomsten; o Tijdigheid uitvoering dienstbevelen; o Correctheid ramingen van de dienstbevelen; o Lijst van installaties met meer dan 2 oproepen per maand. Alle documentatie zoals beschreven in de diverse deelopdrachten onder hoofdstuk II ‘Beschrijving van de opdracht’.
e
“Werfsignalisatie 6 categorie op autosnelwegen en openbare wegen waar de maximum toegelaten snelheid hoger is dan 90 km/u” van 28.10.2009 (gratis te downloaden op http://www.wegenenverkeer.be/documenten/dienstorders-en-omzendbrieven.html ) 2 e “Werfsignalisatie ’s nachts op autosnelwegen en niet-autosnelwegen > 90 km/u – Toepassing 6 categorie” van 06.09.2011 (gratis te downloaden op http://www.wegenenverkeer.be/documenten/dienstorders-en-omzendbrieven.html) 3 Uitvoeren van kortstondige interventies op de pechstrook van autosnelwegen of een nietautosnelweg met een snelheidsregime hoger dan 90 km/u (op te vragen bij de aanbestedende overheid) Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
9
1.5 Veiligheidsvoorschriften voor personeel dat werkt aan of in de omgeving van elektrische installaties Alle personeelsleden van hoofd- en onderaannemers die ingezet worden voor uitvoering van werken aan EM-installaties, moeten minstens in het bezit zijn van een BA4-attest (volgens AREI, Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties). Dit houdt in dat ze een opleiding volgden over de risico’s verbonden aan werken aan elektrische installaties. Ze staan permanent onder toezicht van een vakbekwaam persoon met een BA5-attest. Alle personeelsleden van hoofd- en onderaannemers die als elektricien daadwerkelijk moeten werken aan kunstwerken, moeten in het bezit zijn van een BA5-attest. Deze personen kunnen zelf de gevaren verbonden aan werken aan elektrische installaties inschatten en de nodige maatregelen bepalen. Naast het BA5-attest bezitten de elektriciens een getuigschrift dat zij met succes een specifieke opleiding voor schakelen in HS-cabines en/of LS-cabines volgden bij een erkend keuringsorganisme. Verder beschikken ze over een technisch diploma A2 of gegradueerde in de elektronica, elektriciteit of elektromechanica. De bekwaamheid van deze personeelsleden wordt bepaald door hun werkgever, die hen eveneens het BA4- of BA5-attest verstrekt. In het BA4- en BA5-attest staat duidelijk beschreven voor welke specifieke taken en soorten installatie het attest geldt. Mogelijke opdrachten zijn: •
het plaatsen, herstellen of wijzigen van de aansluiting op LS- of HS-installaties
•
het aansluiten van PLC’s
• … De elektricien heeft de bekwaamheid om elektrische schema's te lezen en te interpreteren, zelfstandig herstellingen en aanpassingswerken aan elektrische installaties uit te voeren en allerhande schakelingen op HS- en LS-uitrusting te doen. Conform AREI art. 266: Werken aan elektrische installaties, staat de elektrische installatie onder de verantwoordelijkheid van een installatieverantwoordelijke, en worden de werkzaamheden uitgevoerd onder leiding van een werkverantwoordelijke. Zij treffen in gemeenschappelijk akkoord schikkingen voor de veilige uitvoering van de werkzaamheden. De verantwoordelijke en de installatieverantwoordelijke kunnen één en dezelfde persoon zijn. Het is aan de opdrachtnemer om te controleren of alle personeel die aan of vlakbij een elektrische installatie werkt, voldoende bekwaam is en de nodige opleiding en instructies heeft gekregen. De opdrachtnemer moet tijdens de werken, ter plaatse, steeds een lijst kunnen voorleggen met de aanwezige personeelsleden en hun attesten. Bij werkzaamheden aan of in de omgeving van elektrische installaties, zijn eveneens de bepalingen van de Welzijnswet van 4 augustus 1996, Hoofdstuk IV, Afdeling 1: Werkzaamheden van werkgevers of zelfstandigen van buitenaf, van toepassing. Hierin worden zowel de verplichtingen van de opdrachtgevende overheid, als van de contractuele aannemers vastgelegd m.b.t. de coördinatie van de werkzaamheden, opdat deze in veilige omstandigheden zouden kunnen worden uitgevoerd. De opdrachtgevende overheid is er toe gehouden aannemers te weren die de bepalingen van de Welzijnswet van 4 augustus 1996 en haar uitvoeringsbesluiten, met het oog op de bescherming van de werknemers, niet naleven.
1.6 Bijzondere uitvoeringsmodaliteiten 1.6.1
Minder-hinder maatregelen
1.6.1.1 Tijdsvensters Om de verkeershinder te beperken kunnen de vergunningen afgeleverd door de wegbeheerder “tijdsvensters” opleggen: de werken dienen uitgevoerd tussen een in de vergunning bepaald begin uur en eind uur. Deze begin- en eind uren dienen strikt te worden nageleefd. Om de verkeershinder te beperken worden de “tijdsvensters” beschreven in de dienstorder 4 MOW/AWV/2010/5 opgelegd.
4
“Beperking van de verkeershinder en bijhorende onveiligheid bij werken op autosnelwegen” van 27.10.2010 (gratis te downloaden op http://www.wegenenverkeer.be/documenten/dienstorders-enomzendbrieven.html )
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
10
Per kwartier dat de opdrachtnemer te vroeg de weg inneemt voor de uitvoering van de werken of het einduur overschrijdt, wordt een straf opgelegd overeenkomstig artikel 45 van het KB van 14.01.2013.
1.6.2
Meldingsplicht
1.6.2.1 Meldingsplicht aan het Vlaams Tunnel- en Controlecentrum Naast de vereiste meldingen beschreven onder het hoofdstuk ‘Beschrijving van de opdracht’, is de opdrachtnemer bijkomend verplicht het Vlaams Tunnel- en Controlecentrum (VTC) telefonisch in te lichten over de geplande werken inclusief onderhoudswerkzaamheden: −
Bij de aanvang van de werken
−
Op het einde van de werken
Contactgegevens aanbestedende overheid EMT (in Gent) Telefoon 09/276.28.00 Fax: 09/276.28.05 EMT (in Antwerpen) Telefoon 03/224 66 11 Fax: 03/224 66 05 Contactgegevens van het VTC zijn: Telefoon: 03/443 63 31 Fax: 03/443 63 09 e-mail:
[email protected] 1.6.2.2 Meldingsplicht bij tussenkomsten op de kunstwerken Bij aankomst op het kunstwerk moet de opdrachtnemer zich aanmelden bij de binnenvaartbegeleider van dienst op het kunstwerk. Hij geeft de aard van de interventie, de eventuele repercussie op de bediening en de vermoedelijke duur van de interventie aan. Bij vertrek meldt de opdrachtnemer zich af bij de binnenvaartbegeleider van dienst op het kunstwerk.
1.6.3
Discretieplicht
De opdrachtnemer en zijn medewerkers zijn gebonden door discretieplicht met betrekking tot informatie waarvan zij weet krijgen bij het ontvangen dit bestek en bij de uitvoering van de opdracht. Die informatie kan in geen geval zonder schriftelijke toestemming van de opdrachtgever meegedeeld worden aan derden. De gekozen opdrachtnemer mag deze opdracht wel opgeven als referentie.
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
11
2
ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN IN TOEPASSING VAN DE WET VAN 15.06.2006 OVERHEIDSOPDRACHTEN EN BEPAALDE OPDRACHTEN VOOR WERKEN, LEVERINGEN EN DIENSTEN (BS 15 FEBRUARI 2007)
Art. 23
Gunningsprocedure
De opdracht wordt geplaatst bij wijze van een open offerteaanvraag.
Art. 37, §2
Verlenging van de opdracht
De termijn voor het geven van dienstbevelen is vastgesteld op 12 kalendermaanden vanaf de aanvang van het contract. De opdracht wordt stilzwijgend verlengd met een termijn van 12 kalendermaanden. De totale duur (incl. verlengingen) is beperkt tot maximaal 48 kalendermaanden na het sluiten van de opdracht. De aanbestedende overheid heeft het recht de opdracht op te zeggen. De opzeg wordt aan de opdrachtnemer genotificeerd tenminste vijftien kalenderdagen voor het verstrijken van de lopende geldigheidstermijn. De opdrachtnemer heeft gedurende de duur van de opdracht geen exclusiviteitsrechten. De aanbestedende overheid heeft het recht om, tijdens de duur van de opdracht, een derde opdrachtnemer aan te stellen om prestaties vervat in deze opdracht uit te voeren. Het onderhoud tijdens de waarborgtermijn maakt integraal deel uit van de aanneming.
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
12
3
ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN IN TOEPASSING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 15.07.2011 PLAATSING OVERHEIDSOPDRACHTEN KLASSIEKE SECTOREN (BS 09 AUGUSTUS 2011)
Art. 6, §3
Communicatiemiddelen
Alle elektronische communicatie voor het uitwisselen van schriftelijke stukken, andere dan offertes, verloopt volgens het emailadres en/of faxnummer vermeld in de aanvraag van de stukken.
Art. 7
Technische specificaties en normen
Naast de wettelijke en reglementaire voorschriften zijn de volgende documenten op deze aanneming van toepassing: 1. het Standaardbestek 270, versie 2.0 van 2013; 2. De reglementen van de verdeler van elektrische energie 3. Andere documenten e
−
dienstorder MOW/AWV/2009/16 en MOW/AWV/2011/14 – “Werfsignalisatie 6 categorie” van respectievelijk 28.10.2009 en 06.09.2011
−
dienstorder MOW/AWV/2010/5 – “Beperking van verkeershinder” van 27.10.2010
−
dienstorder MOW/MIN/2013/3 – “Gebruik van de posten “voorbehouden som” en 5 “geraamde som” in de bestekken van 29.10.2013
dienstorder MOW/AWV/2013/21 – Uitvoeren van kortstondige interventies op de pechstrook van een autosnelweg of een niet-autosnelweg met een snelheidsregime hoger dan 90 6 km/u Hiërarchie van de documenten In geval van tegenstrijdigheid tussen het bestek, de standaard- en typebestekken en de documenten die hierboven aangehaald zijn, heeft het bestek de voorrang. −
Art. 9, §2
Varianten
1. Vrije varianten Vrije varianten zijn verboden.
Art. 12
Onderaanneming
De inschrijver geeft in zijn offerte aan welk gedeelte van de opdracht hij voornemens is in onderaanneming te geven en welke onderaannemers hij voorstelt.
Art. 17, §1
Intellectuele eigendomsrechten
De inschrijver is verplicht in zijn offerte aan te geven welke intellectuele eigendomsrechten waarvan hij titularis is of waarvoor hij van een derde een gebruikslicentie moet verkrijgen, nodig zijn voor het geheel of een deel van de uit te voeren prestaties. De aankoopprijs en de verschuldigde vergoedingen voor de gebruikslicenties van deze intellectuele eigendomsrechten moeten inbegrepen zijn in de geboden prijzen. Tevens voor die intellectuele eigendomsrechten waarvan de inschrijver niet de eigendomsrechten heeft, maar die in het kader van de uitvoering van de opdracht gebruikt zullen moeten worden, zal de inschrijver de aankoopprijs en de verschuldigde vergoedingen voor gebruikslicenties verdelen over de geboden prijzen.
Art. 18
Keurings- en opleveringskosten
Alle handelingen die vereist zijn voor de voorgeschreven onderzoeken, alsook de eventuele herstellingen die na de controle noodzakelijk blijken, zijn ten laste van de opdrachtnemer. De kosten van de prestaties die in verband met de keuringen worden geleverd door derden, worden ten laste van de opdrachtnemer aangerekend tegen de door deze derden gefactureerde kostprijs. 5 Op te vragen bij de aanbestedende overheid. Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
13
De kosten van de prestaties die de opdrachtnemer in verband met de keuringen zelf uitvoert, blijven te zijnen laste. De verplaatsings- en de verblijfskosten van het personeel van de aanbestedende overheid verbonden aan keuringen die in de Europese Unie moeten uitgevoerd worden, worden door de aanbestedende overheid gedragen. De opdrachtnemer komt op geen enkele wijze in deze kosten tussen. De verplaatsings- en verblijfskosten van het personeel van de aanbestedende overheid verbonden aan de keuringen die buiten de Europese Unie moeten uitgevoerd worden, zijn voor rekening van de opdrachtnemer. Deze kosten vormen een last van de aanneming en worden niet afzonderlijk vergoed. Bij de begroting van deze kosten dient de opdrachtnemer rekening te houden met volgende minimale vereisten: de keuringen worden steeds door minstens 2 personen van de aanbestedende overheid bijgewoond en de kosten houden minstens het volgende in: Vergoeding van de reiskosten: zijnde de kosten van de reis naar het buitenland met om het even welk vervoermiddel in 2e klasse/economy klasse en de verplaatsingen in het buitenland; Vergoeding van de logies: zijnde de kosten voor overnachting in een logement van degelijke kwaliteit en gemiddelde prijsklasse dat voldoet aan alle hedendaagse comforteisen; Vergoeding van de verblijfskosten: zijnde de kosten van maaltijden, andere kleine uitgaven (vb. telefoongesprekken) De verblijfsduur in het buitenland is afhankelijk van de reisbestemming, doch zal minstens bestaan uit 1 volledige dag ter plaatse.
−
−
− −
Art. 19, §1
Elementen die in de prijzen begrepen zijn
Onverminderd hetgeen bepaald is in het standaardbestek 270 versie 2.0 dienen de hierna volgende elementen in de eenheidsprijzen en globale prijzen van de opdracht te zijn begrepen: −
− − − − − −
− − − − − − − −
de aankoopprijs en de verschuldigde vergoedingen voor de gebruikslicenties van de intellectuele eigendomsrechten waarvan de opdrachtnemer niet de eigendomsrechten heeft (artikel 17, §2 KB Plaatsing) de administratie – en secretariaatskosten de lonen van de werknemers alle kosten die verband houden met het opmaken van de nodige rapporten en documentatie in het kader van het onderhoud de kosten verbonden met het houden van overlegvergaderingen alle kosten verbonden aan projectleiding alle kosten die te maken hebben met aanschaf, gebruik, onderhoud, upgrade van infrastructuur, hard- en software, licenties, operating systemen, tools… waarover de dienstverlener dient te beschikken voor de uitvoering van deze opdracht en welke geen eigendom zijn van de opdrachtgever alle kosten die te maken hebben met keuringen en opleveringen; alle levering- en transportkosten; alle verblijfskosten; alle verplaatsingskosten. de verzekeringen die de dienstverlener afsluit in het kader van deze opdracht; het opmaken van offertes en voorstellen; alle kosten die te maken hebben met vervanging van het nominatief aangeduide personeel. alle kosten die verbonden zijn aan een eventuele verplaatsing van de apparatuur van het centrale afstandsbewakingssysteem naar een andere locatie, ongeacht waar de nieuwe locatie zich bevindt.
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
14
Art. 20, §1
Prijsherziening
In afwijking van het standaardbestek 270 versie 2.0 is op onderhavige opdracht de volgende prijsherzieningsformule van toepassing: P = P0 (0,2 + (0,8 * S/S0)) Hierbij is: − P = de aangepaste eenheidsprijs − P0 = de eenheidsprijs zoals bepaald in de overeenkomst − S = minimum referentieloon, verhoogd met de sociale lasten, gepubliceerd door Fabrimetal die van kracht is in de maand voor de herzieningsdatum (provincie Antwerpen) − S0 = idem als S, maar van kracht in de maand voorafgaand aan de inschrijving De herzieningscoëfficiënt wordt berekend tot op twee decimalen na de komma. Op posten met als aard “VS” (Voorbehouden Som) en “GS” (Geraamde Som) is geen prijsherziening van toepassing. Toepassingsmodaliteiten Herzieningen met een eigen periodiciteit (per prestatie) De herziening van de dienstbevelen (bestellingen) met eigen periodiciteit wordt als volgt bepaald: −
Voor dienstbevelen met een uitvoeringstermijn kleiner of gelijk aan 35 werkdagen is de referentiedatum voor de berekening van de prijsherzieningscoëfficiënten de eerste dag van de uitvoeringstermijn bepaald in het dienstbevel. De aanvangsdatum van de prestatie bepaalt m.aw. de referentiedatum waarop de referentietermijnen zullen worden toegepast. In geval van een onderbreking waardoor het verschil tussen aanvangsdatum van het oorspronkelijke dienstbevel en de einddatum van het hervatte dienstbevel 35 werkdagen overschrijdt, gebeurt de herzieningsberekening per maand, zoals bij dienstbevelen met een uitvoeringstermijn van meer dan 35 werkdagen. In geval van een verlenging van de uitvoeringstermijn, waardoor de uitvoeringstermijn meer dan 35 werkdagen bedraagt, gebeurt de herzieningsberekening per maand, zoals bij dienstbevelen met een uitvoeringstermijn van meer dan 35 werkdagen.
−
Voor dienstbevelen met een uitvoeringstermijn van meer dan 35 werkdagen gebeurt de herzieningsberekening per maand. De referentiedatum waarop de referentietermijnen worden toegepast, wordt m.a.w. bepaald door de maand waarin de prestaties geleverd worden en is de eerste van die maand. Bij prestaties die meerdere maanden omvatten, wordt de prestatie ondergebracht in de maand waarin ze beëindigd zijn. Voor prestaties die maandelijks betaald worden gebeurt de prijsherziening per maand. De referentiedatum waarop de referentietermijnen worden toegepast wordt bepaald door de ste maand waarin de prestaties geleverd worden en is de 1 dag van die maand. De ste ste herzieningsperiode bedraagt bijgevolg één maand en loopt steeds van de 1 tot de 31 van de maand (behoudens de eerste herzieningsperiode/betalingsperiode).
−
Prestaties die uitgevoerd werden na de contractuele einddatum van de opdracht of een afzonderlijk dienstbevel (bestelling), worden onderworpen aan de volgende prijsherzieningsberekening, waarbij de voor de aanbestedende overheid meest voordelige herzieningswaarde zal worden toegepast: − herzieningsberekening in de maand waarin ze geleverd werden (met als referentiedatum de ste 1 van deze maand) − gemiddelde herzieningsberekening na einddatum waarbij het gemiddelde van de prijsherzieningswaarden van de volle maanden* wordt genomen, met als referentiedatum de eerste van de maand. (* volle maand: maand waarvan de startdatum van die maand binnen de aanvangsdatum en contractuele einddatum valt en een maand waarin geen schorsingen voorkomen). Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
15
Art. 60.
Administratieve vereenvoudiging
§2 In afwijking van het Standaardbestek 270, versie 2.0 voegt de inschrijver bij zijn inschrijving wel alle gevraagde stukken inzake de kwalitatieve selectie toe. De inschrijver kan niet verwijzen naar de stukken toegevoegd bij de offerte van een vorige opdracht.
Art. 61, 62, 64. Toegangsrecht: Uitsluiting, RSZ-verplichtingen en belangenvermenging Door in te schrijven op de opdracht verklaart de inschrijver zich niet te bevinden in een toestand van uitsluiting. Voor de niet-Belgische inschrijvers dienen tevens volgende documenten gevoegd worden bij zijn inschrijving: Een origineel attest uitgereikt door de bevoegde overheidsinstantie van het land waar hij gevestigd is en waaruit blijkt dat hij heeft voldaan aan de voorschriften inzake bijdrage voor sociale zekerheid overeenkomstig art. 62, §2 K.B. Plaatsing; − Getuigschrift van niet-faillissement uitgereikt door de bevoegde overheidsinstantie van het betrokken land. − Een origineel attest uitgereikt door de bevoegde overheidsinstantie van het land waar hij gevestigd is en waaruit blijkt dat de betrokkene in orde is met de betaling van zijn belastingen (directe belastingen en btw). De attesten zijn niet ouder dan drie maanden te rekenen vanaf de datum van de opening van de offertes. De buitenlandse inschrijver, alsook de Belgische inschrijver die personeel tewerkstelt dat onderworpen is aan de sociale zekerheidswetgeving van een andere lidstaat van de Europese Unie, voegt bij zijn inschrijver een attest of een verklaring volgens de bepalingen van art. 62, §2. −
Art. 67
Financiële en economische draagkracht
De inschrijver toont zijn financiële en economische draagkracht aan door het voorleggen van een verklaring betreffende de omzet van de onderneming over de laatste drie boekjaren. De jaarlijkse omzet dient minimaal 2.750.000,00 euro te bedragen.
Art. 72
Technische bekwaamheid
De inschrijvers tonen hun technische bekwaamheid aan door de volgende bewijsstukken: 1. de opgave van de tot de onderneming behorende technici of technische organen, in het bijzonder van deze die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het onderhoud. Hieruit moet blijken dat de inschrijver beschikt over een onderhoudsploeg die 24u/24u, 7 dagen op 7 kan ingezet worden. 2. Een lijst met nominatieve opgave van alle personen die kunnen ingeschakeld worden als projectleider en als lid van de vaste projectteams voor ABBA en ABBAMelda. Deze lijst bestaat uit een tabel met vier kolommen waarin achtereenvolgens 1) de naam, 2) de diploma’s en de getuigschriften, 3) de specifieke en relevante ervaring op de verschillende domeinen die aan bod komen in de opdracht en 4) het profiel waaronder hij/zij zal ingeschakeld worden, vermeld zijn. Hieruit moet blijken dat de inschrijver minstens beschikt over 2 projectleiders, 2 analisten, 6 programmeurs en 2 techniekers. 3. Een lijst van de voornaamste en relevante diensten uitgevoerd tijdens de laatste drie jaar, waaruit de opgebouwde en gehonoreerde expertise in ontwikkeling en onderhoud van systemen voor industriële automatisatie en afstandsbewaking en – bediening moet blijken. In de lijst dient achtereenvolgens vermeld te worden: de titel, het jaartal van de uitvoering, het bedrag, de aanbestedende publiek- of privaatrechtelijke instanties, en een bondige beschrijving van de inhoud van de opdracht. Deze diensten worden gestaafd aan de hand van hetzij certificaten opgesteld door de bevoegde autoriteiten, hetzij, bij ontstentenis daarvan, door een verklaring van de dienstverlener zelf.
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
16
De referenties die in aanmerking komen, betreffen projecten met een individuele uitvoeringskostprijs van minstens 300.000,00 euro (exclusief BTW). Indien de inschrijver de projecten niet als hoofdaannemer heeft uitgevoerd, mag enkel het bedrag van het door hem uitgevoerde deel opgegeven worden. Het bedrag dient in dergelijk geval vergezeld te zijn van een verklaring van de hoofdaannemer. De lijst dient minimaal 3 referenties te bevatten.
Art. 81
Inhoud van de offerte
1. Samenstelling van de inschrijving Een regelmatige inschrijving omvat een inschrijvingsbiljet, een inventaris en de bijlagen zoals opgesomd onder de paragraaf “Onderrichtingen inzake de bijlagen”. De inschrijving wordt voorzien van een algemene inhoudstafel waarop de nummers van alle bijlagen worden vermeld. Elke bijlage wordt in de eTenderingapplicatie opgeladen als afzonderlijk document met uitdrukkelijke vermelding van het volgnummer van de bijlage in de titel (de titel mag enkel bestaan uit de vermelding “bijlage” 9 het volgnummer van de bijlage). Eventuele bijkomende bijlagen worden in een afzonderlijk deel opgeladen en doorlopend genummerd. In de inschrijving worden tevens duidelijk de contactgegevens (naam, telefoonnummer en emailadres) van de contactpersoon van de inschrijver vermeld. De inventaris wordt via een Excel-bestand ter beschikking gesteld. De inschrijver maakt gebruik van dit bestand voor het invullen van zijn inventaris. Aan dit bestand mogen geen wijzigingen worden aangebracht met uitzondering van het invullen van de grijze cellen in de kolommen ‘Eenheidsprijs/bedrag (EUR)’, ‘Eenheidsprijs/bedrag voluit geschreven’ (enkel indien zichtbaar), ‘Vermindering/vermeerdering’ (enkel indien zichtbaar) en ‘Totaal (incl. vermindering/vermeerdering) EUR’. De inschrijver dient het ingevulde Excel-document te converteren naar een afdrukbaar pdfbestand. Zowel het Excel- als het pdf-bestand moeten worden opgeladen en ingediend via etendering. Bij tegenstrijdigheid tussen beide bestanden, wordt het pdf bestand geacht de werkelijke bedoeling van de inschrijver te zijn en is het pdf bestand aldus het enige rechtsgeldige. Een handleiding voor het omzetten van de inventaris van Excel naar pdf is beschikbaar op http://mow.vlaanderen.be/qc. 2. Onderrichtingen inzake de bijlagen Bijlage 1. Lijst van de te verwerken materialen Deze bijlage betreft de gegevens inzake de te verwerken materialen die niet van oorsprong zijn uit de lidstaten van de Europese Unie (opgave post per post). Bijlage 2. Bewijs van bevoegdheid De bijlage betreft het rechtsgeldig bewijs dat de perso(o)n(en) die het inschrijvingsbiljet ondertekende(n) op de datum van de indiening van de inschrijvingen gemachtigd is (zijn) om namens de INSCHRIJVER een bindende offerte in te dienen, conform artikel 82, §3 KB van 15.07.2011. Bijlage 3. Gegevens inzake het toegangsrecht De bijlage omvat de documenten zoals gevraagd in artikel 61, 62 en 64 van het KB van 15.07.2011. Bijlage 4. Gegevens inzake de financiële en economische draagkracht van de inschrijver De bijlage omvat de bewijsstukken die gevraagd worden in artikel 67 van dit bestek als aanvulling aan het KB 15.07.2011, die de financiële en economische draagkracht van de dienstverlener aantonen. Bijlage 5. Gegevens inzake de technische bekwaamheid van de dienstverlener De bijlage omvat de bewijsstukken die gevraagd worden in artikel 72 van dit bestek als aanvulling aan het KB 15.07.2011, die de technische bekwaamheid van de dienstverlener aantonen.
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
17
Bijlage 6. De verbintenis inzake de beschikbaarheid van het personeel Deze bijlage betreft een ondertekende verklaring van de inschrijver waarmee hij er zich toe verbindt om, in geval de opdracht aan hem wordt toegewezen, het nodige en/of het voorgestelde personeel voor de goede en vlotte uitvoering van bestellingen inzake alle deelopdrachten daadwerkelijk en tijdig ter beschikking te stellen. Deze verbintenis heeft, afhankelijk van de deelopdracht, betrekking op personeel dat werkzaam is hetzij in zijn eigen firma, hetzij bij zijn onderaannemers, hetzij bij zijn leveranciers en/of bij de constructeurs van de uitrusting, en houdt rekening met de vereiste bekwaamheidsgraden van de titularissen en de reservisten voor de onderscheiden personeelskwalificaties. Bijlage 7. Eerste beschrijving van de projectorganisatie Deze bijlage omvat een ontwerp van de beschrijving van de projectorganisatie zoals omschreven in deel I Algemeenheden – Kwaliteitsborgingssysteem. Bijlage 8. De technische documentatie inzake de apparatuur, materialen en producten De bijlage betreft de technische documentatie inzake de apparatuur, materialen en producten die de opdrachtnemer zal gebruiken bij het uitvoeren van de opdrachten. In het bijzonder zal hij hierin de verschillende hardware onderdelen opgeven van de verschillende types onderposten die hij aanbiedt en de apparatuur die hij aanbiedt in het kader van het correctief onderhoud. De technische documentatie dient duidelijk en volledig maar ook bondig te zijn en voorzien te worden van het postnummer of de reeks postnummers (van ... tot ....) waarop de documentatie betrekking heeft. In de meeste gevallen volstaat een productfolder (2 tot 4 pagina’s) waarin de kenmerken in tabelvorm zijn opgenomen. Eventuele wijzigingen die zich m.b.t. de producten hebben voorgedaan sinds de publicatie van de gedrukte productdocumentatie dienen in de inschrijving vermeld te worden in een bijzondere toelichting die bij deze productdocumentatie gevoegd wordt. Bijlage 9. Lijst van onderaannemers Deze bijlage omvat de onderaannemers waarmee hij in het kader van dit bestek zal samenwerken. Per onderaannemer wordt een door hem ondertekende intentieverklaring bijgevoegd met vermelding van het adres, een beknopte beschrijving van zijn activiteiten en het onderdeel van de opdracht. Bijlage 10. Aanduiding van de vaste projectteams voor ABBA en ABBAMelda Deze bijlage omvat de nominatieve aanduiding en de curricula vitae van de personen die deel zullen uitmaken van de vaste projectteams voor ABBA en ABBAMelda en wie als back-up leden worden aangeduid. Ieder CV wordt voorafgegaan door volgende ingevulde en ondertekende verklaring: “Dhr./Mevr. …… wordt nominatief aangeduid als vaste/back-up …..(opgave van profiel waaronder de betreffende persoon zal ingezet worden) in het projectteam …..(ABBA of ABBAMelda).” Ieder curriculum vitae vermeldt minstens: −
naam en leeftijd;
−
diploma’s en opleidingen;
−
talenkennis;
−
functie binnen het bedrijf;
−
loopbaan beschrijving;
−
projectervaring;
−
specifieke kennis en ervaring betreffende software, operating systemen, PLC technieken, communicatie protocols die van toepassing is op deze opdracht.
Bijlage 11. De bijlagen inzake de gunningscriteria Deze bijlagen betreft de bijlagen die opgevraagd worden onder artikel 101 KB Plaatsing. Deze bijlagen moeten het de aanbestedende overheid mogelijk maken de inschrijvingen te beoordelen op basis van de toepasselijke gunningscriteria.
