Automatische externe defibrillator
AED Docente: Sofie Boonen Vormingscentrum Hivset Turnhout 2010
Als de ademhaling stilv alt, het hart stopt….
AED: definitie De AED is een apparaat dat stroomstoten geeft aan een slachtoffer met een stilstand van de bloedsomloop. Door stroomstoten (defibrilleren) kan het hart weer gaan werken. Een AED vertelt de gebruiker, na aansluiting van de electroden op het lichaam van het slachtoffer, welke stappen hij of zij moet ondernemen.
AED: levenskansen Het gebruik van de AED vergroot de levenskansen aanzienlijk. Eerste 10 minuten van de reanimatie zijn van vitaal belang Nog voordat de ambulance ter plaatse is, kan men al beginnen met reanimeren en defibrilleren. Levensbedreigende hartritmestoornissen
AED: categorie 1 “AED categorie 1”: een automatische externe defibrillator die niet toelaat om te scha kelen naar een manuele modus en aldus zelfstandig een elektrische schok toe te dienen, en die niet over een scherm beschikt om het hartritme te volgen
AED: publieke plaatsen De AED's die worden gebruikt in publieke ruimten zijn enkel de AED's categorie 1 (= men mag dus niet in staat zijn zelf beslissingen te nemen via een manuele modus).
AED: categorie 2 “AED categorie 2”: automatische externe defibrillator die toelaat om te schakelen naar een manuele modus en aldus zelfstandig een elektrische scho k toe te dienen of die over een scherm beschikt om het hartritme te volgen;
AED Semi-automatisch versu s volautomatisch
AED: volautomatisch Bij volautomatische toestellen wordt de shoc k automatisch uitgevoerd, zonder manuele bediening van een drukknop.
AED: volautomatisch Nadeel: Eens de procedure gestart is, wordt de shoc k automatisch uitgevoerd.
AED: semi-automatisch Bij semi-automatische toestellen dient men tijdens de procedure nog 1 keer op de knop te duwen vooraleer er effectief een shock wordt uitgevoerd, maar ook dit verloopt verder volledig automatisch net zoals bij de volautomatische toestellen.
AED: semi-automatisch Nadeel: Wanneer de persoon die het toestel moet bedienen, zich niet volledig zeker voelt, er dus een drempel ontstaat wanneer hij de shoc k-dru kknop moet indrukken.
AED: wetgeving 12 JUNI 2006. — Wet dat het bedienen van automatische externe defibrillatoren toelaat Art. 2. Eenieder mag in het kader van een reanimatie een automatische externe defibrillator gebruiken onder de voorwaarden bepaald door de Koning. 18 mei 2007: uitvoeringsbesluit
Eisen AED op publieke plaats standaardformulier bezorgen aan directoraat-generaal basisgezondheidszorg en crisisbeheer de AED moet in een verzegelde kast worden geplaatst die geschikt is voor de opslag van zowel het toestel, de batterij en de elektroden
AED: wetgeving Sinds het Koninklijk Besluit van 18 mei 2007 is het niet-opgeleiden toegelaten om een AED te gebruiken, maar uiteraard is een opleiding steeds aangeraden om efficiënt gebruik van dit toestel te verhogen.
Eisen AED op publieke plaats de kast is voorzien op een duidelijk zichtbare plaats van het groene AEDpictogram de kast bevat een geheugensteun in A4formaat vermelding van vereiste gegevens op de ka st de instellingen van de AED voldoen aan de ERC-guidelines
AED: controle
Maandelijkse controle Alarmboodschappen batterij Aanwezigheid intact electrodenpaar Na elk gebruik AED → controle Zelftestprogramma’s
AED: vraag Kan een nat slachtoffer worden gedefibrilleerd?
AED: pictogram De hoogte voor het pictogram is minimaal 10 cm en de RAL-kleur voor het pictogram is 6032. De meeste bedrijven verkopen deze pictogrammen bij hun toestel.
AED: antwoord In geval van een natte omgeving (zwembad, drenkeling etc.) moet u de borst van het slachtoffer eerst afdrogen alvorens de elektroden op de borst te plakken. Daarnaast is het belangrijk dat niemand (inclusief uzelf) het slachtoffer aanraakt tijdens de defibrillatie.
AED
AED
AED
AED
AED
AED: vraag Bij elke reanimatie defibrilleren?
AED: antwoord Neen, enkel bij hartritmes waarbij een shoc k re sultaat kan hebben!
Het hart
Het hart De delen van het hart De kleppen De Bloedvaten
Het hart De delen van het hart:
Het hart De kleppen:
tricuspidalisklep pulmonalisklep aortaklep bicuspidalisklep
rechter atrium rechter v entrikel linker atrium linker ventrikel
Het hart De Bloedvaten:
vena cav a inf erior vena cav a superior truncus pulmonalis arteria pulmonalis venae pulmonalis aorta
De hartgeleiding
De hartgeleiding
De hartgeleiding
Sinusknoop Atrioventriculaire knoop Bundel van His Bundeltakken Vezels van Purkinje
De hartgeleiding
ECG
ECG Nomenclatuur: p q r s t Vertikaal 1 mm: 0.1 mV Horizontaal 1 mm: 0.04 sec
ECG
Ritmes: sinusaal
Ritmes: sinusbradycardie
Ritmes: sinustachycardie
Ritmes: voorkamerflutter
Ritmes: voorkamerfibrillatie
Ritmes: ventrikelflutter
Ritmes: ventrikelfibrillatie
Ritmes: EMD ventriculair ritme
Ritmes: VT ventriculaire tachycardie
Ritmes:asystolie
AED
BLS versus ALS
BLS-schema
Controle bewustzijn Roep om hulp Maak een vrije ademweg Controleer de ademhali ng Bel 112 Start BLS: 30 hartmassages – 2 beademingen
BLS-schema
ALS-schema
Reanimatieschema met AED
Reanimatieschema met AED
Reanimatieschema met AED
AED
AED
Aandachtspunt
Overlevingsketen
Tijdens de analyse door de AED mag de patiënt NOOIT door iemand worden aangeraakt.
Overlevingsketen
Vragen?
Aed