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
18
Art. 85, §2
Interpretatie, fouten en leemten
Artikel 85, §2 KB Plaatsing wordt tevens van toepassing verklaard op alle opdrachten van leveringen en diensten.
Art. 90, §1
Indiening offertes
Indien de inschrijver kennis neemt van problemen met de beschikbaarheid van eTendering, moet 6 deze de richtlijnen vervat in eTendering helptekst opvolgen. Meer bepaald moeten de volgende adviezen uit deze helptekst toegepast worden: − −
Art. 101
Wat doen als eTendering niet bereikbaar is op het moment van de openingszitting? Wat doen als eTendering niet bereikbaar is vóór het moment van de openingszitting?
Gunning van de opdracht bij een offerteaanvraag
De offertes worden gerangschikt naar orde van afnemend puntenaantal toegekend aan de hierna volgende gunningscriteria. De opdracht zal toegewezen worden aan de inschrijving met het hoogste puntenaantal. Criterium 1: het rangschikkingsbedrag: (maximum 60 punten) De rangschikking van de inschrijvingen gebeurt op basis van een bedrag dat bekomen wordt door volgende bedragen samen te tellen: het totaal inschrijvingsbedrag verminderd met de posten van hoofdstuk 4: optimaliseren en vernieuwen van ABBA, exclusief BTW, vermenigvuldigd met de coëfficiënt 4, overeenstemmend met de uitvoeringstermijn van deze opdracht; − het inschrijvingsbedrag van hoofdstuk 4: optimaliseren en vernieuwen van ABBA, exclusief BTW; − het bedrag van de BTW. Inschrijvings- zowel als rangschikkingsbedrag worden door de inschrijver ingevuld op zijn offerteformulier. De inschrijvingsbedragen worden berekend door de eenheidsprijzen aangeduid door de inschrijver voor de verschillende posten van de inventaris te vermenigvuldigen met de overeenstemmende hoeveelheden bepaald door de aanbestedende overheid en de BTW toe te voegen. −
De puntenberekening gebeurt op basis van volgende formule: Pi = waarbij :
Pi M Xi Xmin
: : : :
M.
X min Xi
puntenaantal voor offerte i maximum aantal punten rangschikkingsbedrag offerte i laagste rangschikkingsbedrag
6
Gratis raadpleegbaar op http://mow.vonet.be/nlapps/data/docattachments/eTendering_help_finaal_v05.pdf Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
19
Criterium 2: Vernieuwing van de server infrastructuur van de hoofdpost (25 punten) De inschrijver zal bij zijn offerte een specifieke bijlage toevoegen omtrent de vernieuwing van de server infrastructuur van de hoofdpost. Deze bijlage zal volgende informatie bevatten: −
Een gedetailleerde beschrijving van de verschillende hardware onderdelen die hij voor deze opdracht voorziet. Hij zal duidelijk motiveren waarom deze bijzonder geschikt zijn voor deze opdracht. Hij zal eveneens opgeven welke operating systemen hij zal gebruiken. Ook de datasheets dienen toegevoegd te worden.
−
Een voorstel van de nieuwe architectuur die hij voorstelt om alle servers met uitzondering van de tekenbureel server L25, zoals weergegeven in de tabel in hoofdstuk 2.1.2.1, en de beide SAN’s te vervangen, rekening houdend met de vooropgestelde vereisten. Dit voorstel dient gebaseerd te zijn op de voorgestelde onderdelen. Hij mag er hierbij van uitgaan dat de nodige netwerk apparatuur (switches, routers etc.) voorzien is. Hij zal uitgebreid aantonen op welke manier de architectuur voldoet aan de gestelde eisen en motiveren waarom dit voorstel bijzonder geschikt is voor deze opdracht.
−
De kostprijs voor het voorstel van de nieuwe architectuur op basis van de posten in de inventaris
Bij de beoordeling zullen volgende zaken in rekening gebracht worden: - Flexibiliteit en uitbreidingsmogelijkheden van de aangeboden onderdelen en architectuur op gebied van databank capaciteit, storage, extra servers, back-up…. (10 punten) - De mate waarin in de voorgestelde architectuur een zo hoog mogelijke performantie en maximale beschikbaarheid (24/24, 7d/7d) gerealiseerd wordt. (10 punten) - De kostprijs voor het voorstel van de nieuwe architectuur op basis van de posten in de inventaris (5 punten) Criterium 3: Vernieuwing van de rapportering (15 punten) De inschrijver zal bij zijn offerte een bijlage toevoegen in verband met de rapporteringsmodule die hij zal voorzien. Hierin zullen minimum volgende zaken toegelicht worden: −
Gedetailleerde beschrijving van de rapporteringstool die hij voorstelt voor deze toepassing. Hij zal hierbij aangeven op welke manier deze tool voldoet aan de gestelde eisen.
−
Beschrijving van de manier waarop zelf rapporten kunnen aangemaakt worden
Gedetailleerde beschrijving van de manier waarop de informatie zal overgeheveld worden van de real time ABBA Informix databanken naar de nieuw te voorziene rapporteringsdatabank. Hij zal ook aangeven op welke tijdstippen dit zal gebeuren. Bij de beoordeling zullen volgende aspecten beoordeeld worden: −
−
Mogelijkheden en gebruiksvriendelijkheid van de rapporteringstool
−
Flexibiliteit en gebruiksvriendelijkheid van de rapporteringstool op gebied van aanmaken van bijkomende rapporten, grafische voorstellingswijzen…
−
Mechanisme en tijdstippen waarop de data zal overgeheveld worden van de real time ABBA Informix databank naar de rapporteringsdatabank.
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
20
4
ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN IN TOEPASSING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN 14.01.2013 TOT BEPALING VAN DE ALGEMENE UITVOERINGSREGELS VAN DE OVERHEIDSOPDRACHTEN EN VAN DE CONCESSIES VOOR OPENBARE WERKEN (BS 14 FEBRUARI 2013)
4.1 Administratieve voorschriften voor alle aannemingen van werken, leveringen of diensten Art. 9, §4. Lijst van de bepalingen waarvan wordt afgeweken van de algemene uitvoeringsregels De lijst van de bepalingen waarvan wordt afgeweken van de algemene uitvoeringsregels zijn vermeld bij de “Algemene Informatie” vooraan in dit bestek.
Art. 19, §1.
Gebruik van de resultaten
1) Algemeen Als gevolg van verwerving van alle intellectuele eigendomsrechten, staat het de overheid vrij om al haar rechten ten aanzien van de voornoemde producten uit te oefenen, zoals o.a. de reproductie, de distributie, het doorvoeren van aanpassingen of de mededeling aan derden. De aanbestedende overheid verkrijgt niet de rechten op algemene ideeën, concepten, knowhow, methodes, technieken en vaardigheden die ontwikkeld worden bij de uitvoering van de opdracht. De opdrachtnemer deelt de aanbestedende overheid ten laatste bij de oplevering mee welke knowhow nodig is voor het gebruik van de resultaten van de opdracht, ongeacht of die aanleiding gegeven heeft tot het aanvragen van een octrooi/patent of niet. De opdrachtnemer en zijn rechtsopvolgers verbinden zich ertoe de algemene ideeën, concepten, knowhow, methodes, technieken en vaardigheden die noodzakelijk zijn voor het gebruik van de resultaten van de opdracht gratis en kosteloos ter beschikking te stellen van de aanbestedende overheid en alle andere diensten, departementen en entiteiten die ressorteren onder de Vlaamse overheid, zelfs al zijn deze een van de aanbestedende overheid onderscheiden rechtspersoon. Algemene ideeën, concepten, knowhow, methodes, technieken en vaardigheden die de opdrachtnemer en zijn aangestelden ontwikkelen, aanleren of opnemen tijdens de uitvoering van de opdracht, kunnen door de opdrachtnemer worden hergebruikt voor zover dit geen inbreuk vormt op de auteursrechten die beschermd worden door de wettelijke of de contractuele bepalingen in het kader van deze opdracht. Het bestuur en de opdrachtnemer dienen, vanaf de eerste tekenen van een vordering door een derde, elkaar hierover in te lichten en alle mogelijke maatregelen nemen om te vermijden dat de uitvoering van de opdracht op eender welk vlak hinder oploopt door de tussenkomst van de derde. Het bestuur enerzijds en de opdrachtnemer anderzijds moeten, rekening houdend met de bepalingen inzake vertrouwelijkheid, elkaar wederzijds bijstand verlenen door elkaar bewijselementen mee te delen of nuttige informatie te overhandigen die ze in hun bezit hebben of verkrijgen aangaande eventuele vorderingen door derden, ongeacht de vorm of drager waarop deze bewijselementen of informatie zich bevinden. De opdrachtnemer zal het bestuur schadeloos stellen voor alle gevolgen, vrijwaren tegen en op het eerste verzoek van het bestuur vrijwillig tussenkomen in om het even welk geding, waarbij het bestuur betrokken is en dat gebaseerd is op een beweerde inbreuk op een intellectueel of ander eigendomsrecht welke ook die rechten zijn (eigendomsrecht, gebruiksrecht, exclusieve distributierechten, enz.). Bovendien verklaart de opdrachtnemer, door het loutere indienen van zijn offerte, dat in de contracten met zijn werknemers geen enkele clausule is opgenomen die de intellectuele eigendomsrechten aan die werknemers verleent. De opdrachtnemer dient dezelfde verklaring te eisen van zijn onderaannemers en overige entiteiten die in het kader van deze opdracht diensten verlenen in opdracht van de opdrachtnemer. De opdrachtnemer kan, na voorafgaande schriftelijke toestemming door het bestuur, de algemene gegevens over het bestaan van de opdracht en over de verkregen resultaten aanwenden voor commercieel of ander gebruik.
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
21
De opdrachtnemer mag geen gegevens uit deze opdracht ter beschikking stellen van derden onder welke vorm dan ook zonder de uitdrukkelijke toestemming van de aanbestedende overheid. In geval van toestemming moet in de publicaties minstens worden vermeld dat de inhoud uitsluitend, dan wel voor een deel berust op gegevens verkregen in het kader van een opdracht voor rekening van de aanbestedende overheid en alle andere diensten, departementen en entiteiten die ressorteren onder de Vlaamse overheid, zelfs al zijn deze een van de aanbestedende overheid onderscheiden rechtspersoon. De opdrachtnemer dient eveneens alle maatregelen te treffen om het confidentieel karakter van de gegevens te doen bewaren door hemzelf en door één ieder die er toegang toe heeft. Hij verbindt er zich toe om alle informatie, verkregen naar aanleiding van of bij de uitvoering van deze opdracht, geheim te houden. Hij is tevens gehouden tot strikte geheimhouding van de resultaten en de werkzaamheden. 2) Specifiek De inschrijver wordt erop gewezen dat de opdrachtgever de volledige eigenaar wordt van alle opgeleverde software. Dit houdt onder meer in dat hij de software zoveel kan gebruiken als hij nodig acht en op elk moment kan beslissen om de software aan te passen of uit te breiden.
Art. 25. § 2.
Bedrag van de borgtocht
De te stellen borg heeft betrekking op de globale opdracht. De globale borgstelling bedraagt 5% van oorspronkelijk opdrachtbedrag.
Art. 27.
Borgtochtstelling en bewijs van borgtochtstelling
Het bewijs van borgtochtstelling moet worden gestuurd aan de aanbestedende overheid.
Art. 45, §1. Bijzondere straffen Onder oorspronkelijke aannemingssom wordt steeds verstaan: het totale bedrag, na de afrekening, van het betrokken dienstbevel. De volgende bijzondere straffen worden voorzien: − −
− − − −
−
− − − −
voor elke tekortkoming bij het uitvoeren van het cyclisch onderhoud: 250,00 euro voor elk defect dat zich tijdens de waarborgperiode voordoet en dat te wijten is aan onvoldoende of nalatig cyclisch onderhoud: 150,00 euro per kalenderdag (van vaststelling tot herstelling); voor vertragingen bij tussenkomsten aan onderposten: 250,00 euro per begonnen periode van 12 uur vertraging; voor het niet voldoen aan de gestelde eisen inzake beschikbaarheid van de hoofdpost: 1.000,00 euro per begonnen uur dat de hoofdpost langer onbeschikbaar is; voor elke foutieve of onvolledige terugmelding naar aanleiding van tussenkomsten: 100,00 euro; voor het niet uitvoeren van het correctief onderhoud volgens de regels van goed vakmanschap: 250,00 euro; voor het laattijdig indienen van gevraagde documentatie, rapporten, analyses, planningen…: 100,00 euro per kalenderdag vertraging; voor tekortkomingen bij het naleven van de voorschriften inzake werfsignalisatie: 250,00 euro; voor de inzet van niet-conforme botsabsorbeerders: 750,00 euro per kalenderdag en per niet-conforme botsabsorbeerder; voor het negeren van bestuurlijke bevelen: 1 per 20 op het inschrijvingsbedrag, met een minimum van 200,00 euro; voor elke tekortkoming in de naleving van de algemene regelen opgenomen in artikel 79 van het KB 14.01.2013: 125,00 euro;
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
22
voor laattijdige uitvoering: 150,00 euro per begonnen uur/kalenderdag vertraging Deze straf wordt gecumuleerd met de boete wegens laattijdige uitvoering zoal voorzien in het KB van 14.01.2013; voor het niet respecteren van de tijdsvensters opgelegd als minder-hindermaatregel: 250,00 euro per kwartier dat de opdrachtnemer de weg te vroeg inneemt of te laat vrijmaakt. Voor het niet inzetten van de personen die werden aangeboden in de vaste projectteams: 250,00 euro per kalenderdag
−
−
−
Art. 50, §3.
Teruggave vertragingsboetes en straffen
Een verzoek om kwijtschelding van opgelopen vertragingsboetes en straffen moet per aangetekende brief worden gericht aan de aanbestedende overheid. De datum van aantekening bij de post geldt als datum van het verzoek.
Art. 65, §3.
Opleveringen en waarborgen
De opdracht “Onderhoud tijdens de waarborgtermijn” is een deelopdracht van de aanneming: Deze opdracht vangt aan op de datum van de voorlopige oplevering en eindigt bij het einde van de waarborgtermijn op de datum van de definitieve oplevering. De waarborgtermijn bedraagt 2 kalenderjaren.
Art. 66
Betalingen
Algemeen In tegenstelling tot het bepaalde in het standaardbestek, betreft dit een opdracht waarin gewerkt wordt met afzonderlijke bestellingen (dienstbevelen) met elk een eigen uitvoeringstermijn. Deze bestellingen kunnen elkaar overlappen. Elk dienstbevel wordt voorlopig opgeleverd. De uitgevoerde prestaties worden betaald, hetzij: − −
na de voorlopige oplevering van het volledige dienstbevel; maandelijks voor maandelijkse kosten (deelopdrachten 1, 2 en 5).
Indienen betalingsaanvragen De dienstbevelen met een uitvoeringstermijn kleiner of gelijk aan 35 werkdagen worden eenmalig betaald, na voorlopige oplevering van het dienstbevel. De opdrachtnemer dient een gedateerde en ondertekende schuldvordering in die steunt op een gedetailleerde staat van diensten (conform het model in deel 1 van het op dit bijzonder bestek toepasselijke standaardbestek 270). De dienstbevelen met een uitvoeringstermijn van meer dan 35 werkdagen, worden eenmalig betaald na voorlopige oplevering van het dienstbevel. De opdrachtnemer dient een gedateerde en ondertekende schuldvordering in die steunt op een gedetailleerde staat van diensten (conform het model in deel 1 van het op dit bijzonder bestek toepasselijke standaardbestek 270). Deze gedetailleerde staat van prestaties dient uitgesplitst te worden per maand in een excelfile met opname van de prestaties per maand waarin deze daadwerkelijk werden uitgevoerd (maandelijkse prestatieperiode). Bij prestaties die meerdere maanden omvatten, wordt de prestatie ondergebracht in de maand waarin ze beëindigd zijn.
4.2 Specifieke bepalingen voor aannemingen van diensten Art. 147.
Uitvoeringstermijnen
De duur van de opdracht bedraagt 1 kalenderjaar, stilzwijgend geheel of gedeeltelijk verlengbaar tot een maximale uitvoeringstermijn van 4 kalenderjaren. Deelopdrachten 1 en 2 starten onmiddellijk bij sluiting van de opdracht. Voor opdrachten in het kader van deelopdrachten 3, 4, 5 en 6 wordt vooraf een apart dienstbevel gegeven waarin een uitvoeringstermijn bepaald wordt. Deze dienstbevelen kunnen slechts gegeven worden binnen de hierboven bepaalde uitvoeringstermijn.
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
23
Art. 149.
Modaliteiten inzake prestaties
1. Plaats van de levering De diensten worden verleend op volgende locaties:
− De diensten in het kader van deelopdracht 1, worden uitgevoerd op alle locaties waar onderdelen van ABBA of ABBAMelda geïnstalleerd zijn.
− De diensten in het kader van deelopdracht 5 dienen uitgevoerd te worden in de lokalen van de −
opdrachtgevende overheid. Het geven van opleidingen wordt uitgevoerd in een lokaal dat ter beschikking gesteld wordt door de opdrachtgever.
Art. 154.
Vertragingsboete
Onder oorspronkelijke aannemingssom wordt verstaan: het totale bedrag, na de afrekening, van het betrokken dienstbevel. Wanneer overeenkomstig artikel 44, §2 van het KB van 14.01.2013 een tekortkoming wordt vastgesteld, kan de overheid aan de opdrachtnemer een termijn toestaan om de vastgestelde tekortkomingen te doen verdwijnen en dit aan de overheid te melden. In dat geval wordt die termijn samen met het in artikel 44, §2 van het KB van 14.01.2013 bedoelde proces-verbaal aan de opdrachtnemer betekend.
Art. 160.
Betalingen
De bepalingen in het op onderhavige opdracht van toepassing zijnde Standaardbestek 270, worden met volgende bepalingen aangevuld: Betalingstermijn: Van het proces-verbaal wordt onmiddellijk een afschrift verstuurd naar de opdrachtnemer met de vraag om voor het aanvaarde bedrag binnen de 5 kalenderdagen een factuur in te dienen. De datum van binnenkomen van de schuldvordering en factuur is maar geldig voor het verdere verloop van het dossier, als de adressering van zowel schuldvordering als factuur dezelfde is als deze opgegeven in het bestek. Bij foute adressering zal de aanbestedende overheid de datum van werkelijke ontvangst van het desbetreffende document als bindend in rekening brengen voor het bepalen van de termijn waarbinnen de verificatie of betaling moet gebeuren. De betalingstermijn wordt in voorkomend geval geschorst met: 1) het aantal kalenderdagen dat de bovenvermelde termijn van vijf kalenderdagen voor de indiening van de factuur wordt overschreden; 2) het aantal kalenderdagen dat de opdrachtnemer nodig heeft om, in het kader van de hoofdelijke aansprakelijkheid, de vragen van de aanbestedende overheid inzake zijn fiscale en sociale schulden te beantwoorden. Verificatietermijn De opdracht voorziet een verficatietermijn van 30 dagen. De verificatietermijn wordt verlengd met het aantal dagen dat de termijn van 7 dagen voor de indiening van de ontbrekende documenten en verantwoordingsstukken wordt overschreden. Tenzij anders bepaald in het dienstbevel is de adressering voor de schuldvordering en factuur: De Vlaamse overheid Agentschap Wegen en Verkeer Elektromechanica en Telematica Lange Kievitstraat 111-113, bus 43 2018 Antwerpen
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
24
II. TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN A Beschrijving van de opdracht 1
ALGEMEEN
1.1 Inleiding Het voorwerp van deze opdracht betreft de volgende deelopdrachten: − Deelopdracht 1: Onderhoud van ABBA en ABBAMelda − Deelopdracht 2: Verlenen van assistentie − Deelopdracht 3: Aansluiten van nieuwe installaties − Deelopdracht 4: Aanpassen, upgraden en uitbreiden van ABBA − Deelopdracht 5: Aanpassen, upgraden en uitbreiden van ABBAMelda − Deelopdracht 6: Leveren van consultancy − Deelopdracht 7: Geven van opleidingen In wat volgt wordt eerst de functionaliteit van het huidige ABBA en ABBAMelda systeem toegelicht. Daarna worden de verschillende deelopdrachten in detail besproken.
1.2 Definities −
− −
− − − − − − −
− −
− − −
ABBA: ABBA staat voor Automatische Bedieningen en Bewaking op Afstand en is het geheel van installaties die dienen om de technische uitrustingen, eigendom van het Vlaams Gewest en voornamelijk gelegen in Oost - en West-Vlaanderen, van op afstand te bewaken en eventueel te bedienen. ABBAMelda: Een softwarepakket en database voor de administratieve opvolging van defecten en averijen aan installaties onder het beheer van het Agentschap Wegen en Verkeer. Bureautica netwerk: IP netwerk van de Vlaamse Overheid, gebruikt door de meeste ambtenaren van de Vlaamse Overheid. Momenteel wordt dit netwerk beheerd door HP/Belgacom. AWV: Agentschap Wegen en Verkeer Device: software bouwsteen in ABBA die dient om een aantal signalisaties en bedieningen die bij elkaar horen weer te geven onafhankelijk van het toestel en de installatie. EMT: Afdeling Elektromechanica en Telematica van het Agentschap Wegen en Verkeer binnen de Vlaamse Overheid Hoofdpost: Het geheel van servers, computers en beeldschermen momenteel opgesteld in de gebouwen van EMT, gelegen te Tolhuiskaai 1, 9000 Gent. Onderpost: Het gedeelte van ABBA dat zich bevindt in de omgeving van de lokale installatie en de communicatie verzorgt tussen de hoofdpost en de lokale installatie. Pentagon: De gebouwen van EMT, gelegen te Tolhuiskaai 1a, Gent. SAN: Storage Area network. Dit is een architectuur die dient als koppeling tussen servers (initiator) en opslagapparaten (target). De SAN binnen ABBA bestaat uit telkens 2 opslagkabinetten met harde schijven. VTC = Vlaams Tunnel en Controlecentrum: De dienst van EMT waar alarmmeldingen van elektromechanische installaties, beheerd door het Vlaams Gewest gecentraliseerd worden. Telematica netwerk: IP netwerk van de Vlaamse Overheid, agentschap Wegen en Verkeer, dat specifiek uitgebouwd is om technische toepassingen beveiligd en gescheiden van elkaar te laten communiceren over één gemeenschappelijk netwerk en o.a. gebruik maakt van een uitgebreid glasvezelnetwerk van het agentschap Wegen en Verkeer voor communicatie tussen sites van de Vlaamse Overheid. Dit netwerk wordt momenteel beheerd door Imtech NV. VMM: Vlaamse Milieumaatschappij. VO: Vlaamse Overheid. VONET: Beveiligd koppelnetwerk tussen het bureautica netwerk en het telematicanetwerk
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
25
1.3 Projectteams 1.3.1
Algemeen
De opdrachtgever wenst voor de uitvoering van een aantal deelopdrachten beroep te doen op vaste projectteams. Deze teams bestaan uit de personen die daadwerkelijk en effectief moeten ingezet worden voor de uitvoering van de opdrachten. De inschrijver zal bij zijn offerte nominatief opgeven wie tot de vaste projectteams behoort en wie als back-up zal fungeren. Wijzigingen van het vast team met iemand van het back-up team zullen enkel mogelijk zijn mits voorafgaande goedkeuring van de opdrachtgever. Indien de inschrijver meer personen aanduidt dan gevraagd, zal de opdrachtgevende overheid zelf bepalen wie als vast lid aangeduid wordt. Een afwijking van de keuze gemaakt door de opdrachtgevende overheid is pas mogelijk mits voorafgaande goedkeuring van de opdrachtgever. Tijdens de uitvoering van de overeenkomst zijn wijzigingen mogelijk van het ter beschikking gestelde personeel. Elke wijziging (uitbreiding, vervanging….) dient schriftelijk door de dienstverlener aangevraagd en gemotiveerd te worden en is slechts mogelijk mits voorafgaande goedkeuring door de opdrachtgever. Enkel vervangingen door gelijkwaardig personeel zullen hierbij toegestaan worden. De kosten die gepaard gaan met de vervanging van een personeelslid vallen ten laste van de dienstverlener. De opdrachtgevende overheid behoudt zich het recht voor om, na een gemotiveerd schrijven, ondermaats presterend personeel van de dienstverlener te wraken en de vervanging te eisen door beter personeel. De dienstverlener zal binnen een redelijke termijn, en in overleg met de opdrachtgevende overheid, een vervanging voor het betrokken personeelslid voorstellen. De kosten die gepaard gaan met de vervanging van een personeelslid vallen ten laste van de dienstverlener.
1.3.2
Samenstelling projectteams
De dienstverlener dient 2 projectteams te voorzien: 1. Projectteam ABBA: dit team staat in voor de uitvoering van de deelopdrachten 2, 3 en 4 en dient minstens te bestaan uit 1 analist, 3 programmeurs en 2 techniekers. 2. Projectteam ABBAMelda: dit team staat in voor de uitvoering van deelopdracht 5 en dient minstens te bestaan uit 1 analist en 3 programmeurs. De profielen dienen te voldoen aan de hieronder weergegeven vereisten. 1.3.2.1 Taak
Analist
De analist staat in voor de opmaak van de diverse analyses en rapporten. Opleiding en ervaring De analist beschikt over een master diploma in een technische richting. Hij heeft minstens 5 jaar aantoonbare ervaring op het gebied van de implementatie van systemen voor technische automatisering en de ontwikkeling van software, bij voorkeur voor systemen voor afstandsbewaking. 1.3.2.2 Taak
Programmeur
De programmeur zal instaan voor het aansluiten van nieuwe installaties, het uitvoeren van assistentie en kleine aanpassingen en het schrijven van software. Opleiding en ervaring De programmeur heeft minstens een opleiding van het hoger onderwijs van het korte type. Hij heeft ervaring op gebied van onderhoud en diagnose van technische systemen. Hij heeft ruime ervaring in het programmeren en is vertrouwd met de programmeertalen van ABBA of ABBAMelda.
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
26
1.3.2.3 Taak
Technieker
De technieker zal instaan voor het plaatsen van nieuwe onderposten, het uitvoeren van assistentie… Opleiding en ervaring De technieker heeft minstens 5 jaar aantoonbare en relevante ervaring met het onderhoud en de diagnose van technische systemen. Hij is vertrouwd met PLC – en communicatietechnieken.
1.4 Overlegvergaderingen Om de vooruitgang van de verschillende opdrachten op te volgen en bij te sturen, plant de opdrachtgevende overheid tweewekelijkse overlegvergaderingen met de dienstverlener waarop onder meer volgende items zullen besproken worden: − Uitgevoerde acties in het kader van het preventief onderhoud; − Planning en opvolging opdrachten assistentie; − Interventies in het kader van correctief onderhoud; − Status en planning van de diverse dienstbevelen; − Overzicht van de uitgevoerde activiteiten van het vaste projectteam; − …. Daarnaast kunnen ook andere specifieke punten behandeld worden. De dienstverlener zal deze vergadering voorbereiden, 1 week op voorhand een agenda doorsturen en nadien het verslag van de vergadering opmaken en verdelen. Dit verslag dient ten laatste 1 week na de vergadering doorgestuurd te worden. Alle activiteiten in het kader van deze overlegvergaderingen worden niet apart vergoed en dienen inbegrepen te zijn in de eenheidsprijzen.
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
27
2
BESCHRIJVING VAN HET HUIDIGE ABBA SYSTEEM
ABBA staat voor Automatische Bedieningen en Bewaking op Afstand en is het geheel van systemen dat instaat voor de bewaking en bediening op afstand van diverse technische installaties en kunstwerken. Het merendeel van deze installaties is eigendom van de Vlaamse overheid en gelegen in Oost- en West-Vlaanderen. Ook installaties uit andere Vlaamse provincies kunnen echter op ABBA aangesloten worden. Momenteel zijn meer dan 1600 installaties aangesloten waaronder: − bruggen, stuwen, sluizen, pompstations… − wegverlichtingsinstallaties langs de autosnelwegen − dynamische borden boven autosnelwegen − verkeersregelaars − zone 30 borden − calamiteitenborden − installaties voor radioheruitzending in tunnels − systemen voor verkeersgeleiding, weight in motion, vrachtwagensluizen, trajectcontrole… − …. Bovenstaande lijst is niet limitatief en wordt louter ter informatie meegegeven. Het centrale gedeelte van het ABBA systeem (hoofdpost) bevindt zich in het gebouw op de Tolhuiskaai 1 te Gent. De communicatie tussen de hoofdpost en de lokale installaties verloopt via diverse communicatiemedia: koperlijnen Vlaamse Overheid, glasvezelnetwerk Vlaamse Overheid, ADSL, Rammobile, GPRS…. De lokale installaties communiceren meestal rechtstreeks met de ABBA hoofdpost. Bij een aantal installaties is lokaal een specifieke ABBA onderpost aanwezig die instaat voor de communicatie met de hoofdpost. De informatie die bekomen wordt van de lokale installaties, wordt in de hoofdpost verwerkt, opgeslagen in een databank en ter beschikking gesteld aan de verschillende gebruikers. Bedieningen worden manueel gegeven door geautoriseerde operatoren. Ook automatische bedieningen zijn mogelijk. Deze gebeuren via “schakelprogramma's”, opgeslagen in de hoofdpost. ABBA Hoofdpost
Specifieke ABBA onderpost
Lokale installatie
Computer systeem
Bewakingssysteem
Lokale installatie
Figuur 1: Communicatie tussen de hoofdpost en de lokale installaties ABBA wordt ook gebruikt als supervisiesysteem van andere bewakingssystemen toegangscontrole) en om informatie uit te wisselen met andere computersystemen waterstanden…). Hiervoor zijn de nodige koppelvlakken aanwezig.
(bv (bv
In wat volgt wordt meer uitleg gegeven over de verschillende onderdelen en functionaliteiten binnen het ABBA systeem. Documenten met meer gedetailleerde informatie zijn ter inzage bij de aanbestedende overheid na afspraak op werkdagen tijdens de kantooruren (9u – 16 u).
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
28
2.1 Hoofdpost 2.1.1
Functionaliteiten
De ABBA hoofdpost staat onder meer in voor volgende functionaliteiten: Het bewaken en monitoren van de communicatie met de lokale installaties Het opslaan in een databank van alle gegevens Het ter beschikking stellen van alle informatie aan de gebruikers onder de vorm van beelden, listings en rapporten − Automatische distributie van gegevens via email, sms… In de hoofdpost wordt alle informatie op dezelfde manier verwerkt en opgeslagen in een databank, onafhankelijk van de oorsprong van de informatie. − − −
De interne werking van ABBA is gebaseerd op het gebruik van devices en logische functies. Een device is een software bouwsteen die dient om een aantal signalisaties en bedieningen die bij elkaar horen, weer te geven, onafhankelijk van het soort installatie. Een device is gekenmerkt door een aantal signalisaties, bedieningen en toestanden (normale toestanden, alarmtoestanden, onmogelijke toestanden (discordanties)). Binnen ABBA zijn verschillende soorten devices gedefinieerd: Digitale devices voor het verwerken van digitale informatie. Analoge devices voor het omzetten van analoge signalen naar een exacte waarde. Virtuele devices: dit zijn devices waaraan geen fysische punten verbonden zijn, deze devices dienen om bepaalde softwarebeperkingen op te lossen, − BCD devices om een duidelijke en flexibele parametrering van waterpeilen mogelijk te maken. − Vertraagde devices: deze geven maar hun gewijzigde toestand aan als de in - en uitgangen niet wijzigen gedurende een zekere tijd. Door bepaalde devices te combineren met logische bewerkingen zoals OR, AND, NOR, NAND, groter dan, kleiner dan, gelijk aan… worden logische functies gecreëerd. Deze logische functies worden gebruikt om bepaalde acties uit te voeren zoals het creëren van een (dringend) alarm, het uitvoeren van een bediening, het melden van discordantie, het onderdrukken van alarmen…. − − −
2.1.1.1 Communicatie met lokale installaties en computersystemen Per communicatieprotocol en per transmissiemedium zijn in ABBA specifieke software modules voorzien (front-end processen) die instaan voor het bewaken en monitoren van de communicatie. De belangrijkste taken van deze modules zijn: Bewaken van de transmissie: dit gebeurt door op regelmatige tijdstippen informatie op te vragen. Indien een installatie of een telecommunicatielijn niet meer antwoordt of verkeerd antwoordt, wordt de installatie of de telecommunicatielijn na een instelbaar aantal pogingen in transmissiealarm geplaatst. Indien de transmissie terug opkomt en stabiel blijkt, verdwijnt het transmissiealarm. Om de werking van bepaalde lijnen en installaties te kunnen controleren, is de mogelijkheid voorzien om gedurende een langere periode een gedetailleerde logging van de transmissie op te vragen. Een geautoriseerde operator heeft de mogelijkheid een installatie of een device uit de polling te plaatsen. Op dat moment wordt de ondervraging onderbroken of wordt er geen rekening meer gehouden met de inkomende informatie. − Doorsturen van bedieningen. Hierbij geldt het principe dat het geven van bedieningen voorrang heeft op inkomende informatie. − Omzetten van het transmissieprotocol naar een intern ABBA protocol (kk-protocol) dat gebruikt wordt voor communicatie tussen de servers − Koppelen van alle informatie aan devices Een lijst met de belangrijkste front-end processen is weergegeven in Tabel 1. Deze lijst is niet limitatief. −
Front-end
Beschrijving
ADSL
Front End Modbus TCP
ADMI
Fictieve Front End
ST08
Front End Kruispunten ST08
AT64
Front End Kruispunten ATU64
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
29
AT2K
Front End Kruispunten ATU2000
TEST
Front End Test
RAMB
Front End Ram Mobile
ABBA
Front End Classic ABBA
KKLI
Front End KK LITE
MODR
Front End Modbus RTU
NDAP
Front End Toegangscontrole
ZN30
Front End Zone 30
MODT
Front End Modbus TCP
ICU2
Front End Kruispunten ATU2000 ICU
GPRS
Front End Calamiteiten Route
Park & Ride
Frontend die de goede werking van de Park & Ride borden in Aalter bewaakt. Functioneert als client van een HTTP SOAP (RPC/Encoded) service. Er zijn twee versies van deze service.
Weigh-In-Motion
HTTP SOAP (WS-I basic compliant) service die het toelaat aan de WIM installaties om gegevens ivm hun toestanden door te sturen naar ABBA.
SOAP
HTTP SOAP (WS-I basic compliant) service die het toelaat om gegevens van eender welke installatie door te sturen, van zodra het voldoet aan de beschrijvingen in het document Aansluiten via Soap over HTTP protocol
VWS
HTTP service die de vrachtwagensluizen bewaakt. De centrale server van de vrachtwagensluizen in het Pentagon stuurt op regelmatige tijdstippen de toestanden van de individuele installaties door naar deze service gebruik makende van een XML bestand die via http protocol ge-upload wordt. Tabel 1: Overzicht van de front-end processen
2.1.1.2 Databeheer en -opslag Alle informatie in ABBA wordt opgeslagen in een Informix databank. Het betreft: Signalisaties, bedieningen, meetwaarden en toestandsveranderingen van de lokale installaties − Configuratiegegevens − Acties van operatoren Naast de Informix databank wordt, in het kader van zone 30, ook een Postgress database gebruikt. −
2.1.1.3 Visualisatie van alle informatie via beelden, listings en rapporten Deze functionaliteit staat in voor het visualiseren van alle informatie via beelden, listings en rapporten en grafieken. Hiervoor is een specifieke client applicatie ‘ABBAVisu’ beschikbaar. Dit is een Delphy applicatie met als hart een Internet Explorer. De Delphy applicatie zorgt voor bijkomende functionaliteit en voor het dynamisch karakter van ABBA via een continue verbinding met de server via poort 6969. De toegang wordt geregeld via een LDAP applicatie ‘padl’ en is gebaseerd op volgende principes: − Iedereen kan lezen − Om te bedienen moet de gebruiker de juiste rol toebedeeld gekregen hebben Vanuit een beeld is het mogelijk allerlei informatiepagina's op te vragen, zoals informatie per device, instellingen, parameters, de aanwezige alarmen…. De grafieken en alle informatie pagina’s maken integraal deel uit van het beeld. De beelden worden minimum om de seconde gerefresht. Daarom wordt per beeld een onderscheid gemaakt tussen een vast en een variabel gedeelte. Dit onderscheid is echter niet zichtbaar voor de gebruiker.
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
30
Op alarmniveau wordt onderscheid gemaakt tussen een dringend en niet dringend alarm. Het is mogelijk om alarmen vanop meerdere locaties te behandelen. Een alarm dat nog niet bevestigd is, staat knipperend, een alarm dat behandeld werd, wordt vast. Een alarm dat niet meer aanwezig is, verdwijnt van het beeld. Indien de automatische beeldwissel ingeschakeld is, wordt automatisch het beeld getoond waarop het oudste, dringendste en niet bevestigd alarm te zien is voor de ingelogde operator. Daarnaast kunnen niet dringende alarmen automatisch bevestigd worden en via e-mail gegroepeerd doorgestuurd worden naar bepaalde personen zoals vb. toezichters. Via de beelden kunnen ook bedieningen gegeven worden door bevoegde operatoren. De bedieningen kunnen gegeven worden per device of per groep van devices. Alle acties van de operatoren zoals bevestigen alarmen, geven bedieningen, worden opgeslagen in de databank. Naast de beelden is het ook mogelijk de informatie op te vragen via listings en rapporten. De listings en rapporten halen hun informatie rechtsreeks uit de databank. Naast de visualisatie via de ABBAVisu applicatie, worden een aantal ABBA gegevens zoals waterpeilen ter beschikking gesteld op internet en kunnen via een standaard Web browser (Internet Explorer of Firefox) gevisualiseerd worden. 2.1.1.4 Automatische distributie van gegevens ABBA laat toe om gegevens op een automatische manier te distribueren. Onder meer volgende mogelijkheden zijn voorzien: − − −
Automatisch versturen van e-mails met alarmen Versturen van sms berichten en telefonisch contacteren van gebruikers bij het optreden van alarmen Telefonisch beschikbaar stellen van informatie ivm waterpeilen en alarmen via het nummer 09/267.88.93
2.1.2
Hardware infrastructuur
Figuur 2 geeft een logisch overzicht van de hardware architectuur van de hoofdpost. Deze figuur wordt louter ter verduidelijking meegegeven van de logische opbouw en stemt niet noodzakelijk overeen met de meest recente situatie. Zo is de proxy server van ABBAMelda gerealiseerd als een extra server in de blade rack en niet als aparte server zoals aangegeven in de figuur.
Figuur 2: Hardware architectuur hoofdpost Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
31
De ABBA server infrastructuur bevindt zich in een specifiek gereserveerd segment van het telematica netwerk. Dit segment noemt men ‘Zone ABBA’. De dienstverlener is verantwoordelijk voor het beheer van dit ABBA netwerksegment en staat ook in voor de verbindingen met het internet. 2.1.2.1 Servers Onderstaande tabel geeft een overzicht van de aanwezige servers (zowel fysieke als virtuele (aangeduid als VM in de tabel)), hun functionaliteiten, het aanwezige operating systeem en enkele hardware specificaties (processor en RAM geheugen). Naam
Functie
F1
Visualisatie Bureautica
F2
Visualisatie Bureautica
Omschrijving
- Koppelservers: visu (visuman) & loadbalanced web frontend naar bureautica, - apache, glassfish, visu - camerafrontend voor communicatie met cameraserver - FTP HIC
L28
Zone 30
- FE Z30 in/out (communicatie met zone 30 borden) - FE CALMAN (Z30 per GPRS) - FE GPRS (calamiteiten per GPRS) - FE ICU2 (kruispunten per GPRS) - FE radioheruitzending - FE vrachtwagensluis - ZRXP transfer
Xen25
Productie Kraftman
Kraftman
Gamma
VM
alt-dev-abba
VM
Kraftman (Ldap, directories)
VM
virtmelda-b
OS
Hardware specificaties
Geheugen
OpenSUSE 11.0 32bit
Intel Xeon 3.40GHz (dualcore)
3 gb
OpenSUSE 11.0 32bit
Intel Xeon 3.40GHz (dualcore)
3 gb
OpenSUSE 11.2 32bit
Xenserver 6.2
Intel Xeon 3.40GHz (dualcore) HP Proliant DL380 G5 Ram: 8192mb
3 gb
Windows XP SP3 Opensuse 12.3 64bit Opensuse 12.3 64bit Open Suse 13.1
Databank Communicatie server: - Fax server - SMS-man (MC35i modem)
L29
Faxsever
- ABBA-madam (service)
OpenSUSE 10.1 32bit
L25
Tekenbureel fileserver
Fileserver
Debian 5.0
Intel Pentium 4 3.00GHz Intel Pentium 4 3.00GHz Intel Xeon 5140 2.33GHz (dualcore)
7 gb
- OpenLDAP
1gb 1gb
Megaton
LDAP, DNS
- DNSMasq
OpenSUSE 11.4 64bit
Camera server
Communicatie met camera's
Camera software van Digital
Debian
B0
Management blade
Beheer van de blade rack
SLES 10 SP2 64bit
Intel Xeon E5405 2.00GHz (quadcore)
4gb
B1
Databank
Database server (informix)
SLES 11 64bit
Intel Xeon E5405 2.00GHz (quadcore)
16 gb
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
32
B2
B3
Visualisatie / Web Telematica
Visu & web front-end naar telematica (ABBA & ABBAMelda) - apache, glassfish, visu Webserver voor de proxy server: - PDA-applicatie - www-abba.be (watergegevens, export ABBAMelda, export gegevens) - ABBAMelda export webservice - camerafrontend voor communicatie met cameraserver
SLES 11 64bit
Intel Xeon E5405 2.00GHz (quadcore)
4 gb
Frontend Bureatica
Frontend naar bureautica (vroegere FE ABBA & NAFETS): - FE KKLITE - FE ADSL - FE-ABBA (ABBA classic), verbonden met MOXA 1 & 2 (32 modems) - virtuele L21 - backup tekenbureelserver - virtuele proxy server - virtuele ABBACore
SLES 11 64bit
Intel Xeon E5405 2.00GHz (quadcore)
3 gb
L21 - ABBA Visu - visualisatieserver via visuman en apache - FE XCHAN (ontvangen & zenden van HIC bestanden) - www-abba.be (internet via proxy)
OpenSUSE 9.2 32bit
VM op B3 (1 core toegekend)
256mb 256mb
VM VM
ABBACore
Debian 6.0 32bit
VM op B3 (1 core toegekend)
VM
Proxy2 (proxy telematica) Reverse proxy voor Abba telematica
Debian 6.0 32bit
VM op B3 (1 core toegekend)
256mb
SLES 11 64bit
Intel Xeon E5405 2.00GHz (quadcore)
4 gb
B4
Frontend Telematica
Frontend naar telematica: - FE NDAP Bewaking toegangscontrole - FE MODT (ModbusTCP) - FE ST08, FE AT64, FE AT2K, FE MODR - FE RAMB - FE XCHAN (ontvangen & zenden van HIC bestanden) - Camera’s NEDAP - HIC transfert - FE Futurit - document db - FE weigh in motion - FE tussenafstanden - FE borden R4/E40/E17 - watchdog
B5
Develop
- Development server - Back-up servers
SLES 11 SP1 64bit
Intel Xeon E5405 2.00GHz (quadcore)
2 gb
Debian 5.0
VM op B5 (1 core toegekend)
1.5 gb
B6 B7 B8
2.1.2.1.A
VM
Virtmelda Development server voor Abbamelda
VM
VPNProxy VPN Proxy voor SSH tunnels
Debian 6.0 32bit
VM op B5 (1 core toegekend)
128mb
Test
Test server
SLES 11 SP1 64bit
Intel Xeon E5405 2.00GHz (quadcore)
4 gb
Proxy abbamelda
Proxy server (Apache, onderdeel SLES 11 SP2 van SLES 11SP2) 64bit
Intel Xeon E5405 2.00GHz (quadcore)
16 gb
SLES 11 SP2 64bit
Intel Xeon E5405 2.00GHz (quadcore)
16 gb
Spare Proxy abbamelda
Spare proxy server
SERVERS F1 EN F2
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
33
Dit zijn de visualisatie servers naar het bureautica netwerk. Deze zijn zo geconfigureerd dat de gebruikers steeds verdeeld worden over de 2 servers en dat bij onbeschikbaarheid van één server, doorverwezen wordt naar de andere server (high availability). Beide servers zijn van het type TX300 (rack monteerbaar) van Fujitsu Siemens. Beide servers zijn voorzien van fiber optic kaarten (FC Ctrl 2GBit/s LP1050 MMF LC) zodat ze volumes in de SAN behuizing kunnen gebruiken. 2.1.2.1.B TEKENBUREEL SERVER L25 Deze werkt volledig onafhankelijk en wordt gebruikt voor het opslaan van plannen. De tekenbureel server wordt via het netwerk ge-back-upped op de SAN (storage area network). Server L25 is van het type Primergy RX300 van Fujitsu Siemens. 2.1.2.1.C ZONE 30 SERVER L28 Deze server fungeert als front-end server naar het GPRS netwerk (via telematicanetwerk). Server L28 is van het type TX 300 (rack monteerbaar) van Fujitsu Siemens en is bijkomend voorzien van 2 fiber optic kaarten (FC Ctrl 2GBit/s LP1050 MMF LC). 2.1.2.1.D FAX SERVER L29 Deze server fungeert als fax server en bevat eveneens de PostgresSQL database. De fax server is voorzien van twee ISDN kaarten die gekoppeld zijn aan de telefooncentrale voor het versturen van faxen en van een Siemens MC35i GSM modem om SMS berichten te kunnen versturen. Server L29 is een TX150 server (rackversie) van Fujitsu Siemens. 2.1.2.1.E BLADE RACK De geïnstalleerde Blade rack is van het type Fujitsu Siemens BX600 S3 en bevat 9 blade servers: − − − − − − − − −
B0: management blade B1: Databank server B2: visualisatieserver naar telematicanetwerk B3: front-end server naar bureautica netwerk B4: front-end server naar telematica netwerk B5: development server B6: test server B7 proxy server ABBAMelda B8 Spare proxy server ABBAMelda
De servers B0, B1, B2, B3, B4, B5, B6 zijn BX620 S4 Dual Server Blades met: − 2 Xeon DP E5405 2.00 GHz 2x6MB 1333MHz processoren − 4GB 2x2GB FBD667 PC2-5300F d ECC geheugen − BX600 FC Mezz Card 4Gb 2Port (FC42E) Deze servers bevatten dezelfde hardware met volgende uitzonderingen: B1 heeft 16 GB RAM i.p.v. 4 GB B0 heeft 2 harde schijven aan boord NL. HD SAS 3Gb/s 73GB 10k hot plug 2.5" en een SAS Storage Module De servers B7 en B8 zijn van het type BX620 S5. Zij hebben 16 GB RAM geheugen. − −
De Blade racks zijn uitgerust met een Fiber Connection Blade. Dit is een connectie Blade achteraan de Blade rack die zorgt voor de fiber connectie met externe apparatuur zoals de SAN. 2.1.2.1.F DATABANK SERVER GAMMA Deze is in 2014 geïnstalleerd ter vervanging van de blade server B1, omwille van performantie. Het is een standalone server voorzien van voldoende schijven zodat mirrorring kan worden gedaan en dat de data zo goed mogelijk verspreid kan worden. De lokale schijven worden zowel voor het operating systeem, de Informix software als voor de databank, inclusief alle gegevens, gebruikt. De server is van het type HP Proliant DL380 en heeft 14 harde schijven van 300 GB die verdeeld zijn over 6 RAID 1 schijven (telkens bestaande uit 2 schijven) + 2 reserve schijven. Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
34
Het operating systeem is OpenSuse 13.1. 2.1.2.1.G CAMERA SERVER De cameraserver bevindt zich in het Telematica netwerk en vormt de brug tussen de camera’s bij de lokale installaties en de visualisatie servers. De cameraserver verzamelt de beelden van alle camera’s. De visualisatieservers zijn op hun beurt voorzien van een camera front-end die die beelden afhaalt en weergeeft in de visualisatie applicatie. De server is van het type HP Proliant DL370G6. Het operating systeem is Debian. 2.1.2.1.H MEGATON Deze server is de DNS- en LDAP server (gebruikersbeheer) voor het serverpark en beschikt over een subversion server met de repositories voor de source code van ABBA De Megaton server is van het type PRIMERGY TX200 S3 van Fujitsu Siemens. 2.1.2.1.I XEN25 Deze server is van het type HP Proliant DL380 G5. 2.1.2.2 SANS De servers in de blade racks beschikken niet over eigen schijven maar maken gebruik van een SAN. Op de SAN’s bevindt zich ook de databank en is volume voorzien back-up. In totaal zijn 2 SAN’s voorzien binnen het ABBA netwerk. Deze zijn van het type Fujitsu Siemens SX88 en bestaan uit: − −
Base Unit FibreCAT SX88 met 12 SX-HDD SAS 300GB 15.000rpm en RAID Controller SX88 en I/O Module en Cascading Cable Expansion Shelf FibreCAT SX88 met 12 SX-HDD SATA 500GB 7.200rpm en I/O Module en Cascading Cable
2.1.2.3 Fiber switches Om de verschillende onderdelen in het ABBA netwerk te kunnen verbinden met elkaar zijn 2 fiber switches Brocade 300 voorzien. Deze hebben volgende eigenschappen: − − −
FC-Switch Brocade 300 8/24 Port WT ZO 15 SFP Multi Mode Fiber, 4 Gb/s 150 m 1 SFP Single Mode Fiber, 4 Gb/s 4 km
2.1.2.4 Console De console bestaat uit volgende apparatuur: − − − 2.1.2.5
Console met scherm Console switch KVM S20411 gekoppeld aan het management netwerk en aan de fysieke console. Analoge console switch KVM S21602 gekoppeld aan de andere console switch Communicatie- en randapparatuur
2.1.2.5.A MODEMS ABBA Centraal zijn 33 modems aanwezig voor communicatie over de koperlijnen van de Vlaamse Overheid. De gebruikte V.23 modems zijn multidrop modems van het type Westermo TD23 VC. 2.1.2.5.B MODEMS TELEFOON Centraal is een Zyxel rack type RS-1612E aanwezig met daarin 10 U-336R modemkaarten waarvan er 5 gebruikt worden. Deze worden gebruikt voor de communicatie met de verkeersregelaars. 2.1.2.5.C XDSL CAMERA’S Centraal zijn 3 Zyxel modems aanwezig voor communicatie met de camera’s op de keersluizen in Gent. Deze camera’s zijn op het kabel netwerk van de Vlaamse Gemeenschap gekoppeld door middel van een xDSL modem.
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
35
2.1.2.5.D ADSL MODEM De ADSL modem wordt gebruikt voor het versturen van de automatische e-mails. 2.1.2.5.E RAM MOBILE MODEMS Centraal zijn twee RAM mobile modems aanwezig voor communicatie met de RAM mobile onderposten. 2.1.2.5.F MOXA’S Er zijn 4 Moxa’s aanwezig van het type DA-660-16 met 16 poorten. Twee moxa’s zijn operationeel, de andere zijn spare. 2.1.2.5.G ROUTERS Er zijn 3 Linksys routers aanwezig een Linksys VPN router, die gebruikt wordt voor de connectie met lokale VPN installaties. Telematica: dit is een Linksys WRT54 die als vroegere up-link naar telematica gebruikt werd. 1 reserve
− − −
2.2 Aangesloten installaties Op ABBA zijn diverse types installaties aangesloten. Sommige communiceren rechtstreeks met de hoofdpost, anderen zijn voorzien van specifieke ABBA apparatuur (= ABBA onderpost) die instaat voor de communicatie met de hoofdpost. Daarnaast heeft ABBA een aantal koppelvlakken naar andere computer- en bewakingssystemen waarlangs informatie wordt uitgewisseld. Hieronder wordt meer info gegeven over de aangesloten installaties en wordt een algemene beschrijving gegeven van de verschillende types onderposten. Per onderpost kan de apparatuur afwijken van de algemene beschrijving. Voor detailinformatie ivm elke specifieke onderpost en de aanwezige apparatuur, wordt verwezen naar de gedetailleerde informatie en schema’s van elke onderpost. Deze zijn ter inzage bij de aanbestedende overheid na afspraak op werkdagen tijdens de kantooruren (9u – 16 u). De overzichten van de installaties worden louter ter informatie meegegeven en zijn niet bindend.
2.2.1 2.2.1.1
Installaties met specifieke ABBA onderpost installaties voorzien van Onderpost type 1
2.2.1.1.A ALGEMEEN De onderposten type 1 zijn de oudste onderposten. Ze worden gebruikt om te communiceren met de lokale installatie via digitale in- en uitgangen (spanningsloze contacten) en een gemeenschappelijke klemmenstrook. De communicatie met de hoofdpost gebeurt via de transmissielijnen van de Vlaamse Overheid. Op een lijn (2 paren) kunnen tot 32 onderposten aangesloten worden. De onderpost bestaat uit specifiek voor ABBA ontwikkelde hard- en firmware. Het is een modulair type onderpost dat alleen geschikt is voor gebruik op eigen modemlijnen van de Vlaamse Overheid. De onderpost bestaat uit één of meerdere ABBA racks met daarin: − Een CPU /modemkaart − Een voedingskaart − Eén of meerdere signalisatie kaarten (ingangskaarten) met elk 16 digitale ingangen − Optionele bedieningskaarten (uitgangskaarten) met elk 16 digitale uitgangen − 2 lijnbeveiligers − Een batterijlader/voeding Het geheel is gemonteerd in een zwenkraam of in een vast raam. Het communicatieprotocol van de modems is een specifiek ontwikkeld protocol geschikt om te werken op lage snelheden.
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
36
Onderstaande tabel geeft een lijst van de lokale installaties, uitgerust met een onderpost type 1. Installatienr. OP001 OP002 WP002 WP003 WP004 WP008 WP010 OS668
Locatie en opmerkingen Pompstations POMPSTATION DENDERLEEUW POMPSTATION ZWIJNAARDE POMPSTATION BISSEGEM-R8 POMPSTATION HEULE-R8 KORTRIJK 00ST - E17 POMPSTATION GELUWE TORHOUT: Pompstation onder de R34 Verkeersregelaars OOSTEEKLO Tunnels
OT002 OT004 OT005 OT006 OT007 OT008 OT010 OT011 OT012 OT013 WT001 WT002 WT003 WT004 WT005 WT006 WT007 WT008 WT009 WT010 WT011
TUNNEL ST DENIJS WESTREM-N43 TUNNEL ST DENIJS WESTREM EXPO TUNNEL GENT HOGE WEG TUNNEL GENT ST LIEVEN TUNNEL GENT BELLE VUE TUNNEL BEVEREN 2 MALDEGEM: Voetgangerstunnel onder de N49 STEKENE: Fietstunnel onder de N49 - Heistraat Pompstation STEKENE: Fietstunnel onder de N49 - Nachtegaalstraat Pompstation Sint-Denijs-Westrem: Voetgangerstunnel onder de N43 TUNNEL WEVELGEM-A17 TUNNEL KORTRIJK-N50 TUNNEL BRUGGE HET ZAND - N30 TUNNEL BRUGGE GISTELSTG-N31 VOETGANGERSTUNNEL WESTKAPELLE VOETGANGERSTUNNEL BREDENE POMPSTATION LICHTERVELDE TUNNEL DIKSMUIDE HEIRWEG TUNNEL TORHOUTSE STEENWEG Bouverietunnel OOSTENDE: De Bolle - Tunnel onder spoorweglijn Wegverlichting
OV010 OV011 OV014 OV016 OV017 OV018 OV019 OV021 OV023 OV024 OV025 OV026 OV027 OV028 OV029
Erembodegem: E40 (km 16.0) - Kleistraat Erembodegem: E40 (km 17.9) - Welleweg Drongen: R4 - Drongense Steenweg Aalst: E40 (km 19.2) - Afrit 19 Nieuwerkerken: E40 (km 20.8) - Kwalestraat Erpe-Mere: E40 (km 22.9) - Lange Ommegangstraat Erpe-Mere: E40 (km 24.8) - Oudenaardsesteenweg Sint Lievens Houtem: E40 (km 29.0) - Roomstraat Westrem: 40 (km 33.2) - Oudenhoek Wetteren: E40 (km 35.2) - Afrit 17 Wetteren: E40 (km 36.4) Gontrode: E40 (km 38.1) - Geraardsbergsesteenweg Merelbeke: E40 (km 40.1) - Afrit 16 Merelbeke: E40 (km 41.6) - Hundelgemsesteenweg Zwijnaarde: E40 (km 45.0) - Grote Steenweg
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
37
Installatienr.
Locatie en opmerkingen
OV030 OV031 OV032 OV033 OV034 OV035 OV036 OV037 OV038 OV039 OV040 OV044 OV046 OV047 OV048 OV049 OV054 OV055 OV057 OV058 OV059 OV061 OV062 OV070 OV075 OV084 OV085 OV088 OV090 OV091 OV096 OV098 OV105 OV106 OV109 OV110 OV111 OV113 OV117 OV118 OV124 OV147 OV150 OV158 OV159 OV160 OV161 OV162 OV163 OV164 OV165
Sint Denijs Westrem: E40 (km 46.5) - N43 Sint Denijs Westrem: E40 (km 47.6) Drongen: E40 (km 50.0) - Brug Leie Drongen: E40 (km 51.2) - Oprit richting Oostende Drongen: E40 (km 53.6) - Industriezone Gent West Landegem: E40 (km 55.6) - Vosselarestraat Nevele: E40 (km 58.5) - Afrit 12 paralelweg Aalter: E40 (km 61.2) Aalter: E40 (km 62.7) - Bosvijverdreef Aalter: E40 (km 64.6) - Tieltse Steenweg Aalter: E40 (km 66.6) - Nieuwendam Openbare Verlichting N49(km 9) - Kallo Openbare Verlichting N49(km 12) - Kieldrecht Openbare Verlichting N49(15.05 km) - Meerdonk Zelzate: R4 - Leegstraat Traktaatweg Zelzate: Openbare Verlichting N49 Zelzate: R4 Sidmar N49 Openbare Verlichting N49(66.9 km) - Maldegem Openbare Verlichting N49(km 17.5) - De Klinge Openbare Verlichting N49(km 19.7) - Kemzeke St.Gillis Waas Openbare Verlichting N49(km 22.2) - Kemzeke Openbare Verlichting N49(km 24.3) - Stekene Openbare Verlichting N49(km 27.1) - Stekene Openbare Verlichting N49(km 30.3) - Moerbeke Openbare Verlichting N49(km 32) - Wachtebeke Openbare Verlichting N49(km 34.4) - Wachtebeke Openbare Verlichting N49(km 37) - Wachtebeke Oostakker: R4 - Slotendries Eisenhouwerlaan Desteldonk: R4 - Texaco Krekelstraat Desteldonk: R4 – Moervaart Openbare Verlichting N49 Openbare Verlichting N49(km 6.5) - Melsele Openbare Verlichting N49(km 54.8 - 52.9) - Lembeke Openbare Verlichting N49(km 50.8 - 48.8) - Bassevelde Openbare Verlichting N49(64.5 km) - Maldegem Openbare Verlichting N49(60.6km - 62.8km) - Adegem Openbare Verlichting N49(58.2 km) - Eeklo Openbare Verlichting N49(km 48.8 - 46.9) - Oosteeklo Aalter: E40 (km 68.7) Sint Maria Aalter: E40 (km 70.3) Openbare Verlichting N49(km 43.4) - Ertvelde E17 Kruishoutem: E17(km 28.9) Afrit 6 Deinze: E17(km 35.6) - Afrit 7 Zwijnaarde: E17(km 49.9) - Verkeerswisselaar - E40 Gent: E17(km 50.6) - Afrit UZ (dienstweg) Gent : E17(km 50.1) - Afrit UZ (hotel CONDOR) Gentbrugge: E17(km 52.6) - Afrit 10 Gentbrugge: E17(km 54.2) E17(km 55.0) - Carestel parking Heusden: E17(km 57.2) - Verkeerswisselaar R4 Beervelde: E17(km 59.4) - N445
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
38
Installatienr.
Locatie en opmerkingen
OV166 OV167 OV168 OV169 OV171 OV172 OV173 OV174 OV176 OV177 OV179 OV180 OV181 OV182 OV183 OV184 OV185 OV186 OV187 OV188 OV189 OV190 OV196 OV197 OV313 OV900 WV001 WV002 WV004 WV006 WV007 WV008 WV009 WV010 WV011 WV012 WV013 WV014 WV021 WV023 WV024 WV025 WV026 WV028 WV029 WV040 WV041 WV042 WV043 WV046 WV047
Destelbergen: E17(km 62.2) - Afrit 11 Kalken: E17(km 65.1) - Parking Fina Laarne: E17(km 66.7) - N407 Lokeren: E17(km 69.2) Lokeren: E17(km 72.6) - Afrit 12 Waasmunster: E17(km 74.8) Waasmunster: E17(km 76.2) - Neerstraat Waasmunster: E17(km 78.5) - Afrit 13 Sint Niklaas: E17(km 83.0) - Afrit 14 Sint Niklaas: E17(km 84.7) - Afrit 15 Kruibeke: E17(km 90.7) - N485 Kruibeke: E17(km 93.0) Kruibeke: E17(km 94.6) Parking BP station Oostakker: R4 Km 16,6 Oostakker: R4 Km 17,3 (aan brug N70 - Groenstraat) Destelbergen: R4 Km 19 (Veldekensstraat aan spoorwegbrug) Destelbergen: R4 Km 19,7 (afrit dienstweg) Destelbergen: E17(km 57.5) Afrit R4 Heusden: R4 Km 24,2 Heusden: R4 Km 25,4 Melle: R4 Km 27,2 (afrit dienstweg) MerelbekeR4 Km 28 Openbare Verlichting R2 Openbare Verlichting R2 Kruibeke: E17(km 97.2) Afrit 16 Gent tolhuis lux meters Hoeke: N49 (km 11.7) kanaal Brugge/Sluis Lapscheure: N49 (km 8.2) Sint Joris: E40 (km 72.4) Vijverstraat Jabbeke: E40/A18 (km 48.9) Gistel: E40/A18 (km 36.2) afrit nr 5 Middelkerke: E40/A18 afrit 4 Ramskapelle: E40/A18 (km 22.3) afrit 3 Wenduine: N34 (km 16) Square Boudewijn Vlissegem: N34 (km 12.3) Populierendreef Klemskerke: N34 (km 8.6) Vosseslag Bredene: N34 (km 5.6) School Reine Astrid Westkapelle: N49 (km 15.2) N376 - Sluis Moerkerke: N49 (km 4.8) Schipdonkkanaal Blankenberge: N34 (km 18.9) Vredelaan Oostkamp: E40 (km 78.2) Bornebeekstraat Oudenburg: E40 (km 101.0) afrit nr. 5 Beernem: E40 (km 76.5) Wellingstraat Duinbergen: N34 (km 30.5) Leeuwerikkenlaan Knokke: N34 (km 31.7) Parmentierlaan - J.Sabbelaan Beernem: E40 (km 74.5) afrit 10 (carpooling) Oostkamp: E40 (km 80.4) afrit nr. 9 Jabbeke: E40 (km 92.2) Jabbeke: E40 (km 91.0) afrit benzinestation Oudenburg: E40/A18 (km 40.6) Parking Loppem: E40 (km 84.4) afrit 7 Koning Albertlaan
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
39
Installatienr.
Locatie en opmerkingen
WV051 WV053 WV055 WV062 WV063 WV064 WV066 WV067 WV068 WV083 WV091 WV098 WV099 WV100 WV101 WV102 WV103 WV104 WV105 WV106 WV107 WV108 WV110 WV111 WV122 WV127 WV140 WV767 OW003 OW004 OW006 OW007 OW008 OW013 OW014 OW015 OW016 OW018 OW020 OW401 OW402 OW403 OW404 OW405 OW406 OW407 OW408 WW001 WW002
Aalbeke (Kortrijk): E17(km 5.2) Complex met A17 Zeebrugge: N34 (km 26.2) Zeesluis Oostende: E40 Rondpunt Manitobalaan Oostkamp: E40 (km 82.4) Fabiolalaan Varsenare: E40 (km 86.9) Zeeweg (domein Beisbroek) Jabbeke: E40 (km 88.9) Gistelsteenweg Zerkegem: E40 (km 96.0) Oudenburg: E40 (km 98.7) Puidebroekstraat Oostende: E40 (km 103.1) Oostkamp: E40 (km 83.3) Afrit nr. 8 (parallelweg) Heist: N34 (km 27.9) D.Hoorelaan Rekkem: E17(km 0.3) Douanecomplex Menen: E17 (km 1.7) Afrit nr. 1 Aalbeke (Kortrijk): E17 Marke (Kortrijk): E17 (km 6.2) Torkontjestraat Kortrijk (aan brug): E17 (km 8.6) Kortrijk: E17 Kennedylaan Kortrijk-Oost: E17 (km 11.0) Afrit nr. 3 Stasegem: E17 (km 13.2) Beneluxlaan Deerlijk: E17 (km 15.4) Stationstraat Deerlijk: E17 (km 28.9) Afrit nr. 4 Deerlijk: E17 (km 19.6) Waregem: E17 (km 22.9) Afrit nr. 6 Waregem: E17 (km 24.6) Zeebrugge: N34 (km 22.4) Diksmuide: E40 Afrit nr. 2 Diksmuide Adinkerke: E40 Afrit nr. 1 De Panne Oostende: N34 Ravelijnstraat Waterwegen POMP DENDER DENDERBELLE POMP RINGVAART MELLE STUW RINGVAART MERELBEKE STUW ZWIJNAARDE STUW SCHELDE ASPER STUW SCHIPDONK TE MERENDREE PEILMETING MALDEGEM KEERSLUIS K1 TE GENT KEERSLUIS K2 TE GENT KEERSLUIS E3 TE MERELBEKE Sint Joris Sluis DENDER DENDERMONDE DENDER DENDERBELLE DENDER AALST DENDER TERALFENE DENDER DENDERLEEUW DENDER POLLARE DENDER IDEGEM DENDER GERAARDSBERGEN KREEK NIEUWENDAMME NIEUWPOORT Moen: Pompstation en Sluis kanaal Bossuit-Kortrijk
WW005
STUW LEIE HARELBEKE
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
40
Installatienr.
Locatie en opmerkingen
WW006 WW007 WW008 WW009 WW010 WW012 WW013 WW014 WW015 WW016 WW019 WW106 WW108
STUW ST. BAAFS-VIJVE STUW LEIE MENEN STUW SCHELDE KERKHOVE POMPSTATION DAMME BRUGGE: POMPSTATION KERKEBEEK KEIZERINNESTUW BLANKENBERGE: Schuivencomplex op de Blankenbergse Vaart STUW BEERNEM KANAAL GENT OOSTENDE RUMBEKE - Roosterinstallatie BABILLIEBEEK ZWEVEGEM: Pompstation op het kanaal MOEN - BOSSUIT NIEUWPOORT - Sint Jorissluis KUST OOSTENDE KUST LOMBARDZIJDE Bruggen MOERBRUGGE BRUG STEENBRUGGE BRUG Kabelbewaking Oost-Vlaanderen Merelbeke ZELZATE Zeebrugge
WA001 WA002 OD028 OD015 WD001 2.2.1.1.B
BIJKOMENDE APPARATUUR BIJ SOMMIGE INSTALLATIES
2.2.1.1.B.1 Camera modems Op de locaties OW015 en OW016 is een extra modem aanwezig voor het doorsturen van camerabeelden. Deze is van het type ZYXEL prestige 782. Deze communiceren met de Zyxel modems op de hoofdpost. 2.2.1.1.B.2 Interface voor wegverlichting (groene doos) In elke verlichtingscabine, die aangestuurd wordt door ABBA, bevindt zich een elektronische interface tussen de ABBA onderpost en de lokale installatie. Deze interface zorgt ervoor dat: alle verlichtingscabines op dezelfde manier aangestuurd worden: op basis van de lokale 4 standenschakelaar (in, uit, lokaal of afstand) en de lokale schakelaars (gemoduleerd of continu) per contactor; − bij uitval van de teletransmissie of onderbreking van de verbinding tussen de ABBA onderpost en de lokale installatie, de sturing overgenomen wordt door het lokale mechanisme (op basis van de pulsadis); − alle nodige signalisaties via een eenvormige manier aan ABBA ter beschikking gesteld worden. De interface is onafhankelijk van de cabine en kan op eenvoudige manier omgewisseld worden. Er zijn twee versies in gebruik, een eerste versie waarbij de schakeling tussen continu of gemoduleerd enkel gebeurt door de lokale schakelaar in de cabine, een tweede versie waarbij de schakelaar zich ook op de interface bevindt waardoor deze ook vanop afstand kan bediend worden. −
De hardware heeft de volgende eigenschappen: − − − −
De ganse schakeling zit in een eurokaartbehuizing van 135 mm breed geschikt om op een DIN rail te klikken. Voorzien van 20 leds die de verschillende toestanden aangeven. 2 voedingen: 220 Vac en 24 Vdc, de ene voor de voeding van alle ingangskringen, de andere voor de interne schakeling van het circuit. Temperatuurbereik: –20°C tot +70°C.
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
41
2.2.1.2 INSTALLATIES VOORZIEN VAN ONDERPOST TYPE 2 Dit type onderpost is opgebouwd uit een PLC, een batterijlader zoals bij onderpost type 1 en een modem met 2 lijnbeveiligers. De communicatie met de hoofdpost verloopt via de koperlijnen of het glasvezelnetwerk van de Vlaamse Overheid. Het geheel is gemonteerd op een montageplaat of een vast raam. De communicatie tussen de ABBA onderpost en de hoofdpost gebeurt via MODBUS of IEC60870-5101/104. De PLC’s zijn opgebouwd uit componenten uit de Siemens S7 reeks. De PLC’s van de installaties OV152, OV154 en OV156 zijn opgebouwd uit componenten uit de Siemens TM1703 MIC reeks. De modems zijn van het type WESTERMO MODEM type TD-23 DC. Onderstaande tabel geeft een lijst van de lokale installaties, uitgerust met een onderpost type 2. Installatienr. WP009 WW102 OW010 WT015 WT016 OP003 WT017 OV152 OV154 OV156 OW023
Beschrijving ZEEBRUGGE: Pompstation Op De Isabellavaart Tijhut Zeebrugge Pompstation Verrebroek Fietsterstunnel ter hoogte van Witte Molenstraat Voertuigtunnel ter hoogte van K. Astridlaan Pompstation Bierstal Parking Brugge: verlichting tunnel het Zand Nazareth: E17(km 40.0) - Klapstraat Zevergem: E17(km 43.7) - Afrit 8 Zwijnaarde: E17(km 48.0) – Hondelee Sluis Evergem
2.2.1.3 INSTALLATIES VOORZIEN VAN ONDERPOST TYPE 3 Deze installaties communiceren draadloos met de hoofdpost via het Mobitex netwerk van Ram Mobile. De ABBA onderpost heeft twee belangrijke functionaliteiten: − het bewaken van de goede werking van de lokale installatie − het regelen van de intensiteit van communicatie met de hoofdpost. Alle parameters en configuratie gegevens kunnen gewijzigd worden van op afstand. De onderpost is opgebouwd uit een industriële PC, een modem, een batterijlader zoals beschreven voor de onderposten type 1. De industriële PC omvat: een module die in verbinding staat met de modem en zorgt voor communicatie met de hoofdpost. In principe wordt de informatie om de 15 minuten opgestuurd, tenzij er een dringend bericht is of een abnormale wijziging van de peilen. − een module die via een seriële of Ethernet aansluiting in verbinding staat met de lokale PLC. Deze ondervraging gebeurt continu. De PC’s zijn van het merk IEI. De meest recente zijn van het type IBX-530B-N270. −
Bij sommige installaties is enkel een modem aanwezig. In dergelijk geval gebeurt de aansluiting via klemmen met behulp van optokopplers. Het protocol tussen de industriële PC en de ABBA hoofdpost is een specifiek Ram Mobile protocol. Het protocol tussen de lokale installatie en de onderpost is MODBUS/TCP of Profibus. Onderstaande tabel geeft een lijst van de lokale installaties, uitgerust met een onderpost type 3. Installatienr. Beschrijving VMM OM101 Sint Laureins: Stuw op het Leopoldskanaal OM105 Sleidinge: Stuw V op de Brakelein OM153 Boekhoute: Isabellagemaal OM155 Stekene: Pompgemaal op het Kanaal van Stekene OM201 Zwalm: Stuw 1 Terbiestmolen op de Zwalm Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
42
Installatienr. OM202 OM203 OM204 OM209 OM215 OM216 OM217 OM225 OM402 OM403 OM404 OM405 OM406 OM407 OM408 OM409 OM410 OM412 OM413 OM414 OM415 OM416 OM417 OM418 OM419 OM420 OM421 OM422 OM423 OM424 OM425 OM427 OM428 OM429 OM430 OM431 OM432 OM433 OM434 OM435 OM436 OM437 OM438 OM439 OM440 OM499 OM650 WM003 WM206 WM207 WM310 WM316 WM501 WM502 WM503 WM504 WM505 WM516
Beschrijving Zwalm: Stuw 2 Klein Zwitserland op de Zwalm Zwalm: Stuw 3 Zwalmmolen op de Zwalm Roborst: Stuw 4 Bostmolen op de Zwalm Wetteren: Stuw 2 op de Molenbeek S.157 Molenbeekweg Michelbeke: Afsluitschuif op de Zwalm Brakel: Leizemooie Opbrakel: Afsluitschuif op de Zwalm Etikhove: Afsluitschuif Viane: Stuw 2 op de Mark (Mertensmolen) Galmaarden: Stuw 3 op de Mark Galmaarden: Stuw 4 op de Mark (Driescaertmolen) Tollembeek: Stuw 5 op de Mark (Eetveltmolen) Tollembeek: Stuw 6 op de Mark (Wielantmolen) Herne: Stuw 7 op de Mark (Boesmolen) Herne: Stuw 8 op de Mark (Lomolen) Sint Pieters Kapelle: Stuw 9 op de Mark (Neerommolen) Edingen: Stuw 10 op de Mark (Watmolen) Hofstade: Stuw 1 op de Molenbeek 5.021 Aalst: Stuw 2 op de Molenbeek 5.021 Erpe-Mere: Stuw Molenbeek 3 op de Molenbeek 5.021 Erpe-Mere: Stuw Molenbeek 4 op de Molenbeek 5.021b Erpe-Mere: Stuw Molenbeek 5 op de Molenbeek 5.021 Erpe-Mere: Stuw 6 op de Molenbeek 5.021 Liedekerke: Stuw en Bypass op de Bellebeek Ternat: Stuw op de Steenvoordebeek (W1ST) Roosdaal: Afsluitschuif op de Hunselbeek (W1HU) Affligem: Afsluitschuif op de Okaibeek (W1-OK) Asse: Uitlaatschuif op de Overnellebeek (W1OV) Ternat: Afsluitschuif op de Nieuwe Molenbeek (W1Ni) Ternat: Afsluitschuif op de Nieuwe Molenbeek (W2Ni) Ternat: Afsluitschuif op de Steenvoordebeek (W2ST) St.Martens Bodegem: Afsluitschuif op de Steenvoordebeek (W3ST_K) Lebbeke: Wachtbekken zone 6 b&c Lebbeke Vondelbeek Lebbeke: Wachtbekken zone 1 op de Vondelbeek zie OM428 Lebbeke: Wachtbekken zone 2 op de Vondelbeek zie OM428 Lebbeke: Wachtbekken zone 5 op de Kleine beek zie OM428 Denderbelle: Wachtbekken zone 6a op de Steenbeek zie OM428 Lebbeke: Wachtbekken zone 3 op de Steenbeek ZIE OM428 Erpe-Mere: Stuw op de Molenbeek Hollestraat Erpe-Mere: stuw op de Molenbeek Lammersweg Sint Pieters Kapelle: stuw 9bis op de Marke Zandbergen: stuw Molenbeek en schuif Moorhofstraat Boesberg pompstation Ruisenbroek pompstation Stuw op de Ophasseltbeek Ternat: Uitlaatschuif op de Steenvoordebeek (WST) Lokeren: Vijzelgemaal op de Ledebeek Zuienkerke: peilmeting op de Noordlede t.h.v. de Brugsesteenweg Spiere-Helkijn: Stuw 1 op de Spiere Spiere-Helkijn: Stuw 2 op de Spiere peilen ingelezen via isolatieversterkers Woumen: Schuiven op de Houten Sluisvaart Poperinge: Peilmeting op de heidebeek t.h.v. de Houtkerkstraat Sint Eloois-Vijve: Stuw 1 op de Gaverbeek Waregem: Stuw 2 op de Gaverbeek (Slekkeput) Waregem: Stuw 3 op de Gaverbeek Waregem: Stuw 4 op de Gaverbeek Waregem: Stuw 5 op de Gaverbeek Heule: Roosterinstallatie op de Heulebeek
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
43
Installatienr. Beschrijving Waterwegen OW002 Pompstation Prosper Polder Doel WW011 GULDENVLIESSTUW Borden WB001 Brugge: Brandweerkazerne WB210 Brugge: WS210 Sint Pieterskaai - Walweinstraat - Havenstraat WB221 Brugge: WS221 Sint Pieterskaai - De Krakeleweg - IJzerstraat WB365 Brugge: N31 - N348 (Stationsweg) Tunnels OT016 Kallo: fietstunnel Waaslandhaven OT017 Aalter: Voertuigtunnel OT018 Oudenaarde: voetgangerstunnel onder de N60 OT019 Tunnel onder de N60 te Zingem WT012 Ieper: Fietsentunnel onder N37 WT013 Roeselare: tunnel onder de R32 WT018 Tielt: Voertuigtunnel op de N35 onder de spoorweg WT019 Menen-Wervik: Fietserstunnel aan de rotonde van de N8 en N58 WT023 Tunnel Zeebrugge WT024 Tunnel Zwevegem Wegverlichting WV130 DEERLIJK: N34 Ringlaan t.h.v. Stationstraat Batterijen Pompstations WP001 Waregem pompstation WP005 Boezinge: Pompstation Dorp WP006 Boezinge: Pompstation Sas WP011 Nieuwpoort: Pompstation Nieuw Bedelf WP012 Nieuwpoort: Pompstation Kreek Nieuwedamme WP013 Veurne: Pompstation tussen kanaal Nieuwpoort-Duinkerke en Lo-kan 2.2.1.4 INSTALLATIES VOORZIEN VAN ONDERPOST TYPE 4 Deze installaties maken voor hun communicatie met de hoofdpost gebruik van een bestaand breedband communicatiesysteem. Momenteel wordt gebruik gemaakt van het xDSL netwerk van Belgacom maar dit kan in de loop van de opdracht wijzigen. De onderpost bestaat uit een xDSL modem, een router en een UPS. De router creëert een VPN verbinding of veilige tunnel waarlangs de informatie verstuurd wordt en zorgt dat bij uitval van de xDSL, automatisch heropgestart wordt. De verbinding tussen de lokale installatie en de hoofdpost kan op 2 manieren tot stand gebracht worden: door het opzetten van een beveiligde verbinding (d.m.v. VPN) vanuit de lokale installatie naar ABBA of omgekeerd. − door het opzetten van een beveiligde SSH tunnel vanuit de hoofdpost. Hierbij wordt enkel de communicatie met de lokale PLC getunneld. De toegang in de hoofdpost heeft een vast IP adres en verloopt via de Fortigate firewall van het telematica netwerk van de Vlaamse Overheid. De ADSL modem is van het type Thomsom ethernet versie blue. −
De router is van het type Linksys BEFVP41. De UPS is van het type BNT 500-AP en heeft een autonomie van 25 tot 30 min. Deze UPS maakt het mogelijk dat de onderpost kan melden dat de spanning afwezig is. Het communicatieprotocol tussen de onderpost en de hoofdpost is meestal Modbus TCP. Onderstaande tabel geeft een lijst van de lokale installaties, uitgerust met een onderpost type 4. Installatie
Beschrijving VMM
OM109 OM110 OM150
Nevele: debietmeting op de Caele Zomergem: Twee Schuiven op de Lieve Waarschoot: Pompstation op de waterloop 2.17
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
44
Installatie
Beschrijving
OM151 OM152 OM154 OM208 OM211 OM212 OM213 OM214 OM250 OM426 OM450 OM452 WM001 WM002 WM004 WM0351 WM300 WM311 WM312 WM313 WM314 WM350 WM351 WM511 WM512 WM513 XM0101
Waarschoot: Pompstation Oostmoer Ertvelde: Pompstation Spiedam Vinderhoute: Duivelsputgemaal Wetteren: Roosterreinigers op de Molenbeek Massemen: Wachtbekken Schalmdries op de Molenbeek S.157 Sint Denijs Boekel: Afsluitschuif op het Zwalmbekken t.h.v Sta Horebeke: Afsluitschuif op het Zwalmbekken t.h.v. Meersestraat Strijpen: Afsluitschuif op het Zwalmbekken t.h.v. Slijpstraat Wichelen: Pompstation Kalkenvaart St.Martens Bodegem: Afsluitschuif op de Steenvoordebeek Dendermonde: Pompstation en Roosters Vondelbeek Dendermonde: Automatische Roosterinstallatie op de Vondelbeek OOSTENDE CAMERLINCKX Geleed De Haan: Schuiven op de Noordede Sint Michiels Brugge: Automatisch Rooster op de Kerkebeek Woumen: Roosterreiniger op de Stenensluisvaart Ieper stuwen Gistel: Schuiven op de Moerdijkvaart Oudenburg: De Blauwe Sluis Zuidschote Noordschote Nieuwpoort: Pompstation Veurne Ambacht Woumen: Pompgemaal Stenensluisvaart Dentergem: Stuw 1 op de Mandel Wielsbeke: Stuw 2 op de Mandel Oostrozebeke: Stuw 3 op de Mandel Stuw op de Bommelaersbeek Tunnels TUNNEL ST NIKLAAS-N70 Elversele: Voertuigtunnel op de N41 Harelbeke: Tunnel N36 onder de N43 (Gentsesteenweg) Bruggen Oostduinkerke Wulpenbrug Borden De Panne LED Bord 4 De Panne: Prismabord Duinkerkelaan De Panne LED Bord 1 De Panne LED Bord 3 De Panne: Prismabord Koninklijke Baan De Panne LED Bord 2
OT001 OT014 WT014 WA004 WB0432 WB0435 WB0436 WB0439 WB0441 WB0446
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
45
2.2.2
Lokale installaties zonder specifieke ABBA onderpost
Deze installaties communiceren rechtstreeks met de ABBA hoofdpost. De gebruikte protocollen hangen af van het type installatie. Enkele grote categorieën installaties zijn: −
− −
−
Verkeersregelaars: deze installaties communiceren met de hoofdpost via het telefoon- of GSM netwerk of via GPRS. De gebruikte communicatieprotocollen zijn specifiek waarbij de lokale installatie master is van de communicatie. Elke wijziging in hun toestand wordt onmiddellijk bij optreden doorgestuurd waarbij minimaal eenmaal om de 36 uur contact gelegd wordt met de hoofdpost. In totaal zijn ongeveer 630 verkeersregelaars aangesloten op ABBA. Calamiteitenborden: De werking van deze installaties is gelijkaardig aan deze van de verkeersregelaars. In totaal zijn ongeveer 48 calamiteitenborden aangesloten op ABBA. zone 30 borden: De koppeling tussen ABBA en de zone 30 borden verloopt via een boodschap-gebaseerde losse koppeling, gebaseerd op http. In totaal zijn 400 zone 30 borden aangesloten op ABBA. Diverse kunstwerken waarvan de lokale PLC rechtstreeks is aangesloten op het telematicanetwerk van de Vlaamse Overheid. De gebruikte protocols zijn vooral Modbus TCP en kk lite.
2.3 Koppelvlakken naar andere systemen ABBA beschikt over een aantal koppelvlakken die toelaten om informatie uit te wisselen met andere computersystemen. Onder meer volgende koppelvlakken zijn aanwezig: − − − − − − − −
− − −
Verkeerscoördinatie Gent: dit koppelvlak loopt via het SOAP protocol. Nedap toegangscontrole teletransmissie cabines. De computer staat opgesteld in het Pentagon en is met ABBA verbonden via het telematicanetwerk van het Vlaamse Gewest. Nedap toegangscontrole cabines W&Z. De computer is opgesteld in RIS te Evergem en is met ABBA verbonden via het telematicanetwerk van het Vlaams Gewest. Hydronet: op regelmatige tijdstippen wordt info ivm waterpeilen opgevraagd vanuit hydronet. De ABBA hoofdpost levert de nodige peilen onder de vorm van XML files. Beheersysteem van de oppervlaktewateren Vlaanderen, beheerd door het waterbouwkundig Labo te Borgerhout. ABBA levert de gegevens onder vorm van FTP. Alarmcentrale VMM: via XML bestanden worden de alarmen op VMM installaties doorgestuurd naar een alarmcentrale bij de VMM. Vrachtwagensluis: dit verloopt via een specifiek protocol Trajectcontrole: dit verloopt via een specifiek protocol Weight in Motion: dit verloopt via een specifiek protocol Tussenafstanden: dit verloopt via een specifiek protocol Toerit dosering: dit verloopt via een specifiek protocol
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
46
3
BESCHRIJVING VAN ABBAMELDA
Hieronder wordt wat algemene informatie gegeven over ABBAMelda. Gedetailleerde info en handleidingen zijn ter inzage bij de aanbestedende overheid na afspraak op werkdagen tijdens de kantooruren (9u – 16 u).
3.1 Functionaliteiten ABBAMelda is een informatiesysteem van het Agentschap Wegen en Verkeer voor het beheer en onderhoud van technische installaties (EM-installaties). ABBAMelda vervult vandaag een sleutelrol voor de secties EW van de territoriale wegenafdelingen en de technische secties van de afdeling EMT, in het proces correctief onderhoud. ABBAMelda ondersteunt de registratie van meldingen van defecten en averijen aan EM-installaties, het beheer van oproepen correctief onderhoud aan aannemers, de automatische verwittiging van belanghebbenden, de technische en administratieve opvolging van onderhoudsinterventies aan EM-installaties, en de operationele rapportering voor toezichters en projectingenieurs. Jaarlijks worden zo ca. 25.000 oproepen i.v.m. EM-installaties verwerkt, vanaf de creatie van de oproep tot en met de afsluiting van de herstelling. Voor oproepen van het type "averij" (schadegevallen veroorzaakt door derden) is er ook een luik voorzien voor de financiële opvolging (opvolging status i.v.m. levering offerte of/en factuur). Ook voor de processen cyclisch onderhoud en inspecties van EM-installaties levert ABBAMelda ondersteuning. Voor de installatietypes die in kader van IIR zijn uitgebreid met gestructureerde detaileigenschappen kunnen interventies voor cyclisch onderhoud en inspecties in detail in ABBAMelda worden geregistreerd en opgevolgd. Dit wordt vandaag o.a. toegepast voor wegverlichtingsinstallaties. Het ABBAMelda-informatiesysteem bestaat uit een databank en verschillende modules die als web- of clientapplicatie toegankelijk zijn via het intranet van het agentschap. Voor aannemers zijn specifieke modules ontsloten via het internet. Tevens zijn een aantal webservices actief voor automatische uitwisseling van gegevens met andere informaticasystemen. De informatie uit ABBAMelda wordt ook gerepliceerd naar de Wegendatabank van AWV. Kern van de ABBAMelda-databank is de hierarchische structuur van EM-installaties, met eraan gekoppelde eigenschappen, die als kapstok dient voor informaties over oproepen, onderhoudsacties en inspecties. De databank bevat niet alleen de technische gegevens over de EM-installaties zelf, maar ook beheergegevens die van belang zijn voor het onderhoudsproces : gegevens over de locatie, betrokken partijen en hun contactgegevens (toezichter, beheerders, aannemers, bestekken, te contacteren verantwoordelijken), verbanden tussen installaties (aansluitingen).
3.2 Belanghebbenden De operatoren van het Vlaams Tunnel- en Controlecentrum gebruiken ABBAMelda als ticketing systeem voor de registratie van defectmeldingen, selectie van de aannemer of/en toezichter die dient opgeroepen te worden voor herstelacties, verzending van faxen naar de te verwittigen instanties en registratie van de opvolgingsacties in kader van de herstelling. Projectingenieurs en werfcontroleurs EMT en EW gebruiken ABBAMelda voor de opvolging van prestaties van hun aannemers in het kader van onderhoud (viseren, raadplegen info en rapporten, goedkeuren of weigeren terugmeldingen aannemer), en als kanaal voor het doorgeven van defectmeldingen aan het VTC. De medewerkers van de districten van de territoriale wegenafdelingen worden vanuit ABBAMelda op de hoogte gebracht van het optreden van een "averij" (schadegeval door derden). Ze kunnen ook details over de technische en financiële opvolging van de oproep door EMT of/en EW-medewerkers terugvinden in ABBAMelda. ABBAMelda bevat geen faciliteiten voor de administratieve afhandeling van schadedossiers (bvb. terugvordering schadebedrag averij bij verzekeringsmaatschappij derden), aangezien AWV hiervoor andere applicaties gebruikt (Schade en district center). In de toekomstvisie van ABBAMelda is een verbeterde koppeling met het district center één van de aandachtspunten. Dossierbeheerders averijen gebruiken ABBAMelda voor de registratie van offertes en facturen in verband met averijen. De hierin geregistreerde gegevens moeten worden doorgegeven aan de beheerders die instaan voor de administratieve opvolging van schadedossiers (voor weggerelateerde installaties zijn dit collega's van de districten van AWV en de territoriale wegenafdeling). Aannemers gebruiken ABBAMelda voor de registratie van terugmeldingen in kader van oproepen, en voor het raadplegen van informatie over de aan hen gelinkte installaties, oproepen, interventieverslagen. Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
47
Belanghebbenden binnen de Vlaamse Overheid die geïmpacteerd worden door het al dan niet werken van een EM-installatie kunnen ABBAMelda gebruiken voor de opvolging van de status van een oproep. Het kan hier gaan om gebruikers van EM-installaties, melders van defecten die na terugmelding over een oplossing ook kunnen controleren of het effectief opgelost is, verantwoordelijken die in een escalatieniveau betrokken moeten worden, communicatieverantwoordelijken. Sleutelgebruikers van EM-installaties zoals het Verkeerscentrum en RIS waterwegen zijn expliciet vragende partij voor een verdere verbetering van de informatieuitwisseling over deze herstelstatus. In de toekomstvisie van ABBAMelda is een verbeterde uitwisseling van info over de status van oproepen aan belanghebbenden één van de aandachtspunten. De systemen die automatisch informatie uitwisselen met ABBAMelda (vb. gekoppelde afstandsbewakingssystemen) kunnen ook worden beschouwd als belanghebbenden. Eén van de systemen die automatisch informatie uitwisselen met ABBAMelda is ABBA.
3.3 Modules ABBAMelda is samengesteld uit volgende modules: − − −
− −
−
− − −
PADL : gebruikersbeheer van de toepassing ABBAMelda ABBAMelda portaal : toegangsportaal voor VTC operatoren, projectingenieurs, toezichters en administratie, webapplicatie die de hoofdfunctionaliteiten van ABBAMelda beschikbaar stelt. ABBAMelda mobiele applicatie voor toezichters : webapplicatie die toezichters in staat stelt via tablet bezoekfiches van EM-installaties te maken in kader van inventarisatie of/en inspectieopdrachten. ABBAMelda aannemersportaal : toegangsportaal voor aannemers, webapplicatie die aannemer in staat stelt voor hem relevante info i.v.m. oproepen, bezoeken, installaties te raadplegen ABBAMelda mobiele applicatie voor aannemers : webapplicatie die aannemers of/en werkhuismedewerkers in staat stelt via tablet terugmeldingen uit te voeren in kader correctief onderhoud of bezoekfiches van EM-installaties te maken in kader van inventarisatie-, onderhoudsof/en inspectie-opdrachten. ABBAMelda PDA applicatie voor aannemers : clientapplicatie voor PDA die aannemers of/en werkhuismedewerkers in staat stelt via tablet terugmeldingen uit te voeren in kader correctief onderhoud ABBAMelda import-export applicatie : een aparte client applicatie die het mogelijk maakt om onderdeelgegevens via Excel te exporteren en te importeren in ABBAMelda. ABBAMelda webservices : een aantal specifieke koppelvlakken voor automatische uitwisseling van gegevens met andere informaticasystemen …
3.4 Gegevensstructuur ABBAMelda In ABBAMelda wordt een onderscheid gemaakt tussen installatiegegevens en operationele gegevens. Installatiegegevens bevatten diverse over de beheerde installaties. Operationele gegevens bevatten info over de opvolging van defecten en averijen.
3.4.1
Installatiegegevens
In ABBAMelda wordt elke installatie gekenmerkt door een installatienummer en een aard van installatie. Daarnaast kunnen binnen een installatie bijkomende niveaus (installatie-onderdelen) gecreëerd worden. Dit wordt geïllustreerd in Figuur 3. De structuur laat toe om eenvoudig op elke plaats in de boom onderdelen toe te voegen. Iedere installatie en elk onderdeel worden gekenmerkt door een aantal specifieke eigenschappen. Voorbeelden van eigenschappen zijn o.a. naam, pad, type onderdeel, organisatie, toezichter, beheerder… Deze eigenschappen gelden voor alle installaties & onderdelen en kunnen gebruikt worden voor globale zoekopdrachten. Bij een installatie worden ook de aansluitgegevens bijgehouden. Momenteel wordt informatie bijgehouden ivm de elektrische aansluiting o.a. EAN nummer, netbeheerder, leverancier, beheerder, spanningstype (laagspanning, hoogspanning) en adres en over de communicatie aansluitingen.
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
48
Figuur 3 : Schema van een installatie en zijn onderdelen Daarnaast bevat ABBAMelda ook een module waarbij een bestek of loten van een bestek kunnen gedefinieerd worden. Ieder bestek is gelinkt aan één of meerdere installaties. Een bestek is anderzijds ook gelinkt aan een aannemer. Een installatie is gelinkt aan een bestek en kan ook aan een alternatief bestek gelinkt zijn.
3.4.2
Gebeurtenis-gegevens
De gebeurtenisgegevens worden ingedeeld in meldingen, oproepen en acties. Wanneer een melder belt, kan het VTC een melding aanmaken in ABBAMelda. Ook alarmsystemen kunnen meldingen aanmaken. Een melding heeft tot doel informatie over een melding te vergaren, zoals: − − − − − − − − − − − −
−
gegevens over de melder gegevens over de betrokken installatie gegevens over de schade en omstandigheden eventuele gegevens over de verwekker type melding: geen / defect / averij / melding Dringend / niet dringend Prioriteit: geen prioriteit / hoog / middel / laag Op basis van een melding kan het VTC 1 of meerdere oproepen lanceren naar aannemers. Een oproep bevat essentieel volgende informatie: Schade beschrijving Type oproep Dringend Onderdeel waarvoor oproep gelanceerd wordt. Dit onderdeel kan afwijken van het onderdeel van de melding. Indien de melding alleen adres informatie bevat, kan men deze in de oproep gebruiken om het juiste onderdeel te vinden Aannemer en gerelateerd bestek
Bij het aanmaken van een oproep stelt ABBAMelda een aantal acties voor, afhankelijk van het type oproep. Zo worden in het kader van een oproep vanuit het VTC bepaalde acties ondernomen om de aannemer te verwittigen zoals een telefonische verwittiging en het versturen van faxen. De aannemer zal terugmeldingen doen naar het VTC zoals het melden dat hij ter plaatse is. Deze terugmeldingen zullen geregistreerd worden in ABBAMelda als acties van de aannemer.
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
49
3.5 Applicaties en functionaliteiten 3.5.1
Webapplicatie ABBAMelda portaal
De voornaamste functionaliteiten van ABBAMelda zijn beschikbaar via een webapplicatie op zowel het bureautica als telematica netwerk. De toegang tot de applicatie wordt geregeld door de applicatie ‘padl’, gebaseerd op een rol model. Via de webapplicatie zijn volgende functionaliteiten voorzien: − − − − − −
Raadplegen van info over meldingen, oproepen, installaties, bezoeken Functionaliteiten VTC operator i.v.m. behandeling van meldingen, oproepen en acties Functionaliteiten EM-toezichter i.v.m. behandeling van meldingen, oproepen, acties en bezoeken Het raadplegen van specifieke rapporten. Het raadplegen van cockpits : managementsrapporten voor opvolging indicatoren met doorklikmogelijkheden naar details per oproep Administratie en configuratiebeheer
3.5.2
Webapplicatie ABBAMelda aannemers
Het aannemersportaal van ABBAMelda is beschikbaar via een webapplicatie op internet. De toegang tot de applicatie wordt geregeld door de applicatie ‘padl’, gebaseerd op een rol model. Via de webapplicatie zijn volgende functionaliteiten voorzien: − − −
Raadplegen van info over meldingen, oproepen, installaties, bezoeken Functionaliteiten aannemer i.v.m. behandeling van meldingen, oproepen, acties en bezoeken, Het raadplegen van specifieke rapporten.
3.5.3
PDA applicatie
Om de techniekers van de aannemer toe te laten om ter plaatse bepaalde terugmeldingen te doen, werd een specifieke PDA applicatie voorzien. Via deze applicatie kunnen techniekers via een PDA toestel onder meer oproepen aanvaarden, en de start en het einde van een interventie aangeven. Deze applicatie werkt op PDA’s voorzien van Windows Mobile 6 besturingssysteem.
3.5.4
Bezoekfiche modules
In het kader van IIR (Inventarisatie en Inspectie) werd ABBAMelda uitgebreid met specifieke toepassingen voor het ingeven van onderhoudsterugmeldingen en inspecties op EM elementen. Deze toepassingen zijn aangepast voor mobiel gebruik via tablets, gebaseerd op Android. Volgende toepassingen zijn voorzien: − ABBAMelda mobiele applicatie voor toezichters : via dit portaal kan de toezichter inspectiegegevens invoeren. De toepassing communiceert met de ABBAMelda-databank voor uitwisseling van gegevens. De toepassing is ook bereikbaar vanuit een web browser, en kan ook rechtstreeks vanuit de ABBAMelda webapplicatie worden aangesproken. − ABBAMelda mobiele applicatie voor aannemers : via dit portaal kan de aannemer terugmeldingen van oproepen doorgeven en bezoekfiches aanmaken voor detailrapportering van inventaris-, onderhouds- en inspectie-eigenschappen.
3.6 Koppelvlakken met externe systemen 3.6.1
Koppelvlak met afstandsbewakingssystemen
Behalve een operator, kunnen ook afstandsbewakingssystemen alarmen melden aan ABBAMelda. Hiervoor beschikt ABBAMelda over een REST (Representational State Transfer interface protocol) gebaseerde webservice genaamd ‘Alarms’. Deze webservice biedt volgende mogelijkheden: − −
Melden van een nieuw alarm aan ABBAMelda Melden dat een vorig alarm beëindigd is
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
50
3.6.2
Koppelvlak met de wegendatabank
De gegevens van ABBAMelda worden doorgegeven aan de wegendatabank, zodat ze in dezelfde omgeving worden samengebracht als andere nuttige gegevens van AWV-installaties (vb. wegen).
3.6.3
Import –export module
In het kader van IIR (Inventarisatie en Inspectie) is een aparte client applicatie ontwikkeld die het mogelijk maakt om onderdeelgegevens via Excel te exporteren en te importeren in ABBAMelda. De applicatie dient ter ondersteuning van het importeren van volgende type gegevens in ABBAMelda: Onderdelen en hun Specifieke eigenschappen Elektrische Aansluitingen Communicatie Aansluitingen Specifieke template voor het importeren van palen, consoles en bevestigingen van wegverlichtingsinstallaties Daarnaast laat de applicatie ook volgende handelingen toe: − − − −
− − − − −
Gegevens opzoeken volgens door de gebruiker bepaalde filtercriteria. Het resultaat is een lijst van gegevens in de applicatie Importeren van een Excel met gegevens over onderdelen, elektrische aansluitingen en communicatie aansluitingen. Het resultaat is een lijst van gegevens in de applicatie De gegevens in de lijst in de applicatie manipuleren. De gegevens uit deze lijst in de applicatie bewaren in de ABBAMelda database De gegevens uit deze lijst in de applicatie exporteren naar een Excel.
3.7 Technische architectuur 3.7.1
Software structuur
De ABBAMelda core is opgebouwd uit de volgende onderdelen: − − − −
Databases ABBAMelda business logica (back-end) ABBAMelda presentatie logica (front-end) Mobiele applicatie
Er zijn 3 omgevingen operationeel: een productie-omgeving, een staging-omgeving en een testomgeving. 3.7.1.1 Databases ABBAMelda maakt gebruik van 2 hoofddatabases: − −
ABBAMelda database: deze bevat alle info en tabellen nodig voor de ABBAMelda applicatie PADL: deze wordt gebruikt als ‘centrale directory’ voor de web applicatie en heeft 2 functies: − Bijhouden van coördinaten van personen − Verlenen van toegangsrechten aan personen.
Beide databases zijn postgresql databases. Daarnaast bevat ABBAMelda ook een document database. Dit is een PostgresSQL database waarin alle documenten worden weggeschreven als BLOB’s (Binary Large Object). 3.7.1.2 Opbouw PHP frontend De PHP front-end dient als communicatie luik met de gebruiker. De front-end regelt alle opbouw van de web pagina’s en geeft de gebruiker feedback. Om de web pagina’s op te bouwen, zonder de PHP code te moeten beladen met HTML syntax, wordt gebruik gemaakt van een templating engine, Smarty (http://www.smarty.net/ ) genaamd. Deze templating engine laat toe om op een eenvoudige en object georiënteerde manier de hele problematiek rond views uit de eigenlijke code te halen en via eenvoudige markup snel tot resultaten te komen. Aan de client side wordt gebruik gemaakt van Jquery (http://jquery.com/ ) als javascript framework. Dit framework laat toe om op een gestandaardiseerde manier, de statische web pagina’s interactiever en gebruiksvriendelijker te maken.
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
51
De front-end communiceert met de Java EE backend door middel van webservices (SOAP over HTTP). 3.7.1.3 Opbouw Java back-end De Java back-end bestaat uit 3 applicaties: applicaties voor toegang tot de twee hoofddatabases, ABBAMeldaBL voor toegang tot de ABBAMelda databank en PadlBL voor toegang tot PADL. Beide applicaties bestaan uit een Enterprise Application die opgesplitst is in een web Applicatie (verzorgt de webservices) en een EJB applicatie (transacties + database access). − ABBAMeldaReporting: deze applicatie verschaft toegang tot de rapportgeneratie en faxing van ABBAMelda. De generatie van rapporten wordt gedaan via JasperReports, faxen via Gnu jHylafax. Deze applicatie maakt het mogelijk om at runtime documenten te genereren, bewaren en indien nodig door te faxen. Indien een document werd gefaxt, is het ook mogelijk om de vooruitgang van die fax op te volgen. Elk van deze applicaties zijn gebaseerd op de standaarden JAX-WS 2.1, JPA 1.0 en EJB 3.0. −
3.7.1.4 Mobiele applicatie De mobiele applicatie is ontwikkeld in Mobile Jquery.
3.7.2
Hardware structuur
ABBAMelda maakt gebruik van dezelfde hardware infrastructuur als ABBA (zie hoofdstuk 2.1.2).
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
52
4
DEELOPDRACHT 1: ONDERHOUD VAN ABBA EN ABBAMELDA
Deelopdracht 1 betreft het onderhoud van de hard- en software van alle onderdelen van ABBA en ABBAMelda. Dit onderhoud omvat: − −
Het preventief onderhoud Het correctief onderhoud
Voor het uitvoeren van deze deelopdracht dient de dienstverlener een meldpunt te voorzien waar problemen met het ABBA en ABBAMelda systeem kunnen gemeld worden.
4.1 Algemeenheden 4.1.1
Aanvang en einde van het onderhoud
Gedurende de eerste 3 maanden van deze deelopdracht kan de dienstverlener een beroep doen op de ondersteuning van de huidige dienstverlener, onder supervisie van de opdrachtgevende overheid. In deze periode kan hij alle eventuele defecten, onregelmatigheden, fouten… die hij vaststelt aan de hoofdpost, doorgeven aan de opdrachtgevende overheid. Indien de opdrachtgevende overheid van oordeel is dat de gemelde zaken terecht zijn, zullen de prestaties voor de herstelling specifiek vergoed worden. Na deze periode, vallen alle tekortkomingen, defecten, fouten…in de installaties ten laste van de nieuwe dienstverlener. Na het beëindigen van het contract, verbindt de dienstverlener zich ertoe om onder toezicht van de opdrachtgevende overheid, ondersteuning te bieden aan derden gedurende minimum drie maanden om een vlotte overgang naar een nieuw contract mogelijk te maken. Een vraag voor ondersteuning moet binnen de 48 uur beantwoord worden.
4.1.2
Documentatie
4.1.2.1 Bezoekkaart en lokale documentatie Voor elke installatie maakt de dienstverlener een bezoekkaart op. De bezoekkaart wordt geplaatst in een duurzame hoes in elke installatie. Als de bezoekkaart volgeschreven is, wordt ze vervangen door een nieuwe. De kosten voor de levering van de bezoekkaarten met hoes dienen inbegrepen te zijn in de prijzen voor het onderhoud. Bij de aanvang van het contract worden alle bezoekkaarten vernieuwd. Bij ieder bezoek aan de installatie wordt de kaart ingevuld. In iedere installatie, voorzien van een ABBA onderpost, bevinden zich de aansluitlijsten en de parametreerlijsten. De aansluitlijsten vermelden welke onderdelen aanwezig zijn, hoe de verbinding verloopt tussen de onderpost en de hoofdpost en bevatten de lijsten met de verbindingen tussen de lokale installatie en de ABBA onderpost. De parametreerlijsten vermelden de omzetting van de klemmeninformatie of PLC informatie naar de ABBA devices. De dienstverlener staat in voor het up to date houden van al deze documenten en dient erover te waken dat steeds de recentste documenten aanwezig zijn bij de onderposten. De dienstverlener dient jaarlijks alle up-to-date aansluit- en parametreerlijsten te overhandigen aan de opdrachtgevende overheid. De documentatie dient ten laatste 1 maand na het aflopen van de onderhoudsperiode overhandigd te worden. 4.1.2.2 Documentatie hoofdpost De opdrachtgevende overheid beschikt over een set van documentatie van de hoofdpost. Deze documentatie omvat volgende documenten: − Hardware en architectuur beschrijvingen van de hoofdpost. − Handleiding ivm back-up en restore Deze documentatie zal bij aanvang van de opdracht overhandigd worden aan de dienstverlener. Deze laatste staat in het kader van het onderhoud in voor het up to date houden van deze documentatie, ongeacht de huidige toestand van deze documentatie. Dit is een last van de aanneming en wordt niet apart vergoed. Vier maal per jaar zal de dienstverlener een up-to-date versie van deze documentatie overhandigen aan de opdrachtgevende overheid.
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
53
4.1.3
Reservemateriaal onderposten
Voor diverse onderdelen van de onderposten beschikt de opdrachtgevende overheid over reservemateriaal. In het kader van de uitvoering van deze deelopdracht, kan de dienstverlener hiervan gebruik maken volgens de hieronder opgesomde modaliteiten. 4.1.3.1 Kaarten van onderposten type 1 De dienstverlener kan vrij gebruik maken van de beschikbare reservekaarten. Defecte kaarten dienen echter terug ingeleverd te worden bij de opdrachtgevende overheid met opgave van een mogelijke oorzaak. Indien tijdens de uitvoering blijkt dat de voorraad reservemateriaal onvoldoende is, dient de dienstverlener deze kaarten te herstellen. De schema’s van deze kaarten, zullen ter beschikking gesteld worden van de dienstverlener. De herstellingen zullen apart vergoed worden volgens de post ‘uurtarief technieker’. 4.1.3.2 Onderposten types 2, 3 en batterijladers Hier beschikt de opdrachtgevende overheid over een beperkte set van reservemateriaal. De dienstverlener kan hierop beroep doen, op voorwaarde dat hij het materiaal na gebruik binnen de maand terug aanvult. Het ontbreken van reservemateriaal kan geenszins gebruikt worden als argument om de gevraagde interventietijden niet te halen. De kosten verbonden aan het terug aanvullen van dit reservemateriaal zijn ten laste van de dienstverlener en dienen inbegrepen te zijn in de prijzen voor het onderhoud.
4.1.4
Onderhoud interfaces voor de wegverlichting (groene dozen)
De groene dozen worden onderhouden (preventief en correctief) door de onderhoudsaannemer wegverlichting die hiervoor beschikt over een aantal reserve groene dozen. Op regelmatige basis worden de defecte groene dozen door de onderhoudsaannemer wegverlichting ingeleverd bij de opdrachtgevende overheid. In ruil daarvoor krijgt hij terug herstelde groene dozen zodat zijn hoeveelheid reserve dozen op peil blijft. In het kader van deze opdracht dient de dienstverlener in te staan voor het repareren van de defecte groene dozen. Defecte dozen zullen overhandigd worden aan de dienstverlener tijdens de overlegvergaderingen. De dienstverlener staat in voor het herstellen en testen van de dozen. De schema’s van de dozen zullen ter beschikking gesteld worden van de dienstverlener. De herstelde dozen zullen getest worden in aanwezigheid van een vertegenwoordiger van de opdrachtgevende overheid. De kosten verbonden aan het herstellen en testen van een groene doos zullen vergoed worden volgens de post ‘Herstellen en testen van een groene doos’.
4.2 Preventief onderhoud 4.2.1
Preventief onderhoud onderposten
4.2.1.1 Algemeen Het preventief onderhoud van de ABBA onderposten omvat alle leveringen, werken en diensten zodat de volledige installatie en haar onderdelen zich op ieder ogenblik in perfecte staat van werking zouden bevinden. Een indicatieve lijst van alle onderposten is weergegeven in hoofdstuk 2.2.1. Alle interfaces of speciale uitrustingen om de communicatie mogelijk te maken met de hoofdpost, zoals optocopplers, versterkers, PLC enz. maken integraal deel uit van de onderposten en dienen mee onderhouden te worden. Voor onderposten waarvan slechts een gedeelte geplaatst werd bv. modem of camera, beperkt het onderhoud zich tot de geplaatste onderdelen. De cyclusduur van het preventief onderhoud bedraagt 1 jaar. Voor het preventief onderhoud wordt door de dienstverlener per jaar een jaarplanning opgemaakt, rekening houdend met de opgelegde cyclusduur. Er wordt gestreefd naar een gelijkmatige verdeling Ze vermeldt in chronologische volgorde de installaties die per dag onderhouden zullen worden. Bij de planning wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met andere installaties die dienen onderhouden te worden zodat maximaal gebruik kan gemaakt worden van bestaande signalisatie, bv bij wegverlichting. De jaarplanning dient ten laatste 1 maand na sluiting, ter goedkeuring aan de opdrachtgever te worden voorgelegd.
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
54
Dagelijks wordt de planning van de installaties die die dag zullen onderhouden worden vóór 9 uur ‘s morgens per telefax of door middel van e-mail aan de projectingenieur of zijn afgevaardigde en aan het VTC van de afdeling EMT bezorgd. 4.2.1.2 Uit te voeren taken Het preventief onderhoud omvat onder meer: −
− − − − − − − −
Visuele controle op de goede werking van alle onderdelen van de onderpost en op alle aansluitingen en connectoren… Eventuele schade dient met een digitale camera vastgelegd te worden en onmiddellijk hersteld te worden Functionele controle op de goede werking van elk onderdeel van de onderpost, de aansluitingen, connectoren… het uitmeten en testen van de communicatie met het lokale kunstwerk: dit omvat onder meer het uitmeten van de signaalsterktes, de verschillende niveaus het uitmeten en testen van de communicatie met de hoofdpost: dit omvat het uitmeten van lijnniveaus, signaalsterktes… het uitmeten en testen van de noodvoedingen en het eventueel vervangen van de batterijen; ontstoffen van de rack en de apparatuur; het controleren of de correcte aansluit- en parametreerlijsten aanwezig zijn het up-to-date houden van de aansluitlijsten en parametreerlijsten …
4.2.1.3 Rapportering Na het preventief onderhoud van een onderpost dient de dienstverlener een rapport op te maken ivm het uitgevoerde preventief onderhoud. Dit rapport bevat onder meer een overzicht van de uitgevoerde activiteiten, de resultaten van de uitgevoerde metingen, vastgestelde gebreken of tekortkomingen, zoals corrosie, beschadigde verf…, digitale foto’s, een overzicht van eventueel nog uit te voeren werken… . De vorm van dit rapport zal in samenspraak met de opdrachtgever worden opgemaakt bij aanvang van de opdracht. Dit rapport wordt ten laatste 1 kalenderweek na het preventief onderhoud aan de opdrachtgever overgemaakt. Indien dit niet tijdig aangeleverd wordt, worden de prestaties in het kader van het preventief onderhoud, niet vergoed. 4.2.1.4 Betaling Alle werken, leveringen en diensten in het kader van het preventief onderhoud gedurende 1 kalenderjaar, worden vergoed volgens de posten voor het preventief onderhoud van een onderpost.
4.2.2
Preventief onderhoud hoofdpost
4.2.2.1 Uit te voeren taken Het preventief onderhoud van de hardware dient te gebeuren volgens de principes en bepalingen van het preventief onderhoud van onderposten beschreven in hoofdstuk 4.2.1. Dit dient 4 maal per jaar uitgevoerd te worden. Het preventief onderhoud van de software dient op continue basis te gebeuren en omvat volgende zaken: − − − − − − −
−
Het onderhoud en up-to-date houden van de verschillende communicatie protocols; Het aanpassen en up-to-date houden van alle operating systemen en basissoftware naar de laatste versies. Het up-to-date houden van de nodige virusscanners en firewalls Het scannen en verwijderen van virussen. Het verwijderen van onnodige programma’s en bestanden Het aanpassen en up-to-date houden van alle documentatie m.b.t. ABBA en ABBAMelda. Dit omvat ook het up-to-date houden van alle broncode. Het up-to-date houden van lijsten zodat op ieder moment de juiste informatie aanwezig is van het aantal aangesloten installaties, devices, logische functies, gebruikers, kwaliteitsindicatoren. Het ter beschikking stellen en installeren van de visualisatie client bij nieuwe gebruikers of ondersteuning bieden bij bestaande gebruikers.
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
55
Het gebruikersbeheer van ABBA en ABBAMelda Het performantie- en capaciteitsbeheer van de applicaties en servers: de belangrijke parameters dienen te worden opgevolgd en gemonitord (belasting servers, belasting databases, aantal gebruikers, aantal aangesloten installaties…) . Hiervoor dienen de nodige logging- en monitoringtools voorzien te worden. − Het monitoren en optimaal tunen van de databasesoftwareplatformen; − Het nemen van de nodige back-ups en eventueel uitvoeren van restores indien vereist − … Tijdens het preventief onderhoud mag geen enkel onderdeel van de hoofdpost buiten dienst gesteld worden. Indien toch dienstonderbrekeningen noodzakelijk zijn, zijn deze enkel acceptabel indien zowel de aanvang als het einde van deze onderbrekingen binnen de kantooruren vallen. Deze dienstonderbrekingen zijn enkel mogelijk na toestemming van de opdrachtgevende overheid en moeten minstens 1 week op voorhand aangekondigd worden. De opdrachtgevende overheid behoudt echter het recht om reeds ingeplande onderbrekingen tot net voor de starttijd af te blazen zonder dat de dienstverlener recht heeft op schadevergoeding. − −
4.2.2.2 Rapportering Viermaal per jaar zal de dienstverlener een rapport ivm het preventief onderhoud overmaken aan de opdrachtgevende overheid. Dit rapport zal een overzicht geven van alle uitgevoerde taken in het kader van preventief onderhoud en zal een grondig overzicht geven van de status van zowel de hardware- , software- en database infrastructuur. Onder meer volgende zaken dienen hierin opgenomen te worden: Een overzicht van de uitgevoerde prestaties en meetresultaten uitgevoerd in het kader van het preventief onderhoud van de hardware − Een overzicht van de uitgevoerde prestaties in het kader van het preventief onderhoud van de software − een analyse van de opgetreden problemen in het kader van het correctief onderhoud en het formuleren van mogelijke preventieve acties om deze in de toekomst te vermijden. − Een gedetailleerd overzicht van de aanwezige servers en apparatuur. Dit overzicht omvat o.a. info omtrent de naam, type, IP adres, CPU, geheugen, harddisk, serienummer, voor welk doeleinde de apparatuur gebruikt wordt, operating systeem en versie…. − een overzicht van het aantal aangesloten installaties − een overzicht van het aantal gebruikers en hun rechten − een overzicht van de lokale installaties die de voorbije periode de meeste data hebben toegevoegd in de databanken. Indien blijkt dat installaties abnormaal veel data genereren, dient een voorstel toegevoegd te worden om dit te reduceren. − Een overzicht van de belasting van alle apparatuur (CPU, geheugen, databases…) − aanbevelingen en voorstellen voor het optimaliseren van de toepassingen en infrastructuur met het oog op het inperken van risico’s en het verder mee evolueren met de nieuwste technologieën. − … De vorm van dit rapport zal in samenspraak met de opdrachtgever worden opgemaakt bij aanvang van de opdracht. −
Samen met dit rapport dient de dienstverlener een up-to-date versie van alle documentatie van de hoofdpost aan te leveren. Dit rapport en de documentatie dienen door de opdrachtgever goedgekeurd te worden. Hiervoor zal de opdrachtgevende overheid minstens over 1 kalenderweek beschikken. Het goedgekeurde rapport en de goedgekeurde documentatie dienen ten laatste 1 maand na de betreffende onderhoudsperiode van 3 maanden afgeleverd te worden. Indien dit niet tijdig wordt afgeleverd, zullen de prestaties in het kader van preventief onderhoud gedurende de betreffende maanden niet vergoed worden. 4.2.2.3 Betaling Alle werken, leveringen en diensten in het kader van het preventief onderhoud van de hoofdpost gedurende 1 kalenderjaar worden vergoed volgens de posten voor het preventief onderhoud van de hoofdpost.
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
56
4.3 Correctief onderhoud Het correctief onderhoud omvat het uitvoeren van alle tussenkomsten bij defecten en/of averijen aan alle ABBA en ABBAMelda onderdelen. Het omvat alle nodige werken, leveringen en diensten om de installaties opnieuw in perfecte staat van werking te stellen. Ter informatie geeft de aanbestedende overheid mee dat in 2013 312 tussenkomsten aangevraagd zijn voor de hoofdpost en de onderposten samen. Deze cijfers zijn als louter indicatief te beschouwen en zijn niet bindend. De aanbestedende overheid kan ook niet aansprakelijk gesteld worden voor het geval het aantal aanvragen voor tussenkomsten hoger zou zijn.
4.3.1
Meldpunt en oproepprocedure
4.3.1.1 Algemeen Voor het uitvoeren van het correctief onderhoud zal de dienstverlener een meldpunt ter beschikking stellen, dat 24 u op 24 u, zaterdagen, zon- en feestdagen inbegrepen, bereikbaar dient te zijn. Dit meldpunt zal bestaan uit: Een telefonische permanentie: iemand van de dienstverlener dient continu telefonisch bereikbaar te zijn. − Een e-mailadres en faxnummer waar problemen kunnen gemeld worden. Het melden van een defect of een averij zal in principe gebeuren door de afgevaardigden van de opdrachtgever of het VTC van de afdeling EMT. −
Na een oproep dienen de volgende terugmeldingen te gebeuren door de dienstverlener:
− Indien een technieker ter plaatse dient te gaan, wordt een eerste telefonische terugmelding
−
gedaan aan het VTC onmiddellijk bij aankomst ter plaatse. Het tijdstip van aankomst en de toestand van de installatie worden gemeld. Mogelijke toestanden zijn: o in werking, o niet in werking, o tussenkomst andere aannemer noodzakelijk. Een tweede terugmelding wordt gedaan aan het VTC en gebeurt zowel telefonisch als per fax nadat de tussenkomst is uitgevoerd. De terugmelding gebeurt op het document (fax) waarmee de dienstverlener door het VTC werd opgeroepen en vermeldt, al naar het geval: o definitief hersteld o voorlopig hersteld o niet terug in dienst. Indien de installatie niet definitief hersteld is wordt deze terugmelding herhaald telkens er gewerkt wordt.
4.3.1.2 Betaling Alle kosten voor het verzekeren van het meldpunt gedurende een periode van 1 kalenderjaar worden vergoed volgens de post ‘Jaarlijkse forfaitaire vergoeding voor het meldpunt’ van de inventaris.
4.3.2
Correctief onderhoud van de onderposten
4.3.2.1 Algemeen Er worden 3 types oproepen onderscheiden: −
− −
Dringende interventies ten gevolge van een defect: hierbij dient het defect binnen de 6 uur voorlopig hersteld te zijn. De oproepen voor volgende installaties dienen steeds als dringend beschouwd te worden: o Tunnels en pompstations o Installaties met peilmeters o Verlichting die niet meer kan geschakeld worden Deze lijst kan in de loop van de uitvoering gewijzigd worden. Niet-dringende interventies ten gevolge van een defect: hierbij dient het defect binnen de 24 uur voorlopig hersteld te zijn Dringende oproep ten gevolge van een averij: de dienstverlener dient binnen de 6 uur ter plaatse te gaan.
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
57
De definitieve herstelling gebeurt binnen de 2 werkdagen volgend op de dag van de oproep. Bij een oproep voor een defect tracht de technieker van wacht het probleem in eerste instantie vanop afstand op te lossen. Daartoe is het nodig dat iedere technieker van wacht verbinding kan maken met de hoofdpost. Bij een oproep voor een averij dient de dienstverlener steeds ter plaatse te gaan om de nodige vaststellingen te doen en om de nodige maatregelen te nemen om de verkeersveiligheid niet in het gedrang te brengen (het spanningsloos stellen of isoleren van alle onder spanning staande delen van de gehavende installatie die een gevaar kunnen betekenen voor de weggebruikers, het treffen van alle noodzakelijke maatregelen om verdere beschadigingen of storingen aan de gehavende installatie of andere uitrustingen te voorkomen, het verwijderen van materiaalresten van de openbare weg…). Na het bezoek ter plaatse dient een verslag opgemaakt te worden van de averij, vergezeld van de nodige foto’s. Bij het verslag zal hij eveneens een prijsofferte voegen voor het herstellen van de averij. Deze offerte dient gebaseerd te zijn op de inschrijvingsprijzen van de belangrijkste componenten. De herstelling van een averij kan onmiddellijk gebeuren na een oproep door het VTC, indien de kostprijs incl. BTW maximum 6.500 EURO bedraagt. Indien het bedrag groter is dan 6.500 euro of indien de opdrachtgevende overheid oordeelt dat de werken niet binnen de hierboven vermelde termijn kunnen worden uitgevoerd, wordt een afzonderlijk dienstbevel gemaakt. 4.3.2.2 Rapportering Van elke tussenkomst, wordt een gedetailleerd rapport opgemaakt dat de tussenkomst volledig beschrijft: identificatie van de oproep (nummer van de oproepfiche van het VTC, tijd van oproep, naam van de oproeper, omschrijving probleem), gedetailleerde diagnose, uitgevoerde herstellingen en leveringen, het tijdstip waarop de herstellingen werden uitgevoerd, opmeting van eventueel te factureren werken, enz.….. Daarnaast dient het rapport ook suggesties te bevatten voor het vermijden van dergelijke problemen in de toekomst. De vorm van het rapport zal in samenspraak met de opdrachtgever worden opgemaakt bij aanvang van de opdracht. Dit rapport wordt ten laatste twee dagen na het definitief verhelpen van de tussenkomst aan de opdrachtgever overgemaakt. Alle kosten met betrekking tot de rapportering van een tussenkomst zijn ten laste van de dienstverlener. 4.3.2.3 Betaling De betaling van het correctief onderhoud is gebaseerd op volgende principes: −
−
Alle kosten verbonden aan het uitvoeren van het correctief onderhoud van onderposten gedurende 1 kalenderjaar, worden vergoed volgens de posten voor het correctief onderhoud van een onderpost. Deze post wordt eenmaal vergoed voor elke onderpost, ongeacht het aantal tussenkomsten. Interventies voor correctief onderhoud waarbij ondubbelzinnig een uitwendige oorzaak buiten de verantwoordelijkheid van de dienstverlener, het defect veroorzaakte of de interventie nodig maakte, worden apart vergoed. De dienstverlener moet echter ondubbelzinnig kunnen aantonen dat het wel degelijk een uitwendige oorzaak betrof. Als uitwendige oorzaak worden aanvaard: o Schade berokkend door derden, waarvoor de aannemer of zijn afgevaardigden niet verantwoordelijk kunnen gesteld worden, vb. vandalisme. o Schade ten gevolge van uitzonderlijke meteorologische omstandigheden (overstroming door te hoge waterstand, hevige stormwinden, rechtstreekse blikseminslag). o Interventies op verzoek van de opdrachtgevende overheid met het oog op de herstelling van defecten, waarbij de dienstverlener vaststelt en ondubbelzinnig aantoont dat er geen defect aanwezig is. o Interventies op verzoek van de opdrachtgevende overheid met het oog op de herstelling van defecten, waarbij de dienstverlener vaststelt en ondubbelzinnig aantoont dat het gaat om een defect van uitrusting die volgens de bepalingen van dit bestek niet onder de verantwoordelijkheid van de dienstverlener valt. In dergelijk geval dient de dienstverlener automatisch op te treden als woordvoerder van de opdrachtgevende overheid ten overstaan van verantwoordelijke ondernemingen om de nodige maatregelen af te dwingen nodig voor het oplossen van het probleem. De dienstverlener dient in dergelijk geval binnen de 24 uren de opdrachtgevende overheid op de hoogte te stellen van alle acties genomen t.o.v. de betrokken
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
58
ondernemingen (bijvoorbeeld telefoonmaatschappijen, elektriciteitsmaatschappijen, onderhoudsfirma’s voor specifieke toestellen). Voor dergelijke defecten gelden de opgelegde termijnen voor herstelling niet. De dienstverlener dient het bewijs te leveren dat hij de zaak dagelijks volgt. Hij dient deze acties te registreren en rapporteren. Voor zover een regelmatige aanvraag tot correctief onderhoud door de opdrachtgevende overheid werd gegeven en effectief werd uitgevoerd, worden alle gemaakte kosten m.b.t. de interventie (verplaatsingen, prestaties, verslaggeving, opmaak raming herstelling) van de dienstverlener forfaitair verrekend per oproep, volgens de bepalingen van de post 'interventie voor oproep met uitwendige oorzaak’. Indien de dienstverlener de opdracht krijgt tot herstelling van defecten met uitwendige oorzaak, wordt deze vergoed volgens de prijsofferte, gebaseerd op de inschrijvingsprijzen. −
Ingeval van averijen worden alle kosten verbonden aan het vaststellen van een averij, het nemen van de nodige maatregelen om de verkeersveiligheid niet in het gedrang te brengen, het ter plaatse gaan, het opmaken van het verslag vergoed volgens een forfaitair bedrag (post ‘Vaststellen van een averij’ in de inventaris). De herstelling van de averij zal vergoed worden volgens de gemaakte prijsofferte.
4.3.3
Correctief onderhoud hoofdpost
4.3.3.1 Algemeen Voor oproepen tijdens de kantooruren betreffende onderdelen van de hoofdpost komt de technieker van wacht direct tussen en binnen het uur dient het probleem opgelost te zijn. Daarbij is het belangrijk dat zo weinig mogelijk informatie verloren gaat. Bij oproepen buiten de kantooruren dient de technieker van wacht in eerste instantie te proberen om de installatie terug op te starten van op afstand. Indien dit niet mogelijk is, dient hij direct ter plaatse te komen. Binnen de 2 uur dient de installatie terug operationeel te zijn. Daarnaast mag de hoofdpost op maandbasis niet langer dan 6 uur onbeschikbaar zijn. 4.3.3.2 Rapportering Van elke tussenkomst, wordt een gedetailleerd rapport opgemaakt dat de tussenkomst volledig beschrijft: identificatie van de oproep (nummer van de oproepfiche van het VTC, tijd van oproep, naam van de oproeper, omschrijving probleem), gedetailleerde diagnose, uitgevoerde herstellingen en leveringen, het tijdstip waarop de herstellingen werden uitgevoerd, opmeting van eventueel te factureren werken, enz.….. Daarnaast dient het rapport ook suggesties te bevatten voor het vermijden van dergelijke problemen in de toekomst. De vorm van het rapport zal in samenspraak met de opdrachtgever worden opgemaakt bij aanvang van de opdracht. Dit rapport wordt ten laatste twee dagen na de tussenkomst aan de opdrachtgever overgemaakt. Alle kosten met betrekking tot de rapportering van een tussenkomst zijn ten laste van de dienstverlener. 4.3.3.3 Betaling Alle werken, leveringen en diensten in het kader van het correctief onderhoud voor een periode van 1 kalenderjaar, worden vergoed volgens de posten voor het correctief onderhoud van de hoofdpost. Deze post wordt eenmaal per jaar vergoed, ongeacht het aantal tussenkomsten.
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
59
5
DEELOPDRACHT 2: VERLENEN VAN ASSISTENTIE
Deze deelopdracht betreft het verlenen van assistentie en uitvoeren van kleine aanpassingen aan ABBA. Deze kunnen zowel betrekking hebben op de hoofdpost als op de onderposten. Er wordt onder meer gedacht aan: − Uitvoeren van configuratiewijzigingen aan installaties − Configuratie van nieuwe installaties waarvan reeds identieke zijn aangesloten op ABBA − Uitvoeren van kleine aanpassingen aan de visualisatiesoftware − Assistentie bij de analyse van het optreden van alarmen of inconsistentie van gegevens − Het aanpassen en installeren van computerconfiguraties − Het uitvoeren van aanpassingen aan de lokale infrastructuur. − … Opdrachten voor assistentie kunnen zowel telefonisch als via email aangevraagd worden. In het kader van assistentie dient steeds iemand van het vaste ABBA projectteam telefonisch bereikbaar te zijn tussen 8 u en 17 u (enkel op weekdagen) om vragen voor assistentie en kleinere ad hoc aanpassingen te kunnen doorgeven. Vragen voor assistentie worden steeds gevraagd door de projectingenieur of zijn afgevaardigde en dienen binnen de 48 u opgestart te worden en binnen de week afgewerkt te zijn. Eventuele vragen door derden worden niet vergoed. Het verlenen van assistentie en uitvoeren van kleine aanpassingen, zal vergoed worden volgens volgende principes:
• • •
Het configureren van een nieuwe regelaar of een omgebouwde regelaar, waarvan reeds identieke zijn aangesloten op ABBA, zal vergoed worden volgens de post ‘Configureren van een regelaar, ongeacht het type’ Het configureren van een zone30 installatie, ongeacht het type, zal vergoed worden volgens de post ‘Configureren van een zone30 installatie, ongeacht het type’ Overige prestaties zullen in regie verrekend worden op basis van de door de inschrijver op te geven uurtarieven. Deze tarieven moeten in de inventaris per kwalificatie opgegeven worden. Uren voor het telefonisch beschikbaar zijn, projectleiding en administratieve opvolging, worden niet vergoed.
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
60
6
DEELOPDRACHT 3: AANSLUITEN VAN NIEUWE INSTALLATIES
Deze deelopdracht betreft het integreren en configureren van installaties, waarvan nog geen identieke zijn aangesloten op ABBA. Hiervoor zal telkens een apart dienstbevel gegeven worden. De dienstverlener dient de nodige personen uit het vaste ABBA projectteam ter beschikking te stellen zodat de aansluiting tijdig kan uitgevoerd worden. Hij dient er rekening mee te houden dat de uitvoeringstermijn kan beperkt worden tot 3 kalenderweken per aansluiting ongeacht de aard en omvang van de aan te sluiten installatie. Voor dergelijke opdrachten dient de dienstverlener rechtstreeks af te spreken met de aannemer van de lokale installatie voor o.a. het verkrijgen van de nodige technische informatie, het uitvoeren van testen, het regelen van praktische afspraken…. Dit alles is een last van de aanneming en valt aldus volledig onder de verantwoordelijkheid van de dienstverlener.
6.1 Fasering en uitvoering 6.1.1
Opmaken analyse
6.1.1.1 Algemeen Wanneer een nieuwe installatie dient aangesloten te worden, zal de dienstverlener aan de hand van aanwezige plannen en beschikbare documentatie een gedetailleerde analyse opmaken. Deze analyse zal onder meer volgende zaken bevatten: De locatie van de installatie + toegangsmogelijkheden Een gedetailleerde beschrijving en analyse van alle informatie (bedieningen, signalisaties, meetwaarden, camerabeelden…) die dient uitgewisseld te worden met de hoofdpost. − Een gedetailleerde beschrijving van alle meldingen en alarmen die dienen voorzien te worden. − Een beschrijving en schematisch overzicht van de manier waarop de communicatie verloopt tussen de lokale installatie en de hoofdpost − Een beschrijving van het communicatieprotocol met de hoofdpost. Indien het een nieuw protocol betreft, dient een gedetailleerde protocolbeschrijving toegevoegd te worden. − Een overzicht van alle beelden die zullen voorzien worden in de visualisatiesoftware (mock-up van de beelden). − Een overzicht van alle te voorziene devices, logische functies, configuraties en functionaliteiten (filteringen en bewerkingen op signalisaties, alarmen, meldingen…) − Een inschatting van de te verwachten hoeveelheid data die deze installatie zal genereren in de databanken Deze lijst is niet limitatief. − −
De opgemaakte analyse dient ter goedkeuring voorgelegd te worden aan de opdrachtgevende overheid. Hiervoor zal de opdrachtgever minstens over 1 week beschikken. Pas na formele goedkeuring, kan gestart worden met de eigenlijke aansluiting en integratie. De goedgekeurde analyse dient zowel op papier als in digitale vorm (recente word versie en PDF formaat) opgeleverd te worden aan de opdrachtgever. 6.1.1.2 Betalingswijze Het opmaken van een goedgekeurde analyse zal vergoed worden volgens de post ‘Opmaken goedgekeurde analyse voor een nieuwe installatie’ van de inventaris. Deze post zal vergoed worden na de voorlopige oplevering.
6.1.2
Communicatie met de hoofdpost
6.1.2.1 Algemeen De dienstverlener staat in voor het configureren en in dienst stellen en testen van de communicatie verbinding tussen de lokale installatie en de hoofdpost. Indien de communicatie met de lokale installatie verloopt via een nieuw communicatieprotocol, dient een nieuwe front-end ontwikkeld te worden. Vooraleer de nieuwe front-end kan in gebruik genomen worden, dient deze getest te worden in een hiervoor specifiek opgezette testomgeving. De dienstverlener dient hiervoor alle nodige apparatuur, personeel en uitrusting te voorzien. De testen worden uitgevoerd in het bijzijn van een vertegenwoordiger van de opdrachtgevende overheid. Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
61
6.1.2.2 Betalingswijze Het configureren en testen van de netwerk- en communicatieverbinding met de hoofdpost wordt vergoed volgens een forfaitair bedrag (post ‘Indienststelling netwerk- en communicatieaansluiting met de hoofdpost’ in de inventaris). Het ontwikkelen en testen van een nieuwe front-end wordt forfaitair vergoed volgens post ‘Ontwikkelen en testen van een nieuwe front-end’ van de inventaris. Deze posten zullen betaald worden na voorlopige oplevering.
6.1.3
Integratie en testen
6.1.3.1 Algemeen Het integreren van de installatie in de hoofdpost omvat: Het aanmaken en visualiseren van de nodige overzicht- en detailbeelden met alle informatieelementen ivm de nieuw aangesloten installatie. Dit dient te gebeuren volgens dezelfde principes als de reeds aangesloten installaties − Het aanmaken van alle logische functies en vereiste software functionaliteiten − de weergave in grafiek van de analoge metingen − het integreren en weergeven van eventuele camerabeelden − het aanmaken van de nodige commando’s voor bediening vanop afstand − de instelling op afstand van de werkingssituaties en parameters (automatische werking, vaste stand, instelling stuurparameters) − de weergave van de optredende alarmen − het opslaan in de databank van alle relevante parameters, toestanden, meldingen, alarmen, bedieningen, analoge metingen….van de nieuwe installatie − het uitbreiden van de bestaande rapportering met de gegevens van de nieuwe installatie − het uitbreiden van alle koppelvlakken met de info van de nieuwe installatie − … Wanneer de installatie aangesloten is, dient alles grondig en volledig getest te worden in aanwezigheid van een vertegenwoordiger van de opdrachtgevende overheid. Het uitvoeren van deze testen zal ter plaatse gebeuren. De dienstverlener dient hiervoor het nodige personeel en de nodige uitrusting (PC, GSM, GPRS….) te voorzien. Indien aanwezigheid van de aannemer van de lokale installatie vereist is, dient de dienstverlener hiervoor de nodige afspraken en schikkingen te treffen. Alle kosten en lasten hiervoor zijn volledig ten laste van de dienstverlener en worden niet apart vergoed. −
De testen zullen gebeuren volgens een vooraf gedefinieerd testplan, op te stellen door de dienstverlener en goed te keuren door de opdrachtgevende overheid. Onder meer volgende zaken dienen voorzien te worden: Het testen van de communicatie tussen de lokale installatie en de hoofdpost. Hierbij dienen onder meer het wegvallen van de verbinding, het versturen van verkeerde boodschappen….gesimuleerd te worden. − Het testen van alle informatie elementen op de detailbeelden (meetwaarden, signalisaties, bedieningen, grafieken…) − Het testen van camerabeelden − Het testen van alle geïmplementeerde logische functies en software functionaliteiten − Het testen van alle alarmen en meldingen − Het testen van de aanpassingen in de databank − Het testen van alle koppelvlakken − … Deze lijst is niet limitatief. −
Na het afsluiten van de testen wordt een testrapport opgemaakt dat door de opdrachtgever dient goedgekeurd te worden. Hierin dienen minstens volgende onderwerpen vermeld te worden: − − − −
de resultaten van de uitgevoerde testen testomstandigheden In geval van falen, een omschrijving van de oorzaak van het falen, een beschrijving van de oplossing en een bijhorende planning voor implementatie. …
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
62
Ingeval niet alle testen succesvol afgesloten werden, dient dit proces herhaald te worden tot wanneer alle testen succesvol afgesloten kunnen worden. Het positief afsluiten van alle testen is een voorwaarde voor de voorlopige oplevering. Na de voorlopige oplevering is een garantieperiode voorzien van 2 jaar. Dit houdt in dat alle kosten die gemaakt zijn in het kader van deelopdracht 1, volledig ten laste zijn van de dienstverlener indien het probleem te wijten is aan een niet correct functioneren van de geleverde onderpost, de ontwikkelde software, beelden, logische functies…. 6.1.3.2 Betalingswijze Het integreren en testen van de installatie in de hoofdpost zal vergoed worden volgens het volgende principe: − Een forfaitair bedrag − Een meerprijs per aangesloten digitale ingang en digitale uitgang − Een meerprijs per aangesloten analoge meting − Een meerprijs per aangesloten camera Deze posten zullen betaald worden na voorlopige oplevering. Eventuele verplaatsingskosten, het meerdere keren herhalen van de testprocedure, het aanmaken van de nodige documentatie (testspecificaties, testrapport) …. worden niet apart vergoed. Deze posten zullen betaald worden na voorlopige oplevering.
6.1.4
Documentatie
6.1.4.1 Algemeen Voor de voorlopige oplevering dient volgende documentatie afgeleverd te worden: − De aangepaste “as built” versie van de goedgekeurde analyse (zie hoger) De aan te maken documentatie dient goedgekeurd te worden door de opdrachtgever. De aan te maken documentatie dient goedgekeurd te worden door de opdrachtgevende overheid. De goedgekeurde documentatie dient zowel op papier als in digitale vorm (recente word versie en PDF formaat) aangeleverd te worden. 6.1.4.2 Betalingswijze Het aanmaken van de nodige documentatie voor wordt vergoed volgens post ‘Aanmaken van de nodige documentatie voor een nieuwe installatie’ van de inventaris. Deze post wordt vergoed na voorlopige oplevering.
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
63
7
DEELOPDRACHT 4: AANPASSEN, UPGRADEN EN UITBREIDEN VAN ABBA
Om ABBA beter beheersbaar te maken en op een efficiënte manier te kunnen blijven onderhouden, wenst de opdrachtgevende overheid een aantal aanpassingen en vernieuwingen door te voeren. Ook op gebied van beveiliging van de toepassing en de netwerkinfrastructuur zijn een aantal aanpassingen noodzakelijk. Volgende zaken worden voorzien binnen deze deelopdracht: • Vernieuwing van de server infrastructuur van de hoofdpost • Opzetten van een testomgeving • Aanpassen en vernieuwen van software • Vernieuwing van de rapportering Aandachtspunten bij dit onderdeel zijn: − −
Bij het uitvoeren van deze deelopdracht moet aandacht besteed worden aan het modulaire karakter van het systeem. De huidige bestaande functionaliteit dient behouden te blijven, tenzij de opdrachtgevende overheid hiermee instemt
7.1 Vernieuwing van de server infrastructuur van de hoofdpost Het is de bedoeling om in de loop van deze opdracht de server infrastructuur van de hoofdpost volledig of gedeeltelijk te vernieuwen. De centrale communicatie apparatuur dient niet vervangen te worden en zal op de huidige locatie behouden blijven.
7.1.1
Vereisten betreffende de server infrastructuur
De opdrachtgever wenst bij de vernieuwing zoveel mogelijk gebruik te maken van standaard servers waarbij aparte servers moeten voorzien worden voor applicaties (applicatieservers) enerzijds en voor data opslag en back-up anderzijds (SAN server). De keuze van de servers dient zo te zijn dat ze behoren tot een productreeks die evolueert waarbij een oudere server steeds kan vervangen worden door een nieuwere versie. De nieuwe infrastructuur dient te voldoen aan volgende vereisten: - De infrastructuur moet minstens geschikt zijn om de huidige functionaliteiten aan te kunnen. De nieuwe hardware mag daarnaast geen beperkingen inhouden om toekomstige optimalisaties en vernieuwingen aan te kunnen en te ondersteunen. - De servers dienen berekend te zijn op de uit te voeren taken, zowel qua opslagcapaciteit als qua performantie. De performantie en opslagcapaciteit van de huidige architectuur worden hierbij als minimale vereisten genomen. Verder worden volgende ontwerpwaarden vooropgesteld: o Voor de visualisatie van overzichts- en detailbeelden en van grafieken van actuele waarden is een respons vereist < 3 seconden. Met respons wordt bedoeld dat het antwoord op de vraag, het gevraagde beeld, volledig opgebouwd is. o Voor de visualisatie van overzicht- en detailbeelden en van grafieken van historische meetgegevens, ook van complexe rapporten, is een respons vereist < 7 seconden. De beeldopbouw dient echter te starten binnen een respons < 3 seconden. - De applicatieservers dienen minimaal te voldoen aan volgende vereisten: o Up-to-date processor(en) o Minimum 64 gigabytes RAM geheugen o Dubbel PSU en dubbele ventilator - De SAN servers dienen te voldoen aan volgende vereisten: o Up-to-date processor(en) o Minimal 16 gigabytes RAM geheugen o Minimum disk capaciteit van 5 terabytes uitbreidbaar tot minimaal 10 terabytes. o Dubbel PSU en dubbele ventilator - De nieuwe infrastructuur moet modulair zijn: ze moet opgebouwd zijn uit zoveel mogelijk dezelfde onderdelen en moet dusdanig ontworpen worden dat op eenvoudige manier extra capaciteit kan toegevoegd worden zowel wat betreft servers, databases, geheugen, back-up etc. - Het systeem moet redundant uitgevoerd worden, verdeeld over twee serverrooms. De inschrijver dient ervan uit te gaan dat de ene serverroom in Gent gelegen zal zijn en de andere te Antwerpen. Tussen de 2 sites kan een bandbreedte van minimum 1 gigabit/s voorzien worden. Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
64
- De architectuur dient ontworpen te zijn voor het verzekeren van een maximale beschikbaarheid (24u/24u, 7d/7d) waarbij de applicaties operationeel blijven: o ongeacht de acties die een gebruiker uitvoert; o ongeacht de acties die een administrator uitvoert; o ongeacht de correctheid van de data in de databases; o ongeacht de toestand of het gedrag van de koppelvlakken. - De hardware moet correct functioneren binnen het temperatuurbereik 0°C tot + 40°C. - De infrastructuur en operating systemen mogen geen beperking inhouden voor eventueel gebruik van virtualisatie. - De servers moeten voorzien zijn van de nodige firewalls en antivirus scanners. - Alle apparatuur dient geschikt te zijn voor inbouw in een 19" rek. De levering en opstelling van de kast met het 19" rek maakt geen voorwerp uit van deze opdracht. Voor opstelling van apparatuur gelden de volgende vereisten (behalve indien uitdrukkelijk anders gespecifieerd): o Apparatuur wordt horizontaal opgesteld. o Apparatuur die ingebouwd dient te worden in een 19” rack, wordt rechtstreeks op het rack bevestigd. o Apparatuur niet rechtstreeks in te bouwen in een 19” rack kan op aanwijzing van de opdrachtgevende overheid geplaatst worden op een horizontale steun (shelf) in het rack. De levering en plaatsing van deze horizontale steunen is inbegrepen in de levering en plaatsing van de kast. o Elektrische en optische patchsnoeren voor verbindingen tussen routers / switchen onderling, naar transmissieapparatuur en naar bestaande Ethernet patchpanelen zijn inbegrepen bij installatie. Dezelfde bepaling geldt voor elektrische voedingskabels. o Alle bevestigingsmiddelen voor apparatuur zijn inbegrepen in de prijs van de apparatuur, tenzij anders vermeld. De inschrijver zal bij zijn offerte een specifieke bijlage toevoegen omtrent de vernieuwing van de server infrastructuur van de hoofdpost. Deze bijlage zal volgende informatie bevatten: −
Een gedetailleerde beschrijving van de verschillende hardware onderdelen die hij voor deze opdracht voorziet. Hij zal duidelijk motiveren waarom deze bijzonder geschikt zijn voor deze opdracht. Hij zal eveneens opgeven welke operating systemen hij zal gebruiken. Ook de datasheets dienen toegevoegd te worden.
−
Een voorstel van de nieuwe architectuur die hij voorstelt om alle servers met uitzondering van de tekenbureel server L25, zoals weergegeven in de tabel in hoofdstuk 2.1.2.1, en de beide SAN’s te vervangen, rekening houdend met de vooropgestelde vereisten. Dit voorstel dient gebaseerd te zijn op de voorgestelde onderdelen. Hij mag er hierbij van uitgaan dat de nodige netwerk apparatuur (switches, routers etc.) voorzien is. Hij zal uitgebreid aantonen op welke manier de architectuur voldoet aan de gestelde eisen en motiveren waarom dit voorstel bijzonder geschikt is voor deze opdracht.
−
De kostprijs voor het voorstel van de nieuwe architectuur op basis van de posten in de inventaris
Deze beschrijving is een gunningscriterium binnen deze offerte aanvraag.
7.1.2
Fasering en uitvoering
7.1.2.1 Opmaken analyse en vastleggen architectuur Alvorens de server infrastructuur te vernieuwen, dient de dienstverlener een gedetailleerde studie en analyse te maken ivm de benodigde capaciteit (zowel van servers, databanken, performantie, redundantie, back-up….) en de nieuwe architectuur definitief vast te leggen. Dit zal resulteren in een gedetailleerde analyse die onder meer volgende zaken dient te bevatten: − − − −
Analyse van de benodigde capaciteit op gebied van servers, databanken etc. Analyse van de manier waarop de redundantie zal gerealiseerd worden Analyse van de behoeften voor back-up en restore Analyse van de nodige netwerkbehoeften. Hiervoor dient de dienstverlener de nodige overlegmomenten te plannen en afspraken te maken met de beheerder van het Telematica netwerk.
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
65
Vastleggen van de definitieve vereisten op gebied van servers, databanken etc. Vastleggen van de manier waarop de redundantie zal gerealiseerd worden. Vastleggen van de definitieve back-up en restore strategie Uittekenen van de finale architectuur Beschrijving van alle benodigde hardware onderdelen Beschrijving van welke functionaliteiten door elke server zullen voorzien worden Beschrijving van alle interfaces tussen de verschillende servers Migratieplan voor het overschakelen van de huidige infrastructuur naar de nieuwe. Hierbij dient de eventuele uitval van ABBA en ABBAMelda tot een minimum beperkt te worden. − … Deze lijst is niet limitatief. − − − − − − − −
Deze analyse zal in nauwe samenwerking met de opdrachtgevende overheid opgemaakt worden. Hiervoor dient op regelmatige basis vergaderd te worden met de opdrachtgevende overheid (typisch wekelijks). De analyse en de definitieve architectuur dienen door de opdrachtgever goedgekeurd te worden. Hiervoor zal de opdrachtgever minstens over 2 weken beschikken. De goedgekeurde analyse dient na 2 kalendermaanden te worden opgeleverd. De definitieve analyse dient zowel op papier als in digitale vorm (recente word versie en PDF formaat) aangeleverd te worden. 7.1.2.2 Installatie, configuratie en uitvoering van de vernieuwing De vervanging van de hardware zal gebeuren volgens het goedgekeurde migratieplan. Bij de vervanging mogen de applicaties ABBA en ABBAMelda niet langer dan 4 uur onbeschikbaar zijn. 7.1.2.3 Testen en oplevering Vooraleer de nieuwe hardware infrastructuur voorlopig kan opgeleverd worden, dient de goede werking van de voorziene functionaliteiten aangetoond te worden. De testen zullen uitgevoerd worden in aanwezigheid van een vertegenwoordiger van de opdrachtgevende overheid en zullen gebeuren volgens een vooraf gedefinieerd testplan, op te stellen door de dienstverlener en goed te keuren door de opdrachtgevende overheid. Onder meer volgende zaken dienen voorzien te worden: −
Een visuele keuring van alle hardware
−
Een keuring van de correcte werking van alle hardware onderdelen, de verschillende interfaces…
−
Het testen van de back-up
−
Het testen van de redundantie
−
Het testen van de correcte werking van de ABBA en/of ABBAMelda onderdelen op de nieuwe hardware
− … Deze lijst is niet limitatief. Na het afsluiten van de testen wordt een testrapport opgemaakt dat door de opdrachtgever dient goedgekeurd te worden. Hierin dienen minstens volgende onderwerpen vermeld te worden: de resultaten van de uitgevoerde testen testomstandigheden In geval van falen, een omschrijving van de oorzaak van het falen, een beschrijving van de oplossing en een bijhorende planning voor implementatie. − … Ingeval niet alle testen succesvol afgesloten werden, dient dit proces herhaald te worden tot wanneer alle testen succesvol afgesloten kunnen worden. Het positief afsluiten van alle testen is een voorwaarde voor de voorlopige oplevering. − − −
Na de voorlopige oplevering is een garantieperiode voorzien van 2 jaar.
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
66
7.1.2.4 Opmaken as built documentatie De dienstverlener dient een gedetailleerde beschrijving op te maken van de nieuwe hardware infrastructuur. Deze beschrijving is een up-to-date versie van de analyse zoals beschreven in hoofdstuk 7.1.2.1. Daarnaast dienen ook alle datasheets van alle onderdelen toegevoegd te worden. Al deze documentatie dient goedgekeurd te worden door de opdrachtgever. De goedgekeurde documentatie zal ten laatste 1 maand na de oplevering aan de opdrachtgever overhandigd te worden zowel op papier als in digitale vorm (recente word versie en PDF formaat) aangeleverd te worden.
7.1.3
Betalingswijze
In de inventaris zijn volgende posten voorzien: − −
Een post voor het opmaken van de analyse en het vastleggen van de hardware architectuur: deze post wordt vergoed na het opleveren van de goedgekeurde analyse. Posten voor levering, configuratie en in gebruik name van de diverse hardware onderdelen: deze posten zullen vergoed worden na de voorlopige oplevering. Volgende posten zijn voorzien: o Een post voor het leveren van een applicatieserver. Deze post omvat alle licentiekosten, alle nodige elektrische en optische patchsnoeren voor verbindingen met routers/switchen en alle elektrische voedingskabels. o Een post voor het leveren van een SAN server met een minimum disk capaciteit van 5 terabytes, uitbreidbaar tot minimaal 10 terabytes. Deze post omvat alle licentiekosten, de nodige software voor back-up, alle nodige elektrische en optische patchsnoeren voor verbindingen met routers/switchen en alle elektrische voedingskabels. o Een post voor het leveren, installeren, configureren, in dienst stellen en testen van een bijkomende disk capaciteit van 1 terabyte op de SAN server o Een post voor het gebruiksklaar installeren, configureren en in dienst stellen van een applicatieserver: Deze post omvat ook het gebruiksklaar installeren van de te voorziene ABBA en ABBAMelda onderdelen. o Een post voor het gebruiksklaar installeren, configureren en in dienst stellen van een SAN server met een minimum disk capaciteit van 5 terabytes en uitbreidbaar tot minimaal 10 terabytes. Deze post omvat ook het gebruiksklaar installeren van de te voorziene ABBA en ABBAMelda onderdelen.
−
Een post voor het testen van de nieuwe hardware infrastructuur: deze post wordt vergoed na de voorlopige oplevering
−
Een post voor het opmaken van de as built documentatie: deze post wordt vergoed na het opleveren van de goedgekeurde documentatie
7.2 Opzetten van een testomgeving 7.2.1
Algemeen
Momenteel is geen specifieke testomgeving aanwezig binnen ABBA en gebeuren alle ontwikkelingen en aansluitingen van nieuwe installaties op de productieomgeving. Er dient een specifieke ABBA testomgeving voorzien te worden die minstens voldoet aan volgende vereisten: − −
− − − − −
De testomgeving moet alle functionaliteiten bevatten van de productie omgeving De testomgeving moet beschikken over een specifieke testdatabank. Deze moet identiek zijn aan de ABBA databank. Bij opzet van de testomgeving dient daarom vertrokken te worden van een volledige kopie van de ABBA databank op dat moment. De testomgeving moet alle momenteel in ABBA gebruikte communicatie protocols (front ends) bevatten. De testomgeving moet toelaten om nieuwe software en koppelvlakken te ontwikkelen en te testen vooraleer die in de productie omgeving worden vrijgegeven. Er dient een versiebeheerssysteem opgezet te worden voor zowel de productie- als de testomgeving. De testomgeving moet toelaten om nieuwe installaties aan te maken, te configureren, aan te sluiten en te testen vooraleer deze in de productie omgeving worden vrijgegeven. De testomgeving moet toelaten om wijzigingen aan te brengen aan reeds aangesloten installaties vooraleer deze in de productie omgeving worden vrijgegeven.
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
67
−
−
−
De nodige tools dienen ontwikkeld te worden zowel op de testomgeving als op de productie omgeving, om de nieuwe of gewijzigde installaties over te zetten van de testomgeving naar de productieomgeving en omgekeerd. De opdrachtgevende overheid beschikt over een testcabine voor openbare verlichting (onderpost type 1) en een Ram mobile station. Deze moeten voorzien worden binnen de testomgeving. Via een cliënt applicatie moet het mogelijk zijn de data uit de testomgeving te raadplegen.
7.2.2
Uitvoering
De uitvoeringstermijn voor het opzetten van de testomgeving wordt vastgelegd op 4 kalendermaanden. Vooraleer de testomgeving voorlopig kan opgeleverd worden, dienen de nodige opleveringstesten te gebeuren. Tijdens deze testen moet de goede werking van alle te voorziene functionaliteiten aangetoond worden. De testen zullen uitgevoerd worden in aanwezigheid van een vertegenwoordiger van de opdrachtgevende overheid en zullen gebeuren volgens een vooraf gedefinieerd testplan, op te stellen door de dienstverlener en goed te keuren door de opdrachtgevende overheid. Onder meer volgende zaken dienen voorzien te worden: Een visuele keuring van alle hardware Een keuring van de correcte werking van alle hardware onderdelen, de verschillende interfaces… − Het testen van de correcte werking van de ABBA functionaliteit op de testomgeving − Het aanmaken van een nieuwe installatie op de testomgeving − Het testen van de tools om nieuwe of gewijzigde installaties over te zetten van de testomgeving naar de productieomgeving en omgekeerd (via een import- export procedure). − Het testen van de cliënt applicatie voor het bekijken van de data uit de testomgeving − Het testen van het versie beheerssysteem − … Deze lijst is niet limitatief. − −
Na het afsluiten van de testen wordt een testrapport opgemaakt dat door de opdrachtgever dient goedgekeurd te worden. Hierin dienen minstens volgende onderwerpen vermeld te worden: de resultaten van de uitgevoerde testen testomstandigheden In geval van falen, een omschrijving van de oorzaak van het falen, een beschrijving van de oplossing en een bijhorende planning voor implementatie. − … Ingeval niet alle testen succesvol afgesloten werden, dient dit proces herhaald te worden tot wanneer alle testen succesvol afgesloten kunnen worden. Het positief afsluiten van alle testen is een voorwaarde voor de voorlopige oplevering. − − −
Na de voorlopige oplevering is een garantieperiode voorzien van 2 jaar.
7.2.3
Documentatie
Volgende documentatie moet voorzien worden voor de testomgeving: −
Een beschrijving van de setup, architectuur en hardware van de testomgeving
−
Een installatiehandeling: deze moet zodanig geschreven zijn dat die door een derde partij kan gebruikt worden.
−
gebruikershandleiding
Een beschrijving van de procedure om software, installaties... over te zetten van de testomgeving naar de productie omgeving en omgekeerd Al deze documentatie dient goedgekeurd te worden door de opdrachtgever. Het aanleveren van de goedgekeurde documentatie is een essentiële voorwaarde voor de voorlopige oplevering. −
7.2.4
Betalingswijze
Het opzetten en testen van de testomgeving zoals hierboven beschreven, zal vergoed worden volgens de post ‘Opzetten van een testomgeving’. Deze post is inclusief alle kosten verbonden aan eventuele licenties maar exclusief de kosten voor de hardware. Deze post zal vergoed na de voorlopige oplevering. Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
68
7.3 Aanpassen en vernieuwen van software 7.3.1
Algemeen
Telkens wanneer de opdrachtgever een dergelijke opdracht wenst uit te voeren, zal de dienstverlener, op vraag van de opdrachtgever, een pre-analyse maken van de taak. Deze pre-analyse zal ondermeer volgende zaken bevatten: − − − −
een beknopte beschrijving van de voorgestelde oplossing aanduiding van de nodige personen uit het projectteam die zullen ingezet worden per deelfase (zie punt ‘Fasering en Uitvoering’) een indicatief budget (opgesplitst per deelfase) op basis van de in de inventaris opgegeven tarieven een bindende uitvoeringstermijn
Op basis van het voorstel zal de opdrachtgever beslissen de taak al dan niet uit te voeren. Hiervoor zal telkens een specifiek dienstbevel gegeven worden. Alle kosten verbonden aan het opmaken van een pre-analyse zullen vergoed worden volgens de post ‘Opmaken van een pre-analyse’ in de inventaris.
7.3.2
Fasering en uitvoering
Dit hoofdstuk beschrijft de verschillende fasen in de uitvoering. 7.3.2.1 ANALYSE: Opstellen technische specificaties en ontwerp Alvorens de ontwikkelingen te starten, zal de dienstverlener een analyse uitvoeren en de technische specificaties opstellen van de uit te voeren prestaties. Dit zal resulteren in: Een gedetailleerde beschrijving van de te voorziene of aan te passen functionaliteiten. Dit omvat eveneens een overzicht van eventueel te voorziene schermen, rapporten... De beschrijving van de voorziene schermen en rapporten zal op een visuele manier gepresenteerd worden en voldoende duidelijk zijn. − Een gedetailleerde beschrijving van de softwaremodules en - programma's die voorzien worden om de gevraagde functionaliteit te verwezenlijken. − Een gedetailleerde beschrijving van de uit te voeren aanpassingen in de databanken. − … Deze lijst is niet limitatief. −
Tijdens het opstellen van de analyse en technische specificaties zal de dienstverlener de nodige overlegvergaderingen plannen (typisch wekelijks). De analyse en technische specificaties dienen door de opdrachtgever goedgekeurd te worden. Hiervoor zal de opdrachtgever minstens over 2 weken beschikken. Indien de analyse en technische specificaties niet tijdig klaar zijn of niet aanvaard worden door de opdrachtgever, zal dit geen aanleiding geven tot een verlenging van de totale uitvoeringstermijn van de opdracht. De goedgekeurde technische specificaties dienen zowel op papier als in digitale vorm (recente word versie en PDF formaat) aangeleverd te worden. 7.3.2.2 Ontwikkeling De ontwikkeling dient te gebeuren volgens de technische specificaties die goedgekeurd zijn door de opdrachtgever en begint de dag na het opleveren van de goedgekeurde technische specificaties en eindigt met het positief afsluiten van de SAT (Site Acceptance Tests). Tijdens de ontwikkeling zal de dienstverlener de nodige overlegvergaderingen plannen (typisch tweewekelijks). Hierop zal de status van de ontwikkeling besproken worden en zullen reeds beschikbare ontwikkelingen gedemonstreerd worden. 7.3.2.3 Testplan en testen Voorafgaand aan de uiteindelijke acceptatie van de software kunnen een tweetal testfasen worden doorlopen: − −
De Factory Acceptance Tests (FAT) De Site Acceptance Tests (SAT)
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
69
In sommige gevallen, afhankelijk van de omvang van de ontwikkeling, kan de opdrachtgever beslissen dat slechts 1 testfase dient doorlopen te worden. In dergelijk geval zal dit vooraf in het dienstbevel aangegeven worden. De FAT en SAT worden door de dienstverlener uitgevoerd op basis van een door de dienstverlener op te stellen en door de opdrachtgever goed te keuren testplan. In het testplan komen minimaal de volgende onderwerpen aan bod: − De testfilosofie − De gebruikte methoden en tools − De verschillende testfasen − De testconfiguraties − De acceptatiecriteria − … Deze lijst is niet limitatief. De dienstverlener dient per testfase een testprotocol met testspecificaties op te stellen. Alle testspecificaties dienen ter goedkeuring aan de opdrachtgevers te worden aangeboden. Na het afsluiten van elke testfase wordt een testrapport opgemaakt dat door de opdrachtgever dient goedgekeurd te worden. Hierin dienen minstens de volgende punten opgenomen te worden: − − −
de resultaten van de uitgevoerde testen testomstandigheden In geval van falen, een omschrijving van de oorzaak van het falen, de oplossing en planning.
7.3.2.3.A FAT De FAT testspecificaties dienen zodanig te zijn opgesteld dat de goede werking van alle functionaliteiten van elke software module kan aangetoond worden in een hiervoor speciaal uitgeruste test omgeving. Eventuele testscripts en simulatiescripts dienen voorzien te worden. Naast het testen van de nieuwe software moet ook steekproefsgewijs aangetoond worden dat de bestaande software nog steeds correct werkt (regressietest). De FAT zal uitgevoerd worden volgens de door de opdrachtgevende overheid goedgekeurde testspecificaties. De resultaten van de uitgevoerde testen worden opgenomen in een testrapport. Punten die tijdens de testen niet voldoen, worden opgenomen in een foutenlijst. De FAT wordt positief afgesloten indien alle testen positief zijn afgesloten en alle punten van de foutenlijst zijn opgelost. Mits goedkeuring van de opdrachtgevende overheid kan ook een voorstel van oplossing met bijhorende planning voor implementatie aanvaard worden. Na het positief afsluiten van de FAT, worden het testplan en het testrapport zowel op papier als elektronisch (recente word versie en PDF) opgeleverd aan de opdrachtgevende overheid. 7.3.2.3.B IN DIENST STELLING EN SAT Na het positief afsluiten van de FAT, wordt de nieuwe softwareversie of de nieuwe modules in dienst gesteld. Een ontplooiingsplan dient door de dienstverlener voorgesteld te worden, met bijzondere zorgen voor indienststelling in een operationele omgeving. De onderbreking van de lopende operaties dient minimaal te zijn. De SAT testspecificaties dienen zodanig te zijn opgesteld dat de volledige werking van alle functionaliteiten van elke software module kan aangetoond worden op de productie omgeving. De SAT testspecificaties dienen door de opdrachtgevende overheid goedgekeurd te worden alvorens met de uitvoering ervan te beginnen. Naast het testen van de nieuwe software moet ook steekproefsgewijs aangetoond worden dat de bestaande software nog steeds correct werkt (regressietest). De resultaten van de uitgevoerde testen worden opgenomen in een testrapport. Punten die tijdens de testen niet voldoen, worden opgenomen in een foutenlijst. De SAT wordt positief afgesloten indien alle testen positief zijn afgesloten en alle punten van de foutenlijst zijn opgelost. Mits goedkeuring van de opdrachtgevende overheid kan ook een voorstel van oplossing met bijhorende planning voor implementatie aanvaard worden. Na het positief afsluiten van de SAT, worden het testplan en het testrapport zowel op papier als elektronisch (recente word versie en PDF) opgeleverd aan de opdrachtgevende overheid. 7.3.2.4 Garantie Na het positief afsluiten van de SAT, wordt een garantieperiode van 2 jaar voorzien op de nieuwe of aangepaste functionaliteiten. Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
70
7.3.2.5 Documentatie De dienstverlener dient volgende documentatie aan te leveren: − Een beschrijving van de gerealiseerde functionaliteiten − een gebruikershandleiding − installatie- en onderhoudshandleiding − Een beschrijving van alle protocollen die binnen de software gebruikt worden − Software code Al deze documentatie dient goedgekeurd te worden door de opdrachtgever. De goedgekeurde documentatie zal ten laatste 1 maand na de SAT opgeleverd worden aan de opdrachtgever.
7.3.3
Betalingsprincipes
De prestaties in het kader van het uitvoeren van aanpassen en vernieuwen van software zullen in regie vergoed worden op basis van de tarieven opgegeven in de inventaris. Uren projectleiding worden niet vergoed. De prestaties kunnen pas gevorderd worden na het positief afsluiten van de SAT en het opleveren van de goedgekeurde documentatie. Voor de opvolging van de uitgevoerde prestaties, dient de dienstverlener een specifieke omgeving te voorzien waarin de gepresteerde uren gelogd worden. De opdrachtgevende overheid dient toegang te krijgen tot deze omgeving zodat ze de gepresteerde uren kan opvolgen. In deze omgeving dient in detail opgegeven te worden wie wanneer welke prestaties heeft verricht. De prestaties dienen ten laatste 1 week na uitvoering gelogd te worden. Niet tijdig gelogde prestaties zullen niet aanvaard worden.
7.4 Vernieuwing van de rapportering 7.4.1
Algemeen
De opdrachtgevende overheid wenst de bestaande rapporteringfunctionaliteit van de visualisatie applicatie te vernieuwen. Hierbij dient een specifieke rapporteringsmodule voorzien te worden die de huidige rapporteringsfunctionaliteit binnen de visualisatie applicatie ABBAVisu vervangt. Daarnaast dient een specifieke rapporteringsdatabank voorzien te worden zodat de rapportering geen gebruik meer maakt van de real time ABBA databanken (Informix) maar van de nieuwe rapporteringsdatabank. Deze opdracht omvat eveneens het schrijven van de nodige software en tools om de data uit de real time data banken over te hevelen naar de te voorziene rapporteringsdatabank. De te voorziene rapporteringsmodule dient te voldoen aan volgende vereisten:
− Via de rapporteringstool moeten de huidige rapporten en query’s standaard voorzien worden. −
−
− − − − −
De layout en organisatie van deze rapporten zullen tijdens de analysefase afgestemd worden met de opdrachtgevende overheid. De module moet op eenvoudige wijze toelaten om alle grootheden uit de ABBA rapporteringsdatabank in rapporten weer te geven. Hierbij mag geen software beperking staan op het aantal te rapporteren gegevens. De selectie van de gegevens en de periode waarover men de gegevens wenst, moeten op eenvoudige en flexibele manier kunnen ingegeven worden (bij voorkeur via keuzemenu’s). De software moet ook toelaten om het tijdsinterval in te stellen. De software zal toelaten om alle geselecteerde gegevens op diverse manieren grafisch voor te stellen. O.a. volgende grafische manieren dienen voorzien te worden: tijdsdiagrammen, grafieken, taartdiagrammen, staafdiagrammen….Hierbij moet het mogelijk zijn het bereik van de assen volledig vrij te kiezen (vooral het tijdsbereik). De software moet toelaten om query’s uit te voeren op de rapporteringsdatabank De software moet toelaten om op eenvoudige en gebruiksvriendelijke manier zelf rapporten aan te maken. De software moet toelaten om sjablonen aan te maken voor standaardrapporten die ook door andere gebruikers kunnen gebruikt worden. De software moet toelaten om aangemaakte rapporten te bewaren (lokaal op de PC) De software zal voorzien in een mogelijkheid voor het exporteren van alle geregistreerde gegevens naar een Excel werkblad.
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
71
− De software moet toelaten om een aantal rapporten automatisch te genereren op bepaalde tijdstippen (vb. dagelijks, wekelijks, zelf in te stellen periodes).
De te voorziene rapporteringdatabank dient Postgress SQL te zijn en dient alle info te bevatten uit de ABBA real time Informix databanken. De databank dient daarom op regelmatige tijdstippen aangevuld te worden met de gegevens uit de real time databanken. Hierbij is het de bedoeling dat de info zo snel mogelijk beschikbaar wordt in de rapporteringsdatabank zonder daarbij de performantie van het realtime systeem aan te tasten. Dit dient minstens 1 maal per 24 u te gebeuren. De inschrijver zal bij zijn offerte een bijlage toevoegen in verband met de rapporteringsmodule die hij zal voorzien. Hierin zullen minimum volgende zaken toegelicht worden: Gedetailleerde beschrijving van de rapporteringstool die hij voorstelt voor deze toepassing. Hij zal hierbij aangeven op welke manier deze tool voldoet aan de gestelde eisen. − Beschrijving van de manier waarop zelf rapporten kunnen aangemaakt worden − Gedetailleerde beschrijving van de manier waarop de informatie zal overgeheveld worden van de real time ABBA Informix databanken naar de nieuw te voorziene rapporteringsdatabank. Hij zal ook aangeven op welke tijdstippen dit zal gebeuren. Het voorzien van de rapporteringsmodule is een gunningscriterium binnen deze opdracht. −
7.4.2
Fasering en uitvoering
De uitvoering van deze opdracht dient te gebeuren conform de bepalingen en fasen, beschreven onder punt 7.3.2. De uitvoeringstermijn voor deze opdracht wordt vastgelegd op 6 kalendermaanden. Naast de gevraagde documentatie dient ook een gebruikershandleiding afgeleverd te worden ivm de rapporteringstool. Aan de hand van deze handleiding moet een gebruiker die niet over programmatorische kennis beschikt, zelf rapporten kunnen aanmaken in de tool.
7.4.3
Betalingswijze
Voor de vernieuwing van de rapportering volgens de hierboven beschreven principes, zal de inschrijver een totaal prijs opgeven in de inventaris. Deze post omvat alle kosten met betrekking tot het voorzien van de rapporteringsmodule en de rapporteringsdatabank, eventuele licenties, het ontwikkelen van de nodige software en tools om de data uit de real time data banken over te hevelen naar de te voorziene rapporteringsdatabank…. Deze post is exclusief de kosten voor eventuele hardware. Deze post zal vergoed worden na de voorlopige oplevering.
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
72
8
DEELOPDRACHT 5: AANPASSEN, UPGRADEN EN UITBREIDEN VAN ABBAMELDA
8.1 Algemeen Deze deelopdracht betreft het aanpassen, upgraden en uitbreiden van ABBAMelda. De ontwikkelingen in het kader van deze deelopdracht zullen gebeuren volgens het Agile principe. Periodiek terugkerende overlegvergaderingen (typisch twee wekelijks) zullen worden ingepland voor sprint review van de voorbije sprint en inplanning van de volgende sprint. Voor de opvolging van de verschillende items en sprints beschikt de opdrachtgever over een Jira omgeving, in beheer van AWV. De dienstverlener zal instaan voor het beheer en de opvolging van de diverse sprints en items in deze Jira omgeving. Hij zal hierin eveneens alle gepresteerde uren loggen. Voor deze deelopdracht dient de dienstverlener een specifiek ABBAMelda projectteam aan te duiden. Enkel deze personen mogen ingezet worden. De opdrachtgever biedt echter geen enkele garantie op een continue inzet van het volledige projectteam. De leden van het projectteam die effectief ingezet worden, dienen de prestaties te verrichten in de lokalen van de opdrachtgever. Voor de ontwikkelingen beschikt de opdrachtgever over een specifieke ontwikkel- en testomgeving. Documentatie dient bijgehouden en geregistreerd te worden op de Confluence omgeving van AWV.
8.2 Betalingsprincipes Alle prestaties uitgevoerd in het kader van de uitvoering van deze deelopdracht worden in regie verrekend op basis van de tarieven opgegeven in de inventaris. Uren projectleiding en overlegvergaderingen worden niet vergoed. Voor de opvolging van de uitgevoerde prestaties, dient de dienstverlener gebruik te maken van de Jira omgeving van het Agentschap Wegen en Verkeer. In deze omgeving dient in detail opgegeven te worden wie wanneer welke prestaties heeft verricht. De prestaties dienen ten laatste 1 week na uitvoering gelogd te worden. Niet tijdig gelogde prestaties en prestaties van te lage kwaliteit zullen niet aanvaard worden.
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
73
9
DEELOPDRACHT 6: LEVEREN VAN CONSULTANCY
Op vraag van de opdrachtgever, dient de dienstverlener consultancy te verlenen en proefprojecten uit te voeren met betrekking tot het ABBA en ABBAMelda systeem. Het leveren van consultancy heeft betrekking op de uitvoering van studies met het oog op optimalisatie van het globale systeem of bepaalde onderdelen ervan, het invoeren van nieuwe technologieën …. Hierbij dient steeds rekening gehouden te worden met de huidige functionaliteiten, de bedrijfszekerheid en performantie van het systeem, de huidige datastromen etc.…. De resultaten van de uitgevoerde consultancy taken dienen vervat te worden in een eindrapport. Dit rapport dient ondermeer te bevatten: Duidelijke beschrijving van het onderwerp Grondige analyse Gedetailleerde beschrijving van alle mogelijke oplossingen en alternatieven (voor- en nadelen, kostprijs, bruikbaarheid, robuustheid, bedrijfszekerheid…) − Conclusies en aanbevelingen − … Op basis van het eindrapport moet de opdrachtgevende overheid kunnen beslissen of de gevraagde optimalisaties en vernieuwingen kunnen geïmplementeerd worden. − − −
Het eindrapport dient zowel in digitale vorm (recente word versie en PDF formaat) als op papier opgeleverd te worden. Ook de uitvoering van proefprogramma's om een bepaald aspect van ABBA of ABBAMelda nader te onderzoeken of een nieuwe techniek uit te proberen, valt onder deze deelopdracht. Telkens wanneer de opdrachtgevende overheid een opdracht van consultancy of proefproject wil laten uitvoeren, zal de dienstverlener, op vraag van de opdrachtgevende overheid, een analyse maken van de taak en een bindend budget opmaken. Op basis hiervan zal de opdrachtgevende overheid beslissen de taak te laten uitvoeren of niet. Hiervoor zal telkens een dienstbevel gegeven worden.
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
74
10 DEELOPDRACHT 7: GEVEN VAN OPLEIDINGEN Op vraag van de opdrachtgever zal de dienstverlener de nodige opleidingen voorzien. De inhoud van deze opleidingen en de data waarop deze dienen voorzien te worden, zullen vooraf in overleg met de opdrachtgever bepaald worden. De opdrachtgever zal hierbij zorgen voor een lokaal waar de opleidingen kunnen doorgaan. De dienstverlener zal voor deze opleidingen de nodige documentatie aanmaken en het nodige didactisch materiaal voorzien. Zowel de opleidingen alsook alle documentatie en didactisch materiaal dienen in het Nederlands te zijn en dienen vooraf door de opdrachtgever goedgekeurd te worden. Alle documentatie zal zowel op papier als in digitale vorm geleverd worden. De dienstverlener zal de opdrachtgever eveneens een exemplaar bezorgen van alle te gebruiken didactische hulpmiddelen (presentaties, cursussen, transparanten e.d.). De opdrachtgever zal bijkomende kopies kunnen maken van alle geleverde documenten en zal deze verder kunnen gebruiken voor interne doeleinden. Telkens wanneer een opleiding dient voorzien te worden, zal de opdrachtgever hiertoe een dienstbevel geven, waarin onder meer de inhoud, de doelgroep, de datums en opleidingsduur zullen aangegeven worden. Het geven van opleidingen zal vergoed worden volgens de volgende principes: −
−
Een uurtarief voor het geven van een eerste lessenreeks: deze post geldt per uur gegeven opleiding en is inclusief alle kosten voor het voorbereiden, aanmaken van de nodige documentatie, didactisch materiaal, verplaatsingskosten…. Indien dezelfde opleiding een aantal keer dient herhaald te worden, zullen deze herhalingsreeksen vergoed worden volgens de post ‘Uurtarief voor het geven van herhalingslessen’.
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
75
B Technische voorschriften in toepassing van het Standaardbestek 270 HOOFDSTUK 40
ALGEMENE BEPALINGEN
3
AANVULLENDE BEPALINGEN OP AUR
3.1
Artikel 36. - Detail- en werktekeningen opgemaakt door de aannemer
De verwijzing in het Standaardbestek 270, versie 1.0 naar artikel 4, §2 AAV, moet vervangen worden door een verwijzing naar artikel 36 van de AUR.
3.1.3 Detail- en werktekeningen vóór de uitvoering en berekeningsnota’s De termijn voor het indienen van tracé plannen van ondergrondse leidingen bedraagt maximaal 15 kalenderdagen na de aanvangsdatum van de opdracht. Tenminste de hieronder opgesomde documenten dienen geleverd. De lijst geldt enkel als leidraad en is niet limitatief. De ter goedkeuring voorgestelde documenten worden geleverd in twee exemplaren. 3.1.3.1 Elektrische uitrustingen 3.1.3.1.A
IN HET ALGEMEEN VOOR ALLE ELEKTRISCHE INSTALLATIES
het algemeen situatieplan (liggingsplan en inplantingsplan van de apparatuur); het schema van de kabelverbindingen tussen de borden en de toestellen (blokschema); de ééndraads schema’s met de karakteristieken van de verschillende vertrekken, het volledig schakelschema, de schema’s van de klemmenborden met identificatie van de klemmen en de kabels; − de berekeningsnota’s betreffende de doorsnede van de geleiders, de selectiviteit van de kringen, het kortsluitvermogen; − de lijsten van de aan te wenden toestellen met aanduiding van hun karakteristieken, hun type, hun merk en het aantal; − de gedetailleerde werktekeningen van de borden, de kasten en kastjes met aanduiding van alle toestellen en de stroomrails; − de gedetailleerde werktekeningen van de bedieningslessenaars en de controlepanelen; de bedienings- en controlepanelen worden getekend op ware grootte en met aanduiding van alle erop voorkomende teksten; − de volledige kabellijst; − het volledige tracé-plan van de uitwendige kabelleidingen met aanduiding van alle kabels en hun ligging t.o.v. speciale merkpunten van het terrein (met een afwijking van maximum 50 cm in elke richting), en met aanduiding van de plaatsingswijze (in volle grond, onder beschermbuizen, enz...); doorsneden op de gepaste plaatsen duiden de diepte aan waarop de beschermbuizen en kabels aangelegd zijn; ook de eindpunten van de verschillende opstellingswijzen worden aangeduid ten opzichte van vaste merkpunten op het terrein; bij sleuven met een breedte tot 50 cm volstaat de aanduiding van 1 lijn, bij bredere sleuven worden de beide grenzen aangegeven; alle kabels van alle technieken worden hierbij op dezelfde plannen weergegeven; de x-, y-, z-coördinaten, Lambertcoördinaten, of GPScoördinaten worden op het tracéplan aangeduid; − de plaats en de aard van de aardelektrode(n); − dwarse doorsneden genomen op elke bijzondere plaats van het kabeltraject (binnenkomen van gebouwen of kelders, kabelkokers, enz...), getekend op een aangepaste schaal; − technische documentatie van de aangewende toestellen, die toelaat de performanties en de conformiteit met het bestek na te gaan. − boorcurves; De plans die betrekking hebben op de kabelligging worden in een apart hoofdstuk ondergebracht. − − −
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
76
3.1.3.4 Installaties voorzien van programmeerbare apparatuur − − − − − − −
een dossier “functionele analyse” van de geleverde toepassingsprogramma’s in klare tekst, vergezeld van de programmastroomschema’s; een uitdraai van de complete programmalistings (toepassingsprogramma’s); een lijst van alle in- en uitgangen de technische gegevens van alle elementen waaruit de programmeerbare apparatuur opgebouwd is (CPU, in- en uitgangskaarten, voedingskaarten, communicatiekaarten, …) de lay-out van de schikking van alle elementen waaruit de programmeerbare apparatuur opgebouwd is; een blokschema van alle toestellen met hun verbindingen, met aanduiding van de gegevens betreffende deze verbindingen (kabel, netwerk, protocol, …) taglijst en beelden van SCADA.
3.1.3.5 Bijzondere voorschriften m.b.t. de elektrische schema’s De elektrische schema’s worden getekend volgens de norm NBN EN 61082-1 tot 6 en bijwerkingen. De grafische symbolen voldoen aan NBN EN 60617-2 tot 13 en bijwerkingen. Naast de voorschriften gelden volgende aanvullende bepalingen: − − − − − − −
−
−
−
− −
er wordt gebruik gemaakt van functionele codes; elk blad wordt ingedeeld in 10 delen die gelijkmatig verdeeld zijn over de breedte van het blad; de nummering van de toestellen verwijst naar de zone (pagina en deel) waarop het bedieningselement van het toestel voorkomt; er wordt slechts één lijn per zone getekend; de nummering gebeurt van 0 tot 9; het titelblad vermeldt het aantal pagina's in het plan; indien de nummering niet continu is, worden de gebruikte of de niet-gebruikte paginanummers op een van het document deel uitmakende bladlijst vermeld, ofwel wordt op elke pagina het nummer van de volgende pagina vermeld; elke pagina draagt een kleine titelbalk waarin de voornaamste gegevens van het titelblad hernomen worden (omschrijving van het project, dossiernummer, onderwerp van het plan, plannummer, …), zodat elke pagina ondubbelzinnig naar één bepaald plan verwijst; van de toestellen die niet elektrisch of met de hand bediend worden (zoals eindeloopschakelaars, manocontacten, …) wordt duidelijk de aard van het toestel vermeld, evenals de overeenstemmende nummering die ze op de plans van de andere techniek dragen; van de toestellen die niet elektrisch of met de hand bediend worden (zoals eindeloopschakelaars, manocontacten, …) wordt een schakelschema bijgevoegd, waarop de stand van de verschillende contacten aangeduid wordt in functie van de stand of de waarde van het bedienende element; elk schema vermeldt duidelijk in welke toestand van de installatie het getekend is (b.v. installatie spanningsloos, brug gesloten, slagbomen open, …); onder elke lijn wordt in tekstvorm uitleg gegeven over de functie van de lijn.
3.1.4 As-builtdocumenten na de uitvoering De indeling van de hoofdstukken op digitale kopie is als volgt: − − − − − − − − − − − − −
elektrische plannen hydraulische plannen mechanische plannen plannen staalbouw liggingsplans overige plannen programma (PLC, SCADA-toepassing,…) keuringsattesten, CE-attesten, licenties van de gebruikte programma’s EG-verklaring van overeenstemming en technisch constructiedossier technische documentatie functionele analyse en handleiding onderhoudsinstructies installatiebeschrijving
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
77
Onder de hoofdstukken bevinden zich de bestanden. De bestandsnaam bestaat uit het nummer en de titel van het plan. Daarnaast worden onder ieder hoofdstuk de nodige plotstyles geschreven evenals een plannenlijst. Als de afdruk van een plan of document samengesteld is uit verschillende digitale bestanden, bijvoorbeeld een titelblad in dwg-formaat en een lijst in xls-formaat, dan moeten de samenhorende bestanden in één map samengevoegd worden, die de naam krijgt van het plan of document. 3.1.5 Installatiebeschrijving De dienstverlener stelt een dossier samen waarmee op een efficiënte manier gegevens over de installatie kunnen worden teruggevonden. De dienstverlener houdt zich aan de hierna volgende indeling van de inhoud van het onderhoudsdossier. Het onderhoudsdossier moet beschikbaar zijn bij het in dienst stellen van de installatie en wordt in 5 exemplaren overhandigd aan de aanbestedende overheid. 1. Inhoudstafel 2. Algemeenheden − naam en adres en telefoonnummer van het kunstwerk − installatienummer − datum van indienststelling − ligging in Lambertcoördinaten − kopie van stratenplan met aanduiding ligging − coördinaten van de leidend ambtenaar, toezichter − besteknummer − dossiernummer − lotnummer 3. Beschrijving van de installatie korte beschrijving van de installatie gebaseerd op de bestekteksten eventueel historiek van de installatie (vooral voor installaties die niet volledig nieuw zijn) belangrijkste dimensies en grootheden (lengte, breedte, massa, debiet, opvoerhoogte, vermogen, …) 4. Betrokkenen − − −
een lijst met de naam, de functie, het adres en telefoonnummer van de betrokken aannemers en onderaannemers, de leidend ambtenaar, de toezichter, de elektriciteitsleverancier en indien nuttig leveranciers, fabrikanten, … 5. Gegevens over de installatie 5.1 Algemeen −
− volledige planlijst (E- en H-plans) − volledige materiaallijst − lijst van het reservemateriaal met de plaats waar het is opgeslagen 5.2 Elektrische uitrusting aarding (net-type, spreidingsweerstand bij aansluiting, …) netaansluiting (gegevens over spanning, stroom, klantennummer, ..) aankomst in LS-bord (gegevens over : net, elektrogeengroep, type omschakelaar, klemmen elektrogeengroep, ..) 5.3 Hydraulische uitrusting − − −
de pompgroep(en) (gegevens over de motoren, type van de pompen, debiet, functie van de pompen, de druk, …) 5.4 Verlichtingsinstallatie −
−
de verlichtingstoestellen (type, aantal, tussenafstand, verlichtingsniveau, lampen, …)
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
78
6. De werking van de installatie functionele analyse, waar nodig aangevuld met nota’s over specifieke problemen plan met algemeen concept van de gegevensuitwisseling tussen PLC’s, PC’s, meettoestellen met aanduiding van protocols, bus, … − programmabeschrijving onder de vorm van een datastroomdiagramma (flowchart) − hardware logica onder de vorm van een datastroomdiagramma (flowchart) − samenstelling van de PLC + een lijst met de in- en uitgangen van de PLC − lijst van de instelbare waarden (tijdens, drukken, parameters, …) en hun ingestelde waarde − beschrijving van de alarmen 7. Gegevens in verband met de bediening en het onderhoud − −
− − − −
handleiding voor de bediener met uitprint van de verschillende schermen en synoptische voorstellingen handleiding voor de eerste tussenkomst bij defecten met uitleg van de visuele informatie op de toestellen (displays, leds) onderhoudsinstructies met o.a. onderdeel, periode, actie en onderhoudsproduct noodbedieningsprocedure
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
79
4
STROOMVOORZIENINGEN
4.1
Batterijen
4.1.1 Beschrijving -
Autonomieduur (h): 4 uur Batterijen moeten ook voldoen aan de Eurobat kwalificatie, IEC 60896-2 en DIN EN 60095/1. Levensduur gegeven bij 20 °C: 6 kalenderjaren
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
80
HOOFDSTUK 48
TELETECHNIEK
2
POLICY ROND HET GEBRUIK VAN WEBAPPLICATIES
2.1
Inleiding
Dit document behandelt hoofdzakelijk de manier waarop gebruikers toegang worden verleend tot applicaties op het Telematica netwerk. Het toegangsproces moet verlopen op een manier waar misbruik maximaal verhinderd wordt. Vanuit netwerkoogpunt is het essentieel dat hackers via een onveilige applicatie geen schade kunnen berokkenen aan het netwerk of andere applicaties. Het netwerk als dusdanig kan zeker helpen in de beveiliging van applicaties als deze op de juiste manier opgebouwd zijn. Hiervoor is de nodige gespecialiseerde apparatuur (Unified Threat Management –UTM–) en gekwalificeerd personeel beschikbaar. Tot slot is een performante DMZ beschikbaar om toepassingen op een vlotte en veilige met de buitenwereld te laten communiceren.
2.2
Opbouw webapplicaties
De werking van een webapplicatie kan voorgesteld worden in een systeem met drie lagen, zoals in figuur 1. Iedere laag neemt een eigen taak voor zich: - De interface laag: hier wordt de interfacing met de eindgebruiker geïmplementeerd, net als de communicatie met de applicatie zelf, die de inhoud levert. (cf. peilmetingen, verkeerstellingen, beelden, …) - De applicatie laag: deze communiceert met de interface en doet beroep op een database (via SQL-statements) of een filesysteem voor het leveren van content. - De data laag: is een database of bestandssysteem dat functioneert als gegevensbron voor de toepassing. Hoewel in het meest optimale scenario deze lagen op verschillende toestellen geïmplementeerd moeten worden – en allen via een firewall of intrusion detection systeem (IDS) communiceren –, kunnen afhankelijk van de toepassing en de oorsprong van de gebruikers (intern, via internet) toch uitzonderingen toegestaan worden.
Figuur 4 het drielagen model van een webapplicatie
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
81
2.3
Veiligheid
De opsplitsing van de taken gebeurt louter om de veiligheid van de server- en netwerkinfrastructuur te garanderen. Aanvallen van buitenaf naar het besturingssysteem zorgen ervoor dat de onderliggende architectuur bloot komt te liggen en er mogelijkheden ontstaan om het systeem onrechtmatig te betreden en eventueel modificaties/schade toe te brengen aan zowel de eigen als andere aanwezige apparatuur. Naast mogelijke lekken in het besturingssysteem lopen ook de database en scripts een potentieel risico. Voorbeelden van opstellingen met een groot risico zijn applicaties waar alle lagen zich op 1 toestel bevinden (in de DMZ). Het risico wordt nog groter indien het publiek IP-adres ge forward wordt naar een server in het interne netwerk.
2.4
Policy: het N-tier Model
Afhankelijk van de aard van de toepassing en de oorsprong van de gebruikers zijn verschillende scenario’s mogelijk die een goed (veiligheids)beleid vertegenwoordigen: 1. Een beperkte groep gebruikers bevindt zich op het interne netwerk of melden zich aan via een VPN. Een implementatie van alle lagen is toegestaan op één en hetzelfde fysieke toestel dat zich in het interne netwerk bevindt. 2. Applicaties die gebruik maken van publieke IP-adressen worden best in de DMZ van het netwerk geplaatst worden. Om de veiligheid van de systemen te waarborgen worden in het zogenaamde 3-tier model de lagen op afzonderlijke toestellen gehost. De communicatie van de interface laag naar de applicatie laag (en verder naar data laag) gebeurt in dit model via een firewall of een UTM systeem (Unified Threat Management). De interface laag wordt ondergebracht in de DMZ (met een publiek IP-adres), communicatie gebeurt via http of https. De overige 2 lagen worden opgenomen in een intern netwerksegment met uitsluitend een privaat IP. Figuur 2 illustreert de logische opsplitsing van de lagen.
Figuur 5 het 3-tier model
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
82
Van dit optimale 3-tier model kan een variant toegepast worden waarbij de applicatie- en data laag ondergebracht zijn in 1 toestel. Deze keuze moet in functie van de veiligheidsvereisten voor de applicatie door de systeemarchitect geëvalueerd worden. Uiteraard kunnen de individuele lagen geïmplementeerd worden op verschillende toestellen: dit kan nodig zijn voor toepassingen die een grote capaciteit vereisen.
Figuur 6 implementatie van het 3-tier model Figuur 3 toont het N-tier model. De toestellen van 1 tot en met 3 stellen respectievelijk de interface-, applicatie- en data laag voor. Zoals aangehaald kunnen lagen 2 en 3 samengevoegd worden op hetzelfde toestel. De afbeelding toont eveneens 2 firewalls: de controle van de trafiek afkomstig van de gebruiker en tussen de verschillende lagen van 3-tier model kan gecontroleerd worden door 1 toestel. De logische voorstelling in figuur 3 indiceert daarmee het onderscheid in type verkeer. Hoewel hier een firewall geïllustreerd is, kan de controle van lagen 1 naar 2 (2 en 3 eveneens) gecontroleerd worden via een UTM (IDS).
2.5
Besluit
Omwille van de verantwoordelijkheid die het netwerk draagt ten opzichte van andere toepassingen en klanten is een goed veiligheidsbeleid een onmisbaar instrument. We dringen er dan ook op aan om uw toepassingen te toetsen aan de veiligheidsvoorschriften in deze tekst.
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
83
3 POLICY ROND E-MAILVERKEER OP HET TELEMATICA NETWERK 3.1
Achtergrond
Dit document behandelt de regels die vooropgesteld worden voor uitgaand e-mail verkeer van toepassingen die gebruik maken van het Telematica netwerk.
3.2
Toelichting
Alle e-mail verkeer van de Vlaamse Overheid, ook op het Telematica netwerk, is onderhevig aan een e-mail disclaimer. De regels rond aanvaardbaar gebruik van e-mail werden vastgelegd in de omzendbrief ICT/2004/02 van 25 juni 2004. Deze is van toepassing voor iedereen die gebruik maakt van het Telematica netwerk zoals personeel van aannemers en onderaannemers. De betrokken tekst kan terug gevonden worden op: http://www2.vlaanderen.be/personeel/statuten/rondzendbrieven/rondzendbrieven/2004/printversie/OM Z_ICT_2004_2.pdf Onderdeel van deze policy, toegepast op het Telematica netwerk, stelt dat e-mail verkeer van Telematica toepassingen verloopt via de SMTP server die ter beschikking gesteld wordt door het bestuur. (adres: smtp.belfla.be). Een toepassing en/of gebruiker op/van het Telematica netwerk kan geenszins beschikken over een eigen server voor uitgaand e-mail verkeer. Dit om security issues te vermijden en een controle op de trafiek te kunnen waarborgen (cf. spam). De bestaande SMTP server kan op eenvoudig verzoek en mits aanmaak van een account vrij gebruikt worden. Het aanvraagformulier kan bekomen worden bij de leidend ambtenaren van de sectie netwerk en telematica. Daarnaast zijn er een aantal specifieke regels van kracht op het Telematica netwerk: - Het telematica e-mail systeem staat enkel ten dienste voor e-mail berichten die verstuurd dienen te worden gerelateerd aan telematica toepassingen. - Elke gebruiker is verantwoordelijk voor mails die vanaf zijn account worden verstuurd, ook al worden de mails automatisch gegenereerd door een toepassing. - De grootte van mails wordt beperkt tot 5MB - De volgende disclaimer dient te worden toegevoegd aan elke verzonden mail: - "Dit bericht is onderhevig aan volgend e-maildisclaimer: http://www.wegenenverkeer.be/emaildisclaimer " - Het centrale meldpunt voor vragen en klachten ivm het gebruik van het telematica e-mail systeem is de telematica stuurgroep. Deze is via mail bereikbaar: - Koen Wardenier:
[email protected] of - Jan Bosmans:
[email protected] - Technische problemen kunnen best gemeld worden bij de telematica service desk. - Controle op het gebruik van e-mail gebeurt door de stuurgroep (of zijn afgevaardigde) volgens dezelfde principes als beschreven in de omzendbrief ICT/2004/02. - Maatregelen in geval van ongeoorloofd gebruik kunnen genomen worden volgens de regels beschreven in de omzendbrief ICT/2004/02. Daarnaast kan de telematica stuurgroep de e-mail account stopzetten. De aanvraag van een e-mail account bekrachtigt formeel de voorgenoemde policy.
Standaardtekst SB 270 versie 2.0 editie 002
84
OPGEMAAKT Gent,
Stanny Van Herzeele Ingenieur NAGEZIEN,
Jos Hennissen Directeur – ingenieur
Ter goedkeuring voorgesteld, Gent,
Ir. Geert De Rycke Afdelingshoofd EMT GOEDGEKEURD Brussel,
Vlaamse Minister van Mobiliteit en Openbare Werken
Kwaliteitssysteem AW F-EMT-PP04-02-EVT – Geldig vanaf 19-11-2013 – Versie 37
85
Agentschap Wegen en Verkeer Afdeling Elektromechanica en Telematica Dossiernr. : TDA.065
Bestek: MDM/15A04 Omschrijving opdracht: Onderhoud en optimalisatie van het afstandsbewakingssysteem ABBA en ABBAMelda
Offerteformulier A.
Algemene verbintenis
OFWEL (1) De ondergetekende (naam en voornaam): Hoedanigheid of beroep: Nationaliteit: Adres (straat, nummer, gemeente, land): OFWEL
(1)
De vennootschap (handelsnaam of benaming, rechtsvorm, nationaliteit, zetel): vertegenwoordigd door de ondergetekende(n) OFWEL (1)
(1)
doorhalen wat niet van toepassing is
Kwaliteitssysteem AW F-EMT-PP04-02-EVT – Geldig vanaf 19-11-2013 – Versie 37
86
De ondergetekende(n) en/of de vennootschap(pen) die optreden als combinatie zonder rechtspersoonlijkheid (voor elke deelnemer dezelfde gegevens als hierboven): combinatie die tegenover de overheid wordt vertegenwoordigd door één van hen, met name: verbindt zich op zijn, resp. verbinden zich hoofdelijk op hun, roerende en onroerende goederen tot de uitvoering, overeenkomstig de bepalingen en voorwaarden van bovenvermeld bestek, van de in dat bestek beschreven opdracht, tegen de som van: (in cijfers, inclusief BTW, in euro): (in letters, inclusief BTW, in euro):
Rangschikkingsbedrag: Totaal inschrijvingsbedrag verminderd met posten van hoofdstuk 4: Optimaliseren en vernieuwen van ABBA (exclusief BTW), in euro x 4: -
inschrijvingsbedrag van hoofdstuk 4: Optimaliseren en vernieuwen van ABBA (exclusief BTW), in euro
================ -
Som:(euro) BTW 21% (euro) ================ Rangschikkingsbedrag van de inschrijving (euro)
Kwaliteitssysteem AW F-EMT-PP04-02-EVT – Geldig vanaf 19-11-2013 – Versie 37
87
B.
Algemene inlichtingen (1)
Ondernemingsnummer: BTW: RSZ-nummer : Erkenning als aannemer van werken : − nummer: − categorie(ën), ondercategorie(ën) en klasse(n): − in geval van voorlopige erkenning, datum van toekenning: Aantal tewerkgestelde werknemers
(2)
:
minder dan 10 tussen 10 en 20 meer dan 20
C.
Erkenning van aannemers van werken
Waarschuwing:
OFWEL
valse verklaringen betreffende de erkenning van aannemers van werken kunnen leiden tot toepassing van een in art. 19 van de Wet van 20 maart 1991 bepaalde sanctie.
(3)
De erkenning stemt overeen met de (onder-)categorie en klasse zoals bepaald door het bestek en het bedrag van deze offerte. Rekening houdend met de stand van de aan gang zijnde aannemingen zal het maximumbedrag van gelijktijdig uit te voeren werken, dat is vastgesteld voor de verkregen erkenningklasse, door de toewijzing van deze opdracht niet worden overschreden. OFWEL
(3)
De erkenning stemt overeen met de (onder-)categorie en klasse bepaald door het bestek en het bedrag van deze offerte. Door de toewijzing van deze opdracht zal het maximumbedrag van de gelijktijdig uit te voeren werken, dat is vastgelegd voor de verkregen erkenningklasse, worden overschreden. De voorgeschreven afwijkingsaanvraag is bij deze offerte gevoegd.
(1) (2) (3)
in geval van vereniging zonder rechtspersoonlijkheid afzonderlijk voor elke deelnemer aankruisen wat van toepassing is doorhalen wat niet van toepassing is
Kwaliteitssysteem AW F-EMT-PP04-02-EVT – Geldig vanaf 19-11-2013 – Versie 37
88
OFWEL
(3)
De bewijzen van erkenning in een andere Lidstaat van de Europese Unie en van de gelijkwaardigheid van die erkenning zijn bij deze offerte gevoegd. OFWEL
(3)
De bewijzen dat aan de voorwaarden voor erkenning is voldaan, zijn bij deze offerte gevoegd.
D.
Onderaannemers
Er zullen onderaannemers worden aangewend: JA / NEE
(1)
Gedeelte van de opdracht dat in onderaanneming wordt gegeven: Volgende onderaannemers zullen hiervoor worden aangewend: Zij beschikken over volgende erkenning als aannemer van werken (in verhouding tot het deel van de opdracht dat zij zullen uitvoeren):
E.
Personeel
Er wordt personeel tewerkgesteld dat onderworpen is aan de sociale zekerheidswetgeving van een andere lidstaat van de Europese Unie: JA / NEE
(1)
Het betreft volgende EU-lidstaat:
F.
Oorsprong van de te leveren producten en de te verwerken materialen
OFWEL
(1)
Voor de uitvoering van deze opdracht zullen enkel producten en materialen worden verwerkt die afkomstig zijn uit de lidstaten van de Europese Unie. OFWEL
(1)
Overeenkomstig de bepalingen van art. 81,5° van het KB Plaatsing van 15 juli 2011, gaat hierbij een afzonderlijke gedateerde en ondertekende nota met vermelding van de herkomst van de te verwerken producten en materialen die afkomstig van buiten de Europese Unie: − −
(1)
ze vermeldt per land van oorsprong het bedrag, exclusief douanerechten, dat die producten en materialen in de offerte uitmaken; ze vermeldt enkel de totale prijs van de grondstoffen, wanneer het gaat om producten en materialen die worden afgewerkt of verwerkt op het grondgebied van de Europese Unie.
doorhalen wat niet van toepassing is
Kwaliteitssysteem AW F-EMT-PP04-02-EVT – Geldig vanaf 19-11-2013 – Versie 37
89
G.
Betalingen
De betalingen zullen geldig gebeuren door overschrijving op rekeningnummer: van de financiële instelling: geopend op naam van:
H.
RSZ-attest (voor de inschrijver van vreemde nationaliteit)
De Belgische inschrijver die bij de RSZ een bijdrageschuld heeft van meer dan 3000 euro in de zin van art. 62., §1 van het KB Plaatsing, voegt bij deze offerte alle inlichtingen over de in dezelfde bepaling bedoelde schuldvorderingen die hij zou bezitten. De buitenlandse inschrijver, alsook de Belgische inschrijver die personeel tewerkstelt dat onderworpen is aan de sociale zekerheidswetgeving van een andere lidstaat van de Europese Unie, voegt bij deze offerte desgevallend een attest dat uitgereikt werd door de bevoegde overheid en waarin bevestigd wordt dat hij, volgens de rekening die ten laatste de uiterste dag bepaalt voor de ontvangst van de offerte, is opgemaakt, op die datum voldaan heeft aan de voorschriften inzake betaling van de bijdragen voor sociale zekerheid overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar hij gevestigd is.
I.
Bijlagen
Bij deze offerte zijn eveneens gevoegd: − − −
de gedateerde en ondertekende documenten, die het bestek verplicht over te leggen; de modellen, monsters en andere inlichtingen, die het bestek verplicht over te leggen; het bewijs dat de offerte werd ondertekend door een gemandateerde van de firma (geldt ook voor het indienen van een elektronische offerte).
De ondergetekende verklaart dat: •
De eventuele algemene verkoopsvoorwaarden vermeld in een document gevoegd bij deze offerte, niet van toepassing zijn.
Gedaan te
op
De inschrijver(s),
De inschrijver wordt erop gewezen dat zijn offerte, overgelegd via e-tendering, elektronisch ondertekend moet worden met een gekwalificeerde elektronische handtekening. Deze elektronische handtekening moet uitgaan van een bevoegd persoon. De inschrijver voegt tevens de nodige documenten toe waaruit de bevoegdheid blijkt om de onderneming te binden (uittreksels van de statuten, volmacht,…). Een gescande handtekening is onvoldoende.
Kwaliteitssysteem AW F-EMT-PP04-02-EVT – Geldig vanaf 19-11-2013 – Versie 37
90
J.
Vak bestemd voor de goedkeuring door de overheid
GOEDGEKEURD
Kwaliteitssysteem AW F-EMT-PP04-02-EVT – Geldig vanaf 19-11-2013 – Versie 37
91
Bijlage 2 bij de inschrijving
Bestek : MDM/15A04 Plaats van de diensten: Vlaanderen Aard van de diensten : Onderhoud en optimalisatie van het afstandsbewakingssysteem ABBA en ABBAMelda
Nr. Post inventaris
Te verwerken materialen die niet van oorsprong zijn uit de lidstaten van de Europese Unie (opgave post per post)
Land van Oorsprong
Bedrag, exclusief douanerechten, vertegenwoordigd in de Inschrijving
Gedaan te, De inschrijver(s),
Kwaliteitssysteem AW F-EMT-PP04-02-EVT – Geldig vanaf 19-11-2013 – Versie 37
92